Snel met Poetin om de tafel Onlangs becijferde werkgeversorganisatie VNO-NCW dat de sancties van de Europese Unie ons land wel eens 1,5 miljard euro kunnen kosten. Ik denk dat de schatting van het VNO-NCW aan de lage kant is als er een echte handelsoorlog met Rusland komt. Hoewel er al enige tijd sprake is van een economisch herstel in de Europese Unie, heeft de vliegramp met MH17 tot een omslag in het vertrouwen van consumenten en producenten geleid. De EUsancties tegen Rusland en de tegensancties van Russische kant komen op een ongunstig moment, maar deze waren uiteindelijk onvermijdelijk. De EU-sancties tegen Rusland nemen serieuze vormen aan. Uiteindelijk hangt de totale schade af van de duur van de sancties. Duren de sancties kort, dan vallen de gevolgen mee. Wij hebben immers veel eigen gas en op korte termijn genoeg voorraden. Duren de sancties lang, dan is de schade groter dan in omringende landen. Dit en vorige kabinetten hebben immers hard gewerkt om van Nederland een internationale gasrotonde te maken. We zijn daarvoor een strategisch partnerschap met Rusland aangegaan. Als die relatie permanent beschadigd raakt, kan dat grote negatieve effecten hebben voor onze economie. Daarnaast is Nederland als agrarisch exportland extra gevoelig voor de EU-sancties en de Russische tegensancties. Opgemerkt moet worden dat de EU-sancties nog onvoldoende zijn op het gebied van de wapenverkopen naar Rusland, omdat het embargo alleen voor nieuwe verkopen van wapens geldt. Het is vreemd dat Frankrijk als voornaamste verkoper van wapens hierover binnen de EU kan onderhandelen. Ik vrees dat Frankrijk niet instemt met een onmiddellijke ingang van het wapenembargo en haar nationale belangen weer zal laten prevaleren.
Het gevaar van een echte handelsoorlog tussen Europa en Rusland is zeker aanwezig en zal op lange termijn zeer kostbaar zijn. Poetin is nu al bezig om naar andere landen, bijvoorbeeld Iran, te kijken om Ruslands gasexporten veilig te stellen. Het strategisch belang van de gasrotonde kan voor ons land op lange termijn nog wel eens groter blijken te zijn dan de agrarische exporten. Uiteindelijk zullen de kosten van een echte handelsoorlog tussen Europa en Rusland zo hoog zijn dat beide partijen wel gedwongen worden om een akkoord te sluiten. Daarom moet de EU snel met Poetin om de tafel om zo’n handelsoorlog te voorkomen. metronieuws.nl
Langdurige sancties negatief voor Nederlandse economie Mijn cijfer voor mijn Economische Barometer van augustus 2014 is verlaagd tot 6,6, dus 0,1 lager dan in juli 2014. Mijn toelichting op dit lagere cijfer van 6,6 is als volgt:
Hoewel er al enige tijd sprake is van een economisch herstel
in de Europese Unie, heeft de vliegramp in Oost-Oekraine tot een omslag in het vertrouwen van consumenten en producenten geleid. De EU-sancties tegen Rusland en de tegensancties van Russische kant komen op een ongunstig moment maar deze waren uiteindelijk onvermijdelijk. De EU-sancties tegen de Russische Federatie nemen serieuze vormen aan. Uiteindelijk hangt de totale schade af van de duur van de sancties. Duren de sancties kort, dan vallen de gevolgen mee. Wij hebben immers veel eigen gas en op korte termijn genoeg voorraden. Duren de sancties lang, dan is de schade groter dan in omringende landen. Dit en vorige kabinetten hebben immers hard gewerkt om van Nederland een internationale gasrotonde te maken. We zijn daarvoor een strategisch partnerschap met Rusland aangegaan. Als die relatie permanent beschadigd raakt, kan dat grote negatieve effecten hebben voor onze economie. Daarnaast is Nederland als agrarisch exportland extra gevoelig voor de EU-sancties en de Russische tegensancties. Opgemerkt moet worden dat de EU-sancties nog onvoldoende zijn op het gebied van de wapenverkopen naar Rusland, omdat het embargo alleen voor nieuwe verkopen van wapens geldt. Het is vreemd dat Frankrijk als voornaamste verkoper van wapens hierover binnen de EU kan onderhandelen. Ik vrees dat Frankrijk niet instemt met een onmiddellijke ingang van het wapenembargo en haar nationale belangen weer zal laten prevaleren. Het gevaar van een echte handelsoorlog tussen Europa en Rusland is zeker aanwezig, maar zal op lange termijn zeer kostbaar zijn. Uiteindelijk zal er op lange termijn wel een akkoord komen.
