K
en
sociale talenten Een nieuwe methode over sociale competentie! Maar, zijn er niet al veel methodes op dit gebied? Zou deze methode anders te werk gaan? Andere onderwerpen bespreken, een vernieuwende didactische insteek gebruiken? Het antwoord op deze vragen is: ja! Kinderen en ... hun sociale talenten gaat uit van de hedendaagse visie op sociale competentie en is door haar werkwijze een vernieuwende methode.
samenstelling: Martine van Bokkem vormgeving: Rens Putman, Visual Lab © Kwintessens Uitgevers Postbus 3 / 1200 AA Hilversum Tel. 035 626 30 40 Fax. 035 624 13 19 www.kwintessens.nl
Wat u vindt in deze brochure? Wilt u precies weten hoe anders de methode Kinderen en ... hun sociale talenten is, lees dan deze brochure. Daarin bespreken we alles wat nieuw is aan deze methode. We beschrijven welke definitie van sociale competentie wij gebruiken. Daarna vertellen we meer over de achtergronden van onze methode. Zo leest u over de manier waarop u sociale competentie kunt bevorderen; we beschrijven de opbouw van de lessen en hoe u de lessen op een prettige manier kunt geven. Het bijzondere van de methode is dat de aandacht voor sociale competentie niet beperkt blijft tot ‘lessen geven’ alleen. Ook hierover leest u in deze brochure. Maar voordat we ingaan op onze werkwijze en het lesmateriaal, vertellen we meer over onze visie op sociale competentie, omdat die de basis vormt van de methode.
Het groepje jongeren dat een voorbijganger uitscheldt. De volle asbak die al rijdend uit het autoraampje wordt gegooid. De zwartrijders in de trein. De burenruzies die uit de hand lopen. Niemand die opstaat voor de oudere mevrouw of meneer in de bus... De maatschappelijke discussie richt zich op ‘het herstel van waarden en normen’. Als mensen zich zouden gedragen volgens de regels van de maatschappij dan zou deze veel socialer zijn. De maatschappij is echter steeds ingewikkelder geworden. We verwachten dat iedereen op een positieve wijze deelneemt aan de maatschappij en daarin zelfstandig zijn positie kan bepalen. In de praktijk blijkt dit niet zo makkelijk te zijn. Zowel in de steeds complexer wordende maatschappij, als in de school doen we een ander beroep op kinderen dan vroeger. We verwachten dat ze volgzaam zijn, maar zich tegelijkertijd kritisch opstellen. De trend in het huidige onderwijs is interactief en samenwerkend leren. Leerlingen moeten daarvoor heel wat in huis hebben. Waar het dan om gaat is: hoe vertellen leerlingen op een nette manier wat ze willen? Hoe lossen ze een ruzie goed op? Hoe maken ze keuzes waar ze ook écht achter staan en die anderen niet schaden? Hoe spelen ze prettig samen? Allemaal vragen die gaan over sociale competentie: het vermogen om op een passende manier sociaal en emotioneel te functioneren. Wij zien sociale competentie dus als meer dan alleen leven volgens de waarden en normen van de maatschappij. En, waar de discussie over de waarden en normen zich nog te vaak beperkt tot ‘het moet anders’, willen we met onze methode ook een antwoord geven op hóe je dit kunt bereiken. Steeds meer scholen willen gericht aandacht besteden aan de sociale competentie van hun leerlingen. Omdat ze merken dat de leerlingen bij vakken als rekenen, taal, wereldoriëntatie en gym niet als vanzelf kunnen samenwerken. Omdat ze vaak ruzies tussen leerlingen moeten sussen. Of omdat ze moeite hebben met het bewaren van de orde in hun groepen. Deze scholen werken niet meer alleen aan de gebruikelijke leerstof. Ze starten een project over pesten of organiseren een ouderavond over waarden en normen. Of scholen kiezen voor een methode waarmee ze de sociale competentie van leerlingen kunnen bevorderen. Vaak zetten scholen het gedrag van hun leerlingen ook hoog op de agenda als er niet direct problemen zijn. Om hun leerlingen de nodige ‘sociale’ bagage mee te geven, als een goede basis voor deelname aan de maatschappij. Aan sociale competentie wordt dus steeds meer belang gehecht in de school. Daarbij hoort het geven van lessen die de sociale competentie van leerlingen bevorderen.
