progrboek_antw_1en10tot13en16
26-02-2007
11:38
Pagina 1
Sociale economie op de campus
12 t.e.m. 16 maart 2007
SOCIALE ECONOMIE op de campus
progrboek_alg_2tot9en14tot15
26-02-2007
11:55
Pagina 2
Waarom
sociale economie in jouw aula?
De sociale economie bloeit. De andere manier van ondernemen krijgt steeds meer weerklank. Wie zijn deze ondernemingen? We kennen ze als coöperaties, beschutte werkplaatsen, kringloopcentra, buurtdiensten, … Samen tellen deze bedrijven intussen meer dan 20 000 werknemers.
Belgische Federatie van de Sociale en Coöperatieve Economie) met deze week op de campus een sensibiliseringscampagne op rond sociale economie.
Maar nog meer dan de som van het aantal werknemers, verdient hun andere manier van werken bijzondere aandacht. Staat heel ons economische gebeuren in het teken van ‘winst Onze doelstellingen maken’, dan hebben al deze ondernemingen 1 Studenten en docenten in contact brengen ondanks hun grote verscheidenheid één met het concept en het brede werkveld van gemeenschappelijk kenmerk: allen streven ze de sociale economie. op één of andere manier in de eerste plaats 1 Studenten sensibiliseren om te kiezen voor naar maatschappelijke winst. een carrière in deze sector die boeiende loopbanen biedt en perspectief op een Vaak maken ze werk van de tewerkstelling van betere samenleving. kansengroepen maar het spreekt uiteraard vanzelf dat ze evengoed fraaie toekomstperEen week lang wordt een reeks activiteiten spectieven bieden aan jongeren met een ingebed in het faculteitsleven die toelaten om hoger diploma op zak. Maatschappelijk werkennis te maken met die andere economie. Ze kers maar ook economisten, pol-en-soccers, worden uitgebreid toegelicht in het uitneemjuristen, mensen met een opleiding in H.R., … baar katern in dit boekje. bouwen een mooie loopbaan in de sociale economie uit. Een ruim gamma aan activiteiten dus, de ene Maar de sociale economie staat nog niet in de keer vrij ernstig, met veel aandacht voor de handboeken. Ze komt nog niet voor in de cur- inhoud; een andere keer een wat meer ontspannen activiteit met oog voor de homo sussen. Of toch? ludens. Een beetje zoals de sociale economie zelf dus… Voor ons hoeft ze geen examenstof te zijn. Als ze maar aanwezig is in de curricula. In de aula’s van vandaag zitten de mannen en vrou- Meer info om je hier thuis te voelen op www.socialeeconomie.be of www.vosec.be wen die de sociale economie morgen nodig heeft als haar directeurs en kaderleden. Deze week kadert in de Federale en Vlaamse De beleidsnota’s van de bevoegde federale en Week van de Sociale Economie die ook van Vlaamse ministers gaven het topic ‘de sociale 12 t.e.m. 16 maart plaats heeft en sociaal economische initiatieven over heel België in de economie in het onderwijs’ een centrale aandacht brengt en is een opvolging van een plaats. Inspelend op al deze noden en dynamieken zetten VOSEC (Vlaams Overleg Sociale sensibiliseringscampagne die in het academiejaar 2005–2006 opgestart werd. Economie in Vlaanderen) en Febecoop (de 2
progrboek_alg_2tot9en14tot15
26-02-2007
11:55
Pagina 3
Wat is
sociale economie? Mens- en milieuvriendelijke coöperaties, beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen, erkende adviesbureaus in de sociale economie, startcentra in de sociale economie, invoegbedrijven, kringloopcentra, activiteitencoöperaties, lokale diensteneconomie, alternatieve financiers voor de sociale economie,...: allen werken ze onder het vaandel ‘sociale economie’.
Deze rijke diversiteit maakt het er niet eenvoudig op om de sector haarscherp te definiëren. En toch hebben velen zich hier al aan gewaagd. De overheid bijvoorbeeld, die sociale economie herleidt tot ‘initiatieven die werk maken van de inschakeling van kansengroepen’. Niet helemaal fout, want heel wat laaggeschoolden, personen met een handicap,… vinden een zinvolle en duurzame job in sociale economiebedrijven zoals o.a. in beschutte- en sociale werkplaatsen. Maar toch ver van de realiteit want je vindt evengoed initiatieven als een groene stroomleverancier of de NGO die ijvert voor een billijker Noord-Zuidhandel. Of neem, om het nog ingewikkelder te maken, het voorbeeld van de kringloopcentra: ze stellen niet alleen mensen uit de kansengroepen tewerk, maar door tweedehandsspullen te verkopen die anders op de afvalberg zouden belanden, zijn het ook duurzame initiatieven. En de laatste jaren zijn ze zelfs trendy geworden: niet alleen mensen met een laag budget kunnen er aan een zacht prijsje huisraad kopen, ook de trendsetters op zoek naar de unieke jeans met olifantenpijpen, hebben de weg naar de Kringwinkel gevonden. Zo dragen ze ook nog eens bij aan een andere consumptiementaliteit: ‘niet alles wat nieuw is, is beter!’.
