JAARPROGRAMMA GROEP 8
Begrijpend lezen Bij begrijpend lezen kijken we naar de tekst en zijn inhoud. We gebruiken hiervoor de methode nieuwsbegrip. (www.nieuwsbegrip.nl ) Nieuwsbegrip is een aanpak waarbij leerlingen een tekst lezen over een actueel onderwerp. Aan de actuele tekst zijn woordenschat- en leesbegripoefeningen gekoppeld, die betrekking hebben op strategieën. Strategieën die aan bod komen zijn: - voorspellen: het voorspellen is een strategie die op verschillende momenten voor en tijdens het lezen van een tekst wordt uitgevoerd. Voorafgaand aan het lezen oriënteren de leerlingen zich op de tekst. Aan de hand van de uiterlijke kenmerken van een tekst vormen de leerlingen zich een beeld van het onderwerp en kunnen zij nagaan wat ze hierover al weten. Het voorspellen kan ook betrekking hebben op een alinea of het verloop van een tekst. Na het lezen van (een deel van) de tekst controleren de leerlingen hun voorspelling(en). - Ophelderen van onduidelijkheden : tijdens het lezen van een tekst komen de leerlingen vaak onduidelijkheden tegen: woorden die zij niet kennen, zinnen of alinea’s die zij niet begrijpen, enz. Het ophelderen van deze onduidelijkheden is daarom een belangrijke strategie om tot begrip van een tekst te komen. - Samenvatten: Een belangrijke strategie in het begrijpend leesonderwijs is het samenvatten. Leerlingen vatten een alinea, een stukje van de tekst of een hele tekst samen. Ze stellen zichzelf vragen en halen de belangrijkste informatie uit de tekst. Op die manier wordt steeds opnieuw nagegaan of (een stukje van) de tekst begrepen is. - Vragen stellen: Tijdens het lezen van een tekst is het belangrijk dat de leerling zich bewust is van wat hij lees en of hij alles begrijpt. Het stellen van vragen speelt hierin een belangrijke rol. Door zichzelf vragen te stellen en goede vragen bij stukjes tekst te formuleren, kan de leerling de belangrijkste informatie uit een tekst samenvatten en controleren of hij alles begrepen heeft. - Relaties/verwijswoorden: Om tot goed begrip van een tekst te komen, is het belangrijk dat de leerling inzicht heeft in de structuur van een tekst en de relaties tussen woorden, zinnen en alinea’s. De leerlingen werken ook met nieuwsbegripxl (www.nieuwsbegripxl.nl) op de computer. Hier kunnen zij iedere week een stelling beantwoorden en hun mening geven, oefen teksten maken, woordenschat oefenen en toetsen, schrijfopdrachten maken. Alles in het verlengde van het behandelde onderwerp van de begrijpend lezen tekst Boekverslag In groep 8 maken de leerlingen na ieder gelezen boek een kort boekverslag met de hoofdpunten uit het boek. Op deze manier kunnen we bijhouden of een kind goed gelezen heeft en hoeveel boeken het kind ongeveer leest.
Boekbespreking Naast de boekverslagen kiest de leerling 1 boek uit waarover het een boekbespreking wil maken. Hiervoor krijgen ze een formulier met uitleg. De leerling houdt per jaar één boekbespreking voor de klas. Taal – Spelling Voor taal gebruiken we de methode ‘Taal actief’. De leerlijnen zijn: Spreken en luisteren Taalverkennen: zinsbouw en woordbouw. Stellen Woordenschat Elk lesdoel wordt op drie niveaus uitgewerkt, de leerkracht heeft hierdoor tijd voor extra instructie voor kinderen die dat nodig hebben. Maar ook de leerlingen die meer uitdaging aankunnen worden zo bediend. Voor zeer begaafde leerlingen zijn er ook Plusboeken op school. Na de basislessen volgt een toets, waarna differentiatielessen volgen: Remediërend of verrijkend. Er wordt gewerkt vanuit thema’s die de leerlingen aanspreken, bv. vrije tijd… Voor spelling wordt ook gebruik gemaakt van de methode Taal actief. De leerlijn volgt de thema’s van de taalmethode. Elke week worden er vier lessen gegeven. Na drie weken volgt een woorden- en werkwoordendictee, n.a.v. dit dictee volgen lessen toegespitst op de resultaten van elke leerling apart. We sluiten af met een zinnendictee. Ook bij spelling wordt er gewerkt op drie verschillende niveaus.
