JAARPROGRAMMA GROEP 8 1. Maandopening Elke eerste maandag van de maand om 8.35 uur verzamelen alle kinderen zich in de grote hal. Eén van de groepen heeft de maandopening voorbereid. Uit onze catechesemethode “Hemel en aarde” laten ze een gebed of gedichtje horen, of laten een andere activiteit uit deze methode aan de anderen zien. Daarnaast laten ze iets zien uit de methode “Kanjertraining”. 2. Maandsluiting Aan het eind van de maand verzamelen alle kinderen zich in de grote hal voor de maandsluiting. Elke groep heeft dan 5 minuten om te laten zien wat zij de afgelopen maand in de klas hebben geleerd of gedaan. De leerlingen laten dit op een creatieve manier zien, bijvoorbeeld door gedichten, toneelstukjes, dansjes of een lied. 3. Coöperatieve werkvormen. Vorig schooljaar zijn we al van start gegaan met coöperatief leren. Dit jaar wordt het team op verschillende studiedagen daar verder in geschoold vanuit het CED ( Centrum Educatieve Dienst) Coöperatieve structuren kunnen toegepast worden bij het terugvragen van de voorkennis, bij de instructie, bij het inoefenen en bij het toetsen van de lesstof. Ze stimuleren dat kinderen betrokken en actief leren. Wat de leeropbrengsten positief zal beïnvloeden. Tevens is coöperatief leren een middel om bij kinderen meer verantwoordelijkheid en eigenaarschap voor het eigen leren te bewerkstelligen. Daarnaast zullen we de klas- en teambouwers gaan gebruiken die horen bij coöperatief leren. Deze hebben sociale verbondenheid en een veilig klimaat als doel in zich. 4. Werken met groepsplannen. In alle groepen wordt gewerkt m.b.v. groepsplannen. Deze worden gemaakt voor de vakken gedrag, begrijpend lezen, spelling en rekenen. In een groepsplan wordt beschreven welke leerlingen in welke aanpak zitten, op welke momenten er aan de komende leerdoelen wordt gewerkt en hoe de leerkracht dat organiseert. De leerkrachten kijken naar de resultaten van methodegebonden toetsen en van de halfjaarlijkse CITO toetsen en aan de hand daarvan bepalen ze welke kinderen in welke aanpak komen. Zo werken we met instructie-afhankelijke leerlingen, instructiegevoelige leerlingen, instructie-onafhankelijke leerlingen en leerlingen met een individuele leerlijn. Dit betekent dat ieder kind kan werken op de manier die bij
hem/haar past. Op deze manier kan de leerkracht extra aandacht besteden aan kinderen die dat nodig hebben en kunnen kinderen instructie krijgen naar behoefte. De indeling in aanpakken kan gedurende het jaar veranderen. 5. Rekenen We gebruiken de methode “Pluspunt”. Dit is een realistische reken- wiskunde methode. De leerstof is per leerjaar geordend in twaalf blokken van 3 weken van telkens 15 lessen. De lessen kennen een vast patroon: - Leerkrachtgebonden - Zelfstandig werken - Leerkracht gebonden - Zelfstandig werken - Zelfstandig werken In iedere twaalfde les wordt getoetst of de kinderen de aangeboden leerstof beheersen. Voordat de kinderen de toets maken krijgen ze les 13 aangeboden. Dit is een les met dezelfde soort sommen als de sommen in de toets. Zo kan vooraf gezien worden met welke sommen de kinderen nog moeite hebben In les 14 en 15 wordt herhalings- en/ of verrijkingsstof aangeboden. Aan bod komen: - Getalbegrip: de nadruk ligt op kommagetallen. - Basisvaardigheden: dit zijn optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen. We onderscheiden twee aanpakken:
Hoofdrekenen: - rekenen met het hoofd. - rekenen op je eigen manier. Cijferen: de berekeningen worden gemaakt volgens een vast aangeleerde standaardprocedure.