Kortom, als er iets is wat alle sociale economie-initiatieven bindt, dan is het dat ze allen geloven dat een andere manier van ondernemen op korte termijn ‘kan’ en dat een andere economie op langere termijn ‘moet’. Reden waarom het werkveld eind jaren negentig VOSEC (Vlaams Overleg Sociale Economie) oprichtte. Het eerste wapenfeit was niet toevallig het opstellen van volgende definitie:
“De sociale economie bestaat uit een verscheidenheid aan ondernemingen en initiatieven die in hun doelstellingen de realisatie van maatschappelijke meerwaarden voorop stellen en hierbij de volgende basisprincipes respecteren: voorrang van arbeid op kapitaal, democratische besluitvorming, maatschappelijke inbedding, transparantie, kwaliteit en duurzaamheid. Bijzondere aandacht gaat ook naar de kwaliteit van de interne en externe relaties. De sociale economie ondernemingen en initiatieven brengen goederen en diensten Sociale economie is ook een innoverende eco- op de markt en zetten daarbij hun middelen nomie: misschien klopt er binnenkort ook bij u economisch en efficiënt in met de bedoeling thuis één van de 100 energiesnoeiers aan om continuïteit en rentabiliteit te verzekeren”. een paar energiebesparende ingrepen uit te voeren zoals plaatsen van spaarlampen, dou- De waarden in deze definitie zijn wezenlijk maar moeilijk voor de volle 100 % realiseerchekoppen, muur- en dakisolatie, … Een driebaar. Maar ook in sociale economie geldt het dubbele winst: goed voor uw budget, goed gezegde dat het afleggen van de weg boeienvoor de werkgelegenheid en goed voor het der is dan het bereiken van de bestemming. milieu! 3
progrboek_alg_2tot9en14tot15
26-02-2007
11:55
Pagina 4
VELO:
een theoloog aan het stuur De sociale economie is een uit de kluiten gewassen sector met toekomstperspectieven voor hogergeschoolden. Aan het hoofd van sociale economieondernemingen vind je economisten, juristen, psychologen en soms een maatschappelijk werker. Maar aan het stuur van het sociaal en ecologisch fietsproject VELO zit een theoloog. En of je nu gelovig, agnosticus of atheïst bent: Jos Vandikkelen bewijst dat het succesvol leiden van een sociale economiebedrijf minstens evenveel te maken heeft met visie dan met management.
Een universiteitsstad is een fietsstad. En was het in Leuven vroeger bon ton om als student een fiets ‘te lenen’ als de mobiliteitsnood hoog was, dan werd dankzij VELO met deze kwalijke gewoonte komaf gemaakt. Bij VELO kan je goedkoop een fiets huren of (laten) herstellen. Zo opent VELO voor jongeren en laaggeschoolden meteen ook de poort tot de arbeidsmarkt: door het recycleren en herstellen van fietsen ‘leren ze een stiel’ en verwerven ze sociale vaardigheden en arbeidsattitudes. Aan het stuur van VELO zit Jos Vandikkelen. Zijn opleiding: godsdienstwetenschappen. Tot 2005 was hij eindredacteur van een tijdschrift over spiritualiteit. “Zo’n 20 jaar heb ik daar vanuit een bewuste mensvisie gewerkt. Centrale woorden daarin zijn: emancipatie, ontplooiing, engagement, verdieping. Wij brachten geloof ter sprake vanuit de sociale en maatschappelijke context van mensen. Verankerd. Wezenlijk is er weinig verschil met mijn job bij VELO. Nog steeds gaat het om mensen kansen bieden om zichzelf te ontplooien. Alleen is het nu veel concreter. Het gaat om ongeveer 30 Timmy’s en Moustafa’s. Ieder met zijn lichte of zware rugzak. Het zijn voornamelijk gasten uit het deeltijds beroepsonderwijs, erkende maar werkloze vluchtelingen en langdurig werklozen. We zullen zowat 15 nationaliteiten in huis hebben. Ieder van hen wil iets van zijn leven maken. Maar ze hebben weinig kansen gekregen, mogelijkheden verprutst of zware miserie gekend. Wij bieden hen een opleiding, technisch en naar arbeidshouding. Maar het is aan hen om daar iets mee te doen. Wij zijn er met onze kennis, onze begeleiding, maar vooral 4
met ons geloof in hen. Eén voorbeeld. We werken samen met o.a. Levenslijn een actie uit waarbij er fietsateliers in secundaire scholen opgezet worden. Wij bieden in de verschillende provincies opleidingen voor de participerende scholen. En daarin spelen onze gasten een grote rol. Symbolisch kan het niet sterker: een jongen uit het deeltijds beroepsonderwijs die zijn kennis en ervaring mag doorgeven aan een latinist, iemand van de afdeling chemie, …” “Eén van mijn moeilijkste opdrachten bestaat erin dit sociale engagement te verbinden met de economische realiteit. Want VELO is ook een bedrijf. Op het einde van het jaar moeten de cijfers kloppen. De klanten verdienen kwaliteit. Ik ben er fier op dat we met een heel team erin slagen deze combinatie te realiseren. En dat het mogelijk is, ook in de sociale economie, om op een gezonde manier te groeien, extra markten aan te boren en extra mensen op te leiden.” “Handenarbeid is heerlijk concreet. Iets maken dat kapot is, bestaat er iets mooiers? Dat we daarmee ook een steentje bijdragen aan een ecologisch ideaal, aan recyclage en gezonde mobiliteit, maakt VELO voor mij extra aantrekkelijk. De gedrevenheid van de begeleiders, de manier waarop ze voor hun jongeren door het vuur gaan, dat is voor mij pure spiritualiteit.”
Meer informatie www.velo.be
progrboek_alg_2tot9en14tot15
26-02-2007
11:55
Pagina 5
De Kringwinkel Midden West-Vlaanderen: kwaliteit in ’t kwadraat De Kringwinkel Midden West-Vlaanderen legde vijf jaar geleden de eerste bouwstenen van haar kwaliteitsbeleid. De aanleiding? Sinds 2001 waren het imago en het klantenprofiel bijzondere aandachtspunten. In een kringloopcentra kan je weliswaar goedkoop tweedehandsspullen aanschaffen. Daarom is het nog geen handel ‘voor armen door armen’. Integendeel. Aan klantenzijde is de Kringwinkel er voor iedereen die goede spullen in plaats van het nieuwste van het nieuwste wil. En aan werknemerszijde zorgt precies de vaste job ervoor dat mensen uit de kansengroepen er weer volop bij horen.
