Periodiek branchemagazine van FHI, federatie van technologiebranches
SIGNALEMENT “KWALITEIT IS JE IMAGE” BIJ OMRON IN DEN BOSCH DOEN ZE ALLES LEAN & KEEN
4 16e jaargang november 2007
• THEMA: TECHNOLOGIEBELEID • WIE HOUDT ONZE BEDRIJVEN STRAKS DRAAIENDE? • HET LAND SNAKT NAAR PRODUCTIE-AUTOMATISERING
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INHOUD
■ REDACTIONEEL
Rubrieken Interview Foreman ■
Algemeen management ■
■
51
Minister Maria van der Hoeven omarmt beleidsvoorstellen van FHI
16
Is er leven na FHI? Kees Smaling leeft al tien jaar in de hoogste versnelling
35
52 56
Sensoren … voor al uw vraagsturing
60
De term ‘sensor’ is de afgelopen twee jaar onderdeel van een hype geworden
signalement november 2007
Het kabinet koos speerpunten die passen: veiligheid (justitie, binnenlandse zaken, verkeer en waterstaat), gezondheid (volksgezondheid, sociale zaken, milieu), duurzaamheid (VROM, economische zaken), arbeidsmarkt (onderwijs, SoZa). Maar o wee, wat wordt het moeilijk om de doelen smart te maken, specifiek, meetbaar, acceptabel, realiseerbaar en tijdgebonden. De Ministeries van Onderwijs en van Economische Zaken hebben de lead, maar hoeveel tijd kost het om de agenda’s van de ambtenaren op elkaar af te stemmen? En hoe houdt men het proces vast waarom het ging: een innoverende en inspirerende overheid die bedrijven triggert met opdrachten en mee gaat naar het buitenland om daar onze kennis en kunde uit te venten. FHI richt haar pijlen voorlopig op twee doelen. Het eerste is het ombuigen van de mindset van universiteiten, onderzoeksinstituten en hogescholen van de insteek ‘hoe kunnen wij als overheidsinstellingen meer geld vangen van de bedrijven’ naar ‘welke doelen kunnen die instellingen samen met bedrijven sneller, beter, slimmer en goedkoper realiseren?’. Dat is een verandering in denken.
De markt voor private bedrijven ligt open
Service en onderhoud
Informatie
2
49
“NFI is in essentie een technologie bedrijf”
LabAnalyse
Medische Technologie ■
42
38 54
“Inkoopkracht van overheid biedt kansen voor technologische innovatie”
De competenties van de VLW
Laboratorium Technologie ■
41
ARC White paper
VLW ■
38
Nederland moet gaan ondernemen
Profibus ■
36
MicroNano Conferentie
Industriële Automatisering ■
34
Chaos in de testwereld
MinacNed ■
30
Vruchtbare lente Development club
PLOT ■
29
Nieuwe start
Development Club ■
24
Aanloop naar HET Insrument
Industriële Elektronica ■
19
Verbindt groot met klein
HET Instrument ■
De overheid als opdrachtgever voor technologiebedrijven, daarover werd op ons voorstel een passage gehonoreerd in Beetsterzwaag. Maar wat gaat er van terecht komen? De wind is in de rug, na een taboe van jaren is het in Den Haag weer mode dat verschillende ministeries met elkaar samenwerken, althans de bewindslieden hebben dat als beleid geformuleerd. In Haags jargon heet het ‘interdepartementale aanpak’.
18
Inkoopkracht van overheid
Point-One ■
16
Pensioen en waardeverdracht
Thema: Technologiebeleid
Inspirerende en innoverende overheid Je kunt wel eens iets in een regeerakkoord weten te krijgen, maar dan…
FHI Golftournament
Nieuws van FHI partners ■
14
Is er leven na FHI?
Federatienieuws ■
12
De vijver waaruit we vissen
Kees Smaling ■
24
10
Werkloosheid gedaald
Onderwijs & arbeidsmarkt ■
Chaos in de testwereld Schitterende internationale PLOT conferentie legt uitdagingen bloot
Besluit verpakkingen
Conjunctuur ■
8
Kort Nieuws
Milieu en duurzaamheid ■
4
“Kwaliteit is je image”
signalement november 2007
De tweede lijn is die van het nu al doen. Welke projecten kunnen we op de korte en middenlange termijn in gang zetten en als voorbeeld gebruiken? Er wordt vanuit FHI gewerkt aan een concreet veiligheidsproject en verschillende FHI-leden zijn betrokken bij de voorbereiding van roadpricing systemen. Bij de investeringen in verschillende nano- en gezondheidslaboratoria worden diverse lidbedrijven ingeschakeld. De recente hightech-missie naar San Francisco, ook een mooi voorbeeld van hoe universiteiten en overheidsinstanties kunnen worden ingezet. Laten we alert onze overheid op het goede spoor houden. Het kan zomaar gebeuren dat het begrip ‘innovatie’ haar technologiecontent verliest en een excuus wordt om geld te storten in bodemloze putten, ten koste van lastenverzwaring voor onze bedrijven en hun klanten. Kees Groeneveld
3
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW TIM FOREMAN
“Kwaliteit is je image” Bij Omron in Den Bosch doen ze alles Lean & Keen De rode draad door alle Omron-bedrijven is sensing & control, en de policy daarbij is om de belangrijke dingen zélf te doen. Dus niet alleen zelf ontwikkeling, maar ook zelf produceren. Want als het om kwaliteit gaat, zit dáár de grote meerwaarde. Omron levert vooral industriële producten en dan is kwaliteit belangrijk. Kwaliteit is je image. Daarom is het beleid om de productie in eigen beheer te houden en ook zelf de kennis en zelfs de machines daarvoor te ontwikkelen. Door André Weigand
“Nee, geen Engelsman. Ik ben geboren in Haarlem, en mijn vader in Utrecht. Het is al een heel aantal generaties geleden dat de naam Foreman uit Engeland kwam overwaaien.” Dr. Tim Foreman is 42, afgestudeerd natuurkundige (RUU) en gepromoveerd in hoge-energiefysica (UvA). Hij is development manager van de Omronvestigingen in Den Bosch, Southampton (UK), Barcelona (E) en Nufringen (D). Bij CERN in Genève deed Foreman onderzoek
naar bottom quarks. “Indertijd heette het nog LEP, van Large Electron and Positron Collider. Daarbij worden in een 27 kilometer lange, cirkelvormige tunnel elektronen en anti-elektronen op elkaar geschoten. Het experiment waaraan ik werkte, is inmiddels helemaal afgebroken. Nu gaan ze protonen op elkaar schieten in de opvolger LHC, de Large Hadron Collider. Bij CERN had ik een geweldige tijd; tijdens mijn promotieonderzoek zat ik beurtelings in Amsterdam en Genève. Maar het universitaire wereldje trekt mij niet. Ik heb er nog steeds vrienden, maar als ik de verhalen hoor... veel te solistisch. Ik was betrokken bij een bepaald experiment. Onder elk artikel dat wij publiceerden, stonden de namen van driehonderd natuurkundigen, terwijl het eigenlijke werk werd uitgevoerd door een harde kern van hooguit twintig man. En werkten die goed samen? Ook al niet. Nee, ik ben een teammens, dus in 1993 ging ik de banenmarkt op, net toen de economie in een dip zat. In die tijd kwam ik in contact met Omron. Men was nog even bang dat ik misschien overgekwalificeerd was, maar ik zit er nu bijna vijftien jaar en het bevalt me geweldig. Ik heb hier veel vrijheid, heb veel mogen bedenken, beïnvloeden en leren. Als je ziet wat er hier in vijftien jaar is bereikt, dan ben ik trots dat ik daar een bijdrage aan heb kunnen leveren. Het aardige is: pas de laatste jaren beseffen we dat we hier iets bijzonders hebben. Dat wisten we niet, voor ons was het allemaal vanzelfsprekend. Vandaar dat we ook nog niet zo lang wat nadrukkelijker naar buiten treden en contacten leggen met andere bedrijven om ervaringen uit te wisselen. Eén van de voordelen die dat oplevert, is naamsbekendheid. Want dat was nog een nadeel van ons bedrijf: niet iedereen kent Omron. Daar willen we verandering in brengen.”
Zachte elegantie Omron ontstond in 1930 in het district Omuro, een landstreek in Japan in het noordwesten van Kyoto, lieflijk ingebed tussen de heuvels. En daaraan ontleende het bedrijf uiteindelijk haar naam, al rouleerde tot 1958 nog de variant Omlon.
4
signalement november 2007
signalement november 2007
Oprichter Kazuma Tateisi begon in 1930 met het produceren en verkopen van broekpersen, stapte al snel over op een zelfontwikkelde messenslijper, maar kende zijn eerste succes toen hij in 1932 op aanraden van een vriend een timer ontwikkelde waarmee de sluitertijd van röntgenapparaten nauwkeurig kon worden ingesteld. Hierin werd een eigen inductierelais toegepast dat de in 1933 opgerichte Tateisi Electric Manufacturing Co. in massa zou gaan produceren. In 1941 ontwikkelde het bedrijf een precisieschakelaar die in Japan als doorbraak werd gezien en waarmee het voorgoed naam maakte als technologisch pionier. Na de Tweede Wereldoorlog krabbelde Tateisi verrassend snel weer op, ondermeer door het succes met een draagbaar, regelbaar elektrisch kacheltje. Een elektrische haarkruller kreeg als eerste product de naam Omlon, een “zachte en elegante” associatie met de
“Pas de laatste jaren beseffen we dat we hier iets bijzonders hebben” geboortegrond Omuro. Een dramatische energiecrisis in 1947 dreef de vraag op naar stroombegrenzers. Tateisi ontwikkelde er één waarin terloops zijn precisieschakelaar en veiligheidsrelais waren verwerkt. Het apparaat doorstond de testen van de Japanse Electrical Measuring Instruments Association en ging in massaproductie. Door dit succes werd het bedrijf in 1948 ‘incorporated’ onder de naam Omron Tateisi Electronics Co. In 1952 stuitte Tateisi op een theorie van dr. Katsuzo Nishi over control- en communicatiesystemen in zowel machines als levende organismen. Nishi’s theorie leidde tot een innovatief automatiseringsconcept met de spannende naam Cybernation. Tateisi zag meteen de onbegrensde mogelijkheden en besloot dat dit de richting was waar het met Omron naar toe moest: advanced automated control. Anno 2007 is Omron een wereldspeler met een omzet van 6,3 miljard dollar en 27.000 werknemers. Ten opzichte van een jaar eerder pluste het bedrijf
5
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW TIM FOREMAN
maar even 14,5 procent, “gewoon, van binnenuit”. Het huidige accent van Omron ligt op ‘sensing & control’. Ruwweg zijn de activiteiten van Omron te onderscheiden in vijf sectoren, waarvan industriële automatisering de belangrijkste is. Daarop volgen elektronicacomponenten, social systems (bijvoorbeeld toegangspoortjes in metrostations), healthcare (medische apparatuur - waarvan de Omron bloeddrukmeter de bekendste is) en tot slot automotive elektronicacomponenten.
Toegangspoortjes zijn ‘social systems’? “Inderdaad, je stopt er je kaartje in, het poortje gaat open en aan de andere kant krijg je het weer terug”, legt Foreman uit. “Omron heeft op dat gebied zelfs allerlei patenten. Bijvoorbeeld het systeem dat je pinpas na drie keer ingeven van een foute code door de pinautomaat wordt ingeslikt, is een Omron-patent.” “Automotive elektronicacomponenten is de nieuwste Omron-tak. Daar moet je denken aan afstandsbedieningen voor het ontgrendelen van de portieren. Of het mechanisme voor het openen en sluiten van de portierramen, inclusief de veiligheidseisen die daar gelden. En in Engeland maakt Omron bijvoorbeeld stuurbekrachtigingsystemen voor Renault. Eén en ander zal zijn voort-gekomen uit onze intensieve relatie met Toyota.” “Alle vijf divisies vormen aparte bedrijven, met elk een eigen president die rapporteert aan de board of directors van Omron Corporation. Elk bedrijf werkt redelijk autonoom en onafhankelijk van de andere. Voor meer fundamenteel onderzoek heeft Omron in Japan nog een soort Natlab, het Keihanna Technology Innovation Center.
“Niet opgeven, dat is typisch Japans” Alle divisies kunnen daar terecht. Vanuit Den Bosch hebben wij er geen intensieve relatie mee, omdat wij zelf onze productontwikkeling doen. En die is uiteraard niet fundamenteel, maar direct gericht op de wensen in de markt - ook meer regionaal. Dat wij als Japans bedrijf een ontwikkel-
6
afdeling in Europa hebben, is omdat wij daarmee de verkoop van producten in Europa stimuleren. Ondanks de globalisering is er altijd sprake van regionale wensen, die voortvloeien uit een bepaalde manier van productgebruik. En bepaalde standaarden zijn in sommige delen van de wereld populairder dan in andere. Een goed voorbeeld daarvan is de netwerkprotocol-
“Omron als bedrijf gelooft heel erg in lokale autonomie” standaard. DeviceNet is erg populair in de VS en in Japan, maar in Europa is PROFIBUS/ PROFINET dominant. Willen we als Omron in Europa meedoen, dan moeten we die standaard dus ondersteunen.”
Is het niet juist typisch Japans om koste wat het kost je eigen standaard erdoor te drukken? Ik denk even aan het Betamax videosysteem, dat allang uit de markt was gewerkt toen het nog steeds vanuit Japan werd gepusht. “Niet opgeven, dat is typisch Japans. Maar het eigenwijs doordrukken van een standaard zou ik niet typisch Japans willen noemen. In elk geval Omron heeft ervoor gekozen zich altijd op te stellen als een open leverancier, een open partner. We willen de klant niet aan ons binden door hem een technologie op te dringen die maakt dat hij voortaan aan ons vast zit. Hij moet gewoon graag zaken met ons willen doen. Bij de concurrent is hij misschien aan handen en voeten gebonden door de gebruikte technologie, bij ons is dat zeker niet het geval.” “Hier in Den Bosch houdt Omron zich bezig met industriële automatisering, met name gericht op de machinebouw voor kleine tot middelgrote bedrijven. Wij bieden een totaaloplossing: van sensor tot control tot actuator, tot RFID.”
Omron levert de modules en de machinebouwer is de system integrator? “Inderdaad, en ook de software om die modules te kunnen configureren en ermee te communiceren. De machinebouwer is dan degene die alles aan elkaar knoopt en programmeert. Wij leveren bijvoorbeeld
(indirect) aan Toyota, aan Nokia, aan Meyn en aan De Efteling. Allemaal bekende namen, maar wellicht even ter verduidelijking: Meyn is een bedrijf dat machines voor kippenslachterijen bouwt.”
Wat doet Omron nu in Den Bosch? Foreman pakt een Omron-module van zijn bureau en wijst naar het beeldmerk. “Omron in Den Bosch maakt producten met dit logo erop. En dat is meer dan een lik verf. Het betekent iets. Het geeft aan dat de klant mag verwachten dat een product met dit logo erop aansluit op een ander product met hetzelfde logo, met eenzelfde kwaliteitsverwachting. Dat logo is dus heel direct verbonden met het imago van Omron. En Omron Japan staat ons toe het op onze producten te zetten. De afgelopen twintig jaar hebben we in Den Bosch geleerd producten te ontwikkelen en te maken die voldoen aan de impliciete wens van de klant. We kunnen het hier ontwikkelen en produceren en we hebben er ook onze Europese marketing-communicatieafdeling voor in huis. Verder kunnen we hier Omron-producten repareren - niet alle producten, daarvoor is onze catalogus gewoon te dik, maar een groot deel.” “En wat we hier maken? PLC’s. Een PLC is een soort industriële PC die zijn oorsprong vindt in de schakelklok. Elke wasmachine heeft er tegenwoordig een. Een PLC kan sensoren uitlezen en stuurt logische processen. Naast PLC’s maken wij hier ook allerlei ingangs- en uitgangsmodules. Al die modules kun je aan elkaar vastklikken. Als een klant bijvoorbeeld tien ingangen nodig heeft, dan pakt hij twee van deze kastjes. Hij klikt alles aan elkaar vast en het werkt. Verder doet Omron hier in Den Bosch een lijn motion control producten. Dat is een concept dat wij hier helemaal zelf hebben ontwikkeld, de allereerste keer dat we iets dergelijks deden. Daar zitten allerlei leuke aspecten aan, zoals de vormgeving, het verzinnen van een familienaam - zaken die voorheen door Japan werden bepaald. Dat waren leuke uitdagingen.” “Om even terug te komen op PROFIBUS/ PROFINET: daar zijn wij in Den Bosch dus veel mee bezig: de populaire Europese netwerken. We maken daar ook klantspecifieke producten voor. Dus wat met behulp van losse modules kan worden samengebouwd, kunnen wij ook op klantspecificatie in één kastje onderbrengen, bijvoorbeeld omdat het geheel in een
signalement november 2007
specifieke ruimte moet kunnen passen. Zo hebben we een oplossing gebouwd voor een Fins bedrijf dat trucks bouwt voor het verplaatsen van containers. Zo’n voertuig rijdt tot boven een container, pakt hem op en verplaatst hem. Door de vereiste constructie zijn er geen verbindende assen, de wielen links en rechts worden individueel aangedreven en hebben hun eigen dieselmotor. Dat vráágt natuurlijk om problemen. Om het voertuig rechtuit te sturen, moet je exact synchroniseren.
de vierde plaats. Dat komen we hier wel geregeld tegen: dat een bedrijf voor Siemens heeft gekozen en daar niet meer vanaf wil. Maar steeds vaker weten wij een klant te overtuigen van onze voordelen. Om bijvoorbeeld via het netwerk bij een bepaalde motor in de machine te komen, verloopt in onze software een stuk eenvoudiger - dat scheelt zomaar een tiental klikken. Wel is de prijs nog een belangrijke factor. Vooral kleine machinebouwers die een paar machines per jaar bouwen, kijken nadrukkelijk
manier van assembleren, waarmee je met relatief lage kosten een hoge kwaliteit behaalt. En dat werkt.” “Een aantal jaren geleden draaide de fabriek hier voor 95 procent op producten die elders waren ontwikkeld. Die waren hier naar toe getransfereerd. Dat was ingewikkeld en er was veel communicatie voor nodig. Dan komt het moment dat je je afvraagt: waarom doen we dat eigenlijk? Twintig jaar geleden waren de redenen daarvoor duidelijk: de fiscus, importbeperkingen, et cetera. Maar die redenen gelden niet meer, de grenzen zijn open en iedereen moet zijn eigen broek ophouden. Nu richten we ons op minimaal vijftig procent zelf ontwikkeld. Als je eenmaal over die grens heen bent, is er al geen discussie meer. En nu alles op één plaats gebeurt, gaan we natuurlijk steeds door. Zaken als lean manufacturing, het streven naar zero lead time... Dat voordeel moet je natuurlijk helemaal uitbuiten.”
En dat is wat klanten vragen? “Wat klanten vooral vragen, is levervoorspelbaarheid. Dat is het allerbelangrijkste.”
Nu is er voor de sturing van dieselmotoren het netwerkprotocol J1939. Wij hebben die standaard in de vingers, die overigens erg lijkt op CANopen - beide zijn een variant op CAN. Zo konden wij uitstekend een passende oplossing ontwerpen voor de synchronisatie van die motoren. Vanuit development is dat natuurlijk heel erg leuk, omdat je op die manier ook echt bij het probleem van de klant terecht komt.”
naar de componentkosten. Grotere bedrijven hebben meer met Total Cost of Ownership. Omron heeft veel ‘smart’ componenten, die bijvoorbeeld informatie terugkoppelen over gebruik en noodzakelijk onderhoud. Grotere fabrikanten zijn daar gevoelig voor. Dat is overigens wel een groot verschil tussen Europese en Japanse fabrikanten, de laatsten zijn veel meer met Total Cost of Ownership bezig.”
En jullie hebben vervolgens de vrijheid om daar dan toch weer een soort standaardproduct van te maken?
“Nog een functie van Omron in Den Bosch is die van showroom. Daar maken wij ons product... met eigen producten, volgens het concept van lean manufacturing. Alles heeft een plaats - zo voorkom je rommel. Want afval wordt ergens gecreëerd, kost tijd en geld. Als je een schroefje vindt op een vloer die schoon behoort te zijn, weet je meteen dat er iets aan de hand is: stop de productie, want ergens staat er waarschijnlijk een product zonder dat schroefje. We merken om ons heen dat ons systeem zelden wordt toegepast, maar klanten die bij ons zien hoe Omron Omron-producten maakt mét Omronproducten, worden enthousiast. Ze zien niet alleen onze producten, maar ook de slimme
“Precies. We hebben de afgelopen jaren heel wat van dit soort producten gemaakt waarvan we achteraf dachten: kunnen we daar niet toch een enigszins generieke oplossing voor maken? Voor die categorie oplossingen hoeft de klant tegenwoordig nog maar een Excel-sheet met opties af te vinken en naar onze productie te sturen, en wij maken precies wat hij hebben wil. Dat hoeven wij niet meer te ontwerpen.” “Onze grootste concurrent is Siemens, die is marktleider in Europa. Omron komt op
signalement november 2007
“Omron als bedrijf gelooft heel erg in lokale autonomie: lokale mensen op lokale plekken. Je zult hier heel weinig Japanners aantreffen en al helemaal niet in leidinggevende posities. We hebben een Italiaan als president - Italië is onze grootste afzetmarkt, daar zijn we nummer één. Van hem komt de slogan Lean & Keen, met een knipoog naar lean & mean. Dat is onze strategie. Alles onder één dak: marketing, development, productie, promotie, service... telkens parallel in één project. Dus geen afdelingen die op elkaar wachten: iedereen wordt er vanaf het begin bij betrokken. En dan zo handig en zo snel mogelijk, alles met elkaar.” “Onze strategie laat in feite twee culturen versmelten. Alles wat we geleerd hebben van onze Japanse collega’s, die zo gericht zijn op kwaliteit en efficiency... die ook dat soort concepten hebben bedacht. In feite heeft Omron het weer van Toyota, een bedrijf waar op dat gebied baanbrekend werk is verricht. Wij combineren die cultuur vervolgens met het conceptuele, de eigenwijsheid en flexibiliteit van Europa, van Nederland. Dat is onze kracht. Als we iets slim vinden, pakken we het niet slaafs op, maar gaan we ermee aan de gang en ontwikkelen we het verder.” <
7
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ ALGEMEEN MANAGEMENT
Kort Nieuws MEER WETTELIJKE BESCHERMING Enkele partijen in de Tweede Kamer willen de wettelijke bescherming van burgers en bedrijven tegen al te ijverige controleacties van de fiscus vergroten. Dat staat in een initiatiefwetsvoorstel van VVD en PvdA dat medio vorig jaar werd ingediend. Naar verluidt willen de indieners het nu mogelijk maken dat belastingplichtigen bezwaar kunnen aantekenen tegen belastinginspecteurs die een bedrijfspand of privé-woning willen betreden. Ook moet de bezwaartermijn worden verlengd. Bovendien dient men de mogelijkheid te krijgen om bij de bestuursrechter een voorlopige voorziening aan te vragen. Het wetsvoorstel moet vooral voorkomen dat de Belastingdienst zich nog langer schuldig maakt aan zogeheten fishing expeditions. Dit zijn schijnbaar willekeurige prikacties waarbij op goed geluk gezocht wordt naar materiaal op grond waarvan een hogere belastingaanslag kan worden opgelegd. Bron: Inzake uw zaken.
<
Minder administratie bij overnemen loon bij faillissement Uitkeringsinstantie UWV stopt de overname van het loon van werknemers van een failliet bedrijf zodra die weer aan het werk gaan. Nu betaalt het UWV deze uitkering tot het einde van de opzegtermijn en trekt daarvan de nieuwe inkomsten af. Daarvoor zijn inkomensgegevens van de nieuwe werkgever nodig. Straks hoeft dat niet meer. Deze administratieve lastenverlichting is onderdeel van het wetsvoorstel ter vereenvoudiging van de Werkloosheidswet (WW) dat minister Donner van Sociale Zaken bij de Tweede Kamer heeft ingediend.
Wat doet u om medewerkers te binden?
en pensioenpremies. Bij werknemers die parttime gaan werken, wordt de uitkering gedeeltelijk stopgezet. Het wetsvoorstel regelt ook dat het UWV de zogenoemde overlijdensuitkering aan de nabestaanden van een overleden werknemer overneemt als de werkgever die door een faillissement of om andere redenen niet kan betalen. Die uitkering is maximaal één maandloon. Bron: Notabene.
