Verslag
SOCIALE VERDRINGING – HUISVESTING & DAKLOOSHEID IN EUROPESE STEDEN Een initiatief van HOPE & EUH in het kader van de Europese Ontmoeting van mensen in armoede Vrijdag 11 mei 2012
Welkomstwoord door Fabrizio Leiva Ovalle (POD Maatschappelijke Integratie) Voor de POD Maatschappelijke Integratie zijn de ontmoetingen van mensen in armoede erg belangrijk, de eerste ontmoeting was op initiatief van het Belgisch Voorzitterschap, en het is logisch dat wij dit blijven ondersteunen. We hebben ook een lange traditie van dialoog met mensen in armoede, ook samenwerking met daklozenorganisaties en Bapn. We hebben ook samen een gids voor daklozen gemaakt, waarvan we hopen dat het de daklozen helpt om hun rechten te kennen. We hebben ook in kader van Belgisch Voorzitterschap samen kunnen werken met het Gemeenschappelijk Daklozenfront voor de consensusconferentie, het rapport is online beschikbaar. We zijn overtuigd dat het rapport van die jury nog steeds van belang is. Inleiding door moderator Jan Laurier In Nederland ben ik voorzitter van de Federatie Opvang, het Nederlandse netwerk van diensten voor daklozen. Het is van groot belang dat we hier samen zijn. We zien immers hele families die dakloos worden, meer en meer jongeren in opvang in Nederland. Nieuwe problemen steken de kop op, waaronder energie armoede. In sommige landen in Europa zijn de energieprijzen gigantisch hoog. Dat heeft een effect op dakloosheid. Voorstelling van HOPE door Edo Paardekooper Ik ben de voorzitter van HOPE. Vorig jaar in oktober hadden we naast de conferentie van Feantsa een nevenevenement, waar we HOPE gesticht hebben. HOPE staat voor Homeless People, en gaat terug tot 2009, in Denemarken, waar het idee ontstond dat de daklozen elkaar zouden moeten ontmoeten. We wisselden mails uit, en startten een beweging, een netwerk organisatie. We hopen nog veel ontmoetingen te hebben, en kennis te dissemineren, ervaring te delen doorheen Europa. We hebben ook een facebookpagina waarop we kennis delen en uitwisselen. Onze belangrijkste doelstelling is om mensen sterker te maken in hun land, om zichzelf te organiseren, zodat we dit ook kunnen op Europees niveau. We hebben dit gedaan voor de consensusconferentie en zullen dit blijven doen. We hebben mensen van Denemarken, Nederland, Duitsland, Roemenië… We geloven dat mensen die dakloos zijn belangrijke input kunnen leveren voor beleidsmakers, zij weten best wat helpt en wat niet.
1
Voorstelling van EUH door Dietmar Hamann Op 14 mei 2011werd EUH, de European Union of Homeless, gesticht in Brussel. Continue dialoog en debat rond oplossingsstrategieën voor mensen die getroffen worden door armoede en uitsluiting, hebben geleid tot dit onafhankelijk netwerk van vertegenwoordigers van diverse daklozenorganisaties van België, Frankrijk, Duitsland, de Nederlanden, en een beetje later ook van Hongarije. Een eerste stap bestond uit het beschrijven van de organisaties, de taken en doelstellingen en de bereidheid tot samenwerken. De doelstelling is om allianties te bouwen voor een sterkere strijd tegen dakloosheid en de oorzaken die ertoe leiden. EUH is een bottom-up organisatie, die anti-hiërarchisch is, EUH wil zich richten tot alle daklozen en ex-daklozen, maar eveneens tot mensen die het risico lopen om dakloos te worden. EUH rekruteert haar leden uit deze groepen, en wil hen een stem geven. De loutere participatie van mensen in armoede of daklozen heeft in officiële conferenties teveel als alibi gediend: hun aanwezigheid in conferenties moet het beeld scheppen dat effectief rekening gehouden wordt met hun bijdrage en dat ze participeren in de samenleving. We willen niet de rol spelen van poppetjes in de Europese armoede business. We verdedigen ons bij geboorte verkregen recht op een menswaardig leven en verwerpen elke vorm van categorisatie of labeling. EUH wil een unanieme stem zijn van daklozen en van mensen die armoede ervaren. Het wil zijn stem kenbaar maken bij beslissingsmakers op alle niveaus, lokaal en op Europees niveau. EUH eist voldoende financiële ondersteuning voor de daklozen, rekening houdend met de armoedegrens in de respectievelijke landen. Vandaar pleiten we ook