Voor een uniforme, positieve uitstraling werd de gezamenlijke merknaam ‘De Kringwinkel’ gelanceerd. Al snel bleek dat het gewenste imago niet mag afwijken van de realiteit die de klant ervaart als hij een kringloopwinkel bezoekt. Daarom werd meteen ook een aantal kwaliteitsnormen m.b.t. klantencontacten, service en externe communicatie vastgelegd om het merk ‘Kringwinkel’ te mogen gebruiken. Uiteraard hebben deze normen ook invloed op alle andere domeinen: personeel, middelen, gebouwen, management … De nood aan een algemeen kwaliteitsmodel werd sterk aangevoeld. Omdat nogal wat kringloopcentra destijds op eigen houtje en met beperkte middelen bezig waren met integrale kwaliteitszorg, speelt de Koepel van Vlaamse Kringloopcentra een coördinerende rol bij de ontwikkeling en verfijning van dit model en staat ze in voor de coaching van de individuele kringloopwinkels bij het implementeren ervan. De voorbije jaren werd met de pionierende kringloopcentra vooral gewerkt aan een eigen model: K2-kwadraad. Het befaamde EFQMmodel en haar basisbeginselen vormden de basis. Het K2-raamwerk beschrijft een langetermijnvisie of hoe een kringloopcentrum via 62 streefdoelen kan uitgroeien tot een niveau van uitmuntendheid. Momenteel zijn 18 van de 33 Vlaamse kringloopcentra er actief mee bezig.
Volgens De Kringwinkel Midden West-Vlaanderen vereist kwaliteit een cultuur waarbij iedereen permanent zichzelf en de organisatie in vraag durft stellen en kijkt vanuit een bril van verbeteren en veranderen. De voorbije jaren werd veel aandacht besteed aan die kwaliteitsgerichte cultuur op het niveau van het management, die de kwaliteitsnormen hanteert als maatstaf voor alle beleidsbeslissingen. Met de ontwikkeling van een kwaliteitshandboek door de werknemers, is nu ook de werkvloer aan de beurt. Achtergrondfilosofie: mensen die verantwoordelijk zijn voor de processen, zijn het best geplaatst om deze op papier te zetten en op te volgen. Zo wordt het kwaliteitshandboek een echt werkinstrument. Eerst passeerden de sleutelprocessen m.b.t. personeelsbeheer (selectie, onthaal, evaluatie, …) de revue en dit jaar worden de goederenprocessen (ophalen, sorteren, herstellen, verkoop, leveren) aangepakt.
Meer informatie Meer informatie en adressen van een Kringwinkel uit jouw buurt: www.dekringwinkel.be 5
progrboek_alg_2tot9en14tot15
There’s
26-02-2007
11:55
Pagina 6
(Eco)power in the cooperation!
Je kan als student dagdromen van een carrière bij Studio Brussel maar waarom zou je zelf niet jouw eigen alternatieve radiozender oprichten? Of je kan de brandende ambitie hebben om bij Microsoft aan de slag te gaan maar waarom zou je zelf niet jouw eigen informaticabedrijf opstarten? Neen, dit is geen utopie! Een aantal mensen vond dat er dringend meer groene stroom moest geproduceerd worden en richtten Ecopower op. Vandaag staan mensen op een wachtlijst om van hen milieuvriendelijke elektriciteit te mogen afnemen. Basisingrediënt van het gesmaakte bedrijfsrecept: coöperatief werken.
een goede werkomgeving: kwalitatieve computerschermen, ergonomische stoelen naar ieders keuze en een ideale bereikbaarheid met het openbaar vervoer. Er wordt ook gewerkt aan een ‘charter’. Dit is aanvullend op de arbeidscontracten en het omschrijft de meerwaarde van werken bij Ecopower. Flexibiliteit in de werktijd, de ruimte en tijd om binnen de doelstellingen van Ecopower experimentele projecten op te zetten (een verwarming op houtpellets, een auto op plantenolie). Geen rechtstreekse doelen voor Ecopower, maar het bedrijf kan wel een rol spelen om initiatieven van haar medewerkers in hun privésfeer te ondersteunen. Bovendien kan de opgedane ervaring dan weer het bedrijf versterken.
Alle werknemers hebben een ruime beslissingbevoegdheid in hun job en krijgen heel Ecopower is inderdaad een coöperatie die pro- wat vrijheid en autonomie om werk te organijecten met hernieuwbare energie financiert seren. Als de opdracht het toelaat, is thuisen beheert. Ruim 9000 coöperanten werden werk mogelijk. mede-eigenaar van vijf windturbines, drie kleine waterkrachtcentrales, een biomassacentra- Alle werknemers hebben een inbreng in het le en 12 000 m2 zonnecellen. Elke dag komen bedrijf: beslissingen met impact voor de medeer coöperanten bij, elk jaar komen er projecwerkers worden ook aan hen voorgelegd. Ook ten bij. Alle coöperanten kunnen de elektricide coöperanten worden betrokken bij het uitteit van hun installaties waar ze via de coöpe- zetten van de grote lijnen. Bij de jaarlijkse algeratie mee eigenaar van zijn, aankopen voor mene vergadering heeft elke coöperant één hun eigen verbruik. stem – onafhankelijk van het aantal aandelen. Die vergadering is een echt beslissingsorgaan. Ecopower werkte eerst met vrijwilligers, De feedback van de coöperanten bepaalt reëel nadien met zelfstandige bestuurders. In 2003 de richting die de coöperatie uitgaat. werd ervoor gekozen om alle werknemers in loondienst aan te werven. Intussen zijn er En ten slotte – daarom niet minder belangrijk – 10 werknemers. Ook de bestuurders van de is er een voortdurende zorg om de participacoöperatie werken als werknemer in het tieve en democratische werking te verbeteren. bedrijf. Dit beschouwt het bedrijf als een belangrijk deel van kwaliteitszorg en van ‘productiviteitsDe loonspanning wordt principieel beperkt tot verbetering’. minder dan één op drie. In de praktijk is de loonspanning tussen het onderhoudspersoneel There’s (Eco)power in Cooperation! en het management 1 op 2,2. Er wordt ook voor gekozen om, waar mogelijk, kansengroeMeer informatie pen in te schakelen. Momenteel zijn twee langwww.ecopower.be durig werklozen in dienst via het Activa-plan. Ecopower besteedt bijzondere aandacht voor 6
progrboek_alg_2tot9en14tot15
26-02-2007
11:55
Pagina 7
ISIS: it takes two to tango Is voor een student een grijze haardos een gesel die hem in een verre toekomst zal treffen, dan is de vergrijzing van onze samenleving nu al een problematiek voor overheden en organisaties. Zo speelt vzw ISIS als geen ander in op de uitdagingen van een ouder wordende bevolking. Via thuishulp voor senioren worden duurzame jobs voor kansengroepen gecreëerd. Met de term ‘sociale flexibiliteit’ zorgde ISIS meteen voor een nieuw begrip in het woordenboek van de sociale economie. In toenemende mate kiest de explosief groeiende groep senioren voor het waardig ouder worden in de eigen vertrouwde leefomgeving boven de onpersoonlijke sfeer van een instelling. Omdat er naast de klassieke sociale en medische spelers nood was aan een ‘extra dienst’ opdat de senioren in hun eigen woonst 24 u. op 24 u., 7 dagen op 7 van een maximaal comfort zouden kunnen genieten, werd ISIS (Integratie van Senioren In de Samenleving) opgericht. Doel: lagergeschoolde werkzoekenden én hulpbehoevenden in de huiselijke sfeer dichter bij elkaar brengen. Twee dikke vliegen in één klap! In haar werking besteedt vzw ISIS in bijzonder hoge mate aandacht aan ‘sociale flexibiliteit’ en dit zowel van werkgever naar werknemer als omgekeerd. Bij het afstemmen van zorgverlener op zorgvrager wordt er wederzijds rekening gehouden met factoren eigen aan de werknemer zoals: persoonlijke voorkeuren van de helpster, fysieke beperkingen, gezinsnoden, de capaciteiten en ervaring, vervoersmogelijkheden … Heel wat puzzelwerk voor de stafmedewerkers die de uurroosters maken!