Onze visie op sociale competentie Om je sociaal competent te kunnen gedragen, heb je
Welk gedrag mag je verwachten van iemand die sociaal
kennis, vaardigheden en een juiste houding nodig. Kennis
competent is?
heeft te maken met ‘weten en kennen’. Vaardigheden
Sociaal competent gedrag bestaat uit een hele reeks sociaal
hebben te maken met ‘doen en kunnen’, en houding heeft
competente gedragingen. Deze reeks hebben we voor onze
te maken met ‘willen en durven’. Bijvoorbeeld, je moet niet
methode onderverdeeld in acht categorieën. Deze
alleen weten wanneer en hoe je ‘sorry’ zegt, je moet het
categorieën van sociaal competent gedrag zien wij als het
willen en durven zeggen en het vervolgens ook doen.
resultaat van kennis, vaardigheden en houding. Welke categorieën onderscheiden we en wat houden ze precies in?
E r v a r i n g e n d e l e n Delen met anderen wat je bezighoudt, zowel positieve als negatieve ervaringen. Bijvoorbeeld: een grapje maken, met een ander praten over iets naars dat je meemaakte.
A a r d i g d o e n De ander op een positieve manier benaderen en zorg dragen voor anderen. Bijvoorbeeld: een ander een complimentje geven, een ander helpen.
S a m e n s p e l e n e n w e r k e n Samen met anderen iets tot stand brengen. Hierbij zijn samen overleggen, afspraken maken en inbrengen van ideeën belangrijk. Bijvoorbeeld: vragen of je mee mag doen, afspreken wat je gaat spelen.
E e n t a a k u i t v o e r e n Omgaan met taken en opdrachten, zowel schoolse en andere taken, zoals de planten water geven, het bord schoonmaken, de klas opruimen. Bijvoorbeeld: doorzetten bij een moeilijke klus, je schoolwerk afmaken.
J e z e l f p r e s e n t e r e n Jezelf kenbaar maken in het gezelschap van anderen. Bijvoorbeeld: een praatje maken met kinderen die je niet kent, in de groep iets vertellen.
E e n k e u z e m a k e n De manier waarop je kiest en beslist en of je eigen keuzes kunt maken. Bijvoorbeeld: kiezen waarmee je wilt spelen, terugkomen op een beslissing.
O p k o m e n v o o r j e z e l f Omgaan met weerstand van anderen en voor jezelf zorgen. Bijvoorbeeld: er iets van zeggen als een ander voordringt, het zeggen als een ander zich niet aan een afspraak houdt.
O m g a a n m e t r u z i e Op een goede manier conflicten oplossen. Bijvoorbeeld: naar een ander luisteren bij een ruzie, een compromis sluiten.
Kennis, vaardigheden en houding zijn als het ware de
Naast gevoelens, waarden en normen is het beeld dat de
gereedschappen voor sociale competent gedrag, als aardig
leerling van zichzelf en van anderen heeft van grote invloed
doen en jezelf presenteren. Maar er is meer. Ieder gedrag
op zijn gedrag. Weet de leerling of de ander ertegen kan als
wordt gekleurd door de waarden en normen die in de
hij vertelt dat hij het niet met hem eens is? Wil hij daarmee
samenleving gelden, die bepalen wat passend gedrag is. Elke
rekening houden? Kan hij zijn gedrag aan deze kennis
leerling moet deze waarden en normen ontdekken en leren
aanpassen? En durft hij zichzelf neer te zetten als een
kennen. Ook moet hij vaardigheden hebben om voor zichzelf
assertief persoon?
uit te maken wat ‘hoort’ en wat niet. En hij moet dat kunnen in verschillende situaties. Want wat wel mag in de ene situatie,
Naar onze mening bestaat sociale competentie dus uit sociaal
hoort weer niet in een andere situatie. Denk aan de manier
competente gedragingen, waarvoor je als gereedschappen
waarop leerlingen vertellen dat ze het ergens niet mee eens
kennis, vaardigheden en houding nodig hebt. Die worden
zijn. Hoe ze tegen een leeftijdsgenootje praten (‘Nee joh, dat
weer gekleurd door gevoelens, het beeld van jezelf en de
slaat nergens op.’) verschilt van hoe ze tegen hun leerkracht
ander en door de waarden en normen die in de samenleving
praten.
gelden.
