SEMINARIE: Reinigen en ontvetten: trends en uitdagingen (inschrijven via

06/05

BELGIE

BELGIQUE

P.B.

GENT X 3/220 toelating gesloten verpakking GENT X - 3/304

MAANDBLAD VAN DE BELGISCHE VERENIGING VOOR OPPERVLAKTETECHNIEKEN VAN MATERIALEN VZW BULLETIN MENSUEL DE L’ASSOCIATION BELGE DES TRAITEMENTS DE SURFACE DES MATERIAUX ASBL

AFGIFTEKANTOOR GENT X

n nge i g itda .be) u en w.vom s d ren ia ww t : n v iten ette rijven v u t p n h s ique n o (insch c e s i n ige -2005 erm ther m n h i t er: ction : Re 15-09 m E I e AR num l: proj a N I m a M SE The spéci éro m Nu

verschijnt niet in juli en november ne paraît pas en juillet et novembre verantw. uitg./éd. resp.: Veerle Fincken Kapeldreef 60 3001 Leuven

editoriaal - éditorial

Maandblad van de Belgische vereniging voor oppervlaktetechnieken van materialen VZW Bulletin mensuel de l’association belge des traitements de surface des matériaux ASBL JUNI 2005 JUIN 2005 Redactie Comité de rédaction M. De Bonte L. Liégeois W. Van Vooren Redactie, abonnementen, advertenties Rédaction, abonnements, publicité Martine Daelemans E-mail: [email protected] Secretariaat VOM Secrétariat VOM Veerle Fincken Marie-Dominique Van den Abbeele Kapeldreef 60 3001 Leuven Tel. 016/40 14 20 Fax 016/29 83 19 E-mail: [email protected] Website: www.vom.be Verantwoordelijke uitgever Editeur responsable Veerle Fincken Kapeldreef 60 3001 Leuven Cover Foto’s aangeleverd door: Metallisation: Elektrisch pistool ARC 140 met toepassing van pure zinkdraad VITO: Vlinderklep met aangepaste coating voor abrasieve gasstroom

De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de gepubliceerde artikels. L’éditeur décline toute responsabilité quant au contenu des textes publiés.

Editoriaal Thermisch spuiten biedt een goede bescherming tegen slijtage, erosie, cavitatie, corrosie en hoge temperatuur. De techniek van het thermisch spuiten is nog steeds volop aan het ontwikkelen, vooral omdat slijtagebestrijding in iedere branche tot één van de belangrijkste factoren geworden is. Door de verlenging van de levensduur van onderdelen wordt bovendien bewuster omgesprongen met de materiaalbronnen op aarde. Eén van de laatste spuittechnieken, het hoge snelheidsspuiten (HVOF), zorgt ervoor dat ook zeer dunne lagen met uitstekende dichtheid en hechtsterkte geproduceerd kunnen worden. Door de grote verscheidenheid in spuitmaterialen zijn de toepassingsgebieden nagenoeg onbegrensd. Het thermisch spuiten is daardoor geschikt voor het behandelen van zowat ieder basismateriaal; van metaal tot kunststof en keramiek en van hout tot karton. Om deze techniek de nodige aandacht te geven die zij verdient, hebben VOM en FMB, de vereniging van Belgische metalliseurs, de handen in elkaar geslagen voor het opstellen van een Belgische praktijkrichtlijn “Organische deklagen op thermisch gespoten materialen ter bevordering van de corrosieweerstand”. Een eerste ontwerp is uitgeschreven. U kan nog steeds inhaken bij de werkgroep om uw technische bijdrage in dit domein te leveren. Geïnteresseerden kunnen contact nemen met VOM.

Editorial La projection thermique offre une bonne protection contre l’usure, l’érosion, la cavitation, la corrosion et les températures élevées. Cette technique est en constant développement étant donné que la lutte contre l’usure est devenue un facteur essentiel dans chaque secteur. En prolongeant la durée de vie des pièces, nous nous servons de manière plus consciente des ressources de la terre. Une des techniques les plus récentes, la projection à vitesse très élevée (HVOF), permet de produire de très fines couches ayant une parfaite densité et adhérence. Etant donné la grande diversité des matériaux de projection, les domaines d’applications sont pratiquement illimités. C’est pourquoi la projection thermique convient pour le traitement de presque tout matériau de base, allant du métal aux matières synthétiques et aux céramiques et du bois au carton. Afin de promouvoir cette technique et de lui accorder toute l’attention qu’elle mérite, la VOM et FMB, la fédération des métalliseurs de Belgique, se sont associés pour élaborer une directive belge «Revêtements organiques sur des matériaux traités par projection thermique pour une meilleure résistance à la corrosion». Un premier projet a vu le jour. Si vous désirez participer au groupe de travail afin d’y apporter votre contribution technique, n’hésitez surtout pas à contacter la VOM.

3

vom info 06/05

inhoud - sommaire 3

EDITORIAAL / EDITORIAL

4

INHOUD / SOMMAIRE AGENDA THEMANUMMER: THERMISCH SPUITEN

5

Thermisch spuiten: een overzicht

7

REPORTAGE COMMERCIAL General Metal Alloys intl.

9

BEDRIJFSREPORTAGE Plasmajet nr: optimalisatie van machineonderdelen

11

THEMANUMMER:

agenda 21-24/09/2005: Workshop: F&O Finitura&Oltre Italian exhibition of surface treatment: state of the art, innovation systems, machines, products Bergamo, Italy Info: Promexpo Srl, Tel. +39 02 4541 6300, Fax +39 02 4541 6340 http://www.finishingandover.com 27-29/09/2005: Eurocoat 2005 International exhibition and congress for the paint, pigment, printing ink, varnish, glue and adhesive industries Euroexpo, Lyon Info: Idexpo, Didier Roger, Tel. +33 141 98 40 31, Fax +33 141 98 40 70 http://www.eurocoat-expo.com 28-29/09/2005: Conference European Automotive Safety 2005 Development of active and passive safety in automotive functional chain Bad Nauheim/Frankfurt Info: Technik + Kommunikation Verlags GmbH, Phone +49 30 365 36 40 http://www.automotive-circle.de 19-21/11/2005: Eurofinish 2005 Europese vakbeurs voor oppervlaktetechnieken Salon professionnel européen des traitements de surface Gent Info: VOM/Promosurf, Tel +32 (0)16 40 14 20 http://www.eurofinish.be

THERMISCH SPUITEN Hoge snelheidsprocessen met continu verbranding (HVOF-processen)

12

Laseroplassen als alternatief voor thermisch spuiten

14

Technische normen voor thermisch spuiten

15

NUMÉRO SPÉCIAL: LA PROJECTION THERMIQUE La projection thermique à froid ou Cold Spray

17

WIE ZIJN WIJ Verwaest bvba stelt zich voor

18

BEDRIJVENREGISTER

19

UIT HET BEDRIJFSLEVEN Poedercoatings meten vóór het moffelen Super-keramo-finish

20

8-10/11/2005: Surface World + Paint & Powder 2005 NEC, Birmingham Info: Exhibitors Contact: Nigel Bean, Tel +44 (0)1442 826 826 Visitors Contact: Irene Clarck, Tel. +44 (0) 1442 230 431

VOM INFO VOM, une association au service de ses membres!

vom info 06/05

4

15-18/11/2005: Midest-Europlast 2005 Midest: Beurs voor de industriële toeleveringssector Europlast: Europese beurs voor de plasticindustrie Parijs Info: Exposervice, Tel. +32 (0)70 220 110, Fax +32 (0)3 766 43 90 30/11 - 03/12/2005: Euromold 2005 World Fair: Moldmaking and tooling, design and application development Frankfurt Info: Demat GmbH, Tel. +49 (0)69 274 00 30, Fax +49 (0)69 274 00 34 http://www.euromold.com 06-07/12/2005: Conference on fluorine and silicone in coatings Manchester Info: PRA, Coatings Technology Centre, Tel. +44 20 86 14 48 00, Fax +44 20 89 43 47 05 http://www.fluorineandsiliconecoatings.com 15-18/02/2006: METAPRO 2006 Nationale Vakbeurs voor Metaalverwerkende Nijverheid Brussel Info: Expo Advice nv, Tel. +32 (0)56 21 30 32, Fax +32 (0)56 25 71 41 http://www.metapro.be 14-17/03/2006: ESEF 2006 Vakbeurs voor toeleveren, uitbesteden en engineering Jaarbeurs Utrecht Info: http://www.esef.nl

themanummer: thermisch spuiten

Thermisch spuiten: een overzicht Thermisch spuiten is een oppervlaktebehandeling die veel mogelijkheden biedt. Deklagen kunnen aangebracht worden op metalen, kunststoffen, hout, beton en papier. De techniek is toepasbaar op substraten met een onbeperkte afmeting; van 1 mm tot 100 m en zelfs meer. Thermisch spuiten is een “koude” oppervlaktebehandeling waarbij het substraat weinig opgewarmd wordt. Zo treden er geen vervormingen op en de eigenschappen van het basismateriaal blijven onveranderd. De deklagen hebben volgende eigenschappen: - Ze kunnen bestaan uit zuivere metalen en hun legeringen, keramieken, carbides of kunststoffen. - Deklagen kunnen weerstand bieden aan alle chemische milieus, in een droge, vochtige of vloeibare atmosfeer, bij temperaturen van -200 tot +2.000°C. - De hardheid kan variëren van de hardheid van het zachte tin of lood tot bijna de hardheid van diamant. - De laagdikte varieert tussen 20 micron en 2 mm. Variaties onder en boven deze waarden zijn afhankelijk van het spuitmateriaal en zijn procestechnisch uitvoerbaar. - De deklagen hebben een oppervlakteruwheid van 3 tot 30 micron.

De techniek Bij het thermisch spuiten wordt gebruik gemaakt van een thermische energiebron waarin materiaaldeeltjes volledig of gedeeltelijk aan het smelten worden gebracht. Deze gesmolten deeltjes worden door een natuurlijke of geforceerde stuwing naar het substraat geprojecteerd aan een snelheid van 70 tot meer dan 700 m/sec. De gesmolten deeltjes spatten op het substraat uit elkaar en vormen zo een deklaag.

Thermisch spuiten is een zeer milieuvriendelijke oppervlaktebehandeling. Mits het gebruik van stofafzuig- en filtersystemen, is de uitstoot van afval zeer miniem. Bovendien zijn de afvalstoffen volledig vast en droog zodat de afvalstroom volledig beheersbaar is.