Vzw ISIS biedt een volwaardige job tegen de gangbare loonvoorwaarden in een bediendecontract van onbepaalde duur. Daarnaast hanteert ISIS het principe van ‘verloning in kwaliteit van de arbeid’. Dit wil zeggen dat voor de werknemers van vzw ISIS de kwalitatieve voordelen zoals de keuze van uurrooster en taakinhoud primeren boven het netto gewicht van het loonzakje. En voor de materialisten onder ons: de ervaring leert dat het zogenaamde ‘psychologisch inkomen’ bij ISIS bijdraagt tot een hoge arbeidstevredenheid. Dit is in grote mate te danken aan het uitgekiende vormingsbeleid. ISIS voorziet o.a. naast individuele begeleidingsmomenten een aantal systematische inhoudelijke en praktische overlegmomenten en intervisies. Met betrekking tot de externe vorming varieert het ISIS-aanbod (afhankelijk van kennis, vaardigheden en interesse van de helpsters) van themagerichte opleidingen zoals omgaan met dementie, hef- en tiltechnieken, huishoudbegeleiding enz., tot vorming met betrekking tot het persoonlijk functioneren van de werkneemster op de werkvloer. Ook meegenomen voor de helpsters: bij ISIS gebeuren vorming en begeleiding in de betaalde arbeidstijd.
Maar voor de werknemer betekent diezelfde sociale flexibiliteit tegelijk dat hij zich soepel opstelt tegenover de klant. Vzw ISIS krijgt van Kortom, het principe van ‘sociale flexibilide senioren immers zorgvragen binnen die teit’ is: It takes two to tango! zowel naar tijdstip als in frequentie erg onregelmatig zijn. De noden aan aanvullende thuisMeer informatie hulp van bejaarden zoals oppas, vervoer, huiswww.buurtdienst-isis.be houdbegeleiding, … overschrijden nu eenmaal de gangbare kantooruren van ‘nine to five’.
7
progrboek_alg_2tot9en14tot15
26-02-2007
11:55
Pagina 8
Beschutte Werkplaats
Nevelland: digitaal archief maakt stofjas overbodig In de jaren 80 was het ‘papierloos kantoor’ nog toekomstmuziek. In de jaren 90 verwerd het tot een fabel. Anno 2007 helpt Beschutte Werkplaats Nevelland ondernemingen en openbare instellingen er via de digitalisering van bedrijfsarchieven daadwerkelijk werk van te maken. Sociaal en innoverend ondernemen gaan hand in hand!
structureren van bedrijfsarchieven is dus een klus die je beter uitbesteedt aan een organisatie zoals Nevelland die daar mensen, materieel en ervaring voor heeft.
“Het scanklaar maken van dossiers is arbeidsintensief”, legt commercieel verantwoordelijke Luc Bulckaert uit. “Documenten dienen zorgvuldig ontniet en ontkreukt te worden. Onze operatoren brengen vervolgens de dossiers in orde door hen een nummer, code of naam te Beschutte Werkplaatsen zijn de ouderdomsde- geven. Daarna worden ze volgens de juiste kens van de sociale economie. Haast 50 jaar parameters (bestandsstructuur, resolutie, …) garanderen deze sociaal-economische bedrij- door onze professionele scanners verwerkt. ven de tewerkstelling van werknemers met Uiteraard bezorgt DiGi-T aan zijn klanten een arbeidshandicap. De tijd van goedbedoel- bruikbare data. Dankzij performante OCRde bezigheidstherapie hebben ze al lang ach- software worden scans geconverteerd tot ter zich gelaten. Vandaag onderscheiden ze tekstbestanden. Uit deze tekstbestanden kan zich enkel nog door de specifieke methodieken DiGi-T desgewenst op maat van klant data om gehandicapten op de werkvloer te begelei- selecteren en indexeren.” den. Als toeleveringsbedrijf bieden ze even DiGi-T kan nuttig zijn in alle geledingen van kwaliteitsvolle producten als hun reguliere concurrenten. Sterker nog: vaak geven ze hen een onderneming. Je kan de papierberg doen verdwijnen bij de dienst aankoop (aankoophet nakijken door hun technologische hoogfacturen), verkoop (klantendossiers, klantenstandjes. Neem nu bijvoorbeeld Nevelland. Behalve over fiches, …), productontwikkeling (registratiedoseen drukkerij, digitale print-unit, mailingdienst siers, patenten, technische documenten, …), personeel (personeelsdossiers), dienst markeen een verpakkingsafdeling beschikt deze beschutte werkplaats over DiGi-T, een systeem ting: (enquêtes), boekhouding, enz. Kortom: dat de papieren dossiers van een onderneming met digitale archivering bespaart een onderneming op ruimte (een minder omvangrijke digitaliseert. Zo speelt Nevelland in op de hoop papier), tijd (informatie wordt snel en groeiende behoefte van ondernemingen en accuraat gevonden) en kosten (geen kopies openbare instellingen om werkprocessen te meer per belanghebbende). verbeteren en efficiënter te laten verlopen. De almaar uitdijende papierberg groeit steeds Slechts één nadeel: in zo’n gedigitaliseerd meer organisaties over het hoofd. Hoe meer papier, hoe moeilijker het is om de beschikbare bedrijfsarchief zal niet langer een Jomme Dockx in een stofjas rondsloffen. informatie snel te raadplegen. De oplossing: het digitaliseren van de bedrijfsarchieven. Dit is evenwel een delicate operatie. Ze vergt niet Meer informatie alleen hoge investeringen in personeel en www.nevelland.be apparatuur maar het is tevens een operatie die specifieke kennis vereist. Het klasseren en 8
progrboek_alg_2tot9en14tot15
26-02-2007
11:55
Pagina 9
Kies voor een
stage-avontuur met meerwaarde!