Gaat het dan tóch weer vooral om waarden en normen? Nee,
Deze ‘ingrediënten’ tezamen visualiseren we in het model
van grote invloed op ieders gedrag zijn ook iemands
van een kubus:
gevoelens. De leerling moet weten hoe het voelt in
• op de horizontale as van de kubus staan de gedragscategorieën;
verschillende situaties en moet zich kunnen verplaatsen in wat anderen zouden kunnen voelen in vergelijkbare situaties. Hij
• op de verticale as staan de ‘gereedschappen’
moet ervoor kunnen zorgen dat de ander zich niet aangevallen
• op de diagonale as staat wat het gedrag kleurt.
voelt. Naast vaardigheden heeft hij kennis nodig, zoals weten hoe een persoon zich gewoonlijk voelt als iemand het niet met
De kubus is dan opgebouwd uit bouwsteentjes die met
hem eens is. Ook wat betreft gevoelens ben je er niet met
elkaar het ‘sociaal competente gedrag’ vormen. Hieronder
kennis en vaardigheden alleen. Van belang is dat de leerling
zie je de afbeelding van die kubus.
rekening wíl houden met gevoelens van anderen.
beeld van jezelf en anderen gevoelens
houdingen
normen en waarden
vaardigheden
kennis
Je kunt opkomen voor jezelf als je weet dat in de samenleving de waarde geldt dat
erv
aar
sam
taa
pres
keu opk keu
iedereen dit mag doen.
Wa n n e e r w e l k g e d r a g ?
De vraag is hoe we
vragen ‘Zijn we weer vriendjes?’ en daarna samen doorspelen
sociale competentie kunnen bevorderen op school.
alsof er niets is gebeurd. Kinderen uit de bovenbouw staan
Voor sociale competentie zijn geen duidelijk omschreven
langer stil bij een ruzie. We verwachten van hen dat ze praten
leerlijnen beschikbaar, zoals bij rekenen en taal. Er is geen
over de ruzie, daarbij naar elkaar luisteren en hun eigen
opbouw waarbij kinderen bijvoorbeeld eerst samen leren
standpunt verwoorden. Pas als de ruzie ‘uitgepraat’ is, kan er
spelen, daarna leren hoe ze zichzelf kunnen presenteren en
verder gespeeld of samengewerkt worden.
vervolgens hoe ze een ruzie kunnen oplossen. Je kunt dus
De verwachtingen die je aan sociaal competent gedrag mag
niet de gedragscategorieën één voor één afwerken: alle
stellen, zijn dus voor elke leeftijd anders. Binnen de
categorieën zijn voor alle jaargroepen van belang. Per
gedragscategorieën passen leerlingen sociaal competent
leeftijdsgroep verschilt echter wat binnen een categorie als
gedrag steeds genuanceerder en met meer souplesse toe.
sociaal competent gezien wordt. Een voorbeeld. We zien dat
Bovendien verwachten we dat ze dat kunnen in steeds
een kleuter een ruzie gewoonlijk op een andere manier oplost
ingewikkelder situaties.
dan een oudere leerling. Een kleuter zal misschien
D e m e t h o d e Onze methode bevat lessen voor groep
Ook vindt u handige suggesties voor differentiatie. U kunt de
1 tot en met groep 8 van het basisonderwijs. Voor ieder
les daarmee makkelijker maken of juist moeilijker maken als
leerjaar hebben we 20 lessen met een vaste opbouw
leerlingen meer uitdaging nodig hebben tijdens de les.
geschreven. De lessen bevatten materiaal voor twee weken.
Het bijzondere is dat de methode verder gaat dan de lessen
Hiermee geeft u elke twee weken een basisles over een
alleen. De methode besteedt ook zeer bewust aandacht aan
nieuw onderwerp dat bij één van de gedragscategorieën
momenten buiten de les. Doel van een methode sociale
hoort. Bijvoorbeeld over luisteren naar de ander bij ‘omgaan
competentie is namelijk dat de leerlingen datgene wat ze in
met ruzie’. Maar de methode omvat meer. In elke les geven
de lessen leerden, ook gaan toepassen in andere situaties. In
we twee suggesties waarmee u vervolglessen kunt geven die
elke les vindt u daarom suggesties om die transfer van kennis
aansluiten bij de basisles.
en vaardigheden te bevorderen.
C y c l i s c h We beschreven al dat je sociale competentie
r je
keu
ze m
cyclische opbouw. Cyclisch, omdat de onderwerpen van de
ake
me aan
voo
een
jaargroep van belang zijn. De methode heeft daarom een
mg
en
variëteit aan sociaal competent gedrag aanleren en we
t ru
om
voor de inhoud van onze methode. We willen leerlingen een hebben als uitgangspunt dat alle categorieën voor elke
zie
opk
kunt zien als een kubus. Deze kubus biedt aanknopingspunten
d aar
n
ig d
oen
gedragscategorieën door de jaren heen terugkomen op een steeds hoger niveau. Bij de gedragscategorie ‘aardig doen’
er v
ere
ere
j
se
e rk
itvo ku taa een
en
nw en
jaargroep 4 complimenten geven over wat een ander goed
del
ne
wat een ander kind heeft gemaakt. Terwijl leerlingen in
gen
ele
oefenen leerlingen hoe ze een compliment kunnen geven over
arin
n sp
door de jaren heen drie keer centraal in een les. In jaargroep 2
e s m
bijvoorbeeld, staat het onderwerp ‘een complimentje geven’
eze
re lf p
kan. In groep 8 gaan leerlingen complimenten geven over hoe iemand is. De 8 gedragscategorieën komen steeds op een hoger niveau in de lessen aan de orde. Het cyclische leermodel: de gedragscategorieën staan in elke jaargroep centraal.
