Een gezonde kijk op Sittard-Geleen is onderdeel van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) Zuid-Limburg 2010 en geeft een integraal beeld van de gezondheidstoestand in de gemeente Sittard-Geleen op basis van de op dit moment beschikbare informatie. Voor de overige Zuid-Limburgse gemeenten is een vergelijkbaar rapport verschenen.
Een gezonde kijk op
Sittard-Geleen Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
maakt deel uit van
2010
Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning
2010
GGD Zuid Limburg Postbus 2022 6160 HA Geleen T 046 850 66 66
[email protected] www.ggdzl.nl December - 2010
Opm_omslag boekje rVTV_A5_Sittard-Geleen.indd 1
14-12-2010 12:52:16
Zuid-Limburg
Sittard-Geleen Stein
Onderbanken Schinnen
Brunssum
Beek Heerlen
Nuth
Landgraaf
Meerssen Valkenburg aan de Geul
Maastricht
Voerendaal
Kerkrade
Simpelveld
Margraten Gulpen - Wittem Eijsden
Opm_omslag boekje rVTV_A5_Sittard-Geleen.indd 2
Vaals
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door financiering van de Provincie Limburg
14-12-2010 12:52:24
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010
Ontwerp omslag: Caris & Sak, Heerlen Vormgeving binnenwerk: Studio aan de Werf, Utrecht Drukker: ZuidamUithof, Utrecht
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door financiering van de Provincie Limburg
Een publicatie van GGD Zuid Limburg Postbus 2022 6160 HA Geleen Telefoon: (046) 850 66 66 www.ggdzl.nl Auteursrecht voorbehouden © GGD Zuid Limburg, Geleen, 2010 Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die nochtans onvolledig of onjuist is opgenomen, aanvaarden redactie, auteurs en uitgever geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze hetzij elektronisch. Mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de GGD Zuid Limburg. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 juncto het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, Stb. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient met de daardoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht, postbus 882, 1180 AW Amstelveen. Voor het overnemen van gedeelten uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden.
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010
Dit document maakt deel uit van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 Een gezonde kijk op Zuid-Limburg Eindredactie: P.H.G. Lamberts GGD Zuid Limburg Postbus 2022, 6160 HA Geleen Telefoon: (046) 850 66 66 www.ggdzl.nl
inhoud
Inhoud Voorwoord 7 Een gezonde kijk op Sittard-Geleen 9 1 De Volksgezondheid Toekomst Verkenning 13 1.1 Gezondheidsbeleid biedt kans om regierol te versterken 13 1.2 De regionale VTV voor Zuid-Limburg 14 1.3 Toekomst van de regionale VTV 15 1.4 Leeswijzer 15 2 Kenmerken van de bevolking in Sittard-Geleen 17 2.1 Een blik op Sittard-Geleen 17 2.2 Sociaaleconomische status in Sittard-Geleen 19 3 Sterfte, ziekte en gezondheid in Sittard-Geleen 23 3.1 Inleiding 23 3.2 Gezondheid: over leven en dood 23 3.3 Fysieke, psychische en sociale gezondheid 23 4 Factoren die de gezondheid beïnvloeden 31 4.1 Inleiding 31 4.2 Leefstijl in Sittard-Geleen 31 4.3 Fysieke omgeving 37 5 Zorg en veiligheid in Sittard-Geleen 39 5.1 Inleiding 39 5.2 De gezondheidszorg in Sittard-Geleen 39 5.3 Maatschappelijke ondersteuning in Sittard-Geleen 41 5.4 Veiligheid in Sittard-Geleen 42
5
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
6 Kansen voor gezondheidsbeleid: Zuid-Limburg en Sittard-Geleen 45 6.1 Een verbetering van de gezondheid vraagt om meer dan alleen de wet 45 6.2 Investeren in gezondheid onontbeerlijk voor de toekomst 46 6.3 Focus op risicogroepen 48 6.4 Hoe nu verder? 48 Literatuur, gegevensbronnen en websites 51 Bijlage 1 Bijlage 2a Bijlage 2b Bijlage 2c Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6
6
Taken vanuit de Wet publieke gezondheid 55 Kernindicatoren jongerenmonitor 57 Kernindicatoren volwassenenmonitor 59 Kernindicatoren ouderenmonitor 61 Afkortingenlijst 63 Begrippenlijst 65 Verantwoording 69 Auteurs en gemeentelijke contactpersonen 70
voorwoord
Voorwoord Wie naar Sittard-Geleen kijkt, ziet een sterk ondernemende gemeente die zich de laatste jaren op sociaal, cultureel en economisch vlak nadrukkelijk heeft ontwikkeld als centrumgemeente. Een gemeente waar we trots op kunnen zijn. Wie langer kijkt, ziet echter ook een ongezonde gemeente. Want wist u dat inwoners van Sittard-Geleen minder lang leven dan de gemiddelde Zuid-Limburger en Nederlander? Dat SittardGeleen veel voortijdige schoolverlaters kent, dat ernstig overgewicht en diabetes vaak voor komen en dat het alcoholgebruik onder jongeren hoog is? Op het gebied van gezondheid zijn nog veel verbeteringen mogelijk en staat Sittard-Geleen voor een flinke uitdaging. Een eerste stap op weg naar een gezonde gemeente is deze ‘gezonde kijk op SittardGeleen’. Gezond, want realistisch, gedegen en noodzakelijk. Deze rapportage geeft een integraal beeld van de gezondheidstoestand in Sittard-Geleen op basis van de op dit moment beschikbare informatie met aanknopingspunten voor toekomstig beleid. Deze uitgave, in combinatie met de regionale VTV 2010 ‘Een gezonde kijk op ZuidLimburg’, vormt een belangrijke basis voor het gezondheidsbeleid 2012-2015 en het daaraan gekoppelde uitvoeringsprogramma van Sittard-Geleen. Wij danken allen die een bijdrage hebben geleverd aan de totstandkoming van deze uitgave. Wij hopen dat deze ‘gezonde kijk’ bijdraagt aan een gezond Sittard-Geleen. Veel leesplezier.
Fons Bovens Frank Klaassen Directie GGD Zuid Limburg
7
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen Sittard-Geleen heeft een lage levensverwachting en een hoge sterfte In Sittard-Geleen is de levensverwachting lager dan het Nederlandse gemiddelde (79,2 versus 80,1 jaar). De sterfte is hoger dan het landelijke gemiddelde (77,3 versus 72,1 per 10.000 inwoners). De meest voorkomende doodsoorzaken zijn hart- en vaatziekten en kanker. Veel jongeren in Sittard-Geleen stoppen voortijdig met een schoolopleiding Voortijdig schoolverlaten komt in Sittard-Geleen relatief veel voor. In 2008/2009 verliet 4,4% van de leerlingen het voortgezet onderwijs of MBO zonder diploma. In Nederland betreft dit 3,2% van de leerlingen. De afgelopen jaren is het percentage voortijdig schoolverlaten geleidelijk gedaald, maar in Sittard-Geleen blijft de daling achter bij de landelijke trend. In Sittard-Geleen is het percentage achterstands leerlingen 15% en veel van deze kinderen wonen in achterstandswijken. Het percentage jongeren met psychosociale problemen is in Sittard-Geleen hoger dan in de regio (6,2% versus 4,1%). Veel gezondheidsproblemen bij ouderen Meer dan 80% van de ouderen in Sittard-Geleen heeft minimaal één chronische aandoening. Van de 55-plussers in Sittard-Geleen voelt 8,5% zich ernstig eenzaam; dit is vergelijkbaar met de regio. Vooral in Oost-Geleen (13%) voelen ouderen zich eenzaam. Het risico op een angststoornis of depressie neemt toe met het stijgen van de leeftijd. In vergelijking met de regio hebben iets minder 55-plussers (7,0%) en 75-plussers (8,0%) dit risico. Een op de twaalf 55-plussers heeft de afgelopen drie maanden een ongeval in of rondom het eigen huis gehad en 3,6% is ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld. In Sittard-Geleen wonen iets meer ouderen die kansarm en niet vitaal zijn in vergelijking met de regio (37% versus 35%). Leefstijl vaak ongezond in Sittard-Geleen Bij veel volwassenen (44%) en ouderen (63%) in Sittard-Geleen is sprake van overgewicht. De aan overgewicht gerelateerde ziekte diabetes komt bij ouderen even vaak voor als in de regio (14%), maar het percentage neemt de laatste jaren wel toe. Het percentage ouderen met overgewicht is hoger dan in de regio. Meer dan de helft van de inwoners haalt de norm voor groente en fruit niet en ruim eenderde van de inwoners beweegt te weinig. Er zijn echter ook gunstige trends. Zowel ouderen als volwassenen zijn minder gaan roken. 9
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Leefstijl jongeren in Sittard-Geleen blijft aandachtspunt In vergelijking met leeftijdsgenoten in de regio bewegen jongeren in Sittard-Geleen minder en eten zij minder groente. Een op de vijf jongeren ontbijt niet dagelijks. Onder de 15- en 16-jarigen is het overmatig alcoholgebruik de laatste jaren stabiel, maar nog steeds hoog in vergelijking met Zuid-Limburg. Ook vrijen jongeren binnen deze leeftijdsgroep vaker onveilig, worden veel softdrugs gebruikt en is het harddrugsgebruik toegenomen. Inwoners met een lage ses hebben vaker ongezonde leefstijl In Sittard-Geleen bestaan duidelijke verschillen in sociaaleconomische status. Het besteedbaar inkomen in de gemeente is lager dan het landelijke gemiddelde. Ook met het percentage werkloosheidsuitkeringen binnen de potentiële beroepsbevolking scoort Sittard-Geleen met 2,5% hoger dan het landelijke gemiddelde (1,5%). Relatief veel kinderen wonen in een uitkeringsgezin. Net als elders in Zuid-Limburg komt een ongezonde leefstijl in Sittard-Geleen vaker voor bij laagopgeleide mensen (mensen met een lage sociaaleconomische status). Laagopgeleide volwassenen en ouderen roken meer, eten ongezonder, zijn vaker te dik en bewegen minder. Voor overmatig alcoholgebruik bij volwassenen geldt het tegenovergestelde; laagopgeleiden drinken minder alcohol dan mensen met een hoge opleiding. Veel milieuproblemen in Sittard-Geleen In de gemeente Sittard-Geleen hebben veel woningen een probleem met het binnenmilieu. In tweederde van de woningen wordt slecht geventileerd. Ook vocht problemen komen frequent voor (30%). Vergeleken met de regio ervaren iets meer inwoners van Sittard-Geleen ernstige geluidshinder (28% versus 27%) en worden iets meer mensen ernstig in hun slaap gestoord (16% versus 15%). Eén op de negen 55-plussers in Sittard-Geleen ontvangt mantelzorg In Sittard-Geleen ontvangt één op de negen 55-plussers mantelzorg en 10% van de 55-plussers is zelf ook mantelzorger. Van de mantelzorgers van 55 jaar en ouder is 13% zwaar belast; dit is minder dan in de regio. Daarnaast is onder 55-plussers een duidelijke behoefte aan sport- en beweegactiviteiten en een lokaal loket voor informatie over gezondheid, zorg, welzijn en wonen (12%). Bij de 75-plussers is behoefte aan hulp in en om het huis via een vrijwilligersorganisatie (14%).
10
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Veel geweldsdelicten in Sittard-Geleen Het aantal geweldsdelicten in Sittard-Geleen ligt, ten opzichte van het landelijk gemiddelde, hoog. Het aantal verwijzingen naar HALT kent in Sittard-Geleen grote fluctuaties. In Sittard-Geleen hebben de verwijzingen naar Halt voornamelijk betrekking op vuurwerk en diefstal. Investeren in gezondheid onontbeerlijk voor de toekomst Gezien de structurele bevolkingsdaling in Zuid-Limburg en Sittard-Geleen is investeren in een gezonde samenleving zonder lichamelijke of psychische beperkingen broodnodig. Een samenleving waarin alle mensen, ongeacht hun sociaaleconomische status, volwaardig kunnen deelnemen aan maatschappelijke activiteiten zoals arbeid en mantelzorg, staat hierin centraal. Dit vraagt om een ander gezondheidsbeleid. Een beleid waarin nadrukkelijk gekozen wordt voor gezondheidsbevorderende en -beschermende maatregelen voor kwetsbare groepen ter verkleining van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen.
