SINT-LODEWIJKSCOLLEGE VRIJE GEMENGDE KLEUTER- EN LAGERE SCHOOL SPOORWEGSTRAAT 250 8200 SINT-MICHIELS Tel.: 050/394593 • Fax.: 050/394232 E-mail:
[email protected] Website: www.sintlodewijkscollegespoorwegstraat.be
SCHOOLREGLEMENT
1
1. ONZE SCHOOL 1. 1. Welkom in onze school Het verheugt ons dat u voor het onderwijs en de opvoeding van uw kind een beroep doet op onze school. Wij wensen zoveel mogelijk kansen te scheppen voor uw kind opdat het zich evenwichtig zou kunnen ontplooien. U mag van ons dan ook een christelijk geïnspireerde, eigentijdse opvoeding en degelijk onderwijs verwachten. De directeur en de leerkrachten zijn bereid zich maximaal in te spannen om die kansen waar te maken. We hopen dat u uw kind aanmoedigt de doelstellingen van onze school na te streven en de afspraken na te leven. Wij hopen hierbij op een goede samenwerking en danken u voor het vertrouwen dat u in onze school stelt. Zet uw kind zijn eerste stappen in de kleuterklas, dan zijn de kleuterleidsters er om het kind naar zelfstandigheid te begeleiden en zijn creativiteit in de ruime zin van het woord te helpen ontwikkelen. De kleuterleidsters bouwen aan een hartelijke leefomgeving waar uw kleuter zich goed voelt. Is uw zoon of dochter ingeschreven in onze lagere school dan zullen we hem/haar helpen in het verder ontplooien van zijn/haar talenten. Het is ook onze taak én onze plicht om onze jongeren waarden aan te reiken en hen voor te leven. Wij denken hier vooral aan respect voor elkaar. Hieruit vloeien immers alle omgangsvormen voort zoals: eerlijkheid, begrip, tolerantie, hulpvaardigheid, … en dit werkt in beide richtingen.
2
In onze school creëren we een sfeer van samenhorigheid, waarin geen onderscheid gemaakt wordt naar afkomst, ras, religie, nationaliteit of uiterlijk. Dit kan uiteraard enkel wanneer leefregels strikt nageleefd worden. Wij wensen allen hierbij alvast veel succes ! De directeur en de leerkrachten
3
1. 2. Onze schoolvisie Opvoeden is het bijbrengen van vaardigheden, kennis en waarden. De vaardigheden en kennis die wij aanbrengen zijn deze die onze kinderen in onze maatschappij zullen nodig hebben. Daarbij staat de totale persoonlijkheid van elk kind centraal en gaan we optimale ontwikkelingskansen creëren voor elk kind. De waarden die we aanbieden zijn deze van de christelijke gemeenschap waarin onze school zich situeert. We voorzien een omgeving waarin zowel de leerkrachten, de ouders als de leerlingen zich goed voelen en waarin het positief zelfbeeld bevorderd en gevoed wordt. Uit dit alles hebben wij een visie ontwikkeld die onze leidraad is bij het uitwerken van de activiteiten en de lessen op onze school. Met ‘wij’ bedoelen we de ganse groep mensen die bij onze school betrokken zijn en die er hun stempel op drukken.
ONZE SCHOOL IS EEN GEïNTEGREERDE GELOOFS-, LEEREN LEEFGEMEENSCHAP. Wij zijn een herkenbare christelijk gelovige school. De inspiratiebron van ons opvoedingsproject is Jezus Christus. In de godsdienstlessen worden de kinderen religieus gevoelig gemaakt en maken ze kennis met de boodschap van Jezus. Dat werken we ondermeer uit in een klimaat van verdraagzaamheid: de anderen benaderen we met eerbied zonder hen de vrijheid te ontnemen. We voeden ze ook op om multicultureel samen te leven met respect voor andere geloofsopvattingen. De school heeft ook een zendingsopdracht: onze zorg gaat dan ook uit naar aangepaste pastorale animatie, gebedsmomenten en sacrale vieringen.
4
Wij verwachten dat alle ouders –ook van andere gezindten- loyaal zijn voor het geheel van de geloofsopvoeding dat aan de kinderen wordt gebracht en dat ze eerbied opbrengen voor de christelijk gelovige verankering van de school en haar geloofsaanbod.
Wij bieden kwaliteitsonderwijs aan. Onze maatschappij heeft een hoog verwachtingspatroon tegenover het onderwijs. Het streven naar kwaliteitsonderwijs is dan ook een permanent gebeuren en is voortdurend in verandering, inspelend op de maatschappelijke tendensen. De leerkrachten en de directie willen de aandachtspunten die hieronder worden verduidelijkt, concreet maken in hun onderwijstaak. Wij beseffen daarbij ten volle dat dit oogt als een schets van een ideaalbeeld, maar wij engageren ons om er naar te streven dit ideaalbeeld te benaderen. We willen in ons kwaliteitsonderwijs kansen bieden aan alle leerlingen om tot een harmonische ontwikkeling van de totale persoonlijkheid te komen door : het deelnemen aan culturele, sportieve, expressieve en manuele activiteiten het inspelen op de actualiteit het leren omgaan met mislukkingen en deze kunnen verwerken het ontwikkelen van een kritische visie en een realistische kijk het leren in groep werken het zich leren uitdrukken en het kunnen discussiëren Het overbrengen van kennis en vaardigheden krijgt een grote aandacht in het basisonderwijs. We volgen hiertoe de leerplannen van het katholiek onderwijs. Deze zijn de concrete uitwerking van de
5
ontwikkelingsdoelen en de eindtermen. We bouwen aan de hand van doeltreffende studie- en leermethodes aan een stevige basis waarbij we onze kinderen helpen volgende kwaliteiten te verwerven : kennis die zich uit in leergierigheid probleemoplossend denken inzicht verwerven vaardigheden om kennis te verwerven zelfstandigheid leren plannen zichzelf kritisch evalueren De grote nadruk ligt dus op het proces, op het leren leren, het totinzicht-komen. Omdat het kind centraal staat in onze school, zullen wij om dit doel te bereiken, veel aandacht besteden aan kindgerichte en gedifferentieerde werkvormen: ze dienen het kind niet alleen aan te spreken, maar moeten ook haalbaar zijn qua niveau. Het kind helpen in zijn groei naar zelfstandigheid, naar gemotiveerd en zelfstandig werken, wordt als een opdracht van iedere dag ervaren. a. Concreet doen we dit in onze kleuterschool door : te werken rond belangstellingspunten. te werken met deelgroepen en vrij kleuterinitiatief te bevorderen. een geleid aanbod te plannen in een rijk klasmilieu. goed doordachte hoeken aan te bieden waardoor kleuters zich aangetrokken voelen en zich gestimuleerd weten in hun ontwikkeling. activiteiten aan te bieden die aansluiten bij de ervaring en de belangstelling van kleuters.
6
de kleuters kennis te laten maken met nieuwe media zoals computer. de kleuters op een speelse en actieve manier kennis te laten maken met reken- en taalvoorwaarden. de kleuters te laten proeven van gevarieerde bewegingslessen.
b. In de lagere school streven we naar onderwijs op ieders maat door : het gebruik van de modernste technieken, communicatiemiddelen en didactische leermiddelen. Wij vernieuwen ook regelmatig onze handboeken en gebruiken ook de nieuwste leermethodes. Zo beschikken alle klassen over enkele computers. Er werd een netwerk uitgebouwd zodat meerdere computers per klas toegang verschaffen tot internet. het toepassen van contractwerk, hoekenwerk en thematisch werken. Bij deze werkvormen organiseren we onze klas zo dat elk kind op eigen niveau en eigen ritme kan werken zodat het succeservaringen opdoet en het de kans op het ontwikkelen van een positief zelfbeeld vergroot. het organiseren van niveaugroepen bij technisch lezen. elk kind aangepaste kansen te geven door differentiatie en remediëring. Onze leerkrachten hebben de ingesteldheid en gebruiken methodes die toelaten in te spelen op de noden van elk kind. Naast de aandacht die elke leerkracht hieraan besteedt zijn er bijkomende uren voorzien voor zorgverbreding om kinderen met zorgvragen extra aandacht te kunnen geven. Het aanbieden van verbredings- en verdiepingsleerstof voor kinderen die de basisleerstof sneller dan gemiddeld onder de knie hebben.