De structuur van de lessen Elke les heeft twee tot drie lesdoelen die bij een gedragscategorie horen. Dit kunnen vaardigheidsdoelen of kennisdoelen zijn. Hieronder leest u de lesdoelen van een les voor jaargroep 2:
Als in de les ook vaardigheden centraal staan, blijft het niet
een rollenspel spelen of een spel doen waarin ze de
bij praten met elkaar. Oefenen is dan belangrijk. U laat de
vaardigheid spelenderwijs moeten toepassen.
leerlingen dus ook echt complimentjes geven. De leerlingen
Overigens is het praten tijdens de lessen niet minder
krijgen vaardigheden niet onder de knie door het invullen
belangrijk dan oefenen: door met elkaar te praten,
van een werkblad. Het belangrijkste materiaal vormen de
verwerven de leerlingen kennis en ze leren discussiëren. In
leerlingen zelf! Werkvormen waarin leerlingen vaardigheden
deze brochure lichten we dit verder toe bij ‘de pijlers van de
op verschillende manieren oefenen vormen een wezenlijk
methode’ en ‘de fasen van de les’.
onderdeel van de methode. U laat de leerlingen bijvoorbeeld
Bij de genoemde lesdoelen uit het gegeven voorbeeld zou
het volgende houdingsdoel kunnen horen: ‘met iemand willen spelen die niemand heeft om mee te spelen’. Houdingsdoelen vindt u echter niet terug in de lessen, omdat u zo’n doel niet in één les zult bereiken. Natuurlijk is houding net zo belangrijk als kennis en vaardigheden dat zijn. De lessen in de methode bevorderen zeker een sociaal
houdingen
competente houding. Maar wij zijn van mening dat voor de ontwikkeling van een juiste houding meer nodig is dan alleen lessen geven. Denk aan een goed pedagogisch klimaat
vaardigheden
in de groep en blijvende aandacht besteden aan sociale competentie door de gehele school heen. Het bevorderen van een juiste houding van leerlingen zal een belangrijk kennis
onderdeel van de visie van de school op sociale competentie zijn. We zien een juiste houding als een doel voor de lange termijn, terwijl je kennis en vaardigheden kunt aanleren binnen de lessen van de methode.
De didactische pijlers: constructie, interactie en reflectie Hoe leer je kennis en vaardigheden aan? Natuurlijk weten de
Constructie, interactie en reflectie tijdens de lessen vraagt heel
leerlingen altijd al iets over het onderwerp. Deze kennis
wat van leerlingen en leerkrachten! Als leerkracht draagt u
vergroot u het makkelijkst als u in de lessen aansluit bij wat
zorg voor een goede en veilige sfeer in de groep. In sommige
de leerlingen al kennen en kunnen. Door nieuwe kennis op te
groepen kunt u misschien beter eerst een paar keer een los
bouwen vanuit bestaande kennis leren leerlingen makkelijker
rollenspelletje oefenen. Zo’n rollenspel kan later onderdeel
en beter. Dit noemen we constructie van kennis. Tijdens de
kan zijn van een les sociale competentie. Verder moet u
eerste fase van de les maakt u hier gebruik van.
beschikken over goede gespreksvaardigheden, zoals open vragen kunnen stellen, kunnen doorvragen, kunnen
Een andere pijler van de methode is interactie: tussen
samenvatten. En u moet kennis van zaken hebben, niet alleen
leerlingen onderling en tussen de leerkracht en de leerlingen.
over sociale competentie maar bijvoorbeeld ook over wat
We hebben in de lessen geschreven welke instructies u kunt
leerlingen al weten, kennen en kunnen, zodat u de lessen
geven. Met kant en klare open vragen lokt u reactie uit bij de
daarop kunt laten aansluiten.
leerlingen en bevordert u de interactie. We schreven de lessen
Als leerkracht hebt u dus kennis, vaardigheden en een juiste
zo dat u ze interactief kunt geven. Dit is belangrijk in alle
houding nodig. Dezelfde gereedschappen als die u de
fasen van de les. U vindt in de methode tips voor het op gang
leerlingen wilt aanleren.
brengen en houden van de interactie. Deze tips kunt u ook bij elke andere les gebruiken.
