Sipef N.V. Calesbergdreef 5 2900 Schoten BTW BE 0.404.491.285 R.P.R. Antwerpen
NOTULEN VAN DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING GEHOUDEN TE SCHOTEN OP 11 JUNI 2014
I.
SAMENSTELLING VAN HET BUREAU
De vergadering wordt geopend om 15.00 uur onder het voorzitterschap van Baron Bracht, voorzitter van de raad van bestuur. Ter vervollediging van het bureau van de vergadering duidt de voorzitter de heer Johan Nelis aan als secretaris en A de Limburg Stirum en E Maes als stemopnemers. II.
OPROEPING VAN DE AANDEELHOUDERS
De voorzitter stelt vast dat de oproepingen tot de vergadering tijdig zijn bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad en in De Tijd van 09 mei 2014. De voorzitter stelt voorts vast dat de oproepingsbrief samen met de brochure tijdig werd verstuurd naar alle aandeelhouders op naam, de bestuurders en de commissaris, alsook naar alle aandeelhouders die tijdig de toelatingsvoorwaarden hadden vervuld. III.
AANWEZIGHEIDSLIJST
De aanwezigheidslijst werd door iedere aanwezige aandeelhouder of door zijn lasthebber ondertekend en wordt door de voorzitter afgesloten. De aanwezigheidslijst evenals de volmachten worden aan deze notulen gehecht. Er zijn in totaal 5.219.005
aandelen aanwezig (
58,71
%).
IV. QUORUM De voorzitter stelt vast dat de agenda geen punten bevat die een bijzonder aanwezigheidsquorum vereisen en dat de vergadering dus over alle punten
1
van de dagorde kan beraadslagen en beslissen met gewone meerderheid van stemmen. V.
BERAADSLAGING EN STEMMING
1.
Verslag van de raad van bestuur over het boekjaar afgesloten op 31 december 2013 De voorzitter wordt door de vergadering ontslagen van de lezing van het jaarverslag van de raad van bestuur, dat volledig is opgenomen in de brochure (p. 20 tot en met 27). De voorzitter verleent vervolgens het woord aan de heer François Van Hoydonck, afgevaardigd bestuurder die de voornaamste ontwikkelingen in de groep tijdens de voorbije 5 maanden toelicht (lezing boodschap van de voorzitter). Er wordt door François Van Hoydonck vooreerst antwoord gegeven op de vragen die schriftelijk werden gesteld in overeenstemming met punt 4 van de ‘Praktische richtlijnen’ voor de algemene vergadering. De antwoorden op deze vragen worden in bijlage aangehecht. De voorzitter biedt de vergadering de gelegenheid verdere vragen te stellen. De door de aandeelhouders gestelde vragen worden uitvoerig beantwoord door de bestuurders. Nadat alle vragen zijn beantwoord en er zich geen nieuwe vragen meer aandienen, sluit de voorzitter met instemming van de voltallige vergadering de vragenronde.
2.
Verslag van de commissaris over het boekjaar afgesloten op 31 december 2013 De voorzitter deelt de vergadering mee dat de verslagen van de commissaris over de enkelvoudige en de geconsolideerde jaarrekeningen afgesloten op 31 december 2013 elk een goedkeurende verklaring bevatten zonder voorbehoud. De voorzitter merkt op dat er met betrekking tot de geconsolideerde jaarrekening een toelichtende paragraaf werd ingevoegd. De vergadering ontslaat de commissaris van de lezing van deze verslagen. De voorzitter biedt de vergadering de gelegenheid vragen te stellen aan de commissaris, hier vertegenwoordigd door dhr. Dirk Cleymans.
2
3.