11
De Volksgezondheid Toekomst Verkenning
1
De Volksgezondheid Toekomst Verkenning
1.1 Gezondheidsbeleid biedt kans om regierol te versterken Gemeenten in Nederland hebben een aantal belangrijke taken en verantwoordelijkheden op het gebied van de volksgezondheid. Een aantal hiervan is wettelijk vastgelegd, met name in de Wet publieke gezondheid (Wpg) (zie bijlage 1). Een belangrijke centrale gedachte hierbij is de regierol van de gemeente. De gemeente is een regisseur die het plan uitzet en voor de uitvoering afstemming zoekt met andere partijen. Met een nieuwe beleidsperiode (2012 tot en met 2015) voor de deur krijgt de gemeente duidelijke kansen deze regierol te versterken. De regierol zal ingevuld worden in de nieuwe regionale nota gezondheidsbeleid Zuid-Limburg. Deze rol biedt daarnaast mogelijk heden de koppeling tussen preventie en zorg te verbeteren. De gemeentelijke invloed is met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vergroot. De gemeente staat nu zowel aan het begin (preventie) als aan het einde van de keten (zorg). Zo kan bijvoorbeeld de preventie van diabetes en depressie worden aangepakt door collectief preventieve activiteiten te laten aansluiten bij de huidige zorgketens voor diabetes en depressie. Het oppakken van de regierol is daarom essentieel. Het streven om beleidsdoelstellingen en gewenste resultaten concreet en evalueerbaar te formuleren, is ook een onderdeel van het versterken van de gemeentelijke regierol. De methodiek die hierbij wordt toegepast door de Zuid-Limburgse gemeenten in samenwerking met de GGD Zuid Limburg is Beleidsgestuurde Contract Financiering (BCF). Hiermee wordt in een aantal stappen abstract beleid vertaald in concrete uitvoering en dienstverlening, waardoor een meer op de behoefte afgestemde keuze van producten en diensten mogelijk wordt. Daarnaast dwingt deze systematiek tot het maken van keuzes in de implementatie van het beleid, zoals bij welke doelgroepen, in welke wijken of stadsdelen en door wie en in welke mate moeten diensten worden uitgevoerd. Deze laatste vragen zijn de centrale vragen voor het uitvoeringsprogramma van de gemeente Sittard-Geleen. Hoewel de problematiek in Zuid-Limburg grote onderlinge overeenkomsten tussen de gemeenten kent, zal de aanpak vragen om lokale verschillen. Om deze keuzes te maken en toekomstig beleid te kunnen ontwikkelen is een gedegen analyse van de volksgezondheid nodig. Landelijk wordt dit iedere vier jaar gedaan aan de hand van een nationale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV). Voor Zuid-Limburg is dit nu ook gedaan met de ontwikkeling van de eerste regionale Volkgezondheid Toekomst Verkenning Zuid-Limburg. 13
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
1.2 De regionale VTV voor Zuid-Limburg De regionale VTV Zuid-Limburg bestaat uit drie onderdelen: ten eerste het regionale rapport met een integrale beschrijving van de volksgezondheid (gezondheidstoestand, determinanten, preventie en zorg) van Zuid-Limburg op hoofdlijnen; ten tweede een rapport per gemeente met een beschrijving van de volksgezondheid in de betreffende gemeente, de belangrijkste oorzaken van ongezondheid, het huidige beleid en de mogelijkheden voor verbetering; en ten derde een Regionaal Kompas (een voor publiek toegankelijke website) met de beschrijving van een aantal belangrijke gezondheidsproblemen (zoals diabetes, roken, alcoholgebruik) waarop gezocht kan worden naar mogelijkheden voor passend beleid en beschikbare interventies. In juli 2010 is het regionaal rapport ‘Een gezond kijk op Zuid-Limburg’ (Lamberts et al., 2010) verschenen. Voor u ligt de gemeentelijke rapportage ‘Een gezonde kijk op Sittard-Geleen’ en vanaf 2011 zal het Regionaal Kompas (website) beschikbaar zijn. Zuid-Limburg wordt gezonder, maar blijft achter De volksgezondheid in Zuid-Limburg gaat vooruit (de levensverwachting neemt bijvoorbeeld toe) maar de leefstijl van veel Zuid-Limburgse jongeren en volwassenen is nog steeds veel ongezonder dan gemiddeld in Nederland. Zorgelijk zijn ook de aanhoudende verschillen in gezondheid, levensverwachting en sterfte tussen mensen met een lage en een hoge sociaaleconomische status (ses). Gezien de structurele bevolkingsdaling en de vergrijzing en ontgroening van Zuid-Limburg is investeren in een gezonde samenleving onontbeerlijk voor de toekomst. Door deze veranderingen in de bevolkingssamenstelling van Zuid-Limburg nemen de zorgvraag, het zorggebruik en de -uitgaven toe. Dit alles vraagt om een gezondheidsbeleid met een integrale en intersectorale insteek. Een duidelijke focus op risicogroepen, met als doel het verkleinen van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen (segv), is bovendien essentieel om gezondheidswinst te realiseren. Het bovenstaande is ontleend aan het regionaal rapport ‘Een gezonde kijk op ZuidLimburg’ (Lamberts et al., 2010). Dit rapport is het fundament voor het gezondheidsbeleid in Zuid-Limburg voor de periode 2012-2015. Zuid-Limburg kent een groot aantal regionale gezondheidsproblemen die vragen om een regionale samenwerking. Gemeentelijke uitvoeringsprogramma`s bieden vervolgens de kaders voor de implementatie van dit beleid in de verschillende gemeenten. ‘Een gezonde kijk op SittardGeleen’ is een belangrijke basis voor het uitvoeringsprogramma van Sittard-Geleen. Voorafgaand aan dit hoofdstuk zijn de kernboodschappen van dit rapport uiteengezet. 14
De Volksgezondheid Toekomst Verkenning
1.3 Toekomst van de regionale VTV In de vierjarige preventiecyclus voor het landelijke gezondheidsbeleid stelt de rijksoverheid eens per vier jaar beleidsprioriteiten vast. Deze vormen de kaders waarbinnen gemeenten verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling en uitvoering van lokaal gezondheidsbeleid. Een lokale nota volksgezondheid is daarmee verplicht voor gemeenten. In Zuid-Limburg wordt aan deze verplichting voldaan door één integrale gezondheidsnota voor Zuid-Limburg te ontwikkelen, waaraan vervolgens per gemeente een lokaal uitvoeringsprogramma wordt gekoppeld. De regionale VTV is een belangrijk instrument voor de vertaling van landelijk naar regionaal en lokaal gezondheidsbeleid en zal daarom elke vier jaar verschijnen. Met de eerste regionale VTV Zuid-Limburg is een goede stap gezet de basis te leveren voor het regionale gezondheidsbeleid en de bijbehorende lokale uitvoeringsprogramma’s van de gemeenten voor de nieuwe beleidsperiode. In de toekomst is er ruimte voor verbetering van de regionale VTV; het proces van ontwikkeling en invulling van de regionale VTV kan daarom worden gezien als een groeimodel. Huidige onderwerpen worden in de komende jaren verder uitgediept en nieuwe onderwerpen worden toegevoegd. In 2014 zal opnieuw een regionale VTV worden gemaakt. Bij het verzamelen van aanvullende regionale gezondheidsinformatie geldt een aantal aandachtspunten: • De informatie moet transparant, kwalitatief goed en compleet zijn. Er wordt gestreefd naar het inzetten van uniforme meetinstrumenten en harmonisatie van registraties. • Om trendinformatie boven tafel te krijgen is een systematische gegevensverzameling over een langere periode nodig. • Om de ‘witte vlekken’ in de beleidsinformatie te kunnen vullen, is extra inspanning vereist. Gemeenten en provincie kunnen de rol van aanjager en opdrachtgever opnemen en organisaties aanmoedigen hun gegevens te delen.
1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 komen de kenmerken van de bevolking van Sittard-Geleen aan bod. Hoofdstuk 3 gaat in op de gezondheidstoestand van de inwoners van Sittard-Geleen. Het vierde hoofdstuk verstrekt informatie over leefstijlfactoren die van invloed zijn op de gezondheid, waaronder roken, overgewicht en alcoholgebruik. Ook de fysieke omgeving komt in dit hoofdstuk aan bod. Hoofdstuk 5 beschrijft de stand van zaken 15
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
rondom zorg en veiligheid in Sittard-Geleen. Deze rapportage sluit af met een aantal beleidsaanbevelingen. In deze rapportage voor de gemeente Sittard-Geleen wordt informatie verstrekt over de onderwerpen die ook in het regionale rapport aan bod zijn gekomen, maar waarvoor aanvullende gemeentelijke gegevens beschikbaar zijn. De totaalcijfers voor de gemeente Sittard-Geleen worden, waar mogelijk, vergeleken met het Zuid-Limburgse en het Nederlands gemiddelde. Niet alleen significante, maar ook opvallende beleidsrelevante verschillen worden beschreven. In de tekst wordt niet altijd expliciet vermeld of een verschil wel of niet significant is. Echter alle significante verschillen zijn in de bijlagen 2a, 2b en 2c aangegeven met een oranje (significant ongunstiger) of grijze kleur (significant gunstiger). In de tekst zijn de percentages boven de 10% zoveel mogelijk afgerond op hele percentages. Percentages lager dan 10% zijn afgerond op één decimaal. Voor de cijfers van de 55-plussers is in deze ‘Gezonde kijk op Sittard-Geleen’ voor namelijk gebruik gemaakt van de gegevens uit de rapportage Ouderenmonitor, die in Sittard-Geleen als pilot is uitgevoerd in 2007.
16
Kenmerken van de bevolking in Sittard-Geleen
2
Kenmerken van de bevolking in Sittard-Geleen
2.1 Een blik op Sittard-Geleen De gemeente Sittard-Geleen is met 95.327 inwoners (peildatum 1 januari 2009) een van de grootste gemeenten van Zuid-Limburg: bijna 16% van alle Zuid-Limburgers woont in Sittard-Geleen. Qua oppervlakte is zij de grootste gemeente in de regio. De gemeente heeft een bevolkingsdichtheid van 1.206 inwoners per km2 ten opzichte van 943 inwoners per km2 in Zuid-Limburg (CBS StatLine). In de bevolkingsopbouw van Sittard-Geleen (zie figuur 2.1) is te zien dat momenteel de groep 40- tot 65-jarigen groter is dan de groep jongeren, jongvolwassenen en ouderen. In figuur 2.2 is het procentuele aandeel van de verschillende leeftijdsgroepen in Sittard-Geleen afgezet tegen de percentages van Zuid-Limburg en Nederland. Hier
mannen
leeftijd
vrouwen
95+ 90-94 85-89 80-84 75-79 70-74 65-69 60-64 55-59 50-54 45-49 40-44 35-39 30-34 25-29 20-24 15-19 10-14 5-9 0-4 5.000
4.000
3.000
2.000
1.000
0
1.000
2.000
3.000
4.000
5.000
aantal inwoners
Figuur 2.1: Bevolkingsopbouw in de gemeente Sittard-Geleen op 1 januari 2009 (Bron: CBS StatLine)
17
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
percentage 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
leeftijd (jaren) Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
Nederland
Figuur 2.2: Procentueel aandeel van de bevolking per leeftijdsklasse op 1 januari 2009: Sittard-Geleen, Zuid-Limburg en Nederland (Bron: CBS StatLine)
valt op dat het percentage 40-plussers hoger ligt dan het landelijke gemiddelde. De leeftijdsklasse 0 tot en met 40 jaar ligt beneden het Nederlandse gemiddelde. Dit komt ongeveer overeen met de regionale bevolkingsopbouw. Het aantal inwoners van Sittard-Geleen zal de komende jaren verder dalen (zie figuur 2.3). Over het algemeen zal het aantal ouderen toenemen en het aantal jongeren afnemen ten opzichte van nu. De gemeente wijkt hierin niet af van de regionale prognose. Hoog percentage niet-westerse allochtonen ten opzichte van Zuid-Limburg De demografische druk in Sittard-Geleen is 64%; dit is het percentage mensen van 0 tot 20 jaar en 65 jaar en ouder in verhouding tot de personen van 20 tot 65 jaar. Dit is gelijk aan het Nederlandse percentage en ligt iets hoger dan het regionale percentage (63%) (CBS StatLine). Op 1 januari 2009 was ongeveer 22% van de bevolking in Sittard-Geleen van allochtone afkomst. Ongeveer 16% is van westerse allochtone afkomst. Dit percentage is hoger dan het landelijke gemiddelde (9%); dit betreft ruim 1.700 mensen van 18
Kenmerken van de bevolking in Sittard-Geleen
aantal inwoners 100.000
80.000
60.000
40.000
20.000
0
2010 0-14
2015 15-29
2020 30-54
55-64
2025 65-74
2030 75+
Figuur 2.3: Prognose bevolkingssamenstelling per leeftijdsklasse in Sittard-Geleen (Bron: Etil)
Belgische en 6.500 van Duitse afkomst. Van de inwoners van Sittard-Geleen is 6% van niet-westerse allochtone afkomst; dit is een van de hoogste percentages in de regio (gemiddeld 3%), maar ligt nog steeds onder het landelijke gemiddelde (11%) (CBS StatLine). Op 1 januari 2009 waren er in Zuid-Limburg 284.870 huishoudens, waarvan 31% bestond uit eenpersoonshuishoudens. In de gemeente Sittard-Geleen bevinden zich 43.670 huishoudens waarvan 35% eenpersoonshuishoudens. Het percentage meerpersoonshuishoudens met kinderen bedraagt in Sittard-Geleen 33% (Zuid-Limburg 35%). Het percentage meerpersoonhuishoudens zonder kinderen bedraagt 32% (ZuidLimburg 35%) (CBS StatLine).
2.2 Sociaaleconomische status in Sittard-Geleen De sociaaleconomische status (ses) geeft de positie van mensen in de sociale stratificatie ofwel maatschappelijke gelaagdheid aan. Indicatoren hiervoor zijn inkomen, oplei19
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Statusscore zeer laag laag midden-laag gemiddeld midden-hoog hoog zeer hoog spoorlijn snelweg
0
2 km
Figuur 2.4: Sociaaleconomische status per viercijferig postcodegebied in 2006 (Bron: Deuning, 2006)
ding en beroep. Deze indicatoren kunnen naast biologische of geografische factoren verschillen aangeven in de bevolkingsopbouw (Deuning & Roedig, 2006). In de gemeente Sittard-Geleen bestaan duidelijk verschillen in ses (zie figuur 2.4). De sociaaleconomische status binnen de kernen Born, Grevenbicht, Obbicht, Limbricht en Munstergeleen is gemiddeld tot midden-hoog. De ses van een groot deel van SittardGeleen is midden-laag. De kern Lindenheuvel heeft een lage ses; dit geldt ook voor Guttecoven. Een zeer lage ses betreft de wijk Sanderbout en een deel van Ophoven. Het deel van de gemeente dat kleurloos is betreft bedrijventerreinen. Hoog percentage kinderen in Sittard-Geleen woont in een achterstandswijk In 13 van de 19 gemeenten in Zuid-Limburg ligt het gemiddelde aantal inkomensontvangers met een laag inkomen boven het landelijke gemiddelde van 40%; in SittardGeleen is dit 43%. Andersom geldt ook dat in 12 gemeenten het gemiddelde aantal inkomensontvangers met een hoog inkomen lager ligt dan landelijk (20%); in SittardGeleen is dit 17%. Er zijn dus relatief meer inwoners met een laag inkomen en minder inwoners met een hoog inkomen in vergelijking met Nederland. In de meeste Zuid20
Kenmerken van de bevolking in Sittard-Geleen
Limburgse gemeenten ligt het besteedbaar inkomen onder het Nederlandse gemiddelde van 13.300 euro per inwoner; in Sittard-Geleen is dit 12.800 euro per inwoner (CBS StatLine). Het percentage kinderen in achterstandswijken is in de gemeente 40%; landelijk is dit gemiddeld 17%. Van de kinderen in Sittard-Geleen woont 7,5% in een uitkeringsgezin. Gemiddeld in Nederland is dit 5,5% (Steketee et al., 2010). Percentage achterstandsleerlingen bijna gelijk aan landelijk gemiddelde Het hoogste percentage volwassenen in Sittard-Geleen heeft een havo-, vwo of mboopleiding afgerond (33%), 28% is hoog opgeleid (hbo- of wo-opleiding), 7,0% is laag opgeleid en 33% heeft een mavo- of lbo-opleiding afgerond. Het huidige percentage studenten in het hoger onderwijs ligt in bijna alle gemeenten in de regio lager dan het landelijke percentage (4%). Dit geldt ook voor Sittard-Geleen (3%) (CBS StatLine). Het percentage achterstandsleerlingen (4 tot en met 12 jaar) in Sittard-Geleen is 15%. Het landelijke gemiddelde ligt op 16% (Steketee et al., 2010). Meer werklozen dan gemiddeld in Nederland Kijkend naar het aantal werkloosheidsuitkeringen binnen de potentiële beroepsbevolking, scoort Sittard-Geleen met 2,5% hoger dan het landelijke gemiddelde van 1,5% (Mulder, 2009b). Een andere maat is het percentage bijstandsuitkeringen. Van de Nederlanders boven de 18 jaar ontvangt 2,3% een bijstandsuitkering. In Sittard-Geleen ligt dit percentage op 3,2% (Mulder, 2009c). Daarnaast zijn percentages van jeugdwerkloosheid onder 16- tot en met 24-jarigen van belang, alhoewel deze sterk beïnvloed kunnen zijn door de economische recessie en naar verwachting aan verandering onderhevig zijn. In Sittard-Geleen was de jeugdwerkloosheid in 2008 1,9% ten opzichte van 1,6% in de provincie Limburg en 1,2% in Nederland (Steketee et al., 2010).
