Bijlage: Effecten van inleidingen
1
Inleidingen ......................................................................................................................... 1 Inleiding 1: Directe aanpak ............................................................................................................................. 1 Inleiding 2: Anekdote...................................................................................................................................... 1 Inleiding 3: Anekdote (niet-relevant ten aanzien van de daarop volgende toespraak) ................................... 1 Inleiding 4: Uw probleem ................................................................................................................................ 2 Inleiding 5: Zichzelf geloofwaardig voorstellen (Ethos; variant: grote nadruk op eigen deskundigheid) ......... 2 Inleiding 6: Zichzelf geloofwaardig voorstellen (Ethos; variant: grote nadruk op eigen deskundigheid; stilistische variant: preteritio) .......................................................................................................................... 2 Inleiding 7: Zichzelf geloofwaardig voorstellen (Ethos; variant: gemiddelde nadruk op eigen deskundigheid)2 Inleiding 8: Zichzelf geloofwaardig voorstellen (Ethos; variant: weinig nadruk op eigen deskundigheid) ....... 3 Inleiding 9: Zichzelf geloofwaardig voorstellen (Ethos; variant: underdog) ..................................................... 3
Sick Buildingpresentatie .................................................................................................. 3
Inleidingen Hieronder zijn de verschillende inleidingen opgenomen die in de experimenten van hoofdstuk 7 en 8 zijn gebruikt. De inleidingstekst van de directe aanpak was een vast onderdeel van de overige inleidingsvarianten. Inleiding 1: Directe aanpak In de komende 20 minuten wil ik tonen hoe u straks in uw beroepspraktijk op een eenvoudige manier kunt vaststellen hoe ziek het kantoor is waarin u en uw collega's de dag moeten doorbrengen. In mijn verhaal ga ik achtereenvolgens in op de volgende vragen [Wijst op sheet op overheadprojector]: • Een: Welk misverstand bestaat er over de term Sick Building Syndrome? • Twee: Wat zijn de symptomen van het syndrome? Ik ga niet op alle karakteristieken in. Dat zou ons tot ver in de middag voeren. • En drie tot slot: Hoe kunnen we een diagnose stellen? Als de tijd het toelaat ga ik graag in op enkele mogelijke remedies. Inleiding 2: Anekdote Goedemorgen. Een goede vriend van mij werkte bij in een groot, nieuwgebouwd kantoor in Den Haag. Een kantoortuin. Anders dan in het vorige pand had hij hier vaak last van hoofdpijn en was bijna doorlopend verkouden. Hij naar zijn baas, en klagen. "Ik word ziek van dit gebouw." De manager zei dat er niks aan de hand was. Gewoon een aanloopprobleem. Maar na drie maanden waren de klachten nog steeds niet over. Toen is er toch maar eens onderzoek gedaan naar de luchtkwaliteit. De hoeveelheid verse lucht per persoon is gemeten en wat bleek: die voldeed volledig aan de normen. Pas toen ook andere collega's gingen klagen heeft een ander bureau de klachten nogmaals onderzocht. Zij kwamen op het idee om de lucht zelf te onderzoeken. En wat bleek toen? Er zaten diverse verontreinigingsbronnen in de luchtinstallatie. Wel genoeg lucht, maar niet echt fris dus. Dit verhaal maakt duidelijk dat een goede diagnose van het binnenklimaat van kantoren een groot probleem is. [162 wrd.] Inleiding 3: Anekdote (niet-relevant ten aanzien van de daarop volgende toespraak) Goedemorgen. Een goede vriend van mij werkte in een groot, nieuwgebouwd kantoor in Den Haag. Een kantoortuin. Gedurende de dag hoorde hij zijn collega's praten. Hij hoorde de secretaresse bellen met haar moeder. Hij hoorde hoe zijn collega's de wedstrijd van FC Den Haag van afgelopen zaterdag analyseerden. Hij naar zijn baas, en klagen. "Dit gebouw maakt me ziek", zei hij. De manager zei dat er niks aan de hand was. Gewoon een aanloopprobleem. Maar na driemaanden waren de klachten nog steeds niet over. Toen zocht hij maar een nieuwe baan en vond er een in een mooi oud gebouw in Delft. Daar kreeg hij een kamer voor hem zelf alleen. En wat waren de resultaten? Heerlijke rust, geen geklets meer. En wat bleek toen? Zonder het contact met zijn collega's verloor hij zijn
Bijlage: Effecten van inleidingen
2
productiviteit. Het was er wel rustig, maar niet echt inspirerend meer. Dit verhaal maakt duidelijk dat je je van tevoren goed moet bezinnen voor je je werkomgeving verandert. [162 wrd.] Inleiding 4: Uw probleem Goedemorgen. Veronderstel u komt enige tijd na uw studie te werken als manager van een middelgroot technisch bedrijf. Of u wordt lid van de ondernemingsraad van dat bedrijf. En stel u wordt dan geconfronteerd met klachten van werknemers over het gebouw en hun werkplek: het is te warm, het is te koud; de lucht is bedompt; ze hebben last van hoofdpijn; droge ogen; neus- en keelklachten; pijn in de nek en zelfs van slecht zittende stoelen. Uw bedrijfsgebouw zou, volgens sommigen, zelfs lijden aan het geheimzinnige Sick Building Syndrome. Nu overdrijven de medewerkers wel eens meer, maar zoveel klachten dat kan geen toeval zijn. Wat doet u met deze klachten? Hoe diagnosticeert u ze? De problemen die u zult ondervinden bij de diagnose ervan is het onderwerp van mijn lezing voor u. [132 wrd.] Inleiding 5: Zichzelf geloofwaardig voorstellen (Ethos; variant: grote nadruk op eigen deskundigheid) Goedemorgen. Mijn naam is Erik de Graaff. Ik werk nu ruim zes jaar als seniorconsultant en sinds kort ook als partner bij het ARBO -adviesbureau Bruin Slot en Partners in Delft. Wij zijn de marktleider op het gebied van werkplekonderzoek en binnenklimaat in het kader van de ARBO -wet. De laatste jaren hebben wij zeer veel ervaring opgedaan met de zogenaamde ARBO-kwaliteitsscan. Dit is een speciale, door ons ontwikkelde methode, om de arbeidsomstandigheden binnen bedrijven te diagnosticeren. Deze, in de vakliteratuur erg geprezen, methode is onder mijn leiding met succes toegepast bij erkende Sick Buildings zoals het hoofdkantoor van KPN in Den Haag, het ministerie van Sociale Zaken en de Koninklijke Bibliotheek. Op basis van deze expertise zal ik duidelijk maken dat een degelijke kwaliteitsscan mogelijk is met de meestal beperkte middelen die binnen een bedrijf aanwezig zijn. [138 wrd.] Inleiding 6: Zichzelf geloofwaardig voorstellen (Ethos; variant: grote nadruk op eigen deskundigheid; stilistische variant: preteritio) Goedemorgen. Mijn naam is Erik de Graaff. Ik werk nu ruim zes jaar als seniorconsultant en sinds kort ook als partner bij het ARBO -adviesbureau Bruin Slot en Partners in Delft. Wij zijn de marktleider op het gebied van werkplekonderzoek en binnenklimaat in het kader van de ARBO -wet. Maar genoeg over mezelf. Ik wil graag ingaan op een onderwerp dat een stuk interessanter is, namelijk de ARBO-kwaliteitsscan Dit is een speciale, door ons ontwikkelde methode, om de arbeidsomstandigheden binnen