PERS
MONTAIGNE
★★★★★
'Ik moet het leven dat ik heb omhelzen', benadrukt Koen de Sutter als Michel de Montaigne 22/01/16 Bron: Knack Focus, Els Van Steenberghe Koen de Sutter viel voor het idee van UGent-professor en literatuurwetenschappen Alexander Roose om een monoloog over en als de Franse schrijver en filosoof Michel de Montaigne (1533 - 1592) te spelen. In onderbroek, met een bok op de scène, een perpetuum mobile boven de scène en een immens canvas over die scène maakt hij van haast elk woord een levensles. The Play = Montaigne Gezelschap = Koen de Sutter In een zin = De zorgvuldigheid waarmee aan de tekst, het spel, de scenografie en het monteren van dit alles geschaafd is, maakt dit tot een stuk dat alleen al in zijn compositie een boodschap uitdraagt van zorgzaamheid voor alles en iedereen, te beginnen bij jezelf. Maar wat jammer dat het stuk soms taai wordt door te veel filosofische feiten te verweven tussen de oprechte, warmhartige woorden vol broodnodige levenswijsheid. Hoogtepunt = Cesar De Sutter omhelst zijn vader figuurlijk met een jankende solo van zijn elektrische gitaar, intussen hangt die vader als Montaigne zorgeloos te bengelen aan een bok en te mijmeren over zijn reizen naar Italië. Vader en zoon, beiden bezig met te doen wat ze het liefste doen: het leven vol genot beleven, zonder schaamte, zonder protserigheid en altijd opnieuw proberen om het beste van zichzelf te geven (ook al lukt dat niet altijd). Montaignes levenswijsheid op z'n mooist verbeeld. Quote = 'Er is niets ergs meer in het leven voor wie inziet dat het niet erg is het leven te verliezen.' 'Alwéér toneel over een filosoof', we horen het u denken. Jazeker, theatermakers zijn de laatste tijd nogal in de ban van filosofen. (We denken aan Stefaan Van Brabandt of aan Compagnie De Koe.) Dat heeft ongetwijfeld te maken met de toestand waarin de wereld zich bevindt. Theatermakers zijn geboren pedagogen, dus ze grijpen elke kans om hun publiek (her)op te voeden. Gelukkig is willen (her)opvoeden geen synoniem voor saai theater maken. Bijna twee uur lang staat De Sutter op het toneel. Niets in de handen, noch in de zakken. Wél binnen handbereik: zijn zoon en gitarist Cesar De Sutter, Sofie Mullers perpetuum mobile waaraan koperen gezichtjes bengelen (alsof het de personages uit Montaignes levensverhaal zijn) én een scène die bedekt is met canvasdoeken. Want hier wordt een (zelf)portret gemaakt van het leven en het denken van de Montaigne. De Franse auteur vanEssais (1580) was een bescheiden, minzaam man die genoot van het verwoorden van en twijfelen over zijn ideeën maar tegelijkertijd benadrukte dat die ideeën over het leven niet meer dan persoonlijke observaties waren, 'kak van een oude mens'. En hoe smeer je die kak begerenswaardig over de scène? Met spel dat even sensueel kronkelt als de muziek van de zoon. En na het te stugge want te vol woorden en feiten gestampte begin van de solo, breekt De Sutter los. Hij bespringt Montaignes denkbeelden zoals een turnkampioen zijn bok, hij balanceert op de liefde, de ledigheid en de lichtheid en vindt evenwicht op reis, al bengelend aan de bok. Hij beleeft de denkbeelden eerder dan ze echt gedetailleerd uit de doeken te doen. Per fase of idee, verandert hij zijn kostuum of raakt even een ander atribuut aan (een touw, een beeldje van Mullers sculptuur). De liefde voor boeken, voor stilte, voor reizen, voor rustig het leven leven spat van de scène. Toch blijven er momenten waarop De Sutter worstelt met de Rooses rijke en vlotgeschreven tekst. Soms is de tekst té rijk en blijft hij als leestekst maar niet als speeltekst overeind. Vooral wanneer Montaigne ellenlange opsommingen of te veel voorbeelden bij een idee geeft. Te veel om te onthouden én te spelen. Het kenmerkt de persoon Montaigne maar het fnuikt het ritme van het spel. Gelukkig
