SIGNALEN UIT DE BINNENSTAD JAARPUBLICATIE 2009
SIGNALEN UIT DE BINNENSTAD JAARPUBLICATIE 2009
VOORWOORD Felix Wigman Voorzitter Platform Binnenstadsmanagement Voor u ligt alweer de vijfde jaarpublicatie van het Platform Binnenstadsmanagement met signalen uit de binnenstad. Zoals u van ons gewend bent staat ook deze editie weer vol met artikelen waarin onze Nederlandse binnensteden in perspectief worden geplaatst en projecten worden belicht. Niet alleen de ontwikkelingsaspecten, maar ook de beheersaspecten van centrumgebieden en centrummanagement komen aan bod. De afgelopen tijd is er een grote stap gezet in de professionalisering van centrummanagement en haar financieringsmogelijkheden. Dit jaar hebben diverse onderzoeken plaatsgevonden naar de huidige stand van zaken op het gebied van centrummanagement. In deze jaarpublicatie blikken we met u terug op het ontstaan en de ontwikkeling van centrummanagement in Nederland en zetten we de grootste uitdagingen op het vlak van samenwerking en binnenstedelijke ontwikkeling op een rij. Dit jaar zijn er maar liefst drie winnaars verkozen in de Verkiezing Beste Binnenstad die tweejaarlijks plaatsvindt. Daarom bevat deze editie een Verkiezingsspecial en bevat de binnenstadsbarometer een vergelijking van centrumgebieden op aspecten als bezoekersaantal, winkelaanbod, functiemix en mobiliteit. Mede namens de medewerkers van het Platform wens ik u veel leesplezier. Stefan van Aarle, Janny van Empel, Nienke van Gerwen, Marloes Krol, Alissa van der Loo, Odeke Renders en Felix Wigman.
DEELNEMERS PLATFORM BINNENSTADSMANAGEMENT Gemeente Alkmaar // Gemeente Almelo // Gemeente Almere // Gemeente Apeldoorn // Stichting Binnenstadsmanagement Arnhem // Gemeente Bergen Op Zoom // Gemeente Breda // Retail Platform Breda // Gemeente Culemborg // Gemeente Delft // Bureau Binnenstad Den Haag // Gemeente Den Helder // Stichting Deventer Binnenstadsmanagement // Gemeente Doetinchem // Gemeente Dordrecht // Gemeente Ede // City Dynamiek Eindhoven // Gemeente Eindhoven // Gemeente Enschede // Gemeente Goes // Stichting Binnenstadsmanagement Gorinchem // Gemeente Groningen // Centrum Management Groep Haarlem // Centrummanagement Helmond // Gemeente Hengelo // Gemeente 's-Hertogenbosch // Gemeente Hilversum // Stichting Centrummanagement Hoogeveen // Gemeente Hoorn // Stichting Centrummanagement Horst aan de Maas // Stichting Bezoekersmanagement Hulst // Gemeente Leerdam // Gemeente Leeuwarden // Centrummanagement Leiden // Gemeente Maassluis // Gemeente Maastricht // Gemeente Middelburg // Gemeente Nieuwegein // Gemeente Nijmegen // Gemeente Noordwijk // Stichting Stadsmanagement Oldenzaal // Gemeente Oosterhout // Stichting Centrummanagement Oss // Stichting Purmerend 2000+ // Stichting Centrummanagement Roermond // Gemeente Roosendaal // Bureau Binnenstad Rotterdam // Stadsmanagement Schagen // Gemeente Schiedam // Stichting Centrummanagement Schiedam // Gemeente Sittard-Geleen // Gemeente Sluis // Gemeente Sneek // Gemeente Tiel // Gemeente Tilburg // Stichting Stadskern Tilburg // Stichting Uden Promotie // Gemeente Utrecht // Platform Binnenstadsmanagement Veenendaal // Gemeente Venlo // Gemeente Vlaardingen // Gemeente Wageningen // Stichting Centrummanagement Weert // Gemeente Winschoten // Gemeente Woerden // Gemeente Zaanstad // Gemeente Zeist // Gemeente Zutphen // Gemeente Zwolle
BEGUNSTIGERS PLATFORM BINNENSTADSMANAGEMENT AM Real Estate // ASR Vastgoed Ontwikkeling N.V. // BAM Vastgoed B.V. // Blauwhoed Vastgoed BV // BRO // Corio Nederland Retail // ING Real Estate Development // Leyten Vastgoedontwikkeling // MAB Development // Multi Development // Nieuwe Steen Investments // Unibail-Rodamco // Synchroon Projectontwikkeling // Syntrus Achmea Vastgoed // Westerhof Bak & Partners
INHOUD
3 Voorwoord 4 Deelnemers & Begunstigers 6 HOOFDSTUK 01 PLATFORM BINNENSTADSMANAGEMENT 7 Hét kennisplatform en netwerk voor binnenstadsmanagement 11 Activiteitenoverzicht 14 HOOFDSTUK 02 DE BINNENSTAD IN PERSPECTIEF 15 Koers bepalen voor de ontwikkeling van de binnenstad 17 De ontwikkeling van centrummanagement in Nederland en uitdagingen 20 22 25 27 29
voor de toekomst ‘Station West’: kanskaart voor binnensteden De kracht van zelfstandige ondernemers Eenzijdig beeld van horeca leidt tot onbegrip De binnenstad: een hart dat ook klopt voor supermarkten Binnenstedelijke retail (her)ontwikkelingen en recessie
34 35 37 39 41 43
HOOFDSTUK 03 BINNENSTADSPROJECTEN UITGELICHT Durf vernieuwen! Stad kiest voor kwaliteitsvolle handelspanden Mall Tilburg: een vloek of een zegen voor het winkellandschap? Betere stadspromotie is er niet Stadshart Oosterhout: de toekomst verbeeld Twee stadscentra, één centrummanager
48 49 50 51 52 52 54 55 57 58
HOOFDSTUK 04 VERKIEZING BESTE BINNENSTAD 2009 Juryrapport Beste Binnenstad 2009 Breda: ‘Bourgondisch, modern en historisch’ Roermond: ‘Veelzijdig met veel allure’ Leerdam: ‘Compacte dorpskern met eigen profiel’ Achtergrond Breda maakt het waar! Roermond that’s all you need! Het krachtige, eigen profiel van Leerdam De genomineerden in beeld
60 HOOFDSTUK 05 BINNENSTADSBAROMETER 61 Inleiding 62 Barometers
01 PLATFORM BINNENSTADSMANAGEMENT
Hét kennisplatform en netwerk voor binnenstadsmanagement
Het Platform Binnenstadsmanagement is dé intermediaire organisatie die weet wat er speelt in onze waardevolle binnensteden.
Introductie Het Platform Binnenstadsmanagement stimuleert en professionaliseert sinds 1995 het binnenstadsmanagement in Nederland. Zij bereikt dit door netwerkvorming, kennisontwikkeling, kennisuitwisseling en het borgen van kennis. Een verscheidenheid aan activiteiten in binnen- en buitenland vormt een belangrijk onderdeel van het jaarlijkse programma. Uit één van deze peilers, kennisontwikkeling, blijkt dat de aandacht voor en invoering van binnenstadsmanagement in Nederland nog steeds toeneemt. Inmiddels zijn we uitgegroeid tot een stichting met 69 deelnemers en 15 aangesloten begunstigers zoals projectontwikkelaars en vastgoedbeleggers. We zijn zeer verheugd dat zich in 2009 enkele nieuwe deelnemers en begunstigers hebben aangesloten. De groei van het aantal deelnemers en begunstigers laat zien dat er in toenemende mate aandacht is voor de publiek-private samenwerking in centrumgebieden. Deze groei is voor ons een bevestiging dat onze rol als kennisinstituut toeneemt.
2009 uitgelicht Het Platform Binnenstadsmanagement kijkt tevreden terug op de activiteiten die in 2009 hebben plaatsgevonden. Wederom is er sprake geweest van inspirerende en levendige bijeenkomsten met, in een aantal gevallen, een opvallend hoge opkomst. Hieronder komen de belangrijkste bijeenkomsten aan de orde. Op 4 maart jongstleden stond de eerste activiteit van het Platform Binnenstadsmanagement op het programma: een bezoek aan de binnenstad van Maastricht. Tijdens de dag werd middels presentaties, een stadswandeling en een bezoek aan verschillende locaties aandacht besteed aan de veranderingen in de stad. Thema’s die tijdens deze dag aan de orde kwamen, zijn onder andere het evenementenbeleid, het binnenstadsmanagement, wonen boven winkels en het detailhandelsaanbod. De presentaties vonden plaats op bijzondere binnenstedelijke locaties.
pagina 7 Platform Binnenstadsmanagement
Volgens traditioneel gebruik werd de binnenstad beoordeeld door alle deelnemers. In vergelijking tot de eerdere gaststeden scoorde Maastricht opvallend goed. Het Platform hecht veel waarde aan haar begunstigers en de rol die zij spelen in de ontwikkeling van binnensteden. Om deze reden zijn de begunstigers op 24 maart bij elkaar gekomen in het Grand Kasteel te Woerden. Met elkaar is van gedachten gewisseld over de rol van de begunstigers en de toekomst van de Nederlandse binnensteden. Afgesproken is om deze groep op onderdelen sterker bij de activiteiten van het Platform Binnenstadsmanagement te betrekken. Op 13 mei van dit jaar vond de eerste themabijeenkomst van het jaar plaats op een bijzondere locatie aan de Maas in Vlaardingen. Tijdens deze themabijeenkomst is door sprekers ingegaan op de meerwaarde van een succesvol horeca en evenementenaanbod in de binnenstad. Na de lunch was er bovendien veel aandacht voor de praktijk. Deze dag kende een opvallend hoge opkomst met veel nieuwe gezichten. De feestelijke uitreiking van de Verkiezing Beste Binnenstad 20092011 werd gehouden op 8 oktober in de Nieuwspoort te Den Haag. Detailhandel Nederland, het Platform Binnenstadsmanagement en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel vragen met de verkiezing aandacht voor de kwaliteit van onze binnensteden. Tijdens de drukbezochte, feestelijke bijeenkomst zijn de winnaars van de verkiezing door de jury bekend gemaakt. Breda (categorie ‘grote steden’), Roermond (categorie ‘middelgrote steden’) en Leerdam (categorie ‘dorpskernen’) mogen zich de komende twee jaar ‘Beste Binnenstad van Nederland’ noemen! De tweede themabijeenkomst van dit jaar, op 14 oktober in Nijmegen, stond in het teken van het thema ‘de toekomst van aanloopstraten: Meet the streets!’. Gezien de economische omstandigheden een actuele problematiek. De combinatie tussen theorie en praktijk maakte het een bijzonder succesvolle bijeenkomst. Tijdens de themabijeenkomst zijn sprekers vanuit verschillende invalshoeken ingegaan op een aantal aspecten die met de toekomst van binnenstedelijke aanloopstraten te maken hebben, zoals branchering, leegstand, samenwerking en de aanpak van de openbare ruimte.
Traditiegetrouw was de najaarsbijeenkomst, op 25 november, de laatste activiteit van het jaar. Naast een terugblik en vooruitblik op de doelstellingen en activiteiten van het Platform Binnenstadsmanagement stond deze dag in het teken van het thema ‘Meten is weten’. Het Platform Binnenstadsmanagement heeft middels diverse presentaties een opzet voor de ontwikkeling van een professionele binnenstadsbarometer gepresenteerd. Op deze manier wil het Platform haar rol als kennisorganisatie verder uitbouwen. Naast deze algemene bijeenkomsten heeft het Platform Binnenstadsmanagement ook dit jaar een viertal praktijkbijeenkomsten georganiseerd in verschillende binnensteden. Tijdens deze bijeenkomsten discussieert een select gezelschap over een aantal actuele (lokale) binnenstedelijke thema’s. Dit jaar hebben de bijeenkomsten plaatsgevonden in Doetinchem, Apeldoorn, Weert en Leeuwarden. Diverse onderwerpen zijn de revue gepasseerd: financiering van centrummanagement, sturen op branchering, de relatie tussen binnenstedelijke en perifere detailhandel, veiligheid en plaatselijke projectontwikkelingen. De doelstellingen Het Platform Binnenstadsmanagement heeft vier stichtingsdoelstellingen: 1) Ontmoetingsplek en netwerk voor steden en marktpartijen; 2) Kenniscentrum voor alle onderwerpen rondom binnensteden en binnenstadsmanagement die het functioneren van binnensteden bepalen; 3) Professionalisering van binnenstadsmanagement en binnenstedelijke ontwikkeling; 4) Profilering van het Platform Binnenstadsmanagement als een professionele onafhankelijke organisatie. Aan deze vier doelstellingen heeft het Platform Binnenstadsmanagement ook dit jaar gewerkt. De toelichting laat zien dat 2009 een bewogen jaar is geweest. Niet in de laatste plaats door alle nieuwe informatie over centrummanagement, ondernemersfondsen en meer specifiek de BIZ.
pagina 8 Platform Binnenstadsmanagement
1) Ontmoetingsplek en netwerk Zoals ook in de inleiding opgemerkt, is het aantal deelnemers van het Platform Binnenstadsmanagement nog altijd groeiende. Steeds meer centrummanagementorganisaties en gemeenten tonen interesse in het deelnemerschap aan het Platform waaruit blijkt dat wij steeds vaker worden gezien als de ontmoetingsplek voor Nederlandse binnensteden. Niet alleen voor grote en middelgrote binnensteden, maar ook voor kleinere stadscentra en grotere dorpscentra. Daarnaast zijn de in dit jaar georganiseerde bijeenkomsten opvallend goed bezocht. 2) Kenniscentrum Het Platform Binnenstadsmanagement heeft in 2009 actief ingezet op het uitbouwen van haar rol als kenniscentrum. Zo zijn er twee grootschalige onderzoeken uitgevoerd rondom het thema centrummanagement. Enerzijds is onderzoek verricht naar de stand van zaken van centrummanagement anno 2009 in Nederland. De onderzoeksresultaten hiervan zijn overtuigend: centrummanagement in Nederland professionaliseert en mede door de
opkomst van ondernemersfondsen nemen de financieringsmogelijkheden voor realisatie van binnenstedelijke projecten toe. Anderzijds heeft het Platform het functioneren van drie verschillende centrummanagementorganisaties onderzocht door gesprekken aan te gaan met direct betrokkenen. De resultaten tonen het nut aan van professioneel centrummanagement en bieden handreikingen voor bestaande en nieuw op te richten organisaties. Via de nieuwe website van het Platform Binnenstadsmanagement is een samenvatting van beide onderzoeken beschikbaar. Hier is ook het dit jaar geactualiseerde themadossier ‘koopzondagen’ te raadplegen waarin de ontwikkelingen en standpunten rondom dit thema in kaart zijn gebracht met behulp van praktijkvoorbeelden. De nieuwe website zet nadrukkelijk in op het uitwisselen van kennis en informatie. Zo zijn de verslagen van alle bijeenkomsten van het Platform op de website geplaatst en biedt een forum de mogelijkheid van onderling contact tussen de deelnemers en begunstigers.
pagina 9 Platform Binnenstadsmanagement
Het Platform is ten slotte gevraagd een rol te spelen in de nieuwe Leergang Gebiedsmanagement aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. De opleiding richt zich op professionals die betrokken zijn bij het beheer en de ontwikkeling van onder andere centrumgebieden. Het Platform juicht een specialistische opleiding met aandacht voor centrummanagement toe en de rol van het Platform Binnenstadsmanagement correspondeert met de doelstelling van de stichting om de banden met onderwijsinstellingen te intensiveren. 3) Professionalisering Het Platform Binnenstadsmanagement is verheugd dat na jarenlange inspanningen de experimentenwet Bedrijven InvesteringsZone op 1 mei jongstleden van start is gegaan. Dit financieringsinstrument maakt het mogelijk om centrumgebieden in Nederland verder te professionaliseren. Het is nog te vroeg om in te gaan op de eerste resultaten, maar in verschillende plaatsen wordt gewerkt aan de invoering van een BIZ. Het Platform stelt zich tot doel om ook na de invoering de rol als aanspreekpunt rondom financieringsinstrumenten / ondernemersfondsen te blijven vervullen. De in 2009 gehouden onderzoeken tonen aan dat centrummanagement in Nederland professionaliseert en dat meerdere organisatievormen van centrummanagement mogelijk zijn. Ook de komende jaren wil het Platform een rol blijven spelen bij de verdere professionalisering van binnenstadsmanagement. 4) Profilering Een belangrijke doelstelling van het Platform in 2009 was het vernieuwen en professionaliseren van de communicatiemiddelen. Het aanpakken van de website www.binnenstadsmanagement.org had hierbij prioriteit. De nieuwe website is sinds 1 oktober in de lucht en moet gaan dienen als de nieuwe interactieve ontmoetingsplek voor eenieder die geïnteresseerd is in binnenstedelijke ontwikkelingen. Een onlangs geïntroduceerde digitale nieuwsbrief stelt bovendien het netwerk op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Aanvullend hierop zijn nieuwe omslagmappen, notitieblokken en pennen in gebruik genomen.
verkiezing heeft bijgedragen aan de bekendheid van het Platform. Daarnaast is het Platform Binnenstadsmanagement direct betrokken bij het Programma Centrummanagement van de Kamer van Koophandel Brabant. Het Platform is onderdeel van de begeleidingscommissie van het programma dat is opgezet ter bevordering van structurele samenwerkingsprocessen in centrumgebieden in Brabant. Onderdeel van dit programma is de oplevering van een vernieuwd Handboek Centrummanagement, dat als handleiding fungeert voor bestaande en nieuwe organisaties in Nederland.
Activiteitenoverzicht Terugblik op bijeenkomsten en activiteiten van het Platform Binnenstadsmanagement in het verleden: 2009 Najaarsbijeenkomst // Themabijeenkomst De toekomst van aanloopstraten // Verkiezing Beste Binnenstad 2009 // Themabijeenkomst Horeca en evenementen in de binnenstad // Begunstigersbijeenkomst // Bezoek gaststad Maastricht // Bezoek kerststad Roermond 2008 Najaarsbijeenkomst // Themabijeenkomst Sturen op vastgoed in de binnenstad // Discussieforum vastgoedbeurs Provada // Dagexcursie Kortrijk // Themabijeenkomst De binnenstad als merk // Bezoek gaststad Bergen op Zoom 2007 Najaarsbijeenkomst // Workshop Gebiedsprofielen in de binnenstad // Verkiezing
Ambities en vooruitblik Het Platform Binnenstadsmanagement werkt ook het komende jaar verder aan bovenstaande doelstellingen. De ontwikkelingen op het gebied van ondernemersfondsen en de BIZ zullen nauwlettend worden gevolgd. Via toonaangevende bijeenkomsten in binnen- en buitenland worden binnenstedelijke deskundigen bijeengebracht. Het is inmiddels alweer vijftien jaar geleden dat de eerste (informele) bijeenkomst door het Platform is georganiseerd. Daarom zal 2010 in het teken staan van het jubileum van de stichting. Doelstelling is om in het najaar een jubileumbijeenkomst te organiseren. Daarnaast zal de jaarpublicatie in een feestelijk jasje worden gestoken. Tevens zullen de functionele mogelijkheden van de vernieuwde website komend jaar verder worden uitgebouwd. Tot slot willen we specifieke aandacht richten op de toenemende groep kleinere stadscentra en grotere dorpscentra die centrummanagement hebben ingevoerd of de start overwegen. De praktijkbijeenkomsten kunnen hier een goed middel in vormen.
