Sociaal plan
TweeSteden ziekenhuis & St. Elisabeth Ziekenhuis
Datum bestuurlijke fusie tot datum juridische fusie
Status: Principeakkoord
INHOUD
VERKLARING......................................................................................................... 3 INLEIDING............................................................................................................ 4 1.
DOEL EN UITGANGSPUNTEN ......................................................................... 5
1.1. 1.2.
Doel........................................................................................................... 5 Uitgangspunten ........................................................................................... 5
2. 2.1 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7.
ALGEMENE BEPALINGEN............................................................................... 7 Werkingssfeer ............................................................................................. 7 Personele werkingssfeer ............................................................................... 7 Geldigheidsduur .......................................................................................... 7 Hardheidsclausule........................................................................................ 7 Interpretatie ............................................................................................... 7 Periodiek overleg ......................................................................................... 7 Verspreiding ............................................................................................... 7
3.
BEGRIPSBEPALINGEN .................................................................................. 8
4. 4.1. 4.2. 4.3 4.4. 4.5. 4.6.
BOVENTALLIGHEID EN RE-ALLOCATIE ..........................................................12 Uitgangspunt bij plaatsingsbeleid .................................................................12 Vaststellen boventalligheid / te re-alloceren werknemers.................................12 Re-allocatie ...............................................................................................12 Re-allocatie TweeSteden / St. Elisabeth.........................................................14 Outplacement ............................................................................................14 Overige maatregelen en rechten...................................................................15
5. 5.1. 5.2. 5.3.
SALARISGARANTIE .....................................................................................18 Salaris bij lagere functie ..............................................................................18 Salaris bij hogere/gelijkwaardige functie .......................................................18 Onregelmatigheidstoeslag (ORT) ..................................................................18
6. 6.1. 6.2. 6.3. 6.4. 6.5. 6.6. 6.7. 6.8.
MOBILITEITSBEVORDERENDE MAATREGELEN ................................................20 Persoonlijk mobiliteitsplan ...........................................................................20 Mobiliteitspremie ........................................................................................20 Plaatsmaker...............................................................................................21 Reiskosten.................................................................................................21 Loonsuppletie.............................................................................................21 Minder werken ...........................................................................................21 Om-, her- en bijscholing..............................................................................22 Aanvullende maatregelen ............................................................................22 Bijlage 1: Begeleidingsadviescommissie .....................................................24 Bijlage 2: Rekenvoorbeeld bepaling boventalligheid...................................26 Bijlage 3: Formulier Belangstellingsregistratie ...........................................27
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
2
VERKLARING
Aldus overeengekomen te Tilburg De werkgevers De Stichting TweeSteden ziekenhuis gevestigd te Tilburg, hierna te noemen het TSz, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door
De Stichting St. Elisabeth Ziekenhuis gevestigd te Tilburg, hierna te noemen het EZ, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door
drs. L.J.C.G.M. van der Veen
drs. M.B.P.M. Visser
leden Raad van Bestuur, zijnde bestuurders in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden; de werknemersorganisaties
Mw. J. Kuijpers, FBZ
Mw. W. Peters, Abvakabo FNV
P. Meesters, NU'91, Beroepsorganisatie van de Verpleging en Verzorging
M. Dons, CNV Publieke Zaak
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
3
INLEIDING Directe aanleiding voor dit Sociaal Plan is de voorgenomen fusie tussen de Stichtingen TweeSteden ziekenhuis (TSz)1 en St. Elisabeth Ziekenhuis (EZ). Daarnaast zijn beide organisaties voortdurend in ontwikkeling. Ze trachten op vele manieren in te spelen op veranderingen in wet- en regelgeving, op gewijzigde omstandigheden op de markt voor zorg- en dienstverlening en op allerlei andere omgevingsfactoren. Die ontwikkelingen vergen ook voortdurend bijstellingen van de organisatie waarbij regelmatig een beroep op het aanpassingsvermogen van werknemers moet worden gedaan.2 Om ook voor de toekomst een ziekenhuisorganisatie te behouden met patiëntenzorg op een kwalitatief hoog niveau die flexibel meebeweegt met maatschappelijke ontwikkelingen is niet alleen modernisering en organisatieverandering noodzakelijk, maar ook schaalvergroting en bundeling van krachten. In het overleg met de vakbonden en de ondernemingsraden van beide organisaties is afgesproken om te komen tot een gezamenlijk Sociaal Plan, zodat niet voor elke verandering in de organisatie van enige betekenis een afzonderlijk Sociaal Plan hoeft te worden opgesteld. Een vaste tijdsperiode wordt niet aan dit Sociaal Plan gekoppeld, maar dit plan zal gelden voor de periode van bestuurlijke tot juridische fusie. Op het moment dat de datum van de juridische fusie bekend is, zullen partijen wederom in overleg treden om een nieuw Sociaal Plan af te spreken. Uitgangspunt bij het sociaal beleid is goed werkgeverschap, waaruit respect en waardering spreekt voor iedere werknemer. Dit vanuit het besef dat kwaliteit van dienstverlening voor het belangrijkste deel afhankelijk is van de inzet en motivatie van werknemers. Beide ziekenhuizen willen ieders talenten zo optimaal mogelijk benutten en behouden. Daarmee wordt de kracht van beide organisaties zichtbaar en zijn deze in staat zich nog verder te ontwikkelen als krachtige en dynamische zorgorganisaties. Dit Sociaal Plan biedt randvoorwaarden om aan deze visie concreet vorm te geven.
1 2
Waar TweeSteden ziekenhuis wordt genoemd worden alle locaties bedoeld; de vestigingen in Tilburg en Waalwijk en de polikliniek in Oisterwijk. Met 'werknemer', 'hem' en 'zijn' wordt tevens de vrouwelijke vorm bedoeld.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
4
1.
DOEL EN UITGANGSPUNTEN
1.1.
Doel Het doel van dit Sociaal Plan, als bedoeld in artikel 15.4 van de Cao Ziekenhuizen, is aan te geven hoe in gevallen van organisatieverandering met werknemers wordt omgegaan en hoe in de eventuele nadelige rechtspositionele en arbeidsvoorwaardelijke gevolgen daarvan voor werknemers wordt tegemoet gekomen. Dit is onder meer het geval wanneer na een organisatieverandering, meer werknemers dan arbeidsplaatsen beschikbaar zijn of wanneer bestaande functies vervallen of ingrijpend veranderen. Dit Sociaal Plan bevat een aantal maatregelen in aanvulling op de Cao Ziekenhuizen. De bepalingen van de vigerende Cao blijven onverminderd van kracht.
1.2.
