speciaal basisonderwijs
’De Trilker’ Schoolgids
Inleiding Deze schoolgids gaat over ‘de Trilker’, de openbare school voor speciaal basisonderwijs in Leeuwarden. In de gids wordt verteld over de sfeer die wij op school nastreven, de manier van werken en de plaats van het speciale basisonderwijs. De organisatie komt aan bod evenals de zorg voor kinderen en de verhouding tussen ouders en school. Daarnaast geeft Proloog (ons schoolbestuur) een brochure uit met allerhande wettelijk-formele regelingen die op onze school van toepassing zijn. Informatie over de bijzondere gebeurtenissen van ieder schooljaar krijgt u door de kalender, die alle ouders ieder nieuw schooljaar via de kinderen krijgen. Op de achterkant van ieder kalenderblad staat praktische informatie over de school. Voor opmerkingen of vragen kunt u terecht bij de administratie of bij de directie. Juni 2006
Schoolgids ‘de Trilker’
2
Adressen en telefoonnummers Telefoon school Verdistraat 2-4 8915 CD - Leeuwarden
058 2125818
Bureau Proloog
058 2347520
Telefoon Proloog Website www. trilker.nl www. proloogleeuwarden.nl Email Directie Interne begeleiding
[email protected] [email protected]
3
Speciaal basisonderwijs Leeuwarden
Inhoudsopgave Inleiding Adressen en telefoonnummers Inhoudsopgave
2 3
1. 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Kennismaking met de Trilker Wat is speciaal basisonderwijs? Het lesprogramma Ontstaan van het speciale basisonderwijs Het schoolbestuur De openbare school als ontmoetingspunt
4
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Doel van het speciale basisonderwijs Hoofddoelstelling De leerlingen van de Trilker Het pedagogische klimaat Taken van de Trilker Leerlingen met leerlinggebonden financiering
6
3.
De leerstof
9
4.
De organisatie van het onderwijs
12
5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
Het volgen van de ontwikkeling Kennismaking Dossiers Bespreking van de leerlingen De interne begeleiders Extra zorg op de Trilker Op de hoogte blijven
13
6.
Na de Trilker
17
7.
Weer Samen Naar School
17
8.
De Trilker in de toekomst
18
9.
De Trilker en de ouders
19
10.
Medezeggenschap
20
11.
Financiën
20
12.
Overige regelingen en afspraken
21
Begrippenlijst – gebruikte afkortingen
5
7 8
14 15 16
23
Schoolgids ‘de Trilker’
1.
4
Kennismaking met ‘de Trilker’ 1.1 Wat is speciaal basisonderwijs? De Trilker is een school voor speciaal basisonderwijs. Het SBaO is niet hetzelfde als het SO (speciaal onderwijs) van voor 1998. Het SBaO valt sinds die tijd onder dezelfde wet als het ‘gewone’ basisonderwijs. Dat heeft veranderingen met zich meegebracht. Zo vallen wij nu onder de ‘normale’ inspectie op het primair onderwijs. Ondanks dat willen wij ons blijven onderscheiden van andere basisscholen door een andere aanpak en door de inhoud van het onderwijs zo goed als we kunnen af te stemmen op individuele mogelijkheden. Als een leerling bij ons wordt geplaatst, gaat het om een kind met specifieke hulpvragen in het basisonderwijs en die daarom aan ons wordt toevertrouwd. Een aangepaste onderwijsomgeving Sommige kinderen ‘redden het niet’ in het gewone basisonderwijs. Er wordt gezocht naar oplossingen in de zin van extra hulp en aandacht. En als die niet helpen, wordt er gezocht naar alternatieven voor het gewone basisonderwijs. Onze eerste opdracht is dat een kind zich plezierig moet voelen in de school. Daar wordt immers een groot deel van de dag doorgebracht. Om optimaal te kunnen leren, ben je sterk afhankelijk van de sfeer in de school en de klas. De manier waarop kinderen worden benaderd en de stijl van onderwijzen zijn net zo belangrijk of zelfs belangrijker dan het ontwikkelen van zeer verfijnde didactische strategieën. Voor het bereiken van die ontspannen sfeer hebben wij hulp nodig van de ouders. Als zij aan hun kind merken dat hij of zij zich op school niet lekker ‘in zijn/haar vel’ voelt, dan willen wij dat weten en dan wordt (liefst samen) aan dat probleem gewerkt. De Trilker probeert antwoord te vinden op specifieke onderwijskundige behoeften Met het ontstaan van het SbaO zijn er grote verschillen ontstaan in leermogelijkheden. De problemen variëren; we onderscheiden: - Algemene leerproblemen (Taalachterstanden, moeilijk leren, moeilijk abstraheren) - Specifieke leerproblemen (Specifieke taalproblemen, dyslexie, dyscalculie) - Gedragsproblemen (ADHD, ADD, PDD-NOS, ODD) Het gevolg daarvan is dat het schoolteam moet omgaan met grote verschillen in intelligentie en (specifieke) leerproblemen.
1.2 Het lesprogramma Hoewel het lesprogramma in principe gelijk is aan dat van de gewone basisschool, zijn niet alle werkwijzen van het basisonderwijs geschikt voor onze leerlingen. Het basisonderwijs wordt steeds meer gericht op opbrengsten van het leerproces. Voor onze leerlingen krijgt het toetsen daarvan vaak een negatieve lading. Wij meten de prestaties van onze leerlingen zeker ook, maar doen dat meer gericht op de persoonlijke prestatie. Individuele problemen of beperkingen spelen mee in de benadering, de groepsnorm is niet bepalend voor een beoordeling in goed of slecht. De stijl van onderwijzen is gericht op het tijdens het lesgeven onderkennen van problemen, het voorkomen ervan en het direct aanpakken. Onze kinderen vragen om directe feedback en beoordeling en niet achteraf zoals dat bij toetsen het geval is. Voor die direct diagnosticerende stijl van onderwijzen hebben wij onze aangepaste groepsgrootte. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen van verschillende niveaus binnen één groep samen bezig kunnen zijn met dezelfde onderwerpen en onderwijsdoelen: wij kiezen voor heterogene groepen. De sociale ontwikkeling (mogelijkheid tot hulp en samenwerking) is voor ons belangrijk bij de indeling in groepen, even belangrijk als het leerniveau. Leerlingen van het speciale onderwijs zullen meer weerstanden moeten overwinnen dan leerlingen van het gewone basisonderwijs. Ze zullen soms ook kennismaken met een lichtvaardige beoordeling door anderen. Daarom werkt de Trilker er extra hard aan om de leerlingen te leren: - hulp te vragen en te geven - zelfkennis te ontwikkelen Het onderkennen van je sterke en je zwakkere kanten helpt bij de ontwikkeling tot een evenwichtige persoonlijkheid.
Speciaal basisonderwijs Leeuwarden
5
1.3 Ontstaan van het speciale basisonderwijs Het onderwijs in Nederland kent een eeuwenlange traditie van twee richtingen. Naast openbaar onderwijs dat open staat voor iedereen, ongeacht levensvisie of religie bestaat er bijzonder onderwijs. Allebei kenden ze eerst alleen scholen voor gewoon lager onderwijs. Pas later richtte men scholen op voor buitengewoon lager onderwijs. Dat was bestemd voor kinderen die niet ‘pasten’ in het gewoon lager onderwijs. Buitengewoon lager onderwijs werd later speciaal onderwijs en heet nu speciaal basisonderwijs. Nieuwe wet Op 1 augustus 1998 trad een nieuwe Wet op het Primair Onderwijs (WPO) in werking. In deze wet worden zaken rondom het onderwijs aan kinderen van 4 tot 12-14 jaar geregeld. De wet gaat over het basisonderwijs en een aantal vormen van speciaal onderwijs. LOM en MLK-onderwijs worden niet meer apart genoemd, In plaats daarvan spreken we alleen nog over speciaal basisonderwijs (SBaO). De naam van de school: ‘de Trilker’ De naam van de school komt uit de historie van ons gebied. Het logo van de school toont een ‘gernier’ (gardenier, groentekweker) die zijn boot voortduwt met een lange, soepele vaarboom, de ‘trilker’. De vaarboom is het symbool van de stuwende kracht die de school wil zijn voor de leerlingen. Ligging en bereikbaarheid De school staat aan de westkant van Leeuwarden in het Valeriuskwartier. De wijk grenst aan de invalsweg vanuit de richting Harlingen. De school is gevestigd in een pas gerenoveerd gebouw aan de Verdistraat 2-4. Leerlingen komen uit verschillende gemeenten in het verzorgingsgebied, dat een deel van Noord- en Midden Friesland omvat.