Goedkeuring van de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening afgesloten op 31 december 2013 De voorzitter vervolgt met het derde punt op de dagorde en stelt de enkelvoudige jaarrrekening per 31 december 2013, evenals de resultaatverwerking, ter beraadslaging en goedkeuring voor. Het boekjaar 2013 wordt afgesloten met een winst van Euro 611.558,67. Na toevoeging van de overgedragen winst van het vorige boekjaar ten bedrage van Euro 98.794.491,22 bedraagt de te bestemmen winst van het boekjaar Euro 99.406.049,89, welke de raad van bestuur voorstelt over te dragen naar het volgende boekjaar voor het saldo van Euro 88.088.345,73, na een uitkering aan de aandeelhouders van Euro 11.189.675,00. De raad van bestuur stelt voor om het dividend van 1,25 Euro bruto per aandeel of 0,9375 Euro netto, uit te keren vanaf woensdag 2 juli 2014. De voorzitter stelt de geconsolideerde balans en resultatenrekening per 31 december 2013 ter beraadslaging en goedkeuring voor. Het aandeel van de Groep in de geconsolideerde winst bedraagt KUSD 55.627 tegenover KUSD 68.392 vorig jaar en de geconsolideerde balans sluit met een totaal van KUSD 710.095. STEMMING : De vergadering keurt bij meerderheid ( 0 onthoudingen, 0 tegenstemmen) de voorgestelde enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening, afgesloten op 31 december 2013, goed.
4.
Kwijting aan de bestuurders De voorzitter verzoekt de vergadering kwijting te verlenen aan de bestuurders. STEMMING : De vergadering verleent bij meerderheid ( 8.947 onthoudingen, 10.694 tegenstemmen) kwijting aan alle bestuurders voor de uitoefening van hun mandaat over het boekjaar afgesloten op 31 december 2013.
5.
Kwijting aan de commissaris De voorzitter verzoekt de vergadering kwijting te verlenen aan de commissaris. 3
STEMMING : De vergadering verleent bij meerderheid ( 8.947 onthoudingen, 10.694 tegenstemmen) kwijting aan de commissaris voor de uitoefening van zijn mandaat over het boekjaar afgesloten op 31 december 2013. 6a. Herbenoeming Baron Bracht François Van Hoydonck vermeldt dat het CV ter beschikking werd gesteld van de aandeelhouders voor de vergadering en geeft een kort overzicht. STEMMING : De vergadering verlengt bij meerderheid ( 189.403 onthoudingen, 126.265 tegenstemmen) het mandaat van Baron Bracht voor een nieuwe periode van 2 jaar tot aan de algemene vergadering van 2016. 6b. Herbenoeming Priscilla Bracht François Van Hoydonck vermeldt dat het CV ter beschikking werd gesteld van de aandeelhouders voor de vergadering en geeft een kort overzicht. STEMMING : De vergadering verlengt bij meerderheid ( 8.947 onthoudingen, 318.601 tegenstemmen) het mandaat van Priscilla Bracht voor een nieuwe periode van 4 jaar tot aan de algemene vergadering van 2018. 7.
Remuneratieverslag Regnier Haegelsteen, voorzitter van het remuneratiecomité, wordt door de vergadering ontslagen van de lezing van het remuneratieverslag, dat volledig is opgenomen in de brochure (p. 32-38). STEMMING : De vergadering keurt bij meerderheid ( 8.947 onthoudingen, 545.472 tegenstemmen) remuneratieverslag goed zoals opgenomen in het jaarverslag 2013.
het
4
* *
*
De voorzitter stelt vast dat alle punten van de dagorde afgehandeld werden en sluit de vergadering om 16u40 met een woord van dank aan alle aanwezigen voor hun medewerking. De notulen en de aanwezigheidslijst worden ondertekend door de leden van het bureau en de aanwezige aandeelhouders die hierom verzoeken.
