In opdracht van uw provincie In opdracht van
uw provincie
natuur • particulier & instantie
Aanvraagperiode 2009
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer Bent u beheerder van landbouwgrond in Nederland? Dan kunt u subsidie aanvragen binnen de Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (PSAN). Eu ro p
ee
sL
an
db
ou
w
fo n
ds
vo o
rP
la
tte
la
nd
so
nt
w
ik
ke l
in
g:
Eu ro p
a
in ve
st ee
rt
in
zi
jn
pl
at
te l
an
d
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
Inhoud Belangrijk Inleiding
4 5
1 De aanvrager 1.1 Enige beheerder (categorie A) 1.2 Cluster van beheerders 1.3 Uitgesloten van aanvraag
6 6 7 7
2 Het terrein 2.1 Landbouwgrond 2.2 Gebiedsplan 2.3 Beheerseenheid 2.4 Cumulatie
8 8 9 9 10
3 Subsidievormen 3.1 Beheerssubsidie 3.2 Probleemgebiedenvergoeding 3.3 Toeslag ruige stalmest 3.4 Landschapssubsidie 3.5 Inrichtingssubsidie 3.6 Subsidie organisatiekosten samenwerkingsverbanden 3.7 Subsidie functieverandering
11 11 11 12 12 13 13 14
4 Aanvraagprocedure 4.1 Subsidie aanvragen 4.2 Behandeling van uw aanvraag 4.3 Deelbetaling 4.4 Subsidievaststelling 4.5 Tijdbalk
15 15 16 16 17 18
5 Naleving 5.1 Controles 5.2 Kortingen 5.3 Randvoorwaarden (Cross Compliance)
19 19 20 20
6 Wat als… 6.1 Algemene regels 6.2 …u de beheerseenheid verkoopt/verpacht? 6.3 …u de beheerseenheid verkoopt aan één van de volgende organisaties? 6.4 …u de beheerseenheid wilt uitbreiden? 6.5 …u de beheerseenheid wilt verkleinen? 6.6 …de beheerder overlijdt? 6.7 …uw beheerseenheid gebruikt gaat worden voor landinrichting? 6.8 …uw beheerseenheid wordt onteigend? 6.9 …u wilt overstappen binnen de PSAN 6.10 …u wilt overstappen van PSN naar PSAN 6.11 …uw huidige subsidietoewijzing volgend jaar afloopt? 6.12 …u het niet eens bent met een beslissing van Dienst Regelingen?
21 21 22 22
2
22 23 23 23 24 24 24 25 25
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
7 De PSAN-pakketten
26
U wilt meer informatie over de PSAN pakketten
26
De beheerspakketten Beheerspakket 01: ontwikkeling kruidenrijk grasland Beheerspakket 02: instandhouding kruidenrijk grasland Beheerspakket 03: bont hooiland Beheerspakket 04: bonte hooiweide Beheerspakket 05: kruidenrijk weiland Beheerspakket 06: bont weiland Beheerspakket 07: bonte weiderand Beheerspakket 08: bonte hooirand Beheerspakket 09: kruidenrijke zomen Beheerspakket 10: landschappelijk waardevol grasland Beheerspakket 11/12/13/14: weidevogelgrasland met een rustperiode Beheerspakket 16: plasdras voor broedende en trekkende weidevogels Beheerspakket 17: vluchtheuvels voor weidevogels Beheerspakket 35: natuurbraak Beheerspakket 40: faunarand algemeen Beheerspakket 40: patrijzenrand Beheerspakket 40: grauwe kiekenrand Beheerspakket 41: akkerrijke flora 1 Beheerspakket 42: akkerrijke flora 2 Beheerspakket 43: akkerfloraranden
27 27 27 28 28 28 29 29 30 31 31 31 32 32 33 34 34 35 35 36 36
De landschapspakketten Landschapspakket 54: elzensingel Landschapspakket 55: geriefhoutbosje Landschapspakket 56: knip-en scheerheg Landschapspakket 58: knotbomen Landschapspakket 59: grubbe en holle weg Landschapspakket 60: hoogstamboomgaard Landschapspakket 61: eendenkooi Landschapspakket 62: poel Landschapspakket 63: rietzoom en klein rietperceel Landschapspakket 64: raster Landschapspakket 65: houtkade, houtwal, haag en singel Landschapspakket 66: bomenrij
37 37 37 37 38 39 39 39 40 40 41 41 41
Inheemse bomen en struiken
43
Rode Lijsten
44
Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)
45
Heeft u vragen?
46
3
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
Belangrijk
Bent u beheerder van landbouwgrond in Nederland? Dan kunt u subsidie aanvragen voor de Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (PSAN). U kunt dan in aanmerking komen voor financiële ondersteuning voor het ontwikkelen en instandhouden van de natuur op uw landbouwgrond. De Subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (SAN) is per 1 januari 2007 opgegaan in het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Hierdoor is de SAN geen rijks regeling meer, maar een provinciale regeling. Daarom spreken we voortaan van de PSAN en niet meer van de SAN. De bevoegdheid van de minister is verschoven naar Gedeputeerde Staten. Dienst Regelingen voert de regelingen PSAN en PSN voor de provincies uit.
Plattelandsontwikkelings programma (POP2) Een deel van de (P)SAN-subsidie komt tot stand door co-financiering door de Europese Unie. Vandaar dat ‘Brussel’ ook eisen stelt aan de uitvoering van Programma Beheer. Het plattelandsontwikkelings programma (POP) is een subsidieprogramma dat op de ontwikkeling van het platteland in brede zin is gericht. Het is de nationale invulling van de Europese Plattelands verordening (de kaderverordening Plattelandsontwikkeling). Het POP 2007-2013, oftewel POP2, volgt op de eerste periode 2000-2006 (POP1). De nieuwe kaderverordening Plattelandsontwikkeling (1698/2005) en de daarbijbehorende nieuwe financierings-, controle-, uitvoeringsverordening en overgangsbepaling van POP1 naar POP2 zijn in september 2006 door de Europese Commissie vastgesteld. De inhoud van de nieuwe verordeningen heeft gevolgen voor aanvragers van de PSAN. Belangrijk Deze brochure is geschreven volgens de nieuwe regels vanuit het ILG en POP2.
4
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
Inleiding
Nederland is rijk aan waardevolle natuurgebieden en cultuurland schappen. Deze landschappen worden voor een groot deel beheerd door natuurbeschermings organisaties. Karakteristieke natuur komt ook op veel landbouwpercelen van particulieren voor. Denk bijvoorbeeld aan inheemse planten, beplanting langs percelen en tijdelijk bos. Uw provincie wil particulieren helpen om deze natuur in stand te houden en verder te ontwikkelen. Hiervoor is Programma Beheer opgesteld. Programma Beheer bestaat uit: ·· de Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (PSAN) ·· de Provinciale subsidieregeling natuurbeheer (PSN) In deze brochure leest u meer over de algemene voorwaarden die van belang zijn voor beheerders en voor het terrein waarvoor u subsidie wilt aanvragen. In deze brochure vindt u ook informatie over alle pakketten waarvoor u subsidie kunt aanvragen binnen de Provinciale subsidie regeling agrarisch natuurbeheer. De subsidietarieven voor de PSAN 2009 kunt u opvragen bij uw provincie of bij Het LNV-Loket.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
1 De aanvrager _ 1.1 Enige beheerder (categorie A) U beheert landbouwgrond en u wilt weten of u in aanmerking komt voor subsidie? In dit hoofdstuk leest u aan welke voorwaarden u moet voldoen en in welke categorie uw aanvraag valt. Algemeen U moet beheerder zijn van landbouwgrond in Nederland om in aanmerking te komen voor de PSAN. U bent beheerder als u aan één van de volgende voorwaarden voldoet: ·· U bent eigenaar van het perceel én u heeft het duurzaam gebruiksrecht (u heeft het recht op gebruik en beheer van het terrein). ·· U bent (erf)pachter én u heeft het duurzaam gebruiksrecht. ·· U heeft een overeenkomst op basis van het Plan Tijdelijk Gebruik binnen een Landinrichtingsproject én u heeft het duurzaam gebruiksrecht. ·· U bent gebruiksgerechtigde op grond van een besluit van Gedeputeerde Staten (zie ook artikel 45 van de WILG). Het moet voor ons duidelijk zijn dat u voor het hele subsidietijdvak van zes jaar het recht op gebruik en beheer heeft van het perceel of landschapselement waarvoor u subsidie wilt aanvragen.
6
Voorbeeld 1: U bent eigenaar met een pachtovereenkomst voor het terrein: een eigenaar heeft geen duurzaam gebruiksrecht. Voorbeeld 2: U heeft een kortlopende pachtovereenkomst. U heeft geen duurzaam gebruiksrecht. U kunt wel subsidie aanvragen, maar u loopt het risico dat de pachtovereenkomst tijdens het subsidietijdvak afloopt en niet wordt verlengd. Als u het subsidietijdvak niet vol kunt maken, vorderen wij de subsidies die we al betaald hebben terug.
U bent de enige beheerder van het perceel waarvoor u subsidie aanvraagt. ••Lees § 1.2 als u met meerdere aanvragers subsidie wilt aanvragen, of in een samenwerkingsverband werkt.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 1.2 Cluster van beheerders
Een cluster van beheerders is een verzameling subsidieaanvragen voor dezelfde subsidieregeling. Een van de mensen die namens het cluster subsidie aanvraagt, verzamelt de aanvragen en stuurt ze als één aanvraag naar Dienst Regelingen. Onder de term clusteraanvraag vallen zowel de subsidieaanvragen in categorie B (Groep van beheerders) als in categorie C (Samenwerkingsverband). Het vormen van een cluster biedt u de mogelijkheid om aanvragen samen te laten beoordelen op de toekenningscriteria van de subsidie regeling. Groep van beheerders (categorie B) Als uw perceel en/of landschaps element zelfstandig niet aan de voorwaarden voldoet, bijvoorbeeld omdat de oppervlakte te klein is of omdat u niet aan het minimale subsidiebedrag per jaar voldoet, dan kunt u samen met andere beheerders subsidie aanvragen. Iedere beheerder krijgt individueel subsidie uitbetaald voor zijn deel van het gezamenlijk te beheren gebied. De beheerders zijn individueel én als groep verplicht om aan de voorwaarden van de regeling te voldoen (uitzonderingen hierop zijn de minimumoppervlakte en het minimum aanvraagbedrag; deze gelden voor de hele groep beheerders). Het is dus belangrijk om een goede samenwerking op te zetten.