1.4 Het schoolbestuur Proloog De Trilker is een openbare school. Proloog is het bestuur van alle openbare basisscholen in Leeuwarden en dus ook van de Trilker. Het bestuur is eindverantwoordelijk voor de gang van zaken op school, zowel organisatorisch als wat de inhoud van het onderwijs betreft. Daar horen ook de financiën en het benoemen van het personeel bij. Schoolleiding en Proloog Veel bestuurstaken die op directe wijze betrekking hebben op de inhoud van het onderwijs zijn door het bestuur overgedragen aan de directie van de school. De directeur van de Trilker laat zich bijstaan door een managementteam. Het administratiekantoor Het administratiekantoor is Metrium-Leeuwarden. Daar worden financiële zaken geregeld.
1.5 De openbare school als ontmoetingspunt De Trilker is een openbare school voor speciaal basisonderwijs. Het openbare karakter van de school houdt in dat wij een ontmoetingspunt willen zijn voor kinderen (mensen) van alle sociaalculturele identiteiten. Het ontmoetingskarakter is in onze visie een wezenlijk bestanddeel van de schoolcultuur en het zorgt voor een belangrijke bijdrage aan de vorming van onze leerlingen. Dat brengt een grote verscheidenheid mee aan: - levensbeschouwing - religieuze overtuiging - politieke overtuiging - maatschappelijke overtuiging
Schoolgids ‘de Trilker’
6
Uitgaan van die verscheidenheid en die leren waarderen is naar onze mening een essentieel onderdeel van de sociale opvoeding van ieder kind. Aan die principiële overtuiging liggen een aantal uitgangspunten ten grondslag: 1. Het onderwijs is een weerspiegeling van de samenleving. Wij gaan er in onze schoolgemeenschap van uit dat bij de sociale opvoeding de rijkdom groter is als men kan leren in een verscheidenheid van mensen en hun meningen. 2. Het aanzien van een mens in de samenleving is niet alleen afhankelijk van status of economische inbreng in de maatschappij. 3. Mensen mogen niet worden gediscrimineerd op grond van ras, geloof, of politieke overtuiging. 4. Achterhaalde rollenpatronen tussen mannen en vrouwen moeten worden doorbroken. Deze uitgangspunten moeten in de dagelijkse omgang met de leerlingen gestalte krijgen door de overtuiging en het voorbeeld van het schoolteam. De Trilker als school voor speciaal basisonderwijs moet daarbij letten op de individuele mogelijkheden om leerlingen te begeleiden in hun sociaal-emotionele ontwikkeling.
2.
Doel van het speciale basisonderwijs 2.1 Hoofddoelstelling Het belangrijkste doel van de Trilker is om onderwijs van een hoge kwaliteit te verzorgen voor een groep leerlingen, die binnen het gewone basisonderwijs niet kan bereiken wat binnen hun mogelijkheden zou moeten behoren. De sfeer op school is er op gericht om leerlingen plezier, zelfvertrouwen en motivatie te geven of dat te herstellen, zodat ze voor hen soms moeilijke zaken (weer) aan gaan pakken. Het gaat daarbij om twee belangrijke aspecten: - Persoonlijkheidsontwikkeling - Ontwikkeling op leergebied Het leren is niet los te zien van de persoonlijke ontwikkeling. Een goede persoonlijkheidsontwikkeling is nodig voor het leren, en andersom moet het leren een plaats krijgen in de persoonlijkheid van de leerling.
2.2 De leerlingen van de Trilker De Trilker is er voor leerlingen die op basisscholen of andere scholen voor speciaal onderwijs in de regio niet de noodzakelijke begeleiding kunnen krijgen. Het gaat om ondersteuning van het kind op orthopedagogisch en orthodidactisch gebied. Dat wil zeggen: opvoeding die gericht is op verbetering van de ontwikkeling en op verbetering van de mogelijkheid tot leren. Kinderen worden toegelaten als (ze): - In aanleg voldoende verstandelijke vermogens hebben, maar er spelen specifieke problemen, waardoor ze in het BaO niet tot presteren komen - Er een groot verschil is tussen hun verstandelijke mogelijkheden en hun schoolprestaties - Het theoretische leervermogen wijst op vervolgonderwijs in het - VMBO eventueel met leerwegondersteuning (LWOO) - Praktijkonderwijs - Er een beperking in verstandelijke vermogens is, die ervoor zorgt dat de meer theoretische vakken van het basisonderwijs (rekenen, taal, spelling, lezen) alleen via eenvoudige principes en in een trager tempo dan gemiddeld eigen kunnen worden gemaakt - Er sprake is van een achterstand in het schoolse leren, die niet wordt veroorzaakt door geestelijke of lichamelijke stoornissen - Er in de basisschool gedragsproblemen optreden, waardoor handhaving daar niet meer mogelijk is
Speciaal basisonderwijs Leeuwarden
7
2.3 Het pedagogische klimaat Kinderen brengen een groot deel van hun tijd door op school. Daarom is het essentieel dat ze in een omgeving verkeren waar ze het prettig vinden. Daar moet, zeker op onze school, bewust aan worden gewerkt: er zijn bij ons veel leerlingen die zich er van bewust zijn dat het op een andere school niet goed ging. Dat is van invloed op de schoolbeleving en de leerprestaties, ook na schoolverandering. Veiligheid en zekerheid Een goed schoolklimaat houdt in dat de school bijdraagt aan het gevoel van veiligheid en zekerheid. Iedere school, die zich toelegt op de hulp aan kinderen met specifieke hulpvragen moet in de eerste plaats warmte en structuur bieden. Kinderen moeten, als ze hun best doen, bevestigd krijgen dat ze presteren. Er wordt rekening gehouden met de eigenheid van de leerlingen. Luisteren naar kinderen Leerkrachten nemen wat de leerlingen aandragen serieus en reageren attent op signalen. De toon is positief er wordt nadruk gelegd op de mogelijkheden om zelf tot oplossingen te komen. Uitwerking: In de omgang met elkaar: - luisteren naar elkaar - rekening houden met elkaar - meeleven met elkaar - zich voor elkaar in willen zetten, beschermen - leren samenwerken - leren conflicten oplossen Een verzorgde leef- en leeromgeving in: - de aankleding van de school - de schoolomgeving - de inrichting van de lokalen De ordening in de ruimten: - plaatsing van de leerlingen - vindbaarheid en plaatsing van materiaal - aankleding: planten werkstukken, platen etc De manier van werken: - zelfstandig leren werken - interactief lesgeven - verzorging van werk en gebruiksspullen - meewerken aan de schoolorganisatie Adequate onderwijsleersituaties: - levend onderwijs, geen kindvreemd onderwijs - positieve feedback, geen voortdurende tekortensignalering - groepsgewijs beleven, geïndividualiseerd verwerken van de leerstof - werken vanuit pedagogische observatie - werken met groepsplannen en individuele variaties Samenwerking met de ouders. Ouders zijn hoofdverantwoordelijk voor hun kind: - adequate informatie bij de toelating - loyaliteit over en weer tussen school en ouders - communicatiebereidheid - adequate rapportage van de school
2.4 Taken van de Trilker Het speciale basisonderwijs heeft tot taak om hulp te bieden aan kinderen die in het gewone basisonderwijs problemen hebben. Dat gebeurt op verschillende manieren: Onderwijs aan kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen Communicatie met de ouders over de ontwikkeling van hun kind
Schoolgids ‘de Trilker’
8
Onderwijs aan kinderen met leer- en ontwikkelingsproblemen De Trilker verzorgt het onderwijs aan leerlingen, die meestal vanuit het basisonderwijs worden aangemeld. De school ontwikkelt specialistische kennis die nodig is voor het werken met kinderen met de onder 2.2 beschreven doelgroep. Bovendien heeft directie en onderwijzend personeel de taak om op de hoogte van de ontwikkelingen te blijven over: - De ontstaansgrond van verschillende soorten problemen - Diagnostiek bij leer- en ontwikkelingsproblemen - (Ortho)pedagogische interacties - De vraag, welke didactische aanpak het meest passend is voor bepaalde leerproblemen Communicatie met de ouders over de ontwikkeling van hun kind De school houdt op verschillende manieren de ouders op de hoogte. Dat gebeurt op dezelfde manier als op de meeste basisscholen; met verschillende groeps-, contact, en ouderavonden. De planning daarvan is te vinden op de jaarkalender die aan het begin van het schooljaar wordt uitgereikt. Belangrijk om te weten is, dat wij veel tijd willen inruimen voor individuele gesprekken over kinderen. Niet alleen met de groepsleerkrachten: De interne begeleiders, directie en ook logopediste zijn direct aanspreekbaar. Er zijn contacten met andere vormen van hulpverlening en met andere scholen om de hulp te optimaliseren. De directie is in principe de eindverantwoordelijke voor de begeleiding van het kind.