is er dan de muziek om het ritme te redden en nieuw leven in te blazen. Gitarist Cesar De Sutter staat met de typische coolness van een jonge muzikant op de scène. Zijn nepbontjas geeft hem een sensuele, haast vrouwelijke uitstraling. Zo vormt hij het perfecte tegenwicht van zijn vader. Hij begeleidt zijn vader die als Montaigne over de scène stampt, sleept en danst. Aanvankelijk is de afwisseling heel strak, haast stroef. Hoe meer hij met zijn muziek in de vertelling inbreekt, hoe veerkrachtiger die vertelling wordt. De Sutters woorden raken meer, dankzij de muziek van die jongere De Sutter. In het ritme zijn vader en zoons elkaars gelijken en verwanten. In de blikken naar elkaar, onderscheiden ze zich van mekaar. De Sutter kijkt bezorgd en soms argwanend. De knaap kijkt altijd cool en strak terug. Zonder de vertwijfeling die de blik van zijn vader reeds veroverde, een accidentje van het leven waaraan niemand ontsnapt. Zelfs Michel de Montaigne De Sutter niet. De zorgvuldigheid waarmee aan de tekst, het spel, de scenografie en het monteren van dit alles geschaafd is, maakt dit tot een stuk dat alleen al in zijn compositie een boodschap uitdraagt van zorgzaamheid voor alles en iedereen, te beginnen bij jezelf. Maar wat jammer dat het stuk soms taai wordt door te veel filosofische feiten te verweven tussen de oprechte, warmhartige woorden vol broodnodige levenswijsheid.
* * * * Een manifest voor onledigheid 25 JANUARI 2016 | Wouter Hillaert in DE STANDAARD ‘Wat moet u nu met mijn verhaal? Niets, denk ik.’ Koen De Sutter dropt het zonder veel omhaal bij zijn publiek, halfweg zijn monoloog Montaigne. Is het hijzelf, als maker, die zijn solo zo relativeert? Of spreekt hier zijn personage, Michel de Montaigne? -Horen we valse bescheidenheid of een oprechte overtuiging over de zinledigheid van het leven? ‘Al mijn gedoe, het slaat nergens op.’ Niet helemaal waar. Montaigne is het zelfportret van een halve filosoof uit de zestiende eeuw, die naast heel wat anekdotes uit vervlogen tijden terloops ook vele eeuwige wijsheden de zaal in wuift. Ze gaan over onze verhouding tot ‘barbaren’, onze knieval voor autoriteit of de onkenbaarheid van het bestaan. Zelfs transseksualiteit en euthanasie waaien voorbij. Montaigne bedacht die spitse inzichten vanuit zijn dagelijkse leefwereld. Noem hem de eerste blogger van de geschiedenis: hij nam zichzelf als maat voor zijn gedachten en deelde die publiekelijk. Individualist, maar ook humanist. Stoïcijn, maar ook levensgenieter. Salonfilosoof, maar wel in contact met het aardse leven. Er passeert een stroom van weinig noodzakelijke details, gaande van meloenen tot nier-stenen. Montaigne is er niet de man naar om op zijn paard te kruipen. Hij hangt eronder. Hij danst erop. Zo denkt en spreekt hij ook. Van de hak op de tak, alsof elke zin ook kon beginnen met ‘trouwens’. Hij is de acrobaat van zijn reflecties. Het zijn er veel. De Sutter vermijdt alle theatraliteit en grootspraak, verkoopt zijn rede op ontwapenende naturel. Even terloops deelt hij zijn tekst als hij met een rolkraag dolt of zijn verhaal in zijn onderbroek zet. Een meesterproef. En toch, inderdaad, waar slaat dit -‘gedoe’ uiteindelijk op? Je kan er een pleidooi in lezen voor meer nuance in ‘de kakelcultuur’. Of een viering van beschouwende vertraging in een wereld vol efficiëntie. Maar tegelijk rechtvaardigt deze solo de luxe van een welbepaalde klasse om zich boven werk en wereld te verheffen en lustig te wijden aan breed resoneren onder koele gaanderijen, aan het genot van baden en kappersbezoek. Dat maakt van Montaigne ook het zelfverzoenende manifest van verfijnde middens die niet meteen ergens voor moeten staan of strijden.