bedrijven te diagnosticeren. Deze, in de vakliteratuur erg geprezen, methode is onder mijn leiding met succes toegepast bij erkende Sick Buildings zoals het hoofdkantoor van KPN in Den Haag, het ministerie van Sociale Zaken en de Koninklijke Bibliotheek. Op basis van deze expertise zal ik duidelijk maken dat een degelijke kwaliteitsscan mogelijk is met de meestal beperkte middelen die binnen een bedrijf aanwezig zijn. [144.wrd.] Inleiding 7: Zichzelf geloofwaardig voorstellen (Ethos; variant: gemiddelde nadruk op eigen deskundigheid) Goedemorgen. Mijn naam is Erik de Graaff. Ik werk nu zo’n zes jaar als consultant bij het ARBO-adviesbureau Bruin Slot en Partners in Delft. Wij zijn de marktleider op het gebied van werkplekonderzoek en binnenklimaat in het kader van de ARBO-wet. De laatste jaren hebben wij veel ervaring opgedaan met de zogenaamde ARBO-kwaliteitsscan. Dit is een speciale, door ons ontwikkelde methode, om de arbeidsomstandigheden binnen bedrijven de diagnosticeren. Deze methode hebben we onder meer met succes toegepast bij erkende Sick Buildings zoals het hoofdkantoor van KPN in Den Haag, het ministerie van Sociale Zaken en de Koninklijke Bibliotheek. Op basis van deze ervaring wil ik duidelijk maken dat
Bijlage: Effecten van inleidingen
3
een degelijke kwaliteitsscan mogelijk is met de meestal beperkte middelen die binnen een bedrijf aanwezig zijn (124 wrd). Inleiding 8: Zichzelf geloofwaardig voorstellen (Ethos; variant: weinig nadruk op eigen deskundigheid) Goedemorgen. Mijn naam is Erik de Graaff. Ik werk nu al een tijdje bij het ARBO- adviesbureau Bruin Slot en Partners in Delft. Wij zijn werkzaam op het gebied van werkplekonderzoek en binnenklimaat in het kader van de ARBO -wet De laatste tijd is er enige ervaring opgedaan met de ARBO-analyse. Dit is een methode om de arbeidsomstandigheden binnen bedrijven vast te stellen. Deze methode is toegepast bij enkele erkende Sick Buildings zoals het hoofdkantoor van KPN in Den Haag, het ministerie van Sociale Zaken en de Koninklijke Bibliotheek. Ik wil duidelijk maken dat een dergelijke analyse mogelijk is met de meestal beperkte middelen die binnen een bedrijf aanwezig zijn. [110 wrd.] Inleiding 9: Zichzelf geloofwaardig voorstellen (Ethos; variant: underdog) Goedemorgen. Mijn naam is Erik de Graaff. Omdat de specialist, de heer Bruin Slot, vandaag niet beschikbaar was, zal ik u iets vertellen over werkplekonderzoek en binnenklimaat in het kader van de ARBO -wet. Een onderwerp waar ik wel betrokken bij ben, omdat ik werk bij het ARBO -adviesbureau Bruin Slot en Partners in Delft.De laatste tijd is er enige ervaring opgedaan met de ARBO-analyse. Dit is een methode om de arbeidsomstandigheden binnen bedrijven vast te stellen. Deze methode is toegepast bij enkele erkende Sick Buildings zoals het hoofdkantoor van KPN in Den Haag, het ministerie van Sociale Zaken en de Koninklijke Bibliotheek. Ik wil duidelijk maken dat een dergelijke analyse mogelijk is met de meestal beperkte middelen die binnen een bedrijf aanwezig zijn. [124 wrd.]
Sick Buildingpresentatie Deze bijlage bevat de presentatie getiteld 'Sick Building Syndrome: een onderschat probleem' door ir. E. de Graaff van het ARBO-adviesbureau Bruin Slot en Partners, Delft. De lezing maakt deel uit van een dag, georganiseerd in het kader van de ingenieursopleiding, over aspecten van de nieuwe ARBO-wet. De onderwerpen van de dag zijn onder meer stresspreventie, ziekteverzuim, flexibele arbeidstijden, job rotaton en sick building syndrome.