Bijlagen
Baron Bracht Voorzitter
Johan Nelis Secretaris
Stemopnemer
Stemopnemer
Boodschap van de voorzitter Antwoord schriftelijke vragen
5
Schriftelijke vragen gewone algemene vergadering Sipef dd 11 juni 2014 Hoe verklaart U het feit dat de concrete ambitieuze doelstellingen, die in de vorige jaren werden geformuleerd slechts in zeer beperkte mate werden uitgevoerd? De expansie van de voorbij 10 jaar was voornamelijk gebaseerd op twee polen: Umbul Mas Wisesa in Noord Sumatra en Hargy Oil Palms in Papoea-Nieuw-Guinea. Beide projecten zijn ondertussen aanzienlijk gegroeid. UMW is ondertussen voltooid. De laatste planting heeft in 2012 plaatsgevonden en wordt nu als volgroeid beschouwd. De duurzaamheid en de druk die lokale grondbezitters hebben gezet op onze teams zijn de voornaamste reden voor deze vertraging. De rendementen zijn echt later gekomen dan verwacht. Wij hebben ons in onze projecties gebaseerd op de rendementen van de bestaande plantages in Noord Sumatra, maar UMW is een project dat door de grondsoort en de waterstand, veel trager op gang is gekomen dan verwacht. Er zijn nu arealen die 24 ton per hectare geven, maar velen zijn nog maar amper aan 10. Er gebeurt een bijsturing met meststoffen en mineralen, maar dit vraagt tijd. De uitbreiding van Hargy Oil Palms is ondertussen ook in belangrijke mate gerealiseerd. We zijn van 5.000 naar meer dan 12.300 hectaren gegroeid, maar het heeft inderdaad langer geduurd dan verwacht. De reden is te vinden in de duurzaamheid en de beschikbaarheid van machines en mensen om dit te verwezenlijken. Hier is geen vertraging in de bereikte rendementen, maar we herplanten ondertussen ook de oudere volgroeide plantages, waardoor wij de twee fabrieken op volle capaciteit hebben benut sinds de laatste 4 jaar. Nu de derde fabriek beschikbaar is, zal ook het geplande extra volume kunnen verwerkt worden. In deze expansie is er op geen enkel moment een financiële beperking geweest, wij hebben steeds de middelen gehad om de groei te financieren, maar duurzaamheid en materiële problemen hebben ons vertraagd. We zien dit fenomeen ook bij collega’s: de duizenden niet-duurzame hectaren die nog op landbanken stonden bij de beursgenoteerde ondernemingen in Zuid Oost Azië zijn ondertussen in belangrijke mate verdwenen van de lijst. De grote aangekondigde expansie volumes zijn allen gereduceerd en de SIPEF uitbreidingen die werden gerealiseerd de voorbije jaren zijn conform de markt indien wordt vergeleken met de RSPO-gecertifieerde bedrijven. Niet-duurzame bedrijven zijn sneller gegroeid.
Hoe kan u ons, aandeelhouders, verzekeren dat de ambities van Sipef voor 2022 wel realistisch zijn? Wij kunnen U absoluut niet verzekeren dat de ambities van SIPEF voor 2022 realistisch zijn. Wij kunnen alleen bevestigen dat wij op vandaag een aantal mogelijkheden hebben om de geplante hectaren verder uit te breiden en deze mogelijkheden zijn geïdentificeerd in licenties en gronden. De Page 1 of 8
planting hiervan zal bepaald worden door de duurzaamheidscriteria en door de beschikbaarheid van arbeid, materialen en de bereidheid van de grondgebruikers om deze aan ons ter beschikking te stellen. Als zou blijken dat wij in de volgende jaren de door de aandeelhouders ter beschikking gestelde financiële middelen niet kunnen besteden aan de geplande uitbreiding, dan zullen wij onze politiek bijsturen en overgaan tot een uitkering van hogere dividenden. Voorlopig is dit niet het geval.
De tabel op pagina 74 van het jaarverslag vertoont de beplante oppervlakten. Evenwel dit is telkens de weergave van 100% van de plantage, terwijl u niet overal 100% heeft. Is het mogelijk deze tabel te bekomen met het aandeel van de groep ? De door U gevraagde gegevens worden in bijlage aan de aandeelhouders bezorgd. De hectaren die wij vermelden in het jaarverslag zijn wel allemaal hectaren die door SIPEF bestuurd worden en waarvoor wij ook de producten verkopen. Hectaren die wij niet beheren, zoals in SIPEF-CI in Ivoorkust, worden niet vermeld.