Processen - Autogeen draadspuiten: hierbij wordt gebruik gemaakt van een zuurstofvlam met acetyleen, propaan, aardgas, etheen en spuitmateriaal onder de vorm van draad. De Zwitser Max Ulrich Schoop heeft het proces voor het eerst toegepast omstreeks 1910 voor het aanbrengen van een zinklaag. Vandaar dat het proces soms “Schooperen“ wordt genoemd. - Autogeen poederspuiten: hierbij wordt gebruik gemaakt van de zuurstof/ acetyleenvlam en spuitmateriaal onder de vorm van poeder. - Elektrisch draadspuiten: deze techniek is vergelijkbaar met het MIG lassen. Bij het spuiten wordt er een elektrische boog getrokken tussen twee draden. De gesmolten materiaaldeeltjes worden naar het substraat verstoven. - Plasma: tussen de elektrode (kathode) en het mondstuk (anode) wordt een boogontlading opgewekt. De

doorgang van gassen (helium, argon, stikstof, waterstof) door deze boogontlading zorgen voor een vlam aan de uitgang van het pistool. Daarin wordt het materiaal geheel of gedeeltelijk aan het smelten gebracht. - HVOF (High Velocity Oxy Fuel): hierbij wordt gebruik gemaakt van een zuurstofvlam met propaan, aardgas, etheen, waterstof of kerosene aan zeer hoge druk, zodat de materiaaldeeltjes aan zeer hoge snelheid op het substraat verstoven worden.

MK 73 gaspistool

Toepassingen Anti-corrosie is een zeer belangrijke toepassing van het thermisch spuiten. Thermisch gespoten zink- en aluminiumlagen geven een langdurige

Thermisch spuiten

Brandstof-zuurstof mengsel

Elektriciteit

Elektriciteit + gasinjectie

Autogeen poederspuiten

Elektrisch spuiten

Plasmaspuiten

Autogeen draadspuiten

Met Zn- Aldraad (schooperen)

Met andere materialen

Poederspuiten

Spuiten met hoge deeltjessnelheid (HVOF)

Repeterend explosieproces

Continu verbranding

Boogspuiten

Atmosferisch

Lagedruk plasmaspuiten

Overzicht thermische spuittechnieken (VOM Vademecum 2002)

5

vom info 06/05

themanummer: thermisch spuiten kathodische bescherming tegen corrosie. De onderhoudskosten van gemetalliseerde constructies zijn aanzienlijk lager dan geverfde die periodiek moeten gecontroleerd en bijgewerkt worden. De beste corrosiebescherming is een combinatie van metallisatie met organische coatings. Toepassingen van het thermisch spuiten in het algemeen kan men terugvinden in de volgende sectoren: voeding, textiel, glas-, steen- en betonindustrie, staalindustrie en gieterijen, chemische industrie, auto-industrie, medische sector en de luchtvaart. Concreet wordt de techniek toegepast bij o.a. onderdelen van pompen, onderdelen van machines en gasturbines.

Metalliseren: materialen Zink Vanaf de eerste ontwikkeling van het thermisch spuiten omstreeks 1910 is het zinkspuiten, ook schooperen genoemd, een zeer efficiënte en goede beschermingsmethode. Spuitlagen van zink zijn goedkoop en snel aan te brengen en kunnen na het aanbrengen onmiddellijk verder behandeld worden. Zink/Aluminium 85/15 Het gaat hier om een speciaal ontwikkelde legering van zink en aluminium voor het spuiten van corrosiewerende lagen. Deze lagen hebben de voordelen van zowel zink- als aluminiumlagen. De zinkrijke fase geeft een actieve kathodische bescherming terwijl de aluminiumrijke fase een meer passieve bescherming biedt. Het aanbrengen van zink/aluminium geeft minder geur- en stofhinder dan het aanbrengen van zink. Aluminium Wordt veel gebruikt om staal te beschermen tegen elektrolytische, hoge temperatuur en atmosferische corrosie. Dit kan gebruikt worden tot pH waarden van 3,5 tot 10 en geeft een uitstekende bescherming in maritieme atmosfeer. Aluminium deklagen hebben een goede warmtegeleiding en hoge ductiliteit.

Metalliseren: eigenschappen van de coating Hechtwaarde, porositeit, oppervlakteruwheid en laagdikte zijn eigenschappen die afhankelijk zijn van het proces, de zuiverheid en ruwheid van het

vom info 06/05

6

oppervlak, de spuitparameters en het spuitmateriaal. Als men het autogeen vlamspuiten en het elektrisch draadspuiten tegenover elkaar zet, dan zijn bij het elektrisch draadspuiten de parameters gemakkelijker te beheersen en reproduceerbaar. Het systeem is eenvoudiger te gebruiken en het verbruikt slechts 1/4 energie t.o.v. het autogeen systeem. De hechtwaarde is hoger en de porositeit lager.

Voordelen van metallisatie Bij metallisatie zijn de afmetingen van het object onbeperkt, heeft men volledige constructieve vrijheid, zijn verstevigingen en gaten niet nodig, is er keuzevrijheid van basis- en lasmateriaal, markeersystemen en treden er door de geringe warmte-inbreng geen vervormingen op. Metallisatielagen hebben een gelijkmatige laagdikte en vertonen geen sporen van eventuele walslijnen en lasnaden. Het bewaren van gemetalliseerde substraten vergt geen speciale stapelvoorwaarden. Enkel bescherming tegen vocht en stof is noodzakelijk. De kostprijsberekening wordt gedaan per oppervlakte-eenheid en niet per gewicht. Dit kan belangrijk zijn wanneer het om zware werkstukken gaat.

vlakteruwheid (3 à 30 micron) kan de organische verflaag zich perfect vastankeren in en op het gemetalliseerde oppervlak. Bij natlak kan het noodzakelijk zijn, afhankelijk van de porositeit van het oppervlak om eerst een poriënvuller of dunne laag verf aan te brengen. Daarna kan de verflaag op de gewenste dikte aangebracht worden. Poedercoaten op zink en zink/aluminium deklagen wordt sedert geruime tijd toegepast. Hierbij wordt eventueel in twee lagen gewerkt of worden er speciale ontgassingspoeders gebruikt. Mits het aanbrengen van een poriënarme deklaag (bijvoorbeeld met elektrisch draadspuiten), is het gebruik van speciale poeders niet altijd noodzakelijk. Op aluminium coatings is dit ook mogelijk, mits gebruik te maken van aangepaste poeders.

Levensduur

Het “19-year report“ van The American Welding Society, bevestigt dat metallisatielagen van zink en aluminium (autogeen gespoten) in laagdikten van 80, 150, 230 en 300 micron, met of zonder verflaag, blootgesteld in verschillende milieus, meestal een levensduur van 19 jaar overschrijden. Gezien de legering zink/aluminium betere resultaten geeft, kan hierbij een nog langere levensduur bereikt worden. Het gebruik van elektrisch draadspuiten geeft betere eigenschappen dan vlamspuiten. Een levensduur van 20 à 30 jaar vormt hierbij geen probleem. Constructies met een elektrisch gespoten aluminium deklaag (250 micron) worden voor bepaalde constructies gewaarborgd voor een Het elektrisch pistool ARC 140 met toepassing van zink-aluonderhoudsvrije levensminium draad duur van 30 jaar.

Het “Duplex M” coatingsysteem Een gemetalliseerd oppervlak heeft de ideale eigenschappen om afgewerkt te worden met een organische coating. Chemische nabehandeling of stralen (wapperen) is niet nodig. Gezien de porositeit (3 à 20 %) en de opper-

Voor meer informatie: Tom Van Hecke, Straaltechniek International N.V. Georges Thielman, Metallisation Ltd.

reportage commercial

General Metal Alloys intl. En 1979 General Metal Alloys SPRL vit ses débuts dans la propriété de M. Plusquin. Au départ, il se dédia essentiellement à l’achat et à la redistribution de poudres comme les céramiques, les carbures de tungstènes et les chromes. L’augmentation des ventes ainsi que la nécessité d’installer des chambres acoustiques pour les tests de machines ont dicté le choix du nouveau siège d’exploitation vers le zoning artisanal de Harzé. GMA est une petite structure souple et familiale de 20 personnes. Une expérience de 34 ans a permis la création, le développement et la réalisation de produits et d’équipements fiables pour les différentes industries. GMA offre un service global avec l’installation complète de chaînes de projection thermique: outils techniques (pistolets, chalumeaux, arcs, machines) et consommables (poudres, fils, gaz,…).

Activités et produits de l’entreprise - Production et distribution de matériel de projection thermique; - Distribution de fils et de poudres destinés à être projetés; - Produits de masquage en pâtes, liquides et bandes adhésives; - Poudres et fils pour la projection thermique, pièces détachées, plasma soufflés, plasma haute vitesse, PTA, HVOF, HVAS, pistolets de projection à poudres, pistolets de projection à fils, distributeurs de poudres, distributeurs de fils, échangeurs thermiques, chambres acoustiques, installations automatisées, HPHVOF kérosène, Microjet, Starjet, Equipements de sablage et inductions; - Révisions et restaurations d’installations, maintenance, réparations, calibration, vente d’installations de seconde main de toutes marques et mise en conformité.

Développement

formant permettant de réaliser des dépôts denses à un moindre coût tout en procurant confort et sécurité à l’utilisateur. Ce pistolet est flexible et permet de projeter aussi bien les poudres que les fils. Sa simplicité et sa flexibilité nous permettent de faire toutes sortes de variantes et nous a permis de projeter des matériaux sous d’autres formes que de la poudre ou du fil. - Le pistolet MICROJET FILS: Grâce à sa forme proche des pistolets standard de projection à fils, nous avons converti le pistolet HVOF poudre en pistolet HVOF fils ou HVCW (High Velocity Combustion Wire). Ce qui a pu donner des revêtements très denses, impossibles à obtenir avec un pistolet à fils traditionnel. - Le projet BEHEMOTH: Une torche de projection plasma permettant d’obtenir des vitesses de projection identiques ou supérieures aux HVOF classiques. La construction d’installations plasma a ouvert des nouveaux marchés. Comme GMA restaure et répare les anciennes machines dont les composants ne sont parfois plus fabriqués, ils doivent les faire adapter au meilleur coût.

Des poudres spécifiques

Générateur plasma titanium et béhémot

Progressivement, la société a fait des recherches qui ont permis de développer des techniques propres liées au recouvrement de surfaces (à chaud ou à froid). GMA a ainsi inventé plusieurs types de matériels utilisant la technique de projection thermique, comme par exemple: - Le pistolet MICROJET: Chalumeau de projection HVOF extrêmement per-

Parallèlement, des tests ont été effectués dans le laboratoire de GMA et dans les laboratoires de clients exigeants. Des poudres spécifiques ont été élaborées pour les utilisateurs et techniciens de traitements de surface: - CERAMIQUES Oxyde d’alumines Al2O3 / Oxydes d’alumines titane Al2O3TiO2: céramiques en poudre avec point de fusion à 1.800°C. Convient en cas d’exigence d’un revêtement non métallique. Idéal pour la résistance à la corrosion et l’abrasion et l’isolation électrique. A utiliser avec le PLASMA ou le Microjet à cordon de céramique; - CERAMIQUES Oxyde de Chrome Cr2O3: développé pour des matériaux soumis à une forte usure (vérins hydrauliques, pompes, industrie

textile) et corrosion (aéronautique). A appliquer avec un Pistolet PLASMA ou le Microjet à cordon de céramique; - Bases Nickel Chrome de dureté allant de HRC-16 A 60 (indice de dureté): poudres métalliques utilisées (dans les industries verrières et fondrières) par torche de fusion; revêtements s’appliquant dans la prévention de l’usure mais aussi dans la reconstruction dimensionnelle. Donne une résistance aux attaques chimiques extrêmes et aux attaques thermiques (augmente la durée de vie des composants de fours de recyclage de déchets). Utilisé par les pistolets GMA et, tout récemment, par le Microjet HVOF - GMA NI/Al: différentes applications complexes. Application via pistolet ou emploi du fil GMA Ni/Al. Utilisé comme «colle métallique» pour associer deux alliages différents. Utilisé par tous les pistolets de projection.