Uitgangspunten • Deze tekst vervangt de voorgaande sociale plannen van beide ziekenhuizen. Aanspraken uit een vorig Sociaal Plan die op het moment van inwerkingtreding van dit Sociaal Plan voor individuele werknemers worden toegepast, blijven gelden. • Het Sociaal Plan wordt toegepast bij organisatieveranderingen die rechtspositionele en arbeidsvoorwaardelijke gevolgen hebben voor één of meerdere werknemers. Rechtspositionele en arbeidsvoorwaardelijke gevolgen kunnen betrekking hebben op verlies van werk, verlies van arbeidsuren, verlies van arbeidsinkomen en andere arbeidsvoorwaarden. • Er geldt een werkgelegenheidsgarantie, waarbij de begeleiding van werk naar werk (zowel in- als extern) het uitgangspunt vormt. • Als gevolg van organisatieveranderingen vinden geen gedwongen ontslagen plaats tenzij de werknemer een passend functieaanbod - ook na bedenktijd en positief advies van de Begeleidingsadviescommissie - niet aanvaardt, afspraken niet nakomt of zich kennelijk onredelijk opstelt. • In het Persoonlijk Mobiliteitsplan worden alle nadere afspraken vastgelegd, zie hiervoor ook artikel 6.1. • Tot aan de juridische fusie zal anciënniteit als principe worden gehanteerd voor het bepalen van boventalligheid bij medewerkers. • De werkgever en de werknemer zijn verplicht mee te werken aan de uitvoering van dit Sociaal Plan. De werkgever en de werknemer zijn samen verantwoordelijk voor het verloop van het re-allocatietraject. Op beiden rust een inspanningsverplichting waarbij geldt dat ieder naar beste vermogen werkt aan een succesvol resultaat, waarbij rekening wordt gehouden met wat de redelijkheid en billijkheid eisen. • Bij re-allocatie wordt uitgegaan van de capaciteiten, vaardigheden en ervaring van de werknemer, waarbij gestreefd wordt naar re-allocatie in een functie primair binnen of anders buiten het EZ dan wel het TSz. • Het streven is de werknemer te plaatsen in een functie waarvoor hij de capaciteiten en de competenties heeft en waarin zijn mogelijkheden en ambities zoveel mogelijk tot hun recht kunnen komen. • Over het verloop en de resultaten van een re-allocatietraject, dat met gebruikmaking van dit Sociaal Plan is gerealiseerd, zal de Ondernemingsraad worden geïnformeerd. • Indien er zich, naar het gezamenlijk oordeel van partijen, onvoorziene omstandigheden voordoen waardoor van de werkgever in alle redelijkheid niet verlangd kan worden zich aan het Sociaal Plan te houden, zullen partijen bij dit Sociaal Plan binnen één maand in overleg treden. • Organisatieveranderingen die worden doorgevoerd, moeten duidelijk en bespreekbaar zijn. De direct betrokkenen zullen in redelijkheid gelegenheid
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
5
•
• • •
worden geboden om zich aan de veranderingen aan te passen. De termijn die hiervoor geldt, is maximaal drie tot zes maanden. Iedere werknemer heeft recht om te weten welke rechten en plichten op hem van toepassing zijn en op welke voorzieningen/regelingen hij eventueel een beroep kan doen. In dit Sociaal Plan worden deze rechten en plichten uiteengezet. Extra zorgvuldig zal worden omgegaan met werknemers met een kwetsbare arbeidsmarktpositie. Structurele verdringing van functionarissen werkzaam op een lager functieniveau, door functionarissen werkzaam op een hoger niveau is niet toegestaan. Een medewerker wiens functie in het eigen ziekenhuis vervalt en waarbij de werkzaamheden niet verplaatst worden naar het andere ziekenhuis, is niet verplicht een aangeboden, passende functie in het andere ziekenhuis te aanvaarden. Echter zal in een gesprek met de medewerker wel op de eventuele consequenties hiervan worden gewezen.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
6
2.
ALGEMENE BEPALINGEN
2.1
Werkingssfeer Dit Sociaal Plan wordt toegepast bij organisatieveranderingen, zijnde een verandering in de organisatie met rechtspositionele en arbeidsvoorwaardelijke gevolgen voor een of meer werknemers als gevolg van een besluit van of namens de Raad van Bestuur. De managers P&O van beide ziekenhuizen zijn gedelegeerd verantwoordelijk voor de naleving van dit Sociaal Plan. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de Raad van Bestuur.
2.2.
Personele werkingssfeer Dit Sociaal Plan geldt voor werknemers die op de peildatum op grond van een arbeidsovereenkomst voor (on)bepaalde tijd in dienst zijn van één van beide ziekenhuizen.
2.3.
Geldigheidsduur Dit Sociaal Plan treedt in werking vanaf de datum dat de bestuurlijke fusie een feit is en is geldig tot de datum van juridische fusie. Zes maanden voor het verstrijken van de vermoedelijke einddatum treden partijen in overleg over een eventuele verlenging van het Sociaal Plan. Partijen kunnen in onderling overleg dit Sociaal Plan tussentijds wijzigen. Op verzoek van een der partijen vindt overleg plaats over de voortgang en eventuele bijstelling van het Sociaal Plan op grond van nieuwe inzichten en regelgeving.
2.4.
Hardheidsclausule In situaties waarin de toepassing van het Sociaal Plan leidt tot een onbillijke situatie voor de individuele werknemer, zal de werkgever, eventueel de Begeleidingscommissie gehoord hebbende, in voor de werknemer gunstige zin van dit Sociaal Plan afwijken. Aan een besluit van de werkgever om af te wijken van het Sociaal Plan kunnen geen rechten worden ontleend door andere partijen.
2.5.
Interpretatie Interpretatie van dit Sociaal Plan is voorbehouden aan ondertekenende partijen bij dit plan.
2.6.
Periodiek overleg Tweemaal per jaar - en zo nodig, indien een van de beide partijen dat wenselijk acht, vaker - vindt overleg plaats tussen Raad van Bestuur en betrokken werknemersorganisaties over de uitvoering en werking van dit Sociaal Plan op basis van een opgestelde evaluatie en met medeneming van de bevindingen van de Begeleidingsadviescommissie.
2.7.
Verspreiding De werkgever draagt er zorg voor dat elke werknemer waarvan het aannemelijk is dat deze bij een organisatieverandering betrokken zal raken in kennis wordt gesteld van dit Sociaal Plan en dit krijgt uitgereikt, dan wel toegezonden. Tevens is het Sociaal Plan op verzoek beschikbaar aan niet direct betrokken werknemers. Het plan is voor alle werknemers ook inzichtelijk op intranet.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
7
3.
