SJKS KNALT HELEMAAL KNACK
Knaller van een Knack roficiat! Jullie hebben wekenlang vergaderd, gezweet, geschreven en geschrapt, maar hier is hij dan, de jongste telg uit de Knack-familie! Hij is nog maar net van de persen gerold en ruikt nog naar drukinkt, maar het is een heus meesterwerkje. Het begon allemaal met Evelyne Goethals uit het zesde jaar Latijn-Moderne Talen van het Sint-Jozef-Klein-Seminarie in SintNiklaas. In november 2014 deed ze mee aan de grote Knaller van een Knack-wedstrijd op de Boekenbeurs in Antwerpen. Toen ze enige tijd later tijdens de examens bij de directeur werd geroepen, kon ze niet vermoeden dat het Knack-team haar stond op te wachten. Tot haar grote verbazing was ze uit meer dan 1500 inzendingen als winnaar uit de bus gekomen. Samen met haar klas en met de ondersteuning van de redactie mocht ze een eigen Knack maken.
P
2 MEI 2015
En of de jonge journalisten hun best hebben gedaan! Het hele Knack-team wil jullie van harte feliciteren met jullie puike prestatie. Jullie hebben er een prachtblad van gemaakt. En is het geen fantastisch gevoel om het magazine dat jullie zelf hebben gemaakt in handen te houden? Knack is helemaal geen stoffig blad voor ouwe knarren, het is sprankelend en hip, en helemaal mee met de tijd, dat hebben jullie dubbel en dik bewezen! Knack richt zich trouwens met allerlei acties en evenementen tot jongeren vanaf de tweede graad. Lees wekelijks Knack, Knack Weekend en Knack Focus en surf op elk moment van de dag (en nacht!) naar Knack.be om op de hoogte te blijven van alles wat je interesseert, van actualiteit, literatuur en sport tot films, fashion, games en muziek. Na een lange festivalzomer, waarin je dankzij Knack van heel wat voordelen en gratis tickets kunt genieten, lanceren we in het najaar een nieuwe editie van de Knaller van een Knackwedstrijd op de Boekenbeurs in Antwerpen. Opnieuw maakt een klas kans om een eigen Knack te maken. Vertel het zeker door aan je vrienden zodat ook zij een gooi kunnen doen naar deze fantastische prijs! We wensen jullie alvast veel leesplezier en hopen jullie deze zomer terug te zien op een van onze vele evenementen! Hartelijke groeten, Patrick Betrains, Knack.
Ons college barst van de creatieve duizendpoten.
Het college Knackt! et SJKS is een drukke school: altijd is er wel iets te doen. De leerlingen zijn steeds druk in de weer, en gelukkig niet enkel met hun schoolwerk. Ons college barst van de creatieve duizendpoten! Dat mocht ik zelf ondervinden toen ik eind vorig jaar te horen kreeg dat ik voor onze school de Knaller van een Knack-wedstrijd had gewonnen. Meteen stonden verschillende enthousiaste leerlingen klaar om deze speciale editie leven in te blazen. Ik werd overstelpt met leuke ideeën! Ik ben bijzonder blij dat zoveel leerlingen – en natuurlijk ook leerkrachten – bereid waren om het onderste uit de kan te halen. Deze special werpt een blik op wat er leeft onder de collegegangers, van de allerkleinsten tot de allergrootsten. Leerlingen van de lagere school namen penseel en potlood ter hand en maakten een collage, terwijl oudere leerlingen in de pen kropen om u op de hoogte te brengen van de meest opmerkelijke resultaten van hun wetenschappelijk onderzoek. Hoe supermarkten de consument weten te verleiden tot onnodige aankopen, hoe de geur van vers brood ontstaat (en weer vergaat),
H
of hoe allergieën bestreden kunnen worden, u komt het dankzij onze whizzkids allemaal te weten. We zochten ook uit welke angsten leerlingen hebben en vroegen hen naar hun favoriete plekjes in Sint-Niklaas. Want leven doe je natuurlijk niet alleen in het college! Daarom gingen we ook een kijkje nemen buiten de schoolmuren in het spoor van enkele oud-leerlingen. En het college blijkt een kweekvijver van talent te zijn. Tim Pauwels (VRT) en Dany Verstraeten (VTM) keerden heel even terug naar de oude stal voor een boeiend debat over nieuws en journalistiek, over het Vlaamse medialandschap en de concurrentie tussen de openbare omroep en de commerciële zender. En natuurlijk mocht ook het stijladvies van Eline De Munck (JIM) niet ontbreken: zet u schrap voor een gerestylede versie van de meest beruchte leerkrachten! Maar we laten ook (tot nu toe) minder bekende oud-leerlingen aan het woord. Zij vertellen u over hun nieuwe leven in het hoger onderwijs, waar zij hun passies nastreven, al hebben ze niet altijd de meest evidente keuze gemaakt. We wisten ook enkele leerkrachten te strikken die hun ongezouten mening geven over het Vlaamse onderwijs van vroeger en nu. Genoeg stof tot debat en een discussie op het scherp van de snede! Ten slotte kunt u ook genieten van een prachtige collegestrip en de vier fenomenale beelden die een prijs wegkaapten in onze fotowedstrijd. En vergeet vooral de straffe collegeverhalen niet te lezen! Want dat is het college: een straffe school. Dat heeft iedereen die aan dit magazine meewerkte nog maar eens bewezen! EVELYNE GOETHALS
COLOFON Hoofdredactie: Evelyne Goethals (SJKS) Coördinatie: Ann Peuteman & Patrick Betrains (Knack) Lay-out: Evelien Van Elsen, Yannick Barrera (Knack) Eindredactie: Stijn Van Impe (Knack) Begeleiding: Stefan De Bock, Maarten Van Looy, Danny Van Royen (SJKS)
WWW.KNACK.BE
Redactie en medewerkers: Céline Daelman, Anna De Cauwer, Matthias Defoort, Eline Desaunois, Mirjam Eren, Michiel Kusé, Anthe Lainé, Laura Langhendries, Michiel Merckx, Robbe Pauwels, Lisa Proost, Sancha Steur, Katleen Van Raemdonck, Sander Vandenhende, Flore Vavourakis, Marie Vercambre, Cis Vercouteren (SJKS)
MEI 2015 3
‘We tonen de falende mens zo eerlijk mogelijk’
SARAH VANGEEL: Voor mij was het eerder een bevrijding. Ik vind het leuk en spannend om de falende mens zo eerlijk te mogen tonen.
Moet u een grens over om uzelf en uw angsten te kunnen blootgeven? BEECKMANS: Wij werken al heel lang samen met Compagnie Barbarie en omarmen elkaars kleine kantjes. Het was dus niet zo moeilijk om onze angsten aan elkaar toe te geven. Je moest wel heel eerlijk zijn. VANGEEL: Voor mij was de grootste opgave mezelf niet te verliezen. Dat is soms niet gemakkelijk.
Compagnie Barbarie buigt zich in het theaterstuk The End Is Dear over het universele thema angst. ‘De grootste opgave was onszelf niet te verliezen.’
Door Mirjam Eren
Wat zijn uw grootste angsten?
ompagnie Barbarie trekt in The End Is Dear het deksel van de menselijke beerput open en toont wat we nooit het daglicht gunnen. Op bittervrolijke wijze neemt het zevenkoppig prettig gestoord vrouwengezelschap een loopje met de eigen angsten.
C
Hoe bereidde u de voorstelling voor? RUTH BEECKMANS: Door heel veel te praten en te filosoferen over het leven, en zo tot de ontdekking te komen dat elke mens met dezelfde fundamentele angsten zit. Doe ik wel goed? Ben ik wel goed
VANGEEL: Sinds ik kinderen heb, merk ik dat mijn grootste angsten betrekking hebben op kinderen. En ik Angst en onzekerheid zijn iets diep menselijks. Is het niet moeilijk heb vooral angst voor ziekte om daarover een voorstelof verlies van mensen die ik ling te maken? ‘Iedereen worstelt graag zie. BEECKMANS: Eigenlijk niet, BEECKMANS: Momenteel is net omdat het zo universeel met dezelfde de grootste angst in mijn leven: is het zinvol wat ik is. Het moeilijkste is: hoe diepmenselijke aan het doen ben? Ben ik maak je dat interessant voor vragen, maar er goed bezig? Ook op vlak een publiek, zodat iedereen zijn geen van het juiste evenwicht zich aangesproken voelt en zich erin herkent, zonder te handboeken voor.’ vinden. Steek ik wel genoeg tijd in mijn werk en in mijn vervallen in clichés? gezin? En ook: ben ik een goede moeder? Moeilijk, want daar zijn natuurlijk geen handboeken voor.
bezig? Ben ik een goede moeder?
Hebt u zelf lessen meegekregen uit de voorstelling, over hoe om te gaan met angsten of afgronden in het leven?
Waar zijn jongeren bang voor? Liefst 20% van de 12- tot 18-jarigen is bang voor spinnen. Ook het verlies van dierbaren worden vaak aangehaald, terwijl haaien het minst worden gevreesd. Dat blijkt uit een enquête bij leerlingen van het eerste tot het zesde middelbaar.
spinnen
verlies dierbaren
duisternis
honden
toetsen/ examens
ernstige ziekte
20%
11%
11%
10%
8%
8%
haaien
3%
BEECKMANS: Ja, net als bij elk onderwerp waarin je je verdiept, leer je wel iets bij. Dat is het leuke aan zelf voorstellingen maken: je komt steeds meer te weten. VANGEEL: Door er zo lang zo intensief mee bezig te zijn, begin je je toch ook wel vragen te stellen. Wat als dit of dat gebeurt? Je plaatst het in een persoonlijk perspectief.
Hoe ouder we worden, hoe angstiger? Vertaalt dat zich in jullie voorstelling? BEECKMANS: Niet echt, al is dat natuurlijk wel logisch. Hoe ouder je wordt, hoe dichter je bij de dood komt. Tegelijk krijg je ook meer verantwoordelijkheden: kinderen, werk, huisjetuintje-boompje...
Tot slot: vanwaar de titel?
oorlog/ terreur
hoogtes
dood
horrorfilms
verkeersongevallen
7%
6%
6%
5%
5%
4 MEI 2015
VANGEEL: Ruth wilde er iets poëtisch van maken. Het is afgeleid van The End Is Near. Maar soms is the end ook dear.
7 1
places to be in Sint-Niklaas Van fingerlicking food en unieke conceptstores tot ballonvaarten en zwoele ambiance: Sint-Niklaas bruist. Een trip langs populaire hotspots én verborgen pareltjes in de stad van ‘rapenbraders’ en ‘blauwselmannen’. Door Anthe Lainé en Marie Vercambre
DE KANTINE
Is the place to be voor een lekkere lunch, een aangename borrel of een diner om duimen en vingers bij af te likken. Het kleurrijke interieur doet het geheel aantrekkelijk en fris ogen. In deze zaak waar de klant koning is, hangt steeds een leuke sfeer. Rond kerst zijn er verschillende events, van een kerstmarkt, over een winterbarbecue, tot een party. Perfect om met een glaasje jenever en een passend muziekje de sfeer van de feestdagen op te snuiven.
2
CRÈMERIE FRANÇOIS
‘It’s fingerlicking good’ pronkt er aan de muur, en dat is absoluut niet gelogen. Vorig jaar kreeg Crèmerie François de prijs voor ‘Beste ijssalon van België’, en dat al voor de derde opeenvolgende keer! Al sinds 1928 staat dé ijsspecialist van het Waasland garant voor pure kwaliteit. Alles is vers en huisgemaakt. Met de beste producten. Tel daarbij nog een ruim assortiment aan seizoensgebonden smaken, sorbets, ijslolly’s, pannenkoeken en gepersonaliseerde ijstaarten. Genieten!