21
Sterfte, ziekte en gezondheid in Sittard-Geleen
3 Sterfte, ziekte en gezondheid in Sittard-Geleen 3.1 Inleiding Kennis van de gezondheidstoestand is essentieel om lokaal gezondheidsbeleid te ontwikkelen. Hoe gezond een gemeente is, kan aan de hand van allerlei indicatoren worden weergegeven. In dit hoofdstuk staan algemene indicatoren zoals de levensverwachting en belangrijkste doodsoorzaken centraal. Daarnaast wordt gezondheid vanuit drie invalshoeken benaderd: lichamelijk, psychisch en sociaal.
3.2 Gezondheid: over leven en dood Hoge sterfte in Sittard-Geleen Zowel in Nederland als in Zuid-Limburg is de levensverwachting sinds het begin van de 21e eeuw gestegen. Ten opzichte van het Nederlands gemiddelde (80,1 jaar) behoort Zuid-Limburg met gemiddeld 79,3 jaar tot de regio’s met de laagste levensverwachting. De gemiddelde levensverwachting (in de periode 2005-2008) voor Sittard-Geleen is 79,2 jaar en is significant lager dan het Nederlands gemiddelde. In Sittard-Geleen is het sterftecijfer 77,3 per 10.000 inwoners; dit is hoger dan gemiddeld in Nederland (72,1). Hart- en vaatziekten en kanker zijn in Nederland de belangrijkste doodsoorzaken met respectievelijk 21,8 en 21,5 sterfgevallen per 10.000 inwoners. Ook in Sittard-Geleen zijn dit de belangrijkste doodsoorzaken. De sterfte aan hart- en vaatziekten is 23,2 en de sterfte aan kanker 21,1 per 10.000 inwoners. In Sittard-Geleen sterven significant meer inwoners aan een beroerte (5,8 per 10.000) en aan ziekten van ademhalingsorganen (8,3 per 10.000). De sterfte aan borstkanker bij vrouwen is significant lager (2,8 per 10.000) dan gemiddeld in Nederland (CBS Doodsoorzakenstatistiek).
3.3 Fysieke, psychische en sociale gezondheid De helft van de volwassenen in Sittard-Geleen heeft een chronische aandoening Uit zelfrapportage blijkt dat ongeveer de helft van de volwassenen in Sittard-Geleen minimaal één chronische aandoening heeft (zie figuur 3.1), hetgeen vergelijkbaar is 23
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
jongeren (13-14 jaar)
jongeren (15-16 jaar)
volwassenen (17-54 jaar)
ouderen (55-74 jaar)
ouderen (>=75 jaar)
0
20
40
60
80
100
percentage Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
Figuur 3.1: Percentage mensen met minimaal één chronische aandoening in SittardGeleen, vergeleken met Zuid-Limburg (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2007)
met het Zuid-Limburgs gemiddelde. In Sittard-Geleen is het percentage volwassenen met twee of meer chronische aandoeningen 26%. Dit is vergelijkbaar met gemiddelde in Zuid-Limburg (25%). Van de 55-plussers in Sittard-Geleen heeft 76% minimaal één chronische aandoening. In Zuid-Limburg is dit 80% (zie bijlage 2c). Bij 75-plussers (84%) komen chronische aandoeningen meer voor dan bij ouderen tussen de 55 en 75 jaar (73%). Tussen de stadsdelen zijn voor chronische aandoeningen geen verschillen gevonden (Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2007). Chronische aandoeningen komen bij 43% van de jongeren in Sittard-Geleen voor. Dit percentage is vergelijkbaar met het Zuid-Limburgse gemiddelde (zie bijlage 2a). Na overgewicht (zie ook hoofdstuk 4) worden bij volwassenen en ouderen beperkingen aan het bewegingsapparaat het vaakst genoemd als chronische aandoeningen. Hoge bloeddruk neemt een tweede plaats in. Bij jongeren komen voornamelijk astma en COPD vaak voor (zie bijlage 2a).
24
Sterfte, ziekte en gezondheid in Sittard-Geleen
4-6-jarigen
9-11-jarigen
13- en 14-jarigen
15- en 16-jarigen
0
2
4
6
8
10
percentage Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
Figuur 3.2: Percentage jongeren met psychosociale problemen in Sittard-Geleen, vergeleken met Zuid-Limburg (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; PGO GGD Zuid Limburg, 2009)
Psychosociale problemen bij 6% van de jongeren Psychosociale gezondheid bij jongeren wordt gemeten met behulp van de SDQ, een signaleringsinstrument voor emotionele problemen en gedragsproblemen. Jongeren met een verhoogde score hebben een slechtere psychosociale gezondheid. In Sittard-Geleen is het percentage jongeren met een verhoogde score hoger dan in Zuid-Limburg, namelijk 6,2% ten opzichte van 4,1% (zie bijlage 2a). Evenals in Nederland is in Sittard-Geleen te zien dat de score bij de jongere leeftijdsgroepen iets hoger is dan bij de oudere jongeren (zie figuur 3.2). Een verklaring hiervoor kan zijn dat bij de jongere kinderen de ouders de rapportage doen en vooral de ernstige problemen rapporteren; vanaf 13 jaar rapporteren de jongeren zelf (Lamberts et al., 2010). Veel 13- en 14-jarige meisjes worden gepest Pesten is van invloed op de psychische gezondheid van jongeren. Het percentage jongeren in Sittard-Geleen dat wekelijks wordt gepest op school is vrijwel gelijk aan het gemiddelde in Zuid-Limburg: 4,8% versus 4,6% (zie bijlage 2a). Er worden meer 13- en 14-jarigen (met name meisjes) op school gepest dan de 15- en 16-jarigen. Ook het zelf pesten komt bij de 13- en 14-jarigen vaker voor dan bij de 15- en 16-jarigen. Het zijn 25
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Tabel 3.1: Percentage en trend van jongeren in Sittard-Geleen die wekelijks gepest worden of zelf wekelijks pesten (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009) SittardGeleen 2001 (%)
SittardGeleen Sittard-Geleen 2009 (%) 2005 (%) Totaal Man Vrouw
Trend SittardGeleen
Wekelijks gepest op school 13 -14 jaar
7,8
5,6
6,6
5,6
7,7
Stabiel
15 -16 jaar
4,5
2,8
2,9
3,6
2,5
Stabiel
Wekelijks gepest buiten school 13 -14 jaar
2,7
2,7
2,5
2,1
2,8
Stabiel
15 -16 jaar
1,2
0,7
1,3
1,5
1,1
Stabiel
Zelf wekelijks pesten 13 -14 jaar
6,2
5,2
5,7
7,7
3,3
Stabiel
15 -16 jaar
4,6
4,1
2,1
3,1
1,4
Gedaald
met name jongens die zelf pesten. De trends voor pesten in Sittard-Geleen zijn stabiel. Alleen het zelf pesten in de leeftijdscategorie 15- en 16-jarigen is gedaald van 4,6% in 2001 naar 2,1% 2009 (zie tabel 3.1). Ruim 300 jongeren stoppen voortijdig met een schoolopleiding Sociale problemen bij jongeren worden afgeleid uit verschillende indicatoren, zoals het aantal jongeren met een indicatie voor jeugdzorg, meldingen van kindermishandeling en het voortijdig schoolverlaten. In het schooljaar 2008/2009 zijn in Sittard-Geleen 303 jongeren voortijdig gestopt met een schoolopleiding. Dit betrof 4,4% van de jongeren tussen de 12 en 22 jaar die daarmee zonder startkwalificatie (minimaal havo-, vwo of mbo 2-niveau) zijn uitgestroomd. Voortijdig schoolverlaten komt in Sittard-Geleen meer voor dan in de andere Zuid-Limburgse gemeenten (gemiddeld 4,0%). In Nederland en ook in Zuid-Limburg is sinds enkele jaren sprake van een daling van het percentage voortijdige schoolverlaters. In Nederland daalde het percentage van 4,0% in 2006 naar 3,2% in 2009. In SittardGeleen blijft de daling achter bij de landelijke trend. In 2008 heeft in Sittard-Geleen 2,0% van alle 0- tot en met 17-jarigen een indicatie voor jeugdzorg ontvangen. Dit is een lichte daling ten opzichte van 2007. In de provincie Limburg heeft in 2008 1,9% van de kinderen jeugdzorg ontvangen (Steketee et al., 2010).
26
Sterfte, ziekte en gezondheid in Sittard-Geleen
Het percentage meldingen van mishandelde kinderen in Sittard-Geleen in 2008 was 0,3% van de 0- tot en met 17-jarigen. Ten opzichte van voorgaande jaren is sprake van een daling van het aantal meldingen, hetgeen niet noodzakelijkerwijs betekent dat er ook daadwerkelijk minder kindermishandeling is. In Limburg betreft het ook 0,3% van de kinderen waarvan mishandeling gemeld wordt. (Steketee et al., 2010). Van alle meisjes in Sittard-Geleen van 15 tot en met 19 jaar maakte 0,8% in 2008 een tienerzwangerschap door; in Limburg was dit 0,6%. Het betreft hier kleine absolute aantallen. De meeste gemeenten kennen een grillig beeld als het gaat om tienermoeders. Tienerzwangerschappen komen weinig voor. Een klein verschil in een gemeente (één of twee tienerzwangerschappen) kan al leiden tot behoorlijke verschillen in percentages (Steketee et al., 2010). Eén op de 11 volwassenen is slachtoffer van huiselijk geweld geweest Het percentage 55-plussers in Sittard-Geleen dat ooit slachtoffer is geweest van huiselijk geweld (3,6%) is vergelijkbaar met het Zuid-Limburgse gemiddelde van 3,9% (Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2007; Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2008). Van de volwassenen (zie bijlage 2b) in Sittard-Geleen is 8,7% (versus 8,1% in ZuidLimburg) ooit slachtoffer geweest van huiselijk geweld (Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009). In 2009 werden in Sittard-Geleen 14 meldingen van huiselijk geweld gedaan bij de Stichting Huiselijk Geweld. Bij de politie Limburg Zuid kwamen van de gemeente Sittard-Geleen 550 meldingen van huiselijk geweld binnen. Er werden 213 aangiften gedaan, waarvan er 164 leidden tot een justitieel traject. In 2009 werden 16 huis verboden opgelegd (GGD Zuid Limburg, 2010). Veel eenzame ouderen in Oost-Geleen Vanaf 17 jaar wordt de psychische gezondheid gemeten naar aanwezigheid van onder andere eenzaamheid. Eenzaamheid verhoogt het risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie. Van de volwassenen in Sittard-Geleen is 5,6% (zeer) ernstig eenzaam; dit percentage ligt in Zuid-Limburg op 6,7% (zie figuur 3.3). Van de 55-plussers in Sittard-Geleen is 8,5% ernstig tot zeer ernstig eenzaam (zie bijlage 2c). Dit is ongeveer gelijk aan het Zuid-Limburgse gemiddelde (9,1%). Van alle stadsdelen in Sittard-Geleen is het percentage ouderen met eenzaamheid het hoogst in OostGeleen, namelijk 13%.
27
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
volwassenen (17-54 jaar)
ouderen (55-74 jaar)
ouderen (>= 75 jaar)
0
2
4
6
8
10
12
14
percentage Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
Figuur 3.3: Percentage eenzaamheid bij volwassenen en ouderen in Sittard-Geleen, in vergelijking met Zuid-Limburg (Bron: Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2007 en 2008)
Het percentage eenzame ouderen neemt toe met het stijgen van de leeftijd. Zowel in Zuid-Limburg als in Sittard-Geleen is 12% van de 75-plussers ernstig eenzaam (zie figuur 3.3). Veel verschillen in risico op angststoornissen of depressie Van de volwassenen in Sittard-Geleen heeft 6,7% een hoog risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie (zie bijlage 2b). Onder andere het hebben van een chronische ziekte, functionele beperkingen of het missen van een sociaal netwerk zijn risicofactoren voor een angststoornis of depressie. Omdat juist deze risicofactoren toenemen met het stijgen van de leeftijd lopen 55-plussers meer risico op het ontwikkelen van een angststoornis of depressie (Bohlmeijer et al., 2005). Dit beeld is niet zonder meer terug te vinden bij de ouderen van Sittard-Geleen. Het percentage 55- tot 75-jarigen met een hoog risico op een angststoornis of depressie is eveneens 7,0% en is bij de 75-plussers (8,0%) niet fundamenteel hoger (zie figuur 3.4). In de stadsdelen West-Geleen, Oost-Geleen en Oost-Sittard wonen de meeste ouderen met hoog risico op een angststoornis of depressie (Ouderenmonitor GGD 28
Sterfte, ziekte en gezondheid in Sittard-Geleen
volwassenen (17-54 jaar)
ouderen (55-74 jaar)
ouderen (>= 75 jaar)
0
2
4
6
8
10
12
14
percentage Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
Figuur 3.4: Percentage risico op angststoornis en depressie bij volwassenen en ouderen in Sittard-Geleen in vergelijking met Zuid-Limburg (Bron: Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2007 en 2008)
Zuid Limburg, 2007). Wanneer het gaat om een matig risico op een angststoornis of depressie, dan zijn de verschillen groter: 33% van de 55- tot 75-jarigen en 44% van de 75-plussers heeft een matig risico (Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2007). Ongevallen bij 8% van de 55-plussers In Sittard-Geleen heeft 8,2% van de 55-plussers in een tijdsbestek van drie maanden een letsel, vergiftiging of blessure opgelopen; een percentage dat iets hoger ligt het Zuid-Limburgse gemiddelde van 9,2% (zie bijlage 2c). Het percentage ouderen dat een ongeval in of rondom het eigen huis heeft gehad is in Sittard-Geleen 3,6% (zie bijlage 2c) en in Zuid-Limburg 3,5% (Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2007). Veel privéongevallen worden veroorzaakt door valongevallen. Naast de kosten voor medische behandeling heeft een valongeval een grote persoonlijke impact met lichamelijke, psychische en/of sociale gevolgen. Minder mobiliteit of het ontwikkelen van een valangst kan een depressie of eenzaamheid tot gevolg hebben (Zijlstra et al., 2009).
29
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
kansarm/niet vitaal
kansarm/vitaal
kansrijk/niet vitaal
kansrijk/vitaal
0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
percentage Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
Figuur 3.5: Percentage ouderen naar dimensies kans en vitaliteit in Sittard-Geleen Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2007 en 2008)
Meer dan een derde van de ouderen is kansarm en niet vitaal Een manier om kwetsbaarheid te meten is om ouderen in te delen op basis van twee dimensies: vitaliteit en kans. De vitaliteit is gebaseerd op de perceptie van de eigen gezondheid, manier van leven en het hebben van overgewicht. Kans is gebaseerd op de kenmerken opleiding en gezinsinkomen (wel of niet rondkomen van AOW). De meest kwetsbare ouderen zijn de ouderen die niet vitaal en daarbij ook kansarm zijn. Binnen deze groep vallen vooral vrouwen, alleenstaanden en 65-plussers met een lage opleiding en laag inkomen. Meestal is er sprake van een matige of slechte gezondheid met meer dan twee chronische aandoeningen die beperkingen geven in de dagelijkse levensverrichtingen. Er is sprake van een ongezonde manier van leven, doordat ze onvoldoende bewegen en vaker obesitas hebben. Er is een verhoogd risico op eenzaamheid en angst/depressie (Lamberts et al., 2010). In Sittard-Geleen is 37% van de ouderen kansarm en niet vitaal (35% in Zuid-Limburg) en 24% van de ouderen kansrijk en vitaal (26% in Zuid-Limburg) (zie figuur 3.5).