2.5 Leerlingen met leerlinggebonden financiering Intenties bij de toelating De Trilker en Proloog, als bovenschools bestuur, zijn principieel voorstander van opvang van leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte in het gewone basisonderwijs. Binnen het samenwerkingsverband WSNS wordt door ons meegedacht en gewerkt aan de daarvoor nodige mogelijkheden en voorwaarden om kinderen niet te scheiden van buurt en vrienden. Ook het toelaten van leerlingen met een indicatie voor andere vormen van speciaal onderwijs tot het SBaO wordt door ons serieus overwogen als de ouders om redenen die hen bewegen het SBaO de voorkeur geven boven een andere, verder afgelegen of zwaardere vorm van onderwijs. Bij een oriënterend gesprek zullen wij de ouders op een objectieve manier voorlichten over de mogelijkheden en de beperkingen waaronder wij geïndiceerde leerlingen menen te kunnen toelaten. Een indicatie van een expertisecentrum en het toekennen van leerlinggebonden financiering geeft natuurlijk wel aan dat de problemen in principe buiten onze zorgbreedte vallen. Het door de Trilker gegeven onderwijs is en blijft onderwijs binnen de zorgmarges en zorgcriteria van SBaO. Ouders die zeer gespecialiseerd onderwijs voor hun kind willen, kunnen kiezen voor onderwijs in een van de regionale expertisecentra (REC). Uitgangspunten Een leerling is toelaatbaar op de Trilker als de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) een beschikking heeft afgegeven. Het toelaten van leerlingen met een indicatie van een expertisecentrum (en het toekennen van leerlinggebonden financiering) heeft een samenwerkingskarakter tussen school en ouders. Voor die samenwerking is een wederzijdse basis van vertrouwen noodzakelijk. 1. Het kunnen beschikken over voldoende informatie en een open gesprek met de ouders over de redenen voor hun keuze voor speciaal basisonderwijs in plaats van REC plaatsing. 2. Persoonlijkheidskenmerken moeten passen binnen de sociale setting van de school. De leeren gedragsproblemen moeten passen binnen de draagkracht van het SBaO, zonder al te specifieke eisen. Indien de Commissie van Begeleiding dat wenst zal de school daartoe zelf nader onderzoek doen. 3. Eventueel worden daarna afspraken in een contract of intentieverklaring voor de daadwerkelijke toelating schriftelijk vastgesteld en ondertekend door beide partijen: school en ouders.
Speciaal basisonderwijs Leeuwarden
9
4. Het aantal toe te laten leerlingen met leerlinggebonden financiering (LGF) kent een maximum, dat is gerelateerd aan de zwaarte van de problematiek en (ruimte in) de interne zorgbreedte van de Trilker voor alle leerlingen. 5. Voor juridische zaken betreffende het toelaten van leerlingen met LGF verwijzen wij naar het protocol dat is opgesteld door de directies van de SBaO-scholen de Bolder en de Trilker die beide deel uitmaken van Samenwerkingsverband WSNS het Spectrum. Ambulante begeleiding De regionale expertisecentra staan onder zware druk: het aantal aanmeldingen neemt sterk toe en daarmee het aantal leerlingen dat met LGF wordt verwezen naar andere scholen. Zij bieden ambulante begeleiding aan (de ouders van) kinderen met een indicatie. De begeleiding is deels gericht op de ouders, deels op de scholen waar de leerlingen instromen. De ervaring met AB zijn binnen het SBaO niet onverdeeld gunstig. Dat heeft ons ertoe gebracht ook ten aanzien van de AB een aantal criteria te gaan hanteren: 1. De rol van de AB in het SBaO heeft het karakter van collegiale consultatie. 2. De inbreng van de AB hoort wat ons betreft gericht te zijn op het individuele kind, bij voorkeur in de vorm van psychologische, psychiatrische en pedagogisch-didactische diagnostiek, omdat het SBaO niet over voldoende faciliteiten beschikt op dat gebied. Observatieverslagen zijn voor ons van beperkte waarde. 3. Algemene oriëntatie op specifieke problemen wordt niet ongevraagd opgenomen in de ABrapportage. 4. De inzet van LGF-faciliteiten is een zaak van school en ouders. 5. De bureauwerkzaamheden (afspraken, verzending gegevens etc.) worden door de AB verzorgd. De inzet van de financiering 1. Er wordt een individueel handelingsplan opgesteld door de IB en de directie. De formatie voor LGF wordt zoveel mogelijk ingeroosterd en gebonden aan personen. Het kan ook voorkomen dat de in te zetten formatie wordt gebruikt voor begeleiding op momenten wanneer daar behoefte aan is. Dit geldt met name bij leerlingen met gedragsproblemen, die naar aanleiding van incidenten een andere begeleiding nodig hebben. 2. De Trilker plant ten minste drie keer per jaar een evaluatiemoment samen met de ouders en de interne begeleider. Daarbij kan de ambulante begeleider van het REC aanwezig zijn. 3. De LGF wordt besteed naar inzicht van de directie en interne begeleiding. Het wordt besteed aan hulp voor leerlingen met LGF, maar is niet altijd gebonden aan de persoon. Aan de ouders wordt inzichtelijk gemaakt hoe het geld wordt besteed, zowel in formatie als in materiële zaken. 4. Wanneer een leerling met LGF wordt toegelaten, kan geen claim of voorrangspositie worden geëist op momenten dat het ten koste zou gaan van de kwaliteit van het onderwijs aan de schoolbevolking als geheel.
3.
De leerstof De leerstof voor het speciale basisonderwijs, is in principe gelijk aan de leerstof op een gewone basisschool. Wat er precies wordt aangeboden, hangt af van de ontwikkeling van de leerling. Per leerling wordt beoordeeld wat de mogelijkheden zijn, waarbij het eindniveau van het gewone basisonderwijs als richtsnoer geldt. Het niveau dat uiteindelijk wordt bereikt, is individueel bepaald. De gewone schoolvakken staan voor alle leerlingen op het programma. De leerstof wordt afwisselend groepsgewijs of individueel aangeboden. Bij het lezen wordt in niveaugroepen gewerkt. Er wordt aandacht besteed aan de zelfredzaamheid, de sociale omgang en de zelfstandigheid van de leerlingen.
Schoolgids ‘de Trilker’
10
Methoden en werkwijzen Bij de keuze van methoden en werkwijzen gaat de Trilker uit van de stelregel: Als kinderen veel moeite moeten doen om iets te leren , moet je heel goed weten of ze er iets aan zullen hebben.
Dit leidt voor ons tot de hieronder genoemde methoden en werkwijzen: Mondelinge taalvaardigheid Zich goed mondeling leren uitdrukken is een allerbelangrijkst onderwerp van ontwikkeling en dus moet ook het leren daar een aanvang nemen. Bij onze leerlingen is er een zeer groot verschil in vaardigheden wat dat betreft. Wij bedienen ons van twee verschillende strategieën: - Spontane taalontwikkeling aan de hand van actuele thema’s - Een methode voor de onderbouw: Mond vol Taal Lezen Het leren lezen is na de ontwikkeling van de mondelinge taalvaardigheid prioriteit nummer één. Daarbij zijn er twee aspecten die de aandacht krijgen: - het plezier in het leren beheersen van schriftelijke communicatie - een goede leerstofopbouw, passend bij het tempo Vanaf AVI-7 neemt het begrijpend lezen de belangrijkste plaats in. Technisch lezen Wij gebruiken de methode Leesweg, die het lezen in kleine stapjes aanleert. In de aanvang- en middengroepen doen we dat in kleine groepjes leerlingen, die allemaal op ongeveer hetzelfde niveau lezen. Dit gebeurt vier ochtenden in de week aan het begin van de schooltijd. Daarnaast hanteren we nog andere leesvormen zoals voorlezen, voorbereidende leesactiviteiten, stillezen, informatief lezen, samenvattend lezen. In de eindgroepen wordt het technisch lezen in de klas georganiseerd. Bij schoolverlaters boven leesniveau 7 wordt hoofdzakelijk begrijpend leesinstructie gegeven, het technisch lezen wordt bij andere (lees-)activiteiten onderhouden.
Schriftelijk taalonderwijs Op dit moment is de school hard bezig om een doorgaande lijn uit te zetten voor taal door alle groepen heen. Voor invoering van een reguliere taalmethode wachten we op het beschikbaar komen van één of meer nieuwe methodes. In afwachting daarvan gebruiken we delen van methodes, onder meer Taal Actief. Begrijpend lezen Aan de hand van de methode Tekstverwerken leren kinderen vanaf technisch leesniveau 5 werken met diverse teksten. Daarnaast maken wij nu in de bovenbouw ook gebruik van de methode Onderste boven van lezen. Schrijven Hoewel de nadruk in eerste instantie ligt op leren lezen wordt er ook zo spoedig mogelijk begonnen met leren schrijven. Het schrijven kan het leren lezen bevorderen. Het gaat daarbij in eerste instantie om het aanleren van een goed woordbeeld. Natuurlijk bevorderen wij het aanleren van een goed handschrift met behulp van een methode (Schrijven in de Basisschool), maar de techniek van het schrijven is eerst ondergeschikt aan het plezier. Spellen Er wordt voor spelling gebruik gemaakt van de nieuwe ‘ Spelling in de lift’ .