7
c. In de hele basisschool krijgt deze opdracht gestalte in: Het opvolgen van de kinderen door het regelmatig observeren (vb. in een observatieschrift, een klasscreening), bespreken (MDO) en registreren (kindvolgsysteem)
Zoals je als leerkracht naar een kind kijkt, voelt het zich ook bekeken. Als katholieke basisschool spannen wij ons in voor een gelukkig leven voor alle kinderen. We willen alle kinderen optillen naar een hoger ontwikkelingsniveau en hen vaardig maken voor een betere toekomst. Vanuit ons geloof zijn we ervan overtuigd dat voor ieder kind met zijn beperktheden en zijn mogelijkheden een toekomst is weggelegd. Vanuit deze ‘pedagogie van de hoop’ willen wij met een brede zorg werken aan de ontplooiing van kinderen. Deze bijzondere zorg krijgt een bevoorrechte plaats in de klas en in het schoolgebeuren. Om deze opdracht waar te maken, werken wij aan de drievoudige opdracht : Zorgbreedte: de blijvende bekommernis om kinderen optimale kansen te geven om zich te ontwikkelen als ‘totale persoon’. Hiervoor nemen we de verschillen tussen kinderen als uitgangspunt: culturele verschillen, verschillen in fysieke en psychologische ontwikkeling, verschillen in motivatie, leerstijl en leervermogen. Zorgverbreding: hier willen wij de nodige zorg besteden aan kinderen met specifieke leer- en ontwikkelingsbehoeften. De specifieke zorgvragen kunnen zeer verscheiden zijn. Het gaat bijvoorbeeld zowel om hoogbegaafden als om kinderen met leermoeilijkheden. Het gaat om kinderen uit een andere taal en
8
cultuur, maar ook om kinderen met een handicap, met sociale en emotionele moeilijkheden, … Om deze zorg te kunnen dragen, organiseren we regelmatig overleg (collega’s onderling, CLB, directie, zorgteam) en is er samenwerking met andere partners (logopedisten, ergotherapeuten, revalidatiecentra ,…)
Het zorgbeleid wordt uitgewerkt op 3 niveaus: * Zorg op leerling-niveau * Zorg op leerkrachtniveau * Zorg op schoolniveau De klastitularis is de spilfiguur van het zorgbeleid. Hij begeleidt de leerlingen op cognitief, sociaal en emotioneel vlak en kan een beroep doen op de zorgbegeleider en op de zorgcoördinator. De zorgcoördinator staat in voor de coördinatie van de zorg op het niveau van de school en van het handelen van de leerkracht. Vanuit het gelijke onderwijskansenbeleid (GOK) namen we de voorbije jaren de thema’s ‘preventie en remediëring’, ‘socio-emotionele ontwikkeling’, ‘taalvaardigheid’ en ‘leerling -en ouderparticipatie’ onder de loep. Alle acties die vanuit deze thema’s werden uitgewerkt en efficiënt bleken te zijn voor een goed zorgbeleid, werden opgenomen in het schoolwerkplan en vormen een constante in onze zorgwerking. Vb.: - Een degelijke MDO-werking met signalisatie van problemen, overleg en voortdurende opvolging. - Een goede communicatie met externe hulpverleners . - Blijvende aandacht voor het welbevinden van de leerlingen (sociogram,
9
pestdetectie, vieren van de verjaardagen, …) en de collega’s (teamdagen…) . - Groeien in leren leren . - Taalvaardigheid in de ruime zin van het woord . - Leerlingenraad. - Bekendmaken van beleidsitems aan de ouders via het schooltijdschrift en de schoolwebsite -
…
Het spreekt voor zich dat we voortdurend aandacht moeten hebben voor reflectie en voor de bijsturing van acties en het inspelen op actuele noden. In de ‘bijzondere bepalingen’ (contract met het CLB), noteren we ook elk schooljaar één of meerdere zorgpunten waaraan we samen werken. Van de zelfredzaamheid in de kleuterklassen tot het zelfstandig verwerven van vaardigheden, kennis en attitudes in de hoogste klassen van de lagere school loopt een rode draad. Het einddoel daarbij is de totale vorming van elk kind: de ontplooiing van hoofd, hart en handen staat centraal. Wij willen ons profileren als een dynamische school met een permanente zorg voor deskundigheid. Inspelend op de snel evoluerende maatschappij staan wij open voor veranderingen en vernieuwingen. Voor ons zijn de begeleiding van leerkrachten en de nascholingen door leerkrachten belangrijke hulpmiddelen.
10
School maken doen we niet alleen. Het onderwijsgebeuren wordt gedragen door heel wat participanten : het schoolbestuur, het personeel, de ouders, de kinderen, het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB), de externe begeleiders. Wij besteden dan ook de nodige aandacht en tijd voor het verwezenlijken van positief menselijke relaties tussen alle participanten. De ouders hebben nog steeds de eerste verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen. Vanuit de gezamenlijke zorg voor het welzijn van de kinderen willen we een echt partnerschap met de ouders uitbouwen. Daarom streven we naar goede contacten tussen ouders en school met een hartelijke omgang, wederzijdse waardering, luisterbereidheid, openheid en samenwerking. Een eerste aspect van deze samenwerking is een goede informatie-uitwisseling : a. schriftelijk : Heen-en-weer-schriftje in de kleuterklassen, agenda in de lagere school Infobrieven, rapporten, … ‘t Lodewiekske : tijdschrift voor en door ouders en school met de laatste nieuwtjes en belevenissen uit klas en school. ‘paspoortje’ voor kinderen met zorgvragen (na bespreking op het multi disciplinair overleg) b. mondeling : Besprekingen van rapporten voor het lager eind december en juni. Evaluatiegesprek voor de ouders van kleuters begin januari en eind juni. Indien nodig of wenselijk : persoonlijke gesprekken en telefonische contacten.
11
Thema-avonden, in samenwerking met de ouderraad en andere scholen van onze scholengemeenschap. Vrijblijvende medewerking in klas : hoekenwerk, project … Infomomenten per leerjaar (eind september- begin oktober) en kennismakingsmoment (eind augustus) De ouderraad is de spreekbuis van de ouders. Hiertoe kan de ouderraad op eigen initiatief thema’s aankaarten of kan de school ook naar de mening vragen van de ouderraad betreffende specifieke problemen of actuele zaken. De school verwacht dat de ouders het project van de school onderschrijven en steunen. Hierbij hoort een actieve betrokkenheid waarbij zeker ook het tonen van hun interesse en medewerking hoort. We streven ook naar een goede samenwerking bij het zoeken naar oplossingen voor eventuele problemen of moeilijkheden. Hierbij is het essentieel elkaar zo snel mogelijk in te lichten en acties te coördineren. De school kan externe hulp inroepen waar nodig : centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB), logopedisten,…. Het schoolteam werkt hierbij als een eenheid die de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor alle kinderen op zich neemt. Naast het schoolteam en de ouders zijn er natuurlijk nog andere betrokkenen bij het ganse schoolgebeuren. Daarom wordt er ook belang gehecht aan samenwerking met o.a. de leerlingenraad, het schoolbestuur, het L.O.C, de schoolraad, het L.O.P, de parochie en de ganse lokale gemeenschap.
12
1. 2. Wie is wie
1.2.1. De STRUCTUUR van de school De Gesubsidieerde Vrije Basisschool Sint-Lodewijkscollege, afdeling Spoorwegstraat, is een gemengde katholieke basisschool met een kleuter- en een lagere afdeling.
adres : telefoon : fax : e-mail : website:
Spoorwegstraat 250, 8200 Sint-Michiels (Brugge) 050/39.45.93 050/39.42.32
[email protected] www.sintlodewijkscollegespoorwegstraat.be
1.2.2. Het SCHOOLBESTUUR Het schoolbestuur VZW Sint-Lodewijk Brugge (p.a. Magdalenastraat 30, 8200 Sint-Andries) is de organisator van het onderwijs in onze school. De VZW is verantwoordelijk voor het beleid en schept de noodzakelijke voorwaarden voor een goed verloop van het onderwijs.
13
Om het schoolgebeuren uit te bouwen doet het bestuur een beroep op de diocesane begeleidingsdienst. De voorzitter is : Philip Van Den Berghe. De VZW bestuurt zes katholieke basisscholen en drie katholieke secundaire scholen in de regio Sint-Andries, Sint-Michiels en Christus Koning. De drie secundaire scholen zijn : Immaculata Secundair, Veldstraat 2, 8200 Sint-Michiels O.L.V.-Hemelvaart, Doornstraat 3 & Gistelsesteenweg 440, 8200 Sint-Andries Sint-Lodewijkscollege, Magdalenastraat 30, 8200 Sint-Andries De zes basisscholen zijn : GVBS Sint-Lodewijkscollege, Spoorwegstraat 250, 8200 SintMichiels GVBS Sint-Lodewijkscollege, Doornstraat 3, 8200 Sint-Andries GVBS Sint-Lodewijkscollege, Gerard Davidstraat 6, 8000 Brugge GVBS Sint-Lodewijkscollege, Gistelsesteenweg 440, 8200 SintAndries GVBS Sint-Lodewijkscollege, Koningin Astridlaan 4, 8200 SintMichiels GVBS Sint-Lodewijkscollege, Zandstraat 69, 8200 Sint-Andries
1.2.3. De SCHOLENGEMEENSCHAP Sedert 1 september 2003 vormen de zes basisscholen van de VZW de scholengemeenschap ‘Basisscholen Sint-Lodewijkscollege Brugge’.
14
Het correspondentieadres van de scholengemeenschap is: Koningin Astridlaan 4, 8200 Sint-Michiels e-mail:
[email protected] website: www.basisscholensintlodewijkscollege.be De coördinerende directeur is Michel Goeman.
1.2.4. Het SCHOOLTEAM Voor de namen, de adressen en de telefoonnummers van de leden van het team verwijzen we naar het september/oktobernummer van ‘t Lodewiekske.
1.2.5. De KLASSENRAAD De directeur vormt samen met de leerkracht(en) van de betrokken leerlingengroep de klassenraad. De klassenraad spreekt zich o.a. uit over het uitreiken van getuigschriften van het basisonderwijs, het al of niet zittenblijven, ... De gesprekken van deze raad verlopen doorgaans in samenspraak met het zorgteam en met de CLBverantwoordelijke(n). Minstens driemaal per jaar komt de raad bijeen, in wat genoemd wordt het multidisciplinair overleg (MDO).
