Inhoud #1
18
28
10 Fair play vraagt lange adem Achttien maanden had Tamer Akgün nodig voordat hij zijn lunchroom-broodjeszaak in Amsterdam kon openen. Dat was zijn eigen schuld. De jonge Turkse ondernemer hield zich namelijk aan alle regels. „Je ziet een verlamming in het adviesnetwerk en in het vergunningensysteem.”
18 Stevens overdrijft een beetje De commissie-Stevens speurt op verzoek van de overheid naar ergerlijke regels en overbodig toezicht. Daarbij schuwt professor Leo Stevens de overdrijving niet. „Dat doen we bewust. Ik wil starre handhavers en klagende ondernemers scherp houden. We gaan niet alles doodnuanceren.”
22 Samen De Liede uitkammen Opeens springen tientallen mensen uit een paar auto’s. Ze trekken een sprint naar de geselecteerde bedrijven. Twee politiemannen met speurhonden rennen aan de buitenkant van het hek langs het terrein. De gezamenlijke controle van 40.000 m2 geconcentreerde autohandel op bedrijventerrein De Liede is begonnen.
28 De kwestie cellencomplex De gemeente Haarlemmermeer kwam op voor lokale veiligheid en Minister Donner handhaafde een nationaal belang. Het bestuurlijke dispuut over het cellencomplex op Schiphol naar aanleiding van een dramatische brand was voor veel handhavers het gesprek van de dag. „Zo’n Koninklijk Besluit is wel een wat bot middel om de discussie te stoppen.”
En verder Journaal Handhaven met de portemonnee Facelift voor CPR Jurisprudentie
4 13 16 21
Specialist Martien Bouter Gebruiksvergunning is stiefkindje Datamining tegen woonfraude Dossier: Concerntoezicht
27 30 32 34
Horen, zien en handhaven Beschermd: De mus Len Munnik
39 43 44
Uitgever Ministerie van VROM Hoofdredacteur Monique Smeets Redactieraad Alida Oppers, Hans Oosterhof, Monique Smeets Redactie-adres Postbus 270, 2700 AG Zoetermeer tel. 079 - 360 12 34, fax 079 - 360 12 30 e-mail:
[email protected] Commissie van advies Voorzitter: Joop Blenkers, Jolanda Roelofs, Gert Langenbarg, Hans de Ruiter (VROM-Inspectie), Wouter van Asselt (gemeente
Apeldoorn), Willem Jan Struik (Openbaar Ministerie), Berry Campagne (prov. Utrecht), Arie de Wit (Politie Instituut Verkeer en Milieu), Freerk Jan Medendorp (politie IJsseland), Ron van Haperen (Waterschap Brabantse Delta), Jaap Rus (IVW) en Wilma Speller-Boone (Justitie), Marcel Sman (Seph Flevoland)
Aanvragen van abonnementen, adreswijzigingen en opzeggingen uitsluitend via: www.vrom.nl/handhaving
Advertenties Tariefkaart op aanvraag. tel. 079 - 360 12 32, fax 079 - 360 12 30 of via www.bladenmakers.nl.
De in dit blad weergegeven meningen weerspiegelen niet noodzakelijkerwijs de opvattingen van de bewindslieden van VROM.
Abonnementen € 40,- per jaar, incl. 6% BTW Ambtenaren en bestuurders die van overheidswege betrokken zijn bij de uitvoering en handhaving ontvangen HandHaving op aanvraag kosteloos.
Productie Format Bladenmakers, Zoetermeer Vormgeving Zuiderlicht, Maastricht Druk ACI Offsetdrukkerij, Amsterdam
ISSN 1381-8767
3
HandHaving 2006 #1
Colofon
Journaal Belgische tuinders mogen sinds 1 januari het grondontsmettingsmiddel methylbromide niet meer gebruiken. België verbiedt het middel veertien jaar later dan Nederland. Niet uit eigen wil, maar omdat de Europese Commissie een toelating voor de teelt van kasgroenten en -bloemen heeft geweigerd. Illegale invoer vanuit België was voor Nederlandse telers niet realistisch, want werken met dit ’zenuwgas’ dat de ozonlaag aantast is een specialisme. Wel was er onbegrip dat de concurrenten over de grens dit paardenmiddel wel mochten inzetten. Verschillen blijven er binnen de EU, want methylbromide is onder andere in Engeland, Spanje en Italië nog volop toegestaan. Sinds 2005 is het binnen de EU wel verboden containers te gassen met methylbromide. Foto: Michiel Wijnbergh/HH
V&W gaat ook regels schrappen
Gemeenten kunnen onder voorwaarden afwijken van milieueisen om woningbouw mogelijk te maken. Dit wordt mogelijk met de Interimwet stad-en-milieubenadering, die sinds 1 februari in werking is gestreden
Binnen het ministerie is het programma Beter Geregeld opgetuigd om vaart te maken met het saneren van wetten. In drie rondes zijn de beleidsterreinen doorgelicht om de effectiviteit van de regelgeving te onderzoeken. Elk domein van regelgeving krijgt een specifiek veranderplan. Een sturingsvisie moet voorkomen dat er in het wilde weg regels worden geschrapt. In de eerste ronde zijn de domeinen zeevaart, luchtvaart en water onder het mes gegaan. Het omvangrijke oude Schepenbesluit werd met de helft ingekort, tot 75 artikelen. Dat kon onder meer door binnen de zeevaart niet meer te regelen dan internationaal verplicht is. Een goede zeeman tekende tot voor kort een aantal bevindingen op in zijn logboek. Dat boek kan nu het archief in, omdat er geen aantoonbare relatie bleek te bestaan met de veiligheid aan boord. Het doorlichten van alle regels moet over vier maanden klaar zijn.
HandHaving 2006 #1
De Interimwet stad-en-milieubenadering geeft gemeenten de mogelijkheid om onder voorwaarden af te wijken van bepaalde milieueisen, zoals geluidsnormen of regels voor geurhinder van veehouderijen. Om te kunnen afwijken moeten gemeenten met een stappenbenadering aantonen dat de woningbouw niet onder de bestaande regels kan worden gerealiseerd. Ook moet er worden gecompenseerd met, bijvoorbeeld, meer groenvoorzieningen. De Interimwet stad-en-milieubenadering geeft gemeenten ook een nieuwe mogelijkheid voor snellere besluitvorming over projecten. Met de coördinatieregeling uit de Interimwet kan een gemeente de vergunningen voor een project gelijktijdig via één procedure afgeven. Ook inspraak en beroep vindt voor alle besluiten in één keer plaats. Daarnaast wordt stapeling van procedures, en dus het risico van fouten en repeterende bezwaar- en beroepsprocedures, vermeden. Meer informatie: www.vrom.nl
4
Met een pakket van 1300 wetten en regels bleek het Ministerie van Verkeer en Waterstaat op rijksniveau de grootste regelaar, na Justitie. Na VROM willen de ’Waterstaters’ nu ook flink kappen in de regels.
Nadere inlichtingen: Henk Kohsiek, programmamanager Beter Geregeld, Ministerie van Verkeer en Waterstaat, tel. 070 - 351 14 84,
[email protected]
Vehoortechniek voor de BOA De Stichting BOA Beroepsgroep beijvert zich voor de erkenning en de kwaliteit van de Bijzondere Opsporings Ambtenaar (BOA). Deze groep toezichthouders heeft speciale bevoegdheden en de kritiek van politie en justitie is nogal eens dat er nauwelijks iets mee wordt gedaan. De Stichting zonder winstoogmerk probeert in ieder geval de kennis van regelgeving op peil te houden. Ook wordt er getraind in allerlei vaardigheden. Op 6 en 7 april staat een training verhoortechniek op het programma. Deze cursus wordt gegeven in het Friese St. Nicolaasga en kost inclusief overnachting, maaltijden ed. € 690,- (excl. BTW). Vermaard zijn ook de BOA-handhavingsdagen waar collega’s elkaar in een basistraining bijspijkeren. De eerstvolgende dagen zijn 18 en 19 mei in Ossendrecht. Kosten incl. overnachting € 490,- (excl. BTW). Aanmeldingen en informatie bij Reinier van Loon, tel. 070 - 302 32 53 / 06 - 48 13 70 90,
[email protected]
Afval uit ziekenhuizen veel veiliger afgevoerd Gevaarlijk ziekenhuisafval wordt veiliger verpakt en vervoerd dan een paar jaar geleden. Voordat afval voor transport wordt aangeboden, wordt er beter gekeken naar de scheiding en deugdelijkheid van de verpakking van het afval. De Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW) controleerde het transport van dit gevaarlijke afval en is tevreden over de vooruitgang. Eerdere onderzoeken in 2002 en 2004 toonden aan dat het veiligheidsbesef ontbrak bij de betrokken medewerkers in de ziekenhuizen. Ook was er vaak geen geschikt verpakkingsmateriaal voorhanden. De eerste controles door de IVW hebben effect gehad, want het afval wordt nu in de regel goed verpakt en gescheiden afgevoerd. Niet alles is koek en ei. IVW noemt de regelgeving niet duidelijk en door betrokkenheid van meer ministeries ook niet eenduidig.
Er wordt wel gewerkt aan vereenvoudiging van de eisen voor gevaarlijk restafval. Wat dat betreft zijn alle ogen gericht op het vernieuwde Landelijk Afvalbeheer Plan (LAP). Dit jaar controleert de IVW bij regionale afvalbedrijven hoe zij het afval van ziekenhuizen verder verwerken. Nadere inlichtingen: Het onderzoeksverslag ‘Verpakken is één, scheiden is twee’ is te downloaden via www.ivw.nl
Handboek EPN vernieuwd SenterNovem heeft het Handboek Handhaving EPN (EnergiePrestatieNorm) en het computerprogramma EPCheck geactualiseerd en beschikbaar gesteld voor alle gebruikers. De actualisatie was gewenst omdat met ingang van 1 januari 2006 nieuwe normen van kracht zijn voor de energieprestatie (de NEN 5128:2004 voor woningbouw en de NEN 2916:2004 voor utiliteitsbouw). De energieprestatie-eis voor woningbouw is met ingang van 1 januari aangescherpt van 1,0 naar 0,8. Het Handboek Handhaving EPN en de EPCheck zijn hulpmiddelen om de berekening van de energieprestatie bij bouwaanvragen te toetsen en te handhaven. Aanvullende middelen als een cd-rom en voorbeeldberekeningen verduidelijken de materie. De nieuwe instrumenten zijn gratis te downloaden van de website www.senternovem/epn/handhaving, of aan te vragen bij de front office non-profit van SenterNovem, tel. 030 - 239 35 33,
[email protected]
Roger Dassen, Bestuursvoorzitter Deloitte reageert op het kabinetsstandpunt ’controle is goed, vertrouwen is beter’. ’Kom op, ik ben accountant! Vertrouwen moet in de huidige samenleving verdiend worden. Controle is een middel om dat vertrouwen op te bouwen. Zo bezien zijn controle en vertrouwen geen tegenpolen.’ Peter Swinkels, voorzitter van de Brabants-Zeeuwse Werkgeversvereniging (BZW) vraagt zijn leden op het jaarcongres om een antiklaagcultuur. ’Wat we niet gaan doen dit jaar, is zeuren over bureaucratie en regelgeving. Hoe kun je je plezier in het ondernemen nou laten vergallen door regelgeving?’ Jan van Walsem, voorzitter van de ondernemersorganisatie Fosag (schilder- en onderhoudsbedrijven) is zover nog niet en klaagt in het blad Forum. ’De fiscale bijtelling van de schildersbusjes maakt de ondernemer tot onbezoldigd belastingambtenaar en de levensloopregeling leidt tot meer administratieve rompslomp. Ze blijven ons lastig vallen met nieuwe regeltjes.’ In de gemeenten Boekel en Jacobswoude zijn sinds 2004 geen welstandscommissies meer. Plaatselijke wethouder Chris Vink, twijfelt in het blad Oog voor Welstand inmiddels aan die keuze. ’Ik zal niet zeggen dat de verloedering toeslaat, maar het gaat wel de verkeerde kant op. Rieten kappen op boerderijen worden vervangen door opgewaardeerde golfplaten.’
5
HandHaving 2006 #1
Interimwet voor meer woningen
Opgemerkt
Alle bedrijven op het terrein van de kernreactor Petten moeten kunnen worden vervolgd. Foto: Marco Bakker
HandHaving 2006 #1
Een aanhoudende stroom geruchten over pogingen grote partijen vervuilde slib uit Duitsland in de landbouw af te zetten, leidde in 1994 tot de formatie van een regionaal ‘slibteam’ in Zeeland. AID, politie, justitie en provincie werkten nauw samen in de strijd tegen deze vervuilde compost. Teamleider René van Haasteren van de provincie toonde zich tevreden over het project. ’Mede als gevolg van een extra intensieve surveillance in combinatie met milieuvluchten en wegcontroles zijn wij er in geslaagd een aantal partijen te lokaliseren’, zei hij destijds in HandHaving. Na bemonstering en onderzoek in het Gerechtelijk Laboratorium bleek er in enkele gevallen sprake te zijn van een lichte verontreiniging met PAK’s, een andere partij moest worden gekwalificeerd als chemisch afval. Op grond van deze uitkomsten werd de zaak bestuurlijk of strafrechtelijk afgehandeld. Van Haasteren is twaalf jaar later nog werkzaam bij de provincie. Na diep graven in zijn geheugen kan hij vertellen dat de zaak binnen vier maanden was afgerond. Toen is het slibteam ook meteen ontbonden. Ook collega Kees Beekman, in 1994 betrokken bij het team, kan zich het
6
initiatief nog herinneren. „Het ging om een bedrijf uit Utrecht dat verontreinigd slib uit Duitsland importeerde en verkocht aan de landbouwsector. Kort nadat wij er in Zeeland mee aan de slag gingen, werd het strafrechtelijke deel van het onderzoek overgeheveld naar een landelijk project van het toenmalige Functioneel Parket. Het probleem bleek omvangrijker te zijn dan alleen deze provincie.” Het verhaal had voor de Zeeuwse boeren nog wel een staartje. „Er waren tien gedupeerde agrariërs. Het afvoeren van het verontreinigde compost bracht hoge kosten met zich mee, die in afwachting van het proces voor eigen rekening waren. Het bedrijf werd uiteindelijk veroordeeld, maar tevens failliet verklaard. De boeren moesten dus achteraan sluiten bij een lange rij van schuldeisers.” Sindsdien is er op deze schaal geen vervuilde compost meer gesignaleerd in Zeeland. „De gebeurtenissen, in combinatie met nieuwe wetgeving, hebben ervoor gezorgd dat we alerter zijn geworden. Binnen de huidige samenwerkingsverbanden worden dit type illegale leveringen sneller gesignaleerd en zonodig aangepakt”, aldus Beekman.
Kernreactor Petten geen nucleaire vrijstaat Het bedrijf Euratom moet vervolgd worden wegens het plegen van milieuovertredingen. Het gerechtshof in Amsterdam oordeelt dat dit bedrijf op het terrein van de kernreactor in Petten niet anders behandeld mag worden dan de andere nucleaire bedrijven. Volgens het hof is Euratom niet onschendbaar voor het Nederlandse strafrecht. De uitspraak van het hof is een gevolg van een protest van Greenpeace tegen het intrekken van de dagvaarding tegen Euratom door de Alkmaarse rechtbank. In september 2003 controleerde de politie de kerncentrale op naleving van de milieuwetgeving. Bij de vier bedrijven op het terrein bleek het een rommeltje te zijn. Gasflessen stonden in wegroestende opslagkasten of slingerden rond bij kantoorgebouwen. Brandblussers ontbraken en gevaarlijk materiaal was opgeslagen in zeecontainers. Ook was niet geregistreerd wat er allemaal lag opgeslagen. Nadat bekend werd dat de Alkmaarse rechtbank de vier betrokken bedrijven dagvaardde voor de milieudelicten, oordeelde Minister Donner van Justitie dat Euratom hiervoor niet mocht worden vervolgd. Euratom is een bedrijf van de Europese Unie en zou daarom immuniteit genieten voor de Nederlandse >>
Cijfers en Trends: Controles provincies in 2004 wetgeving. De Europese Unie liet ook weten vervolging niet juist te vinden. Het Openbaar Ministerie kreeg daarom de opdracht de dagvaarding in te trekken. De drie andere bedrijven werden wel vervolgd en ieder veroordeeld tot een boete van € 25.000,-. Het ingrijpen van de Minister van Justitie leidde tot politieke commotie. Greenpeace sprak van een ’nucleaire vrijstaat’ en bestreed de actie van de Minister bij het Amsterdamse Gerechtshof. Met succes. Ook Euratom moet zich volgens het gerechtshof aan de Nederlandse milieuregels houden en mag daarvoor strafrechtelijk worden vervolgd. Immuniteit is alleen van toepassing als het bedrijf door vervolging zijn hoofdtaak, exploitatie van de kernreactor, niet meer zou kunnen uitvoeren. De geconstateerde delicten hadden echter geen betrokkenheid met het primaire bedrijfsproces. In het kader van de rechtsgelijkheid vinden de Amsterdamse rechters het bovendien ongewenst dat drie bedrijven nu wel zijn gestraft en eentje niet. Daarom is de officier van justitie in Alkmaar bevolen Euratom alsnog te vervolgen. Het Openbaar Ministerie is overigens in beroep gegaan tegen het vonnis van de drie andere bedrijven ECN, NRG en isotopenproducent Mallinckrodt. De officier vindt de boete te mild.