Speciaal basisonderwijs Leeuwarden
11
Rekenen Het rekenen start met de methode Wereld in Getallen, de reguliere rekenmethode, die door vele basisscholen gebruikt wordt. Dat is de basisstrategie. Daarnaast gebruiken wij ‘Maatwerk’; een recente, speciaal voor ons onderwijs ontwikkelde methode die een aanvulling of vervanging kan vormen op Wereld In Getallen. Het rekenen gebeurt in de klas op eigen niveau met zowel individuele instructie als instructie in kleine groepjes. Wereldoriënterende vakken Wij hanteren sinds kort een nieuwe methode ‘Wijzer door de wereld’. De methode heeft voor de gebruikelijke zaakvakken een aparte leergang onder dezelfde titel. Voor leerlingen van de Trilker is het heel belangrijk om de wereld zo concreet mogelijk te verkennen. Daarom wordt bij de vakken biologie, aardrijkskunde, geschiedenis ook veel met projecten gewerkt, waarbij de leerstof zo veelzijdig mogelijk aangeboden wordt. Belangrijk is het leren hanteren van bronnen. Er wordt naast naslagwerken en atlassen veel gebruik gemaakt van audiovisueel materiaal: video/dvd/computers/internet. Het met behulp daarvan zelfstandig maken van werkstukken heeft een meerwaarde, omdat de samenhang er duidelijker door wordt. Creatieve vakken Hieronder verstaan we muziek, handvaardigheid en textiele werkvormen, tekenen, spel en dans. Elke leerkracht vult dit op eigen wijze in, afgestemd op de leerlingen in de groep. Bewegingsonderwijs De leerlingen hebben twee keer in de week gymnastiek. Een keer van de vakleerkracht en een keer van de groepsleerkracht. Andere talen Engels wordt gegeven in de hoogste groepen. De lessen zijn erop gericht dat de leerlingen enig zicht hebben op het gebruik van de Engelse taal. Wij maken daarbij gebruik van de methode The Team. Voor het vak Fries, dat op de gewone basisscholen in Friesland verplicht is, heeft het speciaal onderwijs nog steeds een ontheffing. Friestalige leerlingen worden in de omgang met de leerkracht wel aangesproken in het Fries. Omgaan met nieuwe media De school besteedt veel aandacht aan het werken met computers. Wij maken gebruik van een netwerk, waarbij de mogelijkheid bestaat tot gebruik maken van een eigen (beschermde) leeromgeving. Er wordt regelmatig nieuwe software aangeschaft, ter ondersteuning van het onderwijs. Een lijst van basisvaardigheden vormt het uitgangspunt voor de lessen in ICT (informatie- en communicatietechnologie). Er zijn twee groepsleerkrachten die als specialisatie hebben het ICTonderwijs te ondersteunen. Godsdienstig en Humanistisch Vormingsonderwijs De oudere leerlingen volgen een keer per week lessen levensbeschouwelijke vorming. Bij de onderdelen “godsdienst en levensbeschouwelijk onderwijs” bestaat de mogelijkheid tot vrijstelling. Kinderen van ouders die bezwaar hebben tegen het volgen van deze lessen krijgen andere lessen. De lessen godsdienstonderwijs op de Trilker gaan uit van de Stichting IKOS Leeuwarden. De lessen op onze school worden verzorgd door een medewerker van deze stichting. Het karakter van deze lessen ligt in het gebied van geestelijke stromingen en wereldoriëntatie. Er wordt gewerkt met projecten waar ook excursies aan verbonden kunnen zijn.
Schoolgids ‘de Trilker’
4.
12
De organisatie van het onderwijs De organisatie van het onderwijs zegt iets over de ideeën van het team over onderwijs. De manier van werken wordt ook mede bepaald door de beschikbare mensen, materialen en ruimtes. Factoren daarbij zijn in ons geval: Het schoolgebouw Het schoolgebouw van SBaO ‘de Trilker’ staat aan de Verdistraat 2-4 in Leeuwarden. Het schoolgebouw is in het schooljaar 2006-2007 gerenoveerd. In het najaar van 2007 worden de laatste klussen aangepakt, waaronder het schilderen van de buitenkant van het gebouw. In het gemoderniseerde, kleurrijke gebouw beschikken we o.a. over een grote gemeenschapsruimte met toneelvoorziening, een grote werkplaats voor handvaardigheid en techniekonderwijs en een leerlingkeuken. Bij het gebouw zijn 3 grote speelpleinen die de kinderen een veilige en afgesloten speelplek bieden. De groepen Op de Trilker zitten leerlingen vanaf de kleuterleeftijd tot 12 á 13 jaar. Ze zijn verdeeld over groepen die tussen de twaalf en de zestien leerlingen tellen. De school bestaat uit aanvang-, midden- en eindgroepen. De groepen zijn samengesteld uit leerlingen van verschillende leeftijden. In een groep met verschillende leeftijden komen samenwerking en elkaar helpen goed tot hun recht. Bij de verdeling over de groepen wordt rekening gehouden met de persoonlijkheid van het kind en de sfeer. Er is bewust niet gekozen voor groepen met alleen maar zwak lerende of alleen maar gedragsproblematische leerlingen. Wij willen voorkomen dat: - het bij elkaar brengen van dezelfde leermogelijkheden bepalend worden voor het verwachtingspatroon - een bepaald soort gedrag de norm gaat bepalen in de groep Er wordt geprobeerd een indeling te maken waarbij elk kind sociaal en emotioneel past in de groep en optimaal kan profiteren van het leeraanbod. Buiten de groep Enkele activiteiten vinden niet in de eigen klas plaats: lezen gebeurt in niveaugroepen door de hele school heen, gymnastiek wordt gegeven door een vakleerkracht. Voor de oudere leerlingen in een gymlokaal, voor de jongeren in een speellokaal. Naast deze lessen worden ruimtes in het schoolgebouw gebruikt door de interne begeleider, de logopediste, de fysiotherapeut, de schoolarts en de orthopedagoog. Groepsplanning Binnen een groep wordt gewerkt met een groepsplan. Ieder jaar worden de groepsplannen naast elkaar gelegd om te controleren of er een ononderbroken leerlijn is. Tussen de groepen zijn bewust overlappingen. Dat maakt het mogelijk om voor een bepaalde leerling te kunnen kiezen in welke groep hij of zij het beste past. Elke leerling doet binnen de groep mee aan gezamenlijke instructiemomenten. De oefenstof kan variëren met de individuele mogelijkheden. Terwijl sommige kinderen zelfstandig aan een taak werken, krijgen andere kinderen individueel of in kleine groepjes extra aandacht of instructie. De schooldag De school heeft een doorlopend rooster. De schooltijden zijn van kwart voor negen tot drie uur, met twee keer een pauze. De ochtendpauze duurt een kwartier en begint om half elf. Tussen de middag is er een pauze van een half uur, die begint om kwart over twaalf. Alle kinderen blijven
Speciaal basisonderwijs Leeuwarden
13
tussen de middag op school en eten samen met de groepsleerkracht. De gezamenlijke maaltijd is een belangrijk onderdeel van de algemene en sociale vorming. Personeel Elke groep staat onder leiding van een vaste groepsleerkracht en krijgt in principe les van niet meer dan twee verschillende groepsleerkrachten, tenzij de organisatie dit niet toelaat. De leerlingen hebben verder regelmatig te maken met een vakleerkracht voor gymnastiek en eventueel een leerkracht voor individuele hulp. De leerlingen die dat nodig hebben, worden behandeld door de logopediste of de fysiotherapeut. Het laatste wordt geregeld via de ziektekostenverzekering van de ouders/verzorgers. Psychologisch onderzoek wordt verricht door de aan de school verbonden orthopedagoog. In de school werken naast de groepsleerkrachten ook klassenassistenten en interne begeleiders. Tenslotte beschikt de school over een administratieve kracht en over 2 conciërges. Vervanging Bij ziekte of afwezigheid komt er vervanging uit de centrale vervangerpool van Proloog. Er wordt alles aan gedaan om te voorkomen dat leerlingen thuis moeten blijven vanwege ziekte in het team. Om de problematiek zo goed mogelijk te kunnen opvangen is een speciaal noodplan ontwikkeld. Belangrijk is te weten dat de kinderen de eerste dag nooit onverwachts naar huis gestuurd zullen worden. Er wordt een interne oplossing of een noodmaatregel gezocht. Als er voor de dag(en) daarna geen oplossing is, worden ouders op de hoogte gesteld van de situatie en de maatregelen die worden genomen. Bevoegdheden Alle leerkrachten bezitten de normale onderwijsbevoegdheid en de meeste beschikken daarnaast over de akte Speciaal Onderwijs. Er wordt regelmatig bijgeschoold. Stages De school biedt aan studenten de mogelijkheid praktijkervaring op te doen. Dit kunnen leraren in opleiding zijn van een PABO, de opleiding Logopedie, de Academie voor Lichamelijke Opvoeding, het CIOS of stagiaires sociaal pedagogisch werk die de opleiding voor klassenassistent volgen. Zij werken in en buiten de groep met individuele leerlingen of kleine groepjes. PABO-studenten soms ook met de hele groep. In alle gevallen geldt, dat de betrokken stagiair werkt onder directe verantwoordelijkheid van zijn/haar begeleider.