- Verhoudingen, procenten, breuken. - Rekenen met schaal. - Zakrekenmachine. - Meten: in groep 8 komen geen nieuwe aspecten rond lengte meting aan de orde. Het berekenen van de oppervlakte van zowel rechthoekige als grillige figuren wordt herhaald. - Inhoud: liter, deciliter, centiliter, milliliter, kubieke- meter /decimeter en centimeter. - Gewicht: ton, kilogram, gram, milligram.- Geld: optellen van geldbedragen, wisselen, terugbetalen en wisselkoersen. - Tijd: snelheid in km per uur, rekenen met jaartallen, berekenen tijdsduur. - Tabellen en grafieken: staafgrafiek, lijngrafiek, cirkeldiagram - Ruimtelijke oriëntatie: projecteren, visualiseren, lokaliseren, ruimtelijk redeneren, transformeren, construeren. - Kinderen die in groep 7 al de stof van groep 8 behandeld hebben maken in de week zelfstandig de leerkrachtgebonden lessen. Dit is om te verzekeren dat de stof niet weg is gezakt. Ze maken ook de toetsen, maar tijdens het zelfstandig werken krijgen
ze verrijkingsstof aangeboden in de vorm van KIEN, pluspunter, Somplextra, Somplex en beginnend wiskunde. 6. Begrijpend en studerend lezen Voor begrijpend en studerend lezen gebruiken we de methode “Tekstverwerken”. De kinderen krijgen in deze methode leesstrategieën en studievaardigheden aangereikt. Elke strategie is uitgewerkt in één of meer leerdoelen. Deze strategieën zijn: - oriënteren op tekst - tekst interpreteren - tekst beoordelen Leerdoelen zijn onder andere: - nadenken over inhoud, tekstsoort en leeswijze - aanwijzen en herkennen van signaalwoorden en –zinnen en hun verklaring - onderscheiden van hoofd- en bijzaken - herkennen van belangrijke personen en gebeurtenissen - herkennen van alinea’s en kernzinnen De methode gaat uit van negen leesstrategieën. Deze geven houvast aan het ordenen en begrijpen van de tekst. In groep 8 wordt ook expliciet aandacht geschonken aan het studerend lezen en de vaardigheden die de kinderen daarvoor moeten leren. Het gaat er hierbij om dat de kinderen de inhoud van een tekst niet alleen begrijpen, maar ook kunnen onthouden en produceren in een gewenste vorm: bijv. in antwoord op vragen of in een werkstuk. Naast de methode maken wij ook gebruik van de teksten van “Nieuwsbegrip”. De teksten zijn gemaakt naar aanleiding van actualiteiten. 7. Taal Voor de lessen taal en spelling gebruiken wij de methode “Taal Actief”. Met Taal Actief werken alle kinderen op hun eigen niveau, de methode is namelijk uitgewerkt in 3 niveaus. Dit sluit goed aan bij onze manier van werken. De leerlingen beginnen elke les met een startopdracht. Aan de hand van het aantal fouten wordt er bepaald op welk niveau de leerlingen aan de slag gaan. De methode voor taal bestaat uit verschillende onderdelen: Woordenschat: Leerlingen leren op een grondige en systematische wijze een groot aantal nieuwe woorden en woordgroepen. De leerlingen leren nieuwe strategieën om woorden betere te onthouden. Taal verkennen: Taal verkennen staat voor actief onderzoeken van taal, nieuwsgierig grip krijgen op taal en waardering voor de gevarieerdheid van taal. De leerlingen krijgen inzicht in het Nederlands taalsysteem, ze leren meer over het gebruik van taal en de leerlingen raken betrokken door na te denken, te praten en te reflecteren over hun eigen taal. Spreken en luisteren: Bij dit onderdeel leren kinderen spreken, luisteren naar de taal van elkaar maar ook het tonen van (lichaams)taal en kijken (naar lichaamstaal). Wij stimuleren de uitdrukkingsvaardigheid van leerlingen en de verwerkingsvaardigheden en wij geven inzicht in de communicatie (welk doel heeft spreken of luisteren). Schrijven: Hierbij leren de leerlingen om verschillende tekstsoorten te schrijven,