Nu de arbeidsmarkt steeds krapper wordt en werknemers meer keuzemogelijkheden hebben, moeten werkgevers meer doen om talenten binnen te halen of binnen te
Op 1 januari 2007 is de Pensioenwet ingegaan. De hoofdregel is dat deze wet directe werking heeft. Dit betekent dat de wet per 1 januari 2007 geldt. Voor op 31 december 2006 bestaande pensioenregelingen is echter een overgangsrecht van kracht. Hierbij geldt het jaar 2007 als overgangsjaar.
<
Middel
Flextijden Hoger salaris
<
E x t r a ’s ( l a b t o p s e t c . ) Thuiswerken Auto van de zaak
De voorgestelde wetswijziging maakt de uitvoering eenvoudiger en goedkoper en bezorgt werkgevers minder last. UWV en werkgever besparen hierdoor samen jaarlijks driekwart miljoen euro aan uitvoeringskosten en administratieve lasten. De maatregel geldt niet alleen voor loon, maar ook voor andere aanspraken als vakantiegeld
Beter pensioen
0
10
€ 7.500,- per nieuwe medewerker Dat het op de huidige arbeidsmarkt moeilijk is om aan de benodigde talenten te komen, is natuurlijk al bekend. Maar als dan eindelijk iemand gevonden is, kost het werven en inwerken van deze kandidaat ook nog eens € 7.500,-. Dat blijkt uit de Cost of Recruitment Calculator, een Brits initiatief dat voor Europese bedrijven nauwgezet de werkelijke
kosten van werving, selectie en inpassen bijhoudt. De calculator onderscheidt ‘harde’ kosten (advertenties, het inschakelen van werving- en selectiebureaus) en ‘zachte’ kosten (zoals de tijd die nodig is voor intern overleg en sollicitatiegesprekken).
Meer kans op bezoek fiscus
Minister Van der Hoeven van Economische Zaken wil het borgstellingskrediet uitbreiden en het technologieontwikkelingskrediet in ere herstellen. Ook heeft ze opdracht gegeven om te onderzoeken hoe de WBSO-regeling toegankelijker kan worden gemaakt voor de creatieve industrie. De minister kondigde dit aan tijdens een debat met ondernemers over de mogelijkheden om de innovatiekracht van het Nederlandse bedrijfsleven op korte termijn te stimuleren. Bron: Inzake uw zaken.
Bron: Inzake uw zaken.
8
Bron: Inzake uw zaken.
Percentage werkgevers dat dit middel toepast
De kans neemt toe dat bedrijven de komende jaren geconfronteerd worden met een onderzoek door de inspecteur. In het bedrijfsplan van de Belastingdienst is de ambitie opgenomen om de gedetailleerde boekenonderzoeken al dit jaar uit te breiden van 42.000 naar zestigduizend en het aantal bedrijfsbezoeken op te trekken naar dertigduizend (was twintigduizend). Bovendien zal die uitbreiding vrijwel volledig worden gerealiseerd bij middelgrote en kleinere bedrijven. Daarvoor zal het aantal medewerkers dat zich bezighoudt met het toezicht op kleinere en middelgrote bedrijven worden uitgebreid naar 6.837 (een stijging van 1.500).
Verruiming borgstellingskrediet
houden. Opvallend genoeg blijken materiële incentives nog altijd hoog te scoren.
Bron: Inzake uw zaken.
<
<
signalement november 2007
20
30
Oudedagsvoorzieningen: Pensioenbrief hoeft niet te worden aangepast
40
50
60
VIJFTIG MILJOEN EXTRA VOOR PRAKTIJKLEREN
Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst heeft laten weten dat, als een DGA ervoor kiest zijn regeling met ingang van 1 januari 2008 niet onder de Pensioenwet te laten vallen, de pensioenregeling niet hoeft te worden aangepast, ondanks de verwijzingen naar de PSW in de bestaande pensioenbrief. Voorwaarde is dat de regeling blijft voldoen aan de wettelijke voorwaarden van Wet op de Loonbelasting 1964. Aanpassing van de regeling kan plaatsvinden bij de eerstvolgende gelegenheid. Als een DGA ervoor kiest zijn regeling met ingang van 1 januari 2008 wel onder de Pensioenwet te laten vallen, zal de regeling vóór 1 januari 2008 moeten worden aangepast. Niet tijdige aanpassing hoeft overigens ook niet per definitie tot fiscale onzuiverheid van de pensioenregeling te leiden. Bron: BDO.
<
Voor ondernemingen die er samen met kennisinstellingen in slagen om nieuwe vormen van praktijkleren te ontwikkelen, wacht de komende vier jaar een stimuleringsbedrag van in totaal vijftig miljoen. De subsidieregeling Beroepsonderwijs in Bedrijf wil de aansluiting van het beroepsonderwijs op de arbeidsmarkt verbeteren. Aanvragen kunnen tot het einde van het jaar worden ingediend. Bron: Inzake uw zaken.
<
<
signalement november 2007
9
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ MILIEU EN DUURZAAMHEID
Besluit verpakkingen is veranderd in dossier verpakkingen Nog steeds geen duidelijkheid voor ondernemers Zoals uit de titel valt af te leiden, gaat het momenteel meer dan alleen om het Besluit verpakkingen. In de afgelopen maanden zijn er twee hoofdstukken aan het ‘verhaal’ verpakkingen toegevoegd. De raamovereenkomst tussen het bedrijfsleven, de overheid en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) en de verpakkingsbelasting laten het dossier verpakkingen groeien. Zoals in het regeerakkoord en de rijksbegroting is vastgelegd, zal vanaf 1 januari 2008 verpakkingsbelasting worden geheven. Deze verpakkingsbelasting bestaat uit twee delen: 250 miljoen euro moet door alle ondernemers opgebracht worden en verdwijnt in de staatskas. Daarnaast zal 115 miljoen euro opgehoest worden door de producenten die consumentenverpakkingen op de markt brengen. Deze laatste 115 miljoen euro komt via een afvalfonds ter beschikking van gemeenten voor het gescheiden inzamelen van verpakkingsafval en voor het inzamelen van zwerfafval. In het concept over de verpakkingsbelasting is te lezen dat ondernemingen, die minder dan vijftienduizend kilo verpakkingen op de markt brengen, via een basisaftrek geen verpakkingsbelasting verschuldigd zijn. Via zijn administratie moet de ondernemer aantonen dat zijn bedrijf minder dan vijftienduizend kilo op de markt brengt. Of er vanaf 2008 voor verpakkingscollectieven nog een rol is weggelegd voor bedrijven met minder dan vijftienduizend kilo, is nog onduidelijk. Zolang die duidelijkheid er niet is, kan FHI haar leden niet eenduidig adviseren.
‘vrijblijvend aanmelden’ Bedrijven die nog geen deel uitmaken van het FHI-verpakkingscluster kunnen zich nog steeds vrijblijvend aanmelden door een e-mail te sturen aan
[email protected], onder vermelding van uw bedrijfsnaam en de naam van een contactpersoon. Voor meer informatie of eventuele vragen is FHI bereikbaar onder telefoonnummer (033) 465 75 07, Joas van Lent (e-mail:
[email protected]) of ga voor meer informatie over het Besluit verpakkingen naar http://www.stichtingrta.nl onder ‘Besluit verpakkingen’. <
Subsidie voor bodemsanering: aanmelden voor 1 januari 2008 Om het recht op die subsidie niet te verliezen, zullen bedrijven zich voor het einde van 2007 met hun verzoek bij Bodemcentrum moeten melden. Sinds 1 januari 2006 geldt voor eigenaars of erfpachters van bedrijventerreinen een wettelijke saneringsplicht. Ook bij verbouwingen, aanvragen van een nieuwe vergunning of aan- of verkoop van terreinen kan die verplichting er zijn. Om bedrijven hierin tegemoet te komen, heeft de overheid een subsidieregeling voor bodemsanering van bedrijventerreinen ingesteld. Om het recht op die subsidie niet te verliezen, moeten bedrijven zich voor het einde van 2007 met hun verzoek bij de overheid melden. Lees voor meer informatie: www.bodemcentrum.nl <
Het geven van een update blijft dus moeilijk omdat de gevolgen van de wisselwerking tussen de drie maatregelen op dit moment nog niet duidelijk zijn. Op dit moment zijn er gesprekken gaande om het Besluit verpakkingen aan te passen en in lijn te brengen met de definities die worden gebruikt bij de verpakkingsbelasting. Het advies blijft daarom onveranderd: het is vooralsnog niet nodig om, naast het FHI-verpakkingscluster, nog aansluiting te zoeken bij één van de bestaande verpakkingscollectieven.
10
De opbrengst van twee jaar intensieve belangenbehartiging Duurzaam verwerken van oude apparatuur hoeft niet duur te zijn Sinds de zomer van 2005 is Henk de Folter binnen het FHI-bureau verantwoordelijk voor Stichting RTA, de recycling van technologische apparatuur. Wat is er sinds die tijd op dat terrein tot stand gebracht en hoe heeft de ervaren elektronicaman, voorheen bestuurslid van de FHI-branche Industriële Elektronica deze job ervaren? Een blik achteruit met het oog op de toekomst.
2005: regels en procedures “In het eerste jaar zijn we vooral in de weer geweest met regels en reglementen. Met interne processen binnen RTA en Shanks Nederland. En natuurlijk met de rapportageprocedures, de site en het opzetten van het systeem. Daarnaast hebben we veel energie gestoken in het geven van uitleg over de Europese regelgeving.”
2006: klanten informeren “In het begin van het jaar heeft een eerste review geleid tot een aantal bijstellingen, waaronder een verlaging van de bijdrage voor apparaten die hoofdzakelijk uit metalen bestaan. Aanvankelijk hebben we ook deelnemers regelmatig moeten aanmanen om hun kwartaalrapportage in te dienen. Halverwege het jaar viel ons op dat er minder apparaten terugkwamen dan waarop was gerekend. Reden: de eindgebruiker bleek niet goed geïnformeerd te zijn. Om het tij te keren hebben we deelnemers opgeroepen hun klanten op het hart te drukken dat er geen extra kosten aan verwijdering verbonden zijn. Ook hebben we gratis retourzending via TPG-pakketpost geïntroduceerd en communicatiemateriaal ontwikkeld met de slogan SIMPEL(WEG). Wij vinden dat RTA en haar deelnemers een inspanningsverplichting hebben. We willen namelijk niet dat de politiek het idee krijgt dat wij onze verantwoordelijkheden niet nemen en, zoals in het Besluit verpakkingen, retourdoelstellingen gaat opstellen.” “Naast evaluatiegesprekken bij meerdere deelnemers samen met mijn collega Joas
signalement november 2007
signalement november 2007
Henk de Folter (links) en Joas van Lent, de gezichten van stichting RTA
van Lent zijn er, ter voorbereiding op de officiële controles in 2007, door Joas samen met een register accountant controles op vrijwillige basis uitgevoerd om een werkbaar protocol op te kunnen stellen. Het is in het belang van alle deelnemers dat iedereen correct rapporteert. Tijdens de officiële controles zullen bedrijven steekproefsgewijs geselecteerd en gecontroleerd worden. RTA participeert ook in het WEEE platform van VROM. RTA, maar ook andere uitvoerende organisaties, willen dat VROM actiever toeziet op de uitvoering van de regelgeving. Ons inziens zijn er te veel bedrijven die nog niets geregeld hebben, ofschoon ze dat al in 2005 verplicht waren. Zonder maatregelen kan dit straffeloos voort blijven duren. En dat is unfair tegenover onder meer RTA-deelnemers die het wel goed geregeld hebben en hiervoor ook kosten maken.” “Tot slot is het noemenswaardig dat we in oktober en november hebben deelgenomen aan HET Instrument om ons gezicht aan FHI-leden en hun klanten te tonen.”
en efficiënt mogelijk voortzetten. Met ingang van april zijn de verwijderingsbijdragen met gemiddeld zeventig procent verlaagd. Daarnaast is de jaarlijkse deelnamebijdrage teruggebracht van € 1.000,- naar € 250,- en is voor FHI- of NVG-leden gratis. Door deze verlagingen zullen onze voorzieningen na enkele jaren op het streefniveau van één jaar operationele kosten komen. Deze kostenafnames zijn uiteraard prettig voor onze deelnemers en hun klanten, zeker als in acht genomen wordt dat ze verzekerd blijven van ons hoge dienstenniveau. Het is evident dat het Besluit AEEA (Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur) een milieudoelstelling dient die steeds dringender wordt. RTA en haar deelnemers dragen daar een belangrijk steentje aan bij door afgedankte apparatuur volgens moderne technieken te laten verwerken tot herbruikbare grondstoffen. Dat is niet alleen in ons belang, maar ook in dat van onze kinderen en kleinkinderen, want als we ons niet op een constructieve manier met het milieu bemoeien, zal het milieu zich op een rampzalige manier met ons bemoeien.” <
2007: kosten vallen mee “Dit jaar willen we onze service zo praktisch
11
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ CONJUNCTUUR
Werkloosheid gedaald In de periode juni-augustus 2007 waren, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, 345 duizend personen werkloos. Dit zijn er tienduizend minder dan in de periode mei-juli van dit jaar. Gemeten over het afgelopen half jaar daalde het aantal werklozen met gemiddeld vijfduizend per maand. In vergelijking met juni-augustus 2006 waren er 59 duizend personen minder werkloos. De afname deed zich vooral voor bij de groep 25-44-jarigen. Deze leeftijdsgroep telde 41 duizend werklozen minder dan een jaar eerder. Bij de 45-plussers was er een afname met 24 duizend personen. Het aantal werkloze jongeren was daarentegen zesduizend hoger. Onder mannen is de werkloosheid sterker gedaald dan onder vrouwen.
Economie groeit met 2,6 procent
Van de totale beroepsbevolking was 4,4 procent werkloos, tegen 5,3 procent in juniaugustus 2006. Het werkloosheidspercentage onder vrouwen lag met 5,6 procent duidelijk
hoger dan onder mannen. Van de mannelijke beroepsbevolking was 3,5 procent werkloos. Bron: CBS.
<
Werkloosheid (Seizoensgecorrigeerd) x1000 600 550 500 450 400 350 300
Het volume van het bruto binnenlands product (bbp) was in het tweede kwartaal 2,6 procent groter dan een jaar eerder. De groei is ongeveer gelijk aan die in het eerste kwartaal, maar iets minder dan in het jaar 2006. Na correctie voor werkdag- en seizoeneffecten was het volume van het bbp 0,3 procent groter dan in het eerste kwartaal. Dat is de laagste kwartaal-op-kwartaalgroei in twee jaar.
groeide een fractie minder dan de uitvoer. Hier was het volume 5,1 procent groter. De investeringsgroei viel door incidentele factoren fors lager uit. Het volume van de investeringen in vaste activa was 2,4 procent groter dan een jaar eerder. Ook de groei van de consumptie was lager dan in 2006. De consumptieve bestedingen door huishoudens waren in het twee kwartaal van dit jaar 1,6 procent hoger dan een jaar eerder. De bescheiden groei hangt samen met een laag gasverbruik door het zachte voorjaarsweer. Wel bleef de groei van de bestedingen aan duurzame consumptiegoederen, zoals kleding, vervoermiddelen en consumentenelektronica, robuust. Alleen de
Bijna over de hele linie vertraagde de groei. Het volume van de uitvoer van goederen en diensten was in het tweede kwartaal 5,3 procent groter dan een jaar eerder. De invoer
2003
2004
2005
2006
2007
groei van de overheidsconsumptie kreeg een forse impuls en was 2,7 procent hoger dan in het tweede kwartaal van 2006. De bouwnijverheid had met ruim vijf procent de hoogste productiegroei van alle bedrijfstakken. De productie van commerciële dienstverleners en de zorg was ongeveer vier procent hoger. Na twee topkwartalen viel het groeitempo in de industrie aanzienlijk terug, tot 2,5 procent. De gasproductie was door het warme voorjaarsweer opnieuw veel lager. Dit had een flink neerwaarts effect op de economische groei. Bron: CBS.
<
Middelen en bestedingen (volume) % volumemutaties t.o.v. jaar eerder
Conjunctuurbeeld iets minder gunstig Het conjunctuurbeeld was eind september iets minder gunstig dan eind augustus. Dit komt vooral door de spectaculaire daling van het consumentenvertrouwen. Het zwaartepunt van de indicatoren in de Conjunctuurklok ligt echter nog altijd in de fase van hoogconjunctuur. Alle indicatoren in de Conjunctuurklok presteren boven hun langjarige gemiddelde. De economische groei bedroeg in het tweede kwartaal 2,6 procent. Dit is vrijwel gelijk aan de groei in het eerste kwartaal. Na correctie voor werkdag- en seizoeneffecten was het volume van het bruto binnenlands product (bbp) 0,3 procent groter dan in het eerste kwartaal. Deze kwartaal-op-kwartaalgroei is de laagste in twee jaar. Het vertrouwen van consumenten nam fors af in september, met name door het radicaal omgeslagen oordeel over het economisch klimaat. De ondernemers in de industrie bleven in september goed gestemd. Het aantal ondernemers in de zakelijke dienstverlening dat denkt meer orders te ontvangen en een hogere omzet te boeken in het derde kwartaal overtreft ruimschoots het aantal dat een afname verwacht. De industrie produceerde in juli ruim vier procent meer dan een jaar eerder. Het werkdaggecorrigeerde uitvoervolume was bijna elf procent groter
12
dan in juli 2006. Deze toename is sterker dan in voorgaande maanden. De kapitaalmarktrente is in september uitgekomen op 4,3 procent, dit is 0,1 procentpunt lager dan in augustus. De inflatie daalde in augustus maar liefst 0,4 procentpunt en is uitgekomen op 1,1 procent. De afzetprijzen van de industrie waren 2,6 procent hoger dan in augustus 2006. Dit is 0,4 procentpunt minder dan in juli. Gecorrigeerd voor seizoeninvloeden
kwam de werkloosheid in de periode juni augustus uit op 345 duizend personen, tienduizend minder dan in de voorgaande driemaandsperiode. Het aantal vacatures is in het tweede kwartaal licht gestegen, het aantal uitzenduren nam verder toe. In het vierde kwartaal van 2006 zette de banengroei versterkt door. Bron: CBS.
���
���
���
���
���
���
���
���
���
���
���
���
����
���
������ ��
���
����
��
�
��
���
��
invoer
consumptie overheid
Middelen 2006-111
2006-1v
consumptie investeringen huishoudens
uitvoer
Bestedingen 2007-1
2007-11
Beduidend hogere omzet industrie
���������������� ���
�
bbp
<
�������������������������������
����
12 10 8 6 4 2 0
�
����
��
���
��
�
����
��
�����
����
�������������������������������������������� �����������������������������������������������������������
signalement november 2007
De Nederlandse industrie heeft in juli dertien procent meer omgezet dan in juli vorig jaar. Dit is aanzienlijk meer dan in juni, toen de omzet met zes procent toenam. Het is de tweede keer in 2007 dat een omzetgroei met dubbele cijfers genoteerd kan worden. In alle branches van de industrie werd meer omgezet. De toename van de omzet was voor ongeveer driekwart toe te schrijven aan een grotere afzet, voor ongeveer een vierde aan hogere afzetprijzen. Daarnaast had juli dit jaar een ander werk- en vakantiepatroon dan in 2006. Het positieve effect hiervan op de omzet was ongeveer één procent. Op de buitenlandse markt boekte de industrie veertien procent meer omzet. Alle branches realiseerden daar een forse omzetgroei.
signalement november 2007
In het binnenland zagen de ondernemers hun omzet met ruim elf procent toenemen. Met uitzondering van de textiel-, kledingen lederindustrie hebben alle branches hier meer omgezet dan in juli 2006. In de eerste helft van 2007 nam de industriële omzet met
acht procent toe ten opzichte van dezelfde periode een jaar eerder. De omzetontwikkeling op de binnenlandse en buitenlandse markt was vrijwel even groot. Bron: CBS.
<
Omzet industrie % mutatie t.o.v. jaar eerder 16 12 8 4 0 -4 -8
2003
2004
2005
2006
2007
13
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ ONDERWIJS EN ARBEIDSMARKT
■ COLUMN FREEK ROOZE
Iedere divisie wordt geacht ruimhartig kandidaten te leveren. Bij Philips Research maakt deelname aan het scholenprogramma zelfs deel uit van de kans op het verkrijgen van een bonus aan het eind van het jaar.
“Samen de vijver waaruit we vissen groter maken” Philips zet Gerard Jacobs in voor jongeren en techniek, Jet-Net Naast imago en internationaal werven maakt Philipsman Jacobs zich warm voor zijn eigen baby: Jet-Net, dat scholenprogramma’s coördineert van inmiddels 28 grote bedrijven. FHI is ook lid, maar nog niet bijster actief. Moet dit veranderen en zo ja, hoe dan? Door Maiken Larsen “Hoe wij werken aan het oplossen van ons personeelsprobleem?” Gerard Jacobs, verantwoordelijk voor Employability (inzetbaarheid), Onderwijs en Jet-Net binnen Philips Human Resources Nederland, somt op: “Door het hooghouden van ons goede imago als aantrekkelijke werkgever, wat regelmatig weer blijkt uit onderzoeken, bijvoorbeeld van Intermediair. Ik denk dat wij goed scoren omdat we een innovatief en internationaal gericht bedrijf zijn, met vele carrièremogelijkheden. Daarnaast rekruteren
we op grote schaal en halen minimaal 25 procent van het personeel voor Philips Research uit het buitenland. Dat doen we aan de ene kant omdat we de specialisten daar halen waar ze zich bevinden; daarnaast is er het grote tekort aan hoogopgeleide technici in Nederland. Daarom werven we bijvoorbeeld op het gebied van elektronica soms wel meer dan vijftig procent in het buitenland. Dat kan zijn uit West- en OostEuropa, maar ook uit China, India of Amerika. We hebben vestigingen in veel landen die de arbeidsmarkt in de gaten houden en contacten onderhouden met de universiteiten ter plekke.” Jacobs krijgt wel eens te horen dat een multinational als Philips het maar makkelijk heeft door zo aan personeel te kunnen komen. “Het kost meer kruim dan men denkt; we moeten ons hele netwerk inzetten en er zit een hoog afbreukrisico aan. Er moet veel gereisd worden, wat tijd kost, de mensen worden geholpen met inburgering
WIE HOUDT STRAKS ONZE BEDRIJVEN DRAAIENDE? Gerard Jacobs van Philips/Jet-Net is één van de sprekers op het FHI Federatiecongres op 21 november. In Sociëteit De Witte, in Den Haag, pal naast het gebouw van de Tweede Kamer, zal hij samen met federatievoorzitter Marcel van den Broek, MKB-Nederland econoom Joep Rats, voorzitter van de verenigde universiteiten Sijbolt Noorda en voorzitter van de HBO-raad Doekle Terpstra enerzijds zoeken naar het antwoord op de vraag wie onze bedrijven in de toekomst zullen gaan runnen en anderzijds de regering en volksvertegenwoordiging uitdagen ernst te maken met de mond beleden ‘sense of urgency’ ten
14
aanzien van de groeiende problemen op de arbeidsmarkt. Het is op het moment dat we deze tekst schrijven nog onduidelijk welke bewindspersoon aanwezig zal zijn om de handschoen op te pakken. In elk geval worden diverse kamerleden uitgenodigd deel te nemen aan de discussie onder leiding van journa-list, Gerrit van der Kooy, die vooral bekend is van het programma TROS Kamerbreed. Locatie en onderwerp van het FHI-congres 2007 passen bij de lijn die de federatie heeft ingezet om zich in Den Haag nadrukkelijker te laten gelden als belangenbehartiger voor de technologiebedrijven in Nederland. <
en sommigen willen na een tijdje ook weer terug. Er zijn dus volop kostenelementen.” Philips is eind 2002 met vier andere Nederlandse multinationals Jet-Net gestart. Ze wilden meer dan campagnes met slogans als ‘Een flinke meid is op haar toekomst voorbereid’. Ze wilden iets doen op havoen vwo-scholen in de voorhoede van waar hun personeelsprobleem zit. Meer oriëntatie op wat een studie en loopbaan in techniek, technologie en wetenschap zou kunnen betekenen is het doel. Inmiddels zijn 28 bedrijven aangesloten (waaronder FHI als enige brancheorganisatie), die in het curriculum geïntegreerde onderwijsprogramma’s op in totaal 130 havo- en vwo-scholen uitvoeren. Jacobs zelf, lid van de ledenraad en het kernteam van Jet-Net, heeft met de eigen taken, een onderwijskundige en een secretaresse in totaal twee fte’s voor Jet-Net centraal beschikbaar. “En we hebben vele enthousiaste medewerkers actief in de divisies, en dat is goed voor contacten met 25 à dertig Jet-Net scholen: ruim honderd activiteiten per jaar.“ “Wij denken dat scholenprogramma’s veel uitmaken. Ik kan me niet meer voorstellen dat er scholen zijn die onderwijs geven zonder de relatie met de buitenwereld. Bedrijven kunnen een les over geluid, beeld of magnetisme met voorbeelden larderen, waardoor er voor de scholieren een nieuwe wereld opengaat. Het gaat er wel om voorbeelden vereenvoudigd te brengen en de scholieren tegelijkertijd uit te dagen met de complexheid.” Naast klassikale gastlessen en hulp bij de oriëntatie op de profielkeuze voor de onderbouw zijn er voor de bovenbouw workshops voor kleinere groepen en hulp bij profielwerkstukken. Volgens Jacobs zijn vrijwel alle leerlingen na de les uitermate enthousiast. Niet iedereen heeft succes voor de klas. Om deze reden worden Philipssprekers geselecteerd op sociale vaardigheden en uitstraling. Ook worden de sprekers vooraf getraind in basale didactische vaardigheden.
signalement november 2007
Het zijn toch wel investeringen in tijd die door bedrijven in het scholenprogramma worden gestoken. Tot nu toe heeft FHI deelgenomen aan Jet-Net activiteiten zoals de Jet-Net Career Day (gestaag groeiend tot 2.500 leerlingen dit jaar) en recentelijk de Landelijke Docentendag. Een aantal lidbedrijven van de FHI branche Laboratorium Technologie heeft incidenteel gastlessen gegeven op middelbare scholen, maar het is nog niet gelukt om daar continuïteit aan te geven. Het vraagt tenslotte een investering waarvan je niet weet wat dit het eigen bedrijf oplevert. “Als alle bedrijven dit doen”, zegt Jacobs, “dan maakt het niet uit waar de jongeren gaan werken. De nadruk ligt ook niet op promotie van het eigen bedrijf, hoewel er natuurlijk een logo gebruikt wordt en eigen producten worden aangehaald.” Jacobs’ ideaal is dat leerlingen van elke middelbare school in alle leerjaren in aanraking komen met een technisch bedrijf. Hij stelt dat het al leuk zou zijn als mkb-bedrijven met één school contact zouden onderhouden, al was het maar voor kleinschalige projecten. “Eigenlijk kun je FHI zien als een verzameling van bedrijven en dat is Philips op een bepaalde manier ook: een verzameling van een aantal divisies en die moeten we bespelen.” Jacobs erkent dat het toch wat lastiger kan zijn voor een brancheorganisatie en mkb-bedrijven, maar stelt wel: “Als je niks doet, dan ga je achterop lopen. Terwijl als we er allen samen aan werken, dan wordt de vijver waaruit we vissen weer groter.” Heeft uw bedrijf al inhoudelijke contacten met een havo of vwo of zou u deze willen ontwikkelen, laat het dan weten aan FHI: Linda Dekker, tel (033) 465 75 70 of mail naar
[email protected] <
Socionomie Freek Rooze
Ik ben geen belegger. Handelen in aandelen, obligaties of wat dan ook is gewoon niet mijn ding.
