Small Business & Retail Management

DEEL 2

Small Business & Retail Management SB & RM voltijds en RM Duaal

Studiegids | 2011-2012

Stenden hogeschool Rengerslaan 8 Postbus 1298 8900 CG LEEUWARDEN Algemeen T (058) 244 1441 [email protected] Opleiding T (058) 244 1566/1443 F (058) 244 14 61 [email protected] N.B.: daar waar in dit document Stenden vermeld staat, wordt Stenden hogeschool voorheen CHN bedoeld

Voorwoord Beste student, We vinden het fijn dat je (wederom) gekozen hebt voor de opleiding Small Business & Retail Management. We feliciteren je met de keuze voor een praktijkgerichte opleiding die je opleidt voor een mooie loopbaan in de retail sector of die je voorbereidt om een eigen bedrijf te starten. Wij heten je van harte welkom en wij hopen dat je het hier naar je zin zult hebben. Voor nieuwe studenten zal het even wennen zijn; een nieuwe school, een andere stad, op kamers wonen of studeren naast je werk. Er komt vaak heel wat kijken bij de start van een HBO-opleiding. Ons enthousiaste, ondernemende en betrokken team van docenten staat gedurende de studie voor je klaar om je te ondersteunen bij het ontwikkelen van de vereiste beroepscompetenties. Onze docenten brengen allen ervaring mee uit de beroepspraktijk en staan voor een persoonlijke benadering van de student. Binnen Stenden heb je, net zoals elders, een heleboel rechten met daarnaast ook plichten. Deze zijn opgenomen in twee boekjes. In het Studentenstatuut deel 1 vind je naast allerlei praktische informatie over de hele hogeschool ook allerlei regelingen waarin de rechten en plichten van de studenten zijn vastgelegd, zoals: het Inschrijfreglement, de Regeling Studieadvies, het Centrale Examenreglement, de Medezeggenschapsreglementen, de Huisregels, de Klachtenregeling, het Reglement van het College van Beroep, enzovoorts. Deel 1 kun je vinden op Intranet en Internet. Informatie over de opleidingen binnen de Retail Business School zelf staan vermeld in de Studiegids die hier voor je staat; deze wordt formeel Studentenstatuut deel 2 genoemd. De Studiegids bevat informatie over de opleiding en geeft een beschrijving van de opbouw van de studie en de ondersteunende faciliteiten. Je kunt hierin o.a. informatie vinden over de studiebegeleiding, de onderwijs- en examenregeling, de moduulcoördinatoren, de stage, de examencommissie, etcetera. De Studiegids SB&RM wordt Nederlandstalig gepubliceerd voor de voltijds en de duale opleiding. Daarnaast wordt een (beknoptere) Engelstalige studiegids gepubliceerd voor de internationale studenten die het derde en vierde studiejaar van de opleiding Retail Management volgen. Deel 2 kun je vinden op Intranet (www.istenden.com, onder A-Z index) en op de Blackboard course RBS - Studentinformation. Studentenstatuut deel 1 en de Studiegidsen deel 2 worden alleen digitaal in .pdf gepubliceerd en niet meer op papier uitgereikt. De opleiding Small Business & Retail Management kan in twee varianten gevolgd worden: duaal en voltijds. Per variant kent de opleiding twee verschillende uitstroomniveau‟s: De vierjarige Bachelor degree en de tweejarige Associate degree (Ad). Deze studiegids is bedoeld voor alle varianten van de opleiding. De gids geeft achtergrondinformatie over de Retail Business School, de onderwijs- en examenregeling en over de inhoud van de onderwijsprogramma‟s. De gids is daarmee een belangrijk document waarvan je tijdens je studie veel gebruik kan maken. Mocht je een vraag hebben over de informatie in deze gids, neem dan in eerste instantie contact op met het secretariaat van de opleiding SBRM: Wij wensen je voor het komende studiejaar veel plezier en succes toe! Namens alle medewerkers van Stenden - Retail Business School, Ralph Ferwerda, Dean Retail Business School

DEEL 2 |Sm all Busin ess & Ret ail Man ag em en t St u dieg id s | 2011-2012

2

Inhoudsopgave Voorwoord

2

1

Inleiding 1.1 De opleiding 1.2 Visie op onderwijs binnen de Stenden hogeschool 1.3 Opleidingsvarianten 1.4 Onderwijsinhoud 1.5 Onderwijsvormgeving 1.6 Praktijk 1.7 Zelfmanagement

5 5 5 6 7 9 10 10

2

De OER van de opleiding 2A.1 Omschrijving van het beroep waartoe opgeleid wordt 2A.2 Niveaus van de opleiding: Associate degree en Bachelor 2A.3 Competenties van de opleiding 2A.4 Opvattingen over leren en onderwijs 2A.4.1 De pijlers van „Wereldwijs Onderwijs‟ 2A.4.2 Indeling en Organisatie van het onderwijs 2A.4.3 De rol en de verantwoordelijkheid van de student 2A.4.4 De rol en de verantwoordelijkheid van de docent 2A.5 Groeperingsbeleid 2A.6 Jaarplanning 2011-2012 2A.7 Toetsrooster 2A.8 Lesurentabel 2A.9 Studeerbaarheid 2A.10 Studieadvies (BSA) 2A.11 Veranderen van opleiding binnen de opleiding of hogeschool 2A.12 Kosten voor de student

12 12 12 13 13 13 15 16 16 17 17 20 21 21 21 23 24

2B Curriculum van de opleiding 2B.1 Inleiding 2B.1.1 Structuur van de opleiding in verschillende fasen en subfasen 2B.1.2 Studiebelasting onderwijsprogramma SB&RM 2B.2 Onderwijseenheden per fase 2B.2.1 Algemene doelen van de propedeutische-fase 2B.2.2 Algemene doelen en organisatie van de post-propedeutische fase 2B.2.3 Studiepuntenoverzicht onderwijsprogramma 2B.3 Onderwijsprogramma van SB&RM VOLTIJDS & RM DUAAL: inhoud 2B.3.1 Onderwijsprogramma eerste studiejaar SB&RM voltijd en duaal 2B.3.3 Programme year 3 SB&RM fulltime 2B.4 Programme year 4 SB&RM fulltime 2B.4.1 Minor / optional semester fulltime SB&RM programme 4th year 2B.4.2 Organisatie van het minor semester (keuzesemester). 2B.4.3 Overview Minor / optional semester 2B.4.4 Open Minor /Vrije keuzemoduul in de vorm van een projectaanvraag 2B.4.5 Uitwisselingsprogramma's 2B.4.6 Vrije studiepunten 2B.4.7 Bedrijfspresentaties SB&RM voltijd opleiding 2B.4.8 Afstudeerfase 2B.5 Onderwijsprogramma vierde studiejaar RM-Duaal 2B.5.1 Keuzeprogramma en afstuderen vierde jaar RM Duaal 2B.5.2 Opbouw van het vierde jaar duaal


25 25 25 25 26 26 26 27 29 34 43 55 55 56 56 62 62 62 63 63 65 65 65

3

2C Het Studievorderingsbeleid 2C.1 Toelatingsbeleid 2C.2 Toelatingseisen voor de hoofdfase 2C.3 Vrijstellingenbeleid: erkennen van elders verworven competenties (EVC) 2C.4 Verkorte studietrajecten 2C.5 Jaartoetsrooster SB&RM 2011-2012 2C.6 Het toekennen en verwerken van studiepunten

67 67 67 68 69 69 71

2D De Moduultentamenregeling Retail Business School 2011/2012

72

3

Voorzieningen voor studenten 3.1 Informatievoorzieningen Leeuwarden 3.2 i study 3.3 SMC & IRC international (Leeuwarden) 3.4 Het decanaat 3.5 Handicap & studie 3.6 Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag 3.7 Het roosterbureau 3.8 Information & Registration Centre 3.9 Registratie Studieresultaten 3.10 Toetsen 3.11 ICT & Media 3.12 intranet 3.13 Blackboard (ELO) Leeuwarden 3.14 The Library 3.15 Stenden shop 3.16 Het Alumni Netwerk

83 83 83 83 84 84 84 85 85 85 85 86 86 86 86 87 87

4

Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden 4.1 Regeling in geval van ziekte of andere bijzondere omstandigheden 4.2 Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies 4.3 Studievertraging 4.4 Bijzondere omstandigheden 4.5 Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking 4.6 Regeling medische verklaring in geval van ziekte 4.7 Studeren en RSI (CANS)

90 90 90 90 91 91 93 93

5

Belangrijke informatie op Blackboard

Index

95 96

De studiegids wordt zo nauwkeurig mogelijk samengesteld, doch wijzigingen kunnen zich voordoen na vaststelling door de examencommissie. Deze wijzigingen worden gepubliceerd op Intranet (www.istenden.com) Het Onderwijs – en Examen Reglement (OER) dat beschreven is in deze studiegids is op 21 juli 2011 goedgekeurd door het College van Bestuur van Stenden hogeschool.


4

Ho o f d st u k 1

1 Inleiding 1.1 De opleiding De Stenden-Retail Business School verzorgt de opleiding Small Business & Retail Management (SB&RM). De Retail Business School leidt studenten op voor ondernemerschap en managementfuncties in de detailhandel en het midden- en kleinbedrijf. De opleiding SB&RM kent twee afstudeerniveaus: de Bachelor en de Associate degree en wordt aangeboden in een voltijds, duale en (internationale) short track variant. De Retail Business School leidt studenten op voor aantrekkelijke en uitdagende beroepen waar klanten centraal staan. Het bieden van klantwaarde is dan ook een belangrijk speerpunt van de opleiding. Een klantgerichte en ondernemende houding moet studenten op het lijf geschreven zijn. Uniek aan de opleiding is de specifieke aandacht voor Retail in het programma. Retail management vormt de basis voor alle studievarianten en wordt in het bachelor programma als major aangeboden. Voltijd studenten kunnen zich in een minor specialiseren op het gebied van Ondernemerschap, Fashion Retail, E Business of Financial Retail. De beroepspraktijk staat duidelijk centraal in alle varianten en specialisaties. Voltijd studenten komen in de vorm van taken, praktijkopdrachten en stages ruimschoots in aanraking met de beroepspraktijk. Voor duale studenten vormt de eigen beroepspraktijk het uitgangspunt van het onderwijs, waardoor de duale student naast een brede kennisontwikkeling zich ook nadrukkelijk verdiept in de éigen branche en organisatie. Studeren aan Stenden betekent studeren in een moderne en prettige omgeving waar studenten zich snel thuis voelen. Wij geven op persoonlijke wijze invulling aan het onderwijs door veel aandacht te schenken aan de student als individu. Het onderwijs vindt plaats in kleine groepen (plm 12 studenten) en alle studenten krijgen elk jaar een studiecoach toegewezen. De hogeschool is uitstekend gehuisvest en beschikt over moderne faciliteiten. Leeuwarden heeft studenten bovendien veel te bieden op gebied van huisvesting, sport, uitgaan en cultuur. Voor duale studenten die meerdaagse bijeenkomsten in Leeuwarden volgen, hebben wij met Stenden University Hotel uitstekende overnachtingsmogelijkheden op de eigen hogeschoollokatie. 1.2 Visie op onderwijs binnen de Stenden hogeschool De visie op onderwijs van Stenden hogeschool is beschreven in de onderwijsnota „Wereldwijs Onderwijs‟1. De onderwijsvisie rust op vijf pijlers: de volledige mens, meesterschap, waarden, intercultureel en ondernemend. Deze pijlers vormen het fundament onder elke opleiding en zijn daarmee bepalend voor de vormgeving van het curriculum van de RBS. Vanuit didactisch oogpunt heeft Stenden hogeschool de keuze gemaakt voor “Probleem Georiënteerd Onderwijs (PGO) als leermethode om studenten op te leiden voor het in de toekomst uit te oefenen beroep. PGO heeft als kernwerkvorm het in groepen leren aan de hand van situaties uit het werkveld. Uitzonderingen of mengvormen zijn regelmatig beter toegesneden op specifieke onderwijssituaties. Het gaat steeds om het vinden van een adequate combinatie (de goede blend) van theorie en praktijk, van leren op afstand en leren in de klas en van begeleid leren en onbegeleid leren. Daarbij kunnen verschillende werkvormen worden ingezet. Dus werkgroepen in combinatie met PBL-tutorials, E-learning, Action learning en projectonderwijs is een mogelijke blend. Leren in een realistische taakomgeving Als onderdeel van Stenden kiest de Retail Business School dus voor Probleem georiënteerd onderwijs. PGO zet leren in een realistische taakomgeving centraal. Daarmee wordt bedoeld dat enerzijds het leren plaatsvindt in een omgeving die lijkt op of zich afspeelt in de beroepspraktijk (realistisch), anderzijds dat het leren wordt gestuurd 1

Wereldwijs Onderwijs. Januari 2009


5

Ho o f d st u k 1

door het verrichten van taken en het reflecteren op deze taakverrichting. Vanuit een gekozen thema vormen concrete beroepstaken het vertrekpunt van het onderwijsprogramma. De inhoud van de programma‟s zijn gericht op het verwerven van kennis en vaardigheden die de student in staat stellen de beroepstaken op een goed niveau uit te oefenen. Het leren vindt voor een belangrijk deel plaats in de beroepspraktijk of via taken, opdrachten en projecten die ontleend zijn aan de praktijk. 1.3 Opleidingsvarianten De Retail Business School maakt deel uit van Stenden hogeschool en biedt de opleiding SB&RM in drie varianten aan: een duale studievariant, een voltijds variant en een short track variant. De duale en voltijds variant kennen twee uitstroomniveaus: Een tweejarig programma dat opleidt tot het Associate degree en een vierjarig programma dat opleidt tot het Bachelor degree. De voltijds Bachelor variant kent drie afstudeerspecialisaties: Ondernemerschap (Small Business), Fashion Retail en Retail Management. De short track variant kent alleen de afstudeerrichting Retail Management. Onderstaand figuur geeft een overzicht van de varianten, niveaus en specialisaties van de opleiding Figuur 1.1: Varianten van de opleiding SB&RM Opleiding

Route

Niveau

Specialisatie

Ad (2 jr) Ondernemerschap Voltijd Bachelor (4 jr)

Retail

SB&RM Fashion Ad (2 jr) Duaal Bachelor (4 jr)

Retail

De richting Ondernemerschap is bedoeld voor studenten die zelfstandig ondernemer willen worden in het midden- en kleinbedrijf (MKB). Tevens is deze afstudeerrichting geschikt voor bedrijfsopvolgers binnen familiebedrijf, toekomstige managers binnen een groot bedrijf of adviseurs voor het midden- en kleinbedrijf. Bij de Retail Management richting ligt het accent op managementfuncties in retailbedrijven. Organisaties waarin afgestudeerden werkzaam zullen zijn, zijn onder meer: supermarktorganisaties, warenhuizen, grootwinkelbedrijven, franchise-organisaties, banken verzekeringsbedrijven, adviesbureaus en groothandel. De afstudeerrichting Fashion richt zich op trendgevoelige branches in het algemeen en studenten kunnen dan ook in meerdere branches terecht komen van kleding en schoenen- tot de interieurbranche. Met de specialisatie Fashion Retail komen studenten terecht in functies als inkoper voor een modeketen, filiaalmanager van een modewinkel of een marketingfunctie op het hoofdkantoor van een modeketen. Vanaf jaar 3 kunnen buitenlandse voltijd studenten instromen in een zogenaamd short track programma. De studenten beschikken vaak over werkervaring en hebben al een opleiding op bachelor niveau in hun eigen land gevolgd. Deze studenten behalen in 2 jaar het diploma. Aangezien de retail sector sterk internationaal is georiënteerd is een goede beheersing van de Engelse taal en samenwerking met personen van verschillende nationaliteiten van groot belang. Om deze reden is de voertaal van het 3 e en 4e jaars programma over het algemeen Engels en worden buitenlandse studenten zoveel mogelijk


6

Ho o f d st u k 1

gemixt met de Nederlandse studenten. Zodoende doen alle voltijd studenten ervaring op met het werken in multinationale projectgroepen. De opleiding Small Business & Retail Management staat in het centraal register opleidingen hoger onderwijs (CROHO) ingeschreven onder nummers: 4422: Bachelor voltijd en duaal. 80010: Associate degree voltijd en duaal 1.4 Onderwijsinhoud De opleiding SB&RM maakt landelijk deel uit van het domein Commerce, samen met de opleidingen Commerciële Economie, International Business & Languages en Food & Business. Gezamenlijk hebben de opleidingen in het domein Commerce gemeenschappelijke domeincompetenties gedefinieerd. De opleiding SB&RM heeft deze domeincompetenties gebruikt bij het formuleren van de eigen SB&RM competenties. Een competentie kan worden opgevat als de combinatie van kennis, vaardigheden en houding die nodig zijn om in bepaalde beroepssituaties adequaat te kunnen handelen. De Retail Business School heeft haar competenties zó geformuleerd dat ze richtinggevend kunnen werken voor de inhoud van de onderwijseenheden. De competenties zijn daartoe gekoppeld aan het zogenaamde Service Trinity model dat een weerspiegeling vormt van het beroepsbeeld van de opleiding (zie figuur 1). De RBS hanteert het model om alle voor de opleiding relevante leerinhouden in termen van kennis en vaardigheden te benoemen, de zogenaamde Body of Knowledge & Skills (BoKS). Deze BoKS geeft docenten een houvast voor de beoogde inhoud van het onderwijsprogramma. Figuur 1; het Service Trinity model


7

Ho o f d st u k 1

Het model weerspiegelt een (retail)organisatie waarin een drietal functiegebieden centraal staat die georganiseerd zijn rond het verlenen van diensten aan de klant: commercieel beheer, personeelsbeleid en operationeel beheer. Met de keuze voor dit model geeft de RBS uiting aan de centrale rol die zij in haar opleiding toebedeelt aan het realiseren van klantwaarde (in de zin van individu en in de zin van business) en de onderlinge samenhang van taken die uitgeoefend worden om de dienstverlening naar de klant uit te voeren. De verbanden tussen de drie functiegebieden markeren de specifieke uitdagingen in het beroep van de retailmanager/ondernemer. SB&RM heeft 12 competenties geformuleerd die zijn onderverdeeld in drie clusters: taakgerichte competenties, interpersoonlijke competenties en intrapersoonlijke competenties. Aan elke competentie heeft de opleiding zogenaamde kennis- en vaardighedengebieden verbonden die gezamenlijk de inhoud van de opleiding vormen. In het volgende schema zijn de SB&RM competenties samen met de kennisgebieden samengevat. Tabel 1; De SB&RM competenties en bijbehorende kennisgebieden SB&RM competentie 1. Commercialiteit 2. Ondernemen 3. Plannen, Organiseren en Beheren 4. Leidinggeven

5. Informeren & Adviseren 6. Communiceren 7. Samenwerken 8. Leervermogen 9. Resultaatgerichtheid 10. Analyseren& Synthetiseren 11. Waarden gericht handelen 12. Interculturele sensitiviteit

Kennis- en vaardighedengebieden (Body of Knowledge & Skills) Consumentengedrag, Outstore Marketing, Instore Marketing, Online Marketing, Marketing Communicatie, Branding, Verkoop en Service Externe en interne analyse, Strategie vormen, Organisatiestructuur, Innoveren, Recht, E/commerce, International retailing Supply Chain Management, Distributielogistiek, Inkoop, Service Operations Management, Kwaliteitszorg, Klantwaarde. Persoonlijk leiderschap, Personeelsontwikkeling, Personeelsbeheer, Personeelsplanning, Processen aansturen. Financieel Management, Management Informatie, Onderzoek. Mondeling en schriftelijk communiceren in het Nederlands en Engels , Non-verbaal communiceren, Mening uiten en overtuigen Opereren als lid van een team, Betrokkenheid en Flexibiliteit, Conflicten hanteren. Studievaardigheden, Leren van ervaringen, Persoonlijke ontwikkeling. Doorzettingsvermogen, Betrouwbaar en zorgvuldig handelen, Kwaliteitsbewust Informatie verzamelen, Systematisch aanpakken van probleem en Ontwikkelen van nieuwe concepten Persoonlijke waarden (individu), Bedrijfscultuur (functie) en Maatschappij (burger) Bewust van cultuurverschillen, Aanpassen aan andere culturen, Omgaan en benutten van diversiteit.

Het schema biedt een overicht van de kennis en vaardigheden die alle afgestudeerde SB&RM-ers in alle varianten van de opleiding dienen te bezitten. Deze „basiskwalificaties‟ worden aangevuld met specifieke kennis en vaardigheden die studenten kunnen opdoen in de specialisatierichtingen van de opleiding. Studenten kunnen vanaf het derde studiejaar kiezen voor een bepaalde afstudeervariant en hun kennis verder verbreden en verdiepen door de keuze van minoren. De afstudeervarianten en onderwerpen van de


8

Ho o f d st u k 1

minoren zijn in samenspraak met de Raad van advies van de opleiding gekozen. Deze zijn: Studievariant: Met als aandachtsgebied Duaal: Persoonlijke en professionele ontwikkeling in de eigen beroepspraktijk Small Business Duurzaam ondernemerschap Retail Management Store Branding, Category Management, Spacemanagement Fashion Retail Fashion, collecties ontwerpen en samenstellen Alle studievarianten: ICT vaardigheden, Projectmanagement Minoren (=aandachtsgebied): E-Business Financial Retail Marketing Communication International Entrepreneurship. Gecombineerd met de basiskwalificaties vormen de aandachtsgebieden van de afstudeervarianten en minoren het volledige kennis en vaardighedendomein van de opleiding waarop de competenties zijn vormgegeven. Een nadere beschrijving en verantwoording van de competenties en kennisgebieden is beschreven in het competentieboekje van de opleiding2. Deze is tweetalig (Nederlands en Engels) gepubliceerd op Blackboard in de course RBS studentinformation. 1.5 Onderwijsvormgeving De Stenden-Retail Business School kent een gefaseerde programmering die een geleidelijke ontwikkeling van de gewenste beroepscompetenties mogelijk maakt. Het principe voor de vormgeving van het onderwijs is sterk beïnvloed door de keuze voor: 1. 2. 3. 4.

beroepspraktijk; thematisch, modulair onderwijs; probleemgeoriënteerd onderwijs; competentiegericht leren.

Het onderwijs is vormgegeven als een theaterstuk. Per moduleperiode staat een verhaal centraal; dat noemen we een thema. Deze zijn zoveel mogelijk ontleend aan relevante praktijksituaties in het werkveld waarvoor de studenten worden opgeleid. Binnen het thema hebben studenten rollen, functies en taken die nauw verband houden met hun (toekomstige) werk). Docenten voeren de regie over het verhaal en sturen en begeleiden studenten bij het uitvoeren van hun rol daarbinnen. We beschouwen we het leren van studenten als construeren. Studenten leren het beste door te doen. De opleiding biedt studenten een rijke leeromgeving, waarbinnen zij geconfronteerd worden met een verscheidenheid aan werkvormen zoals bijeenkomsten van de PGO-groep, werken in projectverband, colleges, practica, interactieve, web based werkvormen, ervaringsrondes en individuele begeleiding Om gefaseerd te kunnen werken aan de ontwikkeling van de student is gekozen voor een opbouw in de loop van de studie: opbouw in zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de student, afnemende begeleiding, toename in omvang en multi-disciplinariteit en afname van voorstructurering van opdrachten. Op Stenden gaan we er van uit dat een student 40 uur per week aan zijn studie besteedt. In het onderwijsconcept van Stenden is een actieve studiehouding van de studenten onontbeerlijk. Ter bevordering van een actieve studiehouding wordt gestreefd naar een evenwichtig verdeeld en zinvol aantal contacturen. Er wordt gewerkt met de 2

RBS competentieboekje 2009


9

Ho o f d st u k 1

richtlijn dat 1 contactuur 3 tot 4 uren zelfstudie of groepswerk moet genereren. De modulen zijn (in beginsel) gebaseerd op 12 contacturen voor de studenten per week, gespreid over 4 werkdagen. Dit betekent voor de student 24 tot 30 uur zelfstudie of groepswerk per week. In de duale studiewijze worden de contacturen geconcentreerd op de trainings-bijeenkomsten en in de vorm van E-learning. Daarnaast besteedt de student per week 12/16 uur aan zelfstudie (bijvoorbeeld opdrachten voorbereiden en uitwerken) en werkt de student tenminste 24 uur in een bedrijf in het kader van zijn studie. 1.6 Praktijk In de Stenden-Retail Business School wordt de integratie van theorie en praktijk van groot belang geacht voor een goede beroepsvoorbereiding van de studenten. Het is om die reden één van de uitgangspunten van het onderwijsbeleid. Dit blijkt onder andere uit de keuze voor probleemgeoriënteerd onderwijs (PGO) en de belangrijke plaats van het praktijkonderwijs in het gehele onderwijsprogramma. Dit praktijkonderwijs omvat meerdere vormen. De opleiding kan volledig in een duale vorm worden gevolgd, waarbij het werken en leren volledig geïntegreerd zijn. In de voltijds variant van de opleiding krijgt praktijkonderwijs vorm door middel van het runnen van een eigen Jonge Onderneming in het eerste studiejaar, een duale opzet van het tweede studiejaar en thematisch projectonderwijs in het derde jaar. De onderwijsmodulen hebben een thema dat in samenwerking met het werkveld is uitgewerkt. De voltijdopleiding wordt afgesloten met een afstudeerstage. In het semester dat daaraan voorafgaat bestaat bovendien de mogelijkheid een buitenlandse stage te volgen. Studenten krijgen door de inrichting van het opleidingsprogramma ruimschoots de gelegenheid zich te profileren naar de arbeidsmarkt (werkveld 1.7 Zelfmanagement Naast het reguliere onderwijsprogramma is ruimte gecreëerd voor een programma Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling (PPO) waarin de student zelfmanagement activiteiten ontplooit en getraind wordt in beroepsvaardigheden. In dit programma staan de volgende functies centraal: 1. doelgericht hanteren van een persoonlijk ontwikkelingsplan en portfolio; 2. bewaken van studievoortgang mede in relatie tot persoonlijke ontwikkeling; 3. vaststellen van de studieloopbaan; 4. trainen van professionele beroepsvaardigheden (duaal) 5. deelnemen aan mentorprogramma m.b.t. kiezen en plannen van loopbaan (voltijd); 6. invullen en bewaken van vrije studieactviteiten ten behoeve van het portfolio (voltijd). Studenten stellen binnen het zelfmanagement programma een persoonlijk ontwikkelplan op, benoemen activiteiten die passen bij hun persoonlijke ontwikkeling, reflecteren op deze activiteiten en werken aan een portfolio. Bij het begin van elk studiejaar krijgt iedere student een docent als studiecoach toegewezen. Deze begeleidt hem/haar gedurende het betreffende studiejaar. Naast begeleiding met betrekking tot de opleiding staat in deze begeleiding de persoonlijke en professionele ontwikkeling centraal. Tevens kunnen studenten met problemen zich in eerste instantie tot hun studiecoach wenden. In het vierde jaar wordt de invulling van coaching (mede) bepaald door het afstudeerproject. Competentie ontwikkeling, persoonlijke en professionele ontwikkeling blijven centraal staan in de begeleiding. De studie coach / docent is de eerste aanspreekpersoon voor de student tijdens de opleiding. De coach kan bij eventuele problemen de student doorverwijzen naar de teamleider dan wel naar de hogeschooldecaan. Studenten wordt dringend verzocht met de coach en de decaan contact op te nemen wanneer zij door langdurige ziekte of andere persoonlijke problemen in hun studievoortgang belemmerd worden en/of van plan zijn de opleiding voortijdig te verlaten, zodat een exitgesprek met de coach kan plaatsvinden.


10

Ho o f d st u k 1

Wanneer de student problemen heeft met zijn/haar coach kan hij/zij hierover contact opnemen met de teamleider. Van de student wordt een zogenaamd studentendossier aangelegd met ondermeer persoonlijke gegevens, studieresultaten, notities van gesprekken en correspondentie met examencommissie. De gegevens zijn strikt privé en zonder toestemming van de student zullen de gegevens niet aan derden worden gegeven.