Wil je niet alleen proeven maar ook helemaal onderduiken in een boeiende en dynamische sector? Wil je zelf aan den lijve ervaren hoe een bedrijf zowel sociale als economische voordelen realiseert? Ga je graag om met mensen en wil je leren hoe een onderneming duurzame tewerkstelling creëert? Kies dan voor een stage in een sociaal economie bedrijf! Vanaf volgend jaar staat een databank www.stagepunt.be voor je klaar. De voorproef vind je vanaf 12 maart op de portaalsite www.socialeeconomie.be De sociale economie biedt heel wat mogelijkheden om ervaring op te doen in diverse opleidingen: bedrijfsbeheer, marketing, personeelsbeleid, maatschappelijk werk, ICT, technologie, toerisme, enz. Bovendien leer je in een sociale economie onderneming méér dan alleen inhoudelijke en technische vaardigheden. Je maakt kennis met activiteiten en producten die maatschappelijk en ecologisch verantwoord zijn. Je krijgt de kans om te ontdekken hoe diversiteit een onderneming meer slagkracht geeft. Je zou het misschien niet vermoeden maar wist je dat sommige bedrijven in de sociale economie koplopers zijn op het terrein van hoogtechnologische grafische ontwikkelingen? Of wat dacht je van een organisatie die door een uitgekiende merkenstrategie in heel Vlaanderen gekend is om haar originele en creatieve aanpak van het hergebruik van goederen? Maar evengoed vind je in de sociale economie stageplaatsen in ondernemingen actief in de toeristische, de automobiel-, de textiel-, de bouw- of de banksector. Kijk dus binnenkort op www.socialeeconomie.be en zet de stap naar een boeiende carrière. 9
progrboek_antw_1en10tot13en16
26-02-2007
11:38
Pagina 10
Leerondezoek sociale economie: eenheid in diversiteit? Een groep studenten maakte onder leiding van Professor Jef Breda van het departement sociologie en sociaal beleid een leeronderzoek over sociale economie. Hun conclusie: het aantal sociale economie-initiatieven zal de komende jaren minder snel groeien. En de bestaande initiatieven zullen rekening moeten houden met het principe van ‘the survival of the fittest’. De mens is een sociaal wezen; dat blijkt uit alles wat wij doen. Het studiegebied van sociologen is dan ook heel ruim. Ze onderzoeken met even veel ernst hoe jongens meisjes verleiden (dankzij sociologen weten we dat het eigenlijk net omgekeerd is...) als hoe internationale conflicten zoals deze tussen Israël en Palestina blijven voortwoekeren. Maar sociologen bestuderen evengoed de evolutie van de rollenverdeling in gezinnen, de arbeidsverhoudingen, de sociale zekerheid en de gezondheidszorg, de veranderende opvattingen over solidariteit, ... Logisch dus dat sociologen vroeg of laat moesten uitkomen bij sociale economie. En dat deed ook Professor Jef Breda. Geboeid door de vaststelling dat de amper twintig jaar oude inschakelingsinitiatieven een vaste plaats in onze samenleving verworven hebben, liet hij samen met Caroline Van Landegh door een groep studenten een leeronderzoek uitvoeren. Dit is een praktijkgericht vak waarin de studenten zelf een sociologisch onderzoek uitvoeren. Daarbij wordt een onderzoekscyclus van theorieconstructie tot en met rapportage helemaal doorlopen. Wetende dat onder de noemer ‘sociale economie’ een enorme verscheidenheid aan initiatieven schuilgaat, stelden de studenten zich de vraag hoe en waarom er zich zo een grote diversiteit aan nieuwe organisaties kon ontwikkelen? In recente vakliteratuur is dit een actueel thema. Zo stelt de populatie-ecologie dat de evolutie van het aantal organisaties (=densiteit) in een groep van gelijkaardige organisaties (=populatie) een specifiek verloop kent (=densiteitsontwikkeling). In de aanvangsfase neemt het aantal organisaties binnen de populatie toe doordat de ruimere omgeving deze vormen als een geschikte oplossing voor bepaalde maat10
schappelijke problemen ziet. Dan is er sprake van een zeer grote variatie in organisatievormen. Na verloop van tijd treedt er echter selectie op waarbij onder invloed van bepaalde instituties (overheid, koepelorganisaties, …) enkel de meest geschikte organisatievormen worden geselecteerd en behouden. De variatie neemt af en er ontstaat een grotere gelijkvormigheid binnen de populatie. In het leeronderzoek werd de densiteitsontwikkeling voor de provincie Antwerpen nagegaan in de periode van 2000–2005 voor beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen, kringloopcentra, arbeidszorginitiatieven, invoegbedrijven, buurt- en nabijheidsdiensten en dienstenchequebedrijven. Ondanks een sterke groei van 80 initiatieven in 2000 naar 233 initiatieven in 2005, zien we dat de verschillende organisatievormen zich in verschillende fases van de densiteitsontwikkeling bevinden. Waar de groei van de oudere organisatievormen zoals beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen en kringloopcentra min of meer is gestagneerd, is er sprake van een sterke groei voor de nieuwere organisatievormen zoals invoegbedrijven, dienstenchequebedrijven en buurt- en nabijheidsdiensten. Bovendien typeren deze nieuwkomers zich door een grotere variatie (in bijv. doelstellingen, activiteiten, (bege)leiding, technologie, grootte, …) dan de oudere. Zij lijken te zoeken naar de ‘best practices’ en missen (voorlopig) een coherent institutioneel kader. In de lijn van de theorie voorspellen de onderzoekers dat zowel de groei als de variatie van de nieuwere organisatievormen zal afnemen, terwijl selectie- en competitie-effecten zich sterker zullen laten voelen voor bestaande initiatieven. Waart de geest van Darwin ook rond in de sociale economie?