Misschien ligt de oorzaak daarvan bij de leraar economie op de middelbare school. Zijn naam ben ik vergeten, maar niet het feit dat deze corpulente man een enorme pukkel op zijn kale hoofd had en sproeide bij het spreken. Vooral als hij kwaad was gemaakt, wat nog wel eens gebeurde. Hij stevende dan met driftige passen op de onverlaat af, om deze van korte afstand bijna schreeuwend de les te lezen. De mikpunten van zijn woede doken dan vaak weg. Eerder om niet besproeid te worden, dan dat ze bang voor hem waren. Interesse voor het vak heeft hij niemand bij weten te brengen en onze cijfermatige prestaties waren er dus ook naar. Ik moest aan deze leraar denken, toen ik van de week iets las over socionomie; een samentrekking van sociologie en economie. Het is een nieuw vak dat de economische golfbewegingen probeert te verklaren vanuit het groepssentiment van mensen en het daarbij horende gedrag. Al voor 1940 ontdekte de Amerikaan Elliot een aantal wetmatigheden in het verloop van de aandelenmarkt. Onder andere dat de mate van pessimisme onder de bevolking in een bepaalde tijdsperiode altijd voorafging aan een periode van koersval en dat overwegend optimisme altijd voorafging aan een periode van koersstijgingen. Hij verklaarde dit zo: als mensen negatief gestemd zijn, zijn ze niet geneigd om risico’s te nemen. Bij een positieve instelling juist wel. In groepen is dit effect nog sterker. We zien het ook terug op kleinere schaal. Bijvoorbeeld bij het voetbalteam waar het mentaal niet goed zit en dat ondanks sterspelers maar niet tot mooie prestaties kan komen, of bij het salesteam dat in een ‘winning mood’ zit en juist de sterren aan de hemel verkoopt. Het verklaart ook waarom de meeste fusies mislukken en dat bedrijven met de hoogste werknemerstevredenheid duidelijk beter presteren dan waar dat niet zo is. Als mijn economieleraar dit had geweten had hij zich misschien anders opgesteld. En misschien moeten we het de leden van Balkenende IV ook maar eens vertellen.
[email protected] <
Gerard Jacobs
signalement november 2007
15
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW KEES SMALING
Is er leven na FHI? Kees Smaling leeft al tien jaar in de hoogste versnelling Een aanbod dat hij niet kon weigeren betekent ongeveer tien jaar geleden het einde binnen de branche Medische Technologie. Als directeur telecommunicatie binnen Siemens Nederland zet Kees Smaling zijn eerste telecommunicatieve stappen in een wereld die twee keer zo snel gaat als alle
Door Roy Vervoort “Ruim tien jaar geleden ben ik bij de Raad van Bestuur van Siemens Nederland geroepen”, begint Kees Smaling. “De Raad van Bestuur stelde de vraag wat ik zou willen wanneer ik de kans krijg om iets nieuws te gaan doen. Mijn antwoord was dat ik ‘wel iets van een automatiseringstak op wilde zetten binnen de afdeling medische techniek van Siemens’.”
andere. Sinds 1 april 2007 staat het voormalig bestuurslid van de branche Medische Technologie aan het hoofd van de Nederlandse afdeling van Nokia Siemens Networks, een Fins-Duitse krachtenbundeling. “De snelheid is waanzin en ons brein de enige beperking.”
Dit was blijkbaar niet echt het beeld dat de Raad van Bestuur voor ogen had. “Het was tot dat moment nooit in me opgekomen om niet in de medische techniek te werken”, zegt Smaling. “Ik ben begonnen in de medische techniek en had het reuze naar mijn zin. Ik heb in verschillende omgevingen gewerkt en op een bepaald moment was ik manager van de tak elektromedische apparatuur en bestuurslid van de branche Medische Technologie.”
Tijdens de eerste jaren in zijn nieuwe omgeving mist Kees Smaling de medische wereld nog wel. “Het is een interessante en diverse omgeving die ik altijd op de voet ben blijven volgen.” Toch ziet Smaling
“Een paar dagen later werd ik gevraagd weer bij de Raad van Bestuur aan te schuiven”, vervolgt Kees Smaling. “Ze zeiden: ‘u gaf aan dat u de automatisering en de telecom wel leuk vindt, dus gefeliciteerd, u wordt de nieuwe directeur telecommunicatie binnen Siemens Nederland’. Mijn eerste reactie was: hoho, maar zo heb ik het niet gezegd. De toenmalige voorzitter, een Franstalige Brusselaar, antwoordde ‘ik ben nog steeds de patron en ik vraag u om directeur te worden van één van de grootste divisies van Siemens Nederland. En u wilt hierover nadenken?’ Drie weken later zat ik op die plek.”
zeer veel verschillen tussen zijn oude liefde en zijn huidige werkgebied. “Het investeringsvernuft binnen de telecomwereld gaat zo snel: men kijkt, beoordeelt, analyseert, koopt, schrijft af en het volgende ligt weer te wachten. In de medische wereld gaat het allemaal een tandje anders; de omloopsnelheid en investeringsdrang liggen veel minder hoog en het is allemaal nog conservatief, zeker in vergelijking met de telecommunicatie.”
Telecommunicatie Tien jaar is Kees Smaling nu weg uit de medische wereld en hij zit al tien jaar in de telecommunicatie. “Eigenlijk zijn het al twintig jaar”, meent Smaling. “De snelheid waarmee de telecommunicatie acteert, is ongekend. Ik denk dat ik zo ongeveer iedereen overleefd heb en ik heb veel voorbij zien komen: Dutchtone, Orange, Ben, T-Mobile, noem maar op en ik zit er nog steeds middenin. Wat er in tien jaar tijd is gebeurd, vind ik spectaculair.”
16
In 2015 hebben we een honderdvoud aan bandbreedte nodig en is de verwachting dat vijf miljard mensen aangesloten zijn op het netwerk. Een gemiddeld huishouden consumeert nu net zoveel data als een land acht jaar geleden. Wereldwijd worden dagelijks één miljoen mensen aangesloten op de mobiele netwerken. De groeipotentie in de China’s en India’s van deze wereld is enorm.”
Nokia en Siemens hebben hun krachten gebundeld in het nieuwe Nokia Siemens Networks, waarvan Smaling in Nederland directeur is. “Er vindt een grote consolidatieslag plaats in de wereld, ook door de grote mate van prijserosie. De ontwikkelkosten zijn zo hoog dat samenwerking noodzakelijk was, zeker als ook concurrenten hun krachten bundelen. Als tweede partij in de wereld richten wij ons op de infrastructuur in de netwerkwereld.”
Op de vraag of er leven is na FHI komt snel een antwoord. “Er is heel veel leven na FHI en soms wel eens te veel leven. De innovatiedrift binnen onze sector is enorm en ik leef al tien jaar in de hoogste versnelling. Ik zit op een plek waar ik tien jaar geleden niet om gevraagd heb, maar waar ik nu met enorm veel plezier zit. Er is heel veel leven na de medische techniek.” <
Fins-Duitse trein Op 1 april 2007 is Kees Smaling in de Fins-Duitse trein gestapt die voorbij reed.
“Drie weken later zat ik op die plek”
Snelheid Om de snelheid binnen de telecommunicatiewereld nog wat te verduidelijken, komt Kees Smaling met een aantal cijfers. “In tien jaar tijd is het aantal mobiele gebruikers gestegen van tweehonderdduizend naar zeventien miljoen. We versturen met elkaar miljoenen sms’jes per dag en wekelijks sluiten we twintigduizend nieuwe gebruikers aan. En dat allemaal in één klein landje.” Waar ligt dan de grens zullen veel mensen zich afvragen? “Er is geen grens”, zegt Smaling zeer resoluut. “Ons brein is de enige beperking die we kennen.
signalement november 2007
signalement november 2007
17
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIENIEUWS
■ NIEUWS VAN FHI PARTNERS
Remco de Kramer wint negentiende FHI Golftournament
Pensioen en waardeoverdracht
Veel nieuwe jonge talenten bij overtekening van aantal inschrijvingen
Een fenomeen waarvan de financiële impact vaak wordt onderschat
Weer was het een jong nieuw aanstormend talent dat met de FHI wisselbeker naar huis ging. Remco de Kramer van de firma Teesing, een gerenommeerd bedrijf dat al vele jaren bij FHI in de boeken staat als lid nummer 899, werd de winnaar van de negentiende editie van de shotgun wedstrijd, met 34 punten, spelend vanaf handicap 30 met driekwart handicapverrekening. En weer werd Christine Mendlik een hele sterke tweede, met 32 punten, spelend vanaf handicap 13,7. Samen met een zeer gemotiveerde Tom Kuperij en steady going Marga Kwak, vormde Christine het trio vertrouwde namen in de top tien. De andere zeven waren allemaal jonge nieuwkomers. Henry Stappaerts van de firma Applikon en bestuurslid van de labbranche werd de ster van de masterclinic met een meesterlijke slag in de hole tijdens de best ball wedstrijd. Ook zelden iemand zo uit zijn dak zien gaan op de golfbaan. Met een record aantal deelnemers, prima wedstrijdweer, uitstekende verzorging zowel op de baan als daarbuiten werd het opnieuw een schitterende dag, deze keer in het Betuwse Elst op golfbaan Welderen. Het is een hele sterke traditie geworden binnen FHI om elkaar na de vakantie, de laatste donderdag van augustus weer te ontmoeten
op de golfbaan, ‘ergens’ in het land. Een behoorlijk serieuze wedstrijd, waarvoor het aantal inschrijvingen dit jaar zo groot was zelfs mensen teleurgesteld moesten worden, werd ook nu weer gecombineerd met een masterclass en een beginnersclinic. In totaal kon zo een recordaantal van 165 leden en relaties van FHI deelnemen, niet alleen aan het sportieve gedeelte, maar met minstens evenveel enthousiasme aan het onderling netwerken tijdens daaromheen en op de negentiende hole. Vrijwel alle deelnemers brachten iets mee voor de prijzentafel, waardoor die uitpuilde en niemand met lege handen naar huis ging, buiten het elektronische springtouw dat elke deelnemer sowieso mee kreeg ten behoeve van de conditie. Enkele heel trouwe en ook een paar nieuwe sponsors zorgden er voor dat het geheel voor iedereen betaalbaar kon blijven om mee te doen en te genieten van catering-voorzieningen die ‘af’ waren. Om ze nog maar even te noemen en te bedanken: Bits & Chips, NMi Certin, Jaarbeurs Utrecht, CombiCare en Arti ‘70 Standbouw als hoofdsponsor en Drukkerij Van de Ridder, Romex, Borrie & Co Accountants, Texim Europe, HBR Branche Verzekeringen, JWB Creatieve Communicatie, Crop belastingadviseurs en GRAYDON als
subsponsor. Dat bedanken is zeker ook op zijn plaats richting de leden van de golfcommissie van 2007: Gejan Starink van Panasonic Electric Works, Willems Snijders van Snijders Scientific, Willem van Raalte van Da Vinci Europe en Renée Boerma en Marjoleine Haisma van het FHI-bureau. De twintigste jubileumeditie van het FHIgolftournament staat gepland voor opnieuw de laatste donderdag van augustus, de 28e, in 2008. De locatie is nog niet bekend, maar het staat al wel vast dat deelnemers er vroeg bij moeten zijn. Banen die meer dan 175 mensen kunnen handlen, zijn er eigenlijk niet in Nederland. En gezien de groei van de belangstelling mag dat aantal inschrijvingen zeker verwacht worden. <
Winnaar: Remco de Kramer
Uitslag FHI Golftournament 2007 Top 10 wedstrijd Championship Course: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
18
Remco de Kramer (Teesing) Christine Mendlik-Radios (Medi Lease) Rud Lemmens (Vos Instrumenten) Mark van Hoven (Krohne Nederland) Johan Govers (Arti ’70 standbouw) Heleen van der Meer (VNU Exhibitions Europe) Frans Sudijn (Unitron Systems) Tom Kuperij (WIB-Int.Instr.Users Assocation) Marga Kwak Co Stravers (Arti ’70 standbouw)
RECTIFICATIE In het artikel “FHI golftournament kent mooi sponsorveld” in de vorige uitgave is per abuis vergeten om HBR Branche Verzekeringen B.V. aan de lijst subsponsors toe te voegen. <
signalement november 2007
Zodra de werkgever een pensioentoezegging heeft gedaan aan zijn werknemers krijgt de werkgever automatisch te maken met waardeoverdracht. Waardeoverdracht is een wettelijk recht van de werknemer, de werkgever kan dit dus niet tegenhouden. Afhankelijk van welk pensioensysteem (renteregeling of beschikbare premie, (on)voorwaardelijke indexatie) er is toegezegd door de werkgever kunnen hier nogal vergaande financiële gevolgen aan vastzitten. Wat is waardeoverdracht nu eigenlijk? Er zijn twee verschillende soorten waardeoverdracht te benoemen: inkomende en uitgaande waardeoverdracht. Bij inkomende waardeoverdracht neemt de werknemer zijn oude pensioenrechten vanuit vorig(e) dienstverband(en) mee naar zijn nieuwe pensioenregeling. Bij renteregelingen (eindloon en middelloon) worden deze rechten vertaald naar inkoop van het aantal dienstjaren. Bij beschikbare premieregelingen wordt de actuele waarde van de toezegging berekend en zal deze waarde ingebracht worden in de nieuwe regeling. De pijn zit in de renteregelingen, daar de inkomende rechten door de oude uitvoerder (pensioenfonds of verzekeraar) wellicht met een ander rentepercentage worden berekend, dan de ontvangende pensioenuitvoerder doet. Het negatieve verschil zal door de nieuwe werkgever moeten worden bijgestort, daar de toezegging gedaan wordt in dienstjaren en niet in nominale waarde. Deze bedragen kunnen bij langer dienstverband tot zeer hoge bedragen oplopen. Vanaf 2008 heeft de wetgever bepaald dat de overdrachtswaarden berekend dienen te worden met de marktrente. De verwachting is dat de verschillen tussen de uitgaande en inkomende bedragen nog verder uit elkaar kunnen komen te liggen. Immers, welke verzekeraar of welk pensioenfonds werkt met exact dezelfde rente. Bij uitgaande waardeoverdracht neemt de (ex-)werk-
signalement november 2007
nemer zijn pensioenrechten mee naar de nieuwe pensioenregeling van zijn nieuwe werkgever. Afhankelijk van het nieuwe pensioensysteem bij de nieuwe werkgever kan dit ook nog financiële gevolgen hebben voor de oude werkgever. Indien de nieuwe pensioenregeling ook een renteregeling is, wordt er immers berekend hoeveel er op basis van de actuele marktrente nodig is om de dienstjaren over te dragen. Indien er meer reserve aanwezig is dan dat er moet worden overgedragen, zal het surplus, onder aftrek van kosten, worden gecrediteerd bij de oude werkgever. Indien de nieuwe pensioentoezegging een beschikbare premieregeling is, vindt deze berekening niet plaats en zullen er verder geen financiële gevolgen bij de oude werkgever zijn. Bij waardeoverdracht is tevens bepaald dat de pensioenuitvoerders vastgestelde administratieve kosten in rekening mogen brengen bij zowel de oude als nieuwe werkgever. Deze kosten zullen echter niet meer bedragen dan circa € 240,(prijspeil 2007).
Tip: Wellicht is het verstandig bij het aannemen van een nieuwe medewerker om op voorhand een opgave te vragen wat u als werkgever extra moet betalen bij waardeoverdracht naar uw pensioenregeling.
Nadere informatie: HBR Branche Verzekeringen B.V. Eliab Salamony of Ruud Rooker Telefoonnummer (023) 522 10 20 E-mailadressen:
[email protected] of
[email protected] <
19
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ NIEUWS VAN FHI PARTNERS
“Bedrijven met strategisch plan behalen beter resultaat dan bedrijven zonder plan” Ouwe rot Chris Houwer komt met nieuwe DTB-aanpak Sinds 1978 geeft DTB (Direct Toepasbare Bestuurskennis) van drs. ing. Chris Houwer trainingen aan ondernemingen. Vele FHI-leden hebben de afgelopen jaren hun vruchten geplukt van deze cursussen. Maar nu komt de ouwe rot in het vak met een nieuwe in-company training voor bedrijven. De ‘oude’ training aangevuld met de (bij FHI-leden) opgedane praktijkkennis resulteert in de in-company training ‘Do-it-yourself strategisch plan’. Motivatie, structuur en innovatie. Volgens Chris Houwer, directeur van DTB, zijn dit dé sleutelwoorden voor een goed lopende organisatie. “Met een goed strategisch plan creëer je meer rust, meer bewustheid en meer motivatie binnen de organisatie.” Door Roy Vervoort In 1977 heeft Chris Houwer voldoende gezien in het bedrijfsleven en besluit hij zelfstandig een nieuwe weg in te slaan. “Ik was altijd al meer geïnteresseerd in het voorverhaal dan in de cijfers zelf. Op het moment dat ik besloot voor mezelf te beginnen, bestond er nog geen enkele opleiding om een ondernemingsplan te maken.” Houwer ontwikkelt een pasklare structuur voor bedrijven, het DTB-Ondernemingsplan, dat in het najaar van 1978 wordt gepresenteerd. “Als je de structuur doorloopt, krijg je een goed zicht op de organisatie.” De praktijkkennis, de opgedane ervaringen en het DTB-Ondernemingsplan resulteren in 2004 in het boek ‘De bouwstenen voor een strategisch ondernemingsplan’. Voordat Chris Houwer op zoek gaat naar een uitgever vraagt hij dertien mensen hun mening over zijn manuscript en toestemming deze op de cover te vermelden. “Volgens mij is dit het zwaarst gerefereerde boek van Nederland.” Het boek, de open cursus DTB-Ondernemingsplan en de uitgevoerde ontwikkelingsopdrachten monden uit in de in-company trainingen van DTB. Onder toezicht van DTB geeft een twintigtal consultants een training in of nabij de organisatie. “De voorkeur gaat uit naar een locatie nabij de onderneming omdat anders de vibratie van de waan van de dag de overhand heeft.” “Het doel van de in-company trainingen is allereerst dat het managementteam inzicht krijgt in het waarom, wat en hoe van een
20
strategisch plan”, aldus de directeur van DTB. “Verder moeten zij vertrouwd raken met de leidraad van het ‘Do-it-yourself strategisch plan’ en gemotiveerd raken om het plan te maken én waar te maken. Aan het eind van de training moeten de doelstellingen en de missie van de onderneming besproken worden.” Chris Houwer meent dat een strategisch plan in deze tijd een ‘must’ is. “Binnen veel ondernemingen is een strategisch plan een stille wens, maar de waan van de dag houdt het maken van dit plan vaak tegen. Het strategisch plan roept zichzelf niet op en wordt om deze reden vaak voor zich uit geschoven. Een onderneming moet een horizon, een toekomstbeeld voor de komende drie jaren, hebben én het beleid plus de prognoses voor het komende jaar moeten duidelijk zijn. Een strategisch plan is een belangrijk instrument om doelgerichte keuzes te maken en de juiste beslissingen te nemen. Op termijn zal een onderneming zonder duidelijk plan niet overleven.” “Bedrijven met een plan behalen een beter resultaat dan bedrijven zonder plan”, zegt Chris Houwer. “Dit komt niet alleen tot uiting in de financiën, maar blijkt bijvoorbeeld ook uit de klanttevredenheid. Met een strategisch plan kan een onderneming sneller inspringen op veranderingen en het dwingt zichzelf om stil te staan bij ieder facet. Ad hoc-beslissingen maken plaats voor visie; if you fail to plan you plan to fail.” De jarenlange ervaring van Houwer heeft hem bewust gemaakt dat het maken van een plan gemakkelijker wordt als het een gezamenlijke activiteit is van de directie en het managementteam.
