Sinterklaas voor groep 8
© Jeroen Rougoor 2002
2
Inleiding Ieder jaar weer vieren we het feest van Sinterklaas. Half november komt hij aan met zijn stoomboot. Vertrokken uit Spanje volgens de verhalen. Jaren lang geloven we dat hij echt bestaat. We zetten onze schoen, stoppen er wat lekkers in voor het paard en een verlanglijstje, want de cadeautjes willen we natuurlijk niet missen. Maar wat is nu het echte verhaal achter deze man en zijn zwarte helpende Pieten?
‘t Echte verhaal Myra
Kerk te Myra
Ongeveer in het jaar 270 na Chr. werd in het dorpje Patara een jongen geboren, Nicolaas was zijn naam. Patara ligt in Turkije, dat toen nog Klein-Azië heette. Nicolaas heeft ook in Myra gewoond waar zijn oom bisschop was. Myra lag dichtbij Patara. Later, toen zijn oom overleed, werd hij zelf bisschop van Myra. Nicolaas komt dus helemaal niet uit Spanje en is ook nooit verhuisd.
6 december Nicolaas is wel oud geworden, ongeveer 70 jaar. Op 6 december 342 is hij overleden. We denken altijd dat we op 5 december de verjaardag van Sinterklaas vieren. Maar we weten niet eens wanneer hij precies geboren is laat staan op welke dag. Een heilige zoals Nicolaas heeft iets bijzonders, we vieren niet zijn geboortedag maar zijn sterfdag, op die dag werd hij een heilige, zou je kunnen zeggen. We vieren dus zijn sterfdag, alhoewel…… Hij stierf op 6 december en op 5 december vieren wij pakjesavond? Dat komt zo. De mensen uit het Oosten vinden dat de dag niet begint om 12 uur ’s nachts, maar om 6 uur van de vorige avond.
Gevangenen en zeelieden Als Nicolaas volwassen is sterft zijn oom en wordt hij bisschop van Myra. Dat was voor de mensen in de stad Myra meteen duidelijk, want Nicolaas stond namelijk altijd voor iedereen klaar. “Alle mensen zijn mijn vrienden”, zei Nicolaas heel vaak, “Ik zal iedereen helpen die in nood zit, met bidden of hard werken. Misschien helpt één van de twee.” Zo heeft Nicolaas zijn hele leven vele mensen geholpen of zelfs gered. Op een keer redde hij drie ter dood veroordeelde generaals uit de gevangenis. Ook de stad Myra heeft hij van de hongerdood gered. Myra ligt aan de Middellandse Zee kust en daar kan het flink stormen. Er zijn dus vele verhalen / legende bekend over hoe Nicolaas hulp bood aan zeelieden in nood.
3
Verschillende legende Er zijn een heleboel verschillende legendes bekend over de heilige Nicolaas. Hieronder een opsomming van de bekendste verhalen. En als je goed naar het plaatje hiernaast kijkt dan zul je in de afbeelding de verhalen terug kunnen vinden.
Drie schippers
Op een dag bevinden zich drie schippers in groot gevaar: de zware storm heeft hun zeilen kapot gescheurd en het wilde water heeft hun bootje lek geslagen. In hun angst bidden ze tot de bekende bisschop uit hun stad.
4
Meteen staat er iemand bij hun in de boot. De storm gaat liggen en de man schept het water uit de boot. De drie schippers komen veilig aan land en gaan direct naar de kerk van bisschop Nicolaas . Wanneer ze de bisschop zien herkennen ze hem direct als de man die in hun boot kwam helpen. Door dit soort verhalen gaan de mensen hem als een beschermer van de zeelieden zien. In de buurt van havens worden er dus veel kerken ter ere van Nicolaas gebouwd. Ze geven hem zelfs een bijnaam: Nicolaas de Natte.