11

Ho o f d st u k 2

2 De OER van de opleiding 2A.1 Omschrijving van het beroep waartoe opgeleid wordt De opleiding SB&RM leidt op voor beroepen met een ondernemend karakter en een sterke focus op het bieden van klantwaarde. In de visie van de opleiding neemt de klantgerichte houding een belangrijke plaats in. De opleiding is ontstaan vanuit het hoger hotelonderwijs en de sporen van “hospitality” vindt men er in terug. Dat verklaart de sterke klanten servicegerichte attitude zoals beschreven in het competentieprofiel van de opleiding3. Binnen de opleiding SB&RM ligt het accent in de eerste twee jaren van de opleiding op retailmanagement (major fase). Bachelor voltijdstudenten kunnen vanaf het derde studiejaar zich specialiseren in een van de volgende drie afstudeervarianten: Retail Management, Fashion Retail en Small Business. Retail Management Voor Retail Management ligt het accent op managementfuncties in organisaties die goederen of diensten rechtstreeks aan de consument leveren (zowel online als offline). De organisatie waarin de retailmanager werkt, kenmerkt zich door een sterke mensgerichtheid. Dit geldt zowel extern in de zin van consumenten waar de retailer op gericht is als intern in de zin van het aansturen van een team van medewerkers. Dat vereist van retailmanagers de kwaliteiten om leiding te geven aan een organisatie die sterk gericht is op het realiseren van klantwaarde. Een retailorganisatie biedt in de regel een pakket aan goederen en diensten aan en onderscheidt zich van de andere aanbieders door de formule. Branding en formuledenken spelen daarbij een belangrijke rol. Naast vakinhoudelijke kennis bezit de retailmanager competenties op het gebied van management en organisatie. Voorbeelden van beroepen waar afgestudeerden in terechtgekomen zijn: filiaalmanager, rayonmanager, inkoopmanager, formulemanager, afdelingsmanager, merchandiser en marketing manager. Fashion Retail De Fashion branche trekt zwaar aan de HBO-opleidingen om meer gespecialiseerden voor de modebranche af te leveren. Bij fashion denkt men in eerste instantie aan kleding. De afstudeervariant Fashion Retail richt zich echter ook op trendgevoelige branches in het algemeen. Met deze afstudeerspecialisatie Fashion Retail komen studenten terecht in functies als inkoper voor een modeketen, filiaalmanager van een modewinkel of een marketingfunctie op het hoofdkantoor van een modeketen. Small Business Voor Small Business ligt het accent op zelfstandig ondernemerschap, als starter of bedrijfsopvolger, waarbij de ondernemer voor eigen rekening en risico onderneemt. Andere mogelijke functies zijn: medewerker binnen een grotere organisatie of adviseur in het midden- en kleinbedrijf. De ondernemer bepaalt zelf de gang van zaken binnen zijn bedrijf, is een generalist en onderhoudt netwerken voor het inhuren van expertise. De ondernemer in het MKB is sterk marktgericht en kan een product of dienst op de markt brengen, een marktpositie veroveren en deze behouden. Dat vereist continue aandacht voor marktontwikkeling, voortdurende aanpassing aan veranderende omstandigheden en het benutten van kansen op de markt. Voorbeelden van beroepen waar afgestudeerden in terecht zijn gekomen: zelfstandig ondernemer, bedrijfsopvolger, bedrijfsadviseur en adviseur bij brancheorganisaties. 2A.2 Niveaus van de opleiding: Associate degree en Bachelor De afgestudeerde SBRM-student kan ondernemen, respectievelijk managen, in een consumentgerichte verkoopomgeving. De SBRM-er kan daarbij op twee niveaus 3

RBS competentiegids 2011


12

Ho o f d st u k 2

functioneren: het Associate degree (Ad) niveau of het bachelor niveau. De Ad is ontwikkeld in samenwerking met het beroepenveld en eindigt na twee studiejaren. De bachelor (Ba) is een vierjarige opleiding. Het voornaamste verschil tussen beide varianten zit in de complexiteit van de vraagstukken waar de student mee geconfronteerd wordt. Van de Bachelor student wordt verwacht dat hij/zij complexe vraagstukken op strategisch niveau kan aanpakken met een brede scope: de vraagstukken hebben betrekking op de gehele winkelformule, organisatie of supply chain. Van de Ad student wordt verwacht dat hij/zij leiding kan geven aan een afdeling binnen een organisatie of aan een kleine vestiging. De Ad-student functioneert binnen de kaders van de organisatiestrategie, waar de bachelor mede verantwoordelijk is voor het opstellen daarvan. De Bachelor student vindt binnen de retail doorgaans een beroep op het hoofdkantoor van de organisatie of geeft leiding aan een of meer vestigingen. Voorbeelden van functies zijn manager inkoop, formulemanager, regiomanager of vestigingsmanager. De Ad student oefent doorgaans een beroep uit op het niveau van een winkelvestiging, bijvoorbeeld als (assistent) bedrijfsleider, verkoopleider, afdelingsmanager of productgroepmanager. De mate waarin een winkelorganisatie centraal wordt aangestuurd is ook van invloed op het niveau waarop het winkelmanagement moet zijn opgeleid. Bij organisaties met een sterke centrale aansturing kan het Ad-niveau volstaan. Bij minder centrale sturing liggen er meer verantwoordelijkheden bij de winkels en wordt van het winkelmanagement doorgaans een bachelor opleidingsniveau verwacht. Zowel het Ad als het bachelor niveau zijn in toenemende mate noodzakelijk vanwege toegenomen complexiteit, omvang en ontwikkeling van specialismen binnen de branche. Een beroepsbeoefenaar moet kunnen analyseren en heeft overzicht over en inzicht in de organisatie waarin hij werkt. 2A.3 Competenties van de opleiding Zie paragraaf 1.4 voor een toelichting op de competenties die de opleiding hanteert. 2A.4 Opvattingen over leren en onderwijs 2A.4.1 De pijlers van ‘Wereldwijs Onderwijs’ De visie op onderwijs van Stenden hogeschool is beschreven in de onderwijsnota „Wereldwijs Onderwijs‟4. Wijs in het begrip „wereldwijs‟ duidt op de academische inkleuring van het onderwijs. In de hedendaagse professionaliteit zijn onderzoek en theorievorming van groot belang. Stenden hogeschool doet recht aan deze ontwikkelingen en vat deze samen met de term „New University‟. Het onderwijsbeleid van Stenden is volgens „wereldwijs onderwijs‟ gebaseerd op vijf pijlers. Deze pijlers zijn: 1. de volledige mens 2. meesterschap 3. waarden 4. intercultureel 5. ondernemend

4

Wereldwijs Onderwijs. Januari 2009


13

Ho o f d st u k 2

Deze pijlers vormen het fundament onder elke opleiding en zijn daarmee bepalend voor de vormgeving van elk curriculum. Hieronder wordt een vertaling van de pijlers gegeven met de concretisering zoals de opleiding SB&RM die in haar curriculum laat zien. De volledige mens De opleiding SB&RM streeft ernaar studenten te vormen tot „volledige mensen‟ en zich te ontwikkelen in persoonlijk leiderschap. Daarom bieden we een bijzondere leeromgeving met duaal onderwijs, probleem georiënteerd onderwijs, PGO of Problem Based Learning (PBL), en een internationale onderwijsomgeving. De constructivistische visie op leren blijkt binnen de opleiding SB&RM op meerdere momenten: probleemgestuurd onderwijs met PGO-groepen, projectonderwijs, waarin studenten zelfstandig aan projecten werken en action learning, waarin studenten door praktijkreflectie en –studie tot leren komen. Daarnaast is er in het curriculum ruim aandacht voor de professionele beroepsontwikkeling van de student in de vorm van vaardigheidstrainingen en een zelfmanagement programma. Meesterschap Meesterschap uit zich in verschillende dimensies: professioneel en persoonlijk. Het richt zich op de competenties die de studenten tijdens de opleiding ontwikkelen. Het onderwijsprogramma van de opleiding kan worden gekarakteriseerd door aandacht voor de beroepsgerichtheid van de opleiding (professioneel) en door het sturen van de persoonlijke ontwikkeling van de student. De opleiding realiseert dit door het bevorderen van leren in een “realistische taakomgeving”. In het onderwijsprogramma komt de student regelmatig in aanraking met de beroepspraktijk of een simulatie daarvan in de vorm van taken, cases of projecten. In de duale variant van de opleiding is de relatie met de beroepspraktijk evident. In de voltijd variant werken studenten in een Jonge Onderneming en studeren ze in het tweede studiejaar duaal. Er is sprake van een uitdagende leeromgeving waarin de student de interactie met begeleiders en hun expertkennis kan aangaan. De leeromgeving is zo veel mogelijk ingericht als een reële beroepssituatie. Hierdoor komt de student snel en indringend in aanraking met beroepsproblemen en -uitdagingen. In deze leeromgeving kan het persoonlijk functioneren van de student goed beoordeeld worden. De student krijgt dan ook regelmatig feedback op zijn/haar persoonlijk functioneren, bijvoorbeeld in de vorm van de competentiebeoordeling in de duale onderwijsroute en tijdens de PPO-gesprekken in studiejaren 1 en 3 voltijd. Waarden Hieronder wordt beschreven hoe de Stenden waarden betekenis krijgen in de opleiding SB&RM. Uiteraard spelen niet alle door Stenden aanvaarde waarden een even grote rol in het onderwijs van de opleiding SB&RM en in de het professionele handelen van de afgestudeerde SB&RM‟er. Gastvrij huis: Dit uitgangspunt krijgt bij de opleiding Small Business en Retail Management een eigen professionele inkleuring. Je bent er als professional voor de mensen, je wilt klantwaarde leveren. Dat is je professionele grondhouding. De gedachte van Servicemanagement, die een belangrijke rol speelt in de opleiding SB&RM, is op deze waarde gebaseerd. Waardegedreven handelen: De opleiding SB&RM wil dat haar afgestudeerden een open en respectvolle houding hebben naar elke klant en collega. Als professional laat de SB&RM‟er zich leiden door deze waarde, ook al gaat het in het gebied van small business en retailmanagement om commercie, om omzet en winst. Het handelen van een professional is naar de opvatting van de opleiding SB&RM ook in commerciële werkomgeving niet alleen money driven, maar ook value driven.


14

Ho o f d st u k 2

Spirituele ontmoeting: Commercie en spiritualiteit lijken strijdige grootheden. De opleiding SB&RM is echter van mening dat ook in een commerciële werkomgeving spiritualiteit een belangrijke rol kan spelen. Daar ontmoeten mensen elkaar, daar worden botsende doelen en belangen zichtbaar, daar moeten mensen zinnige oplossingen bedenken. De studenten worden alert gemaakt op dit aspect van hun professie en hun professioneel functioneren. Intercultureel / internationaal Stenden is van mening dat interculturalisatie en internationalisatie van de samenleving een waardevolle ontwikkeling is en wil het onderwijs hiervan doordrenken. De opleiding SB&RM deelt deze mening: studenten uit de hele wereld zijn welkom en kunnen de opleiding in een short track route volgen die in het Engels wordt aangeboden. Dit betekent direct tijdens de studie al samenwerken in een internationale studentengemeenschap. Voor Nederlandse studenten is het mogelijk om in het buitenland op stage te gaan of door middel van een uitwisseling in het buitenland te gaan studeren. Daarnaast is er de mogelijkheid voor een Grand Tour: een of twee moduleperiodes studeren aan de buitenlandse sites van Stenden. Ontwikkelingen in de branche versterken de noodzaak van deze internationale gerichtheid: bedrijfsovernames door buitenlandse bedrijven, de Europese context waarin de branche meer en meer moet werken. Ondernemend Voor de opleiding SB&RM is dit een waarde die past in de doelstelling van het onderwijs. Ondernemen is één van de competenties waartoe wordt opgeleid. In feite speelt ondernemerschap een rol in alle onderwijsactiviteiten. Concreet: de afgestudeerde SB&RM‟er is: Initiatiefrijk en innovatief; Zelfregulerend, zelfhandelend en zelflerend; Iemand die op verantwoorde wijze risico‟s wil en durft te nemen; Gericht op het bereiken van (aantoonbare) resultaten; Iemand die kan onderhandelen; Iemand die aandacht heeft voor de kosten-batenverhouding in de small business en de retail branche en kan werken met de beschikbare middelen.

2A.4.2 Indeling en Organisatie van het onderwijs De RBS heeft haar curriculum ingedeeld in onderwijsperioden van 10 weken. Binnen een onderwijsperiode wordt het onderwijs aangeboden in een module waarin de inhouden onderling verbonden zijn door een centraal moduulthema. Het thema is een vraagstuk/probleem dat direct aan de beroepspraktijk is ontleend. Een module heeft een integratief karakter. Dit betekent dat het specifieke probleem/vraagstuk dat centraal staat de verbindende schakel vormt met de verschillende leerinhouden die in dezelfde onderwijsperiode worden aangeboden. Voor de aanpak van het probleem dat geformuleerd is in de module doet de student een beroep op kennis en vaardigheden die aangereikt worden via onderwijsmethoden die gebaseerd zijn op de principes van PGO (Problem Georiënteerd Onderwijs). De beoogde inhouden zijn deels specifiek voor de opleiding, deels zijn deze gemeenschappelijk met één of meer opleidingen binnen Stenden. De gemeenschappelijke inhouden zijn georganiseerd in zogenaamde domeingerelateerde en generieke bouwstenen: Een domeingerelateerde bouwsteen wordt aangeboden in een aantal verwante opleidingen. De opleidingen maken de bouwsteen geschikt voor opname in het curriculum door de doelstellingen van de bouwsteen te koppelen aan een kenmerkende beroepssituatie en aan geschikte werk en toetsvormen. Een generieke bouwsteen wordt aangeboden in alle opleidingen van Stenden hogeschool. De leerinhoud van een dergelijke bouwsteen is voor alle opleidingen gelijk. De


15

Ho o f d st u k 2

opleidingen maken deze bouwsteen geschikt voor opname in het curriculum door deze te koppelen aan een kenmerkende beroepssituatie. 2A.4.3 De rol en de verantwoordelijkheid van de student Studenten hebben een actieve rol in het onderwijs op de Stenden- Retail Business School. Niet alleen doordat ze in het onderwijs in hoge mate zelfstandig en actief informatie moeten verwerven en verwerken, maar ook omdat ze daarbij telkens uitgedaagd worden om te reflecteren op het doorgemaakte leer- en groepsproces. Daarnaast wordt met grote regelmaat aan de studenten gevraagd een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en de evaluatie van het onderwijs met het oog op directe en indirecte kwaliteitsverbetering. Dit uit zich o.a. door deelname van de studenten in enquêtes en panelgesprekken waarin het onderwijs geëvalueerd wordt en de deelname van studenten in de overleg- en besluitvormingsstructuur van de Retail Business School. Door de vorm van het (praktijk)onderwijs en de inrichting van het studieloopbaan begeleidingssysteem wordt gestimuleerd dat de student in toenemende mate reflecteert op eigen houding, vaardigheden en toekomstige beroepskeuze. 2A.4.4 De rol en de verantwoordelijkheid van de docent De keuze voor probleemgeoriënteerd onderwijs betekent een andere rol en verantwoordelijkheid van de docent in vergelijking met frontaal en klassikaal onderwijs. Veel meer dan in een instructie-leersysteem waarbij het accent vooral op kennisoverdracht ligt, is in probleemgeoriënteerd onderwijs de docent te beschouwen als de begeleider en organisator van leerprocessen. Zijn activiteiten omvatten vier klassieke managementfuncties: hij stelt samen met zijn collega‟s binnen de gegeven visie op onderwijs de doelen van het onderwijsprogramma vast, binnen het in de opleiding afgesproken kader van het opleidingsprofiel; hij maakt een plan voor de door de studenten uit te voeren leeractiviteiten, in overeenstemming met de concepten van probleemgeoriënteerd onderwijs, duaal onderwijs; hij stimuleert en controleert tijdens de uitvoering van het onderwijsprogramma als begeleider of de studenten in voldoende mate de juiste leeractiviteiten verrichten; hij toetst tenslotte regelmatig samen met zijn collega‟s of de gestelde doelen in voldoende mate bereikt zijn. Bij dit alles worden hoge eisen gesteld aan de bereidheid tot samenwerking van docenten, met name tijdens de ontwikkeling, de uitvoering en evaluatie van het onderwijsprogramma. Vanuit de context van probleemgeoriënteerd onderwijs worden vaak vijf "rollen" genoemd aan de hand waarvan de docent vorm geeft aan zijn taken bij het werken met studenten in probleemgeoriënteerde onderwijstaakgroepen. De docent fungeert als constructeur van problemen, als stimulator, als procesbewaker, als beoordelaar en als vakspecialist. In principe wordt er in -Retail Business School van uitgegaan dat deze vijf rollen verenigbaar zijn in één persoon. De docent in de rol van studiecoach is voor de student de eerste aanspreekpersoon voor vele persoonlijke en opleidingsgerelateerde onderwerpen.


16

Ho o f d st u k 2

2A.5 Groeperingsbeleid In de Stenden - Retail Business School wordt in de beide afstudeervarianten uitgegaan van probleemgeoriënteerd onderwijs in een modulair opgebouwd onderwijs-programma. Het onderwijsconcept heeft daarmee ook gevolgen voor het groeperingsbeleid, dat gekoppeld is aan de didactische werkvormen. In alle werkvormen werk je in groepen van ongeveer 10 tot 12 studenten. In voltijds onderwijs worden deze waar mogelijk en relevant, samengesteld vanuit de gekozen afstudeervariant (Small Business, Retail en Fashion). Daarbinnen worden regelmatig subgroepen gevormd om aan opdrachten te werken. In het 3e en 4e jaar (voltijd) worden de Nederlandse studenten zoveel mogelijk gemixt met de studenten uit het buitenland om zodoende tijdens de studie ervaring op te doen in multinationale projectgroepen. Bij sommige onderdelen blijft een groep gedurende langere tijd samenwerken bijvoorbeeld bij het runnen van de Jonge Onderneming. In de duale variant van de opleiding is sprake van een eigen basisgroep die het gehele jaar bij elkaar blijft. Duale groepen worden samengesteld op basis van gemeenschappelijkheid in de werkomgeving (bv food, doe-het-zelf) of in gemengde groepen waarin een zekere homogeniteit in ervaring wordt nagestreefd. Bij deelname aan duaal onderwijs door studenten met dezelfde werkgever worden er specifieke bedrijfsgroepen gevormd. Voor duale groepen is uitgangspunt de groep een jaar en minimaal een half jaar in samenstelling intact te houden waardoor een hechte studiegroep kan ontstaan. Hierdoor kan de duale student niet alleen terugvallen op de eigen docent maar vormt de studiegroep ook een stevige fundament onder zijn eigen studie. 2A.6 Jaarplanning 2011-2012 Op de volgende pagina‟s is de academische kalender van studiejaar 2011-2012 opgenomen


17

Ho o f d st u k 2


18

Ho o f d st u k 2


19

Ho o f d st u k 2

2A.7 Toetsrooster Het volgende schema geeft aan wanneer welke toetsen worden georganiseerd en in welke weken deze zullen plaatsvinden. In studiejaren 1 en 2 wordt het kennisniveau van de studenten getoetst door middel van een voortgangstoets. In studiejaren 3 en 4 wordt per moduul een kennistoets afgenomen, de zogenaamde moduultoets. In het studiejaar waarin een bepaald moduul wordt gevolgd heeft de student recht op deelname aan de reguliere moduultoets van dat moduul en mag hij/zij aan maximaal twee herkansingen voor de moduultoets van dat moduul deelnemen. De student dient zich voor alle toetsmogelijkheden waar hij/zij aan deel wenst te nemen in te schrijven via Progress, uiterlijk 3 weken vóór de toetsdatum. Vóór aanvang van de toets dient de student zijn/haar collegekaart (bewijs van inschrijving) te tonen. De organisatie behoudt zich het recht voor wijzigingen in het toetsschema aan te brengen. Reguliere toetsdata SB& RM 2011-2012 voltijds Jaar 1-2 Voortgangstoets

Wk 2.1 x

Jaar 1

Wk 1.9

Engels

x

Wk 3.1 Wk 4.1 x

x

Sw 5 x

Wk 2.9 Wk 3.9 Wk 4.9 x

Herk 1

Herk 2

St.wk 2

St.wk 3

st.wk. 2 week 3.9

st.wk 5 st.wk 7

Year 3 Investing in People

x

x

Strategy

x

x

st.wk.4 week 4.9

st.wk.5 st.wk 7

Supply Chain Management

x

x

Week 4.9 st.wk 6

st.wk.7

week 3.9

st. wk 5 st.wk. 7

Store Branding

x

x

Year 4 E Business

x

Financial Retail I

x

IMO

x

x

x Week 4.6

st.wk.3 week 4.9

st.wk 7

St wk 2

St wk 3

st.wk.4 week 4.9

st.wk.5 st.wk 7


20

Ho o f d st u k 2

2A.8 Lesurentabel Stenden hogeschool werkt met een lesurentabel waarin college contacturen van 45 minuten en twee kleine pauzes van een kwartier zijn ingeroosterd. Voor voltijd studenten roostert de organisatie de lessen verspreid over de week in, zodat studenten ook de gelegenheid hebben in kleinere groepen met elkaar samen te werken tussen de onderwijsactiviteiten door. Het is niet mogelijk alle lesuren aaneengesloten op de dag te laten plaatsvinden. Voor duale studenten (dus ook voltijds studenten in het 2e jaar) worden de trainingsdagen per opleidingsgroep bepaald. Lestijden worden als volgt ingeroosterd: Lesuur Tijd 1e 2e 3e Pauze 4e 5e 6e 7e 8e 9e Pauze 10e 11e 12e 13e 14e 15e 16e 17e

8.00 – 8.45 8.45 – 9.30 9.30 – 10.15 10.15 – 10.30 10.30 – 11.15 11.15 – 12.00 12.00 – 12.45 12.45 – 13.30 13.30 – 14.15 14.15 – 15.00 15.00 – 15.15 15.15 – 16.00 16.00 – 16.45 16.45 – 17.30 17.30 – 18.15 18.15 – 19.00 19.00 – 19.45 19.45 – 20.30 20.30 – 21.15

2A.9 Studeerbaarheid De opleiding besteedt ruime aandacht aan studeerbaarheid. Voor alle studieonderdelen is vastgesteld hoeveel studiebelastingsuren ermee gemoeid zijn, en dit staat in de moduulboeken aangegeven. Er bestaat een verband tussen de normen voor studiebelasting en de hoeveelheid EC‟s die behaald kunnen worden. Tijdens moduulevaluaties wordt studenten regelmatig gevraagd hoeveel uren ze besteed hebben aan de verschillende onderdelen, zodat de richtlijnen eventueel kunnen worden bijgesteld. Een ander aspect van studeerbaarheid is de herkansingsregeling van de opleiding. Deze biedt mogelijkheden om achterstanden tijdig weg te werken. Hoofdstuk 2C geeft hier een overzicht van. Tenslotte is het regelmatige contact met de studiecoach / docent erop gericht om de vinger aan de pols te houden. 2A.10 Studieadvies (BSA) Stenden hanteert hogeschoolbreed een "bindend studieadvies" (bsa). Het bsa heeft met name consequenties voor het vervolg van je studie als je niet aan de voorwaarden voldoet voor een (voorwaardelijk) positief studieadvies. In dat geval krijg je namelijk een negatief advies mét afwijzing. Dat wil zeggen dat je je niet opnieuw voor de opleiding, waarvoor je het negatieve advies hebt gekregen, aan onze hogeschool kunt inschrijven. Het studieadvies wordt voor studenten die per 1 september 2011 met de opleiding zijn gestart, uiterlijk op 31 juli 2012 uitgebracht. Hieronder kun je lezen wat de voorwaarden zijn voor


21

Ho o f d st u k 2

een positief studieadvies. Voor meer informatie zie: "De Regeling 'Studieadvies Stenden", die is opgenomen in deel 1 van het Studentenstatuut. BSA voor studenten in het voltijds programma (Ad en Bachelor) Voor voltijds studenten die zich zonder vrijstellingen op 1 september 2011 ingeschreven hebben voor de propedeutische fase zijn de volgende voorwaarden voor een positief studie-advies van kracht: Aan het einde van je eerste jaar van inschrijving moet je minimaal 42 EC‟s hebben behaald OF de propedeuse hebben behaald. Als je aan het einde van je eerste jaar van inschrijving minder dan 42 EC‟s hebt behaald, krijg je een negatief studieadvies mét afwijzing. Heb je wel minimaal 42 EC‟s behaald, maar nog niet alle 60 EC‟s van de propedeuse, dan krijg je een voorwaardelijk positief studieadvies en moet je in je tweede studiejaar de propedeuse halen. Met een voorwaardelijk positief studieadvies kun je al wel starten met je studie in de hoofdfase van de opleiding. BSA voor studenten in het duale onderwijsprogramma (Ad en Bachelor) Voor duale studenten die zich zonder vrijstellingen op 1 september 2011 ingeschreven hebben voor de propedeutische fase zijn de volgende voorwaarden voor een positief studie-advies van kracht: Aan het einde van je eerste jaar van inschrijving moet je minimaal 42 EC‟s hebben behaald OF de propedeuse hebben behaald. Je hebt minimaal een voldoende beoordeling op de onderdelen Praktijkleren gehaald Als je aan het einde van je eerste jaar van inschrijving minder dan 42 EC‟s hebt behaald OF een van de onderdelen Praktijkleren niet hebt gehaald, krijg je een negatief studieadvies mét afwijzing. Heb je wel minimaal 42 EC‟s behaald EN de onderdelen Praktijkleren, maar nog niet alle 60 EC‟s van de propedeuse, dan krijg je een voorwaardelijk positief studieadvies en moet je in je tweede studiejaar de propedeuse halen. Met een voorwaardelijk positief studieadvies kun je al wel starten met je studie in de hoofdfase van de opleiding. Uiterlijk aan het eind van het tweede studiejaar (31 augustus) moeten de 60 EC‟s van de propedeuse zijn behaald. Haal je de propedeuse niet op tijd, dan wordt aan het einde van je tweede studiejaar het studieadvies omgezet in een negatief studieadvies mét afwijzing. Een negatief advies met afwijzing – ook wel bindend negatief studieadvies genoemd – betekent dat je je niet opnieuw mag inschrijven voor de opleiding SB&RM aan Stenden. Ingeschreven na 1 september 2011 Voor studenten die zich na 1 september 2011 bij de opleiding hebben ingeschreven in de propedeutische fase geldt dat in overleg de periode wordt vastgesteld waarbinnen zij aan de voor hen geldende voorwaarden moeten hebben voldaan. De geldende BSA-norm als hierboven beschreven wordt daarbij als uitgangspunt genomen. Studenten met vrijstellingen EC‟s die d.m.v. vrijstellingen zijn verkregen, tellen in deze gewoon mee als behaalde credits.


22

Ho o f d st u k 2

Bijzondere omstandigheden Als er bijzondere omstandigheden zijn waardoor je niet voldoet aan de voorwaarde voor een positief advies, wordt hiermee rekening gehouden. Maar dat gebeurt alleen als je de bijzondere omstandigheid hebt gemeld aan je studiecoach / docent en aan een van de studentendecanen en als je voor 1 juni van het lopende schooljaar bij de examencommissie schriftelijk een verzoek hebt ingediend om rekening te houden met de bijzondere omstandigheid. Wanneer internationale studenten aantoonbare problemen hebben met “taal” kunnen zij een verzoek indienen bij de Examencommissie om in aanmerking te mogen komen voor Bijzondere omstandigheden. Voor studenten van cohort 2009 en eerder geldt een afwijkende BSA regeling. Voor een beschrijving hiervan wordt verwezen naar de studiegids 2009-2010. 2A.11 Veranderen van opleiding binnen de opleiding of hogeschool Het is mogelijk om van opleiding te veranderen binnen de opleiding en binnen de hogeschool. Binnen de opleiding Binnen de opleiding is de overstap naar een andere variant van de opleiding binnen beperkingen mogelijk. Studenten kunnen switchen van voltijd naar duaal (vice versa) of besluiten van bachelor naar Ad te switchen. De volgende procedure dient gevolgd te worden: Bespreek eerst met je studiecoach je wens om te switchen en overtuig jezelf van de keuze die je wenst te maken. Neem vervolgens voor goedkeuring contact op met de dean van de opleiding. Je kan een afspraak plannen via het secretariaat van de opleiding. Nadat je goedkeuring van de dean hebt gekregen, dien je samen met de teamleider van de opleidingsrichting die je gaat volgen een nieuwe studieroute uit te stippelen. Voor een overstap van voltijds naar duaal gelden aanvullende selectieprocedures van potentiële werkgevers. Een assessment en/of een sollicitatieprocedure (kunnen) deel uitmaken van de procedure. Het vinden van een werkgever, die jou wil aannemen en die een geschikte werkplek kan bieden, zijn belangrijke voorwaarden. In het geval je van de Bachelor over gaat stappen naar de Ad variant, dien je je na goedkeuring van de dean van de opleiding ZELF via Studielink uit te schrijven voor de bachelor variant en je vervolgens aan te melden voor de Ad variant. De Centrale Studentadministratie van Stenden kan je hierbij behulpzaam zijn. Neem hiervoor contact op met I-Study. De Ad dient formeel afgerond te worden met een eindpresentatie en individuele verdediging. Informatie hierover kan gevonden worden in de jaargids studiejaar 2, onderdeel specialisatie 2e semester. Studenten die na het behalen van het Ad diploma wensen door te studeren in de bachelor variant kunnen zich via Studielink inschrijven voor de Bachelor SB&RM en dienen bij de examencommissie van de opleiding een vrijstellingsverzoek in te dienen voor de eerste twee jaren van de bachelor opleiding. Duale studenten die door willen studeren voor de bachelorgraad: zij dienen een afspraak te maken met de teamleider duaal tbv beoordeling werkplek en functie.