Economische valt stil
groei
eurozone
(Website BNR) – De economische groei in de eurozone is in het tweede kwartaal gestagneerd ten opzichte van het kwartaal daarvoor. Dat blijkt uit cijfers van het Europees statistiekbureau Eurostat. Daarmee presteren de economieën iets slechter dan gedacht. Economen rekenden op een vooruitgang met 0,1 procent, waarmee de groei een fractie lager zou zijn uitgekomen dan in het eerste kwartaal, 0,9 procent op jaarbasis. Dat de economische groei stil is komen te vallen, komt voor een deel door het handelsconflict met Rusland. “We zien in Nederland, maar ook in Duitsland en Frankrijk de gevolgen van de sancties tegen Rusland en de Russische boycot die daarop volgde”, zegt Sylvester Eijffinger, hoogleraar Financiële Economie aan de Tilburg University. Daarbij verwees Mario Draghi, de president van de Europese Centrale Bank, naar de structurele hervormingen die door landen uit de Eurozone zouden moeten worden doorgevoerd. Eijffinger: “Maar dat hapert. Vooral in Frankrijk. President François Hollande is een soort rabbit in the spotlight, hij beweegt niet.” Ook de ontwikkelingen van de Duitse en Italiaanse economie vielen tegen. In beide landen ging de economie 0,2 procent achteruit ten opzichte van het eerste kwartaal. “Wat we in Duitsland zien heeft te maken met een aantal maatregelen die zijn genomen zijn door de grote coalitie”, zegt de hoogleraar. “Bijvoorbeeld het invoeren van het minimum-uurloon, de tolheffing die eraan komt. Allemaal zaken die een negatieve invloed hebben op de economische groei.” Juist het doorvoeren van die ‘structurele hervormingen’ zijn
cruciaal, stelt Eijffinger. “Dan moet je denken aan de huizenmarkt, de arbeidsmarkt. Maar ook sociale zekerheid en de pensioenen. Die kunnen we ons niet meer permitteren. Frankrijk is typisch een land dat al jaren boven zijn stand leeft. Die moeten toch eens de tering naar de nering zetten.” De situatie rond Oekraïne blijft een risicofactor. Eerder maakte het Centraal Plan Bureau bekend dat een escalatie van het conflict de groei van de Nederlandse economie eveneens kan doen stagneren. Maar stel dat het echt tot een handelsoorlog met Rusland komt, zegt de hoogleraar, dan zal dat een effect hebben op de gehele Europese economie.
Snel met Poetin om de tafel om handelsoorlog te voorkomen (Economenpanel BNR website) – “Terug naar de tafel en proberen een oplossing te vinden.” Dat is volgens Nederlandse economen wat het Westen nu moet doen om de verstoorde relatie met het Rusland van Poetin te herstellen. Als we niet snel gaan praten met de Russen, kunnen de wederzijdse sancties uitmonden in een harde handelsoorlog, zo waarschuwen de economen. “We moeten voorkomen dat dit helemaal uit de hand loopt, dat het een echte regelrechte handelsoorlog wordt. Dan verliest iedereen. Hoe langer de boycot en de tegensancties duren, hoe schadelijker de gevolgen. Niet alleen op het gebied van voedselprijzen die dumpprijzen worden, maar het gaat verder”, begint Eijffinger. “Nederland heeft een speciale positie. Nederland heeft een gasvoorraad, dus zal niet zo gauw geraakt worden door de gas- en olie-exporten uit Rusland die minder worden. Maar Nederland neemt wél deel aan een groot
strategisch project: de gasrotonde.” “Je ziet dat Poetin nu al bezig is om naar andere partners te kijken voor z’n exporten. Zo worden Iran en andere landen benaderd. Het strategisch belang van de sancties voor Nederland kunnen op lange termijn nog wel eens groter zijn dan puur de exportproducten. We moeten voorkomen dat dit helemaal uit de hand loopt, dat het een echte regelrechte handelsoorlog wordt. Dan verliest iedereen.” (Bekort door de webmaster)
