JAARGANG 15 • DECEMBER 2015 • NUMMER 4
NIEUWSBLAD OVER DE GESPECIALISEERDE JEUGDZORG IN DE REGIO AMSTERDAM
inhOuD
KORT
Kinderen, jongeren en gezinnen kunnen weer snel terecht bij de Bascule voor diagnostiek en behandeling. Door budgetkortingen en de daaruit voortkomende reorganisatie liepen de wachttijden begin dit jaar op. In samenwerking met andere instellingen heeft de Bascule gekeken naar de kinderen die op de wachtlijst stonden. Een aantal van hen stroomde voor behandeling door naar een andere instelling. Een aantal cliënten kon na behandeling bij de Bascule eerder naar een instelling voor lichtere zorg. Ook kwamen er tijdelijk meer behandelplaatsen op een groep. De actuele wachttijden per afdeling staan op www.debascule.com
Dikke voldoende Altra College Haarlemmermeer De onderwijsinspectie toonde zich 24 september onder de indruk van de vorderingen van het Altra College Haarlemmermeer. De school kreeg verleden jaar nog het predicaat zwak, maar maakte volgens de Onderwijsinspectie dusdanige vorderingen dat ze direct het basisarrangement kreeg toegekend. Daarmee sloeg ze de gebruikelijke tussenstap over. De inspectie stelde dat de veiligheid enorm was verbeterd en zei er vertrouwen in te hebben dat het Altra College de ingezette weg volgt en de verbeteringen verder implementeert. Volgens de Inspectie komen de leerlingen weer tot leren en neemt de kans op een diploma fors toe. Meer informatie: www.altra.nl
Weekendopname voor jongeren Soms lukt het jongeren niet om richting te geven aan hun leven. Spijbelen, rondhangen en niet luisteren zijn vaak tekenen van een gebrek aan motivatie. Het is niet eenvoudig dat te doorbreken. Wat kan helpen is de weekendopname van De Opvoedpoli en Horizon. Jongeren worden hier geconfronteerd met hun gedrag en de effecten daarvan op hun toekomst. Ze leren om te gaan met gezag en gezagsverhoudingen, keuzes te maken en verantwoordelijkheid te nemen. Weekendopname bestaat uit vijf inspiratieweekenden met activiteiten die de jongeren uitdagen om te reflecteren op zichzelf, hun keuzes en de gevolgen van deze keuzes voor henzelf en anderen. Na het laatste inspiratieweekend presenteert de jongere zijn plan voor de toekomst aan zijn ouders of opvoeders. Meer informatie: 020 – 463 43 82 of
[email protected].
Aanvullend aanbod autisme en/of een psychotische stoornis De Bascule ontwikkelde een aanvullend zorgaanbod voor kinderen en jongeren bij wie sprake is van een autisme spectrum stoornis en/of psychotische problemen. Het Transmuraal Team van de Bascule biedt hen en hun gezin intensieve ambulante hulp in een multidisciplinaire en systeemgerichte aanpak. Het gaat om kinderen en jongeren die op minstens twee van de drie domeinen (thuis, school, vrije tijd) ernstige problemen ervaren en waarbij er sprake is van complexe systeemproblematiek. Een belangrijk criterium voor de behandeling is dat reguliere poliklinische hulp niet afdoende is. Meer informatie: Saskia van Gendt, SPV en Casemanager Transmuraal Team, s.vangendtvanriel@ debascule.com.
Snelle hulp bij dyslexie én psychiatrische problematiek Rosanna, een vrouw met ballen De intense vrolijkheid van vluchtelingkinderen
2 3 4
DE WURGGREEP VAN DE ARMOEDE Een op de zeven kinderen in de regio Amsterdam woont in een gezin dat onder de armoedegrens leeft. De problemen die dit met zich meebrengt, gaan verder dan alleen te weinig geld voor wonen en levensonderhoud. Armoede houdt gezinnen in een wurggreep. Het overheerst alles en leidt niet zelden tot andere problemen, zoals sociaal isolement, opvoedproblemen en huiselijk geweld. Hoe breek je uit deze negatieve spiraal waar alle problemen als een onontwarbare kluwen met elkaar verbonden lijken? Armoede is het thema van dit nummer van Jong aan de Amstel.
Lees verder op blz. 5 DOO R : MA RT I N G E RRIT SEN
Duizenden vluchteling-kinderen met trauma
‘Snelle behandeling is effectief’ Naar schatting enkele duizenden kinderen van vluchtelingen zijn ernstig getraumatiseerd als gevolg van hun ervaringen in de oorlog. Wat kan de kinderen jeugdpsychiatrie voor hen betekenen? We vroegen het Irma Hein, kinder- en jeugdpsychiater bij het Centrum voor Trauma en Gezin van de Bascule. Zij was tot juli van dit jaar eveneens verbonden aan Centrum45, waar zij veel werkte met getraumatiseerde vluchteling-kinderen.
Snel behandelen
“N
ee, op dit moment is nog geen sprake van een grote toestroom van vluchtelingkinderen bij de Bascule”, verzekert Hein. Maar je hoeft geen helderziende te zijn om te voorspellen dat er de komende maanden een fors aantal zal aankloppen. Deze kinderen en jongeren komen uit een regio die in brand staat. Afgrijselijke beelden uit Homs en Aleppo beheersten maandenlang het nieuws. Het beeld van de vierjarige Aylan die aanspoelde op de Turkse kust staat op het netvlies gegrift. “Uit onderzoek blijkt dat meer dan een kwart van de kinderen uit oorlogsgebieden PTSS (Posttraumatische stressstoornis – red.) ontwikkelt”, zegt Hein en ze rekent verder. “Volgens het COA (Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers – red.) hebben zich dit jaar tot oktober 40.000 vluchtelingen in Nederland gemeld, van wie 30 procent minderjarig is. Als zich bij 25 procent van hen PTSS ontwikkelt, hebben we het over 3000 kinderen. Alleen al over de eerste negen maanden van dit jaar.”
“PTSS is goed te behandelen”, zegt Hein. “Het meest effectief is het hele gezin te behandelen, want ook de ouders zijn vaak getraumatiseerd. Dat heeft effect op de ouder-kindrelatie. Bovendien kunnen er nogal wat ‘geheimen’ naar boven komen, bijvoorbeeld over marteling of verkrachting. Dat is intensief. Sommigen geven er de voorkeur aan een behandeling te starten als gezinnen zich geen zorgen hoeven te maken over huisvesting, financiën en verblijf.” Het probleem is alleen dat de situatie van vluchtelingen over het algemeen niet stabiel is, zeker als ze verblijven in een noodopvang. Wat moet je dan doen? Toch beginnen met behandelen met het risico dat de behandeling moet worden afgebroken als de vluchteling elders huisvesting krijgt? “Het hangt ervan af hoe lang een vluchteling ergens verblijft. Als de noodopvang voor een paar weken is, heeft het niet zo veel zin om met de behandeling
te beginnen. Blijven ze langer, dan is het toch goed om te starten. Als je PTSS niet behandelt, kan de ontwikkeling van het kind stagneren. Dat heeft onder andere effect op cognitieve vaardigheden en de relatievorming. Het trauma blijft doorwerken en het wordt alleen maar ingewikkelder te behandelen.” Binnen de politiek gaan er geluiden op om nog te wachten met behandeling omdat de kans bestaat dat een deel van de vluchtelingen uiteindelijk terug moet naar de regio. Volgens Hein is dat geen optie: “Kinderen hebben recht op toegang tot gezondheidszorg. Zolang de kinderen hier zijn, moeten we de tijd zo optimaal mogelijk benutten.”
Capaciteit
Probleem is de behandelcapaciteit bij de instellingen voor kinder- en jeugdpsychiatrie. Hein: “Er is nog niet over nagedacht hoe we dit in goede banen leiden. Het komt nu op ons af en we moeten ons erop voorbereiden. Niemand is er bij gebaat als er straks een stuwmeer ontstaat van kinderen en jongeren die moeten wachten op hun behandeling. Dit vergt goede afstemming tussen alle partijen in de jeugdhulp. Het is noodzakelijk dat we onze krachten bundelen om deze uitdaging het hoofd te kunnen bieden en deze kinderen zo goed mogelijk te helpen.”
Signalen
PTSS is volgens Hein goed te behandelen, ook bij kinderen, maar het is belangrijk om er snel bij te zijn. Daarmee voorkom je namelijk dat problemen zich verergeren, waardoor ze moeilijker te behandelen zijn. Het is dus belangrijk dat hulpverleners alert zijn op signalen die kunnen duiden op PTSS. “Die signalen verschillen per leeftijdsgroep”, zegt Hein. “Kleuters zien zich nog vaak als het centrum van de wereld en denken daarom dat zij alle ellende teweeg hebben gebracht. Dat uit zich in driftbuien, aanklampend gedrag of regressie, zoals het verliezen van de zindelijkheid. Bij schoolgaande kinderen zien we herbeleving van het trauma in spel, vermijdingsgedrag, ontkenning, nachtmerries en moeite zich te concentreren. Adolescenten vertonen symptomen die we ook bij volwassenen zien, zoals vermijding, risicozoekend gedrag of experimenteren met middelen. Hulpverleners kunnen bij deze signalen het best een arts inschakelen die de vluchtelingen kan doorverwijzen naar de jeugd-ggz. Als dat snel gebeurt, kan de behandeling snel beginnen.”