23

Ho o f d st u k 2

Binnen de hogeschool Een student die van opleiding wil veranderen moet zich eerst op de andere opleiding oriënteren. Hij neemt daartoe contact op met de teamleider van de andere opleiding die het voeren van intakegesprekken in zijn pakket heeft. Bij de examencommissie van deze opleiding kan de student een verzoek indienen voor het verkrijgen van eventuele vrijstellingen. Vervolgens neemt deze student contact op met de studiecoach van zijn oude opleiding voor het voeren van een exitgesprek. De student kan zich via Studielink uitschrijven voor de oude opleiding en vervolgens inschrijven voor de nieuwe. Het secretariaat van de oude opleiding zorgt er voor dat het dossier van de student naar de nieuwe opleiding gaat. De student neemt opnieuw contact op met de teamleider van zijn nieuwe opleiding om met deze de leerroute van zijn nieuwe studie te bespreken. 2A.12 Kosten voor de student De kosten van de aanschaf van boeken en readers bedraagt in het 1e jaar ongeveer € 500,-; daarnaast worden nog kosten voor excursies gemaakt (facultatief). In de hoofdfase zijn de kosten voor de aanschaf van boeken lager. Naast de aanschaf van boeken, moeten readers en moduulboeken worden gekocht en worden kosten voor excursies gemaakt: kosten circa € 230,- per (elk volgend) jaar. Bij de literatuur gaat het om de geschatte kosten van de verplichte literatuur. Tijdens de studie wordt ook met aanbevolen literatuur gewerkt: geschatte kosten tenminste € 1.280,00. De literatuurlijsten worden op Blackboard gepubliceerd: in de course RBS Student-information. Voor duale studenten wordt in maatwerkgroepen een bedrijfsbijdrage gevraagd die in rekening wordt gebracht bij de werkgever. In deze werkgeversbijdrage worden alleen de méérkosten in rekening gebracht welke op verzoek van de werkgever worden gemaakt in afwijking op het reguliere hogeschoolprogramma. De hoogte van dit bedrag is opgenomen in de onderwijsarbeidsovereenkomst (zie ook paragraaf 2B.4) Studiefinanciering / collegegeld Naast je studiefinanciering mag je in een kalenderjaar een bepaald bedrag netto bijverdienen. Als je meer bijverdient, heeft dat gevolgen voor je studie-financiering. Zou je op enig moment te veel verdienen, dan kun je de studiefinanciering tijdelijk stopzetten. Het wettelijk collegegeld voor studiejaar 2011-2012 bedraagt voor zowel voltijds als duale studenten €1.713,-. Raadpleeg voor de meest actuele bedragen van collegegeld, bijverdienbedragen en andere regelingen de sites van de Informatie Beheer Groep: www.ib-groep.nl. Het studenten decanaat kan je ook nader informeren.


24

Ho o f d st u k 2

2B Curriculum van de opleiding 2B.1 Inleiding 2B.1.1 Structuur van de opleiding in verschillende fasen en subfasen Small Business en Retail Management kent voor haar bachelor programma een propedeutische fase van één jaar en een postpropedeutische fase van drie jaren. Elk van de vier studiejaren is verdeeld in twee semesters, waarin twee modulen van elk 10 weken worden aangeboden (inclusief studieweken). Ook het Associate degree programma kent een propedeutisch eerste jaar De postpropedeutische fase van de voltijd opleiding start in het tweede leerjaar met een duale werkvorm. Tijdens dit jaar werken studenten drie dagen per week in een bedrijf aan de onderwijsthema‟s. Gemiddeld 1x per twee weken wordt in een onderwijsgroep contact met de opleiding onderhouden. In het derde studiejaar wordt aan een viertal projecten gewerkt. Het vierde leerjaar start met een keuzesemester van 2 keuzemodulen / minor van 15 of meer weken en wordt afgesloten met een stagesemester. 2B.1.2 Studiebelasting onderwijsprogramma SB&RM Wettelijk is vastgesteld dat de studielast van een studiejaar 1680 uur bedraagt. Dit worden studiebelastingsuren (sbu) genoemd. De studielast wordt uitgedrukt in studiepunten (European Credits (EC).– EC). De studielast van een studiejaar bedraagt zestig EC. Een EC is gelijk aan 28 studiebelastingsuren. De totale studielast van de Associate degree SBRM bedraagt 120 EC. De totale studielast van de Bachelor opleiding bedraagt 240 EC. De studiebelasting heeft betrekking op alle voorkomende onderwijsleeractiviteiten van de student zoals bijv.: PGO-bijeenkomsten, (werk)colleges, zelfstudie, e-learning, introductie, zelfmanagement, werkveld-oriëntatie, de toetsen, de competentie-beoordeling, het maken van moduul-opdrachten etc. worden allemaal meegenomen in de berekening van de studielast en daarmee samenhangend de vaststelling van de EC‟s. Ook is wettelijk vastgesteld dat gewerkt moet worden met onderwijseenheden van minimaal 28 sbu. Het onderwijsprogramma van Small Business en Retail Management bestaat uit onderwijseenheden van uiteenlopende aard. Voor zover het gaat om het onderwijsprogramma van de 10weekse voltijdmodulen bedraagt de studielast 336 uur (12 EC) voor de modulen. Naast de modulen is studielast gemoeid met het werken aan jaarprojecten en zelfstudie voor de voortgangstoets. In de duale opleiding bestaat een studieweek uit 16 studie-uren en tenminste 24 werkuren. Voor zover het gaat om het onderwijsprogramma van de 10-weekse duale propedeuse-modulen bedraagt de studielast doorgaans 16 uur. Bij de andere onderdelen van het onderwijs-programma voltijds & duaal verschilt de studielast van de diverse onderwijseenheden. De studielast voor de propedeutische fase bedraagt 1680 uur (één jaar). Voor de Associate degree opleiding bedraagt de studielast van de de post-propedeutische fase eveneens 1690 uur. Voor de Bachelor opleiding bedraagt de studieduur van de post-propedeutische fase 5040 uur (ofwel drie jaar).


25

Ho o f d st u k 2

2B.2 Onderwijseenheden per fase 2B.2.1 Algemene doelen van de propedeutische-fase De propedeutische fase heeft drie hoofdfuncties, namelijk oriëntatie, selectie en verwijzing. Oriëntatie houdt in dat de propedeuse de student een goed inzicht moet verschaffen in de opleiding die hij gedurende 4 jaar volgt. Daarom moeten de leeractiviteiten van de student representatief zijn voor de gehele opleiding. Ook moet de student in het propedeusejaar een goede indruk krijgen van het toekomstige werkveld / beroepenveld waarvoor hij opgeleid wordt. Tijdens het propedeusejaar vindt tevens de basisvorming plaats op theoretisch gebied. Als de student voldaan heeft aan de vereisten van de propedeutische fase ontvangt hij een propedeutisch getuigschrift. Dit getuigschrift maakt toelating tot de post-propedeutische fase van de opleiding mogelijk. Als de student de doelstellingen van het onderwijsprogramma van de propedeuse bereikt heeft (60 EC‟s), is hij goed toegerust voor het met succes kunnen voortzetten van zijn opleiding in de post-propedeutische fase. Aan het einde van het eerste studiejaar ontvangt de student tevens op basis van zijn studieresultaten een (voorwaardelijk) positief of negatief studieadvies. 2B.2.2 Algemene doelen en organisatie van de post-propedeutische fase In het onderwijsprogramma van de post-propedeutische fase vindt verdieping en verbreding plaats van de competenties en kerntaken die in het management van ondernemingen in het ondernemers- en retail werkveld van belang zijn. Van belang is daarbij ook de verdere persoonlijke ontplooiing en vorming van de student. Daartoe is naast de praktijkcomponenten (2e jaar leren-en-werken, stage) ook een keuzesemester (minor) opgenomen. Het tweede leerjaar is uit twee semesters opgebouwd. Elk semester is onderverdeeld in twee modulen. Operationeel management en leidinggeven is het centrale jaarthema in het 2e jaar. In het tweede studiejaar krijgt de student meer verantwoordelijkheden en groeit naar een beginnend leidinggevende in een aansturende positie. Als de Associate degree student heeft voldaan aan de vereisten van de postpropedeutische fase (120 EC in totaal jaar 1 en jaar 2) verkrijgt hij het Associate degree getuigschrift behorende bij de opleiding Small Business & Retail Management. Het derde leerjaar staat in het teken van bedrijfsoverstijgende activiteiten en is inhoudelijk gericht op aspecten van strategisch management. De taken en opdrachten in de modulen vormen de basis voor projecten die op de voltijd opleiding in virtuele vorm of tijdens het duaal werken aan de eigen praktijk worden gerelateerd. Het vierde leerjaar bestaat uit twee delen: het keuzesemester (minor) en een afstudeerfase. Het keuzesemester biedt mogelijkheden voor specialisatie, differentiatie en internationalisering, afhankelijk van belangstelling en mogelijkheden van studenten en werkgevers. In het tweede semester van dit studiejaar werkt de student aan een afstudeeropdracht. Competentie ontwikkeling richt zich op het niveau van zelfstandig afdelingsmanagement of bedrijfsleiderschap. Als de student heeft voldaan aan de vereisten van de post-propedeutische fase (180 EC) verkrijgt hij de bachelor degree behorende bij de opleiding Small Business & Retail Management.


26

Ho o f d st u k 2

2B.2.3

Studiepuntenoverzicht onderwijsprogramma

SB&RM VOLTIJDS & RM-DUAAL Per studiejaar kunnen op basis van de studielast 60 European Credits (EC) verdeeld worden. Eén EC vertegenwoordigt daarbij een studielast van 28 uur. De 60 EC per studiejaar worden verdeeld over thematische modulen en overige onderwijsactiviteiten. In de volgende tabellen zijn voor de verschillende onderwijscohorten de EC punten van het studiejaar 2011-2012 samengevat. EC – SB&RM VOLTIJDS SB&RM voltijds 2011 - 2012 Periode 1: - Module PPO 1 Praktijkleren 1 Periode 2: - Module -

jaar 1 jaar 2 cohort „11 cohort „10

Ad jaar 3 jaar 4 Bachelor niveau cohort „09 cohort „08 niveau

12

6 3 3

14

15

12

6

14

15

PPO 2 Praktijkleren 2

3 3

Periode 3: - Module PPO 3 Praktijkleren 3 .Periode 4: - Module -

12

6 3 3

14

-

12

6

14

-

PPO 4 Praktijkleren 4

3 3

Periode 1 – 4 Voortgangstoets

6

6

PPO Jong Ondernemen

4 3

BE / BA Specialisatie / Engels

3 3

3

- Bedrijfspresentaties - Vrije studiepunten

-

-

-

1 2

- Afstudeerwerkstuk - Stage of Small Business Start Totaal

-

-

-

12

-

-

-

15

60

60

60

60

Afstudeerfase

120

240


27

Ho o f d st u k 2

EC – SB&RM DUAAL SB&RM duaal 2011 - 2012

jaar 1 jaar 2 cohort „11 cohort „10

Adjaar 3 jaar 4 Bachelor niveau cohort „09 cohort „08 niveau

Periode 1: - Module

6

6

-

PPO 1

3

3

-

Praktijkleren 1

3

3

6

6

9

12

9

12 6

Periode 2: - Module -

PPO 2

3

3

-

Praktijkleren 2

3

3

6

6

6

9


PPO 3

3

3

-

Praktijkleren 3

3

3

6

6


PPO 4

3

3

-

Praktijkleren 4

3

3

Voortgangstoets

6

6

BE / BA

3

3

9 6

6

6

6

Periode 1-4:

PPO Specialisatie / Engels

3

3

6

Participatie lesdagen jr 4

6

Afstudeerfase - Afstudeerwerkstuk Totaal

-

-

60

60

120

-

12

60

60


240

28

Ho o f d st u k 2

Beroepsdeel en Onderwijsdeel De studielast in het duale onderwijsprogramma is opgesplitst in een beroepsdeel en een onderwijsdeel. In het beroepsdeel staat de individuele competentie-ontwikkeling van de student centraal en wordt in bovenstaand schema omschreven als het onderdeel praktijkleren 1 t/m 4. Bepalend voor het toekennen van EC‟s aan dit onderdeel is de ontwikkeling die de student realiseert via het leren in de praktijk. Deze wordt viermaal per studiejaar beoordeeld in de vorm van een zogenaamde competentiebeoordeling. In het onderwijsdeel krijgt de student een breed theoretisch kader aangeboden in de vorm van lesdagen, opdrachten, zelfstudie, vaardigheidstrainingen en zelfmanagement. De werkplek van de student is de plaats waar de student leert omgaan met de getrainde vaardigheden en aangedragen theorie uit het onderwijsdeel van de opleiding in een context wordt geplaatst. Het is de plaats waar leervragen ontstaan die de student opneemt in zijn/haar persoonlijk ontwikkelplan. De totale studielast van het beroepsdeel omvat in de vierjarige bachelor variant van de opleiding 48 EC en in de tweejarige Ad variant 24 EC. Semesteroverzicht Na elk semester ontvangt een student in het kader van studievoortgangs-registratie zo spoedig mogelijk een overzicht van het totaal behaalde aantal EC‟s in zijn opleiding. Mocht de opleiding tussentijds verlaten worden en nog niet alle activiteiten behorende bij deze onderwijseenheden verricht zijn dan worden er geen deelcertificaten verstrekt. 2B.3 Onderwijsprogramma van SB&RM VOLTIJDS & RM DUAAL: inhoud Het reguliere bachelor programma Small Business & Retail Management (SB&RM) omvat een studieduur van vier jaar. Het Associate degree (Ad) programma kent een studieduur van twee jaren. De inhoud van het Ad programma komt grotendeels overeen met de eerste twee studiejaren van de bachelor. Voor informatie over het “oude onderwijsprogramma, vrijstellingsregelingen, puntenstructuren en conversie-tabellen wordt verwezen naar de studiegidsen van voorgaande studiejaren. Om de competenties te ontwikkelen staat in het onderwijsprogramma een praktijkgerichte, realistische leeromgeving centraal. Bij de voltijdopleiding worden hiertoe diverse bedrijfssituaties (problemen) gesimuleerd. Voorbeelden hiervan zijn deelname aan het programma Jong Ondernemen, taken, cases en projecten. Bij de duale variant van de opleiding staat de eigen werkomgeving centraal waaraan door middel van opdrachten gerefereerd wordt. Duale studenten studeren in feite „binnen‟ de organisatie. Alle thema‟s en onderwerpen van het studieprogramma worden bestudeerd en in het licht gesteld van de bestaande werkomgeving. Met andere woorden, functie-inhouden en verantwoordelijkheden zijn onderwerp van studie. Het ontwikkelen van de competenties wordt in zowel het voltijd als duale traject ondersteund door een doorlopend programma vaardigheden. De inhoud van dit programma is geïntegreerd in de modulen. Jaarperspectief Om in de verschillende leerjaren richting te geven aan de centrale thematiek in de modulen, het niveau van de werkzaamheden aan te geven en aan te sluiten bij de leefwereld van de student wordt in de opleiding gewerkt met een karakteristiek van de leerjaren vanuit het perspectief van de opleiding, de student en de werkgever. Het jaarperspectief speelt een belangrijke rol bij de vormgeving van elementen in de realistische leer- en taakomgeving binnen de modulen.


29

Ho o f d st u k 2

Studiejaar Jaar 1

Jaar 2

Jaar 3

Jaar 4

Opleidingsperspectief Oriëntatie, selectie en verwijzing, basisvorming. Leren studeren, kennismaken met werkveld, instrumentele kennis, elementaire theorie. Werkwijzen in de praktijk leren kennen / toepassen. Ervaringsleren, procedures leren kennen, theorie toepassen.

Studentperspectief

Werkgeversperspectief

Zelfstandig worden, Beginnend keuzes maken, verkoopmedewerker verantwoordelijkheid dragen, sociaal vaardig worden, contacten leggen, kennismaken met werken. Invloed uitoefenen, je plaats veroveren, beoordeeld worden, leren omgaan met procedures, leren werken en samenwerken.

Ervaren verkoopmedewerker, operationeel niveau (beginnend leidinggevend). Gevoel krijgen voor handel en commercie, dienstverlenende houding, teamwerk, initiatieven nemen. Vraagstukken in de Zelfsturing, Projectmedewerker, beroepspraktijk, dwarsverbanden beginnend waarvan het zien, transponeren leidinggevend probleem niet op van kennis en medewerker op voorhand duidelijk is inzichten (van de tactisch strategisch omschreven. ene toonaard in de niveau, Zelfstandig andere overbrengen) projectverantwoordelij definiëren en kheid. analyseren van complexe probleemsituaties. Oplossingsstrategieë n ontwerpen en beoordeling van het effect daarvan. Idem, specialisatie, Structuur Adviseur, professional, toepassing en aanbrengen in eigen projectmanager. afstuderen. werksituatie, verdieping en specialisatie, zelfstandig aan het werk, voorbereiding op eerste baan.


30

Ho o f d st u k 2

Het onderwijsprogramma van de voltijd en duale opleiding is in de volgende tabellen samengevat. Onderwijsprogramma SB&RM Voltijds Small Business & Retail Periode Modulen Management 1 Dit is Retail 2 Consument & Omgeving 3 Instore Marketing Jaar 1 4 1-4 Jaar 2: Leren en Werken

Jonge Onderneming Specialisatie werkveld

1

HRM

2

Productiviteit Service Operations Management 1 Service Operations Management 2 Investing in People (RM, Fa en SB), Store Branding (short track) Bedrijfsadviseur (SB) Strategy (RM, Fa en SB) Supply Chain Management Ondernemen (SB) Fashion semester (Fa)

3 4

1, 3 Jaar 3 2, 4 1, 2 1–4

Jaar 4

Ondernemen

PPO (RM, Fa en SB)

1 2

Minor / optional semester Minor / optional semester

3 4

Stage & scriptie Stage & scriptie Vrije studiepunten en bedrijfspresentaties

1–4


31

Ho o f d st u k 2

Onderwijsprogramma SB&RM Duaal, studiejaar 2011-2012 Period SB&RM duaal Modulen e Dit is Retail 1 PPO 1 Praktijkleren Consument en Omgeving 2 PPO 2 Praktijkleren Jaar 1 Instore Marketing 3 PPO 3 Paraktijkleren 3 Ondernemen 4 PPO 4 Praktijkleren 4 Voortgangstoets 1-4 Specialisatie/Engels BE/BA HRM 1 PPO 1 Praktijkleren 1 Productiviteit 2 PPO 2 Praktijkleren 2 Service Operations Jaar 2 Management 1 3 PPO 3 Praktijkleren 3 Service Operations Management 2 4 PPO4 Praktijkleren 4 Voortgangstoets 1-4 Specialisatie/Engels BE/BA Investing In People 1 Praktijkleren 1 Partners in Retailing 2 Praktijkleren 2 Jaar 3 Strategy 3 Praktijkleren 3 Information Management 4 Praktijkleren 4 PPO 1-4 Specialisatie/Engels Keuzemoduul 1 Praktijkleren 1 Keuzemoduul 2 Praktijkleren 2 Jaar 4 Afstudeerwerkstuk 3 Praktijkleren 3 Afstudeerwerkstuk 4 Praktijkleren 4 PPO 1-4 Participatie lesdagen


32

Ho o f d st u k 2

Onderwijsarbeidsovereenkomst De duale student werkt op basis van een Onderwijs Arbeids Overeenkomst (OAO), waarin tenminste het volgende dient te zijn opgenomen: a. de duur van de overeenkomst. Het gemiddeld aantal te werken uren op de werkplek bedraagt tenminste 24 uur per week; b. de begeleiding + de naam van de begeleider op de werkplek en de coach van school; c. de competenties en de bijbehorende gedragscriteria, zoals deze geformuleerd zijn in het SB&RM-competentieboekje 2011. De student wordt beoordeeld op deze 12 competenties en de bijbehorende criteria; d. Indien van toepassing: de werkgeversbijdrage die in rekening wordt gebracht; (er is alleen sprake van een werkgeversbijdrage in “niet-reguliere groepen waar maatwerk wordt verzorgd.) e. de bepalingen wanneer en hoe de OAO ontbonden kan worden door de werkgever en/of de student. Onderwijsprogramma SB&RM Associate Degree Ter vergroting van de diversiteit in het beroepsonderwijs zijn landelijk in september 2006 pilots gestart voor een tweejarig programma binnen de hbo bacheloropleidingen, de Associate degree (Ad). Deze Ad-opleidingen sluiten aan bij de behoefte van de arbeidsmarkt aan personeel met een opleidingsniveau dat ligt tussen mbo-4 en hbobachelor. De RBS heeft zich bij deze pilots aangesloten. Vanaf september 2006 bestaat daarom de mogelijkheid om het Associate Degree (Ad) programma SB&RM bij de RBS te volgen. De Ad-opleidingen worden afgesloten met een (nieuwe) wettelijke graad: de Associate degree. De studenten kunnen indien gewenst daarna de volledige hbo-bachelor opleiding afronden. Een van de pilots die in september 2006 is gestart is de opleiding Associate degree Small Business and Retail Management aan Stenden hogeschool (vhn CHN). Het studieprogramma is grotendeels gelijk aan de eerste twee studiejaren van het bachelor programma voltijd of duaal, wat er toe leidt dat het Associate degree programma kan worden afgerond als er 120 EC zijn behaald. Om voor het Ad getuigschrift in aanmerking te komen dient de student het onderdeel specialisatie van het tweede jaar uit te werken als afstudeerproject volgens de richtlijnen die zijn opgenomen in de jaargids duaal jaar 2. Voor de Ad SB&RM zijn samen met het werkveld drie beroepscompetentieprofielen met competentiematrices ontwikkeld 1. 2. 3.

Beroepscompetentieprofiel Vestigingsmanager middelgrootfiliaal Beroepscompetentieprofiel Regiomanager Beroepscompetentieprofiel Zelfstandig ondernemer/franchisenemer detail-handel op HBO Ad-niveau

Het is mogelijk om na het behalen van de Associate degree door te stromen in het bachelor programma. Studenten moeten hiertoe zich via Studielink inschrijven voor de bachelor SB&RM en bij de examencommissie van de opleiding een vrijstellingsverzoek voor de eerste twee studiejaren van de bachelor indienen. Dit betekent dan ook dat er nog 120 EC moeten worden behaald voor het bereiken van het bachelor niveau. Om vast te stellen of de actuele werkplek en verantwoordelijkheden ook afdoende zijn voor jaar 3 en 4 duaal dient een afspraak te worden gemaakt met de teamleider duaal. Het moduul Service Operations Management 2 (jaar 2, moduul 4) wordt voor de Associate degree aangemerkt als afstudeerfase en kent drie onderdelen: Implementatieplan verbeteringstraject op operationeel niveau Procesverslag van het implementatietraject. Een afsluitend gesprek, waarin de student de inhoud van de hiervoor genoemde onderdelen verdedigt tegenover de opleidingscoach (docent) en de bedrijfscoach (begeleider vanuit het bedrijf).


33

Ho o f d st u k 2

2B.3.1 Onderwijsprogramma eerste studiejaar SB&RM voltijd en duaal Voor de beschrijving van de onderwijsactiviteiten is het reguliere onderwijsprogramma van Small Business & Retail Management cohort 2011 als uitgangspunt genomen. Het Associate degree programma vormt een integraal onderdeel van het bachelorprogramma en wijkt in het eerste jaar niet af van het bachelorprogramma. De eisen die zijn geformuleerd voor het Bindend Studie Advies (BSA), zijn voor Associate degree en bachelor gelijk. Het eerste studiejaar is in vier perioden ingedeeld. Elke periode wordt een moduul aangeboden waarin een thema centraal staat: Programma eerste studiejaar voltijd Periode 1 Periode 2 Periode 3 Consument Instore Dit is Retail en Marketing Omgeving Jonge Onderneming

Periode 4 Onderneme n Specialisati e werkveld

Programma eerste studiejaar duaal Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4 Consument Instore Onderneme Dit is Retail en Marketing n Omgeving Praktijkleren Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling Specialisatie

Modulen In de volgende beschrijving worden de modulen en de onderdoorlopende onderdelen toegelicht. Uitvoerige informatie over de inhoud, werkvormen en toetsvormen van het moduul is aan te treffen in de moduulboeken van de voltijd variant en in de jaargidsen en Blackboard leeromgeving voor de duale variant. Moduulboeken liggen ter inzage in het studielandschap. De informatie in de moduulboeken van het cursusjaar 2010-2011 is bindend. Nb: één EC staat voor 28 studiebelastingsuren (afgerond). Managementvaardigheden Mangementvaardigheden zijn een vast onderdeel van elk moduul in de opleiding. Een veelvoud aan onderwerpen passeert gedurende de opleiding de revue, zoals studievaardigheden, gesprekstechnieken, conflicthantering en -beheersing, time management, project management, motiveren, veranderingen doorvoeren, besluitvormingsprocessen, waarde oriëntatie, coaching van diversiteit in groepen, overtuigen, presentatievaardigheden. Excursies Retail Business School voltijd Tijdens de opleiding wordt een aantal verplichte excursies georganiseerd. Studenten die met een geldige reden niet kunnen deelnemen aan de excursie, krijgen een vervangende opdracht aangeboden. Zij moeten hiervoor een verzoek indienen bij de examencommissie van de opleiding. Niet deelnemen zonder geldige reden betekent dat studenten geen recht hebben op de punten van het onderdeel Specialisatie werkveld in het eerste studiejaar. Propedeuse: Excursies Fashion Retail: 3 dagen, kosten ca. € 125. Propedeuse: Excursies Retail: 2 dagen, kosten ca. € 75.


34

Ho o f d st u k 2

Moduul 1: Dit is Retail Moduulcontactpersoon Moduulkarakteristiek Gewenst instapniveau Moduuldoelstelling Inhoud moduul

Onderwerpen

EC Toetsvorm Moduul 2: Consument Moduulcontactpersoon Moduulkarakteristiek Gewenst instapniveau Moduuldoelstelling Inhoud moduul

EC Toetsvorm

: dhr. A. Nicolai (voltijd), mevr. Y. de Geus(duaal) : verplicht, gemeenschappelijk SB&RM moduul en RM-duaal : toelatingseisen SB&RM : Studenten leren hoe (retail)organisaties functioneren en welke factoren bijdragen aan het succes (in termen van omzet en winst) van de organisatie. : Het moduul biedt een eerste oriëntatie op het toekomstige retailwerkveld. Naast het belichten van de kenmerken van een organisatie in algemene zin, gaat het moduul in op een beschrijving van de branche (retailmarketing; historie en ontwikkeling), de interne analyse (omzet en winstgevendheid) en de interne marketingmix (personeel, fysieke distributie en presentatie). In de moduulopdracht gaan studenten aan de hand van de Value Chain een organisatieverkenning uitvoeren voor zowel een online webwinkel als een fysieke winkelorganisatie. : waartoe bestaan winkels, ontwikkelingen in detailhandel en MKB, indeling detailhandel, winkellandschap, webwinkels, franchising, ondernemerschap, organisatie MKB, winkelformule, bedrijfskolom, bedrijfsformule, visie/missie/strategie, bedrijfsvormen, organisatie-onderdelen, value chain, omzet/marge/kosten / brutowinst, MVO, studievaardigheden, schriftelijke communicatie : 12 EC voltijd 6 EC duaal : Opdrachten, actieve participatie en Omgeving : mevr. S. Fopma(voltijd), dhr. H. Greven (duaal) : verplicht, gemeenschappelijk SB&RM moduul en RM-duaal : het moduul Inleiding in Retail / Organisatie hebben gevolgd : studenten leren welke factoren de attractiviteit van een winkel bepalen en leren wat retailers kunnen doen om het gedrag van de consument in hun voordeel te beïnvloeden. : Gegevens over (interne) klanten en klantgroepen verzamelen, verwerken en analyseren zodat keuzes gemaakt kunnen worden over communicatie en marketing. Dit wordt vervolgens verwoord in een marketingcommunicatieplan dat zich richt op één of meerdere klantengroepen, daarbij rekening houdend met financiële aspecten zoals kostprijsberekening en budgettering. Onderwerpen: verzorgingsgebied, afvloeiing en toevloeiing, vestigingsplaatsbeleid, ABC locaties, concurrentie, structuurvisie, binnenstadbeleid, onderzoeksmethoden, omgevingsanalyse, consumentengedrag, koopgedrag, segmenteren, positioneren, branding, targeting, marketing communicatie, prijs, promotie. : 12 EC voltijd : 6 EC duaal : Opdrachten, actieve participatie


35

Ho o f d st u k 2

Moduul 3: Instore Marketing Moduulcontactpersoon : mevr. A. van Strien (voltijd), mevr. Y. de Geus (duaal) Moduulkarakteristiek : verplicht, gemeenschappelijk SB&RM moduul en RM-duaal Gewenst instapniveau : het moduul de Consument en Omgeving hebben gevolgd Moduuldoelstelling : studenten verkrijgen in dit moduul inzicht in alle onderdelen van het verkoopproces tussen de retailorganisatie en de klant. Inhoud moduul : Er wordt in kaart gebracht welke factoren van de winkelformule op winkelniveau beïnvloedbaar zijn hoe dit verbeterd kan worden in de eigen organisatie. EC : 12 EC voltijd : 6 EC duaal Toetsvorm : schriftelijk tentamen, opdrachten, actieve participatie Moduul 4: Ondernemen Moduulcontactpersoon : dhr. M.Pomper (voltijd), dhr. G. van der Heide (duaal) Moduulkarakteristiek : verplicht, gemeenschappelijk SB&RM moduul en RM-duaal Gewenst instapniveau : het moduul Instore Marketing hebben gevolgd Moduuldoelstelling : studenten krijgen inzicht in de relatie tussen de organisatie en zijn omgeving en hoe het management van een retail organisatie om kan gaan met veranderingen uit de omgeving van de onderneming. Inhoud moduul : Het moduul stelt de student in staat te ervaren hoe het is een (retail) ondernemer te zijn. In een managementgame wordt gewerkt aan ondernemersvaardigheden. Het gaat om het bereiken van een zo goed mogelijk resultaat, die afhangt van de gestelde doelen. EC : 12 EC voltijd : 6 EC duaal Toetsvorm : schriftelijk tentamen, opdrachten, actieve participatie Jonge Onderneming Contactpersoon Karakteristiek Inhoud

EC Toetsvorm:

: Mevr. A. van Strien : verplicht voltijd : Studenten starten in groepen van 6-7 personen een eigen bedrijf. Dit begint met een idee voor het product of dienst van de onderneming. Of dit idee kans van slagen heeft hangt van tal van zaken af. Daarom is een ondernemingsplan onmisbaar. Het ondernemingsplan geeft inzicht in de slagingskansen van het bedrijf en maakt de sterke en minder sterke kanten van het product/idee duidelijk. De Jonge Onderneming is een project met een doorlooptijd van drie onderwijsperioden (27 weken). Periode 1: ondernemingsplan, presentatie Jonge Onderneming en de aandeelhoudersvergadering; Periode 2: functioneringsgesprekken voeren, standverkoop, marketingcommunicatieplan (inclusief reclameplan, PR-plan en verkoopplan), halfjaarverslag; Periode 3: commercial, laatste aandeelhoudersvergadering, jaarverslag, verlies/winstrekening en eindbalans, eindpresentatie verkiezing beste Jong Onderneming. : 3 EC voltijd : Opdrachten, participatie


36

Ho o f d st u k 2

Specialisatie werkveld Contactpersoon : Marten-Jan Feenstra (Retail), Sigrid Runia (Fashion) Karakteristiek : verplicht voltijd Inhoud : Het programma specialisatie werkveld retail, fashion en Small Business vormt een project van het tweede semester van de propedeuse. In dit programma krijgen studenten de gelegenheid zich te verdiepen in de verschillende branches waar hun interesse naar uitgaat. Het programma wordt ondersteund door gastcolleges en branchespecifieke excursies. EC : 3 EC voltijd Toetsvorm: : Opdrachten Voortgangstoets Contactpersoon Karakteristiek EC Toetsvorm: Inhoud

: Mevr. Y de Geus : verplicht voltijd, met ingang van cohort 2010, duaal met ingang van cohort 2011 : 6 EC voltijd : 6 EC (duaal) : Kennistoets multiple choice, onder examencondities : De voortgangstoets is een toetsvorm waarbij de kennisontwikkeling gedurende de eerste twee jaren van de studie gemeten wordt. De toets is een afspiegeling van het Associate degree eindniveau van de opleiding. De voortgangstoets heeft als doel om het lange termijn leren te bevorderen en de student inzicht te geven in de ontwikkeling van het eigen kennisniveau. De toets bestaat uit 150 drie-keuze vragen. Per studiejaar is een norm vastgesteld waaraan de student moet voldoen om de aan de toets gekoppelde credits te behalen. Per studiejaar zijn er 4 toetsmomenten. Voor eerstejaars studenten wordt de eerste toets als een proeftoets beschouwd (diagnostisch). Als eenmaal de jaarnorm is gehaald, hoeft de student niet meer deel te nemen aan de voortgangstoets van dat betreffende studiejaar. Het is niet mogelijk om vooruit de norm van het volgende studiejaar te behalen.