_ 1.3 Uitgesloten van aanvraag Samenwerkingsverband (categorie C) U bent zelf geen beheerder, maar u vraagt subsidie aan namens één of meerdere beheerders in een samenwerkingsverband. U vertegen woordigt bijvoorbeeld een vereniging of stichting die als doel heeft om natuurbeheer te stimuleren. Dienst Regelingen betaalt bij toewijzing van de PSAN de subsidie rechtstreeks uit aan de individuele beheerders. De beheerders moeten individueel aan de voorwaarden van de regeling voldoen. Voor sommige verplichtingen geldt een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Intermediair U kunt ervoor kiezen om uw subsidieaanvraag door een intermediair te laten afhandelen. Een intermediair is een tussen persoon die de subsidie voor u aanvraagt en (een deel van) de administratieve en financiële taken en handelingen voor deze aanvraag en de daaruit volgende beschikking(en) uitvoert. U moet Dienst Regelingen schriftelijk op de hoogte brengen van de bevoegd heden van deze persoon via een machtiging (Bijlage I). Bij vragen neemt Dienst Regelingen of Dienst Landelijk Gebied contact op met de gemachtigde.
U komt in bepaalde gevallen niet in aanmerking voor de PSAN. U komt niet in aanmerking voor de PSAN als: ·· het subsidiebedrag voor de hele aanvraag minder dan ¤ 170 per jaar is ·· het subsidiebedrag voor een uitbreidingsaanvraag minder dan vijftig euro per jaar is ·· uw terrein kleiner is dan de in de pakketvoorwaarden gestelde minimumomvang ·· u al eerder (P)SAN-subsidie heeft ontvangen voor hetzelfde terrein en u deze subsidie in de afgelopen twee jaar zelf heeft ingetrokken. Dit geldt niet als u wilt over stappen naar een samenwerkings verband (categorie C) ·· u de verplichtingen verbonden aan uw aanvraag al vanwege een wettelijk voorschrift moet naleven. De volgende organisaties zijn uitgesloten van deelname aan de PSAN: ·· Staatsbosbeheer ·· particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties (onder andere Vereniging Natuurmomenten en de 12 Provinciale Landschappen) ·· landinrichtingscommissies ·· publiekrechtelijke lichamen (zoals waterschappen en gemeenten)
7
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
2 Het terrein _ 2.1 Landbouwgrond
Het terrein waarvoor u subsidie wilt aanvragen, moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Hier leest u de belangrijkste voorwaarden. De overige voorwaarden vindt u bij de pakketbeschrijvingen achter in deze brochure en in de ‘Toelichting op het aanvraag formulier PSAN’. Hieronder bespreken we de volgende voorwaarden: ·· Het terrein moet landbouwgrond zijn. ·· Het terrein moet een beheers eenheid zijn (zie § 2.3). ·· U mag geen andere subsidies voor het terrein ontvangen. ·· Uw aanvraag moet in een provinciaal gebiedsplan passen. ·· Het terrein mag niet provincieoverschrijdend zijn.
U kunt PSAN aanvragen voor landbouwgrond in Nederland. Het gaat om landbouwgrond waarop minimaal vanaf 31 juli 1992 enige vorm van landbouwproductie plaatsvindt. Onder landbouwproductie wordt verstaan: ·· akkerbouw ·· weidebouw ·· veehouderij ·· pluimveehouderij ·· tuinbouw, waaronder fruitteelt en het kweken van bomen, bloemen en bloembollen ·· elke andere vorm van bodem cultuur in Nederland, met uitzondering van bosbouw ·· gronden die uit productie zijn genomen door de ‘Beschikking ter zake het uit productie nemen van bouwland’, de ‘Regeling EG-steunverlening akkerbouwgewassen’ of de ‘Regeling GLB inkomenssteun 2006’. Als het perceel waarvoor u subsidie aanvraagt geen landbouwgrond is, maar natuurgrond of bos, dan kunt u daarvoor PSN-subsidie aanvragen. Meer informatie hierover vindt u in de ‘Brochure PSN.’
8
Erven en tuinen De subsidieregeling is niet bedoeld voor erven en tuinen. ·· Erf: de grond die bij een (bedrijfs-) gebouw ligt en die is ingericht voor het (bedrijfs-)gebouw. Hier horen ook elementen (haag, hek, muur of anderszins) bij die de afbakening vormen tussen deze grond en de omliggende grond. ·· Tuin: grond begroeid met sier beplanting, inclusief de op deze grond aanwezige afscheidingen (haag, hek, muur of anderszins) die de afbakening vormen tussen deze grond en de omliggende grond. Landschapselementen in de buurt van erven, tuinen en bedrijfs gebouwen beschouwen we niet als erfbeplanting als: ·· deze elementen op percelen landbouwgrond van minimaal 0,5 hectare groot staan. ·· deze elementen bestaan uit een hoogstamboomgaard van minimaal 0,25 hectare. Landbouwgrond komt in bovenstaande gevallen in aanmerking voor subsidie binnen de PSAN. Sloten, greppels en andere afscheidingen gelden hierbij als een harde grens. Rasters worden gezien als veekeringen en niet als een harde grens.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 2.2 Gebiedsplan
Een aantal onderdelen van de PSAN is afhankelijk van het provinciale gebiedsplan. Het subsidiepakket dat u aanvraagt moet passen binnen de doel stellingen van dit gebiedsplan. Hierbij geldt het gebiedsplan zoals Gedeputeerde Staten dit heeft vastgesteld minimaal 25 dagen vóórdat de aanvraagperiode opengaat. U kunt alleen het pakket ‘natuurbraak’ overal voor landbouwgrond aanvragen, ongeacht het provinciale gebiedsplan. Uw terrein moet daarbij wel voldoen aan de omschrijving van de beheerspakketten (zie hoofdstuk 7) en alle overige eisen van de subsidieregeling. Dienst Regelingen toetst uw subsidieaanvraag ook op het hectarequotum van de provincie. Dit quotum geeft aan hoeveel hectare agrarisch natuurbeheer maximaal gesubsidieerd kan worden. Dienst Regelingen kan uw aanvraag niet honoreren als het provinciale quotum vol is. Als het quotum bij het begin van de aanvraagperiode al vol is, dan wordt de PSAN voor die provincie niet opengesteld. U kunt bij uw provinciale informatiepunt navragen of uw terrein in een provinciaal gebiedsplan ligt en voor welke pakketten u subsidie kunt aanvragen voor het terrein. Hier kunt u ook informeren naar het hectarequotum. De adressen vindt u achter in deze brochure bij het hoofdstuk ‘Heeft u vragen?’.
_ 2.3 Beheerseenheid
Begrensd natuurgebied Ligt uw landbouwgrond volgens het gebiedsplan in een door de provincie aangewezen (begrensd) natuurgebied? Dan kunt u alleen in bepaalde gevallen subsidie aanvragen. Als de provincie in het gebiedsplan natuurgebieden heeft aangewezen (waar u normaal gesproken geen (P) SAN-subsidie voor kunt aanvragen), dan kunt u in enkele gevallen toch bepaalde PSAN-pakketten aanvragen in dit gebied. De provincie moet deze pakketten dan expliciet hebben opgenomen in de gebiedsplannen. Ligt uw grond binnen een begrensd natuurgebied? Neem dan contact op met uw provinciale informatiepunt. Het adres vindt u achter in deze brochure bij het hoofdstuk ‘Heeft u vragen?’.
Het (deel van het) perceel waarvoor u subsidie aanvraagt heet beheerseenheid. De beheers eenheid is de kleinste aaneen gesloten beteelde oppervlakte/ eenheid binnen een terrein die voldoet aan de voorwaarden van een subsidiepakket. De pakketten staan verderop in deze brochure. Een beheerseenheid moet voldoen aan de volgende voorwaarden: ·· Het is een aaneengesloten oppervlakte. ·· Er wordt één beheerspakket of landschapselement in stand gehouden of ontwikkeld. ·· De verzameling van beheers eenheden bestaat voor maximaal 1% uit bebouwing. ·· Een beheerseenheid is alleen die oppervlakte waarop het PSANpakket aanwezig is/ontwikkeld wordt. ·· Een beheerseenheid mag niet doorsneden worden door: ·· wegen breder dan vijf meter ·· waterlopen die op enig punt breder zijn dan 25 meter ·· een spoorlijn, met uitzondering van een enkelsporig niet-geëlektrificeerde spoorlijn. Het is ook mogelijk dat u bijvoorbeeld een perceel van vijf hectare beheert, maar dat u maar voor twee hectare subsidie wilt aanvragen. Deze twee hectare is dan de beheerseenheid.
9
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 2.4 Cumulatie
Met cumulatie bedoelen we dat dezelfde beheerseenheid bij twee of meer verschillende subsidie regelingen is ondergebracht of dat u voor dezelfde oppervlakte twee keer onder dezelfde subsidie regeling subsidie heeft aangevraagd. In deze paragraaf leest u in welke gevallen cumulatie al dan niet is toegestaan. Cumulatie PSAN met PSAN Beheerspakketten mogen nooit met elkaar cumuleren binnen de PSAN. Dit betekent dat er op een beheers eenheid in dezelfde periode niet nog een ander beheerspakket van de PSAN mag liggen. U mag ook niet voor dezelfde beheerseenheid voor meerdere landschapspakketten subsidie aanvragen. Sommige landschapspakketten kunt u op dezelfde beheerseenheid instandhouden als beheerspakketten. Dit geldt voor de landschaps pakketten: ·· Elzensingel ·· Knip- en scheerheg ·· Knotbomen ·· Bomenrij ·· Raster Verder mogen de Ganzenpakketten en het pakket Natuurbraak cumuleren met subsidie die u al eerder gekregen heeft voor het pakket Nestbescherming. Ook mag het pakket Grasland voor over winterende ganzen cumuleren met de individuele en collectieve weidevogelpakketten als dit graslandpakketten zijn.
10
Voorbeeld 1 Op een beheerseenheid ligt een PSAN-pakket ‘Ontwikkeling Kruidenrijk grasland’. Dit betekent dat u voor deze beheerseenheid niet aanvullend het pakket ‘Instandhouding Kruidenrijk grasland’ mag aanvragen. Voorbeeld 2 Op een beheerseenheid ligt een PSAN-pakket ‘Kruidenrijk weiland’. Om het weiland staat een knip- en scheerheg. Dit betekent dat u voor de beheerseenheid wél aanvullend het landschapspakket ‘Knip- en scheerheg’ mag aanvragen.