Rekenen We werken met de nieuwste versie van de Wereld in Getallen. De methode is opgedeeld in acht blokken van vier of vijf weken. In de eerste vier weken wordt de basisstof behandeld. Elk blok wordt afgesloten met een toets. In de week na de toets is er ruimte voor herhaling of verrijking. Ook in deze methode is elk lesdoel op drie niveaus uitgewerkt. Na de algemene instructie en opgave twee en drie, werken alle leerlingen zelfstandig aan de weektaak. Bij de methode hoort een computerprogramma. Voor zeer goede en zelfstandige rekenaars is er een Plusboek. Ook kunnen “de Rekentijgers” ingezet worden voor deze leerlingen.
Schrijven Om het handschrift van de leerlingen te bewaken en verder te ontwikkelen, besteden we wekelijks heel nadrukkelijk even de aandacht aan het schrijven. Behalve aandacht voor de schrijfhouding en schrijfbeweging maken de leerlingen ook kennis met andere schriftvormen (bijv. blokschrift). De nadruk zal echter liggen op de schrijfmotoriek en het verhogen van het tempo. We gebruiken het boekje ‘Handschrift’.
Uiteraard is de verzorging van al het geschreven werk van groot belang. Ook in de bovenbouw schrijven we aan elkaar. Identiteitsontwikkeling Wij werken met de methode ‘Hemel en aarde’. Vijf keer per jaar is er een nieuw project, waaronder Kerstmis en Pasen, waarin de volgende vaardigheden centraal staan: Verwondering, zodat je je kunt laten verrassen door de gewone dingen van het leven. Verbondenheid met God, de mensen en de dingen om je heen. Vertrouwen Verbeelding, zodat je de religieuze taal, beelden en symbolen kunt verstaan. Ordenen, waardoor je zelfstandig kunt nadenken over dat wat er in de wereld gebeurt. Communicatie, zodat je met anderen kunt delen wat je in het leven ontdekt. Omgaan met traditie, zodat je je eigen religiositeit herkent in bestaande godsdiensten. De onderwerpen zijn steeds verschillend. Gebruiken, verhalen en symbolen uit allerlei godsdiensten komen aan de orde. Daarnaast maken we gebruik van een speciaal project in de Vastentijd. De behandelde thema’s krijgen een afronding in de speciale gezinsvieringen van de parochie. U vindt de data daarvan in onze infokranten en in het parochieblad. De dag wordt op verschillende manieren geopend: bijvoorbeeld met een wens/ gebedje in stilte/ actualiteiten/ gedichtje enz.
Beeldende vorming, tekenen Diverse technieken komen aan de orde, n.a.v. een verhaal, een belangstellingsonderwerp, of de techniek zelf. We werken met de methode “Uit de kunst”, een methode die naast het bovengenoemde ook aandacht heeft voor kunstbeschouwing. Dans en drama Eenmaal in de week doen we drama, inlevingsvermogen en emoties spelen hierin een grote rol. De afscheidsmusical vormt in groep 8 een groot gedeelte van het muziek- en drama onderwijs. De laatste paar maanden zal daar de nodige aandacht aan besteed worden. Muziek We zingen liedjes en werken spelenderwijs aan ritme, melodie, muzikaal geheugen, stemvorming en improvisatie. Hiervoor gebruiken we de methode ‘Muziek moet je doen’. Geschiedenis We werken met de methode ‘Bij de tijd’.