30
Factoren die de gezondheid beïnvloeden
4
Factoren die de gezondheid beïnvloeden
4.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over leefstijl-, sociale en fysieke factoren die de gezondheid van de inwoners van Sittard-Geleen kunnen beïnvloeden. Beschreven wordt in welke mate en bij welke specifieke doelgroepen deze factoren vaker voorkomen en in welke richting zich de trend ontwikkelt. In paragraaf 4.2 komen de belangrijkste leefstijlfactoren aan bod, waaronder overgewicht, voeding en bewegen, roken, alcoholgebruik en onveilig vrijen. Daarnaast worden de meest opvallende ontwikkelingen in trends en de relatie tussen gezondheid en sociaaleconomische status nader uitgewerkt. In paragraaf 4.3 staan milieufactoren centraal, zowel in het binnenmilieu als in het buitenmilieu. Deze factoren hebben over het algemeen een direct effect op gezondheid en welbevinden.
4.2 Leefstijl in Sittard-Geleen Overgewicht omvangrijk in Sittard-Geleen Bij veel volwassenen (44%) en ouderen vanaf 55 jaar (63%) in Sittard-Geleen is sprake van overgewicht. Inwoners van Sittard-Geleen verschillen hierin nauwelijks van de rest van Zuid-Limburg, maar vooral bij ouderen komt overgewicht wel meer voor dan gemiddeld in Nederland. In Sittard-Geleen neemt het percentage volwassenen met ernstig overgewicht en diabetes nog steeds toe. In Nederland zien we dat ernstig overgewicht de laatste jaren niet verder is toegenomen (zie tabel 4.1 en bijlage 2b en 2c). In Sittard-Geleen heeft 9,2% van de 5- en 6-jarigen overgewicht en dit neemt toe tot 14% bij de 13- en 14-jarigen (jongens 12% en meisjes 15%). Vergeleken met landelijke en regionale leeftijdsgenoten hebben jeugdigen in Sittard-Geleen in mindere mate (ernstig) overgewicht. Tot de leeftijd van 14 jaar hebben meisjes vaker overgewicht dan jongens. Bij de jeugd van Sittard-Geleen daalt het ernstig overgewicht in alle leeftijdsgroepen (zie tabel 4.1 en bijlage 2a). Veel inwoners Sittard-Geleen eten onvoldoende groente en fruit Ongeveer tweederde van de volwassenen en ouderen in Sittard-Geleen voldoet niet aan de aanbeveling van minimaal 200 gram groenten per dag (zie tabel 4.2). Ruim driekwart van de volwassenen en meer dan de helft van de ouderen voldoet niet aan de aanbeveling van minimaal twee stuks fruit per dag. Ook van de jongeren in Sittard31
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Tabel 4.1: Overgewicht in Sittard-Geleen: prevalentie en trends (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg 2009, Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg 2009, Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg 2007 en 2008, PGO GGD Zuid Limburg 2008 en 2009) Landelijk1 Zuid-Limburg2 2006/2008 2008/2009 (%) (%)
Sittard-Geleen2 2003/2005 (%)
Sittard-Geleen2 2008/2009 (%)
Trend SittardGeleen
7,2
6,9
Stabiel
Overgewicht (BMI ≥ 25) 5 - 6 jaar: jongen
10,0
7,3
5 - 6 jaar: meisje
15,0
11,8
8,9
11,4
Gestegen
9 - 11 jaar: jongen
15,0
16,1
17,1
15,0
Gedaald
9 - 11 jaar: meisje
18,0
17,2
18,2
14,6
Gedaald
13 - 14 jaar: jongen
15,0
14,5
13,2
12,6
Stabiel
13 - 14 jaar: meisje
16,0
16,3
12,6
15,0
Gestegen
20 - 54 jaar
40,4
42,8
43,8
43,7
Stabiel
55 - 74 jaar
57,0
60,4
62,4
64,0
Gestegen
75+ jaar
53,3
56,4
-
62,0
Gedaald
Ernstig overgewicht (obesitas) (BMI ≥ 30) 5 - 6 jaar: jongen
3,0
1,6
2,8
1,4
5 - 6 jaar: meisje
4,0
2,9
2,6
2,7
Stabiel
9 - 11 jaar: jongen
3,0
2,5
3,9
2,0
Gedaald
9 - 11 jaar: meisje
3,0
2,8
3,7
2,0
Gedaald
13 - 14 jaar: jongen
3,0
2,9
3,5
3,0
Gedaald
13 - 14 jaar: meisje
3,0
2,8
2,5
2,2
Stabiel
20 - 54 jaar
9,3
12,1
11,0
13,1
Gestegen
55 - 74 jaar
15,0
16,5
15,0
19,0
Gestegen
75+ jaar
11,8
13,8
-
17,0
-
-
1,0
-
0,9
-
15 - 16 jaar
-
0,9
-
0,8
-
20 - 54 jaar
1,7
2,6
1,9
4,9
Gestegen
9,8
13,0
11,3
12,0
Gestegen
14,4
18,7
-
19,0
-
Diabetes (suikerziekte) 13 - 14 jaar
55 - 74 jaar 75+ jaar
Landelijke referentiecijfers voor volwassenen CBS POLS (2006-2008) en voor jeugd TRIMBOS 2007 en TNO 2006 2 Verschillende meetmomenten: 2001/2005/2009 = 13/14 en 15/16 jaar; 1998/2003/2009 = 20-54 jaar; 1998/2003/2008 = 55-75 jaar 1
NB: duidt op een significant ongunstig verschil tussen de gemeente en andere Zuid-Limburgse gemeenten, op een significant gunstig verschil.
32
duidt
Factoren die de gezondheid beïnvloeden
Tabel 4.2: Voedingsgewoonten in Sittard-Geleen: prevalentie en trends (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg 2009, Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg 2009, Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg 2007 en 2008, PGO GGD Zuid Limburg 2008 en 2009) Landelijk1 Zuid-Limburg3 2006/2008 2008/2009 (%) (%)
Sittard-Geleen3 2003/2005 (%)
Sittard-Geleen3 2008/2009 (%)
Trend SittardGeleen Gestegen
Onvoldoende groenten (< 200 gram per dag) 13 - 14 jaar2
-
55,0
50,8
56,3
15 - 16 jaar
-
56,1
52,6
53,3
Stabiel
20 - 54 jaar
-
66,5
78,1
69,0
Gedaald
55 - 74 jaar
-
62,6
69,8
63,7
Gedaald
75+ jaar
-
72,4
-
71,8
-
2
Onvoldoende fruit (< 2 stuks per dag) 13 - 14 jaar
-
65,0
57,2
59,6
Gestegen
15 - 16 jaar
-
83,0
57,5
67,1
Gestegen
20 - 54 jaar
-
78,0
57,2
77,7
Gestegen
55 - 74 jaar
-
62,0
43,5
58,8
Gestegen
75+ jaar
-
50,0
-
53,1
-
Niet dagelijks ontbijten (< dan 5 keer per week) 13 - 14 jaar
-
19,0
21,7
16,9
Gedaald
15 - 16 jaar
-
22,1
26,4
22,8
Gedaald
20 - 54 jaar
-
21,0
22,2
17,3
Gedaald
55 - 74 jaar
-
9,0
9,8
9,5
Stabiel
75+ jaar
-
5,2
-
5,2
-
Landelijke referentiecijfers voor volwassenen CBS POLS (2006-2008) en voor jeugd TRIMBOS 2007 2 Niet dagelijks groente eten 3 Verschillende meetmomenten: 2001/2005/2009 = 13/14 en 15/16 jaar; 1998/2003/2009 = 20-54 jaar; 1998/2003/2008 = 55-75 jaar 1
NB: duidt op een significant ongunstig verschil tussen de gemeente en andere Zuid-Limburgse gemeenten, op een significant gunstig verschil.
duidt
Geleen eet de meerderheid onvoldoende groenten en fruit per dag maar jongeren in Sittard-Geleen eten aanzienlijk meer fruit dan gemiddeld in Zuid-Limburg. Een vijfde van de jongeren in Sittard-Geleen ontbijt niet dagelijks (minder dan vijf keer per week), maar wel vaker dan gemiddeld in Zuid-Limburg. De trend (2005-2009) ontwikkelt zich in Sittard-Geleen voor nagenoeg alle leeftijdscategorieën ongunstig voor fruitconsumptie; steeds minder mensen voldoen aan de aanbevolen hoeveelheid. De consumptie van groenten is de afgelopen jaren met name bij volwassenen toegenomen. Steeds meer inwoners van Sittard-Geleen (alle leeftijden) ontbijten dagelijks; deze trend is ook regio naal waarneembaar (zie tabel 4.1 en bijlage 2a, 2b en 2c). 33
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Tabel 4.3: Bewegen en roken in Sittard-Geleen: prevalentie en trends (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2007 en 2008; PGO GGD Zuid Limburg, 2008 en 2009) Landelijk1 Zuid-Limburg3 2006/2008 2008/2009 (%) (%)
Sittard-Geleen3 2003/2005 (%)
Sittard-Geleen3 2008/2009 (%)
Trend SittardGeleen
Voldoet niet aan beweegnorm (< 5 dagen per week minstens half uur matig actief) 13 - 14 jaar2
-
22,0
-
26,3
-
15 - 16 jaar
-
32,0
-
38,1
-
20 - 54 jaar
-
38,1
-
38,4
-
55 - 74 jaar
-
33,0
-
26,6
-
75+ jaar
-
61,6
-
53,4
-
2
Geen lid van een sportvereniging 13 - 14 jaar
-
32,2
37,9
29,3
Gedaald
15 - 16 jaar
-
36,6
42,3
38,2
Gedaald
13 - 14 jaar
12,4
10,0
11,2
9,5
Gedaald
15 - 16 jaar
24,2
21,0
24,0
20,6
Gedaald
20 - 54 jaar
34,1
29,0
33,1
26,5
Gedaald
55 - 74 jaar
25,2
23,6
22,6
22,0
Stabiel
75+ jaar
12,4
11,6
-
9,0
-
Roken
Landelijke referentiecijfers voor volwassenen CBS POLS (2006-2008) en voor jeugd TRIMBOS 2007 2 < 7 dagen per week minstens 1 uur matig actief 3 Verschillende meetmomenten: 2001/2005/2009 = 13/14 en 15/16 jaar; 1998/2003/2009 = 20-54 jaar; 1998/2003/2008 = 55-75 jaar 1
NB: duidt op een significant ongunstig verschil tussen de gemeente en andere Zuid-Limburgse gemeenten, op een significant gunstig verschil.
duidt
Inwoners van Sittard-Geleen bewegen nog onvoldoende Het percentage volwassenen in Sittard-Geleen dat voldoet aan de Nederlandse norm gezond bewegen was in 2009 61% (zie tabel 4.3). Ten opzichte van de rest van ZuidLimburg bewegen alleen de ouderen in Sittard-Geleen meer (zie bijlage 2c). Vooral de jeugd in Sittard-Geleen scoort minder positief ten opzichte van leeftijdsgenoten in de regio (zie tabel 4.3 en bijlage 2a). Bijna twee derde van de jongeren in Sittard-Geleen is lid van een sportvereniging. Ten opzichte van 2005 hebben meer jongeren een lidmaatschap bij een sportvereniging (zie tabel 4.3 en bijlage 2a).
