SOORTENKENNIS APRIL 2016 PRESENTATIES DEEL 2
Toegepaste biologie O41
2015-2016
BLEKE KLAPROOS
LET OP!!! DE FOTO IS ONJUIST Dit is een grote klaproos. Brede zaaddoos en duidelijk afstaande haren op de bloemstengel . (Rob)
KENMERKEN BLEKE KLAPROOS Soortgroep
papaverfamilie
Hoofd-biotoop
De soort komt voor op zanderig bouwland, langs wegen en spoorlijnen.
Uiterlijke kenmerken
Bloemen hebben een oranje achtige kleur. En soms aan de voet zwart gevlekt. De plant wordt ongeveer 20 tot 60 cm hoog. De stengels zijn stijfbehaard. Het blad is grijsachtig groen. Kortbehaard.
Extra foto’s LET OP!!! TWEE LINKERFOTO’S ZIJN GROTE KLAPROZEN.
GROTE KLAPROOS
KENMERKEN GROTE KLAPROOS Soortgroep
papaverfamilie
Hoofd-biotoop
Bloeit in grote aantallen op bermen, taludhellingen en graanakkers. De plant bloeit op lange stelen in de bladoksels.(De hoek tussen de stengel en de bladsteel)
Uiterlijke kenmerken
De plant kan wel 80 cm groot worden. Bevat wit melksap. De bloem is rood en heeft een zwarte vlek aan de voet van het kroonblad. Het blad is behaard.
Extra foto’s
GRASKLOKJE
KENMERKEN GRASKLOKJE Soortgroep
klokjesfamilie
Hoofd-biotoop
Het grasklokje wordt in Nederland wettelijk beschermd. Het grasklokje komt voor in de koude en gematigde streken van het noordelijk halfrond. Zo komt de plant voor op zandgrond, krijthellingen en ook op stenige plaatsen, taludbeddingen van spoorwegen en in rotsspleten.
Uiterlijke kenmerken
Extra foto’s
De plant wordt tussen de 10 cm en 50 cm hoog. Het kroonblad is meestal blauw en soms wit. De rozetbladeren zijn rond van vorm en hebben een hartvormige voet. De bladrand is gekarteld.
GEEL WALSTRO
KENMERKEN GEEL WALSTRO Soortgroep
sterbladigenfamilie
Hoofd-biotoop
Geel walstro komt voor in weilanden, heggen, duinen, aan wegkanten, oevers en op droge zandgronden.
Uiterlijke kenmerken
De plant kan 15cm tot 100cm hoog worden. De bladranden zijn omgerold. De bovenzijde is donkergroen en glanzend; de onderzijde is bleker. De plant vormt kransen van acht tot twaalf bladeren. De bloem is goudgeel of citroengeel en heeft een grootte van 2-4 mm.
Extra foto’s
GLAD WALSTRO
KENMERKEN GLAD WALSTRO Soortgroep
sterbladigenfamilie
Hoofd-biotoop
De plant groeit op dijken, bermen en onder kreupelhout. Komt van nature in een heel groot deel voor in europa, klein Azië en India.
Uiterlijke kenmerken
De plant heeft een vierkante stengel met enkelvoudige, kruiswijze bladen, die ongeveer 2,5 mm breed zijn. Op beschaduwde plaatsen zijn de bladeren breder. De plant bloeit van juni tot augustus. De plant heeft witte bloemen met 4 kroonbladen.
Extra foto’s
KLEEFKRUID
KENMERKEN KLEEFKRUID Soortgroep
sterbladigenfamilie
Hoofd-biotoop
Kleefkruid wordt dus verspreid door harige dieren. Het kruid groeit op verschillende plaatsen. Kleefkruid kan zowel in de zon als in de schaduw groeien. Kleefkruid groeit het best in gebieden met een voedselrijke vochtige bodem. Kleefkruid groeit vaak tussen brandnetels, dovenetels en fluitenkruid.
Uiterlijke kenmerken
De plant heeft veel haakjes die aan de stengel en de vruchten van kleefkruid zitten. Bladeren zijn veer nervig. Kleine onopvallende witte bloemetjes. De vruchtjes zijn paarsachtig of groen.
ZWARTE KRAAI
KENMERKEN ZWARTE KRAAI Soortgroep
Corvidae (Kraaien)
Hoofd-biotoop
Weide en akkerbouw-landschap.