15
1.2.6. De OUDERRAAD In 2005 werd de bestaande oudervereniging van de basisschool omgevormd tot een ouderraad. Samen met de directie en de leerkrachten is de ouderraad een partner bij het schoolgebeuren. De ouderraad vertegenwoordigt alle ouders en organiseert activiteiten voor deze doelgroep. De ouderraad is aangesloten bij de Vlaamse Confederatie van Ouderverenigingen (VCOV). voorzitter : IRENE PERSELIS Schijfstraat 4 8310 Assebroek 050 / 67. 32. 34 e-mail:
[email protected] Het doel van de ouderraad is viervoudig : 01. De samenwerking tussen de school en de ouders bevorderen : gezamenlijke initiatieven met een opvoedend karakter ontplooien, thema-avonden over actuele opvoedkundige thema’s organiseren, fungeren als spreekbuis van de ouders. 02. De ouders dichter bij de school betrekken : onderlinge sociale contacten stimuleren, hulp bieden tijdens de activiteiten van de school. 03. De ouders informeren en ten aanzien van hen verantwoording afleggen. 04. Activiteiten organiseren die bepaalde aspecten van de werking van de school financieel kunnen steunen. De ouderraad brengt ook -op vraag van de schoolraad of op eigen initiatief- advies uit over alle aangelegenheden waarover de schoolraad advies- of overlegbevoegdheid heeft.
16
1.2.7. De SCHOOLRAAD Het eigen lokaal beleid in onze school wordt gevoerd met inspraak van alle directe betrokkenen. Dit gebeurt in de schoolraad, waarin zitting hebben: de ouders, het personeel en de lokale gemeenschap. Elke geleding heeft twee leden. De directeur én een vertegenwoordiger van het schoolbestuur wonen de vergaderingen bij. De schoolraad geeft advies over aangelegenheden die het personeel, de ouders of de leerlingen aanbelangen, zoals het studieaanbod, samenwerkingsverbanden, het nascholingsbeleid, enz. De schoolraad overlegt met het schoolbestuur over o.a. het schoolreglement, de bijdrageregeling, het beleidscontract dat de samenwerking regelt tussen de school en het CLB, infrastructuurwerken, extra murosactiviteiten, de criteria voor de aanwending van de lestijden, het welzijns- en het veiligheidsbeleid, enz. De leden van de schoolraad zijn : Irene Perselis (voorzitter) en Kristel Wittouck (secretaris) namens de ouders, in beurtrol twee leerkrachten, Maria Rubens en Ludgard Decroos namens de lokale gemeenschap, Luc Florequin als directeur en Mark Van de Voorde als vertegenwoordiger van het schoolbestuur.
1.2.8. Het MEDEZEGGENSCHAPSCOLLEGE Vanaf september 2006 organiseren de 6 schoolraden van de scholengemeenschap ‘Basisscholen Sint-Lodewijkscollege Brugge’ een medezeggenschapscollege. Dit medezeggenschapscollege heeft o.a. overlegbevoegdheid over de ordening van een rationeel onderwijsaanbod en het maken van afspraken over een objectieve leerlingenoriëntering en –begeleiding.
17
De voorzitter van het medezeggenschapscollege is Mr. Michel Goeman. De leden die onze basisschool vertegenwoordigen, zijn: Kristel Wittouck (ouders), Rita De Keyser (leerkrachten) en Maria Rubens (lokale gemeenschap).
1.2.9. De BEROEPSCOMMISSIE (bij uitsluiting van een leerling) Bij afwijkend gedrag van een leerling kan het schoolbestuur de betrokken leerling -in uitzonderlijke omstandigheden- definitief uitsluiten. Tegen een beslissing tot definitieve uitsluiting kunnen de ouders van de gesanctioneerde leerling beroep aantekenen bij de diocesane beroepscommissie van het bisdom Brugge: Vicariaat voor onderwijs Beroepscommissie basisonderwijs H. Geeststraat 4 8000 BRUGGE
1.2.10. Het Lokaal Overlegplatform (LOP) Onze school maakt deel uit van het Lokaal Overlegplatform Basisonderwijs Brugge. Het contactadres van het LOP is Predikherenrei 46, 8000 Brugge, telefoon 0473/938926. Voor klachten rond weigeringen of doorverwijzingen kunt u steeds terecht bij de Commissie inzake Leerlingenrechten, Koning Albert IIlaan 15, 1210 Brussel
18
1.2.11. Het CENTRUM VOOR LEERLINGENBEGELEDING (CLB) Een Centrum voor LeerlingenBegeleiding (CLB) heeft als opdracht bij te dragen tot het welbevinden van de leerlingen, nu en in de toekomst. Daarom ondersteunt het CLB de opvoedingsopdracht van ouders en school: als het moeilijk wordt, kun je bij het CLB terecht voor individuele hulp, informatie en begeleiding. Onze school heeft een overeenkomst afgesloten met het CLB Brugge(n)
vestiging Legeweg 83A 8200 Sint-Andries (Brugge) tel. : 050 440 220 fax : 050 450 791 e-mail :
[email protected] website : www.clbbrugge.be CLB Brugge(n) doet een aanbod op het vlak van het leren en studeren, van het maken van goede studiekeuzes, van de lichamelijke ontwikkeling en de gezondheid en van het ‘zich goed voelen thuis en op school’. Het CLB-team van onze school bestaat uit volgende medewerkers: -Heidi Puype, arts -Ludwine Ranson, paramedisch werker -Karel Gobert, maatschappelijk werker -Jan Duthoo, psycho-pedagogisch consulent -Marie Loncke, psycho-pedagogisch werker CLB-medewerkers werken samen met de school en handelen volgens een deontologische code die discretie, onafhankelijkheid en het
19
naleven van het beroepsgeheim waarborgt. CLB Brugge(n) heeft een procedure uitgeschreven om op systematische wijze met een klacht om te gaan. Als een school aan het CLB vraagt om een leerling te begeleiden, zal het CLB een begeleidingsvoorstel doen aan de ouders. Het CLB zet de begeleiding slechts voort als de ouders hiermee instemmen. Bepaalde van de CLB-tussenkomsten kunnen niet worden geweigerd: de begeleiding van problematische afwezigheden (spijbelen, …) en sommige medische onderzoeken.. Als er bezwaren zijn tegen een bepaalde arts van het CLB, dan kan in overleg een andere arts -binnen of buiten het CLB- worden aangeduid. In het laatste geval zijn de kosten ten laste van de ouders. In het Studie-informatiepunt (STIP) op het CLB is er informatie aanwezig over studierichtingen en scholen uit het secundair onderwijs. Veel informatie is ook te vinden via de CLB-website. Als een leerling zich in een school inschrijft of verandert van school, is het begeleidend CLB van de vorige school verplicht het dossier van de leerling te bezorgen aan het nieuwe CLB (Besluit Vl. Reg. 08 06 2001). Dit multidisciplinair dossier bevat alle op het centrum aanwezige gegevens over die leerling. Als je niet akkoord gaat met het doorgeven van alle CLB-dossiergegevens naar het nieuwe CLB, kun je daartegen verzet aantekenen. Je hebt daarvoor 30 dagen (vanaf de inschrijving in de nieuwe school). Je tekent verzet aan bij de directeur van het vorige CLB. Voor leerlingen jonger dan 14 jaar gebeurt dit door de ouders; oudere leerlingen kunnen zelf verzet aantekenen. Bij verzet zal het CLB alleen verplicht over te dragen gegevens doorgeven (de medische gegevens en de gegevens in verband met de leerplichtcontrole). CLB-dossiers worden 10 jaar na het laatste medisch onderzoek of na de laatste vaccinatie vernietigd.
20
3. REGLEMENTAIRE BEPALINGEN 2.1. INSCHRIJVEN VAN DE LEERLINGEN Inschrijvingsperiode schooljaar 2006-2007: Voorrang broer en zus: van 1 tot 15 januari 2006 Algemene inschrijvingsperiode: vanaf 16 januari 2006 Inschrijvingsperiode schooljaar 2007-2008: Voorrang broer en zus: van 1 tot 15 september 2006 Algemene inschrijvingsperiode: vanaf 16 september 2006 Een inschrijving kan pas ingaan na instemming met het schoolreglement en het pedagogisch project van de school. Bij de inschrijving dient een officieel document te worden voorgelegd dat de identiteit van het kind bevestigt en de verwantschap aantoont (de SIS-kaart, het trouwboekje, het geboortebewijs, een identiteitsstuk van het kind zoals een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister, een reispas, ...). De inschrijving van een leerling geldt voor de duur van de hele schoolloopbaan in de school. Alle kleuters en leerlingen worden op de datum van de inschrijving/aanmelding opgenomen in het inschrijvingsregister. Zij worden slechts eenmaal ingeschreven volgens chronologie. Een kleuters die nog geen 2 jaar en 6 maanden is, kan ingeschreven worden. Maar pas wanneer de kleuter voldoet aan de toelatingsvoorwaarde (2,5 jaar zijn), wordt de kleuter opgenomen in het stamboekregister en kunnen de ouders de verklaring van enige inschrijving invullen en handtekenen. Vanaf de volgende instapdatum wordt de kleuter toegelaten in de school en wordt hij/zij opgenomen in het aanwezigheidsregister van de klas. Kleuters zijn niet leerplichtig.