voor huisvesting voor iedereen en een minimum inkomen. We willen er de aandacht op vestigen dat alle landen van de Europese Unie de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens ondertekend hebben. De EuH beschouwt zichzelf als een bron van begrijpbare informatie en een plaats waar kennis uitgewisseld wordt door de betrokkenen. Dit heeft niet enkel betrekking op wie getroffen is door dakloosheid, maar ook op beleidsmakers, en de samenleving als geheel. We willen iedereen informeren over het bestaan van dakloosheid, en de oorzaken die ertoe leiden. Niemand zou de ogen moeten sluiten voor het feit dat financiële speculatie en de politieke beslissingen onder druk van lobbyisten en pure hebzucht verantwoordelijk zijn voor de huidige crisis. De wereldwijde financiële crisis kan enkel verholpen worden door het in gang zetten van fundamentele veranderingen in de samenleving, niet door de kloof tussen arm en rijk nog verder te vergroten. Het is als de spreekwoordelijke zwakste schakel in de ketting: of een samenleving al dan niet ten dienste staat van zijn burgers, kan men zien aan hoe de zwakste schakel behandeld wordt. De EUH ontwikkelt zijn eisen en aanbevelingen op basis van ervaring in de straten. In het bijzonder ijvert het voor reële participatie aan het sociale leven. Een essentiële voorwaarde voor participatie is betaalbare huisvesting. Het omgekeerde: gentrification, dat hier vandaag op de agenda staat, is waar veel van ons mee geconfronteerd worden: verdringing van lage inkomens groepen van stadscentra en ghettovorming van wie verdrongen is naar de randen van de stad, wat letterlijk toont waar de samenleving hen wil: niet in het hart, maar in de marge. De erg speculatieve bouwindustrie, die nieuwe huizen bouwt, zorgt niet voor betaalbare huisvesting, de modernisering van bestaande oude gebouwen brengt ook stijgende huurprijzen met zich mee, en de wetgeving laat dit toe. Beide zaken maken dat de huurprijzen zo sterk stijgen, zodat inwoners gedwongen worden hun bekende buurten te verlaten. Vooral jonge mensen die in financiële moeilijkheden raken door werkloosheid, en geen appartement kunnen huren of kopen, komen vaak in werkloosheid terecht, ook doordat vele onder hen ernstige conflicten hebben met hun ouders en daar niet terecht kunnen. De combinatie van deze situatie en het strenge sanctionerende activeringsbeleid laat jonge mensen vaak achter zonder uitkering, waardoor ze snel op straat terecht komen. Gesubsidieerde huisvesting wordt afgebouwd, de financiële crisis wordt hierbij als excuus gebruikt. Het minimum inkomen, door elke staat anders gedefinieerd, is amper genoeg om te overleven, en in sommige lidstaten zelfs hiervoor onvoldoende. Andere extra voordelen kunnen dit amper 2
compenseren. Dit is mijlenver van participatie. De moeilijke zoektocht naar werk creëert niet enkel onrust in de EU, maar veroorzaakt ook sterke migratie bewegingen. Mensen die hun toevlucht zoeken in de zogenaamd rijkere landen, lopen het risico om dakloos te worden. Integratie van deze mensen is moeilijk door taalbarrières en culturele verschillen. Onopgeloste migratieproblemen in diverse EU staten hebben illegaal verblijf en dakloosheid gecreëerd. De oorzaken die deze mensen doen vluchten voor de barre economische omstandigheden in hun thuisland, zijn te vinden bij de geïndustrialiseerde landen. Door overal de goedkoopste “human resources” te gebruiken veroorzaken ze onevenwicht, en de gedwongen verplaatsing van arbeid. EUH wil deze zaken bewijzen op basis van data, bijvoorbeeld door het uivoeren van surveys. Er is weinig bewijs en weinig statistisch materiaal over de verspreiding van dakloosheid. We hebben de indruk dat dit bewust gebeurt. Waar een wil is, is een weg, zegt een oud spreekwoord. Een onderzoek zal dakloosheid niet doen verdwijnen, maar kan wel de omvang tonen. Zoals ik reeds zei, wil EUH een bron van begrijpelijke informatie zijn, en spreken met een unanieme stem voor alle mensen die getroffen worden door dakloosheid, armoede en uitsluiting. Tot op de dag van vandaag beschikken we nog niet over een organisatorische structuur, maar zullen ons hierover de komende dagen buigen.