BEGRIPSBEPALINGEN Voor de begrippen die in dit Sociaal Plan worden gehanteerd, wordt verwezen naar de begripsbepalingen in de Cao Ziekenhuizen. Voor zover anders of niet omschreven volgt hier een nadere begripsbepaling. Anciënniteit/ dienstjaren: het aantal dienstjaren aaneengesloten doorgebracht bij de huidige werkgever en diens rechtsvoorganger(s). Onder aaneengesloten wordt in dit verband verstaan dat bij een onderbreking van langer dan drie maanden de voorafgaande diensttijd niet meetelt. Onderbreking in het kader van ouderschapsverlof, levensloop, persoonlijk levensfase budget of onbetaald verlof, wordt wel beschouwd als een aaneengesloten dienstverband. Begeleidingsadviescommissie: de begeleidingsadviescommissie adviseert in over de toepassing van dit Sociaal Plan en de daaruit voortvloeiende specifieke invulling. De adviezen zijn zwaarwegend. Zie ook bijlage 1. Belangstellings(registratie)gesprek: gesprek waarin onder meer aan de orde komt welke voorkeur een werknemer heeft ten aanzien van het nieuwe formatieplaatsenplan en wat zijn kwalificaties zijn. Boventallig: boventallig is de werknemer wiens functie in de organisatiestructuur /personeelsformatie is komen te vervallen c.q. komt te vervallen en die nog niet herplaatst is in de (nieuwe) organisatiestructuur. Boventalligheid kan ook worden veroorzaakt doordat de beschikbare formatie voor een bepaalde functie afneemt. Van boventalligheid is sprake vanaf het moment dat dit door de werkgever aan de werknemer schriftelijk met redenen omkleed is medegedeeld. Competentie: de combinatie van kennis, vaardigheden en gedrag van de werknemer zichtbaar in het functioneren. Detacheren: het gedurende een bepaalde tijd – met instemming van de werknemer - bij de andere werkgever (TSz danwel EZ) of een geheel andere werkgever (extern) werkzaam zijn, waarbij het dienstverband met de oorspronkelijke werkgever gehandhaafd blijft. Formatieplaats: een formatieplaats wordt als eenheid gehanteerd om een functie in een aantal arbeidsuren uit te drukken. De grootte van een formatieplaats is gerelateerd aan een voltijds dienstverband. Formatieplaatsenplan: een ten behoeve van de nieuwe organisatorische situatie op te stellen indicatief overzicht van functies met een omschrijving van functie-eisen en competenties, het verwachte niveau en inhoud van die functies. Een formatieplaatsenplan bevat de volgende elementen: • een overzicht van de structuur van de nieuwe (deel)organisatie (in schema); • een vergelijkend formatieoverzicht van de oude en de nieuwe (deel)organisatie in fte. en voor de oude situatie ook in aantallen werknemers; • welke functies als gevolg van de verandering in de (deel)organisatie kwantitatieve en kwalitatieve wijzigingen zullen ondergaan; • een ten behoeve van de nieuwe situatie van de (deel)organisatie op te stellen indicatief overzicht van functies met een omschrijving van functieeisen en competenties, het verwachte niveau en inhoud van die functies. Het formatieplaatsenplan wordt als onderdeel van de voorgenomen wijzigingen ter advisering aan de (Centrale) Ondernemingsr(a)ad(en) (C)OR voorgelegd, waarna deze wordt vastgesteld door de werkgever.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
8
Functie: Dezelfde functie: Een functie met dezelfde functie-inhoud, waarvoor dezelfde functie-eisen worden gesteld en die hetzelfde FWG-niveau heeft als de functie in de oude structuur. Gelijkwaardige functie: Een functie die qua opleiding en functieniveau gelijkwaardig is aan de functie die een werknemer voorheen vervulde, maar die qua inhoud afwijkt van de oorspronkelijke functie. Een gelijkwaardige functie is tevens een passende functie. Geschikte functie: een functie die voor de werknemer niet passend is gezien het opleidingsniveau en/of de opgedane werkervaring en/of die meer dan één functiegroep lager dan de oude functie van de werknemer is gewaardeerd, maar die de werknemer vrijwillig aanvaardt. Hogere functie:een functie die in een hogere functiegroep is ingeschaald. Lagere functie: een functie die in een lagere functiegroep is ingeschaald. Nieuwe functie: een functie die qua aard en inhoud wezenlijk verschilt van de functies in de oude situatie en tevens qua opleiding, functieniveau en/of functie-eisen/competenties verschilt en in het oude formatieplaatsenplan niet voorkwam. Voor functies in het EZ betekent dit dat het hier specifieke functies (roepnamen) betreft en dus niet de generieke functies (doopnamen). Het TSz kent geen onderscheid in generieke en specifieke functies. Indien de werkgever van mening is dat er sprake is van nieuwe functies worden deze in het formatieplaatsenplan benoemd en bij adviesaanvraag aan de Ondernemingsraad als bijlage opgenomen. Passende functie: een functie die, gelet op het niveau van de huidige functie, de genoten of binnen afzienbare tijd af te ronden opleiding, werkervaring, persoonlijke capaciteiten en omstandigheden, alsmede omvang huidige dienstverband redelijkerwijs aan de werknemer kan worden opgedragen. Een functie is eveneens passend als kan worden aangenomen dat de werknemer door opleiding en/of begeleiding binnen in beginsel een jaar aan de functie-eisen kan voldoen. Een passende functie kan een lager, maar dan maximaal één FWG-niveau lager, een gelijk als ook een hoger salarisniveau hebben. Met betrekking tot de functie-eisen en het functieniveau van de passende functie zijn de functiebeschrijvingen binnen de vigerende versie van de Functiewaarderingssystematiek voor de Gezondheidszorg (FWG) maatgevend. Voorlopige functie: een functie die niet valt onder het begrip "passend" en die de werknemer bereid is in overleg met de werkgever te aanvaarden. Er is sprake van een tijdelijkheid ten aanzien van de plaatsing met de verplichting voor werkgever en werknemer op zoek te gaan naar een passende functie. Functieniveau: het indelingsbesluit van een functie in een salarisschaal conform de Functiewaarderingssystematiek voor de Gezondheidszorg (FWG). Functiewijziging: een functie is een afgerond geheel van taken. Er is sprake van wijziging in de functie indien in het takenpakket zodanige wijzigingen worden aangebracht dat de functie overwegend een andere inhoud krijgt. Fusie: Bestuurlijke fusie: fusievorm waarbij beide rechtspersonen in stand blijven, maar wel een gezamenlijk bestuur kennen. Juridische fusie: fusievorm waarbij twee (TSz en EZ) rechtspersonen op gaan in één nieuwe rechtspersoon en er dus sprake is van één organisatie. Mobiliteitspremie: financiële tegemoetkoming indien een re-allocatiekandidaat vrijwillig het dienstverband beëindigt binnen zes maanden nadat de functie is vervallen. De hoogte van de toekenning is gebaseerd op (een of meer) maandsalaris(sen) (inclusief vakantietoeslag en eindejaarsuitkering) en is naar rato van de contractuele uren.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
9
Organisatieonderdeel: een door de werkgever vastgesteld organisatorisch onderdeel met bijbehorend formatieplaatsenplan. Organisatieverandering: een verandering in de organisatie met rechtspositionele dan wel arbeidsvoorwaardelijke gevolgen voor één of meer werknemers als gevolg van een besluit door of namens de Raad van Bestuur. Outplacement: externe of interne begeleiding van een of meer werknemers bij sollicitaties of bij het zoekproces naar een nieuwe functie of baan binnen of buiten de organisatie anders dan TSz/EZ, in opdracht van de werkgever en met instemming van de werknemer, met het doel de zoekactiviteiten te stimuleren en de effectiviteit van de sollicitatie te vergroten. Peildatum: de vastgestelde ingangsdatum van de specifieke organisatieverandering, zijnde de datum waarop de Raad van Bestuur een besluit heeft genomen, na het advies van de (Centrale) Ondernemingsr(a)ad(en) te hebben gehoord. Persoonlijk mobiliteitsplan (PMP): een op individueel niveau opgesteld plan waarin op basis van aanwezige kennis, ervaring en competenties het reallocatietraject voor de werknemer, gerelateerd aan de organisatiedoelen wordt weergegeven. Plaatsmaker: de werknemer die niet boventallig is maar die vrijwillig de arbeidsovereenkomst met de werkgever beëindigt om zo plaats te maken voor een boventallige werknemer. Plaatsmaken kan alleen op voorwaarde dat er daadwerkelijk één boventallige medewerker uit de aangewezen groep op de vrij te komen functie kan worden geplaatst. Re-allocatie: • Re-allocatie is het proces van gezamenlijke inspanning van werkgever en de boventallige werknemer in het vinden van een functie. Re-allocatie kan bij het TSz/EZ of bij een andere (externe) werkgever. Re-allocatie geschiedt volgens de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 4. • Re-allocatiefase: de fase die start nadat is gebleken dat de werknemer niet kan worden geplaatst in de eigen functie in de nieuwe situatie binnen betreffende (deel)organisatie of wanneer de functie is komen te vervallen. De werknemer wordt daarmee boventallig en komt in aanmerking voor reallocatie. In deze fase wordt met de werknemer gezocht naar een passende, dan wel andere dan wel voorlopige functie. • Re-allocatiekandidaat: de werknemer die in verband met (voorgenomen) organisatieveranderingen is aangewezen op plaatsing in een andere functie of andere werkplek binnen de organisatie of wordt begeleid naar een andere functie of andere werkplek buiten de organisatie. Salaris: • Voor de werknemer voor wie de Cao Ziekenhuizen van toepassing is: het geldende bruto maandsalaris, exclusief vergoedingen voor overwerk, onregelmatige dienst, bereikbaarheids-, aanwezigheids- en consignatiedienst, gratificatie, toeslagen voor arbeidsmarktknelpunt / bijzondere functievervulling / waarneming, reiskosten woon-werkverkeer, reis- en verblijfkosten, BIG-registratiekosten en verhuiskosten, voor zover in de bepalingen van de Cao niet anders is vermeld. • Voor de werknemer voor wie de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS) van toepassing is: het geldende (basis)salaris, zijnde (de som per maand of per jaar van) het voor de medisch specialist geldende uurtarief, corresponderende met de voor de medisch specialist geldende gemiddelde arbeidsduur, exclusief avond-, nacht- of weekenddiensten en exclusief vakantiebijslag, toeslagen, gratificatie(s), spaarloon en vergoeding(en) variabele kosten per maand of jaar.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
10
Salarisgarantie: Bij aanvaarding van een passende functie met een lager salarisniveau behoudt de werknemer aanspraak op het salaris en de eventueel nog toekomende periodieken in de salarisschaal van zijn oorspronkelijke functie. Werkgever: De rechtspersonen Stichting TweeSteden ziekenhuis en/of Stichting St. Elisabeth Ziekenhuis te Tilburg, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de Raden van Bestuur, dan wel hun rechtsopvolgers. Werknemer: De persoon die voor of binnen het TSz of het EZ werkzaamheden verricht op basis van een arbeidsovereenkomst voor (on)bepaalde tijd en zoals bedoeld in het Burgerlijk Wetboek en/of de vigerende Cao Ziekenhuizen.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
11
4.