leerlingen leren kritisch naar elkaars teksten te kijken en te reflecteren op hun eigen schrijfwerk. De thema’s waarmee wij werken in groep 8 zijn: politiek, vrienden, reizen, helden, rampen, media, verschillen en andere wereld. 8. Technisch lezen Wij werken met de leesmethode Timboektoe. De methode is ontwikkeld met het oog op lezers van alle niveaus. De goede lezers hebben de gelegenheid hun vaardigheid verder te ontwikkelen a.d.h. van interessante spannende en onderhoudende teksten. Ze doen dat gedeeltelijk in groepen met lezers van andere niveaus en vaak zelfstandig. De gemiddelde lezers doorlopen hetzelfde traject, maar zullen bij hun ontwikkeling wat meer begeleiding van hun leerkracht nodig hebben. Kinderen die moeite hebben met lezen, krijgen extra tijd en begeleiding. Ondersteunende werkvormen en materialen: - verlengde instructie, - toepassing van samenlezen, - software, - motiverende teksten - vrij lezen op eigen niveau. Om te bepalen op welk niveau en op welke de leerling daarmee kan werken, wordt gebruik gemaakt van twee toetsen te weten: de AVI-toets en de Drie Minuten Toets. 9. Spelling Voor de lessen taal en spelling gebruiken wij de methode “Taal Actief”. Met Taal Actief werken alle kinderen op hun eigen niveau, de methode is namelijk uitgewerkt in 3 niveaus. Dit sluit goed aan bij onze manier van werken. De leerlingen beginnen elke les met een startopdracht. Aan de hand van het aantal fouten wordt er bepaald op welk niveau de leerlingen aan de slag gaan. Bij spelling maken we verschil tussen werkwoordspelling en andere spellingsregels. De volgende leerlijnen komen in groep 8 aan bod: Werkwoorden: voltooid deelwoord (zelfde en andere klank), bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord, het infinitief (hele werkwoord), tegenwoordig deelwoord, dubbelvormen (praten, praatten), voltooide en onvoltooide tijd, samengestelde werkwoorden, onderwerp en persoonsvorm, verleden tijd. Overige spellingsregels: c klinkt als k of s, leenwoorden uit het Frans of Engels, woorden met y, samenstellingen, trema, apostrof ‘s, iaal ieel ueel, meervoud, open en gesloten lettergreep, woorden met x, stoffelijk bijvoegelijke naamwoorden, cht ch, ei ij, au ou, i klinkt als ie, achtervoegsel ig lijk heid teit, age oge ege, woorden met ische, hoofdletters. 10. Wereldoriëntatie Bij de wereldverkenningsvakken onderscheiden we: Aardrijkskunde, Geschiedenis, Verkeer, Topografie, EHBO en Biologie. De kinderen leren hoe ze een samenvatting van een blok moeten maken. Ze krijgen sleutelwoorden en naar aanleiding hiervan schrijven ze zelf een samenvatting. Deze wordt nagekeken en zo nodig aangevuld. Dit als
voorbereiding op het voortgezet onderwijs. AARDRIJKSKUNDE We werken met de methode Meander. Meander is een praktijkgerichte methode, die op een boeiende manier laat zien dat aardrijkskunde overal in ons dagelijks leven is. Voor elke jaargroep zijn verhalen aan de les toegevoegd. De avontuurlijke en stoere Meander speelt daarin de hoofdrol. Ieder thema wordt afgesloten met een verhaal. Door de verhalen kunnen kinderen de lesstof plaatsen en onthouden ze beter wat ze hebben geleerd. Elke derde les is een aparte topografieles, zodat kinderen zich alleen hierop hoeven te concentreren en ze de topografie beter onthouden. Bovendien sluit de topografie bij het thema aan. De thema's in die in Meander behandeld worden: Werk en water Energie De aarde beweegt Streken en klimaten Allemaal mensen De reis door de wereld vindt plaats aan de hand van tien thema’s. De vijf hoofdthema’s uit groep 5 worden herhaald en verdiept in groep 7. En datzelfde gebeurt met de andere vijf hoofdthema’s in groep 6 en 8. Meander differentieert naar tempo, niveau en leerstijl. Bij elke les in de werkboeken staan twee extra opdrachten voor de snellere leerling. De extra opdrachten hebben vaak een open karakter, waarvoor wat meer inzicht nodig is. In groep 5 en 6 worden de kinderen meegenomen door Nederland. In groep 7 trekken ze Europa in en in groep 8 reizen ze door de rest van de wereld. GESCHIEDENIS We werken met de methode: Brandaan. Deze methode behandelt alle onderdelen van de canon in overzichtelijke thema’s. De behandelde tijdvakken worden om het jaar herhaald met elke keer een ander thema. Voor elke jaargroep zijn verhalen aan de les toegevoegd. In deze verhalen speelt het jongetje Brandaan de hoofdrol. Brandaan differentieert naar tempo, niveau en leerstijl. Bij elke les in de werkboeken staan twee extra opdrachten voor de snellere leerling. De extra opdrachten hebben vaak een open karakter, waarvoor wat meer inzicht nodig is. De thema’s die in Brandaan behandeld worden zijn: Tijd van regenten en vorsten Tijd van pruiken en revoluties Tijd van burgers en stoommachines Tijd van Wereldoorlogen Tijd van televisie en computer BIOLOGIE Voor biologie gebruiken we de nieuwe methode ‘Naut’. Dit is een geïntegreerde methode