3
PASSI PASSÉ
Een conceptstore voor de iets alternatievere shopper. Wie nog een lastminutecadeautje zoekt, kan er terecht voor originele gadgets en tal van hebbedingen om je interieur te pimpen. De winkel heeft ook een grote kledingafdeling met een eclectische mix van verschillende merken en stijlen.
4
CAFÉ CONGÉ
Een niet te missen locatie voor een gezellig drankje in de zomer. Café Congé aka ‘de zomerbar’ is enkel open in juli en augustus. Neem er plaats onder de grote met gekleurde lantaarns verlichte tent, of op de gezellige banken en zitzakken, met je voeten in het gras. Je waant je in een exotisch paradijs. De mojito’s zijn er zo lekker dat het haast ongezond wordt er te lang te blijven. — Zwoele ambiance verzekerd!
5
TARMAK
Oorspronkelijk bedoeld voor skaters, maar de Tarmak heeft intussen een ruimer aanbod aan kleding, schoenen en tal van accessoires. Sportief én toegankelijk voor een breed publiek. Al staan skateartikelen nog steeds centraal in deze conceptstore: een volledige muur is er gewijd aan long- en skateboards in alle mogelijke maten en kleuren.
6
VREDEFEESTEN
Driedaags nazomerevenement met tal van activiteiten voor jong én oud. Met als topattractie de ballonvaartwedstrijden: drie dagen lang verkennen luchtballonnen in alle kleuren en vormen het Wase luchtruim. Piloten uit heel Europa lokken elk jaar duizenden bezoekers naar het centrum van SintNiklaas. Er is ook Villa Pace, een evenement met een mix aan muziekstijlen, waar u ook minder bekende maar daarom niet minder geliefde Belgische groepen aan het werk kunt zien.
7
BRASSERIE SINTE-MARIE
Het stamcafé van een groot deel van de Sint-Niklase jeugd. In de zomer worden er lekkere cocktails bij de vleet geserveerd.’s Avonds worden er steeds plaatjes gedraaid, en vaak zijn er zelfs gezellige feestjes. Dj’s uit alle windstreken geven er het beste van zichzelf: vooral housemuziek weerklinkt er door de boxen.
WWW.KNACK.BE
MEI 2015 5
Het grote nieuwsdebat: Tim Pauwels (VRT) versus Dany Verstraeten (VTM)
‘Eén en VTM zijn allebei sterke merken’ Twee doorgewinterde journalisten keren terug naar het college voor een openhartig debat. Over het Vlaamse medialandschap, overheidssubsidies en de strijd om de kijker. ‘Een zender waar enkel informatie en cultuur aan bod komen, daar kijkt geen hond naar.’ DOOR SANDER VANDENHENDE & MICHIEL KUSÉ, FOTO’S LISA PROOST
f ik goede herinneringen heb aan Tim? Natuurlijk, al weet ik niet of dat wederzijds is’, grapt Dany Verstraeten. ‘Het is al een paar jaar geleden, maar Tim heeft nog een tijdje op onze redactie gewerkt. Daar bleek al snel dat we dezelfde roots hadden, we hebben allebei op het SJKS gezeten. Ik denk dat Tim zich bij VTM geamuseerd heeft, maar dat hij bij de VRT meer op zijn plaats zit omdat wij slechts één duidingsprogramma aanbieden, Telefacts, terwijl de VRT er een pak meer heeft.’ En zo is de toon meteen gezet. Sinds 1989 presenteert Dany Verstraeten het nieuws bij VTM, de eerste commerciële Vlaamse televisiezender die eind 1988 werd opgericht. Een jonge Tim Pauwels ging bij Dany in de leer, voor hij in 1997 de overstap maakte naar de VRT en er zich profileerde als Wetstraatwatcher voor Het journaal, De zevende dag en Terzake.
‘O
Tim Pauwels, hebt u veel geleerd op VTM? TIM PAUWELS: Zeker, en dan met name van Dany. Vergeet niet: toen presenteerde Dany niet alleen het nieuws, hij deed ook nog geregeld de eindredactie en máákte dus echt het nieuws. Er hangt veel van af of dat gedaan wordt door een charmante en intelligente eindredacteur – of niet. Dat was bij Dany zeker het geval.
6 MEI 2015
‘De concurrentie is voor iedereen goed geweest. Zeker voor de kijker.’ (Tim Pauwels)
Tot zover de bloemetjes. Er is trouwens nog meer wat ons bindt: we hebben op hetzelfde kot gezeten. VERSTRAETEN: Inderdaad, in Leuven. Na mijn studies heb ik eerst jarenlang voor Radio 1 gewerkt. Ik heb dus eigenlijk de omgekeerde beweging van Tim gemaakt. Ik maakte bij de VRT vooral reportages voor de radio. Toen VTM werd opgestart, heb ik de sprong gemaakt. Maar ik ken de gebouwen van de VRT dus zeer goed, al is er wel al veel veranderd. PAUWELS: Nog niet genoeg! (lacht) DANY VERSTRAETEN: PAUWELS:
Was journalistiek voor u een jongensdroom? PAUWELS: Voor mij was het alleszins iets waar ik naar opkeek, en de actualiteit heeft me altijd gefascineerd. Maar toen was alles veel concreter dan nu. Ik ben nog van de generatie van de Koude Oorlog, wij groeiden op met het idee dat er elk ogenblik een kernoorlog tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten kon uitbarsten. Dat onderwerp beheerste jarenlang het nieuws. VERSTRAETEN: Onder huidig Russisch president Vladimir Poetin zijn de spanningen tussen Oost en West ook weer actueel... PAUWELS: Maar ondanks mijn bewondering en interesse dacht ik dat journalistiek niets voor mij was. Journalisten, dat zijn tafelspringers, assertieve mensen, dacht ik. Dingen die ik niet ben. Ik was daar zelfs wat bang voor. En dus vatte ik het plan op om leerkracht te worden. Ik stond zelfs op het punt een lerares op te volgen die met pensioen ging, maar die trok op het laatste moment haar aanvraag in. Daar zat ik dan zonder werk. Mijn vrouw stelde me voor om mee te doen aan het journalistenexamen, maar ik wilde eigenlijk niet. Uiteindelijk heb ik haar raad toch opgevolgd, en kijk: zonder haar stond ik nu nergens! VERSTRAETEN: Ik wilde van jongs af aan iets in de media doen. Het was niet zo dat ik van plan was om nieuwsanker te worden, maar ik volgde de actualiteit wel op de voet. Ik was ook veel met muziek bezig. Toen ik voor de radio werkte, deed ik in het begin veel popinterviews en verzorgde ik onder andere de verslaggeving van op Werchter. Muziek was voor mij eigenlijk een hobby, maar ik merkte al vlug dat als muziek werk werd, het veel minder aantrekkelijk werd. Ik heb de muziek als hobby gehouden en me op het journalistieke werk gericht. Toen Mike Verdrengh mij vroeg om voor VTM het nieuws te verzorgen, was dat echt een droom die in vervulling ging.
U hebt beiden voor zowel VRT als VTM gewerkt. Wat zijn de grote verschillen tussen de zenders op nieuwsvlak? VERSTRAETEN: Toen wij met VTM begonnen, 26 jaar geleden, had de VRT haast een monopolie op het nieuws. Het nieuws dat toen werd gemaakt, was niet het meest boeiende van West-Europa, om het zacht uit te drukken. Het nieuws bestond vooral uit uitgebreide gesprekken met vakbonds-
dat dan ook. Maar toegegeven, de VRT is ook verkeersongevallen beginnen te brengen in het nieuws. Dankzij de bijdrage van VTM. De waaier van thema’s is nu veel breder. VERSTRAETEN: In de loop der jaren zijn we er ons inderdaad bewust van geworden dat we het nieuws té spannend maakten. En de laatste jaren hebben we ook ingezien dat we op het vlak van buitenlandnieuws en Wetstraatjournalistiek toch nog een weg af te leggen hadden. Maar onder invloed van onze nieuwe hoofdredacteur, Kris Hoflack, zijn we steeds meer naar het niveau van de VRT toegegroeid. Het VTM-nieuws kreeg vroeger veel kritiek te verwerken, maar de laatste tijd wordt toch vooral Het journaal hard aangepakt. Vooral hoofdredacteur Björn Soenens kreeg het hard te verduren in de pers. Hij zou te veel op de voorgrond willen treden?
DANY VERSTRAETEN: ‘In New York stonden we als kleine Vlaamse zender naast CNN
en BBC. Daar mogen we toch trots op zijn.’
WWW.KNACK.BE
Concreet?
DANY VERSTRAETEN
Geboren: Kabolo, Belgisch-Kongo, 1955.
1979: gaat aan de slag bij Radio 1.
1989-heden: presenteert op 1 februari het allereerste VTM-nieuws en wordt een van de vaste nieuwsankers. Hij presenteerde ook Telefacts en autoprogrammma’s voor VTM.
PAUWELS: Stel dat er een maatregel komt waardoor mensen die voor luttele euro’s zorgen voor een gehandicapt kind, niet meer vrijgesteld worden van beschikbaarheid voor werk. Een normale journalistieke reflex zou moeten zijn om dat te duiden, en te berichten over iemand die zich in zo’n situatie bevindt. We moeten politici niet vragen: ‘Wat vindt u van uw tegenstander, dat is toch een klootzak?’ We moeten vragen: ‘Hoe lost u dit of dat op?’ Dat is constructieve journalistiek.
Met de nieuwe hoofdredacteur kwamen er ook kleine docureeksen in Het journaal: Stefan Blommaert die de zijderoute aflegt, bijvoorbeeld. Is dat een format dat ook VTM ambieert? VERSTRAETEN: Nee, wij zijn nooit voorstander geweest van rubrieken in het nieuws.
Waarom niet? VERSTRAETEN: Het bindt je aan een bepaald stramien. En wij hebben ook niet altijd de mankracht om dat soort zaken op te zetten. Op het scherm binden we dag en nacht de concurrentie aan met
MEI 2015 7
▲
mensen, politici, experts... Wetstraatnieuws was bijna het enige wat aan bod kwam. Een van de eerste slogans van VTM was dan ook: ‘Er zijn nog straten buiten de Wetstraat.’ Wij wilden de nieuwsonderwerpen opentrekken en het nieuws ook sneller en dynamischer brengen dan de VRT. Dat was toen niet moeilijk, maar de openbare omroep heeft natuurlijk niet stilgezeten. Nu is er een gezonde concurrentie. PAUWELS: Ik ga geen moeite doen om de VRT van vroeger te verdedigen. VERSTRAETEN: Het was ook geen aanval, gewoon een vaststelling. PAUWELS: Nee, maar de concurrentie is ook goed geweest voor iedereen, hè. Zeker voor de kijker. En verschillen zijn er ook nu nog. Wij investeren in nieuws uit het buitenland, onze politieke berichtgeving mag echt wel worden gezien, en we brengen ook meer cultuur. Toen ik vijftien jaar geleden de overstap maakte, had VTM de neiging om alles wat te dramatiseren. Er werd vaak nieuws gebracht met zinnetjes als: ‘Een ramp werd maar op het nippertje vermeden.’ Bij mijn overstap dacht ik: Tim, dat hoeft nu niet meer. Als het om een banaal verkeersongeval gaat, zeg
PAUWELS: Dat is opgeblazen door één krant die daar maar liefst zes pagina’s aan gewijd heeft. Ik denk dat De Morgen met dat artikel vooral zichzelf in een hoek heeft gezet. Maar het was voor ons een nare ervaring, zeker in een periode waarin nieuwe beheersovereenkomsten moesten worden gesloten. VERSTRAETEN: Dat de hoofdredacteur van De Morgen een oud VRT-medewerker is, zal daarin ook wel een rol hebben gespeeld. PAUWELS: Ik vond het geen correct artikel, en voor de rest weet ik niet goed waar ze het over hebben. Natuurlijk zijn er discussies op een redactie, dat is normaal. Björn staat voor constructieve journalistiek. Daar heb ik geen probleem mee. Integendeel, ik ben zelfs mee vragende partij. We benaderen de politiek nog te vaak vanuit het conflict, terwijl de doelstelling zou moeten zijn: ‘Waar gaat het eigenlijk over?’