Beste Binnenstad 2007 // Discussieforum vastgoedbeurs Provada // Workshop De binnenstad bereikbaar // Middagexcursie Etten-Leur // Bezoek gaststad Haarlem 2006 Najaarsbijeenkomst // Workshop Cultuur als economische motor van de binnenstad // Workshop De binnenstad in een nieuw retaillandschap // Overhandiging zes intentieverklaringen BID's met verzoek om wetswijziging // Bezoek gaststad Den Haag // Begunstigersbijeenkomst 2005 Najaarsbijeenkomst // Workshop Doelgroepen voor de binnenstad // Verkiezing Beste Binnenstad 2005 // Studiereis Engeland // Workshop De toekomst van het B-milieu // Bezoek gaststad Breda 2004 Najaarsbijeenkomst // Workshop De binnenstad als toeristische attractie // Workshop De binnenstad in beeld en beleving // Bezoek gaststad Groningen 2003 Najaarsbijeenkomst // Studiereis Duitsland // Verkiezing Beste Binnenstad 2003 // Workshop Het organiserend vermogen van de binnenstad // Workshop De multifunctionele binnenstad // Bezoek gaststad Almere 2002 Najaarsbijeenkomst // Workshop Gastvrijheid in de binnenstad // Workshop Het onderscheidend vermogen van de binnenstad // Bezoek gaststad Dordrecht 2001 Najaarsbijeenkomst // Workshop Leefbaarheid in de binnenstad // Bezoek gaststad Delft // Workshop Overheidsbeleid en de binnenstad 2000 Najaarsbijeenkomst // Workshop Binnenstadsmanagement en vastgoed // Voorjaarsbijeenkomst: bezoek Tilburg // Workshop Promotie van de binnenstad 1999 Najaarsbijeenkomst // Workshop Branchering en thematisering // Voorjaarsbijeenkomst: bezoek Den Helder // Workshop De continuïteit van binnenstadsmanagement 1998 Najaarsbijeenkomst // Voorjaarsbijeenkomst: bezoek Heerlen // Introductie Atlas Binnenstadsmanagement
Zoals eerder aangehaald is het Platform Binnenstadsmanagement het afgelopen jaar sterk betrokken geweest bij de ‘Verkiezing Beste Binnenstad 2009-2011’. De positieve publiciteit rondom deze
pagina 10 Platform Binnenstadsmanagement
1997 Najaarsbijeenkomst: bezoek Schiedam // Voorjaarsbijeenkomst 1996 Najaarsbijeenkomst // Voorjaarsbijeenkomst 1995 Eerste bijeenkomst
Koers bepalen voor de ontwikkeling van de binnenstad Ed Nozeman Hoogleraar vastgoedontwikkeling Amsterdam School of Real Estate en Rijksuniversiteit Groningen
02 DE BINNENSTAD IN PERSPECTIEF
Sinds hun ontstaan zijn onze binnensteden naast expansie al onderhevig aan een permanente herinrichting en transformatie. Dat geldt niet alleen voor de openbare ruimte maar zeker ook voor het aanwezige vastgoed. Het tempo waarin, de schaal waarop, de aard van de functionele wijzigingen en de motieven daarvoor liepen en lopen in de tijd echter sterk uiteen. Binnenstadsontwikkeling in het verleden De sloop van de vestingwerken en omzetting naar stadsparken in de negentiende eeuw verloste de stad van een beperkende omstandigheid en bood de geambieerde uitbreidingsmogelijkheden. De relocatie van industrie in de twintigste eeuw zorgde voor een aangenamer leefklimaat en kansen voor inpassing van regionale voorzieningen en schone, ruimteintensievere bedrijvigheid. De opheffing dan wel het vertrek van
grootschalige maar extensieve elementen als kazernes, ziekenhuizen en spooremplacementen schiep kansen voor invullingen met een gemengd karakter, waarbij wonen niet zelden de boventoon voerde. Ingrepen ten behoeve van het rijdend en stilstaand verkeer ondervonden van oudsher forse tegenstand en brachten niet altijd de verhoopte oplossing. Meten is weten Opvallend is dat de effecten van de hedendaagse herinrichting en transformatie maar heel beperkt gemonitord worden. Mede daardoor is het ook niet makkelijk een oordeel over de richting van optredende veranderingen te geven. In het huidige digitale informatietijdperk liggen de ingrediënten daarvoor toch voor het oprapen. Voor de hand liggende vragen naar het jaarlijks investeringsvolume van publieke en private partijen in binnenstedelijk vastgoed en infrastructuur, naar de veranderingen in omvang en aard van de bestedingen van bezoekers en naar aard en oorzaak van functionele verschuivingen blijken niet, dan wel vaak alleen met veel slagen om de arm, te beantwoorden.
pagina 15 de binnenstad in perspectief
Dat geldt ook voor de vraag naar het effect van alle inspanningen gericht op verhoging van de aantrekkelijkheid van de binnenstad. Een slimmer gebruik van beschikbare data en verbeterde onderzoektechniek kunnen helpen bij de voorbereiding en evaluatie van beleidsbeslissingen. Verlaagd investeringsniveau door kredietcrisis De komende decennia zal het beeld van voortdurende ruimtelijke en functionele aanpassingen aan nieuwe behoeften niet fundamenteel veranderen. De nadruk op duurzaamheid binnen bestaand stedelijk gebied zal de noodzaak tot aanpassingen alleen maar versterken. Aan plannen geen gebrek voor onze binnensteden, al staat het realiteitsgehalte daarvan momenteel door de crisis behoorlijk onder druk. De private sector telt momenteel haar knopen en dat weerspiegelt zich in een verlaagd investeringsniveau bij ontwikkelaars, beleggers en andere ondernemers. Risicoaversie en overleven als devies zijn troef. Tal van projecten worden nog eens tegen het licht gehouden, mede vanwege verscherpte financieringseisen en voorzichtig geworden aspirant-kopers. Het vertrouwen in de, als heilzaam veronderstelde marktwerking, is aan het kantelen. Een voor de handliggende reactie blijft niet uit. De focus is weer gericht op een initiatiefrijke en daadkrachtige overheid, zowel op nationaal als op regionaal en lokaal niveau. De vraag naar de gewenste rol van de overheid dringt zich niet voor de eerste keer op: initiatiefnemer, risicodragende deelnemer of facilitator?
Aan plannen geen gebrek voor onze binnensteden, al staat het realiteitsgehalte daarvan momenteel door de crisis behoorlijk onder druk. Anticyclisch handelen van de overheid Van een overheid wordt, ongeacht het economisch tij, een langetermijnvisie en daarop gebaseerd beleid op de ontwikkeling van de binnenstad verwacht. Bij voorspoed liggen de kansen op verwezenlijking van ambities gunstiger dan in tijden van tegenwind. Maar ook bij laatstgenoemde liggen de uitdagingen, of zo men wil dilemma’s, ten aanzien van de binnenstad voor het oprapen. Zo dienen bij het streven naar verhoging van haar aantrekkelijkheid via intensivering van het ruimtegebruik en de organisatie van evenementen zoveel mogelijk de bijbehorende schaduwzijden als verkeershinder en geluidsoverlast vermeden te worden. Zo blijft het ruimte bieden aan dynamiek van ondernemingen dringend gewenst, maar zullen bestaande belangen en waarden in acht genomen moeten worden. Kortom: het belang van het economisch en cultureel hart van onze samenleving eist, gegeven de matige vooruitzichten, anticyclisch handelen van de overheid. Die stellingname wordt in zijn uitvoering bemoeilijkt waar de eerste voortekenen van het snijden in publieke budgetten zich al aandienen. Ondernemende overheid Succesvolle binnenstadsontwikkeling, waarbij een veelheid van concurrenten (na-buurgemeenten, andere typen vrijetijdsbesteding, andere gemeentelijke prioriteiten) het hoofd wordt geboden, pleit voor een ondernemende overheid. Recente wetgeving heeft die mogelijkheden zeker verruimd. Maar het investeren in visie- en planontwikkeling, in grondposities en in draagvlak kan niet zonder de expertise en het commitment van marktpartijen als corporaties, ontwikkelaars, retailers, beleggers en andere belanghebbenden. Gezien het perspectief van minder financiële middelen ligt een boeiende tijd met veel gezamenlijke creativiteit in het verschiet. Aanvliegen van genoemde uitdagingen via gebiedsontwikkeling als plan- en actieniveau is niet meer weg te denken. Onorthodoxe keuzes zijn daarbij onvermijdelijk, wil er van de ambities nog wat terecht komen. Opkomende behoudzucht zal onverschrokken tegemoet moeten worden getreden. Waar zijn de moedige bestuurders en de kundige ambtenaren om die uitdaging het hoofd te bieden?
De ontwikkeling van centrummanagement in Nederland en uitdagingen voor de toekomst Felix Wigman en Marloes Krol Platform Binnenstadsmanagement Ongeveer een kwart eeuw geleden is centrummanagement in Nederland geïntroduceerd. In deze periode is er veel gebeurd, zowel in de ontwikkeling van onze binnensteden als op het vlak van de samenwerking. Er is een flinke professionaliseringsslag gemaakt. Met de opkomst van ondernemersfondsen, de veranderingen in de vastgoedontwikkelingsmarkt, de doorbraak van onlineshopping, de toenemende verstedelijking en de veranderingen in de bevolkingsontwikkeling kondigt een nieuwe periode van centrummanagement zich aan. Een goed moment dus om terug te blikken op de ontwikkeling die centrummanagement in Nederland heeft doorgemaakt. Tegelijkertijd maken we van de gelegenheid gebruik om de grootste uitdagingen op het vlak van samenwerking en binnenstedelijke ontwikkeling op een rij te zetten, want terugblikken is leuk maar de toekomst nog veel boeiender.
In deze beginperiode heeft centrummanagement met vallen en opstaan leren lopen. Het ontstaan Centrummanagement kennen we als een vorm van samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven gericht op het verbeteren van het economisch functioneren en de leefbaarheid van binnensteden. Wat in Groot Brittannië vanaf het midden van de jaren tachtig begon onder de namen ‘city centre management’ en ‘town centre management’, werd in Nederland vanaf het eind van de jaren ’80 geïntroduceerd als binnenstadsmanagement en centrummanagement. In deze beginperiode heeft centrummanagement met vallen en opstaan leren lopen. Door de economische crisis van toen waren partijen genoodzaakt om met elkaar te gaan samenwerken; zodoende werden ondernemingsplannen voor de binnenstad ontwikkeld. Financiering veelal lastig Veel van de toen opgerichte managementorganisaties bestaan nu niet meer, of zijn na evaluatie gereorganiseerd. In de beginperiode was het hoofdzakelijk de lokale overheid die een groot deel van de financiering op zich nam, met de verwachting dat het bedrijfsleven na de opstartperiode de financiering geheel of gedeel-
pagina 16 de binnenstad in perspectief
telijk overnam. De continuïteit van centrummanagement werd echter vaak bemoeilijkt doordat de lange termijnfinanciering ervan niet rond kwam; er waren onvoldoende middelen om de ambities waar te kunnen maken. De belangrijkste oorzaak van het continuïteitsprobleem was gelegen in de vrijblijvende aanpak van centrummanagement. Samenwerking vond voornamelijk plaats op basis van vertrouwen en goede wil. Door onvoldoende zichtbare resultaten werd de discussie over financiering bemoeilijkt en gingen enkele centrummanagement-organisaties weer ter ziele. Centrummanager als wondermiddel Al snel werd de stap gezet van de oprichting van centrummanagement naar het aanstellen van een centrummanager; iemand moest tenslotte de publiek-private samenwerking mobiliseren en beheren. De centrummanager zou in zijn eentje wel even de aantrekkingskracht van de binnenstad vergroten en het economisch functioneren verbeteren. Vergetende dat de overheid en het bedrijfsleven zelf de centrummanager moesten aansturen vanuit gemeenschappelijk gedragen ambities. Dit organisatorische kader ontbrak veelal. De verwachtingen over het gewenst resultaat liepen tussen de diverse samenwerkende partijen ver uiteen en centrummanagement werd soms eenzijdig geassocieerd met ofwel de ondernemersvereniging ofwel de gemeente. In veel steden is het dan ook fout gelopen; men heeft intussen geleerd van het verleden. Investeren in de samenwerking loont Sinds midden jaren negentig kan gesproken worden van een verandering in denken over het centrummanagement. Essentieel hierin was het feit dat gemeenten het belang van de samenwerking zijn gaan onderkennen en bereid bleken om te investeren. Belangrijke achtergrondfactoren in dit proces waren de toegenomen concurrentie tussen stadscentra, de intrede van de diensteneconomie, de globalisering van markten en de soepelere regelgeving ten aanzien van perifere detailhandel. Gezien de complexiteit van deze ontwikkelingen is samenwerking in de binnenstad noodzakelijk in het streven naar succes. Er werd verschil gemaakt tussen de aansturingsorganisatie en de uitvoeringsorganisatie en de samenwerking tussen gemeenten, ondernemers en de vastgoedsector kreeg op lokaal niveau steeds meer vorm. Later werd ook de samenwerking met de cultuursector steeds vaker aangehaald.
Centrummanagement in Nederland blijft groeien Er is dus een duidelijke professionaliseringsslag gemaakt in het centrummanagement in Nederland. De afgelopen acht jaar is het aantal centrummanagement-organisaties in Nederland met 36% toegenomen. Centrummanagement wordt vandaag de dag niet meer alleen in grote en middelgrote binnensteden toegepast, maar ook in de kleinere stadscentra, grotere dorpscentra, stadsdeelcentra, op straatniveau (straatmanagement) of soms zelfs op stadsniveau (stadsmanagement). Dit blijkt ook uit onderzoek dat het Platform Binnenstadsmanagement recentelijk heeft uitgevoerd. De meerwaarde van centrummanagement wordt in dit onderzoek nadrukkelijk bevestigd: samenwerking en het onderlinge vertrouwen vormen de basis voor een succesvol centrummanagement. Kortom, centrummanagement leeft. Het nog steeds groeiende aantal deelnemers aan onze activiteiten zijn hier het bewijs van. En daarmee zijn we zo ongeveer bij de situatie in 2009 beland.
De verwachtingen over het gewenst resultaat liepen tussen de diverse samenwerkende partijen ver uiteen en centrummanagement werd soms eenzijdig geassocieerd met ofwel de ondernemersvereniging ofwel de gemeente. De grootste uitdagingen op het vlak van samenwerking Centrummanagement staat nog voor een aantal grote uitdagingen. Zowel op het vlak van samenwerking als op het vlak van binnenstedelijke ontwikkeling. Op de weg naar een verdere professionalisering en succesvolle samenwerking kunnen meerdere obstakels in de weg zitten, zoals: het ontbreken van structurele financiering (freeriders), aandacht, erkenning en meetbare resultaten of geringe bevoegdheden, een te beperkte agenda en teveel persoonsafhankelijkheid. Met de pet rond is niet meer van deze tijd Het is niet meer van deze tijd dat centrummanagement-organisaties en ondernemersverenigingen constant met de pet moeten rondgaan om voldoende geld te vergaren voor bijvoorbeeld de Sinterklaasintocht, feestverlichting of een project zoals het collectief winkelverbod. Het eerste obstakel, namelijk het ontbreken van structurele financiering vanuit ondernemerszijde, wordt momenteel getackled. We zien sinds 2005 een toenemende
pagina 18 de binnenstad in perspectief
aandacht voor ondernemersfondsen, die het mogelijk maken voor ondernemers om extra te investeren in de kwaliteit van hun bedrijvenlocaties. Financieringsinstrumenten zoals de onroerende zaakbelasting (OZB), reclamebelasting, BIZ en precario komen opzetten en alle ondernemers betalen mee aan centrumprojecten. Dankzij de toenemende aandacht voor ondernemersfondsen en de blijvende financiering vanuit de lokale overheid, is het gemiddelde jaarbudget van centrummanagement sinds 2001 aanzienlijk toegenomen: bedroeg het gemiddelde budget in 2001 ¤ 72.320,-, in 2009 bedraagt het gemiddelde budget met ¤ 178.750,- meer dan het dubbele. In gemeenten met meer dan 55.000 inwoners is het gemiddelde budget ¤ 199.040,- en in kleinere gemeenten gemiddeld ¤ 140.390,-. Het opzetten van ondernemersfondsen in welke vorm dan ook, biedt een goed perspectief. Belangrijk is dat middelen uit de fondsen gericht zijn op de uitvoering van concrete projecten op basis van draagvlak en een gemeenschappelijk belang. Wat precies de effecten zijn van de toenemende financiële participatie van binnenstadsondernemers op bijvoorbeeld de organisatie en de activiteiten die in onze binnensteden worden uitgevoerd, zal de komende jaren moeten blijken. Veranderingen in de vastgoedmarkt: samenwerking steeds belangrijker Er is een flinke professionaliseringsslag gemaakt, die de komende jaren verder wordt versterkt door de invoering van ondernemersfondsen op lokaal niveau. Er wacht ons echter nog een groot aantal andere uitdagingen. Zo is de ontwikkelingsmarkt continu aan verandering onderhevig. Deze markt wordt de laatste tijd echter steeds meer genoodzaakt om te veranderen. Uitbreidingslocaties van steden zijn de afgelopen jaren grotendeels ingevuld en in veel binnensteden in Nederland zijn grootschalige vastgoedprojecten gerealiseerd. De nog vrije locaties zijn langzaam maar zeker ingevuld. Nieuwe ontwikkelingen worden daarmee steeds complexer, met meer vastgoed-/grondeigenaren. Vernieuwing in de binnensteden zal in belangrijke mate plaats gaan vinden in kleinschalige herontwikkelingsprojecten. Daarnaast is de nieuwe Wet ruimtelijke ordening vorig jaar in werking getreden, evenals de grondexploitatiewet, met meer mogelijkheden voor kostenverhaal. De vastgoedmarkt is aan het veranderen en samenwerking tussen de vastgoedeigenaren onderling, en met gemeente en ondernemers in het centrummanagement, zal daardoor naar ons idee steeds belangrijker worden.
Toenemende verstedelijking Daarnaast zien we een toenemende verstedelijking. Al in verschillende provincies is zichtbaar dat het platteland ontvolkt, zoals in Friesland en Limburg. De Randstad blijft echter groeien en steden zullen dichter bevolkt raken door hun aantrekkingskracht op met name jongeren. Het CBS voorspelt een krimp en tegelijkertijd een toename van het aandeel allochtone bevolking. Deze veranderingen zijn van invloed op de wijze waarop de voorzieningenstructuur van Nederland vorm krijgt. Steden komen onder toenemende druk te staan met alle gevolgen van dien voor de bereikbaarheid. Door Europese regelgeving is het daarnaast niet eenvoudig om met behoud van een goede luchtkwaliteit projecten van de grond te tillen. Stedelijke distributie verdient een oplossing en naar milieuvriendelijke en duurzame vervoermiddelen en bouwmaterialen wordt gezocht.