Provincies controleren steeds meer. Vergeleken met voorgaande jaren zijn er ook meer waarschuwingen gegeven en sancties opgelegd. Volgens het IPO draagt het groeiende en strenge provinciale toezicht zichtbaar bij aan snel herstel van legale situaties. Deze trend is vanaf 2001 zichtbaar, zo blijkt uit het Eindrapport IPO-rapportage vergunningverlening en handhaving 2004. Onder de twaalf provincies komen onderling wel grote verschillen voor. Flevoland heeft 109 inrichtingen, waar 88 repressieve controles plaatsvonden en in totaal twee maal een sanctie is opgelegd. Bij haar 1320 inrichtingen heeft Zuid-Holland 1599 repressieve controles uitgevoerd en 80 maal een sanctie opgelegd. Slechts drie provincies (Drenthe, Utrecht en Limburg) waren in staat om aan te geven hoeveel overtredingen betrekking hadden op de gestelde handhavingsprioriteiten.
Aantal bedrijven onder provinciaal gezag Aantal uitgevoerde controles Aantal overtredingen Aantal preventieve controles Aantal repressieve controles Aantal bestuurlijke waarschuwingen Aantal opgelegde sancties
5.955 15.833 2.628 10.463 4.626 2.084 265 57% 60%
Uitgevoerde preventieve controles
- bij gecontroleerde bedrijven Totaal bestuurlijke waarschuwing - na constatering overtreding Totaal sanctie opgelegd - sanctie na waarschuwing
©B-graphic
74%
37% 41% 44%
Totaal vastgestelde overtreding
65% 69% 60% 16% 12% 12%
3% 3% 3%
31% 29% 27%
21% 23% 23%
2002
2003
2004
7
HandHaving 2006 #1
Hoe gaat het toch met... Het slibteam van Zeeland
De Otapan is sinds kort eigendom van de Staat. Gehoopt wordt dat de schrootprijs de onkosten dekt. Foto: Format
HandHaving 2006 #1
Meer milieuklachten in Rijnmond
8
Het aantal klachten bij de meldkamer van de DCMR Milieudienst Rijnmond is in 2005 flink toegenomen. Vooral het aantal klachten over geluidhinder van vliegtuigen stijgt. Ook deden zich veertien grote incidenten of ongelukken voor, die soms tot honderden meldingen leidden. Dit blijkt uit het rapport ‘Milieuklachten in Rijnmond. De gegevens over het jaar 2005’. Directeur Jan van den Heuvel licht toe.
Door deze actuele toelichting vermindert het aantal klachten. De mensen van de meldkamer zijn daar ook blij mee, want de telefoonlijnen raken tijdens grote incidenten minder snel belast.”
Hoeveel klachten kreeg u in 2005? „Bij de meldkamer kwamen ruim 23.000 klachten binnen. In 2004 waren dat er circa 18.500.”
klachten. De DCMR wil een lijst van veelplegers gaan maken en maatregelen gaan treffen zodat de overlast afneemt.”
Heeft DCMR een verklaring voor de stijging? „Grote incidenten, soms ook buiten Rijnmond, brengen een golf van klachten op gang. Vorig jaar gebeurde dat veertien keer. Een daarvan was een stroomstoring op 14 juli bij Shell Pernis. De olieraffinaderij moest daardoor enkele uren affakkelen. We kregen 481 meldingen over de roetende fakkels”.
En hoe is met het lawaai? „Na een forse stijging in 2004, is het aantal lawaaiklachten in 2005 opnieuw sterk gestegen. Vooral het vliegverkeer van en naar Rotterdam Airport geeft daartoe aanleiding. In 2004 waren er ruim 7100 klachten over vliegtuigen en vorig jaar ruim 9500. De cijfers wijzen overigens uit dat een kleine groep klagers verantwoordelijk is voor bijna de helft van het aantal klachten.”
Bestaat de kleine groep klagers uit zeurders, die een algemene gevoel van onbehagen constant uiten via internet en uw klachtentelefoon? „Er is een groep bewoners die veel klachten indient over vliegtuiglawaai. Deze groep mensen voelt zich zeker gehinderd en ervaart de geluidsoverlast als zeer belastend. De DCMR neemt alle klachten serieus.”
Hoe staat het met de stankklachten? „Dat aantal stijgt van 5900 in 2004 naar bijna 6500 in 2005. Opmerkelijk is dat het aantal klachten over stank veroorzaakt door de grote industrie blijft dalen. Veel stankbronnen zijn in de afgelopen jaren gesaneerd en ook het aantal stankincidenten bij de grote industrie neemt snel af.”
Is het aantal lawaaiklachten nou gedaald of gestegen? „Als je de frequente klagers in zowel 2004 als 2005 niet meerekent, dan zou het aantal klachten in 2005 gedaald zijn ten opzichte van het jaar daarvoor. Minder mensen klaagden meer in 2005.”
Wie veroorzaken die stanklachten dan? „Voor een deel nog steeds de grote industrie. Ook incidenten buiten de regio leverden klachten op. Over een gescheurde olietank in Antwerpen klaagden alleen al 350 mensen. De kleine industrie zorgt ook voor veel
Er wordt meer geklaagd via internet? „Vooral het aantal vliegtuigklachten via internet is gestegen. Ruim 80% van de internetklachten heeft betrekking op vliegtuigbewegingen, in 2004 was dit 65%. Internet heeft een drempelverlagende werking. Bijkomend voordeel is dat we via internet ook informatie over het incident geven.
Nadere inlichtingen: www.dcmr.nl
XTC naar het noorden Noord-Holland is de provincie waar de meeste XTC wordt geproduceerd. Deze provincie heeft die positie overgenomen van Noord-Brabant. In Noord-Holland werden in 2004 de meeste XTC-laboratoria opgerold en ook de meeste locaties gevonden waar pillen worden gemaakt van het XTCpoeder. Noord-Brabant is nog wel de provincie waar veel amfetamine wordt geproduceerd. Dat blijkt uit een analyse van de Unit synthetische drugs van de Nationale Recherche.
Nieuwe offertes nodig voor sloop Sandrien De sloper van de Sandrien is failliet. Dat betekent dat de VROM-Inspectie, Verkeer en Waterstaat en de gemeente Amsterdam op zoek moeten naar een ander bedrijf dat in staat is de asbestboot verder te slopen. En die zijn niet dik gezaaid. Sloopbedrijf Amsterdam Ship Repair (ASR) heeft de opdracht tot sanering en sloop van de Sandrien teruggegeven. De IMCA Group, waaronder ASR valt, wilde onder de naam Dutch Ship Recycling een doorstart maken en de sloop en sanering afmaken. Het bedrijf kan echter onvoldoende financiële en milieugaranties bieden. VROM, V&W en de gemeente Amsterdam hebben daarom besloten opnieuw offertes aan te vragen bij andere partijen. De vorige keer vergde de aanbesteding een jaar. Toen waren er zestig gegadigden, maar slechts vier hadden het programma van eisen serieus genomen. De eventuele extra kosten die met de nieuwe opdrachtverlening gepaard gaan, probeert de VROM-Inspectie te verhalen op de IMCA Group. Otapan De Sandrien is niet het enige blok aan het been. Naast de asbestboot ligt het schip de Otapan. In 2001 heeft de bemanning van dat schip zelf – illegaal – een gedeelte van het asbest verwijderd. Door dit strafbare feit heeft de rechter het schip laten vervallen aan de Staat der Nederlanden, ook omdat de eigenaar niet mee kon werken aan een oplossing voor de sloop. De dienst Domeinen zoekt voor dit schip een verantwoorde
oplossing. Om de veiligheid te garanderen, houdt het KLPD extra toezicht op beide schepen. Clémenceau De Franse overheid heeft sinds kort ook een omstreden asbestboot: het voormalige vliegdekschip Clémenceau van het Franse leger dat op weg was naar het sloopstrand Alang in India. Milieuorganisatie Greenpeace heeft de Clémenceau bezet en gebruikte het afgedankte schip als wapen in de strijd tegen het onverantwoorde ontmantelen. Inmiddels heeft Egypte de doorgang via het Suezkanaal geweigerd. Het Hooggerechtshof in India moet zich nu uitspreken over de import van dit gevaarlijke afval.
Kort De Turkse luchtvaartmaatschappij Onur Air eist via de rechter eerherstel en vraagt van Nederland een schadevergoeding van 30 miljoen euro. De Inspectie Verkeer en Waterstaat legde het bedrijf in 2005 twee keer een vliegverbod op. Onur Aur vindt dat onterecht. De Europese Commissie publiceert dit jaar op internet een zwarte lijst van luchtvaartmaatschappijen die zich niet houden aan veiligheidsvoorschriften. De informatie is afkomstig van de regeringen van de lidstaten. Reisbureaus zijn verplicht om hun klanten te vertellen met welke maatschappij ze zullen vliegen. De vuurwerkbarometer op www.openbaarministerie.nl hield de score bij van in beslag genomen vuurwerk. Op 1 januari 2006 was de stand 88.256 kg. Hiervan was 29.901 kg illegaal (niet-consumentenvuurwerk). Vide, de beroepsvereniging voor toezichthouders, inspecteurs, handhavers en evaluatoren, houdt dinsdag 4 april haar jaarcongres. Het thema is ‘In de schaduw van het toezicht; wordt u liever door de hond gebeten of door de kat?’ Meer informatie op www.videnet.nl. Het boek ‘De suggestie van toezicht en handhaving’ dat prof. dr. Bob Hoogenboom (forensische accountancy) in HandHaving 6/2005 aankondigde, is verschenen bij SDU uitgevers, bestelcode 9012109876, prijs € 30,-. 9
HandHaving 2006 #1
Shell Pernis moest na de stroomstoring van 14 juli 2005 langdurig affakkelen. De Meldkamer van DCMR ontving veel bezorgde telefoontjes. Foto: Hollandse Hoogte
Het duurde achttien maanden voordat alle gemeentelijke vergunningen voor lunchroom ’Jorrit 405’ waren geregeld.
Eerlijk duurt het langst
HandHaving 2006 #1
De tafeltjes glimmen, de kassa blinkt. Maar de ramen zijn dichtgeplakt met oude kranten. Achttien maanden had Tamer Akgün nodig voordat hij zijn lunchroom-broodjeszaak in Amsterdam kon openen. Dat was zijn eigen schuld. De jonge Turkse ondernemer hield zich – anders dan veel collega’s – namelijk aan alle regels. Die stipte naleving deed hem bijna de das om.
10
Anderhalf jaar lang werd Tamer Akgün van het kastje naar de muur gestuurd. Bij tal van instanties moest hij vele verschillende formulieren invullen met steevast dezelfde informatie. Al die tijd moest hij huur betalen voor een courant pand aan de Hoofdweg in Amsterdam waarvan hij niet wist of hij het ooit zou exploiteren. Toen wethouder Ahmed Aboutaleb op 5 november 2005 de zaak eindelijk feestelijk opende, was Tamer Akgün door zijn hele startkapitaal heen en al vrijwel failliet. En dan had Akgün nog het geluk dat hij hulp kreeg van enkele Leidse bestuurskundigen.
Jorrit de Jong, directeur van het Center for Government Studies van de Leidse Universiteit trok zich de kwestie aan en ploos samen met andere docenten en studenten alle bureaucratie nauwkeurig uit. Achter de met kranten dichtgeplakte ramen van de toekomstige lunchroom hielden ze zelfs een workshop met alle betrokken ambtenaren om de ’zaak-Akgün’ vlot te trekken. De workshop leidde ook tot aanbevelingen aan de gemeente Amsterdam, het stadsdeel Bos en Lommer en vele andere instanties om het ondernemers gemakkelijker te maken.
De affaire met de broodjeszaak wordt uitgebreid beschreven in het boek ’De Belgen doen het beter’, waarin bestuurskundigen Noor Huijboom en Jorrit de Jong de wet- en regelgeving in Nederland en België vergelijken. In zes concrete situaties gingen ze na hoe Belgische en Nederlandse burgers en bedrijven hun overheid ervaren. Anekdotes, analyses en aanbevelingen van burgers, ondernemers, ambtenaren en politici – veelal anoniem geciteerd – wisselen elkaar af. Grosso modo luidt de conclusie, dat de Belgen het hun ondernemers gemakkelijker maken. ’Ga eerst maar eens beginnen en dan zien we wel verder’, luidt het ongeschreven devies bij onze Zuiderburen. De wetgeving wordt niet veel gecontroleerd. Op 17 maart 2005 mocht Tamer Akgün het eerste exemplaar van dit boek uitreiken aan staatssecretaris Medy van
Hulpverleners Het is in de meeste gevallen niet de regel zelf, maar de manier waarop deze wordt toegepast die onnodige administratieve lasten en vertraging oplevert, zeggen Huijboom en De Jong. Er zijn vele instanties die informatie van de ondernemer willen hebben en die sturen allemaal formulieren waarin naar de bekende weg wordt gevraagd. Ook hanteren ze verschillende begrippen voor wat bijvoorbeeld een ’winkel’ of een ’deur’ is. Akgün: „Als ondernemer word je bijna gedwongen de regels te omzeilen, anders gaat je zaak nooit van start.” Akgün had echter niet alleen hinder van de vergunningverleners, maar ook van organisaties die juist zijn bedacht om hem te helpen: de Kamer van Koophandel, de gemeentelijke ondernemerscentra, de ondernemersloketten van de stadsdeelkantoren, innovatieplatforms van EZ en de servicedesks van bedrijfsschappen als Horeca Nederland en MKB-Nederland. De hulp aan starters bestaat vooral uit wijzen en verwijzen: wijzen op de beren op de weg en verwijzen naar de instantie die je er meer over kan vertellen. Of die nog meer beren aanwijst. Een van de vergunningverleners ziet dit onvermogen van dichtbij: ‘Het is gewoon een gruwel! Al die starterscentra beconcurreren elkaar. Niemand kan een fatsoenlijke dienstverlening voor de ondernemer opzetten en ze werken allemaal langs elkaar heen.’
In Nederland kunnen veel van de gevraagde vergunningen (zie kader Nederland-België) pas aangevraagd worden als bewijsstukken van andere instanties getoond kunnen worden. Voor de inschrijving bij de Kamer van Koophandel is bijvoorbeeld naast een paspoort en een bewijsstuk van een privé-adres een huurcontract van het winkelpand vereist. Maar voordat een ondernemer een huurcontract tekent, wil hij eigenlijk wel weten of hij daar zijn bedrijf mag vestigen en of hij wijzigingen mag aanbrengen.
Maar voor de daarvoor vereiste bouwvergunning en later gebruiksvergunning heeft hij een uittreksel van de Kamer van Koophandel nodig. En daaraan gaat dus een huurcontract vooraf. Een ondernemer wordt zo gedwongen een pand te huren waarvan hij nog niet weet of hij het ook als lunchroom kan exploiteren. „Al met al is die hele molen zo ontmoedigend dat de helft van de starters voortijdig afhaakt”, stelt Jorrit de Jong. Een voorbeeld: Toen Akgün eindelijk het overnamecontract, de vestigings- >>
’Verlamming tussen de loketten’ Medeauteur Noor Huijboom merkt nog weinig verbetering na publicatie van de ’Belgen doen het beter’ in maart 2005. We zijn nu een jaar verder. Huijboom: „Het boek krijgt veel aandacht, maar starters moeten nog steeds langs vijf verschillende startersloketten, die maar heel oppervlakkig helpen. Daarachter zitten twintig meer gespecialiseerde loketten die elk maar een klein puzzelstukje leveren.” Waarom wordt het niet gemakkelijker voor ondernemers? Huijboom: „Je ziet een soort verlamming in het adviesnetwerk en in het vergunningen- en controlesysteem. Iedereen die we spraken zei: ’Ik weet best dat wij allemaal langs elkaar heen werken en mensen van het kastje naar de muur sturen. Maar ik kan het systeem niet in mijn eentje doorbreken.’ Daarbij spelen de belangen van gevestigde organisaties mee. Met echt één loket zouden directeuren hun budget verliezen, verdwijnen er ondernemersorganisaties en gaan banen verloren.” De geïnterviewden worden anoniem opgevoerd? Onder pseudoniem is het gemakkelijk om anderen de schuld te geven. Huijboom: „Mensen op de werkvloer weten precies wat er mis is, maar ze moeten bestuurlijke dekking hebben. Als ze dat niet krijgen, zijn ze bang hun baan te verliezen en doen ze hun mond niet open over wat er zoal mis gaat. Feit is dat we in elke sector, van de SIOD tot de brandweer, heel veel frustratie tegenkwamen. Ook toezichthouders en handhavers zijn verstrikt geraakt in dit systeem. Ze voeren hun taken uit, maar zijn toch niet in staat de noodzakelijke veiligheid in de samenleving te garanderen. Controleurs op zwart werk of bijvoorbeeld illegale vuurwerkimport weten vaak best dat ze vaak worden bedonderd waar ze bij staan. Ze zien geen uitweg en van onderaf krijg je geen vat op dit probleem.” Wat een somberheid. „Ja, je moet de directie overtuigen, partijen om de tafel krijgen en volhouden. Zo heeft Rotterdam een succesvol project om de uitbuiting van illegalen tegen te gaan. Als alle partijen zich hard maken, over de eigen organisaties heen, lukt het wel.”
11
HandHaving 2006 #1
der Laan van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en aan haar Belgische collega Vincent van Quickenborne, staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging. Dat gebeurde in Paviljoen Malieveld in Den Haag, want Akgün zijn broodjeszaak was nog niet voorzien van alle goedkeuringen. Hij had op dat moment nog zeven maanden voor de boeg...
„Veel concurrenten overtreden de regels en komen daarmee weg.”