Cumulatie PSAN met andere DR/ DLG-regelingen De PSAN mag niet cumuleren met de Provinciale subsidieregeling natuurbeheer (PSN). Een tussentijdse overstap van de PSN naar de PSAN, of van de PSAN naar de PSN is niet mogelijk. De PSAN mag ook niet cumuleren met een aantal andere DR/DLG-regelingen. U kunt deze regelingen intrekken met de tabel ‘Subsidies andere regelingen’ op het aanvraagformulier. Als u de tabel ‘Subsidies andere regelingen’ invult, verklaart u dat u de subsidie(s) wilt beëindigen. Als wij uw PSANaanvraag goedkeuren, zorgen wij ervoor dat de eerdere beheersovereenkomst(en) word(t) (en) stopgezet op de ingangsdatum van uw PSAN-subsidie. De volgende regelingen kunt u met de tabel ‘subsidies andere regelingen’ intrekken: ·· de Regeling stimulering bosuitbreiding op landbouwgronden (SBL)
·· de Regeling functiebeloning bos en natuurterreinen (FBB) ·· de Beschikking bijdragen probleemgebieden (BBP) ·· de Beschikking beheers overeenkomsten 1983 (BBO) ·· de Regeling beheers overeenkomsten 1988 of 1993 (RBO) ·· de Regeling beheers overeenkomsten en natuur ontwikkeling (RBON) Andere regelingen die niet met de PSAN mogen cumuleren zijn: ·· de Beschikking over het uit productie nemen van bouwland ·· Braaklegging op basis van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en 2007. Vraag dus geen subsidie aan voor regelingen voor dezelfde periode als de PSAN. Cumulatie PSAN met andere subsidieregelingen Krijgt u subsidie voor een beheers eenheid met hetzelfde doel als de PSAN die níet door DR of DLG wordt verstrekt? Dan kunt u dit aangeven op het aanvraagformulier PSAN/PSN in de tabel ‘Subsidies andere regelingen’. Wij verrekenen deze subsidie met de PSAN-subsidie. Het betreft meestal gemeentelijke of (andere) provinciale subsidies.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
3 Subsidievormen
U kunt subsidie aanvragen voor een beheers- of landschapspakket met een looptijd van zes jaar. Dit noemen we een tijdvak. Ieder pakket omschrijft welk natuur resultaat u moet halen. De pakketten zijn ondergebracht in verschillende subsidievormen. Voor alle typen natuur (pakketten) gelden het hele tijdvak beheers voorschriften en pakketvoorwaarden. Deze staan in deze brochure bij hoofdstuk 7. De PSAN kent de volgende subsidievormen: ·· beheerssubsidie, voor zover van toepassing aangevuld met een probleemgebiedenvergoeding ·· landschapssubsidie ·· inrichtingssubsidie (Hiervoor geldt een looptijd van maximaal één jaar.)
_ 3.1 Beheerssubsidie
_ 3.2 Probleemgebieden vergoeding
Beheerssubsidie is een jaarlijkse vaste vergoeding voor beheer. U kunt hierbij denken aan beheer voor graanakkers, maar ook beheer voor de ontwikkeling van kruidenrijke graslanden of weidevogelbeheer.
Ligt uw landbouwgrond in een gebied waarvan u door fysieke omstandigheden in het landschap concurrentienadeel ondervindt? Dan kunt u in aanmerking komen voor probleemgebieden vergoeding.
Een beheerspakket beschrijft aan welke terreinkenmerken uw perceel moet voldoen (bijvoorbeeld: uw terrein moet bestaan uit grasland, of: uw terrein moet op een helling liggen). Daarnaast beschrijft een beheerspakket welke planten- en diersoorten er op een terrein moeten (gaan) voorkomen en aan welke beheersvoorschriften u moet voldoen. De beheersvoorschriften helpen u om uw perceel te ontwikkelen tot een gebied met een hogere natuurwaarde, of om een natuurwaarde in stand te houden. U kunt niet op dezelfde beheers eenheid voor meerdere beheers pakketten subsidie aanvragen.
Probleemgebiedenvergoeding is een toeslag die u krijgt als compensatie voor het nadeel dat u heeft door de fysieke omstandigheden van uw perceel. Voorbeelden hiervan zijn reliëf en hoge grondwaterstanden. Deze omstandigheden zijn vaak van belang voor natuur en landschap. De overheid hecht er daarom waarde aan om deze omstandigheden te behouden. U krijgt de vergoeding voor gebieden die door uw provincie als probleemgebied zijn aangewezen en zijn goedgekeurd door de Europese Commissie. Wij geven probleemgebiedenvergoeding alleen in combinatie met de volgende beheerspakketten: ·· botanisch beheer, vollevelds- en randenbeheer ·· weidevogelbeheer met rustperiode ·· bouwland- of akkerrandenbeheer. U kunt slechts één keer per jaar probleemgebiedenvergoeding krijgen voor uw beheerseenheden. U kunt de probleemgebieden vergoeding jaarlijks, via de verzamelaanvraag van de Gecom bineerde opgave, aanvragen. Om in aanmerking te komen voor deze vergoeding, moet uw terrein in een probleemgebied liggen.
11
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
In december van het jaar waarin u probleemgebiedenvergoeding aanvraagt, volgt de beslissing over toekenning van probleemgebiedenvergoeding voor dat kalenderjaar. ••U kunt de probleemgebieden in Nederland 2009 opvragen bij Het LNV-Loket.
_ 3.3 Toeslag ruige stalmest
_ 3.4 Landschapssubsidie
U kunt naast de normale beheerssubsidie voor weidevogelgrasland een toeslag krijgen voor het uit rijden van ruige stalmest. Het uit rijden van ruige mest heeft een positieve invloed op het bodem leven. Dit heeft een positief effect op weidevogels omdat bodem dieren – en dan vooral regen wormen – een belangrijk onderdeel van het voedselpakket voor weide vogels zijn.
Landschapssubsidie is een jaarlijkse vaste vergoeding voor het onderhoud aan bestaande landschapselementen. Het gaat om onderhoud voor bijvoorbeeld bosjes, hagen, poelen, knotbomen, singels en hoogstamboomgaarden. Rasters die landschapselementen beschermen tegen beschadiging door vee (uitgezonderd hoogstamboomgaarden) komen ook in aanmerking voor landschapssubsidie. Landschapssubsidie draagt bij aan het instandhouden van karakteristieke landschappen in uw regio.
De toeslag ruige stalmest geldt voor het uitrijden van stalmest op land waarop een beheerspakket voor weidevogelgrasland ligt met een rust periode tot minimaal 1 juni. U moet jaarlijks minimaal tien en maximaal twintig ton ruige stalmest per hectare uitrijden om voor deze toeslag in aanmerking te komen. Dit doet u vanaf 1 februari tot en met 31 maart. U kunt de toeslag ruige stalmest alleen aanvragen in combinatie met het beheerspakket ‘Weidevogel grasland met een rustperiode’. U moet het uitrijden van ruige stalmest binnen twee weken na het uit rijden bij ons melden. Vul hiervoor het formulier ‘Melding uitrijden ruige stalmest’ in en teken op een kaart (met een schaal van minimaal 1:5.000) in waar de mest is uitgereden. U kunt het formulier en de kaart gratis opvragen bij Het LNV-Loket. Heeft u van Dienst Regelingen nog geen beslissing ontvangen over uw subsidieaanvraag? Dan moet u het uitrijden van ruige stalmest melden na de ingangsdatum van de subsidie die u heeft aangevraagd. U krijgt geen toeslag als u het uitrijden van ruige stalmest niet of niet op tijd meldt.
12
Er zijn verschillende landschapselementen waarvoor u subsidie kunt aanvragen. Deze zijn ingedeeld in de zogenaamde landschapspakketten. In de pakketvoorwaarden en beheersvoorschriften van de landschapspakketten staat hoe u het landschapselement moet onderhouden (bijvoorbeeld: voorkomen dat vee het element beschadigt). De pakketten vindt u verderop in deze brochure.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 3.5 Inrichtingssubsidie
_ 3.6 Subsidie organisatie kosten samenwerkings verbanden
Inrichtingssubsidie is een éénmalige vergoeding voor nood zakelijke aanpassingen aan uw terrein voor de ontwikkeling van een beheers- of landschapspakket.
grootte in hectaren wordt uitgedrukt (prijspeil 2008). U leest in de ‘Toelichting op het aanvraag formulier PSAN’ welke kosten binnen de subsidie vallen.
De subsidie organisatiekosten samenwerkingsverbanden (PSANOS) is een vergoeding voor de kosten van de organisatie van agrarisch natuurbeheer.
U kunt, bijvoorbeeld, denken aan het graven van een poel, of de aanleg van een hoogstam boomgaard. U kunt met inrichtings subsidie geen achterstallig onderhoud financieren.
U krijgt maximaal één jaar inrichtingssubsidie. U moet de inrichtingswerkzaamheden binnen deze periode uitvoeren. U mag pas beginnen met inrichting als u een subsidiebeschikking (goedkeuringsbrief) van ons heeft ontvangen. De beheers- of landschapssubsidie gaat na de inrichtingsperiode in voor de duur van het tijdvak.
De PSAN-OS is bedoeld voor de professionalisering van agrarische natuurverenigingen. De vereniging is zelf geen beheerder, maar houdt zich bezig met de promotie en professionaliteit van agrarisch natuurbeheer. U kunt alleen PSAN-OS aanvragen als uw subsidie aanvraag in categorie C valt (zie § 1.2).
Het is belangrijk dat u de werkzaam heden conform uw inrichtingsplan uitvoert, dus met de juiste lengte, oppervlakte, aantal, locatie, et cetera. Wilt u om onvoorziene redenen afwijken van uw plan, neem dan contact met ons op. Afwijkingen zonder overeenstemming met ons kunnen er toe leiden dat u de afwijkingen moet herstellen, of dat u wordt gekort op de vergoedingen.
U kunt per agrarische natuur vereniging één keer PSAN-OS subsidie aanvragen voor een tijdvak van zes jaar. U levert aan het begin van het tijdvak een projectplan in met de geplande activiteiten en het beoogde resultaat. Verder stuurt u ons elk jaar een jaarbegroting en verantwoordt u na afloop van elk jaar de kosten die u heeft gemaakt.