F OTO : SAK E R I JPK EM A
De Bascule brengt wachttijd verder terug
THEMA: ARMOEDE
Irma Hein: “Uit onderzoek blijkt dat meer dan een kwart van de kinderen uit oorlogsgebieden Posttraumatische stressstoornis ontwikkelt.”
1
COLOFON ‘Jong aan de Amstel’ is een gezamenlijke uitgave van vijftien instellingen voor de jeugdzorg, de kinder- en jeugdpsychiatrie, speciaal onderwijs en hulp voor licht verstandelijk beperkten in de Stadsregio Amsterdam: Altra, Arkin, Cordaan Jeugd, De Bascule, GGZ inGeest, HVO-Querido, Jeugdbescherming Regio Amsterdam, Leger des Heils, Lijn5, MOC ’t Kabouterhuis, Ons Tweede Thuis, Opvoedpoli, Spirit, De Waag en de William Schrikker Groep. ‘Jong aan de Amstel’ verschijnt vier keer per jaar. De digitale nieuwsbrief ‘Jong Digitaal’ verschijnt elf keer per jaar. De artikelen in dit blad vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van de organisaties. Evenmin kunnen aan de inhoud van dit blad rechten worden ontleend. Overname van artikelen uit ‘Jong aan de Amstel’ is alleen toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. Hoofdredactie Martin Gerritsen/TekstBeeld.Eu, Florence Tonk Kernredactie Martine van den Horn (Jeugdbescherming Regio Amsterdam), Bertie van der Linden (Altra), Clara Vollaard (De Bascule), Sarah Zagt (Spirit) Redactie Vacant (Ons Tweede Thuis), Hiske Dibbets (De Waag), Elvira Draijer (William Schrikker Groep), Maria van Lichtendonk (Leger des Heils), Leontien Kuip (HVO Querido), Nel Pols (Cordaan Jeugd), Suzan van Dijk (Opvoedpoli), Eveline Wiebes (Arkin), Daphne Wolthuis (Lijn5), Moniek Mulder (MOC ’t Kabouterhuis) Vaste medewerkers Tamara Franke, Anja Geldermans, Suzan Hilhorst, Arjan Post, Sake Rijpkema, Adelheid van Rossum, Wim Stevenhagen en Els Wiegant Redactieadres Jong aan de Amstel Postbus 38, 1540 AA Koog aan de Zaan. e-mail:
[email protected] website: www.jongaandeamstel.nl Ontwerp en DTP Marjolein Lensink Productie Heijnis & Schipper Drukkerij bv, Zaandijk
CONTACTGEGEVENS Altra Rode Kruisstraat 32, 1025 KN Amsterdam 020 - 555 83 33 •
[email protected] • www.altra.nl
De Bascule Academisch centrum voor kinder- en jeugdpsychiatrie Postbus 303, 1115 ZG Duivendrecht • 020 - 890 19 00
[email protected] • www.debascule.com
Cordaan Jeugd De Ruyterstraat 7, 1013 AA Amsterdam 020-630 62 62 •
[email protected], • www.cordaan.nl
GGZ inGeest - Jeugd en Jongerenpsychiatrie Overschiestraat 57, 1062 HN Amsterdam 020 - 788 56 00 • www.ggzingeest.nl
HVO-Querido Eerste Ringdijkstraat 5, 1097 BC Amsterdam 020 - 561 90 90 •
[email protected] • www.hvoquerido.nl
DOO R : E LS W I E GA N T
Snelle hulp bij dyslexie én psychiatrische problematiek Voorkomen dat dyslectische kinderen met psychiatrische problematiek tussen wal en schip vallen. Maar vooral ook: ze sneller helpen. Dat is het doel van een nauwere samenwerking tussen de Bascule en onderwijsadviesbureau Het ABC.
Alternatief
Hoewel de proef tot volgend voorjaar duurt, zijn zowel Sjoukje als Maartje voorlopig e nthousiast. Al acht kinderen stroomden van de Bascule door naar Het ABC en van zeker vier kinderen zijn “Wij konden pas beginnen als de adhd of het zowel ouders als kind heel blij met deze optie, autisme ʻonder controleʼ was. Daar gaat soms wel weet Sjoukje. “En als het gaat om een kind een jaar overheen, dat is veel als je nog maar acht waarbij meer speelt dan alleen dyslexie, kunof negen bent. Nu kunnen we een traject soms al nen we tegen ouders meteen zeggen dat wij een na drie maanden starten.” goede samenwerking met de Bascule hebben en Maartje vult aan: “De behandelingen bij ons en dat hun kind daar terecht kan als ze dat willen. Het ABC lopen nu vaak parallel. De combinatie Dat is fijn.” heeft ook kwalitatief een positieve invloed.” Dat geldt ook andersom. Maartje: “Het is een Sjoukje noemt het voorbeeld van een jongetje dat mooi aanbod dat we ouders van kinderen die bij vooruitgaat, zij het met kleine stapjes. “Maar zijn ons uitbehandeld zijn, een alternatief kunnen zelfvertrouwen en motivatie voor school groeien, bieden. Zodat hun kind toch nog een stapje en van dat soort dingen profiteert de behandeling verder kan komen met lezen.” bij de Bascule weer.” Begeleidt Het ABC nu anders dan voorheen? Meer informatie: www.debascule.com Sjoukje: “Nee, we hadden in de loop der tijd al veel expertise ontwikkeld over wat je moet doen met bijvoorbeeld een druk of vergeetachtig kind. Maar je hebt nu soms wel intensiever overleg met een school nodig. Die uren komen vrij omdat je voor een kind dat van de Bascule komt, minder tijd kwijt bent aan diagnostiek.”
D
e samenwerking bestond al langer, vertellen Maartje van Ballegoij, GZ-psycholoog en neuropsycholoog bij de Bascule, en Sjoukje van der Laan, onderwijsadviseur en hoofdbehandelaar dyslexie bij Het ABC. Sjoukje: “Het ABC mag alleen kinderen met ernstige, enkelvoudige dyslexie behandelen. Maar heel vaak – ik schat een op de vijf keer – is er met een kind meer aan de hand. In die gevallen overlegde ik vaak al met Maartje.” De Bascule, die onder andere kinderen met dyslexie én psychiatrische comorbiditeit behandelt, heeft in vergelijking met Het ABC meer vrijheid in methodes en duur van behandelen. Maartje: “Onze hoofdtaak is: hoe kan een kind aan de slag met leren? Die aanpak verschilt per individu.”
Parallel
Een van de obstakels die de twee organisaties willen wegnemen is de volgtijdelijkheid: eerst de ene, daarna pas de andere behandeling. Sjoukje:
DOO R : E LS W I E GA N T
Effectieve aanpak van ‘thuiszitters’ Altra wil met School2Care en Beter pASSend ‘thuiszitters’ tussen de 12 en 18 weer naar school krijgen. Beide boeken positieve resultaten, vooral vanwege het geïntegreerde aanbod van onderwijs en zorg. Dat zegt orthopedagoge Sanne Pronk, praktijkonderzoeker bij Altra. Zij volgt voor haar promotie de komende vier jaar alle leerlingen van School2Care en interviewde onlangs ook elf ouders en leerlingen van Beter pASSend.
D
e intensieve relatie tussen leerling en coach is een van de werkzame bestanddelen van School2Care. Dat bleek uit eerder onderzoek van de Universiteit van Amsterdam. Pronk: “De coaches zijn bij het hele leven van de leerling betrokken. Ze zijn persoonlijk en empatisch, maar ook consequent en confronterend. Ze zijn hard op gedrag, maar zacht op de persoon. Ze zitten er – zeker in het begin – bovenop. Ze confronteren jongeren met de consequentie van hun gedrag als ze een grens overschrijden. Door heldere consequenties weten jongeren van tevo-
ren al wat ze te wachten staan als ze dat doen.” “De samenwerking met politie, leerplicht en jeugdbescherming versterkt de rol van de coach”, zegt Sanne. “Zij, en niet de coach, maken de jongere en de ouders bij de start heel duidelijk dat dit de laatste kans is. Daardoor krijgt de coach ruimte om náást de jongere te staan.” Een andere positieve factor van School2Care is de consequente focus op de groeimogelijkheden voor de jongeren. Sanne: “Toekomstperspectief – waar ben je goed in, wat zou je willen? – zit verweven in het hele programma. Dat wordt
Jellinek Jeugd / Punt P 2e Constantijn Huygensstraat 39, 1054 CP Amsterdam 020 - 590 55 55 • www.jellinek.nl • www.puntp.nl
consequent in kaart gebracht, onder meer door jongeren workshops en sport aan te bieden en te werken met een portfolio.”
pASSend
Net als bij School2Care zijn de groepen van Beter pASSend klein, kleiner zelfs: vijf leerlingen per klas. De begeleiding is nóg individueler en de medewerkers zijn niet hard, maar juist ‘zacht op gedrag’. “Bij jongeren met autisme ligt de focus op rust en structuur. Sommigen komen niet eens het huis meer uit. Ze hoeven niet, zoals bij School2Care, direct van 8 tot 8 naar school, een uurtje per week om mee te beginnen is al goed. Van daaruit wordt dit uitgebouwd.” Uit de interviews die Sanne hield, komt naar voren dat Beter pASSend voor alle leerlingen en hun ouders positief werkt. “Beter pASSend leidt jongeren richting onderwijs, werk of dagbesteding, maar helpt ook om heldere, realistische verwachtingen over de toekomst te hebben, de beperkingen van hun leerbaarheid te accepteren en daarin begeleid te worden. De combinatie van onderwijs en zorg werkt normaliserend.”