34
Factoren die de gezondheid beïnvloeden
Roken minder populair in Sittard-Geleen Het percentage rokers is in 2009 alle leeftijdscategorieën in Sittard-Geleen lager dan het landelijke gemiddelde. Sittard-Geleen verschilt niet veel van de rest van de regio. In Sittard-Geleen rookte in 2009 27% van de volwassen bevolking. Van de 13- en 14-jarigen en 15- en 16-jarigen in Sittard-Geleen rookt respectievelijk 9,5 en 20%. De grootste daling in roken is te zien bij de volwassenen in Sittard-Geleen. Ook in alle andere leeftijdscategorieën daalde het roken ten opzichte van 2003/2005 (zie tabel 4.3 en bijlage 2a, 2b en 2c). Jeugd in Sittard-Geleen gebruikt minder alcohol Van de volwassenen en ouderen in Sittard-Geleen drinkt respectievelijk 12 en 7,3% overmatig alcohol. Dit is voor de ouderen aanzienlijk minder dan in de rest van ZuidLimburg (zie tabel 4.4 en bijlage 2c). Zwaar drinken door volwassenen en ouderen gebeurt in Sittard-Geleen iets vaker dan landelijk en regionaal. Onder de jeugd in Sittard-Geleen zijn het alcoholgebruik in het algemeen, ‘dronken zijn geweest in de laatste 4 weken’ en het ‘binge-drinken’ afgenomen ten opzichte van 2005, maar zijn de percentages desondanks, net als in de rest van de regio, omvangrijk (zie tabel 4.4). In Sittard-Geleen is het soft- en harddruggebruik van 15- en 16-jarigen ongeveer gelijk aan dat van jongeren in Zuid-Limburg (zie tabel 4.4). Toename onveilig vrijen Van de 13- en 14-jarigen in Sittard-Geleen vrijt 4,5% onveilig (gebruikt geen condoom). Bij 15- en 16-jarigen is het percentage onveilig vrijen opgelopen tot 17%, dit is iets hoger dan het regionale gemiddelde. Van de jeugdigen die seksueel actief zijn geeft 0,4% aan een soa te hebben gehad; dit is lager dan het regionale gemiddelde (zie tabel 4.4). Trend in leefstijl vooral bij jeugd in Sittard-Geleen gunstig De leefstijl van veel volwassenen en oudere bewoners van Sittard-Geleen ontwikkelt zich de laatste jaren gunstig voor een aantal factoren: er wordt steeds minder gerookt, er wordt vaker ontbeten en er worden meer groenten gegeten. Het ernstig overgewicht, diabetes en onvoldoende fruit eten zijn daarentegen vooral onder de volwassenen en ouderen in Sittard-Geleen gestegen. De jeugd in Sittard-Geleen doet het op veel fronten goed. Bij deze groep is het ernstig overgewicht gedaald, wordt minder gerookt, ontbijt men vaker, wordt minder alcohol gedronken, komt ‘binge drinken’ minder voor, is men minder vaak dronken en vaker lid van een sportclub. Voldoende fruit eten en veilig vrijen laat nog geen positieve trend zien bij de jeugd. Overgewicht lijkt bij de jeugd te stabiliseren maar neemt nog toe bij meisjes (5 tot 6 jaar en 13 tot 14 jaar). 35
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Tabel 4.4: Alcohol-/drugsgebruik en seksueel gedrag in Sittard-Geleen: prevalentie en trends (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2007 en 2008; PGO GGD Zuid Limburg, 2008 en 2009) Landelijk1 Zuid-Limburg2 2006/2008 2008/2009 (%) (%)
Sittard-Geleen2 2003/2005 (%)
Sittard-Geleen2 2008/2009 (%)
Trend SittardGeleen
Begin leeftijd alcohol drinken 13 - 14 jaar
11,8 jaar
11,0
10,9
11,0
Stabiel
15 - 16 jaar
13,1 jaar
12,9
12,5
12,9
Gestegen
13 - 14 jaar3
33,0
27,0
42,4
21,7
Gedaald
15 - 16 jaar3
71,7
66,4
72,6
65,8
Gedaald
20 - 54 jaar4
86,3
85,0
89,8
87,2
Gedaald
55 - 74 jaar
82,5
79,5
83,7
78,0
Gedaald
67,6
61,6
-
61,0
-
Alcoholgebruik
4
75+ jaar4
Overmatig alcoholgebruik (man > 21 glazen en vrouw > 14 glazen per week) 13 - 14 jaar5
1,2
0,9
1,8
1,4
Stabiel
15 - 16 jaar5
9,3
6,8
8,5
7,9
Stabiel
20 - 54 jaar
-
9,3
-
11,7
-
55 - 74 jaar
-
11,3
-
7,3
-
75+ jaar
-
3,8
-
2,4
-
Binge drinken (≥ 5 glazen per gelegenheid in de afgelopen 4 weken) 13 - 14 jaar
23,8
17,9
24,7
13,9
Gedaald
15 - 16 jaar
54,3
46,3
47,9
46,8
Gedaald
Zwaar drinken (≥ 6 glazen minstens 1 dag in de week) 20 - 54 jaar
13,0
12,1
13,9
13,6
Stabiel
55 - 74 jaar
8,9
8,6
10,9
11,0
Stabiel
75+ jaar
1,7
1,5
-
1,0
-
Dronken geweest (afgelopen 4 weken) 13 - 14 jaar
8,7
6,6
9,7
6,4
Gedaald
15 - 16 jaar
34,1
27,0
34,3
27,4
Gedaald
Softdruggebruik (recent gebruik < 4 weken) 13 - 14 jaar
3,8
3,8
2,0
2,1
Stabiel
15 - 16 jaar
11,5
9,3
9,9
10,4
Stabiel
Harddrugsgebruik (recent gebruik < 4 weken) 13 - 14 jaar
0,6
0,3
0,4
0,0
Stabiel
15 - 16 jaar
1,2
1,1
1,2
2,7
Gestegen
36
Factoren die de gezondheid beïnvloeden
Landelijk1 Zuid-Limburg2 2006/2008 2008/2009 (%) (%)
Sittard-Geleen2 2003/2005 (%)
Sittard-Geleen2 2008/2009 (%)
Trend SittardGeleen
Onveilig vrijen (geen condoom gebruikt, alle jongeren) 13 - 14 jaar
-
3,2
3,4
4,5
Gestegen
15 - 16 jaar
-
15,3
14,5
17,0
Gestegen
Risico op soa (geen condoom gebruikt, seksueel actieve jongeren) 13 - 14 jaar
-
36,0
33,3
44,2
Gestegen
15 - 16 jaar
-
47,6
47,8
49,4
Stabiel
Soa gehad (seksueel actieve jongeren)** 13 - 14 jaar
-
4,5
0,0
3,7
Stabiel
15 - 16 jaar
-
1,5
2,5
1,3
Stabiel
Landelijke referentiecijfers voor volwassenen CBS POLS (2006-2008) en voor jeugd TRIMBOS 2007 2 Verschillende meetmomenten: 2001/2005/2009 = 13/14 en 15/16 jaar; 1998/2003/2009 = 20-54 jaar; 1998/2003/2008 = 55-75 jaar 3 Heeft afgelopen 4 weken gedronken 4 Heeft afgelopen jaar gedronken 5 > 20 glazen alcohol per week 1
NB: duidt op een significant ongunstig verschil tussen de gemeente en andere Zuid-Limburgse gemeenten, op een significant gunstig verschil.
duidt
Leefstijlfactoren hangen samen met sociaaleconomische gezondheidsverschillen In Zuid-Limburg leven veel mensen met een lagere sociaaleconomische status (ses) vaker ongezond. Laagopgeleiden roken vaker, eten ongezonder en zijn vaker te dik dan hoogopgeleiden. Ouderen, die voor hun inkomen volledig afhankelijk zijn van de AOW, drinken daarentegen minder alcohol dan mensen met meer inkomen. Dit geldt ook voor inwoners van de gemeente Sittard-Geleen. Relatief veel inwoners hebben een laag opleidingsniveau en daarmee ook een ongezonde leefstijl. Zie ook paragraaf 2.2 over deze verschillen in Sittard-Geleen.
4.3 Fysieke omgeving Veel woningen in Sittard-Geleen hebben een binnenmilieuprobleem De kwaliteit van het binnenmilieu wordt bepaald door de aanwezige bronnen van verontreiniging en de mate van ventilatie. Vooral de ventilatie is in woningen in SittardGeleen (net zoals in de rest van Zuid-Limburg) onder de maat. Ventilatie verbetert de binnenmilieukwaliteit: hoe beter de ventilatie, hoe beter de binnenmilieukwaliteit. In de gemeente Sittard-Geleen wordt in de slaapkamer, badkamer en keuken in meer dan de
37
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
ernstige geluidshinder
ernstige slaapverstoring door geluid
ernstige geurhinder
ernstige hinder door stof, roet of rook
0
5
10
15
20
25
30
35
percentage Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
Figuur 4.1 : Percentages ernstig gehinderden (geluidshinder, slaapverstoring door geluid, geurhinder en hinder door stof, roet of rook) in Sittard-Geleen ten opzichte van Zuid-Limburg (Bron: Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009)
helft van de woningen onvoldoende geventileerd. In de woonkamer is in bijna tweederde van de woningen sprake van een slechte ventilatie. In 30% van de woningen in Sittard-Geleen is sprake van schimmel- of vochtplekken (Zuid-Limburg 31%). De kans op astmatische klachten bij volwassenen neemt door vochtige woningen toe met een factor 1,5 tot 2 (Houweling & Duijm, 2005). Vooral geluidshinder in Sittard-Geleen Veel inwoners in Sittard-Geleen hebben last van ernstige hinder. Vooral geluidshinder komt veel voor; ruim een op de vier inwoners ervaart ernstige geluidshinder. De gemeente verschilt hierin niet van de regio (zie figuur 4.1). De twee belangrijkste bronnen van ernstige geluidshinder voor Sittard-Geleen zijn bromfietsers/-scooters en wegverkeer op wegen waar maximaal 50 km per uur mag worden gereden (Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009).
38
Zorg en veiligheid in Sittard-Geleen
5
Zorg en veiligheid in Sittard-Geleen
5.1 Inleiding Niet alleen de (gezondheids)zorg draagt bij aan een verhoging van het gevoel van welbevinden. Ook veiligheid is hier een belangrijke graadmeter voor. In dit hoofdstuk staan drie onderwerpen centraal. De bereikbaarheid van de acute zorg in SittardGeleen staat centraal in paragraaf 5.2. Maatschappelijke ondersteuning komt in paragraaf 5.3 aan bod. Paragraaf 5.4 gaat over veiligheid in Sittard-Geleen. Naast algemene aspecten van veiligheid is in deze paragraaf ook specifiek aandacht voor (jeugd)criminaliteit.
5.2 De gezondheidszorg in Sittard-Geleen Zuid-Limburg is een dichtbevolkte en relatief compacte regio. Mede daardoor zijn voorzieningen voor de (gezondheids)zorg in Zuid-Limburg over het algemeen goed bereikbaar en in voldoende mate aanwezig. Ziekenhuizen zijn binnen een acceptabele reistijd bereikbaar en ook de bereikbaarheid van de acute zorg is goed geregeld. In 2009 ruim 6.500 ambulanceritten in Sittard-Geleen Een belangrijke taak van de ambulancezorg is het verlenen van spoedeisende medische hulp, zoals bij een ongeval of acute medische aandoeningen buiten het ziekenhuis. In 2009 zijn in Zuid-Limburg 44.539 ambulanceritten uitgevoerd, waarvan 6.528 in Sittard-Geleen. Het totaal aantal ritten is de afgelopen jaren gestegen, zowel in Sittard-Geleen als in Zuid-Limburg. De ambulanceritten kunnen in drie categorieën worden verdeeld. Voor levensbedreigende spoedeisende hulp geldt een norm van vijftien minuten na melding waarbinnen de ambulance ter plaatse dient te zijn (het zogenaamde A1-vervoer). Alle overige spoedritten worden A2 ritten genoemd. De ambulance moet in dit geval binnen een half uur na melding ter plaatse te zijn. Een derde categorie is het besteld vervoer (geen spoed vervoer / B-ritten). Dit is het vervoer dat vooraf te plannen is. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het vervoeren van een patiënt van een ziekenhuis naar een revalidatiecentrum (Boers, 2010).
39
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Tabel 5.1: Het aantal ambulanceritten in Sittard-Geleen en Zuid-Limburg over de periode 2007 tot en met 2009. Tussen haakjes staat het percentage van het totaal aantal ritten (Bron: GGD Zuid Limburg, 2010; Boers, 2010) A1 ritten
A2 ritten
B-ritten
Ritten totaal
Totaal aantal ritten per 10.000 inwoners
Sittard-Geleen 2007
2.313 (37,2%)
1.280 (20,6%)
2.632 (42,3%)
6.225
647
2008
2.221 (34,8%)
1.360 (21,3%)
2.802 (43,9%)
6.383
667
2009
2.270 (34,8%)
1.442 (22,1%)
2.816 (43,1%)
6.528
685
8.365 (20,5%) 17.561 (43,0%)
40.814
664
Zuid-Limburg 2007
14.888 (36,5%)
2008
15.084 (35,9%)
8.725 (20,8%) 18.182 (43,3%)
41.991
687
2009
15.945 (35,8%)
9.723 (21,8%) 18.871 (42,4%)
44.539
731
Van alle ambulanceritten in de gemeente in 2009 betrof meer dan de helft (57%) spoedvervoer (A1- en A2-vervoer). Dit percentage is ongeveer gelijk aan het gemiddelde in Zuid-Limburg (58%). Het aantal ritten per 10.000 inwoners is in Sittard-Geleen vergelijkbaar met Zuid-Limburg (zie tabel 5.1). Bijna 95% van de ambulances op tijd ter plaatse Spoedeisende ambulancezorg kan op ieder moment van de dag noodzakelijk zijn en is niet planbaar. In het geval van spoedeisende ambulancezorg moet de ambulance zo spoedig mogelijk bij de patiënt ter plaatse kunnen zijn. In Sittard-Geleen is 94% van de A1-ritten binnen vijftien minuten ter plaatse; dit is meer dan het Zuid-Limburgse (91%) en het landelijk gemiddelde dat op 90% ligt. Een aangepast spreidings- en beschikbaarheidsplan voor ambulances moet ertoe leiden dat dit percentage de komende jaren nog verder stijgt. Sinds 2007 is het aantal overschrijdingen in Zuid-Limburg licht afgenomen (GGD Zuid Limburg, 2010; Boers, 2010). Veel opnameritten in Sittard-Geleen Verreweg de meeste ambulanceritten in Sittard-Geleen betreffen een opnamerit. Van alle ambulanceritten in de gemeente is ongeveer 54% een opnamerit. In ongeveer twaalf procent van alle ambulanceritten in de gemeente wordt er wel hulp geboden, maar wordt geen patiënt vervoerd. Dit percentage ligt in Sittard-Geleen ongeveer gelijk aan het gemiddelde in Zuid-Limburg (13%).
40
Zorg en veiligheid in Sittard-Geleen
5.3 Maatschappelijke ondersteuning in Sittard-Geleen Om te voorkomen dat mensen fysiek, psychisch of sociaal ongezonder worden en ondersteuning nodig hebben, hoeft niet altijd een beroep gedaan te worden op de curatieve zorg. Als de gezondheid van mensen te wensen overlaat, kan daar op verschillende manieren in tijd en plaats mee worden omgegaan. In deze paragraaf wordt aandacht besteed aan twee gemeentelijke verantwoordelijkheden in het kader van de Wmo: de mantelzorg en behoefte aan informatie en zorg in de thuissituatie. Ouderen in Sittard-Geleen willen graag deelnemen aan sport- of beweegactiviteiten Aan de 55-plussers in Sittard-Geleen is gevraagd van welke voorzieningen/activiteiten/ hulp binnen de gemeente zij wel eens gebruik maken. Bijna één op de vijf ouderen (18%) heeft hulp bij administratieve of financiële activiteiten. Respectievelijk 7,0 en 7,9% van de 55-plussers in Sittard-Geleen neemt deel aan sport- of beweegactiviteiten of aan recreatieve en culturele bezigheden die vanuit een activiteiten- of dienstencentrum worden georganiseerd. Tegelijkertijd is geïnventariseerd in hoeverre ouderen die nog geen gebruik van bepaalde voorzieningen, wel gebruik zouden willen maken van deze voorzieningen of activiteiten. Het niet gebruik maken van voorzieningen kan verschillende oorzaken hebben. Zo weten mensen soms niet van het bestaan van voorzieningen af, is de voorziening niet beschikbaar in de gemeente of zijn de voorzieningen te duur of te ver weg. Van de ouderen wil 12% graag deelnemen aan sport- of beweegactiviteiten, maar doet dit nu nog niet. Daarnaast is er een duidelijke behoefte bij de ouderen in Sittard-Geleen aan een lokaal loket voor informatie over gezondheid, zorg, welzijn en wonen. Van de 55-plussers geeft 12% aan hier graag gebruik van te willen maken. Van de 75-plussers heeft 14% behoefte aan hulp in en om het huis via een vrijwilligers organisatie (Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2007). Ongeveer één op de negen 55-plussers ontvangt mantelzorg In de Wmo is mantelzorg gedefinieerd als: ‘langdurige zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt aangeboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt’ (Morée et al., 2006). Net zoals gemiddeld in Zuid-Limburg heeft 10% van de 55-plussers in Sittard-Geleen mantelzorg ontvangen in het jaar voorafgaand aan het onderzoek (zie bijlage 2c). Met 41
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
het stijgen van de leeftijd neemt het aantal mensen dat mantelzorg krijgt sterk toe. Het is een algemeen gegeven dat relatief meer laag opgeleide ouderen mantelzorg ontvangen. Bij mantelzorg gaat de aandacht vaak uit naar ouderen, maar ook jongere volwassenen geven en krijgen mantelzorg. Van de volwassenen in Sittard-Geleen (17 tot 55 jaar) heeft 3,7% mantelzorg ontvangen; in Zuid-Limburg is dit gemiddeld 3,4%. In beide leeftijdsgroepen betreft het aanzienlijk meer vrouwen dan mannen (zie bijlage 2b). Veel 55-plussers in Sittard-Geleen zijn zelf ook mantelzorger (10%). Dit percentage is iets lager dan het Zuid-Limburgse gemiddelde (11%). De grootste groep mantelzorgers bevindt zich in de groep 55- tot 65-jarige (11%), maar ook op hogere leeftijd (75 tot 84 jaar) wordt nog mantelzorg gegeven (9,2%). Van de volwassenen geeft ongeveer één op de negen mensen mantelzorg; dit zijn voornamelijk vrouwen. Mantelzorg wordt meestal aan ouders of partners gegeven, maar soms ook aan kinderen, buren of vrienden (zie bijlage 2b en 2c). Van de oudere mantelzorgers in Sittard-Geleen is 13% belast Driekwart van de zorg die mensen thuis krijgen, wordt verricht door mantelzorgers. Mantelzorg wordt ook wel het cement van de samenleving genoemd; mantelzorg is niet alleen van belang voor het individu maar heeft ook een belangrijk maatschappelijk belang. In de Wmo hebben gemeenten onder andere de taak mantelzorgers te ondersteunen in hun zorgtaken (prestatieveld 4), vooral als deze mensen overbelast (dreigen te) raken. Van de mantelzorgers in Sittard-Geleen van 55 jaar en ouder is 13% belast; dit ligt beneden het Zuid-Limburgse gemiddelde (19%). Van de volwassen mantel zorgers is 16% belast ten opzichte van 13% in Zuid-Limburg (zie bijlage 2b en 2c).