In onderstaand schema is te lezen hoeveel vragen uit de toets per jaar beantwoord moeten worden en hoeveel daarvan goed moeten zijn. Toets Jaar 1 Jaar 2

Aantal vragen 150 150

Minimaal beantwoorden 90 130

Aantal goed (jaarnorm) 59 85

EC 6 6

De concrete kennisgebieden van de voortgangstoets en richtlijnen voor de te bestuderen literatuur zijn gepubliceerd op Stenden Intranet / Opleiding Small Business & Retail Management EC : 6 EC voltijd Toetsvorm: : Kennistoets multiple choice, onder examencondities


37

Ho o f d st u k 2

Persoonlijke en Professionele ontwikkeling (PPO) Contactpersoon : Ypie Miedema Karakteristiek : verplicht voltijd & duaal Inhoud : Studenten trainen beroepsvaardigheden en leren reflecteren op hun eigen functioneren en hun functioneren binnen verschillende groepen. Oriëntatie op het werkveld, competentiemanagement, persoonlijke ontwikkelingsplannen, doelgericht hanteren van een portfolio, loopbaan ontwikkeling en -oriëntatie, planning van de studie zijn onderwerpen die aan de orde komen. Studenten kunnen hier ondermeer invulling aan geven door het uitvoeren van vrije studie-activiteiten. In het duale programma wordt PPO integraal via de modulen aangeboden, maar worden de credits afzonderlijk geregistreerd. In het voltijd programma wordt PPO integraal via de vier modulen in het eerste jaar aangeboden en maakt de beoordeling van dit onderdeel deel uit van het moduultentamen. EC : 4 x 3 EC (duaal) Toetsvorm: : opdrachten, actieve participatie Bedrijfspresentaties (voltijd) Contactpersoon : mevr. A. Oosterhof EC : 1 (toe te kennen in jaar 4) Karakteristiek : verplicht SB&RM voltijd Toetsvorm: : participatie Ten behoeve van voltijd studenten worden regelmatig bedrijfspresentaties verzorgd door retailorganisaties en/of organisaties die sterk gericht zijn op het MKB. Doel van deze bedrijfspresentaties is studenten inzicht te bieden in hun mogelijkheden bij deze organisaties na hun studie. Op kortere termijn bieden de presentaties inzicht in mogelijkheden voor duale werkplekken in het 2e jaar en (parttime) dienstverbanden. Studenten doen er verstandig aan niet te selectief in te schrijven voor de aangekondigde presentaties (zie aankondigingen BLACKBOARD), omdat bekende en onbekende organisaties vaak verrassende mogelijkheden bieden op korte en lange termijn. Tevens bieden de presentaties de mogelijkheid voor studenten zich breed te oriënteren op het werkveld. De inhoud van de presentaties is soms te typeren als gastcollege. Vanaf cohort 2007 zijn studenten verplicht om totaal minimaal 20 bedrijfspresentaties gedurende de opleiding te volgen: minimaal 10 in het eerste jaar en minimaal 10 in het derde/vierde jaar. Studenten van cohort 2006 en eerder zijn verplicht minimaal 15 bedrijfspresentaties bij te wonen. Studenten die als zij-instromers aan de opleiding beginnen, moeten minimaal 10 bedrijfspresentaties volgen. Om misverstanden te voorkomen: gastcolleges en excursies in het kader van de reguliere modulen worden niet meegerekend voor het aantal bedrijfspresentaties/-bezoeken. Voor SB studenten komen georganiseerde excursies, bedrijfsbezoeken en relevante beursbezoeken in voorkomende gevallen in aanmerking te worden meegerekend. Het dragen van tenue de ville is verplicht bij al deze bijeenkomsten.


38

Ho o f d st u k 2

Voorwaarde / ingangseis 2e jaar voltijd studenten Het tweede jaar van de opleiding wordt in een duale werkvorm aangeboden. De voorbereiding vindt plaats in het tweede semester van het eerste leerjaar. Gedurende het tweede semester van het eerste leerjaar vindt de voorbereiding voor het 2 e leerjaar plaats. De voorbereiding bestaat o.a. uit: volgen van verplichte informatiebijeenkomsten; één of meerdere plaatsingsgesprekken met de coördinator of een docent van het tweede studiejaar; informatieverzameling over mogelijke praktijkbedrijven, eventueel ter voorbereiding van gesprekken met de stagecoördinator en sollicitatietrajecten; een sollicitatieprocedure bij het praktijkbedrijf; een informatiebijeenkomst aan het eind van het tweede semester; een kennismakingsgesprek met de begeleider(s) vanuit de opleiding; Gedetailleerde informatie over de voorbereiding en het 2e leerjaar is te vinden op Blackboard in de course Year 1, info duaal. Belangrijk: Maak zo vroeg mogelijk (gedurende het voorbereidingssemester) een afspraak met je studiecoach om je wensen en/of mogelijkheden te bespreken. Om daadwerkelijk met ingang van het eerste semester van het tweede studiejaar te kunnen starten, moet je aan de volgende eisen voldoen: 1. je moet een positief of voorwaardelijk positief Bindend Studieadvies hebben gekregen. 2. je moet een geschikt geachte werkplek hebben gevonden. 2B.3.2 Onderwijsprogramma tweede studiejaar SB&RM voltijd en duaal Het tweede studiejaar de opleiding SB&RM wordt voor alle studenten (bachelor voltijd, bachelor duaal en Associate degree) aangeboden in een duale werkvorm: een traject van leren en werken. De keuze om het tweede studiejaar in een duale werkvorm aan te bieden betekent dat de student tegelijkertijd in aanraking komt met de praktijk en theorie. De werkomgeving van de student vormt zo de context om te reflecteren op de theorie die behandeld wordt. Gemiddeld werkt een student 24 uur per week, verdeeld over 3 of 4 dagen. Daarnaast volgt de student een aantal trainingsdagen. Gedurende deze trainingsdagen staan ervaringen van studenten centraal, worden theorie en opdrachten behandeld en krijgen studenten gerichte training in (management)vaardigheden. Theorie en praktijk worden gekoppeld door het uitvoeren van verschillende opdrachten, door het reflecteren op de werkzaamheden in de praktijk in zogenaamde ervaringsronden en door het maken van opdrachten in het kader van het PPO programma. Hiertoe is reeds in het eerste studiejaar een aanzet gegeven. Deze gegevens zijn opgenomen in het portfolio van elke student en zullen in het tweede jaar verder uitgebouwd worden. De coach op de trainingsdagen neemt de rol van de studiecoach / docent in het eerste studiejaar over. Aan de hand van een aantal zelfanalyses wordt aan het begin van het tweede jaar een persoonlijk ontwikkelingsplan en een persoonlijk actieplan gemaakt. Dit vormt de leidraad voor het studiejaar om aan te werken en regelmatig op te reflecteren middels POP-opdrachten, de Starr methodiek en het ervaringenrondje, wat aan het begin van elke trainingsdag gehouden wordt. De docent op de trainingsdagen zal minimaal één keer per jaar een bezoek brengen aan de student op de werkplek. Samen met de student en de begeleider in het bedrijf zal de voortgang van het duale traject besproken worden. Hierbij zal aandacht besteed worden aan de beoordeling van het werken in de vorm van een competentiebeoordeling, de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de student en de opdrachten vanuit de opleiding.


39

Ho o f d st u k 2

Naast het werken en de trainingsdagen dient de student gemiddeld nog 12-16 uur per week te besteden aan zelfstudie-activiteiten die voortvloeien uit afspraken of opdrachten vanuit de trainingsdagen. Dat kan gebeuren op de werkplek, in de bibliotheek of ergens anders. Duaal leren is niet hetzelfde als werken in een praktijkbedrijf en studeren op school. Werken en studeren zijn zo veel mogelijk in en met elkaar verweven. Een duale student “studeert over zijn werk en werkt over zijn studie”. De “praktijk als krachtige leerschool” is daarmee een duidelijke derde partij naast de student en de opleiding. De Onderwijs-Arbeidsovereenkomst (OAO). De student in het tweede jaar krijgt een OAO waarin opgenomen zijn: a. de duur van de overeenkomst, zijnde 42 weken vanaf de start in het tweede jaar. het gemiddeld aantal te werken uren bedraagt minimaal 24 uur per week; b. de naam van de begeleider op de werkplek en de coach van school; c. de kwaliteit van de werkplek en begeleider, vastgesteld door de werkplekscan; d. de competenties en de bijbehorende gedragscriteria, zoals deze geformuleerd zijn in het SB&RM-competentieboekje 2009, en de beoordeling daarvan; e. Indien van toepassing: de werkgeversbijdrage die in rekening wordt gebracht; (alleen in bedrijfsgroepen waarin maatwerkcomponenten in rekening worden gebracht wanneer deze buiten het reguliere aanbod vallen). f. de bepalingen wanneer en hoe de OAO ontbonden kan worden door de werkgever en/of de student/ en opleiding. Onderwijsprogramma studiejaar 2 Periode 1 HRM

Periode 2 Productiviteit

Periode 3 Periode 4 Service Service Operations Operations Management Management 1 2 Praktijkleren 1 - 4 Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling Specialisatie

Modulen In de volgende beschrijving worden de programma-onderdelen toegelicht. Uitvoerige informatie over de inhoud, werkvormen en toetsvormen van het moduul is aan te treffen in de moduulboeken. Moduulboeken liggen ter inzage in het studielandschap. De informatie in de moduulboeken van het cursusjaar 2010-2011 is bindend. Nb: één EC staat voor 28 studiebelastingsuren (afgerond). HRM Moduulcoordinatie EC Omschrijving:

: : :

Toetsvorm

:

Auke Plantenga 6 EC De diverse invalshoeken en kenmerken van Human Resource management komen aan de orde. Student leert daarbij de thematiek in relatie tot zijn eigen organisatie en eigen rol herkennen analyseren en mogelijk optimaliseren. Voortgangstoets, moduulopdracht, actieve participatie

Productiviteit


40

Ho o f d st u k 2

Moduulcoördinatie EC Omschrijving

: : :

Toetsvorm

:

Arnold Jippes 6 EC De student leert hoe met de ter beschikking staande middelen een zo hoog mogelijke productiviteit kan worden gerealiseerd. Geldstromen in de organisatie worden benoemd en in kaart gebracht in een exploitatie-overzicht. De student analyseert budgetten en realisatie van diverse geldstromen en leert planningen te maken o.b.v. kengetallen. Voortgangstoets, moduulopdracht, actieve participatie

Service Operations Management 1 Coördinator : Chantal Stegink EC : 6 EC Omschrijving : Op basis van onderzoek worden de bedrijfsprocessen in de eigen organisatie in kaart gebracht. Onderwerpen die hierbij centraal staan zijn: interne analyse / externe analyse, benchmarking, kwaliteitsmodellen en –theorieën, draagvlak voor veranderingen creëren. Aan het eind van het moduul wordt een plan ter verbetering van één van de bedrijfsaspecten opgesteld en binnen het bedrijf gepresenteerd. Toetsvorm : Voortgangstoets, moduulopdracht, actieve participatie Service Operations Management 2 Coördinator : Chantal Stegink EC : 6 EC Karakteristiek : Op basis van het verbeterplan in periode 3 wordt de verandering in organisatie als een traject ingevoerd. Onderwerpen die hierbij centraal staan zijn: project management; verankering, borging en evaluatie van een verbeterplan in de organisatie. Aan het eind van het moduul presenteert de student een eindrapport van de gerealiseerde verandering. Toetsvorm : Voortgangstoets, moduulopdracht, actieve participatie Praktijkleren 1-4 Contactpersoon EC: Karakteristiek Inhoud

: : : :

Studiecoach 4 x 3 EC verplicht voltijd & duaal Duale studenten brengen een groot deel van de tijd door in de beroepspraktijk. Hierbij werkt de student bewust en onbewust aan de eigen competentieontwikkeling. De ontwikkeling van de student wordt gemeten in de vorm van een competentiebeoordeling. Het beoordelingsformulier dat hiervoor ontwikkeld is wordt viermaal per jaar ingevuld door de werkplekbegeleider. In de vorm van een driehoeksgesprek tussen docent, student en werkplekbegeleider wordt de beoordeling definitief gemaakt, worden ontwikkelpunten besproken die de student meeneemt in zijn/haar eigen ontwikkelplan.


41

Ho o f d st u k 2

Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling (PPO) Contactpersoon : Studiecoach EC: : 4 x 3 EC Karakteristiek : verplicht voltijd & duaal Inhoud : Studenten trainen beroepsvaardigheden en leren reflecteren op hun eigen functioneren en hun functioneren binnen verschillende groepen . Oriëntatie op het werkveld, competentiemanagement, persoonlijke ontwikkelingsplannen, doelgericht hanteren van een portfolio, loopbaan ontwikkeling en -oriëntatie, planning van de studie zijn onderwerpen die aan de orde komen. BE / BA Contactpersoon : Gerlof van der Heide EC: : 3 EC Karakteristiek : Inhoud : Specialisatie Contactpersoon EC: Karakteristiek Inhoud

: : : :

Studiecoach 3 EC verplicht voltijd & duaal Studenten kiezen een specialisatie waarmee eigen ontwikkelpunten kunnen worden aangevuld, of een gewenste vaardigheid of vakdiploma voor de eigen organisatie kan worden gehaald. Het betreft een programma dat gedurende het gehele studiejaar wordt aangeboden. Voltijd studenten vullen dit onderdeel (verplicht) in met een programma Engels.

De modulen zullen in vier periodes van 9 weken aangeboden worden. De eerste twee modulen staan centraal in het eerste semester; de laatste twee modulen in het tweede semester. Op de trainingsdagen zullen activiteiten opgestart worden om opdrachten in de praktijk te herkennen, theoretisch te onderbouwen en daadwerkelijk uit te voeren. Rapporten over de activiteiten worden op Blackboard geplaatst en van feedback voorzien door studenten en docenten. Voorbereiding / keuze 3e studiejaar voltijd Vóór het derde studiejaar moet je je keuze bepalen voor de afstudeervariant Small Business, Retail Management of Fashion Retail. Daarnaast kun je binnen een beperkt aantal voorwaarden besluiten om in de volledig duale variant de opleiding vanaf het derde jaar voort te zetten. In de Blackboard course RBS studentinformatie/General info vind je een informatiebrochure over de keuzemogelijkheden in het derde studiejaar. Bovendien worden er in de loop van het tweede studiejaar voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd. Switchen van voltijd naar duaal Voor voltijds studenten bestaat de mogelijkheid om het programma na het 2e jaar in de volledig duale variant te vervolgen, mits aan voorwaarden wordt voldaan (o.a. er is een werkgever, de functie en de werkplek sluit aan bij het jaarperspectief, promotie in functie is mogelijk in het 3e en 4e studiejaar), inclusief BSA-norm. Voorwaarden: Om het derdejaars programma duaal te kunnen volgen, moet je het tweede jaar hebben afgerond én moet je werkplek mogelijkheden bieden om vanuit het jaarperspectief (de opleiding, de student en de werkgever) te kunnen werken aan het jaarthema “Strategisch Management”. Voor het bespreken van de mogelijkheid tot overplaatsing naar het duale traject dient een afspraak te worden gemaakt met de teamleider duaal via het secretariaat Retail Business school.. Studenten moeten daarvoor een verzoek indienen bij de teamleider van de opleiding. Contact verloopt via het secretariaat van de opleiding: [email protected]. Daarnaast dient de student zelf bij herinschrijving voor het volgende studiejaar via Studielink zich aan te melden voor de juiste variant van de opleiding.


42

Ho o f d st u k 2

Keuze afstudeervariant: voltijds Voltijd studenten dienen aan het eind van het tweede studiejaar een keuze te maken voor de afstudeervariant van hun voorkeur: Retail, Fashion of Small Business. In het derde studiejaar bestaat de helft van het programma uit modulen die specifiek voor de variant zijn. Op Blackboard in de course RBS Studentinformation, General Info is informatie opgenomen over de varianten in het derde studiejaar. De keuze voor de variant dient doorgegeven te worden aan de teamleider voltijd van de hoofdfase. 2B.3.3 Programme year 3 SB&RM fulltime The Stenden Retail Business School (RBS) offers for all students in the 3rd and 4th year an international programme. The programme is open for students from abroad (exchange students, short track students). The educational groups are a mix of students from abroad and local students, the language is English. Students in the year 3 are enrolled in one of the following programmes: SB&RM – differentiation Retail Management SB&RM – differentiation Fashion Retail SB&RM – differentiation Small Business SB&RM - Short Track programme (a two year full time course for international students) Specialisation Retail management for International Business Management Studies (IBMS) Philosophy and methods of teaching Project work is the first cornerstone of our educational approach. The goal is threefold: confronting students with real-life problems and challenges related to their future careers, developing personal, social and analytical skills and the acquisition of relevant and up-to-date knowledge. Students work in small groups (PBL groups consist of 12 students and subgroups for projects of 4 students) and are guided and coached by a tutor. The course is divided into modules (4 per year), each dealing with a specific theme. This theme is approached from different angles and students learn to integrate the different disciplines involved. This educational system was chosen because in practice, a manager or entrepreneur will be confronted with problems that can only be solved if he/she can combine and integrate different types of information, techniques and competences. The second cornerstone is our international orientation: a variety of international study materials is used. In the programme English is the language of instruction. Students work in groups composed of as many different nationalities as possible. Year theme and perspective The module themes are chosen from the perspective of Strategic Management. Relevant disciplines related to Strategic Management are: Retail Marketing Human Resources Management Branding Supply Chain Management Formula Management & Operations Financial Management Strategic Management Research & development. Modules Each period of 10 weeks is called a module. Per period 15 EC will be awarded. Each module consists of parts of which the credits are awarded separately (like the PPO


43

Ho o f d st u k 2

program, also see the scheme 2B.3.3 for an overview). In the following text the module contents will be described. Detailed information about the content, didactical formats and module assignments is given in the module books. The module books can be found in the Stenden Study landscape (library). The information in the module books 2010-2011 is stringent. Management skills Management skills are integrated in each module. A variety of subjects is content of the programme, like: conflict management, communication skills, leadership skills, motivation, empowerment, change management, project management, coaching of diversity, presentation skills. Language education The RBS uses an integrated didactical format for language education; the content of the language programme is related to the theme and the objectives of the module. In each academic year, 60 credits (study points, ECTS) are awarded. Each point represents 28 hours of studying. The student gains 14 credits for each module successfully completed and 1 credit for the PPO Program. Each module has its own assessment. This usually consists of various assignments, a written test and an assessment of active participation. An assignment can involve a presentation about a specific subject, carrying out a research project and/or designing a report about the central case in the module. A year is divided in 4 periods. The organisation decides in what order you willl follow the modules in year 3: Programme

Period 1

Period 2

Period 3

Period 4

Retail Management

Investing in People

Strategy

Store Branding


Fashion Retail

Fashion 1

Fashion 2

Investing in People

Strategy

Small Business

Bedrijfsadviseur

Ondernemen Investing in iets voor jou? People

Strategy

Short Track

Store Branding Supply Chain Management

All students RBS* IBMS specialisation

Investing in People

Strategy

Personal and Professional Development (PPO) -

-

Store Branding

Supply Chain Management or E-Business

*: This applies to students Retail Management, Small Business, Fashion and Short Track


44

Ho o f d st u k 2

Short descriptions of the modules in year 3 fulltime Investing in People Module coordinators Ronald Noppers Number of credits 14 EC Status of the module Compulsory module for all Retail Business School Bachelor degree course students. Optional module for exchange students in the RBS program. Entry requirements First year of study Description This module serves as a base for the formulation of the Personal Development Plan for all third year RBS students by both providing knowledge and insight into the systematic development of personal and professional competencies necessary to be effective at an executive level in a commercial organisation and helping students to develop the necessary tools by means of which they can reflect on their own behaviour as well as that of others in order to take appropriate and effective action. Students will put their own PDP into action during the module in personal [intercultural] coaching situations and the evaluation of progress on specified PDP goals will form part of the module assessment. Students will be confronted with the kind of challenges currently facing commercial organizations in Europe by means of a case study. During their project work in groups they will be required to work as a team to analyze the case and its wider implications in order to formulate and present strategic HRM plans to meet these challenges. They will also take part in workshops on leadership styles and business communication [employee dialogue training]. The specific challenges facing students in this module will involve; the systematic analysis of a complex problem area from different perspectives taking into account the interrelation of different aspects of HRM the development of new policy proposals to resolve problem situations setting personal development aims related to a professional context raising skills of observation, awareness and the provision of constructive feedback in an inter-cultural environment forming an effective team from a diverse group of participants and creating an environment in which ideas for innovative solutions can be provided Disciplines and Human Resource Management, leadership, management, law, subjects finance Length of module 10 weeks, module 1 and 3 and scheduling Method project Examination Presentation, written exam, report, seminar, active participation Language English


45

Ho o f d st u k 2

Strategy Module coordinators Number of credits Status of the module Entry requirements Description

Disciplines and subjects Length of module and scheduling Method Examination Language

Joost Dijkman 14 EC Compulsory module for all Retail Business School Bachelor degree course students. Optional module for exchange students in the RBS program. First year of study The student has insight in the strategic management process and knows how to implement strategy into a retail company or a small business. The core element of the module Strategy is a simulation. During the module students must apply theoretical knowledge which will be provided during this module, in addition to knowledge gained during earlier modules in the course, like market positioning, utilization of resources, redefining core activities, investments etc. This project will provide students insight into the day-to-day running of a business, as well as the long term planning involved. Main themes that will be studied by the students in this module are: - Working as a management team, because strategic decisions are seldom taken by a single manager - Performing under time pressure - Decision making processes on a strategic, tactical and operational level - Processing information with a Management Information System (MIS) - Compiling business reports on the topics of marketing, personnel and finance - Evaluating group and company performance Management, Retail Marketing, Communication, Financial Management, Design 10 weeks, module 2 and 4 Project, simulation Written exam, assignments, active participation English

Fashion I and II (Dutch) Moduulcoordinator

Sigrid Runia

Credits

2 x 15 EC Verplichte modulen voor studenten die voor de differentiatie Fashion hebben gekozen. Propedeuse In samenwerking met een organisatie in fashion en een MBO op het gebied van fashion styling, ontwerp en techniek ontwikkelen de studenten een nieuw concept voor deze organisatie. Ze sturen het proces aan, zijn verantwoordelijk voor de communicatie met de organisatie, bewaken deadlines en budgetten en stellen een inkoop- en verkoopplan op. Fashion styling, ontwerpen, techniek; plannen, organiseren en budgeteren van het process, inkoop, verkoop, instore.