BOVENTALLIGHEID EN RE-ALLOCATIE
4.1.
Uitgangspunt bij plaatsingsbeleid Een belangrijk uitgangspunt is “mens volgt functie/werk”. Wanneer, als gevolg van een reorganisatie, het werk verplaatst wordt binnen één van beide ziekenhuizen of van het ene naar het andere ziekenhuis, is er geen sprake van boventalligheid en vacaturestelling, maar volgt in dat geval de werknemer het werk. Hierbij geldt dat er sprake kan zijn van plaatsing in de eigen functie op een andere locatie. De bestaande arbeidsvoorwaarden blijven van kracht.
4.2.
Vaststellen boventalligheid / te re-alloceren werknemers Indien er werk verplaatst wordt naar het andere ziekenhuis en er minder formatie beschikbaar is, zal allereerst per ziekenhuis vastgelegd worden hoeveel fte er op betreffende afdeling werkt. De boventalligheid wordt naar rato van het oorspronkelijk aantal fte van de betreffende afdeling per ziekenhuis verdeeld. Het boventallig stellen wordt mondeling en schriftelijk aan de betreffende werknemer medegedeeld. Vaststelling van boventalligheid geschiedt door de manager(s)van betrokken (deel-) organisatie(s) – in overleg met de afdeling Personeel & Organisatie - op basis van het anciënniteitsprincipe. Zie voor een rekenvoorbeeld bijlage 2. Als peildatum voor de bepaling van het aantal dienstjaren geldt de vastgestelde ingangsdatum van de specifieke organisatieverandering, zijnde de datum waarop de Raad van Bestuur een besluit heeft genomen, na het advies van de (Centrale) Ondernemingsr(a)ad(en) te hebben gehoord. De werknemer die niet (over)geplaatst wordt en derhalve boventallig is, krijgt de status van re-allocatie-kandidaat. Re-allocatie kent twee sporen, die gelijktijdig kunnen worden gestart: re-allocatie binnen de eigen, dan wel de andere organisatie (intern, EZ of TSz) re-allocatie buiten de eigen, dan wel de andere organisatie (extern, niet EZ of TSz).
4.3
Re-allocatie a. Met elke re-allocatiekandidaat wordt (op het niveau van organisatorisch manager (TSz) of hoofdenniveau (TSZ en EZ)) een belangstellingsgesprek gevoerd om te verkennen welke re-allocatiemogelijkheden en wensen er zijn. De werknemer ontvangt voorafgaand aan dit gesprek een belangstellingsregistratieformulier (zie bijlage 3). Aan een dergelijk gesprek kunnen door partijen geen rechten worden ontleend. b. Een re-allocatiecommissie beoordeelt welke functie(s) passend is/zijn. De re-allocatiecommissie bestaat ten minste uit de beide managers P&O en twee managers zorg (één van elk ziekenhuis). c. Er wordt naar gestreefd om elke werknemer te herplaatsen in een functie die hij of zij ambieert. Er kunnen zich situaties voordoen dat er gekozen zal moeten worden uit twee of meer kandidaten. Voor dergelijke situaties zijn in de onderstaande volgorde de objectieve criteria vastgesteld: • Voldoen aan de functie-eisen op grond van kennis, ervaring en/of opleiding en (indien van toepassing) competentieprofiel dan wel het binnen afzienbare termijn daaraan kunnen voldoen. • Indien meerdere re-allocatiekandidaten voldoen aan de functie-eisen, geldt de volgorde bepaald door het “omgekeerde” anciënniteitsprincipe;
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
12
d.
e.
f.
g.
de werknemer met het langste dienstverband wordt als eerste geplaatst. Opdat de organisatieverandering kan plaatsvinden zonder gedwongen ontslagen is de werknemer verplicht om in alle redelijkheid: - mee te werken aan voorgestelde functiewijzigingen - bereid te zijn op andere dan tot dusverre gebruikelijke tijdstippen en locaties te werken - mee te werken aan het volgen van de, naar het oordeel van de werkgever (verantwoordelijk management), noodzakelijke om-, her- en bijscholing. De studiekosten en studietijd hiervan komen volledig voor rekening van de werkgever. Indien aan de werknemer een functie wordt aangeboden, wordt de onderstaande volgorde in acht genomen: • dezelfde functie • een gelijkwaardige functie • een hoger/lager passende functie De werkgever maakt het functieaanbod schriftelijk aan de werknemer bekend, onder vermelding van de redenen, alsmede de consequenties van een eventuele weigering. Een aanbod van dezelfde functie, een gelijkwaardige of een passende functie kan niet worden geweigerd. Als de werknemer van oordeel is dat een functieaanbod van een gelijkwaardige, hogere of lagere functie niet passend is, dient de werknemer dit schriftelijk binnen maximaal twee weken beargumenteerd bij de werkgever kenbaar te maken. De werkgever en de werknemer kunnen de Begeleidingsadviescommissie verzoeken de passendheid van de aangeboden functie te toetsen. Als de werkgever, het zwaarwegend advies van de Begeleidingsadviescommissie in aanmerking nemend, van oordeel is dat de aangeboden functie niet passend is, dan wordt dit aanbod als niet gedaan beschouwd. Indien de Begeleidingsadviescommissie van oordeel is dat de functie ten onrechte is geweigerd, dan wordt de werknemer hierover door de werkgever schriftelijk geïnformeerd. De werknemer krijgt na ontvangst van het bericht van de werkgever nog één week de gelegenheid het functieaanbod dat door de Begeleidingsadviescommissie als passend is gekwalificeerd alsnog te accepteren. Volhardt de werknemer in zijn weigering dan is de werkgever gerechtigd een ontslagprocedure in gang te zetten. De werkgever zal de werknemer over deze procedure en de consequenties van het ontslag schriftelijk informeren. Hangende het bezwaar wordt de werknemer door Mobiflex (EZ) of flexpool (TSz), de interne uitzendbureaus van beide organisaties, elders in een van de ziekenhuizen tewerkgesteld, tegen de voor hem geldende arbeidsvoorwaarden. Indien binnen zes maanden na herplaatsing in een andere dan de oude functie blijkt dat de betrokken werknemer buiten zijn schuld niet geschikt is voor de functie, dan wordt dit niet beschouwd als het weigeren van een functie. Werkgever zal dan met inachtneming van hetgeen gesteld is onder f. van dit punt, de werknemer een ander functieaanbod doen. Indien de werknemer binnen de termijn van zes maanden na herplaatsing in een andere dan de oude functie beargumenteerd te kennen geeft niet te aarden in die andere functie, zal de werkgever de betrokken werknemer voor zover mogelijk nog eenmaal een functie aanbieden waarbij de volgorde zoals bepaald in lid e. wordt gehanteerd. Indien de werknemer het functieaanbod vermeld in bovenstaande alinea’s van g. wil weigeren, geldt de procedure zoals beschreven onder f. van dit artikel.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
13
4.4.