5.4 Veiligheid in Sittard-Geleen Veel geweldsdelicten in Sittard-Geleen Diefstal, geweld, inbraak en vernieling zijn vormen van alledaagse criminaliteit en overlast waar burgers in gemeenten mee te maken kunnen krijgen. In Sittard-Geleen kwamen deze vormen van criminaliteit en overlast in 2007 meer voor dan gemiddeld in Nederland. Het referentiecijfer is het gemiddelde indexcijfer van Nederland: 100. Het aantal diefstallen in Sittard-Geleen is, met een indexcijfer van 192, hoger dan gemiddeld (Mulder, 2009c).
42
Zorg en veiligheid in Sittard-Geleen
aantal HALT-verwijzingen 250
200
150
100
50
0 2005
2006 vernieling
2007 vuurwerk
2009
2008 diefstal
totaal
Figuur 5.1: Aantal HALT-verwijzingen van de meest gepleegde delicten van 2005 tot en met 2009 in Sittard-Geleen (Bron: GGD Zuid Limburg, 2010)
Jeugdcriminaliteit Sittard-Geleen iets onder landelijk gemiddelde Jeugdcriminaliteit is een belangrijke indicator voor de veiligheid in een regio of gemeente. Cijfers over jeugdcriminaliteit geven echter ook inzicht in het welbevinden en de gezondheid van de jeugd. Bij jeugdcriminaliteit gaat het om het percentage 12- tot en met 21-jarigen dat een delict heeft gepleegd en daardoor voor de rechter is verschenen. In 2008 zijn dit landelijk 65.198 jongeren (3,3%). Dit aantal is ten opzichte van de jaren daarvoor licht gedaald. Limburg is met 2,7% een van de provincies in Nederland met het laagste percentage delicten. In Sittard-Geleen betreft het 2,9% van de jongeren (Steketee et al., 2010). Meeste jongeren uit Sittard-Geleen vanwege diefstal naar HALT HALT - dat letterlijk staat voor ‘Het ALTernatief’ - houdt zich bezig met de preventie en bestrijding van jeugdcriminaliteit. Repressie (straffen) en preventie zijn de twee kernactiviteiten van HALT. Jongeren tot 18 jaar die strafbare feiten plegen zoals (winkel) diefstal, vuurwerkoverlast en vernieling kunnen door de politie naar HALT worden doorverwezen voor een HALT-afdoening. Het aantal verwijzingen naar HALT fluctueert in Sittard-Geleen door de jaren heen (zie figuur 5.1). In 2009 werden bijna 140 jongeren 43
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
naar HALT verwezen voor een HALT-afdoening. Ruim 30% van deze jongeren heeft een diefstal gepleegd, alleen of in een groep. Ook voor het in bezit hebben van (illegaal) vuurwerk of het afsteken van vuurwerk buiten de daarvoor toegestane periode komen jaarlijks relatief veel jongeren uit Sittard-Geleen bij HALT terecht (GGD Zuid Limburg, 2010).
44
Kansen voor gezondheidsbeleid: Zuid-Limburg en Sittard-Geleen
6
Kansen voor gezondheidsbeleid: Zuid-Limburg en Sittard-Geleen
6.1 Een verbetering van de gezondheid vraagt om meer dan alleen de wet In opdracht van de lokale overheid draagt de GGD vanuit een aantal wettelijke taken zorg voor de uitvoering van het gezondheidsbeleid. Zo worden onder andere vaccinaties aangeboden om infectieziekten terug te dringen en vinden contactmomenten binnen de jeugdgezondheidszorg plaats om ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jongeren te volgen en risico’s te signaleren. Hoewel deze wettelijke activiteiten een belangrijke bijdrage leveren aan de volksgezondheid in Zuid-Limburg, mag niet verwacht worden dat de uitvoering hiervan leidt tot een verdere verbetering van de publieke gezondheid. Verbindingen leggen met gezondheid is vereist Omdat gezondheid beïnvloed wordt door een veelheid van factoren wordt de roep om een integrale en intersectorale benadering steeds luider. Afstemming met andere beleidsterreinen en een duidelijke focus op risicogroepen zijn essentieel om in de toekomst meer gezondheidswinst te kunnen realiseren. Een goede publieke gezondheid en een welvarende samenleving vragen om investeringen in preventie en zorg. Gemeenten hebben de beleidsregie voor de publieke gezondheid, zowel regionaal als lokaal. Vanuit deze rol wordt van gemeenten verwacht dat zij een integrale beleidsvisie voor de publieke gezondheid ontwikkelen. Een visie die vervolgens in nauwe samenwerking met diverse gemeentelijke beleidsterreinen en externe samenwerkingspartners vertaald wordt naar regionale en/of lokale uitvoeringsprogramma’s. Het gaat hierbij niet alleen om de uitvoering van wettelijke verplichtingen, maar vooral om intersectorale samenwerking en het leggen van verbindingen tussen preventie en curatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan valpreventie bij ouderen: deze preventieve maatregelen zijn niet alleen goed ter verbetering van de gezondheid van de ouderen zelf, maar kunnen tevens een bijdrage leveren aan het reduceren van de Wmo-kosten. Op naar een nieuw gezondheidsbeleid Het voorliggende rapport met relevante gegevens en uitgangspunten vormt een basis voor het nieuwe volksgezondheidsbeleid van 2012-2015 in Zuid-Limburg. Dit document staat echter niet op zichzelf, maar moet gekoppeld worden aan het huidige 45
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
gemeentelijke beleid om een bijdrage te leveren aan een gezonder Sittard-Geleen. De gemeente is nu aan zet om met de informatie die nu voorhanden is, keuzes te maken en deze te vertalen in het beleid van de komende jaren.
6.2 Investeren in gezondheid onontbeerlijk voor de toekomst Gezien de achterblijvende gezondheid, de vele inwoners met een lage sociaaleconomische status en de structurele bevolkingsdaling, is investeren in een gezonde samen leving broodnodig: zowel in Zuid-Limburg als in Sittard-Geleen. Een samenleving waarin alle mensen, ongeacht hun sociaaleconomische status, volwaardig kunnen deelnemen aan maatschappelijke activiteiten zoals arbeid en mantelzorg staat hierin centraal. Dit vraagt om een gericht gezondheidsbeleid. Een beleid waarin nadrukkelijk gekozen wordt voor gezondheidsbevorderende en -beschermende maatregelen voor groepen, zoals kwetsbare jongeren en ouderen, ter verkleining van de sociaaleconomische gezondheidsverschillen. De vijf landelijke preventiespeerpunten zijn hierbij uiteraard een belangrijk uitgangspunt: depressie, overgewicht, alcohol, roken en seksualiteit. Maar ook het voortijdig schoolverlaten van jongeren vraagt om een gedegen beleid. Samen sterk in Sittard-Geleen De gemeente Sittard-Geleen erkent in haar coalitieakkoord voor de periode 20102014 dat er naast succes en vooruitgang nog steeds achterstanden zijn op sociaal, fysiek en economisch gebied. De aanpak van deze achterstanden zal de komende jaren complexer worden door de demografische transitie (vergrijzing, ontgroening en bevolkingsafname) en de rijksbezuinigingen. De uitdaging zal zijn om deze aanpak met behulp van de kracht van de samenleving in de gemeente en in de regio en door samenwerking met organisaties, inwoners en bedrijven de komende jaren meer uit te werken. Hoewel gezondheid niet expliciet in het coalitieakkoord wordt benoemd, liggen er voor de gemeente Sittard-Geleen veel kansen om via een integrale benadering een bijdrage te leveren aan het bevorderen van de gezondheid en de vitaliteit van de gemeente te vergroten. Sporten en bewegen in de buurt De gemeente Sittard-Geleen wil de komende jaren sporten en sportaccommodaties in de buurten stimuleren; het versterken van de samenwerking tussen sportverenigingen en de samenwerking tussen sportaccommodaties. De gemeente zou in dit kader meer 46
Kansen voor gezondheidsbeleid: Zuid-Limburg en Sittard-Geleen
gezondheidswinst kunnen realiseren door de nadruk niet alleen op sport, maar ook op bewegen te leggen. Bewegen is een goede en laagdrempelige voorloper om te komen tot sporten in verenigingsverband. Vooral binnen de groepen die niet aan de landelijke beweegnorm voldoen en dus onvoldoende bewegen en sporten, zou dit gezondheidswinst op kunnen leveren. Bewegen heeft niet alleen een positieve invloed op overgewicht, maar kan ook een risicoverlagend effect op depressie hebben. Daarnaast is bekend dat onvoldoende lichamelijke activiteit de kans op vroegtijdig overlijden verhoogt en is er een verhoging van het risico op het ontstaan van onder andere coronaire hartziekten, diabetes type II en verschillende soorten kanker. Bij ouderen kan voldoende bewegen positief zijn voor het voorkomen van valongevallen en het ontwikkelen van dementie. Voor het stimuleren van meer bewegen is het belangrijk dat er voldoende veilige fietsen wandelpaden zijn, dat wijken beweegvriendelijk worden ingericht en dat kinderen via school actief worden gestimuleerd om meer te gaan en blijven bewegen. Uit de beweegcijfers van ‘Een gezonde kijk op Sittard-Geleen’ blijkt dat, ten opzichte van het Zuid-Limburgse gemiddelde, een groot percentage van de jongeren, volwassenen en ouderen in de gemeente niet voldoet aan de landelijke beweegnorm. Aandacht voor alcoholgebruik, seksualiteit en eenzaamheid belangrijk Uit de cijfers van dit rapport blijkt dat verhoudingsgewijs veel volwassenen en jongeren overmatig alcohol drinken. Daarnaast is het soft- en harddruggebruik onder de jongeren van 15 en 16 jaar in Sittard-Geleen hoog en wordt er vaker onveilig gevreeën door de jongeren in de gemeente. Veel ouderen in de gemeente zijn ernstig eenzaam (vooral in Oost-Geleen) en hebben een hoog risico op angststoornissen of depressie. Overmatig alcoholgebruik verhoogt de kans op verschillende ziekten; met name kanker, hart- en vaatziekten en psychische stoornissen. Tevens wordt een kwart van de verkeersdoden veroorzaakt door overmatig alcoholgebruik. Jongeren die blowen, vertonen meer probleemgedrag en schoolprestaties blijven vaak onder de maat. Het verband tussen cannabisgebruik en gedragsproblemen wordt sterker naarmate de frequentie van het gebruik toe neemt. Aandacht voor seksualiteit is noodzakelijk, omdat onveilig vrijen het risico op soa en ongewenste zwangerschappen vergroot. Eenzaamheid is een belangrijke risicofactor voor depressiviteit; angst/depressie gaat gepaard met een grote ziektelast en is één van de meest voorkomende aandoeningen in Nederland (Lamberts et al., 2010). In vergelijking met Nederland en Zuid-Limburg komt ook voortijdig schoolverlaten in Sittard-Geleen relatief veel voor. De afgelopen jaren is het landelijke en regionale percentage schoolverlaters zonder diploma geleidelijk gedaald, maar voor de 47
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
toekomst blijft deze problematiek een belangrijk aandachtspunt. Omdat voortijdige schoolverlaters minder kansen hebben op de arbeidsmarkt, zijn deze jongeren kwetsbaar wat betreft het krijgen van een goede plek in de maatschappij (Steketee et al., 2010).
6.3 Focus op risicogroepen In deze rapportage is een integraal beeld neergezet van de gezondheidssituatie in Sittard-Geleen. Dit is een eerste belangrijke stap op weg naar een meer systematische en integrale onderbouwing van gemeentelijke gezondheidsbeleid en om het politieke debat aan te gaan over de vraag: Welke betekenis geeft de gemeenteraad van Sittard-Geleen aan een goede publieke gezondheid en wat heeft zij daar voor over? De regionale VTV 2010 en het rapport ‘Een gezonde kijk op Sittard-Geleen’ maken duidelijk dat met name de gezond heid van de burgers met een lage sociaaleconomische status achterblijft. Omdat onvoldoende middelen beschikbaar zijn om alle burgers in de gemeente te ondersteunen bij het verbeteren van hun gezondheid is het voor het nieuwe gezondheidsbeleid belangrijk dat de gemeente onderbouwde keuzes maakt voor de belangrijkste risicogroepen en passende lokale en/of regionale interventies. Afstemming en samenwerking met andere beleidsterreinen en samenwerkingspartners zijn hierbij essentieel; het verbeteren van de publieke gezondheid is immers een collectieve verantwoordelijkheid.
6.4 Hoe nu verder? De kernboodschappen in ‘Een gezonde kijk op Zuid-Limburg’ en ‘Een gezonde kijk op Sittard-Geleen’ geven de belangrijkste cijfers, opvallendheden en problemen weer. Deze kernboodschappen zullen terug komen in de regionale nota volksgezondheidsbeleid voor de periode 2012-2015. Het advies aan de gemeente is om met deze gegevens aan de slag te gaan voor de lokale uitvoering van het gezondheidsbeleid. Hiertoe dient het huidige gezondheidsbeleid te worden gecontinueerd, maar ook te worden aangescherpt met duidelijk onderbouwde keuzes op basis van de beschikbare gegevens. Tevens is het van belang om zoveel mogelijk de samenwerking met andere beleidsterreinen op te zoeken om tot een intersectorale aanpak te komen.
48
Kansen voor gezondheidsbeleid: Zuid-Limburg en Sittard-Geleen
Enkele belangrijke uitgangspunten in dit kader zijn; • Aandacht voor risicogroepen is essentieel voor het verkleinen van sociaaleconomische gezondheidsverschillen. In Sittard-Geleen zijn dit vooral kwetsbare jongeren, volwassenen en ouderen met een lage sociaaleconomische status. Het bevorderen van de leefstijl van deze risicogroepen is in dit kader essentieel; minder overmatig alcohol-, soft- en harddruggebruik en onveilig vrijen onder jongeren en een daling van het percentage ouderen met psychosociale problemen. Ook voortijdig school verlaten vereist specifieke aandacht. Het is van belang aan te sluiten bij het bestaande uitvoeringsbeleid voor jeugd en ouderen en dit te verbreden naar de volwassen doelgroep. • De aandacht voor bewegen in Sittard-Geleen blijft belangrijk en kan hiermee een positieve invloed op meerdere aspecten van gezondheid hebben. Daarnaast kan bewegen een laagdrempelige voorloper zijn van sporten in verenigingsverband. Samenwerking tussen de betrokken partijen is daarbij van essentieel belang.