U kunt inrichtingssubsidie aanvragen in combinatie met alle landschapspakketten en de beheerspakketten: ·· Bonte weiderand ·· Bonte hooirand ·· Kruidenrijke zomen ·· Plasdras voor broedende of trekkende weidevogels Dienst Landelijk Gebied (DLG) beoordeelt alle aanvragen voor inrichtingssubsidie inhoudelijk op basis van het inrichtingsplan dat u heeft opgestuurd en een veld bezoek. Hiervoor kijkt DLG naar, onder andere, de ecologische doelstelling, haalbaarheid van pakketten en kosteneffectiviteit. DLG brengt vervolgens advies uit aan ons over uw inrichtingsaanvraag.
U vindt in de brochure ‘PSAN organisatiekosten samenwerkingsverbanden’ meer informatie over de PSAN-OS en de activiteiten die voor subsidie in aanmerking komen. U kunt de brochure aanvragen bij Het LNV-Loket.
De hoogte van de inrichtings subsidie is afhankelijk van de maatregelen die u gaat nemen, maar is maximaal 95% van de noodzakelijke kosten die u heeft gemaakt en die binnen de subsidie vallen. Het maximumbedrag voor eenmalige inrichtingsmaatregelen is voor beheerspakketten ¤ 7.424 per hectare en voor de landschaps pakketten ¤ 10.605 per hectare (van toepassing op pakketten waarvan de
13
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 3.7 Subsidie functieverandering Wilt u uw landbouwgrond blijvend omvormen tot bos of natuur terrein? Dan kunt u subsidie functieverandering aanvragen. U mag uw grond dan niet meer gebruiken voor landbouw activiteiten, tenzij deze nodig zijn voor de natuurdoelstelling. Hierdoor daalt de economische waarde van uw perceel. Subsidie functie verandering biedt compensatie voor deze waardedaling. Subsidie functieverandering valt niet onder de PSAN, maar onder de Provinciale subsidieregeling natuurbeheer (PSN). Meer informatie hierover vindt u in de brochure ‘Provinciale Subsidieregeling natuurbeheer’ die u kunt aanvragen bij Het LNV-Loket.
14
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
4 Aanvraagprocedure en betaling _ 4.1 Subsidie aanvragen
U bent eruit: u wilt subsidie voor agrarisch natuurbeheer aanvragen. Wat moet u daarvoor doen en wat gebeurt er met uw aanvraag?
U kunt subsidie aanvragen met het aanvraagformulier Provinciale subsidieregeling (agrarisch) natuurbeheer (PSAN/PSN). Dit kan alleen binnen de opengestelde aanvraagperiode. De openstelling van de aanvraag periode voor PSAN is naar verwachting in november en december 2008. Gedeputeerde Staten van uw provincie publiceren de datum eind oktober in de provinciale bladen. Meer informatie hierover vindt u in de vakbladen en op internet (provinciale website en www.minlnv.nl/loket). Welk aanvraagformulier heeft u nodig? Subsidievorm Aanvraagformulier Beheers- en landschapssubsidie Aanvraagformulier Provinciale subsidieregeling (agrarisch) natuur beheer (PSAN) Inrichtingssubsidie Bijlage III: Aanvraagformulier inrichtingssubsidie PSAN (deze bijlage kunt u aanvragen bij het aanvraagformulier PSAN) Subsidie organisatiekosten samen Aanvraagformulier PSAN organisatie werkingsverbanden kosten samenwerkingsverbanden Subsidie functieverandering Aanvraagformulier PSN inrichtings subsidie en subsidie functie verandering Uitbreiding Aanvraagformulier ‘Uitbreiding PSAN’
15
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 4.2 Behandeling van uw aanvraag Wij nemen uw aanvraag in behandeling als die compleet (volledig) is en u hem op tijd naar ons heeft toegestuurd. Volledigheid U moet het aanvraagformulier volledig en naar waarheid invullen, anders kunnen wij uw aanvraag niet beoordelen. De afmetingen die u opgeeft in uw aanvraag moeten overeenkomen met de afmetingen van de beheerseenheid in het veld. Het kan zijn dat u nog aanvullende gegevens moet aanleveren. U krijgt hierover schriftelijk bericht. U heeft dan eenmalig veertien dagen de tijd om uw aanvraag aan te vullen of een verschil in omvang te verklaren. Uw aanvraag is dan volledig op de datum waarop wij uw aanvullingen ontvangen. Tijdigheid Als u uw aanvraag buiten de aanvraagperiode opstuurt, dus te vroeg of te laat, dan nemen we uw aanvraag niet in behandeling. U krijgt hiervan schriftelijk bericht. U kunt dan een nieuwe aanvraag insturen binnen de juiste aanvraagperiode. Het is mogelijk dat er onvoldoende budget beschikbaar is om alle aanvragen te honoreren. In dat geval verloopt de toekenning van uw subsidie volgens het principe ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. Hierbij is de datum waarop uw aanvraag volledig en juist bij ons binnenkomt bepalend, niet de datum waarop u uw aanvraag heeft verstuurd.
16
_ 4.3 Deelbetaling
Goedkeuring Als uw aanvraag aan alle voorwaarden voldoet, krijgt u schriftelijk bericht dat uw aanvraag (gedeeltelijk) is goedgekeurd. In deze brief staat ook het totaal bedrag waarvoor u subsidie krijgt, de looptijd, de betalingswijze en de algemene voorwaarden. Daarnaast ontvangt u een berekenings formulier waarop staat uitgelegd hoe het subsidiebedrag is opgebouwd en een kaart met de ligging van de beheerseenheid/ beheerseenheden.
U ontvangt jaarlijks betalingen die vooruitlopen op de eindafrekening, de subsidievaststelling. Bij subsidievaststelling berekenen we het definitieve subsidiebedrag waar u recht op heeft. Vanaf 2007 krijgt u een vast pakkettarief voor zes jaar. We gaan dit subsidiebedrag niet herberekenen aan het einde van de subsidie periode. Zo weet u bij goedkeuring van uw aanvraag meteen op hoeveel subsidie u recht heeft voor de hele subsidieperiode. Let op: dit wijkt af van de ministeriële regeling waarbij we met een jaarlijks aangepast tarief werkten. Beheers- en landschapssubsidie U ontvangt jaarlijks automatisch een deelbetaling. Maximaal vijf in totaal. De eerste deelbetaling krijgt u na afloop van het eerste jaar van het tijdvak. De tweede tot en met vijfde deelbetaling ontvangt u telkens een jaar later. Het laatste deel van uw subsidie berekenen wij bij de subsidievaststelling. Dit bedrag kan lager uitvallen dan uw subsidie toewijzing en is afhankelijk van: ·· de uitkomsten van administratieve controles door DR ·· fysieke controles door DLG en/of de AID. Inrichtingssubsidie Om een deelbetaling op inrichtings subsidie te krijgen, moet u zelf een deelbetalingsverzoek voor inrichtingssubsidie aanvragen. U vraagt een deelbetaling aan met het formulier ‘Deelbetalingsverzoek inrichtingssubsidie PSAN’. U ontvangt dit formulier samen met uw goedkeuringsbrief. U kunt maximaal tweemaal per jaar een
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 4.4 Subsidievaststelling
deelbetaling inrichtingssubsidie aanvragen tot maximaal 95% van het totale subsidiebedrag, met een minimumbedrag van ¤ 2.500. U stuurt bij uw verzoek om een deelbetaling een overzicht mee van uw liquiditeitsbehoefte. Hierin verantwoordt u waarom u een deel betaling nodig heeft voor die periode. Het overzicht moet aansluiten bij het overzicht van de kosten waarvoor u subsidie kunt krijgen. Dit geldt vooral voor de indeling van de kostenposten en kostensoorten die gesubsidieerd kunnen worden. U heeft een overzicht van kosten die gesubsidieerd kunnen worden ontvangen bij de goedkeuringsbrief voor subsidie toewijzing. Subsidie organisatiekosten samenwerkingsverbanden U ontvangt jaarlijks als deelbetaling een percentage van de kosten die gesubsidieerd kunnen worden uit de jaarbegroting voor dat jaar (in jaar één van het tijdvak ontvangt u 70% en in jaar twee tot en met zes ontvangt u 80%). Wij kunnen op basis van uw verantwoording over de kosten die u heeft gemaakt de hoogte van uw deelbetaling aanpassen.
Is het tijdvak van uw subsidie afgelopen? Dan berekenen wij uw definitieve subsidiebedrag. Dit noemen we de subsidie vaststelling. Vraag binnen acht weken na afloop van het tijdvak de subsidie vaststelling aan. Hiervoor gebruikt u het formulier ‘Aanvraag tot subsidie vaststelling beheerssubsidie en landschapssubsidie (P)SAN’. U ontvangt dit formulier automatisch vóór afloop van het subsidietijdvak. Documentatie U moet de kopieën van uw subsidie aanvraag en kaart en alle correspondentie hierover tot drie jaar na subsidievaststelling bewaren in uw administratie. Meer informatie U vindt uitgebreide informatie over subsidievaststelling in de brochure ‘Subsidievaststelling (P)SAN/(P)SN’.
17
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 4.5 Tijdbalk
In de tijdbalk ziet u hoe een PSANsubsidietraject eruit kan zien. De tijdbalk laat twee tijdvakken (tweemaal zes jaar) zien om aan te geven hoe een aanvraag plus een eventuele vervolgaanvraag verlopen. Start (wat vooraf gaat) 2008 U vult het aanvraagformulier in… Dienst Regelingen verwerkt uw aanvraag…
Start subsidie (tijdvak 1) 2009 Het subsidietijdvak van 6 jaar begint… 2010/2014 2014 Het subsidietijdvak loopt ten einde…
Afronding tijdvak 1 2015 Het subsidietijdvak is voorbij…
Dienst Regelingen…
Start vervolgsubsidie (tijdvak 2) 2015 Het subsidietijdvak van 6 jaar begint… 2016/2020 2020 Het subsidietijdvak loopt ten einde…
Afronding tijdvak 2 2021 Het subsidietijdvak is voorbij…
Dienst Regelingen…
18
…en u stuurt het op naar Dienst Regelingen …en stuurt u een ontvangstbevestiging …accepteert en beoordeelt uw aanvraag …en laat u weten of uw aanvraag is goedgekeurd
…en u ontvangt jaarlijks een deelbetaling …en u vraagt eventueel vervolgsubsidie aan met als startdatum de einddatum van uw eerste subsidietijdvak
…en u vraagt binnen acht weken na afloop van het subsidietijdvak de subsidievaststelling aan (het formulier hiervoor heeft u automatisch ontvangen) …stelt de subsidie vast
…en u ontvangt jaarlijks een deelbetaling …en u vraagt eventueel vervolgsubsidie aan met als startdatum de einddatum van uw eerste subsidietijdvak
…en u vraagt binnen acht weken na afloop van het subsidietijdvak de subsidievaststelling aan (het formulier hiervoor heeft u automatisch ontvangen) …stelt de subsidie vast
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
5 Naleving _ 5.1 Controles
Uw aanvraag is goedgekeurd en u krijgt subsidie voor het beheer of de ontwikkeling van de natuur op uw landbouwgrond. Dit recht op subsidie brengt verantwoordelijkheden en verplichtingen met zich mee.