21
In september van het jaar waarin uw kind 6 jaar wordt, is het leerplichtig en wettelijk verplicht om les te volgen. Ook wanneer het op die leeftijd nog in het kleuteronderwijs blijft, is het dus net als elk ander leerplichtig kind onderworpen aan de controle op het regelmatig schoolbezoek. Een jaartje langer in de kleuterschool doorbrengen, vervroegd naar de lagere school komen en een achtste jaar in de lagere school verblijven kan enkel na kennisgeving van en toelichting bij het advies van de klassenraad en van het CLB-centrum. In het gewoon onderwijs kan een leerling minimum 5 jaar en maximum 8 jaar in het lager onderwijs doorbrengen, met dien verstande dat een leerling die 15 jaar wordt vóór 1 januari geen lager onderwijs meer kan volgen. De leerlingen zijn verplicht om alle lessen en activiteiten van hun leerlingengroep te volgen. Om gezondheidsredenen kunnen er, in samenspraak met de directeur, eventueel aanpassingen gebeuren. Het schoolbestuur weigert de inschrijving van de betrokken leerling die het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar definitief werd uitgesloten in de school. Kinderen kunnen specifieke noden hebben. Van ouders wordt verwacht dat zij dit meedelen aan de school. De school zal onderzoeken of haar draagkracht voldoende groot is om het kind de nodige ondersteuning te geven op het vlak van onderwijs, therapie en verzorging. Indien de ouders, bij inschrijving, nalaten om mee te delen dat hun kind een attest buitengewoon onderwijs heeft en er in de eerste weken na de inschrijving een vermoeden is van specifieke noden, zal de school haar draagkracht alsnog onderzoeken. Bij het onderzoek naar de draagkracht houdt de school, in overleg met de ouders en het CLB, rekening met: -de verwachtingen van de ouders ten aanzien van het kind en ten aanzien van de school;
22
-de concrete ondersteuningsnoden van de leerling op het vlak van leergebieden, sociaal functioneren, communicatie en mobiliteit; -een inschatting van het regulier aanwezig draagvlak van de school inzake zorg; -de beschikbare ondersteunende maatregelen binnen én buiten het onderwijs; -het intensief betrekken van de ouders bij de verschillende fasen van het overleg- en beslissingsproces. Wanneer de opschortende voorwaarden niet vervuld zijn om het kind de nodige specifieke ondersteuning te geven op het vlak van onderwijs, therapie en verzorging zal de school het kind weigeren. De beslissing wordt binnen vier kalenderdagen bij aangetekend schrijven of tegen afgiftebewijs aan de ouders van de leerling bezorgd. Scholen die lid zijn van een LOP melden de weigering ook aan de voorzitter van het Lokaal Overlegplatform (zie 1.1.10.) De bemiddelingscel van het LOP neemt automatisch contact op met de ouders. Scholen die niet tot een LOP behoren melden dit aan het Departement Onderwijs. Het Departement duidt een LOP aan dat de bemiddeling op zich zal nemen. Dit aangeduide LOP neemt contact op met de ouders. Ouders krijgen toelichting bij de beslissing van het schoolbestuur. Na de bemiddeling door het LOP kunnen ouders alsnog een klacht indienen bij de Commissie inzake Leerlingenrechten. (deze gegevens vindt u op het weigeringsdocument)
Het RIJKSREGISTERNUMMER Het departement onderwijs gebruikt het rijksregisternummer van de leerlingen voor de controle op het aantal ingeschreven leerlingen en de leerplicht.
23
De ouders moeten ons dit nummer meedelen. Wij verbinden er ons uiteraard toe om het rijksregisternummer enkel te gebruiken in de betrekkingen met de Afdeling Informatica van het Departement Onderwijs en enkel in verband met de controle op de leerplicht en de controle op de inschrijvingen.
Omgaan met LEERLINGGEGEVENS De school houdt rekening met de privacywetgeving. Ouders krijgen de garantie dat alle persoonlijke gegevens enkel door de directie aangewend worden onder de toepassing van de wet ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Ouders hebben het recht deze gegevens op te vragen en zo nodig te laten verbeteren, voor zover ze betrekking hebben op hun kind en zichzelf. Documenten die gegevens opvragen, krijgen de vermelding “Deze gegevens worden door de directie van de school strikt aangewend onder de toepassing van de wet ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.” Ouders hebben het recht om informatie over hun kind te vragen. Ook kan er in overleg met de school en met respect voor de privacy van het gezin een persoonlijk document opgemaakt worden om de overgang naar een andere school, een ander niveau optimaal te laten verlopen. Dit document kan relevante informatie bevatten over de onderwijsloopbaan van het kind zoals bijvoorbeeld gegevens over onderwijsproblemen, leerstoornissen, belangrijke gegevens van medische aard, schoolrapporten, enz.
24
2. 2. GETUIGSCHRIFT BASISONDERWIJS Het schoolbestuur kan, op voordracht en na beslissing van de klassenraad, een getuigschrift basisonderwijs uitreiken aan een regelmatige leerling uit het gewoon lager onderwijs. Een regelmatige leerling is volgens het Decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997 een leerling die slechts in één school ingeschreven is. In het lager onderwijs, of als leerplichtige in het kleuteronderwijs, moet de leerling daarenboven aanwezig zijn, behoudens gewettigde afwezigheid en deelnemen aan alle onderwijsactiviteiten die voor hem of zijn leergroep worden georganiseerd. De klassenraad oordeelt autonoom of een regelmatige leerling in voldoende mate, de doelen die in het leerplan zijn opgenomen heeft bereikt, om een getuigschrift basisonderwijs te bekomen. De beslissing van de klassenraad is steeds het resultaat van een weloverwogen evaluatie in het belang van de leerling. Het is uitzonderlijk dat dergelijke beslissing door de ouders wordt aangevochten. In voorkomend geval wenden de ouders zich binnen de zeven kalenderdagen tot de directeur die de klassenraad binnen drie werkdagen opnieuw bijeenroept. De betwiste beslissing wordt opnieuw overwogen. De ouders worden schriftelijk verwittigd van het resultaat van deze bijeenkomst. Als de betwisting blijft bestaan kunnen de ouders aangetekend beroep instellen bij de voorzitter van het schoolbestuur binnen een termijn van zeven kalenderdagen na ontvangst. Het schoolbestuur beslist of de klassenraad opnieuw wordt samengeroepen. De ouders worden schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing van het schoolbestuur. Iedere leerling die bij het voltooien van het lager onderwijs geen getuigschrift basisonderwijs krijgt, heeft recht op een attest afgeleverd door de directie met de vermelding van het aantal en de soort van gevolgde leerjaren lager onderwijs.
25
3. 3. ONDERWIJS AAN HUIS Een leerplichtig kind uit het lager onderwijs heeft recht op tijdelijk onderwijs aan huis (4 lestijden per week) indien volgende voorwaarden gelijktijdig zijn vervuld: - de leerling is meer dan 21 kalenderdagen afwezig wegens ziekte of ongeval; - de ouders hebben een schriftelijke aanvraag ingediend bij de directeur van de thuisschool; - de aanvraag is vergezeld van een medisch attest waaruit blijkt dat het kind de school niet kan bezoeken en dat het toch onderwijs mag volgen; - de afstand tussen de school (vestigingsplaats) en de verblijfplaats van betrokken leerling bedraagt ten hoogste 10 km.
3. 4. AFWEZIGHEDEN Leerlingen die ingeschreven zijn in een school en die leerplichtig zijn, moeten regelmatig aanwezig zijn in de school. Leerlingen die onwettig afwezig zijn, verliezen het statuut van regelmatige leerling. Dat heeft gevolgen voor de school (de leerling telt niet meer mee voor de personeelsformatie en voor de toelagen) en voor de leerling zelf als die in het zesde leerjaar zit (hij kan geen getuigschrift basisonderwijs krijgen). De regelgeving bepaalt in welke situaties leerplichtige kinderen gewettigd afwezig kunnen zijn en welke de verplichtingen van de ouders en de school zijn.
Op wie is de regelgeving van toepassing?
26
De regelgeving op afwezigheden is van toepassing op leerplichtige kinderen in het gewoon basisonderwijs. De regelgeving is ook van toepassing op leerlingen die, wegens verlengd kleuterschoolbezoek, op zesjarige leeftijd nog in het kleuteronderwijs zitten. Zij zijn op basis van hun leeftijd leerplichtig. Ook leerlingen die reeds op vijfjarige leeftijd zijn overgestapt naar het lager onderwijs vallen onder de reglementering. Niet-leerplichtige leerlingen in het kleuteronderwijs kunnen niet onwettig afwezig zijn, aangezien ze niet onderworpen zijn aan de leerplicht en dus niet steeds op school moeten aanwezig zijn. Het is belangrijk dat kleuters regelmatig naar school komen. Kinderen die activiteiten missen lopen meer risico om te mislukken en raken minder goed geïntegreerd in de klasgroep. We verwachten dat de ouders ook de afwezigheden van hun kleuter onmiddellijk melden omwille van veiligheidsoverwegingen. Schriftelijke verantwoording ! Alle afwezigheden van leerplichtige leerlingen moeten steeds schriftelijk verantwoord worden. Enkel telefonisch verwittigen is dus onvoldoende. Welke afwezigheden zijn gewettigd? Hierna vindt u in welke situaties leerplichtige kinderen gewettigd afwezig kunnen zijn en wat uw verplichtingen terzake zijn. Uw kind kan enkel gewettigd afwezig zijn in de volgende situaties:
1. Ziekte Is uw kind meer dan drie opeenvolgende kalenderdagen ziek, dan is steeds een medisch attest vereist. Dit attest kan afkomstig zijn van
27
een geneesheer, een geneesheer-specialist, een psychiater, een tandarts, een orthodontist en de administratieve diensten van een ziekenhuis of een erkend labo. Consultaties (zoals bijvoorbeeld een bezoek aan de tandarts) moeten zoveel mogelijk buiten de schooluren plaatsvinden. Wanneer een kind een chronische ziekte heeft die leidt tot verschillende afwezigheden zonder dat telkens een doktersconsultatie noodzakelijk is (b.v. astma, migraine, …) is het goed contact op te nemen met de school en het CLB. Het CLB kan dan een medisch attest opmaken dat de ziekte bevestigt. Wanneer het kind afwezig is voor die aandoening volstaat dan een attest van de ouders. De school zal het CLB contacteren telkens ze twijfels heeft over een medisch attest. Voor ziekte tot en met drie opeenvolgende kalenderdagen volstaat een briefje van de ouders. Dergelijk briefje kan evenwel slechts vier keer per schooljaar door de ouders zelf geschreven worden. Vanaf de vijfde keer is steeds een medisch attest vereist. U verwittigt de school zo vlug mogelijk telefonisch (050/394593) of via e-mail (
[email protected]). U bezorgt uiteraard ook het attest (of het briefje) zo vlug mogelijk.