Re-allocatie TweeSteden / St. Elisabeth Het TweeSteden ziekenhuis en het St. Elisabeth Ziekenhuis hebben in het kader van de bestuurlijke fusie en vooruitlopend op de juridische fusie afspraken gemaakt om de kansen op behoud van werk voor boventallige werknemers te vergroten. Onderstaande procedure geldt voor boventallige werknemers van TSz en/of EZ waarvan is vastgesteld dat er geen reëel perspectief is op re-allocatie binnen het eigen ziekenhuis. • Indien een beschikbare functie bij het andere ziekenhuis passend is voor een boventallige werknemer van het eigen ziekenhuis, dan heeft hij recht op dit aanbod. De beschikbare functie wordt aangeboden aan de boventallige werknemer, die twee weken bedenktijd heeft (gerekend vanaf het moment dat de beschikbare functie is voorgelegd). • Als de werknemer het aanbod accepteert, treedt hij in dienst bij het andere ziekenhuis. Een nieuwe arbeidsovereenkomst wordt afgesloten waarbij opgebouwde dienstjaren, functieschaal, perspectief en arbeidsduur worden meegenomen alsmede alle overige arbeidsvoorwaarden. Afspraken betreffende het arbeidspatroon die niet zijn opgenomen in de arbeidsovereenkomst, worden expliciet uitgesloten van de nieuwe arbeidssituatie. • Als de werknemer het aanbod niet accepteert, wijst de werkgever de werknemer op de consequentie dat een ontslagprocedure kan worden ingezet met inachtneming van de afspraken in het mobiliteitsplan (zie hoofdstuk 6). • Bij verschil van inzicht wordt advies gevraagd aan de Begeleidingsadviescommissie. Deze toetst of de aangeboden functie passend is en of er reële perspectieven zijn op re-allocatie binnen een redelijke termijn bij de eigen werkgever. • Als er meerdere kandidaten zijn (met een voorrangspositie) die voldoen aan de functie-eisen, biedt de werkgever de functie als eerste aan, aan de werknemer met de meeste dienstjaren conform de systematiek van anciënniteit. • Pas nadat is vastgesteld dat de beschikbare functie niet door een boventallige werknemer van het andere ziekenhuis kan worden vervuld, wordt de vacature op de gebruikelijke wijze gepubliceerd, eerst intern bij beide ziekenhuizen en vervolgens extern. Als er een reëel perspectief is dat de werknemer binnen een redelijke termijn een aanbod kan worden gedaan voor een passende functie bij het andere ziekenhuis, overleggen de ziekenhuizen en de werknemer met elkaar of het mogelijk is dat de werknemer de passende functie bij het andere ziekenhuis tijdelijk op detacheringbasis vervult. Zie verder artikel 4.6. TSz en EZ en de werknemer maken afspraken over hoe de werknemer zich de benodigde kennis en vaardigheden – onder andere via scholing - eigen kan maken, de periode waarin dit gebeurt en welke ondersteuning daarbij geboden wordt en leggen deze afspraken vast in een plan van aanpak. De leidinggevende (of een begeleider) en de werknemer overleggen een keer per maand over de voortgang van het plan van aanpak. Als de werknemer (naar het oordeel van het andere ziekenhuis) voldoet aan de functie-eisen, treedt hij bij het andere ziekenhuis in dienst.
4.5.
Outplacement De werknemer die geen reëel perspectief heeft op re-allocatie bij één van beide werkgevers kan direct outplacement als faciliteit aangeboden krijgen dan wel hierom verzoeken om zodoende meer mogelijkheden te hebben om extern een passende functie te vinden.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
14
De kosten van het overeengekomen outplacementtraject zijn voor rekening van de werkgever. Voorafgaand aan het outplacementtraject worden tussen de werkgever en werknemer op basis van het voorstel van het outplacementbureau in overleg afspraken gemaakt over de vorm, de duur en de inhoud van het outplacementtraject. In het voorstel moet het outplacementbureau aangeven wat een redelijke termijn is voor het outplacementtraject. 4.6.
Overige maatregelen en rechten Voor boventallige medewerkers kunnen de volgende maatregelen worden genomen in afwachting van een definitieve re-allocatie. a)
Tijdelijke plaatsing De werkgever kan de werknemer voor wie nog geen functie voorhanden is, ten behoeve van de vervulling van een tijdelijke vacature of in het kader van vervanging tijdelijk plaatsen in een ander organisatieonderdeel of op een andere locatie van dezelfde werkgever in dezelfde functie, een gelijkwaardige functie of een functie in een functiegroep lager of hoger. In overleg met de werknemer worden er afspraken gemaakt over de duur van de tijdelijke plaatsing. De geldende arbeidsvoorwaarden blijven onverminderd van kracht dan wel de werknemer ontvangt een toeslag bij tijdelijke plaatsing in een hogere functie.
b)
Detacheren De werkgever kan de werknemer met diens instemming detacheren bij de andere werkgever (TSz dan wel EZ) of een geheel andere werkgever (extern). De arbeidsovereenkomst met de oorspronkelijke werkgever blijft volledig van kracht en de kosten die verband houden met de detachering komen voor rekening van de werkgever.
c)
Vacatures Indien tijdens de geldigheidsduur van dit Sociaal Plan een functie vacant komt, neemt de werkgever de volgende bepalingen in acht: I. De functie wordt aangeboden aan re-allocatiekandidaten van beide organisaties (tegelijkertijd). Indien er voor de vacature meerdere belangstellenden voldoen aan de functie-eisen, is de volgorde bepaald door anciënniteit van toepassing. II. de vacature wordt vervolgens, indien I. niet heeft geleid tot vervulling van de vacature, intern gepubliceerd binnen beide organisaties (tegelijkertijd); III. indien binnen een termijn van twee weken de onder de I en II genoemde vacaturestelling geen geschikte kandidaten heeft opgeleverd, is de werkgever gerechtigd over te gaan tot externe werving. Bij een nieuwe functie waarvoor in de nieuwe organisatiestructuur een nieuwe functiebeschrijving (en eventueel een competentieprofiel) geldt, wordt een vacature gesteld en wordt op basis van kwaliteit een selectie gemaakt.
d)
Vrijstelling van werk Er kan een situatie ontstaan dat het, om de re-allocatiekansen te vergroten, nodig is de werknemer vrij te stellen van werk. Werkgever en werknemer maken hiertoe in onderling overleg nadere afspraken. Tijdens
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
15
de periode van vrijstelling van werk blijft de arbeidsovereenkomst volledig intact. De werknemer blijft een gemiddelde van de ORT ontvangen. Dit wordt op dezelfde wijze berekend als onder 5.3. van dit Sociaal Plan. e)
Behoud competenties en vaardigheden: de werkgever stelt werknemers in de gelegenheid om persoonsgebonden competenties en vaardigheden op peil te houden zodat de werknemer die herplaatst wordt in een andere functie in aanmerking kan blijven komen voor de oorspronkelijke eigen functie.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
16
Schematisch overzicht
1: Manager stelt boventallige werknemers vast: a. vrijwillige plaatsmakers b. op basis van anciënniteitsprincipe
2: Manager informeert werknemers
3: Leidinggevende voert belangstellingsgesprek aan de hand van het belangstellingsregistratieformulier
4: Re-allocatiecommissie beoordeelt welke functie(s) passend is (zijn)
4a. Passende functie: werknemer wordt geplaatst
Werknemer accepteert
Werknemer accepteert niet
4b: Geen passende functie: werknemer wordt aangemeld bij afdeling P&O / mobiliteitscentrum
5. Mobiliteitstraject: begeleiding door P&O-adviseur / mobiliteitsadviseur
Indienen bezwaar bij Begeleidingsadviescommissie door werknemer
Bezwaar ongegrond
Werknemer accepteert
Sociaal Plan TSz-EZ
Bezwaar gegrond
Werknemer accepteert niet: einde dienstverband
Principe akkoord, 20130425/JB
17
5.