Uiterlijke kenmerken
Een volwassen kraai is 48 tot 53 centimeter lang. Zwart van kleur. Een groenige glans over de veren. Het kan gebeuren dat de zwarte kraai witte veren krijgt als gevolg van verkeerde voeding.
Extra foto’s
KAUW
KENMERKEN KAUW Soortgroep
Corvidae (Kraaien)
Hoofd-biotoop
Kauwen komen meestal in groepen of paren voor. Je vindt ze in wegbermen, weilanden en in de bebouwde kom.
Uiterlijke kenmerken
Kenmerkend zijn de grijze kleur van de zijhals en het achterhoofd en de lichtgroen-grijze oogring. Volledig zwarte exemplaren komen ook voor.
Extra foto’s
ROEK
KENMERKEN ROEK Soortgroep
Corvidae (Kraaien)
Hoofd-biotoop
Roeken leven op akker –en weideland. Ze leven in kolonies, in nesten die dicht bij elkaar in een aantal boomtoppen worden gebouwd. Deze kolonies kunnen zeer groot worden.
Uiterlijke kenmerken
Ze zijn ongeveer 46 cm lang. Het verenkleed is zwart met een blauwige metaalglans. De snavel is ook zwart, iets naar beneden gebogen en wat slanker dan die van de zwarte kraai.
Extra foto’s
Bosanemoon HOOFDFOTO
KENMERKEN Bosanemoon Soortgroep
Ranonkelfamilie
Hoofd-biotoop
Loofbossen, Graslanden, slootkanten
Uiterlijke kenmerken
De bloemen hebben 5-7 bloemdekbladen, die vooral aan de buitenkant ook wat paars-rood aangelopen kunnen zijn. De bloemdekbladen zijn in feite gekleurde kelkbladen, die door hun kleuring op kroonbladen lijken. Kroonbladen ontbreken echter
Extra foto’s
“Speenkruid” HOOFDFOTO
Waar zijn de speentjes? (opm. Rob)
Kenmerken Speenkruid Soortgroep
Ranonkelfamilie
Hoofd-biotoop
Loofbossen
Uiterlijke kenmerken
De hartvormige bladeren zitten aan het uiteinde van een lange bladsteel. De gele bloemen hebben acht tot twaalf kroonbladeren en drie groene kelkbladeren
Extra foto’s
Poelruit HOOFDFOTO
Kenmerken spoelruit Soortgroep
Ranonkelfamilie
Hoofd-biotoop
moerassen
Uiterlijke kenmerken
Extra foto’s
De plant heeft lange ondergronds kruipende wortels met vele rechtopstaande stengels met geveerde wigvormige blaadjes. De plant heeft vele welriekende geelachtige bloemen die dicht opeen groeien. Ze hebben geen kroonbladen. Kan een hoogte bereiken van 40-100 cm
Stinkende gouwe HOOFDFOTO
Kenmerken Stinkende gouwe Soortgroep
Papaverfamilie
Hoofd-biotoop
Plantsoenen, bossen
Uiterlijke kenmerken
De bloem is heldergeel en is 2-2,5 cm breed. Er zijn twee kelkbladeren, vier kroonbladerenHet blad is oneven geveerd of diep ingesneden en grof gekarteld. Er zijn in het eerste geval vijf of zeven deelblaadjes
Extra foto’s
Witte klaverzuring HOOFDFOTO
KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep
Klaverzuringfamilie
Hoofd-biotoop
Komt voor in bossen, heggen, natte plaatsen
Uiterlijke kenmerken
witte tot roze, met paars tot blauwe aders doorlopen bloemkronen van zo'n cm groot. Op elke bladsteel staan drie hartvormige deelblaadjes, die meestal over de middennerf zijn samengevouwen.