▲
de openbare omroep, maar het dient gezegd: de nieuwsdienst van de VRT heeft meer middelen dan de onze. En dat speelt ook mee in de concurrentie. Ze kunnen daardoor meer nieuwsprogramma’s aanbieden. Zij kunnen bij wijze van spreken met gemak drie journalisten permanent in de Wetstraat positioneren, terwijl dat voor ons toch moeilijker ligt. PAUWELS: Maar die drie journalisten werken wel voor drie verschillende programma’s. Het journaal is op zich niet beter bemand dan het VTM-nieuws. We beschikken over ongeveer dezelfde mankracht. Al ga ik niet ontkennen dat ik er veel aan heb wanneer een collega van de radio ook ter plaatse is. We kunnen dan overleggen en het werk voor een stuk verdelen. Is dat iets wat VTM mist? VERSTRAETEN: Wij voelen ons niet benadeeld, maar het is wel zo dat zij vaak een extra register kunnen opentrekken dat wij niet hebben.
Frustrerend?
Ik heb daar weinig last van, maar voor onze mensen te velde moet het soms erg frustrerend zijn. Het gebeurt dat de VRT ter plaatse is met twee of drie reportageploegen, terwijl onze man er alleen voor staat. PAUWELS: Ik begrijp die frustratie, maar ik wil toch nog even aanstippen dat het niet zo is dat onze mensen minder hard werken. VERSTRAETEN:
Zijn de kijkers vandaag zo goed geïnformeerd doordat er twee nieuwsuitzendingen in primetime zijn, of is het net omgekeerd en is er ruimte voor twee journaals dankzij een nieuwsgierig publiek?
Dat is een wisselwerking. Wat ook meespeelt, denk ik, is dat zowel de VRT als VTM nieuws maakt dat dicht bij de gewone man staat. De kijkers hebben niet het gevoel dat het nieuws over zaken gaat die hen niet aangaan. Politieke onderwerpen proberen we in mensentaal te vertellen en te verduidelijken met voorbeelden. Beide zenders proberen zeer laagdrempelig nieuws te maken. En we bieden allebei veel sport aan in onze journaals. PAUWELS:
VERSTRAETEN:
Al is sport op de VRT niet meer zo evident: Vlaams minister van Cultuur en Media Sven Gatz (Open VLD) zei onlangs dat de openbare omroep zal moeten snijden in zijn sport- en entertainmentaanbod. Welke invloed zal dat hebben? PAUWELS: Ik ben niet de woordvoerder van Gatz. (lacht) Ik denk dat hij dat vooral zegt omdat de televisierechten voor sport steeds duurder worden. De VRT krijgt publieke middelen en dus kun je discussiëren hoe die het best geïnvesteerd worden. Vlaanderen is ook een kleine markt, de middelen zijn dus beperkt. En dus kun je je afvragen of je die beperkte middelen moet spenderen aan peperdure televisierechten voor sportuitzendingen. Dat is een discussie die we moeten durven te voeren, ik ben daar zelfs voorstander van.
8 MEI 2015
TIM PAUWELS Geboren: SintNiklaas, 1971.
1997: maakt de overstap van VTM naar de VRT en werkt voor Het journaal, Terzake en De zevende dag.
2003: neemt deel aan De slimste mens ter wereld.
Heden: politiek analist voor diverse nieuwsprogramma’s van de VRT.
We zullen intelligente oplossingen moeten vinden in de vorm van samenwerkingen. Ik vind het vooral belangrijk dat een openbare omroep ‘het volledige pakket’ aanbiedt. Een openbare omroep mag geen zender zijn waar enkel informatie en cultuur aan bod komt. Daar kijkt geen hond naar. VERSTRAETEN: Ik denk ook dat politici angst hebben van een medium dat vrij dominant is. Toen VTM begon, zijn wij vrij snel marktleider geworden qua kijkcijfers. Op een bepaald moment kregen wij vanuit politieke hoek de kritiek dat we té dominant waren. Als reactie heeft de politiek toen meer middelen in de VRT gepompt. Nu is de openbare omroep de marktleider, en krijgen zij kritiek. Het is een slingerbeweging, dat hoort nu eenmaal bij concurrentie. Misschien zijn wij binnen vijf jaar weer marktleider, wie zal het zeggen? PAUWELS: Het mediabeleid zal niet mislukt zijn als een openbare omroep geen marktleider meer is. Maar we gaan ons vel wel duur verkopen. VRT heeft Canvas, een nichezender die een eerder beperkt publiek aanspreekt. Heeft een commerciële zender dat ook nodig? VERSTRAETEN: Wij hebben dat geprobeerd, met wat nu 2BE is. In 1995 hebben we Kanaal Twee uit de grond gestampt. Mike Verdrengh heeft geprobeerd om daar een zender voor de ‘meerwaardezoeker’ van te maken, maar voor een commercieel station als VTM was en is dat financieel niet haalbaar. Ik denk dat daar echt een opdracht ligt voor de openbare omroep. PAUWELS: Wij hebben het daar ook lastig mee, laten we daar niet flauw over doen. Canvas staat onder druk. Ook al omdat er steeds meer nichezenders bijkomen: Vitaya, Acht, noem maar op. De bediening van een nichepubliek, of beter het verenigen van een nichepubliek bij één zender is niet makkelijk. En dat zal er door al die kleine spelers ook niet makkelijker op worden.
Was het dan een slimme zet om daarin nog verder te gaan met een derde net, OP12? PAUWELS:
Daar gaan we weer. (lacht)
Uiteindelijk is OP12 wel weer afgevoerd... PAUWELS: (onderbreekt) Natuurlijk was het de bedoeling om het aanbod van de openbare omroep uit te breiden. Dat was eigenlijk altijd al de bedoeling. Vergeet niet: VTM heeft drie netten... VERSTRAETEN: (fijntjes) Vier eigenlijk. PAUWELS: Laten we dat vooral niet vergeten: VTM is eigenlijk toch wel héél dominant, hè. (lacht)
Maar het was nooit de bedoeling om OP12 als een aparte zender te beschouwen? PAUWELS: Kijk, op een bepaald moment heeft de VRT een deal gesloten met de overheid. De bevoegde minister heeft toen gezegd: ‘Je krijgt een bijkomend net, als je er ook een jongerenaanbod brengt.’ Dus hebben we dat gedaan, want wij zijn eigendom van Vlaanderen. Als Vlaanderen zegt: ‘Je moet dat doen’, dan doen wij dat.
TIM PAUWELS: ‘De VERSTRAETEN: Op den duur wordt zoiets een symbooldossier. Eigenlijk stelt het weinig voor, maar het wordt een symbool. PAUWELS: Toen Vlaanderen op een bepaald moment zei: ‘Het hoeft niet meer’, hebben we het ook niet meer gedaan. (lacht) Punt is: stellen dat het arrogant van ons was om ons net uit te breiden, slaat nergens op... Onze concurrent heeft ook zoveel netten.
VRT is eigendom van Vlaanderen. Als Vlaanderen ons zegt: “Je moet dat doen”, dan doen wij dat.’
VERSTRAETEN: Toen Vier en De Vijver Media de handen in elkaar sloegen, hebben we ons bij VTM wel wat zorgen gemaakt. Maar achteraf gezien was het ook voor ons een goede zaak. Het heeft VTM alleszins verplicht om zichzelf opnieuw uit te vinden, om op zoek te gaan naar nieuwere, frissere programma’s. Tegen de sterren op is bijvoorbeeld een direct gevolg van Vier geweest. We hebben toen gezegd: ‘We moeten opnieuw op de toppen van onze tenen gaan staan, we gaan bewijzen wat we nog waard zijn.’ Maar wat Vier wel heeft onderschat, denk ik, is dat je zonder een degelijk nieuws een familiezender geen gelaat kunt geven. De kijkers weten dat als er iets belangrijks gebeurt, in België of in de wereld, ze bij de VRT of bij VTM terechtkunnen. PAUWELS: Vooral bij ons. (lachen allebei)
Slotvraag: wat is tot nu toe hét moment uit uw carrière geweest?
Verwacht u dat Vier op termijn een ‘degelijk’ nieuws zal aanbieden, dat de concurrentie kan aangaan met de journaals van de VRT en VTM?
WWW.KNACK.BE
Als nieuwslezer of journalist wordt van u verwacht dat u het nieuws ‘zakelijk’ en ‘objectief’ brengt, dat u ‘afstand’ bewaart. Welk nieuws heeft u in al die jaren ook echt persoonlijk geraakt? VERSTRAETEN: Een paar jaar geleden moest ik in het middagnieuws aankondigen dat er bij een ongeval twee Belgische toeristen waren omgekomen in Namibië. Dat waren twee vrienden van mij. En normaal gezien was ik erbij geweest. Dat bericht kreeg ik echt bijna niet uit mijn strot. Als nieuws zó dichtbij komt... Dat is ab-so-luut niet plezant. PAUWELS: Ik heb ooit een reportage gedraaid over een mucopatiënt die wellicht niet ouder wordt dan 35, en die je dat ook ijzingwekkend kalm zegt. Dat komt aan.
Met De Vijver Media is er een derde grote speler in het Vlaamse medialandschap bijgekomen. Telenet heeft erin geïnvesteerd, dat geeft ze extra financiële slagkracht. Is VTM ‘bang’?
VERSTRAETEN: Momenteel is de investering te groot om je daar nog tussen te kunnen wringen. Vier heeft dat even geprobeerd met De kruitfabriek, dat ze tegenover Het journaal hadden geprogrammeerd... PAUWELS: Wij waren daar wel wat bang voor. VERSTRAETEN: Er zijn toen ook mensen bij jullie weggegaan. PAUWELS: Niet allemaal, hè. En een deel is al teruggekeerd. Maar goed, uiteindelijk hebben we die slag toch gewonnen. Onze duidingsprogramma’s hebben de doorslag gegeven, denk ik.
De VRT biedt de garantie dat ze altijd duidingsprogramma’s zullen aanbieden, al mogen andere zenders dat natuurlijk ook doen. VERSTRAETEN: Ik denk dat de komst van Vier vooral heeft bewezen hoe sterk de ‘merken’ Eén en VTM zijn. De eerste seizoenen van De slimste mens ter wereld lokten op Eén bijna twee miljoen kijkers, terwijl datzelfde programma op Vier ineens naar 600.000 kijkers zakte. Dan merk je pas hoe belangrijk een zender is; het is niet zozeer een programma dat mensen naar een zender doet kijken. PAUWELS: Het is hetzelfde kleedje, maar als het in een andere winkel hangt, moet men het niet hebben.
‘Voor de komst van VTM was het VRTnieuws niet het meest boeiende van West-Europa, om het zacht uit te drukken.’ (Dany Verstraeten)
PAUWELS: Ik zal er drie geven! (lacht) Ik was de eerste die na 541 dagen het akkoord van de regering-Di Rupo I in handen had. Als tweede moment wil ik er iets heel atypisch uitpikken: mijn interview met het Amerikaanse tv-icoon Larry Hagman, alias JR Ewing uit Dallas. Die man was toen een stuk in de zeventig, had een levertransplantatie achter de rug, en was van de ene dag op de andere gestopt met drinken. Maar hij was die dag zo bevrijd, dat het echt een heel aangename babbel werd. Mijn derde topmoment is eerder tragisch: ooit heb ik in Macedonische vluchtelingenkampen getuigenissen verzameld over de etnische zuiveringen in Kosovo. Dat was bijzonder pakkend. VERSTRAETEN: Ik heb het meeste ‘deugd’ gehad van de nieuwsuitzendingen die we met VTM in New York hebben gemaakt, één jaar na 9/11. We stonden daar als kleine, bescheiden Vlaamse zender naast het Amerikaanse CNN, de BBC en andere grote wereldzenders. Daar mogen we toch trots op zijn.