Al met al heeft de deur die hij er zelf voor pakweg € 200,- in had kunnen zetten, hem nu € 1200,- en drie maanden vertraging gekost. Weer drie maanden later had de murw geslagen ondernemer alle groene seinen verzameld. Zijn zaak aan de Hoofdweg 405 heet nu ’Breakfast and Lunchroom Jorrit 405’. Pakkans Volgens Akgün zijn er alleen maar regels bijgekomen sinds hij als dertienjarige in de broodjeszaak van zijn vader stond. „We hebben geen gokkasten meer, geen bier meer, geen
HandHaving 2006 #1
Nederland-België
12
Van het veelbesproken streven naar administratieve lastenverlichting is op het niveau van een broodjeszaak in Amsterdam nog niet veel te merken. Het duurde in de hoofdstad achttien maanden voordat alle formaliteiten waren verwerkt. Ter vergelijking: een Turkse man die in Antwerpen na een bescheiden verbouwing een broodjeszaak wil beginnen, kan redelijk eenvoudig de regels omzeilen. Volgt hij wel helemaal de legale weg, dan is hij gemiddeld 34 dagen kwijt. Wel moet worden opgemerkt dat er in België een diploma basiskennis bedrijfsbeheer nodig is om een bedrijf te kunnen beginnen. Dit ’middenstandsdiploma’ is in Nederland jaren geleden afgeschaft. Akgün begon in Amsterdam een horecabedrijf volgens het boekje. Basiseisen in Amsterdam: Vestigingsvergunning stadsdeel, Gebruikersvergunning stadsdeel, Akkoord bestemmingswijzing woningcorporatie, Akkoord bestemmingswijziging stadsdeel (Bouwen en Wonen), Akkoord verbouwplan Bouwen en Wonen, Overnamecontract notaris, Inschrijving Kamer van Koophandel, Certificaat Sociale Hygiëne, Vergunning openingstijden gemeente, Vergunning gevelreclame stadsdeel, Aanmelding Bedrijfsschap Horeca, Goedkeuring keukenhygiëne VWA, Muziekvergunning Buma-Stemra. Goedkeuring vluchtwegen en dergelijke brandweer. Goedkeuring milieumaatregelen door gemeente. Basiseisen in Antwerpen: Diploma basiskennis bedrijfsbeheer, Registratie bij ondernemingsloket, Exploitatievergunning, Goedgekeurd bouwplan.
reclameborden, geen muziek. Maar veel concurrenten doen die dingen gewoon en komen ermee weg.” De ondernemer heeft zelf de keuze gemaakt alle regels na te leven, ook omdat hij als puber in de zaak van zijn vader heeft gezien wat er kan gebeuren als er iets niet in de haak is met afdracht van sociale premies: „De Belastingdienst is een slapende reus. Je moet ze altijd voor zijn. En dat kan alleen door je zaken op orde te hebben.” Mede omdat zijn startkapitaal is opgesoupeerd en hij betrokken is bij de schuldafwikkeling van de zaak van zijn vader, blijkt het niet mee te vallen uit de startblokken te komen. „Ik was begin dit jaar twee weken dicht. Ik had een starterslening en moest daarvoor een jaarrekening opmaken, maar ik had geen geld voor een boekhouder.” De meest oneerlijke concurrentie vindt hij dat er zo weinig wordt gecontroleerd. „De kans is te klein dat je gepakt wordt. Wij lijden onder concurrenten die de regels negeren. Elke dag neem ik netjes de temperatuur van mijn kroketten op, maar een ander die het nooit doet, komt daar jarenlang mee weg. Ik wil gewoon dat de overheid consequent is, dat je beloond wordt als je je aan de regels houdt.” Tekst: Marion de Boo Foto: Marco Bakker Het boek ’De Belgen doen het beter’ door Noor Huijboom en Jorrit de Jong. Meulenhoff, ISBN 9085420059, is te bestellen op www.bruna.nl.
Elke drie kwartier wordt er een pan leeggegoten. Hoewel de ovenlucht wordt afgezogen en door een stoffilter gaat, komt er nog veel rook en stof vrij.
Handhaven met de portemonnee Al jarenlang veroorzaakt de Nijmeegse IJzergieterij met stof en stank forse overlast in de woonomgeving. Handhaven lost niks op, want de milieuvergunning ontbeert normen. Daarom leggen Gelderland, Nijmegen en Beuningen nu 1 miljoen euro op tafel voor een hoge schoorsteen. In de grote, schemerig verlichte productiehal van de Nijmeegse IJzergieterij hangt een zware branderige lucht en klinken herrie, geslijp en metaalslagen. Gehelmde mannen in vuilblauwe overalls zijn er aan het werk. Op de vloer ligt zand van de mallen waarin metaal wordt gegoten. Hier is sprake van onversneden ‘zware industrie’. Grote mallen staan vlammend af te koelen. „Er zit een coating op en het vocht moet eruit. Anders krijg je explosies”, roept milieucoördinator Antoon Hendriks
boven het productielawaai uit. Contragewichten De Nijmeegse IJzergieterij maakt vooral contragewichten voor vorkheftrucks en graafmachines. „Je kunt ons vergelijken met een kleine hoogoven. We smelten ijzer en daar maken we een halffabrikaat van”, zegt Hendriks, een bebaarde vijftiger met een lange staat van dienst bij het bedrijf. Hij is zich bewust van de overlast die zijn arbeid veroorzaakt in Weurt en Nijmegen-West, ook al
staat het midden op een industrieterrein. „Ik vind het vervelend dat wij klachten veroorzaken”, verzucht hij. „Maar een ijzergieterij heeft nou eenmaal een bepaalde nestgeur. Om die weg te halen moet je een gigantische investering doen. Dat was voor ons economisch niet haalbaar.” Hier komt het allemaal vandaan, wijst Hendriks naar de oven. „Elke drie kwartier wordt er een pan leeggegoten”, legt hij uit. Hoewel de ovenlucht wordt afgezogen en door een stoffilter gaat, komt er nog veel rook en stof vrij uit het bedrijf, dat tot voor kort een open nok had. De wijde omgeving lijdt al jaren onder de branderige lucht en het stof dat neer- >>
13
HandHaving 2006 #1
vergunning en de gebruikersvergunning rond had, kon hij nog niet starten, want er moest bijvoorbeeld een extra deur komen voor de avondwinkel. Dat leidde tot een nieuwe ronde langs de instellingen, want voor zo’n deur bleek een bouwvergunning nodig. Het pand was weliswaar volledig uitgewoond, maar was gebouwd in de stijl van Berlage. Dan gelden er speciale regels voor verbouwing. De ondernemer moest gegevens opvragen bij het kadaster en een architect in de arm nemen om een deur te tekenen. Die tekening moest door de brandweer worden goedgekeurd.
De huidige, bescheiden schoorsteen van de ijzergieterij in Nijmegen.
HandHaving 2006 #1
Geen normen Jarenlang probeerden naburige bedrijven, bewonersgroepen en milieubeweging een vuist te maken tegen de overlast. Er waren handhavingsverzoeken, verzoeken om de ijzergieterij een nieuwe vergunning te geven en zelfs een civielrechtelijke procedure. In een deel daarvan had Vereniging Leefmilieu de hand, een lokale Nijmeegse milieuclub die de gemeente en provincie al jarenlang dicht op de huid zit. Voorzitter Marga Jacobs woont achttien jaar vlakbij het industrieterrein en op een forse steenworp van het bedrijf. Toch duurde het jaren voordat ze in de gaten had dat de branderige lucht die ze regelmatig opsnoof van de ijzergieterij kwam. „Iemand bij ons in de buurt zei dat. Die had zelf naast een ijzergieterij gewoond.”
14
Jacobs heeft thuis twee dikke ordners liggen vol onderzoeksrapporten over het bedrijf en de gevoerde procedures. Toch concludeert zij dat de provinciale milieuvergunning geen aanknopingspunten bevat om de stofen stankoverlast te laten verdwijnen. „De vergunning bevat eenvoudigweg geen normen voor stank en stof. Pas toen bleek dat het bedrijf veel meer metaal verwerkte dan de vergunning toestond, had Vereniging Leefmilieu een stok om mee te slaan.” En pas dankzij deze druk, zo stelt Jacobs, kwam de provincie Noord-Brabant in beweging. De provincie Gelderland en de gemeenten Nijmegen en Beuningen zagen uiteindelijk geen andere oplossing dan meebetalen aan een pakket milieumaatregelen.
Compartimentering met een gerichtere afzuiging, een hogere schoorsteen en een stoffilter moeten een einde moeten maken aan de overlast, zo kondigden ze eind vorig jaar aan. Van de benodigde 1,7 miljoen euro betalen de overheden € 940.000,-. Het bedrijf betaalt de rest. Ook de plaatselijke milieubeweging heeft zich achter deze oplossing geschaard. Over de rol van de provincie heeft Jacobs tegenstrijdige gevoelens. „Het is nu een prioriteit geworden”, complimenteert ze de aanpak van de laatste jaren. En als straks filters en een hoge schoorsteen de uitstoot van het bedrijf nagenoeg stank- en stofvrij maken, dan mag je van Jacobs gerust spreken van een succesverhaal. Aan de andere kant heeft het veel te lang geduurd voordat de provincie iets deed. „Zonder ons was er niks gebeurd. Dat is natuurlijk niet goed.” Daar komt bij dat de oplossing die de provincie aanvankelijk voorstelde – een dichte nok en een hogere schoorsteen – volgens Jacobs geen echte oplossing is. „De schadelijke uitstoot werd zo alleen maar uitgesmeerd over een groter gebied.” Dat vonden de gemeenten Nijmegen en Beuningen ook. Die wensten een stoffilter en waren bereid daarvoor in de buidel tasten. In beweging De provincie Gelderland vindt het verwijt van Vereniging Leefmilieu onterecht. „We hebben gehandhaafd waar we konden en er enorm veel tijd ingestopt”, vertelt Josina de Bruijn, onderafdelingshoofd industrie. „Maar een aantal zaken was nu eenmaal niet vastgelegd. Er zat bijvoorbeeld geen geurnorm in de vergunning en ook voor stof was niks opgeschreven. We hebben wel op de productiecapaciteit gelet. Voor overschrijding daarvan en ook voor de emissie van koolwaterstoffen zijn dwangsommen
opgelegd. Daarmee hebben we het bedrijf in beweging gekregen om een nieuwe vergunning aan te vragen.” Alleen met een nieuwe vergunning, zo benadrukt De Bruijn, kon het stankprobleem worden opgelost. Toch geeft ze even later wel toe dat de druk van Vereniging Leefmilieu meegespeeld heeft om de ijzergieterij, en eigenlijk het hele industrieterrein van Nijmegen-West, op de politieke agenda te krijgen. Dat zorgde uiteindelijk voor extra menskracht op de provinciale milieuafdeling en € 740.000,- subsidie voor de ijzergieterij. Het is overigens de eerste keer dat de provincie een bedrijf met zo’n rechtstreekse investering steunt. De Bruijn: „De politiek voelde zich verantwoordelijk voor de milieuproblemen bij de ijzergieterij en in heel Nijmegen-West (dit gebied kampt met luchtverontreiniging en herbergt veel industriële bedrijven die de lucht verontreinigen, red.). Willen we die écht oplossen, dan moeten we hogere geurnormen opleggen. En dat doen we ook. Normaal leg je een norm op van 3 geureenheden per kubieke meter, nu een norm van 1 geureenheid. „Maar”, zo benadrukt ze, „dat is bovenwettelijk. Het bedrijf hóeft daar niet aan mee te werken.” Concurrentie Hoe weten provincie en gemeenten nu zeker dat ze het gemeenschapsgeld niet in een bedrijf pompt dat morgen of overmorgen failliet gaat of ophoudt te bestaan? Voor het antwoord op die vraag moest de ijzergieterij laten toetsen hoeveel geld ze kan besteden aan milieumaatregelen. Peter de Jong, van de afdeling Economische Zaken van de provincie, heeft de toets beoordeeld en heeft tevens gekeken of de subsidie een economisch verstandige beslissing is. „Dit is een solide onderneming die al lang bestaat. Voor ons was heel cruci-
aal dat het bedrijf al eerder verplaatst was en er geen ander industrieterrein is waar het heen kon. Tweede punt is dat de ijzergieterij de toeleverancier van contragewichten is voor vorkheftruckfabrikant Hyster in Nijmegen en voor Mitsubishi caterpillar. Ook daarom hechten we zeer aan deze bedrijvigheid.” De overheidsubsidie heeft nog meer voeten in aarde. De Europese Commissie onderzoekt of er door deze bijdrage geen oneerlijke concurrentie ontstaat in deze branche of tussen landen. De Jong heeft zich aan alle Europese regels gehouden, zegt hij, maar wacht nog op goedkeuring. „Als ik zie wat een bureaucratisch gedoe dat geeft: je moet calculaties maken... wat is wel en wat niet bovenmatig? Het is uiterst complex. In de toekomst zullen we hiermee uiterst terughoudend zijn. Maar goed, iedereen is blij: het bedrijf, de buurtbewoners, de gemeenten. Dat wel.” Belastinggeld Milieuwethouder Leo van Beuningen van de gemeente Beuningen is inderdaad blij. In zijn gemeente ligt het dorp Weurt dat na jaren van overlast
naar schone lucht snakt. Beuningen betaalt samen met Nijmegen € 200.000,- voor het stoffilter dat de ijzergieterij gaat plaatsen. Betaalt de burger zo mee aan een probleem dat het bedrijf zou moeten oplossen? „Zo zie ik het niet. Dat zou alleen zo zijn als we meebetalen aan andere investeringen. We betalen alleen aan éxtra maatregelen. En als je het nu in één keer meeneemt is het goedkoper. Het is pure winst in fijn stof die je anders niet zou krijgen.” Ook de ijzergieterij is blij. „We willen rust in de tent en wat binnen onze mogelijkheden ligt, dat doen wij gewoon”, zegt Hendriks. Zou het bedrijf de poot stijf houden dan zou het straffeloos kunnen blijven stinken en jaarlijks 3.750 kilo stof de lucht in mogen blazen, zo bevestigt de provincie. Nu wordt dat gedecimeerd tot 500 kilo. „Wij kunnen die actie niet half uitvoeren. Alleen compartimenteren, daar heb ik niks aan zonder afzuiging. En alleen afzuigen, dat kan ook niet. De impact is heel groot voor het bedrijf. Alles moet worden omgegooid.” Om daarmee tijdens de zomerstop te kunnen beginnen, moet Brussel deze maand groen licht
geven. Op dat moment krijgt het bedrijf ook een nieuwe milieuvergunning. Schatplichtig Wordt een goede handhaving daarmee niet afhankelijk van subsidieverlening? Als financier heb je er immers baat bij als het bedrijf verder een beetje positief uit de verf komt? Daar is De Bruijn van de provincie „AB-SO-LUUT niet bang voor.” De provincie heeft gewoon een handhavingsbeleid en daar is geen discussie over. „Als het nodig is, dan pakken we het bedrijf aan. Dat zijn echt gescheiden sporen”, bezweert ze. Jacobs van Vereniging Leefmilieu vreest ook niet voor schatplichtigheid. „Vaak zie je juist dat de handhaving stopt op het moment dat overheid en bedrijf vaag gaan wheelen en dealen. Met deze duidelijke afspraak ben ik daar niet bang voor.” Toch vindt ze het nog te vroeg voor een feestje. „Voor ons is natuurlijk pas écht iets opgelost als het is opgelost.” Tekst: Harry Perrée Foto: Ger Loeffen, Felix Heyder/ANP
15
HandHaving 2006 #1
slaat op de was die buiten hangt, op auto’s, op vensterbanken. Het regent klachten over het bedrijf. Vorig jaar noteerde het provinciaal klachtencentrum er 74, het jaar daarvoor 108.
In de nieuwe richtlijn staan nu alle regels voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, zowel wat betreft milieu, arbeidsveiligheid, brandveiligheid en bouw.
HandHaving 2006 #1
De oude CPR-serie bestaat niet meer. Dat werd tijd ook, want deze regels waren complex en zaten vol tegenstrijdigheden. CPR is nu vervangen door de publicatiereeks Gevaarlijke stoffen (PGS). De richtlijn (de CPR 15-serie) voor de opslag van gevaarlijke stoffen is het hardst aangepakt.