“DIRECTEUR GAAT VAAK OPGELUCHT NAAR HUIS” “Binnen een organisatie leeft vaak de angst dat er onvoldoende kennis is”, aldus DTB-docent Ruud Lagemann. “Dat is meestal helemaal niet zo, maar hoe toon je dat aan?” Volgens Lagemann is de in-company training van Chris Houwer dé sleutel. “Samen met het managementteam hebben we ongeveer vijf keer een lesuur de tijd om het boek door te nemen. Wat je dan vaak ziet, is dat de stemming omslaat in ‘we zijn wel toe aan iets nieuws’. Tot dat inzicht komen bedrijven vaak dankzij de DTB-aanpak.” “De training van Chris Houwer zit handig en logisch in elkaar”, vervolgt Ruud Lagemann. “Het praktische advies in combinatie met de kennis en praktische ervaring van de docenten maakt het makkelijker een bedrijf te doorgronden.” Lagemann is er ook van overtuigd dat een strategisch plan een ‘must’ is. “Wanneer een bedrijf eenmaal een plan heeft ontwikkeld, wordt dit vaak gecontinueerd. Elk jaar wordt vastgesteld waar de onderneming staat en waar deze naartoe gaat. Het mooie is dat we vaak zien dat de directeur dan echt opgelucht naar huis gaat. Dat geeft ons docenten veel voldoening.” <
signalement november 2007
Chris Houwer, directeur DTB
signalement november 2007
21
������
������������������������������������������������������������������ ���������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������� ■ NIEUWS VAN FHI PARTNERS ��������������
������������������������� �������������������������� ��� ������� ������� ������� ����� ���������������� ��� ���� ���� ��� ������ �� ������� ������������������������� ����
■ FEDERATIENIEUWS
������� ������� ��� ����� “De eerste en hoogste hobbel die genomen ������������������������ ��������������������������������� ������������������������� moet worden, is de directeur. Deze moet ����������� ��� ��� ������� vernieuwingsgezind zijn.” Geeft de directie ������ �� ������� �������� ��� groen licht, dan is het essentieel dat het �������������������������������������������������������� ��� ��������� ������ ������ �� ������������������������ management vanaf het eerste moment bij Doelen �������������������������������������������������� �� ����������� �� ������� ��� het plan betrokken is. “De directie is het ten • inzicht in waarom, wat en hoe van een strategisch plan ������������������������� opzichte van het managementteam verplicht • vertrouwd raken met leidraad ‘Do-it-yourself strategisch plan’ ����� �� ��������� �������� ������������������������ om met een strategisch plan te starten. Op • motivatie om samen een optimaal strategisch plan te maken en waar te maken ��������������������������� deze�manier creëert de directie een breed • bespreken van missie en doelstellingen van de onderneming � ������� ��������������������������
Overzicht ‘Do-it-yourself strategisch plan’
draagvlak en prikkelt zij het management� � ��������������������������������������� ������� ����������� ��� team zodat het team gemotiveerd blijft.” Deelnemers �� ������� ������ ������ �� � � ������������ Een tweede essentiële voorwaarde is dat de training is bestemd voor directieleden en het managementteam ������ ��� ������� ������� managementteam hetzelfde ���� ��� �� ������� ������ �� �����������ieder� lid van het�������������������������������������������� ������� kennisniveau over het waarom, het wat en Programma �������� ��� ��� ��������� � � ������������������������������������������������� het hoe van een strategisch plan heeft. En hier 13.00 – 17.50 bespreken leidraad ‘Do-it-yourself������ strategisch ������plan’ �� ��� ������� komt� de in-company training van DTB om de 17.50 – 18.45 maaltijd ����� ��������� �� ������� ���������������� ������������������������ hoek kijken. “Onze training zorgt in een heel 18.45 – 19.15 uitreiking en toelichting materiaal����� � �� ��������������������������
���
kort tijdsbestek dat het gehele management dezelfde basiskennis krijgt, maar levert ook de instrumenten om een eigen bijdrage te leveren aan het strategisch plan.”
19.15 – 21.00 bespreking missie en doelstellingen onderneming ���������������������������
Deelnemers ontvangen • leidraad ‘Do-it-yourself strategisch plan’
�������� ��� ������ ����� ��������������������������� ������ �� ������ ����������� �����������������
� � ������� • persoonlijk werkboek ��� � ��������������������������������������� Niet �alleen op directieen management• deelnamecertificaat niveau duidelijk strategisch plan � � biedt een������������ voordelen, ook dieper in de organisatie Deelnamebedrag �����������werpt� het haar vruchten �������������������������������������������� af. Chris Houwer deelnemer 1 t/m 5 (minimum): € 620,- per persoon is van een managementteam deelnemer 6 t/m 10 (maximum): € 50,- per persoon � � mening dat ������������������������������������������������� sterker wordt van een dergelijk strategisch ���������������� � ������������������������ plan omdat het team gezamenlijk een koers Voor meer informatie of een geheel vrijblijvende afspraak kunt u contact opnemen met � �� uitstippelt en daar ook volledig achterstaat. DTB op (035) 531 31 08 of via
[email protected] <
�
FHI-HRM Actualiteitenseminar in het teken van personeels- en organisatiebeleid
“Alles hangt van de mensen af en niet alleen van de directie. Gelukkig hoor je dat nu alom. Voeding voor het strategisch plan komt vanuit het gehele bedrijf.” �������������
Chris Houwer is ervan overtuigd dat ������������������������������������������������� bedrijven openstaan voor de aanpak van �����������������������������������������������������������������������������
Personeel vinden, boeien en binden is het waar het vandaag de dag vaak om draait. Er is een tekort aan personeel binnen de technologiebranches, terwijl de vraag naar gekwalificeerd personeel groot is en blijft stijgen. Bedrijven proberen op allerlei manieren waardevolle, maar schaarse medewerkers binnen te halen. Personeel werven is één zaak, hen inzetten in het bedrijf en behouden is een tweede.
DTB. “De structuur is geen enkel discussiepunt meer want deze heeft zich in �����������de open cursus DTB-Ondernemingsplan ���������� bewezen en is gelouterd in de praktijk, meer dan twintig jaar lang.” De investe������������������ ringen in een strategisch plan zijn volgens �� Houwer relatief. “De tijd en de kosten die een organisatie nu investeert in een plan zijn besparingen voor de toekomst. De ‘verloren’ tijd verdient een bedrijf tien keer terug plus alle andere voordelen.”
Tijdens het jaarlijkse FHI-HRM Actualiteitenseminar op 8 november 2007 worden onder de titel ‘Personeel en Organisatie onder de loep’ heldere uiteenzettingen en handreikingen gegeven om het personeels- en organisatiebeleid te optimaliseren. Daarnaast wordt uiteraard stilgestaan bij de vele wijzigingen in de arbeidswetgeving.
Een onderneming heeft continu te maken met veranderingen en op al deze veranderingen bestaat maar één antwoord: voortdurend innoveren op vele fronten. “Het verbeterinstrument is een duidelijk strategisch plan. Het levert meer rust, meer bewustheid en meer motivatie binnen de organisatie op. Mensen zitten op dezelfde golflengte en het bevordert het meedenken binnen de onderneming.” <
22
Ontwikkelingen op de arbeidsmarkt laten zien dat deze van een verkopersmarkt naar
signalement november 2007
signalement november 2007
een kopersmarkt is gegaan: de kandidaat staat centraal. En techniek is niet meer zo ‘cool’ met als gevolg dat ongeveer dertig procent van de vacatures moeilijk invulbaar is. Wat betekent dit voor de benadering van de arbeidsmarkt door bedrijven? In tegenstelling tot techniek is coachen ‘hot’. En dat is niet voor niets aangezien coachen een sterke invloed heeft op mensen en dus op het welzijn van de organisatie. Maar dan moet het wel goed gebeuren. Dit betekent resultaatgericht én motiverend. Wat zijn de zeven succesfactoren voor effectief resultaatgericht coachen van mensen? Veel organisaties worden op dit moment geconfronteerd met de gevolgen van de krappe arbeidsmarkt. Binding van medewerkers staat dan ook hoog op de agenda. Het oude medicijn voor binding was altijd het verhogen van de arbeidsvoorwaarden,
maar het effect hiervan is echter beperkt. Uit onderzoek blijkt dat door medewerkers anders te belonen de binding kan worden verhoogd. Wat zijn de mogelijkheden om medewerkers te binden? Binden en boeien van medewerkers: wie heeft er een probleem, de organisatie of de medewerker? Een organisatie moet oog hebben voor en maatregelen durven nemen om nieuwe en zittende medewerkers te werven en te behouden. Hoe moet een organisatie binden en boeien? Wat is de rol van de medewerkers? Welke maatregelen werken wel en welke niet? Hoe combineert een bedrijf organisatiemaatregelen met individuele aandacht? De antwoorden op al deze vragen liggen voor het oprapen tijdens 24-09-2007 het FHI-HRM Actualiteitenseminar. Meer informatie: www.fhi.nl/hrm <
23
13:53:56
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ THEMA: TECHNOLOGIEBELEID
“Inkoopkracht van overheid biedt kansen voor technologische innovatie” Minister Maria van der Hoeven omarmt beleidsvoorstellen van FHI ‘Het FHI-visiedocument ‘Technologie in markt en beleid’ is goed ontvangen in Den Haag’ meldde de vorige editie van Signalement. Wat wil dat zeggen, vraag je jezelf af als je dat leest. Aan de hand van een aantal vragen over de beleidsonderwerpen die in het FHI-rapport zijn geadresseerd, bleek onze nieuwe minister van Economische Zaken, mevrouw Maria van der Hoeven, bereid in te gaan op de voorstellen en ideeën van de federatie van technologiebranches. Het lijkt erop dat zij veel zaken oppikt en inderdaad blij is met deze input vanuit het bedrijfsleven. Het is aan de lezer om te beoordelen of er toch niet nog wat zaken blijven liggen en aan FHI om te monitoren of de mooie woorden ook werkelijk leiden tot daden. Door Roy Vervoort
FHI heeft naar aanleiding van een strategieproject binnen de vier technologiebranches een beleidsnotitie uitgebracht onder de titel ‘Technologie in markt en beleid’. Wat is uw globale indruk van deze notitie? Kunt u er in Den Haag mee uit de voeten? “Het initiatief van FHI om een onderzoek te doen naar de positie van de betrokken technologiebranches, juich ik van harte toe. De notitie geeft een goed beeld van de sterktes, zwaktes, kansen en bedreigingen van deze sectoren. De thema’s uit dit onderzoek sluiten aan op de prioriteiten van dit kabinet die in het Beleidsprogramma onder de tweede pijler (‘Een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie’) zijn weergegeven. Ik wijs op het vergroten van de aantrekkelijkheid van Nederland voor kenniswerkers, het versterken van het innovatievermogen van het mkb en het oplossen van maatschappelijke vraagstukken, zoals in de gezondheidszorg, met inzet van innovatie. De uitkomsten van dit project zijn ook nuttig voor de nadere invulling van het industriebeleid.”
Binnen FHI wordt het tekort aan gekwalificeerde arbeidskrachten gezien als een rem op de ontwikkeling van de technologiemarkt. Deelt u die mening? Hoe en waar ziet u een rol van de overheid om dit probleem aan te pakken en wat verwacht u daarbij van het technologische bedrijfsleven en de brancheorganisatie?
24
“Voldoende aanbod van hoogopgeleide, gekwalificeerde arbeidskrachten - zeker in de bètatechnische afstudeerrichtingen - is belangrijk voor onze concurrentiekracht en een belangrijke vestigingsvoorwaarde voor innovatieve bedrijven. Ik maak me dan ook zorgen om de tekorten op de arbeidsmarkt. Dit geeft aanleiding tot actie van de overheid én het bedrijfsleven. Zo zet het kabinet via het Deltaplan Bèta/techniek in op een stijging van vijftien procent van het aantal afgestuurde bèta’s en technici in 2010. Dat lijken we te gaan halen. Volgens de laatste berichten gaan ook meer scholieren techniek studeren. Essentiële factoren zijn meer aandacht voor techniek in het basisonderwijs, in technasia (middelbare scholen die zich specialiseren in bètaonderwijs) en een actieve voorlichting. Ook de inhoud van mboen hbo-opleidingen kan nog beter toegespitst worden op de gevraagde kwalificaties van bedrijven. Omdat de arbeidsmarkt voor
aantrekkelijke carrières. En onderwijsinstellingen moeten de boer op om jongeren erop te wijzen hoe leuk technische opleidingen kunnen zijn. De pas ingestelde taskforce ‘Technologie, Onderwijs en Arbeidsmarkt’ (één van de ideeën die FHI heeft ingebracht bij de coalitieonderhandelingen, red.) moet ervoor zorgen dat het bedrijfsleven zelf ook komt met oplossingen zoals het bieden van betere arbeidsvoorwaarden, aanvullende scholing en een beter imago van een carrière als bèta.”
Welk beeld heeft u van de technologiebranches in Nederland wat betreft de kwaliteit en specialiteit van de bedrijven, de onderlinge samenwerking en samenhang en de internationale concurrentiekracht?
“De technologiebranches vervullen een belangrijke rol in de Nederlandse economie. Dit onderzoek bevestigt het beeld dat ik al van deze branches en bedrijven had. Veel innovatieve bedrijven zijn internationaal toonaangevend en veelal actief in een marktniche. Het bundelen van krachten tussen bedrijven en kennisinstellingen zie ik als een essentiële voorwaarde om de positie in de markt verder te verbeteren en ook met nieuwe producten en diensten te komen. Het beleid van dit kabinet is hier ook op gericht. Ik wijs u op de innovatieprogramma’s en de initiatieven die op regionaal niveau zijn ontwikkeld in het kader van ‘Pieken in de Delta’. Daarnaast hebben brancheorganisaties op dit terrein ook een eigen verantwoordelijkheid.”
“Overheid kan innovatieve bedrijven steunen via inkoopbeleid” bèta’s steeds meer internationaliseert, heeft de overheid ook als taak ervoor te zorgen dat kenniswerkers uit het buitenland gemakkelijk kunnen worden aangetrokken door bedrijven. De recente kentering in dit beleid begint vruchten af te werpen, maar we moeten alert blijven op mogelijke knelpunten. De overheid kan het echter niet alleen. Het bedrijfsleven zelf moet zorgen voor
Minister van der Hoeven onder de indruk van innovatieve paraplu
signalement november 2007
signalement november 2007
Hoe ziet u de relatie tussen bedrijven, universiteiten, kennisinstituten en de overheid als opdrachtgever? “De overheid kan innovatieve bedrijvigheid in Nederland een extra steuntje in de rug geven door bij het inkopen van producten en diensten meer aandacht te besteden aan innovatie. Doel is innovatie uit te lokken en de brede toepassing van innovaties te versnellen door de vraag te vergroten en uitdagende en functionele eisen te stellen aan producten en diensten. Daarbij kan de overheid fungeren als eerste (grote) afnemer van innovatieve producten en diensten (launching customer). Geïnspireerd door het InnovatiePlatform is de rijksoverheid al bezig om haar rol als innovatieve inkoper in te vullen. Een voorbeeld is het project Professioneel inkopen en aanbesteden. Een ander voorbeeld is het project Markten voor duurzame producten, waarbij de overheid haar inkoopkracht gebruikt om de ontwikkeling van betaalbare duurzame producten te bevorderen.” “Ik ben het van harte eens met FHI dat hier kansen liggen. Een voorbeeld is energiebesparing, waar aanbieders soms ongedachte mogelijkheden in huis hebben om echt een stap verder te komen. Daar moet bij de inkopende overheid meer aandacht voor komen, want het is een aanpak die vaak nog tegen de gewoonte ingaat. Bij het bedenken van oplossingen kunnen opdrachtgever en bedrijven gebruik maken van Small Business Innovation Research (SBIR). Verschillende (mkb-)bedrijven krijgen dan een onderzoeksopdracht, die uiteindelijk tot één of meer producten kan leiden. Ook kan
een mkbbedrijf met een Innovatievoucher kennis inkopen bij een kennisinstelling. Zo brengen wij vraag en aanbod van kennis dichter bij elkaar en zorgen wij ervoor dat kennisinstellingen en ondernemers elkaars taal leren spreken.”
Welke punten uit het kabinetsprogramma gaan voor de technologiebedrijven in Nederland naar uw mening het meest opleveren, hoe en wanneer? “Dit kabinet investeert in kennis, innovatie en ondernemerschap in Nederland. Dat betekent bovenal doorpakken op het door het vorige kabinet ingezette innovatiebeleid: de Sleutelgebieden-aanpak en het gebiedsgerichte innovatiebeleid (‘Pieken in de Delta’). Daarbij kondigt het kabinet in het beleidsprogramma aan extra geld uit te trekken voor een maatschappelijke innovatieagenda. Ik wil het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties uitdagen om gezamenlijk
25
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ THEMA: TECHNOLOGIEBELEID
met het veld is van groot belang voor het draagvlak voor het beleid van het kabinet, waaronder het beleid gericht op kennis en innovatie en de daarmee gepaard gaande investeringsagenda.”
Caspar Bolsman van DevLab praat minister en ambtenaren bij
verbeterd onder andere door ophoging van de BBMKB (de Borgstellingregeling voor het mkb), het verstrekken van microkredieten en het inzetten van innovatiekredieten. Ten slotte gaan we voortvarend aan de slag met het verminderen van regels waar ondernemers veel last van hebben. Allemaal concrete maatregelen waarvan de technologiebedrijven in Nederland kunnen profiteren.”
Wat mogen we verwachten van de taskforce ‘Technologie, Onderwijs en Arbeidsmarkt’ die u hebt aangekondigd en wat wordt de betrokkenheid van FHI en haar leden daarin?
“Er komen deze kabinetsperiode nog meer innovatieprogramma’s” oplossingen te zoeken voor maatschappelijke vraagstukken, zoals water, energie en de zorg.” “Verder is er (extra) geld beschikbaar voor bewezen innovatie-instrumenten zoals de WBSO, Innovatievouchers en InnovatiePrestatieContracten. Ook investeren we in ons menselijk kapitaal om ook de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren, denk bijvoorbeeld aan de regeling ‘Beroepsonderwijs in Bedrijf’ (BiB) die bedrijven in staat stelt om jongeren beter en meer praktijkgericht op te leiden. Daarnaast wordt de toegang tot kapitaal
26
“De taskforce ‘Technologie, Onderwijs en Arbeidsmarkt’ is opgericht om oplossingen aan te dragen voor de tekorten aan bèta/technici. Het bedrijfsleven heeft hierbij een leidende rol. Er zijn inmiddels kwartiermakers aangesteld die de taskforce vorm gaan geven. De komende maanden zal intensief contact worden gezocht vooral met het bedrijfsleven, maar ook met andere stakeholders als onderwijsinstellingen om ideeën en suggesties voor verbetering van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt aan te dragen.” (Inmiddels is gebleken dat men even was vergeten om FHI als initiatiefnemer uit te nodigen bij de opzet van de taskforce. Die omissie is inmiddels rechtgezet, red.).
Een nieuw initiatief, dat mede op voorstel van FHI door het kabinet is genomen, is de interdepartementale aanpak van de rol van de overheid als opdrachtgever voor technologische ontwikkeling gekoppeld aan maatschappelijke doelen. Hoe staat het daarmee en wat mogen we verwachten qua samenwerking tussen uw ministerie en FHI en haar leden?
“Ik heb in het beleidsprogramma aangekondigd extra middelen uit te trekken voor een maatschappelijke innovatieagenda. Ik wil het bedrijfsleven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties uitdagen om gezamenlijk oplossingen te zoeken voor maatschappelijke vraagstukken, zoals water, energie, veiligheid en de zorg. In de aanpak zal worden aangesloten bij sterke technologiegebieden in Nederland die maatschappelijk een duidelijke relevantie hebben, zoals op het gebied van zorg. De zorg staat voor een aantal grote uitdagingen. Er is sprake van een groeiende vraag naar zorg. Bovendien wordt de zorgvraag steeds meer complex en divers. Anderzijds dreigt een tekort aan menskracht om deze zorg te leveren. We staan voor de uitdaging een balans te vinden tussen de zorgvraag en het zorgaanbod, waarbij de kosten moeten worden beperkt, goede kwaliteit moet worden gehandhaafd en toegankelijkheid gewaarborgd. Inzet van kennis, innovatie en ondernemerschap is daarbij noodzakelijk. De programmadirectie Kennis en Innovatie zal de komende periode samen met alle stakeholders per deelthema, met alle stakeholders waaronder ook Nederlandse technologiebedrijven, een agenda opstellen om maatschappelijke vraagstukken op onder andere de gebieden zorg, water, veiligheid en energie aan te pakken.”
Binnen de technologiebranches is men bezorgd dat het nieuwe InnovatiePlatform en het innovatiebeleid los raakt van de technologie. Sociale innovatie is nuttig en nodig, met name ook voor de arbeidsmarkt. Wanneer technologische innovatie daar een onderdeel van gaat worden dan worden te kunstmatig twee verschillende zaken ‘op de klank’ af gekoppeld. Deelt u die mening, ziet u die bedreiging en hoe gaat u daar in de toekomst mee om? “Om misverstanden te voorkomen is het belangrijk hier onderscheid te maken tussen wat we sociale innovatie (niet-technologische innovatie, slimmer werken) en maatschappelijke innovatie noemen. Met maatschappelijke innovatie bedoelen we innovatie op maatschappelijke gebieden, zoals zorg, onderwijs en waterbeheersing. Ik ben me ervan bewust dat de aandacht van het kabinet voor met name maatschappelijke innovatie bij het bedrijfsleven het idee heeft doen postvatten dat dit ten koste zou kunnen gaan van onze inzet op technologische innovatie. Niets is minder waar. Technologische innovatie behoudt haar belangrijke plaats in het innovatiebeleid van het Ministerie van Economische Zaken, in het bijzonder het Sleutelgebieden-beleid. De innovatieprogramma’s Point-One (Nanotechnologie en Embedded Systemen), Food & Nutrition Delta, Watertechnologie, Maritiem en Automotive zijn daarvan goede voorbeelden. En er zullen er in deze kabinetsperiode nog meer volgen.”
FHI is blij met de verbeteringen die uw ministerie heeft aangekondigd ten aanzien van het aanbestedingsbeleid. Voor ons is echter niet duidelijk hoe de verbeteringen gerealiseerd c.q. nageleefd kunnen gaan worden. Met name is FHI benieuwd hoe het ministerie denkt te voorkomen dat iedere keer de gang naar de rechter noodzakelijk is om naleving af te dwingen. “Als een overheidsorganisatie de aanbestedingsregels niet naleeft, kan een onderneming dit voorleggen aan de rechter. Dit zal ook zo zijn onder de nieuwe Aanbestedingswet. Om echter te voorkomen dat ondernemingen naar de rechter moeten stappen om naleving van de aanbestedingsregels af te dwingen, wil ik de naleving verder verbeteren door nieuwe wet- en regelgeving.” “Met de nieuwe Aanbestedingswet wordt een groot aantal maatregelen genomen waarvan ik verwacht dat die de naleving door overheden verder zullen verbeteren. Zo worden de aanbestedingsprocedures inzichtelijker gemaakt voor de overheden door de aanbestedingsregels logischer op te schrijven en door de verschillende aanbestedingsprocedures in chronologische volgorde en stapsgewijs uit te schrijven. Op deze manier is het makkelijker om aan te besteden en zullen overheden dus minder fouten maken. Daarnaast zijn alle overheden straks verplicht om een aanbesteding via de website www.tenderned.nl aan te kondigen. Het is de bedoeling dat TenderNed wordt uitgebouwd tot een systeem dat overheden stapsgewijs door het aanbestedingsproces loodst. In elke stap moet duidelijk worden welke regels toegepast moeten worden. Hierdoor wordt het voor aanbestedende diensten gemakkelijker om zich aan de geldende regels te houden.”
“De nieuwe regels moeten het aanbesteden makkelijker maken. Daarnaast moeten overheden ook beter in staat worden gesteld om goed aan te besteden. Het gaat dan om het professionaliseren van aanbesteden. Het Rijk heeft daartoe PIANOo opgericht. PIANOo helpt overheden die moeite hebben met het naleven van de aanbestedingsregels. Dit gebeurt door vraag naar en aanbod van kennis beter met elkaar te verbinden en praktijkkennis breed beschikbaar te stellen. Ook worden er verspreid door het land workshops en bijeenkomsten voor overheden georganiseerd.” “Tot slot ben ik blij met het nieuwe klachtenloket over aanbesteding van MKB-Nederland. Ik hoop dat ook dat een bijdrage zal leveren aan een verbetering van de naleving.”