voor biologie, natuurkunde en bevordering van gezond gedrag en techniek. De methode kent in elke groep 8 thema’ s, die elk jaar verder worden uitgediept. De thema’s in groep 8 zijn: Natuurlijke verschijnselen Materiaal uit de natuur Techniek om ons heen Voortplanting Aarde in het heelal De thema’s zijn uitgewerkt in 4 lessen. Elke les bestaat uit 4 stappen, er wordt afgesloten met een toets. 11. Sociaal - emotionele vorming (Kanjertraining) Op de Franciscusschool geven wij de lessen sociaal-emotionele vorming via de Kanjertraining. De Kanjertraining op school bestaat uit een serie lessen met bijbehorende oefeningen die de leerkracht in de klas op de eigen school geeft. De Kanjertraining is bedoeld om de sfeer in de klas goed te houden (preventief), of te verbeteren (curatief). De kanjertraining heeft de volgende doelen: - Het bevorderen van vertrouwen en veiligheid in de klas. - Het versterken van de sociale vaardigheden bij leerlingen. - Beheersing van verschillende oplossingsstrategieën bij pesten en andere conflicten. - Bewustwording van de eigenheid bij leerlingen. - Leren om verantwoordelijkheid te nemen. - Het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie. 12. Bewegingsonderwijs Per week worden er twee gymlessen gegeven; een spelles en een les met toestellen. Een aantal onderdelen die aan bod komen: klimmen, springen, ringen, touwen, verspringen, balanceren en behendigheid. 13. Beeldende vorming Elke vrijdagmiddag besteden we een uur aan creatieve vorming. Hierbij komen allerlei aspecten aan bod, bijvoorbeeld, ruimte, vorm, kleur, contrast. Dit in verschillende vormen, bijvoorbeeld tekenen, kleien, textiel, etc. Wij gebruiken daarvoor lesideeën van www.beeldendonderwijs.nl. 14. Muziek We werken met de muziekmethode “Moet je doen’’. Nieuwe liedjes worden m.b.v. een cd aangeleerd. Voorafgaand aan het zingen voeren de kinderen activiteiten uit die hen spelenderwijs en op een zinvolle wijze vertrouwd maken met aspecten als tekst, ritme of melodie van het lied. Bijvoorbeeld: - Het lied beluisteren en vragen over de tekst beantwoorden - Passende geluiden bij het lied maken - In gedachten meezingen - De tekst ritmisch spreken
- De tekst expressief voordragen - Geluiden bij het liedje maken Een aantal lessen zal gegeven worden door Maaike Schenk. 15. Dramatische vorming Dit wordt gegeven door de vakleerkracht Tessy Jansen. Wij gebruiken onder andere de methode ‘Moet je doen: Drama’. Deze methode beschrijft verschillende spelvormen, die in ieder leerjaar weer op een andere manier gebruikt worden. Naast het "leren spelen" besteedt zij aandacht aan fantasieontwikkeling, improviseren, maar ook aan samenwerking, durf ontwikkelen, kritiek kunnen geven en krijgen. 16. School-TV Indien mogelijk wordt er op vrijdag gekeken naar het school-t.v. weekjournaal. 17. Catechese Voor de catecheselessen gebruiken wij de methode: `Hemel en Aarde´. Deze methode wordt gebruikt in alle groepen. De thema’s van de catecheselessen van dit schooljaar kunt u vinden op de prikborden in de hallen. Deze thema’s sluiten aan op de belevingswereld van de kinderen en zijn gekoppeld aan de gezinsvieringen (zie de jaarkalender). 18. Techniek Voor techniek gebruiken we de techniektorens. De kinderen zullen in een jaar tijd 10 keer met een techniekdoos aan de slag gaan. In alle techniekdozen zit een doorlopende lijn door de school heen. In november bezoeken we samen met groep 7 de Woerdense techniek driedaagse. 