16
Het opheffen van de ambtelijke commissie voor Preventie van Rampen door gevaarlijke stoffen (CPR) – een van de aanbevelingen van de commissie-Oosting – betekende ook het einde van de roemruchte CPR-richtlijnen. Alle 45 CPR-richtlijnen zijn vervolgens door VROM omgezet in een gloednieuwe ’Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen’ (PGS). „Voor de meeste richtlijnen geldt dat ze alleen een nieuw kaftje hebben gekregen”, vertelt Piet Pasveer, projectleider namens de directie Externe
Veiligheid van het ministerie van VROM. „Op het kaftje staat veelal een nieuw nummer. De CPR 11-1 heet nu bijvoorbeeld PGS 19, en de CPR 16 heet PGS 1.” Na de hergroepering en omnummering resteert een reeks van dertig richtlijnen. Enkele richtlijnen, zoals de CPR 4 ‘Experimenten met Chloor’ uit de jaren tachtig, waren dusdanig achterhaald dat ze zijn ingetrokken. Pasveer: „Voordeel van de omschakeling is ook dat alle boeken zijn gedigitaliseerd en nu dus gratis zijn
te downloaden van de website van VROM.” Eén richtlijn moest volgens Pasveer echt fors op de schop: de CPR 15-serie voor de opslag van gevaarlijke stoffen. „Die was al heel lang aan herziening toe. De regels waren verouderd en op sommige onderdelen onduidelijk.” Dat de CPR 15-serie vragen opriep, merkten ze dagelijks bij de helpdesk van InfoMil. Van de vierduizend vragen die de helpdesk externe veiligheid jaarlijks te verwerken krijgt, gingen er vijfhonderd over de CPR 15. Holtman, projectadviseur externe veiligheid van InfoMil, begrijpt waarom. „Hield je de vijftien jaar oude CPR 15-serie tegen het licht, dan vroeg je je af waarom ze
Eén boekje Aan de opvolger – de PGS 15 – is een paar jaar gewerkt. Een keur aan externe technische adviesbureaus, zoals TNO en Tebodin, en een werkgroep met onder meer RIVM, een viertal ministeries en verscheidene brancheorganisaties hebben zich over de oude CPR 15-serie gebogen. Pasveer: „Samen hebben we een waslijst met knelpunten uit de praktijk opgelost. Ik verwacht dat de PGS 15 tot minder discussies met handhavers zal leiden.” Een van de meest zichtbare veranderingen is dat de CPR 15-1, CPR 15-2 en CPR 15-3 zijn samengevoegd in één richtlijn. Pasveer: „In de nieuwe richtlijn staan nu alle regels voor de opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, zowel wat betreft milieu, arbeidsveiligheid, brandveiligheid en bouw.” Een uitgangspunt bij de herziening was het verlagen van de regeldruk. Als voorbeeld noemt Pasveer de nooddouches, waarvoor nu een ondergrens van 2500 kilo
geldt. „De ondergrenzen zijn nu afhankelijk van de eigenschappen van de stoffen. De CPR 15 gold vanaf 25 kilo, de PGS 15 – afhankelijk van het gevaar – vanaf 50 tot 250 kilo. Veel kleine gebruikers, zoals schilders of schoonmakers, hoeven voortaan geen speciale voorzieningen meer te treffen. De PGS 15 biedt ook meer mogelijkheden voor maatwerk en legt meer verantwoordelijkheid bij het bedrijf. Met name de CPR 15-1 was zeer rigide.” Vervoerswetgeving Belangrijkste wijziging is het veranderen van de grondslag. „De indeling van gevaarlijke stoffen is niet meer gebaseerd op de Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms), maar op de vervoerswetgeving (ADR), bekend van de codes op de oranje borden.” Gebruik van de ADR was een vurige wens van het bedrijfsleven. Ze zijn al bekend met de mondiale ADRclassificaties, die ze gebruiken voor hun logistieke management. Pasveer: „Transport en opslag liggen nu dicht bij elkaar.” De omschakeling naar ADR heeft de nodige consequenties. Sommige categorieën, onder andere schadelijke en irriterende stoffen als schoonmaakmiddelen en cement, vallen niet meer onder de PGS 15. Andere categorieën zoals spuitbussen en gasflessen komen erbij. Voor de milieuhandhaver heeft deze verandering grote gevolgen. Pasveer: „Milieuhandhavers zijn nog nauwelijks bekend met de ADR-classificaties. Ze zullen zich moeten verdiepen in de relevante delen van de vervoers-
wetgeving. Maar met een schuin oog naar de toekomst – de Wms en de ADR zullen op termijn toch naar elkaar toegroeien – is het vergaren van deze nieuwe kennis voor milieuhandhavers absoluut zinvol.” Klagen Met de nieuwe PGS-reeks verandert er in de dagelijkse praktijk voor de handhaver nog weinig. De richtlijnen zijn immers pas geldig en handhaafbaar als er in vergunningen en 8.40 AMvB’s – waar tachtig procent van de bedrijven onder valt – naar wordt verwezen. Holtman van Infomil: „Zolang de vergunningen en de 8.40 AMvB’s niet zijn aangepast, heeft een handhaver met de oude CPR-reeks te maken. Desondanks zie je dat sommige gemeenten vooruit kijken en de PGS alvast oppakken. Begrijpelijk. Je kunt moeilijk een ondernemer verplichten om nu een dure kast aan te schaffen, terwijl je weet dat het binnenkort niet meer hoeft.” Een nieuwe beheergroep PGS moet er voor zorgen dat de PGS-reeks actueel blijft. Iedereen kan bij InfoMil terecht voor opmerkingen en suggesties over het actueel houden van de richtlijnen. Holtman: „Wij verzamelen de opmerkingen en klachten, waarna de beheergroep PGS, bestaande uit enkele ministeries, provincies, gemeenten en het bedrijfsleven, zich erover zal buigen. Verouderde richtlijnen mogen met PGS niet meer voorkomen.” Tekst: Addo van der Eijk Foto: NFP Photography
17
HandHaving 2006 #1
Facelift voor versleten CPR-serie
nooit zijn aangepast. De techniek is inmiddels voortgeschreden, maar de richtlijn stond stil.” Ook toezichthouders zaten volgens Holtman met de CPR 15 in de maag. „Ze moesten steeds meer handhaven naar de letter, maar de CPR 15-serie was daarvoor te rigide. Veel vragen van handhavers waren ook voor ons lastig te beantwoorden. Neem een cruciale vraag als ‘wat is eigenlijk een opslag?’. De richtlijn gaf daarop geen antwoord. Ook liepen ze tegen vage termen op als ‘voldoende brandwerend’ of ‘voldoende deskundig’.”
Stevens: „Laat je inspireren door de strekking van een bepaling en niet alleen door de letter.”
Leo Stevens: ’Regels moeten dienstbaar zijn’
HandHaving 2006 #1
Nee, hij heeft niets tegen wetgeving, laat staan tegen toezichthouders. „Regels zijn nuttig en nuttige regels moet je controleren.” Wel gooit hij met genoegen knuppels in hoenderhokken om starre handhavers en klagende ondernemers op scherp te zetten. Leo Stevens: „Didactische overdrijving is soms geoorloofd.”
18
Leo Stevens is hoogleraar fiscale economie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam en voorzitter van de commissie-Stevens. Deze commissie onderzoekt op verzoek van minister Gerrit Zalm (Financiën) en staatssecretaris Karien van Gennip (Economische Zaken) de hinder van regels en adviseert het kabinet hierover gevraagd en ongevraagd. Naast professor Stevens bestaat de commissie uit vertegenwoordigers van vier economische sectoren: industrie (chemie, metaalindustrie,
elektro- en installatietechniek), detailhandel, financiële dienstverlening en podiumkunsten/vrije tijd. Op verzoek van het kabinet presenteerde de commissie-Stevens een top 10 van ergerlijke regels met al dan niet onacceptabele nalevingkosten. Dat pak ergernis was verzameld in ondernemerskringen en riep onder lezers van dit blad nogal wat weerstand op. Er zaten voorbeelden tussen die niets met wetgeving of overheidstoezicht van doen zouden hebben. De grootste ergernis was echter dat de commis-
sie-Stevens in haar adviezen meldt dat een grote meerderheid van de ondernemers zich niet gehinderd voelt door wetgeving, en tegelijkertijd meldt dat de regelgeving het ondernemersklimaat verziekt. ’En omdat klagen over de hausse aan controle en toezicht in de mode is, kan de commissie zichzelf nog jaren aan de gang houden’, aldus een reactie van een toezichthouder op de publicatie van de Top 10 ergerlijke regels in de vorige HandHaving. Op de zestiende etage van de Rotterdamse universiteit wordt de ergernis over de stijl van de commissie-Stevens met de voorzitter doorgesproken. Bij binnenkomst in zijn kantoor houdt de hoogleraar een uitnodiging van
Dat wordt ook gezegd van uw Top 10 van ergerlijke regels: oude wijn in nieuwe zakken. Ondernemers hebben inmiddels meer klaagloketten dan innovatieplatforms. „Daar is ook aanleiding toe. Het Kabinet zegt de regeldruk te verminderen, maar er is juist een enorme regelgroei. Verplaats je in de ondernemer die sinds 1 januari een levensloopregeling voor zijn mensen geregeld moet hebben, die de pensioenregeling voor iedereen moet aanpassen, de wet Walvis met een stortvloed van nieuwe voorschriften, het loonstelsel gaat voor de zoveelste keer overhoop. Er zijn zestien regelingen die rond de jaarwisseling zijn aangepast en die heel snel door ondernemingen moeten worden ingevoerd. Ondernemers ervaren steeds meer ’gedoe’ rond regels waar ze voor hun bedrijfsproces niets aan hebben.” Oké, op fiscaal gebied is het dweilen met de kraan open. Maar op het voor milieu, arbo en veiligheid wordt het echt minder. Daar neemt de regeldruk, de administratie en het toezicht zichtbaar af. „Dat klopt. Het klopt ook dat de klachten van de ondernemers voor een deel achterhaald zijn. Er worden regels geschrapt, vereenvoudigd en samengevoegd. En de gezamenlijke controles gaan ook een stap vooruit. Maar toezichtorganisaties mogen wel iets harder roepen dat bepaalde zaken niet meer hoeven. Dat dringt blijkbaar
nog onvoldoende door. Het voorbeeld van tegenstrijdige regelgeving van de gladde en stroeve bedrijfsvloer is inderdaad achterhaald en komt mij ook mijn neus uit. Maar dat soort platitudes zullen nog jaren worden gebruikt om het probleem een gezicht te geven.” In uw rapport schrijft u dat de meerderheid van de ondernemers zich niet ergert aan de wetgeving. Er is dus geen groot probleem.
geledingen bij de overheid nieuwe, hinderlijke regels blijven bedenken en collega’s van andere organisaties de zeer rigide detailvoorschriften blijven bestraffen.” Maar uw gebrek aan nuance werkt onnodig polariserend. Het zet ondernemers en handhavers tegen elkaar op. „Dat is absoluut niet ons doel. De commissie-Stevens wil juist iedere betrokkene rond regelgeving en toezicht laten ervaren dat hij of zij
’Bedrijven leggen elkaar ook veel te veel regels op. In die bulk weet geen ondernemer nog de weg.’ „Het gaat ons vooral om de emotie, de belevingswereld. Dat lijkt onbelangrijk, maar ook sluimerende onlust nemen wij bewust serieus om zichtbaar te maken wat er gaande is. De cultuur bij de overheid en ook bij het bedrijfsleven is om alle incidenten te beantwoorden met regels. Bedrijven leggen hun leveranciers en elkaar ook veel te veel regels op. In die bulk weet geen ondernemer nog de weg of de oorzaak aan te wijzen.” De administratieve lasten nemen nog steeds toe, de controledruk neemt echter af, maar Stevens gooit alles op één hoop. „Dat doe ik bewust. We gaan in deze fase niet alles doodnuanceren. Ik wil iedereen bij de les houden en ik gebruik soms een didactische overdrijving om duidelijk te maken waar de schoen wringt. Ook al is het wellicht waar dat de controles op het gebied van ruimte en veiligheid efficiënter en effectiever worden, dan nog hebben deze handhavers last van het feit dat andere sectoren of andere
medeverantwoordelijk is. Ouders die in de opvoeding één lijn trekken bereiken meer. Handhavers roepen: wij zijn goed bezig, het zijn die andere domeinen die de ellende veroorzaken! Of sorry, het komt door Brussel. Ik vind dat je als toezichthouder niet moet willen dat onzinnige regelgeving een wig drijft tussen jou en degene die je controleert. En als wetgeving niet dienstbaar is of het zijn eigenlijk belachelijke regels, dan is die kloof een feit en groeit ook onbewust het ongenoegen bij ondernemers.” Hij zoekt naar een voorbeeld, de ogen lichten op: „Vorig jaar was opeens de Europese richtlijn aan de orde die werkgevers verplicht er op toe te zien dat de werknemers niet met ontbloot bovenlijf op de steiger staan in verband met risico op huidkanker. Ik wens de handhaver die dat met droge ogen bij werkgevers wil gaan afdwingen heel veel sterkte. Daar maak je je als toezichthouder toch belachelijk mee. Bovendien is het niet handhaafbaar. Terecht is dit onzalige idee >>
19
HandHaving 2006 #1
het Ministerie van Algemene Zaken omhoog en lacht: „Ook onze premier Balkenende haakt aan. Hij organiseert een debat over regeldruk.” Even later kijkt hij bedenkelijk: „Nobel, maar mijn zorg is wel dat er zoveel gebeurt rond regelgeving. Er moeten niet steeds nieuwe projecten worden opgetuigd die het zicht op het bestaande proces kunnen verstoren.”
Jurisprudentie
Leo Stevens presenteert de top 10 van ergerlijke regels bij opdrachtgever Staatssecretaris Karien van Gennip van Economische Zaken.
HandHaving 2006 #1
De commissie heeft vorig jaar bijeenkomsten voor bedrijven gehouden. Daar werden ondernemers door u bestempeld als bonafide lefgozers die worden gehinderd door een kordon toezichthouders. Zij moeten alle vrijheid krijgen? „Voor alle duidelijkheid: ik ben jaren inspecteur van belastingen geweest. Ik weet wat toezicht is en ik heb ook nu nog een heleboel met regels van doen. Ik zal de laatste zijn om te zeggen: weg met regels en wetten. Regels zijn nuttig. Dat is de kern en dat draagt de commissie ook uit. Maar regels moeten wel dienstbaar zijn. De tucht van de regel is voor degenen die niet willen naleven. Je moet echter ook de durf hebben om burgers en bedrijven enige ruimte te geven. Laat je inspireren door de strekking van een bepaling en niet alleen door de letter. En als dat goed gaat, is het stoplicht veranderd in een rotonde. Dat is dienstbaarheid.”
20
De commissie-Stevens is er voor ondernemers. Ze verdiept zich niet in de malafide sjoemelaars die de wetten aan hun laars lappen? „De commissie is, conform het verzoek van het kabinet, bij de ondernemers begonnen. Waar we advies over geven bepalen we zelf. Nu spreken we ook met andere partijen. Dat is een gevolg van waar we bij de bedrijven tegenaan zijn gelopen. Op dit moment bezoek ik inspectiediensten om te onderzoeken wat voor hen hinderlijke
regelgeving is, wat hun nalevingstrategie is en hoe zij tegenover het bedrijfsleven staan. We willen de relatie tussen ondernemers en handhavers niet laten ontsporen, maar juist de dialoog stimuleren.” Justitie is van mening dat je een toezichthouder strafrechtelijk moet kunnen vervolgen als hij een fout heeft gemaakt met verstrekkende gevolgen. Zo’n stok achter de deur is goed voor de handhaving. „Dat is een slecht idee dat past in de afreken- en argwaancultuur waar ons land tegenwoordig onder gebukt gaat. Bij elk ongeluk papagaaien media en Kamerleden elkaar na: wie is hier verantwoordelijk voor! Hoe kon dit gebeuren? Als je handhavers met dergelijke afrekensancties moet dwingen beter hun best te doen, dan heb je weinig vertrouwen in je mensen. Elke inspecteur zal dan zijn positie willen afschermen. Kwetsbare toezichthouders die geen rugdekking krijgen van hun minister, die disciplinair, civielrechtelijk of misschien zelfs strafrechtelijk vervolgd kunnen worden zijn pas echt contraproductief. Die worden kopschuw en durven een ondernemer geen snippertje vertrouwen meer te geven.” Hoe moet het dan? Mijn devies als belastinginspecteur was altijd: streng in de zaak, soepel in de wijze waarop. Je bent als ouders soepel met je kinderen, maar ze moeten wel weten waar de grens ligt. En ze moeten ook weten wat de gevolgen zijn als ze die grens passeren.”
Nadere inlichtingen: Dr. L.G.M. Stevens, Erasmus Universiteit, Postbus 1738, 3000 DR Rotterdam, tel. 010 - 408 1491,
[email protected] Via www.minez.nl (zoek op commissieStevens) zijn de rapporten ’Te druk met regels’ (juni 2005), ’Top tien hinderlijke regels’ (augustus 2005) en ’Financieeladministratieve regeldruk’ (augustus 2005) te downloaden en op te vragen Tekst: Hans Oosterhof Foto: Herman van Heusden/HH, Roger Dohmen/HH
Burgers en bedrijven doen in de rechtszaal vaak een beroep op het vertrouwensbeginsel. De rechter honoreert deze verzoeken echter nauwelijks. Toezichthouders worden nogal eens geconfronteerd met de bewering dat zij, of hun bestuurlijke baas, de indruk hebben gewekt dat regels mogen worden overtreden. Uit enkele recente uitspraken blijkt dat dit beroep alleen kans van slagen heeft als er bewijzen zijn die ook nog hout snijden. Zaanse kapper De Algemene Plaatselijke Verordening (APV) van Zaanstad verbiedt het aanbrengen van reclame zonder vergunning. Een kapperszaak wilde een bord op de gevel, maar kreeg geen toestemming van het gemeentebestuur. Zaanstad staat namelijk geen reclame toe op gebouwen met een woonbestemming. Volgens de kapper mocht hij echter vertrouwen op een uitspraak van ambtenaar De Wit dat reclame wel was toegestaan. Dat was hem verteld toen hij het kappersbedrijf in dat pand wilde starten. De bestuursrechter honoreert dit beroep op het vertrouwensbeginsel niet. De ondernemer kan namelijk niet aantonen dat hem toezeggingen zijn gedaan.
tie tijdens de bijeenkomst kan niet als keiharde toezegging worden opgevat. Vindplaats: Afdeling Bestuursrechtspraak, 30 maart 2005, AB 2006, 6 (Vertrouwensbeginsel Heythuysens raadscommissielid)
Amsterdamse huiseigenaar Het bestuur van stadsdeel Amsterdam-Centrum had de aanvraag voor samenvoeging van twee ’woningen’ afgewezen. De eigenaar van een pand, waar hij zelf voor een deel in woonde, had de goedkeuring aangevraagd. Een ander deel was verhuurd, maar dat wilde de eigenaar nu ook gaan gebruiken. De aanvraag was beoordeeld aan de hand van een beleidsnota. Het stadsdeel voerde een terughoudend samenvoegingsbeleid omdat er weiVindplaats: Afdeling Bestuursrechtspraak nig goedkope huurpanden (onder de 23 maart 2005, AB 2006, 5 huurtoeslaggrens) beschikbaar waren. (Vertrouwensbeginsel Zaanse kapper) Volgens de huiseigenaar was het dagelijks bestuur ten onrechte uitgeHeythuysens spaarloon gaan van de feitelijke huurprijs. De In de gemeente Heythuysen verzocht huiseigenaar had in dat verband een een als niet-raadslid benoemd lid van beroep gedaan op het vertrouwensde raadscommissie Maatschappelijke beginsel. Tijdens de zitting voor de Zaken om deelname aan de gemeenbestuursrechter gaf hij echter toe dat telijke spaarloonregeling. De Raad van de toelichting van het bestuur van het State vond dat onzin, want deze spaar- stadsdeel eigenlijk geen verwachtinloonregeling is alleen opengesteld gen had gewekt over eventuele goedvoor raadsleden. Het commissielid keuring. Hij had eerder willen weten doet echter een beroep op het vertrou- welke huurprijs werd gehanteerd bij wensbeginsel. Tijdens een informatie- beoordeling van het verzoek. Daar is bijeenkomst over de spaarloonregeling het vertrouwensbeginsel niet voor. zou de indruk zijn gewekt dat hij ook Vindplaats: Afdeling Bestuursrechtspraak, 6 mee kan doen. De bestuursrechter april 2005, AB 2006, 7 (Vertrouwensbeginsel honoreert het beroep niet: de informa- Amsterdamse huiseigenaar)
Amsterdamse discotheek Eind 2002 sluit de burgemeester van Amsterdam een discotheek wegens overtreding van de Opiumwet. In hoger beroep beroept de eigenaar zich op het vertrouwensbeginsel. De ondernemer zegt dat de burgemeester tijdens een openbare discussieavond over drugsbeleid heeft aangekondigd dat er tegen coffeeshops strenger zou worden opgetreden en dat er voor discotheken een minder streng beleid gevoerd zou gaan worden. Het hielp de ondernemer niet. Volgens de Raad van State laten deze uitlatingen in een openbare discussie onverlet dat de burgemeester op het moment van de sluiting nog vast kon houden aan de gebruikelijke gedragslijn. Die lijn was onmiddellijke sluiting van een bedrijf voor onbepaalde tijd als er een handelsvoorraad harddrugs wordt aangetroffen. De minder strenge beleidsmaatstaf die de burgemeester als bevoegd orgaan in de bijeenkomst heeft vermeld, is volgens de bestuursrechter overigens wel van bestuursrechtelijke betekenis. Maar omdat de mededeling voor een soepeler drugsbeleid werd gedaan na het vinden van de harddrugs in de disco, had een beroep op het vertrouwensbeginsel geen effect. Het hoger beroep werd afgewezen. Vindplaats: Afdeling Bestuursrechtspraak, 4 mei 2005, AB 2006, 8 (Vertrouwensbeginsel Amsterdamse discotheek) Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in AB Rechtspraak Bestuursrecht 2006, 8 (annotatie hoogleraar Bestuursrecht Leo Damen) Tekst: Jan van den Broek
21
HandHaving 2006 #1
uiteindelijk afgeschoten, maar het was kantje boord.”