Applications GMA s’est progressivement fait connaître mondialement comme technicien en projection thermique appliquée aux problèmes d’usure des revêtements, notamment dans l’aéronautique, l’industrie de maintenance, l’industrie automobile et les chantiers mobiles, la maintenance sur site, l’industrie du papier et la sidérurgie. Elle a mis au point des pistolets permettant de projeter à basse température des métaux, de la céramique ou encore du plastique et les polymères. Non seulement, ces recherches ont permis d’améliorer les techniques et la qualité des projections mais elles ont en plus débouchés sur l’utilisation de nouveaux matériaux (poudres) qui assurent une longévité plus grande aux revêtements.

GENERAL METAL ALLOYS INTL Zoning Artisanal de Harzé - Rue de Bénister B-4920 Aywaille-Belgique - Tél: + 32 (4) 380 07 30 Fax: + 32 (4) 380 06 75 - [email protected] www.generalmetalalloys.com www.thermal-spray.org 7

vom info 06/05

Anodiseren & galvaniseren Natlak Poedercoaten Voorbehandeling thermisch zink

LBtec Indufinish

Installaties en toebehoren voor:

LE fournisseur du programme complet de systèmes de

peinture liquide Assortiment pour l'application de peinture liquide

•Pompes à membrane électriques •Pompes à piston plongeur Airless Technique de chauffage Thermosystèmes

•Appareils de pulvérisation HVLP •Pompes à vis •Pompes à piston plongeur pneumatiques •Pompes à double membrane pneumatiques •Pistolets électrostatiques et

Installation intellimix 3 à 2 composants

boîtiers d'alimentation •Installations à 2 composants •Pistolets automatiques et automates •Pistolets et accessoires Airless et Aircoat •Eléments de commande

Jaguar 75-150

modulaire

Pour plus d'informations: Willem Barentszstraat 5 7825 VZ Emmen The Netherlands T +31(0)591 63 00 03 F +31(0)591 63 23 98 www.lbtecindufinish.com info@lbtecindufinish.com

Wagner Spraytech Benelux BV Zonnebaan 10 3545 EC Utrecht (NL) Tél. 0031 30-241 41 55 Fax 0031 30-241 17 87 E-mail:[email protected]

Wagner Spraytech België Veilinglaan 56 1861 Wolvertem (B) Tél. 0032-2-269 46 75 Fax 0032-2-269 78 45 E-mail:[email protected]

bedrijfsreportage

Plasmajet nv: optimalisatie van machineonderdelen Thermisch spuiten is voor Plasmajet reeds meer dan 30 jaar een specialisatie. Het aanbrengen van superieure oppervlaktelagen op allerhande machineonderdelen is uitgegroeid tot de kerncompetentie van dit bedrijf. De techniek wordt hoofdzakelijk toegepast om problemen met betrekking tot verschillende vormen van slijtage in industriële omgevingen aan te pakken. Dit gebeurt zowel op nieuwe als op bestaande onderdelen. Het gamma van technieken is groot… dat van materialen oneindig!

Een vak apart Thermisch spuiten is een proces dat specifieke know-how vereist. Ervaring is van essentieel belang. Enkel zo kunnen er garanties geboden worden met betrekking tot de hechting en de kwaliteit van coatings. Plasmajet heeft de meeste technieken in het segment van thermisch spuiten in huis. In het gamma zitten onder meer: plasmaspuitinstallaties met vlamtemperaturen tot 20.000°C, HVOF-systemen met hoge deeltjessnelheden waarmee zeer dichte lagen bekomen worden alsmede diverse draad- en vlamspuitpistolen. De warme processen zoals het infusen en het oplassen van materialen als stellite en hastaloy gebeuren eveneens in eigen atelier. Zo kiezen we in overleg met de klant steeds kwalitatief de beste oplossing.

Infusie van walsrol

bijzonder complex, maar uiterst doeltreffend.

Materialen De aan te brengen materialen komen uit vier grote groepen: metalen, keramieken, carbides en cermets. Elke groep bevat honderden soorten die bovendien op hun beurt telkens in tientallen vormen te verwerken zijn. Net dat grote kluwen van materialen maakt het thermisch spuiten zo interessant,

Bij sleutelonderdelen in productielijnen kan men standtijden verhogen door het aanbrengen van een slijtvaste laag. Hierdoor dalen shut-down-tijden en stijgt de productiviteit. De meerkost van de coating weegt dan niet op tegen de winst die eruit volgt.

Machinewerkplaats Plasmajet beschikt over een eigen machinewerkplaats. De nadruk ligt hier op slijpen en honen, maar ook andere bewerkingen komen aan bod. Werkstukken tot 10.000 kg kunnen bewerkt worden. Als toeleverancier van draaien freeswerk kan ook de afweging tussen herstellen of nieuw maken worden gemaakt.

Flexibiliteit HVOF spuiten van wolfraamcarbide

Vaak is de levertijd van complexe onderdelen lang. Door het volledig in

eigen beheer uitvoeren van spoedherstellingen kunnen zeer korte doorlooptijden gehaald worden. De kostprijs is lager en de kwaliteit hoger. Een winwin situatie gegarandeerd. De bewuste keuze van een eenvoudige structuur geeft deze KMO net extra slagkracht en een enorme flexibiliteit. Een klein onderdeeltje uit een precisiemachine of een 6 meter lange wals, alles kan. Een klein bedrijf dat in alle bescheidenheid grote dingen doet. Ook hardchroom, nikkel, rubber en andere oppervlaktebehandelingen zijn mogelijk. Plasmajet is de polyvalente partner die garant staat voor kwaliteit en afwerking.

Voor meer informatie: Plasmajet NV Maesen Filip www.plasmajet.be

9

vom info 06/05

DE BELEYR-ENGINEERING Uw partner in kwaliteit sinds 1962

THERMISCH OPSPUITEN HVOF Plasma Poeder, draad Elektrisch draadspuiten

N.V.

ALLE DRAAIWERKEN CNC Conventioneel CNC draaien Ø 1000 x 6000mm

SLIJPEN

ALLE FREESWERKEN

Vlakslijpen L = 3200mm Rondslijpen Ø 650 x 3200mm Inwendig slijpen Industriële messen

CNC Conventioneel Kotteren 2800 x 2000 x 2000mm

VONKEROSIE – LASWERKEN – SUPERFINISHEN – HYDRAULISCH PERSEN DE BELEYR-ENGINEERING NV DRUKKERIJSTRAAT 5 B - 9240 ZELE

TEL. 052/44.78.51 FAX 052/44.85.94 [email protected]

Hakupur®

Hakuform® Koelsmeermiddelen

Industriereinigers

Decorrodal® Fosfatering

Controx® Ontlakkingsmiddelen

T400® Haku 5000®

Water- en afvalwaterbehandeling

Koudontvetten en reinigen

Nikutex® Isogol® Lakcoagulering

Spoelmiddelen/ Finishreinigers

Haku® Lakverdunners

Kluthe Benelux BV Postbus 312

vom info 06/05

10

2400 AH Alphen aan den Rijn

T +31 (0)172 51 60 00 Tel.

FFax +31 (0)172 43 94 94

E-mail: info@kluthe f .nl

Internet: www.kluthe w .com

themanummer: thermisch spuiten

Hoge snelheidsprocessen met continu verbranding (HVOF-processen)

Een schematische doorsnede van een pistool

Bij het hoge snelheidsproces wordt een gasmengsel onder hoge druk tot ontbranding gebracht, resulterend in grote gassnelheden van 1000 tot 1500 m/s. Centraal wordt hierin een spuitpoeder geïnjecteerd, opgewarmd, versneld en naar het werkstuk getransporteerd (± 800 m/sec). Dit continu verbrandingsproces kent een watergekoelde en een luchtgekoelde uitvoering. Een van de recenste ontwikkelingen is het HP/HVOF-proces (High Pressure, High Velocity Oxygen Fuel). Hierbij wordt in de plaats van gas, kerosine gebruikt. Het mengsel van kerosine en zuurstof wordt door middel van een bougie tot ontsteking gebracht. Bramecon nv past dit spuitsysteem toe. Kenmerken van het proces zijn: • Verbruik tot circa 15 kg/h • Gassnelheden tot 3000m/sec • Deeltjessnelheden tot 1100 m/sec • Zeer dichte deklagen met hoge hechtingwaarden

Hoge snelheid en lage temperatuur; HVOF geeft hoogwaardige lagen Voor het thermisch spuiten van slijtvaste carbides is HP/HVOF een interessante techniek. HP/HVOF werkt met hoge gassnelheden zodat de spuitdeeltjes een relatief hoge kinetische energie krijgen. Deze moet na botsing omgezet worden in deformatie van de spuitdeeltjes of van het substraat. Is dit niet het geval dan kan een gritstraaleffect optreden. Systeem Bramecon nv beschikt over een HP/HVOF-systeem dat zich onderscheidt van andere systemen. Het

JP 5000-systeem heeft de volgende kenmerken: • Het werkt met vloeibare in plaats van gasvormige vloeistof. • Het werkt met hogere verbrandingskamerdrukken, wat tot gevolg heeft dat de gassnelheden van de spuitdeeltjes hoger zijn. • Het spuitpoeder wordt radiaal geïnjecteerd op een plaats waar de verbrandingsgassen reeds volledig zijn geëxpandeerd en bijgevolg al wat afgekoeld zijn. Daardoor is de temperatuur van de spuitdeeltjes lager. Voordelen van HP/HVOF Door de hoge snelheid en de relatief lage temperatuur van de spuitdeeltjes is het mogelijk kwalitatief hoogwaardige lagen te spuiten. Daarbij gaat het niet enkel om een hoge hechtsterkte, maar ook om lagen die weinig poreus zijn, weinig oxyden bevatten en die met een dikte van 0,5 mm of meer kunnen worden aangebracht. Deze laagdikte is veel hoger dan bij de gebruikelijke plasma-spuittechniek (maximaal 0,3 mm). De superieure hechting van HP/HVOFgespoten carbides op staal kan worden gedemonstreerd aan de hand van een proef waarbij een laag van 0,2 mm

carbides is gespoten op een niet gestraald stalen plaatje. De hechting is zo goed dat het opgespoten plaatje daarna in een bankschroef gebogen kan worden, zonder dat daarbij de opgespoten laag afbladdert. Toepassingen met de HP/HVOF zijn terug te vinden bij: asbussen van pompen, ventilatoren, doseerblazers, transportrollen, matrijzen, transportvijzels, messen, enz. Daarnaast is het proces geschikt voor revisiewerkzaamheden en een goed alternatief voor hard verchromen.

