spa nders Sociaal Progressief Alternatief
D e vernieuwing van de SP is een proces van lange duur. Twee jaar geleden
waarschuwde ik al voor te hoog gespannen verwachtingen op korte termijn. Een partij grondig hervormen vraagt tijd. Dat verklaart ook waarom een deel van deze intentieverklaring voor sommigen bekend in de oren zal klinken. Dat betekent niet dat er geen nieuwe, belangrijke stappen te zetten zijn. Na twee jaren van hard werken in de paarsgroene regering en evenveel jaren van partijvernieuwing gaat het weer beter met de partij. Vanzelfsprekend is een intentieverklaring niet het geschikte medium om onze regeringsdeelname te evalueren. Maar halfweg de rit kunnen we ook niet om de feiten heen. Vriend en vijand erkennen dat de SP’ers in de verschillende regeringen uitstekend werk verrichten. Onze ministers koppelen een sterke persoonlijkheid aan dossierkennis. Ze hebben een visie, ze weten waar ze heen willen: een goed en sociaal bestuur waar de mensen beter van worden. Er ging de voorbije maanden bij wijze van spreken dan ook geen dag voorbij of Johan Vande Lanotte, Frank Vandenbroucke, Luc Van den Bossche, Greet van Gool, Steve Stevaert, Renaat Landuyt en Robert Delathouwer pakten uit met concrete, tastbare maatregelen waar de mensen echt iets aan hebben. Het lijstje van hun realisaties is indrukwekkend: het Zilverfonds, de maximumfactuur in de gezondheidszorg, het armoedeplan, de werkwinkels, de inkomensgarantie voor ouderen, een sociaal rechtvaardige belastinghervorming, het gratis openbaar vervoer voor jong en oud, meer middelen voor verkeersveiligheid, de afschaffing van het kijk- en luistergeld, 500 Kwh gratis elektriciteit. Het is maar een greep uit de vele realisaties. Ook de partijvernieuwing begint zijn vruchten af te werpen. Langzaam maar zeker wint de SP weer aan aantrekkingskracht. De vernieuwing ging in de eerste plaats over inhoud. De Open Brief en het meer uitgewerkte boekje “Over de Grenzen” wilden een aanzet geven tot de vernieuwing van ons gedachtegoed. Ze wilden ook het debat aanzwengelen over mogelijke samenwerking met andere progressieve krachten. Dat de SP aan een grondige vernieuwing bezig is, moet ook blijken uit het politieke personeel van de partij. Een partij is een inhoudelijk project. Toch staat of valt een partij niet alleen met inhoud, maar ook met mensen. De jongste twee jaar hebben we hard gewerkt aan de noodzakelijke vernieuwing en vervrouwelijking van de partij. Van de zes nieuwe parlementsleden die de SP sinds de verkiezingen van 13 juni 99 mocht begroeten, zijn er vijf vrouwen: Kathleen Van Brempt, Fatma Pehlivan, Hilde Claes, Anne-Marie Baeke en Els Haegeman. De zesde volksvertegenwoordiger is een jonge man: Peter De Ridder. De nieuwe regeringscommissaris is een vrouw: Greet
1
van Gool. En Monica De Coninck leidt sinds april in Antwerpen het grootste OCMW van het land. Als eerste vrouw in de geschiedenis van de stad. Kortom, de voorbije twee jaar gingen binnen de SP zeven van de acht te begeven belangrijke mandaten naar vrouwen. Dat is een unicum in de annalen van onze partij. Of de kiezer het vernieuwingswerk in regering en partij weet te waarderen, kunnen we vandaag nog niet zeggen. Maar er zijn gunstige tekenen. De opiniepeilingen tonen alvast een duidelijk opwaartse lijn. De SP doet het, met zeventien procent in de recentste en meest betrouwbare peiling, volle twee procent beter dan bij de verkiezingen van 1999. Ook bemoedigend is dat in het lijstje van de twintig populairste Vlaamse politici niet minder dan zeven SP’ers voorkomen. Zo’n luxe hebben we lang niet meer gekend.
