Selectief maar voortvarend investeren in effectief agrarisch natuurbeheer
De breedte van het speelveld •
Betaald beheer (SNL): 179.000 ha, € 64 mln. (excl. ganzen)
•
13.500 bedrijven = 27% van grondgebonden bedrijven
•
Onbetaalde (nest)bescherming: 200.000 ha
•
Vele duizenden vrijwilligers, via ANV’s en Landschapsbeheer
•
Provinciale regelingen voor groenblauwe diensten: duizenden hectares (vooral landschap)
•
Groenblauwe diensten voor waterschappen
•
Collectieven (ANV’s) sinds de jaren ‘90, nu zo’n 150
•
Van ‘paar bunder erbij’ tot ‘natuurbedrijven’
Waarop afrekenen? • •
Geen misverstand: moet en kan beter. Maar: Afrekenen op verbetering, vergelijken met blanco, voldoende reproductie, alleen in termen van soorten of ook biotopen?
•
Op alleen bijdrage aan bijzondere soorten? Waarom geen algemene soorten, landschappelijk fraaie graslanden, kleinschalige landschappen?
•
Op bijdrage aan biodiversiteit alleen? Natuur heeft nog vele andere functies.
•
Op zijn continuïteit? Daar valt wat aan te doen…
•
Doelen en afrekenbaarheid helder formuleren
•
Vervolgens komen tot breed gedragen evaluatiesystematiek en cyclus van ‘lerend beheren’.
Waar liggen de kansen? Weidevogels (nu 349.000 ha, 44% van budget) • doelen Actieplan Rijk Weidevogellandschap (stabilisatie in 2010, daarna groei) niet gehaald • natuurgebieden en boerenland ontlopen elkaar weinig • zonder boerenland / boerenhand lukt het niet • naast slecht nieuws ook goed nieuws • successen niet wegmoffelen in statistische gemiddelden, maar beter analyseren
Trend grutto
Trend van de grutto in verschillende typen gebieden, nationaal (links) en in Friesland
Geen “one size fits all”
Kansen: weidevogels Cruciaal: • uitgekiende beheermozaïeken met strakke beheerregie • ‘spelen met water’: plas-dras, selectieve peilverhoging • rol waterpeil nog eens goed tegen het licht houden, want hoger peil = aanmerkelijk hogere beheerkosten • meer flexibiliteit om te handelen naar bevind van zaken • kerngebieden: nuttig, maar: - ruimte houden voor groei: uitrekenen hoeveel beheerd areaal je eigenlijk nodig hebt - ruimte houden voor andere soorten: de kievit is de grutto van morgen!
Kansen: akkervogels • één van de succesverhalen van het agrarisch natuurbeheer • effecten van EU-braaklegregeling op roofvogels nu gerealiseerd door randen • onderzoek naar goedkopere beheervormen, zoals laten overstaan van graanstoppel en teelt van vogelvriendelijke gewassen • veldleeuwerik nog problematisch: grasland als ecologische val. Wel kansrijk: luzerne • luzerne interessant als dubbeldoel-gewas
Beweging van de grauwe kiekendief
Kansen: akkervogels • één van de succesverhalen van het agrarisch natuurbeheer • effecten van EU-braaklegregeling op roofvogels nu gerealiseerd door randen • onderzoek naar goedkopere beheervormen, zoals laten overstaan van graanstoppel en teelt van vogelvriendelijke gewassen • veldleeuwerik nog problematisch: grasland als ecologische val. Wel kansrijk: luzerne • luzerne interessant als dubbeldoel-gewas
Kansen: botanisch beheer • scoort nog steeds beter dan regulier grasland, maar kritiek ter harte nemen • wellicht meer richten op landschappelijke waardevol en/of ‘oud’ grasland (GLB-pilots). Functie voor weidevogels, genetische diversiteit en landschap. • toepassing verder vooral toespitsen op randen; linten in het landschap Î zie hierna
Kansen: landschapselementen • sterker inzetten op behoud en beheer • beheer waar zinvol mede richten op natuurwaarden, regelingen hier nu niet goed op ingericht • al veel interessante voorbeelden van zeer natuurrijke poelen, rietstroken en houtopstanden: broedvogels, vleermuizen, planten, amfibieën • betrekken in groenblauwe dooradering
Kansen: groenblauwe dooradering • enorme potentie voor fijnmazige dooradering als aanvulling op grofmazige EHS • perceelsranden, sloten, oevers en landschapselementen • sterke ruimtelijke sturing op kansrijkheid en aaneengeslotenheid cruciaal • kansen voor combinatie van doelen (natuur, waterkwaliteit, beleving) en budgetten (ook waterschappen)
Kansen: groenblauwe dooradering
Succesfactor 1: samenwerken op landschapsschaal • samenwerking tussen grondgebruikers: op naar professionele collectieven • en tussen grondgebruikers en andere beheerders / gebiedspartijen • aanpak op landschapsschaal met sterke ruimtelijke sturing: kansrijke plekken, gemotiveerde bedrijven • kansen voor combinatie van doelen (natuur, waterkwaliteit, beleving) en budgetten (ook waterschappen)
Succesfactor 2: ecologische sturing en regionaal maatwerk • tijd voorbij dat iedereen contract kan krijgen • soort en locatie van maatregelen veel sterker baseren op kennis van gebied en kennis van zinvol beheer • start gemaakt in 2010 met regionale coördinatie van akker- en weidevogelbeheer • is nog veel verbetering in mogelijk • meer maatwerk op basis van gebiedsoffertes
Succesfactor 3: kennis opdoen, verspreiden en gebruiken • kennis regelmatig verversen: omstandigheden veranderen • uitrekenen hoeveel agrarisch natuurbeheer je eigenlijk nodig hebt en wat dat kost • kennis verspreiden: ladingen rapporten, kenniskringen, kenniscentra, eigen leerstoel, maar vindt mondjesmaat zijn weg naar de beheerpraktijk
Succesfactor 4: stimulerend beleid • • • • • •
belonen in plaats van vergoeden onzalige onderscheid ANB binnen en buiten EHS opheffen zorgen voor continuïteit in contracten en budgetten niet teveel laten leiden door ‘private financiering’, ‘eigen bijdrage’ en ‘onderhoudsarme natuur’ breder investeren dan in kort lijstje bijzondere soorten en niet weggooien wat is opgebouwd vergroening GLB (€ 240 mln. per jaar) stimulans laten zijn voor agrarisch natuurbeheer
Naar een effectief agrarisch natuurbeheer…
…door selectief, maar niet terughoudend investeren, een krachtige gebiedscoördinatie en lage uitvoeringskosten