Extra foto’s
Gewone vleugeltjesbloem HOOFDFOTO
KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep
vleugeltjesbloemfamilie
Hoofd-biotoop
vrij voedselarme graslanden, op lichte bosplekken, in de duinen en op kalkrijke graslanden
Uiterlijke kenmerken
*heeft verspreid staande bladeren *roze of witachtige bloemen. De bloemen hebben drie kroonbladen. *De schutbladenzijn 1-2 mm lang *Twee van de vijf kelkbladen zijn groter, hebben dezelfde kleur als de drie ontwikkelde kroonblaadjes en vormen de vleugels
Extra foto’s
“SOORTNAAM” HOOFDFOTO
KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep Hoofd-biotoop
weide
Uiterlijke kenmerken
*De kievit is een forse weidevogel van ongeveer 28 tot 31 cm groot en heeft een spanwijdte van 67 tot 76 cm *De nek is zwart tot grijs. Met een lange kuif *De buik is wit met onder de staart een rode vlek *De rug is recht en in de zomer is deze donkergroen met een paarse en koperen gloed, In de winter is de rug groener met gelige randen aan de veren
Extra foto’s
Grutto HOOFDFOTO
KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep
strandlopers en snippen
Hoofd-biotoop
weide
Uiterlijke kenmerken
*In de zomer heeft het mannetje van de grutto een oranjebruine kop, nek en borst. Ook de snavel is aan de kopzijde oranje *De flanken en de buik zijn gevlekt *Hij heeft een lange vrijwel rechte snavel *Als de grutto vliegt vallen de witte strepen boven en onder de vleugels op
Extra foto’s
Wulp HOOFDFOTO
KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep
strandlopers en snippen
Hoofd-biotoop
weide
Uiterlijke kenmerken
*Het verenkleed is licht van kleur met donkerbruine verticale strepen over het gehele lichaam *Wulp heeft een snavel naar de gulp
Extra foto’s
Scholekster HOOFDFOTO
KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep
steltloper
Hoofd-biotoop
weide
Uiterlijke kenmerken
* Deze vogel heeft een zwart-wit verenkleed * een oranje snavel en oranje poten. Rondom de ogen heeft hij een oranje ring. *Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk.
Extra foto’s
DASLOOK
KENMERKEN DASLOOK Soortgroep
Allium ursinum lookfamilie
Hoofd-biotoop
Heel Europa, Klein-Azië, de Kaukasus en in Siberië tot Kamtsjatka, het liefst in loofbossen met natte voedselrijke bodem.
Uiterlijke kenmerken
Zes witte bloemdekbladen en in losse bolvormige schermen gegroepeerd, Na juli blijft enkel de ondergrondse bloembol over. 30-40 cm hoog. zes meeldraden en een driedelige stamper. omgeven door zes breed ovale bloemdekbladen. Bruine zaden. Ovale bladeren zijn 3-5 cm breed, donkergroen en parallel nervig. Dus 1 zaad-lobbig
Extra foto’s
LELIETJE DER DALEN
KENMERKEN LELIETJE DER DALEN Soortgroep
Convallaria majalis leliefamilie
Hoofd-biotoop
Bosrijke streken, maar ook als tuinplant
Uiterlijke kenmerken
Breed-elliptisch, gesteeld en onbehaarde bladeren. Staan met z’n tweeën bij elkaar, onderaan een schede van papierachtige bladeren. Wit, klokvormige bloemetjes met een aangename geur, groeit in een tros van 6 tot 12 bloemen, vrucht is een rode bes met 2 blauwe zaden. 1 zaadlobbig, plant wordt zo’n 30 cm hoog
Extra foto’s
GEWONE RAKET
KENMERKEN GEWONE RAKET Soortgroep
Sisymbrium officinale kruisbloemfamilie
Hoofd-biotoop
Braakliggend terrein
Uiterlijke kenmerken
30 tot 60 cm lang, door de vertakkingen lijkt de plant op een kandelaar, de bloem is bleekgeel en klein (2 – 4 mm), kortgesteelde, priemvormige, 8 tot 20 mm lange hauwen, waar de korte bruine zaden in zitten. 2 zaadlobbig
Extra foto’s
PINKSTERBLOEM
KENMERKEN PINKSTERBLOEM Soortgroep
Cardamine pratensis kruisbloemfamilie
Hoofd-biotoop
Graslanden, bossen en moerassen
Uiterlijke kenmerken
Tot 50 cm hoog, plant heeft een rozet, de stengel is hol en rond, samengestelde bladeren, deelblaadjes van het bladrozet zijn kort en breed en vaak bochtig getand, de stengelbladeren zijn smal en lang, ook hier weer de zaadjes in een hauw. 2 zaadlobbig.