De centrummanager zou in zijn eentje wel even de aantrekkingskracht van de binnenstad vergroten en het economisch functioneren verbeteren. Internet: kans en bedreiging? Daarnaast zal internet in toenemende mate verschuivingen in het vastgoed teweeg kunnen brengen. Winkels zullen minder meters nodig hebben en tegelijkertijd hebben bedrijven meer behoefte aan ‘uithangborden’. Dit uit zich in de opkomst van flagshipstores. Retailbedrijven voeren in toenemende mate een multichannelstrategie, waarbij zij hun producten niet alleen meer in winkels, maar ook via internet, mobiele telefoon, etc. aanbieden. De traditionele winkel verandert hierdoor. Daarnaast zullen internetwinkels steeds vaker hun gezicht willen laten zien. Is dit het begin van de ‘Bol.comcafes’ en ‘Wehkamp-orangeries’? Kortom, diverse veranderingen die ook hun weerga zullen hebben op centrummanagement, als publieke-private samenwerkingsvorm ter versterking van onze centrumgebieden. Daarmee kondigt een nieuwe periode van centrummanagement zich aan. De noodzaak van samenwerking tussen overheid, ondernemers en ontwikkelende en beleggende partijen in de vastgoedsector zal door alle partijen nadrukkelijker gevoeld worden. Ook dan zullen we de ontwikkelingen op de voet blijven volgen.
pagina 19 de binnenstad in perspectief
‘Station West’: kanskaart voor binnensteden Hans Broekman Directeur Progère en Sebastiaan de Wilde Assetdeveloper NS Poort Er wordt hard gewerkt aan de realisatie van de ‘Nieuwe Sleutelprojecten’ Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Arnhem en Breda. Stationsgebieden waarbij door zowel de overheid als private partijen zeer grote financiële inspanningen worden gedaan, gericht op het opwaarderen van het station en de stationsomgeving. Daarbij wordt geanticipeerd op de komst van de HSL en de economische spin-off ervan voor stad en regio. Gezien de grote inspanningen zullen zij ongetwijfeld een succes worden. Wel moet na tien jaar voorbereiding geconstateerd worden dat de oplevering van het eerste sleutelproject nog op zich laat wachten. En dat sommigen al aan een tweede (Rotterdam) of zelfs derde leven (Utrecht) toe zijn. Ontwikkelingen op ‘Station West’ Naast de majeure inspanningen op de Sleutelprojecten blijft investering nodig op de rest van de stationslocaties. Deze ‘rest’ kan worden aangeduid als de niet al te populaire monopolykaart ‘Station West’. In een fors aantal binnensteden is ‘Station West’ niet bepaald de ‘poort naar de stad’ die de bestuurder, de winkelier en de bezoeker zich wenst. De ontwikkeling van ‘Station West’ heeft niet de drijvende kracht van een Nieuw Sleutelproject. Deze lijkt afhankelijk te zijn van de min of meer toevalligheid van niet meer in gebruik zijnde railemplacementen, de daadkracht van de lokale bestuurders en de marktkansen die ontwikkelaars zien. Ontwikkelingen op ‘Station West’ lopen meestal stuk op het ontbreken van een combinatie van deze factoren. Juist op ‘Station West’ zijn echter de afgelopen jaren ook zeer succesvolle projecten gerealiseerd, zoals de herontwikkeling van de stations(gebieden) van Amersfoort en ’s-Hertogenbosch. Nieuwe dienstverleningsconcepten gericht op meer reizigerskwaliteit De spoorsector werkt aan nieuwe dienstverleningsconcepten die leiden tot een herpositionering van stations. Voorbeelden daarvan zijn de in gebruik name van nieuwe
corridors (Schiphol - Utrecht, de Hogesnelheidslijn), de verhoging van de frequentie op bestaande lijnen (naar spoorboekloos rijden in 2020) en de uitbreiding van het nachtnet. Het Stedenbaan concept is een voorbeeld van het niet langer inzetten op een enkel intercitystation in een grootstedelijk gebied, maar het met hoge frequentie bedienen van een keten van relatief kleine stations. Verder wordt ook het bijna vergeten concept van de voorstadhalte gereanimeerd: goed bereikbare locaties met ruimte voor fietsparkeren en P&R.
De kanskaart ‘Station West’ kan voor de binnenstad worden benut door een gebiedsgerichte benadering. In de grotere binnensteden wordt gewerkt aan de opzet van zogenaamde ‘OV-Terminals’ waarbij trein-, tram- en bushalten vervlochten worden tot een herkenbaar openbaar vervoer knooppunt met een samenhangend pakket aan servicevoorzieningen als goed en veilig fietsparkeren, P&R en aanbod van gemakswinkels. Hierbij worden ook de mogelijkheden onderzocht van intensivering en meervoudig ruimtegebruik. Ontwikkeling van de stationsgebieden Zwolle en Eindhoven zijn hiervan goede voorbeelden.
Kanskaart voor aanpak stationslocatie Er liggen kansen voor al die gemeenten die al decennia wachten op een aanpak van hun stationslocatie. Dit vraagt echter wel om het ontwikkelen van een realistische toekomstrategie. Teveel hebben gemeenten, ontwikkelaars en eigenaren op ‘Station West’ de afgelopen jaren langs elkaar heen gewerkt met als gevolg een scala aan onrealistische plannen wachtend op een markt die zich nooit zal voordoen en een bijdrage vanuit het Rijk die nooit zal komen. Wil ‘Station West’ een succes worden dan zullen betrokken stakeholders in nauwe samenspraak moeten werken aan een realistisch ontwikkelingsbeeld waarbij belangen van verschillende partijen gelijktijdig worden samengebracht. De kanskaart ‘Station West’ kan voor de binnenstad worden benut door een gebiedsgerichte benadering waarbij maatschappelijke-, stedenbouwkundige-, financiële-, milieu- en openbaar vervoersaspecten integraal worden gewogen. Het is hierbij van belang dat publieke en private partijen bereid zijn om, met een lange termijn perspectief, intensief samen te werken. Juist deze tijd vraagt om evenwicht tussen ambitie en gedegen procesarchitectuur.
Binnenstedelijke vernieuwing met nieuwe woonen werkmilieus Vrijwel alle binnensteden van plaatsen boven de 50.000 inwoners hebben zich de afgelopen 20 jaar in belangrijke mate vernieuwd. Het voorzieningenniveau (winkels, theaters, musea) is opgewaardeerd en wonen in de binnenstad is aantrekkelijk voor een veelheid aan doelgroepen. Dit zal de komende decennia niet minder zijn. Stationsgebieden zijn bij uitstek geschikt voor de invulling van verdere binnenstedelijke uitbreidingsbehoeften. Ze liggen net buiten het historisch stadscentrum, in veel gevallen is veel ruimte beschikbaar en er kan in grote volumes worden gebouwd. De combinatie van de binnenstad enerzijds en anderzijds de aansluiting op een landelijk dekkend netwerk van openbaar vervoer is ideaal.
pagina 21 de binnenstad in perspectief
De kracht van zelfstandige ondernemers Eva Ruijter Oprichter NLstreets.nl Terwijl mensen meer hunkeren naar authenticiteit, gaan de Nederlandse winkelstraten steeds meer op elkaar lijken. Volg de winkelroute in een willekeurige stad en men vindt overal dezelfde ketens en formules. Het wordt steeds moeilijker om de authentieke kern van een stad te ontdekken, omdat men in elke stad een déjà-vu voorgeschoteld krijgt. Hoe ervaart de consument dit? En wat doet de lokale politiek hieraan? Het imago dat een stad heeft, is niet alleen van invloed op toeristen bij het kiezen van hun vakantiebestemming, het is ook bepalend bij de keuze om ergens te gaan wonen, winkelen of een bedrijf te starten. Steeds meer steden hanteren daarom een actief beleid om het imago en de identiteit van hun stad vorm te geven en te communiceren. Ketenbedrijven versus zelfstandige bedrijven De grootte en diversiteit van het winkelaanbod is één van de aspecten die de aantrekkelijkheid van een stad bepaalt. Zelfstandige ondernemers moeten steeds vaker plaats maken voor grote retailketens en franchiseformules. Daarmee gaat niet alleen een traditie van vakmanschap en ondernemerschap verloren, maar ook een stukje van de identiteit van de Nederlandse binnensteden.
De consument is op zoek naar een aantrekkelijke mix die zowel zelfstandige ondernemers als formules bevat. Uit recent onderzoek van Cushman & Wakefield, in samenwerking met de Nederlandse Raad van Winkelcentra en Q&A, is gebleken dat 72% van het aantal winkels in het A-winkelmilieu uit formules bestaat. De totale winkelvloeroppervlakte is zelfs voor 90% in handen van formules. Uiteraard zijn de verhoudingen in het B-winkelmilieu anders, maar ook daar neemt de druk van de ketens de afgelopen jaren toe.
Een aantrekkelijke mix Het onderzoek richtte zich ook op de beleving van de consument en stelde, onder andere, de volgende vraag: waarom kiest u voor een bepaalde binnenstad? Uit de antwoorden van de ondervraagden bleek dat deze zoveel waarde hechten aan de aanwezigheid van zelfstandige ondernemers in een binnenstad, dat aangaven een andere stad te gaan bezoeken wanneer de binnenstad slechts uit ketens bestaat. De consument wil echter wel degelijk de bekende ketens bezoeken. De consument is op zoek naar een aantrekkelijke mix die zowel zelfstandige ondernemers als formules bevat. Een mooi voorbeeld hiervan is de Haarlemmerstraat en -dijk in Amsterdam. In deze straat is de mix geslaagd. Zelfstandige ondernemers en ketens versterken elkaar op de juiste wijze. Zoeken naar een oplossing Het aantal verontrustende artikelen in de pers over vervlakking van winkelgebieden neemt de afgelopen jaren flink toe. In het Friesch Dagblad verscheen op 22 september 2009 een artikel over Leeuwarden waarin wordt gesteld dat winkelen in Leeuwarden weer leuk moet worden. Wethouder Deinum: “Wie nu door het centrum van Leeuwarden loopt, kan er niet omheen: steeds meer winkelpanden staan leeg. Het aanbod van kleine, aparte winkeltjes valt tegen. Het winkelaanbod vervlakt en dat terwijl Leeuwarden de beste binnenstad van Nederland wil worden.” De gemeente Nijmegen is sinds 2005 met een uitgebreid plan bezig voor de ringstraten (aanloopstraten) van hun stad. Zo sprak John Bardoel op 14 oktober 2009 in Nijmegen tijdens de themabijeenkomst van het Platform Binnenstadsmanagement over de wijze waarop Nijmegen dit plan aanpakt en de tot nu bereikte resultaten. De openbare ruimte heeft onder andere een opknapbeurt gekregen. Daarnaast heeft de gemeente een stimuleringsregeling getroffen waarmee ondernemers kunnen investeren in de gevel en de verfraaiing van de winkel. Voor de ondernemers, die deelnamen aan de investeringsregeling, heeft dit geleid tot een vergroting van de werkgelegenheid en een omzetstijging van circa 23%. Niet alleen Leeuwarden en Nijmegen buigen zich over deze problematiek. Het winkelend publiek speelt een zeer belangrijke rol in de Nederlandse binnensteden en de lokale economie. De concurrentie met andere steden is groot. Hoe houdt u uw stad aantrekkelijk? Let in
pagina 22 de binnenstad in perspectief
ieder geval goed op de diversiteit van het winkelaanbod en goede vindbaarheid van de zelfstandigen. De consument zoekt de gezelligheid en verrassing van bijzondere, zelfstandige ondernemers en de comfortabele herkenning van ketens. Richt u niet alleen op uw hoofdwinkelstraten, maar denk ook aan de andere, wat kleinere winkelgebieden, want die zijn net zo belangrijk.
Het aantal verontrustende artikelen in de pers over vervlakking van winkelgebieden neemt de afgelopen jaren flink toe. NLstreets komt al een aantal jaren op voor de belangen van zelfstandige ondernemers. Zij stimuleren hiermee kleinschalig ondernemerschap en zetten zich in voor het behoud van authentieke winkelgebieden. Dit doen ze, onder andere, door zelfstandige ondernemers een platform te bieden waarmee zij hun winkels gezamenlijk onder de aandacht kunnen brengen bij het publiek.
Eenzijdig beeld van horeca leidt tot onbegrip Drs. Hans Steenbergen Shoot my food Verwacht geen gortdroge onderzoeksresultaten. Ik heb een natuurlijk wantrouwen ontwikkeld ten aanzien van horecarapporten en horecabeleidsnotities. Veel van deze onderzoeken zijn bedoeld voor beslissers die niet weten waar ze over moeten beslissen. Met behulp van een rapport wordt beleid gemaakt. Ik snap dat het zo werkt, maar zo moet het niet gaan. Om het DNA van horeca te begrijpen, moet je de horeca ervaren. Je moet de straat op, uit eten gaan, het nachtleven in. Want daar gebeuren dingen die je nergens in rapportages terugvindt: de essentiële maatschappelijke opbrengst van horeca is namelijk niet meetbaar maar wel voelbaar. Van de waardevolle zaken die de horeca levert en faciliteert vind je weinig terug in de officiële beleidsliteratuur. Zo jammer. Want er ontstaat een eenzijdig beeld van horeca. Een bedrijfstak die alcoholincidenten veroorzaakt, goklust bevordert en de jeugd het verkeerde voorbeeld geeft. Dat eenzijdige beeld frustreert een constructieve samenwerking tussen horeca, gemeenten en andere partijen. Onmisbaar Vooropgesteld: de horeca is onmisbaar voor het sociale weefsel van een stad. Mooie cafés verbeteren de kwaliteit van het leven, restaurants worden steeds belangrijker in het imago van een stad (kijk eens wat De Librije met Zwolle doet) en opvallende hotels worden voor reizigers een bestemming op zich (zie bijvoorbeeld het Kruisheren Hotel in Maastricht). Goed voor de plaatselijke economie. Verder is een stad met goede horeca en een goed cultureel klimaat een aantrekkelijke vestigingsplaats voor creatieve bedrijven. Vooral de door veel gemeenten innig omarmde Creatieve Klasse - de groep breinwerkers die zorgt voor veel welvaart - heeft een sterke voorkeur om zich daar te vestigen. Schaduw Maar ja, al dat waardevolle van horeca wordt overschaduwd door berichten in de media over ‘binch-drinken’, zuipketen en zinloos geweld. Stuk voor stuk verschijnselen die horen bij jonge mannen die te ver doorschieten bij het verkennen van hun grenzen en nogal wat brokken maken tijdens hun initiatie van puber naar volwassene.
pagina 24 de binnenstad in perspectief
Door overdadig alcoholgebruik berokkenen ze zichzelf en hun omgeving schade. Geen horecaondernemer wil dat gasten zich misdragen. Helaas kunnen de ondernemers het ook niet altijd tegenhouden. Want probeer maar eens een dampende zaak met honderden meiden en jongens onder controle te houden die - geholpen door muziek, licht en drankjes - het eeuwig menselijke spel van aantrekken en afstoten beoefenen. Security, leeftijdscontroles, susmanagers, detectiepoorten, huisregels, het wordt allemaal ter preventie ingezet maar soms gaat het wel eens fout.
Vooropgesteld: de horeca is onmisbaar voor het sociale weefsel van een stad. Partnerkeuze Wanneer zien we dit soort horecabedrijven - nogal bepalend voor de beeldvorming van horeca - ook als waardevolle plekken waar jonge mensen een partner proberen te vinden met wie ze het leven willen delen. Aangezien ouders huwelijksarrangementen voor hun kinderen als achterlijk zien en uiterst onwenselijk, is in onze cultuur de partnerkeuze ‘geoutsourced’ om maar eens een moderne economische term te gebruiken. Daarom zijn er clubs, cafés, loungebars en discotheken ontstaan die dit voor het voortbestaan van de menselijke soort uiterst belangrijke proces faciliteren. En dus kan het tijdens die hormonale dans wel eens fout gaan met die jonge gasten. En dat komt dan breed in de pers waarop de horecaondernemer met achterdocht bekeken: hij is niet maatschappelijk verantwoord, hij is een avonturier, hij is een vrijbuiter. Ik heb duizenden ondernemers bezocht, gesproken en geïnterviewd en verreweg de meeste ondernemers hebben het beste voor met hun gasten en hun directe omgeving. Ze beseffen dat een goede relatie met gasten, ouders, gemeentelijke instanties, winkeliersverenigingen en pers hun exploitatie vooruit helpt. Maar horecaondernemers kunnen dat niet altijd alleen en voelen zich wel eens onbegrepen. Hen valt op dat het wezen van de horeca en de complexiteit van gastvrijheid bieden aan iedereen zwaar wordt onderschat.
uitstek waar de vreedzame co-existentie in multiculturele tijden gevierd kan worden. Wit, zwart, geel, rood, gay, punk, bal: in een goed bedrijf danst iedereen naast en met elkaar. Dat is niet vanzelfsprekend, vertelde hij mij. “Want denk je dat de spanningen die de multiculturele samenleving met zich meebrengen, ophouden als je de deur van de horeca binnengaat? Juist niet, omdat je in de horeca in de regel losser gedraagt dan thuis of op school.” En als er dan in het bedrijf - ondanks alle voorzorgsmaatregelen - iets fout gaat, krijgen de exploitanten de zwarte piet. Gek hoor. Het onderwijs krijgt terecht honderden miljoenen euro’s om de scherpe randjes van de integratie weg te masseren, de horecaman krijgt geen enkele steun. Het is beter met hem mee te denken hoe een avond probleemloos zou kunnen verlopen. Sociaal kapitaal Goede horeca is onmisbaar voor een stad, wijk en dorp. In horeca ontmoeten mensen elkaar, doen zaken met elkaar, blazen relaties nieuw leven in. In restaurants wordt het leven gevierd, vinden mensen het leuk om te zien en gezien te worden, genieten gasten van al het moois wat Moeder Aarde voortbrengt. Horeca is een onmisbare schakel in de opbouw van het belangrijkste sociale kapitaal in een samenleving: vertrouwen en tolerantie in de publieke ruimte. Het wordt tijd dat Nederland de horeca op zijn echte waarde weet te schatten. Om het DNA van horeca te begrijpen, moet je de horeca ervaren. Je moet de straat op, uit eten gaan, het nachtleven in. Hans Steenbergen is journalist, columnist, presentator en moderator van congressen. Hij is hoofdredacteur van Food Inspiration, het eerste digitale foodmagazine van foodservice-professionals ter wereld. Steenbergen reist voor trendbureau Shoot My Food de wereld over op zoek naar nieuwe horecaconcepten. Hij adviseert multinationale foodservicebedrijven over onderwerpen als innovatie, communicatie en duurzaamheid.