De bruidsschat
In Patara, de stad van Nicolaas, woont een hele arme koopman. Deze man heeft drie dochters die oud genoeg zijn om te trouwen. Vroeger was het de gewoonte dat de vader van de bruid een bruidsschat aan zijn dochter en schoonzoon meegaf als zij gingen trouwen. Maar de arme koopman had geen geld voor een bruidsschat en er waren dus geen jongens die met de dochters wilde trouwen. Nicolaas was in die tijd nog jong. Hij had net een erfenis gekregen. Zijn ouders waren kort ervoor overleden. Nicolaas hoorde het verhaal en besloot dat hij de koopman moest helpen. Maar als Nicolaas de koopman zomaar het geld zou geven dan zou hij zich beledigd kunnen voelen, het moest dus stiekem gebeuren. Midden in de nacht sloop Nicolaas over straat naar het huis van de koopman. Daar gooit Nicolaas een zak met goudstukken door het raam naar binnen. Vlug, voordat iemand het merkt, maakt hij dat hij weg komt. De volgende nacht doet hij het weer. De derde nacht ligt echter de koopman op de loer, hij wil wel eens weten wie de gulle gever is. Als Nicolaas de zak met goudstukken door het raam naar binnen gooit gaat plotseling de voordeur open. Nicolaas rent weg, maar de koopman krijgt hem bij zijn jas te pakken. De koopman wil Nicolaas bedanken en hem zelfs het geld teruggeven. Nicolaas wil van niets weten en zegt tegen de koopman dat hij het geld aan zijn dochters moet geven zodat ze kunnen trouwen. Maar de koopman moet beloven dat hij nooit vertelt van wie hij de zakjes met geld heeft gekregen. De dochters vragen de volgende ochtend aan hun vader hoe hij aan het geld is gekomen. De gelukkige vader zegt: “Van een vreemdeling gekregen, die in de stad verdwaald was zeker.” Door dit verhaal komt het vaak voor dat Sint Nicolaas wordt afgebeeld met drie goudzakjes, of drie gouden bollen. Soms zelfs met drie gewone appels of sinaasappels, omdat ze het verhaal niet goed meer kenden.
5
Sinterklaas wordt aangesproken met “goedheiligman”. Vroeger zong men “goed heylik-“man. Heylik is eigenlijk een oud woord voor huwelijk. Eigenlijk is Sint-Nicolaas goedheiligman dus goed huwelijksman, want hij de gaf de meisjes immers de kans om te trouwen. En als Sint-Nicolaas naar een bruiloft gaat moet hij natuurlijk wel z’n beste tabbert (pak) aantrekken. Het huwelijkscadeau heeft hij al bij zich “appeltjes van oranje” (de zakjes met goud).
Drie kinderen in een kuip
Er waren eens drie kinderen, scholieren, die rondtrokken door de wijde wereld. Op een avond klopte ze aan bij een herberg om te overnachten. De herbergier lied de kinderen binnen, maar bracht ze om het leven en stopte ze in een grote houten kuip die vol met pekel zat. De herbergier haatte namelijk kinderen. Zeven jaren gingen voorbij en Sint-Nicolaas, de grote kindervriend, kwam in de buurt van de herberg, klopte aan en vroeg of hij kon overnachten. Omdat hij honger had vroeg hij ook wat te eten. Sint – Nicolaas weigerde alle aanbiedingen die de herbergier deed, hij wilde graag een stuk pekelvlees uit de grote houten kuip die al zeven jaar in de kelder stond. De herbergier wilde vluchten, maar Sint – Nicolaas hield de man tegen. Samen gingen ze naar de kelder. De deksel ging van de kuip en Sint – Nicolaas zag de dode kinderen. Hij moest huilen, Sint – Nicolaas vroeg de kinderen wakker te worden. En het wonder gebeurde, er kwam beweging in de kuip en de kinderen werden wakker. De herbergier begreep vanaf die dag de grote macht van Sint – Nicolaas.
Beschermheilige
Doordat Sint – Nicolaas zoveel mensen in nood wist te redden werd hij al gauw beschermer van allerlei groepen, zoals: jongens, meisjes, studenten, gevangenen, dieven, maar vooral schippers en zeelieden. Tot op de dag van vandaag heet de school voor schipperskinderen in Amsterdam, de Sint – Nicolaasschool. Tevens heeft Amsterdam een grote Sint – Nicolaaskerk. Sint – Nicolaas hoort dus bij Amsterdam.
6
Bari
Sint – Nicolaas stierf in de vierde eeuw. Overal waar de zeelieden kwamen vertelde ze over hem en kwamen er kerken dichtbij het water. Myra werd een bedevaartsoort. Duizenden mensen kwamen bij het graf van Sint – Nicolaas bidden. In de 11e eeuw kwam Myra in gevaar, omdat vijandige legers de stad dreigden in te nemen. In 1087 voeren vanuit Bari in Italië daarom zeelieden uit naar Myra om te redden wat er te redden viel. Ze braken het graf van Sint – Nicolaas open en namen de stoffelijke overschotten van de heilige mee. Op 7 mei 1087 kwamen ze in Bali aan. Sint – Nicolaas was gered. Er werd een grote kerk boven op zijn graf gebouwd die er nu nog steeds staat. Ieder jaar is er op 7 mei een groot Sint – Nicolaasfeest.