Hoe erg is het gesteld met de aantasting van de palmolieplantages naar ganoderma ? Kan u dit kwantificeren ? De Ganoderma schimmel ontwikkelt zich enkel in de oudste palmolieplantages van Noord Sumatra, waar we reeds in de 3e of 4e generatie aanplanten zijn. We zien dit fenomeen opduiken in alle plantages in dit gebied en vooral in de gronden die, zoals vroeger gebruikelijk was, werden aangeplant zonder verwijdering van de oude wortels van de vervangen palmen. Vanaf 2006 zijn we systematisch gestart met het ‘zuiveren’ van de gronden voordat nieuwe palmen worden geplant en ondertussen is er ook een periode van 6 maanden waar we de grond ‘braak’ laten liggen om een extra zuivering door te voeren. In de niet-gezuiverde hectaren, zoals deze van de 1999 tot 2005 aanplantingen, zien we na 10 jaar dat er tot 10 palmen per jaar omvallen op een origineel bestand van 143 palmen per hectare. Als er minder dan 70 palmen overblijven, dan wordt er herplant. De overblijvende palmen geven wel meer vruchten dan voorheen, omdat zij veel meer ruimte en lichtinval hebben en we omwallen ook de palmen met aarde om ze langer te laten overleven.
U gebruikt nu recent ganoderma resistente zaden voor de aanplanting van nieuwe plantages. Zijn dit zaden van Socfindo ? Of Lonsum ? Hoeveel duurder zijn deze zaden dan gewone ? Wij doen alle herplantingen in Noord Sumatra met ganoderma ‘tolerante’ zaden van Socfindo, die nu voor de eerste keer beschikbaar zijn op de markt. Een zaad kost gemiddeld tussen de 1 USD en 1.2 USD, naargelang de zaadtuin, maar de Socfin zaden kosten 1.8 USD per stuk. Op hectare basis spreken we van een extra kost van 144 USD/ha, dus dat is niet relevant. Alleen weten we niet of de ‘tolerantie’ ook effectief werkt en we kijken met belangstelling uit naar de resultaten in de volgende jaren. Page 2 of 8
U bent een voorbeeld mbt RSPO-certifiëring. De premie die u hiervoor krijgt tegenover niet gecertifieerde olie lijkt vrij beperkt. Kan u toelichten hoe groot die premie was de afgelopen jaren ? Hoe ziet u die premie evolueren de komende jaren ? Er is een belangrijk verschil in premies tussen olie die kan geïdentificeerd worden tot de oorsprong (segregated) en deze die gemengd is met ‘gewone’ olie (mass balance). De meeste bedrijven produceren olie van eigen productie die gecertifiëerd is en ook van aankopen van derden die niet gecertifiëerd zijn. Er worden dan certificaten gegeven voor het deel dat duurzaam is en deze kunnen verkocht worden op een platform aan prijzen tussen 2 en 7 USD/ton. Voor de segregated olie wordt een veel grotere premie betaald, tot 30 USD/ton. Deze premie is de laatste jaren blijven stijgen omdat er te weinig identificeerbare olie beschikbaar is.