Dienst Regelingen, Dienst Landelijk Gebied en de Algemene Inspectiedienst controleren op het naleven van de voorschriften en verplichtingen van de PSAN. Dienst Regelingen (DR) DR voert tijdens het tijdvak van de PSAN een aantal (administratieve) controles uit. Zo is er een controle waarbij DR kijkt of u voor het terrein nog een andere subsidie krijgt.
Toelating Voor een goed verloop van het subsidietraject moet u DR, DLG en de AID toelaten op uw terrein of bedrijf voor administratieve en veldcontroles. Als u een controle belemmert of onmogelijk maakt, heeft dat gevolgen voor uw subsidie.
Dienst Landelijk Gebied (DLG) DLG controleert, onder andere, of u zich aan de beheersvoorschriften houdt en of u de doelstelling van het subsidiepakket kunt halen. Als u inrichtingssubsidie aanvraagt, controleert DLG of u de inrichtingsmaatregelen conform de goed keuringsbrief en het inrichtingsplan heeft uitgevoerd. Algemene Inspectiedienst (AID) De AID controleert of de oppervlakte waarvoor u subsidie krijgt overeenkomt met de oppervlakte die u beheert. Daarnaast controleert de AID de eigendomssituatie en het gebruiksrecht van het perceel waarvoor u subsidie krijgt. De AID controleert ook of uw bedrijfsvoering tijdens het hele tijdvak voldoet aan de Randvoorwaarden (Cross Compliance). Dit houdt in dat uw bedrijfsvoering overeenkomt met de geldende Nederlandse en Europese minimumnormen voor milieu, dierenwelzijn en hygiëne. Zie voor meer informatie over de Randvoorwaarden § 5.3 van deze brochure.
19
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 5.2 Kortingen
_ 5.3 Randvoorwaarden (Cross Compliance)
Dienst Regelingen, DLG of de AID kunnen vaststellen dat u niet voldoet aan de voorwaarden en verplichtingen van de PSAN. Dit kan resulteren in kortingen.
Als u vanaf 1 januari 2009 de Provinciale subsidie agrarisch natuurbeheer wilt ontvangen, dan moet u aan een aantal voorwaarden voldoen.
Kortingen lopen uiteen van het (gedeeltelijk) inhouden van een jaarlijkse deelbetaling tot en met het intrekken van de hele subsidie. Het intrekken van de hele subsidie gebeurt met terugwerkende kracht tot aan de ingangsdatum van het tijdvak. In extreme gevallen, zoals fraude, kan Dienst Regelingen u voor twee jaar uitsluiten van subsidieverlening.
U moest de Randvoorwaarden al naleven binnen het Gemeen schappelijk Landbouwbeleid (GLB) voor, onder meer, de Regeling GLB inkomenssteun. Met de invoering van POP2 zijn de Randvoorwaarden ook van toepassing op de PSAN.
20
De Europese en nationale minimumnormen voor milieu, gezondheid en dierenwelzijn zijn van toepassing en u moet zich houden aan de goede landbouw- en milieucondities. U vindt deze normen en condities op www.minlnv.nl/loket.
Let op: als u een of meer van de Randvoorwaarden voor milieu, gezondheid en dierenwelzijn niet naleeft of als u niet voldoet aan de goede landbouw- en milieucondities, kan dit leiden tot een korting op het totale subsidiebedrag. De korting heeft dus invloed op alle subsidies en steun vanuit Europese bijdrages die u in één jaar aanvraagt. Dit geldt alleen als u niet voldoet aan de randvoorwaarden en landouw- en milieucondities. Als u een van de overige subsidievoorwaarden van de PSAN niet naleeft, kan dat wel leiden tot een korting op de PSAN subsidie, maar niet tot een korting op andere subsidies die u krijgt. Als u de beheersvoorschriften uit het PSAN pakket niet navolgt, het in het PSAN aangegeven natuurdoel niet bereikt, óf, bijvoorbeeld, per ongeluk een kaart niet juist intekent waardoor u meer subsidie ontvangt dan waarop u recht heeft, wordt u dus alleen gekort op de PSAN subsidie.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
6 Wat als… _ 6.1 Algemene regels
Wat gebeurt er als u uw beheers eenheid verkoopt, wilt vergroten of juist wilt verkleinen? U vindt de antwoorden op deze en andere vragen in dit hoofdstuk.
Meldingsplicht Zijn er omstandigheden waardoor u niet meer aan de subsidieverplichtingen kunt voldoen? Dan moet u dit melden. Daarbij kan de definitieve subsidievaststelling in een aantal gevallen voortijdig plaatsvinden. Meldingstermijn U moet alle wijzigingen binnen twee weken nadat u op de hoogte bent, of kon zijn, schriftelijk bij ons melden. Hierop bestaan enkele uitzonderingen: ·· U moet het overlijden van de beheerder binnen 30 dagen schriftelijk melden aan Dienst Regelingen. ·· U moet de verkoop van de beheerseenheid binnen drie maanden na de overdracht schriftelijk bij ons melden. ·· Als u het recht tot gebruik en beheer van de terreinen waarvoor u subsidie krijgt niet meer heeft, moet u dit binnen drie maanden na de overdracht schriftelijk melden.
Dit kan alleen in de volgende gevallen: ·· U breekt het tijdvak af door werk ‘voor algemene nutte’ op de beheerseenheid waarvoor u subsidie krijgt. ·· U verkoopt het terrein waarvoor u subsidie krijgt en degene die het perceel koopt, neemt de subsidie over. ·· U verkoopt het terrein aan Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL), Staatsbosbeheer, een terrein beherende organisatie of provincie. ·· De aanvrager overlijdt en de erfgenamen willen het beheer niet voortzetten. ·· Het terrein waarvoor u subsidie aanvraagt wordt onteigend. ·· U trekt de subsidie in, maar een samenwerkingsverband vraagt mede namens u opnieuw subsidie aan. ·· Op uw terrein is landinrichting van kracht en hierdoor heeft u het recht op gebruik en beheer niet meer.
Voortijdige subsidievaststelling In het algemeen geldt: als u het tijdvak van uw subsidie niet vol maakt, vorderen we de deel betalingen die we al hebben betaald terug. We kunnen de subsidie in bepaalde omstandigheden voortijdig beëindigen zonder terugvordering. We berekenen in dat geval het subsidiebedrag naar evenredigheid voor het deel van het tijdvak waarover u wel aan de verplichtingen heeft voldaan. Dit betekent dat u subsidie krijgt voor de periode waarvoor u het gebruiksrecht heeft gehad en het beheer heeft gevoerd.
21
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 6.2 … u de beheerseenheid verkoopt/verpacht?
_ 6.3 … u de beheerseenheid verkoopt aan één van de volgende organisaties?
_ 6.4 … u de beheerseenheid wilt uitbreiden?
Besluit u om tijdens het subsidietijdvak het gebruiksrecht van één of meerdere beheerseenheden over te dragen aan iemand anders, bijvoorbeeld als u de beheers eenheid (deels) verkoopt? Dan hoeft u in bepaalde gevallen de deelbetalingen die u al heeft gekregen niet terug te betalen.
Een aantal organisaties is uitgesloten van deelname aan de PSAN. Zij kunnen de subsidie dus niet overnemen als u de beheers eenheid (gedeeltelijk) aan één van hen verkoopt.
Wilt u tijdens het subsidietijdvak de beheerseenheid vergroten? Dan kunt u éénmaal per jaar subsidie-uitbreiding aanvragen in de reguliere aanvraagperiode. Dit doet u met het aanvraagformulier ‘Uitbreiding’. De uitbreiding krijgt dezelfde einddatum als uw huidige subsidie.
Voorwaarden U moet met de koper of pachter overeenkomen dat deze de rechten en plichten van de (P)SAN overneemt voor het resterende deel van het tijdvak. Als de koper of pachter dit wil, hoeft u de deelbetalingen die u heeft ontvangen niet terug te betalen. U meldt de overdracht via het formulier ‘Melding overdracht door de vervreemder/verwerver’ dat u kunt aanvragen bij Het LNV-Loket.
In plaats daarvan stellen wij de subsidie op de dag van inschrijving van de notariële akte vast en berekenen wij de subsidie naar evenredigheid. De PSAN kan niet worden overgenomen door: ·· Staatsbosbeheer ·· Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) ·· particuliere terreinbeherende natuurbeschermingsorganisaties (onder andere Vereniging Natuurmomenten en de Landschappen) ·· de provincie
U kunt uitbreiden door: a een beheerseenheid waarvoor u subsidie krijgt voor de resterende looptijd te vergroten, óf b een nieuwe beheerseenheid toe te voegen voor de resterende looptijd. Een uitbreiding is alleen mogelijk als: ·· het totale subsidiebedrag voor de uitbreiding groter of gelijk is aan vijftig euro per jaar ·· de extra oppervlakte maximaal 10% van de oorspronkelijke oppervlakte is (dit geldt ook voor meteren stukspakketten), of kleiner is dan twee hectare. Uitbreiden kan alleen onder de voorwaarden van de huidige regeling. Zo beoordelen wij de pakketeisen van de uitbreiding volgens de huidige voorwaarden. U kunt bij een uitbreiding geen pakketten aanvragen die deze periode niet opengesteld zijn. Let op: bij een uitbreiding op de ministeriële SAN regeling geldt dat de jaarlijkse aanpassing van tarieven voor de uitbreidingsaanvraag blijft gelden, net zoals bij de originele aanvraag.
22
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 6.5 … u de beheerseenheid wilt verkleinen?
_ 6.6 … de beheerder overlijdt?
_ 6.7 … uw beheerseenheid gebruikt gaat worden voor landinrichting?