Type moduul Instroomeisen

Beschrijving

Onderwerpen Duur van het programma Methode

20 weken, semester 1 project

Toetsing

opdrachten, actieve participatie

Taal

Nederlands


46

Ho o f d st u k 2

Supply Chain Management Module coordinators Meinard Fransen Number of credits 14 EC Status of the module Compulsory module for all Retail Business School Bachelor degree course students. Optional module for exchange students in the RBS program. Entry requirements First year of study Description In this module, the student develops knowledge, insight and vision about dynamics of modern retailing. This understanding is greatly enhanced by an in depth-study of themes related to the reality of the (international) retail industry. Furthermore, it is important that the participant develops problem-solving skills, based on sound analytical reasoning. In the module Supply Chain Management this goal is achieved by means of analysing the flow of goods from raw material supplier to consumer. Students have to analyse the product range (category management), consumer behaviour (marketing) trends in the retail and specific ally the DIY sector, logistics and overall Supply Chain Management. SCM is of vital importance to the continuity of the company. SCM is focused on the optimalisation of the flows of goods from the initial supplier to the consumer. The links in the chain can determine and maintain their position by delivering a competitive advantage. That can be a price, time, service, quantity and quality advantage. To work together on a voluntary non-contractual basis in the supply chain is an essential condition for the continuity of the retail organisation Disciplines and subjects Length of module and scheduling Method Examination Language

Category Management, Demand and Supply Chain Management, Logistics, Buying management, Marketing Communication, Business Communication 10 weeks, period 2 and 4 Project, simulation Written exam, written assignments, presentations, active participation English


47

Ho o f d st u k 2

Store Branding Module coordinators Number of credits Description

Entry requirements Description Disciplines and subjects Length of module and scheduling Method Examination Language

Ralph Ferwerda 14 EC In order to function in an (international) retail company, the participant requires a good understanding of the dynamics of modern retailing. This understanding is greatly enhanced by the study, in depth, of themes related to the reality of the (international) retail industry. In this module, the central theme is Store Branding. For retailers, branding a store is nowadays seen as one of the most powerful means in their need to differentiate and to maintain a strong competitive position. Retailers are undergoing huge competition. In order to survive, stores need to differentiate from the competition. They do this by building strong brand identity, through which they try to achieve a strong position in the consumer‟s mind. Stores are becoming brands themselves. In the module Store Branding students will undertake a research project. A research study can be an important tool to evaluate the companies‟ success in creating a strong retail brand. Depending on the outcomes, the results of these studies can be used to make strategic decisions regarding brand positioning (product range, price, experience), or brand communication (advertising, store design, employees). Compulsory module for Retail students and short track students. Optional module for exchange students in the RBS program. First year of study Research, Communication, Consultancy, Report writing 10 weeks, period 1 and 3 Project Written report, Process assessment, Presentation, active participation English


48

Ho o f d st u k 2

Ondernemerschap: Bedrijfsadviseur (Dutch) Module coordinator Mark Pomper Number of credits 14 EC (als minor 15 EC) Status of the module Minor: algemeen Verplicht moduul voor studenten RBS Small Business Minor staat open voor alle overige studenten Entry requirements Propedeuse Description Studenten werken als bedrijfsadviseur aan verschillende opdrachten op het gebied van international business, economie, marketing, recht, boekhouden en onderzoek. Ze ontvangen faxen van opdrachtgevers en werken in een team en onder tijdsdruk om de opdrachten uit te voeren. Disciplines and International business, economie, marketing, recht, Duits, subjects boekhouden, onderzoek Length of module 10 weken, periode 1 en 3 and scheduling Method Project Examination Rapporten en mondeling eindgesprek, actieve participatie Language Nederlands Ondernemerschap: Ondernemen iets voor jou? (Dutch) Module coordinator Albert-Jan Giethoorn Number of credits 14 EC (als minor 15 EC) Status of the module Minor: algemeen Verplicht voor studenten RBS Small Business Minor staat open voor alle overige studenten Entry requirements Propedeuse Description De student leert in dit moduul een Ondernemingsplan op te stellen voor een (eigen) onderneming, welke wordt opgestart of overge-nomen. Hierbij wordt direct een link gelegd met een ondernemingsplan dat de studenten aan het eind van de opleiding Small Business moeten kunnen maken voor een eventueel eigen op te starten onderneming. In dit moduul gaat het erom dat de potentiële investeerder een gefundeerd oordeel kan formuleren omtrent de commerciële, financiële en technische haalbaarheid. In verband hiermee is voorkennis over onderzoeksmethoden en financiële overzichten gewenst. FINAN zal gebruikt worden bij de financiële analyses. De student gaat eigenlijk op ontdekkingsreis langs de gebieden van het MKB. Tijdens deze reis ontdekt de student de verschillende organisaties en instellingen. OP basis van missie en strategie onderkent de student het belang van goed ondernemerschap en goed management. Een externe omgevingsverkenning en het leren beheersen va interne en externe informatiestromen maken deel uit van dit moduul. Tevens krijgt de student de mogelijkheid om zijn of haar eigen ondernemersvisie te ontwikkelen. Disciplines and Economie, Marketing, Financieel Management subjects Length of module 10 weken, periode 2 en 4 and scheduling Method project Examination Haalbaarheidsrapport, Presentatie, actieve participatie Language Nederlands


49

Ho o f d st u k 2

Personal and Professional Development Contact : studycoach year 3 (See Blackboard) EC : 4 Status : compulsory Description : The PPO program aims to coach students in the reflection on their development and future profession. For dutch students the PPO programme is organized in close co-operation with Mentor Programma Friesland. During the third year a match will be made with a mentor who can be elicted from a diverse range of professions. Besides this, students themselves will be a mentor for MBO students who need help or advice. International students follow a different programme aiming to improve their planning of study and functioning in different groups. The programme also handles subjects like orientation on the Retail Business industry and internship- and job orientation. Vrije ruimte SB&RM voltijd opleiding Contactpersonen : Ralph Ferwerda EC : 2 (in studiejaar 4) Karakteristiek : verplicht SB&RM (only for dutch students) Beschrijving: : Binnen het voltijd programma bestaat de mogelijkheid om in de vrije ruimte van het programma zgn. vrije EC‟s te behalen (zie 2B.2.3 Studiepuntenoverzicht onderwijsprogramma) Deze vrije punten zijn echter aan regels gebonden, zie hiertoe: 2B.4.6: Vrije Studiepunten. In de hoofdfase van de opleiding zijn in totaal 2 EC voor vrije ruimte gereserveerd. Deze worden toegekend aan het eind van de studie, in het vierde studiejaar. Bedrijfspresentaties SB&RM voltijd opleiding Contactpersonen : zie Blackboard EC : 1 (wordt in het vierde jaar toegekend Karakteristiek : verplicht SB&RM (only for Dutch students) Toetsvorm : participatie Ten behoeve van studenten worden regelmatig bedrijfspresentaties verzorgd door retailorganisaties en/of organisaties die sterk gericht zijn op het MKB. Doel van deze bedrijfspresentaties is studenten inzicht te bieden in hun mogelijkheden bij deze organisaties na hun studie. Op kortere termijn bieden de presentaties inzicht in mogelijkheden voor het 2e jaar en (parttime) dienstverbanden. Studenten doen er verstandig aan niet te selectief in te schrijven voor de aangekondigde presentaties (zie BLACKBOARD), omdat bekende en onbekende organisaties vaak verrassende mogelijkheden bieden op korte en lange termijn. Tevens bieden de presentaties de mogelijkheid voor studenten zich breed te oriënteren op het werkveld. De inhoud van de presentaties is soms te typeren als gastcollege. Vanaf cohort 2007 zijn studenten verplicht om totaal minimaal 20 bedrijfspresentaties gedurende de opleiding te volgen: minimaal 10 in het eerste jaar en minimaal 10 in het derde/vierde jaar. Studenten van cohort 2006 en eerder zijn verplicht minimaal 15 bedrijfspresentaties bij te wonen. Studenten die als zij-instromers aan de opleiding beginnen, moeten minimaal 10 bedrijfspresentaties volgen. Om misverstanden te voorkomen: gastcolleges en excursies in het kader van de reguliere modulen worden niet meegerekend voor het aantal bedrijfspresentaties/-bezoeken. Voor SB studenten komen georganiseerde excursies, bedrijfsbezoeken en relevante beursbezoeken in voorkomende gevallen in aanmerking te worden meegerekend. Het dragen van tenue de ville is verplicht bij al deze bijeenkomsten.


50

Ho o f d st u k 2

2B.3.4

Programme year 3 Retail Management Work-Study Programme

Period 1

Period 2

Period 3

Period 4

Investing in People

Partners in Retailing

Strategy

Information Management

To continue the 2nd year‟s work-study programme you must have the guarantee of your employer that you will work on the level of the year 3 and 4 programme. For further information please contact the work-study programme co-ordinator. Modules Each period of 10 weeks is called a module. In the following text the module contents will be described. Detailed information about the content, didactical formats and module assignments is given in the module books. The information in the module books 20112012 is stringent. Management skills are integrated in each module. A variety of subjects is content of the programme, like: conflict management, communication skills, leadership skills, motivation, empowerment, change management, project management, coaching of diversity, presentation skills. Because of the international focus of the study programme and the development of English language skills most materials to be studied are offered in the English language. Investing in people Module co-ordinator : Module characteristics Entrance level

:

Module objective

:

Module content:

EC Examination

: :

Ronald Noppers : compulsory module for all students in our work-study programme. First year of study and the student has attended the second year programme. After this module the student is able to analyse all aspects of the Human Resource Management of his/her company and can generate ideas for improvement. Next to his the student will develop knowledge and skills in how to manage people effectively. The student also will become a specialist on a HRM subject at choise. During the trainings sessions following skills will be developed: types of leadership, feedback, job application and job interview. Students also have to start a second project in cooperation with the headquarters and to develop an international marketing plan during the whole third year. 1. HRM definition and analysis 2. Managing people 3. Specialization 4. Skills: leadership, feedback, job application and job interview. 5. International Marketing 6. Personal development Plan leadership style 9 credits assignments, written test, active participation


51

Ho o f d st u k 2

Partners in Retailing Module co-ordinator : Module characteristics Entrance level

:

Module objective

:

Module content:

:

EC Examination

: :

Tjitske Dijkstra : compulsory module for all students in our work-study programme. First year of study and the student has attended the second year programme. after this module the student is able to transfer the strategy of his/her company and latest developments in the fast moving consumer goods industry to his/her category . The students will analyse the possibilities for strategic partnership and generate options for improvement of profitable turnover and to decrease the costs in the supply chain. The Students will understand the different perspectives of retailers and manufacturers. Students also have to start a project in cooperation with the headquarters and to develop an international marketing plan during the whole third year. 1. Category management 2. Supply chain management 3. Consumer behaviour 4. Sales & buying 5. Skills: Project Management, Negotiation, Presentation techniques 6. International Marketing 7. Personal development plan: Enneagram, peer assessment and first report 9 EC assignments, written test, active participation


52

Ho o f d st u k 2

Strategy Module co-ordinator : Module characteristics Entrance level

:

Module objective

:

Module content

:

EC Examination

: :

Joop Bos : compulsory module for all students in our Work-Study programme. First year of study and student has attented the second year programme the student is able to write a Strategic plan for her/his company, explore strategic options, select the best option and bring this option into action. Each training session we will spend sufficient time for developing skills in Time management, Project management and Creativity. The student can develop a time schedule and reflect weekly on his/her progress, can write a project plan and can convince headquarter/regional management of the necessity of a project. Finally the student can apply 5 creativity techniques. In class we will discuss international developments and culture differences in the perspective of international marketing. The student has insight in the strategic management process and knows how to implement strategy into a retail company or a small business. During the module students must apply theoretical knowledge which will be provided during this module, in addition to knowledge gained during earlier modules in the course, like market positioning, utilization of resources, redefining core activities, investments etc. This project will provide students insight into the day-to-day running of a business, as well as the long term planning involved. Main themes that will be studied by the students in this module are: Working as a management team, because strategic decisions are seldom taken by a single manager Decision making processes on a strategic, tactical and operational level Compiling business reports on the topics of marketing, personnel and finance Evaluating group and company performance 9 EC assignments, written test, active participation


53

Ho o f d st u k 2

Information Management Module co-ordinator : Jos Schils Module characteristics : compulsory module for all students in our work-study programme. Entrance level : First year of study and the student has attended the second year programme. Module objective : Information is the foundation for developing and evaluation of the strategy, the realisation of goals, the improvement and control of the internal organization and for justification to the stakeholders. Balance scorecards, critical performance indicators are methods and techniques to make it possible for the management to “keep the organization on track”. After this module the student is able to identify and analyse the strategic and tactical information flow in his/her company. Information is one of the most vital, strategic assets any organization possesses. Only with reliable and “just in time” information a company can defend and/or develop her market position. The student also gets insight in the budget process of the company, the financial situation and is able to evaluate options for investment. With all this information the student can generate ideas for improvement for headquarters and or regional manager. Module content: 1. Information management 2. Financial analysis (annual report, ratios of liquidity, solvability and rate of return) 3. Critical performance indicators and balance scorecard EC : 9 credits Examination : assignments, written test, active participation Praktijkleren 1 - 4 Contactpersoon : EC: : Karakteristiek : Inhoud :

Studiecoach 4 x 3 EC verplicht

Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling (PPO) Contactpersoon : Studiecoach EC: : 6 EC Karakteristiek : verplicht Inhoud : Studenten leren reflecteren op hun eigen functioneren en hun functioneren binnen verschillende groepen . Oriëntatie op het werkveld, competentiemanagement, persoonlijke ontwikkelingsplannen, doelgericht hanteren van een portfolio, loopbaan ontwikkeling en -oriëntatie, planning van de studie zijn onderwerpen die aan de orde komen. Specialisatie Contactpersoon EC: Karakteristiek Inhoud

: : : :

Studiecoach 6 EC verplicht voltijd & duaal


54

Ho o f d st u k 2

2B.4 Programme year 4 SB&RM fulltime Final year – optional semester and graduation semester During the final year of study you will be able to follow a number of graduation routes. Your study programme will depend on the choices you make in the minor programme, availability of exchange programme places, Grand tour places, projects and internships. It is important that you discuss your ambitions (both within the study programme and after graduation) with your studycoach in order to determine the most effective study route. Internships and graduation projects need to be approved by the internship coordinator and thesis committee. Students are expected to take an active role in this process. During the first semester of the final year of study you will be able to follow one or two optional minors. Your study programme will depend on the choices you make. A description of specific RBS-minors is given in the next paragraph. Information about other Stenden minors, exchange programmes and Grand Tour programs is published on the Stenden Intranet (https://chnet.chn.nl/, A-Z index, m=minor). Each year in Februay/March, a minor market is organized informing students about modules and possibilities to study abroad. Also for the Grand Tour Program, specific meetings will be organized, informing students about the possibilities to study at one of Stenden‟s international sites. Please take note of the announcements on Stenden-Intranet. Period 1

Period 2

Period 3

Minor / Study abroad

Minor / study abroad

Internship & Dissertation or Small Business Start (only SB)

Period 4

Free studypoints and Company Presentations 2B.4.1

Minor / optional semester fulltime SB&RM programme 4th year

Contactpersonen : Ronald Noppers & Ralph Ferwerda In de post-propedeutische fase van Small Business en Retail Management wordt gedurende één semester een minor/keuzeprogramma aangeboden. Het minorenprogramma biedt de student de mogelijkheid zich te verdiepen in onderwerpen waar speciale interesse naar uitgaat. De RBS biedt zelf een aantal minoren aan gericht op Retail en Ondernemerschap. Daarnaast kunnen studenten deelnemen aan minoren angeboden door één van de andere opleidingen van Stenden. Indien gewenst kunnen zonder extra collegegelden te betalen, ook keuzemodules op andere hogescholen en universiteiten gevolgd worden. Om een minor bij een andere hogeschool of universiteit te volgen kan de student zich inschrijven via www.kiesopmaat.nl. Ook reguliere modulen van de andere Stenden-opleidingen kunnen door studenten van de RBS als keuzemoduul gekozen worden. Hiervoor moet de student een voorstel indienen bij de examencommissie ter accordering. De student wordt aangeraden hiervoor vooraf eerst contact op te nemen met betrokken docenten. In plaats van het volgen van minoren die Stenden-instituten aanbieden, is het ook mogelijk een uitwisselingsprogramma te volgen aan een Universiteit of Hogeschool in het buitenland. Hiervoor kun je contact opnemen met de contactpersoon voor uitwisseling binnen de RBS. Specifieke informatie over de minoren aangeboden door de RBS is opgenomen in paragraaf 2B.4.2. Voor meer informatie over andere Stenden minors, uitwisselingsprogramma‟s en Grand Tour wordt verwezen naar de overzichten op de A-Z index van Stenden Intranet (https://chnet.chn.nl/) en de website van Stenden (www.stenden.com).


55

Ho o f d st u k 2

2B.4.2 Organisatie van het minor semester (keuzesemester). Het semester is verdeeld in twee perioden van 10 weken. Elke periode kan de student één minor kiezen uit een ruim aanbod van modulen/ uitwisselingsprogramma's. De student moet zich hiervoor intekenen in het studiejaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de minoren gevolgd gaan worden. De inschrijvingsprocedure vindt plaats via Progress en de student wordt via Intranet geïnformeerd wanneer en hoe de inschrijving dient plaats te vinden. De student kan zelf bepalen in welke periode welke minoren worden gevolgd. Op basis van de inschrijvingen beslist de organisatie welke minors worden aangeboden. Indien de situatie daartoe aanleiding geeft, behoudt de organisatie zich het recht voor een minor niet aan te bieden. Aanvullende informatie over inschrijvingen, verzoeken tot het volgen van een extra minor, deelname aan Grand Tour, etcetera is verkrijgbaar via de contact-personen of wordt via Intranet (https://chnet.chn.nl/ ) gepubliceerd. 2B.4.3 Overview Minor / optional semester The following scheme shows an overview of all minors offered by the Retail Business School in het academic year 2010 – 2011 RBS minors 2010 2011

Credits

Period 1

Ondernemerschap: Bedrijfsadviseur (Dutch)

15 ec

x

Ondernemerschap: Ondernemen iets voor jou? (Dutch)

15 ec

Financial Retail 1 (Dutch)

15 ec

Financial Retail 2 (Dutch)

15 ec

E Business

15 ec

International Market Orientation

15 ec

Marketing Communications

15 ec

Period 2

Period 3

Period 4

x

x

x

x x x

x

x x

x

x

x

The student gains 15 credits for each ten-week module successfully completed. Each credit represents 28 hours of studying. Each module has its own assessment. This usually consists of various assignments, a written test and an assessment of active participation. An assignment can involve a presentation about a specific subject, carrying out a research project and/or designing a report about the central case in the module. Short descriptions of the RBS minors in year 4


56

Ho o f d st u k 2

Marketing Communications Module coordinators Joop Bos Number of credits 15 EC Status of the module Minor: general Entry requirements Open to all students of Stenden and IBMS as well as to exchange students Description This module is based on the principles of service learning. By means of two projects for a real (small, starting)company or (not for profit) organization students learn to design and to handle marketing plan for existing organization in the field of study of the students involved. The module is based on theory and practice that students have had in the modules of the course they do. During this module students learn how to design a marketing plan and how to explain the plan to a client (representative of a company or organization). The strategy and the tactics of the marketing plan is shown by the production of a market research, an in depth analysis of the companies strategic position, a design of a strategic marketing plan. Dutch and international students work in a project group of 6 on a project. The project subject is from a real company or organization. For the module period this group acts like a „marketing bureau‟. The lecturer involved has the role of a consultant and is responsible for coaching the project group as a team. There will be two weekly meetings for students to report their progress to each other and to the tutor. Students will have to work independently on researching and planning their project. The work is supported by workshops and consultancy about campaign design. Disciplines and Marketing, -strategy and tactics, graphic design and multimedia. subjects Length of module 10 weeks, module 1, 2, 4 and scheduling Method project Examination reports, productions, portfolio, active participation. Language English


57

Ho o f d st u k 2

International Market Orientation Module coordinators Mark Pomper Number of credits 15 EC Status of the module Minor: general Entry requirements Open to all students, except students RBS Small Business Description Many of the Project themes centre around well-known companies that have made their mark on the international arena, such as Centre Parcs and McDonalds. The module looks at international failures as well as successes. Students have to write a learner report on every PBL task, to be handed in on completion of each task. In addition, students will work in pairs on the module assignment, consisting of an extended case study in two parts. The end product will be a marketing and management plan for exporting a Mega-Malls concept to a country of your choice. Disciplines and International marketing, management, economics, ethics, human subjects resources, intercultural sensibility, communication Length of module 10 weeks, module 2 and 4 and scheduling Method project Examination Written assignments , active participation Language English

Ondernemerschap: Bedrijfsadviseur (Dutch) Module coordinator Mark Pomper Number of credits 15 EC Status of the module Minor: algemeen Verplicht moduul voor studenten RBS Small Business Minor staat open voor alle overige studenten Entry requirements Propedeuse Description Studenten werken als bedrijfsadviseur aan verschillende opdrachten op het gebied van international business, economie, marketing, recht, boekhouden en onderzoek. Ze ontvangen faxen van opdrachtgevers en werken in een team en onder tijdsdruk om de opdrachten uit te voeren. Disciplines and International business, economie, marketing, recht, Duits, subjects boekhouden, onderzoek Length of module 10 weken, periode 1, 3 and scheduling Method Project Examination Rapporten en mondeling eindgesprek, actieve participatie Language Nederlands


58

Ho o f d st u k 2

Ondernemerschap: Ondernemen iets voor jou? (Dutch) Module coordinator Albert-Jan Giethoorn Number of credits 15 EC Status of the module Minor: algemeen Verplicht voor studenten RBS Small Business Minor staat open voor alle overige studenten Entry requirements Propedeuse Description De student leert in dit moduul een Ondernemingsplan op te stellen voor een (eigen) onderneming, welke wordt opgestart of overgenomen. Hierbij wordt direct een link gelegd met een ondernemingsplan dat de studenten aan het eind van de opleiding Small Business moeten kunnen maken voor een eventueel eigen op te starten onderneming. In dit moduul gaat het erom dat de potentiële investeerder een gefundeerd oordeel kan formuleren omtrent de commerciële, financiële en technische haalbaarheid. In verband hiermee is voorkennis over onderzoeksmethoden en financiële overzichten gewenst. FINAN zal gebruikt worden bij de financiële analyses. De student gaat eigenlijk op ontdekkingsreis langs de gebieden van het MKB. Tijdens deze reis ontdekt de student de verschillende organisaties en instellingen. OP basis van missie en strategie onderkent de student het belang van goed ondernemerschap en goed management. Een externe omgevingsverkenning en het leren beheersen va interne en externe informatiestromen maken deel uit van dit moduul. Tevens krijgt de student de mogelijkheid om zijn of haar eigen ondernemersvisie te ontwikkelen. Disciplines and Economie, Marketing, Financieel Management subjects Length of module 10 weken, periode 2, 4 and scheduling Method project Examination Haalbaarheidsrapport, Presentatie, actieve participatie Language Nederlands


59

Ho o f d st u k 2

E Business Module coordinator Number of credits Status of the module Entry requirements Description

Marten Jan Feenstra 15 EC Minor: general Minor is open to all students of Stenden Open to all students of Stenden and IBMS as well as to exchange students In the module e-business you gain insights on how to develop ebusiness activities for companies. This is done by focussing on four main items. - E-marketing is focussing on the new marketing methods which are related to the internet. - ICT skills give you the skills needed to build your own concept website. - You will be searching for the state of the art in ebusiness, focussing on all the latest developments that can be seen on the internet. All the above parts come together in the e-business plan. Which describes the influence of the environment, consumers and competitors. And how you will deal with these issues applying service, marketing, operations and logistics. The minor e-business accommodates the growing interest of companies for the internet. Until now the use of internet in companies is under exposed. In the module e-business you are put to work for an existing company. You are asked to develop an e-business strategy and write a plan that puts the strategy to work. Next to the strategic focus of the module attention will be given to the conditions a good website has to accommodate. Theme‟s that will be discussed are usability and search engine optimization.


E Marketing, Web design, Internet technologies, Logistics, Search Engine Optimizing 10 weeks, period 1, 4 project Knowledge test, E-Business plan Presentation, active participation English


60

Ho o f d st u k 2

Financial Retail I en Module coordinator Number of credits Status of the module Entry requirements Description

Remarks


II (Dutch) Vacant (contactpersoon: Ralph Ferwerda) 2 x 15 EC Minor: algemeen Minor staat open voor alle studenten van Stenden Propedeuse Het minorsemester Financial Retail is gericht op het verwerven van kennis en vaardigheden op het gebied van commerciële dienstverlening aan particuliere klanten op het gebied van banken verzekeringsproducten (spaarproducten, beleggingen, levensverzekeringen, hypotheken). Centraal in het semester staan het bieden van klantwaarde op gebied van financiële producten en diensten. Het minorsemester speelt in op ontwikkelingen aan de retailkant van de financiële sector waarin we zien dat steeds meer banken zich ontwikkelen van kantoor tot winkel, meer opleidingseisen worden gesteld aan financiële dienstverleners en het ondernemerschap een steeds belangrijkere kwaliteit wordt. Studenten worden voorbereid om een succesvolle start te maken in een commerciële functie bij een bank, verzekeringsmaatschappij of hypotheekshop. Studenten leren door middel van concrete praktijkcases verkoop– en adviesvaardigheden toe te passen, alsmede de juiste procedures te volgen bij het maken van een financiële planning. Het programma wordt aangeboden in nauwe samenwerking met bedrijven in de financiële sector. Studenten worden in staat gesteld om certificaten te behalen die vanuit de Wet Financieel Toezicht verplicht worden gesteld aan medewerkers van banken en hypotheekshops. Het semester bestaat uit twee modulen. Het tweede moduul, Financial Retail II kent een duale opzet. De student werkt gedurende het moduul 3 dagen per week bij een bank of financiële instelling en volgt 1 dag per week onderwijs. De tweede module kan alleen gevolgd worden als de student ook aan de eerste module heeft deelgenomen. Basiskennis Bank en Verzekeren, Beleggingen Financiële Planning, Service Management, Adviesvaardigheden, Algemene Economie 2 x 10 weken, periode 1 en 2 De tweede module kan alleen gevolgd worden als de student aan de eerste heeft deelgenomen. Colleges, projectgroepen, stage bij bank (alleen Financial Retail II) rapport, tentamen, presentatie, actieve participatie Nederlands


61

Ho o f d st u k 2

2B.4.4 Open Minor /Vrije keuzemoduul in de vorm van een projectaanvraag In plaats van het volgen van een MINOR/keuzemoduul bestaat de mogelijkheid dat studenten het initiatief nemen om, individueel of in kleine groepjes, een project te realiseren. Deze studenten dienen daartoe tijdig contact op te nemen met één of meer docenten. De projectaanvragen moeten bij de secretariaat van de opleiding worden ingediend: [email protected]. De projectaanvraag moet tenminste de volgende informatie bevatten: a. naam student(en); b. beschrijving van de inhoud van het project met gebruikmaking van de volgende fasen die in het stappenplan van de afstudeeropdracht uitvoerig staan geformuleerd: 1. Probleemverkenning; 2. Probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen; 3. Methode van aanpak; 4. Literatuur. c. beoogd leereffect + competentieverantwoording ; d. wijze waarop beoordeling/toetsing zal plaatsvinden; e. urenverantwoording (15 EC = 10 weken = 420 sbu‟s of een veelvoud hiervan ) f. naam en handtekening van de docent(en) die het project wil(len) begeleiden samen met een schatting van de benodigde begeleidingstijd door de docent. De examencommissie van de opleiding beoordeelt of de projectaanvraag door kan gaan. Daarnaast kunnen eventueel ook aanvullende eisen t.a.v. aard en inhoud door de examencommissie worden gesteld. Voor de begeleiding van de projecten wordt een aangepaste studiebelasting gerekend. 2B.4.5 Uitwisselingsprogramma's Voor studenten bestaat de mogelijkheid om in plaats van een minor een uitwisselingsprogramma aan een hogeschool of universiteit in het buitenland te volgen.of deel te nemen aan de Grand Tour van Stenden. Deelname aan het Grand Tour programma is ook mogelijk in het derde studiejaar. In dat geval volgt de student in semester 1 van jaar 4 een tweetal verlichte modulen. Stenden. Voor verdere informatie over uitwisselingsprogramma‟s en contactpersonen zie Intranet (http://chnet.chn.nl) en Blackboard. 2B.4.6 Vrije studiepunten Contactpersoon : Ralph Ferwerda Karakteristiek : verplicht voltijd EC : 2 x 1 EC In het vierde studiejaar van de opleiding zijn in totaal 2 EC vrije studiepunten opgenomen. Voor het invullen van de vrije studieactiviteiten kan de student kiezen uit een breed aanbod van binnen- en buitenschoolse activiteiten. Voorwaarde is dat de activiteiten die de student uitvoert relevant zijn in het kader van de competentie-ontwikkeling van de student. De student dient de keuze voor de vrije activiteiten te kunnen verantwoorden vanuit de competenties van de opleiding en dient verslag te doen van het resultaat van de vrije activiteiten. De vrije studieactiviteiten liggen daarmee in het verlengde van het PPO dat is uitgevoerd in studiejaren 1 t/m 3. De student dient volgens bepaalde richtlijnen verslag te doen van de activiteiten en de bewijsstukken hiervoor ter beoordeling te overhandigen aan zijn/haar studiecoach of aan de teamleider van de opleiding. De richtlijnen zijn beschreven in het document “Vrije studiepunten hoofdfase” dat gepubliceerd is op Blackboard in de course RBS Studentinformation, General info.


62

Ho o f d st u k 2

Voorbeelden van binnenschoolse activiteiten die in aanmerking komen voor een studiepunt zijn: De Studentenraad (Stura) De Instituutsraad (IR) De Activiteiten Commissie (AC) Organisatie Studiestartweek Meewerken aan ontwikkeling en verbetering van het onderwijsprogramma Deelname aan evaluatiepanels Organisatie van excursies Deelname aan promotieteam van de opleiding (PR) Deelname aan onderzoekwerkzaamheden bij Lumius Deelname aan EHBO cursus Literatuurstudie op basis van goedgekeurde boekenlijst Deelname aan cursussen, trainingen, congressen, symposia Buitenschoolse activiteiten die de student heeft uitgevoerd kunnen ook in aanmerking komen voor het toekennen van een studiepunt. Ook hiervoor geldt dat de student moet kunnen aantonen dat de activiteiten relevant zijn in het kader van het ontwikkelen van de RBS-competenties. Voorbeelden van buitenschoolse activiteiten die in aanmerking kunnen komen voor een vrij studiepunt zijn: studieactiviteiten in de vorm van cursussen of trainingen (bv extra talencursus); vrijwilligerswerk in besturen of commissies van verenigingen onbetaalde opdrachten voor derden (bv onderzoekactiviteiten, organisatie van evenementen) De opleiding staat verder open voor het beoordelen van activiteiten die door studenten zelf als relevant worden aangemerkt 2B.4.7 Bedrijfspresentaties SB&RM voltijd opleiding Contactpersonen : Adrie Oosterhof EC : 1 (wordt in het vierde jaar toegekend) Karakteristiek : verplicht SB&RM Beschrijving : Zie beschrijving jaar 1 Toetsvorm: : Participatie 2B.4.8

Afstudeerfase

Contactpersonen : Adrie Oosterhof EC : 27 EC (waarvan 12 afstudeerwerkstuk en 15 stage) Karakteristiek : verplicht, opleidingsspecifiek Vereist instapniveau : Alle vorige studieonderdelen van jaren 1 t/m 4 (inclusief de minoren) zijn met succes afgerond. Toetsvorm : opdachten (rapportages), competentiebeoordeling, afstudeerwerkstuk De student sluit de opleiding af met een stage en een afstudeeropdracht. Deze stage, die 21 weken duurt, is met name beroepsopleidend van aard. Voorafgaand aan de stages, die in principe per 1 september en per 1 februari aanvangen, is er een voorbereidings- of oriëntatiefase van 12 weken. Met andere woorden, al tijdens het keuze-semester gaat de student actief aan de slag om zich te oriënteren op het toekomstige stage-bedrijf. De oriëntatie richt zich in eerste instantie op de plaats van het stagebedrijf in de markt, waarbij informatie binnen, maar met name ook buiten het bedrijf wordt ingewonnen. In tweede instantie vindt er een gesprek plaats met het toekomstige stagebedrijf, waarbij de nadruk ligt op kennismaking, verkenning van de structuur van het bedrijf en verdere inkadering van de opdracht. In de periode voorafgaand aan de eigenlijke stage moet duidelijk worden wat student en stagebedrijf van elkaar verwachten, waarbij met name


63

Ho o f d st u k 2

de probleemstelling en het doel van de afstudeeropdracht duidelijk omschreven zijn. Eén gesprek zal in de regel te weinig zijn. Een als voldoende beoordeelde afstudeeropdracht, minimaal 55 van de 100 punten, komt in aanmerking voor een mondelinge verdediging. De schriftelijke afstudeeropdracht wordt ten overstaan van twee docenten, waaronder de stagedocent verdedigd. Uitgebreide informatie ten aanzien van de stage is te lezen in het leerplan stageopdracht. Small Business Start Contactpersonen : Adrie Oosterhof EC : 27 Karakteristiek : verplicht, opleidingsspecifiek Vereist instapniveau : Alle vorige studieonderdelen van jaren 1 t/m 4 (inclusief de minoren) zijn met succes afgerond. Toetsvorm: : opdachten (rapportages), competentiebeoordeling, afstudeerwerkstuk Als alternatief voor de stagevariant kan de student die gekozen heeft voor de afstudeervariant Small Business kiezen voor het opstarten van een eigen onderneming, waarbij in de afstudeerfase het ondernemingsplan voor een eigen bedrijf wordt uitgewerkt en zoveel mogelijk wordt overgegaan tot de feitelijke start van de onderneming. Een als voldoende beoordeelde afstudeeropdracht of ondernemersplan, minimaal 55 van de 100 punten, komt in aanmerking voor een mondelinge verdediging. De schriftelijke afstudeeropdracht of het ondernemersplan wordt ten overstaan van twee docenten verdedigd. Uitgebreide informatie ten aanzien van Small Business Start is te lezen in het stageleerplan van de opleiding. Zie Blackboard, course Graduation”.


