Spel als uitdaging NPZ Week van het ZWEM onderwijs
René Dekker
Indeling Zwem Onderwijs: • • • • •
Keuter leeftijd Onderbouw Basisschool leeftijd Middenbouw Basisschool leeftijd → Schoolzwemmen Bovenbouw Basisschool leeftijd Voortgezet onderwijs
• Aanvankelijk zwemonderwijs A1-A2-A3 • Vervolg zwemonderwijs
Aanvankelijk Zwem Onderwijs • A1: introductie fase→ gewenning en verkenning • A2: voorbereidende fase → op het verplaatsen • A3: verplaatsen → elementaire wijzen van verplaatsen in rug- en borstligging • Doelstelling→ brengen tot veiligheid niveau, brede basis, op een plezierige manier
Vervolg Zwem Onderwijs • Doelstelling → veelzijdigheid
Aanvankelijk Zwem Onderwijs Introductiefase (A1): •Spetters verdragen •Springen van de kant •Hardlopen •Verplaatsen op de handen •Wrikken •Bellen blazen en straaltjes spugen Doel : het water als UITDAGING, het aangaan van een avontuur! “Baumeister: In der Badewanne fangt es an!”
Aanvankelijk Zwem Onderwijs Een goede watergewenningsperiode is noodzakelijk waarbij spelenderwijs watervrij maken de leerlingen een plezierige leerweg ervaren en het aanleren van slagen daarna veelal sneller verloopt. Het PLEZIER en het LEERTEMPO van het kind bepaalt de mate van differentiatie in de les waarbij het LEERTEMPO wordt versneld door het PLEZIER in de les
Aanvankelijk Zwem Onderwijs Voorbereidende fase (A2): •Kijken onder water •Herhaald happen en blazen •Drijven en zinken •Ontspannen drijven en uitdrijven na afzet van de kant in borst- en rugligging
Het mogen genieten van wat LUKT (NIVEAU), houdt het PLEZIER om te leren in stand
Aanvankelijk Zwem Onderwijs Verplaatsen (A3) • Uitbreiden wrik- en ademtechnieken • Enkelvoudige rugslag en schoolslag • Veranderen van ligging tijdens het verplaatsen • Rollen voor- en achterover tijdens het verplaatsen • Afstand zwemmen • Gekleed zwemmen • Watertrappen Deelname aan de (Nederlandse) bewegingscultuur in en om het water moet zo PLEZIERIG en VEILIG mogelijk zijn !
Betekenis van zwemmen korte- en lange termijn • Ontspannen: gebruik maken van de eigenschappen van water • Therapie en revalidatie: gewichtsloosheid en weerstand als eigenschappen van water • Fitness en gezondheid: aqua sporten, banen zwemmen • Voorwaarde scheppend: deelnemen aan veelzijdige bewegingscultuur
Vragen,vragen,vragen • Motorisch leren als dilemma→ de kortste leerweg? • Welke visie op (zwem)onderwijs? • Complexe bewegingen aanleren vanuit cognitie aansturen, een moeilijke opgave ? Voor u, voor mij, voor een 5 jarige? • Leren vanuit spel (naar duurzame beleving in het zwemmen), een poging waard? • spelen als doel en/of middel ?
Welke bril heb jij op? Als je kijkt naar leren • Vanuit het perspectief van de volwassene? Ouders Managers / Directie Zwembadmedewerker • Of vanuit het perspectief van het kind? Spelend leren Waar zou je antwoord op willen hebben?
Inventarisatie van spelvormen op A1 en A2 niveau • Samen weten wij meer dan alleen: Wat zou je willen? Wat doe je al? Wat kan / moet nog gebeuren? Wissel met de “buren” af welke ideeën leven t.a.v. willen – doen – kunnen Zien wij kansen?
“Kleuterspel” A1 +A2 fase Veel keuzemogelijkheden d.m.v. liedjes: • Jan Huigen in de ton • Twee emmertjes water halen • Het regent.. • Schipper mag ik overvaren? • Berend botje Belangrijk dat gekeken wordt naar de voorwaarden maar ook naar de differentiatie mogelijkheden die het leervoorstel biedt. Kinderen hoeven niet allemaal de opdracht hetzelfde uit te voeren. Het zingen is een vorm van ademhaling!
Inventarisatie van spelvormen op A1 en A2 niveau • • • • • • • • • • •
Ping pong ballen of ufo blazen Treintjes maken Zoek de 7 verschillen Dierenkwartet Memory Legpuzzles Onder water monteur Schatgraven Sleepbootje Tikkertje met verlos Keuzekaarten met activiteiten
Bij een uitgeverij zijn geplastificeerde kaarten te koop N.B. Activiteiten vanuit de leerlijn spelen komen nog aan bod
Inventarisatie van spelvormen op A3 niveau • • • • • • • •
Vlottenrace Bodyboard race (met flippers/ zonder flippers) Zwembanden race Tikkertje met flexie beams Kledingestafette Vier op een rij Dobbelsteen (opdrachten gekoppeld aan het nummer) Enzovoort, enzovoort,enzovoort, …..