Vaak zal het geven van een geslaagde les sociale competentie
Door de manier van lesgeven zet u leerlingen bovendien aan
een kwestie van oefenen zijn. Uit ervaring weten we dat het
tot nadenken over wat je in de les met elkaar bespreekt en
geven van lessen sociale competentie niet alleen leerzaam
over hun eigen rol daarin.
maar ook heel erg leuk is! En dat merkt u aan de leerlingen; die vragen wanneer u weer zo’n leuke les geeft.
Reflectie is vooral in de laatste fase van de les belangrijk. Naast interactie en constructie is reflectie dan ook een pijler van de methode. U leest hierover meer bij de beschrijvingen van de fasen van de les.
Gevoelens in de methode
We besteden
afzonderlijke lessen over gevoelens gemaakt en vindt u geen
ruim aandacht aan gevoelens tijdens de lessen. Gevoelens
aparte categorie ‘gevoelens’, zoals in andere methodes. De
van jezelf en van anderen zijn belangrijk bij alle categorieën.
gevoelens van uzelf en van anderen hebben we
Zowel bij het omgaan met ruzie, bij het jezelf presenteren,
geïntegreerd in de lesdoelen, door de verschillende lessen
als bij het delen van ervaringen. Daarom hebben we geen
heen.
Vo l g o rd e v a n d e l e s s e n De lessen over de
methode zo gebruiken dat hij optimaal aansluit bij wat uw
gedragscategorieën zijn opgenomen volgens een vaste
leerlingen al kennen en kunnen. Misschien wilt u direct
volgorde. Deze volgorde kunt u als school aanhouden als u de
beginnen met de lessen over ‘samenwerken en spelen’
lessen geeft. Als leerkrachten in alle jaargroepen in dezelfde
omdat u merkt dat dit nog niet zo lekker loopt in uw groep.
periode hun lessen over bijvoorbeeld ‘samen werken en
Dat kan omdat de methode bestaat uit lessen die voor zich
spelen’ geven, zal dit doorwerken door de gehele school. Als
spreken en zonder problemen afzonderlijk gegeven kunnen
leerkracht kunt u hier bijvoorbeeld naar teruggrijpen als u met
worden. In de methode vindt u een overzicht van alle
een leerling uit een andere jaargroep spreekt.
onderwerpen voor elke gedragscategorie in de
De volgorde is echter niet verplicht. Er kan goede reden zijn
activiteitenmappen. Hierdoor kunt u makkelijk een keuze
om af te wijken van een vaste volgorde in lessen. U kunt de
maken in de lesvolgorde.
A a n s l u i t i n g m e t d e S C O L De grote
volgt u hun vorderingen. Op basis van de resultaten van de
meerwaarde van de methode is dat deze naadloos aansluit
SCOL kunt u een keuze maken uit de lessen van de
bij de Sociale Competentie Observatie Lijst, de SCOL. Onze
methode. U stemt de methode af op de groep door lessen te
methode en de SCOL gaan uit van dezelfde visie op sociale
geven over díe categorieën met sociaal competent gedrag
competentie. Ze onderscheiden dezelfde gedragscategorieën waar de leerlingen nog onvoldoende op scoren. En, u kunt en gaan over dezelfde onderwerpen. Met de SCOL brengt u
met de SCOL aan het eind van het leerjaar vaststellen of de
het gedrag van de leerlingen in de jaargroep in kaart en
lessen sociale competentie effect hebben gehad.
Va s t e s t r u c t u u r We hebben alle lessen opgebouwd Wanneer u deze structuur eenmaal kent, kunt u de lessen met volgens een zelfde structuur. En dat werkt prettig als u de
steeds minder voorbereidingstijd geven. Ook de leerlingen
lessen geeft. Elke les bestaat uit drie fasen: verkenning en
hebben baat bij een vaste opbouw. Het biedt ze duidelijkheid
probleemstelling, bedenken en uitproberen van oplossingen en en vastigheid. Daardoor kunt u zich samen met de leerlingen terugblik.
nog beter richten op de doelen en inhoud van de lessen.
De fasen van de les Ve r k e n n i n g e n p r o b l e e m s t e l l i n g
leerlingen over de lesdoelen en het onderwerp van de les.