64

Ho o f d st u k 2

2B.5 Onderwijsprogramma vierde studiejaar RM-Duaal 2B.5.1 Keuzeprogramma en afstuderen vierde jaar RM Duaal Het laatste jaar staat in het teken van specialisatie en afstuderen. De duale student bepaalt op basis van zijn gewenste loopbaanperspectief (na afronding van de studie en /of scriptie) welke onderwerpen verdieping behoeven. Binnen de gestelde randvoorwaarden is de student vrij om onderwerpen de kiezen binnen de keuzeproject modulen. Afstudeeropdracht De afstudeeropdracht van de duale student is identiek aan de voltijd variant – zie hiertoe het stageleerplan op Blackboard De student sluit de opleiding af met een afstudeeropdracht. Voorafgaand aan de afstudeeropdracht is er een voorbereidings- of oriëntatiefase van 12 weken. Met andere woorden, al tijdens het keuze-semester gaat de student actief aan de slag om zich te oriënteren op de afstudeeropdracht. De oriëntatie richt zich in eerste instantie op de plaats van het bedrijf in de markt, waarbij informatie binnen, maar met name ook buiten het bedrijf wordt ingewonnen. In de periode voorafgaand aan de eigenlijke afstudeeropdracht moet duidelijk worden wat student en bedrijf van elkaar verwachten, waarbij met name de probleemstelling en het doel van de afstudeeropdracht duidelijk omschreven zijn. De docent dient vervolgens een voorstel voor de afstudeeropdracht in bij de begeleidende docent en de scriptiecommissie. Na akkoord van de docent en de scriptiecommissie kan de student aan de afstudeeropdracht beginnen. Een als voldoende beoordeelde afstudeeropdracht, minimaal 55 van de 100 punten, komt in aanmerking voor een mondelinge verdediging. De schriftelijke afstudeeropdracht wordt ten overstaan van twee docenten, waaronder de stagedocent verdedigd. 2B.5.2

Opbouw van het vierde jaar duaal

Onderdeel Modulen

Periode 1 Werken + Keuzeproject + PPO

Periode 2

Periode 3

Periode 4

Werken+ Werken + Keuzeproject + AfstudeerPPO project

Werken + Afstudeeropdracht

Keuzeprojecten Bij de voltijds variant van de opleiding RBS heeft de 4e jaars student de mogelijkheid zich te verbreden of te verdiepen in de vorm van een minor of een combinatie van keuzemodulen. Voor de duale student is het keuzeproject de equivalent van een minor. Om een keuzeproject te kunnen doen maakt de student in overleg met de docent en zijn bedrijf een voorstel. Studenten geven hierbij aan binnen welk kennisgebied (zie hiertoe Figuur 2.1: Het RBS model voor het benoemen van leerinhouden) hun keuzeprojecten vallen. Ook geeft de student in het voorstel aan wat de relevantie van het Keuzeproject is voor zijn / haar comptentie-ontwikkeling. (bv commercialiteit, leidinggeven, plannen/organiseren/beheren etc)


65

Ho o f d st u k 2

De student werkt in het vierde jaar aan twee keuzeprojecten. Deze voldoen in hoofdlijnen aan de volgende criteria: a. behandelt een relevant onderwerp, gerelateerd aan de kennisgebieden (zie hiertoe ook „2B.3 Onderwijsprogramma van SB&RM VOLTIJDS & RM DUAAL: inhoud‟: HRM Operations Marketing Strategisch Management Decision Support b. heeft aantoonbaar hbo-niveau (relatie met Dublin descriptors wordt aangegeven in het voorstel)) c. maakt gebruik van actuele vakliteratuur op het door de student gekozen kennisgebied, of in het geval van cursussen, van actueel cursusmateriaal uit het retailwerkveld. Nadere details en specifieke criteria worden gepubliceerd in het moduulboek „Keuzeprojecten RBS duaal‟ Mogelijke invulling voor keuzeprojecten: 1. Bedrijfscursussen (mits op hbo-niveau) 2. Literatuuronderzoek als voorbereiding op de scriptie 3. Projecten 4. Verdieping op een bepaald (kennis-)gebied in de vorm van een professioneel rapport. De student schrijft het voorstel voor een keuzeproject in een format van de opleiding; dus als de student kiest voor een project, dient hij van tevoren een projectplan in, bij literatuuronderzoek levert de student een conceptvoorstel in waaraan de coach goedkeuring moet verlenen. De voorstellen voor het keuzeproject worden geaccordeerd door de begeleidende docent na overleg met de coördinator duaal onderwijs. Het voorstel moet tenminste de volgende informatie bevatten: a. naam student(en); b. beschrijving van de inhoud van het project met gebruikmaking van de volgende onderdelen 1. Probleemverkenning; 2. Probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen; 3. Methode; 4. Literatuur. c. beoogd leereffect + competentieverantwoording; d. wijze waarop beoordeling/toetsing zal plaatsvinden; e. urenverantwoording Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling Contactpersoon : Studiecoach EC : zie schema 2B.2.3 Studiepuntenoverzicht onderwijsprogramma Karakteristiek : verplicht duaal Inhoud : Studenten leren reflecteren op hun eigen functioneren en hun functioneren binnen verschillende groepen. Oriëntatie op het werkveld, competentiemanagement, persoonlijke ontwikkelingsplannen, doelgericht hanteren van een portfolio, loopbaan ontwikkeling en -oriëntatie, planning van de studie zijn onderwerpen die aan de orde komen.


66

Ho o f d st u k 2

2C

Het Studievorderingsbeleid

2C.1 Toelatingsbeleid Studenten worden toegelaten tot de opleiding indien zij in bezit zijn van een mbo diploma niveau 4 (alle richtingen) of wanneer zij een havo of VWO diploma hebben. Er zijn geen specifieke profielen vereist. Wel zijn aanbevolen de profielen M&O, Economie en Engels. Ben je 21 jaar of ouder en voldoe je niet aan de toelatingseisen? Dan kun je een toelatingsexamen doen. Deze bestaat uit een aantal digitale testen. Van de gegevens wordt een rapport opgesteld, dat naar de contactpersoon van de opleiding wordt gestuurd. In dit rapport wordt een positief dan wel negatief advies over de toelaatbaarheid gegeven. De examencommissie van de opleiding bepaalt uiteindelijk of de aspirant student toelaatbaar is. Aan het toelatingsonderzoek zijn kosten verbonden. Aanmelden geschiedt via de contactpersoon van de opleiding bij mevr. N. van Putten, secretaresse ISM ([email protected]). 2C.2 Toelatingseisen voor de hoofdfase Studenten worden toegelaten tot de post-propedeutische fase van de opleiding als: 1. De student in bezit is van een getuigschrift van het met goedgevolg afgelegde propedeutisch examen van die opleiding of van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen dat die opleiding en een of meer andere opleidingen gemeen hebben. In dit geval staat de student ingeschreven in de hoofdfase van de opleiding. Wel kunnen aanvullende eisen gesteld worden ten aanzien van het volgen van modulen uit het propedeuse-programma van een opleiding. 2. De student onderdelen van de propedeuse nog niet gehaald heeft, maar wel voldoet aan de norm van het bindend studieadvies die geldt aan het einde van het eerste jaar van inschrijving. Gedurende het tweede jaar van inschrijving heeft de student recht op het volgen van onderdelen van de hoofdfase, zonder dat hij/zij daadwerkelijk staat ingeschreven in de hoofdfase. Studenten die in afwijking van het bovenstaande in de hoofdfase willen worden ingeschreven dan wel tentamens van de hoofdfase willen afleggen, moeten hiervoor een schriftelijk verzoek indienen bij de examencommissie van de opleiding.


67

Ho o f d st u k 2

2C.3 Vrijstellingenbeleid: erkennen van elders verworven competenties (EVC) Voor studenten die de opleiding beginnen met de nodige werkervaring of relevante kennis op HBO- of MBO-niveau, bestaat er de mogelijkheid deze kennis/ervaring te laten erkennen en bepaalde vrijstellingen te verkrijgen. Vrijstellingen kunnen ook voor internationale studenten gelden. Afhankelijk van je afstudeerrichting, van je cohort en je vooropleiding en/of werkervaring, gelden verschillende regelingen. a. Vrijstelling op basis van MBO Ondernemer/Manager Detailhandel of Ondernemer Groothandel vanaf cohort 2000 Studenten met de MBO-opleiding Ondernemer/Manager Detailhandel of Ondernemer Groothandel, met een goede motivatie en studiehouding en in het bezit van een relevant aanvullend certificaat zoals doorstroommoduul HBO, NIMA A, Nemas, Fenedex of Ondernemersplan+ kunnen in aanmerking komen voor 30 ECTS vrijstelling. Er zijn twee mogelijkheden voor het vrijstellen van 30 ECTS. De vrijstelling wordt verleend door middel van een verkort duaal tweede jaar (één semester in plaats van twee) b. Vrijstelling op grond van propedeutisch getuigschrift De student met een propedeutisch getuigschrift van een opleiding in de (landelijke) sector Hoger Economisch Onderwijs wordt in de propedeusefase ingeschreven en krijgt in overleg met de teamleider van de opleiding bepaalde vrijstellingen tot een maxiumum van 30 ECTS. Aansluitend ontvangt hij het propedeutisch getuigschrift. Studenten die gebruik willen maken van deze regeling, dienen een aanvraag in bij de examencommissie. c. Overige vrijstellingen: vanaf cohort 2002 Voor de overige gevallen geldt de volgende EVC-regeling: 1. Het initiatief voor het verkrijgen van een vrijstelling berust bij de student. 2. EVC-aanvraagformulieren zijn verkrijgbaar via de EVC-commissie of de examencommissie. 3. De (nationale & internationale) student dient ten tijde van inschrijving een EVCaanvraag in bij de examencommissie SB&RM (hierna de examencommissie). Een EVCprocedure duurt 4–6 weken, afhankelijk van aard van de EVC-aanvraag. De procedure voor internationale studenten verloopt via de Contactpersonen Uitwisseling en International Studies. 4. De vrijstelling voor één bepaald moduul is alleen dan geldig wanneer de aanvraag ervan bij de examencommissie binnen is twee weken voordat het moduul voor de eerste keer plaatsvindt of bij het eerste moduul van een studiejaar uiterlijk week 4 van het moduul. 5. De examencommissie delegeert de behandeling van de EVC-aanvraag naar de EVCcommissie 6. De EVC-commissie, kan zich op ad hoc basis, door één of meerdere expert-collega‟s laten adviseren door studiecoaches, docenten of andere in- of externe deskundigen, waar nodig. 7. Aan de hand van de EVC-formulieren (portfolio-brief) stelt de student zelfstandig een overzicht van bewijslast van voorkennis/werkervaring samen. Vervolgens relateert de student zijn ervaring aan het opleidingsprogramma: de student zoekt bewijzen voor de competenties uit het beroepsprofiel (en/of bijbehorende modulen) waarover hij beschikt. Bewijzen waarop vrijstelling verleend kan worden, kunnen zijn: werkervaring, eerder behaalde tentamens of diploma‟s, praktijkoefeningen en/of aantoonbare, relevante praktijk-produkten. , (Internationale studenten of uitwisselingsstudenten kunnen hierbij hulp/advies vragen aan de contactpersonen uitwisseling International Studies


68

Ho o f d st u k 2

8. De EVC-commissie neemt vervolgens contact op met de student om een afspraak te maken voor het doorlopen van de procedure. De procedure kan bestaan uit een combinatie van de volgende onderdelen: een gesprek met meerdere EVCcommissieleden, een assessment, een schriftelijke opdracht, een schriftelijke toets, een mondelinge toets, een praktijkproef. De EVC-commissie besluit welke onderdelen in de procedure worden opgenomen; dit binnen geldende instituutsafspraken en op basis van de door de student aangeleverde informatie (portfolio). 9. Op basis van de doorlopen procedure en de door de student beschikbaar gestelde informatie adviseert de EVC-commissie of de bewijslast voldoende is om vrijstellingen haalbaar te maken. Dit schriftelijke advies wordt, tezamen met de bewijslast, naar de examencommissie gestuurd. 10. De examencommissie beoordeelt de aanvraag en neemt een besluit. De student ontvangt hiervan schriftelijk uitkomst. 11. De EVC-informatie wordt in het studentendossier gearchiveerd. 2C.4 Verkorte studietrajecten ProHbo De RBS heeft een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met een beperkt aantal ROC‟s over een doorstroomtraject MBO-HBO, genaamd Pro-HBO-Retail. Studenten volgen binnen dit traject “extra” verschillende MBO+-modulen tijdens hun MBO-opleiding. De opzet, inhoud en toetsing van het MBO+-traject is door het ROC en RBS samen ingevuld, waardoor kwaliteit en HBO-niveau van de propedeuse gegarandeerd blijft. Studenten die het MBO+-traject behalen komen in aanmerking voor een vrijstelling van de HBOPropedeuse, waardoor zij de HBO Bachelor degree in 3 jaren kunnen behalen. Vrijstelling voor studenten met leidinggevende werkervaring Indien een student een passende vooropleiding heeft en minimaal drie jaar leidinggevende ervaring heeft, kan hij/zij een aparte intakeprocedure aanvragen voor het verkrijgen van vrijstelling voor de propedeuse. Deze intake procedure is gebaseerd op de EVC procedure van de RBS. Voor meer informatie hierover dient contact opgenomen te worden met de teamleider duaal van de opleiding. 2C.5 Jaartoetsrooster SB&RM 2011-2012 Het volgende schema geeft wanneer voor welke modulen toetsen worden georganiseerd en in welke weken deze zullen plaatsvinden. In het studiejaar waarin een bepaald moduul wordt gevolgd heeft de student recht op deelname aan de reguliere moduultoets van dat moduul en mag hij/zij aan maximaal twee herkansingen voor de moduultoets van dat moduul deelnemen. De student dient zich voor alle toetsmogelijkheden waar hij/zij aan deel wenst te nemen in te schrijven via Progress, uiterlijk 3 weken vóór de toetsdatum. Vóór aanvang van de toets dient de student zijn/haar collegekaart (bewijs van inschrijving) te tonen. De organisatie behoudt zich het recht voor wijzigingen in het toetsschema aan te brengen.


69

Ho o f d st u k 2

Reguliere toetsdata SB& RM 2011-2012 voltijds Jaar 1-2 Voortgangstoe ts

Wk 2.1 x

Jaar 1

Wk 1.9

Engels

x

Wk 3.1 x Wk 2.9

Wk 4.1

Sw 5

x

x

Wk 3.9

Wk 4.9

x

Herk 1

Herk 2

St.wk 2

St.wk 3

st.wk. 2 week 3.9

st.wk 5 st.wk 7

Year 3 Investing in People

x

x

Strategy

x

x

st.wk.4 week 4.9

st.wk.5 st.wk 7


x

x

Week 4.9 st.wk 6

st.wk.7

week 3.9

st. wk 5 st.wk. 7

Store Branding

x

x

Year 4 E Business

x

Financial Retail I

x

IMO

x

x

st.wk.3 week 4.9

st.wk 7

St wk 2

St wk 3

x st.wk.4 Week week 4.9 4.6

st.wk.5 st.wk 7


70

Ho o f d st u k 2

Afsluitend Examen De student heeft het afsluitend bachelor examen van de opleiding behaald als alle onderdelen van de hoofdfase zijn behaald. Deze onderdelen vormen tezamen een totaal van 180 ECTS. In de modulen van jaren 2 en 3 wordt een toets aangeboden, met in ditzelfde studiejaar nog 2 herkansingen. Zie hiervoor het toetsschema (hst 2C.3). Als de score daarna nog niet voldoende is, wordt in het volgende studiejaar in een moduul- of studieweek nog een herkansing aangeboden tenzij het maximale aantal F al is aangeboden. Daarna geldt dat bij diegenen, die een onvoldoende score op het moduultentamen hebben behaald, het moduul alsnog overgelopen dient te worden. In de moduulboeken is omschreven welke onderdelen van het moduultentamen (naast de moduultoets) herkansbaar zijn. In de regel zijn alle onderdelen waarop een onvoldoende is gescoord éénmaal herkansbaar. Uitzondering hierop vormt actieve participatie die niet herkansbaar is. De beschrijving van de herkansingen is geldig binnen het geldende examenregelement / Moduultentamenregelement van de opleiding SB&RM. Beoordeling studieprestaties De opleiding hanteert een beoordelingsmethode waarbij met een puntensysteem wordt gewerkt. Voor elk programmaonderdeel kan de student een maximaal aantal punten krijgen. Dit aantal is gelijk aan de studiebelasting van het betreffende onderdeel gerekend in EC‟s. Een module van 12 EC staat gelijk aan een studielast van 12 x 28 = 336 uren. Het maximaal aantal punten dat een student kan halen is in dit geval dan 336. Om te slagen voor het betreffende onderdeel zal de student een score moeten halen die gelijk is aan of groter dan de slaagnorm. Om een internationale vergelijking van de prestatie mogelijk te maken, wordt de behaalde score getransformeerd naar een rapportcijferschaal (1-10) De wijze waarop het rapportcijfer per studieonderdeel wordt toegekend is gepubliceerd op Blackboard in de course RBS studentinformation / General info. Cum Laude regeling Indien de student van mening is dat hij/zij in aanmerking komt voor het predicaat cum laude, dan is de student zelf verplicht het opleidingssecretariaat uiterlijk 4 weken voor de uitreiking van het getuigschrift hiervan, schriftelijk èn gemotiveerd, op de hoogte te stellen. Voor een gedetailleerde beschrijving van de cum laude regeling wordt verwezen naar het studentenstatuut deel I, , artikelen 13a en 13b. 2C.6 Het toekennen en verwerken van studiepunten In het onderwijsprogramma worden voor verschillende onderwijsactiviteiten EC‟s toegekend. Naast EC‟s voor elk moduul waarvoor de student geslaagd is kent het onderwijsprogramma nog een aantal overige onderwijsactiviteiten zoals Jonge Onderneming, vrije EC‟s voor activiteiten, zelfmanagementactiviteiten, bedrijfspresentaties, praktijkleren (stage en duaal werken) en de afstudeeropdracht. Voor het toekennen en verwerken van de EC‟s van met name de hierboven genoemde overige onderwijsactiviteiten geldt de hieronder vermelde procedure: De EC administratie wordt in het studievolgsysteem Progress bijgehouden door de medewerker die de EC‟s toekent of die het betreffende onderdeel coördineert. De resultaten worden voor de studenten uiterlijk twee weken na afloop van het betreffende onderwijsonderdeel op Progress gepubliceerd. Studenten worden middels een email via Stenden studentmail geïnformeerd zodra er dat er punten zijn toegevoegd aan Progress. Op deze wijze kan de student up-to-date het overzicht bijhouden van behaalde studieresultaten. Mocht de opleiding tussentijds verlaten worden en nog niet alle activiteiten behorende bij deze onderwijseenheden verricht zijn dan worden er geen deelcertificaten per moduul verstrekt.


71

Ho o f d st u k 2

2D De Moduultentamenregeling Retail Business School 2011/2012 Informatie over het Examenreglement, het Protocol Toetscondities en het Protocol Plagiaat zijn te vinden in het Studentenstatuut deel 1 (zie Intranet). Het doel van de moduul-tentamenregeling is het regelen van de algemene gang van zaken betreffende de moduultentamens teneinde de studievoortgang van de student te kunnen vaststellen en/of te kunnen vaststellen of studenten kunnen worden toegelaten tot de postpropedeutische fase en de afstudeerfase van de opleiding. De artikelnummers verwijzen naar het Stenden-Examenreglement. De leden van de artikelen zijn een verbijzondering van het desbetreffende artikel in het examenreglement. De artikelnummers zijn ingedeeld in: A: geldt voor voltijdse studenten B: geldt voor duaal studenten A & B: geldt zowel voor voltijdse als duale studenten Artikel 1 Begripsbepalingen regulier moduul: een moduul dat conform de in de studiegids geboden volgorde wordt aangeboden Waar in dit moduultentamenreglement de term (studie)punt wordt gebruikt, betreft dit een EC (European Credit) conform het syteem ECTS (Europees Systeem voor de overdracht en accumulatie van Studiebelastingspunten). Artikel 2 Deelname aan het examen MTR 2.1 Indeling van studenten in de te volgen modulen A lid 1 De teamleider van de betrokken opleiding deelt aankomende eerstejaars en tweedejaars studenten automatisch in voor de regulier te volgen modulen. lid 2 Voor aanvang van het derde studiejaar wordt iedere student in de gelegenheid gesteld zijn jaarplanning van te volgen modulen in het derde studiejaar kenbaar te maken aan de teamleider van de betreffende opleiding. lid 3 Uiterlijk op de laatste schooldag in juli van het studiejaar dient de planning bij de teamleiding bekend te zijn. lid 4 Indien de student zich niet houdt aan het gestelde in lid 3, zal de opleiding zelf een planning voor deze student maken. Tegen deze planning is geen beroep mogelijk. lid 5 De periode waarin de student zijn planning voor het derde studiejaar kenbaar kan maken wordt van tevoren medegedeeld via de Blackboard course RBS studentinformatie Lid 6 De teamleiding en/of het Roosterbureau behoudt zich het recht voor wijzigingen aan te brengen in de jaarplanning van studenten als daar dringende organisatorische redenen voor zijn. A&B lid 7 Per studiejaar kan een student in principe een bepaald moduul één keer volgen. lid 8 Per onderwijsperiode kan een student in principe maximaal in één moduul worden ingedeeld. lid 9 Gedurende zijn studie kan de student maximaal twee keer een bepaald moduul volgen. Als de student daarna, met eventueel gebruikmaking van herkansingen, een bepaald moduul nog niet heeft behaald, beslist de examencommissie in redelijkheid en billijkheid over de te nemen maatregel voor de betrokken student.


72

Ho o f d st u k 2

MTR 2.2 Het volgen van keuzemodulen / MINOR A&B Indien een student een keuze-onderwijseenheid/minor volgt bij een andere opleiding c.q. instelling dan waarvoor hij staat ingeschreven, zijn de regels van het Onderwijs- en Examenreglement van de gastopleiding bindend. Artikel 3 Instelling en taken van de examencommissie MTR 3.1 Vaststellen norm toetsen A&B lid 1 Het aantal punten dat de student die een bepaald moduul volgt, maximaal kan behalen voor de moduultoets van dat moduul, telt voor 75% mee in de bepaling van de norm in geval van een Juist/Onjuist-toets; de voortgangstoets kent een norm van 65%; open vragen van een toets tellen voor 55% mee in de bepaling van de norm; het maximaal te behalen aantal punten voor opdrachten in dat moduul telt voor 55% mee in de bepaling van de norm. Het aantal punten dat de student maximaal kan behalen voor het onderdeel actieve participatie in een bepaald moduul telt voor 75% of 100% mee in de bepaling van de norm voor dat moduul. lid 2 Voor werkcolleges en practica kan in het moduulboek bepaald zijn dat de actieve participatie bij deze onderdelen voor 55% meetelt in de bepaling van de norm. Zie voor een nadere uitwerking het moduulboek. lid 3 Voor andere toetsvormen dan de in lid 1 en 2 van MTR 3.1 genoemde toetsvormen, wordt de normering aangegeven in het moduulboek van het betreffende moduul. lid 4 In de berekening van de norm wordt een breuk van een half (0,5) en hoger naar boven afgerond naar het naastliggende hoger geheel getal; minder dan een half wordt naar beneden afgerond naar het naastliggende lager geheel getal. MTR 3.2 Keuze-onderwijseenheden / MINOR A De student dient zijn/haar keuzes voor het keuzesemester / de minor voor het volgende studiejaar aan het roosterbureau kenbaar te maken via Progress. De deadline hiervoor wordt gepubliceerd in het officiële mededelingenkanaal (Intranet) van de opleiding. B De teamleider duaal inventariseert in de tweede helft van het derde studiejaar de specifieke opleidingsbehoefte in het afstudeerjaar van de duale studenten. Het studiejaar heeft een sterk vraaggestuurd karakter. De studenten kunnen hun opleidingsvraag “bundelen” om daarmee meer begeleidingsuren te kunnen „inkopen”. Over deze werkwijze zal de informatie in de groepen worden verspreid evenals de wijze waarop zal worden ingetekend via het computernetwerk en/of Blackboard. Artikel 4 Inhoud en omvang van het examen A&B Geen verbijzonderingen. Artikel 5 Het verlenen van vrijstellingen A&B Vrijstellingen voor elders verworven competenties (EVC) worden geformuleerd in paragrafen 2C.1 en 2C.2. Artikel 6

Het aantal malen per studiejaar dat de gelegenheid wordt geboden tot het afleggen van tentamens en examens


73

Ho o f d st u k 2

MTR 6.1 Het Moduultentamen A&B lid 1 In elk moduulboek wordt opgenomen: a. het maximaal aantal punten dat voor de diverse onderdelen van het moduultentamen behaald kan worden. b. de berekening van de (onder-) norm, die aangeeft wanneer het moduul met voldoende beoordeeld wordt. c. de beoordelingscriteria voor alle beoordelingen waaraan punten worden toegekend. d. deadlines (datum en tijdstip) waarop uiterlijk onderwijsprodukten (verslagen, papers, opdrachten, etc.) bij wie en hoe (digitaal, op papier, etc.) moeten worden zijn ingeleverd, indien hieraan punten van het moduultentamen gekoppeld zijn. e. de wijze waarop het tentamen wordt afgenomen. f. de berekening van het rapportcijfer dat voortvloeit uit de deelbeoordelingen van het moduul. lid 2 De student wordt in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan de moduultoets van het moduul waarvoor hij is ingedeeld, mits een moduultoets onderdeel uitmaakt van het moduultentamen. Wijzigingen hierop moeten tijdig aan de student bekend gemaakt worden. lid 3 Bij overlopen van een moduul vervallen alle eerder behaalde punten voor het moduultentamen van dat moduul. lid 4 Mededelingen betreffende het moduultentamen worden gepubliceerd op het computernetwerk en/of Blackboard. MTR 6.2 Moduultoetsen en voortgangstoets A&B lid 1 Kenmerkend voor een moduultoets en voortgangstoets is dat deze onder examencondities dienen te worden uitgevoerd. Dit betekent dat de toets wordt uitgevoerd onder toezicht van één of meerdere medewerkers van de school op een door de school nader te bepalen tijdstip en plaats en onder de bepalingen van Artikel 16a en Artikel 16b van het Examenreglement. Uitzonderingen hierop kunnen gemaakt worden met schriftelijke toestemming van de examencommissie. lid 2 a. De datum, het aanvangstijdstip, de duur en de plaats van een toets worden uiterlijk één week voor de toets bekend gemaakt. b. Behoudens overmacht zijn de gepubliceerde toetsdata, duur en aanvangstijden van de toets bindend. lid 3 Er kunnen verschillende toetsvormen voorkomen. lid 4 Aanvullende regelgeving met betrekking tot een toets wordt vooraf bekend gemaakt in het officiële mededelingenblad (schriftelijk en digitaal op Blackboard) van de opleiding en/of op de officiële publicatieborden. lid 5 a. postpropedeutische modulen kunnen in het Engels worden aangeboden; dit wordt vooraf bekend gemaakt (schriftelijk of digitaal). b. toetsvragen van Engelstalige modulen worden in het Engels gesteld en worden door de student in het Engels beantwoord. lid 6 Een toets, zoals bedoeld in lid 1, is herkansbaar.