2. Van rechtswege gewettigde afwezigheden 2.1. Het bijwonen van een begrafenis- of huwelijksplechtigheid van iemand die onder hetzelfde dak woont als uw kind, of van een bloed- of aanverwant van uw kind; 2.2. Het bijwonen van een familieraad;
28
2.3. De oproeping of dagvaarding voor de rechtbank (bijvoorbeeld wanneer uw kind gehoord wordt in het kader van een echtscheiding of moet verschijnen voor de jeugdrechtbank); 2.4. Het onderworpen worden aan maatregelen in het kader van de bijzondere jeugdzorg en de jeugdbescherming (bijvoorbeeld opname in een onthaal-, observatie- en oriëntatiecentrum); 2.5. Onbereikbaarheid of ontoegankelijkheid van de school door overmacht (staking van het openbaar vervoer, overstroming,..) 2.6. Feestdagen verbonden aan de levensbeschouwing van uw kind. Enkel de door de grondwet erkende godsdiensten komen hiervoor in aanmerking (de anglicaanse, islamitische, joodse, katholieke, orthodoxe en protestantse godsdienst). De anglicaanse, katholieke en protestantse feestdagen vallen in de vakantieperiodes. Voor de islam gaat het om: het Suikerfeest (1 dag) en het Offerfeest (1 dag); voor de joodse godsdienst om het Joods nieuwjaar (2 dagen), de Grote Verzoendag (1 dag), het Loofhuttenfeest (2 dagen), het Slotfeest (2 laatste dagen), de Kleine Verzoendag (1 dag), het feest van Esther (1 dag), het Paasfeest (4 dagen) en het Wekenfeest (2 dagen); voor de orthodoxe godsdienst betreft het Paasmaandag, Hemelvaart en Pinksteren voor de jaren waarin het orthodoxe Pasen niet samenvalt met het katholieke Paasfeest. Voor elke afwezigheid bezorgt u aan de school zo vlug mogelijk een officieel document (2.1. t.e.m. 2.5) of een door u geschreven verantwoording (2.6).
3. Afwezigheden waarvoor de toestemming van de directeur nodig is: Deze categorie afwezigheden verleent de school autonomie om in te spelen op specifieke situaties die niet altijd door de regelgeving op te vangen zijn. Indien de directeur akkoord is en mits voorlegging van, naargelang het geval, een officieel document of een verklaring van de
29
ouders, kan een leerling gewettigd afwezig zijn in volgende omstandigheden: 3.1.
voor het overlijden van een persoon die onder hetzelfde dak woont als uw kind of van een bloed- of aanverwant tot en met de tweede graad van uw kind. Het betreft hier niet de dag van de begrafenis (deze is nl. vervat onder 2.1), maar wel bijvoorbeeld een periode nodig om uw kind een emotioneel evenwicht te laten terugvinden (een rouwperiode) of om uw kind toe te laten een begrafenis in het buitenland bij te wonen; 3.2. actieve deelname aan culturele of sportieve manifestaties, indien uw kind hiervoor als individu of als lid van een club geselecteerd is. Het bijwonen van trainingen komt niet in aanmerking, wel bijv. de deelname aan een kampioenschap/competitie. Uw kind kan maximaal 10 halve schooldagen per schooljaar hiervoor afwezig zijn (hetzij achtereenvol-gend, hetzij gespreid over het schoooljaar); 3.3. in echt uizonderlijke omstandigheden afwezigheden voor persoonlijke redenen. Voor deze afwezigheden moet de directeur op voorhand zijn akkoord verleend hebben. Het kan gaan om maximaal 4 halve schooldagen per schooljaar (al dan niet gespreid). Opgelet: Deze afwezigheden mits toestemming van de directeur zijn geen automatisme, geen recht dat u kan opeisen. Enkel de directeur kan autonoom beslissen om deze afwezigheid toe te staan. De directeur mag onder geen enkel beding toestemming verlenen om vroeger op vakantie te vertrekken of later terug te keren. De leerplicht veronderstelt dat een kind op school is van 1 september tot en met 30 juni.
30
4. Afwezigheden van trekkende bevolking, in zeer uitzonderlijke omstandigheden Deze categorie is enkel van toepassing op kinderen van binnenschippers, kermis- en circusexploitanten en -artiesten en woonwagenbewoners. Behoort u tot deze categorie, dan verbindt u zich door de inschrijving van uw kind in een school er, net als de andere ouders, toe dat uw kind elke schooldag op school aanwezig is (behoudens de gewettigde afwezigheden uit punt 1 t.e.m. 3). Niettemin kunnen er zich in echt uitzonderlijke omstandigheden situaties voordoen waarbij het omzeggens onvermijdelijk is dat uw kind tijdelijk met u meereist. U moet deze situatie op voorhand goed met de school bespreken. U moet met de school duidelijke afspraken maken over hoe uw kind in die periode met behulp van de school verder onderwijstaken zal vervullen en hoe u met de school in contact zal blijven. Deze afspraken moeten in een overeenkomst tussen uzelf en de school neergeschreven worden. Enkel als u uw engagementen terzake naleeft, is uw kind gewettigd afwezig. Behoort u tot de trekkende bevolking, maar verblijft u ter plaatse (bijv. op een woonwagenpark), dan moeten uw kinderen uiteraard elke dag op school aanwezig zijn.
5. Problematische afwezigheden Alle afwezigheden die niet opgesomd en gewettigd kunnen worden zoals hierboven beschreven, zijn te beschouwen als problematische afwezigheden. De school zal de ouders onmiddellijk contacteren bij elke problematische afwezigheid en deze afwezigheid melden aan het CLB. School en CLB zullen in communicatie met de betrokken ouders een begeleidingsplan opstellen voor de betrokken ouders en hun kinderen.
31
Van zodra het kind meer dan 10 halve schooldagen problematisch afwezig is, stelt de school samen met het CLB een begeleidingsdossier op dat ter inzage is voor de verificateurs.