Wilt u tijdens het subsidietijdvak de beheerseenheid verkleinen met behoud van subsidie? Dit is alleen mogelijk als de verkleining van uw beheerseenheid een gevolg is van werk voor algemene nutte. Hierbij kunt u denken aan de aanleg van een fietspad of een waterwerk op uw perceel. Wij passen in dit geval uw subsidie aan de nieuwe oppervlakte aan en stellen deze naar evenredigheid vast.
Overlijdt de beheerder tijdens het subsidietijdvak? Dan kan/kunnen de erfgenaam/erfgenamen de subsidie overnemen of intrekken.
Ligt uw beheerseenheid (gedeeltelijk) in een gebied dat gebruikt gaat worden voor land inrichting, ofwel is er sprake van ruilverkaveling? Dan kan de nieuwe beheerder de subsidie overnemen.
Als u om andere redenen uw beheerseenheid wilt verkleinen, dan moet u alle deelbetalingen die u teveel heeft ontvangen terug betalen. Ook mag u voor die beheerseenheden twee jaar geen PSN- of PSAN-subsidie aanvragen. Als de beheerseenheid door de verkleining niet meer voldoet aan de minimale omvang van het pakket, dan vervalt de subsidie voor de hele beheerseenheid en stellen wij de subsidie naar evenredigheid vast. U moet de verkleining van uw beheerseenheid schriftelijk melden bij Dienst Regelingen.
De erfgenamen moeten binnen dertig dagen laten weten of zij de subsidie willen beëindigen. Ze kunnen hiervoor het formulier ‘Melding beëindiging door de erfgenamen’ gebruiken. Wij stellen de subsidie dan op de dag na overlijden vast en berekenen deze naar evenredigheid. Meldt de erfgenaam later dan dertig dagen na het overlijden van de beheerder dat hij de subsidie wil beëindigen, dan gaat de subsidie toch over op de erfgenaam. Wil deze de subsidie alsnog intrekken, dan trekken wij de subsidie in en moet de erfgenaam alle subsidie terugbetalen. Als er meerdere erfgenamen zijn en slechts één van de erfgenamen wil de subsidie overnemen, moet hij of zij het formulier ‘Melding overdracht erfgenaam’ invullen en binnen drie maanden na het overlijden van de beheerder naar ons toesturen. Wij dragen de subsidie dan over aan die erfgenaam.
Als de nieuwe beheerder de PSAN overneemt, ontvangt de oude beheerder de subsidie naar evenredigheid tot het gevoerde beheer. De nieuwe beheerder krijgt de subsidie voor het resterende deel van het tijdvak. Wij stellen de subsidie vast op de dag waarop het perceel overgaat naar de nieuwe beheerder als de nieuwe beheerder de PSAN niet overneemt. We berekenen de subsidie daarbij naar evenredigheid tot het verstreken gedeelte van het tijdvak. Neem contact op met Het LNV-Loket als deze situatie zich voordoet.
••Beide formulieren kunt u aanvragen bij Het LNV-Loket.
23
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 6.8 … uw beheerseenheid wordt onteigend?
_ 6.9 …u wilt overstappen binnen de PSAN
_ 6.10 …u wilt overstappen van PSN naar PSAN
Wordt uw beheerseenheid (gedeeltelijk) onteigend? Dan kunt u niet meer voldoen aan de verplichtingen van de subsidie regeling.
Wilt u uw lopende (P)SAN-subsidie intrekken om voor hetzelfde terrein een nieuwe PSAN-subsidie aan te vragen? Dit is niet mogelijk voor een periode van twee jaar. Bovendien heeft het intrekken van de subsidie tot gevolg dat u alles wat u tot dan toe aan subsidie heeft gekregen, moet terugbetalen.
U kunt niet overstappen van de PSN naar de PSAN.
We stellen de subsidie dan vast op de dag waarop de onteigening vaststaat. We berekenen het subsidie bedrag daarbij naar evenredigheid tot het verstreken gedeelte van het tijdvak. Neem contact op met Het LNV-Loket als deze situatie zich voordoet.
24
Uitzondering hierop is de overstap van een individuele/enige (categorie A) aanvraag naar een collectieve (categorie C) aanvraag. U wilt uw perceel, bijvoorbeeld, laten opnemen in een subsidie voor een groot weidevogelgebied van minimaal honderd hectare. Dit gebied wordt beheerd door meerdere beheerders. U kunt deze overstap alleen maken als de duur van uw eigen (P)SAN-subsidie opgeteld bij het resterende tijdvak van de collectieve (P)SAN minimaal vijf jaar is.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ 6.11 … uw huidige subsidietoewijzing volgend jaar afloopt? U heeft in 2003 voor het eerst subsidie ontvangen binnen de SAN. Deze subsidie heeft een looptijd van zes jaar. Nu de eerste periode van zes jaar afloopt, is het tijd om deze subsidieperiode af te ronden. Wat gebeurt er aan het einde van de subsidieperiode? Het afronden van het subsidietijdvak heet ‘subsidievaststelling’. Bij subsidievaststelling maken wij de eindafrekening op. Wij kijken hierbij of u het doel van de subsidie heeft gehaald en of u aan de voorwaarden heeft voldaan. De methode van controleren en de toetsingscriteria hiervoor zijn vastgelegd in het rapport ‘Objectivering Doelpakketten’. U kunt dit rapport bekijken op de website van Het LNV-Loket. Aan de hand van de daar beschreven methodes kunt u zelf ook de resultaten van uw beheer controleren, zodat u bij uw aanvraag tot subsidievaststelling kunt verklaren dat u aan de subsidievoorwaarden heeft voldaan. U moet binnen acht weken na afloop van de subsidieperiode subsidie vaststelling aanvragen. U krijgt dit formulier automatisch toegestuurd. Vervolgens berekenen we het definitieve bedrag waarop u recht heeft. Dit bedrag kan hoger of lager uitvallen dan uw subsidietoewijzing en is afhankelijk van: ·· de uitkomsten van administratieve controles door DR ·· de fysieke controles door DLG en/ of de AID.
••Lees voor meer informatie over het aflopen van de subsidie toewijzing de brochure over subsidievaststelling. U kunt deze opvragen bij Het LNV-Loket. Hoe zit het met vervolgaanvragen? U kunt een nieuwe subsidie aanvragen als u uw SAN-subsidie wilt voortzetten en u denkt opnieuw voor subsidie in aanmerking te komen. Om in 2009 aansluitend aan uw huidige subsidieperiode voor een vervolgsubsidie in aanmerking te komen, moet u in de komende aanvraagperiode subsidie aanvragen. Waar moet ik rekening mee houden bij mijn aanvraag? De regelingsvoorwaarden zijn sinds 2003 gewijzigd. Het pakket en het terrein waarvoor u de afgelopen periode subsidie heeft ontvangen, komen niet per definitie voor subsidie in aanmerking in de komende periode. Dit kan komen door mogelijke wijzigingen in pakketten en/of in gebiedsplannen van de provincie. Houd hier rekening mee bij het indienen van een nieuwe aanvraag voor de komende periode. Voor meer informatie kunt u terecht bij Dienst Landelijk Gebied (DLG), Dienst Regelingen (via www.minlnv.nl/loket) en/of uw provincie (via de provinciale websites). De telefoonnummers van DLG Steunpunten staan in het hoofdstuk Heeft u vragen?
_ 6.12 … u het niet eens bent met een beslissing van Dienst Regelingen? Hebben wij een besluit over uw aanvraag of subsidietoewijzing genomen waar u het niet mee eens bent? Dan kunt u daartegen bezwaar maken. Wij nemen op verschillende momenten besluiten over het toekennen van subsidie, bijvoorbeeld bij het beoordelen van de subsidieaanvraag. Als u het niet eens bent met een officieel besluit, dan kunt u daartegen bezwaar maken. U vindt onderaan de brief waarin het besluit staat een bezwaarclausule. U kunt op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen zes weken na verzending van het besluit bezwaar maken. Na deze zes weken kan dat niet meer.
25
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
7 PSAN-pakketten _ U wilt meer informatie over de PSAN-pakketten
U vraagt subsidie aan voor een pakket binnen de Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer (PSAN). De PSAN-pakketten omvatten één tijdvak (zes jaar) en in ieder pakket staat welk natuurresultaat u moet ontwikkelen of in stand houden. Voor alle pakketten gelden tijdens het hele tijdvak algemene én pakketspecifieke eisen, plus beheersvoorschriften. Zo geldt voor vrijwel alle pakketten dat u de bestaande waterhuishouding en het reliëf moet handhaven, maar bij een aantal pakketten gelden, bijvoorbeeld, eisen voor plantensoorten die aanwezig moeten zijn. Denk er bij het kiezen van een pakket aan of het mogelijk is om het natuurresultaat op uw perceel te realiseren en of u de beheers voorschriften kunt inpassen in uw bedrijfsvoering. Bij de pakketten verwijzen we naar de regelingstekst zoals gepubliceerd in de provinciale bladen. Daar kunt u de officiële tekst van deze regeling vinden. In de bijlagen van de regelingstekst staan de pakketten beschreven. U kunt de regelingstekst ook vinden op de website van Het LNV-Loket. In het document ‘Objectivering Doelpakketten’ vindt u aanvullende informatie over alle beheers- en landschapspakketten. Het document: ·· verduidelijkt wanneer u aan de eisen van een bepaald doelpakket voldoet en hoe u dat kunt meten ·· geeft Toelichting als de tekst van een bepaald pakket in de praktijk
26
aanleiding kan geven tot misverstanden of verschil in interpretatie ·· geeft aan hoe Dienst Landelijk Gebied (DLG) de inhoudelijke toetsing en controle uitvoert. Zo geeft het document onder meer uitleg aan begrippen als ‘vrijliggendheid’, ‘erf en tuin’ en ‘hakhout’. ••U kunt het document ‘Objectivering Doelpakketten’ vinden op de website van Het LNV-Loket: www.minlnv.nl/loket.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
De beheerspakketten _ Beheerspakket 01: Ontwikkeling kruidenrijk grasland (= bijlage 6 van de regelingstekst)
U kunt alleen die pakketten aanvragen die zijn opgenomen in het voor uw terrein geldende gebiedsplan. Voorwaarden en verplichtingen Om in aanmerking te komen voor beheerssubsidie, moet u het hele tijdvak voldoen aan, onder andere, de volgende voorwaarden en verplichtingen: ·· U moet het doel van het pakket realiseren: dit betekent, bijvoorbeeld, dat u de planten- en diersoorten en de terreinkenmerken moet ontwikkelen dan wel handhaven. ·· U moet de beheersmaatregelen van het pakket uitvoeren. ·· U moet voldoen aan de omvangseisen van het pakket. ·· U moet het reliëf van het terrein handhaven. ·· U moet de bestaande waterhuishouding van het terrein handhaven. Voor zover de brochure en/of de regeling spreekt over het begrip bouwland verstaan we hieronder: een terrein waarop vruchtwisseling plaatsvindt en dat tijdens de subsidieperiode niet wordt beweid. Waar de brochure en/of de regeling spreekt over het begrip grasland verstaan we hieronder: een terrein met begroeiing van gras voor beweiding en niet voor de teelt van graszaad of grasmatten.