Kan u aangeven welke grote voedingsconcerns Nestlé, Unilever, Mondelez, Kelloggs, enz… zich geëngageerd hebben om 100% RSPO gecertificeerde palmolie te kopen en tegen welke datum ? Op internet zijn er tegenstrijdige vermeldingen te lezen… Unilever bijv. eind 2014, 2015, 2020 ? Wat is het verschil tss RSPO certified en CSPO ? Er zijn lijsten van bedrijven gepubliceerd door WWF en je kan deze bedrijven en hun ‘ranking’ terugvinden op de WWF website. De meeste bedrijven zijn iets minder ambitieus geworden over de jaren, precies omdat de identificeerbare olie duurder is geworden. Ze behelpen zich voorlopig met de aankoop van goedkopere certificaten en dan vooral voor de productie voor de Europese markt. De meeste voedingsconcerns willen echter binnen enkele jaren enkel identificeerbare olie gebruiken voor hun totale productie, maar dan moeten ze dit kunnen doorrekenen aan de consument. Vanaf januari 2015 moet binnen de EU de vermelding ‘plantaardig olie’ op de etikettering van voedingswaren meer gespecifieerd worden en moet aangegeven worden welke plantaardige olie gebruikt werd (palmolie, sojaolie, zonnebloemolie, raapzaadolie…). Deze verplichting helpt zeker om het gebruik van RSPO gecertifieerde olie te stimuleren. CSPO staat voor Certified Sustainable Palm Oil en is dus identiek aan RSPO Certified Oil. Er is enkel verschil tussen ‘Mass Balance’ en ‘Segregated’ Sustainable Palm Oil.
Page 3 of 8
Het blijkt heel moeilijk te zijn voor vele plantagebedrijven om sterk uit te breiden in Indonesië. Ook Sipef heeft hiermee te maken. De bureaucratie in het land en de vele regels (max 100.000 ha per groep van bedrijven en 20.000 per provincie per bedrijf) hebben ertoe geleid dat de ganse sector weinig groei in oppervlaktes kan realiseren. Hoeveel hectares heeft u gescreend om te verwerven ? (Socfinasia/Socfindo stelde op de jaarvergadering dat ze 2 miljoen hectare hebben gescreend, maar niks gevonden die aan hun criteria voldeed)… Hoe kijkt het management van Sipef hier tegenaan ? SIPEF heeft meer dan 700.000 hectaren gescreend in de periode 2008-2012 in Sumatra, Kalimantan, Sulawesi en Irian Jaya, waarvan 60% ook effectief bezocht is door onze teams. Daarnaast zijn er veel aanbiedingen zelfs niet gescreend, omdat ze gelegen waren in gebieden die nooit RSPO gecertifieerd konden worden. Tot wij in 2012 besloten hebben ons volledig te concentreren op Zuid Sumatra, omwille van de duurzaamheid, de grondsoort en het feit dat er nog maar weinig industriële landbouw is in dit deel van Sumatra. De bureaucratie heeft ons nooit geremd, wel de duurzaamheid en de kwaliteit van de projecten die worden aangeboden.
Overwegen jullie niet om terug meer in Afrika te investeren (cfr. Socfinaf). Wij sluiten Afrika zeker niet uit als mogelijke uitbreiding, maar dan moeten de criteria wel identiek zijn aan wat we vandaag hebben. Jammer genoeg is oliepalm in Afrika niet aantrekkelijk omdat de rendementen per hectare ongeveer de helft zijn van wat wij bereiken in Indonesië en Papoea-NieuwGuinea, en dit is volledig agronomisch te verklaren, dus zal ook niet veranderen in de toekomst. Voorlopig is de lokale verkoopprijs in Afrika nog hoger dan op de internationale markt, maar deze ‘beschermde’ markt zal o.i. spoedig verdwijnen met de komst van internationale spelers zoals Wilmar en Olam. Rubber is zeker interessant in West Afrika, met beduidend hogere rendementen per hectare dan in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea, maar dan moet men wel gronden kunnen verwerven in regio’s met voldoende regenval en met een politiek stabiel klimaat. Iedereen is op zoek naar goede gronden in Ivoorkust, dus dat is niet evident.
Is een samengaan met een andere plantagegroep geen oplossing om de nodige schaalgrootte van 100.000 hectare sneller te bekomen ? Wordt dit actief bekeken ? Het samengaan van plantagegroepen is uiteraard een mogelijkheid om schaalgrootte te verwerven. Dit is niet zo relevant op operationeel gebied, de besparingen zijn relatief beperkt tenzij op algemene kosten, maar wel op het vlak van de marketing van de olie (grotere volumes naar dezelfde klanten)
Page 4 of 8
en uiteraard voor de notering van het aandeel. De liquiditeit van het aandeel is gebaat bij een grotere markt kapitalisatie.