In de beleidsontwikkeling rond de Industriebrief heeft FHI, samen met de VNCI, gesignaleerd dat het belang van de chemische- en andere procesindustrie onderbelicht is gebleven. Kunt u aangeven wat Economische Zaken gaat doen met dit signaal? “In de aanloop naar de Industriebrief uit 2004 is een sterkte-zwakte analyse uitgevoerd van de industrie in Nederland. De chemische- en andere procesindustrie hebben daarin een belangrijke rol gespeeld. In die zin is het belang van deze industrie wel degelijk tot zijn recht gekomen. Ter voorbereiding van de nieuwe Industriebrief, die ik in de eerste helft van 2008 naar de Tweede Kamer zal sturen, zullen betrokken partijen, waaronder FHI, wederom worden geraadpleegd. De resultaten van het onderzoek van FHI kan ik bij de totstandkoming van de nieuwe Industriebrief goed gebruiken.” <
Op welke wijze kunnen de participatietop en de uitwerking daarvan bijdragen aan de realisatie van de kennisinvesteringsagenda van het InnovatiePlatform? “In de Catshuissessie met het bedrijfsleven van 28 augustus 2007 is de Kennisinvesteringsagenda ook aan de orde geweest en is het belang van de Sleutelgebieden-aanpak onderstreept. Dit soort interacties van kabinet
signalement november 2007
Op bezoek bij MiPlaza, de clean room facility op de hightech campus Eindhoven
signalement november 2007
27
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ THEMA: TECHNOLOGIEBELEID
■ POINT-ONE
FHI en het Haagse technologiebeleid: een positief kritische tussenbalans
Point-One verbindt groot met klein
De FHI-beleidsbrochure ‘Technologie in markt en beleid’ heeft aandacht getrokken in Den Haag. Minister van der Hoeven gaat er elders in dit nummer uitgebreid op in. Natuurlijk maakt ze daar een showcase van voor haar eigen beleid. Niettemin blijkt ook dat interview aanleiding te zijn geweest voor het ambtenarenkorps om de FHI-gedachten goed tot zich te nemen. Met deze gegevens in het achterhoofd is het goed om nu, bijna één jaar na de verkiezingen, eens kritisch te analyseren waar we staan met het technologiebeleid. Door Kees Groeneveld & André Weigand Er wordt een begin gemaakt met de taskforce ‘Technologie, Onderwijs en Arbeidsmarkt’. FHI maakt zich daar sterk voor meer kwaliteit en kwantiteit richting arbeidsmarkt en technologie. Ook de FHI-bedrijven wordt gevraagd input te leveren; zij moeten duidelijk maken wat ze hier zelf zouden kunnen bijdragen en wat ze precies willen. Een ander item dat FHI inbracht ten behoeve van het regeerakkoord is de overheid als innoverende opdrachtgever. Het voorstel van FHI daarbij was om dit onderwerp interdepartementaal aan te pakken, gecoördineerd door Economi-
de technologie zouden kunnen aanleveren. Het idee behelst een kennisdatabank om criminaliteit calculeerbaar te maken, op basis waarvan beveiligingsbedrijven hun klanten een risk management contract zouden kunnen aanbieden.
Begripsverwatering Een deel van de FHI-boodschap met betrekking tot het technologiebeleid werd tijdens een kamercommissievergadering met Balkenende, Plasterk en Van der Hoeven verwoord door CDA-kamerlid Jules Kortenhorst. Die signaleerde terecht dat het begrip innovatie dreigt te verwateren vanwege een kunstmatige koppeling aan sociale doelstellingen voor achterstandswijken. Die wijken moeten natuurlijk worden aangepakt, maar dat heeft niets met technologische innovatie te maken. Door twee totaal verschillende beleidsdoelen aan elkaar te plakken, zou er wel eens op beide terreinen een fiasco kunnen ontstaan.
van het InnovatiePlatform. Op dit moment is de link tussen het InnovatiePlatform en het technologische mkb niet duidelijk. Voorheen was deze verbinding gegarandeerd in de persoon van Wybren Jouwsma. Dat deze geen deel meer uitmaakt van het platform baart FHI zorgen. Er zijn wel ‘excuus MKB’ers’ benoemd, maar de verbinding met de technologie dreigt ook hier te verwateren. Vanaf nu zal veel afhangen van oud mkbvoorzitter Hans de Boer. Hij zal in ieder geval aanspreekbaar zijn op de verbinding tussen technologiebeleid enerzijds en arbeidsmarkt anderzijds, zoals gelegd door Ben Dankbaar, hoogleraar te Eindhoven, tijdens de ledenvergadering van de branche Industriële Automatisering. Hij vertaalde sociale innovatie in ‘binden en boeien van medewerkers’. Op korte termijn is dit waarschijnlijk het enige dat we kunnen doen om te blijven functioneren in de huidige krapte op de arbeidsmarkt. <
Concurrentie met overheidsgelden
Point-One is een programma – zelf noemt de organisatie het een ecosysteem – van bedrijven rond nano-elektronica en embedded softwareontwikkeling. Daarin committeren grote bedrijven zoals Philips, NXP en ASML zich om zich open te stellen voor kleinere bedrijven en daarmee ook samen te werken. De ‘open innovation’ op deze basis mag rekenen op substantiële financiële steun van het Ministerie van Economische Zaken.
28
Workshopmodel FHI heeft er een paar onderwerpen uitgepikt. Het eerste is QLTC, Quality & Technology, een programma dat zich bezighoudt met het
een technologieroadmap neer en geeft het netwerk van technologiebedrijven vervolgens aan hoe het daarop zou kunnen inspelen. Het begint dus altijd bij de technologieroadmap van die grote bedrijven. Vaak formuleren die een en ander nog teveel in traditionele termen van toeleverings- en uitbestedingstechnologie. Voor echte technologieontwikkeling is dat niet toereikend, want cruciaal is juist dat die grote bedrijven de kleine als gelijkwaardig zien en niet als een afhankelijke toeleverancier.
Bewijzen
FHI onderzoekt hoe het door Point-One bedoelde eco-systeem vorm zou kunnen krijgen. Binnen FHI komen daarvoor in aanmerking de Development Club, DevLab en MinacNed, daarbuiten Mikrocentrum, DSP Valley, Kenniskring Brabant Limburg, Oost BV en HiTechSystems Platform. Onder leiding van voormalig Philipsbestuurder Arthur van der
Aan de andere kant is het belangrijk dat het geld bedoeld voor wetenschappelijk onderzoek juist wordt ingezet, en wel op technologie die weliswaar aansluit bij wat bedrijven doen, maar niet vervangt wat die bedrijven doen. Anders dreigt het gevaar dat vanuit hogescholen, universiteiten of instituten bedrijven worden beconcurreerd met overheidsgelden. Daar ligt een spanningsveld.
op elkaar afstemmen van de verschillende organisatieaspecten bij gezamenlijke ontwikkelingen. Een ander onderwerp is Project Brokerage en Meet Your Customer. Beide wil FHI gaan invullen volgens een workshopmodel dat eerder werd toegepast met ASML en Philips Medical onder de aanduiding Roadmapmeeting. Daarbij legt de OEM’er
Point-One moet nu haar invloed op de achterban bewijzen. Inmiddels blijken de grote bedrijven gelukkig wel open te staan voor input, is de ervaring. Want voorwaarde is natuurlijk dat wanneer zo’n technologieroadmap wordt ingebracht, de mensen uit zo’n groot bedrijf ook echt komen vertellen wat ze gaan doen en de afspraken daarna ook worden waargemaakt door de hele organisatie. Vervolggesprekken over concretisering zijn inmiddels gaande. Voor FHI zijn het met name branchedirecteur Kees Groeneveld en federatiebestuurder en branchevoorzitter Industriële Elektronica Siebren de Vries die deze gesprekken voeren. <
Point-One Innovation Fund stimuleert starters
Kredieten
sche Zaken. Dat is nu in gang gezet. Allerlei departementen kijken naar maatschappelijke doelen en zaken als duurzaamheid om te bezien wat zij daarin zouden kunnen investeren en hoe daarbij de technologie is in te zetten. Rekeningrijden is een voorbeeld. Maar ook een project om bruggen qua energie zelfvoorzienend te maken. Verder wordt door een aantal beveiligingsbedrijven gedacht aan een project in samenwerking met Binnenlandse Zaken, waarvoor FHI-leden
Poel kwamen de vertegenwoordigers van deze groepen onlangs bij elkaar; Point-One kwam met voorstellen voor de activiteiten waarvoor zij geld heeft gereserveerd en vroeg verschillende groepen na te denken hoe zij zouden kunnen bijdragen.
Het Ministerie van Economische zaken heeft beloofd FHI te betrekken bij de ontwikkelingen rond de WBSO, die positief zijn, en de weer in te voeren kredietregeling voor technologie, het vroegere TOK ofwel Technisch OntwikkelingsKrediet, een terecht teruggrijpen op successen uit het verleden. Met Prinsjesdag was daar al een aankondiging van. Hetzelfde geldt voor TechnoPartner waarbij FHI betrokken is en waarvoor ook vanuit de branche risicodragende investeringsfondsen worden gevormd ten behoeve van technostarters.
Op 2 oktober van dit jaar trapte Point-One Innovation Fund af op de High Tech Campus Eindhoven. Deze vroege-fase investeerder in start-up bedrijven werkt met het smart money concept. Voor de stimulering van het starterklimaat in Nederland is naast subsidie ook risicokapitaal nodig. Starters in de nano-elektronica en embedded systemen worden daarbij begeleid door ervaren
Kritiek
mensen uit de industrie zodat de kans op succes met sprongen toeneemt. Het fonds is geïnitieerd en wordt ondersteund door het strategisch innovatieprogramma Point-One. Tegelijk met de aftrap is ook meteen het eerste concrete fonds van het Point-One Innovation Fund geïntroduceerd: het PointOne Starter Fund. Dit fonds richt zich op
technostarters in Nederland in de aandachtsgebieden nano-elektronica en embedded systemen van het strategisch innovatieprogramma Point-One. Een startend technisch mkb-bedrijf kan via dit fonds, dat acht à tien miljoen euro zal bedragen, een financiering ontvangen van 50.000 tot 750.000 euro, afhankelijk van zijn ontwikkelfase. <
Kritiek heeft FHI op de nieuwe samenstelling
signalement november 2007
signalement november 2007
29
HÉT INSTRUMENT 2008
Aanloop naar HET Instrument korter dan anders FHI-bureau en individuele exposanten werken hard aan succes in mei
De voorbereidingen voor HET Instrument 2008 zijn in alle hevigheid losgebarsten. De tijd is kort. Konden we voorheen een lange aanloop nemen naar het najaar van de oneven jaren, nu moet er even extra gebuffeld worden om al in mei een evenement te kunnen realiseren dat leads oplevert waarmee de bedrijven de rest van het jaar 2008 hun voordeel kunnen doen. Wat loopt er zoal?
Steilere curve inschrijvingen In de eerste plaats natuurlijk de inschrijvingen voor standruimte. Nu de doorlooptijd korter is, moet de curve steiler zijn dan anders en dat is ook zo. Bij het ter perse gaan van deze editie van Signalement was er ruim meer dan tienduizend vierkante meter geboekt, meer dan de helft van de beschikbare ruimte dus. Waar de inschrijving in juni startte en de tienduizend meter half oktober was gerealiseerd, zitten we redelijk op schema, zij het dat het wel belangrijk is dat de standhouders niet zo laat moeten inschrijven dat ze hun bezoekerswerving niet meer goed kunnen doen.
Bezoekerswerving Veel van de activiteiten die deze maanden plaatsvinden, zijn er op gericht de standhouders te ondersteunen bij de voorbereiding van de bezoekerswerving die zij uiteindelijk zelf moeten doen. Uit alle onderzoeken rond
30
beurzen blijkt nog steeds dat het succes vooral afhangt van de wijze waarop de exposanten hun relaties en potentiële relaties naar de beurs weten te lokken. Op 6 november was er de kick-off in Rotterdam met de presentatie van het marketing communicatieplan en een ontmoeting met de vakpers, die nog steeds heel belangrijk is bij de bezoekerswerving. Het aantal bladen waarmee FHI afspraken maakt over combinaties van publiciteit met advertenties en aanwezigheid van de bladen op de beursvloer groeit nog steeds, mede omdat de technologie van HET Instrument steeds breder wordt toegepast. De exposanten en potentiële exposanten hebben inmiddels al gemerkt dat door het FHI-bureau regelmatig gepersonaliseerde e-mail nieuwsbrieven worden geproduceerd en verzonden. Vanaf december worden dat nieuwsbrieven voor bezoekers. Zaak dus voor de exposanten om het FHI-bureau te voeden met relevante informatie, nieuwtjes en opmerkelijke feiten die bezoekers kunnen triggeren.
Kennismakers Medio november is er ook een eerste bijeenkomst voor de exposanten die willen gaan deelnemen aan de speciale actie met ‘kennismakers’, een briljant idee om beroemde wetenschappers en captains of industry via moderne mediatechnieken in te zetten bij de bezoekerswerving. Wie de
informatie daarover heeft gemist, kan zich melden bij het FHI-bureau. De LivePIL en LiveLAB demostands zijn in voorbereiding; er wordt gewerkt aan een noviteitengalerij en prijsvraag; de input voor de beroemde Instrumentengids wordt verzameld; de wegens succes geprolongeerde actie ‘scholenbezoek’ is in ontwikkeling; voor de verschillende onderdelen van het conferentieprogramma komen dezer dagen allerlei werkgroepen bijeen; verschillende exposanten werken samen met het FHI-bureau aan speciale ontvangsten voor het hoger echelon managers onder de projectnaam ‘management programmes’; diverse groepen bedrijven komen in het FHI-kantoor samen om afspraken te maken over gezamenlijke paviljoenstands.
Individuele plannen En intussen weten we dat honderden bedrijven hun eigen individuele plannen aan het uitwerken zijn, samen met hun standbouwer, met hun salesforce en met hun backoffice, al dan niet ondersteund door externe trainers en adviseurs. Als al die power straks in mei loskomt, dan is het zaak daar bij te zijn. Kijk voor meer informatie op www.hetinstrument.nl <
signalement november 2007
HET INSTRUMENT 2008
Abonneer u nu op
Process Control
Tussen pep en doping LiveLAB voor gezond sporten en presteren HET Instrument 2008 is van het najaar naar het voorjaar verplaatst. Vinden exposanten dit zakelijk gezien beter of wil FHI de sportzomer van 2008 liever niet meer besteden aan drukke voorbereidingen van de beurs maar aan de grote sport-events? Net als HET Instrument keren belangrijke (sport)evenementen om de paar jaar weer terug. Volgend jaar is weer zo’n jaar. Naast de gebruikelijke NK’s, WK’s, Grand Slams en Tours de France, d’Italie, d’Espagne et cetera is het ook weer tijd voor de Olympische Spelen in Beijing en het Europees Kampioenschap voetbal in Oostenrijk en Zwitserland.
gonzende geruchten over doping in het voetbal. Doping is de verzamelnaam voor stoffen die ervoor zorgen dat het lichaam anders en meestal beter functioneert dan het eigenlijk hoort te doen. Ondanks dat iedereen graag betere prestaties ziet, willen wij de sport toch zo zuiver mogelijk houden. Het aantonen van dopinggebruik en het tegengaan van prestatieverhogende middelen wordt daarom belangrijker.
Voor meer informatie over LiveLAB: Andreas Meijer, (033) 465 10 63 of
[email protected] <
Het sportnieuws van tegenwoordig bevat steeds meer dopingnieuws. Wielrenners die om de haverklap een positieve plas inleveren, gewichtheffers die strak staan van de anabolen en steeds sterker
Hét vakblad over procesbesturing en analysetechniek
In de strijd tegen doping worden er steeds meer controles uitgevoerd en worden er nieuwe technologieën ontwikkeld om ‘dopinggeduide middelen’ op te sporen. FHI wil graag haar steentje bijdragen aan de strijd van het World Anti-Doping Agency (WADA) tegen de doping in de sport. Om deze reden wordt LiveLAB 2008 het interactieve podium op HET Instrument waar sport en doping, die onlosmakelijk met elkaar verbonden lijken, van elkaar gescheiden worden. Dus voordat sportzomer 2008 echt begint, trapt eerst het LiveLAB af!
Van Botlek tot Food Valley LivePIL 2008 in teken van samenhang productie- en procesindustrie
Het onafhankelijke vakblad Process Control richt zich op professionele informatievoorziening rondom instrumentatie, analyse, regelen, besturen, gegevensacquisitie, -verwerking, technische automatisering en presentatie. Process Control bevat achtergrondartikelen, interviews, productsignaleringen, branchenieuws en beurs- en congresrapportages en kijkt ook naar wetgeving en trends. Het aandachtsgebied van het vakblad loopt van sensortechniek tot en met MES-systemen, gericht op analysetechniek en procesautomatisering.
Process Control heeft een uitgebreide website met onder andere: �� ��������������� �� ������������������ �� ���� online archief waaruit abonnees eerder verschenen artikelen gratis kunnen downloaden, �� ������������������������������������������������������ Ook kunt u zich kosteloos abonneren op de e-mail nieuwsbrief die eenmaal per 2 weken wordt verstuurd. Nog geen abonnee? Meld u online aan op www.processcontrol.nl of vraag eerst een gratis proefnummer aan. Het eerste jaar profiteert u van de korting voor nieuwe abonnees.
www.processcontrol.nl
Een achtergrond van een ondergaande zon boven het Botlek-gebied: gezuiverde rook uit de schoorstenen en duizenden lichtjes twinkelend all over the plant. Een schitterend panorama en een prachtig vergezicht voor op de beurs HET Instrument. Cleane, labachtige voedselproductieruimtes in de groene Gelderse Vallei, vlak naast de grondstofproducent: de Hollandse koeien en maïsvelden. De leveranciers van HET Instrument zorgen dat het steeds schoner, mooier, gezonder, zelfs goedkoper en lekkerder kan. Met deze beelden in het achterhoofd mag het duidelijk zijn dat het iedere twee jaar weer een uitdaging is om de techniek, die de exposanten presenteren over de gehele beursvloer, te combineren in een publiekstrekker, waarmee de samenhang tussen de verschillende standhouders duidelijk wordt gemaakt. LivePIL staat voor Live Production
Integration Line, een complete productielijn met zoveel mogelijk echt werkende elementen. Het is voor bezoekers dé kans om in contact te komen met technologie en tegelijk te zien én te ervaren welke functies de verschillende instrumenten, producten en systemen gezamenlijk vervullen. In een stand van 150 vierkante meter benutten de deelnemende exposanten de mogelijkheid zich op een unieke wijze te profileren aan de bezoekers.
Automation 2007 realiseerde FHI met de exposerende lidbedrijven ook een LivePIL. Toen werden ter plaatse complete WiFiSniffers geproduceerd. Wat het op de LivePIL 2008 gaat worden, is nog open. Uitgangspunt is dat een flow proces wordt gekoppeld aan discrete productie-elementen. Hoe dat wordt ingevuld, is aan de deelnemende bedrijven die daartoe één dezer dagen met elkaar overleg voeren onder regie van het FHI-bureau.
Tijdens HET Instrument 2004 ging het om kaasproductie. In de editie van 2006 stal de parfumfabriek de show met het exclusieve merk HET06. Op de beurs Electronics &
Voor meer informatie over LivePIL: Eelco van Harten, (033) 465 75 07 of
[email protected] <
processcontrol signalement november 2007
33
INDUSTRIËLE ELEKTRONICA
Nieuwe start voor cluster Passieve & Elektromechanische componenten De leveranciers van passieve en elektromechanische componenten hebben besloten hun FHI-clusteractiviteiten anders vorm te gaan geven. Omdat gebleken is dat de nadruk op uitsluitend verkoopstatistieken te weinig bindingskracht heeft, gaat men het model volgen van andere FHI-clusters.
Bron: Amphenol
Het volgen van het FHI-model voor clusters betekent de organisatie van meetings met inbreng van klanten en externe sprekers over markt, marketing en beleid. Tijdens de bijeenkomst van september 2007 lukte
dat al met bijdragen van Faber Electronics, Benchmark Electronics en ASML. Naast de 25 toen aanwezige diehards worden ook de andere 65 relevante brancheleden uitgenodigd actief te gaan participeren. <
Design & Embedded, oud nieuws of mooi nieuws? Voor de negende keer een evenement over Design Automation & Embedded Systems, D&E. Het lijkt oud nieuws als je voor de zoveelste keer een goed event hebt met een goede opkomst van circa driehonderd bezoekers en een goed programma met 24 boeiende presentaties. Of is het gewoon mooi nieuws dat de embedded wereld blijkt te bruisen? Een korte terugblik op 25 september en een doorkijkje naar 22 november. Natuurlijk helpt het als de eerste lezingen over auto’s gaan. Twee studenten van de TU Delft konden prachtig vertellen over de uitdagingen die het Nuna 3 team heeft meegemaakt. Dan krijg je ook met allerlei technische vraagstukken te maken, teamwork, natuurlijke omstandigheden en gezonde competitie.
Datzelfde maakt AMB-it mee in de eigen dienstverlening. Het bedrijf maakt tijdwaarnemingssystemen voor allerlei sporten en zij zijn vooral bekend met verschillende motorische sporten, waaronder tijdsregistratie voor Formule 1. Bij de presentaties van de deelnemers bleken vooral de onderwerpen rond Zigbee erg in trek te zijn, maar zoals altijd smulden de aanwezigen uitgebreid van de diverse sprekers. Dat bleek ook weer aan het enthousiasme van de aanwezigen op de beursvloer in het Evoluon. De afsluitende presentatie van PRIVA gaf een uitstekend beeld van de innovatieve krachten in de tuinbouw. In aanvulling op het D&E event is in 2006 voor het eerst het Design Tools event geor-
ganiseerd. Het publiek kenmerkt zich door een hoge mate van hardware & software engineers die zich uitgebreid laten verwennen door diepgaande, technische verhalen met demo’s. De bezoekers beloonden het event dan ook met een acht uit tien. Op 22 november 2007 vindt in NH Koningshof te Veldhoven de tweede editie plaats. Als u technisch wilt bijtanken, meldt u dan aan voor een gratis bezoek op www.fhi.nl/designtools. De embedded wereld bruist. Dat mag blijken uit de genoemde events. Misschien wel meer dan ooit tevoren. Dat is goed nieuws voor de deelnemers, de bedrijven in de branche en hun klanten. Dergelijk oud nieuws verdient een plaats in deze kolommen. <
Computerruimtes van 1 tot 300 m2 is werk voor specialisten Weinigen kunnen meer zonder; hightech-bedrijven, banken, ziekenhuizen, hotels, noem het maar op, ze hebben allemaal een IT Room nodig. Daarom moeten beheerders van IT Rooms zich bewust zijn van de benodigde professionaliteit in de beschikbaarheid, veiligheid, continuïteit en het gebruik
34
Sensoren … voor al uw vraagsturing De term ‘sensor’ is de afgelopen twee jaar onderdeel van een hype geworden. Fabrikanten van auto’s kunnen zonder té technisch te klinken ‘ingebouwde sensoren’ gebruiken, om naar de consument helder innovaties aan te prijzen. Er is een sterke behoefte aan ‘Sensornetwerken’, om diverse technische problemen op te lossen … En de overheid ziet dat sensoren van belang zijn voor veel instituten en ministeries.
signalement november 2007
elk van deze criteria is er nog een oneindig aantal nieuwe combinaties onontgonnen. Zoals gewoonlijk is er technisch gezien een veelbelovende toekomst en zal de markt aantonen of de vraag echt gestuurd en ondersteund kan worden. Tijdens de tiende editie van The Sense of Contact in het voorjaar van 2008 wordt hier vast en zeker op ingehaakt. <
computerruimtes. Tijdens het event werden presentaties door de specialisten op gebied van IT Rooms verzorgd en kon men op de beursvloer informatie van alle deelnemers verkrijgen. De circa 150 bezoekers bleven het geheel enthousiast volgen om uiteindelijk ook tips van de afsluitende spreker van R2B Inspecties te krijgen. Het certificeren van brandblusinstallaties en de problematiek van brand voor de computerruimte
bleek een hot issue te zijn. Toen aan het eind van de dag teruggekeken werd op het eerste event rond dit thema dat door FHI en haar gespecialiseerde lidbedrijven werd georganiseerd, kan met recht gesproken worden over een mijlpaal: voor het eerst een eigen evenement voor een nieuw marktsegment.
Op initiatief van het Ministerie van Economische Zaken was TNO Automotive op 4 oktober gastheer van de Arena Sensoren. De Arena richtte zich specifiek op kansen en behoeften van sensoren in de toepassingsgebieden Veiligheid, Zorg en Water. Het doel van deze Arena was het samenbrengen van bedrijven, kennisinstellingen, instituten en ministeries om de visies en behoeften van de diverse partijen in beeld te brengen. Vanuit de instituten en de ministeries wordt daarbij gekeken naar vraagsturing om maatschappelijke problemen aan de hand van sensoren aan te kunnen pakken. Vanuit de midden- en kleinbedrijven die bij FHI zijn aangesloten, kwam weer een heel ander verhaal. Waar is de markt op gericht? Waar moet dus in vernieuwd worden en hoe kunnen instituten en ministeries daarbij een rol spelen? Door die combinatie te zoeken werd een basis gelegd voor het bundelen van krachten.