_ Beheerspakket 02: Instandhouding kruidenrijk grasland (= bijlage 7 van de regelingstekst)
Pakketcode 3011
Pakketcode 3021
Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal 0,5 hectare groot.
Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal 0,5 hectare groot.
Voorwaarden ·· De beheerseenheid bestaat uit grasland. ·· In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid minimaal vijftien inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m². ·· De beheerseenheid is niet bemest.
Voorwaarden ·· De beheerseenheid bestaat uit grasland. ·· Vanaf het tijdstip van subsidie aanvraag zijn op de beheers eenheid minimaal vijf tien inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m² (dit minimale aantal van vijftien plantensoorten blijft het hele tijdvak op de beheerseenheid aanwezig). ·· In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid minimaal vijftien inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m².
Beheersvoorschriften ·· U mag het hele jaar maaien. U moet minimaal één keer per jaar maaien en het maaisel afvoeren. ·· U mag alleen tussen 1 augustus en 31 december beweiden.
Beheersvoorschriften ·· U mag het hele jaar maaien. U moet minimaal één keer per jaar maaien en het maaisel afvoeren. ·· U mag alleen tussen 1 augustus en 31 december beweiden. ·· De beheerseenheid is niet bemest. Voor instandhoudingsbemesting mag u alleen ruige mest, uitgezonderd pluimveemest, of kalk gebruiken. Instandhoudingsbemesting is de bemesting die nodig is om de natuurwaarden in stand te houden.
27
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Beheerspakket 03: Bont hooiland (= bijlage 8 van de regelingstekst)
_ Beheerspakket 04: Bonte hooiweide (= bijlage 9 van de regelingstekst)
_ Beheerspakket 05: Kruidenrijk weiland (= bijlage 10 van de regelingstekst)
Pakketcode 3031
Pakketcode 3041
Pakketcode 3051
Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal 0,5 hectare groot.
Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal 0,5 hectare groot.
Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal 0,5 hectare groot.
Voorwaarden ·· De beheerseenheid bestaat uit grasland. ·· Vanaf het tijdstip van subsidie aanvraag zijn op de beheers eenheid minimaal vijftien inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m² (dit minimale aantal van vijftien plantensoorten blijft het hele tijdvak op de beheerseenheid aanwezig). ·· In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid minimaal twintig inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m².
Voorwaarden ·· De beheerseenheid bestaat uit grasland. ·· Vanaf het tijdstip van subsidie aanvraag zijn op de beheers eenheid minimaal vijftien inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m² (dit minimale aantal van vijftien plantensoorten blijft het hele tijdvak op de beheerseenheid aanwezig). ·· In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid minimaal twintig inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m².
Voorwaarden ·· De beheerseenheid bestaat uit grasland. ·· In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid minimaal vijftien inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m². ·· De beheerseenheid is op een helling of in uiterwaarden.
Beheersvoorschriften ·· U mag het hele jaar maaien. U moet minimaal één keer per jaar maaien en het maaisel afvoeren. ·· De beheerseenheid is niet bemest en niet beweid. Voor instand houdingsbemesting mag u alleen ruige mest, uitgezonderd pluimveemest, of kalk gebruiken. Instandhoudingsbemesting is de bemesting die nodig is om de natuurwaarden in stand te houden.
Beheersvoorschriften ·· U mag het hele jaar maaien. U moet minimaal één keer per jaar maaien en het maaisel afvoeren. ·· De beheerseenheid is niet bemest. Voor instandhoudingsbemesting mag u alleen ruige mest, uitgezonderd pluimveemest, of kalk gebruiken. Instandhoudingsbemesting is de bemesting die nodig is om de natuurwaarden in stand te houden. ·· U mag alleen tussen 1 augustus en 31 december beweiden.
28
Beheersvoorschriften ·· U bemest de beheerseenheid niet en u beweidt de beheerseenheid met maximaal twee grootveeeenheden (GVE) per hectare. Bij de PSAN rekenen we met de volgende GVE-normen per dier: ·· stieren, koeien en andere runderen ouder dan twee jaar, paardachtigen ouder dan zes maanden: 1,0 GVE ·· runderen van zes maanden tot twee jaar: 0,6 GVE ·· ooien: 0,15 GVE ·· geiten: 0,15 GVE
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Beheerspakket 06: Bont weiland
_ Beheerspakket 07: Bonte weiderand
(= bijlage 11 van de regelingstekst)
Pakketcode 3061 Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal 0,5 hectare groot. Voorwaarden ·· De beheerseenheid bestaat uit grasland. ·· Vanaf het tijdstip van de subsidie aanvraag zijn op de beheers eenheid minimaal vijftien inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m² (dit minimale aantal van vijftien plantensoorten blijft het hele tijdvak op de beheerseenheid aanwezig). ·· In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid minimaal twintig inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m². ·· De beheerseenheid is op een helling of in uiterwaarden. Beheersvoorschriften ·· U bemest de beheerseenheid niet en u beweidt de beheerseenheid met maximaal twee GVE vee per hectare. Bij de PSAN rekenen we met de volgende GVE-normen per dier: ·· stieren, koeien en andere runderen ouder dan twee jaar, paardachtigen ouder dan zes maanden: 1,0 GVE ·· runderen van zes maanden tot twee jaar: 0,6 GVE ·· ooien: 0,15 GVE ·· geiten: 0,15 GVE
(= bijlage 12 van de regelingstekst)
·· Voor instandhoudingsbemesting mag u alleen ruige mest, uitgezonderd pluimveemest, of kalk gebruiken. Instandhoudingsbemesting is de bemesting die nodig is om de natuurwaarden in stand te houden.
Pakketcode 3071 Minimale grootte De beheerseenheid heeft een breedte van minimaal één en maximaal vijf meter en een lengte van minimaal vijftig meter. Voorwaarden ·· De beheerseenheid bestaat uit grasland. ·· In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid minimaal twintig inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m², of zijn van de volgende lijst van plantensoorten minimaal drie soorten aanwezig in een strook van 100 meter lengte: Blauw glidkruid, Blauwe knoop, Brunel, Dotterbloem, Echte koekoeksbloem, Boterbloem (alle soorten behalve de kruipende boterbloem), Ereprijs (veldereprijs, gewone ereprijs, mannetjesereprijs, blauwe waterereprijs, beekpunge, rode waterereprijs, schildereprijs, draadereprijs, liggend ereprijs, brede ereprijs, lange ereprijs), Ganzerik (viltganzerik, voorjaarsganzerik, tormentil, wateraardbei), Gele lis, Gele morgenster, Havikskruid (alle soorten), Hazepootje, Heelblaadjes, Kale jonker, Kamgras, Kattenstaart, Klokje (alle soorten), Knoopkruid, Lathyrus (alle soorten), Margriet, Moerasspirea, Munt (alle soorten), Ratelaar (kleine ratelaar, grote ratelaar, harige ratelaar), Reukgras, Rolklaver (gewone rolklaver, smalle rolklaver, moerasrolklaver), Sint-Janskruid,
29
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Beheerspakket 08: Bonte hooirand (= bijlage 13 van de regelingstekst)
Streepzaad (alle soorten), Tijm (wilde tijm, grote wilde tijm), Vergeet-mij-nietje (moerasvergeetmij- nietje, zompvergeet-mij-nietje, ruw vergeet-mij-nietje, stijf vergeetmij-nietje), Vogelpootje, Walstro (ruw walstro, moeraswalstro, echt walstro, glad walstro, blauw walstro, kalkwalstro), Waternavel, Wederik (moeraswederik, gewone wederik), Wikke (alle soorten), Wilde bertram, Wilde peen, Wolfspoot, Wondklaver, Zandblauwtje en alle soorten die zijn genoemd in de categorieën: Verdwenen uit Nederland, Ernstig bedreigd of Bedreigd van de Rode Lijst Vaatplanten, die is opgenomen in de bijlage bij het Besluit Rode lijsten flora en fauna. Beheersvoorschriften De beheerseenheid is niet bemest en er is geen bagger opgebracht.