Jeugdbescherming Regio Amsterdam Overschiestraat 57, 1062 HN Amsterdam 020 - 3059 359 •
[email protected] • www.jbra.nl
KENMERKEN SCHOOL2CARE EN BETER PASSEND
Leger des Heils - Goodwillcentra Amsterdam Rode Kruisstraat 24, 1025 KN Amsterdam 020 - 630 11 11 •
[email protected] www.legerdesheils-goodwillcentra.nl
School2Care: • gericht op (dreigende) ‘thuiszitters’ met complexe problematiek; • van 8 tot 8 (afbouw zodra positieve vrijetijdsbesteding); • coach is docent én hulpverlener; • focus op positief leer- én leefklimaat; • ‘hard op gedrag’, zacht op de persoon; • traject duurt meestal 6 tot 9 maanden waarna ambulante begeleiding volgt.
Lijn5 Chris Lebeaustraat 4, 1062 DC Amsterdam 088 - 513 11 28 •
[email protected] • www.ln5.nl
MOC ’t Kabouterhuis Amsteldijk 196, 1079 LK Amsterdam • 020 - 644 53 51
[email protected] • www.kabouterhuis.nl
Ons Tweede Thuis Vuurdoornstraat 11, 1431 RM Aalsmeer • 0297 - 353 800
[email protected] • www.onstweedethuis.nl
Beter pASSend:
Opvoedpoli
• gericht op (dreigende) ‘thuiszitters’ met autisme spectrum stoornissen of angstproblematiek; • aanwezigheidsduur langzaam opbouwen, afgestemd op individu; • kleine groep begeleiders; twee vaste docenten en één jeugdzorgmedewerker; • ‘zacht op gedrag’; • trajectduur afhankelijk van behoefte.
Houtmankade 332, 1013 RR Amsterdam, 020 - 463 43 82
[email protected] • www.opvoedpoli.nl
Spirit Fred. Roeskestraat 73, 1076 EC Amsterdam 020 - 5400 500 •
[email protected] • www.spirit.nl
De Waag - Amsterdam Zeeburgerpad 12-b, 1018 AJ Amsterdam 020 - 462 63 33 •
[email protected] www.dewaagnederland.nl IL L UST RAT IE : WIM STEVENHAGEN
William Schrikker Groep Postbus 12685, 1100 AR Amsterdam 088 - 526 00 00 •
[email protected] • www.wsg.nu
2
DOO R : MA RT I N G E R R IT S E N
Rosanna; een vrouw met ballen
KORT Gespecialiseerd Aanmeldteam Opvoedpoli In 2015 startte De Opvoedpoli/Care-Express met één aanmeldteam voor gezinnen en verwijzers in de regio Amsterdam Zaanstreek-Waterland. Het team bestaat uit professionals met een ruime ervaring binnen de hulpverlening en de eigen organisatie. Met deze werkwijze kunnen ouders, jongeren en verwijzers meteen goede informatie krijgen over wat de Opvoedpoli biedt en krijgt men snel de juiste verwijzing of beschikking. Het Aanmeldteam is vijf dagen per week van 9 tot 5 uur bereikbaar. Meer informatie: 020 – 463 43 82 of
[email protected]
Vragenlijst helpt bij herkenning PTSS-klachten
FOTO: SAKE RIJPKEMA
Ingrijpende gebeurtenissen kunnen bij kinderen leiden tot een posttraumatische stressstoornis (PTSS). Het kan gaan om een eenmalige gebeurtenis, zoals een ernstig ongeluk, of herhaalde gebeurtenissen, zoals mishandeling. Het is belangrijk dat huisartsen, kinderartsen, medewerkers van wijkteams en andere professionals vroegtijdig de signalen van een PTSS herkennen. Om hen hierbij te helpen is er CRIES-13, een korte screeningslijst. De lijst is geschikt voor kinderen van 8 tot 18 jaar en bestaat uit een kind- en een ouderversie. Met deze screeningslijst kunnen professionals PTSS-klachten snel en eenvoudig herkennen en kinderen gerichter doorverwijzen voor aanvullende diagnostiek of een passende behandeling. CRIES-13 is onderzocht door het AMC/de Bascule en gratis verkrijgbaar via www.nji.nl.
Altra College Arkin verhuisd Altra College Arkin heeft een nieuwe locatie. De school biedt onderwijs aan leerlingen van 12 tot 23 jaar die in behandeling zijn bij Arkin. De school is sinds vrijdag 13 november gevestigd op de Baarsjesweg 224-I in Amsterdam.
Rosanna: “Ik hou van de zee. Daar ben ik gelukkig.”
“Volgende week vlieg ik naar de Caraïben”, zegt de 24-jarige Rosanna. “Op Sint Maarten en de Maagdeneilanden ga ik werken in de keuken van twee cruiseschepen. Heerlijk, want de zee is mijn leven. Daar hoor ik thuis.” Ze straalt. Als je haar ziet, zou je niet zeggen dat ze vier jaar terug nog sliep onder de struiken van het Sarphatipark.
“T
ot mijn tiende had ik een goede jeugd. Daarna ging het mis. Mijn moeder vluchtte met mijn twee broertjes naar een Blijfhuis. Ik bleef bij mijn vader, maar hield het niet vol en ging op straat leven. Tot de politie me na drie maanden oppakte en ik in de jeugdgevangenis (De Doggershoek – red.) terecht kwam omdat ik een gevaar voor mezelf zou zijn.”
Boetes
“Toen ik zestien was, ging ik weer bij mijn vader wonen en begon ik net als hij drugs te dealen. Ik rookte veel wiet. Na een jaar of drie stond de politie weer voor de deur. Voor mij. Of ik 22.000 euro aan verkeersboetes wilde betalen? Ik begreep er niets van. Ik had niet eens een rijbewijs.” “Ik schrok me rot en ging in de post zoeken. Toen ontdekte ik dat mijn vader zijn auto op mijn naam had gezet en die boetes dus door hem kwamen. Ik vond ook een brief van de woningbouw. Onze woning zou ontruimd worden vanwege huurachterstand.” “Ik pakte wat spullen en ging weg. Ik liet mijn haar verven en zette een bril op, bang voor de politie. Andere zwervers lieten de plekjes zien waar ik veilig kon overnachten. Soms sliep ik bij mensen die ik kende, maar meestal in het Sarphatipark en het Oosterpark.” “Na tweeëneenhalf jaar trok ik het niet meer. Ik was continu op de vlucht voor de politie want die boetes waren natuurlijk nog steeds niet betaald. Via streetcornerwork kwam ik bij de GGD terecht die mij de status ‘dakloos’ gaf. Een hulpverlener van Spirit zorgde ervoor dat
Ik zocht een boot waar ik verder mee kon varen. Zo kwam ik op ‘De Tomidi’, waar ik kookte voor de bemanning. We voeren van sail naar sail, Denemarken, Bremerhaven en Amsterdam. Ik wilde nog steeds niet van boord en gelukkig mocht ik nog mee naar de thuishaven, Oostende. Ik nam het risico dat ik de regels van de instanties overtrad maar ik heb ze wel verteld van mijn plannen. Gelukkig kreeg ik steun omdat ze merkten dat ik mijn eigen verantwoordelijkheid nam.” “Eenmaal in Oostende, stuurde de kapitein mijn cv en een aanbevelingsbrief naar allemaal schippers. De volgende dag had ik al een reactie van de kapitein van ‘de Mercedes’. Ik moest een dag op proef werken in de keuken en de bediening. Dat heb ik direct gedaan en dat ging goed. ’s Avonds moest ik bij de crew komen. Ze vroegen of ik voor zes maanden in de Caraïben wilde werken. Natuurlijk, dit is mijn droom en ik ben een vrouw met ballen.”
ik in een Opvanghuis kwam. Daar ontmoette ik mijn mentor Alex. Met hem had ik een klik. We spraken over wat nodig was om meer plezier in het leven te krijgen. We zochten uit hoe ik van de boetes af kon komen. Dat was een heel gedoe, maar na twee jaar zijn de boetes eindelijk van mijn naam gehaald en voelde ik mij vrij.”