Goedemorgen [Inleidingnr. 1 (directe aanpak), 2 (anekdote-relevant), 3 (anekdote-niet relevant ), 4 (uw-probleem), 6 (ethos)] [SHEET] In de komende 20 minuten wil ik tonen hoe u straks in uw beroepspraktijk op een eenvoudige manier kunt vaststellen hoe ziek het kantoor is waarin u en uw collega's de dag moeten doorbrengen. In mijn verhaal ga ik achtereenvolgens in op de volgende vragen: • Een: Welk misverstand bestaat er over de term Sick Building Syndrome? • Twee: Wat zijn de symptomen van het syndrome? Ik ga niet op alle karakteristieken in. Dat zou ons tot ver in de middag voeren. • En drie tot slot: Hoe kunnen we een diagnose stellen? Als de tijd het toelaat ga ik graag in op enkele mogelijke remedies. 1 Welk misverstand bestaat er over de term Sick Building Syndrome? In de media is de laatste jaren veel aandacht besteed aan het SBS. [SHEET] Een belangrijk misverstand dat ik eerst uit de weg wil ruimen is dat het Sick Building Syndrome een ziekte zou zijn. Een soort psychose waaraan medewerkers binnen kantoorgebouwen zou lijden: een soort van collectief ingebeelde ziekte. In eerste instantie was deze term inderdaad bestemd om gebouwen aan te duiden waarin veel gebruikers klagen over de werkomgeving, terwijl `alles aan de eisen lijkt te voldoen'. Een ongrijpbare kwestie, die de naam Sick Building Syndrome ontving.
Bijlage: Effecten van inleidingen
4
Al snel echter werden ook allerlei andere gebouwen waarover veel geklaagd werd, als `zieke gebouwen' bestempeld - of er nu al onderzoek naar de oorzaken gedaan was of niet. Ook over nieuwe gebouwen wordt in de ontwerpfase tussen architecten en toekomstige gebruikers publiekelijk strijd gevoerd over de vraag of het al dan niet een ziek gebouw zal worden. Het SB syndrome krijgt dus langzamerhand een bredere betekenis. Het is dus niet zo maar een ziekte van de gebruikers. Het is voor gebruikers, eigenaren en beheerders van deze gebouwen niet eenvoudig een redelijk beeld te vormen van de situatie in het eigen gebouw. Is het een ziek gebouw of niet? Ik wil graag bij het begin beginnen: de symptomen: de klachten. Wat zijn de symptomen van het syndrome? [SHEET] De belangrijkste klachten over kantoorgebouwen en werkomgeving kunnen we onderverdelen in vijf soorten. En ik verwacht dat u er vast wel een paar herkent: • Klachten over het thermisch comfort, bijvoorbeeld werknemers hebben last van: warmte, kou, tocht, koude voeten • Klachten over de luchtkwaliteit, werknemers klagen bijvoorbeeld over: bedompte, muffe of benauwde atmosfeer; (te) droge lucht • Klachten over het licht en de verlichting, bijvoorbeeld: is er te veel of te weinig licht; of klagen ze over hinderlijke helderheidsverschillen of spiegelingen • Klachten over meubilair en beeldschermergonomie, bijvoorbeeld: slecht zittende stoel; te hoog of te laag werkblad; slecht leesbaar beeldscherm; en wat ook onder studenten veel voorkomt: een slecht geplaatst beeldscherm (daar kom ik nog op terug) • Lichamelijk klachten, de meest voorkomende zijn: hoofdpijn; vermoeidheid, lusteloosheid; oogirritaties, droge of prikkende ogen; keel-, neus- en luchtwegirritaties; pijn in nek, schouders, armen en rug Er zijn dus talrijke klachten die toegeschreven worden aan de kantooromgeving. Maar zijn die klachten wel zo ernstig? Hebben ze bijvoorbeeld schadelijke invloed op de productiviteit van de werknemers? [SHEET] Wat is de invloed op de productiviteit? Een goed binnenklimaat en een goede werkplekinrichting zijn wel degelijk van belang. Niet alleen voor de werknemers. Ook de organisatie zelf heeft er groot belang bij er voor te zorgen dat deze zaken in orde zijn. a. Klachten over gebouw en werkplek kunnen een negatieve invloed hebben op de productiviteit. Uit recent wetenschappelijk onderzoek