In de eerste fase van de les schetst u een situatie waarin een
Wat weten ze er al over?
probleem of een vraagstelling besloten ligt. Dit zijn veelal
Door een duidelijke context en het probleem dat centraal
kleine problemen die de leerlingen zelf herkennen.
staat in de lessen, sluit u aan bij de eigen ervaringen van de
Bijvoorbeeld in jaargroep 2 dat Maartje niet speelt maar zich
leerlingen. Doordat de leerlingen zich kunnen inleven, vormt
verveelt, omdat haar vriendinnetje niet op school is. Het
de fase van de verkenning en probleemstelling een
probleem kunt u introduceren op verschillende manieren: in
betekenisvol begin van de les. Aan het eind van deze fase
de ene les vertelt u een verhaal, in de andere les speelt u
formuleert u samen met de leerlingen de probleemstelling of
poppenkast, zingt u een lied of laat u de leerlingen een strip
vraagstelling voor de les. In de volgende fase van de les gaat
lezen. In deze fase activeert u ook de voorkennis van de
u hier met de leerlingen dieper op in.
met elkaar zicht op het probleem, ontdekken ze welke Bedenken en uitproberen van o p l o s s i n g e n In iedere les staat dus een probleem of oplossingen voorhanden zijn en kunnen ze hun eigen een vraagstuk centraal, waar de leerlingen een oplossing
antwoorden geven. Dit betekent niet dat leerlingen zomaar
voor moeten vinden of een antwoord op moeten geven. In
elke oplossing kunnen kiezen. Natuurlijk zijn er goede en
deze fase stimuleert u de leerlingen om na te denken over
minder goede oplossingen. Doordat u informatie geeft en er
het probleem en praat u met de leerlingen over verschillende met elkaar over praat, kom je samen tot de oplossingen die oplossingen. Wanneer u daarbij alleen zou vertellen ‘hoe het
het beste bij het probleem passen. Als leerkracht ondersteunt
moet’, is er weinig kans dat de leerlingen daarover ook zelf
u dit proces en stimuleert u het contact en de interactie
iets zullen zeggen. Waarschijnlijk knikken ze tijdens de les
tussen leerlingen. Natuurlijk kunt u zelf ook oplossingen
braaf ‘ja’, terwijl ze daarna bij andere lessen of op het plein
inbrengen, bijvoorbeeld oplossingen waar de leerlingen in
alles weer vergeten lijken te zijn. Daarom is het zo belangrijk
eerste instantie niet aan hebben gedacht. De kunst is om dit
dat u de leerlingen tijdens de lessen stimuleert tot zélf
echter pas in een later stadium te doen. Wanneer leerlingen
nadenken over het probleem dat of de vraagstelling die
op het plein staan, zullen ze zich de uitkomsten van uw les
centraal staat in de les, of over wat zij zouden doen als zij
namelijk beter herinneren als ze de oplossingen zelf bedacht
hetzelfde zouden meemaken. Om het u gemakkelijk te
hebben.
maken hebben we in de lessen helder beschreven wat uw
Zoals we eerder bespraken in deze brochure blijft het in de
instructie aan leerlingen is en welke vragen u kunt stellen om lessen niet bij praten alleen; kinderen oefenen hun het probleem te bespreken. Gaandeweg krijgen de leerlingen vaardigheden in passende werkvormen.
Te r u g b l i k In de laatste fase kijkt u met de leerlingen
mee komt spelen?’ Met dit terugblikken bevordert u de
terug op de les en nodigt u ze uit tot vertellen wat ze
transfer: de toepassing van kennis en vaardigheden door
hebben gedaan en geleerd. Kennis en inzichten die
leerlingen in andere situaties op school en daarbuiten.
leerlingen hebben opgedaan, passeren nog eens de revue, bijvoorbeeld: ‘Hoe zie je of een kind fijn alleen speelt, of: hoe Naast de basisles geven we in elke les suggesties voor zie je dat hij verdrietig is?’ Ook laat u de leerlingen nadenken differentiatie tijdens de les, voor vervolglessen die bij de over andere situaties waarin ze kunnen doen wat ze hebben
basisles aansluiten en voor de toepassing buiten de les.
geleerd of waarin ze vergelijkbare oplossingen kunnen
Hieronder beschrijven we wat u nog meer kunt vinden in de
gebruiken. ‘Wanneer en hoe kun je ook vragen of een kind
lessen.
D i f f e r e n t i a t i e De suggesties bij differentiatie kunt
nodig hebben; bijvoorbeeld door extra sturing tijdens de
u gebruiken tijdens het geven van de basisles. Als u merkt
instructie aan leerlingen of extra oefening bij het aanleren
dat de les niet perfect past bij wat uw leerlingen al kennen
van vaardigheden. De suggestie
gebruikt u voor
en kunnen, gebruikt u die suggesties om de les beter te laten leerlingen die behoefte hebben aan meer uitdaging tijdens aansluiten op uw groep. Met de suggestie
kunt u
de les. Natuurlijk kunt u zelf ook differentiaties bedenken
inspelen op leerlingen die meer oefening en ondersteuning
naast de suggesties in de les.