Bramecon heeft reeds volgende toepassingen uitgevoerd: Bekleding voor skin-pass-trekrollen in de staalindustrie Bij berubberde rollen stelt men vast dat de standtijden relatief beperkt zijn, niet alleen door slijtage maar eerder door beschadiging. Omwille van slijtage ontstaan problemen zoals aeroplaning en doorslippen. Een nieuw soort van bekleding die polyuretaan vervangt is het hogesnelheidspuiten van carbiden. De oppervlaktegesteldheid wordt bepaald door het al dan niet nabewerken, zodat de contactvlakken optimale weerstand geven tegen aeroplaning en doorslippen. Het opspuiten van carbiden zorgt voor een aanzienlijke levensduurverlenging, betere gripresultaten, een goede hechting van het materiaal op de rollen en verminderde onderhoudskosten. Het behandelen van doseerblazers De hoeveelheid van allerlei materialen wordt gedoseerd door middel van doseerblazers. Abrasieve materialen werden tot nu toe meestal voorzien van een laag hardchroom. Doch past Bramecon het HP/HVOF-procédé toe bij de firma UNILIN (houtindustrie). Bij deze procedure wordt de levensduur in vergelijking met hardchroom tot 3 maal verlengd.

Voor meer informatie: Bramecon nv - Van den Berghe Johan

11 vom info 06/05

themanummer: thermisch spuiten

Laseroplassen als alternatief voor thermisch spuiten? Johan Vangrunderbeek Projectmanager Oppervlakte en Materiaalbewerking VITO - Lid Raad van Bestuur VOM

Laseroplassen van metalen componenten, in het bijzonder van stalen componenten, wordt meer en meer toegepast voor het oplossen van specifieke problemen van slijtage en/of corrosie in industriële omgeving. De techniek vermijdt enkele belangrijke nadelen van gangbare coatingtechnieken en is economisch rendabeler geworden door aangepaste bewerkingskoppen en nieuwe types lasers. De techniek brengt lokaal een coating op de component aan en vergroot zo de weerstand tegen slijtage, impact en/of corrosie. De belangrijkste voordelen tegenover klassiek oplassen en plasmaspuiten zijn de betere hechting (impactbestendig) en de geringe vermenging (5% van de laagdikte of enkele tientallen µm) tussen coating en substraat. Hierdoor heeft de coating meteen de gewenste samenstelling en volstaat het aanbrengen van één enkele laag (typisch tussen 0.3 mm en 1.2 mm) voor het bereiken van de gewenste functionaliteit. Indien toch dikkere coatings gewenst zijn, kunnen uiteraard verschillende lagen op elkaar afgezet worden. Omdat de coating aangebracht wordt via een smeltproces is deze porievrij. Door een goede keuze van de procesparameters, kan bovendien de nabewerkingstap tot een glad oppervlak beperkt worden. Typisch moet slechts 0.2 tot 0.3 mm van een 1 tot 1.2 mm dikke coating weggehaald worden.

Het laseroplassen van een grote rol met behulp van een hoogvermogen CO2-laser biedt tal van voordelen: functionaliteit in één enkele laag van 1mm, geen vervorming, nabewerkbaar met weinig toegift, geen porositeiten.

vom info 06/05

12

Laseroplassen kan op verschillende manieren gebeuren. Bij coaxiaal poederoplassen komen het poeder en de laserbundel uit dezelfde richting en kunnen ook 3D behandelingen uitgevoerd worden. Bij lateraal poederoplassen is de opstelling complexer (laserbundel en poederbundel onder een hoek) maar kunnen ook moeilijk bereikbare plekken behandeld worden. De poederdeeltjes worden in de laserbundel opgewarmd (niet gesmolten) en de resterende warmte van de laserbundel doet het oppervlak van het substraat lokaal smelten. De eerste poederdeeltjes die in deze smeltzone terechtkomen, verbinden zich metallurgisch met het substraatmateriaal, terwijl de volgende poederdeeltjes de coating verder opbouwen. Door met de bewerkingskop (contactloos) over het oppervlak te bewegen, wordt op een continue manier een spoor opgelast. Voor een homogene coatingdikte worden de volgende sporen met een overlap aangebracht. In plaats van poeder kan ook draad gebruikt worden. Als substraatmateriaal komt elk metaal in aanmerking, al is een staaloppervlak omwille van de hogere absorptie van laserlicht, beter te behandelen. Wanneer het substraat alleen een dragerfunctie heeft, dan kunnen we best kiezen voor goedkoop constructiestaal. Maar het proces leent zich evengoed voor edelstaal of gehard staal. Als coatingmateriaal komen verschillende poeders in aanmerking. Het zijn de standaard commerciële poeders voor het plasmaopspuiten (Co-, Ni- of Fegebaseerde,…). Keramiek en kunststof kunnen eveneens aangebracht worden, maar scheurvorming is niet te vermijden voor keramische coatings en kunststof zal eerder op het substraat “gekleefd” worden.

Het lasercentrum beschikt samen met het centrum voor materiaalanalyse en advies van VITO, over de infrastructuur en kennis om het laseroplassen voor verschillende toepassingen op punt te stellen en te testen. Ook voor het aanmaken van prototypes en kleine series kunnen bedrijven beroep doen op het lasercentrum. Dergelijke projecten komen in bepaalde gevallen in aanmerking voor innovatiesteun (Vlaanderen: IWT en in 2004-2006 komen NoordBrabant en Limburg in Nederland en Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg in België in aanmerking voor EVIO steun).

Draadtrekrol uit ST52.3 met laseropgelaste slijtvaste loopvlakken

Om het even welk metalen component kan behandeld worden, al dient het proces steeds vooraf op punt gesteld want vooral de geometrie en dimensies bepalen via de warmtegeleiding het resultaat van de ingestelde parameters. Doordat het proces uiteindelijk goed controleerbaar is (elektronische sturing van de laserbron, CNC bewerking, rotating disk powder feeders, …), kunnen zowel kleine vervorminggevoe-

themanummer: thermisch spuiten lige componenten behandeld worden als zeer grote componenten. Deze laatste kunnen opgelast worden aan een snelheid van 30-40 cm2 per minuut of een poederdebiet van ongeveer 40 gr/min op een hoogvermogen CO2laser (8-10 kW) of hoogvermogen diodelaser (3-6 kW). Vooral deze laatste is bijzonder interessant omwille van de lagere kostprijs (vereist relatief minder vermogen) en hoge flexibiliteit. Rekening houdend met het gegeven dat we de functionaliteit in één enkele laag van 1 mm bereiken, is dit rendement in veel gevallen vergelijkbaar met opspuiten of klassiek oplassen. In opdracht van een klant werd met succes een rol opgelast met een diameter van 380 mm en een lengte van 4500 mm. De procestijd bedroeg een 40-tal uur, maar de cilinder bleef onvervormd, de coating kon zonder veel toegift nabewerkt worden en vertoonde geen enkele porositeit. Het lasercentrum ontwikkelde ook een alternatief voor draadtrekrollen uit veredeld staal. Die zijn duur en vereisen zeer duur slijtvast gereedschap bij productie. Het lasercentrum maakt nieuwe rollen uit laagkoolstofstaal St 52.3 en voorziet het loopvlak voor de draden van een slijtvaste coating (goedkoper, gemakkelijker te bewerken en even performant als een rol uit 12Cr staal). Bij slijtage moet bovendien enkel de coating worden vervangen.

Herstellen van uitgesleten delen van een as

zonder verdere nabewerking te installeren. Voor een zeer hoge slijtageweerstand is een Ni-WC metaal matrix composietlaag een ideale coating. De harde WC deeltjes (2400-3000 HV) zorgen voor een hoge slijtageweerstand vergelijkbaar met massief WC, terwijl de Ni matrix een optimale hechting aan het substraat en ductiliteit geeft. Meteen hebben we een laag die niet alleen zéér slijtvast, maar ook impactbestendig is. Vlinderkleppen die in een abrasieve gasstroom zitten, kunnen preventief opgelast worden met een Ni-WC laag. Matrijzen met een ontwerpfout of met

slijtagedefecten kunnen aangepast of hersteld worden met hetzelfde basismateriaal of vergelijkbaar materiaal. Dit geldt ook voor assen, roerders, enz. Besluit Laseroplassen biedt in de eerste plaats een oplossing voor nichetoepassingen. Voor relatief grote oppervlakken en voor series van kleinere componenten, vooral met repetitief karakter, is de techniek economisch rendabel. Dit artikel is tot stand gekomen met de steun van IWT-project TIS 030745/WTCM “Innovatieve en duurzame oppervlaktebehandeling van lichte metalen”

Incoloy 800 HT branderbuizen met Stellite 21 coating tegen erosie en corrosie

Het uiteinde van branderbuizen uit Incoloy 800 HT voor steenkoolcentrales wordt inwendig en uitwendig opgelast met Stellite 21 tegen erosie en corrosie. Klassiek oplassen resulteert in sterke vervorming en opmenging en een zeer onregelmatig oppervlak. Met laseroplassen volstaat het aanbrengen van een 2 mm dikke laag om de buizen

13 vom info 06/05

themanummer: thermisch spuiten WILT U EVEN AANHAKEN? Zoals u weet is oppervlaktebehandeling een zaak waar veel aan hangt. Al meer dan 50 jaar biedt Mepaco professionele ondersteuning aan oppervlaktebehandelaars in elke industrie. Of u nu op zoek bent naar ophangrekken of ontvettingsmanden, Mepaco ontwerpt en produceert het allemaal. Van massale standaardproductie tot zeer specialistische series en enkelstuks. Samen met u bekijken we hoe we uw productieproces kunnen verbeteren. Natuurlijk altijd in combinatie met uitstekende service, korte levertijden en flexibiliteit om aan uw specifieke wensen te voldoen. Meer weten? Bel of mail ons voor een afspraak. I

Galvano rekken Haken en rekken voor laktechnieken I Anodiseerrekken in titanium en aluminium I Titanium anodemanden I Koel- en verwarmingsspiralen I Proces tanks, anode- en kathodestangen etc.