Extra foto’s
KLEINE VELDKERS
KENMERKEN KLEINE VELDKERS Soortgroep
Cardamine hirsuta kruisbloemfamilie
Hoofd-biotoop
Overal wel
Uiterlijke kenmerken
1-jarige plant, 7 tot 30 cm hoog, 2-3 mm grote kroonblaadjes zijn wit op een groene stengel en elliptisch gevormd, blijven soms aanwezig terwijl de zaadjes al rijpen. Wortelrozet met geveerde bladeren met 2-4 stengelbladeren, ook hier weer hauwen. 2 zaadlobbig. Gezien als onkruid.
Extra foto’s
LOOK ZONDER LOOK
KENMERKEN LOOK ZONDER LOOK Soortgroep
Alliaria petiolata kruisbloemfamilie
Hoofd-biotoop
Vochtige, voedselrijke grond in loofbossen, langs bospaden en beken, liefst enigszins in de schaduw.
Uiterlijke kenmerken
Te herkennen aan witte bloem, het blad en de geur, bij wrijving ruikt het naar uien of knoflook, maar het is botanisch gezien niet verwant aan look. 0,2 tot 1 m hoog. Hier ook weer hauwen, de bladeren aan de voet zijn lang gesteeld, de bovenste bladeren zijn hartvormig en onregelmatig getand. 2 zaadlobbig.
Extra foto’s
HERDERSTASJE
KENMERKEN HERDERSTASJE Soortgroep
Capsella bursa-pastoris kruisbloemfamilie
Hoofd-biotoop
In siertuinen, in moestuinen, in grasland en op akkers
Uiterlijke kenmerken
Tot 60 cm hoog, de hauwen lijken op tasjes, rondom de spoelvormige wortel staan de bochtig getande bladeren in een wortelrozet. Witte bloemen, die gegroepeerd staan in een tros. 2 zaadlobbig.
Extra foto’s
TURKSE TORTEL
KENMERKEN TURKSE TORTEL Soortgroep
Streptopelia decaocto duif
Hoofd-biotoop
Veel in de buurt van mensen
Uiterlijke kenmerken
Licht beigegrijs verenkleed, met een zwart-witte nekband en een contrasterende zwarte iris. De snavel is relatief kort en de poten leverkleurig. In de vlucht vallen de lichte vleugelpartijen en buitenste staartpennen op. De staart is van onderen voor de helft wit. 31 tot 34 cm lang en 150 tot 250 gram zwaar.
Extra foto’s
HOUTDUIF
KENMERKEN HOUTDUIF Soortgroep
Columba palumbus duif
Hoofd-biotoop
Uiterlijke kenmerken
Extra foto’s
Grijspaarse kop, grijze bovendelen en grijsroze borst. Ze hebben zwarte armpennen en een brede zwarte eindband op de staart. Deze vogels hebben een witte vlek in de nek en een witte band op de vleugels. 41 tot 45 cm lang, weegt 275 tot 700 gram en de spanwijdte is 68 tot 77 cm breed
SLANKE SLEUTELBLOEM HOOFDFOTO
KENMERKEN SLANKE SLEUTELBLOEM Soortgroep
Sleutelbloemfamillie (landplanten, zaadplanten)
Hoofd-biotoop
Uiterlijke kenmerken
Extra foto’s
Eivormige bladeren, gekarteld. De stengels zijn behaard Lichtgele bloemen, kroonbladeren zijn vergroeid tot een buis. Doosvormige vruchten, met deksel, omhuld door een blijvende kelkbuis Bladeren zijn eetbaar.
GULDEN SLEUTELBLOEM
KENMERKEN GULDEN SLEUTELBLOEM Soortgroep
sleutelbloemfamillie
Hoofd-biotoop
Weilanden en bossen 15-30 cm hoog
Uiterlijke kenmerken
Bladeren vormen een rozet (langwerpig en getand) Bloemen zijn geel, in het midden zitten oranje vlekjes. Bloemkroon is klokvormig. Max dertigbloemen op een plant.
Extra foto’s
ECHTE VALERIAAN
KENMERKEN ECHTE VALERIAAN Soortgroep
Kamperfoelie famillie
Hoofd-biotoop
Uiterlijke kenmerken
Extra foto’s
60-120cm, verspreid staande bladeren. Geveerd/veervormig. Vruchten zijn kaal of behaard. Twee zaad lobbig Licht paarse kleur tot wit.