Vertrouwensbeginsel maakt geen indruk
Foto boven: Ron van Weerd (links) van Vreemdelingentoezicht, politie Kennemerland en Martin Hilgers, teamleider handhaving gemeente Haarlemmermeer. Contact met andere handhavers verliep over een afgeschermd frequentie. Foto onder: Bij een vorige controle vluchtten tientallen mensen door gaten in het hekwerk. Politiemensen met honden bewaakten nu die vluchtroutes.
Kat en muis spelen tussen autowrakken
22
De Liede ligt onder de aanvliegroute van Schiphol. Het is een zeer onoverzichtelijk terrein van 40.000 m2 waar circa 85 bedrijven zich met gebruikte auto’s bezighouden. Handel, sloop en reparatie. Het is zeker geen dumpplaats. Er is bijvoorbeeld een handelaar in tweedehands Porsches. De beheerder van het terrein is NV Afvalzorg. Er staat een groot hek rond de autobedrijven,’s avonds gaat de slagboom dicht en loopt een bewaker rond, betaald door de ondernemers. Autosloperijen met meer dan vijf auto’s vallen onder het gezag van de provincie. Haarlemmermeer heeft dus een groot gebied binnen haar grenzen waarop het zicht heeft en waarover men verhalen hoort, maar waar de gemeente niet à la minuut kan ingrijpen. Martin Hilgers, teamleider handhaving van de gemeente: „Er waren aanwijzingen dat op De Liede allerlei criminele activiteiten plaatsvinden. Om een eind te maken aan die verschillende overtredingen is vanuit het
Lokaal Milieuoverleg besloten een integrale handhavingsactie te organiseren. We wilden een beter overzicht hebben van de aanwezige bedrijven en uiteraard optreden tegen illegale situaties.” Politiehelikopter Minstens zo belangrijk is de samenwerking tussen de verschillende handhavende afdelingen en diensten. Dat kon veel gestructureerder en dat gebeurt nu ook. Hilgers. „Sinds de eerste grote actie in 2004 hebben we geregeld gezamenlijke controles gehouden, ook buiten dit bedrijventerrein. Soms zelfs op de dag dat een verzoek wordt gedaan. De collega’s weten elkaar dus te vinden. Ook wordt beter gebruik gemaakt van beschikbare informatie over bedrijven, waardoor toezicht en handhaving verbetert.” Mei 2004 is de eerste grote actie gehouden. Medewerkers van twintig instanties controleerden 45 locaties. Er hing een politiehelikopter boven het terrein.
Verschillende mensen probeerden te vluchten over de weilanden. Van die eerste keer is veel geleerd. De inzet was te massaal, te duur en door de grootschaligheid zeer onoverzichtelijk. Bovendien vergde de voorbereiding te veel tijd. Sindsdien kiezen de samenwerkende handhavers voor een bescheidener strategie. De bezoeken zijn frequenter en de controles richten zich op een zestal locaties. Zo wordt het terrein De Liede in fases afgewerkt. Ook zijn er nu twee groepen geformeerd die na elkaar de bedrijven bezoeken. Beide groepen houden contact via portofoons (C-2000 netwerk) op een afgeschermde frequentie. Briefing De actie op 8 november 2005 begint ’s ochtends met een briefing in de brandweerkazerne van Haarlemmermeer. Groep 1 staat onder leiding van Ron van Weerd van politie Kennemerland. Vreemdelingentoezicht, Arbeidsinspectie, Belastingdienst en Douane zullen als eerste op pad gaan. Deze groep houdt een aparte briefing. De plattegrond wordt bekeken, de in te nemen posities besproken. „De deelname van politie, Vreemdelingentoezicht, Belastingdienst en provincie is essentieel”, licht Hilgers later toe. >>
23
HandHaving 2006 #1
HandHaving 2006 #1
Een lange rij auto’s, de meeste voorzien van kleurige logo’s, rijdt over de IJweg, een smalle polderweg in de gemeente Haarlemmermeer. Vlak na een uitstalling van tweedehands auto-onderdelen, slaat de imposante colonne rechtsaf de toegangsweg op naar De Liede: een immens terrein propvol autohandel, -sloop en -reparatie. De vierde grote controle van ruim tien toezichtorganisaties gaat beginnen.
De Belastingdienst controleert op het ondernemerschap, afdracht van loonbelasting en andere premies. Als zij niet meedoen, dan gaat de actie niet door. Helaas hebben de recherche, het Landelijk Informatiepunt Voertuigcriminaliteit en het Nederlands Forensisch Instituut zich afgemeld. Jammer, want bij de vorige drie acties hebben de drie instanties ondermeer gestolen auto’s en gestolen onderdelen getraceerd. Groep 2 met de provincie NoordHolland, gemeente Haarlemmermeer Brandweer/Bouwhandhaving/ Milieuhandhaving en Dienst Motorvoertuigen belasting zal na een seintje oprijden. Een belangrijk detail sluit de briefing af: rond het middag-
De Liede vanuit de lucht. Een zeer onoverzichtelijk terrein van 40.000 m2 propvol auto’s.
Iman Tel (midden), milieuhandhaver gemeente Haarlemmermeer en Cees Hollaar (rechts), handhaver provincie Noord-Holland bespreken de naleving van een schrootverwerker. Links een tweede handhaver van de provincie.
uur ligt voor iedereen een lunchpakketje klaar.
bij de andere bedrijven, zijn de resultaten van eerdere controles zichtbaar. Er staan brandblusapparaten bij gasflessen en bij de opslag van brandbare vloeistoffen en lekbakken onder bovengrondse tanks. Er is ook een keurige CPR-kast, voorzien van waarschuwingsborden. Slordig werken doet de positieve indruk teniet. Zo zijn gasflessen en brandblusapparaten niet gekeurd. Naast de CPR-kast is een bouwvallige douche in elkaar gezet. De warmwatervoorziening is een geiser, zonder kap en met losse slang. De controleurs proberen een voorstelling te maken hoe dit werkt. Wordt de slang aangesloten op een gasfles op het moment van douchen?
Sprint Terwijl een man in een oranje veiligheidsvest onverstoorbaar zwerfvuil blijft opruimen, springen mensen van groep 1 opeens uit een paar auto’s. Ze trekken een sprint naar de geselecteerde bedrijven. Twee politiemannen met speurhonden rennen aan de buitenkant van het hek langs het terrein. Bij eerdere acties zijn er namelijk mensen door gaten in het hekwerk gevlucht. De politiehonden houden daar nu de wacht. Binnen een half uur is de klus geklaard. Drie opgepakte mannen zitten met strakke gezichten in
het busje van Vreemdelingentoezicht. Zij konden ter plekke geen identificatiepapieren laten zien en worden naar het politiekantoor in Haarlem gebracht. Op aangeven van Ron van Weerd sluiten de koppels van gemeente, provincie en motorrijtuigenbelasting aan bij de collega’s van de andere diensten. Zij controleren de bedrijven op de naleving van milieu- en bouwvoorschriften, brandveiligheid en handelsvoorraden. Brandpreventiecontroleur Erik Gortemulder, milieuhandhaver bij de gemeente Iman Tel en Cees Hollaar van de provincie lopen het terrein op van een schrootverwerker. Een grijper sorteert een onduidelijke berg oude metalen. Hier, en later ook
HandHaving 2006 #1
Waar aan denken bij een grote actie?
24
1. Volledige inventarisatie uitvoeren van de probleemlocatie: bestemmingsplan, handelsregister Kamer van Koophandel, cd-foongids, websites, kadaster, luchtfoto’s, tekeningen en plattegronden. 2. Breng vergunningensituatie (bouw, milieu, gebruik) in beeld en stel afwijkingen vast. 3. Formuleer probleem- en (deel)doelstellingen van het gezamenlijk optreden: nut en noodzaak. 4. Benader die partijen die relevant zijn om effectief overlast, overtredingen en criminele situaties aan te pakken (eerste leidinggevende van uitvoerend toezichthouder). 5. Deel voor zover dat wettelijk is toegestaan de tijdens de inventarisatie verzamelde informatie. 6. Denk in scenario’s: wat doen we als ... 7. Betrek alle partijen die meedoen ook bij voorbereiding (verwerk input uit voorbesprekingen) en onderhoud contact met betrokken partijen tijdens voorbereiding, uitvoering en evaluatie. 8. Informeer tijdens de actie de ondernemers en omwonenden over wat er gaande is. 9. Houd rekening met afgesloten deuren (neem een slotenmaker mee), met de aanwezigheid van honden en boobytraps. 10. Regel goede communicatie op locatie (portofoons/telefoon). 11. Evalueer de bevindingen (coördinatoren en medewerkers) en verwerk opmerkingen in het volgende draaiboek. 12. Informeer betrokken partijen over voortgang door (voorzover toegestaan) afschriften van correspondentie aan betrokken ondernemers te sturen aan contactpersonen. 13. Maak vervolgafspraken over nieuwe acties. 14. Verander van strategie en zorg voor verrassingen. Wissel massale acties af met prikacties.
Afdekken Richard Kroeb van politie Kennemerland volgt de discussies tussen provincie en Gortemulder van de brandweer. „Bij ons staat De Liede niet bekend als extra problematisch. Het is beslist geen no-go area, ook nooit geweest. We komen er wel voor het gebruikelijke werk. Ruzies tussen klant en koper, dat soort dingen.” De provincie vertelt dat de VROMInspectie eerder een inval heeft gedaan bij de schrootverwerker. „Controle op naleving van EVOA. Sindsdien zijn we hier niet meer geweest.” De handhavers kijken op het buitenterrein naar een open container met motorblokken. Een plasje olie ligt onder een doorgeroest gat. Bedrijventerrein De Liede is helemaal voorzien van een vloeistofdichte vloer, olieafscheiders en onderbemaling,
net als een saneringslocatie. Maar dat is nog geen vrijbrief voor deze vervuiling. In het vervolg de containers met motorblokken afdekken met zeil, besluiten ze. Tel probeert door de vitrage van een stacaravan te kijken. Naast de deur hangt een bordje ’Happy Home’, op het dak staat een antenne. Binnen staan zitbanken. Volgens de bedrijfsleider is de caravan een pauzehok dat er al tien jaar staat. Hij weet niet waar de sleutel is. Op de in de wind wapperende plattegrond staat geen caravan. Als hier gewoond wordt is dat strijdig met het bestemmingsplan, zegt Tel, die dit op kantoor verder gaat uitzoeken. Over ruimtelijke ordenings- en bouwzaken heeft de gemeente wel wat te zeggen. Elders op het terrein staat een pand met bazaarachtige uitstraling. In
strijd met de bestemming is daar detailhandel gevestigd. De gemeente is bezig met een aanschrijvingsprocedure. Slordig gestapeld De bedrijfsleiders en ondernemers laten de verstoring van de normale gang van zaken gelaten over zich heen gaan. Het is erg rustig in hun bedrijven. De enkele aanwezige klant heeft geen geluk. Hij moet twee uur wachten voordat de reparatie van zijn rode Mercedes worden voortgezet. „Mijn vrouw heeft al gebeld waar ik bleef”, moppert hij. Het voorterrein en de werkplaats staan propvol auto’s. Slordig gestapelde autowrakken blokkeren de vluchtweg, wijst preventiecontroleur Gortemulder. „Dat moet anders”, maant Hollaar. „En sloop en >>
Resultaten Bedrijventerrein De Liede is sinds mei 2004 vier keer gezamenlijk gecontroleerd. Bij de eerste handhavingsactie waren meer dan 180 personen betrokken van twintig instanties. Aan de actie in november 2005 deden ruim veertig medewerkers mee van tien verschillende diensten. In totaal zijn meer dan 210 strafbare feiten en overtredingen vastgesteld. Het merendeel (meer dan 70) betreft overtredingen van milieu- en brandveiligheidsvoorschriften. Bijvoorbeeld het niet overeenkomstig de voorschriften opslaan van gevaarlijke stoffen, ontmantelen van koelkasten zonder vergunning, ontbreken van vloeistofdichte voorzieningen, foutieve afgiftebonnen van afval of niet-gekeurde brandblusmiddelen. Andere overtredingen hebben betrekking op gestolen (onderdelen van) voertuigen, heling, omkatten van auto’s, illegaal in Nederland verblijvende personen, valse identiteitsbewijzen, katvangers, zwarte (ontbreken van) boekhouding, waarschuwing administratieve verplichtingen, naheffing loonbelasting, potentiële onbekende ondernemers, ontduiking BPMafdracht, aanwezigheid van rode diesel zonder vergunning en fraude met elektriciteitsmeters.
25
HandHaving 2006 #1
De ondernemers laten de verstoring van de normale gang van zaken meestal gelaten over zich heen gaan.
Specialist
De Liede ligt onder de aanvliegroute van Schiphol. Het schrootbedrijf beschikt over een detectiepoort.
Gescheiden ingezameld en niet geschikt voor de shredder.
handelvoorraad uit elkaar houden!” Auto’s voor de handel mogen vloeistoffen bevatten, sloopauto’s moeten binnen twee uur na acceptatie ‘leeg’ zijn. Dit bedrijf heeft een glimmend nieuwe installatie waarmee onder vacuümdruk zonder lekken alle vloeistoffen uit auto’s wordt getapt. Een initiatief van Auto Recycling Nederland, die 5 euro in rekening brengt per afgetapte auto. Zo betaalt het bedrijf de slimme en schone apparatuur af.
inval, busjes vol mensen het terrein hebben verlaten. Tijdens de actie van groep 1 stond een groep mannen opvallend onopvallend op een afstand te kijken. Tot woede van een de politiehonden. De routine heeft een prijs, bedenkt men. De kans is groot dat iemand van De Liede vanochtend langs de brandweerkazerne is gereden en daar onder meer de bordeauxrode bus van Vreemdelingentoezicht, de auto’s van de douane, de provincie en de gemeente heeft gezien. Met de wetenschap van de vorige handhavingsacties in het achterhoofd is waarschijnlijk groot alarm geslagen.