Op 1 november 2007 vond in het CineMec te Ede het IT Room Infra event plaats. De plenaire sprekers aan het begin van de dag, Wehkamp en Hogeschool Windesheim, wisten de aanwezigen te boeien met presentaties vanuit de kant van de gebruiker. De hedendaagse behoefte aan een goede informatievoorziening is sterk. De bezoekers informeerden dan ook uitgebreid naar de benodigde infrastructuur van de eigen
van computerruimtes. De verschillende specialismen die nodig zijn voor een fysiek gebouwde ruimte om werkende IT-systeemapparatuur adequaat te laten functioneren zijn van wezenlijk belang, vandaar het centrale thema: ‘Computerruimtes van 1 tot 300 m2 is werk voor specialisten’.
Het belang is breed en heeft daarom focus nodig. Het is vrij eenvoudig te stellen, dat vrijwel alle achthonderd lidbedrijven van FHI met sensoren te maken hebben. Sensoren kunnen in technologisch opzicht namelijk onderscheiden worden naar meetgrootheden, meetprincipes, signaalomzetting, applicatiegebied en bouwvorm. Vanwege de enorme technologische ontwikkeling op
signalement november 2007
Voor meer informatie: www.fhi.nl/itroom <
35
DEVELOPMENT CLUB
■ COLUMN PAUL PETERSEN
Vruchtbare lente Development Club
Roma! of de kracht van een rijk
In de lente van 2007, op 7 juni, definieerden de Development Club-leden in de zeilschool in Lemmer vier potentiële businesscases. Drie van deze cases zijn inmiddels zover uitgewerkt dat groepen leden van de Development Club concrete voorstellen hebben kunnen doen aan de bedrijven, die de probleemstelling hadden ingebracht. De vierde case wordt onder begeleiding van FHI eerst nader gedefinieerd met een consortium van bedrijven die samen opdrachtgever zouden moeten worden. In het voorjaar werd dit project ‘Collectief de markt op’ gedoopt en in het najaar is het geëvalueerd tijdens een DevClub-bijeenkomst. De mogelijkheden en de beperkingen kwamen bij deze evaluatie aan de orde. Het is overduidelijk dat marktpartijen zich met een lage drempel kunnen melden bij de club. Daarbij komen er vraagstukken aan de orde die passen bij een verzameling bedrijven. In het collectief zoeken naar een oplossing kan ieder individueel lid competenties inbrengen. Daar zijn ook weer beperkingen in te vinden. Tijdens de bijeenkomst in Lemmer deden nog niet alle veertig leden mee. De leden die meededen, konden niet allemaal participeren in een concreet voorstel. Sommige business cases waren helderder dan de andere, waardoor de betrokkenheid van de mogelijke opdrachtgevers sterk verschilde. Zowel het bestuur als het FHI bureau hebben geleerd van die beperkingen. Zowel in het voorjaar als op de ledenbijeenkomst 23 oktober kwam naar voren dat de leden dit proces graag voort willen zetten. In 2008
Paul Petersen In mijn vorige column was ik stellig overtuigd dat de kreet ‘De dood of de gladiolen’ afkomstig is uit de wielrennerij. Een aandachtige lezeres merkte gelukkig op dat deze leus door de gladiatoren gescandeerd werd. Nou ben ik vlak voor haar e-mail in Rome geweest en dus beloofde ik haar een column over Rome te schrijven.
wordt het project ‘Collectief de markt op’ voortgezet met de ambitie om tot acht concrete cases te komen. Na de boeiende evaluatie ging het plenaire programma verder op nano-schaal. Sprekers van het NanoLab Nijmegen, RiVM en Philips Research gaven een uitgebreid beeld van de mogelijkheden van nanotechnologie op het gebied van instrumentatie en zorg. Voor dit plenaire deel waren ook leden van de Sensor Technologie Club, MinacNed en Laboratorium Technologie uitgenodigd. De bijeenkomst was dan ook een krachtig netwerkmoment.
Zoals uit de vorige alinea blijkt, ben ik geen groot geschiedkundige, maar één ding weet ik wel. De Romeinse tijd heeft een gigantische impact op Europa én de wereld gehad en er zijn heel wat parallellen met de hedendaagse tijd. Voordat ik iets ga claimen dat een volgende aandachtige lezer weet te corrigeren: er zullen meer voorbeelden zijn die ik nu niet ga noemen. Ten eerste was het Romeinse Rijk strak georganiseerd. Senatoren, centurio’s, consuls, keizers … noem maar op. Zo had men ook de Foederati en de link met Federatie is niet toevallig. In een Foederati hadden burgers niet het Romeinse burgerrecht, maar waren zij wel verbonden aan Rome met een plechtig, formeel en eeuwig durend bilateraal hulpverleningsverdrag (bron: Wikipedia).
Genoemde ontwikkelingen tekenen de volwassenheid die de Development Club inmiddels heeft bereikt. Per 1 januari 2008 wordt die volwassenheid erkend met de formele integratie van de Development Club in de branche Industriële Elektronica. Het aparte verenigingsstatuut is dan niet meer nodig en de Development Club wordt een volwaardig branchecluster. <
Ten tweede had je dus de gevechten tussen gladiatoren en andere voorstellingen in het Colosseum (en waarschijnlijk andere lokale theaters). Volgens Wikipedia hield de gladiator op te bestaan na het officieel aannemen van het Christendom tot staatsgodsdienst … en zo kon Gerrie Kneteman uiteindelijk met de ‘De dood of de gladiolen’ wegkomen.
DevLab werkt aan eerste patentaanvraag R&D coöperatie staat op kruispunt van haar eigen ontwikkeling Het coöperatieve research & development lab van een aantal Development Club leden blijkt opeens in een cruciale ontwikkelingsfase te zijn beland. De aankondiging dat er een eerste patentaanvraag wordt voorbereid, het afscheid van Theo de Ridder als research-coördinator en een serie van drie grote projecten waarvoor budgetten worden gevormd, dat waren de drie elementen die in de DevLab meeting van 28 september de doorgroei markeerden.
36
Mediteren in de frustratie Theo de Ridder trekt zich terug enerzijds omdat zijn lectoraat als basis voor de verbintenis met DevLab is beëindigd. Daarnaast en daarachter is er de keuze van Theo zelf om na de eerste pioniersfase van DevLab terug te treden onder meer om zich te kunnen wijden aan het schrijven van zijn boek. “Het terugbrengen van het programmeren naar het culturele domein” dat is de ambitie van de visionaire embedded software goeroe zoals hij op zijn eigen onnavolgbare wijze betoogde bij zijn afscheid.
“Je kunt mediteren in de frustratie” is ook zo’n karakteristieke uitspraak van hem. Het verhaal van DevLab onderzoeker en promovendus Caspar Bolsman over zijn ervaringen bij MAV (Micro Air Vehicles) 07 in Toulouse was ook een bewijs van voortgang: hijzelf en zijn begeleider vanuit de TU Delft, dr. Hans Langen, blijken nu midden in de wereldwijde ontwikkeling van kunstmatige insecten en andere vliegen micro-objecten te opereren (www.MAV07.org).
signalement november 2007
Drie projecten Ten slotte bleek dat er zich nieuwe horizonten aftekenen voor de opschaling van de DevLab. De drie projecten die recent zijn gedefinieerd en nu worden voorbereid via Piont-One, SmartSIP en Pieken in de Delta, drie grote innovatiesubsidieprogramma’s, behelzen bij elkaar verschillende miljoenen euro’s aan budget voor de komende jaren.
Ten derde is de creatieve overlevingsdrang te noemen. Als we niet al te nauwkeurig naar een onstaansgeschiedenis kijken, dan heeft het WestRomeinse Rijk duizend jaar bestaan en is het Oost-Romeinse Rijk daarna nog eens een millennium doorgegaan. Aanvullend heeft de Paus vanaf de neergang van het West-Romeinse Rijk de zetel in Rome gekregen/behouden. Het Rooms Katholieke Rijk is wereldwijd ook een redelijke factor en zo blijft Rome leven. Als ik nu dus even de excessen van keizers, legers en Romeinse burgers vergeet, dan is de kracht van Rome: organisatie, cultuur en flexibiliteit!
[email protected] <
Laatste DevLab nieuwtje, de eigen website is online: www.devlab.nl <
signalement november 2007
37
■ PLOT
Chaos in de testwereld Schitterende internationale PLOT conferentie legt uitdagingen bloot
‘We need a roadmap’ was de nuchtere conclusie van PLOT-voorzitter Harry Roossien. Eerder op de dag, die een bijna euforisch karakter kreeg, presenteerde de omgevingstechnoloog van SonyEricsson zich voor een internationaal publiek van specialisten als een ware goeroe. Het gebeurde allemaal tijdens de conferentie ‘Environmental Testing of the Future’ die het FHI-bureau voor het platform PLOT organiseerde in het ruimte-vaartcentrum ESA/ESTEC in Noordwijk.
Het was niet alleen dat PLOT als Nederlands platform een visitekaartje afgaf voor ruim 160 technologen uit twaalf verschillende landen, de uitwisseling van ideeën, technologie en ervaring bleek ook eyeopenend voor verschillende toepassingsgebieden ten opzichte van elkaar.
38
Specialisten uit de automotive-wereld bekenden kleur in de ontboezeming dat zij vooraf geen idee hadden gehad van wat ze bleken te kunnen leren van de elektronicatesters. Fabrikanten van medische apparatuur zaten met hun oren te tuten en keken hun ogen uit bij de presentaties en rondleiding van het ESA ruimtevaart testcentrum. Kees Groeneveld had de dag ’s morgens vroeg geopend met een doelstelling: het vinden van argumenten om te investeren in de ontwikkeling en implementatie van nieuwe methodes en technieken voor omgevingstesten. Donald Gillisen gaf enkele heel concrete argumenten: de kosten van het falen van constructies die niet of onvoldoende zijn getest. Harry Roossien maakte school met de introductie van zijn Reliability Maturity Model, een referentiekader voor elk zelfscheppend bedrijf. Er volgde een dag van intensieve sessies langs twee lijnen: virtueel testen en het versneld fysiek simuleren van de levenscyclus van producten en alle technologie die daarvoor in ontwikkeling is.
testen (HALT/HASS, MEOST, ROSE); aan de slag gaan met de distributie van de enorme hoeveelheden van data, gegevens en statistieken die testprocedures opleveren en verwerkt moeten worden tot informatie. Het enorme positieve gevoel dat de dag bij alle aanwezigen heeft opgeroepen, biedt in elk geval een geheel nieuwe basis om als internationaal netwerk elkaar in de komende tijd te blijven opzoeken, fysiek of via allerlei communicatiemiddelen. De ontwikkeling van het vakgebied zal er wel bij varen. De met standjes aanwezige leveranciers van testapparatuur zullen er business uit halen. De presentaties die zijn gehouden tijdens de PLOT conferentie Environmental Testing of the Future zijn te downloaden via www.plot.nl <
Harry Roossien concludeerde aan het eind van de slotdiscussie dat er zoveel in ontwikkeling is dat het lijkt alsof het chaos is in de wereld van omgevingstesttechnologie. Niettemin wist de nieuwe PLOT voorzitter drie lijnen te trekken naar toekomstige uitdagingen voor de testtechnologen en de organisaties waarvoor zij werken: het uitzetten van een roadmap voor de concretisering van virtueel testen; het creëren van orde in de schijnbare chaos van nieuwe begrippen, technieken en methodes van
Bron: ESA/ESTEC
signalement november 2007
signalement november 2007
Bij ESA/ESTEC worden complete satellieten getest op de grootste triltafel van Europa
39
■ MINACNED
Passief
Nationale MicroNano Conferentie verbindt industrie en wetenschap Twee vragen staan centraal bij de voorbereiding en uitvoering van de derde Nationale MicroNano Conferentie, dit jaar in november. De eerste dag moet antwoord geven op de vraag: 'Microsysteem en Nanotechnologie in de industrie, hoever zijn we al?' Voor de tweede dag wordt de vraag net even anders geformuleerd: 'Microsysteemtechnologie in de wetenschap, waarom en hoe doet de industrie daarin mee?'
De eerste dag van de tweedaagse Nationale MicroNano Conferentie is vooral ingevuld door MinacNed zelf. Daar wordt duidelijk waar bedrijven mee bezig zijn, af en toe in wisselwerking met universiteiten. De tweede dag is volledig gelinked met het wetenschappelijke programma van MicroNed. Daar komen de onderzoeksprojecten aan de orde die bij de universiteiten lopen en waar regelmatig ook bedrijven bij betrokken zijn.
Visie van een kamerlid
Een veel gehoorde klacht is dat bureaus passief zouden zijn. Hebben wij geen last van. Van passiviteit. Wel van passieviteit. Dat zorgt ervoor dat wij ook in deze tijd een gezonde groei doormaken. Groeit u mee?
De eerste dag start plenair met CDA-kamerlid Jules Kortenhorst die deelneemt in de technologiecommissie van de Tweede Kamer. Hij geeft zijn visie onder de titel 'Microsysteem- en Nanotechnologie voor iedereen?' en behandelt het effect van deze technologieën op economie, arbeidmarkt, duurzaamheid, gezondheid, veiligheid en sociale cohesie. In het plenaire stuk ook een toepassingsvoorbeeld uit de bouw, over nanodeeltjes in het beton, die de lucht zuiveren van de omsloten ruimte.
Kleine bedrijven succesvol In de parallelsessies gaat het vervolgens over
signalement november 2007
fijnchemie: microreactoren/microfluidics; over food en nutrition, over lab-equipment en medische diagnostiek, en over hightech equipment en de halfgeleiderindustrie. De gehele higtech-keten van kleinere bedrijven en hier en daar grote uit de chemie is vertegenwoordigd, waaronder Organon, Campina en Unilever, maar ook Philips Research, OTB, Dutch Space, FEI, PANanlytical en ASML. Er is een aantal heel mooie voorbeelden te verwachten van kleine bedrijven die succesvol zijn in specifieke technologie, met name in diagnostiek. Voor de keten van de halfgeleiderindustrie doen in Nederland nogal wat bedrijven aan packaging. Zij bedienen alle grote halfgeleiderindustrieën. Voorbeelden zijn Boschman en MASER. Binnen MinacNed is het streven om de bedrijven in die keten wat dichter tot elkaar te brengen. Ook ASML wil zich daar voor inzetten, ook al in het kader van Point-One. Er zijn nogal wat bedrijven in Nederland die elkaar niet van nature opzoeken omdat ze op de internationale markt opereren. Maar er is uiteraard ook een gemeenschappelijk belang naar de internationale markt toe.
Researchresultaten De tweede dag is onderverdeeld in Microsensors & networks, Microprocessing, en Hightech equipment & systems, een high tech-bijeenkomst met bijdragen van Universiteiten van Groningen, Delft, Twente, Eindhoven, Wageningen, en TNO. Plenair op de tweede dag geeft Friesland Food een testimonial van een hun ervaringen met researchresultaten. Twee internationale gasten zorgen voor kersen op de taart: Claus Drese van IMM uit Duitsland, Institut für Mikrotechnik Mainz GmbH en als keynotespeaker aan het einde van de dag, Kurt Petersen van de firma SiTime, een goeroe in de microwereld. Hij spreekt over ‘Microtechnology and the future’. Alle workpackage-leiders van het totale microsysteemprogramma, waar vanuit de overheid tachtig à negentig miljoen euro is ingestoken, presenteren op die tweede dag hun posters. Achttien projecten worden in de parallelsessies uitvoeriger gepresenteerd.
Voor meer informatie: www.minacned.nl of www.minacned.nl/ micronanoconferentie2007 <
41
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
“Nederland moet weer gaan ondernemen” Rein Willems samen met FHI op de bres voor de chemische industrie Rein Willems is geen president-directeur meer van Shell Nederland. Hij is ook afgetreden als voorzitter van de VNCI, de brancheorganisatie van de chemische industrie. Willems maakt sinds eind 2006 geen deel meer uit van het Innovatieplatform van Balkenende. Dit alles betekent niet dat deze bekende captain of industry niet meer relevant is voor FHI in het algemeen en voor de leden van de branche Industriële Automatisering in het bijzonder. Het betekent zeker ook niet dat de maatschappelijk betrokken, inmiddels 62-jarige grand old man geen publieke functies meer vervult. Kort geleden werd Rein Willems gekozen
en benoemd als lid van de Eerste Kamer en per 1 september is hij voorzitter van de RegieGroep Chemie. Het is met name in deze laatste functie dat de redactie van Signalement Willems opzocht voor een gesprek, vooral ook omdat FHI in de lobby in Den Haag zij aan zij met de VNCI roept om voldoende aandacht voor één van de belangrijkste kurken van de Nederlandse economie: de chemische industrie. “We moeten de sterken sterker maken in een wereld die erg competitive is.” Door Eelco van Harten en Roy Vervoort
“Tijdens een discussie in het InnovatiePlatform een aantal jaren geleden zijn we tot de conclusie gekomen dat Nederland een aantal sterke sectoren heeft, de zogenaamde sleutelgebieden”, begint Rein Willems. “Chemie is één van deze sleutelgebieden en we denken dat die additioneel potentieel heeft voor groei in de toekomst. Wij hebben in Nederland op het gebied van de chemie een sterke kennisinfrastructuur en universiteiten die wereldwijd goed meespelen.” Vanuit de Vereniging van de Nederlandse Chemische Industrie (VNCI) is het initiatief genomen om samen met de overheid de RegieGroep Chemie te vormen met mensen uit het bedrijfsleven en de wetenschap. De ambitie van de chemische sector is het vergroten van welvaart en welzijn op een duurzame manier. Vertaald naar de concrete doelen van de RegieGroep Chemie betekent dit een verdubbeling van de bijdrage aan de chemie in het Bruto Binnenlands Product (BBP) in tien jaar, een halvering van het gebruik van fossiele grondstoffen voor de chemie binnen 25 jaar en het uitbouwen van de aanwezige technologische kennis tot mondiale competenties. In juli 2006 resulteert deze uitgesproken ambitie in het businessplan ‘Sleutelgebied Chemie zorgt voor groei’ van de RegieGroep Chemie. In dit plan formuleert de RegieGroep een viertal actielijnen om deze ambitie waar te maken: • versterking van de kennisinfrastructuur door een structurele impuls voor fundamenteel chemisch onderzoek • voortzetting en versterking van de publiek-private samenwerking tussen bedrijven en universitaire instellingen
42
signalement november 2007
signalement november 2007
• het uitbouwen van Innovation Labs waar succesvolle universitaire onderzoeksprojecten worden vertaald naar commerciële toepassingen en • de opzet van Centres for Open Chemical Innovation in de directe nabijheid van bedrijfstechnologiecentra waarin ondernemende onderzoekers innovatieve ideeën kunnen uitwerken en toetsen aan de economische realiteit. Drie ondersteunende actielijnen completeren het businessplan. Jongeren moeten weer enthousiast gemaakt worden voor een opleiding in de chemie, het imago van de chemie moet verbeterd worden en er moet een plan van aanpak komen voor eenduidige en gestroomlijnde regelgeving.
Snelheid “Gezamenlijk moeten deze initiatieven leiden tot een chemie die veel meer levend en bruisend is”, aldus Rein Willems. “Het moet inhoudelijk zijn en mensen moeten zien dat het een zinvolle bijdrage levert.
We zijn in een samenleving terechtgekomen waarin de ontwikkelingen van de techniek gemeengoed zijn zodat niemand er meer over nadenkt, zoals bij mobiele telefoons. Iedereen denkt dus dat dit ook moet kunnen in de chemie, maar de snelheid ligt wat anders. Een chemische fabriek wordt voor een periode van dertig tot veertig jaar gebouwd, hoewel de ontwikkelingen op het gebied van procesintensificatie soms een snelheid lijken te hebben vergelijkbaar is met de sectie elektronische gadgets.” De Nederlandse universiteiten mogen mondiaal een aardige positie innemen, in Nederland ziet de kersverse voorzitter van de RegieGroep Chemie veel kennis vervagen. “Het hoger onderwijs kent bijvoorbeeld problemen met haar structuur. Samen met de universiteiten werkt de RegieGroep aan een plan dat die problemen oplost en dat zich richt tot een verdere versterking van de kennisinfrastructuur. In de loop van het jaar zal dat plan naar buiten komen.”
43
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Goede instrumentatiebedrijven Rein Willems constateert dat Nederland heel goede instrumentatiebedrijven heeft en dat de universiteiten beschikken over fundamentele kennis. “Toch is het contact tussen beide niet geweldig en ik weet niet precies waar dat aan ligt”, zegt Willems. “In Nederland is een zekere gemakszucht opgetreden in ondernemersland in vergelijking met bijvoorbeeld Azië. De wetenschap
dat wij beschikken over de kennis én over de bedrijven om deze kennis toe te passen moet prikkelend zijn voor Nederlands ondernemerschap. De grondgedachte vanuit het InnovatiePlatform is dan ook dat we
44
maar eens moeten roeren in de brij die vast lijkt te zitten en proberen er wat warmte en energie in te krijgen zodat reacties ontstaan.” De chemiesector zelf worstelt ook al jaren met een imagoprobleem. “Van oudsher heeft chemie geen geweldig imago, soms zelfs nog slechter dan kernenergie”, vervolgt Willems. “Vaak ligt het probleem bij het benoemen van de chemieopleiding. Ook hier proberen we veranderingen teweeg te brengen zonder in de hype terecht te komen het ‘beestje’ een andere naam te geven om het interessant te maken. Want vaak is er inhoudelijk ook iets mis.” Een programma waar Rein Willems duidelijk resultaat ziet, is Jet-Net. “Na vijftien jaar daling van het aantal bètastudenten zien we nu drie jaar ongeveer drie tot vijf procent stijging, boven de stijging van het totaal aantal studenten. Het is echt een ombuiging.”
Groene chemie De voorzitter van de RegieGroep Chemie
kijkt heel nuchter naar de toekomst van de chemie. “De kans dat bedrijven in WestEuropa groot investeren in de petrochemie is niet zo geweldig groot. Deze investeringen
gaan we zien het in het Midden- en Verre Oosten. Maar in de tweede generatie petrochemie, de fijne chemie, verwacht ik wel veel innovaties te zien.” Met name op het gebied van de ‘vergroening’ van de sector zijn de verwachtingen van Rein Willems hooggespannen. “We zullen straks een stukje groene chemie krijgen in het Botlekgebied. In de toekomst kunnen chemiebedrijven zich weer in Nederland vestigen omdat we een kader bieden van groene,
signalement november 2007
duurzame chemie. Juist in dit soort zaken moet Nederland proberen voorop te lopen. Kleinschalige chemie die ontwikkeld wordt in laboratoria moet leiden tot grootschalige chemie en we hopen natuurlijk dat hierdoor de nieuwe AKZO’s en DSM’s ontstaan.” Het voormalig boegbeeld van Shell-Nederland voorziet in de chemiesector zeer veel innovatie op het gebied van verduurzaming, met name in de biotechnologiesector. Daarnaast verwacht Willems een enorme bijdrage aan de klimaatproblematiek. “Zo zal de woningbouw steeds meer gebruik maken van energiebesparende materialen, maar vooral ook in de watervoorziening zal de chemie wereldwijd een forse rol kunnen gaan spelen omdat de komende decennia in veel delen van de wereld een groot probleem in de drinkwatervoorziening dreigt te ontstaan.”
Beter meten is beter sturen Het businessplan ‘Sleutelgebied Chemie zorgt voor groei’ stelt het halveren van het gebruik van fossiele grondstoffen
signalement november 2007
de komende 25 jaar tot doel. Rein Willems verwacht dat technologie een belangrijke rol kan spelen in het behalen van deze doelstellingen. “De technologische sector heeft toch het minst stilgestaan van het gebied rond de petrochemie. Meten is weten en des te beter en fijner er gemeten wordt, des te beter het proces te sturen is. Dit betekent steeds energie-efficiëntere processen in de chemie.” Veel grote chemiebedrijven stellen intern strenge verbeteringsdoelstellingen op het gebied van het energieverbruik en investeren ook in deze ontwikkelingsgebieden. “Shell stelt een verlaging van het energieverbruik van anderhalf procent per jaar. Dat doet Shell al jaren, zowel in de chemie als in de olieraffinaderij, en het betekent een significante besparing. Procestechnologen binnen Shell bekijken steeds hoe ze een proces bedrijfstechnisch efficiënter kunnen maken.”