Heren, bedankt voor het fijne interview! Het wordt vanavond weer moeilijk kiezen tussen Het journaal en VTM-nieuws.
MEI 2015 9
‘Spijt van mijn keuze heb ik niet. Spijt is voor mietjes’ Leerlingen uit het zesde middelbaar zoeken zich vaak suf naar de opleiding die het beste bij hen past. Eind juni trekken ze de deur van het college voorgoed achter zich dicht. Drie oud-leerlingen gunnen ons een blik op hun nieuwe leven.
Eva Beeusaert (AP Hogeschool Antwerpen) Op het college volgde ze humane wetenschappen, vandaag zit Eva Beeusaert (20) in het laatste jaar van haar opleiding journalistiek. Een jaar met veel stages die naar het echte werk doen smaken.
ournalistiek is een zeer brede richting: de vakken lopen uiteen van economie tot ‘filmpjes monteren’. Dat was ook een van de hoofdredenen waarom Eva voor de opleiding journalistiek koos. Al was het een lastige keuze: Eva twijfelde ook nog tussen psychologie of Nederlands, maar spijt van haar keuze heeft ze nooit gehad. ‘Spijt is voor mietjes’, aldus Eva. Ook al studeert ze nu journalistiek, toch bekent Eva dat ze tot het zesde middelbaar amper de krant las en helemaal niet wist wat er in de wereld gebeurde. Aan de hogeschool veranderde dat snel: vanaf de eerste lesdag was ze gebeten door de actualiteit en ging voor haar een totaal nieuwe wereld open. Eva houdt vooral van de variatie die de opleiding journalistiek te bieden heeft. Ze vindt het geweldig om bezig te zijn met ernstige, actuele onderwerpen en daar tegelijk creatief op in te spelen. Ook het sociale aspect bevalt haar heel erg: de opleiding verplicht je continu nieuwe mensen te leren kennen en interessante contacten te leggen.
J
10 MEI 2015
Een dag in het leven van 8.00 u
12.35 u
opstaan
middagpauze
8.30 u
13.00 u
ontbijten en de krant lezen
back to work!
9.30 u
namiddagpauze
vertrekken naar Asse
16.30 u 17.30 u done!
10.30 u
18.45 u-22.00 u
artikels schrijven en beelden opzoeken
oefenwedstrijd korfbal
12.10 u
22.00 u-…
evaluatiegesprek met mijn stagebegeleidster
slapen bij mijn lief Dennes
Op dit moment loopt Eva stage als foto-editor bij De Morgen Magazine. Haar taak bestaat er vooral in beelden te zoeken als illustratie bij de artikelen. Daarvoor doet ze research in beeldbanken of contacteert ze professionele fotografen. Verder schrijft ze af en toe kleine stukjes voor het magazine en nu haar stage ten einde loopt, mag ze ook interviews afnemen en een groot eindstuk schrijven.
Eva houdt er een drukke agenda op na. Want naast haar stages en studies speelt ze drie tot vier keer per week korfbal, werkt ze één dag per week, klust ze bij als babysit en organiseert ze regelmatig fotoshoots... Eva’s dagen zijn dus meer dan goed gevuld (zie kader). Toch vindt ze het belangrijk om genoeg vrije tijd over te houden, zodat ze van het leven kan blijven genieten. Eva heeft grootse toekomstplannen: volgend jaar gaat ze een jaartje fotografie studeren in Parijs, aan het vermaarde Spéos Photographic Institute. Ze hoopt in Parijs veel bij te leren omdat ze van fotografie (een deel van) haar beroep wil maken. Dat zal niet makkelijk zijn, beseft ze, want er lopen veel getalenteerde fotografen rond, maar ze is bereid om er keihard voor te werken. Evelyne Goethals
Cis Vercouteren (UA Antwerpen) Van het college naar de Universiteit Antwerpen: Cis Vercouteren (19) nam ons op sleeptouw en vertelt hoe een dag als student handelsingenieur eruitziet.
onderdag is niet van de poes: de lessen starten al om 8.30 uur, wat vroeg is aan de unief, en eindigen pas om 18 uur. Elke dag begint met hetzelfde ochtendritueel: net op tijd opstaan, dat is meestal om 7 uur, snel wat eten, tanden poetsen, op de fiets springen en de trein richting AntwerpenCentraal net niet missen. Van daar is het twintig minuten wandelen naar de stadscampus vlak bij het MAS. Van 8.30 tot 10.30 uur staat het vak ‘inleiding tot het recht’ op het programma. Voor ik de aula binnenstap, haal ik nog snel een koffie uit de automaat – dé garantie voor optimale concentratie. Professor Cuypers wijkt zeer graag af van de leerstof: hij spot graag met de Belgische politiek en met het rechtssysteem dat volgens hem vol fouten zit. Daarna volgt meteen ‘grondslagen van de engineering’, een mooie naam
D
‘Aan het eind van een zware lesdag staan de laptops massaal op Facebook.’
voor aanvullingen op de fysica van het vierde tot zesde middelbaar. De les van professor Peremans duurt tot 12.30 uur en dan is het tijd voor een welverdiende middagpauze. Die pauze is heilig voor mij: ze is het enige moment dat mijn hersenen meer dan tien minuten rust hebben. Gewoonlijk haal ik een warme
Nathalie Van Meirvenne (KASK, Gent) Na zes jaar Latijn-wetenschappen is Nathalie Van Meirvenne (19) een heel andere weg ingeslagen: ze studeert nu dwarsfluit en piccolo aan het KASK in Gent. uziek is een niet zo evidente keuze na zes jaar Latijn-wetenschappen. Toch was het voor Nathalie al vroeg duidelijk: ze wilde haar passie volgen. Ze had het lef om de sprong te wagen, ook al wist ze dat die keuze niet zo vanzelfsprekend was. ‘Muziek is een zware studie,’ zegt ze, ‘en het is slechts weinigen gegeven om van hun muziek te leven.’ Maar het zou Nathalie de rest van haar leven spijten mocht ze het niet proberen.
M
WWW.KNACK.BE
‘Het is weinigen gegeven om van hun muziek te leven.’
maaltijd in de Comida, het studentenrestaurant van de UA. Op vertoon van je studentenkaart kun je voor drie à vijf euro een heerlijke spaghetti of stoofvlees met frieten krijgen. Om 14 uur start het ‘werkcollege wiskunde’. We maken dan oefeningen bij de theorie die de weken daarvoor werd gedoceerd – of die nog moet komen. In dat geval is het de bedoeling dat wij zelf de leerstof op voorhand al eens doornemen. Professor Herremans is de ‘meneer Balthau’ van de UA, want de meeste studenten hebben toch wat angst voor zijn vak. Om 16 uur volgt het laatste college van de dag: ‘inleiding in de algemene economie’. Intussen is bij de meeste studenten de concentratie al ver zoek. De laptops staan massaal op Facebook. En er wordt al eens gebabbeld over voetbal, kwestie van de leerstof wat aangenamer te maken. Om 18 uur zit de zware lesdag er eindelijk op. De frisse lucht tijdens mijn wandeling naar het station is geen overbodige luxe. Terug thuis ben ik moe maar voldaan. Cis Vercouteren
Natuurlijk moest ze eerst nog worden toegelaten aan het conservatorium. En dat betekende keihard werken tijdens de zomervakantie. Dagenlang deed ze niets anders dan oefenen op haar dwarsfluit, maar haar inspanningen werden beloond. Eind augustus werd ze toegelaten aan het KASK. Ze mocht er een opleiding dwarsfluit en piccolo aanvatten. Haar geluk kon niet op! Intussen zijn we een half jaar verder en is Nathalie nog steeds even overtuigd van haar keuze. Meer zelfs, ze heeft nog meer zin gekregen om haar leven aan de muziek te wijden. Nathalie is een bezige bij: ze heeft heel vaak les, zit in verschillende orkesten, moet vaak optreden en moet natuur-
lijk ook heel wat tijd vrijmaken om te oefenen. Een hele klus! Gelukkig kan Nathalie goed om met de druk. Dat leerde ze op het college, zegt ze. Haar collegetijd heeft haar een goede algemene basis meegegeven, én een grote dosis doorzettingsvermogen, die haar nu goed van pas komt. Nathalie geniet met volle teugen van haar studentenleven in Gent, en van de vrijheid en de zelfstandigheid die daarbij komen kijken. Ze heeft in de Arteveldestad enorm veel nieuwe vrienden gemaakt en voelt zich helemaal thuis in het alternatieve en creatieve muziekwereldje. Ze heeft haar plekje gevonden.
Laura Langhendries
MEI 2015 11
Het Vlaamse onderwijs in beweging:
‘Het schrikbewind is verdwenen’ Het onderwijs in Vlaanderen heeft de voorbije decennia een enorme evolutie en een pak hervormingen doorgemaakt. Een panel van ervaringsdeskundigen laat zijn licht schijnen over vroeger en nu, over gemengde scholen en oriënteringsadvies, over digitalisering en onderwijsdecreten. ‘Een gemeenschappelijke eerste graad is geen goed idee. Het niveauverschil zorgt enkel voor verveling en demotivatie.’ DOOR FLORE VAVOURAKIS e komst van een nieuwe Vlaamse regering zorgde meteen ook voor een nieuwe beleidsnota, met duidelijke keuzes voor het onderwijsbeleid voor de periode 2014-2019. De nota geeft de visie weer van minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V). Maar wat is de mening van de mannen en vrouwen die dagelijks met de realiteit geconfronteerd worden? Kortom, wat vinden de leraren? Hoog tijd dus voor een onderwijsdebat, niet onder politici, niet onder directies, maar onder leerkrachten. Een kleuterjuf, een lagereschoolleerkracht, een zorgcoördinator en leraren uit de drie graden van het aso kwamen samen voor een vruchtbaar debat over de evoluties binnen het Vlaamse onderwijs. Vanuit hun persoonlijke ervaringen gaven ze hun ongezouten visie. Met een leerling als moderator.
D
In welk opzicht was het onderwijs vroeger beter dan vandaag?
12 MEI 2015
▲
MARC SMET: Beter? Ik zou de term ‘anders’ gebruiken. Voor leerlingen was het vroeger eenvoudiger: ze kwamen naar school om te studeren. Punt. Computers, sportclubs, muziekschool, daar was meestal geen sprake van. De uitdaging is nu veel groter geworden. ISABELLE SNOECK: Met als resultaat dat de leerlingen er vroeger – globaal genomen – meer voor gingen. Vandaag zijn er verstandige leerlingen die niet bereiken wat
binnen hun mogelijkheden ligt, net ELS VAN BOVEN: Dat verschijnsel zie je ook omdat er te veel afleiding is. Er is minder in de lagere school opduiken. discipline. SMET: Als school moet je meer dan vroeger een structuur bieden. Van een school SASKIA VAN CAEKENBERGHE: Jullie spreken natuurlijk over de middelbare school. In wordt vandaag verwacht dat ze de lagere school zijn de leerlingen nog naschoolse studie en planning aanreikt. niet zo intensief met al die media bezig – Dat was vroeger minder nodig, net omdat met uitzondering dan van de leerlingen er minder afleiding was. uit het vijfde en zesde leerjaar. De kinde- In welk opzicht is het onderwijs verbeterd? ren hebben wel steeds meer hobby’s. SMET: De leerlingen zijn mondiger Maar op het niveau van geworden. Het ‘schrikde lagere school vind ik al bewind’ is ook verdwenen. die activiteiten een posi- ‘Als ouders een kind Leerlingen mogen vrijelijk tieve zaak: leerlingen ont- verplichten een te hun ideeën en gedachten wikkelen een brede zware richting te delen. Als dat op een waaier aan interesses en volgen, is dat beleefde en gepaste manier ontdekken zo hun talengebeurt, is dat zeker een verschrikkelijk voor ten. vooruitgang. Ook de band zijn zelfbeeld.’ tussen leerkracht en leerlinSNOECK: Ja, maar de leergen is veranderd. Het conlingen moeten zich – in trast met mijn eigen samenspraak met hun ouders – realiseren dat dat studententijd is groot. Een in de middelbare school niet mee kan. losse babbel met een leerkracht was toen Vaak beseffen ze dat niet. Bovendien ondenkbaar. Nu komen leerlingen mij engageren sommige gezinnen zich minder soms spontaan iets vertellen. voor de studies van hun kinderen. Steeds SNOECK: En de begeleiding is beter uitmeer gezinnen plannen weekendactivitei- gebouwd. ten zonder dat de ouders zich realiseren VAN BOVEN: Inderdaad, de leerkracht dat hun kinderen ook nog moeten stude- staat er niet langer alleen voor. Gelukkig. ren. Steeds vaker hoor ik leerlingen zeg- Er is veel extra ondersteuning. Dat is zeer gen: ‘Ik heb niet kunnen leren, want er belangrijk. Daardoor kun je kinderen niet was een communiefeest.’ Dat is een groot alleen intellectueel maar ook emotioneel verschil met vroeger. begeleiden.