74

Ho o f d st u k 2

MTR 6.3 Opdrachten A&B lid 1 Een opdracht vormt een onderdeel van het moduultentamen. lid 2 Een groep die aan een opdracht werkt en bij samenwerkingsproblemen hierover niet onverwijld contact opneemt met de moduulcontactpersoon, kan geen rechten ontlenen aan de gerezen problemen. lid 3 Tijdens het moduul dient minimaal één keer terugkoppeling over de opdracht door de moduulcontactpersoon, de docent of de tutor naar de studenten plaats te vinden. lid4 Een opdracht is in beginsel niet herkansbaar, tenzij anders staat vermeld in het moduulboek. Indien het moduultentamen geen toets bevat, zijn opdrachten herkansbaar tot een maximum van één herkansing. Het moduulboek kan met betrekking tot herkansing nadere regelgeving bevatten. lid 5 Tenzij anders in het moduulboek staat aangegeven dienen opdrachten uiterlijk de laatste schooldag van een moduul vóór 17.00 uur schriftelijk bij de front-office dan wel digitaal bij de docent te worden ingeleverd. lid 6 De student is verplicht om van iedere opdracht die op schrift dan wel digitaal ingeleverd wordt zelf een kopie op schrift respectievelijk digitaal te bewaren. lid 7 De moduulcontactpersoon is verantwoordelijk voor het (doen) beoordelen van de opdracht, aan de hand van een lijst van beoordelingscriteria. lid 8 Iedere op schrift en/of digitaal aangeleverde opdracht moet minimaal voldoen aan een aantal algemene beoordelingscriteria te weten: a. De opdracht dient goed leesbaar te zijn; b. De opdracht dient schoon, goed verzorgd en compleet te zijn; c. Bij een groepsopdracht dient ieder groepslid te kunnen aantonen dat hij/zij een evenredig deel van de opdracht heeft gemaakt. MTR 6.4 Actieve participatie A&B lid 1 Tenzij in het moduulboek anders is bepaald, is de minimale voorwaarde voor het toekennen van punten voor actieve participatie 80% aanwezigheid bij verplichte onderwijsleeractiviteiten in de groep waarin de student staat ingedeeld. lid 2 Participatie kan niet herkanst worden lid 3 Bij een aanwezigheid van minder dan 80% (of het in het moduulboek aangegeven percentage) van de verplichte onderwijsleeractiviteiten worden in beginsel geen punten voor actieve participatie toegekend. lid 4 In geval van overmacht bij afwezigheid is Artikel MTR 14 van toepassing. lid 5 De docent/tutor/docent heeft de bevoegdheid de student zijn/haar punten voor actieve participatie te onthouden indien hij daarvoor een zwaarwegende reden aanwezig acht. lid 6 Voordat een docent/tutor/docent besluit een student de punten voor actieve participatie te onthouden dient de docent/tutor/docent de student gewaarschuwd te hebben dat deze laatste zijn/haar punten dreigt te verliezen. Deze waarschuwing dient opgenomen te worden in de notulen van de onderwijsleeractiviteit danwel schriftelijk te worden vastgelegd. Als na deze waarschuwing er naar het oordeel van de docent/tutor/docent nog steeds zwaarwegende redenen aanwezig zijn om de student zijn/haar punten te onthouden, kan de docent/tutor/docent hiertoe besluiten. Dit besluit dient ook te worden opgenomen in de notulen dan wel schriftelijk te worden vastgelegd. Voorbeelden van zwaarwegende redenen zijn: het niet maken van de notulen; wegblijven als voorzitter of als notulist; niet uitwerken van de leerdoelen; niet nakomen van afspraken. Dit is een niet-limitatieve opsomming. lid 7 Aan afwezigheid tijdens een van de bijeenkomsten kunnen geen rechten worden ontleend. lid 8 Voor duaal onderwijs geldt met ingang van cohort 2010 en 2011 bovendien een regeling voor participatie via Blackboard. Zie handleiding studiejaar 1 en studiejaar


75

Ho o f d st u k 2

MTR 6.5 Moduulvervangende opdracht A&B lid 1 De student kan onder de volgende voorwaarden éénmalig in aanmerking komen voor een moduulvervangende opdracht: a. Het gaat om het laatste nog te behalen moduul. b. De student moet op de reguliere manier hebben deelgenomen aan het moduul en het daarbij behorende moduultentamen. c. De student moet hebben deelgenomen aan tenminste twee toetsherkansingen, mits een toets onderdeel is van het moduultentamen. lid 2 Het onderwerp van de moduulvervangende opdracht moet betrekking hebben op het moduulthema en mag in principe geen relatie hebben met de scriptie in het kader van de managementstage of daarvan een afgeleide zijn. lid 3 De opdracht bestaat uit het schrijven van een moduulvervangende opdracht waarvoor een studielast conform het aantal SBU‟s voor het betreffende moduul zoals dit staat vermeld in het geldende onderwijs- en examenreglement geldt. lid 4 De student is vrij om zelf te bepalen waar de moduulvervangende opdracht wordt uitgevoerd en heeft het recht gebruik te maken van de faciliteiten van de hogeschool. lid 5 a. Om in aanmerking te komen voor een moduulvervangende opdracht dient een schriftelijk verzoek daartoe gericht te worden aan de instituutsexamencommissie. Het verzoek dient samen met een actueel EC-overzicht te worden ingediend bij de examencommissie. b. Indien de examencommissie positief op het verzoek besluit, wordt de student in de gelegenheid gesteld een voorstel in te dienen bij de desbetreffende moduulcontactpersoon voor wat betreft het onderwerp en de globale opzet van de opdracht. c. Als het onderwerp wordt goedgekeurd, wordt vervolgens in onderling overleg tussen de moduulcontactpersoon en de dean bepaald door welke docent de student zal worden begeleid. d. Vóór aanvang van de werkzaamheden heeft de student toestemming nodig van de begeleidende docent voor wat betreft de globale opzet van de opdracht. e. De student heeft recht op tenminste 1x terugkoppeling gedurende de periode dat hij/zij aan de opdracht werkt. De student heeft uitsluitend recht op begeleiding gedurende de schoolweken. lid 6 a. Beoordeling vindt plaats in termen van voldoende of onvoldoende. Bij de beoordeling worden dezelfde criteria gehanteerd als bij de beoordeling van scripties die in het kader van de managementstage worden geschreven. b. In geval van voldoende beoordeling ontvangt de student een aantal EC conform het aantal SBU's voor het betreffende moduul zoals dit staat vermeld in het geldende onderwijs- en examenregelement. c. De uitslag van de beoordeling wordt uiterlijk 3 weken na inlevering van de opdracht bekend gemaakt. d. Beoordeling vindt uitsluitend plaats gedurende de schoolweken. e. De docent/beoordelaar deelt de uitslag van de beoordeling onverwijld mede aan de moduulcontactpersoon van het betreffende moduul welke de uitslag doorgeeft aan de medewerker studievolgsysteem . lid 7 Herkansing vindt plaats analoog aan de herkansingsregeling voor de scriptie die in het kader van de afstudeerstage wordt geschreven. A lid 8 Het moduul behoort tot het verplichte postpropedeutische onderwijsprogramma en is niet een praktijkmoduul of een keuzemoduul. B lid 9 Met name in een situatie van overmacht en van langere duur (ter grootte van minimaal een moduulperiode) kan er een moduulvervangende opdracht worden verstrekt, indien het niet mogelijk is het moduul te volgen tijdens het dienstverband. MTR 6.6 Herkansing van de voortgangstoets en moduultoets A&B


76

Ho o f d st u k 2

NB: In studiejaren 1 en 2 wordt getoetst door middel van een voortgangstoets. In studiejaren 3 en 4 is er sprake van toetsing op moduulniveau, de zgn. moduultoets. lid 1 a. Studiejaar 1: De voortgangstoets wordt in het eerste studiejaar in totaal viermaal afgenomen. De eerste voortgangstoets heeft alleen een diagnostische functie (oefentoets). De student heeft in het eerste studiejaar drie keer een mogelijkheid om de jaarnorm van de voortgangstoets te halen. b. Studiejaar 1: Heeft de student na de 3 mogelijkheden van het eerste studiejaar de jaarnorm niet gehaald , dan heeft de student in het tweede studiejaar nog 3 mogelijkheden om de norm van het eerste studiejaar te halen. c. Studiejaar 1: Indien de student na de derde mogelijkheid in het tweede studiejaar de norm van het eerste studiejaar niet heeft gehaald én de student heeft alle overige onderdelen van de propedeuse wel behaald, dan kan een vervangende opdracht voor de voortgangstoets van het eerste studiejaar worden aangevraagd. d. Studiejaar 2: De voortgangstoets wordt in het tweede studiejaar in totaal viermaal afgenomen. De student heeft in het tweede studiejaar vier keer een mogelijkheid om de jaarnorm van het tweede studiejaar te halen. e. Studiejaar 2: Heeft de student na de 4 mogelijkheden van het tweede studiejaar de jaarnorm niet gehaald, dan kan de student in de volgende studiejaren aan alle mogelijkheden deelnemen van de voortgangstoets. f. Studiejaren 3-4: De student heeft het recht om per gevolgd moduul maximaal 3 keer aan een toets van dat moduul deel te nemen, met inbegrip van de reguliere moduultoets van het moduul van de periode waarin het moduul wordt gevolgd. g. Studiejaren 3-4: Heeft de student een moduul niet gehaald na 3 keer te hebben deelgenomen aan een toets van dat moduul, met inbegrip van de reguliere moduultoets, dan moet de student het moduul, of een gelijkwaardig conversiemoduul, in een volgend studiejaar in zijn geheel opnieuw volgen. h. Alle studiejaren: Voor deelname aan alle toetsen dient de student zich in te schrijven via Progress. Bij inschrijving kan een bewijs van inschrijving worden afgedrukt. Zonder dit bewijs kan de student geen rechten ontlenen aan de inschrijving. lid 2 In geval een student deelneemt aan meerdere toetsen voor een bepaald moduul, telt de hoogste toetsscore en behoudt de student het aantal punten dat reeds behaald is voor participatie en opdracht(en). lid 3 Voor studenten die duaal werken, op stage of uitwisseling zijn en willen deelnemen aan een voortgangstoets of moduultoets , geldt dat zij zich binnen de via Intranet gepubliceerde termijn dienen in te schrijven via Progress voor de betreffende toets. Het behoort tot de eigen verantwoordelijkheid van de student om zich op de hoogte te stellen van het toetsrooster dat is gepubliceerd op Intranet. lid 4 Aan studenten van wie bekend is wanneer zij op stage gaan, kunnen extra toetsmomenten worden aangeboden voor een moduul dat zij in het onderhavige studiejaar hebben gevolgd en nog niet hebben gehaald. Een verzoek daartoe dienen zij schriftelijk in te dienen bij de examencommissie met een bewijs van de begindatum van de stage. Zonder dit bewijs wordt het verzoek niet in behandeling genomen. Als het verzoek wordt gehonoreerd, ontvangt de student van het ToetsServiceBureau een bewijs van inschrijving. lid 5 Het niet kunnen deelnemen aan enige toets wegens het samenvallen van toetsmomenten behoort tot het risico van de student. lid 6 In het geval een student deelneemt aan een toets als herkansing, valt het onder de eigen verantwoordelijkheid van de student om na te gaan in hoeverre de leerstof en/of puntenstructuur van het moduul is gewijzigd.


77

Ho o f d st u k 2

MTR 6.7

Het afstudeerwerkstuk (scriptie in het kader van de afstudeerstage)

A&B lid 1 Het afstudeerwerkstuk staat gelijk aan een moduultentamen dat uitsluitend bestaat uit een opdracht en is derhalve herkansbaar. lid 2 De stagiair dient minimaal twee tussenproducten van zijn afstudeerwerkstuk in te leveren bij de stagedocent. Het afstudeerwerkstuk van de stagiair dat niet aan deze verplichting heeft voldaan, wordt, behoudens overmacht, als onvoldoende gekwalificeerd. lid 3 Voor het inleveren van het afstudeerwerkstuk moet rekening worden gehouden met 2 weken nakijktijd en 1 week verwerkingstijd. Het afstudeerwerkstuk moet dus worden ingeleverd uiterlijk 3 weken vóór de vergaderdatum van de examencommissie waarin wordt vastgesteld welke studenten zijn afgestudeerd. lid 4 De stagedocent en een door de stagecoördinator toegevoegde docent, beoordelen het definitieve afstudeerwerkstuk waarbij een norm zal worden gehanteerd van 55%. De scriptiecommissie stelt het uiteindelijke cijfer vast. lid 5 Indien de opdracht beoordeeld wordt als meer dan 54%, maar minder dan 60%, dan informeert de stagedocent de stagiaire over deze beoordeling. De stagiaire kan beslissen, de scriptie te verbeteren of deel te nemen aan de mondelinge verdediging. lid 6 Binnen 3 schoolweken na inlevering van de scriptie vindt een mondelinge verdediging plaats. Deze wordt beoordeeld door de stagedocent en een toegevoegde docent en moet voldoen aan de 55%-norm. lid 7 Indien het afstudeerwerkstuk niet aan de 55%-norm voldoet, kan het betreffende afstudeerwerkstuk één keer worden herkanst. De herkansing bestaat dan uit het herschrijven van het oorspronkelijke afstudeerwerkstuk. lid 8 Mocht de herkansing, ook niet aan de 55%-norm voldoen, dan mag de stagiair één keer een geheel nieuwe opdracht maken waarop wederom bovenstaande regels van toepassing zijn. lid 9 Overige informatie over het afstudeerwerkstuk en de herkansingsmogelijkheid wordt gepubliceerd in het leerplan stage en de handleiding afstuderen duaal. Artikel 7 Geldigheidsduur examenonderdelen A&B Geen verbijzonderingen. Zie Studentenstatuut Examenreglement Stenden, DEEL1 Hogeschoolzaken. Artikel 7a Intellectueel eigendom Geen verbijzonderingen. Zie Studentenstatuut Stenden, DEEL1 Hogeschoolzaken. Artikel 8 Mondelinge tentamens A&B Geen verbijzonderingen. Zie Studentenstatuut Stenden, DEEL1 Hogeschoolzaken.


78

Ho o f d st u k 2

Artikel 9 Bepaling resultaten MTR 9.1 A&B lid 1 Een student heeft een moduul behaald wanneer hij minimaal aan de norm voldoet, mits hij op onderdelen een nader gespecificeerde ondernorm heeft gehaald. lid 2 Een student heeft een moduul niet behaald: a. wanneer hij gezakt is voor het moduultentamen. b. wanneer zijn moduul-tentamenuitslag ongeldig is verklaard. c. wanneer hij een nader gespecificeerde ondernorm op een onderdeel niet heeft gehaald lid 3 Antwoorden op de door de student ingeleverde schrapkaarten zijn bepalend voor de vaststelling van de toetsscore. lid 4 Uitgereikte toetsopgaven van de moduultoets mogen door de student worden meegenomen, tenzij anders vermeld. lid 5 De voorlopige "antwoorden-sleutel" van de moduultoets wordt de volgende schooldag na de schriftelijke toets om 8.30 uur bekend gemaakt, tenzij anders vermeld. lid 6 De voorlopige scores voor moduul-tentamenonderdelen kunnen op een eerder moment dan de definitieve moduultentamenuitslag door de moduulcontactpersonen bekend gemaakt worden. lid 7 Aan voorlopige scores kunnen geen rechten worden ontleend. lid 8 De definitieve uitslag van een moduultentamen wordt bekend gemaakt in Progress. Artikel 10 Inzagerecht en termijn van bewaring MTR 10.1 A&B lid 1 Na de bekendmaking van de definitieve uitslag van het moduultentamen heeft de student recht op inzage van zowel (de) opdracht(en) als (het) toegepaste beoordelingsformulier(en), met in acht name van de inzagetermijn zoals weergegeven in het Stenden Studentenstatuut deel 1 Examenreglement lid 2 Beoordeelde opdrachten worden door de beoordelaar bewaard gedurende de tijd welke aangegeven wordt in Artikel 10 van het Examenreglement. Als deze tijd is verstreken worden de opdrachten vernietigd. Beoordeelde opdrachten worden in geen geval terug gegeven aan de student. Artikel 11 Verantwoordelijkheid tentamen- en examengegevens A&B lid 1 De student wordt in het moduulboek (schriftelijk of digitaal) op de hoogte gesteld waar en wanneer schriftelijke verslaglegging van moduul-tentamenonderdelen en/of digitaal met uitwerkingen van opdrachten dienen te worden ingeleverd. Artikel 12 Registratie van de studieresultaten A&B Geen verbijzonderingen. Artikel 13 Getuigschrift propedeuse / Bachelor degree/Ad getuigschrift A&B Geen verbijzonderingen Artikel 13.a Cum Laude regeling cohort 2009 en later. A&B Geen verbijzonderingen. Zie studentenstatuut deel I.


79

Ho o f d st u k 2

Artikel 13.b Cum Laude regeling cohort 2008 en eerder A&B lid 1 Het predikaat “ with distinction / cum laude” wordt in de tekst van de postpropedeutische bachelor degree vermeld, wanneer de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. de ratio eindscore/norm van de post-propedeusemodulen is tenminste 105%; b. de student heeft niet deelgenomen aan herkansingen; c. het gemiddelde cijfer voor de scriptie en mondelinge verdediging is tenminste 75% van de maximaal te behalen punten. lid 2 Een student die op grond van verleende vrijstellingen een verkorte opleiding volgt, krijgt op het getuigschrift het predikaat “with distinction / cum laude” indien de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. de ratio eindscore/norm van alle gevolgde modulen is tenminste 105%; b. de student heeft niet deelgenomen aan herkansingen; c. het gemiddelde cijfer voor de scriptie en mondelinge verdediging is tenminste 75% van de maximaal te behalen punten. d. de vrijstelling is niet groter dan 120 EC. lid 3 Het predikaat „cum laude‟ wordt op het getuigschrift van de propedeuse vermeld, wanneer de student voldoet aan de volgende voorwaarden: a. de ratio eindscore/norm van de propedeusemodulen is tenminste 105%; b. de student heeft niet deelgenomen aan herkansingen. lid 4 De student die ten aanzien van het vermelde in lid 1 en 2 van mening is in aanmerking te komen voor het predikaat „cum laude‟ is zelf verplicht het opleidingssecretariaat uiterlijk 4 weken voor de uitreiking van het getuigschrift hiervan, schriftelijk èn gemotiveerd, op de hoogte te stellen. Artikel 14 Overmachtsregeling MTR 14.1 Beroep op overmacht A&B lid 1 Nadat een student heeft deelgenomen aan een toets, is het niet meer mogelijk een beroep op overmacht te doen met betrekking tot die toets. lid 2 Om bij het maken van een opdracht in aanmerking te kunnen komen voor een overmachtsregeling dient vóór het verstrijken van de inlevertermijn contact te zijn opgenomen met de moduulcontactpersoon. De moduulcontactpersoon treft dan een voorlopige regeling met de student. De examencommissie bepaalt of de student in aanmerking komt voor overmacht en zet bij een positief besluit de voorlopige regeling om in een definitieve regeling. MTR 14.2 Toekenning extra examenmogelijkheid A&B lid 1 Toekenning van een extra toets door de examencommissie geschiedt pas nadat de student alle reguliere toets(herkansings)mogelijkheden heeft benut met uitzondering van die mogelijkheid waarop de overmacht betrekking heeft, behalve wanneer dit binnen het studiejaar niet meer mogelijk is. In het laatste geval kan de student de extra toets eerder aangeboden krijgen. lid 2 De examencommissie is bevoegd bij de extra toets een andere toetsvorm aan te bieden. De extra toets dient gelijkwaardig te zijn aan de oorspronkelijke toets. MTR 14.3 Uitwisseling A&B lid 1 Tijdens een periode van uitwisseling kan een student geen rechten ontlenen aan de regeling inzake toetsherkansingen van deze moduultentamenregeling.


80

Ho o f d st u k 2

MTR 14.4 Overmacht bij verplichte onderwijsleeractiviteiten A&B lid1 De student heeft de mogelijkheid om bij de examencommissie een verzoek in te dienen voor een compensatie-opdracht naar aanleiding van gemiste verplichte onderwijsleeractiviteiten als er sprake is van omstandigheden die niet aan de student kunnen worden toegerekend (overmacht) bij alle gemiste verplichte onderwijsleeractiviteiten, dit ter oordeel van de examencommissie. Dit verzoek kan pas worden ingediend na de laatste verplichte onderwijsleeractiviteit van het betreffende moduul en moet uiterlijk 2 schoolweken na de laatste dag van de moduulperiode in het bezit van de examencommissie zijn. lid 2 In het in lid 1 van dit artikel genoemde verzoek dient de student de in lid 1 van dit artikel bedoelde omstandigheid met schriftelijke bewijzen te staven. Bovendien moet de student voldaan hebben aan de volgende voorwaarden: a. De student heeft de afwezigheid dezelfde dag uiterlijk vóór 9.00 uur bij de Front Office Stenden-RBS gemeld. b. De student heeft actief geparticipeerd tijdens de overige bijeenkomsten. lid 3 Na toekenning door de examencommissie bepaalt de moduulcontactpersoon, eventueel in overleg met de betrokken docent of tutor, de inhoud en uitvoering van de compensatie-opdracht. lid 4 De compensatie-opdracht dient het gemiste verplichte onderdeel inhoudelijk te vervangen en qua studiebelasting gelijkwaardig te zijn aan die van de gemiste verplichte onderdelen. lid 5 Compensatieopdrachten behorend bij een moduulperiode, niet zijnde de laatste moduulperiode van een bepaald studiejaar dienen in hetzelfde studiejaar te worden ingeleverd en nagekeken. Compensatieopdrachten behorend bij de laatste moduulperiode van een studiejaar, dienen uiterlijk in de tweede week van het volgende studiejaar te zijn ingeleverd en binnen één week te zijn nagekeken. De moduulcontactpersonen zijn verantwoordelijk voor het doen vaststellen of de opdracht aan de gestelde criteria voldoet. Als de opdracht als voldoende wordt beoordeeld, kennen de moduulcontactpersonen alsnog de participatiepunten toe. lid 6 De student die het niet eens is met de beoordeling van een compensatieopdracht dient de procedure te volgen zoals omschreven in Artikel 17. B lid 7 De student heeft de afwezigheid dezelfde dag uiterlijk vóór 9.00 uur bij de Front Office Stenden-RBS gemeld. Artikel 15 Voorzieningen voor lichamelijk of zintuiglijk gehandicapte studenten A&B Geen verbijzonderingen. Artikel 16.a Regels voor de goede gang van zaken met betrekking tot examens (voor studenten) MTR 16.a.1 Toetsen A&B lid 4 Tenzij anders wordt aangegeven op het uitgereikte toetsformulier mag er zich op tafel waaraan de student zit tijdens de toets niets anders bevinden dan de uitgereikte toets, de collegekaart, de schrapkaart, potlood en gum. Studenten die in het bezit zijn van een geldige dyslexiepas, mogen de blijkens de dyslexiepas daarop toegekende hulpmiddelen gebruiken. MTR 16.a.2 Bedrijfspresentaties A lid 1 Het bijwonen van een bedrijfspresentatie is alleen dan geldig als de student het uitgereikte bewijs van aanwezigheid heeft ingevuld en ingeleverd bij degene die de bedrijfspresentatie georganiseerd heeft.


81

Ho o f d st u k 2

Artikel 16.b Onregelmatigheden MTR 16.b.1 Onregelmatigheden bij een toets A&B Geen verbijzonderingen MTR 16.b.2 Onregelmatigheden bij een scriptie of enig ander werkstuk A&B Geen verbijzonderingen MTR 16.b.3 Sanctie bij onregelmatigheden A&B Geen verbijzonderingen Artikel 17 Bezwaar en beroepsprocedure MTR 17.1 Formele vereisten. A&B Geen verbijzonderingen MTR 17.2 Het moduultentamen A&B Geen verbijzonderingen MTR 17.3 De moduultoets als bedoeld in artikel MTR 6.2. Geen verbijzonderingen MTR 17.4 Tweede Beoordeling / Second Opinion Geen verbijzonderingen Artikel 18 Hardheidsclausule A&B Geen verbijzonderingen. Artikel 19 Onvoorziene omstandigheden A&B Geen verbijzonderingen. Artikel 20 Invoeringsbepalingen en citeertitel MTR 20.1 A&B lid 1 Deze moduultentamenregeling treedt in werking met ingang van 1 september 2005. lid 2 Deze regeling kan worden aangehaald als “Moduultentamenregeling RBS, 20102011”.


82

Ho o f d st u k 3

3 Voorzieningen voor studenten

3.1

Informatievoorzieningen Leeuwarden

Informatie krijg je binnen Stenden via verschillende communicatiemiddelen. Het studentenstatuut en de studiegids maken deel uit van deze middelen. Ook de opleiding communiceert veel met de studenten. Stenden gebruikt voor algemene mededelingen de volgende media: Intranet www.istenden.com E-mail Magazine „GO‟ Announcements: per mail verstuurde mededelingen Publicatieborden Plasmaschermen Front Desks 3.2

i study

Welkom @ i study Bij i study kun je terecht voor alles wat met de organisatie van het onderwijs te maken heeft. Je kunt hierbij denken aan informatie over: Jouw inschrijving/uitschrijving Studielink Progress- puntenregistratie Algemene informatie over opleidingen Studeren in het buitenland (International Office) Afspraken met het decanaat Reservering van ruimtes en lokalen Hulp bij het invullen van formulieren (OCW-duo) Contactgegevens: i study kamer 0.30 (tegenover de receptie) Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 16.30 uur. Email: [email protected] Tel: 058 244 11 00 3.3

SMC & IRC international (Leeuwarden)

Binnen Stenden aanspreekpunt voor: studenten die vanuit het buitenland bij Stenden in Leeuwarden komen studeren (de zogenaamde „incoming student‟) studenten die vanuit hun studie bij Stenden in Nederland in het buitenland gaan studeren, werken of stage lopen (de zogenaamde „outgoing students‟). Waarvoor je terecht kunt bij SMC & IRC kun je vinden op de intranetsite www.istenden.com.


83

Ho o f d st u k 3

3.4

Het decanaat

Bij het decanaat van Stenden kunnen studenten terecht voor informatie, advies, ondersteuning of begeleiding bij: studieloopbaanvragen (twijfels of je de juiste studie hebt gekozen, een tweede studie, doorstuderen, advies over stage en solliciteren) effectief studeren en studieplanning persoonlijke problemen (loskomen van thuis, faalangst, rouwverwerking, stress, relatieproblemen enzovoorts) studievertraging door bijzondere omstandigheden (profileringsfonds) + Individuele gesprekken en trainingen mogelijk financiële problemen (noodfonds) studiefinanciering het bindend studieadvies functiebeperking en dyslexie, opstellen onderwijscontract met voorzieningen en faciliteiten topsport conflicten, bezwaar en beroep beroepszaken Je kunt de complete informatie over de dienstverlening van het Decanaat locatie Leeuwarden (incl. contact-informatie) vinden op de intranetsite www.istenden.com onder de noemer Decanaat. Mailadres Leeuwarden: [email protected]. 3.5

Handicap & studie

Binnen het decanaat zijn twee decanen ook contactpersoon handicap & studie. Wanneer je een functiebeperking hebt is het verstandig al voor het begin van je studie contact op te nemen. Meld het in ieder geval zodra je bent begonnen met studeren. Het is dan beter mogelijk om benodigde voorzieningen te realiseren. De contactpersonen handicap & studie zijn tevens het meldpunt voor opmerkingen en klachten, bijvoorbeeld over voorzieningen. Zie ook het Protocol Studie & Handicap in hoofdstuk 4 van het Stenden Studentenstatuut 2011/2012 deel I. De contactpersonen handicap & studie zijn Hermien Moning(Leeuwarden en Groningen) en Nynke Vink (Emmen, Meppel en Assen) zijn aanspreekpuntvoor studenten met een functiebeperking of handicap. Zij kunnen adviseren over mogelijke faciliteiten en de aanvraag daarvan. Eventueel kunnen zij hierbij bemiddelen. 3.6

Vertrouwenspersoon ongewenst gedrag

Het kan voorkomen dat je op school of op je stageplek te maken krijgt met ongewenst gedrag (bijvoorbeeld pesten, intimidatie, seksuele intimidatie, discriminatie, racisme). Stenden heeft daarvoor een reglement opgesteld, en er is een externe vertrouwenspersoon die verantwoordelijk is voor opvang en advies van studenten en medewerkers die te maken hebben met ongewenst gedrag. Ook als je alleen ongewenst gedrag wilt melden, ben je daar welkom.


84

Ho o f d st u k 3

De complete informatie over het reglement, wat we verstaan onder ongewenst gedrag, en de rol die de vertrouwenspersoon kan hebben in de opvang en begeleiding (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite locatie Leeuwarden www.istenden.com onder de noemer vertrouwenspersoon. In hoofdstuk 9 van het Stenden Studentenstatuut 2011/2012 deel I is het Reglement ter zake ongewenst gedrag Stenden opgenomen. 3.7

Het roosterbureau

Het Roosterbureau verzorgt de planning van onderwijsactiviteiten. Je kunt jouw rooster vinden op de roostersite op intranet www.istenden.com onder de noemer roosters. Tevens kun je jouw rooster vinden op schedules.stenden.com (zonder www). Bij „schoolname‟vul je alleen “stenden”in, vervolgens kun je daar ook je rooster bekijken (ook thuis). 3.8

Information & Registration Centre

Het Information & Registration Centre beheert de persoonsgegevens van alle nationale en internationale Stenden-studenten van alle locaties. De studentenadministratie draagt onder meer zorg voor: in- en uitschrijving (via Studielink) inning collegegelden De complete informatie over de dienstverlening van het Centrum (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite (www.istenden.com). 3.9

Registratie Studieresultaten

Het Information & Registration Centre beheert de studieresultaten van alle Stenden studenten. Met het programma ProgRESS kan elke student zijn/haar studieresultaten online raadplegen www.progressww.nl/stenden (vanaf elke pc met internetaansluiting). Uitgebreide informatie over het raadplegen van studieresultaten staat vermeld op de intranetsite onder de noemer Information & Registration Centre. Rechtstreekse toegang tot ProgRESS krijg je via www.istenden.com. 3.10 Toetsen Wanneer en waar vinden toetsen plaats, hoe kan een student zich voor een toets inschrijven, wanneer kan er worden herkanst en hoe luiden de toetsuitslagen? Dit alles wordt door het IRC Toetsservicebureau verzorgd. De complete informatie over de dienstverlening van het Toetsservicebureau (incl. contactinformatie) is te vinden op de intranetsite (www.istenden.com).