Periodes van twee weken
In die periode geeft u, naast de basisles, één of meer
Uitgangspunt van de methode is dat het bevorderen van
vervolglessen en staat u geregeld even stil met de leerlingen
sociale competentie verder gaat dan alleen er een les over
bij hoe ze de lesdoelen moeten toepassen buiten de les. Als
geven. We vinden het belangrijk dat de aandacht voor het
u gedurende de weken na de basisles een paar keer tijd vrij
onderwerp van de les niet beperkt blijft tot één lesmoment.
maakt in het rooster, kunt u samen met de leerlingen in tien
U vindt lessen voor iedere gedragscategorie en elke les gaat
minuten bespreken wanneer het goed of nog niet zo goed
over een onderwerp binnen die categorieën, zoals ‘sorry
ging. Niet alleen binnen school, ook op het plein, in de buurt
zeggen of ‘feedback geven’. U verkent dit onderwerp tijdens en thuis. U sluit de periode af met een korte evaluatie: wat de basisles, waarna het ook gedurende de volgende twee
hebben we met elkaar geleerd en hoe brachten we het in de
weken centraal staat.
praktijk.
Als rode draad (reminder) tijdens de tweeweekse periode
Door deze opzet van de methode maakt u een doorgaande
hebben we kaartjes gemaakt. Op elk kaartje staat het
lijn van aandacht voor de ontwikkeling van sociale
onderwerp geschreven én een pictogram van de categorie
competent gedrag in de groep. Zo gaan ook de leerlingen
waarbinnen het onderwerp thuishoort. Na elke les hangt u
zich realiseren dat sociale competent gedrag ook buiten de
kaartjes met het onderwerp zichtbaar op in de klas en komt u les belangrijk is. aan de hand van de kaartjes telkens terug op het onderwerp.
To e p a s s i n g Tijdens de les heeft u kennis en
competent gedrag al door de didactiek van de les zelf.
vaardigheden aangeleerd en geoefend. Maar, u wilt niet
Doordat u aansluit bij wat de leerlingen weten, zorgt u
alleen dat de leerlingen deze kennis en vaardigheden tijdens
ervoor dat nieuwe kennis makkelijker geleerd en onthouden
de lessen laten zien. U ziet het juiste gedrag óók graag terug wordt. Door de interactieve werkwijze, waarbij u de bij de rekenles, op de gang, op het plein, in de buurt. Zoals
leerlingen zelf laat nadenken over het probleem, laat u hen
gezegd, besteedt onze methode veel aandacht aan het
de les doorleven. Door de werkvormen in de lessen laat u de
toepassen van die kennis en vaardigheden door de kinderen
leerlingen de vaardigheden echt oefenen. De lessen zorgen
buiten de les. Juist omdat in de praktijk vaak blijkt dat dit
er dus voor dat de kans dat leerlingen toepassen wat ze
allemaal niet vanzelf gaat.
buiten de les leren, groot is.
In de eerste plaats bevordert u het toepassen van sociaal
Onder het kopje Toepassing leest u hoe u leerlingen de
vaardigheden kunt laten oefenen in echte situaties.
U hangt na elke basisles de kaartjes met de onderwerpen
Bijvoorbeeld bij een les over ‘delen’ krijgt u de suggestie om
zichtbaar op in de groep. Zo kunt u elke keer als u een goed
leerlingen bij het werken in groepjes één lijmpotje, één
voorbeeld ziet van een toepassing door een leerling er apart
schaar en enkele stiften te geven. Omdat veel situaties
aandacht aan besteden. Bijvoorbeeld door een knijpertje aan
dagelijks voorkomen, hoeft u niet altijd iets te organiseren
het kaartje met het betreffende onderwerp te (laten) maken
waardoor leerlingen vaardigheden kunnen oefenen. De
of een sticker te (laten) plakken.
suggesties betreffen meestal veel voorkomende situaties op
Doordat u de picto’s van de categorieën zichtbaar ophangt
school, die vergelijkbare kennis en vaardigheden vragen van
en vaak bespreekt, blijft het onderwerp van de les gedurende
leerlingen zoals die tijdens de basisles aan de orde kwamen
twee weken duidelijk onder aandacht van de kinderen. Omdat deze picto’s door de hele school gebruikt worden,
Hoe kunt u nu de nadruk leggen op de toepassingen van de
herkennen de leerlingen ze snel.
lesdoelen door de leerlingen?