Ik lees in het jaarverslag dat in de toekomst buitenlandse bedrijven niet toegestaan wordt om meer dan 20.000 ha landbouwgrond te leasen per provincie. Mocht deze regel toegepast worden ziet U dit als een bedreiging en belemmering voor verdere uitbreiding of bent U hier nog ver van af ? Deze 20.000 ha per provincie regel bestaat reeds vele jaren en is inderdaad een belemmering voor verdere uitbreiding op dezelfde plaats. Om dit op te vangen heeft SIPEF in het verleden ook Jabelmalux als beursgenoteerde holding gehad. Men zou deze grens nu willen laten verdwijnen en vervangen door een grens van 100.000 totale maximum hectaren voor heel Indonesië. Dit maakt het voor ons eenvoudiger om te groeien op plaatsen waar we reeds zijn.
U schreef dat de lange wachttijden bij Belawaan het verzadigingspunt bereikt heeft. Zijn er nog voldoende andere rendabele opties of wordt dit een groot probleem aangezien ik begreep dat lange wachttijden de zuurtegraad nadelig beïnvloed. Wij overwegen inderdaad om het zwaartepunt van onze export te verplaatsen en kijken naar enkele nieuwe havenzones in ontwikkeling aan de noordelijke kust van Sumatra. Er moeten echter eerst nog aanlegsteigers gebouwd worden voor deze opties een alternatief vormen. Maar binnen enkele jaren zal Belawaan zeker niet meer het centrum van de export markt zijn.
Is het mogelijk dat ik een uitsplitsing van de kostprijs van verkopen(197 mln) kan inzien? U heeft deze netjes per regio en product uitgesplitst maar ik zou graag een verdere uitsplitsing willen hebben aangaande de personeelskosten, vrachtkosten, kunstmestkosten etc. Ik ben zeer geïnteresseerd in personeelskosten en zou niet alleen de totalen willen zien maar ook hoe een gemiddeld salaris is voor personeel op rubber dan wel palmolie plantages. Kunt U mij daarnaast aangeven wat de gemiddelde salarisverhogingen zijn geweest in de laatste 5 jaar ? Deze gedetailleerde informatie zou onze positie in de arbeidsmarkt nadelig kunnen beïnvloeden. We kunnen wel stellen dat de factor arbeid ongeveer 1/3 van de productiekost bedraagt, net zoals meststoffen goed zijn voor 1/3. Het overige 1/3 is dan gerelateerd aan brandstoffen, transport, afschrijvingen van productieactiva, extractiekosten, etc. Verder is rubber arbeidsintensiever dan palmolie. We hebben behoefte aan ongeveer 1 arbeider voor 1 hectare thee, 1 arbeider voor 3 à 4 hectaren rubber en 1 arbeider voor 6 hectaren oliepalmen. De dagvergoedingen voor tappers in rubber zijn in principe niet verschillend van de oogstarbeiders in oliepalm, maar verschillen wel van regio naar regio in Indonesië en worden per provincie vastgelegd. We volgen de reglementeringen per provincie en in overleg met onze vakbonden die per plantage zijn georganiseerd.
Page 5 of 8
De gemiddelde salarisverhogingen van de laatste vijf jaar varieerde tussen 5 en 20% in lokale munten (IDR of PGK).
De inbreng van PT Timbang Deli in VBS zal “een materiële impact hebben op het geconsolideerd resultaat 2014.” Mag ik u vragen deze materiële impact te willen kwantificeren? De inbreng van 95% van PT Timbang Deli in VBS zal een éénmalige meerwaarde uitdrukken van zo’n 13 mio USD volgens onze voorlopige berekeningen en houdt verband met de IFRS regels die ons zouden verplichten een meerwaarde uit te drukken bij het verlies van controle (van 95% naar 38% controle%). De impact op de recurrente resultaten van 2014 zal eerder beperkt zijn, ook al omdat PT Timbang Deli een rubber plantage is waarvan de resultaten in 2014 aan de lage kant (maar nog positief) zullen liggen.