5.
Het volgen van de ontwikkeling 5.1 Kennismaking Het spreekt vanzelf dat ouders en kinderen de gelegenheid krijgen om kennis te maken met de Trilker. Er zijn wat dat betreft drie opties waaruit ouders kunnen kiezen: 1 Oriëntatiebezoek Ouders willen (vrijblijvend) kennismaken met de school en met het speciale basisonderwijs. Bij een oriënterend bezoek, maken wij een afspraak voor een informatief gesprek met een lid van de directie. 2 Keuzebezoek Ouders komen kennismaken omdat ze een beschikking hebben en ze een keus willen maken voor welke school voor SBaO ze zullen kiezen. Ook hier is er tijd en ruimte voor een oriënterend en informatief gesprek met een lid van de schoolleiding. 3 Kennismakingsbezoek Ouders en kind weten dat ze naar de Trilker zullen gaan. (Al dan niet na een eerder bezoek.) Ze hebben een beschikking. In dat geval stellen wij voor een gesprek te voeren met de ouders over hun kind. Indien nodig of gewenst kan een van de interne begeleiders een uurtje met het kind werken om een indruk te krijgen van de ontwikkeling. Ouders en kind worden altijd uitgenodigd voor een kennismakingsronde, indien mogelijk aansluitend aan het kennismakingsgesprek. In de toelatingsprocedure willen wij gebruik maken van de kennis die ouders hebben omtrent hun kind en een inschatting maken in welke groep het kind het best zou passen. Dat kan een vlotte en prettige start bevorderen.
Schoolgids ‘de Trilker’
14
5.2 Dossiers Bij plaatsing Het dossier van een leerling bevat bij de toelating verschillende gegevens, onder meer: - het zorgrapport van de vorige school - een psychologisch onderzoek - suggesties voor handelingsplanning (soms) - gegevens van andere scholen en hulpverlenende instanties (soms) - notities over de bespreking van uw kind (soms) - een afschrift van de beschikking van de PCL - inschrijfformulieren Deze gegevens vallen onder de privacywetgeving. Het leerlingdossier is vertrouwelijk. Ouders hebben het recht op inzage van deze leerlinggegevens. Zij kunnen daarvoor een afspraak maken. Ouders moeten toestemming verlenen om de gegevens aan anderen ter beschikking te stellen. Zonder die toestemming zijn de gegevens niet voor derden toegankelijk. Na de plaatsing De dossiers worden in de loop van de tijd aangevuld met de resultaten van het kind en de verslagen van de groepsbesprekingen, waarin altijd: - De persoonlijkheidsontwikkeling - De werkhouding en de taakaanpak - Verslagen van oudercontacten, huisbezoeken etc. - Recente gegevens uit het leerlingvolgsysteem Het dossier wordt naar behoefte aangevuld met: - Observaties - Verslagen van gesprekken met de ouders - Verslagen van speciale individuele onderzoeken - De toetsgegevens en de planning van extra hulp
5.3 Bespreking van leerlingen Voorlopig handelingsplan Na een eerste observatieperiode maakt de Trilker een voorlopige planning. Daarin worden voor ieder kind kort de eerste doelstellingen geformuleerd op het gebied van de persoonlijkheids- en de leerontwikkeling. Er wordt ook een inschatting gemaakt van het uitstroomperspectief. Deze gegevens worden besproken in de Commissie van Begeleiding van de Trilker. Daarna worden ze opgenomen in het leerling-dossier. Toetsen Twee keer per jaar worden de vorderingen van een leerling getoetst. De resultaten van deze toetsing komen terecht in het leerlingvolgsysteem. Deze gegevens worden besproken bij de groepsbespreking en verwerkt in het groepshandelingsplan, dat regelmatig wordt bijgesteld. Groepsbesprekingen Twee keer per jaar worden alle leerlingen van een groep besproken tijdens een groepsbespreking. De eigen leerkracht van de groep overlegt met de interne begeleider over de vorderingen, maar ook over het welbevinden van de leerling en zijn sociale vaardigheden in en buiten de groep. Van deze bespreking wordt een verslag in het dossier van de leerling bewaard. Ook binnen de bouwgroepen vindt regelmatig overleg plaats m.b.t. de aanpak van kinderen. Individuele besprekingen Als de leerkracht en/of de interne begeleider aanleiding zien om het kind te bespreken met meerdere deskundigen, dan wordt het kind ingebracht in een individuele bespreking. Hierbij is de Commissie van Begeleiding aanwezig, die bestaat uit: De directeur, de orthopedagoog, de schoolarts, de interne begeleider en (op verzoek) de logopediste. Als het noodzakelijk blijkt, dan kunnen deskundigen van buitenaf ingeschakeld worden. Deze besprekingen resulteren meestal in een plan van aanpak dat met de ouders wordt besproken.
Speciaal basisonderwijs Leeuwarden
15
5.4 De interne begeleiders De interne begeleiders zijn naast de groepsleerkracht de schakel tussen ouders en school. De leerling wordt gevolgd door de hele schoolloopbaan. De IBer begeleidt en bewaakt dit proces. Een belangrijk hulpmiddel is daarbij het leerlingvolgsysteem en de groepsbesprekingen. De IB-er houdt ook overzicht van alle maatregelen voor extra hulp. Zij zorgen voor de coördinatie van zorg rond één bepaalde leerling, zodat er geen onnodige overlappingen ontstaan en de geboden hulp op elkaar aansluit.
5.5 Extra zorg op de Trilker Een aantal leerlingen heeft speciale hulp of extra aandacht nodig. Daarvoor zijn verschillende deskundigen aan de school verbonden, die advies en zonodig behandeling geven. Sommigen van hen zijn vast lid van het schoolteam, anderen werken zelfstandig maar in overleg met school, binnen schooltijd. Wij hebben: Leerkracht voor individuele hulp In overleg met de groepsleerkracht is er een (beperkte) mogelijkheid voor extra hulp. Die wordt vooral ingezet bij vakken als rekenen en lezen en spellen. De inzet wordt bepaald door de interne begeleider. In principe beloopt de hulp een periode van ongeveer acht weken, verlenging is mogelijk. Schoolmaatschappelijk werker Ouders en school kunnen gebruik maken van het schoolmaatschappelijk werk van CEDIN. Dat maakt het mogelijk hulp te bieden als er thuis moeilijkheden met het kind zijn. Eventueel zal de schoolmaatschappelijk werker bemiddelen om contact op te nemen met een hulpverleningsinstelling, zoals De Swing of de Sociaal Pedagogische Dienst. Schoolarts Bij de toelating hoort een medisch onderzoek. Dat wordt uitgevoerd door de schoolarts. De onderzoeken worden op school gedaan. Er zijn drie momenten waarop de onderzoeken plaatsvinden: - op het moment van plaatsing - 7-jarigen - leerlingen die voor de eerste keer een schoolverlateronderzoek krijgen (plm 12 jaar) Orthopedagoog Helaas is er in het SBaO geen verplichte herhaling meer van het intelligentieonderzoek. In veel gevallen bestaat daar wel (grote) behoefte aan. Wij hebben met de orthopedagoog de volgende afspraken gemaakt voor herhalingsonderzoek: - ieder kind dat in de kleuterleeftijd wordt geplaatst, krijgt na twee á drie jaar een herhalingsonderzoek - onderzoeken ouder dan vijf jaar worden overgedaan - er is een beperkte mogelijkheid voor individuele herijking van het groepsgebonden schoolverlateronderzoek, als het resultaat van het groepsonderzoek niet overeenkomt met het geschatte perspectief Wij gaan er van uit dat ouders bij de plaatsing toestemming verlenen voor herhalingsonderzoek. Het doen van deze onderzoeken is onder voorbehoud van voldoende capaciteit aan uren. De orthopedagoog wordt ook ingezet voor: - het constateren van specifieke leerproblemen (o.a. dyslexieverklaringen) - gedragsmatige problemen rond een leerling Om deze onderzoeken te kunnen doen hebben wij toestemming nodig van de ouders. De onderzoeken gebeuren gewoon op school, onder schooltijd en door onze eigen orthopedagoog en assistente.
Schoolgids ‘de Trilker’
16
Uiteraard worden ouders op de hoogte gesteld. De resultaten van de routinematige (intelligentie) onderzoeken worden besproken met de groepsleerkracht. Voor het bespreken van andere onderzoeken wordt een afspraak gemaakt met interne begeleiding of schoolleiding. Logopedie Bij de start van het schooljaar screent de logopediste nieuwe leerlingen. Kinderen kunnen in aanmerking komen voor logopedische hulp, bijvoorbeeld omdat ze onduidelijk praten, een hese stem hebben, stotteren of taalproblemen hebben. Ze worden met de groepsleerkracht en de ouders besproken. Fysiotherapie De hulp van de fysiotherapeut is in feite geen schoolvoorziening. De financiering gaat via de ziektekostenverzekering van de ouders/verzorgers. Fysiotherapie kan vanuit de leerlingenbespreking worden geadviseerd, of door de schoolarts. De bedoeling is om de houdings- en bewegingsgewoonten van de leerling zo goed mogelijk te ontwikkelen. De behandeling van motorische ontwikkelingsstoornissen kan deel uit maken van de therapie. De fysiotherapeut kan de therapie in schooltijd op school geven.