Middenbouw:schoolzwemmen groep 5 en/of 6? Zwemmen als “natte gymles” Gezien vanuit de torens Loopt ‘t → organisatie Lukt ‘t → niveau 0, 1, 2, 3 Leeft ‘t → beleving, plezier, veel doen, keuzevrijheid (??), motivatie CALO:Vanuit verschillende activiteitsgebieden naar zwemonderwijs
SPEL (Leeft ‘t en voor wie?) • Hoe houd ik (de leraar/lerares) de lessen interessant op het niveau van de kinderen ? • Via het proces (pedagogisch) naar het product (eindvorm): van basis naar uitbouw • Actiepercentages (voldoende oefentijd) • Afwisselende activiteiten • Aangepaste arrangementen • Aangepaste regels • Aangepast niveau “Zwemmend spelen” of “spelen in water”
SPEL (leeft ‘t?) Doelstellingen vanuit de verschillende fasen: 1. Leren deelnemen aan spelactiviteiten 2. Leren met anderen deel te nemen aan spelactiviteiten 3. Leren op eigen wijze met anderen deel te nemen aan spelsituaties Afhankelijk van leeftijd en vaardigheden met als uiteindelijk doel: toerusting, veelzijdigheid, plezier en veiligheid
voorbereiden op de praktijk
Waarom is het belangrijk rekening te houden met belevingsaspecten?
Het geeft niet dat je het eng vindt. Je moet het gewoon nog een keer proberen.
SPELVORMEN Wat vinden kleuters leuk? Voorbeelden van activiteiten voor kleuters
Wat is hier leuk aan?
Leeft ‘t aspecten in spelsituaties? 1. Bouwen en instorten 2. Raken maakt lawaai 3. Domino effect 4. Ballenautomaat (herhaling) 5. Tegen elkaar (en met punten) 6. Verdwijnen – verschijnen In combinatie met vertikaal verplaatsen KUNNEN WIJ IN HET ZWEMONDERWIJS GEBRUIK MAKEN VAN DEZE KENNIS? HOE?
Indeling van leerlijnen bron Basisdocument Bewegingsonderwijs
1. Balanceren (rijden – glijden – acrobatiek) 2. Klimmen (klauteren – klimmen) 3. Over de kop gaan 4. Springen 5. Hardlopen 6. Mikken 7. Jongleren (werpen en vangen – soleren – retourneren) 8. Doelspelen 9. Tikspelen 10. Stoeispelen 11. Bewegen op muziek
Leerlijn zwemmen is niet opgenomen in het Basisdocument Bewegingsonderwijs Verschillende leerlijnen verbinden tot activiteiten in het water rekening houdend met verschillen
Leerlijn zwemmen: ordenen 1. Zwem A B C (aanvankelijk onderwijs) 2. Vervolg zwemonderwijs Verschijningsvormen: Zwemactiviteiten op school: Als wedstrijd Zwemmend verplaatsen Als show Zwemmend redden Als survival Zwemmend spelen Als spel Springen Als avontuur
Hoe houden wij de kinderen aan het zwemmen? Met veel plezier! SPELEN van 1 naar 2
Indeling van spelvormen Leerlijnen: 6.Mikspelen Wegspelen mikken 8.Doelspelen Keeperspelen (penaltyspel 1-1; 2-2) Lummelspelen (eindvakbal) Aangepaste sportspelen (waterpolobasketbaskbal) 9.Tikspelen Tikspelen Afgooispelen Honkloop spelen 10.Stoeispelen
Vertikaal: Met verplaatsen Zonder verplaatsen Alleen Met de ander Met anderen Diepte van het water Ondiep: knie-, heup-, borstdiep water Diep: hoofddiepte of dieper Hulp/drijfmiddelen/materialen Horizontaal: Met verplaatsen Met watertrappen Alleen Met de ander Met de anderen Diepte van het water Ondiep: knie-, heup-, borstdiep water Diep: hoofddiepte of dieper Hulp/drijfmiddelen/materialen
Activiteiten A)Activiteiten die in lessenreeksen uitbouwbaar zijn Ad A) Bekende activiteiten vanuit de zaal: spelen Tikspelen passeren en onderscheppen: van vijfbal naar waterpolo met verschillende manieren van doelen Over en weer in plaatsen Acro (vanuit het turnen) Bekende activiteiten vanuit het zwembad Zwemmend redden: red jezelf en red de ander Wedstrijd zwemmen Bewegen op muziek Snorkelen Aanleren verplaatsen