Wat is het investeringsbudget 2014 voor de expansie in nieuwe aanplanten in Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea? Het totale investeringsbudget van SIPEF voor 2014 bedraagt 68,5 miljoen USD en is, naast ongeveer 5,0 miljoen die nodig zijn om de 2 palmolie extractiefabrieken af te werken, voor 29,1 miljoen te besteden aan vervangingsinvesteringen in materialen, transportmiddelen en fabrieken, zodat er 34,4 miljoen is voorzien voor het herplanten van bestaande arealen, het onderhoud van immature hectaren en de uitbreiding van de aanplanten in Zuid Sumatra en Papoea-Nieuw-Guinea. We kunnen stellen dat de nodige middelen voorzien zijn om de maximale uitbreiding te realiseren in Zuid Sumatra, maar de omvang wordt bepaald door de negotiatie met de lokale grondgebruikers. In Papoea planten we 600 hectaren extra in 2014 en we hebben bewust het aantal wat verminderd tegenover de 1.000 hectaren van 2013, omdat wij moeten zorgen dat er voldoende arbeiders aanwezig zijn om de reeds eerder geplante hectaren te onderhouden en te oogsten.
Hoeveel bedroegen uw dividendontvangsten van Agro Muko in 2013? Agro Muko keerde in 2013 voor 14 mio USD dividenden uit aan haar aandeelhouders (tegenover 25 mio USD in 2012). PT Tolan Tiga (95% Sipef Groep) ontving 47,29% van dit bedrag.
Welke invloed verwacht u van het samengaan van Chiquita en Fyffes op de Europese bananenmarkt? Wij voorzien geen wijzigingen in de relatie met Fyffes, die nog steeds onze grootste klant zijn en ongeveer 60% van onze bananen kopen, maar steeds bereid zijn om nog meer van onze producties aan te kopen.
Page 6 of 8
Mag ik u vragen mij een kopie te willen bezorgen van de aanwezigheidslijst van deze Algemene Vergadering en van de Buitengewone Algemene Vergadering die erop volgt? De aanwezigheidslijst is na de gewone en buitengewone algemene vergadering ter inzage ter beschikking bij de secretaris van de vergadering.
Page 7 of 8
Beplante oppervlakten (in hectares) *
Bijlage 1
Totale beplante oppervlakten van de geconsolideerde ondernemingen. 2013 Volgroeid
Onvolgroeid
Beplant
Deel van de Groep Beplant
%
Oliepalmen
44 684
9 857
54 541
42 305
77,57%
Indonesië Tolan Tiga groep Umbul Mas Wisesa groep Agro Muko groep Musi Rawas Groep
35 654 11 763 7 858 16 033 0
6 500 2 843 1 671 1 763 223
42 154 14 606 9 529 17 796 223
29 918 12 695 9 017 7 995 212
70,97% 86,91% 94,62% 44,93% 95,00%
Papoea-Nieuw-Guinea
9 030
3 357
12 387
12 387 100,00%
Rubber
8 105
1 840
9 945
8 569
86,16%
Indonesië Tolan Tiga groep Agro Muko groep
5 005 4 059 946
1 414 707 707
6 419 4 766 1 653
5 043 4 300 743
78,56% 90,23% 44,93%
Papoea-Nieuw-Guinea
3 100
426
3 526
3 526 100,00%
Thee
1 738
49
1 787
1 613
90,25%
Indonesië
1 738
49
1 787
1 613
90,25%
Ananasbloemen
23
19
42
42 100,00%
Ivoorkust
23
19
42
42 100,00%
Bananen
570
0
570
570 100,00%
Ivoorkust
570
570
570 100,00%
Andere
0
58
58
58 100,00%
Papoea-Nieuw-Guinea
0
58
58
58 100,00%
55 120
11 823
66 943
Totaal * = effectief beplante oppervlakten
Page 8 of 8
53 157
79,41%