“KLEIN SPRINGZAAD” HOOFDFOTO
KENMERKEN Soortgroep
Balsemien famillie
Hoofd-biotoop
De plant groeit op vochtige en beschaduwde plaatsen in bossen, parken en in wegbermen
Uiterlijke kenmerken
1m hoog, De verspreid staande bladeren zijn langwerpig tot eirond, spits en scherp gezaagd. De bloemen zijn lichtgeel en hebben geen vlekken. En staan recht op boven de bladeren.
Extra foto’s
“DE VINK” HOOFDFOTO
KENMERKEN Soortgroep
Zang vogels, vink achtigen.
Hoofd-biotoop
Uiterlijke kenmerken
Lengte ca. 15 cm. Poten bruin. mannelijk exemplaar onderzijde wijnrood, buik wat lichter. Kruin en nek leiblauw, voorhoofd zwart. Rug donkerroodbruin. Vleugel met twee witte banden. Groenachtige stuit. Staart met witte rand.
vrouwelijk exemplaar vleugel en staart bruiner; onderzijde lichtgrijsbruin; rug donkerder olijfgroen. Extra foto’s
“HUISMUS”
KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep
Zangvogels, mussen staat op de rode lijst.
Hoofd-biotoop
Nestelen in droog gras,
Uiterlijke kenmerken
Mannetje: grijze kruin en wangen, zwarte keel en borst, zwart masker en witte stip achter het oog, witte streep over de vleugels. Vrouwtje: lichte oogstreep, kleine tekening op rug en vleugels, effen licht grijze/ bruine borst.
Extra foto’s
REUZEN BALSEMIEN HOOFDFOTO
REUZEN BALSEMIEN Soortgroep
Balsemien familie, springzaad
Hoofd-biotoop
Langs of in de buurt van water
Uiterlijke kenmerken
Opvallende 2,5 centimeter grootte, roze, lila tot witte bloemen. Getande bovenste bladeren zitten in een krans. Lancetvormige bladeren. Hoekige stengels.
Extra foto’s
WILDE KRUISDISTEL
KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep
Eryngium campestre,
Hoofd-biotoop
Rivierduinen, zanderige dijken, langs spoorwegen
Uiterlijke kenmerken
Tweeslachtige bloem, bloemen zitten in stekelige hoofden. Onderste bladeren zijn eirond en stekelig. Stengel bladeren zijn kleiner.
Extra foto’s
BEEMDKROON HOOFDFOTO
KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep
Kaardenbol familie,
Hoofd-biotoop
Vochtige bermen en dijken, kalkhoudende grond.
Uiterlijke kenmerken
Plant word 15-60 cm lang. Grijs groene bladeren, onderste zijn heel, bovenste zijn veerspletig. Stengel is behaard. Lila bloemen,
Extra foto’s
WILDE KAARDEBOL HOOFDFOTO
KENMERKEN SOORTNAAM Soortgroep
Kamperfoelie famillie,
Hoofd-biotoop
Uiterlijke kenmerken
Extra foto’s
Plant wordt 70-150cm hoog. Lila bloempjes die in een hoofd bij elkaar zitten. Elke bloem heeft vier meeldraden. Bloeiwijze: van boven naar beneden. Daarom ook die groei ringen. Stekelige bladeren en stengels.
“ZANDZEGGE (CAREX ARENARIA)”
KENMERKEN ZANDZEGGE Soortgroep
cypergrassen
Hoofd-biotoop
Voedselarme, droge grond
Uiterlijke kenmerken
Driekantige bladeren
Extra foto’s
“ENGELS RAAIGRAS (LOLIUM PERENNE)”
KENMERKEN ENGELS RAAIGRAS Soortgroep
grassenfamilie
Hoofd-biotoop
Zonnig, voedselrijk, nat
Uiterlijke kenmerken
Bladeren zijn lancetvormig en komen vanuit de stengel
Extra foto’s
“KROPAAR (DACT YLIS GLOMERATA)”
KENMERKEN KROPAAR Soortgroep
grassenfamilie
Hoofd-biotoop
Zonnig, vochtig, voedselrijk
Uiterlijke kenmerken
Lange, lancetvormige bladeren die omlaag vallen. Bladeren zijn grijsgroen.