Tall ship
“Via DWI werkte ik bij verschillende dagbestedingsprojecten, maar werkdagen van negen tot vijf pasten niet bij mij. Hoe moest ik nu verder? Ik wist het niet. Tot Alex een tocht regelde op de ‘Stad Amsterdam’, een tall ship waarop – zeg maar – probleemjongeren twee weken mogen meevaren. Voor het eerst in mijn leven was ik op zee. Een wereld ging voor me open. Ik werd weer helder, want wiet kun je op zee niet krijgen. Je kan ook niet weglopen voor je gevoelens. Pas in een storm besef je hoe machteloos je bent. Ik had een stevig pantser om me heen gebouwd, maar dat viel helemaal weg. Ik durfde mijn emoties weer te tonen, werd zelfs verliefd.” “Na twee weken moest ik terug. Ik heb zitten huilen want ik wilde het zeeleven en niet de aardse problemen. Eenmaal terug ging ik naar mijn oude vrienden en rookte weer wiet. Dat was mijn leven.” “Toen besloot ik met mijn oude leven te breken. Dat viel niet mee. Dagenlang zat ik te huilen. Ik brak met al mijn vrienden, hoewel je op straat geen vrienden hebt. Je ergste vijanden moet je te vriend houden en je beste vrienden kunnen ineens je ergste vijanden zijn.”
Minisymposium ParentChild Interaction Therapy PI Research, de Bascule, het AMC en PCIT International houden 17 december het minisymposium ‘Parent-Child Interaction Therapy; effectieve behandeling voor jonge kinderen met gedragsproblemen’. Het symposium bundelt zowel nationale als internationale expertise op dit gebied. Bij PCIT komen ouders en kind samen in behandeling. De behandeling wil de omgang tussen ouders en kind verbeteren en ouders consequent leren te reageren op het gedrag van hun kind. Het symposium wordt gehouden ter gelegenheid van de promotie van Mariëlle Abrahamse, die een effectiviteitsonderzoek deed naar PCIT. Het symposium is voor medewerkers van de wijkteams, de jeugd-ggz, onderzoekers en beleidsmedewerkers van gemeenten. Meer informatie: www.debascule.com (onder Professionals, Symposia/referaten)
Afgerond
“Het gaat nu goed met mij. Ik heb alles afgerond hier en neem afscheid van mensen die mij hebben gesteund. Ik zocht mijn vader weer op en wilde hem vertellen wat ik ga doen. Het gaat niet goed met hem, hij is emotioneel zwaar beschadigd en heeft niets meer. Ik heb hem mijn meubels gegeven en ik ben zijn huis aan het schilderen. Mijn moeder zie ik eens in het half jaar. Gelukkig gaat het goed met haar en mijn broertjes. Ze heeft een nieuwe vriend.” “Ik laat alles achter me. Misschien kom ik na zes maanden terug, misschien ook niet. Niets bindt me aan Nederland. Ik hou van de zee. Daar ben ik gelukkig. Ik wil dit verhaal vertellen omdat ik andere jongeren wil inspireren. Ik wil ook hulpverleners laten weten dat zij jongeren moeten steunen en stimuleren hun eigen plan te ontdekken en dromen te verwezenlijken, ook als dat anders is dan anders.”
Angels
“Ik wilde weer varen, maar dat lukte niet. Opeens vroeg Alex, waar ik nog steeds contact mee heb, me mee voor een zeilles. En daar stonden ‘Wendy’s Angels’ op de boot om te vertellen dat ik voor twee weken naar Scandinavië ging om te zeilen. Dat was zo mooi. Mijn hulpverlener van Spirit en het DWI zaten in het complot en ik wist van niks!” “Ik voer van Zweden naar Noorwegen, maar eenmaal in Aalborg wilde ik niet naar huis.
119.000
Nederlandse kinderen zijn niet veilig
Hoop en kansen voor alle kinderen
Doe mee Praat mee Denk mee
Het filmpje van Wendy’s Angels is te vinden op YouTube. Zoek op Wendy’s Angels Roos.
3
Meer informatie. Ga naar de facebookpagina van ‘Ieder kind veilig’: www.facebook.com/Iederkindveilig.nl
Symposium ‘Kwetsbaarheid en veerkracht’ AMC Psychiatrie en de Bascule houden 22 januari 2016 een symposium over het thema ‘Kwetsbaarheid en Veerkracht 2.0, nieuwe inzichten en interventies’. Het thema wordt behandeld in het perspectief van de levensloop. De voordrachten zijn wetenschappelijk geïnspireerd en klinisch relevant. Dit symposium is bedoeld voor psychiaters, kinder- en jeugdpsychiaters, neurologen, gedragswetenschappers, verpleegkundigen en anderen die bij de zorg voor mensen met psychische stoornissen betrokken zijn. Meer informatie: www.debascule.com
Gezinsopname kan uithuisplaatsing van kinderen voorkomen In 2016 biedt De Opvoedpoli in samenwerking met Horizon gezinsopname aan als middel tegen uithuisplaatsing. Begeleiding buiten de eigen leefomgeving kan een veranderproces in gang zetten dat noodzakelijk is om kinderen goed op te laten groeien. De gezinsbehandeling is te vergelijken met een snelkookpan. Doordat het gezin in korte tijd intensief met elkaar optrekt wordt zichtbaar wat goed en fout gaat. Daardoor kan snel en op de juiste manier worden ingegrepen. De intensiteit van de gezinsopname zorgt voor een snelle verandering die – aangevuld met een eventueel ambulant traject – tot een gezondere gezinssituatie leidt. Meer informatie: 020 – 463 43 82 of
[email protected].
Vragenwaaier ‘Seksualiteit en intimiteit voor professionals’ In de gezinnen waarmee de jeugdzorg te maken heeft, kan er iets aan de hand zijn rondom seksualiteit en intimiteit. Welke vragen kun je dan stellen in een gesprek met ouders en kinderen? Gedragsdeskundigen Mirte Forrer en Anouk Martijn van Jeugdbescherming Regio Amsterdam stelden hiervoor de vragenwaaier ‘Seksualiteit en intimiteit’ samen. De waaier geeft professionals handvatten voor de gespreksvoering met ouders en kinderen, handig onderverdeeld in verschillende leeftijdscategorieën. De waaier is voor € 7,50 te bestellen via
[email protected]
THEMANUMMERS ‘Jong aan de Amstel’ behandelt elk nummer een thema. Hierin belicht het blad een onderwerp vanuit verschillende hoeken en geeft daarbij een overzicht van het hulpaanbod van de jeugdzorg op dit terrein. De afgelopen vijf jaar kwamen de volgende thema’s aan bod: 2010/1 Licht verstandelijk beperkten maart 2010 2010/2 Passend basisonderwijs juni 2010 2010/3 Jeugdzorg in een strafrechtelijk kader oktober 2010 2010/4 Opvoedondersteuning december 2010 2011/1 Alcohol en drugs maart 2011 2011/2 Vrije tijd, sport en cultuur juni 2011 2011/3 Multiprobleemgezinnen oktober 2011 2011/4 Seksueel misbruik december 2011 2012/1 Samenwerken met ouders maart 2012 2012/2 Passend onderwijs juni 2012 2012/3 Netwerkondersteuning oktober 2012 2012/T Transitie november 2012 2012/4 18-plus december 2012 2013/1 Digitale hulpverlening maart 2013 2013/2 Autisme juni 2013 2013/3 Voeding oktober 2013 2013/4 Jeugdzorg en volwassenen-ggz december 2013 2014/1 Vechtscheidingen maart 2014 2014/2 Top600 juni 2014 2014/3 E igen kracht en sociaal netwerk oktober 2014 2014/4 Passend Onderwijs december 2014 2015/1 Participatie maart 2015 2015/2 Overgang naar volwassenenhulp juni 2015 2015/3 Pesten oktober 2015 2015/4 Armoede december 2015 Oude nummers van ‘Jong aan de Amstel’ zijn op te vragen via:
[email protected]. Alle nummers zijn als pdf te downloaden via www.jongaandeamstel.nl, ook de nummers die voor 2010 zijn verschenen.
DOO R : MA RT I N G E RRIT SEN
De intense vrolijkheid van vluchteling-kinderen Groot papier
Het is heerlijk rustig op de tweede verdieping van de Flierbosdreef. Aan tafels zitten kinderen. Een groepje is aan het verven, een ander groepje is in de weer met crêpepapier en iets verderop spelen ze met allerhande speelgoed. Tussendoor lopen de vrijwilligers en een enkele ouder.