Intermezzo: Housing rights Watch Iemand van Feantsa stelt ‘Housing Rights Watch’ voor: Er is een groeiend netwerk actief in diverse landen in Europa, we beginnen een campagne en hebben interesse om samen te werken. Het betreft de criminalisering van dakloosheid en armoede. Iedereen kent de situatie in Hongarije, waar het illegaal is om op straat te slapen. We willen samenwerken op Europees niveau en ook lokale campagnes ondersteunen. Veel van de regelgeving hierrond gebeurt immers op lokaal niveau. We willen mensen helpen om hun rechten beter te kennen, we zien dat dit echt effectief kan zijn. We lanceren de campagne met een persconferentie op 8 juni in Brussel, Frankrijk, Budapest en Barcelona. Er komt ook een website. Als we samenwerken kunnen we meer impact hebben. Maarten Loopmans (KU Leuven): Homeless under pressure. Maarten Loopmans start zijn uiteenzetting met een foto van het De Coninckplein in Antwerpen, met mensen die plezier maken, dansen, drinken… Maar waar zijn de daklozen ? Ze zijn op dit beeld niet te zien. Hierover gaat mijn uiteenzetting, namelijk wat door een Franse socioloog ‘het recht tot de steden’ genoemd werd. In de Verenigde Staten werd dit concept gebruikt voor de mobilisatie om het recht om de stad mee vorm te geven terug op te eisen. Vertaling van de concept is democratie. De stad als microkosmos van de samenleving. Dit recht is het recht om mee te denken, om te kiezen, om samen de stad te gebruiken… Natuurlijk is er niet altijd een overeenstemming, er kan ook conflict zijn en compromissen gemaakt worden. Dit recht staat momenteel onder druk, vooral voor gemarginaliseerde groepen, door de privatisering van de publieke ruimte. Het De Coninckplein heeft diverse identiteiten en gebruiken, het is ook een plaats waar geregeld mensen vertoeven die op straat leven. Het bevindt zich in een zeer multiculturele buurt, met mensen uit lage inkomensklasses. Het is een plaats die 10 jaar geleden als doelwit aangeduid is voor gentrification.