SALARISGARANTIE
5.1.
Salaris bij lagere functie • Indien de werkgever de werknemer een functie aanbiedt en deze functie op een lager (1 of meer schalen lager) niveau is ingedeeld dan de huidige functie, behoudt de werknemer de oude salarisschaal, inclusief de bijbehorende uitloop in de oorspronkelijke schaal. De invoering van nieuwe FWG-systematieken mag niet leiden tot lagere salarisaanspraken dan de aanspraken op grond van dit Sociaal Plan. • Wanneer er een passende functie vrijkomt op het oorspronkelijke FWGniveau en de werkgever biedt de werknemer deze functie aan, dan is de werknemer verplicht om deze functie te accepteren. Wanneer hij dit weigert, vervalt de salarisgarantie en wordt de werknemer ingedeeld in de salarisschaal behorende bij de functie die hij uitvoert. • Wanneer na of bij het aanvaarden van een functie op een lager niveau urenuitbreiding plaatsvindt, is op deze urenuitbreiding het salaris van toepassing behorende bij de nieuwe functie. Met andere woorden, voor deze uren geldt niet de salarisgarantie als bovenbedoeld. • Wanneer na of bij het aanvaarden van een functie op een lager niveau de werknemer op eigen aangeven en vrijwillig zijn dienstverbandpercentage vermindert, wordt het salaris waarover de salarisgarantie geldt naar rato aangepast.
5.2.
Salaris bij hogere/gelijkwaardige functie Indien de werknemer binnen het eigen of het andere ziekenhuis een functie aanvaardt en deze functie hoger of op gelijkwaardig niveau is ingedeeld vergeleken met de huidige functie, ontvangt de werknemer vanaf het moment van daadwerkelijke uitoefening van de andere functie het salaris, inclusief de uitloopmogelijkheden, behorende bij de nieuwe functie. De werknemer wordt in de functionele schaal horizontaal overgeschaald of op het naast hogere bedrag. Indien binnen zes maanden na herplaatsing in een nieuwe functie op een hoger niveau blijkt dat de betrokken werknemer buiten zijn schuld niet geschikt is voor de functie, of indien betrokken werknemer binnen deze termijn beargumenteerd aangeeft niet te passen in de functie, dan ontvangt de werknemer bij terugplaatsing het salaris behorende bij de oude functie. Het hogere salaris wordt pas definitief vastgesteld bij de definitieve plaatsing na zes maanden.
5.3.
Onregelmatigheidstoeslag (ORT) De werknemer die tengevolge van de organisatieveranderingen niet meer in aanmerking komt voor onregelmatigheidstoeslag of hierdoor een vermindering van genoemde toeslag krijgt én hierdoor een lager bruto inkomen verwerft, heeft recht op de afbouwregeling zoals onderstaand. Werknemers jonger dan 57 jaar die te maken krijgen met een vermindering van ORT, krijgen deze vermindering in de vorm van een tegemoetkoming als volgt gecompenseerd: Het eerste jaar 100% van de vermindering; Het tweede jaar 75% van de vermindering; Het derde en tevens laatste jaar 50% van de vermindering. Bij bovengenoemde tegemoetkoming geldt als voorwaarde dat de periode gedurende welke de tegemoetkoming wordt betaald niet langer kan zijn dan de tijdsperiode waarover ORT is genoten. De vermindering wordt berekend over vergelijkbare periodes van twaalf (representatieve) maanden in de oude situatie en de nieuw ingetreden situatie.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
18
Een periode waarin ouderschapsverlof dan wel onbetaald verlof is genoten wordt buiten beschouwing gelaten. Bij werknemers die 57 jaar en ouder zijn en bij werknemers die structureel op grond van hun arbeidsovereenkomst alleen ’s avonds, ’s nachts of tijdens weekenden werken, vindt geen vermindering van ORT plaats.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
19
6.
MOBILITEITSBEVORDERENDE MAATREGELEN Tenzij expliciet aangegeven, is een combinatie ('stapeling') van de in dit hoofdstuk genoemde regelingen vanaf artikel 6.2. uitsluitend mogelijk op grond van een beslissing van het verantwoordelijk management.
6.1.
Persoonlijk mobiliteitsplan Met iedere re-allocatiekandidaat worden afspraken gemaakt om in overleg een persoonlijk mobiliteitsplan op te stellen dat leidt tot een nieuw en reëel toekomstperspectief. De werkgever stelt aan de re-allocatiekandidaat in redelijkheid een persoonlijk budget ter beschikking om, op declaratiebasis, deskundigheid in te schakelen om het PMP inhoud te geven. Dit persoonlijk budget wordt in overleg met maatwerk gevuld: die mobiliteitsinstrumenten die de werknemer nodig heeft, kunnen uit deze middelen worden betaald. In het persoonlijk mobiliteitsplan wordt in ieder geval vastgelegd: a. welke bij-, her- of omscholingsactiviteiten kunnen worden gestart om binnen of buiten het TSz/EZ een redelijke kans te hebben op een passende functie; b. welke activiteiten, niet op her- of omscholing gericht, die de reallocatiekandidaat ontplooit om succesvolle re-allocatie binnen of buiten het TSz/EZ te bewerkstelligen. Hierbij kan gedacht worden aan instrumenten zoals loopbaanoriëntatie, loopbaanbegeleiding, sollicitatiebegeleiding, outplacementtraject en bemiddeling; c. de periode waarbinnen de activiteiten zullen plaatsvinden. d. afspraken over tussentijdse evaluaties om de voortgang van het persoonlijk mobiliteitsplan te bewaken en het PMP eventueel tussentijds bij te stellen om de slaagkans te vergroten. Als de re-allocatiekandidaat naar het oordeel van de werkgever, weigert mee te werken aan het opstellen van een persoonlijk mobiliteitsplan of de afspraken van het persoonlijk mobiliteitsplan niet nakomt, kan - na toetsing door de Begeleidingsadviescommissie - worden overgegaan tot beëindiging van het dienstverband. Als de werkgever naar het oordeel van de re-allocatiekandidaat, afspraken niet nakomt of zich onredelijk opstelt, kan de re-allocatiekandidaat hierover schriftelijk bezwaar maken bij de Begeleidingsadviescommissie. Als de re-allocatiekandidaat niet verwijtbaar geen (verdere) uitvoering kan geven aan het persoonlijk mobiliteitsplan, bijvoorbeeld vanwege ziekte, worden nieuwe afspraken gemaakt over het te verwachten toekomstperspectief en de te ondernemen activiteiten. Indien het afgesproken maatwerk in het persoonlijk mobiliteitsplan niet tot het gewenste resultaat leidt, wordt de Begeleidingsadviescommissie gevraagd de handelingen c.q. activiteiten van de werkgever en de werknemer te toetsen.