Els Van Boven:
‘We moeten inzetten op welzijn. Een leerling moet eerst en vooral gelukkig zijn.’ Saskia Van Caekenberghe:
‘In een klas met 24 leerlingen is individueel maatwerk moeilijk.’
Isabelle Snoeck:
‘Gezinnen plannen soms weekendactiviteiten zonder te beseffen dat hun kinderen moeten leren.’
Véronique Zaman:
‘Dankzij multimedia leren kleuters op een speelse manier snel veel bij.’ Liesbeth Gijsels:
‘Ik leerde pas aan de universiteit met jongens omgaan. Gemengd onderwijs lijkt me veel natuurlijker.’ Marc Smet:
‘Een losse babbel met een leerkracht was vroeger ondenkbaar.’
WWW.KNACK.BE
MEI 2015 13
▲
VÉRONIQUE ZAMAN: Kinderen die het nodig hebben, krijgen vandaag extra zorg. Daar wordt veel strenger over gewaakt. Problemen worden sneller gesignaleerd door leerkrachten. En leerlingen krijgen de nodige ondersteuning door bijvoorbeeld logopedie en kinesitherapie te volgen. Ook anderstalige leerlingen worden al vanaf de kleuterschool opgevolgd en begeleid waar nodig. VAN CAEKENBERGHE: Er is veel meer interesse voor het welzijn van de leerlingen. Ik vind het fijn dat we daarop inzetten. Een leerling moet per slot van rekening eerst en vooral gelukkig zijn. SNOECK: Als leerkracht word je vandaag meer betrokken. Zo werd ik recent nog uitgenodigd voor een leerlingenconcert. De leerlingen kwamen mij spontaan vragen of ik kwam. Vroeger waren die dingen meer gescheiden.
Sinds dit jaar zijn ook de laatste ‘gescheiden’ scholen in België gemengd. Zag u voordelen in aparte meisjes- en jongensscholen? SMET: Het SJKS was vroeger een jongensschool. Ik heb jaren lesgegeven aan uitsluitend jongens en ben honderd procent voorstander van het gemengd onderwijs. SNOECK: Het is uiteindelijk een krampachtige scheiding. LIESBETH GIJSELS: Ik ben zelf naar een meisjesschool gegaan en leerde pas aan de universiteit met jongens omgaan. Veel te laat dus! Gemengd onderwijs lijkt me veel natuurlijker. SNOECK: We realiseren ons ook steeds meer dat ons leerlingenpubliek erg divers is. Vroeger zaten hier veel verstandige leerlingen uit vrij gegoede milieus. Op hun sociale achtergrond werd niet verder ingegaan. Nu begin je je te realiseren dat er ook leerlingen zijn uit minder gegoede milieus, kinderen met een migratieachtergrond, anderstaligen... Jongens én meisjes... Dat vereist een andere aanpak.
Wat mist u in het onderwijs vandaag? Wat u als leerling wel had? VAN BOVEN: Ik denk dat het eerder andersom is: er zijn vandaag veel meer mogelijkheden die wij als leerling nog niet kregen. ZAMAN: Ik ben het daar volledig mee eens. Vooral de multimediatoepassingen zijn de laatste jaren enorm toegenomen. Ook in de kleuterklas. Ik vind dat een zeer positieve verandering, want zo worden kleuters beter voorbereid op het eerste leerjaar. Dankzij de multimedia en
14 MEI 2015
VÉRONIQUE ZAMAN Leeftijd: 33 Functie: kleuterleidster (giraffeklas) Opleiding: kleuterleidster Kinderen: Laura en Luna (9), Mats (4) ELS VAN BOVEN Leeftijd: 32 Functie: juf van het vierde leerjaar Opleiding: leerkracht lager onderwijs Kinderen: Gerben (4) SASKIA VAN CAEKENBERGHE Leeftijd: 45 Functie: zorgcoördinator lagere school Opleiding: logopedie en audiologie Kinderen: Zoë (20), Susanna (18) en Cielke (15)
MARC SMET Leeftijd: 54 Functie: leraar wiskunde eerste middelbaar
Opleiding: aggregaat secundair onderwijs
Kinderen: Elien (21) en Wouter (19) ISABELLE SNOECK Leeftijd: 54 Functie: lerares klassieke studiën en Latijn
Opleiding: licentiaat klassieke filologie Kinderen: Aurélie (27), Thibault (25) en Guillaume (21)
LIESBETH GIJSELS Leeftijd: 38 Functie: lerares fysica en wiskunde Opleiding: licentiaat fysica Kinderen: Marieke (11), Klaas (8) en Reine (7)
technologie leren ze op een speelse manier snel veel bij en komen ze ook vroeger in contact met de beginselen van leren lezen en schrijven. SMET: Wat ik, als leerkracht, vooral mis, is de rust. Het beroep van leerkracht is hectischer geworden. Ik ben ervan overtuigd dat het voor jonge leerkrachten vandaag veel moeilijker is om te starten dan twintig jaar geleden. SNOECK: Soms vraag ik me af of ik vandaag nog voor het onderwijs zou kiezen. Niet dat ik niet graag lesgeef, integendeel, maar alles is inderdaad complexer geworden. SMET: Stuurde je vroeger iemand naar huis met een slecht resultaat, dan maakten de ouders zich eens kwaad op hun kind. Nu belt een ouder je soms ’s avonds op en mag jij het gaan uitleggen. De focus ligt volledig op het kind. VAN CAEKENBERGHE: Ook administratief wordt er steeds meer van leerkrachten verwacht. Terwijl lesgeven de hoofdtaak moet blijven. Als u één onderwijshervorming zou kunnen terugdraaien, welke zou u dan kiezen? SMET: Ik zou pleiten voor een eenvoudiger structuur in het middelbaar. Nu is er een ruime waaier aan studierichtingen, maar het verschil is vaak miniem. SNOECK: Al die mogelijkheden inrichten is duur en niet praktisch bij de samenstelling van de klassen.
VAN BOVEN: In het lager onderwijs is er het M-decreet, waardoor leerlingen minder snel doorverwezen worden naar het buitengewoon onderwijs. Maar voor sommige kinderen is het buitengewoon onderwijs net zeer zinvol. Ze krijgen in het gewoon lager onderwijs nu wel extra ondersteuning, maar dat is vaak slechts een of twee uur per week. Die kinderen ervaren voortdurend dat ze amper meekunnen. Voor hun welzijn is dat zeer nefast. VAN CAEKENBERGHE: De grote troef van het buitengewoon onderwijs is net dat ze in kleine groepen werken. Wij hebben klassen van ongeveer 24 leerlingen. Het is bijzonder moeilijk om daar individueel maatwerk te leveren. VAN BOVEN: Wij moeten ook een jaarplan afwerken. Die druk bestaat in het bijzonder onderwijs niet. SMET: In het secundair onderwijs blijft de oriëntering een heikel punt. Sommige leerlingen starten in de eerste Latijnse, in januari zitten ze al in de eerste moderne, en in het tweede jaar beginnen ze aan de eerste technische. Niemand heeft daar iets aan. Dat zou eruit moeten... Meestal zie je dat probleem opduiken bij leerlingen die het oriënteringsadvies van de lagere school niet opvolgen.
Moet het oriënteringsadvies bindend worden? GIJSELS: Ik vind dat gevaarlijk. In het zesde middelbaar geven wij onze leerlingen ook advies naar het hoger onderwijs toe. In zeventig procent van de gevallen schatten wij de slaagkansen van onze leerlingen juist in. Maar dat wil ook zeggen dat we dertig procent verkeerd inschatten. Je moet als leerling maar eens bij die dertig procent zitten. Soms schrikken we van een leerling in de positieve zin. Dat iemand het beter doet dan verwacht, is altijd een aangename verrassing. VAN BOVEN: In het middelbaar heeft een leerling natuurlijk verschillende vakleerkrachten. In de lagere school geef je een kind een heel jaar les. Een leerkracht die een kind een volledig schooljaar voortdurend heeft gevolgd, kan hem of haar goed inschatten. GIJSELS: Als ouders een kind verplichten een te zware studierichting te volgen, is dat verschrikkelijk voor het zelfbeeld van dat kind. Het heeft dan voortdurend het gevoel dat het niet meekan, dat het niveau te hoog ligt. VAN CAEKENBERGHE: In het middelbaar zijn leerlingen al wat meer naar niveau
WWW.KNACK.BE
leerkracht creatief met alle digitale mogelijkheden omspringen, maar voor wiskunde vind ik dat de leerlingen de oefeningen in de vingers moeten krijgen door te schrijven. Een bewijs blijft een bewijs. Daarvoor de computer gebruiken, heeft geen meerwaarde. Ten tweede moeten we duidelijk maken dat een computer niet enkel voor spelletjes staat. Ik zou het nuttig vinden mochten we de leerlingen in de lessen informatica een basis programmeren aanleren, want daar schuilt een interessant denkproces achter. SNOECK: Voor het vak Latijn gebruik ik de computer enkel voor de lessen antieke Is het dan een slecht idee om een gemeenschappelijke eerste graad in het middelcultuur. Voor de andere onderdelen geef baar in te richten en zo de studiekeuze ik op de klassieke manier les. met twee jaar uit te stellen? VAN BOVEN: In het lager onderwijs is de digitalisering toch vooral een zegen. SMET: Dat vind ik echt geen goed idee! Na het zesde schooljaar zijn alle Vooral bij de lessen WeRo wordt veel leerlingen toe aan een andere onder- gebruik gemaakt van digitale media. Het wijsvorm, ze zijn klaar om in een groep heeft ook een praktisch voordeel: de leerterecht te komen met medeleerlingen kracht hoeft niet meer te sukkelen met met vergelijkbare capaciteiten en inte- cd’s en losse prentjes. Bordboeken proresses. De studiekeuze uitstellen is noch jecteren het werkboek, waarop de leervoor leerkrachten, noch voor leerlingen kracht kan meeschrijven. Superhandig! interessant. Het niveauverschil zorgt SNOECK: De leerlingen moeten wel leren alleen maar voor verveling notities maken. Dat hoor en demotivatie. Ik begrijp ik ook van collega’s aan niet goed dat je als minister ‘Vroeger was het hogescholen en universivan Onderwijs daarin eenvoudiger. teiten. Studenten zitten voordelen ziet. (iedereen Leerlingen kwamen steeds vaker in de audistemt daarmee in) toria zonder notities te naar school om te nemen. Dat wordt een Een grote evolutie die ook in probleem. Sommige prohet onderwijs aan de gang is, studeren. Punt.’ is de digitalisering. Is dat een fessoren lezen inderdaad positieve ontwikkeling? enkel hun cursus voor, maar veel anderen, die bijvoorbeeld met ZAMAN: De computer in de kleuterklas, dat fenomeen is bij ons de laatste jaren casussen werken, doen dat niet en geven enorm gegroeid. We hebben dit jaar ook extra uitleg. Als de student niets iPads gekregen. Je merkt dat computers, opschrijft, kan hij de leerstof nooit onder iPads en multimedia de kinderen enorm de knie krijgen. aanspreken. iPads worden al vanaf de VAN CAEKENBERGHE: Als mama moet ik peuterklas ingezet. Er actief mee werken mijn kinderen soms helpen met taken op gebeurt natuurlijk pas later. Wij maken de computer. Soms moeten ze bijvoorook gebruik van Fundels, een pro- beeld een filmpje maken. Tja, hoe doe je gramma dat prentenboeken digitaal tot dat? Dan zitten mijn dochter en ik urenleven brengt. Het omvat animatie, aan- lang samen te zoeken... gevuld met leuke teken-, speel- en doeVAN BOVEN: Als je dan de pech hebt dat activiteiten. je ouders niet goed met een computer kunnen omgaan... SMET: De digitalisering biedt veel mogelijkheden: leerlingen kunnen via SmartSNOECK: En dus is het belangrijk dat school vragen stellen, extra oefeningen leerlingen computervaardigheden op maken... school aangeleerd krijgen. Je kunt niet van hen verwachten dat ze zomaar een GIJSELS: Tot op zekere hoogte is de digitalisering van het onderwijs een filmpje kunnen maken, zonder dat de goede zaak, maar je moet kritisch blij- werkwijze hen in de les wordt uitgelegd. ven. Ten eerste is de werkmethode vak- In dat geval vertrekken de leerlingen niet gebonden: voor taalvakken kan de met gelijke kansen! verdeeld. In de lagere school is dat nog niet het geval. VAN BOVEN: Met als gevolg dat in de lagere school leerlingen samenzitten die later naar het aso, het bso en het tso gaan. In feite hebben zij al in de lagere school nood aan verschillende werktempo’s en uitdagingen. SMET: Maar ook in het middelbaar blijft er een niveauverschil binnen zogezegd homogene groepen. Zelfs in dezelfde richting, in dezelfde klas blijft er een niveauverschil bestaan. Dat zie je aan de behaalde resultaten en de snelheid waarmee leerlingen oefeningen oplossen.