3
De term ‘gentrification’ kent zijn oorsprong in het Engels ‘return of gentry (hogere inkomens groepen) naar plaatsen waar ze vertrokken waren. Hogere inkomensgroepen keren vandaag terug naar de stad. Zij noemen het ook de terugkeer van kapitaal naar de stad. Via investeringen, industrie, bouw… zeggen ze nieuwe kansen te creëren om winst te maken. Ook het concept van de crisis is het debat binnengedrongen. Economisten weten dat op momenten van crisis in de productieve economie, investeerders hun kapitaal verschuiven naar de vastgoedmarkt. De prijs van vastgoed (dus ook de winst) is niet enkel gelinkt aan de fysieke karakteristieken van het gebouw, maar ook aan de omgeving waarin het gebouw geplaatst is. Niet enkel aan de andere gebouwen, maar ook aan de stad of aan de publieke ruimte. Wanneer rijke mensen terugkomen naar de stad, consumeren ze eveneens publieke ruimte. Eens dit erkend wordt door investeerders, beleidsmakers… wordt instrumentaliteit van de publieke ruimte evident, en staat de deur open voor privatisering, namelijk het trachten te beïnvloeden welke vorm van publieke ruimte voortgebracht wordt. Dus er gebeurt een switch van debat en democratisch samen vorm geven door alle gebruikers naar privatisering op een dictatoriale manier. Wat het De Coninckplein betreft, kunnen we dit moment duidelijk vaststellen. Na diverse investeringen wou het stadsbeleid private investeerders aantrekken. Die waren niet geïnteresseerd omdat de ‘leefbaarheid’ van de buurt niet gegarandeerd was. ‘Leefbaarbeid’ wordt in toenemende mate gebruikt als consumeerbaarheid, het consumeren van de publieke ruimte. Consumeerbaarheid heeft diverse betekenissen. Anti-sociaal gedrag is niet goed voor consumptie. Vandaag wordt dit ook met esthetische argumenten gebruikt, consumeerbaarheid wordt verbonden aan de smaak van hogere inkomensgroepen. Deze esthetische voorkeur wordt niet enkel toegepast bij straatmeubilair, maar ook bij stedelijke fauna: de mensen in de ruimte. Mensen die de ruimte bewonen en gebruiken, worden in toenemende mate bekeken als ‘de consumeerbaarheid niet versterkend’. De aanwezigheid van sommige mensen wordt als bedreiging gezien voor de consumeerbaarheid. Zo worden de rechten van mensen geschonden, ze worden niet langer als belangen groep gezien, maar als bedreiging voor de waarde van de publieke ruimte en de winst van private investeerders. Eens dit erkend wordt, worden een hele reeks maatregelen in hang gezet, die niet langer met de mensen besproken worden: van politie acties, het opkopen van eigendom, verwijderen van sociale diensten… om te verhinderen dat mensen rondhangen. Dit allemaal zonder de betrokkenen te consulteren, zonder te denken aan het effect op deze mensen. Mensen die op de pleinen leven hebben hun burgerlijk recht op de stad verloren ten gunste van private winst. Dit is een verhaal van een heel klein pleintje in Antwerpen, maar het is zeker niet enkel een Antwerps verhaal, gelijkaardige verhalen spelen zich af in New York, Budapest, Istanbul, Parijs… Overal waar de commerciële waarde van de publieke ruimte erkend is. En we moeten dit niet laten gebeuren. Debat: Freek Spinnewijn, (Feantsa), Fintan Farrell (EAPN), Maarten Loopmans (KU Leuven), (Hope), Philippe Decraene (EUH), moderator Jan Laurier (Federatie Opvang) Freek Spinnewijn (Feantsa): Ik begrijp wat Maarten wil zeggen, de vraag is, hoe zet je dit om in praktijk ? Naar mijn weten is het recht op de stad niet erkend als mensenrecht, dus als je hierrond wil handelen, is het moeilijk, dit is niet erg praktisch Philippe Decraene (EUH): Mensen stemmen voor de politici die dergelijke beslissingen nemen. Ze hebben het idee dat daklozen niet geholpen willen worden, en dat het beleid de mensen wil helpen. 4