I

Mepaco, uw oppervlaktemaat

FABRIKANT VAN HULPMIDDELEN

BIJ OPPERVLAKTETECHNIEKEN MEPACO BV

Energieweg 77A, 2382 NH Zoeterwoude – Postbus 5, 2350 AA Leiderdorp tel. (071) 589 28 63 – fax (071) 582 05 86 – [email protected]

Technische normen voor thermisch spuiten Het Belgisch Instituut voor Normalisatie (B.I.N.) heeft de hiernavolgende normen, die belangrijk zijn voor het thermisch spuiten, geregistreerd tussen 11 januari en 31 maart 2005. NBN EN 1274:2005: Thermisch spuiten – Poeders – Samenstelling, technische leveringsvoorwaarden Deze norm vervangt de in 1996 gepubliceerde norm met hetzelfde nummer NBN EN 14616:2005: Thermisch spuiten – Aanbevelingen voor thermisch spuiten NBN EN 14665:2005: Thermisch spuiten – Thermisch gespoten deklagen – Symbolische weergave op tekeningen NBN EN ISO17836:2005: Thermisch spuiten – Bepaling van het depositierendement van thermisch spuiten (ISO 17836:2004) Bovenstaande normen kan u aankopen via de website www.bin.be onder de rubriek “catalogus”.

Voor meer informatie: Belgisch Instituut voor Normalisatie (BIN) - www.bin.be

Nieuws van Ecologische Verantwoord produceren door Innovatieve Oppervlaktebehandelingen Tijdens een 4-tal workshops heeft EVIO, samen met bedrijfsafgevaardigden, geïnventariseerd welke vragen inzake coatings er spelen in de markt, welke aanknopingspunten er zijn en met welke partijen daaraan gewerkt kan worden. Een tiental thematische werkgroepen is samengesteld met industriëlen en kennisinstellingen. Een overzicht van de thema’s, alsook een mogelijkheid tot deelname vindt u terug op www.evio.org onder de rubriek “platformactiviteiten”.

vom info 06/05

14

numéro spécial: la projection thermique

La projection thermique à froid ou «Cold Spray» Thomas Kairet, ULB – Equipe CREA-SURF Florent Campana, Advanced Coating La famille des procédés de projection thermique se subdivise généralement en fonction de la source d’énergie utilisée, flamme ou électrique, dont deux exemples classiques sont la projection HVOF et la projection plasma. Le principe général de la méthode est la réalisation de dépôt à l’aide de poudre fondue ou semi-fondue projetée par un gaz sur un support préalablement préparé. Ce gaz peut être un mélange oxygène/fuel (propane, acéthylène, gaz naturel…) dans le cas de l’HVOF ou un mélange de gaz (Ar,H2) dans le cas de la projection plasma. Dans le premier cas, la particule est fondue à l’aide d’une flamme, puis le gaz est accéléré dans une tuyère convergente/ divergente, alors que dans le deuxième cas, la poudre est fondue à l’aide d’un plasma obtenu par décharge électrique dans le gaz plasmagène. Le procédé de projection thermique à froid ou “cold gas dynamic spray” se différencie des autres techniques de projection (plasma, HVOF) par l’absence de températures élevées dans le procédé. La poudre projetée n’est pas chauffée jusqu’à la température de fusion des matériaux ; dès lors, la poudre n’est ni fondue, ni semi-fondue. Le gaz accélère la poudre à l’aide d’une tuyère supersonique convergente/divergente, appelée tube de Laval, pour atteindre des vitesses plus élevées que dans le cas des autres techniques (tableau 1). Dans les cas de la projection thermique classique, le dépôt se forme à l’aide de la contribution de l’énergie thermique apportée par le chauffage de la poudre et l’énergie cinétique apportée par l’accélération dans le jet de gaz. Alors que dans le cas de la projection thermique à froid, seule l’énergie cinétique joue un rôle suffisant pour réaliser le dépôt. Le gaz n’est chauffé que jusqu’à 800K, ce qui est loin de la température de fusion de la majorité des matériaux projetés. La poudre a un diamètre moyen de 5 à 25 µm, ce qui est inférieur aux poudres standards avec les

Température du gaz (K) Vitesse de la poudre(m/s) Granulométrie des poudres (µm)

HVOF

Plasma RF

Cold Spray

3600

6000 à 10000

800

400-900

200-400

300-1200

20 à 50

20 à 100

5 à 25

Tableau 1: Ordres de grandeur

Figure 1: schéma d’une installation de projection à froid.

autres techniques de projection. Vu que les revêtements sont réalisés à l’état solide, les oxydations indésirables, les changements de phase non souhaités, les recristallisations, et les contraintes internes défavorables présentes dans les autres techniques de projections sont évitées. Dans une installation de projection à froid (figure 1), le circuit de gaz est subdivisé en deux parties. La première partie constitue le gaz principal et elle servira à accélérer les particules dans le tube de Laval. Ce gaz est réchauffé pour permettre une meilleure détente du gaz dans le tube et ainsi obtenir une vitesse de gaz plus élevée. La deuxième partie du gaz correspond à une petite fraction du débit de gaz total (68%), elle permet à la poudre d’être injectée dans le tube.

La dynamique de la poudre en vol Lors du passage dans la tuyère convergente/divergente, le gaz voit sa vitesse augmenter. Il atteint la vitesse

du son au col du tube et subit une accélération continue dans la partie divergente. Trois types de gaz sont utilisés pour accélérer la poudre: de l’hélium, de l’azote et de l’air. Leurs différentes propriétés aérodynamiques confèrent à la poudre une vitesse fort différente. En effet, l’azote a une masse moléculaire plus élevée que l’hélium, dès lors le gaz s’accélère moins vite et la poudre ne sera pas accélérée aussi efficacement que dans le cas de l’hélium. Le choix du gaz de projection est dicté par des considérations techniques liées à la formation du revêtement (décrite plus bas) et par des considérations économiques, l’hélium coûtant 10 fois plus cher que l’azote. L’objectif visé est d’obtenir une accélération maximale de la poudre dans le tube de Laval. Elle dépend de la différence de vitesse entre la poudre et le gaz, de la taille des grains de poudre, du choix du gaz de projection et de la densité du matériau. Chaque tube peut être optimisé pour obtenir la vitesse de sortie maximale pour une poudre particulière.

15 vom info 06/05

numéro spécial: la projection thermique La réalisation de revêtements Les travaux scientifiques ont montré qu’un revêtement se forme lorsque la poudre dépasse une vitesse critique à l’impact sur le substrat. Au-delà de cette vitesse, la poudre ne rebondit pas, n’érode plus la surface, mais adhère à celle-ci et la couche se constitue. L’existence de cette vitesse est associée aux propriétés mécaniques de la poudre et du substrat. Dès lors, les matériaux les mieux adaptés pour ce type de projection sont les matériaux ductiles. Le cuivre est le candidat idéal pour ce procédé, mais d’autres matériaux se projettent également: Zn, Al, Ti, 316L, Sn, NiCrAlY, CuNiIn,…. Chacun de ces matériaux possède une vitesse critique différente. Le cuivre a une vitesse critique de 550 m/s, tandis que le titane a une vitesse critique de 760 m/s. Suivant la valeur à atteindre, le choix du gaz de projection pourra être différent. L’azote permet déjà de déposer une large gamme de matériaux, mais l’hélium offre un meilleur rendement. La gamme de granulométrie optimale pour les poudres projetables est limitée par deux phénomènes présents lors de la formation du revêtement. La première limitation vient de la formation d’une onde de choc lors de l’impact du jet de gaz sur le substrat. Audelà de cette onde de choc, la vitesse du gaz diminue brusquement et la densité du gaz augmente. Les particules ayant une taille inférieure à 5 µm voient leur vitesse fortement décroître lors du passage de l’onde. Dès lors, la vitesse critique pour obtenir la déposition ne sera plus atteinte et la particule érodera la surface. La deuxième limitation vient de l’inertie des particules de grande taille (>30 µm) qui empêche d’atteindre la vitesse critique. La gamme optimale de taille des particules à projeter se situe donc approximativement entre 5 et 25 µm de diamètre. Cette gamme varie suivant le choix du gaz de projection et de la nature de poudre à projeter. Pour obtenir un revêtement de qualité, il faut connaître la vitesse critique du matériau. Ce paramètre permettra ensuite l’optimisation de l’efficacité de déposition (masse déposée sur la surface du substrat par rapport à la masse

vom info 06/05

16

projetée). Toutefois, étant donné que chaque lot de poudre possède en réalité une granulométrie répartie autour d’une valeur moyenne, toutes les particules n’ont pas les même propriétés aérodynamiques. Toutes les particules n’atteindront pas la vitesse critique simultanément, il est donc nécessaire d’éviter de travailler avec des poudres présentant une répartition de taille trop large qui ne permettrait pas d’avoir suffisamment de particules adhérentes à la surface.

Avantages de la méthode Le procédé de projection thermique à froid offre de nombreux avantages par rapport aux autres méthodes de projection. 1 L’absence de températures élevées dans le procédé empêche l’oxydation du matériau et la couche ne contient pas plus d’oxyde que la poudre de départ. 2 La densité du dépôt est proche de la densité théorique du matériau massif. 3 La structure du métal reste inchangée. Aucun changement de phase indésirable se produit. 4 Pas de chauffage du substrat. 5 Une forte épaisseur peut être déposée (quelques mm). 6 Une rugosité faible du dépôt. 7 La faible largeur du jet permet de réaliser les dépôts de manière très locale et ainsi, il n’est pas nécessaire de masquer l’entièreté de la pièce.

Les limites du procédé Les matériaux les mieux adaptés à la projection à froid sont les matériaux ductiles, ce qui exclut, a priori, les oxydes, les carbures et les alliages durs comme les aciers fortement chromés. Néanmoins, certains carbures ont été déposés avec succès. Le choix du substrat présente aussi des limitations. Il est aussi nécessaire que le substrat présente une dureté minimum. La déposition sur des polymères s’avère peu efficace. Les meilleurs résultats sont obtenus avec des substrats de dureté minimum 2 GPa. L’angle de tir ne doit pas descendre sous les 70°C. Un angle de projection aussi proche que possible de la normale, permet d’augmenter le rendement de déposition.

Perspectives Historiquement, le procédé Cold Spray a été développé en Russie dans le milieu des années 80 à l’ «Institute of Theoretical and Applied Mechanics of Russia» par A. Papyrin et ses collègues. Le brevet américain a été déposé en 1994 et en Europe en 1995. Aux USA, les premières recherches dans le domaine ont été réalisées en 19941995 par un consortium sous les auspices du «National Center for Manufacturing Sciences of Ann Arbor». A l’heure actuelle, un grand nombre de centres industriels portent un intérêt pour le procédé. Ces centres sont l’ “Institute of Theoretical and Applied Mechanics of Russia”, Sandia National Laboratories, The Pennsylvania State University, University of Nottingham, ASB Industries, Ford Motors Company, Rutgers Company, University of Bundeswehr, EADS, Shinshu University. A l’heure actuelle, la méthode de projection thermique à froid est particulièrement adaptée pour la déposition de matériaux ductiles sur une surface métallique, elle-même ductile. Le revêtement de cuivre, de titane et de MCrAlY sont déjà fort étudiés. Dans un futur proche, plusieurs revêtements à base de matériaux durs seront développés. Les céramiques sont difficiles à projeter car elles sont peu ductiles mais quelques tentatives ont montré que ces revêtements sont réalisables. Les cermets sont plus faciles à projeter, car la matrice métallique est ductile. Toutefois, lors de leur déposition, une modification de la proportion de métal par rapport aux autres éléments a été observée. Il est donc nécessaire de mieux maîtriser les phénomènes présents lors de la formation des couches, afin d’optimiser les performances du procédé et des couches. Une autre forte tendance sera le développement de revêtements nanostructurés. Le procédé ne modifie pas la microstructure des particules, car elles ne sont pas suffisamment chauffées. En Belgique, un seul système de projection thermique à froid est disponible chez Advanced Coating à Liège(Sclessin) où un projet First Europe et un projet RETECH sont en cours de développement. Cette nouvelle technique n’a pas dévoilé la totalité de son potentiel. De nombreux développements sont à prévoir dans un avenir proche.

wie zijn wij

VERWAEST bvba stelt zich voor Het thermisch spuiten bij de firma Verwaest bvba is vooral gericht op levensduurverlenging van vitale onderdelen van machines met een optimalisatie van de rentabiliteit van het machinepark als gevolg. Door het aanbrengen van verschillende metalen, metaallegeringen en keramische materialen wordt bescherming geboden tegen abrasie, erosie, cavitatie, corrosie, … en dit bij diverse temperaturen en chemische omgevingen.