MEI 2015 15
4
fenomenale beelden
otografie is in! De mooiste inzendingen van onze fotowedstrijd wonnen naast eeuwige roem ook een meer dan welverdiend plaatsje in dit tijdschrift. Terwijl enkele jaren geleden liefhebbers nog een kanjer van een camera bovenhaalden om plaatjes te schieten, neemt vandaag zowat iedereen selfies – al dan niet met bijbehorende selfiestick – en worden beelden vrolijk en kwistig gedeeld op sociale media Facebook of Instagram. Fotografie is voor velen een passie. Ook op onze school.
F
Baai van de Somme Vooral op vakantie of tijdens uitstapjes haal ik wel eens een fototoestel boven om de omgeving vast te leggen. Een tijdje geleden maakte ik een wandeling aan de Baai van de Somme en nam er deze foto. Hoewel de Somme rust uitstraalt op de foto, heeft ze tegelijk ook iets dreigends. Ik vond het contrast zo prachtig dat ik besloot de baai vast te leggen op de gevoelige plaat. Louis Ascoop, leerling 3Lb
Stille waters in Tielrode Ik hou ervan foto’s te maken van gebouwen of landschappen. Deze foto nam ik tijdens een wandeling in Tielrode, toen ik aan het genieten was van de eerste lentezon. Sinds mijn tienerjaren heb ik steeds mijn camera mee in de hoop een origineel beeld te kunnen schieten. Tot lichte ergernis van mijn vrouw gebeurt het wel eens dat ik helemaal opga in het fotograferen van de omgeving, en thuis ontdek dat ik geen enkele foto heb gemaakt van de personen die erbij waren. Fotografie is iets magisch voor mij. Door mijn drukke agenda blijf ik het uitstellen, maar een cursus fotografie volgen staat zeker op mijn todolijstje! Jeffrey De Block, leraar Nederlands en muzikale opvoeding
16 MEI 2015
Skipanorama Saas-Fee Ik nam deze foto tijdens een shortski in SaasFee in Zwitserland. Het was prachtig weer die dag, dus besloot ik een foto te maken van het fenomenale uitzicht. De lichtinval van het zonlicht op de sneeuw was buitengewoon, dat moest ik gewoon vastleggen. Helaas had ik geen echte camera bij de hand, maar dankzij de panoramafunctie van mijn smartphone kon ik de hele vallei vastleggen. Het is niet zo dat ik voortdurend bezig ben met fotografie, maar ik vind het wel ongelooflijk tof om af en toe een foto te maken als ik iets speciaals zie. De herinneringen die die foto’s bij me oproepen, daarvoor doe ik het. Arthur De Schrijver, leerling 6WEWIa3
Bloemenpracht in Chaumont-sur-Loire Ik maak graag natuurfoto’s, vooral close-ups van bloemen. Vorig jaar was ik met vakantie in Frankrijk en omdat Chaumont-sur-Loire bekendstaat om zijn prachtige tuinen, wilde ik daar graag enkele foto’s nemen. Deze foto is een van mijn favoriete beelden, omdat hij zeer mooi de structuur van de bloem laat zien, maar tegelijk ook zeer kleurrijk en fleurig is. Ik ben me pas een jaar geleden beginnen te verdiepen in de wereld van de fotografie, ik doe het dus nog niet zo lang en ben dan ook bijzonder blij dat ik een van de laureaten van deze fotowedstrijd ben! Mara Claes, leerling 1Ab
WWW.KNACK.BE
MEI 2015 17
Supermarkten: meesters in manipulatie We zijn er allemaal mee vertrouwd, en toch laten we er ons maar al te vaak door verleiden. Gaëlle Maes (6HWb) schreef voor het vak cultuurwetenschappen een werkje over ‘de supermarktleugen’. DOOR EVELYNE GOETHALS
Tips • Draag een mp3/4-speler met oortjes als je aan het winkelen bent. Zo kun je niet beïnvloed worden door de muziek – en de reclame – in de winkel zelf. • Laat je zo weinig mogelijk verleiden door proevertjes. • Ga nooit naar de supermarkt als je honger hebt. Dan ben je echt een spreekwoordelijke vogel voor de kat. • Probeer niet of zo weinig mogelijk deel te nemen aan spaaracties. Vraag jezelf af hoeveel voordeel je er echt uit kunt halen. • Vergeet niet: het enige doel achter al die acties is ervoor zorgen dat je terugkomt.
18 MEI 2015
e gaan naar de supermarkt voor wat chips en een krop sla, maar zodra we tussen de rekken lopen, zien we diepvriespizza liggen en denken we: die komt altijd wel van pas. En nu we toch bezig zijn, kunnen we maar beter ook nog een fles wijn voor zaterdagavond meenemen. Voor we het goed en wel beseffen, liggen niet enkel sla en chips in ons winkelkarretje, maar ook een toren van andere producten die we eigenlijk niet nodig hadden. Hoe komt het toch dat we ons telkens opnieuw laten verleiden? Is het echt zo moeilijk om te weerstaan aan al die overvolle rekken?
W
Eén ding staat vast: supermarkten zijn meesters in manipulatie en weten maar al te goed hoe ze kunnen profiteren van onze zwakke plekken. En wat blijkt? Supermarkten spelen vooral in op onze zintuigen. Als we boodschappen doen, worden onze zintuigen volop geprikkeld. Hoe dat juist in zijn werk gaat, bekijken we hierna voor elk zintuig apart, en hopelijk kunt u in het vervolg wel weerstaan aan ‘de truken van de foor’.
Zicht Het meest voor de hand liggende en waarschijnlijk ook belangrijkste zintuig waarop supermarkten inspelen, is ons zicht. Supermarktketens streven een aantrekkelijke uitstraling na en gaan daar vaak zeer ver in. Niet zelden is de wijnafdeling voorzien van speciale verlichting die de klant het gevoel moet geven dat hij een heuse wijndegustatie beleeft. Niet toevallig zijn de meeste supermarkten ook zo ingericht dat je eerst de groente- en
fruitafdeling tegenkomt. Zo wekt de supermarkt het idee dat ze gezonde en verse producten verkoopt. En het zorgt ervoor dat de consument zich minder snel schuldig voelt wanneer hij nadien enkele zoete versnaperingen in zijn karretje legt.
Geur Geur is de tweede belangrijkste factor die onze aankopen beïnvloedt, en dat begint al bij de ingang. Het eerste wat we ruiken, is meestal een aangename kruidengeur. Die geur is niet natuurlijk, maar chemisch bewerkt. Hetzelfde verhaal bij de bakkerijafdeling: het lijkt alsof we in een authentieke Franse bakkerij zijn beland, maar de geur van vers brood wordt geproduceerd door een spuitertje met een timer. Gehoor Misschien beseft u het niet, maar de rustige achtergrondmuziek in de supermarkt heeft wel degelijk een grote impact op ons koopgedrag. Klanten blijven gemakkelijker en langer rondlopen in de winkel als de muziek hen aanspreekt. En dat leidt ertoe dat we toch nog even een kijkje nemen in al die andere afdelingen en weer meer in ons karretje laden. Uit onderzoek blijkt ook dat de soort muziek varieert naargelang het tijdstip van de dag. Ook dat is een kunstgreep in functie van de klant. ’s Ochtends draaien supermarkten meer Vlaamse klassiekers, omdat de klanten dan vooral gepensioneerden zijn. Rond vier uur in de namiddag hoor je dan weer vaker de recentste hits, afgestemd op jongere klanten. Smaak Als de consument de mogelijkheid krijgt een nieuw product te proeven, wordt het link. Want als het product in de smaak valt, belandt het weer snel in de winkelkar, zeker als er ook nog een ‘proefkorting’ aan verbonden is. En zo slaagt de supermarkt alweer in haar opzet. Tast Omdat de meeste producten verpakt zijn, wordt de tast het minst geprikkeld. Toch kan ook de tast een rol spelen bij onze aankopen, vooral om de versheid van groeten en fruit te controleren. Maar wat we niet beseffen, is dat groenten en fruit net daarom vaak een extra glanzend laagje krijgen. Die glans komt tot stand door chemische producten en heeft dus WWW.KNACK.BE
niets te maken met de versheid van de producten.
Klantenkaart? Supermarkten prikkelen niet alleen onze zintuigen, kassiersters vragen ons telkens weer of we al een klantenkaart hebben, meedoen aan de spaaractie, of kortingsbonnetjes hebben. Spaaracties, klantenkaarten en kortingsbonnetjes: allemaal redenen om telkens weer naar
die welbepaalde supermarkt terug te keren. Ze geven ons het gevoel dat we er ons voordeel mee doen. Ook stickeracties voor kinderen maken deel uit van dat plan: ze ‘verplichten’ ouders terug te keren. Zodat hun kinderen ‘mee’ zijn en stickers kunnen uitwisselen met hun vriendjes op de speelplaats! Kleine details, maar ze zorgen ervoor dat we terugkeren. En dat is precies wat de supermarkt wil bereiken.
‘De verkooptrucs zijn verregaand en vergezocht’ We wilden van Gaëlle weten hoe ze haar onderzoek heeft aangepakt, en of ze er zelf iets uit heeft geleerd. ‘Ik denk dat ik nu bewuster winkel, al zal ik mij niet altijd kunnen houden aan mijn boodschappenlijstje.’ Waarom koos je voor dit onderwerp?