De campagnes die het antwerps beleid in de pers voeren moeten dit beeld nog versterken. Hope: Het is een schande dat daklozen gecriminaliseerd worden zoals in Hongarije, we moeten reageren, we moeten er iets tegen doen. Het is geen misdaad om dakloos te zijn. Het is een schande dat dit hier in Europa gebeurt. Fintan Farrell (EAPN): Ik vind het verhaal erg verhelderend, het vertelt hoe dergelijke ontwikkelingen tot stand komen. Deze manier van denken, het private discours, is zo overal aanwezig. We verkiezen nog steeds onze regeringen. Ik heb het gevoel dat we meer en meer in de minderheid zijn met onze visie. Hoe komt het dat de meerderheid die stemt dit niet erkend ? Dat marktwaarde voor mensen geplaatst wordt ? Ik wil ook EUH en Hope feliciteren. Maarten Loopmans (KU Leuven): het betreft inderdaad geen officieel mensenrecht met een legale status. Toch zijn er bepaalde praktijken waartegen we ons moeten verzetten, en waarrond we moeten mobiliseren, dit kan belangrijk zijn. Het betreft immers waarden die belangrijk zijn voor onze democratie. Dit recht wordt vandaag beknopt, het zichtbaar maken hiervan kan een mobiliserende kracht hebben. Het is van belang te zien wie hiervoor verantwoordelijk is. Vaak wordt het gezien als een conflict tussen 2 groepen: daklozen en de middenklasse. Maar het is niet zozeer een conflict tussen deze groepen, maar tussen de gebruikswaarde en commerciële waarde, en dit moet duidelijk gemaakt worden. Als we zien dat minderheidsgroepen, druggebruikers… bannen uit de publieke ruimte omwille van esthetische redenen, en als dit erkend wordt, kan dat een manier zijn om mensen te verbinden, immers, morgen kan het om een compleet andere groep gaan: oudere mensen, kinderen… In een stad in Nederland wordt het verboden dat oudere mensen rondhangen in een commercieel centrum. Hope: niemand wil daklozen of drugverslaafden in de buurt hebben. Zo lang dit zo is, is het moeilijk om er iets aan te doen. Maarten Loopmans (KU Leuven) : in dit geval was de link met de vastgoedwaarde erg expliciet, maar het hele proces is in een discours doorheen allerlei documenten, en opgenomen door verschilende mensen. Collega’s hebben onderzoek gedaan in Zuid Afrika, in verschillende buurten, waar mensen erg solidair zijn met ‘hun’ daklozen. Ze kennen hen: zij storen ons niet, en wij storen hen niet. Dus het is niet noodzakelijk dat mensen er iets tegen hebben, het is van groot belang dat markt en discussie over de publieke ruimte losgekoppeld worden. De enige manier om hier mee om te gaan is om elkaar te erkennen met dezelfde rechten. Freek Spinnewijn (Feantsa): We moeten accepteren dat de meeste dakloze mensen niet willen leven in de publieke ruimte. Het doel zou niet moeten zijn dat we hen respecteren door hen toe te laten te leven in de publieke ruimtes. Er is een verschil tussen ‘neiging tot’ en effectieve criminalisering van daklozen. Vaak komt criminalisering van beleidsmakers die geen idee hebben hoe met het probleem om te gaan, criminalisering is de makkelijkste, maar een heel domme en kostelijke manier (vb. mensen in de gevangenis, en dan gewoon terug op straat). Ik geloof dat mensen van goede wil zijn. We hebben ook aan Laszlo Andor gevraagd: waarom breng je niet alle stakeholders op Europees niveau samen, die betrokken zijn bij daklozen en de publieke ruimte. We weten bijvoorbeeld dat de politie in Hongarije het beleid niet graag uitvoert. Pol (DAK Holland): Je bent dakloos en je drinkt een biertje op straat, of het regent en je staat onder portier… dan krijg je een bon, wordt je opgepakt. Niet enkel daklozen in Amsterdam, maar ook mensen met mentale problemen worden bij de gewone daklozen in dezelfde gevangenis gedaan. Onze burgemeester is beschermheer geworden voor daklozen. Niet enkel in Hongarije gaat men als beesten om met zigeuners, roma, ook Frankrijk, ik weet niet of wij als EU landen geen sanctie kunnen opleggen. We zijn bezig lege kantoorpanden beschikbaar te maken voor de 5