49
Literatuur, gegevensbronnen en websites
Literatuur, gegevensbronnen en websites Literatuur Boers I. Ambulances in-zicht. Ambulancezorg Nederland. Zwolle, 2010. Bohlmeijer E, Smit F, Smits C. Preventie van depressie bij ouderen: Introductie en onderbouwing. Utrecht: Trimbos-instituut, 2005. Bovendeur I. Welke wetgeving heeft betrekking op de publieke gezondheidszorg? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilt hoven: RIVM,
Nationaal Kompas Volksgezondheid\ Gezondheidszorg\ Publieke gezondheidszorg, 7 december 2009. Deuning CM, Roedig A. Sociaaleconomische status 2006. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Beïnvloedende factoren\ Sociale omgeving\ Ses, 12 december 2006. GGD Zuid Limburg. Jaardocument 2009. Geleen: 2010. Houweling DA , Duijm F. Binnenmilieu samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Gezondheidsdeterminanten\ Omgeving\ Milieu\ Binnenmilieu, 12 december 2005. Lamberts PHG, Steenbakkers M, Thijssen NHB, Backus-Mujakovic S, Vreede JJM de, Hajema KJ, Poos MJJC. Een gezonde kijk op Zuid-Limburg. Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010. Geleen: GGD Zuid Limburg, 2010. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). VSV-Verkenner: zoom in op schooluitval. Den Haag: Ministerie van OCW, http://www.vsvverkenner.nl/rmc_overzicht_gemeente.php?select=39, 2010. Morée M, Scholten C, Schreuder Goedheijdt T. Handreiking mantelzorgondersteuning in de Wmo. Bunnik: ministerie van VWS, 2006. Mulder M. Werkloosheidsuitkeringen 2008. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Beïnvloedende factoren\ Sociale omgeving\ Ses, 21 september 2009a. Mulder M. Bijstandsuitkeringen 2008. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Beïnvloedende factoren\ Sociale omgeving\ Ses, 21 september 2009b. Mulder M (RIVM). Veiligheidsindex 2007. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationale Atlas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Zorgatlas\Beïnvloedende factoren\Sociale omgeving\Veiligheid, 13 maart 2009c.
51
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Passchier-Vermeer W. Hoeveel mensen ondervinden hinder of andere gevolgen van geluid en neemt dit toe of af? In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM, Gezondheidsdeterminanten\ Omgeving\ Milieu\ Geluid, 17 mei 2006. Provincie Limburg. Bevolkingsprognose 2008-2040. Maastricht: Provincie Limburg, 2008b. Steketee M, Mak J, Tierolf B. Kinderrechten als basis voor lokaal jeugdbeleid. Kinderen in Tel Databoek 2010. Utrecht: Verwey-Jonker Instituut, 2010. Zijlstra GAR, Haastregt JCM van, Ambergen T, Rossum E van, Eijk JTM van, Tennstedt SL, Kempen GIJM. Effects of a multicomponent cognitive behavioral groep intervention on fear of falling and activity avoidance in community-dwelling older adults: Results of a randomized controlled trial. Journal of the American Geriatrics Society 2009, 57-11: 2020-2028. Gegevensbronnen • Bevolkingsprognoses Limburg (Provincie Limburg, 2008). • CBS-Begrippen (www.cbs.nl). Website van het CBS. • CBS Doodsoorzakenstatistiek. Gegevens omtrent de doodsoorzaken van alle in Nederlandse bevolkingsregisters ingeschreven overledenen. • CBS-POLS gezondheid en arbeid. Permanent Onderzoek Leefsituatie, gezondheid en arbeid. • CBS-StatLine (www.cbs.nl/statline). De elektronische databank van het CBS. • Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg 2009 (GGD Zuid Limburg). • Nationaal Kompas Volksgezondheid (www.nationaalkompas.nl) (RIVM). • Nationale Atlas Volksgezondheid (www.zorgatlas.nl) (RIVM). • Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg 2008 (GGD Zuid Limburg). • Preventieve Gezondheidsonderzoeken 2008 en 2009 (PGO) Jeugdgezondheidszorg 2009 (GGD Zuid Limburg). • TNO Kwaliteit van Leven (www.tno.nl /kwaliteit_van_leven/). • TRIMBOS-instituut. • Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg 2009. • VSV-verkenner (www.vsvkerkenner.nl). Website van het ministerie van OCW. • VTV-2010 (www.vtv2010.nl). Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2010 (RIVM).
52
Literatuur, gegevensbronnen en websites
Websites • www.nationaalkompas.nl. Nationaal Kompas Volksgezondheid (RIVM). • www.regionaalkompas.nl. Regionaal Kompas Volksgezondheid (RIVM). • www.toolkitvtv.nl. Website toolkit regionale VTV, hulpmiddel om de regionale en lokale gezondheidssituatie in kaart te brengen (RIVM). • www.zorgatlas.nl. Nationale Atlas Volksgezondheid (RIVM).
53
bijlagen
Bijlage 1
Taken vanuit de Wet publieke gezondheid
Tot 1 december 2008 waren de taken en verantwoordelijkheden van de gemeente ten aanzien van collectieve preventie op het gebied van volksgezondheid vastgelegd in de Wet collectieve preventie volksgezondheid (Wcpv). Sindsdien is de Wcpv (en ook de Infectieziektewet en de Quarantainewet) overgegaan in de Wet publieke gezondheid (Wpg). De taken en bevoegdheden, die versnipperd over deze drie wetten waren verdeeld, zijn nu in één wet geregeld. • Epidemiologie: het verwerven van inzicht in de gezondheidssituatie van de bevolking door middel van het verzamelen en analyseren van gegevens; • Het bewaken van gezondheidsaspecten in bestuurlijke beslissingen; • Het bijdragen aan opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma’s, met inbegrip van programma’s voor gezondheidsbevordering (en inclusief bevolkingsonderzoeken); • Het bevorderen van medisch-milieukundige zorg; • Het bevorderen van technische hygiënezorg; • Het bevorderen van psychosociale hulp bij rampen; • Jeugdgezondheidszorg: volgen en signaleren van ontwikkelingen in de gezondheidstoestand van jeugdigen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren, ramen van behoefte aan zorg, vroegtijdige opsporing en preventie van specifieke stoornissen, vaccinatie, voorlichting, advies, instructie, begeleiding en het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen; • Algemene infectieziektebestrijding: algemene preventiemaatregelen, bestrijden van tbc en soa, inclusief bron- en contactopsporing. De veranderingen in de nieuwe Wpg hebben voornamelijk betrekking op de infectieziektebestrijding. De andere onderwerpen uit de Wcpv zijn doorgaans ongewijzigd overgenomen. Uitzonderingen hierop zijn de JGZ-digitalisering en de ouderengezondheidszorg. Infectieziektebestrijding De Wpg bevat drie nieuwe elementen op het gebied van de infectieziektebestrijding. Het gaat hierbij om de mogelijkheid van aansturing door de minister van VWS bij ernstige uitbraken van infectieziekten of dreigingen daarvan, de uitbreiding van de
55
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
meldingsplicht bij infectieziektebestrijding en de vereisten aan de infrastructuur van infectieziektebestrijding, met name bij belangrijke (lucht)havens. De Wpg regelt onder andere dat er voldoende voorzieningen komen om infectieziekten snel op te kunnen sporen en te bestrijden, met name in het internationale verkeer op grote havens en vliegvelden. Daarnaast zijn de bevoegdheden van de burgemeesters uitgebreid. Jeugdgezondheidszorg Een nieuw onderdeel binnen de Wpg is de verplichte digitalisering van de patiëntendossiers bij de jeugdgezondheidszorg (JGZ). Hierdoor zal de overdracht van dossiers binnen de JGZ soepeler verlopen. Het betreft alleen een digitaliseringplicht die als kwaliteitsbevorderende maatregel wordt ingevoerd. Er is hiermee geen sprake van een digitaal dossier waar ook anderen dan werkers in de JGZ toegang tot hebben. Ouderengezondheidszorg De ouderengezondheidszorg is voor gemeenten en de GGD een nieuwe wettelijke verplichting. De taken die hier uit voortvloeien voor gemeenten zijn: • het monitoren van (ontwikkelingen in de) gezondheidstoestand van ouderen en van gezondheidsbevorderende en -bedreigende factoren; • het inschatten van de behoeften aan zorg; • het vroegtijdig opsporen en preventie van specifieke stoornissen als comorbiditeit; • het geven van voorlichting, advies instructie en begeleiding; • het formuleren van maatregelen ter beïnvloeding van gezondheidsbedreigingen. Het is aan gemeenten om de verdere invulling van bovenstaande taken uit te voeren. (Bron: Bovendeur, 2009)
56
bijlagen
Bijlage 2a Kernindicatoren jongerenmonitor Tabel 2a: Kernindicatoren jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009 (Bron: Jongerenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009; PGO GGD Zuid Limburg, 2008 en 2009) Indicator Ervaren gezondheid (goed-uitstekend)
Gemeente Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
82,0
82,2
42,9
42,1
Chronische aandoeningen Minimaal 1 aandoening Diabetes Astma/COPD
0,7
1,0
15,1
14,2
Overgewicht 5 - 6 jaar
9,2
9,5
9 - 11 jaar
14,8
16,6
13 - 14 jaar
13,8
15,3
5 - 6 jaar
2,1
2,3
9 - 11 jaar
2,0
2,6
13 - 14 jaar
2,6
2,8
Roken
14,7
15,5
Alcohol drinken
42,5
45,6
Dronken of aangeschoten geweest in de afgelopen 4 weken
16,4
16,3
Drinkt ≥ 5 glazen per gelegenheid
Ernstig overgewicht
Leefstijl
29,4
31,3
Hasj of wiet gebruikt
6,1
6,4
Totaal harddrugsgebruik
1,0
0,8
Niet voldoende groente/rauwkost
54,8
55,7
Niet voldoende fruit/sap
63,3
68,3
Niet voldoende ontbijten (< 5 keer per week)
19,7
20,4
Niet voldoende bewegen
32,0
26,8
Geen lid van sportvereniging
33,6
34,0
Aantal keren gymles op school is minder dan 2x per week
58,6
59,9
Heeft geslachtsgemeenschap gehad
21,8
20,0
Vrijt onveilig
10,4
8,9
SOA gehad*
0,4
2,2
57
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Gemeente Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
Wordt wekelijks gepest
4,8
4,6
Verhoogde SDQ
6,2
4,1
Voelt zich onveilig op school
5,1
3,3
Indicator Psychische gezondheid
* Percentage betreft alleen seksueel actieve jongeren NB: duidt op een significant ongunstig verschil tussen de gemeente en andere Zuid-Limburgse gemeenten, op een significant gunstig verschil.
58
duidt
bijlagen
Bijlage 2b Kernindicatoren volwassenenmonitor Tabel 2b: Kernindicatoren volwassenenmonitor (17-64 jaar) GGD Zuid Limburg, 2009 (Bron: Volwassenenmonitor GGD Zuid Limburg, 2009) Indicator Ervaren gezondheid (goed-uitstekend)
Gemeente Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
Nederland
81,3
84,8
91,2
Chronische aandoeningen Minimaal 1 aandoening
57,7
Minimaal 2 aandoeningen
34,1
31,3
-
5,5
4,3
2,9
Diabetes Hoge bloeddruk
-
14,8
15,1
11,0
Hart- en vaatziekten
3,5
3,7
1,2
Astma/COPD
9,7
9,5
6,4
Aandoeningen bewegingsapparaat
32,6
30,8
24,2
Overgewicht
46,2
45,8
42,4
Roken
25,6
27,1
32,6
Overmatig alcoholgebruik
11,5
9,5
-
Zwaar drinken
13,1
11,6
12,7
Niet voldoende groente/rauwkost
67,0
65,2
-
Niet voldoende fruit/sap
73,4
74,1
-
Niet voldoende bewegen
32,8
34,3
-
Hoog risico op angststoornis/depressie
6,7
6,0
-
Eenzaam (ernstig-zeer ernstig)
5,6
6,7
-
Slachtoffer huiselijk geweld
8,7
8,1
-
Leefstijl
Psychische gezondheid
Mantelzorg Krijgt mantelzorg
3,7
3,4
-
Geeft mantelzorg
11,4
12,2
-
Belast door mantelzorg geven
16,2
12,8
59
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Gemeente Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
Nederland
Vochtproblemen
30,3
31,0
-
Geluidshinder (licht-ernstig)
60,2
59,6
-
Geurhinder (licht-ernstig)
31,4
28,3
-
Stofhinder (licht-ernstig)
22,5
21,7
-
Slaapverstoring (licht-ernstig)
34,9
35,2
Indicator Milieu
NB: duidt op een significant ongunstig verschil tussen de gemeente en andere Zuid-Limburgse gemeenten, op een significant gunstig verschil.
60
duidt
bijlagen
Bijlage 2c Kernindicatoren ouderenmonitor Tabel 2c: Kernindicatoren ouderenmonitor (55 jaar en ouder) GGD Zuid Limburg, 2007 en 2008 (Bron: Ouderenmonitor GGD Zuid Limburg, 2007 en 2008) Gemeente Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
Nederland
72,6
68,8
81,6
Minimaal 1 aandoening
75,5
80,1
-
Minimaal 2 aandoeningen
59,1
58,7
-
Diabetes
13,5
14,4
10,7
Hoge bloeddruk
33,4
33,3
30,7
Hart- en vaatziekten
15,4
14,5
6,4
Astma/COPD
11,7
11,5
9,7
Aandoeningen bewegingsapparaat
56,6
53,0
40,9
Overgewicht
63,4
59,4
56,2
ADL-beperkingen
14,7
13,7
-
Vindt eigen manier van leven gezond
71,8
72,8
-
19,1
20,7
22,3
Indicator Ervaren gezondheid (goed-uitstekend) Chronische aandoeningen
Leefstijl Roken Overmatig alcoholgebruik
6,1
9,6
-
Niet voldoende groente/rauwkost
65,3
64,8
-
Niet voldoende fruit/sap
57,6
57,7
-
Niet voldoende bewegen
33,4
39,8
-
Hoog risico op angststoornis/depressie
7,0
7,1
-
Eenzaam (ernstig-zeer ernstig)
9,2
9,1
-
Vindt zichzelf vergeetachtig
25,9
26,2
-
Zorgen over vergeetachtigheid (die zich vergeetachtig vinden)
30,3
37,6
-
Maakt zich zorgen over dement worden
55,2
50,5
-
3,6
3,9
-
Krijgt mantelzorg
10,0
9,9
-
Geeft mantelzorg
10,3
11,4
-
Belast door mantelzorg geven
12,7
19,3
-
Psychische gezondheid
Slachtoffer huiselijk geweld Mantelzorg
61
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Gemeente Sittard-Geleen
Zuid-Limburg
Nederland
Heeft meer zorg/hulp nodig
9,9
9,0
-
Heeft meer zorg/hulp nodig voor huishouden
8,5
7,3
-
Ongeval
9,1
9,2
-
Ongeval in/rondom huis
3,6
3,5
Indicator Zorg
NB: duidt op een significant ongunstig verschil tussen de gemeente en andere Zuid-Limburgse gemeenten, op een significant gunstig verschil.