19. Engels We werken met de methode: “The team”. Deze methode laat de Engelse taal uitgebreid, maar toch op een eenvoudige manier aan bod komen. Er wordt gewerkt met luister en spraak c.d.’s, liedjes, bingo en luisteropdrachten. 20. Huiswerk We willen de kinderen voorbereiden op het voortgezet onderwijs door aandacht te besteden aan huiswerk. Omdat er in het voortgezet onderwijs bepaalde vaardigheden, zoals doorzettingsvermogen en taakgerichtheid gevraagd worden, is het belangrijk dat kinderen hier ook zelf verantwoordelijk voor kunnen zijn. Deze vaardigheden willen we de kinderen ook buiten schooltijd laten oefenen, door het geven van huiswerk. Het spreekt voor zich dat er op de basisschool verschillende kinderen zitten, met verschillende leerniveaus. De beleving van huiswerk kan hierdoor verschillend zijn voor elk kind. Op school besteden we daarom aandacht aan het leren leren: hoe pak je de huiswerkopdracht effectief aan, hoe zorg je ervoor dat je tijdig begint en een goede planning maakt, wat is daarin de rol van de agenda? Ouders kunnen hierin een belangrijke aanvullende rol spelen. U kunt samen met uw kind kijken wat het huiswerk inhoudt, wanneer het af moet zijn en wat een handige planning
voor die week kan zijn. In groep 8 wordt er van de kinderen verwacht dat zij zelf verantwoordelijk kunnen zijn voor hun gedrag t.o.v. huiswerk en agendagebruik. De agenda moet elke dag op school zijn en na schooltijd mee naar huis. Het huiswerk wordt zoveel mogelijk op vaste dagen opgegeven. De maandag na een vakantie is geen inlever- of toetsdag. De leerkracht schrijft het huiswerk ook meteen op het bord. In groep 8 krijgen de kinderen twee keer per week maakwerk mee. Dit maakwerk wordt meer op het kind gericht, om zo ook in huiswerk te kunnen differentiëren. Kinderen die veel tijd besteden aan hun huiswerk of kinderen die al extra oefenwerk meekrijgen, zullen minder regulier huiswerk hoeven maken dan een ander kind. Er zijn ook kinderen die meer aankunnen, zij zullen ook meer werk krijgen. Deze verschillen liggen niet heel ver uit elkaar. De leerkracht overlegt hierover met de ouders in het eerste oudergesprek van het schooljaar. Het maakwerk wordt regelmatig aangevuld met leerwerk. Ook is er elke maandag een kind aan de beurt om verslag van de krant van afgelopen week uit te brengen. Dit verslag wordt thuis voorbereid. Boekverslagen De kinderen van de bovenbouw krijgen gedurende een schooljaar ook de opdracht thuis een boek te lezen en hier een presentatie over te geven. 21. Toetsen Naast de methodegebonden toetsen, zijn er ook een aantal niet-methodegebonden toetsen. Elke groep heeft een toetsenschema, die gevolgd wordt. De intern begeleider bewaakt dit proces. Niet gebonden toetsen zijn: PI-dictee Cito DMT ( drie minuten toets) Cito rekenen Cito spelling Cito leeswoordenschat Cito begrijpend lezen Cito eindtoets 22. Advisering De Cito toets zal op 19 tot en met 21 april 2016 op de ochtenden plaatsvinden. De CITO toets wordt meer gehanteerd als bevestiging. Komt het overeen met het beeld dat wij als school van een kind hebben? Vandaar dat wij (leerkrachten van groep 6, 7,8, IB-er en directeur) eerst een definitief advies geven. Bij deze gesprekken zullen ook de kinderen aanwezig zijn. Wij kijken naar alle CITO toetsen van groep 1 t/m 8, het huiswerkgedrag van uw kind en naar de werkhouding. De CITO eindtoets wordt gezien als bevestiging van het advies.
In de klas wordt ook aandacht besteed aan het voortgezet onderwijs. De kinderen maken kennis met de verschillende soorten onderwijs en geven ook zelf aan hoe zij zichzelf zien en waar zij goed of minder goed in zijn. 23. Handelingsplan r.t. (remedial teaching) Zodra een leerling gedurende een langere periode opvalt (gedragsmatig of cognitief), wordt er een handelingsplan opgesteld en in de klas uitgevoerd. Zo krijgt het kind extra aandacht op het gebied dat hij of zij nodig heeft. Wanneer groep 7 drama heeft, staat Petra Bos (leerkracht groep 7) voor de groep. De leerkracht van groep 8 heeft dan de tijd om leerlingen uit de groep RT te geven. Anouk van der Veer 2015-2016