Cutting Edge 20 januari 2016, Jan-Jakob Delanoye
* * * */5 Koen De Sutter & Dadanero, 'Montaigne'
Que sais-je? Hij heeft het uitgevonden, het jarenlang beoefend en het bijgeschaafd tot het een volwaardig genre werd, om er tenslotte als exemple par excellence mee in de geschiedenisboeken te geraken. Michel de Montaigne en het essay: vandaag zijn het begrippen, die niet meer los van elkaar te beschouwen zijn. Bij de nieuwe vertaling van Montaignes lijvige ‘Les Essais’ een paar jaar geleden, werd luidop de vraag gesteld naar de betekenis die de teksten vandaag nog kunnen hebben. 'Montaigne' is het vitale antwoord, met Koen De Sutter in een zoveelste begeesterende vertolking. Als de duistere Middeleeuwen het tijdperk van het eigen gelijk zijn, dan luidt de Montaigne de bel van de Renaissance via de twijfel. Hij weet het niet, zegt hij. Of de dingen zus of zo in elkaar zitten. Of x dan wel y de waarheid spreekt. Of de grens tussen gek en geniaal wel te trekken valt. Hij weet het niet, maar toch spreekt hij. Honderduit. Niet over de wildste hypothesen, maar over wat hij heeft meegemaakt. Over de heerlijkheden van het leven: meloenen, vrouwen, noem maar op. Nee, hij leeft niet in de wereld van de rede. Hij lééft. Van de salonfilosoof naar de gepijnigde met nierstenen, van de kenner van de oudheid naar de landheer die van zijn paard valt: de mens loert bij de denker voortdurend om de hoek. De Sutter schittert alweer door zijn aandacht voor het detail. Voorbij het tekstuele tekent zich een kwetsbare psychologie af, kleine gesten bouwen een genuanceerd portret op van een man die ziet hoe de wereld steeds meer aan conflicten ten prooi valt. Onmenselijkheid is menselijk, observeert hij, maar dat staat niet in de weg dat hij zijn leven tot kunstwerk verheft. Niet het geschreven woord, wel de ervaring is heilig. Moet de Montaigne, die zoveel weet, opnieuw de wereld in? Moet zijn gedachtegoed een plaats krijgen, zoals zijn betreurde kameraad Etienne hem over zijn eigen schrijfsels op zijn sterfbed vroeg? Allicht wist de Montaigne het niet. Dus deed hij voort, zoekend naar zijn kat. Wat zat er immers anders op? De intellectueel en de speelvogel: in De Sutters interpretatie ontmoeten ze elkaar. Als de Montaigne spreekt, echoot de hele Westerse cultuur. Hij kan niets zeggen zonder te verwijzen naar wat hij heeft gelezen, gezien of gedacht. Zijn denken is een labyrint, maar onder zijn dikke laag beschaving zit nog altijd een naïef kind. Een kind dat speelt, zich verkleedt, zich verwondert. Dat schermt met ideeën en goochelt met het alledaagse. Meer ontwapenend bestaat vermoedelijk niet. 'Montaigne' steekt trouwens mooi in elkaar. Tegenover de sobere maar gemillimeterde stijl van zijn karakter plaatst De Sutter een schijnbaar feminien contrast. Is de Montaigne een man van woorden, dan is de muziek een ongrijpbaar mysterie. De Sutters zoon Cesar heeft zijn soundtrack eveneens essayistisch opgevat: met een aantal loops worden de nummers parallel met de Montaignes redeneringen - almaar denser. Toch raakt de kern, de melodie in al haar broosheid, nooit verdrongen. Cesar staat er kortom, naast zijn vader. De een aan het begin van, de ander middenin een floride carrière. Verder tekende Bas Devos voor de atmosferische belichting en droeg Sofie Muller bij aan de vormgeving. Rechts bengelen de Montaignes geesteskinderen, uit het afgesloten vat van zijn schedel geboren. Links ligt de bok zijdelings, tot de Montaigne de balans vindt waar hij zijn leven lang naar gezocht heeft. Koen De Sutter balanceert, en hoe! ‘Montaigne’ als warm pleidooi voor twijfel. En voor mededogen. Precies wat onze tijd nodig heeft dus.