26
Veel overtredingen Rond 14.00 uur zijn de meeste handhavers weer op de brandweerkazerne voor de evaluatie. De algemene indruk is dat de acties steeds soepeler verlopen. De informatie over bedrijven wordt gedeeld. Totaal zijn 36 overtredingen geconstateerd. Omgerekend naar het aantal bedrijven zijn dat er negen per locatie. Meer dan tijdens vorige acties. Toch klopt er iets niet. Politieman Richard Kroeb merkt op dat tijdens reguliere surveillances veel meer activiteiten te zien zijn. Alleen al bij deze bedrijven zijn dan een tiental mensen aan het werk, zelfknutselaars of werknemers. Een van de mensen op De Liede heeft verteld dat rond 9.30 uur, dus een klein uur voor de
Prikacties „Ondanks het aantal overtredingen, moeten we wellicht toch de tactiek wijzigen, merkt Hilgers van Haarlemmermeer op. Meer prikacties houden, met een minder in het oog lopende optocht aan auto’s.” Dat zichtbare handhaving een preventieve werking zou hebben, geldt blijkbaar niet in het geval van De Liede. Het blijft een kat-en-muisspel. De kwestie met het lozingspijpje kost tot slot nog wat hoofdbrekens. De tip komt van een van de speurhondenbegeleiders. Hij is teleurgesteld dat het pijpje niet is gevonden. „Wie pakt dit op?”, vraagt Hilgers. Lozing op oppervlaktewater valt onder de waterkwaliteitsbeheerder maar is ook af te doen met een vergunningvoorschrift. De provincie zal een aanschrijvingsprocedure starten. Nadere inlichtingen: Martin Hilgers, teamleider afdeling Milieuhandhaving, sector Vergunningen en
Tekst: Nicoline Elsink Foto’s: Format Luchtfoto’s: KLPD dienst Luchtvaartpolitie
Martien Bouter, horecacoördinator Hoe is deze functie ontstaan? Als beleidsadviseur APV en bijzondere wetten van de gemeente Leerdam, ben ik al lang bezig met toezicht op de horeca. Uiteindelijk ben ik aanspreekpunt voor deze ondernemers geworden. Omdat alles over de horeca via mij loopt, voorkomen we dat we langs elkaar heen werken. Ik onderhoud ook contacten met politie, milieudienst en brandweer en ik bemiddel tussen omwonenden en horeca. Is het zo erg gesteld met de horeca in Leerdam? De binnenstad telt circa 45 horecabedrijven. Daar doet zich wel overlast voor. Mijn taak is juist dit te voorkomen door ondernemers de weg te wijzen. De afgelopen vijf jaar is hier meer dan de helft van de horecabedrijven van eigenaar veranderd. Met de nieuwe exploitanten heb ik altijd een gesprek over de benodigde papieren en de spelregels. Ook ben ik bevoegd namens de burgemeester waarschuwingsbrieven te schrijven. Wat motiveert u? Dat de functie horecacoördinator werd genomineerd voor de VROM-innovatieprijs ’Sterkste Schakel’ helpt wel om gemotiveerd te blijven. VROM vindt het een goed doordachte invulling van accountmanagement: klantgericht en integraal. Eer van uw werk? De horecaondernemers voelen zich nu ook verantwoordelijk. De overlast in de binnenstad is echt afgenomen. Foto: Marco Bakker
27
HandHaving 2006 #1
HandHaving 2006 #1
De mobiele telefoon van Hollaar gaat af. Een tip van een van de collega’s van de politie. Achter een van de bedrijven zou een pijp in de sloot hangen waarmee een drabbige vloeistof wordt geloosd. Hollaar draait in het keukentje kranen open en spoelt de wc door. Niets te zien.
Handhaving, Dienst Openbare Werken, Haarlemmermeer, tel. 023 - 567 43 06,
[email protected]
Meningen
Het is een verschil van mening dat de doorgaans zo wollige interbestuurlijke verhoudingen genadeloos blootlegde. En het werd op de spits gedreven. De gemeente Haarlemmermeer kwam op voor lokale veiligheid, Minister Donner handhaafde een nationaal belang. Het dispuut over het cellencomplex op Schiphol was wekenlang nieuws en voor veel handhavers het gesprek van de dag. Gesprek van de dag of niet, veel ongezouten meningen die in december – bijvoorbeeld in de wandelgangen van het congres Handhaven op Niveau – werden gehoord, verstommen als HandHaving belt. „Oh nee, ik ben ambtenaar. Ik vind hier wel iets van, maar dat lees ik liever niet.” Een aantal vakgenoten durft het wel aan. „Het ging er over en weer hard aan toe. Daar moet je als handhaver toch ook iets van kunnen leren?”
HandHaving 2006 #1
’Slecht signaal’
28
Karin van der IJnde, projectleider bestuurlijk interventieteam Eindhoven: „Dit is een heel slecht signaal van Den Haag tegenover de handhavers. Als een gemeente het besluit neemt zo’n inrichting te sluiten, dan is dat weloverwogen. En dus is het raar als de minister dat overrulet. Er liggen misschien politieke afwegingen aan ten grondslag, maar daar heb je als toezichthouder niets mee te maken. Jij bent er om de wet te handhaven.”
’Appels en peren’ Ronald de Lange, coördinator integrale handhaving gemeente Assen: „Ik ken natuurlijk niet alle ins en outs van deze zaak, maar heb me wel verbaasd. Het gaat om een inrichting die moet voldoen aan milieuregelgeving en bouwregels, en een gebruiksvergunning moet hebben. Dus er kan veel niet in orde zijn. Als de minister dan, na zo’n grote ramp met elf doden – enigszins gechargeerd – zegt: ’Wij hoeven niet te voldoen’, is dat heel vreemd. Dat standpunt komt nota bene na de hele professionalisering van de milieuhandhaving en de VROMInspectie legt zelfs prioriteit bij het controleren van de eigen inrichtingen door gemeenten. Als de minister andere belangen heeft kan hij die niet dienen door deze belangen te schaden. Dat is appels met peren vergelijken. En een besluit van de bestuursrechter zou op hetzelfde neerkomen: een verkeerd signaal naar de professionele handhaver en
naar de burger die op ons toezicht moet kunnen rekenen.”
’Slecht voorbeeld’ Christa Spruijt, hoofd Handhaving sector Ruimte van de gemeente Zevenaar: „Op het moment dat gemeenten uit Den Haag het bericht krijgen dat de eigen inrichtingen dit jaar in de schijnwerpers staan en goed gecheckt moeten worden, is de affaire-Schiphol niet het goede voorbeeld. Die gemeentelijke inrichtingen is zelfs een project om aan de ondernemers te laten zien dat de overheid niet met twee maten meet. We zijn hier actief bezig met handhaving, hebben de milieuprofessionalisering achter de rug en mogen dus een steuntje in de rug verwachten. Dat wordt hier niet zo ervaren. Ik begrijp het probleem en de beleidsachtergrond van Justitie, maar zeker als het gaat om veiligheid is dit een slecht voorbeeld. Mijn medewerkers vragen zich af hoe ze bepaalde voorzieningen nog uitgelegd krijgen bij bedrijven. Gelukkig hebben wij geen rijksinrichtingen.”
’Eigen rechter’ Ralph Pans, voorzitter van de VNG-directieraad: „Minister Donner had gewoon naar
’Kijk naar de villa’s’ Martin Meekes, hoofd afdeling Handhaving gemeente Ede: „Ieder zijn verantwoordelijkheid zou ik zeggen. De inhoud van de zaak ken ik niet goed. Maar als de minister aanleiding ziet om gebruik te maken van een middel dat hem rechtens ter beschikking staat, mag hij dat doen. In Valkenswaard heeft de minister van VROM toch ook opgetreden tegen die villa’s? Die panden waren na een keurig besluit van de gemeenteraad gerealiseerd, maar de minister liet ze slopen. Het ministerie is gewoon het hoogste gezag. En Haarlemmermeer heeft kennelijk geen gehoor gevonden bij het ministerie. Als je zo’n besluit niet terecht vindt, moet je een ander kabinet kiezen. Ja, Donner nam een zuiver besluit. Ben je het er niet mee eens, stap dan naar de rechter. Ik denk niet dat Justitie dit voor de lol doet.”
’Niet gepast’ Rob Brons, commandant Brandweer Den Haag en Regionaal Commandant Brandweer Haaglanden: „Ik vind het niet gepast dat een lokale ambtenaar commentaar geeft op een ministerieel besluit. Ik leef vanuit de overtuiging dat een lagere overheid altijd op een hogere moet kunnen vertrouwen. Dat geldt zowel ambtelijk als bestuurlijk.”
’Prima gedaan’ Handhavingscoördinator Arno Teunissen van het Provinciaal HandhavingsOverleg Milieu van de provincie Noord-Brabant: „Juist nu – met name vanuit Justitie – heel nadrukkelijk tegen provincies, gemeenten en waterschappen wordt gezegd dat de handhaving op orde en kwalitatief hoogstaand moet zijn, komt dit. Het is scheef en holt het vertrouwen in de rijksoverheid uit. Daar wordt bij ons in de wandelgangen veel over gesproken. De gemeente Haarlemmermeer heeft het prima gedaan. Vervolgens wordt daar met zo’n Koninklijk Besluit gewoon aan voorbijgegaan. Eigenlijk kan dat niet. Maar blijkbaar wegen andere belangen op zo’n moment toch zwaarder.”
’Tik de op vingers’ Hoogleraar Bestuursrecht aan de Universiteit van Tilburg Lex Michiels: „Het is niet zonder meer een slecht signaal naar de handhaver. Het is meer een tik op de vingers van het gemeentebestuur. Handhaving moet zorgvuldig gebeuren; er is waarschijnlijk wel sprake van overtredingen, maar niet van dien aard dat ze sluiting rechtvaardigen. Die zou je ook met een last onder dwangsom kunnen aanpakken. En als er nieuwe eisen worden gesteld, ja, dan kunnen er weer nieuwe overtredingen plaatsvinden. Dus de gemeente denkt: we blíjven aan de gang. Maar dat is geen argument voor sluiting. Het gaat om de ernst van de overtredingen. Dus zo’n affront voor de handhavers is dit niet. Die moeten hun werk goed doen en dat betekent met evenredige sancties komen. Wat niet wegneemt dat zo’n Koninklijk Besluit een bot middel was om de discussie te stoppen. En een slecht signaal voor de burgers. Ook omdat er een goed
alternatief was: Donner had beter naar de bestuursrechter kunnen stappen, want die had hem ongetwijfeld in het gelijk gesteld. Daarom was dit een twijfelachtig gebruik van zijn bevoegdheid en een hard gegeven tegenover lagere overheden die hun best doen. Donner zei wel dat het om een bestuurlijk conflict ging, maar eigenlijk was het gewoon een juridisch conflict. Maar ik weet natuurlijk niet wat er op de achtergrond mogelijk nog meespeelde.”
’Baas bakt koek’ Marcel Roelofse, milieucoördinator van de gemeente Roermond: „Voor beide kanten valt wat te zeggen, maar hier geldt toch wel het credo: ’Wie baas is, bakt koek.’ Ik kan de gemeente Haarlemmermeer goed volgen. Maar als ik een handhavingsactie voorleg aan ons college en dat denkt daar anders over, dan moet ik me daarbij neerleggen. Hier is iets vergelijkbaars aan de hand. Ambtenaren en vervolgens gemeentebestuurder maken een bepaalde keuze om hen moverende redenen. De minister gaat daar niet in mee en gebruikt zijn bevoegdheden. Het kwam hem gewoon uitermate beroerd uit om die inrichting te sluiten. Dat is geen misbruik maken van zijn macht, dat mag gewoon. Wij zijn ook bezig onze eigen inrichtingen te controleren, en dat is goed, maar je hebt je als ambtenaar neer te leggen bij besluiten van hogere instanties.” Tekst: Joost Swanborn Foto: Ed Oudenaarden/ANP
29
HandHaving 2006 #1
Bestuurlijke strijd om het cellencomplex
de bestuursrechter moeten stappen in plaats van dit eenzijdige zware middel van een Koninklijk Besluit in te zetten. Zo speel je rechter in eigen zaak. Overigens krijgt de VNG in verband met deze zaak geen specifieke vragen van gemeenten. Ook de bezoeken aan de desbetreffende pagina’s op onze website zijn gemiddeld gebleven. Gemeenten zijn blijkbaar gewoon een heel eind met toezicht.”
Er komt één set landelijke voorschriften over het brandveilig gebruik van gebouwen. Gebruiksvergunningen zijn straks alleen nog nodig voor publieksbedrijven als restaurants en ziekenhiuizen.
Gebruiksvergunning blijft een stiefkindje ervoor. Ook in Drenthe is een flinke slag gemaakt: 64 procent beschikt momenteel over een vergunning, tegen 21 procent in 2004. De situatie in Friesland is echter bedroevend: slechts een kwart van de vergunningen blijkt in orde.” de gebouwen in Nederland geen Het grootste knelpunt volgens gebruiksvergunning had. Intussen is gemeenten is een tekort aan mensdie achterstand in het noorden nog kracht. „Er zijn gemeenten die door steeds niet weggewerkt. „Onthutsend”, tijdgebrek verwachten pas in 2011 noemt Tilstra de resultaten van een kaar te zijn”, zegt Tilstra. recent onderzoek naar de gebruiksvergunningen. „In de noordelijke Kwaliteit provincies is de inhaalslag nog lang En als er al sprake is van een niet klaar. In Groningen is behoorlijke gebruiksvergunning, dan laat de vooruitgang geboekt. De provincie kwaliteit ervan vaak te wensen over, staat op 86 procent verleende vergun- zo blijkt uit het onderzoek ‘Brandningen, 28 procent meer dan het jaar veiligheid in discotheken en feest-
HandHaving 2006 #1
De lessen van Enschede en Volendam lijken vergeten. Na de tragedies waren gemeenten zeer gebrand op brandveiligheid. Met verve stortten ze zich op het verstrekken van deugdelijke gebruiksvergunningen. „Nu, vijf jaar later, verslapt de aandacht”, constateert Nico Tilstra, directeur-inspecteur van de VROMInspectie Noord. „Het is zaak dat gemeenten nu eindelijk de achterstand wegwerken.”
30
Vluchtroutes versperd met planten en gebarricadeerde nooduitgangen. Het zijn zaken die de VROM-Inspectie regelmatig aantreft in cafés, discotheken en feestzalen. Officieel moeten deze panden beschikken over een gebruiksvergunning, waarin voorschriften staan voor de brandveiligheid. Maar ook daaraan schort het. Begin 2002 constateerde de Inspectie voor Openbare Orde en Veiligheid (OOV) dat zeventig procent van
Op de schop In 2007 treedt het Besluit Gebruik Bouwwerken – ook wel het Gebruiksbesluit genoemd – in werking. Dan wil minister Dekker van VROM ook het aantal gebouwen waarvoor een gebruiksvergunning nodig is flink beperken. Waarom dan nu tijd, energie en geld van ondernemers vragen, als straks toch alles op de schop gaat, vragen veel gemeenten zich af. Valt dat wel aan de ondernemer uit te leggen? „De inhaalslag blijft van belang”, stelt Erik Kool van de VROM-Inspectie. „Het afgeven van vergunningen is ook nuttig wanneer later blijkt dat de bouwwerken niet meer vergunningplichtig zijn. Dan zijn ze alvast op brandveiligheid beoordeeld. Het
gaat immers om de controle. Ook in de toekomst blijft periodiek toezicht nodig.” Het Gebruiksbesluit maakt de gemeentelijke bouwverordening dunner. „Op termijn kan de verordening zelfs afgeschaft worden. In het Gebruiksbesluit komt één set landelijke voorschriften over het brandveilig gebruik van bouwwerken. Uitgangspunt daarbij is om het huidige veiligheidsniveau te handhaven. Het Gebruiksbesluit maakt een eind aan lokale verschillen, en biedt meer rechtszekerheid en minder administratieve lasten voor bedrijven én gemeenten. Bij gemeenten komt zo meer capaciteit vrij voor de controles.” Voorlichting Het ministerie van VROM wil tevens een financiële prikkel introduceren om de gemeenten te manen tot spoed. „Elke maand dat een gemeente de gestelde termijn overschrijdt, verliest ze een kwart van de leges. Na vier maanden hoeft de ondernemer niets te betalen. En duurt het nog langer, dan ontvangt de ondernemer leges van de gemeente”, aldus Kool. Veel gemeenten besteden volgens Kool te weinig aandacht aan voor-
Veel minder vergunningen in 2007 Minister Dekker van VROM wil vanaf 1 januari 2007 een landelijke uniformering van de voorschriften voor het brandveilig gebruik van gebouwen. Nu heeft elke gemeente eigen regels en dat geeft ergernis en misverstanden bij bedrijven. VROM gaat deze voorschriften landelijk uniform vastleggen in het Besluit Gebruik Bouwwerken, dat voor alle gemeenten zal gelden. Tegelijk wil Dekker het aantal gebouwen waarvoor een gebruiksvergunning nodig is, drastisch beperken. Zo mogelijk tot 20 procent van het huidige aantal. Als de gebruiksvergunning in 2007 alleen nog maar nodig is voor een beperkt aantal gebouwen zoals cafés, restaurants, bioscopen, theaters, discotheken, ziekenhuizen en hotels, zal de volgende stap zijn om die vergunning onder te brengen in nieuwe omgevingsvergunning.
lichting over brandveiligheid. VROM gaat daarom meehelpen. „Landelijke voorlichting zal moeten leiden tot betere bekendheid met de voorschriften. Dat heeft een positief effect op de naleving”, verwacht Kool. Overbodig Ook Jan Weges, senior onderzoeker-adviseur van het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding (Nibra), hamert daarop. „Meer kennis van brandveiligheid is nodig. Niet alleen bij ondernemers, maar ook bij ambtenaren en architecten.” Weges vindt de gebruiksvergunning vaak overbodig. „Ze zijn in veel gevallen dusdanig inhoudsloos, dat ik me afvraag waarom ze bestaan. Talloze vergunningen die ik onder ogen heb gehad, hebben nauwelijks toegevoegde waarde ten opzichte van de geldende wetgeving. Een melding zou voldoende zijn, waardoor gemeenten zich meer kunnen toeleggen op het toezicht.” Volgens Weges misbruiken gemeenten de gebruiksvergunning vaak om bouwkundige achterstanden in te halen. „Dan blijkt een gebouw niet in orde en verschijnen er allerlei bouwkundige voorwaarden in de gebruiksvergunning, die daar niet thuishoren.” Tekst: Addo van der Eijk Foto: Flip Franssen/HH
31
HandHaving 2006 #1
zalen’ van de VROM-Inspectie. „De inhaalslag kost zoveel energie, dat als de vergunning eenmaal verleend is, controles achterwege blijven. Het gevolg is een groot verschil tussen wat op papier staat en de werkelijkheid.” Vorig jaar oktober was er in Brabant en Limburg al een uitgebreid onderzoek bij 85 groepsaccommodaties. Toen bleek bij een kwart van die bedrijven de brandveiligheid slecht tot zeer slecht te zijn.
Woonconsulent Marc Lansink (rechts) en Evert Peereboom: „ Je fotografeert bijvoorbeeld het naamplaatje, je praat met de buren en vraagt hoe vaak die persoon er is.”
HandHaving 2006 #1
Tien tot twintig procent van de woningen van de Rotterdamse woningbouwcorporatie de Nieuwe Unie zou worden onderverhuurd. De Nieuwe Unie zocht het uit met een nieuwe methode: de computer rekent en de woonconsulent fotografeert naamplaatjes.