Dansvloer Een van hen - een discotheekhouder - maakte mij dat duidelijk aan de hand van de metafoor van de dansvloer, de plek bij
pagina 26 de binnenstad in perspectief
De binnenstad: een hart dat ook klopt voor supermarkten Rob Laurensse en Marc van Tilburg Ahold Vastgoed Albert Heijn is al decennialang in binnensteden gevestigd. Daar waar de klant is of komt, wil Albert Heijn ook zijn. We zitten er graag én blíjven er graag. Om er te kunnen blijven moeten we ons regelmatig aanpassen. De meeste steden hechten belang aan een levendige binnenstad en investeren hier fors in. Toch vormt een aantal factoren soms een sta-in-de-weg. Formatdifferentiatie De binnenstad is voor Albert Heijn van belang omdat er veel mensen te vinden zijn: bezoekers, werkenden en bewoners. We willen graag dat deze mensen klant worden of blijven. Wellicht niet overal met een ‘traditionele’ supermarkt. Maatwerk is belangrijk. Afhankelijk van het karakter van de binnenstad en - in het verlengde daarvan - het type locatie hebben we diverse winkelformats. Om te profiteren van omvangrijke passantenstromen in hoogdynamische binnensteden hebben we de AH-to-go, met de nadruk op directe consumptie, en de citywinkel voor de ‘normale’ snelle boodschap. In centra van de wat kleinere steden is plaats voor een volwaardige AH supermarkt, waar - naast centrumbewonerstevens klanten uit de rest van de kern en omliggende regio hun grote boodschappen moeten kunnen doen. Zeker als de supermarkt eenvoudig bereikbaar is en beschikt over uitstekende parkeerfaciliteiten. En juist daar wringt nogal eens de schoen. Supermarkt in de knel In het verleden vestigde Albert Heijn zich vaak aan de rand van de binnenstad. Op goed bereikbare en zichtbare locaties en met een groot gratis parkeerterrein voor de deur. In de loop der jaren kwamen onze winkels echter nogal eens in de knel.
pagina 27 de binnenstad in perspectief
Een groot parkeerterrein is immers aantrekkelijk om te herontwikkelen tot winkelcomplex. Het parkeren was niet langer gratis en werd verplaatst naar parkeergarages, -kelders of -dekken. Daarnaast verslechterde de autobereikbaarheid door de invoering van éénrichtingsverkeer en / of oprekking van voetgangersgebieden. Buiten de binnenstad hebben vooral supermarkten in wijkwinkelcentra hier met gratis en eenvoudig parkeren veelvuldig van geprofiteerd. Naar ‘de stad’ gaan mensen tegenwoordig vooral voor het funshoppen. Om die reden geloven we in een retailstructuur waarbij een megasupermarkt á la AHXL, gevestigd aan de hoofdinfra met top parkeren, een uitstekende aanvulling is op het winkelaanbod zonder dat dit tot uitholling van de binnenstad leidt. Een analyse van de 30 AHXL’s die we momenteel hebben, wijst dat ook uit.
Voor AH is de conclusie dat de binnenstad een aantrekkelijke vestigingslocatie is En blijft. Parkeren als bronpunt Voor het goed functioneren van onze binnenstadswinkels is directe nabijheid van parkeren niet altijd noodzakelijk. Veel van onze winkels in binnensteden worden voornamelijk bezocht door klanten die te voet of per fiets komen. Voldoende fietsklemmen zijn dan wél belangrijk. Toch blijven we geïnteresseerd in dynamische binnenstadslocaties nabij grotere parkeeraccommodaties die functioneren als ‘bronpunt’ voor de binnenstad. Dit niet omdat klanten specifiek naar de supermarkt komen omdat er geparkeerd kan worden, maar omdat mensen die de binnenstad bezoeken of er werken hier meestal hun bezoek beginnen of beëindigen en dan ook boodschappen doen. Goede voorbeelden van dergelijke locaties zijn onze winkels aan de Lijnbaan te Rotterdam en de binnenkort te openen city-AH aan het Achterom in Dordrecht. Logistiek Essentieel voor een supermarkt in de binnenstad is een adequate bevoorrading. Dagelijks worden er forse hoeveelheden versproducten aangeleverd. Helaas leidt dit tot een aantal knelpunten. In de meeste binnensteden gelden beperkende venstertijden met congestie van bevoorradingsverkeer in de binnenstad als resultaat. Ook is er een gebrek aan goede opstelplaatsen voor vrachtauto's. Gemeenten leggen steeds meer beperkingen op aan het type
vrachtauto dat de binnenstad in mag. Te denken valt aan maximaal toegestane lengte of asdruk. Doordat bedrijven als Albert Heijn hun logistieke systemen sterk hebben gestandaardiseerd, werken deze lokale regels sterk kostenverhogend. En als een gemeente alleen ‘kleine vrachtauto's’ in haar binnenstad toelaat, heeft dit voor supermarkten logischerwijs een flinke toename van het aantal vrachtauto-bewegingen (soms tot wel 40% extra) tot gevolg. Project Fluisterontvangst bij Albert Heijn winkels Om de toenemende filedruk en congestie bij bevoorrading te omzeilen, wil AH de mogelijkheid krijgen om buiten de spits - in de late avond, nacht of vroege ochtend - haar winkels te beleveren. Omdat ’s avonds en ’s nachts (terecht!) strengere geluidsnormen gelden, zijn we sinds 2002 nauw betrokken bij een project van Senter Novem om geluidsarm materieel en bijbehorende technische specificaties te ontwikkelen. De afgelopen jaren heeft AH succesvolle pilots uitgevoerd in o.a. Rotterdam, Eindhoven en Tilburg. Nu wordt gestart in steden als Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Zondagsopening Een ander belangrijk succes is de zondagsopening. In steeds meer binnensteden mogen winkels op zondag hun deuren openen. Onze klanten maken hier ook graag gebruik van. Liefst niet één keer in de maand, maar iedere zondag. AH volgt de discussie rondom de Winkeltijdenwet uiteraard op de voet en is - het mag geen verrassing zijn - warm voorstander van een liberaal beleid daar waar klanten dat ook vragen. Het moet kloppen Voor AH is de conclusie dat de binnenstad een aantrekkelijke vestigingslocatie is én blijft. We zijn er van overtuigd in goed overleg met gemeenten de genoemde knelpunten te kunnen oplossen. Een aantrekkelijke binnenstad is immers een gezamenlijk belang. Willen we dus zorgen dat het ook in de toekomst in hartje stad klopt voor supermarkten dan moet het op belangrijke aspecten wel kloppen.
pagina 28 de binnenstad in perspectief
Binnenstedelijke retail (her)ontwikkelingen en recessie Drs. Tie Liebe Directeur ASR Vastgoed Ontwikkeling N.V. De afgelopen tientallen jaren zijn in de meeste Nederlandse steden door ontwikkelaars binnenstedelijke retail(her)ontwikkelingsprojecten gerealiseerd. Samen met investeringen van lokale overheden, beleggers en ondernemers hebben deze projecten een positief effect gehad op de economische en sociaal-culturele functie van onze binnensteden. Met name de grote binnensteden zijn aantrekkelijke ‘destinations’ geworden voor de bezoeker, die hier voor een groot aantal verschillende doeleinden komt.
Het kabinet wil ondernemerszin en innovatie zo veel mogelijk stimuleren. Korte terugblik Het vakmanschap van de Nederlandse ontwikkelaar heeft zich de afgelopen decennia bewezen en enkele behoren tot de top van Europa. Ver voordat begrippen als PPS en gebiedsontwikkeling rijkelijk en soms teveel de tijdschriften en congressen vulden, werd al vanaf de zestiger en zeventiger jaren door ontwikkelaars in goede samenwerking met gemeenten (soms echte PPS’en) het instrument gebiedsvisie toegepast. Ondanks de successen zijn er ook kritische kanttekeningen te maken. In de ontwikkelingsbranche en tussen de overkoepelende organisaties heeft te weinig discussie plaatsgevonden over de echte toegevoegde waarde van een project voor een binnenstad op langere termijn. Door gebrek aan zelfkritiek werd op basis van sterkte/zwakte-analyses vaak niet geleerd van fouten uit het verleden. In het continuüm van projecten komt dan ook een breed spectrum voor: absolute failures, projecten met kleine fouten en zwakten, projecten van hoge kwaliteit en absolute succesnummers. Ook in de retailvastgoedbranche zijn de afgelopen jaren veel te veel projecten beoordeeld op veelal hun uiterlijke verschijningsvorm of andere mistige criteria, zoals vernieuwend en innovatief. Nee: het gaat erom, dat het project de attractiviteit van de binnenstad in brede zin vergroot.
Impact van de recessie op ontwikkelingsprojecten Net als de voorgaande recessie in de tachtiger jaren, zal ook de huidige recessie een grote impact hebben op de ontwikkelingsmarkt; ook die van binnenstedelijke projecten. Het gaat hier namelijk niet alleen om macro-economische effecten, resulterend in vraaguitval van retailers, maar ook om fundamenteel andere condities van de financierings- en beleggingsmarkt. Een voordeel is, dat er hopelijk een grote opschoning komt van de grote lijst van in voorbereiding zijnde centrumprojecten, die zelfs in een goed economisch getij al te weinig slagingskansen zouden hebben. Binnensteden hebben de komende jaren alleen behoefte aan projecten die echt de ‘krenten uit de pap’ zijn en die in het A-milieu waarde en duurzaamheid in brede zin toevoegen. Er is op dit moment geen behoefte aan projecten die niet aan een aantal strenge succescriteria voldoen. Er zijn genoeg B-milieus die op een noodzakelijke wijze meeademen met de conjunctuur. Lessen geleerd uit de jaren tachtig Om het sterker te stellen, in de tachtiger jaren hebben we gezien waar het geforceerd doorzetten van projecten toe heeft geleid. Enerzijds werden bij een aantal grote projecten op goede locaties, vanuit de haalbaarheid, de ambities van het project dermate naar beneden bijgesteld, dat deze binnen 15 jaar weer herontwikkelingsrijp waren. Anderzijds en veel erger was het feit, dat een aantal binnenstedelijke projecten onder grote druk werden doorgezet. Dit terwijl de condities om een goed project te maken eigenlijk niet meer aanwezig waren. Nu zouden we zeggen: ontoereikend risicomanagement.
Goede projecten, met goede retailers zijn ook de komende jaren perspectiefvol, alhoewel de condities natuurlijk veranderd zijn. Belang van condities Binnenstedelijke projecten die niet op een goede centrale locatie zijn gelegen en waar de marktvraag van retailers niet evident is, de benodigde trekkerstructuur, door afhaken van retailers niet kan worden geëffectueerd en de ruimtelijke structuur van het project, in relatie tot de huidige winkelstructuur, vraagtekens oproept zouden eigenlijk niet gerealiseerd moeten
pagina 30 de binnenstad in perspectief
worden. Immers, deze projecten zullen worden gekenmerkt door structurele leegstand en verloedering, waardoor er een jarenlange smet op dit deel van de binnenstad zal blijven hangen. Het stimuleren van woningbouwprojecten is van een andere orde dan die van winkelprojecten. Winkelprojecten zijn een onderdeel van het systeem binnenstad en hebben een grote impact op de omgeving. Het is dan beter om te wachten op betere tijden, wanneer condities wel kunnen worden gerealiseerd. Op dit moment zien we dan ook dat, terecht, een aantal centrumprojecten ‘on hold’ worden gezet. Het doorzetten van de projecten zou op dit moment bij veel partijen tot veel schade kunnen leiden. Vertrouwen in de markt Maar er zijn ook lichtpunten. De binnenstad, en zeker veel Nederlandse binnensteden, zijn niet volmaakt, waardoor er een constante en gezonde druk ligt op grote binnensteden om te blijven ontwikkelen. Dit wordt ook gevoed door de dynamiek van de markt; het retailwiel dat maar doordraait en sterke ‘trekker’ retailers met een internationaal karakter, die belangrijke vragers blijven. In die zin waren de tachtiger en negentiger jaren een hele kwetsbare periode, omdat we voor het succes van projecten sterk afhankelijk waren van een kleine groep nationale retailers. Als die het lieten afweten, konden we stoppen met het project. Goede projecten, met goede retailers, zijn ook de komende jaren perspectiefvol, alhoewel de condities natuurlijk veranderd zijn. We mogen ervan uitgaan, dat retail, net als in het verleden, een zeer aantrekkelijk beleggingsinstrument blijft binnen een vastgoedportefeuille. De financieringscondities zullen veranderen. Echter, goede ontwikkelaars zullen vanwege hun reputatie en ervaring in staat blijven om met een combinatie van bankfinanciering, equityfinanciering en financiering door de belegger, projecten in gang te brengen.
Combinatie van hardware en software We moeten ons ook realiseren, dat de aantrekkingskracht van onze binnensteden niet alleen wordt bepaald door herontwikkelingsprojecten die met name zijn gericht op functionele versterking en stedenbouwkundige/ architectonische vernieuwing van de binnenstad. Aandacht voor en investeren in de zogenaamde software van de binnenstad is en blijft van veel importantie. Hier valt te denken aan opwaardering van de openbare ruimte, veiligheid, schoonheid, bereikbaarheid, binnenstadsmanagement, evenementen etc. Het is een totaalpakket van hardware en software, dat uiteindelijk tot resultaten zal leiden.
De rol voor gemeentelijke overheden zal groter moeten worden. Niet alleen als goede regisseur en samenwerkingspartner, maar ook op het punt van financiering. Eén ding moet me nog van het hart: hopelijk zal deze recessie ertoe leiden, dat we ons realiseren dat de consument uiteindelijk bepaalt of een retailproject is geslaagd. Een recent onderzoek naar de meest gastvrije binnenstad van Nederland gaf onomstotelijk aan, dat de consument modernistische stedenbouw/architectonische concepten niet waardeert. Laten we daar, als professionals, ook lering uit trekken. Het gaat om de menselijke maat in de Nederlandse binnensteden.
De rol voor gemeentelijke overheden zal groter moeten worden. Niet alleen als goede regisseur en samenwerkingspartner, maar ook op het punt van financiering.
pagina 31 de binnenstad in perspectief
Durf vernieuwen! Stad kiest voor kwaliteitsvolle handelspanden Vanessa Morganti projectleider Winkelcentramanagement, Stad Antwerpen
03 BINNENSTADSPROJECTEN UITGELICHT
Antwerpen is dé shoppingstad van Vlaanderen. De 57 winkelkernen en 11 strategische horecakernen hebben een belangrijk effect op de stedelijke economie. Antwerpen heeft alle baat bij aantrekkelijke en kwaliteitsvolle handelspanden om haar imago van shoppingstad kracht bij te zetten. Leegstaande en onaantrekkelijke panden hebben immers een negatief effect op consumenten en handelaars. Daarnaast houdt het investeerders tegen en creëert het een negatief effect op een hele handelskern. Kiezen voor een kwaliteitsvolle detailhandel en horeca betekent ook investeren in kwaliteitsvolle panden. De stad verleent daarom een toelage voor de renovatie van handelspanden. Wat houdt de toelage in? De toelage voor de renovatie van handelspanden bestaat uit 2 delen: een toelage voor de renovatie van de voorgevel en een toelage voor de verfraaiing van de commerciële ruimte. Beide toelages kunnen ook samen worden aangevraagd. De stad betaalt maximum ¤ 15.000,- van de renovatiekosten terug. De toelage geldt voor alle Antwerpse handelspanden waar een handelszaak gevestigd of voorzien is en die voldoet aan alle wettelijke verplichtingen. · Toelage voor de renovatie van de voorgevel: om in aanmerking te komen voor de renovatietoelage van de voorgevel moeten de uitgevoerde werken minimaal ¤ 1.500,- (excl. btw) kosten. De handelaar of de eigenaar van het pand kan tot 50 procent van de kosten terugvorderen, met een maximum van ¤ 10.000,-. Enkele voorbeelden: vernieuwen van ramen en deuren, een aparte toegang naar de bovenverdieping maken en het opknappen van de voorgevel.
pagina 35 binnenstadsprojecten uitgelicht
· Toelage voor de verfraaiing van de commerciële ruimte: met deze tweede toelage kan de handelaar of eigenaar de commerciële ruimte verfraaien door onder andere behang- en schilderwerken uit te voeren of het plafond, de vloer of het pleisterwerk te vernieuwen. Ook het plaatsen van vaste installaties, zoals toonbanken en aangepaste verlichting, komen in aanmerking. Hier moeten de werken minimaal ¤ 1.000,- (excl. btw) bedragen. De aanvrager krijgt 30 procent van de kosten terugbetaald. Het maximum hier is ¤ 5.000,-. De volgende zaken komen niet in aanmerking voor de toelage: groothandel, kantoorfuncties, vrije en intellectuele beroepen inrichtingen die vallen onder het stedelijk reglement van de uitbatingsvergunning.
Kiezen voor een kwaliteitsvolle detailhandel en horeca betekent ook investeren in kwaliteitsvolle handelspanden. Tijdspanne en voorbereiding Het project is gestart op 1 september 2008 en loopt tot en met 31 december 2012 of totdat de financiële middelen op de stadsbegroting zijn uitgeput. Tot op heden ontving het stadsbestuur 95 aanvragen (dd 07-09-2009) en keurde 44 dossiers principieel goed voor een bedrag van ¤ 344.856,-. De renovatietoelage bestaat dit jaar één jaar en is een succes: de doelstelling, van jaarlijks 75 ingediende dossiers te ontvangen, is al bereikt. Het voorbereidende werk voor het reglement voor de renovatietoelage voor handelspanden werd verricht door de plangroep die bestond uit afgevaardigden van verschillende stadsdiensten. Bij de start van de toelage voor renovatie van handelspanden is de hele doelgroep geïnformeerd over de mogelijkheden en de regels. Naast communicatie in de pers is een brochure uitgegeven en zijn verschillende informatieavonden georganiseerd. Hoe aanvragen? Het reglement en het aanvraagformulier zijn beschikbaar in alle infopunten, stadskantoren, districtshuizen van stad Antwerpen en kan gedownload worden van de website van stad Antwerpen. Alle aanvraagdossiers worden door het Bedrijvenloket behandeld. Voor informatie of voor ondersteuning bij het invullen van het aanvraagformulier kan de aanvrager bij het Bedrijvenloket terecht.
Mall Tilburg: een vloek of een zegen voor het winkellandschap? Drs. Theo ter Huurne Secretaris Ondernemers Federatie Tilburg Ruim twee jaar lang heeft de mogelijke komst van de ‘Mall’ naar Tilburg de gemoederen in deze stad en ver daarbuiten bezig gehouden. De Tilburgse middenstand en andere Brabantse steden vreesden de komst van dit enorme winkelcentrum aan de noordrand van de stad met een vloeroppervlakte van 100.000 vierkante meter. Tijdens een referendum op 4 juni 2009 sprak de Tilburgse bevolking zich uit tegen de komst van de mall. Het plan voor de vestiging van de mall kwam uit de koker van de ontwikkelingscombinatie OVG/MDG. Het Tilburgse College van B&W was meteen enthousiast. Het winkelcentrum vergde een investering van 400 miljoen euro en zou twee- à drieduizend banen opleveren. De mall zou Tilburg op de kaart zetten. Het centrum zou naar verwachting negen tot veertien miljoen bezoekers per jaar trekken. De omzet werd geschat op 280 miljoen euro. Tegenstanders Vier andere grote Brabantse steden, Eindhoven, Breda, Helmond en ’s-Hertogenbosch, stuurden een brief naar de gemeente Tilburg dat zij een megamall van dergelijke omvang nergens in Noord-Brabant wenselijk vinden. De winst aan arbeidsplaatsen wordt tenietgedaan door verlies elders. Ook bleek uit onderzoek van de vier steden, dat de economische effecten op de bestaande binnensteden en winkelcentra ‘onverantwoord’ groot zouden zijn.