Extra foto’s
“ZACHTE DRAVIK (BROMUS HORDEACEUS)”
KENMERKEN ZACHTE DRAVIK Soortgroep
grassenfamilie
Hoofd-biotoop
Zonnig, open, kalkhoudend
Uiterlijke kenmerken
Lancetvormige bladeren, behaard
Extra foto’s
“GEWOON REUKGRAS (ANTHOXANTHUM ODORATUM)”
KENMERKEN GEWOON REUKGRAS Soortgroep
grassenfamilie
Hoofd-biotoop
Zonnige, zwak zure grond die vrij humeus is
Uiterlijke kenmerken
Kortere, lancetvormige bladeren. Opvallende, gele bloemetjes
Extra foto’s
“RIET (PHRAGMITES AUSTRALIS”
KENMERKEN RIET Soortgroep
grassenfamilie
Hoofd-biotoop
Stilstaande, zoete, voedselrijke wateren met zon
Uiterlijke kenmerken
Waterplant met lange, lancetvormige bladeren.
Extra foto’s
“STRAATGRAS (POA ANNUA)”
KENMERKEN STRAATGRAS Soortgroep
grassenfamilie
Hoofd-biotoop
Zonnige, veel betreden plaatsen die voedselrijk zijn
Uiterlijke kenmerken
Klein, groeit vaak tussen stenen door, lancetvormige bladeren
Extra foto’s
“STRUISGRAS (AGROSTIS SPEC.)”
KENMERKEN STRUISGRAS Soortgroep
grassenfamilie
Hoofd-biotoop
Zonnige humusrijke plekken
Uiterlijke kenmerken
Groeit in zoden
Extra foto’s
“EKSTER (PICA PICA)”
KENMERKEN EKSTER Soortgroep
kraaiachtigen
Hoofd-biotoop
Groot gedeelte van Europa
Uiterlijke kenmerken
Zwarte snavel, zwarte staart, witte buik https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/b/b6/Pica_ pica.ogg
Extra foto’s
“GAAI (GARRULUS GLANDARIUS)”
KENMERKEN GAAI Soortgroep
kraaiachtigen
Hoofd-biotoop
Bossen, verspreid in heel Europa, behalve het hoge noorden
Uiterlijke kenmerken
Lichtbruine/roze buik en kop. Lichtblauwe vleugels met zwarte spikkels. https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/4/4f/Eichel h%C3%A4her_ruf.ogg https://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/a/a1/Garru lus_glandarius_song.ogg
Extra foto’s
“HONDSDRAF (GLECHOMA HEDERACEA)”
KENMERKEN HONDSDRAF Soortgroep
lipbloemenfamilie
Hoofd-biotoop
Zonnige plaatsen, liefst humusrijk, verder alle gronden
Uiterlijke kenmerken
Duidelijk gekartelde bladeren met steel, typische paarse lipbloemen
Extra foto’s
“MOERASANDOORN (STACHYS PALUSTRIS)”
KENMERKEN MOERASANDOORN Soortgroep
lipbloemenfamilie
Hoofd-biotoop
Zonnige plaatsen, zeer voedselrijke, vochtige grond
Uiterlijke kenmerken
Bladeren meestal zonder steel, licht gekarteld. Lichtpaarse lipbloemen. Onderste bladeren korte steel
Extra foto’s
“VELDSALIE (SALVIA PRATENSIS)”
KENMERKEN VELDSALIE Soortgroep
lipbloemenfamilie
Hoofd-biotoop
Zonnige plaatsen met kalkhoudende grond
Uiterlijke kenmerken
Bladeren hebben lange steel, groeien in rozet. Bladeren zijn ook gekarteld en gerimpeld. Duidelijk paarse lipbloemen.
Extra foto’s
“WATERMUNT (MENTHA AQUATICA)”
KENMERKEN WATERMUNT Soortgroep
lipbloemenfamilie
Hoofd-biotoop
Voornamelijk zonnige, natte gronden
Uiterlijke kenmerken
Bladeren zijn gesteeld, en gezaagd tot gekarteld. De bladeren verspreiden ook een sterke geur. De bloemen bloeien op een bolvormige wijze. Bladeren kunnen paars aangelopen zijn.
Extra foto’s