32
„Onderhuurders zijn de beste huurders die je kunt hebben: ze betalen altijd op tijd en klagen nooit, want ze willen geen contact met de woningbouworganisatie”, zegt Evert Peereboom van de Rotterdamse woningbouworganisatie de Nieuwe Unie. Half grappend: „Onze financieel directeur heeft er geen bezwaar tegen.” Toch is de Nieuwe Unie vorig jaar met een experimenteel onderzoek gestart om onderhuur te bestrijden: de computer rekent uit welke huurders waarschijnlijk in de fout zijn gegaan. Peereboom, projectleider aanpak woonfraude, legt uit waarom de Nieuwe Unie onderhuur aanpakt. „We hebben nu een wachtlijst van zes, zeven jaar. Onze woningen worden steeds schaarser en bijbouwen is moeilijk. Dan is het zaak dat de woningen díe we hebben in de juiste handen vallen. Het is onacceptabel dat er mensen voorpiepen”, stelt hij. Maar dat is niet het enige. „Als je veel onderhuurders hebt, dan is het een komen en gaan. Er is dan veel minder betrokkenheid.” Dat is niet best voor de kwaliteit van een woonwijk: het werkt verloedering in de hand. Strafbaar is onderhuur van een woning niet. „Het is voor ons wel contractbreuk. De huurder verklaart immers dat hij of zij daar woont.”
In de Rotterdamse wijk Katendrecht staat woonconsulent Marc Lansink op een afgetrapt balkon dat toegang geeft tot drie portiekwoningen. Zo’n beetje alle woningen in deze oude wijk, die rond 1900 is opgetrokken op een schiereiland, zijn van deze woningcorporatie. De woonconsulent heeft als taak de wijk schoon, heel en veilig te houden. Om hem heen een omgevallen prullenbak, verregende kranten, gebroken tegels en opengebarsten vuilniszakken. „In dit portiek zaten heel veel gezinnen in onderhuur en op deze rommel was niemand aan te spreken. Met onderhuur weet je gewoon niet wie in welk pand verblijft.” Inmiddels staat het pand grotendeels leeg in afwachting van renovatie. Ogen en oren Lansink vertelt uit hoe de Nieuwe Unie tot voor kort onderhuur opspoorde. „Als je een tip kreeg, sprong je direct in de auto en sprak je de bewoners aan.” Zoals bij een melding van het oude vrouwtje dat bekend stond als de ogen en oren van haar buurt. „Ik daarheen. Tref ik twee jongens aan die aan het verhuizen zijn en met een bed in hun handen staan. Ik vraag: waar is de huurster? Die was bij haar man in Londen,
zeiden die jongens. De vrouw is voor een gesprek naar ons kantoor gekomen en zei: ik wóón daar gewoon. Toen zeiden we: dan gaan we nú naar de woning om te controleren.” Lansink stapte in zijn auto en reed naar de woning. De vrouw ging te voet weg, maar arriveerde niet bij de woning. De woonconsulent stond met lege handen. „We hebben het niet bewezen kunnen krijgen.” Omstandigheden „De consulent werd geleefd door de dag”, vat Peereboom samen. „En als we een zaak deden, hadden we een advocaat nodig. Dat maakte het vaak weer heel erg duur.” Sinds vorig jaar gooit de Nieuwe Unie het over een andere boeg. Met steun van het Ministerie van VROM en de SEV (voorheen de Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting) is de corporatie gestart met datamining, een aanpak waarbij de computer een berg gegevens doorwroet. Met datamining werd het bestand van ongeveer 23.000 woningen door de computer gehaald. Er werd gescreend op ruim twintig omstandigheden die kunnen duiden op onderhuur. Bijvoorbeeld: de huur wordt betaald door iemand anders dan de huurder, er zijn meldingen van buurtbewoners, de huurder heeft tevens een koopwoning of het telefoonnummer van de huurder staat geregistreerd op een ander adres. Hoe hoger de totaalscore, hoe groter de kans op
onderhuur. Na een paar dagen rekenen concludeerde de computer dat in 932 gevallen (vier procent) sprake is van onderhuur. Waterdichte bewijzen van woonfraude in individuele gevallen heeft de computer niet. Wel kan hij voor elke woning aangeven hoeveel kans er is op onderhuur: 1, 2, 5, 15, 40 of 70 procent. Wat bleek? Bij 38 woningen was er een kans van 70 procent op onderhuur, bij 180 woningen was die kans 40 procent en bij 1814 woningen was de kans 15 procent. Bij het leeuwendeel van de woningen was de kans op onderhuur marginaal (1, 2 of 5 procent). Maar kansberekening zegt niet alles. Gegevens kunnen verouderd zijn en achter elk verdacht signaal kan een logische verklaring zitten. Dus gingen woonconsulenten bij 26 woningen (met een kans tussen 15 en 70 procent) op bezoek. Niet op goed geluk dus, maar met een goed gevuld dossier. Daarbij gingen de woonconsulenten steeds systematisch te werk, legt Lansink uit. De fijne kneepjes hadden ze geleerd van een recherche- en adviesbureau. „Als iemand een melding heeft gedaan, dan ga je daar eens mee praten. Daar maak je een verklaring van op en dan
heb je een bewijsstuk. Dan zoek je het adres op waar de hoofdhuurder zijn hoofdverblijf heeft. Eerst ga je wat rondneuzen. Je fotografeert bijvoorbeeld het naamplaatje, je praat met de buren en vraagt hoe vaak die persoon er is. Dan bel je aan. Komt de hoofdhuurder in een kamerjas aan de deur, dan confronteer je hem met de gegevens. En dan? Dan kan het alle kanten opgaan.” In 21 van de 26 bezochte gevallen constateerden de woonconsulenten inderdaad onderhuur. De meeste huurders, negentien, kozen prompt eieren voor hun geld en zeiden snel de huur op. Hun onderhuurders pakten daarop ook snel hun biezen. Met slechts twee huurders is de Nieuwe Unie bij de rechter beland. Geen advocaat Hoewel de eerste steekproef van 26 woningen geen wetenschappelijke conclusies toelaat, is voor Peereboom duidelijk dat datamining succesvol is. Bij tachtig procent van de bezochte woningen was inderdaad sprake van onderhuur, een hoger percentage dan voorspeld. „Dit jaar willen we 220 zaken aanpakken. Datamining doen we ook nog twee keer. Op basis daar-
van stellen we een target voor 2007. Dan bepalen we in hoeveel jaar we onder de hanteerbare drempel van 1 procent onderhuur zijn. Dat zal een jaar of vier, vijf duren.” Gemiddeld was een woonconsulent tien uur per woonfraudegeval kwijt. Daarvoor was dat minstens 20 uur. Bovendien is er nu in het gros van de gevallen geen advocaat nodig. Bijkomende voordelen zijn dat na beëindiging van de onderhuur de huur soms flink opgeschroefd kan worden (de Nieuwe Unie spreekt liever van ‘harmoniseren’). Daarnaast vervalt een eventuele herhuisvestingspremie. Christel Krebber van de SEV hoopt dat de Rotterdamse aanpak overslaat naar andere gemeenten, die volgens haar vaak niet weten hoeveel van hun woningen worden onderverhuurd. „Woningbouwcorporaties of grote particulier verhuurders kunnen deze methode adopteren. En verder vinden we het van belang dat gemeenten hiernaar kijken, omdat we denken dat dit toch een groot probleem is. Zeker middelgrote steden erkennen dat nog niet.” Tekst: Harry Perrée Foto: De Jong en Van Es
33
HandHaving 2006 #1
Computer speurt naar woonfraudeurs
Foto boven: Vanuit de ’controlroom’ werd het functioneren van de vestigingen en bedrijfsonderdelen gevolgd en beoordeeld.
Dossier: concerntoezicht
Foto onder: De groep die de afvalconcerns onder de loep nam. V.l.n.r. Peter van Gemert, Arie Witte, Ton Post en Jolanda Roelofs.
34
Grote, nationale ondernemingen zijn eigenlijk alleen nog te doorgronden door ze in één keer onder de loep te nemen. Dat blijkt uit de eerste ervaringen met concerntoezicht in de afvalbranche.
regels gelden, dan kun je handhaving en toezicht niet verschillend uitvoeren”, verklaarde hij daarover in dit blad.
Concerntoezicht. Het woord dook voor het eerst op in 2003 toen de VROM-Inspectie een interne ketencontrole uitvoerde bij een landelijk afvalconcern. Eén van de problemen waar de inspecteurs tegen aan liepen was dat het bedrijf een acceptatieprocedure voor bedrijfsafval laten goedkeuren voor zes vestigingen in vier provincies. Het bedrijf leverde één voorstel voor een procedure af bij de provincies. Logisch, want de vestigingen hanteerden intern dezelfde werkwijze en leken sterk op elkaar. De procedures werden echter verschillend beoordeeld. De ene provincies keurde goed, de ander oordeelde dat de procedure onvolledig was. Inmiddels is dat probleem uit de wereld. Alle door de provincies gesignaleerde knelpunten zijn gebundeld door de VROM-Inspectie. Daar is na overleg met betrokken partijen een acceptatieprocedure uitgerold die voor het hele concern geldt en die door de provincies uniform beoordeeld is. Het voorval was voor een grote, internationaal opererende afvalverwerker reden om persoonlijk bij VROM-staatssecretaris Pieter van
Risico’s zoeken Deze wens van de afvalbedrijven was niet de reden voor de VROM-Inspectie om zich te verdiepen in concerns. „We kennen die wens, maar wij wilden toch vooral onderzoeken of het mogelijk is de risico’s van overtredingen in een groot bedrijf met meer vestigingen goed in het vizier te krijgen. Tot nu toe heeft niemand de werkwijze van een concern onderzocht. Je hebt wel ketenonderzoeken, maar daarmee krijg je niet de risico’s van een bepaalde bedrijfsstructuur in beeld”, verklaart Jolanda Roelofs deze ambitie van de VROM-Inspectie. Om voldoende ervaring op te doen zijn twee concerns doorgelicht. Omdat het in beide onderzoeken onder andere draaide om het vinden van een goede toezichtmethode, worden de namen van de onderzochte afvalbedrijven niet gepubliceerd. „Dat hebben we vooraf met de ondernemingen afgesproken. Bij fouten is wel opgetreden. De provincies zijn daarom ook betrokken bij de bedrijfsbezoeken.”
Geel om één vergunningverlener en één toezichthouder voor de branche te vragen. Die had daar overigens wel oren naar. „Als nationaal dezelfde
DSM vraagt één loket DSM, voortgekomen uit de Nederlandse Staatsmijnen, is een van de grotere chemieconcerns in de wereld. Jan Zuidam, plaatsvervangend voorzitter van de Raad van Bestuur, pleitte onlangs in het kader van de Toekomstagenda Milieu van VROM voor één toezichthouder voor zijn concern. „Op dit moment hebben we bijvoorbeeld op onze locatie in Sittard-Geleen te maken met wel vier of vijf verschillende overheden die verschillende regels handhaven. Als je dat kunt terugbrengen naar één loket is dat voor het bedrijf veel efficiënter en duidelijker. Ik denk dat ook de overheid het daarmee ook gemakkelijker zou krijgen. Tegenstrijdigheid wordt dan eerder ontdekt.”
EVOA-ruimte Het eerste concernonderzoek van de VROM-Inspectie startte drie jaar
>>
35
HandHaving 2006 #1
HandHaving 2006 #1
Toezicht op grote bedrijven vraagt een gelijk speelveld
Eenvoudig is het niet, maar toch bleek het mogelijk de afvalstromen dwars door een groot concern te volgen.
geleden bij een landelijk opererend, allround afvalbedrijf. Deze onderneming wordt centraal geleid vanuit een hoofdkantoor. Al het werk wordt aangeboden onder één bedrijfsnaam en de financiële administratie zit op het hoofdkantoor. Het onderzoek volgde die stijl en beoordeelde vanuit de ’controlroom’ het functioneren van de vestigingen en bedrijfsonderdelen. „Zo’n centraal geleide onderneming vergelijkt bijvoorbeeld dagelijks het rendement van hun vestigingen en de opbrengst van de verschillende soorten afval. In het hoofdkantoor wordt ook sterk gelet op de EVOA-beschik-
kingen van de verschillende vestigingen. Het bedrijf dat nog ’EVOAruimte’ heeft handelt een transport administratief af. Dat het vervoer van afval tussen de Nederlandse vestigingen zo sterk financieel wordt gestuurd en vaak verband houdt met exportvergunningen, was een eyeopener voor de onderzoekers. „Zo’n bedrijf functioneert in Nederland, maar de strategie is internationaal: de opbrengst bepaalt de route van het afval.” Concerns zijn doorgaans groot, ze zijn meestal niet log. „Het bedrijf reageert à la minuut op de markt. Wij hadden in kaart gebracht hoe de
HandHaving 2006 #1
160 vergunningen voor een pijpleiding Zo’n 160 vergunningen, 25 verschillende gemeenten, drie provincies, een reeks waterschappen, de brandweer, Domeinen, de Nederlandse Spoorwegen en enkele Rijksinspecties zijn normaal actief om de aanleg van een gasleiding door Groningen, Friesland en Drenthe te begeleiden. Dat kan ook anders, dachten de VROM-Inspectie, de provincie Groningen en de Gasunie. Daarom wordt de aanleg van de pijpleiding nu vergund en gecontroleerd door het team ’Gasunie II’. Doel is een efficiënte en verantwoorde vergunningsysteem en toezichtmethode op te zetten. Het samenwerkingsverband bundelt alle expertise, elimineert een groot deel van de overheidsbemoeienis en probeert ook aan te sluiten bij de werkwijze van het concern. Pieter van Geel, staatssecretaris VROM, gaf in oktober het startsein voor de proef. In april worden de eerste ervaringen gepresenteerd. Landelijk heeft Gasunie met haar 1200 installaties te maken met zo’n 600 verschillende vergunningverlenende instanties. Het concern pleit daarom voor een VROM-omgevingsvergunning voor alle installaties en vestigingen in het land en één organisatie die het bedrijf controleert.
36
Nadere inlichtingen: H. Werkman, VROM-Inspectie, tel. 050 - 599 27 00,
[email protected], S. Procee, NV Nederlandse Gasunie, tel. 050 - 521 33 10,
[email protected]
afvalstromen primair liepen binnen het tweede concern dat we hebben doorgelicht. Toen we daadwerkelijk binnenstapten, bleek er bij een vestiging een houtbreker te zijn geplaatst. Die moest renderend draaien, dus al het hout ging opeens daar naar toe.” Spaghetti Voor het concernonderzoek in 2005 is met opzet een heel andere type bedrijf uitgekozen dan het eerste. „Hetzelfde kunstje nog een keer doen, daar leer je niets van. We hebben gezocht naar een compleet ander concern dat echter ook de hele afvalketen omspant, verspreid is in het land en ook gevaarlijk afval verwerkt.” De gekozen onderneming is beursgenoteerd en zetelt in het buitenland. De Nederlandse tak van de onderneming telt acht dochterondernemingen die werken onder eigen naam en daaronder functioneren nog eens bijna twintig BV’s met ook ieder een andere naam. Al deze vennootschappen zijn eigendom van de grote buitenlandse onderneming, maar er is ogenschijnlijk nauwelijks centrale sturing of een zichtbaar concernbelang. Iedere BV heeft een eigen winstverantwoordelijkheid. De strategie van de eigenaar is gericht op marktaandeel (zoveel mogelijk afval vergaren en verwerken) en minder op het bieden van een totaalpakket aan diensten. Om het nog eenvoudiger te maken, heeft een deel van deze cluster bedrijven nog een aparte recyclingpoot opgericht waar BV’s aan deelnemen die eigendom zijn van
de buitenlandse moeder en een paar andere ondernemingen. Roelofs toont een ’schema’ van de productstromen tussen de verschillende BV’s, de eigen
Schaalvergroting
vestigingen en de andere betrokken bedrijven. Dat overzicht doet sterk denken aan een bord spaghetti. Roelofs lacht: „We hebben onder de ruim twintig inrichtingen wel vijf knooppunten kunnen traceren waar veel soorten afval langskomen of worden bewerkt.”
De schaalvegroting in de afvalsector gaat snel. Inmiddels is circa 45% van de afvalmarkt in handen van vijf concerns. Dat afval big business is bleek begin dit jaar bij de verkoop van marktleider Afvalverwerking Rijnmond voor 1, 4 miljard Euro aan een consortium van Amerikaanse en Nederlandse beleggers. De vooruitzichten voor de branche zijn gustig, mede dankzij het recente stortverbod van afval in Duitsland. Afvalconcerns bereiden zich ook voor de handel in brandbaar afval op Europese schaal vanaf 2007. De marktleiders in Nederland zijn momenteel (tussen haakjes de jaaromzet in 2004): 1 AVR, (507 miljoen) 2 Sita Nederland (436 miljoen) 3 Essent Milieu (414 miljoen 4 Van Gansewinkell (348 miljoen) 5 Shanks Nederland (297 miljoen)
Openbare bronnen Bij het eerste en tweede onderzoek zijn de concerns met hulp van openbare bronnen in kaart gebracht. „Je analyseert vooraf hoe de onderneming in elkaar steekt. Dat is goed te doen op basis van jaarrekeningen, het handelsregister en artikelen in vakbladen en overzichten van het Landelijke Meldpunt Afvalstoffen (LMA). We werden, die nieuwe houtbreker uitgezonderd, verder niet verrast toen we de bedrijven bezochten.” In het buitenlandse concern werd afvalhout, -olie, -water, -slib en bouw- en sloopafval gevolgd vanaf het moment van aanleveren bij een van de vestigingen tot en met de eindverwerking, doorverkoop naar een ander bedrijf buiten het concern of export. Er is gekeken in hoeverre partijen afval gevolgd kunnen
worden in zo’n grote organisatie; of de vestigingen zich houden aan de vergunningen; hoe het toezicht is geregeld en welke vergunningen zijn afgegeven. Bij het eerste onderzoek kwamen er verschillen aan het licht tussen de financiële administratie en de verplichte afvalstoffenadministratie, maar de boekhoudkundige kennis was onvoldoende om de vinger op de echt zere plekken te kunnen leggen. Daarom is bij de tweede ronde een accountant ingeschakeld. Die heeft in ieder geval het deel van de boekhouding van de holding en enkele vestigingen doorgespit. Bij beide concerns was de boekhouding ’onduidelijk’, maar de redenen daarvoor waren verschillend. Het Nederlandse bedrijf heeft een geconsolideerde jaarrekening; de verschillende inrichtingen onder deze rechtspersoon (BV of NV) zijn daarom niet verplicht onderlinge producttransacties administratief te verwerken. Daardoor is moeilijk na te gaan of de echte route van het afval strookt met de financiële boekhouding en de afvalstoffenadministratie. Die mist hangt ook boven het tweede concern, maar dat komt juist omdat alle vestigingen >>
37
HandHaving 2006 #1
Dossier: concerntoezicht
Horen, zien en handhaven Het actieprogramma Handhaven op Niveau stopte eind 2005 onder de stevige titel ’Horen, zien, handhaven’ met een groots opgezette slotmanifestatie in Den Haag. Vijf jaar hamerde het Ministerie van Justitie via dit project op verbetering van het bestuurlijk toezicht. HandHaving vroeg een aantal congresgangers naar het praktische rendement.