Een mall met meer van hetzelfde zal tot desastreuze effecten voor de bestaande lokale en regionale winkelvoorzieningen leiden. In gezamenlijke reacties wezen de ondernemersorganisaties en verenigingen van eigenaren uit Tilburg en de omliggende Brabantse steden op de resultaten van onderzoeken van DHV, EIM en ECORYS. Deze toonden volgens hen aan, dat in het beoogde verzorgingsgebied een mall met onderscheidend winkelaanbod niet haalbaar is.
pagina 36 binnenstadsprojecten uitgelicht
Er is geen sprake van een winkelaanbod dat gekenmerkt kan worden als een nieuwe top op de piramide van de regionale winkelstructuur. Een mall met meer van hetzelfde zal tot desastreuze effecten voor de bestaande lokale en regionale winkelvoorzieningen leiden. De berekende effecten overstijgen in veel gevallen de 10% waarboven algemeen wordt aangenomen dat er sprake is van een ontwrichting van de winkelstructuur. Consistent detailhandelsbeleid Het initiatief voor de mall was ook volledig in strijd met het bestaande detailhandelsbeleid, zoals vastgelegd in de nota Ruimte en daarna nogmaals bevestigd door het Interprovinciaal Overleg. Dit beleid is gericht op versterking van de positie van de bestaande stads- en dorpscentra. Mede als gevolg van dit centrumgerichte beleid is in de afgelopen vijf jaar de dynamiek in de Nederlandse centra zeer groot geweest. Illustratief in dit verband zijn de recent gerealiseerde en op stapel staande (grootschalige) toevoegingen in Waalwijk en Oosterhout en in elk van de B5-steden in Brabant.
Nu de mall definitief van de baan is willen zij die vereende krachten inzetten om door te pakken in een proces dat moet leiden tot versterking en kwaliteitsverbetering van de binnenstad en de wijkcentra. Op basis van dit beleid zijn ook in Tilburg, in samenwerking met de gemeente, veel inspanningen en investeringen gepleegd in zowel de binnenstad (o.m. Pieter Vreedeplein) als in de buitenwijken. Instemming van het gemeentebestuur van Tilburg met de komst van de mall aan de rand van de stad zou deze inspanningen zwaar onder druk zetten. Bovendien zou een dergelijke handelwijze in strijd zijn met zowel de door het gemeentebestuur zelf in de afgelopen jaren geformuleerde en gehanteerde beleidsuitgangspunten als met het provinciale en landelijke detailhandelsbeleid. De vraag kan gesteld worden of in dat geval zelfs geen sprake zou zijn van onbehoorlijk bestuur, gelet op de verwachtingen die in het verleden bij investeerders zijn gewekt.
Referendum In december 2008 besloot een kleine meerderheid van de gemeenteraad tot het houden van een referendum over de wenselijkheid van de komst van een mall. Ook werd bepaald dat de uitkomst van het referendum zou worden overgenomen, ongeacht de opkomst bij deze volksraadpleging. Op 4 juni 2009 sprak 53% van de Tilburgse bevolking zich in het referendum uit tegen de vestiging van een mall in Tilburg op de locatie Stadsentree Noord. 46% stemde voor. Het opkomstpercentage voor het referendum was ruim 35%. Het referendum vond gelijktijdig plaats met de Europese verkiezingen. Op 8 juni 2009 besloot de raad om alle procedures rondom de komst van de mall stop te zetten. Hoe nu verder? Twee jaar lang hebben de Ondernemers Federatie Tilburg en de gezamenlijke Verenigingen van Eigenaren zich sterk gemaakt om de mogelijke komst van een mega shopping mall naar Tilburg tegen te houden. Met vereende krachten en met een uitgekiende professionele publiekscampagne zijn zij er in geslaagd om een meerderheid van de Tilburgse bevolking te overtuigen van de negatieve effecten van een mall voor de binnenstad en de Tilburgse wijkcentra. Nu de mall definitief van de baan is willen zij die vereende krachten inzetten om door te pakken in een proces dat moet leiden tot versterking en kwaliteitsverbetering van de binnenstad en de wijkcentra. De Tilburgse bevolking verwacht dit ook van hen. Voor de binnenstad en de wijkcentra komen er afzonderlijke ontwikkelingstrajecten. Met de gemeente Tilburg en de Kamer van Koophandel is afgesproken, dat het door BRO Adviseurs opgestelde rapport ‘Positionering en Ontwikkelingsbeeld Binnenstad Tilburg’ (september 2008) als uitgangspunt wordt genomen voor een integrale aanpak van de binnenstad. Volgens dit rapport vormen detailhandel en horeca de kern van het fundament van de binnenstad. Om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren zullen de ondernemersorganisaties en verenigingen van eigenaren van het begin af aan bij het ontwikkelingstraject worden betrokken.
pagina 38 binnenstadsprojecten uitgelicht
Betere stadspromotie is er niet Peter Schuiten Projectbureau Grand Départ Rotterdam 2010 De Tour de France komt naar Rotterdam! Van 1 tot en met 4 juli 2010 is Rotterdam gaststad van Le Grand Départ van de 97e Tour de France. Rond deze, voor Nederland historische, Tourstart worden veel evenementen georganiseerd onder het thema New Energy. Stadspromotie, economie en een beter milieu gaan zo hand in hand. De Tour de France is het grootste jaarlijkse sportevenement ter wereld. Rotterdam is daarom uitermate trots op het feit dat de organisatie van de Tour de France de Maasstad heeft gekozen als startplaats. Ieder jaar dingen meer dan 250 steden naar de titel startof finishplaats. Le Grand Départ is de hoofdprijs voor genomineerde steden. Naar verwachting zullen 1,5 miljoen mensen de start en alle feestelijkheden bijwonen.
De Coolsingel en de Champs-Élysées Vanaf 1 juli 2010 wordt Rotterdam verbonden met de Champs-Élysées in Parijs. Met de coureurs als hoofdrolspelers wordt op donderdag 1 juli gestart met het voorstellen van de deelnemende renners en hun ploegen. Zaterdag 3 juli wordt sportief de toon gezet in de proloog, een individuele tijdrit, die onder andere langs de rivier in het centrum van de stad voert. De proloog bepaalt wie op zondag 4 juli van start mag gaan in het meest beroemde kledingstuk van de wereld: de gele trui.
Vanaf 1 juli 2010 wordt Rotterdam verbonden met de Champs-elysees in Parijs. Stadspromotie Omdat de Tour de France in meer dan 180 landen wordt uitgezonden op televisie is er geen betere stadspromotie denkbaar. De mooiste beelden van het centrum van de stad en van de haven gaan de wereld over. De gemeente Rotterdam heeft de ambitie om zowel promotioneel als ook economisch direct te profiteren van de Tourstart.
pagina 39 binnenstadsprojecten uitgelicht
Aan omzet van hotels, restaurants en andere bestedingen worden enkele tientallen miljoenen euro’s verwacht. Natuurlijk bevinden veel van deze voorzieningen zich in de binnenstad. Het evenement wordt in samenwerking met ondernemers en bewoners nader uitgewerkt.
Rotterdam is uitermate trots op het feit dat de organisatie van de Tour de France de Maasstad heeft gekozen als startplaats. New Energy Rotterdam heeft nieuwe energie nodig en fietsen helpt daarbij. Met als thema New Energy worden in aanloop naar de Tour de France circa 150 evenementen georganiseerd in en rond Rotterdam. Door middel van workshops, bijvoorbeeld een virtueel wielerparcours, worden kinderen enthousiast gemaakt om te gaan fietsen. Automobilisten worden ook letterlijk op de fiets gezet en hen wordt verteld hoe zij de CO2-uitstoot kunnen terugbrengen door de fiets in te ruilen voor de auto.
Stadshart Oosterhout: de toekomst verbeeld Paul van der Mark alliantiemanager Centrum+ / Actieplan Stadshart gemeente Oosterhout en Ad Burger programmamanager Strategie gemeente Oosterhout Bewoners, bezoekers, ondernemers en gemeenten werkten in Oosterhout (54.000 inwoners) samen aan een toekomstvisie voor de binnenstad. In het Actieplan Stadshart is die toekomst letterlijk verbeeld: via 3d-animaties wordt een idee geschetst hoe het centrum van de stad er in 2020 zou kunnen uitzien. Het woord is nu aan de gemeenteraad. Het Oosterhoutse gemeentebestuur heeft de afgelopen jaren werk gemaakt van het verbeteren van de kwaliteit van de binnenstad. Dat gebeurde, binnen het programma Centrum+, in samenwerking met de partners in het centrum - bewoners, detailhandel, horeca - en met extra inzet vanuit de gemeente. Inzet die vooral gericht was op het verbeteren van de fysieke leefomgeving. Periodieke ‘centrum-scans’ lieten zien dat al deze maatregelen ook leiden tot een hogere waardering door bezoekers en bewoners. Tegelijkertijd echter groeide het besef dat voor de gewenste substantiële kwaliteitsslag een extra impuls nodig was. Om die reden besloot het Oosterhoutse gemeentebestuur in het voorjaar van 2008 te komen tot een uitvoeringsgerichte toekomstvisie voor de binnenstad. Het proces om te komen tot dit ‘Actieplan Stadshart’ staat onder leiding van dezelfde manager die ook al verantwoordelijk was voor het eerder genoemde programma Centrum+. Dat is wel zo makkelijk: hij beschikt niet alleen al over een uitgebreid netwerk in de binnenstad, hij kan ook de lijn leggen tussen de korte-termijn-uitvoeringspraktijk en de strategische visie, die het jaar 2020 als horizon heeft. Doelgroepen betrekken Met een door de gemeenteraad vastgesteld budget van ¤ 300.000,- en onder leiding van wethouder Yves de Boer (Ruimtelijke Ordening) is vervolgens vooral werk gemaakt van het betrekken van bewoners, bezoekers en ondernemers bij het nadenken over de toekomstige koers van het centrum. Dat is op
allerlei manieren gebeurd: op achtereenvolgende zaterdagen zijn bezoekers geënquêteerd en geïnterviewd, op verrijdbare ‘moodboards’ kon eenieder zijn mening over het centrum kwijt, er was de mogelijkheid input te leveren via het wereldwijde web en op interactieve sessies konden belangstellenden met elkaar in gesprek over de gewenste ontwikkelingsrichting. De uitkomsten van al deze inspanningen werden kritisch getoetst door een team van drie externe experts: de Oosterhoutse architect Paul Hooper, oud-wethouder van Den Bosch Hans Dona en Felix Wigman, directeur van adviesbureau BRO en voorzitter van het Platform Binnenstadsmanagement. Bovendien leverden ze, ieder vanuit hun expertise, een geheel eigen blik op de kansen van en bedreigingen voor de Oosterhoutse binnenstad. Ten slotte hadden met name zij de taak zorg te dragen voor samenhang tussen al die initiatieven en ideeën die de partners in de stad aandroegen.
Door de visie op het stadshart te verbeelden, gaan toekomstplannen leven. Conclusies op film gezet Het is in gemeenteland vervolgens gebruikelijk dat een dergelijke visie wordt verwerkt in een, liefst lijvige, rapportage vol scenariobeschrijvingen, ontwikkelingsrichtingen en financiële modellen. Natuurlijk is er ook van het Oosterhoutse Actieplan Stadshart een papieren versie, al was het alleen maar omdat het stuk ook in de gemeenteraad moet worden behandeld. Maar tegelijkertijd zijn de toekomstplannen ook letterlijk verbeeld in de film ‘Het compacte stadshart in balans’. In deze film, die gemaakt is door Studio 12 uit Delft, wordt de toeschouwer als het ware aan de hand meegenomen door de huidige binnenstad en het centrum zoals dat er over pakweg vijftien jaar zou kunnen uitzien.
een van de mooiste pleinen in de regio, verandert in de film van parkeerplaats naar een plein met hoogwaardige horeca en volop terrassen. En het oudste gedeelte van het overdekte - en in de avonduren en op zondagen afgesloten - winkelcentrum Arendshof, daterend uit het begin van de jaren zeventig, is gewoonweg gesloopt en heeft plaatsgemaakt voor een open winkelgebied waar ook gewoond wordt.
Het is in gemeenteland vervolgens gebruikelijk dat een dergelijke visie wordt verwerkt in een, liefst lijvige, rapportage vol scenariobeschrijvingen, ontwikkelingsrichtingen en financiele modellen. Positieve reacties De reacties op de film waren zonder uitzondering positief. En dan niet eens zozeer op de inhoud - want daarover zal op onderdelen altijd verschil van mening blijven bestaan tussen de betrokkenen - maar vooral over de manier waarop de toekomstvisie wordt geschetst. Door de visie op het stadshart te verbeelden, gaan de toekomstplannen leven en gaat de (politieke en maatschappelijke) discussie niet langer over modellen en ontwikkelingsrichtingen, maar over de (binnen)stad zelf. Bovendien prikkelt de film vastgoedeigenaren en ondernemers met de gemeente in overleg te treden over de wijze waarop zij kunnen aansluiten bij de plannen en stimuleert het eigenaren na te denken over kwaliteitsverbetering van hun bezittingen in het stadshart van Oosterhout. Meer informatie over het Actieplan is te vinden op de website www.actieplanstadshart.nl. Hier is ook de film ‘Het compacte stadshart in balans’ te zien.
Zo kan iedere Oosterhouter bijvoorbeeld zien hoe het Schapendries, in een inspraakreactie omschreven als een ‘parkeerkuil, omzoomd door oostblokarchitectuur’, is getransformeerd tot een ontmoetingsplek (compleet met jeu-de-boulesbanen) met architectonisch hoogwaardige gebouwen en een ondergrondse parkeergarage. De Heuvel, in potentie
pagina 42 binnenstadsprojecten uitgelicht
Twee stadscentra, één centrummanager Olga Steen SteenSchrift Copywriting en Paul Kooij centrummanager Sittard-Geleen Op 1 januari 2001 is een beslissing doorgevoerd die het leven van bijna 100.000 mensen zou beïnvloeden: de samenvoeging van de gemeenten Born, Geleen en Sittard. Daarmee werd Sittard-Geleen in één klap de tweede stad van Limburg, maar het zou nog lang duren voordat de inwoners van deze nieuwe gemeente zich ‘groots’ gingen voelen. Sittard en Geleen zijn immers van oudsher concurrenten en die gevoelens gaan diep. Op 1 januari 2009 is er één centrummanager aangesteld die de taak heeft om beide stadscentra naar een hoger niveau te tillen, de koopkracht te verbeteren en de concurrentieslag met andere koopsteden in Limburg aan te gaan. Geen sinecure… Verbeteren van het economisch functioneren van de twee stadscentra Jarenlang is er te weinig geïnvesteerd in de
stadscentra van Sittard en Geleen. Terwijl grote projecten als het innovatieve Zorgcentrum Orbis en de Rijkswegboulevard miljoenen opslokten, verpauperde Sittard. Aan een drastische vernieuwing van het centrum van Geleen werd gewerkt, maar dat project nam jaren in beslag en er zijn heel wat ondernemers die het niet of nauwelijks gered hebben. Het feit dat een economische crisis zich aandiende werkte natuurlijk ook niet in het voordeel. Op initiatief van het gemeentebestuur werd daarom de Stichting Centrummanagement Sittard-Geleen opgericht, een onafhankelijk orgaan dat de aantrekkingskracht en het economisch functioneren van de twee stadscentra moest gaan verbeteren. Totale kosten: een half miljoen euro per jaar, gedeeld betaald door de gemeente en de ondernemers zelf in de vorm van reclamebelasting. Nadat de eerste maanden van 2009 zijn ingevuld door een interim, is op 1 april Paul Kooij benoemd tot centrummanager van Sittard-Geleen. Het is een man die het klappen van de zweep kent.
pagina 43 binnenstadsprojecten uitgelicht
Hij was eveneens betrokken bij de herpositionering van Heerlen. “Vroeger werd gesproken over de drugsstad, nu spreekt vrijwel iedereen over Parkstad. Ik durf de vergelijking met Sittard-Geleen en Heerlen wel te trekken. Een goede stadspromotie is te lang een ondergeschoven kindje geweest.” Geen concurrentie maar synergie Vanaf het eerste begin is de keuze voor één centrummanager duidelijk. Hoewel Sittard en Geleen twee stadskernen met een totaal eigen gezicht zijn, is het belangrijk dat de stad eenheid uitstraalt. Er mag geen sprake zijn van concurrentie maar louter van synergie. Mooie woorden die echter niet tot een papieren tijger mogen verworden! Kooij: “Ik zie niet in waarom Sittard en Geleen elkaar kapot moeten beconcurreren. De centra hebben een totaal verschillende aantrekkingskracht en trekken een ander gelegenheidspubliek. Sittard is historisch, een mooie stad om een dagje te winkelen, er lekker even tussenuit te zijn. Geleen is modern, compact, geschikt voor het short stop winkelmoment.” Tegelijkertijd hebben de beide centra, ondanks hun grote verschillen, te kampen met dezelfde problematiek. En dat is ook een belangrijke reden waarom gekozen is voor één centrummanager. “Het vullen van langdurig leegstaande panden, een verbetering van de veiligheid, betere bereikbaarheid en parkeervoorzieningen; het zijn actiepunten voor zowel Sittard als Geleen. En wat dat betreft hoeven we het wiel niet telkens opnieuw uit te vinden. Wat voor Geleen werkt, kan voor Sittard ook de oplossing betekenen. Bovendien kan ik kosten besparen door met dezelfde partners te werken en gezamenlijk in te kopen waar dat mogelijk is. Niet onbelangrijk natuurlijk, want iedere cent die de ondernemer in dit centrummanagement steekt wil hij terugverdiend zien.”
heeft dan wel ondernemerservaring in Heerlen opgedaan (hij is er nog steeds bestuurslid van Horeca Nederland), met Sittard-Geleen had hij weinig ervaring. “Men wilde een frisse blik, iemand die niets op heeft met ingegroeide en vergroeide gewoonten die belemmerend kunnen werken. Veranderingen inzetten en resultaten boeken, dat is aan de orde van de dag. Een praktijkvoorbeeld: in Geleen is het sinds jaar en dag traditie om op Koninginnedag een koopzondag te houden, terwijl op deze dag de zogeheten Geraniummarkt wordt georganiseerd, alsook een braderie op de Rijksweg. Een echte publiekstrekker. Terwijl driekwart Nederland op die dag koopzondag houdt, blijven in Sittard de deuren ferm gesloten. Want Geleen was al open. Tot op 2009. Voor het eerst werd door het centrummanagement besloten om ook in Sittard een koopzondag te houden. Ongehoord! Zo luidde aanvankelijk het oordeel. Wat bleek? De koopzondag was zowel in Sittard als in Geleen goedbezocht. De consument kan prima in Geleen de Geraniummarkt bezoeken en tenslotte nog even een uurtje meepikken van de koopzondag in Sittard om daar vervolgens lekker een hapje te blijven eten.” Vier jaar krijgt het centrummanagement de tijd om zich te bewijzen. Om de koopkracht van Sittard-Geleen te verbeteren. Die tijd is hard nodig, want wat jarenlang in het slop is geraakt, wordt niet op een dag opgebouwd. Bovendien kost het tijd om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen, om gevestigde huisjes te vervangen door nieuwe, gebouwd op een goed fundament. Sterk genoeg om de toekomst positief tegemoet te zien: één stad met twee succesvolle koopcentra.
Hoewel Sittard en Geleen twee stadskernen met een totaal eigen gezicht zijn, is het belangrijk dat de stad eenheid uitstraalt. Gevestigde huisjes omver De keuze voor één centrummanager is nu verklaard, de beslissing om een centrummanager ‘van buiten’ te kiezen, verdient ook enige uitleg. Paul Kooij komt uit de Randstad en
pagina 44 binnenstadsprojecten uitgelicht
Juryrapport Beste Binnenstad 2009 Kwaliteiten van de Nederlandse binnensteden Detailhandel Nederland, het Platform Binnenstadsmanagement en het Hoofdbedrijfschap Detailhandel hebben met de verkiezing ‘Beste Binnenstad 2009’ wederom aandacht besteed aan de kwaliteiten van onze binnensteden. De jury is tot het besluit gekomen dat in Breda en Roermond deze kwaliteiten het beste tot uiting komen. Daarmee vormen zij waardige opvolgers van Arnhem en Bergen op Zoom. Gezien het aantal inschrijvingen is voor het eerst in de historie de categorie ‘dorpskernen’ (tot 20.000 inwoners) aan de verkiezing toegevoegd. Volgens de jury heeft de gemeente Leerdam in deze categorie de beste binnenstad van Nederland.