Drie jaar geleden hebben leerlingen daar kort les over gekregen in het vak gedragswetenschappen. Het leek mij de moeite waard om dat zelf eens te onderzoeken, want het is toch een fenomeen waar we allemaal bijna wekelijks mee te maken krijgen. GAËLLE MAES:
Wist je voor je onderzoek al veel over manipulatie in supermarkten? MAES: Ik wist dat supermarkten bepaalde producten bewust op ooghoogte in de rekken zetten, omdat consumenten geneigd zijn om net die producten te kopen. Maar toen ik ontdekte dat bepaalde supermarkten de verlichting van een bepaalde afdeling bewust aanpassen om zo meer te kunnen verkopen, moest ik toch de wenkbrauwen fronsen.
Hoe heb je je onderzoek precies aangepakt? MAES: Voor elk zintuig had ik een checklist opgesteld. Daarmee ben ik herhaaldelijk naar verschillende supermarkten getrokken. Zo probeerde ik na te gaan met welke trucs supermarkten onze zintuigen prikke-
len, hoe vaak die toegepast worden, en welke technieken het meest voorkomen. Wat vond je het meest merkwaardige resultaat? MAES: De verlichting die met het oog op de verkoop per supermarktafdeling kan verschillen. Ik had nooit gedacht dat supermarkten zo ver durven te gaan. Ik had er ook nog nooit bij stilgestaan dat de belichting kan inspelen op onze gevoelens en zo onze aankopen beïnvloedt. Zulke verkooptrucs vind ik erg verregaand – en ook best vergezocht.
Ben je zelf gemakkelijk vatbaar voor ‘supermarktmanipulatie’? En heeft je onderzoek daar iets aan veranderd? MAES: Ik betrap mezelf er wel eens op dat een proevertje in mijn winkelkarretje belandt. En ik kom toch nog té vaak thuis met een vollere boodschappentas dan eigenlijk de bedoeling was! Ik denk wel dat ik nu iets bewuster winkel, al vrees ik dat ik mij in de toekomst niet altijd aan mijn boodschappenlijstje zal kunnen houden...
MEI 2015 19
HET COLLEGE ONDERZOEKT:
Komt de geur van vers brood echt door alcohol? Wie wordt nu niet goed gezind van de heerlijke geur van vers brood? Langs een bakkerij wandelen volstaat vaak al om te beginnen watertanden. Maar waarom begint brood na een tijdje muf te ruiken? DOOR ROBBE PAUWELS
e geur van vers brood is een van mijn lievelingsgeuren. Maar waardoor ontstaat die aangename geur? En hoe komt het dat die geur muf wordt naarmate brood ouder wordt. Welke stoffen veroorzaken het verschil in geur tussen vers en oud brood? Om dat te weten te komen, begon ik eerst het basisrecept van brood uit te
D
pluizen. Daaruit bleek al snel dat het vooral de gist is die de typische broodgeur veroorzaakt. De anaerobe omstandigheden van het deeg zorgen ervoor dat gistcellen de aanwezige suikers en het zetmeel omzetten in alcohol en koolstofdioxide. Het laatste doet het brood rijzen, maar het is de alcohol die door de hoge temperatuur bij het bakken zal
verdampen en zo de aparte geur van het brood bepaalt. Een andere bepalende factor is de Maillardreactie, die plaatsvindt bij de korstvorming van het brood. Door de hoge temperaturen ontstaan een groot aantal aromatische stoffen die langzaamaan uit het brood ontsnappen, waardoor het ‘oudbakken’ wordt. Het brood zal
Allergieën: kwaad met kwaad bestrijden? Allergieën worden nu al dé epidemie van de 21e eeuw genoemd. Ze zijn erfelijk, maar worden ook uitgelokt door overmatig antibioticagebruik. ‘Immunotherapie versterkt je afweersysteem door een stof in te nemen waarvoor je allergisch bent.’ DOOR MATTHIAS DEFOORT 20 MEI 2015
oe minder we in onze kinderjaren in contact komen met lichaamsvreemde stoffen, hoe meer kans we hebben om een allergie te ontwikkelen. Maar ook ons antibioticagebruik speelt ons parten. Antibiotica nemen het werk van ons immuunsysteem grotendeels over, en doordat we sneller naar antibiotica grijpen, gaat ons lichaam heviger reageren op vreemde stoffen. Ook de luchtvervuiling speelt een rol en verergert de symptomen van allergieën, denk bijvoorbeeld aan astma. Door de toename van het aantal allergieën worden natuurlijk ook meer geneesmiddelen tegen allergieën op de markt gebracht, maar het is niet altijd duidelijk of die ook effectief zijn. Een behandeling die wel degelijk werkt bij
H
Immunotherapie is ook geschikt voor kinderen en het aantal bijwerkingen is beperkt.
To eat or not to eat, that’s the question tijdens dat proces geleidelijk andere gassen en micro-organismen opnemen uit de omgeving, waardoor het muf begint te ruiken. De verandering van de geur van brood hangt dus af van de aromatische stoffen die ontstaan tijdens het bakken, maar na verloop van tijd vervagen en vervangen worden door stoffen uit de omgeving.
allergieën, is immunotherapie. Dat is een behandeling die ons natuurlijke afweersysteem versterkt door de inname van een stof waarvoor we allergisch zijn, zodat we er in de toekomst minder hevig op reageren. Dat klinkt misschien niet meteen aantrekkelijk, want je lokt toch een reactie uit, maar de nadelen van immunotherapie wegen niet op tegen de vele voordelen: er volgt een lange periode zonder hevige reacties, nieuwe allergieën zouden voorkomen worden, en de behandeling is ook geschikt voor kinderen. Bovendien blijft het aantal bijwerkingen beperkt door de lage concentratie. De stof kan oraal worden toegediend, via een spuitje of zelfs via de neus. Immunotherapie is zeker nog voor veel verbetering vatbaar, maar toch is het nu al een zeer effectief middel tegen lastige, aanhoudende allergieën. WWW.KNACK.BE
Gezondheidsfreaks en lifestylegoeroes slaan je om de oren met baanbrekende kookboeken en updates over koolhydraatarme diëten. Welke suikers moeten en mogen we nog eten? ‘Trage suikers verdienen over het algemeen de voorkeur.’ DOOR ELINE DESAUNOIS
oor de vakken Nederlands en lijkse maaltijden als het effect van chemie kregen we de opdracht koolhydraatsupplementen tijdens de een degelijk onderbouwd training. Naast het wetenschappelijke wetenschappelijk werk te maken. gedeelte, gebaseerd op literatuur en Mijn onderwerp werd ‘Snelle versus advies van sportdiëtisten en een trage suikers’. Als triatleet kon ik het inspanningsfysioloog, komt ook een onderwerp uit een sportieve invals- specifiek toegepaste sporttest aan hoek benaderen en wilde ik vooral bod. Getrainde triatleten legden het effect van de inname van snelle of tweemaal een zwemproef af, één keer trage suikers op de prestaties van na een maaltijd met snelle suikers en één keer na eentje boordevol trage (duur)sporters onderzoeken. Een gezonde, uitgebalanceerde suikers. De test was een combinatie voeding is natuurlijk nog geen garan- van duur, snelheid en intensiteit. De resultaten waren opmerkelijk, ik tie om een topprestatie te leveren, stond versteld van het maar zonder zal je belang van de juiste zeker geen succes boesoort koolhydraten. In ken. Net als training, Eén tot anderhalf uur het dagelijks leven recuperatie en mentale voor een training eet verdienen trage suiweerbaarheid vormt je het best snelle kers de voorkeur. de juiste voeding een Enkel wanneer je één belangrijk aspect waar- suikers. tot anderhalf uur voor aan elke (top)sporter de training eet, neem voldoende aandacht je het best een maaltijd moet schenken. Voldoende vezels, groenten en fruit, met snelle suikers. Voor de koolhyonverzadigde vetten, voldoende vocht draatsuppletie tijdens de trainingen en suikers horen thuis in ieders voe- worden ook snelle suikers aangeraden. Maar bij herstel en intensieve repetiding. Mijn werk bespreekt zowel het tieve trainingen zijn ook de trage suibelang van koolhydraten in dage- kers een goede aanvulling.
V
MEI 2015 21
Feit of fictie? Uit de hand gelopen 100 dagengrappen, leerkrachten die met bordvegers gooien, of directeurs die zomaar vertrekken: het college is rijk aan straffe verhalen. Vier leraars klappen uit de biecht, maar welk verhaal klopt niet? DOOR MATTHIAS DEFOORT
Kathleen Mels: rebellie met rode pen Tijdens een van de toetsen Nederlands in de Calfac, liep ik tussen de rijen tafels door en merkte ik tot mijn grote verbazing dat een van mijn leerlingen de toets oploste... in het rood! Hoewel dat in strijd is met de leerkracht-leerlingconventie, besloot ik het door de vingers te zien, omdat dat verbod niet in het schoolreglement staat. Maar wat later zag ik nog iemand met een rode pen in de aanslag! Ik aarzelde om er iets over te zeggen, maar het was al te laat: de eerste rode letters verschenen al op het papier. Hoewel beiden brave leerlingen waren, vond ik het toch van weinig respect getuigen. Toen ik verder rondkeek, bleek plots iedereen met een rode pen te schrijven. Rebellie? Beginnende leerkrachten worden aangeraden om zo strikt mogelijk de regels op te volgen. Daar ging mijn reputatie! Toen de leerlingen hun toets afgaven, zei een van hen: ‘Mevrouw, u bent er toch niet ingelopen, hè? Het is 1 april.’
Christine Dejonghe: uit de kast Ooit kwam ik het lokaal achter het OLC binnen en merkte ik meteen dat er iets aan de hand was. Een van mijn leerlingen, een opvallende, grote jongen die enkele jaren ouder was dan zijn klasgenoten, was nergens te bespeuren. Ik vroeg mijn leerlingen waar hij was, maar ze zeiden allemaal dat hij ‘ziek’ was. Ik merkte wel hoe twee leerlingen subtiel naar de kast achteraan in de klas tuurden. Ik had dus een vermoeden dat de ‘zieke’ in de kast zat, en besliste hem gewoon te laten zitten. Telkens hij rommelde, moest de hele klas natuurlijk lachen. Opeens kwam de directeur samen met de schoolarchitect binnen. Een inspectie voor nakende verbouwingen. De hele klas kreeg het benauwd. Leerlingen fluisterden de jongen toe te blijven zitten, maar die dacht dat ze een grapje met hem uithaalden. Uitbundig en trots klauterde hij uit de kast. De directeur barstte in lachen uit, terwijl de architect hem en mij vreemd aankeek. Onvergetelijk!
Patrick De Coninck: de oproepingsbrief Toen ik hier als ‘groentje’ arriveerde, werden samen met mij nog twee andere collega’s aangeworven. In die tijd moest je in het eerste schooljaar dat je lesgaf een medisch onderzoek ondergaan. Na het krokusverlof was een van mijn nieuwe collega’s nog steeds niet opgeroepen, en dat was natuurlijk een ideale gelegenheid om hem eens flink beet te nemen. Samen met mijn andere jonge collega ontwierp ik een oproepingsbrief, ondertekend door ene dokter A. Vrilis, staken hem in een omslag van het ministerie en verstuurden hem. Op 1 april, zoals gevraagd in de brief, ging mijn collega naar de dokter. Een halfuur later was hij terug. Ik probeerde niet te lachen en vroeg hem hoe het onderzoek was verlopen. Vol ongeloof antwoordde hij dat hij was terechtgekomen bij... een gynaecoloog.