3. 5. Geldelijke en niet-geldelijke ondersteuning die niet afkomstig is van de Vlaamse Gemeenschap en de rechtspersonen die daarvan afhangen (reclame- en sponsorbeleid) Binnen de schoolmuren laten wij geen reclame en sponsoring toe. Voor bepaalde projecten (b.v. een gezond ontbijt, het programmaboekje van een toneelproductie, het jaarlijkse advertentieboekje van de ouderraad, ... ) kan eventueel een uitzondering worden gemaakt op voorwaarde dat de reclame en sponsoring verenigbaar is met de onderwijskundige en pedagogische taken van de school en dat zij de geloofwaardigheid, betrouwbaarheid, objectiviteit en onafhankelijkheid van de school niet in het gedrang brengen. We geven geen reclamefolders mee met de kinderen. We maken enkel een uitzondering voor folders i.v.m. opvang, sportkampen e.a. zinvolle vrijetijdsbesteding voor kinderen. Als ouders het niet eens zijn met beslissingen van de school over sponsoring, kunnen zij daarover een klacht indienen bij de Commissie Zorgvuldig Bestuur Departement Onderwijs Secretariaat-generaal t.a.v. Willy Van Belleghem kamer 5B12 Koning Albert II-laan 15 1210 Brussel
32
3. 6. BIJDRAGEREGELING Hieronder vindt u een lijst met een raming van de financiële bijdragen die we kunnen vragen. Deze lijst bevat zowel verplichte als niet verplichte uitgaven. Verplichte uitgaven zijn uitgaven die u zeker zult moeten doen. Zaken die de school als enige aanbiedt, koopt u verplicht op school. Er zijn ook zaken die u zowel op school als ergens anders kunt aankopen. Niet verplichte uitgaven zijn uitgaven voor zaken die u niet verplicht moet aankopen of activiteiten waar u niet verplicht aan moet deelnemen, maar als u ze aankoopt of eraan deelneemt moet u er wel een bijdrage voor betalen. Voor sommige posten vermeldt de lijst vaste prijzen, voor andere zijn enkel richtprijzen vermeld. Voor een aantal posten kennen we de kostprijs niet vooraf. We geven daarvoor richtprijzen. Dat betekent dat het te betalen bedrag in de buurt van de richtprijs zal liggen, het kan iets meer maar het kan ook iets minder zijn. Het schoolbestuur baseert zich voor het bepalen van de richtprijs op de prijs die de zaak of activiteit vorig schooljaar kostte. We verwijzen ook naar de informatiebrochure voor kleuter en lagere waar in detail sommige uitgaven vermeld worden. Deze lijst werd overlegd in de schoolraad. Bij afwezigheden en annulaties kunnen kosten worden aangerekend. Dat gebeurt als de school kosten heeft gemaakt en deze niet kan recupereren. Verplichte uitgaven ° °
Zwemlessen (zwembad+busvervoer) 2,50 euro/beurt Het zwemmen is gratis voor de leerlingen van het zesde leerjaar. Schooluitstappen : eendaags of deel van een dag (excursies natuur, kinderboerderij, museumbezoek, enz. met eventueel busvervoer inbegrepen): 1 à 5 euro
33
°
°
°
° ° ° °
Didactische reis kleuter en lagere (1°, 3°, 4°, 5° en 6° lj.) 20 à 25 euro boerderijklas (2° leerjaar) 60 à 65 euro Gymkledij truitje 10 euro broekje 10 euro SVS-activiteit vanaf 2° kleuter (Rollebolle, Kronkeldiedoe, Alles met de bal, DAS-beurs enz.): busvervoer inbegrepen en één activiteit per schooljaar: 5 à 6 euro Sportdag voor lagere: 10 à 15 euro TOBO-activiteit in het VTI (3° graad): 1 à 1,5 euro Filmvoorstelling ‘Lessen in het donker’: één voorstelling per schooljaar en busvervoer inbegrepen: 5 à 6 euro Toneelvoorstelling ‘Cultuurcentrum Brugge’: één voorstelling per schooljaar en ev. busvervoer inbegrepen: 4 à 5 euro
Niet verplichte uitgaven: zie onder meer informatiebrochure kleuter en/of lagere ° ° °
°
Abonnement op tijdschriften (Averbode-Leesleeuw-Kits enz.) Vakantieboeken Averbode (zie trimestriële brief) Dienstverleningen: opvang en nazorg / melk of fruitsap in klas / middagmaal en lunch in eetzaal / naschoolse Franse les (3° graad) klaviergewenning (3° graad) / studiebegeleiding / naschoolse bewegingsopvoeding (3° kleuter en 1° graad) / Tutti-Frutti (lager) Varia nieuwjaarsbrieven 0,75 euro/stuk klasfoto 2 à 3 euro sober maal in de vasten (lager) 3 à 3,50 euro zwembrevet 0,65 euro
34
3. 7. KOSTELOOSHEID IN HET BASISONDERWIJS Het principe van kosteloosheid in het basisonderwijs is niet nieuw. Het decreet basisonderwijs (2001) bepaalt dat scholen geen inschrijvingsgeld en bijdragen mogen vragen voor de kosten die zij maken om hun leerlingen de eindtermen en ontwikkelingsdoelen te laten halen of nastreven. In de praktijk was de grens tot nu toe moeilijk te trekken. Bovendien ontbrak het de scholen vaak aan financiële middelen om dit te realiseren. Het decreet kostenbeheersing brengt hierin duidelijkheid en voorziet in de nodige financiële middelen. Dit gebeurt in twee stappen: Stap 1: vanaf 1 september 2007 Een officiële lijst met materialen die kosteloos ter beschikking moeten zijn voor de kinderen, brengt duidelijkheid. Hieronder vallen bijv. leerboeken, schriften, passers en schrijfgerief. Het spreekt vanzelf dat elk kind respect heeft en zorg draagt voor het eigen gerief, maar ook voor dat van een ander of voor de materialen van de school. Boeken en schriften worden gekaft. In boeken wordt niet getekend, gekleurd of geschreven. Een verloren of beschadigd boek of materiaal van de school moet vervangen of vergoed worden. Uit recent onderzoek van het Hoger Instituut voor de Arbeid (HIVA) blijkt dat ouders vandaag gemiddeld 22 euro aan deze strikt noodzakelijke dingen besteden. Vanaf 1 september 2007 valt deze kost voor ouders weg, en neemt de school ze voor haar rekening. De scholen krijgen hiervoor per leerling jaarlijks 45 euro extra middelen, wat de huidige gemiddelde kost dus ruimschoots dekt.
35
Kosten die aan de ouders doorgerekend worden voor aangeboden diensten, zoals maaltijden, drankjes en toezicht, moeten steeds in verhouding staan tot de geleverde prestaties. Hieronder vindt u een lijst van kosteloze materialen, inclusief voorbeelden. Lijst met materialen Bewegingsmateriaal Constructiemateriaal
Voorbeelden Ballen, touwen, (klim)toestellen, driewielers,… Karton, hout, hechtingen, gereedschap, katrollen, tandwielen, bouwdozen,…
Handboeken, schriften, werkboeken en –blaadjes, fotokopieën, software ICT-materiaal Computers inclusief internet, TV, radio, telefoon,… Informatiebronnen (Verklarend) woordenboek, (kinder)krant, jeugdencyclopedie, documentatiecentrum, cd-rom, dvd, klank- en beeldmateriaal,… Kinderliteratuur Prentenboeken, (voor)leesboeken, kinderromans, poëzie, strips,... Knutselmateriaal Lijm, schaar, grondstoffen, textiel,… Leer- en ontwikkelingsmateriaal Spelmateriaal, lees- en rekenmateriaal, denkspellen, materiaal voor socio-emotionele ontwikkeling,… Meetmateriaal Lat, graadboog, geodriehoek, tekendriehoek, klok (analoog en digitaal), thermometer, weegschaal,… Multimediamateriaal Audiovisuele toestellen, fototoestel, casetterecorder, DVD-speler,… Muziekinstrumenten Trommels, fluiten,… Planningsmateriaal Schoolagenda, kalender, dagindeling,... Schrijfgerief Potlood, pen,… Tekengerief Stiften, kleurpotloden, verf, penselen,… Atlas/Globe/Kaarten) Kompas/Passer Tweetalige alfabetische woordenlijst Zakrekenmachine
Stap 2: vanaf 1 september 2008 (na goedkeuring van het nieuwe financieringsdecreet) Scholen organiseren ook heel wat activiteiten die het leren boeiender en aangenamer maken voor kinderen. Deze activiteiten zijn niet noodzakelijk voor de eindtermen en ontwikkelingsdoelen en komen daarom niet op de lijst. Om de kostprijs van deze activiteiten te begrenzen, werken scholen vanaf 2008-2009 met een dubbele maximumfactuur.
36
De scherpe maximumfactuur omvat activiteiten zoals toneelbezoek, sportactiviteiten, schooluitstappen van één dag, … Ook materialen die de kinderen verplicht via de school moeten aankopen, vallen hieronder (bijv. verplicht schoolabonnement op tijdschrift). De scherpe maximumfactuur bedraagt voor een kleuter 20 euro en voor een kind van de lagere school 60 euro. Zo blijven de kosten voor alle ouders beperkt. Uit het HIVA-onderzoek blijkt dat ouders vandaag hieraan gemiddeld 30 euro spenderen. De minder scherpe maximumfactuur omvat de activiteiten buitenshuis. Dit gaat om meerdaagse uitstappen voor één of meerdere klassen (deels) tijdens de schooluren (bijv. zeeklas, plattelandsklas, …). De minder scherpe maximumfactuur bedraagt voor een kleuter 0 euro (meerdaagse uitstappen komen heel weinig voor) en voor een kind uit de lagere school 360 euro voor de volledige duur van het lager onderwijs. Zo kan elk kind normaal gezien mee op meerdaagse uitstap. Uit het HIVA-onderzoek blijkt dat ouders in het lager onderwijs voor meerdaagse uitstappen gemiddeld 323 euro uitgeven voor de volle zes jaar. Toch blijkt dat 21 van de 58 onderzochte scholen meer dan 360 euro per kind aanrekenen. In één geval zelfs 1227 euro. Door de nieuwe financiering krijgen basisscholen in de toekomst gemiddeld nog eens 130 euro extra per kind per jaar (naast de 45 euro: zie stap 1). Dit kunnen ze gebruiken om de meerkost van bepaalde activiteiten op zich te nemen. Als men rekent dat een kind 9 jaar basisonderwijs volgt, dan betekent dit dat de school gemiddeld 1.575 euro per leerling extra kan spenderen, naast de jaarlijkse ouderbijdrage. Scholen zullen dus heel wat méér kunnen investeren in het verlevendigen van het onderwijs. Deze enorme financiële injectie moet bovendien toelaten de lat gelijk te leggen over de netten, en tegelijkertijd een relatief grote inspanning te doen voor scholen die veel kansarme kinderen tellen.
37
3. 8. AGENDA, HUISTAKEN EN RAPPORTEN Voor de kleuterschool werken we met een heen- en weerboekje. Als ouder kan je in dit schriftje korte berichtjes neerschrijven, b.v . “het kind moet op school blijven eten en in de nazorg blijven tot 17.30u.”, of “oma komt het kind om vier uur aan het poortje ophalen” . Soms schrijft de leidster er een kort berichtje in of moet er een meer dringende mededeling bij de ouders terecht komen. Kijk het schriftje daarom dagelijks na en plaats zonodig uw handtekening. Vanuit de school hebben we dan zekerheid dat het bericht bij de ouders terecht is gekomen. Stop het heen- en weerboekje elke dag steeds in het schooltasje van uw kleuter als het naar school komt. We werken in de lagere school met 3 versies van ‘mijn schoolagenda’ (Averbode). De schoolagenda is aangepast aan het niveau van zelfstandigheid en per graad ligt het accent op een ander vlak: welbevinden, zelfsturing en leren leren. Maar er is meer: de schoolagenda is het communicatiemiddel bij uitstek tussen de school of de leerkracht én de ouders. Soms schrijft de leerkracht er een korte mededeling in naast de opgave van de huistaak en de te leren lessen of moet er een dringende mededeling bij de ouders terecht komen. Vanuit de school hebben we slechts zekerheid dat het bericht bij de ouders terecht komt als de schoolagenda dagelijks nagezien wordt. Daarom vragen wij alle ouders dat ze dagelijks de schoolagenda van hun kind nazien en paraferen. De ouders die een gesprek wensen te voeren met de directeur, de zorgcoördinator of -leraar of de klasonderwijzer kunnen dit vooraf schriftelijk via de agenda aanvragen. Ook na de lessen is er steeds kans om met de leerkrachten te spreken. Let wel dat de leerkracht op dat moment geen andere taak - zoals toezicht - te vervullen heeft. U begrijpt wel dat we op dat moment noch tijdens de schooltijd een gesprek met de leerkracht kunnen toestaan.