HandHaving 2006 #1
De ene dochter vaker dan een ander
38
De bedrijven ervaren niet alleen de voordelen van verschillen in handhaving, ze maken ook kennis met de nadelen. Het IPO onderzocht hoe groot in 2004 de verschillen zijn in kwaliteit en frequentie van controlebezoeken van provincies bij de bedrijven waar ze bevoegd gezag zijn. Volgens deze enquête varieert het aantal bedrijfsbezoeken van gemiddeld twee keer per jaar (Gelderland) tot vijf keer (Zeeland). Ook hanteren de provincies verschillende prioriteiten. Zo gaven drie provincies dat jaar extra aandacht aan afvalbedrijven, de rest niet. Bij de twee afvalconcerns die de VROMInspectie onderzocht varieerde de controlefrequentie ook flink. Het ene dochterbedrijf werd jaarlijks één keer bezocht, de ander zes keer per jaar.
‘Shredder BV’. De documentatie die hoort bij de afvaladministratie gaat wel naar Afvalbak. Shredder BV moet de vracht afval dan wegen. Gevolg is dat er handmatig achteraf ’correcties’ worden uitgevoerd en dat de financiele administratie er anders uitziet dan de afvalregistratie. „Het is niet duidelijk of de administratieve route ook de werkelijke route van het afval is. Het maakt het toezicht moeilijker, helemaal als er bijvoorbeeld verschillende vestigingen onder één inzamelnummer werken.” Eenvoudig is het niet, maar toch bleek het voor de VROMInspectie en de accountant mogelijk de afvalstromen dwars door een groot concern te volgen, waar nodig sancties op te leggen en conclusies te trekken over de naleving. „Zo’n groot bedrijf is ook een keten. We ontdekten nu onvolkomenheden die nooit aan het licht komen als je slechts een van de inrichtingen controleert.” Verschillen Een risico is dat de grote concerns gebruik kunnen maken van de verschillen in regelgeving en provinciale en internationale controles. Als er in Duitsland goedkoop gestort kan worden, dan komen verwerkingstechnieken in eigen land niet meer aan bod. Als provincie X peilbuizen eist onder een opslag en provincie Y een vloeistofdichte vloer, dan vraagt men vergunning aan bij X omdat daar de opslagkosten dan het laagst zijn. De verschillende vergunningvoorschriften van de verschillende provincies bleken niet altijd handhaafbaar. „We kwamen tegenstrijdige eisen
tegen of er ontbrak een rendementseis. Je hebt dan wel een norm opgelegd, maar er is geen meetbaar doel aan gekoppeld.” Het ontbreken van uniforme vergunningverlening en toezicht (zie kader) is vragen om moeilijkheden, concludeert de VROM-Inspectie. Het maakt handhaving onnodig ingewikkeld en de bedrijven gebruiken maken van de regionale verschillen om – in dit geval – met afval te gaan slepen. De provinciale verschillen voeden bovendien het besef dat de overheid niet met één mond spreekt. Roelofs: „We merkten dat de concerns daar verbolgen over waren. Zo’n onderneming werkt intern met één landelijke afspraak en ervaart dan dat de ene provincie stringentere milieuregels stelt dan de andere. Dat is hinderlijk.” Tekst: Hans Oosterhof Foto: Koen Suyk/ANP, NFP photography, Tineke Dijkstra/HH
den en andere toezichtorganisaties stimuleren en faciliteren bij de uitvoering van de wetgeving rond milieu, prostitutie, coffeeshops, brandveiligheid, ruimtelijke ordening buitengebied, leefomgeving en leerplicht. Paradepaardje van het actieprogramma was Programmatisch Handhaven, oftewel planmatig toezicht. Bij milieu werd dit tevens gestimuleerd via de professionalisering milieuhandha-
’We zijn op de goede weg’
Nadere inlichtingen: www.handhavenopniveau.nl, www.rijkaanhandhaving.nl Tekst: Nicoline Elsink Foto: Format
▼ Robert
’Veel op website gekeken’
▲
ving (nulmeting). Ook verzamelde Handhaven op Niveau praktijkvoorbeelden waar anderen iets van konden opsteken.
Johan Rückert en Joyce Francke
zijn collega’s in de gemeente Heiloo. Rückert is milieuambtenaar en Francke juridisch medewerker, afdeling VROM. Jarenlang was Rückert dé handhaver in de gemeente, zo’n beetje de enige die in het buitengebied rondliep. Zonder back-up van een binnenmedewerker. De komst van Francke moet daar verandering inbrengen. Haar aanstelling is een direct gevolg van het actieprogramma Handhaven op Niveau. „Voor Heiloo was het project Handhaven op Niveau een uitkomst. Het gemeentebestuur moest van ver komen. Er is een ad interim medewerker aangetrokken. De hele organisatie van de handhaving is op Handhaven op Niveau geënt: programmatisch handhaven, risicoanalyse: het is allemaal toegepast en gebruikt.” Ook heeft Heiloo een eigen ‘best practice’-onderzoekje opgezet. De gemeente is gaan buurten bij Zaanstad en Eindhoven. Hoe hebben die gemeenten de handhaving georganiseerd? Heiloo heeft veel op www.handhavenopniveau.nl gekeken. „De oprichting van het kenniscentrum is nuttig. Handhavers moeten op niet op een eilandje zitten.” Terugkijkend op het slotcongres zegt Rückert: „De forumdiscussie wees uit dat we op de goede weg zijn. Maar ook dat we ons doel nog niet hebben bereikt. De dag was informatief en het was nuttig om met collega’s te praten.”
Rook
heeft alles wat uit de koker van Handhaven op Niveau kwam goed gelezen. Vooral de handhavingskrant las de handhaver graag. „Ik ben uitvoerder en geen beleidsman, dus ik heb de informatie niet zelf gebruikt in de praktijk.” Het verspreiden van bruikbare methoden had voor hem de meeste toegevoegde waarde. „Verbreding van kennis kan leiden tot een frisse kijk op de zaken en voorkomt tunnelvisies. De workshop scenario’s en handhavingscommunicatie op deze dag waren interessant.”
’Informatie niet zelf gebruikt’ 39
HandHaving 2006 #1
vrij autonoom zijn en de werkwijze en kwaliteit per administratie nogal verschilt. Het moederbedrijf rekent af met de fiscus, waardoor de individuele financiële prestaties van de dochters onzichtbaar blijven. Bovendien maken de vestigingen in wisselende samenstelling ook gebruik van elkaars handelsnamen. Uit commercieel oogpunt worden er bijvoorbeeld facturen gestuurd onder de naam ‘Afvalbak’. Het afval gaat echter niet naar Afvalbak, maar naar
Veel moeite was gedaan om Handhaven op Niveau na vijf jaar gedenkwaardig af te sluiten. Een omvangrijk programma met workshops, politieke kopstukken, culinaire verrassingen en een tas vol cadeautjes (waaronder een sweater met daarop levensgroot het motto van die dag) als afscheid. Veel congresgangers waren eerder bij de grote manifestaties in Utrecht. HandHaven op Niveau wilde overhe-
▲ Marco
’Goede integratie bouwen en milieu’
Deenik en Sylvia de Graaf
Jos Bleeker
40
▲
HandHaving 2006 #1
’Ik had meer groen willen zien’
teamleider cluster groen van de provincie Noord-Holland, had in het actieprogramma Handhaven op Niveau meer ‘groen’ willen zien. „De hulpmiddelen gingen toch vooral over grijze handhaving, veel over milieu.” Handhaven op Niveau is naast het professionaliseringsproject een stimulans tot verdere verbetering van en samenwerking in de handhaving. Vooral de concrete producten werpen vruchten af. „In de Noord-Hollandse praktijk hebben we hun handleiding programmatisch handhaven en buitengebied toegepast.” Op deze slotdag heeft Bleeker meer geleerd over de Tafel van Elf en vooral hoe je daarmee hardnekkige problemen aan kunt pakken. „Verder moeten we het preventieve karakter van communicatie als handhavingsinstrument niet onderschatten, naast de traditionele instrumenten bestuursrecht en strafrecht.”
shop van het actieprogramma komt daarbij goed van pas.” Martin Teunissen, juridisch medewerker bouw- en woningtoezicht viel op hoe enthousiast sommige gemeenten bezig zijn hun handhaving
▲
Miriam Rasoelbaks
van de gemeente Maasdonk stellen dat het actieprogramma in hun gemeente mede heeft geleid tot integratie van de handhaving van het rode (bouwen) en het grijze (milieu) kleurspoor. „De handhaving van beide kleursporen wordt nu op een professionele manier uitgevoerd, waarbij op organisatieniveau vergunningverlening en handhaving zijn gescheiden.” Gemeente Maasdonk heeft de leergang programmatisch handhaven en de Tafel van Elf-methode toegepast. Ook is samengewerkt met het Servicepunt Handhaving en is met de collega-gemeenten gewerkt aan protocollen en standaarddocumenten. „Op deze congresdag hebben we wel wat opgestoken. Nu de gemeente voldoet aan de kwaliteitscriteria, moet de uitvoering volgens die criteria verlopen. Zodat het actieprogramma geen papieren tijger wordt. In de workshops hebben we ervaringen gedeeld met andere gemeenten over de wijze waarop je de professionalisering van de handhaving en de uitvoering beter kan inbedden in de organisatie en de omgeving.”
’Te veel reclamepraatjes’
Zijn handhavers doorgaans bedaard en veelal van middelbare leeftijd? Twee jonge mannen uit de gemeente Nieuwegein bewijzen het tegendeel. Als juridisch medewerkers ’die nooit buiten komen’, zeggen zij veel van Handhaven op Niveau te hebben opgestoken. „Vooral de website hebben we gebruikt voor het vergaren van informatie over handhaving”, zegt Maarten van Rijbroek (links op de foto), juridisch medewerker van de gemeente Nieuwegein. „Bij ons zijn we bezig met de uitvoering van het coffeeshopbeleid. Het thema coffee-
is raadslid en zit in de commissie Algemene Bestuurlijke zaken van de gemeente Haarlem. Die commissie behandelt veiligheid, crisisbeheersing, rampenbestrijding en openbare orde. „Ik heb vijf jaar met veel interesse de discussies over handhaving gevolgd en er aan meegedaan. In onze gemeente hadden we niet zo lang geleden de brand in de Koningskerk waarbij drie brandweermensen om het leven zijn gekomen. Bij het onderzoek daarnaar was ik actief betrokken.” Handhaven op Niveau heeft mede geleid tot integratie van de handhavingstaken van zestien organisaties in haar regio. „Voor mij is de bestuurlijke en juridische controle op dit initiatief een punt van zorg. Al deze organisaties kunnen het bestand met persoonsgegevens raadplegen. Eén fout in dat bestand en de burger is de pineut. Daarom ben ik ook niet voor gegevens al te klakkeloos op internet zetten, sommigen hier bepleiten. Dat is te privacygevoelig.” Rasoelbaks nam op de slotmanifestaties met interesse kennis van de mogelijkheden van de brandweerauto Mercedes
’Een evacuatieoefening, daar heb je je hele leven iets aan’
Unimog. „Die terreinwagen kan in de duinen rijden en tegelijkertijd blussen. Brandvoorlichting geven op scholen is ook een heel goed idee. Een evacuatieoefening, daar heb je je hele leven iets aan.”
te verbeteren. „Dat is interessant.” De workshops vonden ze niet zo bijzonder. „Te veel reclamepraatjes: kijk eens hoe goed ik ben.”
Prijs voor escortservices? Ter gelegenheid van het slotcongres werd een oorkonde uitgereikt aan de beste ‘Best practice’ van het actieprogramma. Winnaar was de gemeente Den Haag voor de aanpak van escortbedrijven. Althans, zo leek het voor de congresgangers omdat burgemeester Wim Deetman de overhandiging aangreep om dit project in zijn stad te promoten. ,,Als ik over de escortservices begin, reageert men met ‘Wat heb jij toch met die branche?’ Maar alle gekheid op een stokje, in die bedrijfstak doen zich wantoestanden voor. Dat mag een overheid niet laten gebeuren.“ De escort blijkt een vluchtheuvel voor mensen zonder verblijfsvergunning en een bron voor mensenhandel. Den Haag heeft de bestuurlijke handhaving van deze branche opgepakt na het afschaffen van het bordeelverbod. Eigenlijk kreeg Den Haag de prijs voor een Infodesk brandveiligheid en een daaraan gekoppelde databank, maar door de rommelige overhandiging en het dankwoord van Deetman werd dat niet duidelijk. >>
41
HandHaving 2006 #1
’Het mag geen papieren tijger worden’
▲
Maarten Rijbroek en Martin Teunissen
’We zijn flink opgeschoten’
▲ Rein
Welschen
Oud-burgemeester van Eindhoven en oud-waarnemend burgemeester van Westland. Hij zweepte beide gemeenten op om wat betreft toezicht toch vooral mee te draaien aan de top. Als voorzitter van Handhaven op Niveau was hij daartoe wel verplicht. „Gemeenten waar ik leiding aan geef, moeten willen excelleren. In Westland heb ik de handhavingcoördinator onmiddellijk naar de handhavingsregisseur gestuurd. Uitwisseling van kennis is essentieel.” Welschen vindt dat de handhavingsregisseurs die zijn voortgekomen uit de eindmeting milieuhandhaving nu vooral de achterblijvers bij de les moeten houden. „Het allerbelangrijkste is het realiseren van een handhavingsprogramma op basis van risico’s.” Handhaven op Niveau heeft het toezicht in Nederland veel verder gebracht, meent hij. „We zijn flink opgeschoten, hoewel het kwaliteitsniveau verder omhoog moet. Gemiddeld ligt dat nu op 60 tot 70%. Vooral kleine gemeenten lopen achter. Welschen vindt niet dat ‘we’ er al zijn. „Het vak behoeft nog meer aandacht. Ik zie het zo: 50% van de handhaver is attitude, 50% is vakkennis. Nu moeten we het vak met elkaar verbeteren. Ook structureel methodische en systematische analyses uitvoeren van alle vormen van handhaving.” „Waarom het actieprogramma stopt? „Na vijf jaar is het tijd voor nieuwe gezichten en nieuwe plannen. Dat is een natuurlijk gegeven. Er treedt slijtage op.” De kennis gaat niet verloren, bezweert Welschen. „Er komt een Servicecenter, waarin het Ministerie van Justitie, IPO, VNG en de Unie van Waterschappen deelnemen.”
▼ Femke
Wuijts
senior beleidsmedewerker afdeling milieuzaken, dienst Ruimtelijke Ontwikkeling van de gemeente Dronten, heeft op het slotcongres bestaande kennis horen bevestigen. Vooral de workshop over realistische scenario’s had haar aandacht. „Die techniek ga ik zeker gebruiken bij het opstellen van beleidsnota’s.” Het actieprogramma Handhaven op Niveau en het project Professionalisering van de milieuhandhaving geven allebei goede en praktische handreikingen voor opzet en uitvoering. „Dronten is uit de regionale samenwerking voor milieutoezicht gestapt. We doen dit weer zelf. Voor documenten als strategische milieuhandhaving zijn de inzichten van de Tafel van Elf toegepast.”
’Nieuwe techniek ga ik zeker gebruiken’
HandHaving 2006 #1
Geen waardering
42
Het actieprogramma Handhaven op Niveau is gestart in 2000 na de vuurwerkramp in Enschede. Voor de uitvoering van het actieprogramma werd een projectgroepje ingesteld en ondergebracht bij het Expertisecentrum Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie. Bestuurders als Rein Welschen en Ank Bijleveld-Schouten (burgemeester Hof van Twente) waren lid van de stuurgroep Handhaven op Niveau. Zij namen deel aan de forumdiscussie op het slotcongres, evenals Jan Franssen (Commissaris van Koningin provincie Zuid-Holland), Frans Leeuw (directeur WODC en voorzitter beroepsvereniging Vide) en Elly Romanesko (directeur College bescherming persoongegevens). Tijdens de discussie gaf Franssen een opmerkelijk inkijkje in het politiek-bestuurlijke wereldje. Na een opmerking uit de zaal over de waardering en positie van handhaving zei Franssen dat het vak niet de waardering krijgt dat het verdient. „Dat merk je bij de portefeuilleverdeling na de verkiezingen. De portefeuille handhaving is dan een zogenaamde restpost. Het speelt geen rol in coalitieonderhandelingen.” In de workshop competenties was een andere opmerkelijke reflectie te horen. „Allerlei mensen zijn in organisaties doorgeschoven naar handhaving, zonder veel aandacht voor benodigde competenties. Die types richten nu veel ellende aan.”