7
Bari ligt in Italië, maar vroeger waren de grenzen heel anders. Zuid-Italië was toen Spaans grondgebied. Bari lag toen dus in ………Spanje!
Jan Steen: Sint Nicolaasfeest (1665 – 1668) Collectie: Rijksmuseum Amsterdam
8
Sinterklaas en Nederland Germanen Heel erg lang geleden woonden er hier, in wat nu Nederland heet, de Germanen. Zoals je wellicht nog weet waren de meeste mensen toen nog boer of jager en het leven van toen was niet gemakkelijk. De Germanen geloofden in verschillende goden. De belangrijkste god was de god van de Wilde Jacht, de oorlog en de dood. Deze god reed op een wit paard met acht poten. Dat paard heette Sleipnir en die oppergod heette Wodan. De mensen hebben zelfs een dag naar hem genoemd, Wodansdag. Dit is later woensdag geworden. Hij reed ’s nachts op een wit paard door de lucht, had een lange witte baard, in zijn hand hield hij een speer vast en op zijn hoofd stond een helm. Als het tijdens de lange winternachten flink stormde dan dacht men Wodan te horen, zijn speer vloog als een bliksemflits door de lucht en als je naar buiten keek dan zag je hem tussen de wolken door, men dacht dat de maan, Wodan was. Logisch dus dat de mensen deze Wodan niet boos wilden maken en daarom legde men geschenken voor Wodan klaar. Deze geschenken werden opgehaald door zijn zoon Oel. Hierdoor wist Wodan ook alles over de mensen. Oel keek dan door het rookgat, ook wel oelegat genoemd, naar binnen en keek of er een offer klaar lag. Als er wat lag dan strooide Oel zaden voor de nieuwe planten en de nieuwe oogst. Hierdoor konden mensen verder leven. Deze Oel moest wel zwart zijn van al dat kijken door de ‘schoorsteen’. De schoorsteen of oelegat was volgens de Germanen de verbinding tussen het aardse en de bovenwereld, de wereld van de goden. Lange tijd geloofden de Germanen in deze goden, al begon men ze na verloop van tijd wel een beetje te vergeten. Al werden de verhalen wel doorverteld aan de kinderen. Op een gegeven moment kwamen er verhalen mee met reizigers uit het zuiden. Wodan en de man uit de verhalen, Nicolaas, deden eigenlijk dezelfde dingen en het duurde dan ook niet lang of Sint-Nicolaas kreeg het witte paard, de lange baard, de mantel en de speer werd een bisschopsstaf. De helm van Wodan werd een bisschopsmijter. Nicolaas kreeg, net als alle Germanen zelf, een gewone naam, de naam werd ‘SintHeer-Klaas’. Later werden deze drie woorden samen één woord: Sinterklaas. Ook Oel kreeg een gewone naam, Piet. Maar dan wel Zwarte Piet. En net als Oel strooit Piet nog steeds met zaden, pepernoten.
9
Symboliek Als je het voorgaande goed hebt gelezen dan heb je kunnen ontdekken dat er een heleboel symboliek in het huidige Sinterklaasverhaal zit.
Stoomboot:
Daar voelt hij zich thuis. Sint Nicolaas redde in nood verkerende zeelieden en is naast beschermheer van scholieren, huwbare jeugd, kooplieden en reizigers ook patroon van de zeelieden.
Spanje:
Uit Spanje kwamen vroeger veel luxe artikelen en lekkers vandaan (en nu dus nog in december). En vroeger lag Bari in het Spaanse deel van Italië. En daar is Sint – Nicolaas opnieuw begraven.
Schimmel:
Geleend van de Germaanse god Wodan.
Mijter:
waarschijnlijk een 'verbastering' van een Frygische muts (een oosterse, godsdienstige hoofdbedekking), onder meer gedragen door bisschoppen
Staf:
Symbool van de herdersstaf en kerkelijke macht
'Goedheiligman':
Een verbastering van "goet-hylik man" (= "goed-huwelijks man"), een titel die Sint verdiende door te zorgen voor de bruidsschat van een paar arme meisjes.
‘Sinterklaas’:
Sinterklaas is afgeleid van Sint-Heer-Klaas.