Johanna is een van de vrijwilligers van de Stichting De Vrolijkheid die de lessen begeleidt. Ze vertelt enthousiast: “Gisteren mochten ze op een groot papier liggen en hebben we de contouren van hun lichaam getekend. Die mochten ze vervolgens intekenen met hun mond, hun neus. En zo leren ze vanzelf de woorden.” Op dit moment zitten er kinderen uit Syrië, Afghanistan en Eritrea aan de tafels, vertelt ze. Dat praat niet altijd even makkelijk, maar door te wijzen kom je al een heel eind met de Nederlandse woorden. “De Nederlandse les is geen verplichting,” zegt Rowini, “maar de kinderen komen hier graag. Zeker nu ze hier wat langer zijn. Wij leren de kinderen beter kennen en de kinderen leren ons vertrouwen.” De meeste kinderen zitten er nu een paar weken, maar het is onzeker hoe lang ze op de Flierbosdreef blijven. Het is namelijk een tijdelijke locatie. Het gebouw is ook niet geschikt voor langdurige opvang. Het is het voormalige kantoor van de DWI waar nu bijna 600 vluchtelingen verblijven. Het sanitair is bijvoorbeeld ongeschikt voor zo veel mensen. Vandaar dat er buiten tijdelijke douchecabines
“H
ier krijgen de kinderen van 4 tot 12 jaar zeven ochtenden in de week knutselenderwijs Nederlandse les”, vertelt Rowini Pot van HVO-Querido, de organisatie die verantwoordelijk is voor de opvang van de vluchtelingen op de Flierbosdreef. “En ’s middags gaan we naar het park. De kinderen willen namelijk graag naar buiten. Daar brengen we het geleerde in praktijk door te benoemen wat we zien. Zo hebben ze eergisteren allemaal fruit geknutseld. Appels, peren, bananen. Onderweg naar het park kijken we wat we tegenkomen. ‘Dat is een banaan’, zeggen ze dan trots. De kinderen leren enorm snel.”
staan. Maar wat is tijdelijk? Het kan zijn dat de kinderen morgen ineens naar een andere locatie moeten, het kan ook zijn dat ze hier nog maanden verblijven. Niemand die het weet.
Intens
Zo jong als de kinderen zijn, zo intens zijn hun ervaringen. Zowel in de oorlog als op de vlucht naar Nederland. “Dat uit zich soms in ingewikkeld gedrag”, zegt Rowini. “Zo hebben we hier een jongen die zijn vader heeft zien sterven. We geven hem extra aandacht en veel complimenten, maar het liefst zouden we hem therapie bieden, maar dat is moeilijk door de onzekerheid over zijn verblijf. We aarzelen therapie te starten, want hij kan morgen worden overgeplaatst en dan richt je alleen maar meer schade aan.” Rowini is te spreken over de steun vanuit de stad. “We krijgen veel aanbod. De kinderen mogen naar het theater in het Bijlmerpark, ze mogen naar Artis en de Ajax Foundation geeft ze speciale voetbalclinics. We zijn geroerd door alle medeleven en acties.” Vrijwilliger worden? Kijk dan op www.venzo.co.nl
DOO R : TA MA R A F R AN KE
‘Pleegouders maken voor kinderen het verschil’ “Je kunt als pleegouder een kind op weg helpen. Daarom doen we het, maar ook omdat het leuk is.” Dat zegt pleegouder Marry Schraama. “Wij zijn gewone ouders, met normale menselijke eigenschappen. We hebben hoogstens een beetje meer geduld en humor, want dat heb je soms wel nodig. En toevallig hebben we een tuin, met kippen. Daar is onze pleegzoon heel blij mee. Maar dat is echt geen ‘must’ als pleeggezin.”
pleegouders. Ze vingen sindsdien de achtjarige Dion en de zevenjarige Shirine op en sinds 2011 nemen ze in het geval van een crisis ook een baby in huis. “Natuurlijk moet je er wel eerst goed over nadenken en je moet in staat zijn veel van jezelf te geven. Dat begint al tijdens de pleegoudertraining. Je vertelt hoe je zelf bent opgevoed, hoe jij over opvoeden en straffen denkt en hoe je netwerk eruitziet. En je leert hoe je met bepaalde problemen kunt omgaan, zoals hechtingsproblematiek.”
Mooie momenten
“Je hoeft geen superouder te zijn”, benadrukt Marry. “Het belangrijkste is dat je kinderen wilt opvangen en leert zien hoe leuk dat is. Natuurlijk zijn er soms heftige momenten. En soms zijn culturele verschillen lastig, bijvoorbeeld als je te maken hebt met de familie van de kinderen. Maar daar leer je ook van. Bovendien krijg je begeleiding van Spirit en kun je op hen terugvallen.” Het zijn dan ook vooral de mooie momenten die Marry bijblijven. “Net als met ‘eigen’ kinderen,
“T
oen wij bedachten dat we graag kinderen wilden, vroegen we ons af of we er nog meer op de wereld wilden zetten of dat pleegzorg misschien iets voor ons zou zijn. Er zijn zo veel kinderen die hulp nodig hebben. Daarom kozen we voor het laatste. We meldden ons aan bij Spirit en deden de pleegoudertraining. We hebben nooit spijt gehad.” Marry en Theo Schraama zijn sinds 2007
want het zijn gewoon kinderen. Alleen hebben ze iets meer bagage.”
Aandacht
Er is een groot tekort aan pleegouders. Marry: “Mensen denken snel dat ze niet geschikt zijn voor pleegouderschap. Dat is jammer. Je kunt ook pleegzorg bieden voor het weekend. Of voor de vakanties. En dat is nodig, want het is belangrijk dat er ouders zijn waar kinderen tot rust kunnen komen, aandacht krijgen en weer vertrouwen leren krijgen. Of een ouder bij wie ze gewoon even kind kunnen zijn. Daarmee kun je het verschil maken in het leven van een kind. Dat lijkt mij een goede reden om pleegouder te worden.” Pleegzorg Nederland is een campagne begonnen voor meer pleegouders. Meer informatie: www.supergewonemensengezocht.nl. In de Stadsregio Amsterdam begeleiden Spirit en de Bascule pleegouders. Zie: www.spirit.nl en www.debascule.com
FOTO: SA K E R I JP KE MA
KORT
Marry Schraama: “We hebben een tuin, met kippen. Daar is onze pleegzoon heel blij mee.”
4
THEMA:
ARMOEDE
De wurggreep van de armoede
Een op de zeven kinderen in de regio Amsterdam woont in een gezin dat onder de armoedegrens leeft. De cijfers uit ‘Het armoedesignalement’ van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) schokken. Het mag weer beter gaan met de economie, de armoede stijgt nog explosief. In 2007 – voor de financiële crisis – leefde 3,7 procent van de Nederlandse huishoudens in armoede. Inmiddels is dat 10,3 procent. In Amsterdam is het nog schrijnender. Daar leeft 17 procent van de huishoudens in armoede. En het zijn niet alleen de ‘traditionele’ groepen. Het SCP: “De groei van het aantal arme kinderen tussen 2007 en 2013 deed zich vooral voor bij kinderen wier ouders zelfstandig ondernemerschap (met of zonder personeel) als belangrijkste inkomensbron hadden (40.000 arme kinderen erbij). Er waren echter ook forse absolute toenames bij de groepen bijstandontvangers en loontrekkenden (+29.000 en +35.000 arme kinderen).” De problemen die armoede met zich meebrengt, gaan verder dan alleen te weinig geld voor wonen en levensonderhoud. Armoede houdt gezinnen in een wurggreep. Het overheerst alles en leidt niet zelden tot andere problemen, zoals sociaal isolement, opvoedproblemen en huiselijk geweld. Veel van de gezinnen die aankloppen voor hulp bij opvoedproblemen hebben dan ook te maken met schulden. Exacte cijfers zijn er niet, maar hulpverleners schatten het op meer dan de helft. De vraag is hoe je opvoedproblemen aanpakt als schulden ervoor zorgen dat alle problemen als een onontwarbare kluwen met elkaar verbonden lijken?
DOOR: FLORENCE TONK
Trudi Nederland, onderzoeker Verwey-Jonker Instituut
‘Kinderen help je echt met een integrale aanpak’
In 2013 verscheen het rapport ‘Kinderen en Armoede in Nederland’, een gezamenlijke uitgave van het Verwey-Jonker Instituut en de Kinderombudsman. Trudi Nederland is onderzoeker bij het Verwey-Jonker Instituut en een van de auteurs van het rapport. “De brede blik op gezinnen is belangrijk.” olgens de Kinderrechtenmonitor uit 2014 leven er in Nederland 432.000 kinderen in armoede”, zegt Trudi Nederland. Een leven op het minimum is niet gezond voor kinderen. “Deze kinderen maken zich veel zorgen. Over de spanningen tussen hun ouders, of ze wel mee kunnen doen met andere kinderen op school, of er nog wel brood is als ze uit school komen, of ze later wel een opleiding kunnen volgen.” Armoede heeft veel impact op kinderen. Zowel op hun psychische als hun fysieke gesteldheid. “Ze hebben vaker hoofdpijn, buikpijn en concentratieproblemen op school.” Kinderen schamen zich ook voor de armoede. “Het meest opmerkelijke uit ons onderzoek vond ik dat kinderen bijna niet uit zichzelf over armoede praten, ook niet met elkaar of hun omgeving. Daarom is het goed als jeugdzorgprofessionals en scholen hier wel aandacht aan besteden. Er heerst nog altijd een groot taboe op armoede en het zou goed zijn als we dit proberen te doorbreken.” Zo op het oog valt armoede in dit land soms moeilijk te zien, vertelt de onderzoekster. “De voorzieningen zijn nog zodanig dat mensen het aan de buitenkant vaak nog goed kunnen verbergen. Maar als je bij hen thuiskomt en je doet je ogen goed open, dan zie je het wel.”