Griekenland moet nu belasting gaan innen
echt
(BNR website) – De economische toekomst van Griekenland. Daarover houdt het blad The Economist een ronde tafelgesprek met allerlei hotshots. De Griekse premier, de minister van Financiën, een bestuurder van de ECB: iedereen en alles wordt uit de kast getrokken om na te denken over het toekomstplaatje van Griekenland. Economieredacteur Jelle Maasbach wilde dat niet afwachten en organiseerde namens BNR een eigen ronde tafelgesprek. Langzaamaan lijkt Griekenland uit de problemen te komen. Begin deze week kreeg het land een miljard euro van Brussel, waarna er nog drie van zulke tranches volgen. Daarmee zou het goed moeten komen met het land. Maar de deelnemers van dit BNR’s ronde tafelgesprek vertrouwen daar nog niet op. ‘Grieken zijn er nog niet’ ‘Sylvester Eijffinger, hoogleraar economie aan de Tilburg
University, zegt dat er nog steeds niet structureel is hervormd. “Iedereen denkt dat Griekenland nu weer boven Jan is. Dat is een beetje het geval in de zin dat ze weer kredietwaardig zijn geworden. Máár: we zijn er nog lang niet.” Het eerste dat Griekenland moet aanpakken, is het belastingsysteem, betoogt Eijffinger. “Belastinginning is altijd een groot probleem geweest in Griekenland. Men kon heel goed de verschuldigde belasting ontlopen, ontwijken of zelfs ontduiken. Dat moet beter.’ Flexibele arbeidsmarkt En ook de arbeidsmarkt moet aangepakt worden om flexibeler te worden. Jaap Koelewijn, hoogleraar Finance aan de universiteit van Neyenrode, sluit zich daar bij aan. Er is een grote rol weggelegd voor de overheid. Koelewijn: “Het flexibiliseren van de economie, het bestrijden van corruptie, het zorgen voor betalen van belastingen. Kortom: alles wat Griekenland nodig heeft om een beschaafd land te worden.” Dat wordt een lastig to do-lijstje en gaat bovendien even duren. Maar het is echt nodig, zegt Koelewijn. “Dat werk je natuurlijk nooit zomaar weg. Dat is een uitgesloten verhaal. Maar als je niet doet en de druk er niet op houdt, zullen ze tot in lengte van jaren problemen gedompeld blijven. Uiteindelijk heeft iedereen er belang bij Griekenland zich daar los van weet te maken.” Één grote rotzooi Sweder van Wijnbergen, hoogleraar economie aan de Universiteit van Amsterdam, kan er over meepraten. Het derde panellid van dit ronde tafelgesprek hield zich in de jaren ’80 bij de Wereldbank bezig met Mexico. Dat land had een lagere schuld dan Griekenland, maar er waren overeenkomsten. “Qua noodzaak tot hervormingen leek het erg op Griekenland. Het was een land waar helemaal niks klopte. Niemand betaalde belasting, het was corrupt, het was één grote rotzooi. Daar moest eigenlijk alles veranderen. Dat is een proces geweest dat toch zeker 10, 12
jaar geduurd heeft.” Maar daarvoor moet het allerbelangrijkste nu eens aangepakt worden. Wat Van Wijnbergen betreft ook hét agendapunt voor dit gesprek: het schuldniveau van Griekenland. Afschrijven is de enige optie. “Ik denk dat Griekenland over een jaar of 3,4 weer een probleem heeft. Dat ligt voor een deel niet aan hun, maar aan hoe wij er mee omgaan. Wij erkennen gewoon niet dat er te veel aan Griekenland uitgeleend is.” Kwijtschelden schulden De nodige actiepunten voor de Griekse overheid zijn nu voorbij gekomen, maar de economen zijn het eigenlijk wel eens: Europa heeft de belangrijkste taak. Dat is het kwijtschelden van schulden. Want zonder die maatregel is het leuk praten over Griekenland, maar niet over de economische toekomst.