De herstelling van afdichtingsplaatsen op een rvs asbus

De toegepaste coatingtechnieken bij de firma Verwaest bvba zijn: • Het autogeen draad- en poederspuiten: Doorheen een oxy-acetyleenvlam wordt een draad of poeder gevoerd. De draad of poeder wordt door de energie van de vlam omgevormd tot semi-gesmolten druppels. Deze druppels worden door de vlam meegevoerd en vormen een coating wanneer ze in contact komen met het substraat. Omwille van de porositeiten in de coating vertoont zij goede tribologische eigenschappen omdat deze porositeiten oliën en vetten kunnen opnemen. Vele metalen, legeringen en keramische materialen kunnen via dit proces worden aangebracht. • Het hoogsnelheidsspuiten (HVOF = High Velocity Oxy Fuel): De coating wordt op dezelfde manier opgebouwd als hierboven beschreven maar de semi-vloeibare druppels komen met een zeer hoge snelheid op het substraat terecht. Deze snelheid resulteert in dichte deklagen (porositeit < 0,1 %). Afhankelijk van het gebruikte materiaal, bekomt men hardheden van 30 HRc en 68 HRc. Voor harde al dan niet corrosiewerende deklagen worden voornamelijk carbiden op deze wijze gespoten. • Het plasmaspuiten (APS = atmosferisch plasmaspuiten):

Het HVOF is minder geschikt voor het spuiten van keramische materialen. De lage vlamtemperatuur van het HVOF is niet in staat het gros van de keramische materialen te doen smelten, wat resulteert in een vrij laag rendement. Het plasmaspuiten biedt hierbij een goede oplossing. Binnenin het plasmaspuitpistool wordt tussen de +pool en de -pool een elektrische boog gevormd. Een inert gas –over het algemeen argon– wordt doorheen de elektrische boog geleid, waarbij de hoge energieinhoud van de boog, het gas omvormt tot een plasma. De plasmavlam die hierdoor ontstaat, bezit een kerntemperatuur van ongeveer 18.000°C. Op enige afstand van deze kern, waarbij de temperatuur zakt tot ongeveer 8.000°C, wordt het keramische materiaal geïnjecteerd. Hierdoor ontstaan semi-gesmolten druppels die via de plasmavlam naar het substraat worden geleid zodat een keramische coating ontstaat. Keramische materialen zijn gekend voor hun chemische inertheid en bieden uitstekende oplossingen voor corrosieproblemen. Verwaest bvba kan met deze technieken een gamma aan materialen gebruiken om coatings op te bouwen, gaande van enkelvoudige materialen zoals nikkel, koper, aluminium, molybdeen, zink. Legeringen zoals babbit, hastalloy, tribaloy, inconel, cermets. Harde deklagen op basis van wolframcarbide en chroomcarbide, evenals keramische materialen op basis van chroomoxyde, zirkoonoxyde en aluminiumoxyde. Het inwendig aanbrengen van deklagen behoort eveneens tot de mogelijkheden, zowel aan de hand van het autogeen poederspuiten als met het HVOF (voor harde inwendige lagen). Voor inwendig HVOF gespoten lagen geldt een minimale diameter van

Het inwendig HVOF spuiten van een doseersas

250 mm. HVOF en het ter plaatse thermisch spuiten in uw firma met behulp van het autogeen poeder- en draadspuiten zijn ook mogelijk. De firma Verwaest heeft zijn competentie reeds meerdere malen bewezen in tal van industrietakken: • Chemische problematiek in de pharmaceutische en petrochemische industrie; • Het voordelig aanbrengen van nieuwe lagen in doseersassen, al dan niet via HVOF; • Hogedrukplunjers tot 1000 bar; • Assen van Mohnopompen; • Asbussen, mechanical seals, dichtingsplaatsen, lageringsplaatsen voor diverse industriële toepassingen; • Aanbrengen van plasmagespoten en HVOF-gespoten coatings voor de grafische sector, de staalindustrie...

Voor meer informatie: VERWAEST bvba Frans en Paul Verwaest

17 vom info 06/05

Bedrijvenregister

Répertoire des sociétés

Hieronder vindt u bedrijven en organisaties gespecialiseerd in het thermisch spuiten.

Ci-joint vous trouverez une liste des entreprises et des organisations specialisées dans la projection thermique.

B E K A E R T Becotec® thermisch gespoten deklagen: door de unieke samenstelling en structuur ideaal om machine-onderdelen te herstellen en beschermen tegen slijtage, abrasie en corrosie. Bekaert ontwikkelt continu nieuwe technologisch geavanceerde deklagen. Bekaert’s gamma deklagen wordt sinds ettelijke jaren succesvol toegepast in verschillende industrieën

R. Werckx E3 Laan 75/79 - 9800 Deinze ) 09 381 61 61 - 4 09 380 06 67 : [email protected] - www.bekaert.com/bac

B E L - T E C H N O L O G I E S P. Van Belle Maricolenweg 36 - B-9255 Buggenhout ) 052 33 24 13 - 4 052 34 02 12 : [email protected] - www.bel-tec.be

Hardverchromen, chemisch vernikkelen, chroom-vanadium, aluminium en boordiffusie, hard-anodiseren, slijtvaste TEFLON-coatings, keramische coatings; PVDen CVD-coatings, hypersonische plasma-coatings: PLACOX II, SILCAR, NIKASIL, CARFLON, SLIDCOAT B R A M E C O N

J. Van Den Berghe Industrieterrein 18 - B-9600 Brakel ) 055 42 22 75 - 4 055 42 62 06 : [email protected] - www.bramecon.be

N V

Kleine, middelmatige en zware verspaning, thermisch spuiten (vlamspuiten + fusen, ARC spray HP HVOF), oplassen van slijtvaste lagen

B U I J S S E P. Buijsse Spinnerslaan 3 - B-9160 Lokeren ) 09 348 49 73 - 4 09 349 01 98 : [email protected] - www.buijsse.be

Stralen, metalliseren, industrieel schilderwerk, oppervlaktebehandeling

G E N E R A L

M E TA L

Michel Barone, Yves Plusquin Rue de Bénister 5 B-4920 Harzé ) 04 380 07 30 - 4 04 380 06 75 : [email protected] : [email protected] www.generalmetalalloys.com

A L L O Y S

I N T L .

Poudres et fils pour la projection thermique, plasma soufflés, plasma haute vitesse, PTA, HVOF, HVAS, pistolets de projection à poudres, pistolets de projection à fils, distributeurs de poudres, distributeurs de fils, échangeurs thermiques, microjet, équipements de sablage et inductions, révision et réparations d’installations, calibration, installations de seconde main,...

S T R A A LT E C H N I E K

I N T E R N AT I O N A L

T. Van Hecke Antwerpsesteenweg 100 - B-2630 Aartselaar ) 03 870 61 70 - 4 03 870 61 76 : [email protected] - www.straaltechniek.net V E R WA E S T P. Verwaest Hoge Mauw 64, bedrijf 540 - B-2370 Arendonk ) 014 67 89 21 - 4 014 67 12 10 : [email protected] - www.verwaest.com

N V

Machines voor oppervlaktebehandeling, straalketels, straalcabines, shotpeening, werpstraalmachines, turbines, verfspuit- en metalliseerapparatuur, toebehoren en straalmiddelen F R .

B V B A

Industrieel onderhoud en herstelling: nieuw vervaardigen van machine-onderdelen, aanbrengen van coatings d.m.v. thermisch spuiten en oplassen, algemene laswerken, rondslijp- en vlakslijpwerken, honen en superfinishing

uit het bedrijfsleven

Poedercoatings meten vóór het moffelen Laagdikte van poedercoatings wordt meestal gemeten nadat de coating is uitgehard in de oven. Met de “Powdersave 2” kan de laagdikte van poedercoatings contactloos gemeten worden vooraleer het stuk de oven ingaat. Zo kan dadelijk worden ingespeeld op eventueel afwijkende meetwaarden. De Powdersave 2 is gebaseerd op ultrasoon-technologie en tast het oppervlak met een snelheid van 16 metingen per seconde af. De meter is niet gevoelig voor de gebruikte

poedersoort. Calibratie na kleur- of ondergrondwissel is niet nodig. Metingen worden verricht op een afstand van ongeveer 18 mm van het oppervlak, de meetspot heeft een diameter van 1 mm en het meetbereik is 30-110 µm. Met een controle vóór het moffelproces kan men tot 20% besparen op het verbruik van poeder en wordt afkeur voorkomen. Dit resulteert uiteraard in milieubesparingen.

powdersave 2

Voor meer informatie: TQC, Rene Bode

Super-keramo-finish De kwaliteit van het basismateriaal kan door middel van ruwheidswaarden en microscoop geverifieerd worden. Door een superfinish aan te brengen op het basismateriaal, verminderen de ruwheidswaarden, wat de eindkwaliteit na het spuiten verbetert. Voor zowel de machine- als de automobielindustrie is deze eindkwaliteit belangrijk. Om ruwheidswaarden te verlagen, past Rösler de vibro-finish-techniek toe in combinatie met eigen chemie-ont-

wikkeling. De onderdelen kunnen door onderdompeling in een polijstmedium een continu reproduceerbaar oppervlak bereiken. Het keramofinish proces heeft als voordeel dat er geen speciale arbeidskennis van de operator verlangd wordt. Zelfs de moeilijk bereikbare plaatsen op onderdelen kunnen zorgvuldig behandeld worden zonder tussenkomst van de operator. Milieuvriendelijkheid voor de omgeving en de operator worden gewaarborgd door gebruik te maken van chemie met neu-

trale pH en biologisch afbreekbare producten. Deze polijsttechniek garandeert een Ra = 0.01 ym en Rz = 0.2 ym op verschillende basismaterialen.