Brede blik
Binnen de jeugdhulp stond van oudsher de individuele problematiek van kinderen meer centraal, vertelt de onderzoekster. “Veel hulpverleners
dachten vanuit de eigen discipline en expertise. Maar die brede blik op gezinnen is juist belangrijk: wat is de leefsituatie, hoe ziet het netwerk eruit?” Gelukkig hebben de jeugdzorg en gemeenten steeds meer oog voor een integrale aanpak en samenwerking tussen de disciplines. De decentralisaties in het sociale domein hebben daar ook extra nadruk op gelegd. “Die brede blik zie je steeds meer terug in wijkteams waarbinnen verschillende invalshoeken worden gebundeld. Of je het nu hebt over gezondheid, of participatie of psychische gesteldheid, armoede heeft op al die problemen heel veel invloed.” Ook ziet Trudi Nederland een nieuwe ontwikkeling waarbij gemeenten eerst de financiële problematiek van gezinnen aanpakken, alvorens hulpverlening in te zetten. “Mensen met complexe problemen, waaronder schulden, hebben een adempauze nodig. In Zaandam werkt de gemeente nu samen met private organisaties zoals de woningbouwcoöperatie en de energiebedrijven. Als dergelijke schuldeisers een pas op de plaats maken, de schuld deels opschorten of kwijtschelden, kunnen mensen eerst aan hun andere problemen gaan werken.”
Schuldhulpverlening
In de schuldhulpverlening ziet de onderzoekster eerder een omgekeerde houding met selectie aan de poort. Mensen die in scheiding liggen, een verslaving hebben of andere psychiatrische problemen, worden steeds vaker
afgewezen voor schuldhulpverlening. “Ook is er binnen de schuldhulpverlening vaak geen aandacht voor het effect op kinderen. Hoe gaat het gedurende die drie jaar dat mensen met hun kinderen onder het bestaansminimum leven? Daar zou meer aandacht voor mogen zijn. In ons onderzoek waren er kinderen waarbij het gas en licht werd afgesloten. Ook in de jaren daarna waren zij nog altijd bang dat dit opnieuw zou gebeuren.”
Kansen
De decentralisaties bieden voor gemeenten en jeugdhulpinstellingen kansen, meent Nederland. Mits iedereen achter hun bureau vandaan komt. “De wijkteams moeten de mensen gaan opzoeken in de wijken, ook de mensen die hun ramen dichtplakken en geen hulp zoeken. De ambtenaren moeten direct contact leggen met de doelgroepen van het minimabeleid.” Preventief en outreachend werken is belangrijk als er sprake is van armoede en (dreigende) schulden. Ook zou Nederland graag in ieder wijkteam een expert zien op gebied van inkomens problematiek en -voorzieningen. “Armoede en kinderen in de context van hun gezinssituatie zou ik erg willen promoten als apart aandachtspunt van gemeenten.”
Trudi Nederland: “Gelukkig hebben de jeugdzorg en gemeenten steeds meer oog voor een integrale aanpak en samenwerking tussen de disciplines.”
5
F OTO : SAK E R IJ PK EM A
“V
THEMA:
ARMOEDE
DOOR: FLORENCE TONK
Tien voor Toekomst zoekt de kracht van mensen Ilse Kikkers is gezinscoach bij programma Tien voor Toekomst van het Leger des Heils. Zij komt geregeld in gezinnen met grote financiële zorgen, die bovendien niet altijd de voordeur opendoen. Hoe weet zij deze gezinnen toch te bereiken?
“G
ezinnen die ik begeleid, kennen vaak armoede en schulden,” zegt Kikkers. “Maar wij kijken vooruit. Hoe krijgen we de zaak weer op de rails?” Dat doet Kikkers onder andere door het inschakelen van schuldhulpverlening of bewindvoering. Haar gezinnen zijn vaak al bekend bij meerdere hulpverleningsinstanties, maar zitten nog altijd, of opnieuw, in de problemen. Het zijn de zogenaamde multiprobleemgezinnen. Naast schulden hebben veel van hen een uitkering, een licht verstandelijke beperking en/of psychiatrische problemen. Regelmatig zijn dit ook zorgmijdende gezinnen, waarbij schaamte een rol kan spelen. Door ‘outreachend’ te werken, komt Kikkers toch
binnen met als einddoel een gezonde en veilige leefomgeving voor ouders en kinderen. “Wij geven niet op. Als het nodig is kom ik met een bosje bloemen of een fruitmand. Wij wachten mensen op bij het schoolplein, doen kaartjes in de bus als mensen niet opendoen. Soms willen ze na twee afspraken geen contact meer, maar wij blijven het contact zoeken op een laagdrempelige en open manier.”
Positief
Het Leger des Heils gaat uit van het positieve, vertelt Kikkers. “Waar zit de kracht van mensen? Wij schakelen het netwerk in en vragen ook: Wat wil je zelf? Wij staan naast de cliënt.”
Binnen het Leger zijn veel voorzieningen voor mensen met weinig geld, zoals een soepbus, een eetcafé en een ‘ReShare-winkel’. Daar kunnen mensen die daarvoor in aanmerking komen gratis tweedehandskleding uitzoeken. “Mensen kunnen ook binnenlopen bij een ‘Bij Bosshardt-voorziening’ voor buurtactiviteiten of een kopje koffie. En met mijn collega’s zijn we onderling creatief. Zo heb ik laatst voor een gezin een bericht op Facebook gezet: wie heeft er nog kleding over? Twee avonden werk en mijn hele auto lag vol.”
Samen doen
Kikkers is vanuit het Leger des Heils voor 50 procent gedetacheerd bij een
Samen Doen-team in Amsterdam. Via die wijkteams krijgt Tien voor Toekomst’ een groot deel van de instroom van gezinnen met armoedeproblematiek. “De teams proberen eerst zelf hulp in te zetten en schalen op zodra de problematiek zwaarder blijkt. De zorg die Tien voor Toekomst levert is intensiever.” “Het is niet de bedoeling dat mensen permanent afhankelijk worden van hulp”, zegt Kikkers. Daarom staat ook bij Tien voor Toekomst het bevorderen van de zelfredzaamheid voorop. “Ik kom niet om dingen uit handen te nemen. Hoe lang wij een gezin begeleiden varieert. Wij passen dat aan aan de vraag en behoefte van de cliënt.”
DOOR: MARTIN GERRITSEN
Ouder- en kindadviseurs vragen altijd verder
L
ygia werkt op een school in Slotermeer en Nafiye op twee scholen in Geuzenveld. Daar zijn ze altijd aanspreekbaar voor ouders. Nafiye: “We werken heel laagdrempelig. Ouders kunnen zo bij ons binnenlopen als ze hun kinderen in de klas hebben
gebracht. Maar ook huisartsen, scholen en de thuiszorg verwijzen ouders naar ons.” Lygia: “De vragen die we krijgen zijn heel divers. Soms kan een kind niet slapen, soms wil het niet naar school, soms eet het te veel of juist te weinig.
Wij vragen altijd verder om te kijken wat bijvoorbeeld de slaapproblemen veroorzaakt. Hebben ze een slaapritueel? Hoe gaat het met vader? Is er de laatste jaren iets ernstigs gebeurd? Zo ontdek je dat er soms meer speelt, bijvoorbeeld dat de ouders in een scheiding liggen, dat de eigen zaak failliet is gegaan of dat de vader is vertrokken naar Turkije.” Nafiye: “Soms lopen mensen heel lang met problemen rond voor ze bij ons komen. En soms is het verbazingwekkend hoe open ze zijn. Ik heb hier eens een moeder gehad die haar portemonnee op tafel gooide. ‘Dit is mijn laatste
euro. Wat moet ik nu?’ Dat ze zo open zijn, komt waarschijnlijk omdat wij niet met de vinger wijzen. En wij houden spreekuur op school, maar werken niet voor school. Wat ouders ons vertellen, vertellen we niet door. Natuurlijk is het soms belangrijk informatie te delen, met toestemming van de ouders. Als de ouders in scheiding liggen, is het handig als de juf en de ib-er daarvan afweten. Als je de ouders dat uitlegt, dan hebben ze ook meestal geen bezwaar als we de juf informeren. Iedere ouder wil toch het beste voor zijn of haar kind.”