Recensie CONCERTNEWS : Montaigne**1/2 op 3 Bert Hertogs Michel de Montaigne, de Franse filosoof, autonoom denker uit de zestiende eeuw, wordt aanzien als uitvinder van het essay, een schrijfvorm die komt van het werkwoord essayer: proberen. Net die vorm komt ook duidelijk naar voor in de voorstelling Montaigne van en door Koen De Sutter op een tekst van Alexander Roose. We zien een man die twijfelt, die het allemaal niet goed weet. Die schoon genoeg heeft van zijn leven als jurist en dankzij de nalatenschap van Etienne de La Boétie, zich verdiept in het humanisme. "Zorg dat ik een plaats heb.“ is wat die laatste hem vroeg. Maar het pamflet publiceren dat tegen de koning was, en opstandigheid aanwakkerde, durfde hij niet.
De mens is niet meer dan een ander wezen op de aarde, vindt Montaigne. De man schrijft zijn gedachten en kennis neer, gaat die ordenen, én -niet onbelangrijk- hij durft het gebrek aan coherentie bij Plato, Socrates, Zeno en andere filosofen over het godsbeeld in vraag stellen. Een non-conformist is hij in zekere zin dus, die zich weliswaar op het einde van zijn leven wél gaat plooien -weliswaar na lang talmen - naar wat hem gevraagd wordt: de burgemeesterssjerp opnemen in Bordeaux. Een gevallen paard (turntoestel) ligt links achteraan op het podium, verder is er een grote labo beker (vergelijkbaar met een Erlenmeyer) met waterpasdarmen die leiden naar enkele hoofden die zwart geblakerd zijn, met een schaar in de buurt. Symbool voor leven en de dood, voor de zoektocht naar de oerkracht, de schepper. Maar even goed ook naar de Pest die ervoor zal zorgen dat Montaigne nog één dochter - Léonor - overhoudt van de zes die geboren werden. Met een magneet zet De Sutter die koppen even in beweging. De acteur zet een ijzersterke monoloog neer waarbij hij als Montaigne van de ene overpeinzing naar de andere gaat, de redenering en zienswijze allemaal op het moment lijkt te ontwikkelen maar toch structuur weet aan de dag te brengen zonder te raken aan het "pogen tot“-beginsel. Het essayistische heeft ie dus erg goed vertaald van de schrijftaal naar de podiumtaal, hier als een man met twijfels, die in het begin nog even (gespeeld weliswaar) naar de tekst op het podium teruggrijpt ook. We zien Montaigne van stoïcijn over scepticus uiteindelijk eindigen als epicurist en dat op een logische manier. Volgens de Griekse filosoof Epicurus bestaan er goden, leiden ze een gelukkig bestaan maar kan het leven van de mensen hun geen barst schelen. De bij aanvang onzekere Montaigne eindigt als een man op een paard (het turntoestel) . Een man die zijn weg gevonden heeft en zijn visie op het leven. Cesar voorziet de voorstelling als androgyne figuur van een streep elektrische gitaar. Ook dat thema: mannen die zich als vrouwen vermommen en vice versa en daar destijds voor opgeknoopt werden, komt aan bod. Maar ook trivia, reisweetjes als "in heel Italië heb ik geen enkele goede kapper gevonden.“ komen langs. "We moeten leren sterven. Al de rest is gezwets.“ Daarmee hekelt hij Horatius die hij verwijt dat je moet genieten van het leven alsof de dood niet bestaat. "In gedachten, de verbeelding ontstaat de paniek. De angst rondom ons maakt ons angstig.