85

Ho o f d st u k 3

3.11 ICT & Media Alles rond informatie- en communicatietechnologie en audiovisuele voorzieningen binnen Stenden gemeenschappelijk is georganiseerd binnen de afdeling ICT en Media. Hoe kom je aan een login, waar kan je printen, waar in het gebouw kan je een computer gebruiken, aan welke algemene regels moet je je als gebruiker van ICT-voorzieningen houden? Op deze en andere vragen geeft de intranetsite locatie Leeuwarden en Groningen www.istenden.com van ICT & Media het antwoord. ICT & Media (locatie Leeuwarden) geeft ook ondersteuning bij het gebruik van ICTvoorzieningen en verzorgt de audiovisuele voorzieningen. Deze laatste dienstverlening varieert van de uitleen van een digitale fotocamera tot assistentie bij het gebruik van mediawerkplekken als een montageruimte. Studenten kunnen mailen naar [email protected] voor vragen over ICT en AVM gerelateerde zaken, of kunnen terecht bij de balie op locatie Leeuwarden. 3.12 intranet Het intranet van Stenden is de centrale plaats waar alle relevante informatie voor studenten en medewerkers is te vinden en waar vandaan bijvoorbeeld de electronische leeromgeving en andere systemen te benaderen zijn. Zo vind je er onder andere roosterinformatie, nieuws en mededelingen van Stenden en van je opleiding. Je kunt zelf aangeven welke informatie en links voor jou belangrijk zijn. Het intranet is via je Stenden login toegankelijk (www.istenden.com). 3.13 Blackboard (ELO) Leeuwarden Blackboard is de digitale leeromgeving van Stenden hogeschool. Op Blackboard staat voornamelijk onderwijsmateriaal, maar via Blackboard kunnen studenten (en docenten) ook met elkaar in contact komen voor de uitvoering van een onderwijsopdracht. Blackboard is zowel van binnen als buiten de Stenden-locaties te bereiken via: https://elo.stenden.com. Blackboard is tevens te bereiken via de website van Stenden: www.stenden.com > MyStenden>. 3.14

The Library

De Library is de centrale plaats op de verschillende Stenden locaties waar de bibliotheekvoorziening, de onderwijswerkplaats en de studievoorzieningen voor alle opleidingen van Stenden zijn samengebracht. Op de locaties Emmen en Leeuwarden beschikt de student over een grote studie- en ontmoetingsruimte in combinatie met de Library. In de Libraries kan de student gebruik maken van de uitleencollectie maar ook zelf studeren in de studiezaal en gebruik maken van de collectie welke niet uitgeleend wordt; zoals bijvoorbeeld de actuele tijdschriften.


86

Ho o f d st u k 3

Op de locaties Assen, Meppel en Groningen kan de student gebruik maken van de Onderwijswerkplaatsen die wat betreft faciliteiten en dienstverlening gelijk staan aan de kwaliteit van de gehele hogeschool. Op de locaties zijn informatiespecialisten aanwezig voor vragen op het gebied van literatuur en naslag werken, tijdschriften, het informatie zoeken e.d. Alle voorzieningen voor studenten zijn ook beschikbaar voor de docenten en het overige personeel. Naast alle literatuur beschikt de Library over een eigen digitale bibliotheek die voor alle studenten óók met thuistoegang te benaderen is. Je vindt daarnaast de naslagwerken, woordenboeken en de kennisbanken voor de specifieke opleidingen. Meer informatie vind je op de Stenden website onder: http://www.stenden.com/nl/mystenden/studielandschapvhchn/ informatieoverhetstudielandschap/Pages/default.aspx. 3.15 Stenden shop Moduulboeken, readers, computerbenodigdheden, ringbanden, papier en andere kantoorartikelen zijn te verkrijgen in de Stenden shop (bij de ingang van het kennisplein, direct rechts, ruimte 0.26). 3.16 Het Alumni Netwerk Het Alumni Netwerk is een contactennetwerk voor laatstejaars studenten en afgestudeerden van alle Stenden-opleidingen. Het doel van het Alumni Netwerk is het onderhouden van structureel contact tussen afgestudeerden (alumni), de opleidingen en Stenden. Het Alumni Netwerk zorgt ervoor dat alumni op de hoogte worden gehouden van de meest recente ontwikkelingen binnen het werkveld, de opleiding en de (loopbaan)ontwikkelingen van andere alumni. Omgekeerd blijft Stenden op de hoogte van de loopbanen van alumni en de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Tevens is Stenden zo in de mogelijkheid feedback te krijgen op het onderwijsprogramma. Uitgebreide informatie over het Alumni Netwerk en de voorzieningen hiervan is te vinden op de website van Stenden, via http://http.stenden.com/alumni. voor vermelding studiegids IHM->www.alumninet.stenden.com) 3.17

EHBO, noodplan

Stenden kent een bedrijfsnoodplan. Hierin staan de uitgangspunten en handelswijzen beschreven in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten. Alle aanwijzingen hiervoor zijn te vinden op de intranetsite www.istenden.com over alarm, brand, BHV, EHBO en noodplan. 3.18

Bedrijfsrestaurant Canteen, IF; restaurant.nl (Leeuwarden)

In voorjaar 2010 is Canteen geopend, het restaurant voor medewerkers en studenten van Stenden Leeuwarden. In Canteen is dagelijks een internationaal aanbod van snacks, gerechten, verse sappen en drankjes verkrijgbaar. Van uitsluitend natuurlijke ingrediënten, vanzelfsprekend 100% biologisch, zonder E-nummers of andere niet natuurlijke smaakmakers. Alles wordt op duurzame wijze bereid door middel van


87

Ho o f d st u k 3

internationale kooktechnieken. Aan het concept van Canteen is jarenlang gewerkt. Stenden is de eerste hogeschool met een dergelijk concept en geeft daarmee invulling aan haar visie „Serving to make it a better World‟. IFood & Drinks (IF), Leeuwarden De IF, is net als Canteen bedoeld voor studenten en medewerkers van Stenden Leeuwarden. Ook IF werkt volgens dezelfde uitgangspunten als Canteen. Restaurant.nl, Leeuwarden Volgens de uitgangspunten van de Nieuwe Nederlandse Keuken startte in 2007 Restaurant.nl, het restaurant van het Stenden University Hotel bestemd voor de hotelgasten en andere externe gasten. Ook in dit restaurant wordt uitsluitend gebruik gemaakt van natuurlijke ingrediënten die vanzelfsprekend 100% biologisch zijn en geen E-nummers of andere natuurlijke smaakmakers bevatten. 3.19

Randstad uitzendbureau, Leeuwarden

Binnen de muren van het Stenden-gebouw, op de begane grond tegenover de receptie locatie Leeuwarden, bevindt zich uitzendbureau Randstad. Randstad bemiddelt pas- en langer afgestudeerden. Ben je op zoek naar een (bij)baan? Dan kun je daar terecht. 3.20

Teach-Inn kapsalon

Op de begane grond, ruimte 0.79 kun je terecht voor een afspraak bij de kapper. Deze kapsalon is een leerbedrijf voor MBO studenten. De openingstijden staan vermeld op de deur. 3.21

ABN-Amro bank

Bij de ingang aan de Rengerslaan tref je, bij binnenkomst direct rechts een ABN-Amro bank aan (studentenshop). Hier kun je je bankzaken regelen en/of geld pinnen/chippen. 3.22

Expect locatie Leeuwarden

Een student of een professional is niet iemand die alleen maar doet wat gezegd wordt dat er gedaan moet worden. Hij denkt zelf na, zoekt naar zin en betekenis en ontwikkelt een visie. Die visie is breed, persoonlijk maar niet zo maar gebaseerd op streven naar eigen belang. Het is ook voor je persoonlijke ontwikkeling goed je bezig te houden met het ontwikkelen van die brede visie, op jezelf, de mensen om je heen en op afstand en de (wereld)samenleving. Expect biedt activiteiten aan waar die zingeving aan de orde komt. Cursussen met aandacht voor ontmoetingen tussen culturen, ethische vragen in de praktijk, religie, mensen maatschappijvisie. Daarnaast kun je je inzetten bij projecten, bijv. radioprogramma lokale omroep, expositie, informatiemarkt voor ontwikkelingsprojecten. Ook een aantal studiereizen staat op het programma. Door deelname aan een activiteit kun je na overleg vaak één of meerdere studiepunten verwerven. Expect is verbonden aan de plaatselijke kerken, maar ook breed georiënteerd en staat open voor iedereen die belangstelling heeft. Informatie: http://www.expect-leeuwarden.nl. 3.23 Leeuwarden Studiestad


88

Ho o f d st u k 3

Heb je gekozen voor een opleiding bij Stenden in Leeuwarden? Dan kunnen we je feliciteren. Je hebt er namelijk voor gekozen om te gaan studeren in één van de leukste studentensteden van Nederland. In Leeuwarden vind je nog gemakkelijk een goedkope, ruime kamer, er is een erg breed aanbod van studentensporten, je kunt hier fantastisch uitgaan en heerlijk winkelen. Daarnaast is Leeuwarden één van de Nederlandse steden met het grootste aanbod van evenementen. Leeuwarden Studiestad is een stichting van de drie hogescholen die probeert om van Leeuwarden een nog betere studentenstad te maken. Bij Leeuwarden Studiestad kun je betaalbaar sporten, je wordt geholpen in je zoektocht naar een kamer en je kunt deelnemen aan één van de vele studentenevenementen die georganiseerd worden. Leeuwarden Studiestad werkt nauw samen met alle studentenverenigingen in de stad. Uitgebreide informatie over de studentenvoorzieningen in Leeuwarden vind je op de website www.leeuwardenstudiestad.nl.

3.24

Voordelig spierpijn!

In Leeuwarden kun je als student tegen een laag tarief sporten. Leeuwarden Studiestad biedt je de mogelijkheid om alleen of in teamverband te sporten. Ook worden er regelmatig sportevenementen en workshops georganiseerd voor studenten met een sportpas. Hierbij kun je denken aan een voetbalcompetitie, badminton laddercompetitie, tennistoernooi, duikintroductie en het bekende voetbaltoernooi het LSV. Wat is HBO Sport? HBO-Sport is een orgaan binnen Stenden, dat streeft naar het aanbieden van de beste mogelijke sportfaciliteiten voor studenten. Dit doen wij door middel van: vaste wekelijkse activiteiten zoals futsal en basketbal, volleybal vrije uren bij verschillende fitness centra (fitness, squash, tennis, aerobics, spinning, etc.) vrije zwemuren bij zowel het Aquarena als Parc Sandur toernooien in o.m. futsal en volleybal kortingen bij verschillende instanties (bowlen, sportzaken). Wil jij zelf een trainingsuurtje of een andere activiteit opzetten? Of zou je graag nog een extra toernooitje willen spelen? Mail naar [email protected].


89

Ho o f d st u k 4

4 Regelgeving rond ziekte en andere bijzondere omstandigheden Hieronder wordt aangegeven wat je moet regelen als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (tijdelijk) niet kunt deelnemen aan het onderwijs. 4.1

Regeling in geval van ziekte of andere bijzondere omstandigheden

Als een student wegens ziekte of bijzondere omstandigheden niet aanwezig kan zijn bij een verplichte onderwijsactiviteit, moet dit diezelfde dag voor 17.00 uur gemeld worden bij de Front Desk (058 - 244 1335) van de opleiding. Als de student wegens ziekte of omstandigheden vertrekt terwijl er nog verplichte onderwijsactiviteiten op die dag zijn, moet dit worden gemeld bij de Front Desk. Als door ziekte of bijzondere omstandigheden studievertraging dreigt te ontstaan, is de student (voltijds en duaal) verplicht contact op te nemen met zijn of haar studiecoach/opleidingscoach en met het decanaat. 4.2

Niet behalen van de norm van het (bindend) studieadvies

Als je denkt door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 4.4) niet te kunnen voldoen aan de norm van het bindend studieadvies in het eerste of tweede jaar, moet je bijzondere omstandigheid melden bij zowel je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. Verder moet je voor 1 juni (februari instroom voor 1 november) bij de examencommissie een schriftelijk verzoek indienen om bij het vaststellen van het studieadvies rekening te houden met de bijzondere omstandigheid. Voor verdere informatie: zie hoofdstuk 3 van deel 1 van het studentenstatuut, waarin ook is opgenomen de „Regeling studieadvies‟. 4.3

Studievertraging

Als je door ziekte of andere bijzondere omstandigheden (zie onder 4.4) dusdanige studievertraging oploopt, dat je langer over je studie moet doen dan vier jaar, moet je de ziekte/bijzondere omstandigheid zowel melden bij je studie- of trajectbegeleider als bij een decaan. De decaan bespreekt de consequenties voor je studiefinanciering met je en kan je inlichten over het profileringfonds. Om in aanmerking te kunnen komen voor een financiële bijdrage uit het profileringfonds ben je verplicht de bijzondere omstandigheid zo spoedig mogelijk te melden aan de decaan te melden. Als je weet dat je een tijdje niet aan het onderwijs kunt deelnemen bijv. door een geplande ziekenhuisopname, moet je dat direct melden. Ook als je door bijzondere omstandigheden de kans loopt niet binnen de diplomatermijn van 10 jaar het einddiploma te behalen, kun je terecht bij het decanaat. Voor verdere informatie zie hoofdstuk 6 van deel 1 van het Studentenstatuut 2011/2012, waarin de Regeling Afstudeersteun is opgenomen. Je kunt ook op het intranet locatie Leeuwarden www.istenden.com de site van het decanaat raadplegen.


90

Ho o f d st u k 4

4.4

Bijzondere omstandigheden

Onder bijzondere omstandigheden, bedoeld onder 4.2 en 4.3 vallen de volgende omstandigheden: ziekte (ook psychisch) zwangerschap bijzondere familieomstandigheden (zoals bijv. een echtscheiding van je ouders, ernstige ziekte of overlijden in de directe familie) medezeggenschapsactiviteiten voor de hogeschool topsport bestuurslidmaatschap van bepaalde studentenverenigingen een „niet studeerbaar‟ studieprogramma 4.5

Basisvoorzieningen voor studenten met een functiebeperking

Onder basisvoorzieningen verstaan we die voorzieningen die altijd aanwezig moeten zijn, onafhankelijk of er op dat moment studenten zijn die hiervan gebruik maken. Sinds 1 december 2003 bestaat de Wet Gelijke Behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. De wet bepaalt dat wanneer een student met een functiebeperking aanpassingen nodig heeft van technische, onderwijskundige of begeleidende aard, om een opleiding te kunnen volgen en hij de instelling daarom verzoekt, de opleiding of instelling verplicht is die aanpassingen te realiseren. De aanpassingen moeten aan twee eisen voldoen: zij moeten geschikt zijn en noodzakelijk. Geschikt wil zeggen dat de aanpassing een belemmering moet wegnemen of verminderen, waardoor de zelfstandigheid van de desbetreffende student wordt vergroot. Noodzakelijk wil zeggen dat hetzelfde doel niet op een andere, goedkopere manier kan worden bereikt. Eén en ander voor zover de gevraagde aanpassingen voor Stenden geen onevenredige belasting betekenen als bedoeld in art. 2 van de Wet Gelijke Behandeling op grond van een handicap of chronische ziekte vormen. Eén van de decanen is contactpersoon handicap & studie (zie paragraaf 3.5 in hoofdstuk 3. Deze geeft informatie en advies over mogelijke aanpassingen en voorzieningen en bemiddelt bij het realiseren hiervan. A materiële voorzieningen Gehandicaptentoiletten Parkeerplaatsen voor minder validen Geldautomaat bij restaurant op de hoogte van een rolstoelgebruiker Lage stacomputer voor rolstoelgebruiker Mobiele ringleiding op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Laptop op uitleenbasis bij audiovisuele dienst Readingpen Gebruik voorleessoftware

B onderwijskundige voorzieningen mogelijkheid tot verlenging van de toetstijd mogelijkheid om apart te zitten bij een toets mogelijkheid reader in vergroot lettertype (12 punts) te krijgen mogelijkheid een aangepast lesrooster te krijgen


91

Ho o f d st u k 4

mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid mogelijkheid

tot aanpassing studieplanning tot een vervangende opdracht tot een aangepaste werkvorm tot aanpassing toetsvorm tot flexibele leerroute tot aangepaste stage in vorm en duur toets vergroot te krijgen op A3 formaat gebruik computer bij toetsen gebruik computer met spraak

C financiële voorzieningen vergoeding voor dyslexieonderzoek, (vergoeding van 400 euro maximaal) profileringsfonds voorzieningen op het gebied van studiefinanciering Procedures Ad A materiële voorzieningen De meeste materiële basisvoorzieningen zijn zonder meer te gebruiken. Wanneer de student gebruik wil maken van de voorzieningen die onder beheer van de audiovisuele dienst vallen, dient hij via de contactpersoon handicap & studie/decaan een aanvraag in te dienen. Wanneer een voorziening (bijvoorbeeld een speciale stoel) op uitleenbasis wordt verstrekt wordt de aanvraag ingediend bij de contactpersoon handicap & studie en in een onderwijscontract vastgelegd. Ad B onderwijskundige voorzieningen Wanneer de student gebruik wil maken van bepaalde voorzieningen is het goed zo snel mogelijk een afspraak te maken met één van de contactpersonen handicap & studie/decaan. Soms is het raadzaam om dit al voor de studie te doen. Zij kunnen adviseren over mogelijke voorzieningen. In overleg met de coördinator studiebegeleiding kan besproken worden welke stappen ondernomen dienen te worden om de voorzieningen te realiseren. Voor bepaalde voorzieningen dient een aanvraag ingediend te worden bij de examencommissie. Een medische verklaring is gewenst. De afspraken en verantwoordelijkheden worden vastgelegd in een onderwijscontract „studeren met een functiebeperking‟. Het onderwijscontract geldt voor de gehele of bepaalde onderdelen van de opleiding en voor een bepaalde tijd. Studenten die willen beschikken over speciale toetsvoorzieningen dienen dit, indien mogelijk, minimaal 2 weken voor de toetsperiode te laten vastleggen bij de contactpersoon handicap & studie of de daarvoor verantwoordelijke decaan. Het toetsservicebureau zorgt voor de organisatie van de toetsvoorzieningen.

Ad C financiële voorzieningen Wanneer de student of de opleiding het vermoeden heeft dat de student dyslexie heeft en de student ondervindt hiervan hinder in het onderwijs dan kan de student een dyslexieonderzoek laten doen. De contactpersoon handicap& studie/decaan bemiddelt bij de aanvraag voor een vergoeding hiervoor. De vergoeding bedraagt maximaal 400 euro.


92

Ho o f d st u k 4

Wanneer de student studievertraging oploopt of zijn studie moet afbreken vanwege zijn functiebeperking zijn er verschillende financiële regelingen mogelijk, bijvoorbeeld 12 maanden extra studiefinanciering. De decaan bespreekt welke regeling op de situatie van de student van toepassing is en begeleidt de aanvraag. Contact Contactpersonen handicap & studie, Leeuwarden: voor de locaties Leeuwarden en Groningen mevrouw Hermien Moning, [email protected] Afspraak kan gemaakt worden via i study Leeuwarden. 4.6

Regeling medische verklaring in geval van ziekte

4.6.1 Doel van de verklaring Indien een student: zich tijdens een studiejaar wil uitschrijven wegens ziekte; wegens ziekte een beroep doet op financiële ondersteuning uit het profileringfonds; niet aan een examen(onderdeel) deelneemt wegens ziekte; en de examencommissie verlangt dat hij dit staaft met bewijzen moet hij een medische verklaring overleggen aan IRC(a), de commissie profileringsfonds (b), of de examencommissie van de opleiding (c). 4.6.2 Verkrijgen van de verklaring Je kunt een medische verklaring opvragen bij je huisarts of medisch specialist. 4.7

Studeren en RSI (CANS)

Er zijn studenten die last hebben van pijn in de arm, nek, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie wordt vaak gedacht dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. De pijn die hier genoemd wordt kan duiden op RSI: Repetitive Strain Injury, ook welbekend als “muisarm”. Wanneer die eerste signalen niet serieus genomen worden, breiden de klachten zich meestal langzaam uit. Volgens een aantal betrokken beroepsgroepen heeft de term RSI een negatieve lading en geven sommige behandelaars (ten onterechte) de diagnose RSI. Daarom heeft men afgesproken de nieuwe term CANS (complaints of Arm, Neck and/or Shoulder) te gaan gebruiken. RSI is lastig vast te stellen, want de pijn kan meerdere oorzaken hebben. Omdat CANS nog een vrij nieuwe term is, blijven we in dit stukje voor alle duidelijkheid nog spreken over RSI. Bij RSI is er een duidelijke relatie tussen de manier waarop wordt gewerkt en de aanwezige klachten. Factoren die tot RSI kunnen leiden zijn: een verkeerde zithouding tijdens het werk repeterend werk weinig afwisseling in zowel houding als werkzaamheden stress Ook tijdens de studie kunnen er activiteiten zijn waarbij lang achter elkaar in dezelfde houding wordt gewerkt en/of dezelfde bewegingen worden gemaakt.


93

Ho o f d st u k 4

Het beeldscherm neemt een belangrijke plaats in bij werkzaamheden, niet alleen op school maar vaak ook nog thuis. Bovendien nemen chatten, internetten en computerspelletjes ook een niet onaanzienlijk deel van de tijdsbesteding in beslag. RSI is grotendeels zelf te voorkomen. De belangrijkste tips hiervoor zijn: werk niet langer dan vijf à zes uur per dag aan een beeldscherm en niet langer dan twee uur aan een laptop! Genoemde tijden zijn inclusief chatten, e-mailen en spelletjes! neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze let op een goede zithouding voor het beeldscherm wissel beeldschermwerk af met ander werk zorg voor voldoende ontspanning naast de studie neem beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) serieus en raadpleeg bijtijds je (huis-)arts Meer informatie over RSI kun je vinden op het intranet en het Internet. Onderstaande sites geven in ieder geval een goed overzicht: http://rsi.pagina.nl www.muisarm.nl Postbus 51 (www.postbus51.nl) geeft gratis de brochure „Veilig werken: RSI - informatie voor werknemers en werkgevers‟ uit.


94

Ho o f d st u k 4

5 Belangrijke informatie op Blackboard Op “Blackboard / Organisation RBS Studentinformation” vind je tenminste de volgende informatie : Medewerkers Retail Business School Vergaderrooster Examencommissie RBS Jaartoetsrooster SB&RM-opleidingen Stenden Onderwijsvisie Studiegids digitaal Algemene informatie over diverse programma‟s binnen de opleiding document “Competenties in het curriculum Small Business & Retail Management” (competentie profiel & verantwoording) Deze lijst is niet uitputtend! NB. Bij het ter perse gaan van deze studiegids is de nieuwe intranetomgeving nog niet gereed. Medio september 2011 zal een herschikking plaatsvinden in de informatievoorziening. Er wordt naar gestreefd vanaf september alle moduulinformatie via Blackboard te laten verlopen en alle andere studie-informatie en mededelingen via intranet.


95

Index A aantal herkansingen Aantal herkansingen Actieve participatie. Afstudeerfase afstudeeropdracht Afstudeeropdracht afstudeerproject afstudeerstage afstudeervariant afstudeervarianten Afstudeervarianten afstudeerwerkstuk Alumni Associate degree Associate Degree

77 19 75 62 62 64 10 76 12 9 42 78 87 2, 5, 6 32

B Bachelor Bedrijfspresentaties Bedrijfsrestaurant Canteen beoordelingscriteria moduulopdracht Bezwaar en beroepsprocedure Bijzondere omstandigheden Bindend StudieAdvies Blackboard Body bouwstenen

6, 13, 21 49, 62 87 75 82 22 20 23, 86, 95 7 15

C collegegeld compensatie-opdracht competenties CROHO Cum Laude Cum Laude cohort 2008 en eerder Cum Laude cohort 2009 en later

23 81 67 7 70 80 79

D decanaat Deelname aan het examen deelname aan toets tijdens stage deelname aan toets tijdens uitwisseling derde leerjaar duale studievariant

84 72 77 77 25 6

E EC SB&RM duaal EC SB&RM Voltijds EHBO EVC EVC-regeling examencommissie

27 26 62, 87 67 67 90

In d ex

Examenreglement excursies Excursies Exitgesprek extra examenmogelijkheid

2 23 33 23 80

F Fashion Fashion Retail

41, 42 12

G Geldigheidsduur examenonderdelen Groeperingsbeleid

78 17

H Handicap & studie Hardheidsclausule Herkansing van de voortgangstoets en moduultoets herkansingstoetsen Hoofdfase toelating tot

84 82 77 72 66

I i study ICT & Media Indeling in modulen Informatievoorzieningen Information & Registration Centre ingangseis duale tweede inleveren moduulopdracht Instituutsraad Integratie theorie-praktijk intranet Intranet IRC international

83 86 72 83 85 38 75 62 10 86 83 83

J Jaarperspectief Jaarplanning Jaartoetsrooster SB&RM 2010-2011 Jonge Onderneming

28 17 68 10, 35

K Keuzeprogramma vierde jaar RM Duaal keuzesemester klantwaarde Kosten Kosten voor de student

64 Zie Minor 60 23 23

L Lesurentabel

20

M major Managementvaardigheden Minor Minoren

5 33 55 9

DEEL 2 |Sm all Busin ess & Ret ail Man ag em en t St u dieg id s | 2011-2012 97

In d ex

Modulen Moduulboek Moduulopdrachten moduultentamen Moduultentamen antwoordensleutel beoordelingscriteria Compensatieopdracht norm recht op inzage toetsdata toetsvormen Moduultentamenregeling Moduultoetsen Moduulvervangende opdracht. Mondelinge tentamens

Zie Onderwijsprogramma, Zie Onderwijsprogramma 74 75 82 79 75 81 74 79 74 74 72 74 76 78

N negatief advies Niveaus norm toetsen

20 13 73

O Onderwijs Arbeids Overeenkomst duaal Onderwijsarbeidsovereenkomst Onderwijsinhoud Onderwijsprogramma eerste studiejaar SB&RM voltijd en RM-duaal Onderwijsprogramma Retail Management studiebelasting Onderwijsprogramma tweede studiejaar SB&RM Onderwijsprogramma van SB&RM VOLTIJDS & RM DUAAL Onderwijsprogramma vierde studiejaar RM-DUAAL Onderwijsvormgeving Open Minor Opleidingsvarianten overlopen van een moduul overmacht Overmachtsregeling

32 32 7 33 24 38 28, 65 64 9 61 6 74 81 80

P Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling positief studieadvies Post-propedeutische fase studiebelasting Praktijk praktijkonderwijs probleem georiënteerd onderwijs Programme year 3 SB&RM fulltime Programme year 4 SB&RM fulltime ProHbo projectaanvraag Propedeutische fase studiebelasting

11 20 24 24 10 10 14 42 54 68 Zie vrije keuzemoduul 24, 25 24

R Registratie Studieresultaten Retail Management

85 12


In d ex

roosterbureau

85

S samenvallen van toetsmomenten samenwerking Sanctie bij onregelmatigheden Semesteroverzicht Service Trinity short track variant Small Business Small Business Start (jr. 4) specialisaties sport Stenden shop Structuur Studeerbaarheid studentenshop studie-advies Studieadvies Studiebelasting onderwijsprogramma SB&RM Studiefinanciering studielandschap Studieprestaties Studiepunten toekennen en verwerken van Studiepuntenoverzicht Studiepuntenoverzicht SB&RM VOLTIJDS & RM-DUAAL Switchen

77 75 82 28 7 5 12 63 6 89 87 24 20 88 21 20 24 23 33 70 70 26 26 41

T The Library Toelatingsbeleid Toelatingseisen toetsdata

86 66 66 74

U uitwisseling Uitwisselingsprogramma's

80 61

V Veranderen van opleiding binnen het instituut Verkorte studietrajecten Vertrouwenspersoon visie op onderwijs voltijds variant Voorbereiding / keuze DERDE studiejaar voortgangstoets voorwaardelijk positief studieadvies Vrije keuzemoduul Vrije ruimte Vrije studiepunten Vrije Studiepunten Vrijstelling op grond van propedeutisch getuigschrift Vrijstellingenbeleid

22 22 68 84 13 6 41 19 21 61 49 49 49 67 67


In d ex

Z Zelfmanagement zelfstudie

10 10


Small Business & Retail Management

Recommend Documents