Euro goedkoper maken is nu geen taak voor de ECB (MeJudice) – De Europese Centrale Bank (ECB) moet zijn monetaire beleidsinstrumenten niet gebruiken om de wisselkoers van de euro te beïnvloeden. De ECB moet zich primair blijven richten op prijsstabiliteit, schrijft Sylvester Eijffinger. We moeten niet denken dat de ECB alle problemen kan oplossen die de eurozone bedreigen. Wisselkoersbeleid verstandig? De euro is duur ten opzichte van de dollar. Dat belemmert de export van Europese landen en zou het fragiele economische herstel in Europa in de weg kunnen zitten. Moeten dergelijke overwegingen een rol spelen in het monetaire beleid van de ECB? Over die vraag stelde ik mijn advies (zie link naast
artikel) op aan het Europees Parlement in het kader van de driemaandelijkse monetaire dialoog met ECB-president Mario Draghi op 14 juli aanstaande. Mijn antwoord is negatief. Onder bepaalde omstandigheden kan het beïnvloeden van wisselkoersen een gunstig bijeffect zijn van monetair beleid, maar daar is momenteel geen sprake van. Erger nog, pogingen om de wisselkoers van de euro te beïnvloeden, brengen het primaire beleidsdoel van de ECB – prijsstabiliteit – in gevaar. De eerste indicatie dat prijsstabiliteit in gevaar is kunnen wij zien in de prijzen van financiële activa die uiteindelijk zullen overslaan naar de prijzen van goederen en diensten. Het kan dan mis gaan als straks de economie aantrekt en de geldhoeveelheid moet worden ingeperkt. In mijn advies pleit ik voor het zo zuiver mogelijk houden van de rol van de ECB, mede in de traditie van Tinbergen die leerde dat elk op zichzelf staand beleidsdoel een op zichzelf staand beleidsinstrument vereist. Concurrentiekracht zaak van regeringen Uiteraard zou een goedkopere euro de Europese economie helpen, maar de verantwoordelijkheid daarvoor moeten we niet bij de ECB leggen. De concurrentiekracht van Europa is vooral een zaak van nationale regeringen: zíj moeten de economische hervormingen die nodig zijn ter hand nemen en zíj moeten een strak begrotingsbeleid voeren. De ECB kan niet alles oplossen. Met een (ruime) geldpolitiek die andere doelen lijkt na te streven dan prijsstabiliteit wordt dat wel gesuggereerd. Met dit beleid zou de ECB bovendien proberen deflatie te voorkomen in de zuidelijke landen van Europa. Terwijl het in die landen gaat om specifieke problemen, die alleen op te lossen zijn als men bereid is door de zure appel heen te bijten. ECB moet zijn beperkingen kennen Ik vrees dat het hanteren van meervoudige doelen uiteindelijk de geloofwaardigheid van het ECB-beleid kan ondergraven. Zijn de beleidsmakers in Frankfurt dan nu de Rubicon al overgestoken? Dit is in ieder geval de verkeerde richting. Ze
zijn dan nog niet aan de overkant, maar staan wel middenin het water. Laten wij hopen dat Draghi en zijn collega’s weer terugkeren van hun oversteek en zich verder onthouden van monetaire experimenten die contraproductief werken.