S terke prestaties in de regering en hoopvolle maar nog broze signalen rond de
partij maken sommigen onder ons weer zelfgenoegzaam. Ze denken dat we er al zijn en ze zouden willen dat we liever vandaag dan morgen de vernieuwing van de SP zouden stopzetten. Ze dwalen. De gunstige signalen moeten ons er, integendeel, toe aanzetten om met nog meer energie en overtuiging verder te gaan. We moeten de komende jaren niet zelfvoldaan beginnen uitbollen, maar juist een tandje bijsteken en het tempo opvoeren. We moeten de moed hebben om de SP versneld te vernieuwen en de partij op korte termijn nog ingrijpender te veranderen. De SP moet als een heel andere, een veel opener partij naar de verkiezingen van 2003 gaan. In de belangrijke overgangsperiode waarin we ons nu bevinden, mogen we ons niet verliezen in oeverloze interne debatten. Daar wordt de partij niet beter van en de buitenwereld heeft er helemaal geen boodschap aan. We moeten de komende twee jaar van een nog te veel in zichzelf gekeerde SP een open en naar buiten gerichte partij maken. We moeten ons minder met onszelf en veel meer met de samenleving bezighouden. We zijn er voor de mensen, niet voor onszelf. Dat is ongetwijfeld één van de grootste, zo niet de grootste uitdaging voor de nieuwe SP.
D e leden moeten beseffen hoe belangrijk de vernieuwing voor de toekomst van de partij is. Ze moeten die vernieuwing mee dragen en uitdragen. Dat is cruciaal. Maar vanzelfsprekend moet ook de kiezer weten dat de nieuwe SP die in 2003 aan de verkiezingen deelneemt, een andere partij is. Daarom stel ik voor om met een veranderde, vernieuwde naam aan de eerstvolgende verkiezingen deel te nemen:
spa 2
spa
staat, eenvoudig, voor “SP Anders”. Niets meer, maar ook niets minder. Het is een naam met een duidelijke verwijzing naar de SP van vandaag. Hij bevestigt de band met onze geschiedenis, want onze doelstellingen blijven ongewijzigd. Niemand twijfelt aan de waarden die de partij verdedigt. We drijven op dezelfde verontwaardiging over sociale ongelijkheid waaruit destijds het socialisme is gegroeid. Dat is dus geen reden om onze naam te wijzigen. We hebben wel een aangepaste naam nodig om duidelijk te maken dat we ons gedrag willen veranderen. In een periode waarin de meeste politieke partijen naar het centrum opschuiven, is er ook in Vlaanderen nood aan een grote, linkse politieke partij. spa moet zo’n open, linkse partij zijn, waar iedereen welkom is die onze doelstellingen onderschrijft. De nieuwe naam drukt dus onze vastberadenheid uit om op een andere manier aan politiek te doen.
spa
moet staan voor een partij met een sterk en hedendaags sociaal-democratisch programma. De centrale idee van dit programma formuleerde ik al in mijn eerste intentieverklaring van twee jaar geleden en scherpte ik verder aan in de Open Brief. Het gaat om “het realiseren van een samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft om zich te ontplooien en de verantwoordelijkheid om die kansen daadwerkelijk te benutten.” Een politiek programma dat onze centrale waarde vandaag geloofwaardig wil uitdragen moet per definitie een breed programma zijn. We moeten dus verder kijken dan de thema's waarop de SP zich traditioneel profileert, zonder deze klassieke thema’s te lossen. Het spreekt voor zich dat werk, sociale zekerheid en gezondheid van groot belang blijven voor een moderne sociaal-democratische partij. Maar we moeten, bijvoorbeeld, ook onze visie op de sociale zekerheid verder durven aanpassen. De sociale zekerheid moet evolueren van een systeem dat mensen schadeloosstelt voor gemiste kansen, naar een systeem dat bijkomende en betere kansen creëert. Vandaag zijn er, los van de klassieke sociale thema’s, veel andere beleidsdomeinen die minstens evenveel en soms zelfs meer invloed hebben op de kansen die iemand krijgt in onze samenleving. Daarom moeten we onze visie op onderwijs en levenslang leren, huisvesting, mobiliteit, de combinatie van werk en gezin, leefmilieu of politieke participatie permanent blijven vernieuwen. Daarom ook moeten we weer veel meer aandacht hebben voor thema's die we de jongste tijd hebben verwaarloosd. Ik denk hier in de eerste plaats aan cultuur en de internationale dimensie van de sociaal-democratie.