Elk leerjaar worden zes tijdvakken behandeld, welke tijdvakken dat zijn is bepaald door de historische gebeurtenissen die het meest van belang zijn voor het geografisch gebied dat in dat leerjaar centraal staat. In groep acht is dat ‘de wereld’. In groep acht is de opbouw als volgt; Tijdvak Tijd van jagers en boeren (-3000 v. C) Tijd van steden en staten (1000-1500) Tijd van ontdekkers en hervormers (15001600) Tijd van pruiken en revoluties (17001800) Tijd van wereldoorlogen (1900-1950) Tijd van televisie (vanaf 1950)
Hoofdstukken 1. Van jagers naar boeren 2. De wereld van de islam 3. De grote ontdekkingsreizen 4. Slavernij en vrijheidsstrijd 5. Europa’s macht in de wereld 6. Samenwerking in de wereld
Ieder hoofdstuk bestaat uit vier lessen. Na ieder hoofdstuk is er een toets. De leerlingen krijgen hier een samenvatting over mee naar huis. Ze leren dit thuis. We bespreken de stof, de verwerking gebeurt middels een werkboekje en losse bladen. Aardrijkskunde Met aardrijkskunde werken we met de methode “De blauwe planeet”. In groep 8 maken de kinderen in een achttal thematische hoofdstukken kennis met de klimaat verschillen, wereldsteden, de wereldmarkt van de landbouw, het belang van de vestigingsplaats van industrieën, aardbevingen en vulkanen, de nietvervangbare grondstoffen, duurzaam toerisme en de verschillende culturen in de wereld. Bij topografie worden de werelddelen aangeleerd met de belangrijkste landen, de hoofdsteden, de wereldzeeën, de grote rivieren en enkele grote gebergten. In totaal worden 100 topografie- items aangeleerd conform de CITO lijst. In de hoofdstukken wordt de topografie aangeboden binnen de thematische leerlijnen. Per hoofdstuk is een aparte topo-toets. “De Blauwe Planeet” is opgebouwd uit acht hoofdstukken met vier lessen, dus tweeëndertig in totaal. Na ieder hoofdstuk volgt een toets, waarvoor de kinderen zich o.a. kunnen voorbereiden d.m.v. een samenvatting, die ze thuis leren. Natuur en techniek Hierbij maken wij gebruik van de methode Naut. Na elk thema volgt er een toets. Tevens zal gebruik gemaakt worden van het aanbod van de Werkgroep Natuur en Milieu Educatie. Daarnaast werken we uit een techniekkast met verschillende ontdekdozen. Bewegingsonderwijs We maken gebruik van de methode: “Bewegen samen regelen”. Per week krijgen de leerlingen twee keer gymnastiekles. Hiernaast kunnen de kinderen meedoen aan het voetbal- en basketbaltoernooi en wordt er een sportdag georganiseerd. PAD leerplan, sociaal - emotionele ontwikkeling
PAD = Programma Alternatieve Denkstrategieën, of voor de kinderen: Proberen Anders te Denken. We volgen PAD om de sociale vaardigheden en sociaal inzicht van kinderen te vergroten en onderwijskundige en sociale processen in de groep beter te laten verlopen. Doelen zijn: Toenemende zelfcontrole: je bezinnen voor je handelt. Gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen versterken en vaardig worden in het geven en ontvangen van complimenten. Toenemend begrip en gebruik maken van woorden die betrekking hebben op gevoelens. Beter de relatie zien tussen oorzaken en gevolgen, dat zal leiden tot beter verantwoordelijkheidsgevoel. Beter beseffen en begrijpen hoe je gedrag anderen beïnvloedt. Kennis nemen en hanteren van stappen die moet nemen bij het oplossen van sociale problemen. Vaardiger worden in her voorkomen en/of oplossen van conflicten en problemen. Iedere week is er één kind ‘PAD kind van de week’. Het zal van ieder kind en van de leerkracht complimentjes krijgen. Deze worden gebundeld en gaan mee naar huis. Daarnaast hebben we in de klas aan het begin van het jaar samen een aantal groepsregels opgesteld, deze hebben alle leerlingen ondertekend, de regels hangen in de klas. Daarnaast werken we uit de methode ‘Relaties en seksualiteit’. Deze methode richt zich naast kennisverwerving vooral op meningsvorming en het aanleren van persoonlijke vaardigheden. In groep 8 komen vragen aan bod als; Wie ben ik? Hoe verander ik in de pubertijd? Wat is verliefd zijn? Etc. Verkeer We werken in de verkeerskrant, in deze actuele krant komt gedurende het schooljaar een breed scala aan belangrijke onderwerpen aan bod. Aan welke eisen moet een fiets voldoen? Hoe kunnen kinderen zich het beste gedragen in alledaagse maar ook in bijzondere verkeerssituaties? Hoe moet jij je gedrag aanpassen aan weersgesteldheden? Hoe maak je een bewuste vervoerskeuze? Hoe zit dat nu met al die 'pijlenborden' en voorrangsafspraken?