blijkt dat bij een minder goed binnenklimaat en een minder goede werkplekinrichting de productiviteit 10 tot 30% lager ligt dan wanneer deze zaken wel in orde zijn. Dit is niet moeilijk te begrijpen. Wanneer een werknemer tijdens zijn verblijf in het gebouw vaak last heeft van hoofdpijn en vermoeidheid, zal de prestatie daar zeker onder lijden, zowel kwalitatief als kwantitatief. Daarnaast kan er veel tijd verloren gaan door terugkerende gesprekken over het slechte binnenklimaat en de gebrekkige klachtenbehandeling. Blijvende onvrede kan de arbeidsmotivatie sterk verminderen, zeker wanneer het personeel merkt dat het management de klachten niet serieus neemt. b. Klachten kunnen leiden tot een verhoogd ziekteverzuim. Uit onderzoek blijkt dat een minder goed binnenklimaat en een minder goede werkplekinrichting het geregistreerde ziekteverzuim met de helft kunnen verhogen. Kortom: er zijn talrijke soorten klachten. En die klachten hebben serieuze gevolgen voor de productiviteit van de werknemers. Maar een kritische luisteraar zou nog kunnen opmerken: hebben die klachten wel te maken met de toestand van de gebouwen en werkplekken? Of misschien wel ergens anders mee? In het volgende wil ik aantonen dat er weldegelijk een verband is tussen de klachtenniveaus en de kenmerken van gebouw en werkplek. [SHEET] De samenhang tussen klachtenniveaus en gebouwkenmerken Recent is in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken een grootschalig onderzoek uitgevoerd naar het vóórkomen van gebouw- en werkplekgerelateerde klachten in Nederland. Dit onderzoek is uitgevoerd in 61 kantoorgebouwen die een dwarsdoorsnede vormen van het Nederlandse kantorenbestand. De belangrijkste resultaten zijn: Thermisch comfort. Gemiddeld over de verschillende gebouwen geeft 55% van de gebruikers aan vaak klachten te hebben over het thermisch binnenklimaat. Er zijn echter grote verschillen tussen de gebouwen. De klachtenpercentages per gebouw variëren van 6 tot 89%. - Droge lucht. Een vergelijkbaar patroon wordt gevonden bij klachten over droge lucht. De klachtenpercentages per gebouw variëren van 5 tot 80% met een gemiddelde van 42%. - Lichamelijke klachten komen gemiddeld minder voor, maar ook hier zijn er grote verschillen tussen de gebouwen: de klachtenniveaus variëren van 4 tot 51%, met een gemiddelde van 21%. Gemiddeld komen er dus veel klachten voor in de Nederlandse kantoren. In sommige gebouwen zijn de klachtenniveaus extreem hoog. Er zijn echter ook gebouwen met zeer lage klachtenniveaus. Een belangrijke conclusie is dan ook: het is niet onmogelijk om een binnenklimaat te scheppen waar weinig klachten over zijn. De klachtenniveaus blijken bovendien systematisch samen te hangen met de gebouw- en werkplekkenmerken.
-
[SHEET] Deze categorieën verschillen duidelijk in klachtenniveaus. - Gemiddeld komen de minste klachten voor in gebouwen met natuurlijke ventilatie en de meeste klachten in gebouwen met airconditioning. De gebouwen met mechanische ventilatie liggen hier tussen in. - [ SHEET] Daarnaast hangen ook sommige werkplekkenmerken samen met de klachtenniveaus:
Bijlage: Effecten van inleidingen
5
Naarmate er meer personen in een werkruimte werken, komen alle soorten klachten vaker voor. Indien de gebruikers niet zelf de temperatuur in hun werkruimte kunnen regelen, zijn de niveaus voor alle klachtengroepen hoger . De klachtenniveaus en gebouwkenmerken hangen dus samen. Maar voor wie de precieze diagnose wil stellen, is daarmee het laatste woord nog niet gezegd. -