Het initiatief om de RegieGroep Chemie te vormen heeft volgens Rein Willems nu al zijn vruchten afgeworpen. “We hebben een hoop mensen enthousiast gekregen, laten we dat voorop stellen. En niet alleen de grote, maar ook de midden- en kleinbedrijven, waarin we een sterkere groei voorzien dan in de petrochemie. We moeten de chemie een dusdanige stimulans geven dat kleine bedrijven weer de kans krijgen om groot te worden.” <
45
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
■ COLUMN EELCO VAN HARTEN
Wijziging aantal regelingen Metrologiewet bespaart veel geld In het vorige nummer signaleerde het branchemagazine Signalement dat aan de invoering van de Metrologiewet nogal wat haken en ogen zaten. Zeker met de nieuwe wet voor betalingsverkeer en de wet voor het gebruik van biobrandstoffen leek het erop dat de industrie gedwongen was om versneld investeringen te doen in installaties die hun technologische en economische levensduur nog niet hebben bereikt. Met de conceptregeling Wijziging aantal regelingen Metrologiewet lijkt hier verandering in te komen.
De Metrologiewet in zijn huidige vorm gaat bedrijven die handelsmetingen doen aan vloeistoffen anders dan water veel geld kosten. Tot 2016 kunnen deze bedrijven geen nieuwe apparatuur integreren in de bestaande meetlijn. Het is nu vervangen met apparatuur die al voor 30 oktober 2006 op de markt was of de gehele meetlijn vervangen door een nieuwe, ook al heeft deze de levensduur nog niet bereikt. Toch lijken de gevolgen van de Metrologiewet op een tweetal gebieden niet zo rigoureus. FHI, federatie van technologiebranches
heeft samen met CECOD en de VNPI (Vereniging Nederlandse Petrochemische Industrie) het eerste lobbysucces bereikt. De conceptregeling Wijziging aantal regelingen Metrologiewet zorgt ervoor dat de huidige vloeistofmeetinstallaties zodanig aangepast kunnen worden dat ze voldoen aan de wet voor het gebruik van biobrandstoffen en aan de nieuwe wet voor betalingsverkeer, maar dat óók de oorspronkelijke levensduur gehandhaafd kan blijven. De conceptregeling staat dus toe dat tot 2016 op het gebied van het gebruik van biobrandstoffen en de veranderingen in het betalingsverkeer in bestaande
installaties nieuwe apparatuur geplaatst mag worden zodat niet de gehele meetlijn vervangen hoeft te worden. Deze doorbraak betekent een enorme kostenbesparing voor de betrokken bedrijven. Maar FHI zit niet stil. De brancheorganisatie blijft bij het Ministerie van Economische Zaken de aandacht vestigen op de voordelen van het toestaan van nieuwe apparatuur in bestaande meetlijnen. Tot 2016, want vanaf dat moment moeten alle bedrijven hun ‘oude’ meetlijnen vervangen hebben door nieuwe installaties. < Dit brengt de mogelijkheid met zich mee van de door bedrijven zo vaak gewenste interoperabiliteit.”
Procesindustrie spreekt met één mond ISO 15926-4 ziet na vijftien jaar het levenslicht Na vijftien jaar hard werken is een eerste échte mijlpaal bereikt. De geboorte van een mondiaal gestandaardiseerd ‘woordenboek’ voor de gehele plant industry supply chain is een feit. ISO 15926-4, Industrial automation systems and integration, is een enorme stap vooruit voor de procesindustrie. “Plant owners, contractors en equipment leveranciers, ze gaan nu een taal spreken die iedereen begrijpt”, aldus Paul van Exel, directeur van Stichting USPI-NL. Begin jaren negentig al waren de grote procesindustriële bedrijven het met elkaar eens: het is veel gemakkelijker als alle partijen dezelfde taal spreken en dezelfde standaard aanhouden. “Onder de procesin-
46
dustrie vallen duizenden ondernemingen, die vaak globaal opereren”, zegt Paul van Exel. “Al deze partijen communiceren over technische eigenschappen van processen, producten, fabrieken en installaties. De veelheid van informatie in combinatie met de grote variëteit in toegepaste communicatiemogelijkheden verhoogt het risico op onjuistheden.” “Bedrijven groeien meer en meer naar automatisering”, vervolgt Van Exel. “Het maken van keuzes wordt gemakkelijker en als iedereen zich aan de afgesproken standaards houdt, wordt de gehele toeleverketen veel efficiënter. Dit betekent dat fabrieken betrouwbaarder zullen zijn tegen lagere kosten doordat bijvoorbeeld minder manuren nodig zullen zijn. Tevens zullen installaties
sneller opgeleverd kunnen worden waardoor een belangrijk productievoordeel behaald kan worden. Daarnaast is deze efficiency in de huidige tijd in feite noodzakelijk omdat er onvoldoende technisch opgeleide mensen zijn, vooral in West Europa.” Niet alleen bij de bouw van fabrieken, maar ook bij het onderhoud en reparaties zal ISO 15926-4 haar uitwerking niet missen. Ook binnen organisaties kan het ‘woordenboek’ uitkomst bieden. “Een onderneming als Shell heeft tientallen raffinaderijen die onderling communiceren”, zegt Paul van Exel. “Het gebruik van het woordenboek maakt afstemming van deze interne communicatie mogelijk en dient tegelijk als platform voor de externe communicatie.
signalement november 2007
De ontwikkeling van het ‘technisch woordenboek’ als standaard heeft in feite ongeveer vijftien jaar geduurd. “Een reden hiervoor is dat voor een ISO standaard consensus vereist is van technische experts vanuit vele disciplines en landen, hetgeen veel tijd nodig heeft”, aldus Van Exel. “Daar zit tegelijk de sterkte van de bereikte standaard. De ISO 15926-4 is nu goedgekeurd door alle bij ISO (International Organization for Standardization) aangesloten landen. Dat loont dus de moeite.” “Een tweede reden is dat industrie nog niet geheel toe was aan het toepassen van de standaard”, vervolgt Paul van Exel. “Zij was bijvoorbeeld nog bezig met business processen en optimalisering. Volgens de roadmap voor de procesindustrie, die is opgesteld door USPI, is de tijd nu rijp voor toepassing van het ‘woordenboek’”. De vereniging organiseert een workshop om de standaard in detail uit te leggen en voorbeelden te geven van toepassing in de praktijk. Bedrijven zijn van harte welkom. Voor meer informatie: P.W.H.M. van Exel, directeur USPI Telefoon: +31 (0) 33 257 08 87 Mobiel: +31 (0) 6 29023747 Website: www.uspi.nl <
signalement november 2007
Het land snakt naar productieautomatisering Eelco van Harten Heel Nederland steunt en kreunt over het tekort aan arbeidskrachten. Met meer, betere scholing lossen we dat probleem niet meer op, vooral niet in de techniek. De aanwas van mensen, het geboortecijfer is domweg te beperkt. Er is maar één branche die de oplossing heeft. Dat is onze branche, industriële automatisering. De omzet en orderintake zijn recent fors gestegen, eindelijk weer sinds de dip van 2002. Toeval, normale conjunctuurbeweging? Het kan structureel worden. Er zijn nog zo ontiegelijk veel plekken waar mensen werk doen dat onze meet-, regel- en besturingstechniek kan overnemen. Het is zaak te zien waar die mogelijkheden liggen. Het aantal traditionele fabrieken neemt voortdurend af. Dat betekent niet dat er niet nog een forse groei mogelijk is in productieautomatisering. Belangrijkste verschijningsvorm is misschien wel de machine die als zodanig een complete fabriek, testcentrum of complex werktuig annex vervoermiddel is. Voorbeelden? De machine als complete fabriek kennen we allang van ASML, maar dat is nog maar een eerste voorloper. Test- en analysecentra vind je van windtunnels tot elektronenmicroscopen. Werktuig/vervoermiddelen zijn de ruimtevaartuigen, multipurpose schepen, geavanceerde tractors. En dan hebben we het nog niet over de hausse in industriële automatiseringsopportunities in infrastructuur, langs de weg, onder de grond, in buizen en tunnels, bij bruggen en vliegvelden, de flappentappers en autowasstraten, energievoorziening en waterbeheer. Zien waar de mogelijkheden liggen, dat vereist een combinatie van kennis van de techniek en de technologie van het automatiseren, maar net zo goed kennis van en zicht op specifieke processen aan de applicatiekant. Waar zien we mensen werk doen dat vervangen kan worden door techniek. Waar zien we fouten gemaakt worden die via automatisering zijn te voorkomen. De klant heeft er zelf geen notie van. We moeten hem voorrekenen wat het oplevert. Leuke voorbeelden van waar we dat recent toepassingsgericht hebben gedaan en gaan doen: de farmadag in Leiden en de foodautomation show op 13 november in Ede. Begin december op de productieprocesautomatisering dag overzien we het hele veld weer eens. En dan in de komende meimaand de grote klapper: HET Instrument 2008.
[email protected] <
47
■ PROFIBUS
ARC White Paper ‘PROFINET in the Process Industries’ De ARC Advisory Group geeft in haar nieuwe White Paper ‘PROFINET in the Process Industries’ een uitgebreid overzicht van trends en mogelijkheden van PROFINET in de procesautomatisering.
Weeg- en doseersystemen, Intelligente Pompen, Remote IO voor Process Control of het Profiel voor Laboratoriumtoestellen. Het ARC White Paper kan gratis worden gedownload via www.nl.profibus.com <
Onderwerpen waar gebruikers vooral naar kijken zijn behoud van bestaande investeringen, functionele veiligheid en standaardisatie. PROFIBUS & PROFINET International (PI) levert op dat gebied volgens dit rapport een onmisbare bijdrage. Doordat PI ervoor gekozen heeft bestaande netwerken via ‘proxies’ in PROFINET-systemen te integreren, kunnen gebruikers er gerust op zijn dat hun eerdere investeringen in PROFIBUS-, HART- en FF-installaties veilig zijn. Om aan de eisen van specifieke toepassingen tegemoet te komen, ondersteunt PROFIBUS verschillende profielen zoals PROFIdrive, PROFIsafe of IO-Devices. PROFIdrive, PROFIsafe en het PA-apparatenprofiel zijn reeds geschikt gemaakt voor gebruik in PROFINET-netwerken. In 2007 worden nog meer profielen verwacht, zoals
PROFIBUS, HART en FF en lanceren Wireless Cooperation Team PROFIBUS & PROFINET International werkt samen met Fieldbus Foundation en HART Communication Foundation aan de invoering van draadloze technologie. De drie organisaties op het gebied van netwerktechnologie, PROFIBUS & PROFINET International, Foundation Fieldbus en HART Communication Foundation hebben een Wireless Cooperation Team gevormd. Het gaat om een uniek samenwerkingsproject op het gebied van draadloze technologie voor proces- en productieautomatisering. Het nieuwe project sluit aan op de succesvolle samenwerking op het gebied van Electronic Device Description Language (EDDL).
signalement november 2007
Het is tevens een volgende stap in het leveren van consistente en compatibele functionaliteit voor eindgebruikers. Voor de invoering van draadloze technologie in de proces- en de productieautomatisering is het nodig dat leveranciers, eindgebruikers en internationale normalisatie-instituten zich gezamenlijk richten op technische kwesties rond draadloze toepassingen. PROFIBUS, FF en HART werken daarom samen om een algemene, open norm op te stellen. Doel van de samenwerking is een soepeler acceptatie van draadloze technologie. PROFIBUS & PROFINET International en twee andere organisaties gaan een specificatie samenstellen voor een algemene interface
naar een draadloze gateway. Zij baseren zich daarbij op de technologie WirelessHART™ van de HART Communication Foundation en de komende ISA SP 100. 11a-norm. Binnen het project worden voorbeeldprojecten, vereisten en specificaties voor draadloze communicatie met intelligente veldapparaten ontwikkeld. Doel van het samenwerkingsproject is een algemene specificatie waarbij compatibiliteit verzekerd is met de bestaande bedraadde technologie. Net als bij de eerdere samenwerking op het gebied van EDDL gaan de drie organisaties richtlijnen ontwikkelen zodat deze nieuwe specificatie deel wordt van de eigen manier van productregistratie. <
49
■ VERENIGING VOOR LEVERANCIERS VAN WEEGINSTRUMENTEN
De competenties van de VLW
s r e m m u n s i t 2 gra ngenieur? I e D n va
surf naar www.deingenieur.nl
of bel met onze lezersservice 0900-0401354
De vergaderingen van de Vereniging voor Leveranciers van Weeginstrumenten (VLW) in 2006 en 2007 hebben aangetoond dat de leden een grote diversiteit aan competenties hebben. In het vorige Signalement is uitgebreid aandacht gegeven aan de lobbykwaliteiten van de VLW. In de voorjaarsvergadering is besloten om in het najaar wat meer aandacht te geven aan de individuele competenties van de leden. De wens van de vergadering is om een competentiematrix op te zetten die door relaties en mogelijke opdrachtgevers benut kan worden om bij de juiste toeleveranciers terecht te komen. In een werkgroep is het vakgebied van weeginstrumentatie in kaart gebracht, waarbij de sterke verleiding bestond om alle facetten van dit boeiende gebied te benoemen. Uiteindelijk is de werkgroep uitgekomen op zes markten, waarin weeginstrumentatie wordt toegepast: agrarische markt, industrie, laboratoria, medisch/personen wegen, retail en transport & logistiek. Voor deze zes vakgebieden wordt een competentiematrix gemaakt, die op de website www.weeginstrumenten.nl toegankelijk zal zijn voor het publiek. In 2007 worden alle VLW leden gevraagd zich te plaatsen in die competentiematrix, waarbij men de core competence voor de eigen onderneming aankruist.
Dat is nog maar het begin. Na het voltooien en in gebruik stellen van de website www.weeginstrumenten.nl zal ook deze competentiematrix gebruikt gaan worden in promotionele acties van de VLW in 2008. Zoals je ‘met melk meer mans bent’ is wegen een essentiële functie bij bedrijven en personen. De huidige website speelt nu vooral een rol binnen de vereniging. Na de focus op lobby, richtlijnen en overleg met diverse instanties zal in 2008 de focus liggen op marketing. In de najaarsvergadering komen diverse opties aan bod. Het bestuur zal in samenspraak met de leden kiezen uit promotie naar relaties en mogelijke klanten met middelen als e-mail acties, aandacht in vakbladen, mailings en een activiteit tijdens HET Instrument 2008. Als deze promotie werkt, komt dat ten goede aan de leden maar is het ook mogelijk dat uiteindelijk het vijftigste lid toetreedt tot de VLW. <
AGENDA Op 7 november 2007 vindt de volgende ledenvergadering en het platformoverleg plaats bij Verispect in Delft. Op 8 november 2007 is de VLW gastheer voor de werkgroep Wettelijke Metrologie van CECIP. <
HET MAGAZINE VOOR INNOVATIE EN TECHNIEK signalement november 2007
51
LABORATORIUM TECHNOLOGIE
“LabAnalyse is een goed podium om kennis te nemen” REACH draagt bij aan ‘evenwicht’ tussen gezondheid en milieu LabAnalyse 2007 vond op 4 oktober dit jaar plaats in De Kuip in Rotterdam onder de titel ‘Gezondheid en milieu, analytische chemie zorgt voor evenwicht’ en gaf inzicht in de reeks van mogelijkheden die er zijn om snelheid, rendement en kwaliteit van processen te verbeteren met behulp van nieuwe analysetechnieken en -methoden. “LabAnalyse is een goed forum om kennis te nemen van nieuwe technieken en ontwikkelingen binnen het vakgebied”, aldus Theo Noij van NOTOX die samen met Rob Vreeken van Avantium Technologies dagvoorzitter was. Door Roy Vervoort Analyse van deeltjes, stoffen en stromen is cruciaal bij vrijwel alle procesmatige verwerkingen en beheersingen van materie. Naast de nieuwste analysemethoden om nog sneller en beter te kunnen analyseren, komen ook de gevolgen van nieuwe wetgeving tijdens LabAnalyse 2007 aan bod. Een belangrijke verandering in de wetgeving is de per 1 juni 2007 in werking getreden handhaving van REACH (Registra-
52
tion, Evaluation and Authorisation of CHemicals). Deze Europese Verordening vervangt de eerdere regels, zoals de Nederlandse Wet milieugevaarlijke stoffen (Wms) en bijna alle bedrijven die met chemische stoffen omgaan, krijgen met REACH te maken. Ondernemingen krijgen de verantwoordelijkheid om de risico’s van deze producten in kaart te brengen en zo nodig maatregelen te nemen om mens en milieu te bescher-
men. Daarbij gaat het om zowel bestaande chemicaliën die nooit volgens de huidige ideeën en technieken van risicobeoordeling geëvalueerd zijn, als ook om nieuwe chemicaliën waarvoor de testprogramma’s in het kader van REACH aangepast zijn. De nieuwe Europese Verordening heeft ook gevolgen voor het bedrijfsleven. “Voor bestaande chemicaliën moet beoordeeld worden of alle gegevens die REACH vereist er ook zijn”, zegt Theo Noij. “Zo ja, dan kan het dossier bij de overheid ingediend worden. Is dit niet het geval dan is aanvullend onderzoek nodig om de gaten te dichten. De Europese Unie stimuleert bedrijven die hetzelfde product maken, gaan samenwerken en gegevens uitwisselen om de benodigde nieuwe tests tot een minimum te beperken.”
signalement november 2007
“Voor nieuwe chemicaliën geldt een afgeslankter testprogramma dan voorheen. Bovendien mag gebruik gemaakt worden van computermodellen en neemt in een toenemend aantal gevallen in-vitro testen (met bacteriën, cellen, et cetera) de plaats in van in-vivo testen (met dieren); REACH biedt daar ook de ruimte voor. Stoffen die heel erg op elkaar lijken, hoeven niet allebei apart getest te worden, de zogenaamde read across.”
niet altijd de testfaciliteiten hebben om dit zelf te doen”, vervolgt Theo Noij. “Het werk moet aan de GLP eisen (Good Laboratory Practice, een door internationale overheden erkend kwaliteitssysteem, red.) voldoen. Bedrijven willen, zeker voor een inhaalactie, niet graag tijdelijk de benodigde capaciteit vrijmaken. Daarnaast is het een tamelijk complex geheel geworden waardoor de levering van kennis en consultancy van buitenaf vaak ook gewenst is.”
Maar hoe moeten bedrijven deze nieuwe regelgeving gaan naleven? “Er is een tijdschema opgesteld”, aldus Noij. “Be-
Een bedrijf dat deze kennis en faciliteiten in huis heeft, is NOTOX. “NOTOX is een Nederlandse CRO (Contract Research
staande chemicaliën waarvan de productievolumina het hoogst zijn, komen als eerst aan de beurt. De stoffen waarvan meer dan duizend ton per jaar wordt gemaakt, moeten eind 2010 geregistreerd zijn. De registratie van de stoffen tussen de honderd en duizend ton per jaar moet voor medio 2013 een feit zijn en de deadline voor de bulk stoffen tussen de één en honderd ton ligt medio 2018. Nieuwe chemicaliën die na 1 juni 2008 aangemeld worden, moeten al meteen voldoen aan de registratie-eisen van REACH.”
Organisatie) die in opdracht van chemische en farmaceutische bedrijven veiligheidsonderzoek uitvoert en consultancy diensten levert”, zegt Noij. “We helpen deze bedrijven hun producten verder te ontwikkelen om deze zo snel en efficiënt mogelijk op de markt te krijgen. We voeren daarvoor toxicologisch en fysisch-chemisch onderzoek uit in onze laboratoria in Den Bosch. Tevens adviseren we bedrijven en bemiddelen bij de registratie van hun producten.”
“Chemische bedrijven besteden het in kaart brengen van de risico’s vaak uit omdat ze
Volgens Theo Noij speelt de analytische chemie een belangrijke rol. “Een groot aantal fysisch-chemische kenmerken van een stof wordt bepaald met behulp van
analytische technieken. Daarnaast speelt de analytische chemie een ondersteunende rol bij de toxicologische studies en zijn analysetechnieken nodig om het gedrag in het milieu te volgen en om de vorming van metabolieten vast te stellen en de chemische structuur van de metabolieten te identificeren.” “Om het werk binnen REACH goed te doen, moet een laboratorium aansluiten bij wat technisch mogelijk is”, vervolgt Noij. “Dit is noodzakelijk om de opdrachtgevers goed te bedienen en daarmee de marktpositie als laboratorium te versterken. LabAnalyse is
een goed forum om kennis te nemen van nieuwe technieken en ontwikkelingen binnen het vakgebied, om leveranciers te spreken maar vooral ook om andere werkers binnen het werkveld van de analytische chemie te spreken. LabAnalyse 2007 richt zich, naast het vakinhoudelijke, ook heel sterk op netwerken en contacten leggen en versterken.” Meer informatie over REACH is te vinden op de FHI ledenwebsite. Gelet op de actualiteit en de impact van het onderwerp zal tijdens HET Instrument 2008 een congres gewijd worden aan REACH.<
PRODUCTSTATISTIEK LABOCHEMIE VAN START In de afgelopen periode is hard gewerkt aan de opzet van een nieuwe productstatistiek binnen het cluster LaboChemie. Dit heeft ertoe geleid dat begin 2008 daadwerkelijk gestart kan worden met de uitvraag over 2007 én 2006.
signalement november 2007
Op het moment van schrijven worden alle belangrijke spelers uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst om de deelnamevoorwaarden te bespreken. De productgroepen waaronder onderzoek wordt uitgevoerd zijn ‘Synthetic Chemistry & Chemicals’, ‘Analytical Chemistry’,
‘Life Sciences / Biotech’, ‘Diagnostics’ en ‘Microbiology’. Bedrijven die interesse hebben in deelname aan (één of meer onderdelen van) de productstatistiek LaboChemie kunnen contact opnemen met Remco Siebols van FHI, telefoon (033) 465 10 63.<
53
LABORATORIUM TECHNOLOGIE
Door Roy Vervoort
“NFI is in essentie een technologie bedrijf”
Forensisch onderzoek is populair geworden door CSI. Ook op HET Instrument 2006 stond een compleet nagebouwd forensisch laboratorium. Welke technologische ontwikkelingen ziet u op het gebied van forensisch onderzoek? “De technologische ontwikkelingen gaan hard en het is van belang deze te vertalen naar onderzoeksdiensten die maximale toegevoegde waarde kunnen leveren. In het oog springen vooral de ontwikkelingen op het gebied van moleculaire biologie (DNA), digitale technologie en chemische technologie (microsporen). Maar ook op andere gebieden gaan de ontwikkelingen snel. Daarnaast zal er moeten worden geïnvesteerd in onderzoek naar de criminalistische interpretatie en bewijswaarde van
De markt voor private bedrijven ligt open
Sinds 18 juni 2007 is dr. Tjark Tjin-A-Tsoi (41) algemeen directeur van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) van het Ministerie van Justitie. De nieuwe voorman is er van overtuigd dat het NFI nog steeds goed werk levert, maar ook kritisch moet zijn zeker nu het doorgedrongen is dat het instituut geen wettelijk monopolie heeft. “Het NFI is in essentie een technologiebedrijf dat moet concurreren met andere aanbieders”. dr. Tjark Tjin-A-Tsoi, algemeen directeur NFI
54
Hoe ziet u in het algemeen de toekomst van het forensisch onderzoek en hoe ziet u in het verlengde daarvan de toekomst van het Nederlands Forensisch Instituut? “Gedreven door technologische ontwikkelingen maakt het gebied een stormachtige ontwikkeling door. Aan de vraagkant speelt hierbij de toegenomen aandacht voor terreuren misdaadbestrijding een belangrijke rol. Maar ook door de steeds verruimde wettelijke mogelijkheden in het kader van DNA-onderzoek. Een vrij recente ontwikkeling is dat verschillende partijen zich hebben gerealiseerd dat het NFI geen wettelijk monopolie heeft. Er rust geen verplichting op rechters, Openbaar Ministerie, politie, advocaten of andere opdrachtgevers om forensisch technologische diensten bij het NFI af te nemen. Dat biedt dus mogelijkheden voor private partijen. Verschillende partijen hebben zich al aangediend. Het NFI is in deze markt een aanbieder van kwalitatief zeer hoogstaande en innovatieve forensisch technologische diensten. Bovendien is het NFI op dit moment als enige in staat een breed spectrum van forensisch onderzoek te leveren en ik verwacht niet dat dit snel zal veranderen. In het samenspel tussen de verschillende deskundigheidsgebieden ligt een belangrijk deel van onze toegevoegde waarde. Tegelijkertijd denk ik dat de alternatieve aanbieders ook hun eigen ‘niche’ zullen opzoeken en vanuit hun eigen inzichten forensisch technologische diensten op de markt zullen brengen die voor de opdrachtgevers toegevoegde waarde kunnen bieden. Ik verwelkom deze ontwikkeling. Tegelijkertijd zullen we een sterke concurrent zijn.”
signalement november 2007
signalement november 2007
onderzoeksresultaten. Hierdoor worden de conclusies meer objectief en inzichtelijk.”