5.6 Op de hoogte blijven Een kind dat op het speciaal basisonderwijs is geplaatst, begint vanaf dat moment aan een eigen ontwikkelingsgang, volgens eigen tempo en mogelijkheden. Voor ouders is het daarom nog meer dan bij het gewone basisonderwijs van belang om regelmatig op de hoogte te worden gesteld van de vorderingen van het kind. Omdat wij een streekschool zijn, is er weinig of geen contact met school tussen de middag of bij het halen en brengen. Regelmatig contact tussen ouders en leerkracht is nodig om de aanpak thuis en op school op elkaar af te stemmen. Er zijn verschillende communicatiemogelijkheden: 1. Een afspraak met een lid van de begeleidingscommissie Ouders kunnen op verzoek een afspraak maken met de interne begeleider of de directeur. Dat kan als er problemen thuis of op school zijn. Maar ook als u twijfelt aan de vorderingen, de stijl van onderwijzen of het welbevinden van uw kind, kunt u bellen voor een afspraak. In principe is ook een gesprek mogelijk met de schoolarts of de orthopedagoog, maar de planning daarvan kost meer tijd. 2. Groepsavond Ongeveer na zes schoolweken is er een groepsavond voor de ouders. Op deze avond wordt in grote lijnen aangegeven wat de ouders in dat jaar kunnen verwachten in de groep en hoe de leerkracht werkt met de kinderen. Ouders krijgen de gelegenheid om vragen te stellen. 3. Contactavonden Twee keer per jaar is er voor de ouders gelegenheid om op school te spreken met de groepsleerkracht. Dat gebeurt in een strak tijdschema. Als de tijd te kort blijkt, wordt een vervolggesprek afgesproken. Die avond kunnen ook afspraken worden gemaakt met de logopediste, de IB-er of de directeur. 4. Leerling-verslag Tijdens de contactavond in april wordt het jaarlijkse leerling-verslag of rapport besproken. Aan de ouders wordt dan uitleg gegeven over de vorderingen van hun kind en de wijze waarop dit in het verslag is verwerkt. Het geeft een overzicht van de werkzaamheden van de leerling in de afgelopen periode. Het leerling-verslag is uitgebreider dan het cijferrapport dat de ouders nog uit hun eigen periode op school kennen. Het bestaat uit toetsresultaten, een geschreven verslag en voorbeelden van werk van de leerling. Op deze wijze kunnen ouders goed zien hoever hun kind is met de leerstof en met de sociale vaardigheden. 5. Huisbezoek De groepsleerkracht bezoekt leerling en ouders éénmaal per jaar thuis. De ouders hebben de gelegenheid om van gedachte te wisselen over hun kind. De bedoeling van het bezoek is om voor het kind een band tussen school en thuis te leggen.
Speciaal basisonderwijs Leeuwarden
17
Als de ouders er behoefte aan hebben, kan ook de schoolmaatschappelijk werker thuis langs komen, voor overleg over de aanpak van hun kind en afstemming tussen school en thuis. Dan is een uitgebreider gesprek in eigen omgeving vaak prettig. Ouders kunnen aan de eigen leerkracht of aan de directie vragen om een afspraak. 6. Voorlichting vervolgonderwijs Voor de ouders van leerlingen uit de hoogste groepen is er na de kerstvakantie op de eigen school een voorlichtingsavond over de verschillende mogelijkheden van voortgezet onderwijs voor hun kind.
6.
Na de Trilker Vervolgonderwijs Scholen waar leerlingen vooral naar toe gaan na de Trilker zijn het VMBO, al of niet met Leerwegondersteuning (LWOO) en het Praktijkonderwijs (PrO). Een niet onaanzienlijk deel van de leerlingen gaat naar het VMBO. In januari worden schoolverlateronderzoeken gedaan. Voor dit schoolonderzoek worden een IVO-intelligentietest (ook doorzettingsvermogen, inzicht en tempo) en gestandaardiseerde testen voor rekenen, technisch lezen, begrijpend lezen en spelling gedaan. Alle leerlingen die daarvoor de leeftijd hebben doen mee, ook zij die datzelfde jaar nog niet van school gaan. Wij vinden het een nuttige ervaring dat iedereen weet wat dat onderzoek inhoudt en hoe het gaat. De gegevens worden het volgende (laatste) jaar gebruikt ter vergelijking. Op grond van de uitslagen van de toetsen en de ervaringen van de groepsleerkracht wordt voor de vertrekkers van dat jaar een eindadvies opgesteld. Dit wordt met ouders en leerling uitvoerig besproken. Tussentijdse overplaatsing naar een ander schooltype Het komt voor dat leerlingen gedurende hun schooltijd worden overgeplaatst naar een andere vorm van speciaal onderwijs of terug naar het basisonderwijs als de ontwikkeling van het kind daar aanleiding toe geeft. Andere vormen van onderwijs sluiten dan beter aan op de behoeften van de leerling dan de Trilker kan bieden. Overplaatsing geschiedt in overleg met de ouders, de groepsleerkracht en de ontvangende school of instelling.
7.
Weer Samen Naar School Samenwerkingsverband WSNS 309 ‘het Spectrum’ De samenwerking met het basisonderwijs heeft de laatste jaren vorm gekregen binnen het proces van ‘Weer Samen naar School’ (WSNS) . Ons samenwerkingsverband heet ‘Het Spectrum’ (nummer 309). Het betreft alle openbare basisscholen van de gemeenten Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Franeker, Het Bildt, Menaldumadeel, Littenseradiel, Boarnsterhim en Tytjerksteradiel. Er zijn twee openbare SBaO-scholen in dit gebied: ‘de Bolder’ in Franeker en ‘de Trilker’ in Leeuwarden. Leerlingzorgteams (LZT) Leerlingen, die extra zorg of aandacht nodig hebben, worden in overleg met de ouders besproken in een van de leerlingzorgteams van ‘het Spectrum’. Deelnemers zijn: de psycholoog van CEDIN, de schoolarts, de ambulante begeleider van ‘het Spectrum’, de coördinerend interne begeleider en de interne begeleider van de school van de leerling. In het LZT wordt geprobeerd om het onderwijs aan te passen. De permanente commissie leerlingenzorg (PCL) Wanneer de afgesproken maatregelen in het LZT niet genoeg resultaat opleveren, wordt de leerling besproken in de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). De commissie kan als het nodig is een beschikking voor toelating op een school voor speciaal basisonderwijs afgeven. Daarmee kunnen de ouders hun kind aanmelden bij het speciale basisonderwijs. De PCL kan ook andere adviezen geven. Het gaat daarbij om:
Schoolgids ‘de Trilker’ -
18
Advies voor speciale hulp binnen de basisschool Advies naar vormen van speciaal onderwijs van kinderen, die niet in het speciale basisonderwijs kunnen worden opgevangen Advies naar andere vormen van hulp
Ambulante begeleiding (AB) vanuit het Spectrum 1. Voor ‘het Spectrum’ werken gespecialiseerde leerkrachten als ambulant begeleider. Zij gaan naar de basisscholen toe. Zij geven advies en reiken mogelijkheden aan in hun contacten met de interne begeleiders en leerkrachten van de basisscholen voor een optimale hulp aan ‘zorgleerlingen’. De ambulante begeleiders maken deel uit van de zorgteams. 2. De AB-ers maken ook deel uit van de Permanente Commissie Leerlingenzorg . Zij leveren de dossiers aan en lichten de aanmelding toe. Het werkoverleg Het samenwerkingsverband het Spectrum coördineert alle onderdelen van de leerlingenzorg in haar werkoverleg. Daarin zitten alle bovenschoolse directeuren van het basisonderwijs binnen de gemeenten die aangesloten zijn evenals de directeuren van beide SBaO-scholen. Die zijn als adviseur toegevoegd. Zij ontwikkelen gezamenlijk beleid voor WSNS, zowel inhoudelijk als financieel en adviseren het bestuur van het samenwerkingsverband. Het zorgplan en deelzorgplan Het Samenwerkingsverband het Spectrum beschrijft in grote lijnen haar organisatie in een meerjaarlijks ‘Zorgplan’. Omdat elke gemeente of schoolbestuur een eigen verantwoordelijkheid blijft houden, beschrijft elk deelsamenwerkingsverband van het Spectrum in een ‘Deelzorgplan’ hoe hulp en zorg georganiseerd zijn binnen het eigen werkterrein.