spa
wil zelf mee de politieke agenda bepalen. We willen niet alleen verdedigen wat we dikwijls na moeizame strijd hebben verworven. We willen ook nieuwe thema’s aanreiken, snel registreren wat er bij de mensen leeft en daar moderne sociaaldemocratische antwoorden op geven. Kortom, spa wil een offensieve ploeg zijn. Daarom moeten we, in de lijn van het Toekomstcongres van 1998, permanent ons roodgroen en toekomstgericht programma blijven hernieuwen. Een moderne sociaal-democratische partij wil vooral klare doelstellingen formuleren. Ze klampt zich niet vast aan middelen uit het verleden. De nieuwe SP mag dan ook niet de blinde verdediger zijn van het onveranderbare verleden, maar moet voortdurend een visie op heden en toekomst blijven ontwikkelen. We moeten dus ook niet koste wat kost elk overheidsoptreden verdedigen, maar op een pragmatische manier afwegen op welke manier we op lange termijn de beste
3
resultaten kunnen halen. Dat kan met de overheid, dat kan ook door het vrij initiatief kansen te geven, dat kan ook door overheid en privé-sector samen te laten werken. Dat we niet langer de onvoorwaardelijke verdediger zijn van de overheid, betekent niet dat we van de weeromstuit even blind in de vrije markt zouden geloven. De zuivere vrije markt is een slecht model en niet geschikt om onze doelstelling te realiseren: een meer rechtvaardige wereld met gelijke kansen op ontplooiing voor iedereen.
D e a van spa
staat dus ondubbelzinnig voor “anders”. Maar omdat het in de politiek om mensen gaat, willen we ook andere mensen aantrekken. Met spa willen we ons toekomstgericht programma niet op eigen kracht ontwikkelen en uitvoeren. Iedereen die zich herkent in het gedachtegoed van de sociaal-democratie is welkom om samen onze doelstellingen te realiseren. De vernieuwde SP blijft een ledenpartij. De ledenbeweging is onze rijkdom. Een ledenpartij creëert een sociaal weefsel en een ontmoetingsplaats voor gelijkgezinden die ook buiten verkiezingstijd aan de continuïteit en de uitbouw van de partij werken. Maar tegelijk willen we een open partij zijn, een partij die durft samen te werken met mensen die geen lid zijn van de afdeling. Vandaag schrikken we nog te veel mensen af die het eigenlijk met onze doelstellingen en onze inhoudelijke keuzen eens zouden moeten zijn. Die gelijkgezinden botsen te vaak op gesloten deuren. Ze voelen zich niet welkom. Openheid moet een evidentie zijn. Openheid moet ook de rode draad zijn in onze werking, ons programma en onze lijstvorming. Openheid loont ook, want in de gemeenten waar we ramen en deuren al hebben opengegooid, doet de partij het doorgaans beter dan waar de SP een gesloten, in zichzelf gekeerd bastion is gebleven. Hasselt is daarvan het beste voorbeeld. Daar gingen we al anders, met anderen en zelfs onder de naam spa naar de verkiezingen. Onze openheid en onze bereidheid tot samenwerking kunnen misschien ook tot meer leiden, tot een ‘alliantie’, een gemeenschappelijke lijst met anderen. In het tijdvak waarin we leven, is het politieke veld voortdurend in beweging. Geen enkele politieke partij – en dus ook de SP niet – kan het commando geven tot de operatie politieke herverkaveling. Laat staan dat de SP of een andere politieke partij zouden kunnen bepalen hoe die herverkaveling er zou moeten uitzien. Wat we wel kunnen, is duidelijk maken dat we als spa bereid zijn om mee te bouwen aan een sociaal progressief alternatief, aan een grote linkse formatie die kan wegen op het beleid. Mogelijke medestanders moeten ook weten dat we een duidelijke visie hebben, maar dat we de waarheid niet in pacht hebben. We hebben ook niet de pretentie om te eisen dat wie met ons wil samenwerken, zijn eigenheid moet verloochenen. Integendeel. Een alliantie levert pas een meerwaarde op als elke partner zijn eigenheid kan behouden. Samenwerken met zichzelf is geen kunst. Samenwerken met anderen is veel moeilijker. Het vraagt openheid, bescheidenheid en luisterbereidheid. Die kwaliteiten kan en moet spa opbrengen.