Zwarte Piet:
Kan afgeleid zijn van verschillende dingen. 1) Allereerst Oel de zoon van Wodan die door de rookgaten kijkt. 2) Volgens sommigen was het een Ethiopische wees Pitter die door Sint – Nicolaas van de slavernij werd gered en uit dankbaarheid bij de Sint bleef. 3) In de 17e en 18e eeuw was het bij de Europese elite, belangrijke mensen, mode om een Moorse page als personeel in dienst te hebben. Als we naar het uiterlijk kijken van de Piet een logische verklaring, want een Piet heeft de kleren van een Spaanse page aan. In die tijd deden Italiaanse jongens vaak dienst als schoorsteenveger. Met een bos houten takjes kropen ze door de schoorsteen om het schoon te maken. De één had een donkere huidskleur van zichzelf en de ander werd zwart door al dat geloer / geklauter in de schoorstenen, ook wel oergat genoemd. Er wordt ook gezegd dat hij traditioneel 'het kwade' uitbeeld (zwart) en de Sint 'het goede' (wit). 10
Roe:
Berkentakken met bamboe of een lint eromheen, symbool van vruchtbaarheid. Volwassenen gaven, tijdens speciale feesten, jonge mensen een tikje met een dergelijke takkenbos, vanaf dat moment waren ze ook volwassen en mochten ze trouwen. Daarnaast was een roe handig om de schoorsteen mee schoon te maken. De Roe wordt ook wel ‘gard’ genoemd.
Schoorsteen:
Verbinding tussen mensen en de 'bovenwereld' waar de goden wonen (volgens de Germanen).
Speculaaspoppen:
Ook wel 'Vrijers' genoemd, kreeg je er één, dan had je een aanbidder. Vroeger afbeeldingen van heiligen of van de Germaanse vruchtbaarheidsgodin Freia.
Pepernoten:
Wederom een symbool van vruchtbaarheid (zaden van Oel), vroeger werden ze met muntstukken (legende van de drie meisjes) gemengd, tegenwoordig helaas met suikergoed.
Marsepein:
Amandelbrood met Indisch rietsuiker, in de Middeleeuwen als geneesmiddel gebruikt. Het wilde zwijn was een Germaans symbool van de jacht en werd in oude tijden regelmatig geofferd. Nadat de kerk dierenoffers verbood, werd het zwijn vervangen door zijn achterneefje: het marsepeinen varken.
Suikergoed:
Vroeger vooral in de vorm van een hart. Net als de Vrijer een teken van een aanbidder.
Chocolademunten:
Eén van de bekendste legenden over Sinterklaas vertelt dat hij 's nachts stiekem beurzen met goudstukken naar binnen gooide. Dit om te voorkomen dat een vader niet aan geld kon komen voor een goede bruidsschat.
Strooien:
Liefst ongezien, ten teken van vrijgevigheid en bescheidenheid. Ook weer te herleiden naar de legende van de drie huwbare meisjes. Maar ook naar Oel die de zaden voor de nieuwe planten naar binnen gooide.
11
Chocoladeletters:
Eetbare letters werden gebruikt op kloosterscholen in de Middeleeuwen om kinderen te leren schrijven. Zodra ze een letter goed konden schrijven, mochten ze als beloning de bijbehorende broodletter opeten. Een andere verklaring kan zijn dat in de 19e eeuw mensen de Sinterklaascadeaus bedekten met een laken. Hier bovenop legden ze de eerste letter (van brood) van het kind waarvoor de cadeaus waren bedoeld. Chocolade letters werden ergens in de 19e eeuw geïntroduceerd. Tot die tijd werden de letters gemaakt van brood of banket. Germaanse kinderen kregen een runenteken cadeau bij hun geboorte, een initiaal voor geluk. Ook deze traditie wordt gezien als voorloper van de chocoladeletter.
Maan: De Germanen zagen in de maan hun oppergod
Wodan. Maar ook het schoentje zetten stamt hier vanaf. Vroeger had men nog geen schoenen maar klompen. En een klomp lijkt net op een halve maan.
De zak: Dan is er nog de zak van Sinterklaas. Vele kinderen
hebben gedacht dat ze daarin werden gestopt als ze stout waren geweest om vervolgens naar Spanje te worden gebracht. Onzin natuurlijk. Sint was en is een kindervriend en zou kinderen nooit bij hun ouders weghalen. Maar waar is ie dan wel voor? We komen weer bij de Germanen uit. Zij geloofden dat de maan, wanneer het ’s ochtends licht werd, in een zak werd gestopt. Daarom draagt Zwarte Piet een zak op zijn rug: Sinterklaas met zijn witte baard is de volle maan, en Zwarte Piet met zijn zwarte gezicht is de maan die weg is, in de zak. Dus nog een verklaring voor Zwarte Piet.
12
Enkele Afbeeldingen:
13
14