6.2.
Mobiliteitspremie De boventallig verklaarde werknemer die nog niet is herplaatst en die binnen 6 maanden nadat hij bovenformatief is geworden zijn dienstverband vrijwillig beëindigt, ontvangt naar rato van het percentage dienstverband een mobiliteitspremie (maandsalaris, inclusief vakantiegeld en eindejaarsuitkering) ter grootte van:
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
20
Moment van beëindiging gerekend vanaf datum bovenformatief 1 maand
2 maanden
3 maanden
4 maanden
5 maanden
6 maanden
3 4 5 7 12 16
2 3 4 6 10 12
1 2 3 5 8 10
0,5 1,5 2,5 3,5 4,5 5,5
1 2 3 4 5
0,5 1,5 2,5 3,5 4,5
Aantal dienstjaren 1 tot 2 2 tot 3 3 tot 4 4 tot 5 5 tot 10 10 en meer
Bij het maandsalaris gaat het om het maandsalaris zoals dat geldt in de laatste maand voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst. Indien de werknemer gebruik maakt van deze faciliteit, vervallen de andere aanspraken op de overige regelingen en faciliteiten uit het doorlopend sociaal plan. 6.3.
Plaatsmaker Werknemers die plaats willen maken (zogenaamde plaatsmakers), kunnen dit (binnen 3 maanden na peildatum) aangeven bij het verantwoordelijk management. Plaatsmaken kan alleen op voorwaarde dat er daadwerkelijk nog één boventallige medewerker uit de aangewezen groep op de vrij te komen functie kan worden geplaatst. De hoogte van de plaatsmakerspremie wordt als volgt berekend: dienstverband van 0 tot 5 jaar: 3 bruto maandsalarissen dienstverband van 5 tot 10 jaar: 5 bruto maandsalarissen dienstverband van 10 jaar of meer: 7 bruto maandsalarissen Over de plaatsmakerspremie wordt naar rato de eindejaarsuitkering en vakantietoeslag uitgekeerd. Deze plaatsmaker hoeft, tenzij het dienstbelang dit niet toelaat, de opzegtermijn niet in acht te nemen. De plaatsmaker ziet af van andere faciliteiten en maatregelen.
6.4.
Reiskosten Indien de werknemer vrijwillig het dienstverband beëindigt en bij de nieuwe werkgever voor de kosten van woon/werkverkeer een vergoeding ontvangt welke lager is dan de vergoeding op grond van de uitvoeringsregeling reiskosten woon/ werkverkeer van de Cao Ziekenhuizen, kent de werkgever aan de werknemer gedurende een periode van 1 jaar een aanvulling op deze vergoeding toe tot het bedrag van voornoemde uitvoeringsregeling.
6.5.
Loonsuppletie Indien de boventallige werknemer zelf ontslag neemt en bij een andere werkgever een lager betaalde functie aanvaardt, kan het nieuwe salaris gedurende maximaal één jaar tijdelijk aangevuld tot het oude brutosalaris, naar rato van het nieuwe dienstverband. De aanvulling bedraagt maximaal 20% van het oude brutosalaris.
6.6.
Minder werken De te re-alloceren werknemer die vrijwillig minder uren gaat werken en daardoor daadwerkelijk een bijdrage levert aan het voorkomen of verminderen van
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
21
boventalligheid, kan een aanvulling op het salaris krijgen ter grootte van een bedrag gelijk aan de helft van het percentage dat de werknemer minder is gaan werken. Dit echter alleen na schriftelijke toestemming van de leidinggevende. De aanvulling wordt alleen verstrekt als geen enkel ander betaald werk wordt verricht in de uren waarover de aanvulling wordt betaald. Voor de berekening van de lengte van de periode geldt minimaal een periode van drie maanden vermeerderd met één maand voor elk dienstjaar met een maximum van drie jaar. Voor de bepaling van het aantal dienstjaren geldt het gestelde zoals aangegeven bij het begrip "anciënniteit" in dit Sociaal Plan. 6.7.
Om-, her- en bijscholing Indien voor het vervullen van de nieuwe functie naar het oordeel van de werkgever om-, her- of bijscholing noodzakelijk is, zal de werkgever hierin voorzien. Scholing in dit kader vindt plaats in de tijd van de werkgever en studiekosten behoeven niet door de werknemer te worden voorgeschoten. Eventuele terugbetalingsregelingen zijn conform de gebruikelijke regelingen in het ziekenhuis en worden vastgelegd in het persoonlijk mobiliteitsplan.
6.8.
Aanvullende maatregelen Onderstaande bepalingen zijn van toepassing op alle werknemers die tengevolge van een organisatieverandering door de werkgever schriftelijk als boventallig zijn aangewezen en plaatsmakers. Sollicitatie en sollicitatiekosten: de werkgever biedt de werknemer vrijstelling voor de tijd die de werknemer nodig heeft voor het vinden van een passende functie binnen of buiten het TSz/EZ. Afspraken hierover worden op individueel niveau in overleg tussen betrokkenen vastgesteld. Indien de potentiële nieuwe werkgever de reiskosten (in principe binnen Nederland) ten behoeve van sollicitatie niet op zich neemt, worden deze door de werkgever vergoed op basis 2e klasse van het openbaar vervoer. Opzegtermijn: indien de werknemer daarom verzoekt, zal bij vrijwillige uitdiensttreding de werkgever zoveel mogelijk afzien van de geldende opzegtermijn. Werkgever en werknemer bepalen in goed overleg de datum van uitdiensttreding. Verhuiskosten/studiekosten: de te re-alloceren werknemer die zijn dienstverband vrijwillig beëindigt, wordt de eventueel terug te betalen verhuiskostenvergoeding of studiekostenvergoeding kwijtgescholden. Jubilea: de werknemer die vrijwillig ontslag neemt en binnen 12 maanden na beëindiging van het dienstverband op grond van een jubileum recht zou hebben gehad op een jubileumuitkering krijgt deze uitkering bij zijn vertrek uitbetaald. Deze uitkering wordt niet uitbetaald als de nieuwe werkgever een vergelijkbare regeling kent en daarbij de jaren bij de vorige werkgevers meerekent bij de bepaling van het aantal dienstjaren. Onbetaald verlof: als de werknemer een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd heeft afgesloten bij een nieuwe werkgever, kan onbetaald verlof worden verleend voor de periode van maximaal twee maanden door de oude werkgever (EZ/TSz). Dit om de wettelijke proeftijd ex art. 7:652 BW bij de nieuwe werkgever te overbruggen. Gedurende de periode van onbetaald verlof worden de premies voor vrijwillige voortzetting van het pensioen, door de werkgever gedragen. Na de periode van twee maanden treedt de werknemer in dienst van de nieuwe
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
22
werkgever en zegt hij het dienstverband met het TSz/EZ op, zonder dat een opzegtermijn in acht wordt genomen. Mocht geen dienstverband bij de nieuwe werkgever worden aangegaan, dan keert de werknemer terug naar het TSz/EZ. Er worden dan nieuwe afspraken gemaakt over de hervatting en inhoud van het PMP. Wanneer de arbeidsovereenkomst bij de nieuwe werkgever een overeenkomst voor bepaalde tijd is met het uitzicht op een vast dienstverband, kan de werknemer onbetaald verlof worden verleend voor de periode van maximaal een jaar. Gedurende de periode van onbetaald verlof worden de premies voor vrijwillige voortzetting van het pensioen door de werkgever gedragen, indien de nieuwe werkgever niet is aangesloten bij het Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Na de periode van maximaal een jaar treedt de werknemer in dienst van de nieuwe werkgever en zegt hij het dienstverband met het TSz/EZ op, zonder dat een opzegtermijn in acht wordt genomen. Indien na de periode van onbetaald verlof – buiten de schuld van de werknemer geen dienstverband bij de nieuwe werkgever wordt aangegaan, komt de werknemer terug naar het TSz/EZ. Er worden dan nieuwe afspraken gemaakt over de hervatting en inhoud van het persoonlijk mobiliteitsplan. Stimuleringsmaatregelen: de werkgever kan besluiten tot het nemen van drempelverlagende en/of mobiliteitbevorderende maatregelen om daarmee persoonsgebonden belemmeringen te beperken die zich kunnen voordoen bij de overstap naar een nieuwe externe werkgever. Bij persoonsgebonden belemmeringen valt te denken aan: pensioen, ziektekosten, salaris en/of kinderopvang. In deze situaties onderzoekt de personeelsadviseur de diverse mogelijkheden en brengt hierover advies uit aan de leidinggevende en de werknemer.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
23
Bijlage 1: Begeleidingsadviescommissie
De Begeleidingsadviescommissie, verder te noemen “de commissie, wordt ingesteld overeenkomstig artikel 15.5. Cao. De commissie ziet toe op een zorgvuldige en billijke toepassing en uitvoering van het Sociaal Plan. 1.