spa
moet ook staan voor een andere manier om met de mensen in de partij om te gaan. Gelijke kansen voor vrouwen, ouderen en jongeren, allochtonen vormen daarbij het uitgangspunt. Bij de verkiezingen van 2003 moet de rits op de kandidatenlijsten de regel en niet de uitzondering zijn. We moeten als spa open lijsten durven op te stellen. Vanzelfsprekend is er ruim plaats voor onze eigen leden. 4
Maar we moeten ook op zoek gaan naar mensen met talent en inzet, die niet binnen de eigen structuren actief zijn. Bovenal moeten we de lijsten samenstellen met het oog op electoraal succes. Dat electoraal succes moeten we vervolgens proberen om te zetten in politieke macht. Onze lijstvorming moet dus veel minder rekening houden met het behoud van één of ander mandaat en dus met de macht van één of ander individu. We moeten kiezen voor kwaliteit en populariteit. Die twee zijn overigens best verzoenbaar – onze toppolitici zijn daarvan het levende bewijs. Maar dat betekent wel dat, waar nodig, de nationale partijleiding een rol zal moeten spelen bij de lijstvorming. Ook dat is anders.
spa
heeft dus de ambitie om op korte termijn te komen tot een sterk sociaal progressief alternatief, dat uitgroeit tot een leidende politieke kracht in Vlaanderen. Dat vergt een grote inzet van iedereen.
5
Uitgangspunten zijn duidelijk: • Gelijke kansen op ontplooiing voor iedereen. • Deze gelijke kansen slaan op alle beleidsterreinen, niet alleen het sociale. • De doelstellingen zijn links-radicaal, de middelen eigentijds en niet dogmatisch. • Een open werking en dus een intense samenwerking met gelijkgezinden, ook van buiten de eigen partij. Deze uitgangspunten zijn vandaag de leidraad van ons werk in de regering. Het volgend jaar moeten we ze concretiseren in een geactualiseerd programma waarmee we in 2003 naar de kiezer gaan.
O m de slagkracht van spa
te vergroten, moeten we onze statuten drastisch wijzigen. Dat is ogenschijnlijk een wat saaie aangelegenheid, maar wel van het grootste belang. We moeten de fusie van de federaties rondmaken. De federaties die nu arrondissementeel zijn gestructureerd, worden provinciaal georganiseerd en zo aangepast aan de mogelijke nieuwe kiesomschrijvingen. Met een betere inzet van de middelen kunnen zulke provinciale federaties ook de werking van de afdelingen versterken. Voorts pleit ik voor een nieuwigheid in de statuten. Ik ben voor de komst van een ondervoorzitter, die van het andere geslacht moet zijn dan de voorzitter. Op die manier vergroot de kans dat de twee geslachten ook echt gelijke kansen krijgen in onze partij. Ten slotte moeten we er voor zorgen dat alle afdelingen, ook de kleinste, stemrecht krijgen op onze congressen.
D e vernieuwing van de SP is op de goede weg, maar lang niet afgerond. De
komende maanden en jaren moeten we spa, “SP Anders”, vorm geven. Met spa willen we een hedendaagse vooruitstrevende groene en sociale partij uitbouwen. Die kan naadloos aansluiten bij de lange traditie van onze socialistische beweging. Het woord spa zelf verwijst trouwens naar de naam die de partij de jongste 25 jaar heeft gedragen. Maar spa moet tegelijk door houding en gedrag aan iedereen in Vlaanderen duidelijk maken dat er een andere wind waait. Dat er een andere SP is ontstaan. Een partij die voldoende aantrekkelijk is voor wie nu inhoudelijk op dezelfde lijn zit, maar de stap niet kan of wil zetten omdat de partij onvoldoende openstaat voor de buitenwereld. Met spa moeten we gelijkgezinde mensen in een sterke linkse alliantie kunnen groeperen om zwaarder op het beleid te wegen. Aan dat sociaal progressief alternatief wil ik de komende periode als voorzitter werken.
6