daklozen. Als je dakloos bent in Nederland heb je snel een boete aan je broek, zeker als je in slaap valt, kost je 90 euro. Ze hebben een nieuw model, alles is tegenwoordig geestelijke gezondheidszorg. Maar gewone daklozen zonder zorgprobleem komen niet meer voor zorg en opvang in aanmerking. Als je andere problemen hebt, dan kan je geld en zorg verkrijgen. Dat heeft ook te maken dat Europa wat betreft zorg ook steeds meer naar de marktwerking gaat. Philippe Decraene (EUH): dat mensen moeten geholpen worden, en niet gedwongen tot publieke ruimtes wordt overal gezegd, dat is ‘housing first’, maar er is geen huisvesting. Als we antwoorden zoeken, kunnen we dit niet lokaal. Als je naar de centrale overheid stapt, zeggen ze dat het lokale materie is. We moeten naar Europa gaan en een sterke stem hebben. Maar we moeten realistisch zijn, als er een beleid is om een eind te maken aan dakloosheid in publieke ruimte, is dat goed als er een sociaal alternatief is, maar dat is er niet. Mensen hebben ook hun recht om in de publieke ruimte te zijn. Maarten Loopmans (KU Leuven): ik heb veel gepraat over de publieke ruimte, niet omdat dat is waar daklozen zouden moeten leven, maar dat is een plaats waar mensen elkaar ontmoeten. Niet enkel daklozen. Je aanvaardt dakloosheid niet omdat je daklozen in de publieke ruimte aanvaardt. Als je mensen dwingt te verdwijnen, help je hen niet, het ontzegt hen ook de toegang tot faciliteiten, voorbeeld sociale diensten… Fintan Farrell (EAPN): de waarden in onze samenleving op dit moment zijn erg gevormd als marktwaarden, het verschuiven van waarden is een traag proces, we vergaten waar we voor gevochten hebben, namen die voor waar. Het organiseren van de gemeenschap, van mensen in armoede, is een deel van de oplossing, het herbouwen van een meer democratische ruimte. Het doel is dat we opties hebben die echt opties zijn. Sébastien Alexander (SMES): ik zou graag het voorbeeld geven van het gebruik. Als er druggebruikers in de straat zijn, gebruikt het sociale veld dit als een argument om gebruikersruimtes te hebben, ze maken gebruik van dezelfde problemen om hun faciliteiten te financieren. We moeten hierover nadenken. We spreken over maatschappelijke issues. Dit voorbeeld bewijst dat we in de kleine locale debatten moeten aanwezig zijn in de steden, om de rechten van de daklozen te verdedigen. Geneviève Baert (BAPN): politie acties en dergelijke kosten heel veel geld aan de samenleving, terwijl er zou een efficiëntere manier is, namelijk opvoeders ter plaatse op de straten zetten, die rechtstreeks met de mensen kunnen werken. Het is niet enkel huisvesting die hen redt, maar ze hebben ook nood aan andere zaken, je moet absoluut vertrouwenspersonen ter plaatse zetten die met hen kunnen werken. Zo kunnen echte lang termijn oplossingen gevonden worden. Deelnemers uit het publiek stellen voor om te reageren tegen de situatie in Hongarije: alle Europeanen kunnen naar de ambassade van Hongarije gaan, het in onwaardig in Europa 2012 dat mensen in de gevangenis gestoken worden. We hebben er allemaal belang mee om te reageren, het is aan ons om te reageren. Zoals je gezien hebt in Frankrijk, de president was niet goed, wel, we hebben hem veranderd. Iemand uit Frankrijk: We hebben 20 jaar Mitterand gehad die voor daklozen gedaan heeft, 20 jaar kapitalisme, alles is vernield voor de daklozen. De daklozen vandaag zijn verplicht op de metro te gaan, hoe het recht op publieke ruimte terug opeisen ? Al de media stellen ook een beeld van daklozen als vuile mensen, hoe kunnen we bestaan en beetje per beetje uit dakloosheid geraken ? Iemand uit Duitsland: ik hoor over ‘huisvesting eerst’, participatie projecten… al deze projecten 6