“ klinkt het uit de mond van de Sutter. Vertaald naar 2016 met de terreurdreiging, klinkt die terechte visie overigens, actueler dan ooit. Een uiterst zelfrelativerende Montaigne horen we ook in: "Ik ga wat schrijven. Ik weet het 't is geen carrière“, "mijn werk is niet van het allerhoogste niveau“, "ik heb moeite om mijn eigen geschrift te ontcijferen, "Ik heb geen les voor u. Misschien hebt u er iets aan“ en "Ik krijg geen vat op mezelf. Dit is papier om vis in te wikkelen“. Reden waarom hij begint te schrijven, is rust vinden. Dat kan pas wanneer hij de controle vindt over zijn eigen gedachten (en wanneer ie die in opgeschreven vorm heeft kunnen ordenen). Etienne de La Boétie deed niet aan censuur. Maar Montaigne durft het pamflet niet te publiceren in het midden van al zijn krabbels. Het pamflet gaat over hoe we vervreemd zijn van onze vrijheidsdrang. Kritiek op gevestigde filosofen heeft hij dan weer wel: "het zijn enthousiaste amateurs met abstracte theorieën.“ Montaigne had last van nierstenen, destijds kon je daar dood van gaan. "Pijn helpt de dood aanvaarden. De dood als verlossing.“ Waarop hij Hamlet van Shakespeare citeert: "To die. To sleep. No more.“ Ook de rede stelt die in vraag wanneer een bedenking, die ontstaat door de rede op zijn beurt ook nog eens getoetst wordt aan/door de rede. Dat brengt hem tot de twijfel en de opluchting dat je niet kan weten. Het scepticisme dus. Dat van: "Wat weet ik echt zeker? Que sais-je? Ik beslis niets. Ik begrijp er niets van. Ik bestudeer het. Ik bekijk het nog wel. Door afweging. Ik ben niet in staat. Niet doorslaan naar één kant. Maat houden.“ Uiteindelijk blijkt Montaigne een pacifist die wreedheid hekelt: "wat doen mensen elkaar aan in naam van principes/godsdienst?“ en "eerlijkheid en hoffelijkheid zijn belangrijker dan strijd.“ (Epaminondas). De filosoof waardeert een goed gesprek: "ik ga vooruit op wie kritiek op me heeft.“ en eindigt met het carpe diemstandpunt: "ik ben geen filosoof. Maar dansen kan ik wel. Quand je danse, je danse.“ Genieten van het moment, quoi. Vertaald naar nu komt dat allemaal nogal "The Fear of Missing Out“ (FOMO) en "You Only Live Once“ (YOLO)-achtig over terwijl er ook nu andere modellen aan populariteit winnen zoals "The Joy of Missing Out (JOMO)“. Mist u iets als u
deze erg goede Montaigne niet ziet? Misschien wel. Misschien niet. Ik weet het niet. Tot daar onze filosofische inbreng
Tinneke Beeckman blogt:
* * * * Koen De Sutter speelt Montaigne: Wordt filosoferen de nieuwe rebellie? Liv Laveyne in De Morgen, 22 januari 2016 Montaigne: 16de eeuwse filosoof herleeft op het theater Koen De Sutter speelt zoals Montaigne spreekt: nederig, maar ook met humor. Twijfel, nuance, nederigheid. De woorden van de 16de-eeuwse humanist Montaigne staan voor alles waar het onze tijd lijkt aan te ontbreken. Ook vandaag klinken zijn 'Essais' brandend actueel. Laat die uitspreken door Koen De Sutter, en je krijgt een staande ovatie. Er moet iets in de lucht hangen. Zoals het ene jaar iedereen in het theater Medea doet, lijken dit seizoen de filosofen de podia te heroveren. Stefaan Van Brabandt - die ook al op Canvas een reeks rond filosofie 'Het voordeel van de twijfel maakte' - begon met een theatercyclus waarin Bruno Vanden Broecke in de huid van Socrates kroop (later volgen nog Robby Cleiren als Kierkegaard, Damiaan De Schrijver als Schopenhauer, Peter Van den Eede als Foucault en Wim Helsen als Nietzsche). De KOE filosofeert in hun laatste een eind weg met Beckett, wiens