Voor meer informatie: Rösler Benelux - Vincent Raman

Eurofinish-nummers van VOM INFO Het maandblad VOM INFO, meer bepaald het augustus- en septembernummer, staat in het teken van de vakbeurs Eurofinish. Een nieuw product, een nieuwe service, een speciale beurspromotie,… vertel het in een redactioneel artikel of advertentie. Voor leden van VOM België is de redactionele bijdrage gratis. De beurscatalogus van Eurofinish wordt gemaakt in samenwerking met VOM INFO. Het oktobernummer van VOM INFO en de beurscatalogus worden als één geheel aangeboden en uitsluitend gereserveerd voor de standhouders van Eurofinish. Eurofinish-nummers VOM INFO Beurscatalogus i.s.m. VOM INFO Inleveren advertentiemateriaal

Inleveren redactioneel materiaal

: augustus – en septembernummer van VOM INFO : oktobernummer van VOM INFO : 25/7 (augustusnummer) : 25/8 (septembernummer) : 15/9 (oktobernummer/beurscatalogus) : 15 juli 2005

Voor meer informatie over deze speciale nummers kan u contact opnemen met het VOM-secretariaat: 016/40.14.20

19 vom info 06/05

vom-info

VOM, une association au service de ses membres ! Veerle Fincken, VOM Les activités de nos membres sont soumises à de fortes pressions. Suite à une baisse des investissements et un afflux vers d’autres localisations, les entrepreneurs sont confrontés à des situations de gestion complexes. Sans renouveau de l’esprit d’entreprise, il sera difficile pour les entreprises de maintenir leur position sur un marché qui évolue de plus en plus vite. Ce renouveau requiert une connaissance indispensable des tendances, des possibilités, des opportunités et des menaces du marché. La connaissance s’avère aujourd’hui le principal facteur de concurrence! La transmission de connaissances est surtout primordiale pour les PME. C’est ici que les associations jouent un rôle fondamental. La VOM remplit effectivement ce rôle dans le processus d’information des PME en ce qui concerne les innovations relatives à la production, aux services et au marché. Elle offre en effet toujours plus de possibilités directes de transmission de connaissances et d’aide aux entreprises. Les activités de base actuelles (formation, EUROFINISH, VOM INFO) vont toutes dans ce sens. Mais comment nos membres voient-ils le positionnement de la VOM? Comment perçoivent-ils leur association? Quel score donnent-ils à la VOM? Est-ce une réussite ou un échec? La réflexion qui suit nous permettra d’aboutir à quelques conclusions essentielles.

Introduction Le rôle des associations sectorielles n’est pas évident : d’une part les membres comptent sur la défense de leurs intérêts et sur des services attrayants, d’autre part les autorités attendent des associations que leur base se tienne aux accords conclus. Bref, les associations telles que la VOM cherchent continuellement leur équilibre entre ces deux intérêts. Aux Pays-Bas, le bureau BERENSCHOT a réalisé une étude détaillée, consacrée à la façon dont les entreprises perçoivent et jugent leur association sectorielle. Les résultats de cette étude sont repris dans un livre fort utile intitulé “De rol van brancheorganisaties”, qui peut se résumer à un schéma pratique composé de 5 axes de valeur auxquels sont attribués un score spécifique. Selon les entreprises, l’ensemble des services (100%) comprend 5 missions importantes réservées aux associations sectorielles: Lobbying (27%) Services (26%) Sens (20%) Accords externes (17%) Accords internes (10%) Par LOBBYING on entend le lobbying au départ de l’association auprès des autorités locales, nationales et internationales et auprès d’organisations sectorielles ou sociales. Les entreprises donnent un score de 27%. Les SERVICES, évalués à 26%, comprennent la diffusion d’informations collectives concernant les inno-

vom info 06/05

20

vations technologiques et du marché, l’octroi de conseils individuels mais également une assistance juridique et économique. SENS signifie littéralement « la faculté d’éprouver des impressions que font les objets matériels » et doit faciliter les contacts et le travail en réseau ainsi que dégager unité et solidarité. 20% des activités de l’association devrait être axé sur cette valeur. Les ACCORDS INTERNES tels que le maniement de conditions particulières d’affiliation et de participation et le fait d’imposer une marque ou un label de qualité requièrent moins d’attention. Les entreprises donnent un score de 10%. Les ACCORDS EXTERNES atteignent un score de 17%. Il s’agit entre autres de la conclusion de CCT, de l’élaboration de directives et de normes, d’une voix en matière de législation et de contrats consensuels relatifs à l’environnement, d’accords avec des tiers au profit des membres (assurances, environnement et emploi, ....), etc.

Positionnement de la VOM asbl La question est la suivante: comment la VOM se positionne-t-elle? La VOM offre-t-elle de la valeur ajoutée ou la VOM a-t-elle une importance sociale? Nous tentons de compléter le schéma susmentionné à l’aide de nos activités et de nos projets.

Lobbying La VOM est reconnue par les autorités locales flamandes (AMINAL, VMM, OVAM, IWT, .....), participe à des

réseaux européens tels que CETS et CEPE et collabore à la directive IPPC (integrated prevention and pollution control). Depuis quelques années, plusieurs collaborations ont déjà vu le jour avec AGORIA pour l’accompagnement de différents projets, avec VITO dans le cadre des BAT et des BREF, avec les universités et avec VDAB, SYNTRA et des fonds sectoriels. Nous le démontrons à l’aide des exemples suivants: Exemple 1: Siéger dans les commissions d’accompagnement d’études émanant des autorités publiques • AMINABEL: pour l’étude: “Evaluatie van het reductiepotentieel voor VOS-emissies naar het compartiment lucht en problematiek van de implementatie van de Europese richtlijn 99/13/EG bij de productie van verf, lak, vernis, inkt en lijm en bij het industrieel gebruik van organische bedekkingsmiddelen en lijm in Vlaanderen”. • AMINAL: élaboration et réalisation d’une méthodologie pour une évaluation intersectorielle de la faisabilité et des coûts d’éventuelles mesures visant la réduction de diverses émissions atmosphériques polluantes, rapport sectoriel coatings. Le rapport définitif a été envoyé pour commentaire. La publication est prévue au printemps 2005. • OVAM: le projet déchets industriels prioritaires. Ce projet comprend l’analyse et l’approche méthodique des déchets industriels prioritaires.

vom-info Les déchets industriels sont définis, conformément au décret sur les déchets, comme étant des déchets engendrés par une activité industrielle, artisanale ou scientifique ainsi que des déchets assimilés à ceux-ci par arrêté du gouvernement flamand. Il faut distinguer les déchets industriels toxiques des déchets industriels non toxiques. La VOM suit le projet “zuren, basen en slib van de oppervlaktebehandeling van metalen”. La mission de la VOM au sein de ces commissions d’accompagnement est de veiller à ce que les études évaluent de manière réaliste les activités industrielles de sorte à pouvoir offrir des pronostics ou des recommandations réalistes aux responsables. Exemple 2: Participation active au CETS Un certain nombre de discussions très importantes ont actuellement lieu au niveau européen concernant des thèmes qui touchent directement le traitement de surface. Le CETS suit ces études de près et rassemble les réactions afin de transmettre des prises de position motivées aux décideurs. C’est ainsi que le CETS a élaboré une proposition BREF qui sert de fil conducteur pour le bureau IPPC à Séville. Le Nickel Institute soutient le CETS afin de suivre la problématique du nickel dans la galvano. Le changement de classification du CrVI de la catégorie «toxique» à «très toxique» et la directive SEVESO y relative sont également suivis de près. Un délégué siège en outre dans le projet CHROMATEX qui étudie en détail les alternatives au CrVI dans les revêtements. La section peinture met actuellement l’accent sur l’étude de la directive ATEX95 et sur la normalisation y relative. Exemple 3: Collaboration avec AGORIA La classification du chrome VI soulève des questions auprès des différents états membres. Les associations nationales en France et en Grande Bretagne mènent une contre-enquête et leur avis est suivi par les autorités locales. Raison de plus pour former un front avec les principales fédérations sectorielles en Belgique.

Exemple 4: Collaboration avec le CEPE Le CEPE a pris l’initiative d’ériger avec d’autres associations/organisations nationales un réseau afin de diffuser auprès des applicateurs de peinture (principalement des PME) des informations utiles pour bien gérer leur entreprise. Etat de la question après 2 réunions: pas besoin d’un nouveau réseau, il faut adapter les réseaux existants. Conclusion concernant le lobbying au sein de la VOM : nous atteignons un bon score avec les moyens dont nous disposons. Mais notre orientation est locale (région flamande) et européenne. D’autres régions (BXL et Wallonie) ne sont pas concernées. Si nous voulons vraiment devenir un groupe de pression, il faut libérer plus de temps et de moyens, ou nous devons collaborer plus étroitement avec des organisations existantes.

Services Cet axe regroupe nos classiques journées d’étude et formations. Les sujets abordés concordent avec les demandes émanant de l’industrie, avec pour conséquence une offre variée. Le site internet est également devenu un moyen de communication important au sein de la VOM. La VOM remplit en outre une fonction de guichet qui permet quotidiennement aux entreprises de trouver des réponses à diverses questions techniques ou générales. La VOM ne fait pas un bon score en ce qui concerne l’octroi de conseils techniques individuels. La VOM regroupe trop de techniques différentes. L’expertise dans tous ces domaines n’est pas conciliable avec une équipe de une ou quelques personnes. Chaque problème est en outre unique et dépend de plusieurs facteurs. L’octroi d’une assistance juridique et économique approfondie ne fait pas partie des objectifs et des compétences de la VOM. Sens Les rendez-vous pour nos membres sont l’assemblée générale, les réunions des groupes de travail thématiques, les journées d’étude, le salon professionnel EUROFINISH, etc. La définition de la technologie lors d’évé-

nements représente aussi un aspect important de l’axe «sens». La VOM soutient en outre la promotion de la technologie et de ses membres via le VOM INFO, le site internet et elle cherche à collaborer avec d’autres secteurs (APA, Progalva, Nace, ....). Voici quelques exemples concrets: Exemple 1: Groupes de travail thématiques Dans ce cadre nous faisons référence à la collaboration constructive entre la VOM et PROGALVA en ce qui concerne l’élaboration de la Directive belge, qui a permis aux applicateurs de peinture et aux galvanisateurs de mieux apprendre à se connaître. PROMOSURF travaille aussi activement avec quelques groupes de travail qui sont un véritable forum pour les thèmes “Alternatives à la chromatation” et “La gestion de l’eau en amont et en aval des traitements de surface”. Ces groupes organisent régulièrement des réunions au cours desquelles ils analysent quelques cas concrets en termes de possibilités industrielles. Une veille technologique est assurée par le bureau de PROMOSURF. Exemple 2: Le salon professionnel EUROFINISH 2005 EUROFINISH 2005 se déroulera les 19, 20 et 21 octobre 2005, hall 8 à Flanders Expo. Une étude critique de l’édition précédente nous a appris que l’intérêt du visiteur se porte, pour des raisons de temps et de disponibilité, vers le salon et moins vers les séminaires. Les tendances innovatrices émanant pour une part du monde académique faisaient également défaut. Nous avons voulu répondre à cette situation par une nouvelle approche des séminaires et par l’organisation du village de la recherche lors du salon EUROFINISH 2005. Exemple 3: Mensuel VOM INFO: Le VOM INFO a fait peau neuve. Il présente une couverture stylée et sobre qui offre beaucoup de possibilités techniques en ce qui concerne la mise en page et qui se distingue clairement d’autres revues. Depuis 2004, la rédaction publie environs 5 numéros spéciaux par an. Ainsi, les annonceurs et les auteurs peuvent attirer l’attention sur leurs nouveautés de façon CIBLEE.