04 VERKIEZING BESTE BINNENSTAD 2009
Om tot een weloverwogen oordeel te kunnen komen heeft de jury de beschikking gehad over een breed scala aan gegevens. Zo hebben de steden een uitgebreide motivatie met ondersteunend beeldmateriaal opgesteld, maar zijn ook feiten en cijfers in de binnenstadsbarometer van het Platform Binnenstadsmanagement opgenomen1. Tevens is een consumentenenquête onder bezoekers van de genomineerde steden uitgevoerd. Door de brede expertise van de jury was het bovendien mogelijk de binnensteden in de volle breedte te beoordelen2. De juryleden zijn dhr. J.G. Bruijniks, bestuurslid Detailhandel Nederland (Voorzitter jury), dhr. P. van den Berg, retaildeskundige (straat-o-loog), dhr. B. Brayé, directeur Locatus adviesbureau, dhr. G. van Woerkom, hoofddirecteur ANWB, dhr. H. van der Vlist, Ministerie van VROM, dhr. J. Meerman, voorzitter Detailhandel Nederland, dhr. L. van der Grinten, algemeen directeur Koninklijke Horeca Nederland, dhr. G. Vermeer, voorzitter Hoofdbedrijfschap Detailhandel, dhr. F. Wigman, voorzitter Platform Binnenstadsmanagement. Ook dit jaar heeft de jury aandacht geschonken aan bereikbaarheid en veiligheid in haar beoordeling. Daarnaast heeft men de steden beoordeeld op onder meer de recente ontwikkelingen, de uitstraling van de binnenstad, marketing en promotie en de wijze waarop betrokkenen in de binnenstad samenwerken. 1 Feiten en cijfers voor deze binnenstadsbarometer zijn afkomstig van de steden zelf en landelijke bronnen van Locatus, Cushman & Wakefield, Healey & Baker en DTZ. 2 Meer informatie over de verkiezing vindt u op www.binnenstadsmanagement.org. pagina 49 verkiezing beste binnenstad 2009
Spraakmakende evenementen Breda heeft de laatste jaren met verrassende marketingacties landelijke aandacht verworven. De bestaande jaarlijkse evenementen werden aangevuld met publiekstrekkers als het ‘Glazen Huis van 3FM Serious Request’ en de finale van ‘Mijn Tent is Top’. De stad wordt daarbij steeds meer gezien als een echte evenementenlocatie en trekt veel regionale en bovenregionale bezoekers. Gastvrije ontvangst Bezoekers van de binnenstad van Breda voelen zich onmiddellijk thuis in de stad met dorpse trekjes. Het is er aangenaam genieten in een historische context. De stad oogt onbezorgd, ontspannen en open. Voorbeeld hiervan is de Grote Markt, de huiskamer van de binnenstad. Een decor voor diverse grootschalige evenementen, maar ook een rustoord met de vele terrassen. Basisvoorwaarden zijn de veiligheid en leefbaarheid. Dankzij een succesvolle samenwerking tussen alle betrokken partijen zijn deze aspecten prima op orde.
singelstructuur verder aangepakt om het watertoerisme te bevorderen.
Breda: ‘Bourgondisch, modern en historisch’ De jury heeft Breda uitgeroepen tot Beste Binnenstad 2009 in de categorie ‘grote’ binnensteden. Deze prijs heeft de stad vooral te danken aan de grootschalige ontwikkelingen in de afgelopen jaren. Breda onderging een ware metamorfose en de binnenstad is op onderdelen onherkenbaar veranderd. De concurrentie in de categorie grote steden was groot en daarom mag Breda met recht trots zijn op deze uitverkiezing. Prettig verblijven aan de nieuwe haven De bezoeker van Breda ervaart de grootste veranderingen in het gebied rondom de nieuwe haven. De gemeente heeft fors geïnvesteerd in de herontwikkeling van dit deel van de binnenstad en de terugkeer van het water. Het resultaat is een nieuw stukje centrum van hoge kwaliteit. De combinatie van de functies wonen, werken en recreëren in een historisch landschap verdient alle lof. Op termijn wordt bovendien de
Breda: complete binnenstad De binnenstad van Breda herbergt een diversiteit aan ontspanningsmogelijkheden. De bezoeker wordt hierdoor steeds verrast. Uitgestrekte winkellinten, kleinschalige dwaalmilieus met een vaak specialistisch aanbod (zoals ’t Sas), diverse horecazaken en historische gebouwen creëren een aangename setting. Het winkelaanbod is prima op orde dankzij een afwisseling van bekende ketens (voornamelijk in het nog altijd prima functionerende winkelcentrum De Barones) en op Breda georiënteerde winkels met een eigen sfeer. Vooral in het modesegment is het aanbod groot. De enigszins Vlaamse sfeer draagt bij aan de gezelligheid. Aan de oostzijde van de binnenstad bevinden zich diverse uitgaanscentra, zoals het nieuwe Graphic Design Museum, een nieuwe moderne bioscoop, het Chassé Theater en het casino.
pagina 50 verkiezing beste binnenstad 2009
Breda staat niet stil Ondanks de vele afgeronde binnenstedelijke ontwikkelingen is het enthousiasme nog altijd onverminderd groot. Het project ‘Achter de Lange Stallen’, een uitbreiding van het winkeloppervlak met 20.000 m², voegt in de nabije toekomst een nieuwe dimensie toe aan de binnenstad. Met de titel ‘Beste Binnenstad’ op zak wordt ook deze ontwikkeling ongetwijfeld een succes. ) Roermond: ‘Veelzijdig met veel allure’ De titel Beste Binnenstad 2009 in de categorie ‘middelgrote’ binnensteden komt volgens een unanieme jury toe aan Roermond. Roermond heeft een sfeervolle binnenstad met een verrassend rijk verleden. De unieke ligging aan het water, in combinatie met een uitgebreid winkelen horeca-aanbod, maakt de binnenstad van Roermond bijzonder aantrekkelijk. Diverse grootschalige en kleinschalige projecten hebben een duidelijke impuls gegeven aan de uitstraling van de stad en maken volgens de jury van Roermond een terechte winnaar.
Flinke inhaalslag Roermond is anno 2009 overtuigd van de eigen kracht. De nieuwe citymarketingcampagne ‘Roermond, that’s all you need’ is hiervan het beste voorbeeld. Op een groot aantal onderdelen is de stad onherkenbaar veranderd. Invalswegen zijn vernieuwd, de openbare ruimte is aangepakt, grootschalige projecten, waaronder het Kazerneplein en de Ernst Casimirpassage, zijn geopend en de leefbaarheid is verbeterd. Roermond staat op de kaart en daar mag eenieder trots op zijn. De gemeente is in 2006 niet voor niets uitgeroepen tot beste ontmoetingsplaats van Nederland. Uniek en compleet winkelaanbod Het winkelaanbod in de binnenstad van Roermond is opvallend divers en compleet. In de historische stadskern treft de consument een uitstekende combinatie van horeca en winkels, wat een prettig verblijfsklimaat creëert. Echter, de grote kracht is gelegen in de combinatie van de binnenstad met het Designer Outlet Roermond (DOR). Deze verbinding is van hoogwaardige kwaliteit. Belangrijk om te constateren is dat ondernemend Roermond de komst van het DOR heeft geaccepteerd en omarmd. De komende jaren wenst Roermond uit te groeien tot dé winkelstad van de Euregio. Grondige aanpak van de openbare ruimte De afgelopen jaren heeft het gemeentebestuur van Roermond fors geïnvesteerd in diverse onderdelen van de openbare ruimte. Verloedering van het straatbeeld gaat men direct tegen. Daarnaast is het winkelgebied uitgebreid en kent de binnenstad een uniforme uitstraling door inspanningen van gemeente en Citymanagement. Het onlangs opgeleverde Kazerneplein en toekomstige projecten zoals het project De Steenen Trappen en Quartier Damianus zullen de aantrekkelijkheid van de omgeving alleen maar verhogen. Roermond: bereikbare en leefbare binnenstad De realisatie van de toegangswegen A73 en BAB52 (Duitsland) hebben de bereikbaarheid van Roermond aanzienlijk doen toenemen. Aanvullend hierop is de bewegwijzering en het parkeerverwijssysteem aangepakt. Naast bereikbaar is de binnenstad leefbaar. Talrijke initiatieven creëren, zowel overdag als in de avond, een prettig verblijfsklimaat. Voorbeelden zijn extra stadstoezicht, de invoering van een Collectief Winkelverbod en het Convenant Veilig Uitgaan.
pagina 51 verkiezing beste binnenstad 2009
Eenduidige marketing en promotie In 2008 is Citymanagement Roermond gestart met de nieuwe promotiecampagne om de stad in al zijn geledingen onder de aandacht te brengen. Het resultaat is een indrukwekkend aantal promotiedragers en evenementen en een hernieuwd gastheerschap onder de bevolking.
[ Leerdam: ‘Compacte dorpskern met eigen profiel’ De eerste titel Beste Binnenstad 2009 in de categorie ‘dorpskernen’ komt toe aan de gemeente Leerdam. In de ogen van de jury wordt de stad terecht bestempeld als de ‘parel aan de Linge’. De kern heeft zich in de laatste jaren ontwikkeld tot een plek waar een prettig verblijfsklimaat heerst. De eigen kracht vormt hierbij het uitgangspunt. De jury beloont met deze titel de ontwikkeling en het eigen profiel dat de kern heeft weten te behouden. Leerdam: meer dan glas en kaas Voor een groot aantal buitenstaanders staat Leerdam symbool voor de glasindustrie en de Leerdammer kaas. Terecht, want beiden hebben een belangrijke plaats in de lokale geschiedenis. De stad heeft echter meer te bieden. Leerdam bezit een rijke mix van groen, cultuurhistorie en recreatiemogelijkheden. De binnenstad kenmerkt zich door een compacte structuur waarin de belangrijkste functies vertegenwoordigd zijn. Bewoners en ondernemers zijn gastvrij en trachten het de bezoeker zo aangenaam mogelijk te maken. Cultuurhistorie een belangrijke trekker Leerdam kent een rijke geschiedenis die teruggaat tot de middeleeuwen. De geschiedenis is op veel plaatsen in de kern terug te vinden. Het meest bekende monument is ongetwijfeld het Hofje van Mevrouw van Aerden. Andere monumenten zijn de Zuidwal, de Grote Kerk, de Kerkstraat en de glasfabriek. De combinatie van monumenten, gezellige terrassen en een vrij compleet winkelaanbod creëert een breed scala aan ontspanningsmogelijkheden.
Impuls door KVO en verkeersvisie Sinds 2008 beschikt de binnenstad van Leerdam over het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Cameratoezicht, stadswachten, sms-allert voor winkeliers en diverse verkeersingrepen bevorderen de leefbaarheid en veiligheid van de kern. Daarnaast zijn de parkeermogelijkheden uitgebreid en is de binnenstad op drukke tijdstippen niet toegankelijk voor verkeer. Samenwerking via stadsmanagement In Nederland is een trend waarneembaar dat dorpen en kleine stadskernen een vorm van centrummanagement initiëren om de samenwerking te bevorderen en het economische functioneren te stimuleren. In 2007 is de Stichting Stadsmanagement Leerdam in het leven geroepen en niet veel later is een stadsmanager aangesteld. Samenwerking binnen het stadsmanagement moet ertoe leiden dat de kern van Leerdam meer bezoekers aan gaat trekken. Samenhorigheid door jubileum Het jaar 2007 stond in het teken van de viering van 600 jaar stadsrechten. Inwoners en bezoekers hebben niet aan de talrijke kleine en grote evenementen kunnen ontsnappen. Er is veel georganiseerd om het stadsgevoel uit te dragen en daarnaast is Leerdam actief gepromoot. Nog altijd is het enthousiasme onder de bevolking groot en zijn er veel initiatieven. Het jubileum bracht mensen bij elkaar, er ontstonden samenwerkingsverbanden en de krachten werden gebundeld. )
Veiligheid en samenwerking Criminaliteit en onveiligheid zijn, ondanks de succesvolle inzet van zowel het Detailhandel Nederland als het Hoofdbedrijfschap detailhandel, een blijvend probleem voor vele binnensteden. Om de aanpak van winkel- en uitgaanscriminaliteit tegen te gaan is ook hier samenwerking in de steden van belang. Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) en het Keurmerk Veilig Uitgaan (KVU) zijn voorbeelden van effectieve samenwerkingsprocessen die in vrijwel alle genomineerde steden zijn gestart. De organisatie van de verkiezing Beste Binnenstad is zeer positief over dergelijke lokale initiatieven. Detailhandel Nederland Detailhandel Nederland is de overkoepelende organisatie van de totale detailhandel in Nederland. Het is het samenwerkingsverband van de Nationale Winkelraad van MKB-Nederland en de Raad Nederlandse Detailhandel (RND). Het Platform vertegenwoordigt alle winkeliers van Nederland. Platform Binnenstadsmanagement Het Platform Binnenstadsmanagement is als onafhankelijk netwerk en kenniscentrum betrokken bij binnensteden en binnenstadsmanagement. Voor iedereen die zich professioneel bezighoudt met binnensteden en binnenstadsmanagement is het Platform Binnenstadsmanagement de plek waar organisaties en deskundigen samenkomen. Anno 2009 is het Platform uitgegroeid tot een stichting met meer dan 65 deelnemers en 14 begunstigers.
ACHTERGROND Bereikbaarheid en samenwerking Samenwerking is een belangrijke randvoorwaarde voor een goed bereikbare binnenstad. Deze bereikbaarheid van binnensteden is bovendien een essentiële randvoorwaarde voor economische ontwikkeling. Tot tevredenheid van de jury hebben alle genomineerde steden mobiliteit en samenwerking dan ook hoog in het vaandel staan. Daarnaast maken vrijwel alle kandidaten gebruik van centrummanagement wat leidt tot een breed gedragen aanpak van de binnenstad. Samen met de partners is het mogelijk blijvende oplossingen te vinden om de binnenstad ook voor toekomstige generaties toegankelijk te maken.
pagina 52 verkiezing beste binnenstad 2009
Hoofdbedrijfschap Detailhandel Als sectorinstituut ondersteunt het HBD de gehele detailhandel. Het HBD maakt maatschappelijke ontwikkelingen en overheidsbeleid helder en hanteerbaar en stimuleert de professionaliteit in de sector. Het HBD is het kenniscentrum van en voor de detailhandel. [
Breda maakt het waar! Mayke van Haaren-Stoks Beleidsadviseur retail, Gemeente Breda Na in 2003 als tweede te eindigen achter Den Bosch heeft Breda, na een periode van forse investeringen in haar binnenstad, zich in 2009 opnieuw aangemeld voor de titel Beste Binnenstad 2009 - 2011 en met succes! Wie de ontwikkelingen in de binnenstad van Breda de laatste jaren niet gevolgd heeft, wordt anno 2009 compleet verrast. De binnenstad van Breda onderging een ware metamorfose. De gestelde ambities op het gebied van winkelaanbod, horeca, bereikbaarheid, parkeren, veiligheid, cultuur en gastvrijheid zijn meer dan waar gemaakt. De enthousiaste en gezamenlijke inspanning voor kwaliteit is beloond met de titel Beste Binnenstad 2009 - 2011. Compact en uitgekiend De kracht van de binnenstad van Breda zit in de functiemix en het verrassende aanbod en dat allemaal op loopafstand. Rondom het kernwinkelgebied ligt het dwaalmilieu bestaande uit verschillende deelgebieden zoals het historisch geheugen, de stadsgaarden, het rijke roomse leven en les petits magazins. Onderdeel van het dwaalmilieu is ‘t Sas, een kleinschalig winkel- en woongebied met een onalledaags winkelaanbod dat klanten trekt uit heel Nederland en België. Aan de oostzijde vindt men het cultuurcluster met het in 2008 geopende Grafic Design Museum, de nieuwe MustSee bioscoop, het Chassétheater, het Bredaas Museum en poppodium Mezz. Ook het Chassépark bevindt zich hier. Toonaagevende projecten en evenementen Belangrijke redenen voor Breda om opnieuw deel te nemen aan de verkiezing Beste Binnenstad zijn het afronden van toonaangevende projecten en de successen van een aantal grootschalige evenementen. De stad heeft bewezen een uitstkend en enthousiast gastheer te zijn. Zo is in het heropenen van de haven en de nieuwe Mark circa 27 miljoen euro geïnvesteerd. Op termijn wordt bovendien de nieuw aangelegde stadsrivier aangesloten op de voor Breda kenmerkende singelstructuur. Ook de verderop gelegen jachthaven wordt gemoderniseerd en uitgebreid. Hiermee heeft de westzijde van de binnenstad een nieuwe ambiance gekregen en is een aantrekkelijke vestigingsplaats geworden voor onderscheidende horecavestigingen. Hiermee heeft de
binnenstad er tevens een evenementenlocatie bij gekregen. Breda heeft de binnenstad ‘op de kaart gezet’ met twee nationale topevenementen op de Grote Markt. Tijdens de finale van ‘Mijn tent is Top’ (RTL4) en ‘3FM Serious Request, het glazen Huis’, kwamen ongekende aantallen bezoekers naar de binnenstad. Breda is niet voor niets geëindigd als tweede meest gastvrije binnenstad achter Haarlem. Samenwerking met RetailPlatform Breda Ook het feit dat Breda sinds enkele jaren een RetailPlatform Breda kent, een koepelorganisatie voor ondernemersverenigingen met de Kamer van Koophandel en Gemeente Breda als adviseur, heeft een rol gespeeld bij het aanmelden als kandidaat voor de verkiezing Beste Binnenstad. Zo hebben gemeente en RetailPlatform gezamenlijk een visie voor de binnenstad opgesteld, inclusief actieplan. De kandidaatstelling heeft de samenwerking extra gestimuleerd en nu Breda de titel in de wacht heeft gesleept zal de komende twee jaar zeer intensief worden samengewerkt op het gebied van promotie en citymarketing. Breda Beste Binnenstad 2009-2011 De Bredase binnenstad staat aan de top van de winkelhiërarchie in West-Brabant. Voor een gemiddelde week wordt het aantal bezoekers geraamd op 450.000. In 2008 hebben 1,5 miljoen toeristen Breda bezocht. Daarmee is Breda de tiende meest bezochte stad van Nederland en de enige stad in de landelijke top tien die over de jaren 2006 - 2008 continu een groei heeft laten zien in het aantal toeristen. De toerist komt naar Breda om te funshoppen. Het gemeentelijk beleid is gericht op een verdere versterking van de binnenstad met name voor deze bezoekers van buiten de regio. Bovengenoemde projecten dragen hieraan bij en in de nabije toekomst moet met name het project ‘Achter de Lange Stallen’ een extra impuls geven aan de binnenstad. Het feit dat de binnenstad van Breda gekozen is tot ‘Beste Binnenstad 2009 - 2011’ is van enorme betekenis voor de toekomst van de binnenstad, de samenwerking tussen overheid-bedrijfsleven, en het imago van Breda als toeristenstad. Breda, de Beste Binnenstad van Nederland maakt haar ambities waar! [
pagina 54 verkiezing beste binnenstad 2009
Roermond that’s all you need! Hans Brouwers Citymanager en Hein Jambroers Evenementencoördinator en Paulien Ramakers Office Manager, Stichting Centrummanagement Roermond Roermond heeft al bijna 800 jaar een verleden als handelsstad, behoorde bij de Hanzesteden, was hoofdstad van het Overkwartier van Gelre en is tot op de dag van vandaag nog steeds bisschopsstad van Limburg. Nog geen 10 jaar geleden was Roermond een ‘standaard’ provinciestadje, met een min of meer ‘standaard’ binnenstad. Het toenmalige gemeentebestuur ambieerde echter meer en investeerde in samenwerkingsverbanden, infrastructuur, proactief vestigingsbeleid en klantgerichte en resultaatgerichte ambtelijke dienstverlening. Het succes liet niet lang op zich wachten, in 2001 opende het Designer Outlet Centre haar deuren aan de rand van de binnenstad. Roermond bloeit Ondanks de aanvankelijke scepsis bij de binnenstadondernemers en het voorspelde doemscenario voor de binnenstad, luidde de opening van het Designer Outlet Centre juist een periode van forse economische groei in die bijna een decennium later nog steeds voortduurt. Een groei waar ook de binnenstad ruimschoots van mee profiteert: verpauperde winkelstraten bloeiden op, nieuwe woon- en kantoorcomplexen werden ontwikkelt, de stad ‘draaide’ haar gezicht naar de rivieren de Maas en de Roer en rond de binnenstad werd een enorme parkeercapaciteit gecreëerd. Horeca en culturele activiteiten ontwikkelden zich mee in de slipstream van deze groei. En plotsklaps was daar in 2006 de beoordeling van Elsevier: Roermond was uit onderzoek de beste ontmoetingsplaats van Nederland gebleken.