62
duidt
bijlagen
Bijlage 3
Afkortingenlijst
ADL Algemene dagelijkse levensverrichtingen AOW Algemene Ouderdomswet BCF Beleidsgestuurde Contract Financiering BMI Body Mass Index CBS Centraal Bureau voor de Statistiek COPD Chronische bronchitis en longemfyseem EU Europese Unie GGD Geneeskundige Gezondheidsdienst HALT Het ALTernatief havo hoger algemeen voortgezet onderwijs hbo hoger beroepsonderwijs JGZ Jeugdgezondheidszorg lbo lager beroepsonderwijs lo lager onderwijs mavo middelbaar algemeen voortgezet onderwijs mbo middelbaar beroepsonderwijs Mental Health Inventory MHI MUMC+ Maastricht Universitair Medisch Centrum oggz openbare geestelijke gezondheidszorg PGO Preventieve Gezondheidsonderzoeken POLS Permanent Onderzoek Leefsituatie RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu SDQ Strengths and Dissabilities Questionnaire segv sociaaleconomische gezondheidsverschillen ses sociaaleconomische status soa seksueel overdraagbare aandoeningen tbc tuberculose VGZ Volksgezondheidszorg vmbo voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs VNG Vereniging van Nederlandse Gemeenten vo voortgezet onderwijs vso voortgezet speciaal onderwijs VTV Volksgezondheid Toekomst Verkenning vwo voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
63
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
VWS Wcpv Wmo wo Wpg
64
ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport Wet collectieve preventie volksgezondheid Wet maatschappelijke ondersteuning wetenschappelijk onderwijs Wet publieke gezondheid
bijlagen
Bijlage 4
Begrippenlijst
Allochtonen Een allochtoon is een persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland geboren is. Er wordt in deze regionale VTV geen onderscheid gemaakt tussen personen die zelf in het buitenland geboren zijn (eerste generatie in Nederland) en personen die in Nederland zijn geboren (tweede generatie). Wel wordt onderscheid gemaakt naar herkomstgroepering: westers en niet-westers. Deze indeling is ingegeven door de grote verschillen in sociaaleconomische en culturele situatie tussen deze groepen. Tot de niet-westerse allochtonen behoren de mensen met als herkomstgroepering de landen in de werelddelen Afrika, LatijnsAmerika, Azië (exclusief Indonesië en Japan) of Turkije. Westerse allochtonen vinden hun herkomst in Europese landen (exclusief Turkije), Noord-Amerika, Oceanië of in Japan en Indonesië (CBS-Begrippen). Comorbiditeit Een additionele (chronische) aandoening bij mensen die al een ziekte hebben. Curatie Genezend. Demografie Demografie (letterlijk: de beschrijving van de bevolking) omvat de studie naar (ontwikkelingen in) de omvang en samenstelling van de bevolking. De gezondheid van de bevolking hangt onder meer samen met demografische factoren. Voorbeeld: in een gebied met relatief veel ouderen zijn meer chronische gezondheidsproblemen te verwachten. Demografische druk De som van het aantal personen van 0 tot 19 jaar en 65 jaar of ouder in verhouding tot de personen van 20 tot en met 64 jaar. De demografische druk is de som van de ‘groene druk’ en de ‘grijze druk’ (CBS-Begrippen).
65
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Determinanten Determinanten zijn factoren die de gezondheid beïnvloeden (Nationaal Kompas Volksgezondheid). (EU)regio Grensoverschrijdend samenwerkingsverband van gebieden binnen de Europese Unie. Gezonde levensverwachting De gezonde levensverwachting is het aantal levensjaren dat iemand kan verwachten in goede gezondheid door te brengen. De lengte en kwaliteit van het leven worden hierin gecombineerd. De kwaliteit van het leven wordt weergegeven met drie gezondheidsindicatoren die ieder een bepaald type gezonde levensverwachting opleveren: • levensverwachting in goed ervaren gezondheid; • levensverwachting zonder lichamelijke beperkingen; • levensverwachting in goede geestelijke gezondheid. Gezondheid Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken (WHO, 1948). GGD Zuid Limburg De geneeskundige gezondheidsdienst van de gemeenten in Zuid-Limburg. Een dienst die de collectieve preventie uitvoert, met extra aandacht voor gezondheidsrisico’s in de mens en in diens fysieke en sociale omgeving. Die acuut optreedt bij spoed eisende, medische hulpverlening en calamiteiten en de veiligheid mee bewaakt (GGD Zuid Limburg). Levensverwachting De levensverwachting voor personen die in een bepaald jaar geboren zijn, is het aantal jaren dat zij kunnen verwachten te leven op basis van de sterftekansen in dat jaar en onder de aanname dat de sterftekansen gelijk zullen blijven (Nationaal Kompas Volksgezondheid). Obesitas (ernstig overgewicht) Obesitas geeft abnormale of buitensporige opeenhopingen van vet aan die de gezondheid kunnen beïnvloeden. De Body Mass Index (BMI) is in dit geval gelijk aan of groter
66
bijlagen
dan 30 kg/m2. Het gewicht in kilogram gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters geeft de BMI (Nationaal Kompas Volksgezondheid). Overgewicht Overgewicht geeft abnormale of buitensporige opeenhopingen van vet aan die de gezondheid kunnen beïnvloeden. De Body Mass Index (BMI) is in dit geval gelijk aan of groter dan 25 kg/m2. Het gewicht in kilogram gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters geeft de BMI (Nationaal Kompas Volksgezondheid). Prevalentie De prevalentie is het aantal personen dat een bepaalde ziekte heeft op een bepaald moment (puntprevalentie) of in een bepaalde periode heeft gehad (bijvoorbeeld jaarprevalentie). Psychische ongezondheid Het meten van geestelijke gezondheid van de algemene bevolking gebeurt in Nederland voornamelijk met de RAND Mental Health Inventory (MHI). Bij afname van de MHI worden zowel positieve als negatieve vragen gesteld. In het Nederlands is alleen de versie met vijf vragen beschikbaar (MHI-5). Deze bestaat uit de volgende vragen: Voelde u zich erg zenuwachtig? Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken? Voelde u zich kalm en rustig? Voelde u zich neerslachtig en somber? Voelde u zich gelukkig? Vanaf 2001 wordt de MHI-5 meegenomen in de landelijke gezondheids enquête (POLS) van het CBS. Ook in de gezondheidsenquêtes onder ouderen en volwassenen van GGD Zuid Limburg wordt dit instrument meegenomen. Psychische stoornissen worden niet opgespoord met dit instrument. Publieke gezondheid (Zie ook volksgezondheid) De wetenschap en de kunst om ziekte te voorkomen, levens te verlengen en gezondheid te bevorderen door middel van georganiseerde inspanningen voor de maatschappij, instellingen (publieke en privaat) en individuen. Het richt zich op zaken waar burgers niet snel om zullen vragen, maar die wel nodig zijn voor een gezonde samenleving. Het gaat hierbij vaak om onderwerpen waar gemeenten via hun beleid invloed op uit oefenen, zoals woonomgeving, milieu en gezondheidsbeleid. GGD’en kunnen gemeenten hierin ondersteunen en adviseren. Daarbij is bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen.
67
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
Sociaaleconomische status De positie van mensen in de sociale stratificatie noemen we sociaaleconomische status (ses). Belangrijke kenmerken die vaak als indicatoren van ses dienen, zijn opleiding, beroep en inkomen (Nationale Atlas Volksgezondheid). Sterfte Het aantal personen dat is overleden waarbij een bevoegde arts een overlijdensakte heeft ondertekend (CBS-begrippen). Volksgezondheid (Zie ook publieke gezondheid) De wetenschap en de kunst om ziekte te voorkomen, levens te verlengen en gezondheid te bevorderen door middel van georganiseerde inspanningen voor de maatschappij, instellingen (publieke en privaat) en individuen. Het richt zich op zaken waar burgers niet snel om zullen vragen, maar die wel nodig zijn voor een gezonde samenleving. Het gaat hierbij vaak om onderwerpen waar gemeenten via hun beleid invloed op uit oefenen, zoals woonomgeving, milieu en gezondheidsbeleid. GGD’en kunnen gemeenten hierin ondersteunen en adviseren. Daarbij is bijzondere aandacht voor kwetsbare groepen. Zelfrapportage Een methode van rapportage in het wetenschappelijk onderzoek waarbij de persoon die ondervraagd wordt zelf vragenlijsten invult (Thesaurus Zorg en Welzijn).
68
bijlagen
Bijlage 5
Verantwoording
In dit document is gebruik gemaakt van de landelijke VTV 2010, de zorgatlas, de door het RIVM ontwikkelde toolkit regionale VTV, de regionale VTV ‘Een gezonde kijk op Zuid-Limburg 2010’ en informatie uit de door andere GGD’en (met name GGD Hart voor Brabant en GGD Zeeland) uitgebrachte regionale en lokale publicaties. Sommige teksten zijn één op één uit deze documenten overgenomen. Uiteraard is de informatie waar nodig volledig aangepast aan de Zuid-Limburgse en/of de situatie in SittardGeleen. De regionale en lokale indicatoren zijn veelal afkomstig uit de gezondheidsenquêtes (monitors) van de GGD Zuid Limburg, aangevuld met beschikbare gegevens uit andere lokale, regionale, provinciale en landelijke databronnen. De rapportage ‘Een gezonde kijk op Sittard-Geleen’ maakt deel uit van de regionale VTV ‘Een gezonde kijk op Zuid-Limburg 2010’ en is de nieuwe rapportagevorm over de lokale gezondheidsgegevens.
69
Een gezonde kijk op sittard-geleen
Bijlage 6
Auteurs en gemeentelijke contactpersonen
Auteurs Mw. Drs. P.H.G. Lamberts GGD Zuid Limburg, projectleider regionale VTV Mw. Drs. M. Steenbakkers GGD Zuid Limburg, stafmedewerker beleid, promovenda Academische Werkplaats Publieke Gezondheid Mw. N.H.B. Thijssen, MSc GGD Zuid Limburg, stafmedewerker beleid Mw. Dr. S. Backus-Mujakovic GGD Zuid Limburg, epidemioloog Mw. Dr. J.J.M. de Vreede GGD Zuid Limburg, epidemioloog Dhr. Dr. K.J. Hajema GGD Zuid Limburg, epidemioloog Mw. Drs. D. Hodiamont GGD Zuid Limburg, adviseur gezondheidsbevordering Mw. Drs. A.M. van Ingen GGD Zuid Limburg, adviseur gezondheidsbevordering Mw. Drs. E.C.A.J. Linssen GGD Zuid Limburg, adviseur gezondheidsbevordering Mw. Drs. N. Rutten GGD Zuid Limburg, adviseur gezondheidsbevordering Dhr. Drs. M.J.J.C. Poos RIVM/cVTV, projectleider regionale VTV 70
bijlagen
Gemeentelijke contactpersonen Dhr. Drs. L.A.E.C. Brüll Gemeente Kerkrade, beleidsadviseur Zorg Mw. Drs. N.C. Erens Gemeente Landgraaf, Beleidsmedewerker Maatschappelijke Ontwikkeling Mw. P.H.M. Evers Gemeente Meerssen, beleidsmedewerker Dhr. J.H.J. Janssen Gemeente Schinnen, beleidsmedewerker Wmo/gezondheidszorg, sector ontwikkeling en beheer Mw. Mr. M.J.L. Janssens Gemeente Valkenburg aan de Geul, senior beleidsmedewerkster Dhr. R.W.M.A. van Kesteren Gemeente Brunssum, beleidsmedewerker Dienst Beleid & Strategie Mw. J.A.J. Laven Gemeente Heerlen, beleidsmedewerker Wmo en Gezondheid Mw. J.P.J. Lenssen Gemeente Nuth, beleidsmedewerker Welzijn Dhr. P.J. Loneus Gemeente Gulpen-Wittem, beleidsmedewerker Mw. M. Nicolaes Gemeente Margraten, beleidsmedewerker Welzijn Mw. Drs. A.J. Raaymakers Gemeente Stein, beleidsmedewerker Dhr. drs. F.M.M. Raeven Gemeente Onderbanken, beleidsmedewerker Welzijn en VGZ
71
Een gezonde kijk op sittard-geleen
Dhr. H. Reiters Gemeente Maastricht, programmamanager Mw. Drs. M.D. Reitz-Vollema Gemeente Simpelveld, senior beleidsmedewerker AJZ-Welzijn/Wmo Dhr. M.J.M.G. Renkens Gemeente Sittard-Geleen, beleidsmedewerker Mw. Mr. Drs. J.G.M.W. Rompelberg Gemeente Eijsden, beleidsmedewerker TOCWS Mw. C.C.M. Selten Gemeente Beek, beleidsmedewerker Maatschappelijke Zorg Mw. K. Voorjans Gemeente Voerendaal, adviseur Zorg Mw. M.A.H. Wassenberg, MSc Gemeente Vaals, beleidsadviseur Wij danken alle hierboven genoemde personen voor hun bijdrage aan de totstand koming van de lokale uitwerkingen van de regionale VTV. Een woord van dank gaat eveneens uit naar alle anderen die een steentje hebben bijgedragen aan de totstand koming van de regionale VTV en de lokale uitwerkingen.
72
Zuid-Limburg
Sittard-Geleen Stein
Onderbanken Schinnen
Brunssum
Beek Heerlen
Nuth
Landgraaf
Meerssen Valkenburg aan de Geul
Maastricht
Voerendaal
Kerkrade
Simpelveld
Margraten Gulpen - Wittem Eijsden
Opm_omslag boekje rVTV_A5_Sittard-Geleen.indd 2
Vaals
Deze uitgave is mede mogelijk gemaakt door financiering van de Provincie Limburg
14-12-2010 12:52:24
Een gezonde kijk op Sittard-Geleen is onderdeel van de regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) Zuid-Limburg 2010 en geeft een integraal beeld van de gezondheidstoestand in de gemeente Sittard-Geleen op basis van de op dit moment beschikbare informatie. Voor de overige Zuid-Limburgse gemeenten is een vergelijkbaar rapport verschenen.
Een gezonde kijk op
Sittard-Geleen Een gezonde kijk op Sittard-Geleen
maakt deel uit van
2010
Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning
2010
GGD Zuid Limburg Postbus 2022 6160 HA Geleen T 046 850 66 66 [email protected] www.ggdzl.nl December - 2010
Opm_omslag boekje rVTV_A5_Sittard-Geleen.indd 1
14-12-2010 12:52:16