3 Hoe kunnen we een diagnose stellen? [SHEET] Ik wil u eerst een serieus probleem bij de diagnose voorleggen. Stel, de werknemers klagen over droge lucht. De mensen die deze klacht uiten, hebben een onaangenaam ('prikkend' of 'droog') gevoel aan huid en slijmvliezen. De meeste leken brengen droge lucht in verband gebracht met de luchtvochtigheid. Maar specialisten weten dat klachten over droge lucht vrijwel nooit veroorzaakt worden door een te lage luchtvochtigheid, maar meestal door een combinatie van te hoge temperaturen en onvoldoende luchtkwaliteit. Wanneer de klachtenbehandelaar deze klacht letterlijk neemt en de luchtvochtigheid gaat meten, zal vaak blijken dat deze niet te laag is. Ook dan wordt vaak geconcludeerd dat de klachten niet door het binnenklimaat veroorzaakt worden, maar door andere factoren, zoals onvrede met het werk. Nog erger is het wanneer de klachtenbehandelaar onder druk van de klachten de installatie op een hogere luchtvochtigheid laat instellen. In dat geval is de kans groot dat de klachten over de luchtkwaliteit verder toenemen. En dan komt men in een vicieuze cirkel terecht. Kortom, Men moet de klacht van de werknemer dus niet altijd letterlijk nemen, maar wel serieus. En er is meestal na goed onderzoek door specialisten wél een plausibele oorzaak voor aan te wijzen die met eigenschappen van het gebouw of de werkplek te maken heeft. Zelf diagnose stellen [SHEET] In het voorgaande heb ik u gewezen op de problematische gevallen, waarbij uzelf of de eigen gebouwbeheerder waarschijnlijk niet zomaar achter de ware oorzaken van de klachten zult komen. Maar gelukkig is dit slechts een minderheid van de gevallen (overigens wel een minderheid, waar we dus de term Sick Building Syndrome aan te danken hebben). Doorgaans kunt u vrij eenvoudig zelf een diagnose stellen - zonder een arbo-specialist in te hoeven schakelen. Ik geef u een voorbeeld. Stel, een beeldschermwerker klaagt over oogklachten en vermoeidheid. Wat kunt u dan doen? U kunt controleren of het beeldscherm goed geplaatst is ten opzichte van andere lichtbronnen. - Wanneer zich bij het kijken naar het beeldscherm heldere lichtbronnen of voorwerpen in het blikveld bevinden, treden er grote helderheidsverschillen (contrasten) op. Dit kan leiden tot oogklachten en vermoeidheid. - Wanneer er spiegelingen van lichtbronnen of heldere voorwerpen op het beeldscherm te zien zijn, vermindert dit de leesbaarheid van het beeldscherm. Ook dit kan leiden tot oogklachten en vermoeidheid. Mogelijke remedies: - Het beeldscherm minimaal 2 m van de vensters af plaatsen. - Het beeldscherm haaks t.o.v. de vensters plaatsen, zodat de kijkrichting naar het beeldscherm parallel is aan de gevel. - Lichtwering aanbrengen (dichte gordijnen, weinig licht doorlatende verticale jaloezieën) voor de ramen. - Bij voorkeur verticale jaloezieën plaatsen om voor én achter de beeldschermgebruiker het licht te weren en toch bij niet te zonnig weer het uitzicht naar buiten te kunnen handhaven. Er zijn ingrijpender maatregelen denkbaar, maar dan moet u wel een specialist inschakelen. TOON BOEK Meer voorbeelden treft u aan in het boekje Handleiding voor de aanpak van gebouw- en werkplekgerelateerde klachten, uitgegeven onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Sociale Zaken. 4 Conclusie Ik rond af. Er zijn talrijke klachten over gebouw en werkplek. Die klachten zijn vaak ernstig en leiden tot vermindering van de productiviteit. Vaak is de diagnose eenvoudig zelf te stellen, bijvoorbeeld met behulp van de Handleiding. De neiging bestaat echter bij managers om de klachten af te doen als: Ze worden niet veroorzaakt door het slechte gebouw of de werkplek, maar 'het zit tussen de oren'. Zeker als eerste metingen niets hebben opgeleverd. Toch blijkt vaak na nadere analyse door specialisten dat er weldegelijk gebouw- en werkplekfysieke oorzaken zijn voor de klachten. [SHEET] Ik zou dan ook af willen sluiten met: Neem de klachten niet altijd letterlijk, maar wel serieus.