pagina 55 verkiezing beste binnenstad 2009
Het succes werd in 2007 ook meetbaar, in een door de Kamer van Koophandel gehouden Euregionaal onderzoek naar koopgedrag bleek Roermond in verhouding overall het best te scoren van alle Limburgse gemeenten. Een nieuwe, landelijk zeer omstreden ontwikkeling werd in een recordtempo gerealiseerd: megawinkelcentra in de periferie van de stad. Als eerste hiervan opende het Retailpark Roermond in 2008 haar deuren, enkele maanden later gevolgd door de Huis- & Tuinboulevard. Ondanks al deze ontwikkelingen werd het belang van de kleine ondernemer niet uit het oog verloren, in 2008 scoorde de MKB-vriendelijke gemeente een 7,3 bij een tevredenheidsonderzoek onder ondernemers. Een vervolgonderzoek naar Euregionaal koopgedrag van de Kamer van Koophandel in 2008, resulteerde in een nog betere waarderingsscore voor Roermond en bijna verdubbeling van het bestedingsoverschot.
De titel Beste Binnenstad is als een keurmerk voor de stad. Met de recente opening (september 2009) van de Ernst Casimirpassage en het Kazerneplein als verbinding tussen binnenstad en Designer Outlet Centre, was de tijd rijp om deel te nemen aan de verkiezing Beste Binnenstad 2009 - 2011. Op het gebied van ruimtelijke economie, leefbaarheid, marketing en promotie, mobiliteit en organisatie vond de stad zich klaar voor de ultieme beoordeling. Leven, genieten en ondernemen Talrijke initiatieven creëren zowel overdag als in de avond, een prettig verblijfsklimaat. Voorbeelden zijn extra stadstoezicht, de invoering van een Collectief Winkelverbod en het Convenant Veilig Uitgaan. Het winkelgebied is uitgebreid en de binnenstad kent een uniforme uitstraling door inspanningen van gemeente en Citymanagement. Het rijke verenigingsleven en de talrijke culturele evenementen gedurende het hele jaar maken van deze stad een ideale plek om te wonen, werken, ondernemen, verblijven en bezoeken. Citymanagement De Stichting Citymanagement Roermond heeft sinds 2002 een centrale, coördinerende, regisserende, initiërende en verbindende rol gespeeld in de ontwikkeling van de stad. Met name de eerste citymanager Paul Kersten heeft onvermoeibaar belangrijk pionierswerk gedaan en de basis gelegd voor het huidige succes. In oktober 2008 heeft Hans Brouwers zijn rol als Citymanager overgenomen. Hein Jambroers is als evenementencoördinator en plaatsvervangend Citymanager (2006 tot 2008) al sinds 2006 werkzaam bij het Citymanagement. Deze professionals, met als spin in het web office manager Paulien Ramakers, voeren het beleid uit van een bestuur met een lange termijnvisie en durf. Een combinatie die heeft bijgedragen tot alles wat Roermond nu is: ‘Veelzijdig met veel allure’.
Op het gebied van ruimtelijke economie, leefbaarheid, marketing en promotie, mobiliteit en organisatie vond de stad zich klaar voor de ultieme beoordeling. De titel Beste Binnenstad is als een keurmerk voor de stad. Een titel die de aantrekkingskracht van de stad als toeristische bestemming en winkelstad enorm kan versterken. Roermond is ontzettend blij met deze titel en leunt niet zelfgenoegzaam achterover. Integendeel zelfs, een volgend doel is namelijk om dé winkelstad van de Euregio te worden. [
pagina 56 verkiezing beste binnenstad 2009
Het krachtige, eigen profiel van Leerdam Erik-Jan van Pelt Gemeente Leerdam
verkeersingrepen bevorderen de leefbaarheid en veiligheid van het centrum.
Hoe houd je het gevoel van Leerdam 600 jaar Stadsrechten vast? 2007 was het jubileumjaar van festiviteiten en feestvreugde, maar vooral van saamhorigheid en stadsgevoel. Leerdam kiest ervoor inwoners bij elkaar te brengen met een stadsrechtenprijs, een stadsmaaltijd, zomerfestivals, een beachvolleybaltoernooi, een muziekestafette en noem maar op. Daar horen ondernemers bij die samen met de gemeente hun schouders eronder zetten. Een basis voor succes die nu al jaren zijn vruchten afwerpt.
De eigen kracht van Leerdam Leerdam heeft het voordeel deze initiatieven te kunnen combineren met een rijke geschiedenis die teruggaat tot de middeleeuwen. Het meest bekende monument in de binnenstad is ongetwijfeld het Hofje van mevrouw Van Aerden. Andere monumenten zijn de Zuidwal, de Grote Kerk, de Kerkstraat en de glasfabriek. De gezellige terrassen en een vrij compleet winkelaanbod creëren uitgebreide mogelijkheden om in Leerdam te ontspannen. Zeker nu de parkeermogelijkheden zijn uitgebreid en de binnenstad op drukke tijdstippen niet toegankelijk voor verkeer is.
Aansprekende stad Leerdam wordt ook wel de parel aan de Linge genoemd. De combinatie van groen, cultuurhistorie en recreatiemogelijkheden maken van Leerdam een stad voor een prettig verblijf. Het oprichten van een Stichting Stadsmanagement in 2007 heeft aan het gastvrije aanbod een belangrijke impuls gegeven. De niet lang daarna aangestelde stadsmanager is voortvarend aan de slag gegaan met ondernemers en de gemeente samen. De herinrichting van de binnenstad was een van de onderdelen die samen werd opgepakt om te onderstrepen hoe mooi het in Leerdam is. En dan komt het moment dat je graag wil toetsen of je met elkaar op de goede weg bent. En dat ook door anderen gezien wordt dat Leerdam een aansprekende stad is. Verkiezing, kans op het juiste moment Toen de gemeente Leerdam in februari hoorde van de verkiezing voor Beste Binnenstad was snel duidelijk dat we deze kans moesten grijpen. Na anderhalf jaar intensieve samenwerking was dit een kans op het juiste moment. Leerdam hoefde zich niet mooier voor te doen, ze hoefde niets op te poetsen voor Beste Binnenstad. De richting was al veel eerder binnen gemeente en stadsmanagement bepaald. Dan kun je gewoon vertellen dat je bezig bent met de herinrichting van de binnenstad, dat het terassenbeleid is aangepast om gastvrijer te zijn en dat leegstaande panden structureel als tijdelijke expositieruimten van glaskunst en schilderkunst worden ingericht. En sinds 2008 beschikt de binnenstad van Leerdam over het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO). Cameratoezicht, stadwachten, sms-alert voor winkeliers en diverse
Leerdam hoefde zich niet mooier voor te doen, ze hoefde niets op te poetsen voor Beste Binnenstad. Jury beloont Leerdam Uiteraard was Leerdam al trots op haar nominatie. We hebben banners en vlaggen laten maken waarop duidelijk zichtbaar werd dat Leerdam was genomineerd voor Beste Binnenstad. En verder? Wat klein onderhoud is in de planning naar voren gehaald om de binnenstad er op z’n best te laten uitzien. De jury van Beste Binnenstad 2009-2011 is de kwaliteiten van Leerdam ook opgevallen. “Voor een groot aantal buitenstaanders staat Leerdam symbool voor de glasindustrie en de Leerdammer kaas. Terecht, want beide hebben een belangrijke plaats in de lokale geschiedenis. De stad heeft echter meer te bieden”, aldus het juryrapport. Uit het juryrapport blijkt verder dat het vooral de eigen kracht is die in Leerdam wordt gewaardeerd. De jury beloont de ontwikkeling en het eigen profiel dat de binnenstad heeft weten te behouden. Dat is het mooiste compliment en een duidelijke onderstreping van de weg die Leerdam anderhalf jaar geleden is ingeslagen! [
pagina 57 verkiezing beste binnenstad 2009
DE GENOMINEERDEN IN BEELD Nederland kent tal van binnensteden die het verdienen om in de belangstelling te staan. Immers iedere stad heeft haar eigen identiteit die wordt gevormd door de historie, de inwoners, de openbare ruimte en de voorzieningen. Hoe kies je uit deze genomineerden dan een winnaar, want doe je andere steden dan niet te kort? Onderstaande steden behoorden in de eigen categorie tot de laatste drie kandidaten maar werden om verschillende redenen niet als prijswinnaar gekozen. Ondanks dat verdienen de steden het zeker om uitgebreid aan bod te komen. CATEGORIE ‘GROTE STEDEN’ Den Haag De Haagse binnenstad heeft de afgelopen jaren een inhaalslag gemaakt. Het binnenstadsplan 2000 - 2010; ‘Binnenstad Buitengewoon!’ heeft een duidelijke en integrale visie neergezet. Samenwerking tussen gemeente, Stichting Binnenstad en Kamer van Koophandel, vindt in Bureau Binnenstad letterlijk onder één dak plaats. Deze vorm van centrummanagement is nog altijd toonaangevend voor andere gemeenten. Het organiserend vermogen zal in de toekomst worden versterkt met de invoering van een BIZ (Bedrijven InvesteringsZone) in de binnenstad. Dit financieringsinstrument heeft tot doel de verdere aanpak van de binnenstad gezamenlijk te financieren. Enkele wapenfeiten in de periode 2007-2009: nieuwe winkelprojecten (Spuimarkt, Passage); een compleet nieuwe inrichting van de openbare ruimte; de opening van het Souterrain; aandacht voor citymarketing en promotie met de campagne ‘Binnenstad PUUR-Den Haag’ en herinrichting van de Lange Voorhout, waar het historische karakter in ere is hersteld. Ontwikkelingen in de Haagse binnenstad zijn de afgelopen jaren regelmatig in de prijzen gevallen. Voorbeeld hiervan is de NRW-jaarprijs in zowel 2008 (Passage) als 2009 (Spuimarkt). Daarnaast is de aanpak van de mobiliteit een aparte vermelding waard. Er is fors geïnvesteerd in alle vervoerswijzen in de binnenstad. De Haagse binnenstad is voortdurend in beweging.
Maastricht Maastricht biedt voor elk wat wils. In de binnenstad is een breed scala van winkels aanwezig, variërend van budgetzaken tot de hoogwaardige winkels. Consumenten waarderen dit aanbod, zo blijkt uit de meest recente test van de Consumentenbond, waarbij Maastricht als beste winkelstad naar voren gekomen is. Ook op het gebied van horeca heeft Maastricht veel te bieden. Als stad met de hoogste cafédichtheid kent Maastricht een rijke variatie aan cafés. De afgelopen periode is in Maastricht een aantal omvangrijke en hoogwaardige projecten afgerond en deze hebben hun effect op de uitstraling en aantrekkelijkheid van de binnenstad gekregen. Hierbij moet onder andere gedacht worden aan de grootscheepse herinrichting van de openbare ruimte, de herontwikkeling van winkelcentrum Entre Deux en de realisering van het ingrijpende binnenstadsproject Mosae Forum. De variatie maakt van Maastricht een stad waar de bezoeker altijd op ontdekkingsreis is. Met respect voor het verleden streven alle betrokkenen naar een binnenstad van internationale allure. CATEGORIE ‘MIDDELGROTE STEDEN’ Tiel De binnenstad van Tiel ontwikkelt zich steeds meer van industriestad naar centrumgemeente. Met een aantal spraakmakende evenementen, een gevarieerd winkelaanbod en de historische uitstraling bedient de stad een groot aantal bezoekers. De uitstekende bereikbaarheid en het gratis parkeren bij de binnenstad zijn prima basisvoorwaarden voor een prettig verblijf. In de periode 2007-2009 is er op meerdere fronten fors geïnvesteerd in de uitstraling van de binnenstad. Zo is er een horecaplein verwezenlijkt en is het promenadegebied uitgebreid. De binnenstad wordt systematisch heringericht door een complete renovatie van een aantal straten. Ondergrondse afvalinzameling, het KVO-traject en de aanpak van de gevels vergroten de leefbaarheid. Het centrummanagement is in de afgelopen periode geprofessionaliseerd, onder andere door de invoering van de reclamebelasting waarvan de opbrengst geheel ten goede komt aan de ontwikkelingen die het ondernemersklimaat bevorderen.
pagina 58 verkiezing beste binnenstad 2009
Weert De afgelopen tien jaar is de fysieke omgeving in de binnenstad van Weert volledig gerevitaliseerd, met aandacht voor het behoud van het historische middeleeuwse stratenpatroon. Dit resulteert in een kwalitatief hoogstaand en duurzaam beeld. In 2008 is de binnenstad aangewezen als ‘beschermd stadsgezicht’. Nieuwe plannen worden aan een kritische toets onderworpen en de kwaliteit van de openbare ruimte verliest men hierbij niet uit het oog. De meeste straten en pleinen in de binnenstad zijn volledig afgesloten voor gemotoriseerd verkeer en fietsers. Het winkelaanbod in de binnenstad is gevarieerd, evenals het aanbod van culturele voorzieningen, en concentreert zich binnen de singels. Veiligheid staat in Weert hoog in het vaandel. Diverse initiatieven, waaronder het Keurmerk Veilig Ondernemen en het Keurmerk Veilig Uitgaan dienen de veiligheid te waarborgen. Als evenementenstad is promotie van de binnenstad van wezenlijk belang. Om deze reden gebruikt de stad een nieuw stadspromotiebeleid. ‘Warm Welkom in Weert’ is de campagne waarmee Weert zich profileert. CATEGORIE ‘DORPSKERNEN’ Haren Haren heeft een bijzonder karakter. Het is niet alleen groen maar kent ook goede voorzieningen, zoals een breed winkelaanbod, samengebracht in een overzichtelijk centrum rond de monumentale kerk. In 2006 is Haren verkozen tot groenste gemeente van Nederland. Populaire speciaalzaken en landelijke concepten zijn eenvoudig bereikbaar door het ruime aanbod parkeervoorzieningen. Haren heeft een bijzondere beeldkwaliteit, enigszins deftig met fraaie en rijke architectuur. Eeuwenoude panden staan zij aan zij met panden uit deze tijd.
binnenstad, zoals de oprichting van het Toeristisch Platform, is eveneens het vermelden waard. Oost-Gelre (hoofdkern Lichtenvoorde) Het centrum van Lichtenvoorde, gelegen in het oostelijk deel van de Gelderse Achterhoek, is de afgelopen jaren deels vernieuwd. De Markt heeft een metamorfose ondergaan tot gezellig horeca- en evenementenplein, het winkelgebied is autovrij, de historische kerk is ingepast in de omgeving en rondom het verzorgingstehuis is een dorpstuin aangelegd. Vanaf het begin van het ontwikkelingsproces is ingestoken op samenwerking tussen de verschillende partijen. Trekkers waren de gemeente, ondernemers en vertegenwoordigers van MKB-Nederland. Belangrijke blikvanger van de nieuwe binnenstad is de Markt. Het ingedutte marktplein van weleer is getransformeerd tot een Bourgondische verblijfslocatie met cafés en restaurants, sfeervolle terrassen met een goede inpassing van groen en kunst. In de directe omgeving van de Markt kun je gezellig winkelen binnen het uitgebreide aanbod aan winkels. Het nieuwe winkelgebied is autovrij. Er is voldoende parkeergelegenheid beschikbaar aan de randen. Dit voegt een extra dimensie toe aan het winkelgevoel. Het centrummanagement heeft een belangrijke rol gespeeld bij alle ontwikkelingen. Duidelijk is waarom bovengenoemde steden tot de genomineerden hoorden. Wij kijken uit naar 2011, want wie weet kunnen we deze steden dan wel tot winnaar uitroepen. Met de huidige en geplande ontwikkelingen maken zij allen zeker kans. [
De belangrijkste ontwikkelingen in Haren betreffen met name de (visie op) de openbare ruimte en de aanpak van de mobiliteit. Het plan Raadhuisplein, de visie op de Meerweg, het combineren en delen van de benodigde ruimte voor verschillende functies in de binnenstad (het ‘shared space’ principe) en een succesvol transferium zijn de opvallendste wapenfeiten van de afgelopen jaren. De nauwe betrokkenheid van burgers en ondernemers bij ontwikkelingen in en promotie van de
pagina 59 verkiezing beste binnenstad 2009
Inleiding Aanleiding, ambitie en doorontwikkeling De binnenstadsbarometer is ontstaan binnen de praktijkbijeenkomsten van het Platform Binnenstadsmanagement vanuit de behoefte aan referentiecijfers over het economisch functioneren van de binnenstad. De binnenstadsbarometer is een selectieve en eenduidige set van relatief vaak beschikbare indicatoren. Deze indicatoren bestrijken een groot deel van het werkveld van het binnenstadsmanagement. De barometer is in het kader van de verkiezing Beste Binnenstad 2003 ontwikkeld en sindsdien verder uitgebouwd. In de nabije toekomst zal de binnenstadsbarometer verder worden doorontwikkeld tot de standaardset voor binnensteden. Hierover zijn de deelnemende steden onlangs ingelicht tijdens de najaarsbijeenkomst van het Platform Binnenstadsmanagement. Uniformiteit van de data is daarbij een belangrijk aandachtspunt. Bronnen Input van de deelnemende steden is cruciaal om de binnenstadsbarometer tot een blijvend succes te maken. Ook de input van landelijke data draagt hieraan bij. Zo hebben Locatus en Cushman & Wakefield gegevens aangeleverd. Daarnaast zijn er gegevens aangeleverd door steden die zich verkiesbaar hebben gesteld voor de verkiezing Beste Binnenstad in 2003, 2005, 2007 en 2009. Aangezien de verschillende steden niet ieder jaar onderzoeken uitvoeren waaruit voor deze barometer geput kan worden, is het beeld vanuit de landelijke bronnen wat completer.