Activiteiten B) Activiteiten die éénmalig worden aangeboden Ad B) Waterspelen: Circuit Estafettes hindernisbanen Aqua sporten
Toepassing • • • • •
Werkvormen: Individuele opdrachten → differentiatie Groepsopdrachten → differentiatie Leskaarten met keuze mogelijkheden enzovoort
• Belangrijk: keuzemogelijkheden voor het kind (WAT en HOE) • Vrije lessituatie • Klassikale les (1 activiteit op meerdere werkplekken) • Groepjes les (meerdere activiteiten)
“ONZE” OPDRACHT • Uitgaande van de verschillende niveaus en leeftijden zoeken we naar: Leerdoel
Kind (eren)
Spel probleem
Niveau afhankelijke LH
Niveau 0, 1, 2, 3
Leerhulp
Spel / Activiteit Leervoorstel / opdracht
“ONZE” OPDRACHT Bedenk in 3-tallen vanuit de leerlijnen en interessegebieden van de kinderen een spel(letje) + uitbouwmogelijkheid / -heden Voor de kleuters (groep 1-2: 4-6 jaar) Voor de onderbouw (groep 3-4: 6-8 jaar) Voor de middenbouw (groep 5-6: 8-10 jaar) Vanuit de driehoek: doel – leeropdracht/voorstel (eventueel passende leerhulp)
Voorbeelden Tikspelen Wegloopspelen • naar vrij gebied (4-6 jaar) “Vos kom uit je hol” • Met opdracht voor de lopers (6-8 jaar) “Boefje” • Met meer richtingen (8-10 jaar) “Rawhide met vrijplaatsen” Overloopspelen • beperkt tikgebied • “overloop tikspel”
Voorbeelden Tikspelen Tikspelen eventueel met vrijplaatsen Functies: tikker en loper Regel 1: je mag niet getikt worden als a)Mond onder water b)Mond en neus onder water c)Hoofd onder water Regel 2: 3 tellen bij een loper dan eerst naar een andere loper Uitbouw 1: wanneer je drijft borst- / rugwaarts mag je niet getikt worden Uitbouw 2: wanneer je in de armen van een ander drijft mag je niet getikt worden
Voorbeelden Tikspelen • Huizentikspel: Functies: tikker en loper Regel 1:Als je op de mat zit, in de hoepel bent enz. mag je niet getikt worden Regel 2:als je getikt bent mag je gewoon mee blijven doen Regel 3: tikker komt niet op de mat Wisselregel: Als een kind is getikt,legt de tikker een blokje om, na X keer wordt een nieuwe tikker gekozen Uitbouw: betere beweger wordt postbode, neemt een blokje mee (post) en bezorgt die in een huis • Hoekenloop / -zwem (eventueel met flippers) Uitbouw 1: met puntentelling
Voorbeelden Tikspelen naar Honkloop spelen
Cricketbal Functies slagman + velders Regel 1: gooi de bal in het water, loop / zwem zo snel mogelijk heen en weer Regel 2: de velders gooien van hoek naar hoek Regel 3: alle punten tellen totdat de bal het 4e honk heeft bereikt Wissel: van “slagman” als de bal op honk 4 is Uitbouw/aanpassing: extra slagman die bal onderschept in het veld = vertraging zodat het scoren gemakkelijker wordt
6
Voorbeeld Afgooispelen Ondiep/ diep: Ene partij vervoert blokken, zinkfiguren, emmertjes/bekertjes water enz. op een mat/surfboard naar de overkant en stapelt daar op Andere partij gooit met zachte ballen voorwerpen of kinderen af, vanaf één kant, 1 kind gooit ballen terug Regel 1: 1 voorwerp per keer Regel 2: leerling geraakt is geen voorwerp wegleggen Spelen op tijd Aanpassingen: afstand t.o.v. de matten vergroten
Voorbeeld Mikspelen 1 1. Mikken op grote doelen 2. Mikken op kleine doelen 3. Mikken op pylonen (groot naar klein) 4. Mikken op blokken (torens) 5. Mikken op een drijvende mat 6. Mikken in een drijvende basket 7. Mikken op een drijvende hoepel 8. Streepjesdoelen
5
2
3
6
4
7
Voorbeeld Doelspelen 1. 2. 3. 4.