Impact
Lygia: “Schulden hebben een enorme impact; op de huisvesting, relatieproblemen, de voeding, het sociale leven en de psychische gesteldheid. Als de schuldenproblematiek zo ernstig is dat dit tot een continue stress leidt, heeft het weinig zin om bijvoorbeeld slaapproblemen aan te pakken. Dan moet je eerst aan de schulden werken.” Nafiye: “We verwijzen de ouders dan naar de schuldhulpverlening, maar we gaan regelmatig mee naar een eerste afspraak. Soms kunnen wij de dingen net iets beter verwoorden en sommigen kunnen onze ondersteuning goed gebruiken.” De schuldhulpverlening houdt zich bezig met de schulden, de ouder- en kindadviseurs met de opvoedvragen. Lygia: “Uitgangspunt is dat wij mensen zoveel mogelijk zelf helpen. Meestal lukt dat ook, bijvoorbeeld met enkele gesprekken of het regelen van een aanvraag voor het sportfonds.” Nafiye: “Soms is meer nodig, ik kan bijvoorbeeld niet een jaar lang elke week op huisbezoek gaan. In dat geval kijken we samen met de ouders wat de mogelijkheden zijn. Hier op school zetten we bijvoorbeeld Salto in, een opvoedprogramma van Altra, maar het kan ook een programma van een andere zorgaanbieder zijn.” Lygia: “We kunnen ook doorverwijzen naar Samen Doen als de problemen het gezin boven het hoofd groeien. En als de veiligheid van het kind in het geding is, schakelen we natuurlijk Jeugdbescherming in.”
Toename
Gelukkig lukt het Lygia en Nafiye om in de meeste gevallen zelf te helpen, maar ze krijgen het steeds drukker. Beiden zien het aantal ouders in armoede alleen maar toenemen. Nafiye: “Het schrijnendst zijn de mensen die net boven de bijstandsnorm zitten, want zij vallen net buiten alle regelingen.” FOTO: SA K E R I JPK E MA
“Sommige mensen gaan heel creatief met armoede om”, zeggen ouder- en kindadviseurs Lygia van Berchem en Nafiye Heima. “Zij weten met simpele dingen het toch heel leuk te maken voor hun kinderen. Daarvoor hebben we groot respect.” Maar helaas gaat het niet iedereen zo af. Naar schatting van Lygia en Nafiye heeft 70 procent van de ouders die bij de ouder- en kindadviseurs voor hulp aankloppen te maken met financiële problemen.
6
Nafiye Heima en Lygia van Berchem: “Uitgangspunt is dat wij mensen zoveel mogelijk zelf helpen.”
THEMA:
ARMOEDE
DOOR: FLORENCE TONK
De helicopterview van de gezinsmanager “W
ij worden ingeschakeld bij onveiligheid van de kinderen, maar vaak is er veel meer aan de hand”, zegt Amel Bensalah. Armoede, maar ook psychiatrische problemen, pedagogisch onvermogen, een taalbarrière van ouders, vechtscheidingen; dat zijn een paar voorbeelden die Bensalah geregeld tegenkomt in haar werk. Allereerst brengt de gezinsmanager de zorgen, krachten en het gezinspatroon in kaart. Ze werkt aan een vertrouwensband met de gezinsleden en het netwerk, en inventariseert welke hulp kan worden ingezet om de veiligheid van de kinderen te waarborgen. “Een grondige analyse van de gezinssituatie is erg belangrijk”, zegt Bensalah. “Daarmee creëer je rust en overzicht.” De volgende stap is de verbinding met hulpverlening. Maar als er een ontruiming dreigt vanwege een torenhoge huurschuld, kan er te veel stress zijn om bijvoorbeeld te gaan werken aan pedagogische vaardigheden.
Vechtscheiding
Ze koppelde het gezin aan een hulpverlener uit een ‘Samen Doen-team’. “Hij is een generalist die ook goed is in mediation. Hij werkte aan betere communicatie tussen de ouders en naar de kinderen toe. Daarnaast moest er rust komen in de financiën. Bij DWI werden de vaste lasten automatisch afgeschreven en schuldhulpverlening bracht de schulden in kaart.” Ook moest het gezin haar best gaan doen. “Ik communiceer dat naar de ouders: wat zijn de consequenties als jullie niet meewerken?” Schaamte, juist voor armoede, is een belangrijke factor die ervoor kan zorgen dat de problemen lang verborgen blijven en erger worden. Bensalah: “Armoede begint vaak met een klein probleem. Een rekening niet betalen, aanmaningen negeren, niet toegeven dat je problemen hebt. Dit kan vervolgens escaleren in een complex van problemen.”
Haalbare doelen
Om armoede aan te pakken werkt Bensalah begeleidde een gezin in Bensalah het meest samen met vechtscheiding, met vier kinderen én schuldhulpverleners, sociale raadsgrote financiële problemen. Er dreigde lieden en DWI. “Voor noodbijstand een ontruiming waarna de kinderen uit moet ik soms echt knokken bij DWI. huis geplaatst moesten worden. Laatst had ik een bijstandsmoeder
F OTO: SAKE RIJ PKEMA
Amel Bensalah is gezinsmanager bij Jeugdbescherming, met als werkregio Overtoomse Veld. Haar expertise als voormalig schuldhulpverlener komt goed van pas bij veel gezinnen in haar caseload. Gezinnen waarin gebrekkige financiën veel stress veroorzaken.
Amel Bensalah: “Als een ontruiming dreigt vanwege een torenhoge huurschuld, kan er te veel stress zijn om te werken aan pedagogische vaardigheden.” die verbaal begaafd was maar toch heerste er thuis grote chaos, financieel en in de verzorging van de kinderen. Voor haar regelde ik een Persoonlijkheidsonderzoek. Helderheid over het mentale vermogen van moeder was een voorwaarde voor noodbijstand. Ik
regelde inkomens- en budgetbeheer en outreachende hulpverlening. De moeder bleek een licht verstandelijke beperking te hebben. We namen haar dingen uit handen, de school werkte goed mee. Zo’n aanpak werkt: door gezamenlijk haalbare doelen te stellen
en goed samen te werken met alle ketenpartners. Als gezinsmanager heb je een helicopterview en kijk je waar het gezin het meest bij gebaat is. Alles in het teken van de veiligheid van de kinderen.”
FONDSEN
De regio Amsterdam kent talloze fondsen om mensen bij te springen als het financieel tegenzit. Een deel van de fondsen werkt gemeentelijk, sommige regionaal en enkele landelijk. Het is onmogelijk een overzicht van alle fondsen te geven, maar hieronder staan enkele belangrijke. • Nationaal Fonds Kinderhulp, voor financiering van onder andere fiets, laptop, vakantie, kamerinrichting, kleding, zwemles en contributie sportclub. Zie: www.kinderhulp.nl • Fonds Bijzondere Noden Amsterdam biedt Amsterdamse gezinnen noodhulp, denk aan een wasmachine, kamerinrichting, babyspullen en kleding. Zie: www.fbna.nl • JeugdSportfonds. Zie de achterpagina van Jong aan de Amstel. Zie: amsterdam.jeugdsportfonds.nl • Cultuurfonds onder andere voor de contributie voor muziek-, theater- en danslessen. Zie: www.jongerencultuurfonds.nl
• RCOAK en Pape-fonds. Twee fondsen voor noodhulp voor gezinnen, soms in de vorm van een lening, om bijvoorbeeld uithuisplaatsing te voorkomen. Zie: www.rcoak.nl of www.papefonds.nl • Betsy Perk-opleidingsfonds. Biedt een beurs en/of renteloze lening voor opleiding van vrouwen onder de dertig jaar. Zie: www.tesselschade-arbeidadelt.nl/fondsen/betsy+perk-opleidingsfonds+bpo • Fundatie van de Vrijvrouwe van Renswoude. Biedt beurs en/of renteloze lening voor opleiding van personen tot 30 jaar. Zie: www.fundatievanrenswoude.nl • Sandia Stichting. Fonds op het gebied van onderwijs. Zie: www.sandiastichting.nl • Polisupport. Fonds van de Opvoedpoli om bij te springen als geen enkele andere manier van financiering kan worden gevonden. Zie: www.polissupport.nl
DOOR: TAMARA FRANKE
Geldproblemen kunnen behandeling frustreren De Bascule behandelt in de gezinskliniek gezinnen bij wie veel problemen spelen, zoals opvoedproblemen en psychiatrische problemen. Kinderen kunnen angstig of somber zijn, opstandig gedrag vertonen of problemen hebben in contact met anderen. Bij volwassenen kunnen dat heftige boosheid, angst, wisselende stemmingen of klachten door onverwerkte gebeurtenissen zijn. Maar hoe pak je deze problemen aan als financiële problemen alle energie uit een gezin zuigen?
“G
eldproblemen kunnen zo ernstig zijn dat het voor ouders bijna onmogelijk is aandacht te geven aan wat wij belangrijk vinden, zoals veiligheid voor kinderen”, zegt S imonette de Vriese, eerste behandelaar bij de Gezinskliniek. Toch is het belangrijk deze zaken aandacht te geven. “Maar,” zo beaamt Mariël Vlak, kinder- en jeugdpsychiater, “geldzorgen overheersen alle andere zorgen en zolang daarin geen zicht op verbetering is, is behandeling in de gezinskliniek bijna zinloos. Of zelfs onmogelijk.”