8.
De Trilker in de toekomst Landelijke ontwikkelingen 1. Het samenbrengen van LOM en MLK onderwijs binnen de Wet op het Primair Onderwijs heeft veranderingen met zich meegebracht. Hierdoor zijn er meer en betere mogelijkheden gekomen voor de begeleiding van BaO-leerlingen. Doordat de toelating via de PCL moet verlopen, betekent dit dat de toelating ingewikkelder geworden is en meer tijd vergt. 2. In 2005 is de minister van onderwijs gekomen met een plan waarbij op korte termijn (5 jaar) een eind wordt gemaakt aan het werken met voor alle schoolsoorten verschillende indicatiecommissies. Het bestuur van de basisschool krijgt de eerste verantwoordelijkheid om samen met de ouders voor aangemelde kinderen een plaats te zoeken binnen de eigen of binnen een gespecialiseerde school. Die ontwikkelingen wacht het SBaO met interesse af. 3. De afgelopen jaren is te zien dat de problemen met plaatsing in het onderwijs van kinderen met hulpvragen (in basis-, speciaal basis- en speciaal onderwijs) ingewikkelder is geworden. De verantwoording van en overeenstemming voor de kwaliteit en de onderwijskundige zorg dreigt meer een juridisch dan een pedagogisch karakter aan te nemen. Ontwikkeling van het eigen onderwijs 1. Kinderen horen in principe op de gewone basisschool. Dat is de gedachte achter WSNS (Weer Samen Naar School). De Trilker wil meewerken en meedenken bij het streven zoveel mogelijk leerlingen binnen de gewone basisschool te houden. Voorlopig blijft nog behoefte aan gespecialiseerde zorg voor de leerlingen die wij momenteel binnen de muren hebben. 2. Een tweede ontwikkeling binnen 'de Trilker’ was de komst van jonge ‘risico’leerlingen tussen de 4 en 6 jaar oud. Met ingang van het leerjaar 1998-1999 is gestart met deze groep. Sinds de school voor speciaal onderwijs onder de Wet op het Basisonderwijs valt, lopen de leeftijdsgrenzen gelijk met die van andere basisscholen. Het gebouw heeft inmiddels de materiële voorzieningen met onder andere een eigen speellokaal. 3. De manier waarop allerhande faciliteiten op indicatie beschikbaar komen voor ouders van kinderen met problemen (leerlinggebonden financiering, beter bekend als ‘het rugzakje’), doet de vraag naar speciale hulp of voorzieningen toenemen. Deze ontwikkeling zal naar verwachting
Speciaal basisonderwijs Leeuwarden
19
doorzetten. Naarmate de basisscholen in staat zijn om verschillen tussen leerlingen te hanteren en zij de faciliteiten daartoe krijgen, zal dit ook gevolgen hebben voor het SBaO.
Kwaliteitsverbetering In de komende jaren zal er aan professionalisering binnen het team worden gewerkt met de hulp van een externe adviseur. Aandacht wordt onder meer besteed aan: - de managementstructuur - vergader- en overlegvormen - communicatie - het primaire leerproces - resultaat gericht onderwijs - werken met leerlijnen en perspectieven Scholing Binnen het schoolteam van de Trilker wordt gewerkt aan verdere professionalisering. Voor de komende jaren ligt het accent bij scholing van leerkrachten op het gebied van teamfunctioneren, zelfstandig werken en actief leren door de leerlingen, sociaal-emotionele problematiek (o.a. veiligheid), rekenonderwijs, taalonderwijs en het onderwijs in lezen en schrijven aan jonge kinderen.
9.
De Trilker en de ouders Verantwoordelijkheid van ouders en school De school en de ouders of verzorgers hebben elk hun eigen verantwoordelijkheid voor de leerling. De ouders mogen van de school verwachten dat er goed op de veiligheid van het kind wordt gelet tijdens schooltijd, dat het kind gerespecteerd en gewaardeerd wordt. De school doet zijn uiterste best om het kind plezier te laten beleven en het zo goed mogelijk te laten leren. De school mag van de ouders verwachten dat hun kind fris, uitgerust en op tijd op school verschijnt. De contacten met ouders Om leerlingen goed te begeleiden, is samenwerking met de ouders van het grootste belang. Als beiden het met elkaar eens zijn over het doel en de richting waarin gewerkt wordt, is het effect het grootst. De groepsleerkracht is de eerstverantwoordelijke voor een goede gang van zaken in de groep. Buiten het lokaal krijgt het kind te maken met meer personeelsleden, die de veiligheid en de goede gang van zaken mede bewaken. De vaste contactmomenten zijn: - kennismaking met de school en een eerste gesprek met de directie - introductiemiddag nieuwe leerlingen - de groepsavond in september met alle ouders van elke groep - contactavonden (tweemaal per jaar, per groep) - een zakelijke ouderavond van de MR - huisbezoek door de groepsleerkracht eenmaal per jaar; - de schoolkrant die tweemaal per jaar verschijnt - regelmatig uitkomende nieuwsbrieven. Een andere manier om bij de school als geheel betrokken te worden, is deelname aan de medezeggenschapsraad of ouderraad.
Schoolgids ‘de Trilker’
20
10. Medezeggenschap Ouderraad Sinds januari 2003 heeft de Trilker een ouderraad (OR). Deze ouderraad organiseert extra activiteiten en helpt mee met buitenschoolse activiteiten. Zo helpt de OR mee met sinterklaasfeest en kerst, maar organiseert zelf ook bijvoorbeeld een sportdag of een andere activiteit in de school. In de ouderraad zitten ouders en vertegenwoorders van het team. Aan het begin van elk schooljaar ontvangen alle ouders een lijst met activiteiten waaraan zij in de loop van het jaar kunnen deelnemen. De ouderraad zorgt er dan voor dat deze ouders ingeschakeld worden bij de geplande activiteiten. Voor namen van de leden van de OR: zie de jaarkalender. Oudervereniging Met de onderwijsfinanciering die ingaat op 1 augustus 2006 wordt de ouderraad omgevormd tot een rechtspersoon. Er ontstaat dan een vereniging met statuten en een bestuur, die zeggenschap krijgt over alle financiën die niet worden beheerd door het schoolbestuur, waaronder het schoolfonds. Verantwoording van de gelden vindt plaats tijdens de voor iedereen toegankelijke ouderavond of jaarvergadering. Medezeggenschapsraad Op de Trilker is een Medezeggenschapsraad (MR). De raad kan de directie, en indirect via de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad ook het schoolbestuur, advies geven over zaken die de school aangaan. De MR heeft bovendien in een beperkt aantal gevallen instemmingsrecht. Personeel en ouders hebben hiermee een wettelijk vastgelegde mogelijkheid tot overleg over het reilen en zeilen van de school. In de medezeggenschapsraad hebben drie ouders en drie personeelsleden zitting. De directeur van de school kan als adviseur namens het bestuur aanwezig zijn bij de MR-vergaderingen. Er is ook een mogelijkheid om vanuit de ouderraad een vertegenwoordiging toe te voegen aan de MR. Deze persoon kan alleen adviseren en heeft geen stemrecht. Voor namen van de MR-leden: zie de jaarkalender.
11. Financiën Schoolfonds Aan alle ouders wordt een bijdrage voor het schoolfonds gevraagd. Naast de ouders draagt ook de gemeente een bedrag bij, bestemd voor de kosten van de tussenschoolse opvang. Uit het schoolfonds worden de kosten van o.a. sinterklaasfeest, jaarafsluiting, sportdag en de vervoerskosten voor excursies geheel of gedeeltelijk betaald. Het gaat om extra activiteiten, die niet tot het normale onderwijsprogramma behoren en daarom niet zijn opgenomen in het gewone budget. In de jaarkalender staat de hoogte van het bedrag en de manier, waarop de bijdrage geïnd wordt. Het schoolfonds is een vrijwillige bijdrage, echter, zonder deze bijdrage kunnen genoemde activiteiten moeilijk doorgaan. Naast het schoolfonds worden er ook kosten in rekening gebracht voor het schoolreisje/schoolkamp. Voor de oudste kinderen wordt ook een bijdrage gevraagd voor de jaarlijkse schaatslessen. Wanneer u problemen hebt met betaling van de financiële bijdragen, dan kunt u in overleg met de directie nadere afspraken maken. Indien u gebruik maakt van de schoolvoorziening voor melk of karnemelk, dan wordt daar een bijdrage voor gevraagd.