Vijfbal Eindvakbal Mini waterpolo Waterpolo met recht van aanval halen
•Passeer en onderschep situaties vragen veel “conditie” •Niveau wordt niet alleen bepaald door techniek en tactiek maar ook door niveau van verplaatsen Differentiatie door: •Hulpmiddelen bijv. keeper met drijfmiddel, spelers met flippers •Ondertal / overtal situaties (inzetten van jokers/kameleon) •Veel (ijshockey) wissels
2) Eindvakbal Klaarzetten (1/3 zwembad, diep) 2 teams van minimaal 4 spelers, 2 eindvakken (toversnoer tussen afscheidingslijnen) van 1 meter over de hele breedte van het vak, 1 (waterpolo)bal. Doen Gooi de bal naar je eindvakspeler, als deze de bal weer terug gooit naar een eigen speler is er gescoord. Als de andere partij in balbezit is proberen de bal te onderscheppen om zelf weer de aanval op te zetten. Regels en regelingen •Eén team draagt waterpolocaps. •Elk team heeft zijn eigen eindvak en een vaste eindvakspeler (die in het eindvak blijft). •Wisselen van eindvakspeler mag als het spel stil ligt. •Als de eindvakspeler de bal gevangen en terug gespeeld heeft naar een speler van zijn eigen partij dan is er een punt gescoord. •Er mag niet gezwommen c.q. verplaatst worden als je de bal vast hebt. •Na het halen van een punt krijgt de andere partij de bal. •Als de bal uit gaat krijgt de partij die de bal niet het laatst heeft aangeraakt de bal. •De bal mag niet uit de handen worden gepakt.
3) Mini waterpolo Klaarzetten (1/3 zwembad, diep) 2 teams van 4 personen, (waterpolo)bal, aan beide korte zijden van het bad twee kleine doeltjes (of vier keer twee pionnen met zwemplankje als doel gebruiken). Doen Er wordt drie tegen drie gespeeld. Met je team probeer je de bal in één van de twee doeltjes van je tegenstander te spelen. Je probeert te voorkomen dat de andere partij in jullie doeltjes scoort. Regels •Eén team draagt waterpolo caps. •Na het halen van een punt krijgt de andere partij de bal. •Als de bal op de kant komt of uit gaat krijgt de partij die de bal niet het laatst heeft aangeraakt de bal. •De bal mag niet uit de handen worden gepakt. •Zwemmen met de bal mag mits je de bal niet vasthoudt. •Fysiek contact is niet toegestaan. Leerdoel Zelf in goede scoringspositie komen of je medespeler in goede scoringspositie helpen. Tevens afspeellijnen van de tegenpartij onderkennen en de bal kunnen onderscheppen.
Artikel KVLO Topic Zwemmend Spelen in het VO
Loopt het? -
Hoe verloopt het samenstellen van teams? - Zijn de regels duidelijk? Lukt het? -
zijn de deelnemers voldoende zwem vaardig? - Zijn de deelnemers voldoende spelvaardig? - Maken ze voldoende gebruik van de wisselmogelijkheid? Leeft het?
-
-
Wordt er voldoende gescoord? Bestaat er voldoende spelspanning tussen beide teams? Zijn er voldoende onderscheppingen?
Tips
Voorbeeld stoeispelen 1. Paard en ruiter (kniediep) 2. 2 is teveel de mat (zitten – knieën) 3. Botsauto in banden (roeien met de handen die je hebt) 4. … 5. …
1
2
3
Voorbeelden keuze kaartjes 1,2,3……10
1,2,3……10
Voorbeelden pictogrammen
Voorbeelden opdracht kaartjes Opdracht: zoek één voor één in volgorde van nummer (of kleur de ringen) en stapel op de oranje puntmuts (pylon)
4
1
2
5 3
Voorbeelden leskaart Acrogym
STOEL U: tegenover elkaar met de armen in de elleboog-greep O: benen iets gespreid en gebogen B: één voet op het tegenoverstaande bovenbeen van B: strekt zich rechtuit boven de geplaatste voet
O: ondersteunt B door hem onder de ellebogen omhoog te duwen tot de armen gestrekt zijn
O: brengt B naar het midden B: andere voet plaatsen O en B: uitglijden tot pols-pols-greep
O: balans beïnvloeden door bovenlijf te hangen en door zijn benen meer of minder te strekken. Vangen: achter B
Tot slot Gebruikte literatuur (o.a.) Bewegingsonderwijs in het speellokaal uitgave ‘t Web ISBN 90-73218-08-XBasisdocument bewegingsonderwijs uitgave KVLO/SLO ISBN 90-72335-36-8 Perspectieven op bewegen uitgave ‘t Web ISBN-10: 9081009117 Bewegingsonderwijs in water, meer mogelijk dan je denkt P van ‘t Hooft, R. Dekker, studiedag KALO Tilburg 2005 Bijdrage basisdocument bewegingsonderwijs VO leerlijn zwemmen R.Dekker Zwemmen na het zwem ABC uitgave Acrobatiek uitgave leskaarten Calo
Tot slot Mogelijkheden om spelend te leren? Mogelijkheden in de brede school? (Combinatie school – sport) Mogelijkheden voor kinderen (doelgroepen) met obesitas? Mogelijkheden voor aangepaste diplomalijnen? Waarom is spelen zo leuk? Probeer het uit! Het effect zal verrassend zijn!
Hartelijk dank voor uw aandacht!