Kosten
Die onmogelijkheid heeft te maken met het wegvallen van allerhande voorzieningen. Zo is het de bedoeling
dat de kinderen vanuit de gezinskliniek naar hun eigen school blijven gaan. “Maar reiskosten zijn vaak een probleem”, zegt Judith Witte, manager van de Gezinskliniek. “In het verleden werd er nog wel eens een potje gevonden waaruit we dit konden financieren. Maar die potjes zijn er niet meer.” Nog ernstiger wordt het wanneer het gezin vanwege achterstallige huur uit huis is gezet. Behandelaar De Vriese: “Een stabiele plek is belangrijk. Tijdens de behandeling gaat het gezin namelijk van zaterdag op zondag naar huis, maar hoe doe je dat als je geen huis hebt. Een vaste woonplek is dus een vereiste om te kunnen starten met de behandeling.”
7
Vergoeding
Behandeling in de gezinskliniek is dus moeilijk als een gezin in armoede leeft. Zeker omdat de huidige ziektekostenwet als obstakel werkt. Zo hebben gezinnen die financieel aan de ondergrens leven, vaak een hoog eigen risico waardoor ze sneller geneigd zijn van hulp af te zien. Maar zelfs als ze goed zijn verzekerd, is het nog geen garantie dat ze hulp krijgen. Sommige ziektekostenverzekeraars kopen voor een beperkt budget in, met beperkte mogelijkheden om ouders op te nemen. Op het moment dat het budget verbruikt is en het jaar nog niet om is, kan de Bascule geen nieuwe gezinnen in de kliniek plaatsen.
Onwenselijk
Iedereen is ervan overtuigd dat dit onwenselijk is. Manager Witte: “Het is slecht voor het gezin en slecht voor de kinderen. Als je niet helpt, kan de situatie escaleren met de mentale en fysieke schade van dien. Met als gevolg dat de latere behandeling alleen maar intensiever en duurder zal worden.” Gesprekken met ziektekostenverzekeraars zijn in volle gang met als doel dat gezinnen die dat echt nodig hebben ook behandeld kunnen worden. Daarnaast kijkt de Bascule samen met de netwerkpartners naar mogelijkheden om de schulden van het gezin aan te pakken, zodat behandeling in de gezinskliniek effectiever zal zijn.
THEMA:
PESTEN DOOR: MARTIN GERRITSEN
Abdellah Ahrouch en Eugénie Landburg
‘Sporten is gezond en je leert er basisvaardigheden’ Alle kinderen (die dat willen) moeten kunnen sporten. Dat is het uitgangspunt van het Jeugdsportfonds. Eugénie Landburg, coördinator/officemanager bij het Jeugdsportfonds Amsterdam en Abdellah Ahrouch, sportzorgcoördinator bij Spirit Actief, vertellen hoe ze dit mogelijk maken voor de jongeren van Spirit.
A
bdellah: “Het is belangrijk dat onze cliënten wat doen in hun vrije tijd. Vaak vullen we dat in met sport. Sporten is namelijk niet alleen gezond, het zorgt er ook voor dat een jongere bepaalde basisvaardigheden leert, zoals omgaan met winst en verlies, op tijd komen en samenwerken. Als sportzorgcoördinator zorg ik ervoor dat deze jongens terecht kunnen bij een sportvereniging die de jongens op een goede manier opvangen en met hen weten om te gaan. Als je ze niet goed opvangt, heb je de kans dat ze nooit aankomen bij de club. En je moet met hen weten om te gaan. Je moet ze bijvoorbeeld niet direct wegsturen als ze een keer te laat zijn. Wij hebben in het verleden gastlessen gegeven aan bijvoorbeeld trainers van de KNVB. Trainers zijn vaak bezig met voetbaltechnische zaken, maar leren niet hoe ze om kunnen gaan met gedrag. Dat vertellen wij. Daar hebben niet alleen onze jongeren wat aan, maar daarvan profiteren alle jongeren van de sportvereniging.”
FOTO: SAKE RIJPKE MA
Armoede
DE CLIENT
Bright Amponsah, 15 jaar, cliënt van Spirit
DOOR: MARTIN GERRITSEN
‘Ik heb nog nooit een kaart of tijdstraf gehad’ “Sinds dit jaar voetbal ik bij de B1 van Real Sranang. Op de positie van rechtsback. Het gaat goed. Afgelopen zaterdag hebben we nog met 7-1 gewonnen. Mede daardoor staan we nu op de tweede plaats met maar 2 punten achterstand op de koploper. We kunnen dus nog steeds kampioen worden.” “Voetbal is heel belangrijk voor me. Ik ben er altijd mee bezig. Ik train drie keer per week en heb eens per week een wedstrijd. Ik zou niet weten wat ik zonder voetbal zou moeten doen. Ik ben daarom ook blij dat het Sportfonds er is. Dat heeft mijn moeder voor mij aangevraagd. Zonder het Sportfonds had ik hier dus niet gezeten.” “Dat van het Sportfonds heeft Dorothy Blackman geregeld. Zij is jeugdmaatschappelijk werker bij Spirit. Ik kreeg met haar te maken toen ik in aanraking kwam met justitie. Waarom vertel ik liever niet. Dat ik bij Spirit kwam had ook een beetje te maken met mijn verleden. Op school had ik namelijk vaak ruzie. Andere leerlingen daagden me uit en gingen daar net zo lang mee door tot ik kwaad werd, net zo lang tot het fout
ging. Nee, dat is niet leuk. Ik vind het ook geen leuke school waarop ik zit, maar ik kan niet naar een andere school. Die willen me niet, want ik zit nu op het speciaal onderwijs.” “Gelukkig gaat het nu wel beter. Dat komt omdat ik in een cursus heb leren omgaan met mijn agressie. Ik reageer nu ook niet meer als ze me uitdagen. Ik probeer het uit de weg te gaan.” “Het opvallende is dat ik met voetbal geen problemen heb. Ik heb nog nooit een kaart of tijdstraf gehad. Natuurlijk dagen ze je op het veld ook uit. Dan trekken ze even aan je shirt of krijg je een duw als de scheids niet kijkt. Maar dat is anders. Dat hoort bij het spel. En na de wedstrijd geef je elkaar gewoon een hand. Op het veld heb ik dan ook nooit ruzie. En als er al een keer iets gebeurt, loop ik ervan weg. Ook al omdat je weet dat je je hele team dupeert als je een kaart krijgt. Ze zeggen weleens dat voetbal goed is om te leren omgaan met je agressie, maar voor mij gaat dat niet op. Ik speel voetbal omdat dat het mooiste is wat er is. Het liefst wil ik dan ook prof worden.”
8
Abdellah: “De problemen waarvoor de jongeren bij ons komen, zijn heel divers, maar armoede speelt bij veel van hen een rol. Dat betekent dat ze vaak geen geld hebben voor een sportclub. Sommige kinderen die uit huis zijn geplaatst hebben soms helemaal niemand op wie ze een beroep kunnen doen. Daarom is het belangrijk dat er een Jeugdsportfonds is.” Eugénie: “Het Jeugdsportfonds is een particuliere organisatie die de contributie en/of de sportattributen betaalt voor kinderen uit gezinnen die leven van een uitkering, in de schuldsanering zitten of een inkomen hebben onder het sociaal minimum. Zij kunnen het sporten vaak niet betalen en hun aantal wordt alleen maar groter, want de armoede neemt toe. Het is dus niet alleen bedoeld voor jongeren uit de jeugdzorg. Wij willen sporten financieel mogelijk maken voor alle jongeren van vier tot en met achttien jaar. Mensen met een stadspas komen ervoor in aanmerking, maar ook anderen die in armoede leven.” “We bieden een vangnet. We vergoeden de contributie voor maximaal een jaar met een maximum van 200 euro. Kinderen en ouders kunnen dit overigens niet zelf aanvragen. Dat kunnen alleen intermediairs, zoals jeugdmaatschappelijk werkers, ouderen kindadviseurs en leraren.”
Vitaal Eugénie: “Het Jeugdsportfonds vindt het ook belangrijk dat de sportverenigingen deze kinderen een echte kans durven geven. Sommige verenigingen doen dat niet. Die selecteren hun leden alleen op kwaliteit of de betrokkenheid van de ouders, maar er zijn genoeg verenigingen die wel blijk geven van hun maatschappelijke betrokkenheid. Zo is er een hockeyvereniging die bewust tien gratis lidmaatschappen aanbiedt aan deze kinderen.” Abdellah: “Vier van de vijf verenigingen werken graag met ons samen. En er zijn ook genoeg bedrijven die iets willen betekenen. Kijk, 200 euro voor contributie is een hele belangrijke stap, maar bij sommige sporten komt er meer kijken. Je hebt bijvoorbeeld een shirt nodig of kicksen. Daarin kunnen bedrijven wat betekenen. Zo kreeg ik eens van Nike Outlet 300 kicksen voor onze jongeren.” Meer informatie: www.amsterdam.jeugdsportfonds.nl