38
A. 1ste graad: accent op welbevinden
in de eerste graad wordt er gewerkt met dagtaken. (afgewerkt tegen de volgende dag) agendagebruik: De kinderen werken met pictogrammen. De betekenis van de pictogrammen vindt u op blz. 3 van ‘mijn schoolagenda’. 1ste lj.: Uw kind kleurt het passende pictogram (de taak/ materiaal dat moet meegebracht worden/ brief die afgegeven moet worden) op de dag voorafgaand aan de dag waarop de taak/ materiaal moet meegebracht worden. 2de lj.: Uw kind omkringt het passende pictogram en schrijft er wat meer uitleg naast. vb. op dinsdag duiden we het pictogram lezen (rekenen/ taal…) aan. Dit moet op woensdag ingeleverd worden. vb. donderdag is er tekenles: het pictogram wordt in de agenda op woensdag ingekleurd. Dit kan uiteraard al vb. de maandag ingekleurd worden. De leerling kleurt, onmiddellijk na het huiswerk, het gezichtje in. (welbevinden) Een ouder tekent elke dag. Dit wordt door de leerkracht opgevolgd. Maximum duur huiswerk (= rekening houdend met zwakkere lln./trage werkers): - 1ste leerjaar: 20’/dag (waarvan 10’ verplicht lezen inbegrepen) - 2de leerjaar: 30’/dag (waarvan 10’ verplicht lezen inbegrepen en 5’ verplicht tafels inoefenen) inhoud huiswerk: - 1ste leerjaar: maandag: 10’ lezen + taakje van max. 10’ taal/wiskunde/ andere dinsdag: 10’ lezen + taakje van max. 10’ taal/wiskunde/ andere woensdag: geen huiswerk donderdag: 10’ lezen + taakje van max. 10’ taal/wiskunde/ andere weekend: 10’ lezen, geen andere taak opm.: het lezen wordt door de leerkracht opgevolgd. -
2de leerjaar: De verplichte leestaak kan soms voor alle leerlingen dezelfde zijn, maar is veelal gedifferentieerd (cfr. leesniveau) maandag: 10’ lezen + 5’ tafels + taakje van max. 15’’ taal/wiskunde/ andere dinsdag: 10’ lezen + 5’ tafels + taakje van max. 15’’ taal/wiskunde/ andere woensdag: geen huiswerk
39
donderdag: 10’ lezen + 5’ tafels + taakje van max. 15’’ taal/wiskunde/ andere: weekend: 10’ lezen + 5’ tafels opm.: wat gelezen werd, wordt door de ouders (lln. in studie: door lkr. die toezicht heeft) in de agenda genoteerd vb. blz. … tot … voor kinderen die een leestaak meekrijgen vanuit de zorgklas, geldt dit als leestaak.
B. 2de graad: accent op zelfsturing
in de 2de graad worden de taken/lessen ten minste 2 schooldagen vooraf opgegeven. Agendagebruik: de taken en lessen worden genoteerd op de dag waarop deze klaar moeten zijn. De leerling kan dan, rekening houdend met eigen activiteiten (vb. dansles, octopus, voetbal, muziekschool, …) plannen wanneer hij aan de taak werkt. vb. de leerkracht kan een taak, opgegeven op dinsdag 13/03 ten vroegste op donderdag 15/03 opvragen. Een ouder tekent elke dag. Dit wordt door de leerkracht opgevolgd. De leerling kleurt, onmiddellijk na het huiswerk, het uurwerkje. Daarbij kleurt de leerling de tijd dat hij aan het huiswerk werkte. Het kan zijn dat een leerling een taak over meer dan één dag wil spreiden, dan kleurt hij de tijd in, elke keer er aan de taak gewerkt werd. Wanneer de taak volledig is afgewerkt, kleurt de leerling het schooltasje. Maximum duur huiswerk (= rekening houdend met zwakkere lln./trage werkers): 160’/week (verplichte leestaak van 30’/week inbegrepen). inhoud huiswerk: De leestaak in de 2de graad bestaat uit een leestaak van max. 15’ die voor alle leerlingen dezelfde is en die op maandag moet afgewerkt zijn. (de leerkracht deelt deze taak dus ten laatste mee op de donderdag vooraf). Deze vorm van lezen kan over alle vormen van lezen gaan: een tekst die aansluit bij de lessen W.O. of godsdienst, voorbereiding van een (stil)leestekst in klas, een bib.-boek…. Daarnaast moeten de leerlingen nog 15’/ week lezen uit een zelf gekozen boek. Dit wordt – net als in het 2de lj. – door de ouders in de agenda genoteerd en geparafeerd vb. blz. … tot … in de 2de graad kan ook een extra taak gegeven worden vb. een boekbespreking, een spreekbeurt, een presentatie van voor W.O., …. Deze
40
taak komt eigenlijk bij het normale huiswerk (niet iedereen kan op dezelfde dag een spreekbeurt geven,…), maar moet uiteraard goed op voorhand worden meegedeeld. (minstens 3 schoolweken vooraf) Hoe de kinderen een boekbespreking, spreekbeurt, presentatie,… moeten maken, komt aan bod in de klas.
C. 3de graad: accent op leren leren
in de 3de graad worden de taken/lessen ten minste 3 schooldagen vooraf opgegeven. Agendagebruik: de taken en lessen worden genoteerd op de dag waarop deze klaar moeten zijn. De leerling kan dan, rekening houdend met eigen activiteiten (vb. dansles, octopus, voetbal, muziekschool, …) plannen wanneer hij/zij aan de taak werkt. vb. de leerkracht kan een taak, opgegeven op dinsdag 13/03 ten vroegste op vrijdag 16/03 opvragen. vb. een taak/ les opgegeven op vrijdag, kan ten vroegste de woensdag erop opgevraagd worden. Een ouder tekent wekelijks. Dit wordt door de leerkracht opgevolgd. De leerling kleurt, onmiddellijk na het huiswerk, het balkje. Daarbij moet de leerling op voorhand het aantal dagen (keer) inschatten dat hij aan de taak zal werken. De leerling kleurt dus telkens een deel van het balkje in. Als de balk volledig gekleurd is, dan wil dat zeggen dat de taak is afgewerkt. Kan de taak in één keer afgewerkt worden, dan wordt enkel het rondje aangevinkt. Maximum duur huiswerk (= rekening houdend met zwakkere lln./trage werkers): 150’/week + 50’/week extra Franse les. inhoud huiswerk: Het huiswerk in de 3de graad is heel gevarieerd. De leerlingen maken kennis met verschillende vormen van leren (hardop, schrijvend,…), schematiseren, samenvatten, plannen enz. In de 3 de graad kan, net zoals in de 2de graad een extra taak gegeven worden vb. een boekbespreking, een spreekbeurt, een presentatie van voor W.O., …. Deze taak komt eigenlijk bij het normale huiswerk (niet iedereen kan op dezelfde dag een spreekbeurt geven,…), maar moet uiteraard goed op voorhand worden meegedeeld. (minstens 4 schoolweken vooraf) In de klas worden de leerlingen op dergelijke bijkomende taak voorbereid.
41
D. Schematische voorstelling: Graad
accent
agenda
Duur huiswerk ste 1ste lj.: 1 gr. Welbevinden Dagtaken (gezichtje) max. 20’/dag 2de lj.: max. 30’/dag de Opgeven Max. 2 gr. Zelfsturing (klokje + taken/lessen 160’/week schooltas) minstens 2 schooldagen vooraf.
Leerlijn lezen/ Extra taken leren -leren 1ste lj. : elke dag 10’ geen lezen 2de lj. : elke dag 10’ (gedifferentieerd) lezen. 30’ lezen/week: gedifferentieerd lezen, voorbereiding stilleesles, wero…
Spreekbeurt Boekbespr. Presentatie W.O. …
3de.gr; Leren leren (plannen: balkje)
Meegeven tips/ methodes … om te leren leren. Leerlijn in 5de en 6de lj.
Spreekbeurt Boekbespr. Presentatie W.O. …
Opgeven taken/lessen minstens 3 schooldagen vooraf.
max 150’/week + extra Fr.les : totaal 200’
In de lagere school krijgen de leerlingen op geregelde tijdstippen hun maandrappport mee naar huis. Zo kunt u, als ouder, de evolutie van uw kind volgen. Op dit rapport worden telkens enkele leerresultaten en leef- en werkhoudingen geëvalueerd. In het tweede tot en met het zesde leerjaar zijn er ook proefwerken in de maand december en juni. Voor het eerste leerjaar slechts in de maand juni. Dat resulteert telkens in een groot rapport met alle leerresultaten (Nederlands, wiskunde, wereldoriëntatie, godsdienst, Frans voor 3° graad), muzische opvoeding en leef- en werkhoudingen. Voor bewegingsopvoeding krijgen de leerlingen zowel in december als in juni een afzonderlijk rapport met een evaluatie over specifieke vaardigheden in verband met de bewegingsopvoeding. Wij vragen dat u de rapporten telkens naziet en uw handtekening plaatst.