ECB is er niet om voor een zwakkere euro te zorgen (Econtrack) – De Europese Centrale Bank (ECB) moet zijn monetaire beleidsinstrumenten niet gebruiken om de wisselkoers van de euro te beïnvloeden. “De ECB moet zich primair blijven richten op prijsstabiliteit”, schrijft hoogleraar Sylvester Eijffinger van Tilburg University in een advies aan het Europees Parlement, in het kader van de monetaire dialoog met ECB-president Mario Draghi. De euro is duur ten opzichte van de dollar. Dat belemmert de export van Europese landen en zou het fragiele economische herstel in Europa in de weg kunnen zitten. Moeten dergelijke overwegingen een rol spelen in het monetaire beleid van de ECB? Over die vraag stelde Eijffinger zijn advies op aan het Europees Parlement. Zijn antwoord is glashelder. Nee, beredeneert Eijffinger, onder bepaalde omstandigheden kan het beïnvloeden van wisselkoersen een gunstig bijeffect zijn van monetair beleid, maar daar is momenteel geen sprake van. Erger nog, pogingen om de wisselkoers van de euro te beïnvloeden, brengen het primaire beleidsdoel van de ECB – prijsstabiliteit – in gevaar. “Het kan dan mis gaan als straks de economie aantrekt en de geldhoeveelheid moet worden ingeperkt”, aldus Eijffinger in een toelichting. Concurrentiekracht
De hoogleraar pleit herhaaldelijk voor het zo zuiver mogelijk houden van de rol van de ECB, mede in de traditie van Tinbergen die leerde dat elk op zichzelf staand beleidsdoel een op zichzelf staand beleidsinstrument vereist. “Uiteraard zou een goedkopere euro de Europese economie helpen, maar de verantwoordelijkheid daarvoor moeten we niet bij de ECB leggen. De concurrentiekracht van Europa is vooral een zaak van nationale regeringen: zíj moeten de economische hervormingen die nodig zijn ter hand nemen en zíj moeten een strak begrotingsbeleid voeren. De ECB kan niet alles oplossen.” Zure appel Met een (ruime) geldpolitiek die andere doelen lijkt na te streven dan prijsstabiliteit wordt dat wel gesuggereerd, meent Eijffinger. Met dit beleid zou de ECB bovendien proberen deflatie te voorkomen in de zuidelijke landen van Europa. “Terwijl het in die landen gaat om specifieke problemen, die alleen op te lossen zijn als men bereid is door de zure appel heen te bijten.” Rubicon Eijffinger vreest dat het hanteren van meervoudige doelen uiteindelijk de geloofwaardigheid van het ECB-beleid kan ondergraven. Zijn de beleidsmakers in Frankfurt dan nu de Rubicon al overgestoken? “Dit is in ieder geval de verkeerde richting”, aldus de hoogleraar. “Ze zijn dan nog niet aan de overkant, maar staan wel middenin het water.” (Auteur Geert Dekker)
Hoe komt Europa dichter bij de burger? De Europese verkiezingen zijn voorbij en hebben een ondubbelzinnige uitslag opgeleverd. Eurosceptici hebben flink gewonnen, behalve in Nederland. De kiezer heeft een signaal aan de Europese politici afgegeven. Europa moet dichter bij de burger komen te staan. Dit betekent dat Europese Raad, Commissie en Parlement een duidelijke en serieuze agenda voor Europa dienen te formuleren. Sommige taken moeten van het Europese niveau weer teruggebracht worden naar het nationale of zelfs regionale niveau. Waarom houdt de Europese Commissie zich bezig met de kwaliteit van Edammer kaas of Parmaham? Andere taken dienen juist naar het Europese niveau gebracht te worden om aangepakt te kunnen worden. Denk aan het asiel- en immigratiebeleid, dat nu op nationaal niveau geregeld is en zo lek als een mandje is getuige de menselijke drama’s. Meer dan ooit is er behoefte aan een visie op de toekomst van Europa, waarbij de instellingen aan een grondige herziening toe zijn. Daarbij zou een nieuwe generatie van politici welkom zijn. De burger wil niet alleen de nadelen voelen, maar ook de voordelen van het nieuwe Europa zien. Wat zou het leidende beginsel bij deze nieuwe indeling van taken en bevoegdheden op Europees, nationaal en regionaal niveau behoren te zijn? Voor mij is dat het beginsel van de subsidiariteit. Dat houdt in dat alle publieke goederen en diensten op het laagst denkbare niveau geregeld en verschaft moeten worden, op dat niveau waarop de externe effecten van elk goed of elke dienst voelbaar en zichtbaar zijn. Europa is doorgeschoten in zijn drift om alles op het hoogste niveau te willen regelen en verschaffen.
Het subsidiariteitsbeginsel is een eeuw geleden bedacht door Paus Leo XIII als antwoord op de klassenstrijd tussen het kapitalisme en het socialisme. Ook in de moderne politieke economie blijkt het beginsel te leiden tot een optimale voorziening van publieke goederen en diensten. Door een grondige herziening van de taken en bevoegdheden van de Europese instellingen kan Europa inderdaad dichter bij de burger gebracht worden. Laten wij hopen dat de Europese politici deze unieke kans niet voorbij laten gaan en tegemoet komen aan de steeds kritischer wordende Europese burgers. De volgende Europese verkiezingen zouden anders nog slechter kunnen aflopen dan nu en dan zijn de eurosceptici niet meer tegen te houden.