Peter Stabel: de filmaankondiging Ik kwam op het SJKS terecht tijdens de maand maart, toen het schooljaar dus al een flink eind gevorderd was. In mijn klas zat toen een brave, slimme leerling, maar omdat hij niet hard genoeg werkte, had hij enkele herexamens in augustus. Maar daarvoor kwam hij niet opdagen. Hij was niet bereikbaar en had niemand verwittigd. ‘Niet geslaagd’ dus, er zat niets anders op. Op 1 september van het nieuwe schooljaar stond hij plots aan de leraarskamer. Hij zei geen woord, maar had wel een lijst mee met de redenen waarom hij niet was komen opdagen. Een paar maanden later kregen we kaartjes uit de Filipijnen en andere exotische locaties waar grote filmfestivals plaatsvonden. Jan Verheyen toonde dat je in enkele uitzonderlijke gevallen geen diploma van het college nodig hebt om het te kunnen maken in deze wereld.
Oplossing: het verhaal van Patrick De Coninck is niet (helemaal) waar: het gebeurde niet op het SJKS, maar wel op zijn vorige school, waar hij studiemeester was.
22 MEI 2015
6 JAAR
Jessica Andrea Segers en Stijn Verhaeghe
WWW.KNACK.BE
MEI 2015 23
Eline De Munck (JIM) restylet SJKS
‘Ik hou van afwisseling, zo blijf je fris’
Welk deel van uw carrière spreekt u het meest aan?
DOOR SANCHA STUER, FOTO’S CÉLINE DAELEMAN
ELINE DE MUNCK: Ik heb hier inderdaad mijn middelbaar gedaan. Ik wist niet goed wat ik moest doen. Ik woonde in Beveren en was eerst van plan om daar naar school te gaan. Maar omdat mijn tweelingbroer naar het SJKS in Sint-Niklaas ging, heb ik dat dan ook maar gedaan.
Hebt u leuke herinneringen aan ons college? DE MUNCK: De laatste drie jaar zaten mijn broer en ik samen in de klas. Dat was eigenlijk niet tof, want je wordt altijd met elkaar vergeleken. Wat ik me nog goed herinner, is de fietstocht van en naar school, door weer en wind. Zo’n 25kilometer per dag! De rit duurde even lang met de fiets als met de bus, maar ik dacht: als ik met de fiets naar school rijd, heb ik mijn sport al gehad, en hoef ik voor de rest niets meer te doen! Ik vond het SJKS echt
24 MEI 2015
een heel goede school. Heel gedisciplineerd! Dus ja, ik heb er een goede opleiding gekregen! (lacht) Hoe ziet een werkdag van Eline De Munck eruit?
Ik sta op om 9.10 uur, douch mij en om 9.30 uur vertrek ik naar mijn werk. Bij JIM doen ze mijn haar en make-up, en ik heb er ook een styliste. Ik hoef dus zelf niets te doen. Dat is heel makkelijk en tof! En JIM is natuurlijk heel jong en hip! DE MUNCK:
Waar bent u momenteel mee bezig? DE MUNCK: Ik heb net opnames voor het VTMprogramma So You Think You Can Dance achter de rug. Ik mocht Ann Lemmens, die met zwangerschapsverlof was, vervangen voor de audities, The Final Audition en The Bootcamp. Elke week heb ik van maandag tot en met donderdag op JIM een liveshow van 17.00 uur tot 18.30 uur, en voor Q-music ben ik een nieuw pro-
Ja, tof, hè!
DE MUNCK: Een bril is tegenwoordig inderdaad ook een fashionitem, maar ik ben stekeblind. Ik heb dus echt een optische bril nodig! Mijn collectie omvat zowel optische brillen als zonnebrillen, voor vrouwen én mannen. Het is superleuk om je ‘eigen project’ te hebben!
De veejay en presentatrice van jongerenzender JIM keert terug naar de ‘oude stal’, diept herinneringen op en geeft stijladvies. ‘Het college was heel gedisciplineerd. Dus ja, ik heb er een goede opleiding gekregen.’
Welkom op onze school, Eline, waar ook jij al je kennis opdeed!
DE MUNCK:
Een modeaccessoire? Of uit noodzaak?
gramma aan het uitwerken. Ik spreek ook veel Disneyfilms in, ik ga opnieuw acteren, en deze zomer sta ik ook weer op het podium! Zingen? Als Ellektra? DE MUNCK: Nee, dat was heel leuk om te doen, maar ik presenteerde, acteerde en zong verkleed op een podium. De mensen begrepen niet goed meer wie Eline nu juist was, of waarvoor ze stond. Deze zomer sta ik met een paar ‘oude rockers’ (Axel Peleman en Jan Van Eyken van De Kreuners, nvdr.) op het podium! Dat zal keileuk zijn! Op 28 augustus spelen we op de Beverse Feesten, dus als je zin hebt, moet je maar komen kijken!
Zo druk! DE MUNCK: Ja, hè! Eind mei breng ik ook mijn eigen brillenmerk op de markt. Ik heb samen met een ontwerper alle monturen uitgetekend. Supercool!
Komt de bril die u nu draagt ook uit uw eigen collectie?
DE MUNCK: Presenteren, zingen, acteren, ik vind het eigenlijk allemaal heel leuk! Ik houd wel van afwisseling, dat houdt je fris en zorgt ervoor dat je nooit een hele week hetzelfde doet!
Hebt u nog bepaalde ambities of plannen? Voor uw carrière of in uw ‘gewone’ leven? DE MUNCK: Ik hoop echt mijn eigen brillenmerk op een deftige manier op de markt te kunnen zetten. Daar wil ik echt iets moois van maken! Ik wil natuurlijk ook tijd vrijmaken voor mijn familie en vrienden. En voor mijn broer! Vroeger waren we soms echt als kat en hond, nu zijn we gelukkig de beste vriendjes! (lacht) Meer tijd voor mijn broer, om samen leuke dingen te kunnen doen, dat zou dus wel tof zijn!
Over tot de kern van de zaak. Wij willen u graag enkele foto’s tonen van leraars met een ‘typische’ stijl op het vlak van mode of voorkomen. Wat vindt u van hun outfit? En kunt u hun wat tips geven? DE MUNCK: Kom maar op! (knipoogt) Wat de kapsels van de leraars betreft, valt het me alvast op dat niemand een Sint-Nikloazerke heeft! Gelukkig maar! Dat is zo’n kortgeschoren kapsel met een ‘tekeningetje’ erin. Vroeger zag je dat wel meer. Het is een kapsel van willen maar niet kunnen! (lacht) So not done!
? XXX XXX
Christine Dejonghe Stijn Verhaeghe
Vincent De Meyer
CHRISTINE DEJONGHE, LEERKRACHT FRANS
‘Elegante Parisienne’ De Munck: Ze ziet er heel vrolijk uit! Een spring-in-’t-veld! Ik denk dat ze ’s morgens de klas binnenstormt met open gespreide armen: ‘Bonjour!!!’ Ze straalt de elegantie uit die een leerkracht Frans zou moeten hebben. Ze heeft duidelijk een eigen stijl, is modebewust en dus zeker bezig met fashion. Haar grijze haar past ook heel mooi bij haar, vind ik. Ze ziet eruit als een échte Parisienne. Een mooie vrouw! Tip: Ik vind haar heel goed zoals ze is!
VINCENT DE MEYER, LEERKRACHT GESCHIEDENIS EN GODSDIENST
‘Toffe geitenwollensokkenhippie’ De Munck: Ja, die ziet er écht uit als een godsdienstleraar, hè. Een geitenwollensokkentype, als ik het zo mag zeggen. (lacht) Een hippie, die totaal niet bezig is met zijn kledingstijl. Hij heeft wellicht een warme trui aangetrokken omdat hij dacht dat het koud was. En die broek ligt al vijftien jaar in zijn kast, denk ik. Hij ziet er wel een erg toffe, toegankelijke mens uit, iemand die niet bezig is met uiterlijk vertoon. Bij hem draait het om het innerlijke. Mocht ik een probleem hebben, zou ik het hem zeker vertellen, net omdat hij zo’n openheid uitstraalt. Tip: Gooi die broek van vijftien jaar geleden in de vuilnisbak!
Nele Rotty
NELE ROTTY, LEERKRACHT CHEMIE EN FYSICA
‘Vrouwelijk oog voor detail’ De Munck: Ze ziet er tof uit. Vrouwelijk, hè. Ik denk dat ze vaak jurkjes draagt, en dat ze ook wel bezig is met mode, want ze draagt toch kousen en laarzen en dat soort dingen. Ze staat ’s ochtends zeker een tijdje voor de spiegel! Maar beige is niet bepaald haar kleur, als ik eerlijk mag zijn... Sorry! Ze heeft wel een leuk kapsel dat bij haar past. En ze heeft oog voor detail, dat zie ik aan haar sjaaltje! Maar toch niet weer dat beige?! Ook bij haar heb ik nog in de klas gezeten. Voor chemie en fysica, maar ik kon dat echt niet goed. Ik vond dat verschrikkelijk! En dan kon ze wel eens boos worden. Maar als je dan je best deed, wilde ze je ook wel helpen hoor! Tip: Probeer eens een andere kleur dan beige.
STIJN VERHAEGHE, LEERKRACHT DUITS EN NEDERLANDS
‘Strak zwart herkenningspunt’ De Munck: Ik heb nog les van hem gehad. Duits of Nederlands, dat weet ik niet zo goed meer... Als je bij hem niet wilde opletten, dan lette je niet op. Deed je het wel, dan leerde je iets bij. Een heel zachtaardige mens! Hij gaat nog altijd gekleed zoals negen jaar geleden, toen ik hier nog op school zat. Maar hij is vermagerd, zijn broek is hem duidelijk te groot. Maar die riem houdt alles goed vast! Hij ziet er wel wat strenger uit dan de andere leerkrachten. Hij is een herkenningspunt op school: ik herkende hem meteen aan zijn zwarte kledij. Hij draagt nog altijd hetzelfde horloge en dezelfde riem. Sorry, maar die is nergens meer te verkrijgen... Misschien nog in de kringloopwinkel? (lacht luid) En hij steekt nog altijd zijn pen in het borstzakje van zijn hemd! Tip: Koop eens een nieuwe riem.
‘Gelukkig hebben de leraars geen SintNikloazerke meer. Zo’n kortgeschoren kapsel met een tekeningetje in. Een kapsel van willen maar niet kunnen.’ WWW.KNACK.BE
MEI 2015 25
U weet het intussen al: SJKS won de Knack-scholenprijs. We wilden alle leerlingen – van de kleuterklas over de lagere school tot het middelbaar – laten genieten van deze prijs. Vandaar deze bonte collage van knutselwerkjes. Zowel in de lagere school als in de kleuterschool werd er enthousiast geknipt, gekleurd, geschilderd en geplakt. Het resultaat mag er zijn: ook de jongste SJKS’ers barsten van het talent! Kwaliteit voor de toekomst en aan fantasie geen gebrek... Kathleen Van Raemdonck
BLAUW-PAARSE HAND:
Emily Van Nooij (L4B) ZONNEBLOEMEN VAN VAN GOGH:
Violette Vandervelden, Cecilia Goossens, Morgane Wante en Ella Dewaele (L5B)
26 MEI 2015
BRUINE VOGEL MET GELE SNAVEL:
GEKLEURDE HAND:
GEKLEURDE NINJASTER:
Loïc Verelst (L3B)
Ludivine Vergult (L4B)
Xander Andries (L5B)
HET SCHILDERIJ MET DE GELE BOLLEN:
Marwan Acha Soussi-Niami, Ilias Aissati, Arno Van Overloop en Matisse De Smet (L5B) DE GROENE DRAAK MET ORANJE POTEN:
Anoniem
SPONGEBOB:
LUCHTBALLON
Nathan Saliba (L4A)
Anoniem
BLAUW-ZWARTE NINJASTER :
HONDJE MET ZWARTE STIPPEN:
Mathijs Van Gasse (L5B)
Xavier Pendar (L3B)
MEI 2015 27
A GAL
k c a n K S K SJ e l y t s e f i L k e i t i l o P r u u t a r e Lit
28 XX XXX 2015
l e e v n E . . . r e e m
Helemaal Knack!