In een eerder interview geeft u aan dat het Nederlands Forensisch Instituut een unieke club mensen is met “heel veel kwaliteit”. Hoe gaat u die kwaliteit waarborgen en verbeteren en wat is de rol van (laboratorium) technologie? “Het NFI doet traditioneel erg veel om de kwaliteit te borgen. Het zit de organisatie echt in de genen en men slaagt daar ook in. Het NFI kent een zeer uitgebreid kwaliteitssysteem en wordt jaarlijks geaccrediteerd door de Raad voor Accreditatie. Er is veel aandacht voor de training van onze deskundigen. Een gepromoveerd moleculair bioloog is bij het NFI niet iemand die direct tekenbevoegd is voor zijn deskundigheidsgebied en beëdigd is als vast gerechtelijk deskundige. Hij moet hiervoor eerst een pittige interne opleiding volgen die eindigt met een examen dat wordt afgenomen door een onafhankelijke examencommissie. Daarnaast speelt laboratorium technologie inderdaad een belangrijke rol. Maar ook op het gebied van proceskwaliteit, vastlegging en rapportagekwaliteit worden de nodige stappen gezet.”
gebied en met de Erasmus Universiteit op fundamenteel gebied.” In de beleidsnotitie die FHI heeft uitgebracht onder de titel ‘Technologie in markt en beleid’ vormen onderwijs (instroom bèta stimuleren) en wetenschap (meer publiekprivate samenwerking) belangrijke beleidsstandpunten. Ziet u voor het Nederlands Forensisch Instituut ook een rol weggelegd? En hoe moet het Nederlands Forensisch Instituut dit dan gaan invullen? “Het werkgebied van het NFI heeft het voordeel dat het tegelijkertijd hoogtechnologisch is en ‘spannend’. De diensten die wij verlenen aan bijvoorbeeld de politie en het Openbaar Ministerie maken dat we een bijdrage kunnen leveren aan het achterhalen van de waarheid in spraakmakende en maatschappelijk relevante zaken. Voor het ‘beeld van de beta’ kan
dit positieve gevolgen hebben, zie ook het CSI effect. Ik zie zeker een rol voor het NFI om – net als andere Nederlandse technologie dienstverleners – het grote praktische maatschappelijke nut van bètawetenschappen duidelijk te maken. Vreemd genoeg is het in Nederland soms nodig dit expliciet aan te stippen.”<
Universiteiten kloppen steeds vaker bij bedrijven aan en kopen kennis bij deze bedrijven in. Ziet u ook een rol weggelegd voor technologiebedrijven in een samenwerking met het Nederlands Forensisch Instituut? “Ik zie daar zeker mogelijkheden. Het NFI is in essentie een technologiebedrijf. Zeker bij R&D projecten is het goed denkbaar dat er wordt samengewerkt en van wederzijdse kennis gebruikgemaakt. Dit gebeurt overigens al, bijvoorbeeld met TNO op toegepast
55
MEDISCHE TECHNOLOGIE
Service en onderhoud aan medische apparatuur In juli 2007 heeft een discussiebijeenkomst plaatsgevonden over het thema service en onderhoud aan medische apparatuur. Ruim twintig lidbedrijven van FHI hebben deelgenomen aan deze bijeenkomst. Aan de orde is geweest hoe om te gaan met service en onderhoud aan verouderde medische apparatuur die al feitelijk out of service is. Voor veel bedrijven blijkt dit een lastig vraagstuk. Na een uitvoerige discussie tussen de aanwezigen is afgesproken dat FHI een aantal mogelijkheden gaat onderzoeken. Zo gaat FHI onderzoeken of het mogelijk is om bij een end-of-service standaard een brief te sturen naar de verantwoordelijke klinisch fysicus met een kopie naar de Inspectie Gezondheidszorg. Ook wordt bekeken of het haalbaar is een standaard FHI sticker te ontwerpen, die verplicht en zichtbaar op apparatuur moet worden aangebracht, waarop de datum ingebruikname, wanneer onderhoud heeft plaatsgevonden, wanneer het volgende onderhoud moet plaatsvinden en óf het apparaat out-of-service is gesteld. Daarnaast zal FHI onderzoeken of het mogelijk is dat een fabrikant of leveran-
cier verplicht gesteld wordt om melding van afkeur van medische apparatuur te berichten aan de Raad van Bestuur van het betreffende ziekenhuis en de Inspectie Gezondheidszorg. Tevens zal vanuit de branche worden getracht een statement in te nemen waarbij gesteld wordt dat certificatie altijd verplicht is (trainingen, medewerkers, onderhoudspersoneel). Tot slot bekijkt FHI de mogelijkheden om de trainingen van de gebruikers bij te houden en of het haalbaar is om klasse IIb en III apparatuur verplicht preventief te laten onderhouden. Dit najaar vindt opnieuw een overlegronde plaats. Voor vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met Luc Knaven of Remco Siebols van FHI, telefoon (033) 465 10 63.<
Binnen de Nederlandse zorg bestaat discussie over de ouderdom en vervangingstermijnen van medische apparatuur. Verschillende partijen, waaronder FHI, hebben meermaals aangegeven dat te vaak met verouderde apparatuur wordt gewerkt. Overheid en zorgsector geven aan dat de industrie concrete uitspraken moet doen over de algemeen gebruikelijke en te verwachten vervangingstermijn van bepaalde apparatuur.
Consultatie stakeholders Pakketadvies 2008
De vervangingstermijn van een medisch apparaat is sterk afhankelijk van vele factoren. Toepassingsgebied, gebruikersintensiteit, onderhoudspatroon, veiligheid, gewenst state of the art niveau, efficiency, ARBO, end support, beschikbaarheid softwareplatformen, onderdelen en kosten kunnen onder meer een rol spelen. Op basis van de resultaten van een eerdere, door FHI gehouden, enquête is een advieslijst ontwikkeld waarin normaal gebruikelijke vervangstermijnen zijn opgenomen.
Op 23 augustus vond bij het College van zorgverzekeraars (CVZ) een bijeenkomst plaats waarbij alle betrokken stakeholders werden geconsulteerd met betrekking tot het Pakketadvies 2008. Het betrof een middag in Diemen met een informerend karakter. De onderwerpen voor het Pakketadvies zijn voornamelijk afkomstig uit de Pakketagenda 2007-2008. Een aantal onderwerpen van de Pakketagenda 2007-2008 is al opgenomen in het Pakketadvies 2007, dat in februari van dit jaar is uitgebracht. Het CVZ verneemt graag bij welke van de onderwerpen stakeholders betrokken willen worden en of er nog onderwerpen ontbreken dan wel vragen zijn over bepaalde onderwerpen.
56
Enquête ouderdomstatus van het medisch apparatenpark
Meer informatie treft u aan op de website van het CVZ: www.cvz.nl. De presentaties die zijn gehouden, zijn op verzoek opvraagbaar bij het FHI-bureau.
Verdere aanscherping is nu gewenst. Met behulp van het geplande onderzoek wil de sector inzicht krijgen in de huidige werkelijke en gewenste ouderdomstatus van het medisch apparatenpark in de Nederlandse ziekenhuizen. Om een compleet beeld te krijgen
Mocht u nog op- of aanmerkingen hebben, dan kunt u contact opnemen met Luc Knaven van FHI,
[email protected]<
signalement november 2007
signalement november 2007
is met de zorgsector afgesproken dat zij een gelijksoortig onderzoek gaan verrichten. In het onderzoek wordt, op basis van de in ziekenhuizen veel gebruikte AOC-indeling, gevraagd aan te geven hoeveel door de FHI-lidbedrijven geleverde apparaten er per productcategorie totaal in de Nederlandse ziekenhuizen operationeel actief zijn. Er wordt ook gevraagd daarbij een indeling te maken naar leeftijdscategorie. Nog niet eerder heeft een dergelijke inventarisatie in de zorg plaatsgevonden. De enquête zal in oktober of in november gaan plaatsvinden onder de leden van FHI. Voor vragen over de enquête kunt u contact opnemen met Luc Knaven of Remco Siebols, telefoon (033) 465 10 63.<
57
MEDISCHE TECHNOLOGIE
Overheid werkt aan een fonds voor innovatie in zorg De Tweede Kamer heeft via de motie Schippers/Agema het voorstel voor een innovatiefonds aangenomen. De instroom van nieuwe innovatieve medische producten als verzekerde prestatie in de Zorgverzekeringswet is buitengewoon lastig geworden. De komst van een fonds dat kan voorzien in het verminderen of oplossen van dit knelpunt ziet FHI als een belangrijke bijdrage dat kan voorkomen dat nieuwe, zinvolle zorginnovaties niet verloren gaan voor de Nederlandse patiënt. Recent hebben het CVZ (College voor zorgverzekeringen) en ZonMw (de Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie) een concept subsidieregeling uitgewerkt en FHI gevraagd commentaar te leveren op dit concept. Om met een nieuw innovatief product in aanmerking te kunnen komen voor vergoeding moet een fabrikant of leverancier nu bewijs aanleveren dat het vaak alleen via complexe en dure practical based studies of onderzoeken kan verkrijgen. De aard van de producten, de omvang van het te verwachten marktpotentieel en/of de economische positie van de fabrikant of leverancier (vaak mkb) laten de opzet van kostbare studies veelal niet toe. Het gevolg is dat belangrijke nieuwe medische hulpmiddelen niet meer door de beoordeling heenkomen. Producten die aantoonbaar een belangrijke meerwaarde voor patiënten hebben, aan alle internationale veiligheidsnormen voldoen en zelfs in de keten kostenbesparend werken, komen nu in Nederland niet op de markt.
komen en op welke criteria aanvullende onderzoeken getoetst gaan worden. Tevens heeft FHI vraagtekens geplaatst bij het niet betrekken van patiëntenverenigingen, artsen en industrie (brancheorganisaties) in de regeling.
veelvoud van het voorgestelde bedrag nodig is. Na verwerking van het commentaar brengen het CVZ en ZonMw een advies uit aan de minister van Volksgezondheid. <
Het CVZ en ZonMw hebben voorgesteld dat jaarlijks een subsidie beschikbaar moet komen van twee miljoen euro. FHI heeft aangeven dat dit bedrag te summier is. Om de instroomproblematiek van medische hulpmiddelen effectief aan te kunnen pakken, verwacht FHI dat een
Medische branche overweegt handelsmissie Zuid-Afrika 2008 De FHI-branche Medische Technologie is voornemens om gezamenlijk met de Kamer van Koophandel Utrecht en SANEC (Southern African Netherlands Chamber of Commerce) een handelsmissie naar Zuid-Afrika te organiseren. Deze handelsmissie wordt gelijktijdig gehouden met de vakbeurs/conferentie Pan African Health in Johannesburg, in september 2008.
Hoewel er meerdere financieringsbronnen bestaan die kunnen bijdragen aan de totstandkoming van medische innovaties zijn de bestaande regelingen voornamelijk gericht op ondersteuning van wetenschappelijk- en ontwikkelingsonderzoek. Het knelpunt zit voornamelijk voor in de laatste fase. Het product is al ontwikkeld, maar om toe te kunnen treden tot de Zorgverzekeringswet is practical based onderzoeksmateriaal nodig.
Bij de EVD (Economische Voorlichtingsdienst) is een subsidievoorstel ingediend voor deelname aan de CPA regeling. Het voordeel van deze regeling is dat aangesloten FHIleden onder deze regeling tegen financieel zeer aantrekkelijke voorwaarden deel kunnen nemen aan de handelsmissie.
Nu de Zuid-Afrikaanse overheid de ontwikkeling van de medische zorg als één van de belangrijkste punten op de politieke agenda heeft gezet en er een steeds grotere behoefte ontstaat aan adequate medische zorg, biedt dit voor het Nederlandse bedrijfsleven een uitstekende gelegenheid de mogelijkheden van dit land te verkennen. Geïnteresseerden in deelname kunnen zich melden bij Remco Siebols van FHI,
[email protected]<
MEDICA 2007 KLEURT ORANJE Van 14 tot en met 17 november profileren twintig Nederlandse bedrijven zich binnen het Nederlands Paviljoen op de belangrijkste beurs voor medische technologie, Medica Dusseldorf waar bijna vijfduizend bedrijven vanuit de hele wereld exposeren. Zoals al in een eerdere editie van het
FHI heeft aangeven dat de uitwerking van de regeling nog te weinig concreet is. In het concept is niet duidelijk omschreven waaraan ondernemers moeten voldoen om voor de regeling in aanmerking te
58
Zuid-Afrika heeft een goed investeringsklimaat en wordt gekenmerkt door een stabiele economische groei en lage inflatie. De populatie van 46 miljoen inwoners draagt bij tot de grootste vraag naar medische producten op het Afrikaanse continent. De private en publieke zorg hebben beide een
aandelenpercentage van vijftig procent in de totale medische zorguitgaven.
signalement november 2007
signalement november 2007
Signalement is gemeld, is het animovoor het paviljoen bijzonder groot. Met in totaal ruim 330 vierkante meter standruimte wordt er dit jaar groots uitgepakt. Net als vorig jaar zal er op donderdag 15 november een interessante netwerkborrel op het paviljoen
worden georganiseerd, waarbij diverse potentiële klanten en belangrijke relaties worden uitgenodigd. Voor meer informatie over Medica 2007 kunt u contact opnemen met Remco Siebols van FHI (
[email protected], of kijk op de website www.medica.de <
59
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INFORMATIE
Vanuit de ledenkring Industriële Elektronica Per 1 mei 2007 zijn de activiteiten van Emdes Embedded Systems overgenomen door QPI, Quality Products International B.V. uit Helmond. Het postadres van Kreisler Import B.V. uit Den Haag is gewijzigd in: Postbus 91588, 2591 HA DEN HAAG. Op 16 juli 2007 is Tucana Telecom verhuisd naar Breda. De nieuwe gegevens zijn: Minervum 7446k, 4817 ZG BREDA. Telefoon: (076) 579 41 11 Fax: (076) 581 16 19 De naam en het adres van Deltron Radikor B.V. zijn gewijzigd in: Abacus Deltron Transistorstraat 46-I 1322 CG ALMERE Postbus 60325 1320 AJ ALMERE Telefoon: (036) 531 25 54 Fax: (036) 531 24 65 Internet: www.abacus-deltron.nl E-mail:
[email protected]
Per 1 augustus 2007 is TTMS verhuisd naar Frankweg 25, 2153 PD NIEUW-VENNEP. Telefoon: (025) 262 10 80 Fax: (025) 262 07 02
Bij RS Components B.V. zijn diverse zaken gewijzigd. Hieronder de nieuwe informatie: Telefoon: (023) 516 65 55 Fax: (023) 516 65 66 Internet: www.rsonline.nl E-mail:
[email protected]
Personalia Laboratorium Technologie
SANYO Biomedical Europe B.V. uit Etten-Leur heeft onlangs een naamswijziging ondergaan. De nieuwe naam is SANYO E&E Europe B.V. geworden. De overige gegevens blijven ongewijzigd.
Industriële Automatisering
Medische Technologie
De naam en het adres van Leybold Vacuüm Nederland B.V. zijn gewijzigd in: Oerlikon Leybold Vacuüm Nederland B.V. Proostwetering 24N 3543 AE UTRECHT Telefoon: (030) 242 63 30 Fax: (030) 242 63 31 Internet: www.oerlikon.com
Per 18 juli is het post- en afleveradres van Laservision: De Grift 20, 7711 EJ NIEUWLEUSEN Telefoon: (052) 942 80 00 Fax: (052) 942 80 01
Feteris Groep uit Den Haag viert op 2 november 2007 haar zestigjarig bestaan. Het nieuwe adres met ingang van 22 oktober 2007 van Bartec Nederland b.v. is Boelewerf 25, 2987 VD RIDDERKERK.
De nieuwe voorzitter van de RegieGroep Chemie is sinds 1 september Rein Willems. Hij volgt Jacques Joosten op die sinds juli 2006 voorzitter was. Willems is ook actief als lid van de Eerste Kamer voor het CDA. Tot 1 september van dit jaar was hij presidentdirecteur van Shell Nederland.
Per 1 oktober is Den Hartog Scientific B.V. verhuisd van Ede naar Terschuur. Het nieuwe adres, telefoon- en faxnummer zijn: Tolboomweg 8, 3784 XC TERSCHUUR Telefoon: (034) 246 00 40 Fax: (034) 246 00 45 Tot uiterlijk 1 januari 2009 blijft Peter Nijkamp als voorzitter van de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) beschikbaar. Nijkamp kwam in 2002 bij de NWO en wil na zijn aftreden werkzaam blijven in de wetenschap. Hij schreef meer dan dertig boeken en duizend artikelen. Ook is hij lid van de redactieraad van een dertigtal wetenschappelijke tijdschriften.
Op 1 september is Roel Overakker benoemd tot directeur business development bij het adviesbureau DHV. Overakker gaat zich vooral richten op de uitbouw van de business group Aviation. Overakker is binnen FHI bekend van zijn eerdere functie in de Raad van Bestuur van Siemens Nederland <
De firma Omega Medical B.V. uit Nieuwegein heeft per 25 juni 2007 een naamsverandering ondergaan en heet voortaan Arseus Medical B.V. Adresgegevens en dergelijke zijn ongewijzigd gebleven. Per 1 oktober is Stöpler Instrumenten & Apparaten bv verhuisd naar: Middenwetering 1, 3543 AR UTRECHT. De overige gegevens blijven ongewijzigd. <
Nieuwe leden NIEUW BIJ FHI
NIEUW BIJ FHI
Industrial Solutions B.V. Postbus 237 5500 AE VELDHOVEN Lidnummer: 1510
Aanvraag lidmaatschap Onderstaande bedrijven hebben onlangs het lidmaatschap aangevraagd van de branche, waaronder zij vermeld staan. Mocht u bezwaar hebben tegen een bepaalde aanvraag dan dient u dit schriftelijk in te dienen bij onze ledenadministratie. Zonder enig bezwaar en goedkeuring door het betreffende branchebestuur zal de firma binnenkort ingeschreven worden in het ledenregister.
Branche Industriële Elektronica Eldon N.V. (Drachten) De firma vervaardigt, monteert, verkoopt, repareert en verzorgt het onderhoud van onder andere elektrische installaties. De firma is actief lid van het IT-Room Infra cluster.
Branche Industriële Automatisering HIMA Paul Hildebrandt GmbH + Co. KG (Breda) Deze firma levert industriële veiligheidssystemen.
60
Branche Industriële Elektronica Systematic design B.V. Motorenweg 5G 2623 CR DELFT Lidnummer: 1509
Krohne Altometer Postbus 110 3300 AC DORDRECHT Lidnummer: 1511
Proleit B.V. (Enschede) De firma levert procesautomatiserings- en MES-oplossingen voor de procesindustrie.
Branche Industriële Automatisering Branche Laboratorium Technologie LabBio Technology B.V. (Lopikerkapel) LabBio is een standaard en specialistische leverancier en serviceorganisatie voor apparatuur in de moleculaire en celbiologie en in de biotechnologie. <
signalement oktober 2007
branche Industriële Elektronica
branche Medische Technologie
Claudia Huigen is sinds 20 augustus binnen het FHI-bureau werkzaam bij de branche Industriële Elektronica als brancheassistente. <
Linda van Essen is sinds 1 oktober binnen het FHI-bureau werkzaam bij de branche Medische Technologie als brancheassistente. <
signalement november 2007
Dochteren IA Nijkampsweg 12 7241 SX LOCHEM Lidnummer: 1512
Branche Medische Technologie total care b.v. Jan Frederik Vlekkeweg 6-04 5026 RJ TILBURG Lidmaatschapsnummer: 1513. <
61
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INFORMATIE
Vergaderfaciliteiten bij FHI te Amersfoort Voor haar leden biedt FHI de mogelijkheid tegen geringe kosten gebruik te maken van vergaderfaciliteiten.
Industriële Elektronica Claudia Huigen, tel: (033) 465 75 07
Industriële Automatisering U kunt gebruik maken van de vergaderzalen met koffie, thee en frisdrank. Voor de kosten hiervoor: zie schema. Wanneer u gebruik wilt maken van één van de vergaderzalen, neem dan contact op met de brancheassistente van uw branche. Uiteraard is de beschikbaarheid beperkt tot de periodes dat er geen branchevergaderingen zijn.
Marjoleine Haisma, tel: (033) 465 75 07
Laboratorium Technologie Mirjam Fiege, tel: (033) 465 10 63
Medische Technologie Linda van Essen, tel: (033) 465 10 63. <
Aantal personen: 01-10 personen 10-20 personen meer dan 20 personen
Zaalhuur per dagdeel* € 99,00 € 143,50 € 240,00
Borrel 01-10 personen 10-20 personen 20-30 personen meer dan 30 personen Lunch Bittergarnituur Beamer
Kosten € 23,50 € 47,00 € 70,00 € 93,50 Conform factuur cateraar Conform factuur cateraar € 100,00 per dagdeel
* incl. koffie/thee/frisdrank/overheadprojector
• Medica Düsseldorf (www.medica.de) Düsseldorf (Duitsland) 14 t/m 17 november 2007
• Biotechnica (www.biotechnica.de) Hannover (Duitsland) 7 t/m 9 oktober 2008
• Automotive Electronics Show (www.biztradeshows.com) Guangdong (China) 21 t/m 22 november 2007
• Medica Düsseldorf (www.medica.de) Düsseldorf (Duitsland) 14 t/m 17 november 2008
• SPS/IPC/DRIVES 2007 Electric Automation, Systems & Components (www.mesago.de) Frankfurt (Duitsland) 27 t/m 29 november 2007
• IPA 2008 (www.ipa-web.com) Paris-Nord Villepinte (Frankrijk) 17 t/m 20 november 2008 <
• Pittcon (www.pittcon.org) New Orleans (Verenigde Staten) 2 t/m 7 maart 2008
Personeelsbemiddeling PRIVA zoekt voor de afdeling Mechatronica een: Senior Sensor Specialist die zich bevindt op het kruispunt van fysica, elektronica, mechanica en teeltprocessen. Je hebt kennis van tuinbouwprocessen en excelleert in het opstellen van een pakket van technische eisen, zoekt samenwerking met partijen die PRIVA de nieuwste sensortechnologieën kunnen bieden. Je bent in staat actief het proces van idee tot test te begeleiden. Samen met de afdeling Productmanagement bepaal je de toekomst en de vorm van het sensorenpakket.
COLOFON
AGENDA Kijk voor de meest actuele stand van zaken op www.fhi.nl/fhi/evenementen November 2007 • FHI HRM-Actualiteiten Seminar 8 november 2007 • Food Automation Show 13 november 2007 • Nationale MicroNano Conferentie 15-16 november 2007 • Federatiecongres 21 november 2007 • Design Tools 22 november 2007
Geïnteresseerden kunnen contact opnemen met Harry Liemburg. Telefoon: (017) 452 26 67 E-mail:
[email protected] Website: www.werkenbijpriva.nl Professionele ondersteuning voor een aantrekkelijke prijs. Succesvolle sales-/marketingmanager met 35 jaar ervaring in de M&R-techniek zet zich nog graag in als interim-/projectmanager. Ook commerciële en organisatorische ervaring met service, kalibratie en kwaliteitsbewaking. Meer informatie kunt u vinden op www.dorinmanagement.nl of neem telefonisch contact op via 06 53 123 156. <
62
Overzicht internationale beurzen en congressen
December 2007 • Productie Proces Automatiseringsdag 6 december 2007
signalement november 2007
signalement november 2007
Maart 2008 • Sense of Contact Maart /April 2008 April 2008 • HF Technology April 2008 Mei 2008 • HET Instrument 2008 20 t/m 23 mei 2008. <
Redactie Bureau FHI André Weigand, Inkvisible Maiken Larsen, Little Sister Redactieadres Postbus 2099 3800 CB AMERSFOORT Telefoon: (033) 465 75 07 Fax: (033) 461 66 38 Internet: www.fhi.nl E-mail:
[email protected] Vormgeving MUNTZ Marketing Communication Group Druk Drukkerij Van De Ridder Advertentie verkoop Niek van Twillert, MUNTZ Telefoon: (033) 450 20 20 Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteurs, redactie en het bureau van FHI geen aansprakelijkheid. <
63
������������������������������������������������ �����������������������������������
������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������������������������ ������������������������������������������������������������������������������������������������ �����������������������������������������������������
������������������������������������������������ ���������������� ���������������������������������������������������������������������