worden ontworpen zonder de ervaring van daklozen. Zij zullen al deze projecten niet aanvaarden. Als we meer respect zouden hebben voor de mensen, zouden we projecten kunnen realiseren. Jan Laurier (Federatie Opvang): iedereen is het erover eens dat dakloosheid geen misdaad is, en de recht op de stad niet tegenover het recht op huisvesting staat. Wat zijn geïntegreerde oplossingen ? Philippe Decraene (EUH): repressie komt eerst, het sociale later. Het zou omgekeerd moeten zijn. Mensen hebben zogezegd niet het juiste profiel. Iedereen zou gelijk moeten zijn voor de wet. In Antwerpen noemen ze het ‘irritant rondhang gedrag’ als twee mensen samen zijn, en krijgen ze een boete. Dit geldt niet voor iedereen. Als je dakloos bent in Antwerpen, kan je je niet zomaar op de lijst zetten voor een sociaal appartement, je moet eerst naar de dienst gaan van ‘huisvesting eerst’. We zouden het recht moeten hebben op een waardig leven, dit betekent ook huisvesting. De strijd voor het recht op huisvesting, het recht op de straat, zou versterkt moeten worden, de rechten worden afgebouwd. We kunnen dit niet lokaal bekampen. Ook jonge mensen zijn het slachtoffer voor deze strijd voor een ‘propere stad. We moeten samenwerken, HOPE en EUH, en samen acties ondernemen. Maarten Loopmans (KU Leuven): alleen kan je hier niets tegen doen, er zijn zoveel regels, je wordt zelfs niet toegelaten tot de publieke ruimte, maar als je je verenigt en mobiliseert, kan je een sterk statement maken. In een kleine stad als Antwerpen, zijn er als 1000 daklozen, als je de helft hiervan samenbrengt, heb je al een sterke groep. Dit verandert ook de publieke opinie. Geneviève Baert (BAPN): er is niets dat mensen uit armoede en dakloosheid haalt, ik zeg niet dat soeprestaurants en zo niet goed zijn, maar het gaat over mensen die emotioneel gekwetst zijn, zij hebben het recht om geholpen te worden, gehoord te worden, terug vertrouwen te vinden in zichzelf en in het leven. Als we in de bestaande structuren ook meer vertrouwenspersonen installeren, kunnen zij daarbij helpen, anders niet. Daniel Ausloos (Chez Nous): daklozen moet je kunnen stimuleren, sensibiliseren op straat, door te laten deelnemen aan activiteiten, dat kunnen workshops zijn, vergaderingen. Manu heeft me dat in de tijd gevraagd, en zo ben ik beginnen meewerken Dat vind ik een vorm van integratie, nu ga ik zelf mee projecten en lezingen geven op scholen. Dat is participaite, je hangt niet zomaar op straat maar je doet iets. Conclusies Deelnemers uit Hongarije: de zaken die we gehoord hebben, zijn de zaken waar we in groep over gepraat hebben, bijvoorbeeld rond discriminatie op basis van leeftijd, geslacht religie... Er zijn verschillende groepen die het sterkst onderdrukt worden in de EU, maar van belang is dat er in het geheel geen discriminatie mag zijn. Een thema was de criminalisering van daklozen, één van de ergste voorbeelden vandaag, was Boedapest. Er lijkt een overeenkomst te zijn wat betreft ‘gentrification’, een gemeenschappelijk fenomeen, dat gepaard gaat met de markteconomie en het opkuisen van de stad. Dit is verbonden met het gebrek aan betaalbare huisvesting, en om een erg algemene conclusie te trekken, is armoede het probleem. Er was enige consensus over wat we eraak kunnen doen, één van de belangrijkste is het mobiliseren, niet enkel van mensen in armoede, maar van de stad en ook internationale samenwerking, een gemeenschappelijke strijd tegen de onderdrukking van mensen in armoede. We zouden moeten bereiken dat in alle lande mensen in armoede en daklozen deel kunnen uitmaken van de beslissingsbevoegdheid, en we moeten leden van de samenleving overtuigen om samen met ons te strijden tegen deze sociale problemen. 7
Michael uit Ierland: gesprekken zoals ook de ontmoeting van mensen in armoede geven hoop, maar we moeten mensen kunnen betrekken in verschillende zaken. Een woord kwam vandaag vaak ter sprake: keuze. Dakloze mensen zijn niet verschillend van anderen, en mogen ook niet verschillend behandeld worden.
8