progrboek_antw_1en10tot13en16
26-02-2007
11:38
Pagina 11
Leerstoel Sociale Economie: van ‘de’ sociale economie naar ‘een’ sociale economie Dankzij de leerstoel ‘sociale economie’ leren de toekomstige leidinggevenden de principes, waarden en regelgeving van de sociale economie doorgronden. Dit moet niet alleen leiden tot meer sociale economie maar ook en vooral tot een socialere economie...
Vertrekkend van een terminologische uitklaring (sociale economie, meerwaardeneconomie, maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzame ontwikkeling, …) nemen de docenten elk vanuit hun vakgebied de studenten mee op een tocht door de verschillende Met meer dan 350 ondernemingen en zowat beleidsmatige afwegingen, de mozaïek aan 25.000 personeelsleden groeit de sociale eco- statuten en rechtsvormen, de principes van nomie sneller dan om het even welke andere en problemen bij de specifieke bedrijfsvoering, sector. Wat hen bindt, is dat ze geloven dat de impact op de arbeidsmarkt en het activeeen andere manier van ondernemen op korte ringsdiscours. termijn ‘kan’ en dat een andere economie op langere termijn ‘moet’. De mannen en de De leerstoel wordt ondersteund door Vlaams vrouwen die deze steile ambitie als directeurs Minister voor sociale economie, Kathleen Van of kaderleden morgen zullen waarmaken, Brempt. Dit past in haar beleidslijnen om niet zitten vandaag al in de aula’s van Associatie enkel met ‘dé’ sociale economie maar vooral Universiteit. Daarom heeft de Universiteit met de evolutie naar ‘een’ sociale economie Antwerpen naast haar post-academische bezig te zijn. M.a.w. er moeten niet alleen meer managementopleiding ‘sociale economie’ al sociale economiebedrijven komen; ook en jaren een onderzoekstraditie naar de vele vooral moet de hele economie socialer worden facetten van sociale economie. Met de kersen behalve financiële doelstellingen ook maatverse ‘Leerstoel sociale economie’ wordt de schappelijke en ecologische doelstellingen onderzoekstraditie van de Universiteit duurnastreven. In die zin is de focus van de leerzaam aan het onderwijscurriculum gekoppeld. stoel ‘de sociale economie in brede zin’. De In het kalenderjaar 2007 maken studenten in leerstoel levert een bijdrage aan de samenlePSW, rechten, TEW, ... voor het eerst uitgeving in de mate dat zij huidige maar vooral breid kennis met het vak ‘sociale economie’. ook toekomstige ondernemers, leidinggevenZo zullen de toekomstige leidinggevenden de den, burgers, … sensibiliseert voor een ecoprincipes, waarden en regelgeving m.b.t. socia- nomie waarin duurzaam en maatschappelijk le economie doorgronden. Zoals sociale ecoverantwoord ondernemen centraal staan. nomie zelf, zal ook de leerstoel vele disciplines De leerstoel is een initiatief voor een langere bij elkaar brengen. Niet zonder reden werd periode, zij zal een hefboom zijn om acadegekozen voor een interdisciplinaire invulling mische aandacht voor een sociale economie door een jurist (Marleen Denef) en een econo- te stimuleren en verder te ontplooien in de mist-socioloog (Joris Ghysels). komende jaren. Wordt dus ongetwijfeld vervolgd... 11
progrboek_antw_1en10tot13en16
26-02-2007
11:38
Pagina 12
Anneke en Lars: een boeiende loopbaan in sociale economie We kunnen het niet genoeg herhalen: de sociale economie zit in de lift en dat biedt onvermoede kansen op een boeiende loopbaan. Ook voor hogergeschoolden. Anneke Keulemans en Lars Lefeber, allebei afgestudeerd als Maatschappelijk Assistent aan de Hogeschool Antwerpen kunnen er over meespreken. Hoe vind je op een krappe arbeidsmarkt een interessante job? Simpel: door een stage te lopen. Zo verging het Anneke Keulemans die na haar 3de jaarsstage onmiddellijk aan de slag kon in De Kringwinkel Antwerpen. Een bewuste keuze: “Een kringwinkel vervult maatschappelijk verantwoorde doelstellingen waar ik voor 100% achter sta namelijk, recyclage van herbruikbare goederen en tewerkstelling van laaggeschoolde langdurig werklozen”. Zij ontkent met klem het vooroordeel dat sociale economie gelijk zou zijn aan veredeld welzijnswerk. ”Het is een volwaardig bedrijf met meer dan 200 werknemers. Het personeelsbeleid en de organisatiestructuur zijn goed uitgebouwd en scheppen ruimte om je als individuele medewerker te ontwikkelen en bij te dragen aan de verdere groei van de organisatie.” Sociale economie is dus in de eerste plaats economie maar met dit verschil dat iedereen meetelt: hooggeschoold, laaggeschoold, man, vrouw, autochtoon, allochtoon, ... “Dat is voor mij een belangrijk gegeven. Onze organisatie heeft een grote diversiteit waardoor ik dagelijks in contact kom met mensen met verschillende achtergronden en culturen elk met hun eigen verhaal. Deze verhalen zijn niet altijd even prettig. Onze werknemers hebben meestal al een hele rugzak vol tegenslagen. Het boeiende is net dat wij door de combinatie van sociale begeleiding en tewerkstelling hen opnieuw perspectief kunnen bieden. Deze mensen zien groeien in hun job en in het leven maakt mijn job zinvol en geeft mij ener12