invloed op Franse filosofen als Camus en Bataille groot was. En dan is er nu Montaigne. Is het een tegenwicht voor wat zich buiten de zalen op wereldniveau afspeelt? Een antidotum voor alle oppervlakkigheid, zoals Koen De Sutter zelf verklaart? Een counter voor de ratrace, snelle meningen en polarisering waarbij iedereen denkt de waarheid in pacht te hebben? Wordt filosoferen de nieuwe rebellie waarin we de tijd nemen om te denken zonder onmiddellijke return on investment, waarin we het brede perspectief proberen zien, gedachten laten weken en kauwen op onze woorden? Probeersels "Que sais-je? Wat weet ik?", vraagt hij zich af. Hij is Montaigne. Hij is Koen De Sutter. Krabbend in verwarde haren op kalende kop. Achter hem magnetische hoofdjes verbonden met draadjes. Het kunstwerk van Sofie Muller verbeeldt de veelheid aan gedachten van Montaigne. Essais noemde hij zijn schrijfsels. Letterlijk probeersels, waarin hij een antwoord zocht op filosofische en morele vragen allerlei, steeds vertrekkende vanuit zichzelf, doorspekt met citaten van klassieke wijsgeren en anekdotes. Over ijdelheid, sterven, kannibalisme, de gelijkenissen tussen kinderen en hun vader (zo staat ook Cesar, zoon van De Sutter, hier mee op scène als muzikant). Tekstschrijver Alexander Roose, professor Franse literatuur aan de UGent, heeft met een verbazingwekkende helderheid en precieze selectie deze humanist middenin het debat van vandaag weten te plaatsen. Blijft de tekst aanvankelijk iets te veel haken in een getheatraliseerde Wikipedia-biografie, daarna breekt het denken uit. Het is frappant hoe actueel deze essays vier eeuwen later nog klinken als politiek en socioeconomisch commentaar (en we niet weten of dit ons moet verontrusten dan wel geruststellen). Montaigne spreekt over de angst die angstig maakt (de terreurdreiging), hoe pijn helpt de dood als oplossing te zien (euthanasie), hoe het woord barbaren een kwestie van perspectief is (de anekdote van de Indiaan toen en de 62 rijksten ter wereld nu), over het superioriteitsgevoel van mens tegenover dier, burgerlijke ongehoorzaamheid, religieuze onverdraagzaamheid, gendergelijkheid, menselijke wreedheid (de folterpraktijken), over hoe hoffelijkheid belangrijker is dan vechtlust (horen we Tom Hannes' filosofie decency is the new punk weerklinken?) en over de kakelcultuur waaraan hij zichzelf ook schuldig maakt met zijn essays als een blog avant la lettre? De Sutter speelt zoals Montaigne spreekt, nederig maar ook met humor. Zoals hij - gelijk Montaigne reizend op zijn paard doorheen Europa - declamerend in witte boxershorts op de rug van zijn houten turnpaard staat. Zonder kleren is elke mens gelijk van stand. Que saisje? En als we het echt niet meer weten? Alors on danse.
Wie is Koen De Sutter (°1966)? • Speelde en regisseerde reeds bij diverse theatergezelschappen zoals Het Gevolg, Theater Zuidpool, Theater Antigone, Ensemble Leporello en NTGent. • In 2006 en 2007 bracht De Sutter de monoloog Martens (NTGent/ Theater Antigone), waarin het leven van ex-premier Wilfried Martens aan bod kwam. • In 2009 maakte hij voor het Zeeland Nazomerfestival de locatietheatervoorstelling Onder het melkwoud, samen met Jan Decleir. Ook hun volgende samenwerking Faust ofte krakeling beneden de louteringsberg (NTGent/ Theater Zuidpool) was een virtuoos taalspel dat lovend werd onthaald.