Reglement De commissie stelt ten spoedigste na haar aantreden een reglement op dat haar werkwijzen adequaat regelt. Het reglement van de Begeleidingsadviescommissie bevat in elk geval voorschriften omtrent: a. de gevallen waarin de commissie voor de uitoefening van haar taak bijeenkomt; b. de wijze van bijeenroeping van de commissie; c. de werkwijze en de zittingsduur; d. de vervanging van leden door de plaatsvervangers ingeval van afwezigheid door ziekte en vakantie; e. de onkostenvergoedingen voor de leden, de voorzitter en de te raadplegen deskundigen, en de faciliteiten voor het ambtelijk secretariaat. Direct na de vaststelling van haar reglement door de Raad van Bestuur verstrekt de Begeleidingsadviescommissie een exemplaar hiervan aan de werkgever en aan de (Centrale) Ondernemingsraad.
2.
Samenstelling De Begeleidingsadviescommissie is paritair samengesteld en bestaat uit twee externe leden (één namens de Raad van Bestuur en één namens de Centrale Ondernemingsraad) en een externe voorzitter, aangewezen door de Raad van Bestuur. Voor de leden en de voorzitter zijn ook (externe) plaatsvervangers beschikbaar, die de vaste leden bij hun afwezigheid kunnen vervangen. De commissie wordt bijgestaan door een interne ambtelijk secretaris die zelf geen deel uitmaakt van de commissie. De werkgever voorziet de commissie van deze secretariële bijstand en van alle faciliteiten die de commissie noodzakelijk vindt voor een goede vervulling van haar taak.
3.
Taken en bevoegdheden De taak van de commissie is het, uitsluitend op verzoek van werkgever dan wel werknemer, adviseren over de toepassing van dit Sociaal Plan en over de daarin neergelegde bepalingen. De commissie is bevoegd om betrokken partijen te horen en eventueel deskundigen in te schakelen om zo tot een goed advies te komen. De kosten die hiermee zijn gemoeid, zijn voor rekening van de werkgever. De commissie brengt over de verrichte werkzaamheden periodiek geanonimiseerd verslag uit aan de werkgever en de Ondernemingsraad en betrokken vakorganisaties. De commissie onthoudt zich van advies in zaken die volgens het Ontslagbesluit aan het UWV zijn voorbehouden.
4.
Verplichte adviesaanvraag De werkgever is verplicht de commissie advies te vragen wanneer hij voornemens is: • een werknemer op non actief te stellen; • de werknemer te ontslaan; • een besluit te nemen met betrekking tot een functiewijziging bij gebrek aan overeenstemming met de werknemer;
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
24
• •
de werknemer te verplichten tot om-/bijscholing in verband met een functiewijziging. wel/niet passende functie bij gebrek overeenstemming met de werknemer.
5.
Advies De adviezen van de Begeleidingsadviescommissie zijn gemotiveerd en worden schriftelijk aangeleverd bij werkgever en werknemer. De adviezen zijn zwaarwegend. De werkgever is bevoegd om gemotiveerd van de adviezen af te wijken. Indien de werkgever van de bevoegdheid tot afwijken gebruik maakt, kan de werknemer zich schriftelijk wenden tot de kantonrechter.
6.
Belangenbehartiging werknemer Onverminderd de bevoegdheden van de werknemer persoonlijk zijn belangen met betrekking tot de toepassing van het bepaalde in dit Sociaal Plan bij de Adviescommissie te bepleiten, heeft de werknemer de gelegenheid zich op eigen kosten door een derde te laten bijstaan.
7.
Geheimhouding De commissie is verplicht tot geheimhouding van alle aan de commissie verstrekte gegevens.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
25
Bijlage 2: Rekenvoorbeeld bepaling boventalligheid
Het bepalen van boventalligheid gebeurt conform onderstaande rekenwijze:
TweeSteden ziekenhuis
St. Elisabeth Ziekenhuis
– afdeling A - 25 fte.
– afdeling B - 15 fte.
Gelateraliseerde afdeling op een van beide locaties - afdeling C - benodigd 35 fte.
1.
op de afdelingen A en B werken in totaal 40 fte.
2.
op de nieuwe afdeling C zijn nodig 35 fte.
3.
in totaal 5 fte. boventallig
4.
verdeling boventalligheid over beide afdelingen: TweeSteden ziekenhuis, afdeling A:
25/40 van 5 fte. = 3,125 fte.
St. Elisabeth Ziekenhuis, afdeling B:
15/40 van 5 fte. = 1,875 fte.
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
26
Bijlage 3: Formulier Belangstellingsregistratie
Algemene gegevens Naam Personeelsnummer Geboortedatum Functie + FWG Afdeling Datum in dienst Deeltijdpercentage Eventuele bijzondere arbeidsvoorwaarden c.q. afspraken
Werktijden
ο ο ο ο ο
alle diensten maandag van dinsdag van woensdag van donderdag van
tot tot tot tot
Gevolgde opleidingen __________________
Datum diploma _____________
__________________
_____________
__________________
_____________
ο vrijdag ο zaterdag ο zondag
van van van
tot tot tot
U kunt ook uw CV bijvoegen.
Bent u op dit moment bezig met een opleiding? ο ja Zo ja, welke ____________________________________________
ο nee
Datum afronding ____________________________________________ Op basis van een studieovereenkomst?
ο ja
ο nee
Ervaring / Verloop dienstverband Werkgever Functie __________________ _______________________
Ingangsdatum ____________________
__________________
_______________________
____________________
__________________
_______________________
____________________
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
27
Voorkeursfuncties Functie 1. __________________
Afdeling ________________________
2. __________________
________________________
3. __________________
________________________
Functie waarvoor scholing vereist is Functie Opleiding 1. __________________ ________________________ 2. __________________
________________________
Bent u bereid een opleiding te volgen voor bovenstaande functies?
ο ja
ο nee
Wijzigen deeltijdpercentage en / of werktijden Ja nee bespreekbaar opmerkingen Meer uren werken ο ο o __________________________ Minder uren werken
ο
ο
ο
__________________________
Andere werktijden
ο
ο
ο
__________________________
Omstandigheden die wijzigingen in werktijden bemoeilijken / verhinderen _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________
Ongewenste functie, afdeling, werktijden _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________
Omstandigheden die re-allocatiekansen verkleinen / vergroten _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ Opmerkingen en/of aanvullingen _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________
Sociaal Plan TSz-EZ
Principe akkoord, 20130425/JB
28