21 vom info 06/05

vom-info Exemple 4: EVIO, collaboration transfrontalière BMG (= Benelux Middengebied) En 2004, le projet EVIO a définitivement pris forme. Le financement a été bouclé, la fondation créée, les statuts déposés, la direction installée et (presque) tous les points mis sur les i avec le secrétariat du programme INTERREG. Le projet a démarré officiellement le 1er janvier 2005.

• Les tâches et les compétences du Conseil d’Administration sont clairement définies • Une terminologie correcte a été introduite.

D’une façon générale, la VOM peut s’attribuer un bon score en ce qui concerne l’axe SENS. Les points à améliorer sont: travailler de manière plus thématique et approfondie. Il est également utile dans le contexte actuel de prolifération de projets et d’organisations, d’inventorier et de rechercher des intérêts communs avec des fédérations et des organisations existantes.

Exemple 3: Neutre et objectif Faire le choix de la neutralité et de l’objectivité n’est pas toujours un choix facile pour une association telle que la VOM étant donné que nous faisons fréquemment appel à nos membres pour la transmission des connaissances actuelles. Tous les membres reçoivent l’opportunité – s’ils le désirent – de collaborer à l’un ou l’autre projet de la VOM.

Accords internes Les statuts sont le fil conducteur de la vie associative. Il existe en outre quelques conventions de travail, comme la distinction membres – non-membres, la publicité gratuite dans le VOM INFO. En ce qui concerne son fonctionnement, la VOM se veut neutre et indépendante. Elle veut également garantir un bon niveau de formation au sein des entreprises. Le groupe cible est vaste: en largeur (toutes les technologies) et en hauteur (tous les types d’entreprises).

La conclusion est que la VOM consacre beaucoup d’attention à la bonne gestion de son organisation mais qu’elle impose peu d’accords internes à l’encontre de ses membres. Il s’agit d’une association ouverte et transparente dont chaque entreprise, impliquée dans le traitement de surface, peut faire partie.

Exemple 1: Modification des statuts L’élaboration des nouveaux statuts, conformément à la nouvelle législation sur les asbl, a demandé beaucoup de travail administratif et juridique. Ceuxci ont été approuvés en deux étapes lors de l’assemblée générale du 14 décembre 2004. Quelques modifications importantes par rapport aux anciens statuts: • La VOM relève des petites asbl ayant des obligations spécifiques • L’arrondissement judiciaire et le siège social sont désignés • L’objectif de la VOM est spécifique et non vague • Les tâches obligatoires de l’assemblée générale y sont incorporées • Les membres sont répartis en membres actifs et membres qui soutiennent l’association, chacun ayant des compétences typiques

vom info 06/05

22

Exemple 2: membres et non-membres Certains services ne s’adressent qu’aux membres, ce qui est visualisé vers l’extérieur via la correspondance.

Accords externes L’élaboration de directives implique que toutes les parties concernées les observent. L’évolution de la législation européenne et sa transposition vers les législations régionales sont contraignantes pour les entreprises. D’où notre intérêt pour suivre ces projets de près. Voici quelques exemples où la VOM peut jouer un rôle important. Exemple 1: DBD 1197 Un bel exemple est l’édition revue et corrigée de la directive “Critères de qualité pour l’application industrielle de revêtements organiques sur l’acier galvanisé à chaud de manière discontinue (système duplex)” en collaboration avec PROGALVA (septembre 2004). La révision de la directive existante était nécessaire pour deux raisons. Premièrement, depuis 2000 la norme européenne en matière de galvanisation EN ISO 1461 est entrée en vigueur dans tous les pays qui sont membres du CEN (Comité Européen de Normalisation). Cela a pour conséquence que ces pays ont abrogé leur norme natio-

nale existante en matière de galvanisation et l’ont remplacée par cette nouvelle norme européenne. Deuxièmement, les développements technologiques de ces dernières années ont été très importants tant en ce qui concerne le processus de galvanisation que le processus de revêtement. Une initiative similaire est actuellement en cours entre la VOM et FMB en ce qui concerne l’élaboration d’une directive “l’application industrielle de revêtements organiques sur des matériaux métallisés afin de combattre la corrosion”. Ici aussi, toutes les parties concernées sont réunies afin d’élaborer un outil uniforme, claire et valable pour tous. Exemple 2: BAT La VOM collabore à la vérification des études BAT avant publication du document final. Ainsi nous suivons de près les développements en matière de législation environnementale. Il s’agit de domaines de recherche qui concernent nos entreprises. Exemple 3: Nos bonnes relations avec FEDICHEM nous permettent d’échanger régulièrement nos points de vue relatifs au programme REACH dont l’objectif est l’enregistrement, l’évaluation et l’administration de toutes les substances chimiques, et d’aborder les conséquences de ce programme pour nos entreprises. Cette forme de service est une des plus importantes mais aussi une des moins faciles à réaliser. Cela exige beaucoup de temps et est difficile à exprimer en termes de valeur ajoutée. La VOM ne peut actuellement pas traiter le sujet en profondeur mais elle peut guider les entreprises vers les sources d’information adéquates.

Le score de la VOM Il ressort de ce qui précède que la VOM occupe une position assez forte et qu’elle se penche sur les thèmes jugés importants par les entreprises. Il y a bien sûr des points à améliorer et des lacunes à combler qui constituent les défis de demain. Si les membres veulent conserver un même niveau de service, il faut trouver des moyens financiers supplémentaires et créer

vom-info de nouvelles activités. Cela demande du temps et de l'énergie de la part des exécutants concernés mais garantit un investissement dans l'avenir de l'association ainsi qu'une plus-value rationnelle aux entreprises. Tout chef d'entreprise apprécie que la VOM ait une voix en matière de politique de l'environnement, qu'elle collabore à une plate-forme consacrée aux nouvelles technologies ou qu'elle fasse partie d'un réseau pour une branche industrielle spécifique qui ne peut être défendue dans 1 secteur.

Vision de l’avenir Pour l’avenir, nous pensons que la VOM a un rôle à jouer en matière d’innovations au sein des entreprises, certes en mettant l’accent ailleurs qu’aujourd’hui. La question est de savoir si la VOM peut avoir un certain poids en ce qui concerne l’innovation dans les entreprises? La réponse à cette question ne peut être trouvée que si nous répondons aux questions suivantes:

Qu’est-ce qui est essentiel dans les activités? Actuellement l’essence même des activités se situe au niveau de la satisfaction des intérêts et de la transmission d’informations aux membres. Nous accordons également une attention particulière aux innovations technologiques et à l’analyse du marché via la recherche, la transmission de connaissances et l’octroi de conseils. La transmission des connaissances actuelles dans le domaine de l’innovation est perçue par toutes les entreprises comme étant une tâche à remplir par les associations sectorielles. Il s’agit également de la tâche que la VOM continuera à remplir dans les années à venir. Dans quelle mesure le secteur est-il axé sur l’innovation? Nous nous concentrons principalement sur les innovations dans le processus de production. Notre réussite dépend de la volonté de l’entreprise

Seminarie: “Reinigen en ontvetten: trends en uitdagingen” Inhoud:

De VOS-richtlijn heeft nieuwe ontwikkelingen teweeg gebracht bij het reinigen en ontvetten. Wat kunnen we nog doen met solventen?

d’innover. L’entreprise doit également recevoir suffisamment d’impulsions de son entourage afin de pouvoir innover. Et enfin, le degré d’innovation dépend de la dynamique de l’entourage de l’entreprise et de la faculté d’adaptation des entreprises. Quels sont les obstacles empêchant de travailler trop dans le sens de l’innovation au sein de la VOM? Il y a un certain nombre d’obstacles internes empêchant de contribuer aux innovations. La VOM manque de moyens et de capacité d’expertise directement disponible. L’association a également une structure horizontale, de sorte que des intérêts «contradictoires» apparaissent. En ce qui concerne les limites externes, pensons tout d’abord à la sur-réglementation et à la petite taille de certaines entreprises. Tout l’art réside maintenant dans la poursuite du défi dans chaque limite.

CONCLUSION GENERALE C’est aux associations sectorielles telles que la VOM de prendre l’initiative d’infléchir le conservatisme pour favoriser l’innovation et la dynamique d’entreprise. Les organisations sectorielles ne sont sûrement pas trop conservatrices pour contribuer à l’innovation du marché. La VOM y voit clairement la mission d’essayer de renforcer la vie économique. La question est toutefois de savoir si cette tentative réussira. Le succès dépendra en grande partie de l’espace que les membres octroieront à l’organisation pour une telle politique pro-active et de leur bonne volonté et connaissances pour effectivement pouvoir et vouloir être innovateur.

Welke ontwikkelingen stellen we vast bij de Fe-fosfatatie?

Les idées sont les bienvenues!

Kennen we de vervuilende componenten op het werkstuk en hoe beïnvloeden ze de werking van het ontvettingsbad? Welke methodes van standtijdverlenging zijn aan te bevelen? Dit seminarie geeft u een antwoord. Datum:

Donderdag 15 september 2005 (9u00-17u00)

Source : • Livre “De rol van brancheorganisaties”, Bureau BERENSCHOT, 2003, ISBN 90232 3891 5 • Etude “Innovatief ondernemerschap en de rol van brancheorganisaties”, effectuée par EIM Nederland, sociaal en economisch onderzoek voor bedrijf en beleid, 2004.

Inschrijven: Per mail: [email protected] of via www.vom.be

23 vom info 06/05

Salon professionnel européen des traitements de surface 19, 20, 21 octobre 2005 Flanders Expo Gent

The Finishing Touch

Eurofinish, le rendez-vous international des traitements de surface ouvre à nouveau ses portes ! Participez et nouez d’innombrables contacts intéressants et lucratifs. Venez y rencontrer pendant 3 jours près de 4.000 visiteurs professionnels ciblés.

PARTICIPER ? APPELEZ SANS ENGAGEMENT LE +32 (0)15 43 10 50

Pour plus de renseignements concernant les possibilités de participation, veuillez contacter J.P. Consult au +32(0)15 43 10 50 ou par e-mail [email protected].

NE RESTEZ PAS À LA SURFACE ET INSCRIVEZ-VOUS DÈS AUJOURD’HUI!

Eurofinish est une organisation de la VOM, réalisée par Flanders Expo

WWW.EUROFINISH.BE