42
3. 9. ONGEVALLEN EN SCHOOLVERZEKERING De schoolverzekering (polis 0004611103698) omvat een aansprakelijkheidsverzekering en een verzekering voor lichamelijke ongevallen. Persoonlijke ongevallenverzekering Alle kleuters en leerlingen zijn verzekerd voor lichamelijke ongevallen, zowel op school als op weg van en naar school. Dit laatste betekent dat uw kind de veiligste en/of normale weg van huis naar school (en omgekeerd) moet volgen. Deze waarborg geldt ook voor alle buitenschoolse activiteiten die door de school worden georganiseerd, zoals uitstappen, schoolreis, boswandeling, e.d.m. Burgerlijke aansprakelijkheid Deze waarborg dekt de ongevallen die een kleuter of leerling veroorzaakt aan derden, wanneer hij of zij onder het toezicht is van de school. Let wel : ongevallen door de kinderen veroorzaakt aan derden op weg van en naar school zijn niet gedekt, want van toezicht door een leerkracht van de school is hier geen sprake. Rijbegeleiding is hierbij natuurlijk een uitzondering. Vandaar het belang van een verzekering ‘Familiale Burgerlijke Verantwoordelijkheid’ die door de ouders kan worden afgesloten bij een verzekeringsmaatschappij van hun keuze. Terugbetaling ongevallenverzekering De schoolverzekering betaalt de medische en farmaceutische kosten, alsook de kosten voor prothese-apparaten en de hospitalisatiekosten. Gebroken brillen horen daar echter niet bij, tenzij dit ongeval gepaard
43
ging met verwondingen en letsels. Voor de vergoeding voor tanden en tandprotheses bestaat ook een aparte regeling. Het is duidelijk dat de terugbetaling door de verzekering gebeurt na tussenkomst van het eigen ziekenfonds. De schoolverzekering dekt geen stoffelijke schade of diefstal. Wat te doen bij ongeval ? Het ongeval zo vlug mogelijk melden bij de leerkracht, het secretariaat of de directeur. U ontvangt dan een bundel formulieren. Het aangifteformulier (p. 1 & 2) vult u verder aan. De medische fiche (p. 3) laat u door de dokter invullen. U betaalt alle kosten van het ongeval. Na genezing vult u op het vierde formulier de uitgavenstaat in. U vermeldt zeker uw bankrekeningnummer en de kosten waarvoor de mutualiteit geen tussenkomst voorziet (b.v. aangekocht verband, geneesmiddelen, ...). U voegt de afrekening van de mutualiteit bij de bundel. U bezorgt ons dan alle formulieren terug : u geeft het bundeltje aan de leerkracht van uw kind, aan de secretaresse of aan de directeur. De school stuurt het dossier door naar het Interdiocesaan Centrum, afdeling verzekeringen, Oostnieuwkerksesteenweg 51, 8800 Roeselare, tel. 051/26.56.15. Binnen korte tijd ontvangt u het verschil tussen de mutualiteitsuitkeringen en uw werkelijke uitgaven op uw bankrekening.
3. 10. VRIJWILLIGERS De school maakt bij de organisatie van verschillende activiteiten gebruik van vrijwilligers (leesouders, chauffeurs, …). De nieuwe wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van de vrijwilligers verplicht o.m. de scholen om aan de vrijwilligers een organisatienota voor te leggen. Omdat elke ouder een schoolreglement ontvangt en voor akkoord ondertekent, kiest de school ervoor om de organisatienota in het schoolreglement op te nemen. Op die manier is elke ouder op de hoogte.
44
Verplichte verzekering De school heeft een verzekeringscontract afgesloten tot dekking van de burgerlijke aansprakelijkheid, met uitzondering van de contractuele aansprakelijkheid, van de organisatie en de vrijwilligers. Het verzekeringscontract werd afgesloten bij het Interdiocesaan Centrum, afdeling verzekeringen, Oostnieuwkerksesteenweg 51, 8800 Roeselare, tel. 051/26.56.15. De polis ligt ter inzage op het schoolsecretariaat.
Vergoedingen
De activiteit wordt onbezoldigd en onverplicht verricht. De organisatie voorziet in geen enkele vergoeding voor vrijwilligersactiviteiten.
Aansprakelijkheid
De school is aansprakelijk voor de schade die de vrijwilliger aan derden veroorzaakt bij het verrichten van vrijwilligerswerk. Ingeval de vrijwilliger bij het verrichten van vrijwilligerswerk de school of derden schade berokkent, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware fout. Voor zijn lichte fout is hij enkel aansprakelijk als die hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt.
Geheimhoudingsplicht
Het vrijwilligerswerk houdt in dat de vrijwilliger geheimen kan vernemen ten aanzien waarvan hij gehouden is tot de geheimhoudingsplicht bedoeld in artikel 458 Strafwetboek “Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat of beroep kennis dragen van geheimen die hun zijn toevertrouwd, en deze bekend maken buiten het geval dat zij geroepen zijn om in rechte of voor een parlementaire onderzoekscommissie getuigenis af te leggen en buiten het geval dat de wet hen verplicht die geheimen bekend te maken, worden gestraft met gevangenis straf van acht dagen tot zes maanden en met een geldboete van honderd frank tot vijfhonderd frank”. Op vrijwilligers die actief zijn binnen scholen is deze bepaling in beginsel niet van toepassing.
45
3. 11. ORDE- EN TUCHTMAATREGELEN Het orde- en tuchtreglement is een middel om de goede gang van zaken in onze opvoedingsgemeenschap te vrijwaren. Wanneer een leerling de goede werking van de school hindert of het lesverloop stoort, kan er een ordemaatregel worden genomen (en/of kunnen er meer bindende gedragsregels worden vastgelegd in een geschreven begeleidingsplan). Mogelijke ordemaatregelen zijn: - een verwittiging - strafwerk - een tijdelijke verwijdering uit de les gevolgd door aanmelding bij de directie. -… Deze ordemaatregelen kunnen genomen worden door elk personeelslid van de school in samenspraak met de directie. Wanneer het gedrag van de leerling werkelijk een probleem betekent voor het verstrekken van het onderwijs en/of het opvoedingsproject van de school in het gedrang brengt, kan er een tuchtmaatregel genomen worden. Mogelijke tuchtmaatregelen zijn: - een schorsing houdt in dat de gesanctioneerde leerling gedurende een bepaalde periode de lessen en activiteiten van zijn leerlingengroep niet mag volgen. De betrokkene moet echter wel op school aanwezig zijn; - een uitsluiting houdt in dat de gesanctioneerde leerling definitief uit de school verwijderd wordt op het moment dat deze leerling in een andere school is ingeschreven en uiterlijk é é n maand, vakantieperiode niet inbegrepen, na de schriftelijke kennisgeving van de beslissing van de uitsluiting. In afwachting daarvan bevindt betrokken leerling zich in dezelfde toestand als een geschorste leerling en moet dus op de school aanwezig zijn.
46
Bij het nemen van een beslissing tot schorsing van meer dan één dag of een beslissing tot uit-sluiting wordt de volgende procedure gevolgd: 1. de directeur wint het advies in van de klassenraad. 2. de leerling wordt, in aanwezigheid van de ouders en eventueel bijgestaan door een raadsman, voorafgaandelijk gehoord over de vastgestelde feiten. Voormelde personen worden hiertoe vijf werkdagen vooraf per brief verwittigd. 3. de ouders hebben inzage in het tuchtdossier van de leerling. 4. de genomen beslissing wordt schriftelijk gemotiveerd en schriftelijk ter kennis gebracht aan de ouders van de betrokken leerling binnen een termijn van 5 werkdagen. Tegen tuchtmaatregelen is er geen beroep mogelijk, behalve tegen de uitsluiting. Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van de beslissing tot uitsluiting, kunnen de ouders schriftelijk beroep indienen bij de voorzitter van de beroepscommissie (adres zie hiervoor onder punt 1.1. Wie is wie?). Het beroep schort de uitvoering van de eerder genomen tuchtbeslissing niet op. De leerling wordt samen met zijn ouders per brief opgeroepen om te verschijnen voor deze beroepscommissie. Uiterlijk vijf werkdagen na ontvangst van het beroep komt deze beroepscommissie dan samen. De ouders hebben inzage in het dossier.
47
De beroepscommissie brengt de ouders binnen de vijf werkdagen per aangetekende brief op de hoogte van haar gemotiveerde beslissing. Deze beslissing is bindend voor alle partijen. Een personeelslid van de school kan niet optreden als vertrouwenspersoon. Buitenstaanders mogen het tuchtdossier niet inzien, tenzij mits schriftelijke toestemming van de ouders. Ten gevolge van een definitieve uitsluiting het vorige of het daaraan voorafgaande schooljaar kan het schoolbestuur de betrokken leerling weigeren terug in te schrijven.
48
SINT-LODEWIJKSCOLLEGE VRIJE GEMENGDE KLEUTER- EN LAGERE SCHOOL SPOORWEGSTRAAT 250 8200 SINT-MICHIELS Tel.: 050/394593 • Fax.: 050/394232 E-mail:
[email protected] Website: sintlodewijkscollegespoorwegstraat.be
SCHOOLREGLEMENT
49