05 BINNENSTADSBAROMETER
Interpretatie De feiten en cijfers zijn zonder rangorde of oordeel gepresenteerd. Uiteraard leidt deze presentatie tot vergelijkingen, maar hierbij moet het volgende meegenomen worden: · Voor de indicatoren is de meest recente informatie gepresenteerd. Niet ieder jaar worden immers in de verschillende steden onderzoeken uitgevoerd waaruit voor deze barometer geput kan worden. · Bij het trekken van conclusies op basis van deze cijfers dient men er rekening mee te houden dat verschillen kunnen optreden door definitieen methodologische verschillen, matige vergelijkbaarheid van binnensteden onderling, maar ook de beleidscontext, die lokaal wordt bepaald en een andere (positieve of negatieve) betekenis aan cijfers kan geven. · De gebiedsafbakening biedt voor een aantal indicatoren verklaringen voor verschillen. Zo zijn in een aantal binnensteden (parkeer)voorzieningen buiten de historische binnenstad gelokaliseerd vanwege ruimtegebrek in de binnenstad. · Verschillende methodieken leiden tot verschillende uitkomsten. · Tenslotte, de aanlevering van de data heeft plaatsgevonden onder verantwoordelijkheid van de betreffende organisaties. Het Platform Binnenstadsmanagement heeft voor deze binnenstadsbarometer geen zelfstandig onderzoek verricht.
pagina 61 binnenstadsbarometer
x 1.000
90 80 70 60 50 40 30 20 10
0
ALKMAAR ALMELO ALMERE APELDOORN ARNHEM BERGEN OP ZOOM BREDA CULEMBORG DELFT DEN HELDER DEVENTER DOETINCHEM DORDRECHT DRONTEN EDE EINDHOVEN ENSCHEDE GOES GORINCHEM GRONINGEN HAARLEM HAREN HELMOND HENGELO HILVERSUM HOOGEVEEN HOORN HORST A/D MAAS HULST LEEUWARDEN LEERDAM LEIDEN MAASSLUIS MAASTRICHT MIDDELBURG x 1.000
90 80 70 60 50 40 30 20 10
10 20 30 40 50 60 70 80 90
x 1.000
M2
NIJMEGEN NOORDWIJK OLDENZAAL OOSTERHOUT OOST-GELRE OSS OUD-BEIJERLAND PURMEREND ROERMOND ROOSENDAAL ROTTERDAM RIJSSEN-HOLTEN SCHAGEN SCHIEDAM 'S-GRAVENHAGE 'S-HERTOGENBOSCH SITTARD-GELEEN SLUIS SNEEK TIEL TILBURG UDEN UTRECHT VEENENDAAL VENLO VLAARDINGEN WAGENINGEN WEERT WINSCHOTEN WOERDEN ZAANSTAD ZEIST ZUTPHEN ZWOLLE 0
10 20 30 40 50 60 70 80 90
POSITIE bezoekersaantal hoofdwinkelstraten (bron: Locatus)
2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200
0
ALKMAAR ALMELO ALMERE APELDOORN ARNHEM BERGEN OP ZOOM BREDA CULEMBORG DELFT DEN HELDER DEVENTER DOETINCHEM DORDRECHT DRONTEN EDE EINDHOVEN ENSCHEDE GOES GORINCHEM GRONINGEN HAARLEM HAREN HELMOND HENGELO HILVERSUM HOOGEVEEN HOORN HORST A/D MAAS HULST LEEUWARDEN LEERDAM LEIDEN MAASSLUIS MAASTRICHT MIDDELBURG x 1.000
M2
2000 1800 1600 1400 1200 1000 800 600 400 200
200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000
M2
NIJMEGEN NOORDWIJK OLDENZAAL OOSTERHOUT OOST-GELRE OSS OUD-BEIJERLAND PURMEREND ROERMOND ROOSENDAAL ROTTERDAM RIJSSEN-HOLTEN SCHAGEN SCHIEDAM 'S-GRAVENHAGE 'S-HERTOGENBOSCH SITTARD-GELEEN SLUIS SNEEK TIEL TILBURG UDEN UTRECHT VEENENDAAL VENLO VLAARDINGEN WAGENINGEN WEERT WINSCHOTEN WOERDEN ZAANSTAD ZEIST ZUTPHEN ZWOLLE 0
200 400 600 800 1000 1200 1400 1600 1800 2000
FUNCTIEMIX winkelaanbod in de binnenstad in m2 wvo per 1.000 inwoners (bron: Locatus)
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10
0
ALKMAAR ALMELO ALMERE APELDOORN ARNHEM BERGEN OP ZOOM BREDA CULEMBORG DELFT DEN HELDER DEVENTER DOETINCHEM DORDRECHT DRONTEN EDE EINDHOVEN ENSCHEDE GOES GORINCHEM GRONINGEN HAARLEM HAREN HELMOND HENGELO HILVERSUM HOOGEVEEN HOORN HORST A/D MAAS HULST LEEUWARDEN LEERDAM LEIDEN MAASSLUIS MAASTRICHT MIDDELBURG M2
% 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 %
M2
NIJMEGEN NOORDWIJK OLDENZAAL OOSTERHOUT OOST-GELRE OSS OUD-BEIJERLAND PURMEREND ROERMOND ROOSENDAAL ROTTERDAM RIJSSEN-HOLTEN SCHAGEN SCHIEDAM 'S-GRAVENHAGE 'S-HERTOGENBOSCH SITTARD-GELEEN SLUIS SNEEK TIEL TILBURG UDEN UTRECHT VEENENDAAL VENLO VLAARDINGEN WAGENINGEN WEERT WINSCHOTEN WOERDEN ZAANSTAD ZEIST ZUTPHEN ZWOLLE 0
10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 %
FUNCTIEMIX diversiteit winkelaanbod (bron: Locatus)
300 250 200 150 100 50
0
ALKMAAR ALMELO ALMERE APELDOORN ARNHEM BERGEN OP ZOOM BREDA CULEMBORG DELFT DEN HELDER DEVENTER DOETINCHEM DORDRECHT DRONTEN EDE EINDHOVEN ENSCHEDE GOES GORINCHEM GRONINGEN HAARLEM HAREN HELMOND HENGELO HILVERSUM HOOGEVEEN HOORN HORST A/D MAAS HULST LEEUWARDEN LEERDAM LEIDEN MAASSLUIS MAASTRICHT MIDDELBURG 2
M
300 250 200 150 100 50
50 100 150 200 250 300
2
M
NIJMEGEN NOORDWIJK OLDENZAAL OOSTERHOUT OOST-GELRE OSS OUD-BEIJERLAND PURMEREND ROERMOND ROOSENDAAL ROTTERDAM RIJSSEN-HOLTEN SCHAGEN SCHIEDAM 'S-GRAVENHAGE 'S-HERTOGENBOSCH SITTARD-GELEEN SLUIS SNEEK TIEL TILBURG UDEN UTRECHT VEENENDAAL VENLO VLAARDINGEN WAGENINGEN WEERT WINSCHOTEN WOERDEN ZAANSTAD ZEIST ZUTPHEN ZWOLLE 0
50 100 150 200 250 300
M2
FUNCTIEMIX gemiddelde omvang winkels niet-dagelijkse artikelen (bron: Locatus)
% 70 60 50 40 30 20 10
0
ALKMAAR ALMELO ALMERE APELDOORN ARNHEM BERGEN OP ZOOM BREDA CULEMBORG DELFT DEN HELDER DEVENTER DOETINCHEM DORDRECHT DRONTEN EDE EINDHOVEN ENSCHEDE GOES GORINCHEM GRONINGEN HAARLEM HAREN HELMOND HENGELO HILVERSUM HOOGEVEEN HOORN HORST A/D MAAS HULST LEEUWARDEN LEERDAM LEIDEN MAASSLUIS MAASTRICHT MIDDELBURG % 70 60 50 40 30 20 10
10 20 30 40 50 60 70 %
NIJMEGEN NOORDWIJK OLDENZAAL OOSTERHOUT OOST-GELRE OSS OUD-BEIJERLAND PURMEREND ROERMOND ROOSENDAAL ROTTERDAM RIJSSEN-HOLTEN SCHAGEN SCHIEDAM 'S-GRAVENHAGE 'S-HERTOGENBOSCH SITTARD-GELEEN SLUIS SNEEK TIEL TILBURG UDEN UTRECHT VEENENDAAL VENLO VLAARDINGEN WAGENINGEN WEERT WINSCHOTEN WOERDEN ZAANSTAD ZEIST ZUTPHEN ZWOLLE 0
10 20 30 40 50 60 70 %
FUNCTIEMIX filialiseringsgraad (bron: Locatus)
3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0
ALKMAAR ALMELO ALMERE APELDOORN ARNHEM BERGEN OP ZOOM BREDA CULEMBORG DELFT DEN HELDER DEVENTER DOETINCHEM DORDRECHT DRONTEN EDE EINDHOVEN ENSCHEDE GOES GORINCHEM GRONINGEN HAARLEM HAREN HELMOND HENGELO HILVERSUM HOOGEVEEN HOORN HORST A/D MAAS HULST LEEUWARDEN LEERDAM LEIDEN MAASSLUIS MAASTRICHT MIDDELBURG
%
NIJMEGEN NOORDWIJK OLDENZAAL OOSTERHOUT OOST-GELRE OSS OUD-BEIJERLAND PURMEREND ROERMOND ROOSENDAAL ROTTERDAM RIJSSEN-HOLTEN SCHAGEN SCHIEDAM 'S-GRAVENHAGE 'S-HERTOGENBOSCH SITTARD-GELEEN SLUIS SNEEK TIEL TILBURG UDEN UTRECHT VEENENDAAL VENLO VLAARDINGEN WAGENINGEN WEERT WINSCHOTEN WOERDEN ZAANSTAD ZEIST ZUTPHEN ZWOLLE
3,0 2,5 2,0 1,5 1,0 0,5 0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0
FUNCTIEMIX horecagelegenheden per 1.000 inwoners (bron: Locatus)
45 40 35 30 25 20 15 10
5
0
ALKMAAR ALMELO ALMERE APELDOORN ARNHEM BERGEN OP ZOOM BREDA CULEMBORG DELFT DEN HELDER DEVENTER DOETINCHEM DORDRECHT DRONTEN EDE EINDHOVEN ENSCHEDE GOES GORINCHEM GRONINGEN HAARLEM HAREN HELMOND HENGELO HILVERSUM HOOGEVEEN HOORN HORST A/D MAAS HULST LEEUWARDEN LEERDAM LEIDEN MAASSLUIS MAASTRICHT MIDDELBURG %
45 40 35 30 25 20 15 10
5
5
10 15 20 25 30 35 40 45
%
%
0
5
10 15 20 25 30 35 40 45
5
0
ALKMAAR ALMELO ALMERE APELDOORN ARNHEM BERGEN OP ZOOM BREDA CULEMBORG DELFT DEN HELDER DEVENTER DOETINCHEM DORDRECHT DRONTEN EDE EINDHOVEN ENSCHEDE GOES GORINCHEM GRONINGEN HAARLEM HAREN HELMOND HENGELO HILVERSUM HOOGEVEEN HOORN HORST A/D MAAS HULST LEEUWARDEN LEERDAM LEIDEN MAASSLUIS MAASTRICHT MIDDELBURG
NIJMEGEN NOORDWIJK OLDENZAAL OOSTERHOUT OOST-GELRE OSS OUD-BEIJERLAND PURMEREND ROERMOND ROOSENDAAL ROTTERDAM RIJSSEN-HOLTEN SCHAGEN SCHIEDAM 'S-GRAVENHAGE 'S-HERTOGENBOSCH SITTARD-GELEEN SLUIS SNEEK TIEL TILBURG UDEN UTRECHT VEENENDAAL VENLO VLAARDINGEN WAGENINGEN WEERT WINSCHOTEN WOERDEN ZAANSTAD ZEIST ZUTPHEN ZWOLLE
FUNCTIEMIX multifunctionaliteit (bron: Locatus)
40 35 30 25 20 15 10
%
%
40 35 30 25 20 15 10
5
5
10 15 20 25 30 35 40
%
NIJMEGEN NOORDWIJK OLDENZAAL OOSTERHOUT OOST-GELRE OSS OUD-BEIJERLAND PURMEREND ROERMOND ROOSENDAAL ROTTERDAM RIJSSEN-HOLTEN SCHAGEN SCHIEDAM 'S-GRAVENHAGE 'S-HERTOGENBOSCH SITTARD-GELEEN SLUIS SNEEK TIEL TILBURG UDEN UTRECHT VEENENDAAL VENLO VLAARDINGEN WAGENINGEN WEERT WINSCHOTEN WOERDEN ZAANSTAD ZEIST ZUTPHEN ZWOLLE
0
5
10 15 20 25 30 35 40
FUNCTIONEREN leegstand (bron: Locatus)
%
€
1600 1400 1200 1000 800 600 400 200
0
€
1600 1400 1200 1000 800 600 400 200
200 400 600 800 1000 1200 1400 1600
€
€
NIJMEGEN NOORDWIJK OLDENZAAL OOSTERHOUT OOST-GELRE OSS OUD-BEIJERLAND PURMEREND ROERMOND ROOSENDAAL ROTTERDAM RIJSSEN-HOLTEN SCHAGEN SCHIEDAM 'S-GRAVENHAGE 'S-HERTOGENBOSCH SITTARD-GELEEN SLUIS SNEEK TIEL TILBURG UDEN UTRECHT VEENENDAAL VENLO VLAARDINGEN WAGENINGEN WEERT WINSCHOTEN WOERDEN ZAANSTAD ZEIST ZUTPHEN ZWOLLE
ALKMAAR ALMELO ALMERE APELDOORN ARNHEM BERGEN OP ZOOM BREDA CULEMBORG DELFT DEN HELDER DEVENTER DOETINCHEM DORDRECHT DRONTEN EDE EINDHOVEN ENSCHEDE GOES GORINCHEM GRONINGEN HAARLEM HAREN HELMOND HENGELO HILVERSUM HOOGEVEEN HOORN HORST A/D MAAS HULST LEEUWARDEN LEERDAM LEIDEN MAASSLUIS MAASTRICHT MIDDELBURG 0
200 400 600 800 1000 1200 1400 1600
FUNCTIONEREN hoogste huurniveau (bron: Locatus)
2,50 2,00 1,50 1,00 0,50
0
ALKMAAR ALMELO ALMERE APELDOORN ARNHEM BERGEN OP ZOOM BREDA CULEMBORG DELFT DEN HELDER DEVENTER DOETINCHEM DORDRECHT DRONTEN EDE EINDHOVEN ENSCHEDE GOES GORINCHEM GRONINGEN HAARLEM HAREN HELMOND HENGELO HILVERSUM HOOGEVEEN HOORN HORST A/D MAAS HULST LEEUWARDEN LEERDAM LEIDEN MAASSLUIS MAASTRICHT MIDDELBURG €
€
2,50 2,00 1,50 1,00 0,50
0,50 1,00 1,50 2,00 2,50
€
NIJMEGEN NOORDWIJK OLDENZAAL OOSTERHOUT OOST-GELRE OSS OUD-BEIJERLAND PURMEREND ROERMOND ROOSENDAAL ROTTERDAM RIJSSEN-HOLTEN SCHAGEN SCHIEDAM 'S-GRAVENHAGE 'S-HERTOGENBOSCH SITTARD-GELEEN SLUIS SNEEK TIEL TILBURG UDEN UTRECHT VEENENDAAL VENLO VLAARDINGEN WAGENINGEN WEERT WINSCHOTEN WOERDEN ZAANSTAD ZEIST ZUTPHEN ZWOLLE 0
0,50 1,00 1,50 2,00 2,50
Toelichting op de tabellen Verschillende thema’s en indicatoren van de dataset vereisen een korte toelichting. Positie · Bezoekersaantal hoofdwinkelstraten (bron: Locatus) 3,95
€
MOBILITEIT meest gangbare parkeertarief overige voorzieningen in euro’s per uur ( = gratis)
Functiemix · Winkelaanbod in de binnenstad in m2 wvo per 1.000 inwoners (bron: Locatus) · Diversiteit winkelaanbod in de binnenstad (bron: Locatus) · Gemiddelde omvang van de winkels in de binnenstad in de niet-dagelijkse artikelensector in m2 wvo (bron: Locatus) · Filialiseringsgraad (bron: Locatus) (Aandeel keten- en filiaalbedrijven van het totale winkelbestand in de binnenstad) · Aantal horecagelegenheden in de binnenstad per 1.000 inwoners (bron: Locatus) · Multifunctionaliteit (bron: Locatus) (Aantal panden met een niet-winkelfunctie als aandeel van alle panden met een publieksgerichte functie in de binnenstad) Functioneren · Leegstandspercentage in de binnenstad (bron: Locatus) · Hoogste huurniveau in de binnenstad ¤ per m2 wvo (bron: Cushman & Wakefield) Mobiliteit · Meest gangbare tarief overige ongebouwde voorzieningen in de binnenstad in ¤ (bron: Detailhandel Nederland)
pagina 67 binnenstadsbarometer
COLOFON Dit is een publicatie van Stichting Platform Binnenstadsmanagement - uitgave november 2009 Eindredactie Stichting Platform Binnenstadsmanagement Vormgeving Nectar grafisch ontwerp, ’s-Hertogenbosch Druk Drukkerij Tielen, Boxtel ISSN 1874-3390 Fotografie Erwin Vrensen (m.u.v. pagina 20, pagina 23: Eva Ruijter, pagina 40/41, pagina 50: Wessel Keijzer, pagina 55: ? pagina’s 11, 27, 29, 37, 43 en 39: fotograaf onbekend)
Platform Binnenstadsmanagement — Postbus 4 — 5280 AA Boxtel Telefoon +31 (0) 411 - 850 599 Fax +31 (0) 411 - 850 401 E-mail
[email protected] Website www.binnenstadsmanagement.org Voor vragen en / of opmerkingen over het Platform Binnenstadsmanagement, de activiteiten en / of deze publicatie kunt u contact opnemen met Nienke van Gerwen of Felix Wigman. Hoewel aan de inhoud van deze publicatie de grootst mogelijke zorg is besteed, aanvaardt het Platform Binnenstadsmanagement geen enkele aansprakelijkheid voor de (gevolgen van) onjuistheden of het ontbreken van informatie. Het overnemen en / of gebruiken van de inhoud van deze publicatie is uitsluitend toegestaan met correcte bronvermelding. Met dank aan de adverteerders die deze publicatie mogelijk maakten, de auteurs die een bijdrage aan deze publicatie hebben geleverd en degenen die hebben bijgedragen aan de totstandkoming van de verschillende artikelen.
Alleen door samenwerking en krachtenbundeling van gemeente, ondernemers en vastgoedeigenaren kan een stadscentrum doelmatig ontwikkeld, beheerd en gepromoot worden. Het Platform Binnenstadsmanagement stimuleert en professionaliseert als onafhankelijke organisatie sinds 1995 het binnenstadsmanagement in Nederland. Het Platform bereikt dit door netwerkvorming, kennisontwikkeling en kennisuitwisseling. Aan de Stichting zijn meer dan 65 steden als deelnemer en 15 vastgoedpartijen als begunstiger verbonden.