Speciaal basisonderwijs Leeuwarden
21
12. Overige regelingen en afspraken Tot slot zijn er nog enkele duidelijke regelingen en afspraken die van belang zijn voor het goed functioneren van uw kind op school. Toelatingsdata De meeste nieuwe leerlingen komen na de zomervakantie op school, maar nieuwe leerlingen kunnen ook 1 januari worden toegelaten. Algemene informatiegids Proloog Proloog geeft als schoolbestuur een ‘Algemene informatiegids voor ouders en verzorgers’ uit. De leerlingen hebben die meegekregen. Hebt u niet een exemplaar ontvangen, vraag dan alsnog een exemplaar aan bij de administratie. In de gids staan alle afspraken en regels van de Leeuwarder openbare scholen. Klachtenregeling Waar gewerkt wordt, worden fouten gemaakt. Dat is op scholen niet anders. Ouders zijn welkom bij de groepsleerkracht om dergelijke zaken te bespreken en samen naar een goede oplossing te zoeken. U kunt uw vragen ook voorleggen aan de directeur. Deze zal het probleem met alle betrokkenen bespreken en zoeken naar een oplossing. Als ouders niet tevreden zijn over de manier waarop een probleem of klacht wordt opgepakt, kunnen zij contact opnemen met de contactpersoon van de Trilker; vacature. Een stap verder kunt u contact opnemen met één van de vertrouwenspersonen van het bestuur. Ook kunt u een klacht indienen bij de bestuurscommissie Proloog of bij de landelijke klachtencommissie. Voor verdere informatie over de klachtenregeling: zie de algemene informatiegids voor ouders en verzorgers van Proloog. Pesten op school Iedere school van ‘Proloog’ heeft de brochure "Hoe om te gaan met pesten op school, aanbevelingen, consequenties en uitwerking" onderschreven. De brochure is het gevolg van een landelijke campagne om pesten op school aan te pakken. Schoolreisjes en kampen De schoolreisjes en de schoolkampen maken deel uit van het onderwijsgebeuren op de Trilker. Alle kinderen gaan mee op schoolreisje of schoolkamp. Alleen in zeer bijzondere situaties accepteren wij dat daarvan wordt afgeweken. Ouders die problemen hebben met de doelstelling van schoolreis en schoolkamp kunnen dat bespreken met de schoolleiding.
Verzekeringen Proloog heeft een verzekering afgesloten voor alle leerlingen, onderwijspersoneel en medewerkers, dus ook ouders, die in opdracht van de school activiteiten t.b.v. de school verrichten.
Schoolgids ‘de Trilker’
22
Bedrijfshulpverlening Op onze school zijn zes personeelsleden opgeleid tot bedrijfshulpverleners. Deze collega's worden ieder schooljaar getraind om in geval van nood in te kunnen springen en de zaken te regelen, die geregeld moeten worden. De bedrijfshulpverleners houden dan toezicht op de juiste gang van zaken. Zij hebben kennis van zaken betreffende EHBO en houden een ongevallenregistratie bij. Mobiele telefoons Wij hebben op school de afspraak dat mobiele telefoons worden ingeleverd bij binnenkomst en worden teruggegeven als de school is afgelopen. Als er tijdens schooltijd moet worden gebeld, dan vraagt de leerling toestemming om te bellen met opgaaf van redenen. Internet De Trilker heeft een uitgebreide website waarop ook veel informatie te vinden is. Er zijn foto’s te vinden van alle groepen met hun leerkrachten. Ook worden er regelmatig foto’s geplaatst van allerlei leuke activiteiten in en rond de school. Mocht u met dit laatste problemen hebben i.v.m. privacy, dan kunt u dit doorgeven aan de administratie. Wij zullen hier dan rekening mee houden. Zolang er niets aangegeven is, gaan we er vanuit dat u geen moeite heeft met het plaatsen van deze foto’s. Gymnastieklessen Voor de gymnastiekles hebben de kinderen een sportbroekje en T-shirt, de meisjes evt. een gympakje en sportschoenen nodig. Ook een handdoek en een tas waar alles inzit is nodig. Na de gymnastieklessen is douchen verplicht, tenzij er dringende redenen zijn waardoor we van deze regel af moeten wijken. De leerling neemt hiervoor een briefje mee van de ouders/verzorgers.
Speciaal basisonderwijs Leeuwarden
23
Begrippenlijst - Gebruikte afkortingen SBaO Dyslexie
Dyscaculie ADHD
ADD
PDD-NOS
ODD
WPO LOM MLK
VMBO
LWOO
Speciaal BasisOnderwijs. Een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. Dyscalculie betekent hardnekkige problemen met de automatisering van het rekenen. ADHD is de afkorting van Attention Deficit Hyperactivity Disorder (in het Nederlands: aandachts- en concentratiestoornis met hyperactiviteit). Kinderen met ADHD reageren op een aantal gebieden anders dan andere kinderen. Ze hebben vaker en sterker dan gemiddeld last van: • aandachts- en concentratieproblemen • impulsiviteit • hyperactiviteit ADD is een vorm van ADHD waarbij de hyperactiviteit ontbreekt. ADD staat voor ‘Attention Deficit Disorder’. Kinderen met ADD hebben meestal veel moeite met één of meer aandachtsfuncties. Zo kan het zijn dat ze het lastig vinden om gericht informatie op te nemen of om een onderscheid te maken tussen belangrijke en onbelangrijke prikkels. Kinderen met ADD zijn vaak erg stil, teruggetrokken en passief. PDD-NOS is de afkorting van Pervasive Developmental Disorder Not Otherwise Specified, een Engelse naam voor stoornissen die worden gerekend tot de pervasieve ontwikkelingsstoornissen. Met PDD-NOS wordt een restcategorie aangeduid die kenmerken heeft van het autisme, maar niet genoeg om zo te worden genoemd. Pervasief betekent (in het Latijn) doordringen. Het wil zeggen dat we bij pervasieve stoornissen te maken hebben met problemen die doordringen in verschillende ontwikkelingsgebieden van een kind. Dat kan bij kinderen met PDD-NOS de taalontwikkeling zijn, de motorische ontwikkeling, het reageren op interne en externe prikkels, maar vooral het vermogen zich op anderen te richten en het eigen gedrag in sociale situaties goed te besturen. Oppositioneel opstandige gedragsstoornis (ODD, Oppositional Defiant Disorder) en antisociale gedragsstoornis (CD, Conduct Disorder). Kinderen en jongeren met een oppositioneel Opstandige Gedragsstoornis (ODD) zijn moeilijk in de opvoeding, ongehoorzaam en in verzet, maar feitelijk gewelddadig gedrag is niet aan de orde. We spreken van agressieve gedragsstoornissen wanneer het gaat om ernstig negatieve gedragingen die vaker en sterker dan gemiddeld voorkomen, niet worden veroorzaakt door de omstandigheden en al langere tijd aanwezig zijn. Wet op het primair onderwijs: Wet uit 1985 waarbij kleuter- en lagere scholen fuseerden tot Basisscholen. Benaming voor onderwijs dat is afgestemd op de specifieke moeilijkheden die kinderen en jongeren ondervinden bij het volgen van onderwijs. Sinds 1998 zijn er geen afzonderlijke scholen meer voor moeilijk lerende leerlingen (mlk-scholen), scholen voor leerlingen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (lom-scholen) en de afdelingen voor in hun ontwikkeling bedreigde kleuters (iobk-afdelingen). Voor leerlingen met dit soort problemen zijn er nu de speciale scholen voor basisonderwijs. Voorbereidend Middelbaar BeroepsOnderwijs. In het vmbo kiest een leerling na de basisvorming een leerweg. Er zijn vier leerwegen: de theoretische, de gemengde, de kaderberoepsgerichte en de basisberoepsgerichte. In het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) worden de leerlingen in kleinere klassen intensief begeleid. Doel van deze begeleiding is dat de leerlingen een vmbo-diploma behalen in de basisberoepsgerichte leerweg.
Schoolgids ‘de Trilker’
24
PrO
Het praktijkonderwijs is bedoeld voor die leerlingen die niet in staat zijn een vmbo opleiding met een diploma af te sluiten. Het praktijkonderwijs is eindonderwijs. Het doel van dit onderwijs is dat de leerlingen elementaire vaardigheden verwerven die ze later zowel in hun persoonlijke leven als in de werksituatie toe kunnen passen. Het praktijkonderwijs legt de nadruk dan ook op aspecten van sociale redzaamheid, emotionele ontwikkeling en begeleiding naar arbeid.
WSNS
‘Weer Samen Naar School’, de samenwerking tussen speciaal en regulier onderwijs ten behoeve van zorgleerlingen. Leerlingzorgteam. De bijeenkomst binnen het deelverband van het samenwerkingsverband, waar de zorgleerlingen worden besproken. Permanente Commissie Leerlingenzorg, houdt zich met name bezig met toetsing voor toelaatbaarheid voor het SBaO of advisering voor het REC. Regionaal Expertise Centrum. Leerlinggebonden financiering. Ambulante begeleiding. Ambulant begeleider Informatie- en communicatietechnologie. Het werken met computers in de school door de leerlingen. Interne begeleiding. De interne begeleider coördineert de zorg in de school. Onderwijsbegeleidingsdienst. Ouders en school kunnen gebruik maken van schoolmaatschappelijk werk via CEDIN. Medezeggenschapsraad
LZT PCL REC LGF AB AB-er ICT IB IB-er CEDIN MR