Ve r v o l g l e s s e n In elke les vindt u concrete suggesties het onderwerp van de basisles. Waar ging de les ook alweer waarmee u vervolglessen kunt geven die aansluiten op de
over? Wat leerden we ervan? Dan introduceert en bespreekt u
basisles. De suggesties sluiten aan bij de categorie en het
met de leerlingen het materiaal voor de vervolgles. Bijvoorbeeld
onderwerp van de basisles. Natuurlijk zijn er meer leuke ideeën
het boek over ‘alleen zijn en samen spelen’. Door terug te
voor vervolglessen. U hebt misschien een passend boek dat u
kijken, rondt u de les af. Met de suggesties voor vervolglessen
kunt (voor-)lezen.
kunt u iedere week lessen sociale competentie geven.
Het beste kunt u de vervolgles net zo structureren als de basisles. U begint de les met het in herinnering brengen van
Het pakket De methode “Kinderen en ... hun sociale talenten” bevat voor iedere bouw een losbladige activiteitenmap. Map I is bestemd voor de onderbouw, groep 1 tot en met 3, en bevat 60 lessen. Map II bevat eveneens 60 lessen, voor groep 4 tot en met 6, de middenbouw. De map voor de bovenbouw, activiteitenmap III, bevat 40 lessen voor groep 7 en 8.
Elke map is geordend op leerjaar. Binnen de leerjaren zijn één voor één de gedragscategorieën opgenomen; per categorie zijn er twee tot vier lessen. We houden daarbij steeds een vaste volgorde aan van de gedragscategorieën. Zo vindt u per leerjaar alle twintig lessen sociale competentie samengevoegd. De handleidingen van de activiteitenmappen beschrijven op duidelijke wijze hoe de lessen zijn opgebouwd en hoe u met het lesmateriaal kunt omgaan. Bovendien leest u in de handleidingen tips voor het stimuleren van interactie en reflectie en tips voor het organiseren van de werkvormen uit de lessen. De handleidingen bevatten ook opzetten voor brieven aan ouders. U kunt ouders met de brieven eenvoudig op de hoogte stellen van wat u doet tijdens de lessen sociale competentie. Naast de mappen met handleiding en lessen schreven we een theorieboek over de methode. In het theorieboek gaan we dieper in op de achtergronden van de methode. U leest over onze visie op sociale competentie, over de uitgangspunten van de methode en de didactische opbouw van de lessen. In het boek zijn veel aanvullende tips opgenomen: over hoe je als team de methode kunt implementeren en hoe je elkaar daarbij kunt ondersteunen. Ook beschrijven we meer manieren waarop u ouders kunt informeren over de lessen sociale competentie. Het lezen van het theorieboek is geen ‘droge kost’, het boek is helder geschreven en heeft een zeer praktische insteek.
•
Geeft een nieuwe visie op sociale competentie, gevisualiseerd in de vorm van een kubus.
•
Bevat duidelijke lessen met een vaste opbouw in drie fasen.
•
Is helder en praktisch geschreven, vanuit het gezichtspunt van de leerkracht:
•
Bevat duidelijke instructie aan leerlingen en kant en klare vragen die leerkrachten kunnen stellen.
•
De lessen zijn contextgebonden en sluiten aan bij de belevingswereld van de leerlingen. De leerlingen herkennen zich in de lessen.
•
Er is gekozen voor aansprekende en inspirerende werkvormen, zoals leuke liedjes, tot de verbeelding sprekende verhalen, grappige illustraties, mooie versjes en gedichten, maar ook poppenspel, drama, korte opdrachtjes en spelletjes, waarbij de leerlingen hun sociale vaardigheden oefenen.
•
Interactief geschreven; niet voorschrijvend ‘hoe het moet’ maar met elkaar de beste oplossing ontdekken.
•
Geeft ruime aandacht aan het toepassen van kennis en vaardigheden tijdens andere onderwijssituaties, maar ook buiten de lessen.
•
Kinderen en ... hun sociale talenten
Sterke kanten van de methode
Sluit aan bij de Sociale Competentie Observatie Lijst (SCOL). Met behulp van de resultaten op de SCOL kunt u de inhoud van de lessen bepalen en de vorderingen van de kinderen in beeld brengen.
•
Bestaat uit mooie losbladige activiteitenmappen, inclusief handleiding en daarnaast een helder geschreven theorieboek voor verdieping in de theorie van sociale competentie en de achtergronden van de methode.
•
Wordt geleverd inclusief cd met leuke, ontroerende en vlotte liedjes.
•
Bevat makkelijk te geven lessen, zonder veel voorbereidingstijd en met een minimum aan materiaal. ‘Het materiaal: dat zijn de leerlingen zelf.’
•
Leuk om te doen!!
méér informatie of bestellen? kijk op www.kwintessens.nl