Engels Groep 7 en 8 hebben wekelijks een Engelse les met Take it easy. Voor deze groepen staan er per jaar 30 lessen van 50 minuten op het programma. Het leerjaar is verdeeld in 6 units, van elk 5 lessen. Het digibord staat centraal. De enthousiaste native speaking co-teachers helpen de Engelse lessen leuk en goed te maken. De leerlingen worden actief betrokken en krijgen eindeloos veel manieren aangeboden om zich de Engelse taal eigen te maken. Deze methode Engels dompelt leerlingen daarmee onder in de Engelse taal: van begin tot het einde van de Engelse les wordt Engels gesproken. Door onderdompeling en herhaling, stijgt het taalniveau van leerlingen snel. Werkstukken/ spreekbeurt In groep 8 schrijven de leerlingen twee tot drie werkstukken. Ze kunnen hiervoor de materialen die op school aanwezig zijn gebruiken, ook het internet kan een informatiebron zijn. Het is de bedoeling dat het werkstuk op de computer uitgewerkt wordt. Gestimuleerd wordt het gebruik van verschillende bronnen. De leerlingen hebben voor het werkstuk een overzicht in hun schoolmap, ze volgen de stappen hieruit. Daarnaast schrijven de leerlingen een spreekbeurt. Hiervoor hebben ze ook een formulier. De leerling houdt per jaar één spreekbeurt voor de klas. Agenda/ huiswerk De kinderen krijgen regelmatig huiswerk. Voor het voortgezet onderwijs is het belangrijk dat de leerlingen leren huiswerk te maken. Het huiswerk staat altijd op het bord maar zal ook in de agenda gezet moeten worden. Daarnaast hebben de leerlingen een map aangeschaft voor het zorgvuldig vervoeren van het huiswerk. Denk aan spelling, topografie, toetsen aardrijkskunde, toetsen geschiedenis, engels en extra werkbladen. Zelfstandig werk We werken in de klas met een weektaak. Op maandag staat er op het bord wat de leerlingen op vrijdag af moeten hebben. Ze leren op deze manier hun werk te plannen voor de hele week.
Tot slot enkele praktische zaken m.b.t. het voortgezet onderwijs De gang van zaken bij de aanmelding van de leerlingen op de scholen voor voortgezet onderwijs is als volgt; November Eerste rapportavond; er wordt een voorlopig advies gegeven. December/ januari U ontvangt een informatieblad over het voortgezet onderwijs in Nederland. Januari/ februari U ontvangt een uitnodiging voor informatieavonden op de scholen. Het
Februari Maart Vóór 1 april
Mei Juni
is verstandig hier gebruik van de te maken zodat u de sfeer kunt proeven en de scholen kunt vergelijken. In februari maken de leerlingen de CITO-toets. Rapportavond met het definitief advies. Aanmelding van uw kind bij de door u gekozen school. Het aanmeldingsformulier ontvangt u van ons en levert u weer bij ons in. Wij versturen het samen met een schriftelijk advies en de uitslag van de CITO-toets naar de school van uw keuze. De toelatingscommissie van de middelbare school bericht u rechtstreeks of uw kind is toegelaten. De kinderen bezoeken de middelbare school, o.a. om met de toekomstige klasgenoten kennis te maken.