gie.” En dat Anneke ondertussen personeelsverantwoordelijke geworden is, is uiteraard mooi meegenomen! Een gelijkluidend verhaal vertelt Lars Lefebers. Ook hij kreeg een vast contract als trainer bij Job&Coach waar hij stage gelopen had. “De keuze om hier aan de slag te gaan was snel gemaakt. Naast een leuke job om ’s morgens naar te vertrekken, kan je ’s avonds met een goed gevoel naar huis gaan. Natuurlijk niet elke dag, maar toch geregeld heb je het gevoel net dat beetje verschil te kunnen maken. Als trainer ben ik verantwoordelijk voor het slagen van de groep. Met vallen en opstaan komen we tot een resultaat dat best gezien mag worden. Betere communicatie op de werkvloer, leidt tot minder discussies en een hogere productiviteit. Jongeren die niet weten waar ze een vacature kunnen vinden kunnen leren zelf solliciteren, communicatie met klanten die week na week verbetert, …” Daarnaast is Lars zeer te spreken over de afwisseling. “Trainen betekent veel op pad zijn. Werken met groepen om samen een doel te bereiken. Dit kan variëren van opleiding tot opleiding. Soms geef ik Nederlands op de werkvloer om de communicatie tussen autochtone en allochtone werknemers op punt te stellen. Een andere keer geef ik klantgerichtheid aan thuishelpsters of communicatie aan jonge schoolverlaters die een opleiding tot winkelbediende volgen. Maar evengoed assertiviteitstrainingen, maatschappelijke vorming of veiligheid op de werkvloer.”
progrboek_antw_1en10tot13en16
26-02-2007
11:38
Pagina 13
Opleiding management in de sociale economie:
Managers leren maatschappelijke en economische doelstellingen bereiken De sector van de sociale economie is in volle bloei: er ontstaan steeds meer sociale economie-initiatieven en de bestaande zijn flink uit de kluiten gewassen organisaties geworden die vaak honderden werknemers tewerkstellen. De nood aan managers die maatschappelijke doelstellingen naadloos aan economische targets kunnen koppelen, neemt dus toe. Daarop heeft de UAMS ingespeeld met de opleiding ‘Management in de sociale economie’ die al aan haar vijfde jaargang toe is.
Inzet en enthousiasme zijn er in de sociale economie te over maar ook een portie kennis en inzicht in technieken en methoden voor management zijn onontbeerlijk. Daarom leert UAMS bedrijfsleiders en verantwoordelijken van kringwinkels, beschutte werkplaatsen, invoegbedrijven, sociale werkplaatsen, arbeidszorgprojecten, dienstenchequebedrijven enzoverder een beter manager te worden. Aan de Universiteit Antwerpen bestaat sinds In een intensieve opleiding van 40 lesdagen jaren een managementschool (UAMS) waar gespreid over twee jaar leren zij de finesses talloze postacademische opleidingen worden op vlak van strategie, HRM, leidinggevende aangeboden die managers in staat moeten vaardigheden, financieel management en marstellen hun bedrijf beter te besturen. Strateketing, steeds binnen de specifieke context gisch management, veranderingsmanagement, van de sociale economie. Ruim 100 alumni financieel beheer, HRM of marketing... plukken intussen de vruchten van deze bijhet komt allemaal aan bod, zowel voor pas scholing in hun eigen organisatie en zo draagt afgestudeerden als voor kandidaten met al UAMS zijn steentje bij aan het succes van jaren professionele ervaring. de sociale economie. Sinds 2001 heeft UAMS een apart aanbod Management in de sociale economie. Hiermee erkent UAMS de eigenheid van de sector van de sociale economie en tegelijk ook de specificiteit van het management aldaar. De permanente evenwichtsoefening tussen de ‘harde’ economische wetmatigheden en sociale doelstellingen vormt de uitdaging voor iedere manager in de sociale economie. Meer dan bestuurders en leidinggevenden in andere bedrijven moet hij of zij een mens- en maatschappijgericht engagement uitdragen en vertalen in concrete daden. Dit vereist een permanente dialoog met tal van stakeholders en een voortdurende verantwoording tegenover de samenleving.
Universiteit Antwerpen Management School Tom Wouters Coördinator Social Profit Sector Sint-Jacobsmarkt 9-13 2000 Antwerpen tel. 03 220 48 75 fax 03 220 47 34 13
progrboek_alg_2tot9en14tot15
26-02-2007
11:52
Pagina 14
VOSEC Het overleg in Vlaanderen voor de sociale economie Ze zijn met velen de ondernemingen en initiatieven uit de sociale economie en ze zijn er ook in meerdere soorten, vormen en formaten. Om met die brede waaier van groepen en sectoren een strategische ontwikkeling te kunnen uitbouwen is het Vlaams overleg een noodzaak geworden.
Sinds 1999 is het Vlaams Overleg Sociale Economie erkend als gemeenschappelijk aanspreekpunt voor de diverse groepen en ondernemingen die werkzaam zijn op het vlak van sociale economie. In de voorbije paar jaren hebben een veelheid van initiatieven zich gegroepeerd volgens werkvorm, doelstelling of lokaliteit en zijn aangesloten bij het Vlaams overleg. Zo zijn de voorbije 50 jaren geleidelijk initiatieven en organisaties uitgegroeid tot gevestigde waarden zoals coöperaties, beschutte werkplaatsen, sociale werkplaatsen, kringloopcentra, buurt- en nabijheidsdiensten, activiteitencoöperaties en een aantal structuren die voor de uitbouw en ondersteuning moeten zorgen op vlak van management, financiering en ondernemingschap. Vandaag is Vosec het overlegforum via een confederaal model voor koepels, overlegstructuren, ondernemingen en deskundigen die vanuit een gemeenschappelijke visie en doelstelling het terrein van de sociale economie verder wensen uit te bouwen in Vlaanderen. De ontwikkelingen op dit werkterrein staan echter niet stil; met de verdergaande verantwoordelijkheid van lokale overheden ook op vlak van sociale tewerkstelling en sociale economie zal morgen wellicht het platform zich verder modelleren naar de bredere impact van SE beleid op alle niveaus.
Vosec stimuleert en ondersteunt de ontwikkeling, professionalisering en samenwerking van ondernemingen in de sociale economie onder meer via informatiedoorstroming, door netwerkvorming en vormingsinitiatieven. Daarnaast treedt Vosec op als tussenschakel tussen overheid en de vertegenwoordigers van het werkveld en doet aan visievorming en beleidswerk. Vosec is geen werkgeversfederatie noch werknemerskoepel wel verenigt het op een unieke wijze de zorgen, vragen en beleidspunten in het belang van onderneming en werknemer telkens in functie vanuit haar visie op economie en ondernemingschap. Heel concreet werkt VOSEC momenteel naast haar basisopdracht aan bijzondere projecten ter stimulering van diversiteit, Noord-Zuidverhoudingen, het inventariseren en uitwisselen van expertise op het terrein, sectoriële samenwerking rond specifieke werkterreinen, MVO en KMO… Vosec is ook de projectbeheerder van de portaalsite in Vlaanderen www.socialeeconomie.be
Meer informatie www.vosec.be
14
progrboek_alg_2tot9en14tot15
De
26-02-2007
11:52
Pagina 15
coöperatie: een oud maar brandend actueel concept
van het HIVA en de Cera Leerstoel van het Centre d’Economie Sociale van de Université van Liège. Doel: de complementaire kennis en deskundigheid rond de thema’s ’coöperatief ondernemerschap‘; ’sociale economie‘ en ’maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)‘ samenbrengen ter versterking van het waardegedreven ondernemen. Een gelijkluidend verhaal hoor je bij de groep Febecoop, de Belgische Federatie van de Sociale en Coöperatieve Economie. Febecoop ondersteunt actief de werking van de sociale economie-ondernemingen en de waardegedreven coöperatieve vennootschappen. Dit doet ze via haar erkend adviesbureau en het beheer van de participaties in verschillende ondernemingen ter beschikking gesteld door P&V Verzekeringen. Tegelijk is Febecoop initiatiefnemer van De kenmerken van het coöperatief ondernemer- Coopkracht, het overlegplatform van de mensschap zijn nog steeds het ontbreken van een en milieuvriendelijke coöperaties. Coopkracht wil dominerende aandeelhouder, het niet nastreven deze bedrijven samenbrengen opdat ze elkaar van speculatieve doelstellingen en het opbouwen kunnen versterken m.b.t. thema’s als duurzaam van een harmonieuze relatie met de stakeholeconomisch groeien, participatief werken en ders. Zo heeft Cera bijvoorbeeld niet alleen de ze als groep zichtbaar maken voor het grote opdracht om het financiële patrimonium te bepubliek. Groep ARCO is via een kapitaalinbreng heren dat ontstond uit de inbreng van de bankstrategische partner geworden van Hefboom en activiteiten van CERA Bank in KBC Bank. Ze wil Crédal, twee coöperatieve vennootschappen die ook een nieuw elan geven aan de coöperatieve actief zijn in de kredietverlening aan bedrijven uit waarden. De coöperatie voorziet jaarlijks vijf de sociale economie. De meeste coöperanten van miljoen euro voor steun aan projecten in de Groep ARCO zijn aandeelhouders van Arcopar domeinen Armoede en Sociale uitsluiting, Kunst CVBA. Arcopar-aandelen vormen een rendabele en Cultuur, Land-en tuinbouw en Platteland, belegging en geven toegang tot coöperatieve Medisch-Sociaal, in het Cera Experstisecentrum voordelen en diensten. Zo bijvoorbeeld biedt Ondernemen en in lokale onderwijsinitiatieven. ARCO-Rechtshulp de Arcopar-aandeelhouders Via BRS bevordert Cera de coöperatieve princieerstelijnsrechtshulp voor problemen i.v.m. conpes in het Zuiden op het domein van het spaar-, sumentenrecht en familiaal vermogensrecht. krediet- en verzekeringswezen. Bij de verdeling Daarnaast genieten de aandeelhouders van korvan de middelen besteedt Cera bijzondere aantingen op bank- en verzekeringsproducten, op dacht aan de actieve betrokkenheid van haar telecomdiensten, op vakantieverblijven, etc… 420.000 leden op het lokale niveau via de Regionale Adviesraden en toetst ze de projecten Meer informatie aan de coöperatieve waarden: solidariteit, www.cera.be respect voor het individu, samenwerking en www.febecoop.be inspraak. Cera vult bovendien op een innovatieve www.coopkracht.be en toekomstgerichte manier de coöperatieve www.groeparco.be beginselen in en richtte daarom het Cera Expertisecentrum Ondernemen op met verschillende partners met een belangrijke expertise, zoals het Steunpunt Coöperatief Ondernemen
Wist je dat de allereerste sociale economieonderneming een coöperatie was? De ‘Vereniging der Rechtvaardige Pioniers van Rochedale’ werd opgericht door Engelse wevers in 1844. Dankzij hun succesvol sociaal-economisch experiment verspreidde de coöperatieve praktijk zich snel over gans Europa. De statuten van de pioniers, die de grote principes van de coöperaties vastlegden, trotseerden met succes de tand des tijds. Vandaag nog vormen ze de inspiratiebron van organisaties als Cera, Febecoop en Arco.
15
progrboek_antw_1en10tot13en16
26-02-2007
11:38
Pagina 16
‘Sociale economie op de campus’ wil op een systematisch manier de bevraging rond ‘anders ondernemen’ onder de academische aandacht brengen. Dit initiatief wordt georganiseerd door respectievelijk VOSEC (www.vosec.be) en Febecoop (www.febecoop.be) en heeft tot doel de zichtbaarheid en profilering van de sociale en de coöperatieve economie in Vlaanderen te verhogen. Met de steun van
SOCIALE ECONOMIE op de campus