30
Pakketcode 3081 Minimale grootte De beheerseenheid heeft een breedte van minimaal één en maximaal vijf meter en een lengte van minimaal vijftig meter. Voorwaarden ·· De beheerseenheid bestaat uit grasland. ·· In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid minimaal twintig inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m², of zijn van de volgende lijst van plantensoorten minimaal drie soorten aanwezig in een strook van honderd meter lengte: Blauw glidkruid, Blauwe knoop, Brunel, Dotterbloem, Echte koekoeksbloem, Boterbloem (alle soorten behalve de kruipende boterbloem), Ereprijs (veldereprijs, gewone ereprijs, mannetjesereprijs, blauwe waterereprijs, beekpunge, rode waterereprijs, schildereprijs, draadereprijs, liggend ereprijs, brede ereprijs, lange ereprijs), Ganzerik (viltganzerik, voorjaarsganzerik, tormentil, wateraardbei), Gele lis, Gele morgenster, Havikskruid (alle soorten), Hazepootje, Heelblaadjes, Kale jonker, Kamgras, Kattenstaart, Klokje (alle soorten), Knoopkruid, Lathyrus (alle soorten), Margriet, Moerasspirea, Munt (alle soorten), Ratelaar (kleine ratelaar, grote ratelaar, harige ratelaar), Reukgras, Rolklaver (gewone rolklaver, smalle rolklaver, moerasrolklaver), Sint-Janskruid, Streepzaad (alle
soorten), Tijm (wilde tijm, grote wilde tijm), Vergeet-mij-nietje (moerasvergeetmij- nietje, zompvergeet-mij-nietje, ruw vergeetmij-nietje, stijf vergeet-mij-nietje), Vogelpootje, Walstro (ruw walstro, moeraswalstro, echt walstro, glad walstro, blauw walstro, kalkwalstro), Waternavel, Wederik (moeraswederik, gewone wederik), Wikke (alle soorten), Wilde bertram, Wilde peen, Wolfspoot, Wondklaver, Zandblauwtje en alle soorten die zijn genoemd in de categorieën Verdwenen uit Nederland, Ernstig bedreigd of Bedreigd van de Rode Lijst Vaatplanten, die is opgenomen in de bijlage bij het Besluit Rode lijsten flora en fauna. Beheersvoorschriften ·· De beheerseenheid is niet bemest en er is geen bagger opgebracht. ·· U mag het hele jaar maaien. U moet minimaal één keer per jaar maaien en het maaisel afvoeren. ·· U beweidt de beheerseenheid niet.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Beheerspakket 09: Kruidenrijke zomen (= bijlage 14 van de regelingstekst)
_ Beheerspakket 10: Landschappelijk waardevol grasland (= bijlage 15 van de regelingstekst)
Pakketcode 3091 Minimale grootte De beheerseenheid heeft een breedte van minimaal één en maximaal vijf meter en een lengte van minimaal vijftig meter. Voorwaarden ·· De beheerseenheid bestaat uit grasland. ·· De beheerseenheid grenst direct aan opgaande begroeiing, een rietkraag of waterloop. ·· In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid minimaal vijftien inheemse plantensoorten (inclusief mossen) aanwezig in een vlak van 25 m². Beheersvoorschriften ·· De beheerseenheid is niet bemest en er is geen bagger opgebracht. ·· U beweidt de beheerseenheid niet en u gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen. ·· Tijdens het eerste tijdvak maait u de beheerseenheid in de eerste drie jaar jaarlijks en voert u het maaisel af. Hierbij geldt een maximum van drie maaibeurten per jaar. Vervolgens maait u nog slechts om het jaar, waarbij u niet meer dan de helft van de beheers eenheid maait en u het maaisel afvoert.
Pakketcode 3101 3108 De pakketcode is afhankelijk van de gekozen variant (kijk hiervoor bij de voorschriften). Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal 0,5 hectare groot. Voorwaarden ·· De beheerseenheid bestaat uit grasland. ·· In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid minimaal tien inheemse plantensoorten aanwezig in een vlak van 25 m². Beheersvoorschriften ·· Pakketcode 3101: u mag niet maaien en weiden vanaf 1 januari tot en met 31 mei. ·· Pakketcode 3108: u mag niet bemesten en niet maaien vanaf 1 januari tot en met 31 mei (jaarrond begrazing) en het hele jaar niet bemesten.
_ Beheerspakket 11/12/13/14: Weidevogelgrasland met een rustperiode (= bijlage 16 van de regelingstekst)
Pakketcode De pakketcode is afhankelijk van de rustperiode (kijk hiervoor bij beheersvoorschriften): 3111 (pakket 11) 3121 (pakket 12) 3131 (pakket 13) 3141 (pakket 14) Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal 0,5 hectare groot. Voorwaarden De beheerseenheid bestaat uit grasland. Beheersvoorschriften ·· U neemt afhankelijk van het pakket een rustperiode in acht van: Pakket Rustperiode 3111 1 april tot en met 31 mei 3121 1 april tot en met 7 juni 3131 1 april tot en met 14 juni 3141 1 april tot en met 21 juni ·· U meldt de lengte van de rustperiode bij uw subsidie aanvraag aan ons. ·· In de rustperiode beweidt, maait, rolt, sleept, scheurt, freest en bemest u de beheerseenheid niet. Ook (her)inzaaien en doorzaaien is verboden. ·· In de rustperiode mag u geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken.
31
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Beheerspakket 16: Plasdras voor broedende en trekkende weidevogels (= bijlage 18 van de regelingstekst)
In de komende aanvraagperiode kunt u overstappen van subsidie voor nestbeschermingsmogelijkheden naar het later maaien van uw land. Overstappen van ‘nest bescherming’ uit de collectieve weidevogelpakketten van de ministeriële regeling kan zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de subsidie die u eerder heeft ontvangen voor (delen van) een terrein waarop u weidevogelbeheer voert.
Pakketcode De pakketcode is afhankelijk van de inundatieperiode:
Toeslag ruige stalmest Bij deze beheerspakketten kunt u toeslag ruige mest aanvragen als u dan ook voldoet aan de voorwaarden voor de toeslag ruige mest.
Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal 0,1 en maximaal één hectare groot.
Pakketcode Inundatieperiode 3161 5 februari tot en met 14 april 3165 15 februari tot en met 14 mei De inundatieperiode is de periode waarin het land onder water moet staan.
Voorwaarden De beheerseenheid staat jaarlijks van 15 februari tot en met 14 april, of van 15 februari tot en met 14 mei onder water. Beheersvoorschriften In de inundatieperiode staat op minimaal 60% van de beheers eenheid het waterpeil minimaal vijf en maximaal twintig centimeter boven het maaiveld.
_ Beheerspakket 17: Vluchtheuvels voor weidevogels (= bijlage 17 van de regelingstekst)
Pakketcode 1820 Vluchtheuvel 1920 Vluchtheuvel 2020 Vluchtheuvel 2120 Vluchtheuvel De pakketcode is afhankelijk van het soort weidevogelgebied. Dit pakket maakt onderdeel uit van de collectieve weidevogelpakketten: 18 Algemeen weidevogelgebied 19 Belangrijk algemeen weidevogelgebied twintig Soortenrijk weidevogelgebied met kritische soorten 21 Zeer soortenrijk weidevogel gebied met kritische soorten Let op: dit pakket is onderdeel van de collectieve weidevogelpakketten van de ministeriële regeling en kunt u alleen aanvragen bij een subsidie aanvraag die nog loopt vanuit de aanvraagperiode van voor 2008.
Minimale grootte De beheerseenheid bestaat uit één of meer stroken of blokken met een breedte van minimaal zes en maximaal twaalf meter en een oppervlakte van minimaal 1000 m². Voorwaarden U kunt dit pakket alleen aanvragen op nestbescherming uit de ministeriële regeling. Beheersvoorschriften ·· U maait of beweid de beheers eenheid minimaal twee weken later dan dat u de rest van het perceel heeft gemaaid of beweid en niet voor 1 juni.
32
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Beheerspakket 35: Natuurbraak (= bijlage 28 b van de regelingstekst)
·· U kunt de niet gemaaide strook over de beheerseenheid met nestbescherming laten rouleren. ·· U heeft op uw bedrijf een kaart met aanduiding van de locatie van de stroken. In bepaalde gevallen kunt u overstappen van ‘nestbescherming’ uit de collectieve weidevogelpakketten van de ministeriële regeling. Hierbij geldt een maximum voor het aantal hectare vluchtheuvels dat u kunt aanvragen van maximaal één vijfde van het aantal hectare waarop het pakket ‘juniland met een rustperiode’ van 1 april tot minimaal 1 juni ligt. Meer informatie hierover kunt u opvragen bij Het LNV-Loket.
Pakketcode 3350 Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal 0,5 hectare groot en minimaal vijf meter breed.
·· U mag geen mechanische en chemische onkruidbestrijding toepassen, uitgezonderd van pleksgewijze mechanische bestrijding van akkerdistel, jacobskruiskruid, kweek of ridderzuring.
Voorwaarden ·· De beheerseenheid is in gebruik als bouwland. ·· In de beheerseenheid komt in elk jaar van het subsidietijdvak de volgende begroeiing voor: ·· a. een natuurbraakmengsel dat bestaat uit minimaal twee grassoorten, een graansoort en twee kruidensoorten ·· b. grasachtige vegetaties, of ·· c. kruiden. ·· U zaait het natuurbraakmengsel in ieder geval in het eerste en het vierde jaar van het tijdvak in en uiterlijk op 15 mei van dat jaar. De grasachtige vegetaties en kruiden mogen ontstaan door inzaai of spontane ontwikkeling. ·· U mag geen bewerkingen uitvoeren om de beheerseenheid onbegroeid te laten. Beheersvoorschriften ·· U maait de beheerseenheid minimaal twee keer per jaar en u voert het maaisel niet af. De stoppellengte is minimaal tien cm. ·· U maait 50% van de beheers eenheid tussen 15 juli en 14 augustus en 50% van de beheerseenheid tussen 1 november en 31 december. Buiten deze perioden is maaien niet toegestaan. ·· U mag de beheerseenheid niet beweiden, bemesten of van bagger voorzien.
33
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Beheerspakket 40: Faunarand algemeen (= bijlage 23 a van de regelingstekst)
_ Beheerspakket 40: Patrijzenrand (= bijlage 23 b van de regelingstekst)
Pakketcode De pakketcode is afhankelijk van de grondsoort:
Pakketcode De pakketcode is afhankelijk van de grondsoort:
Pakketcode Grondsoort 3400 klei 3401 zand
Pakketcode Grondsoort 3402 klei 3403 zand
Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal zes en maximaal twaalf meter breed en minimaal vijftig meter lang.
Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal zes meter en maximaal twaalf meter breed en minimaal vijftig meter lang.
Voorwaarden ·· De beheerseenheid grenst aan bouwland. ·· In elk jaar van het subsidietijdvak komt in ieder geval van 1 mei tot en met 28 februari daarop volgend de volgende begroeiing voor: grasachtige vegetaties, kruiden, granen (behalve maïs) of mengsels van deze drie soorten. De begroeiing ontstaat door inzaai. Graanstoppels zijn geen begroeiing. Beheersvoorschriften ·· U mag niet beweiden. ·· U mag één keer maaien tussen 15 juli en 15 september. U mag maximaal de helft van de beheers eenheid maaien. ·· U mag geen mechanische en chemische onkruidbestrijding toepassen met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, haagwinde of kleefkruid. ·· U mag de faunarand niet bemesten en er geen bagger opbrengen. ·· U mag de faunarand niet als wendakker gebruiken.
34
Voorwaarden ·· De beheerseenheid grenst aan bouwland. ·· In de beheerseenheid komt in elk jaar van het subsidietijdvak in ieder geval tussen 1 mei en 1 maart daarop volgend de volgende begroeiing voor: grasachtige vegetaties, kruiden, granen (geen maïs) of mengsels van deze drie. Graanstoppels zijn geen begroeiing. ·· U mag één keer maaien tussen 15 juli en 15 september. U mag maximaal de helft van de beheers eenheid maaien. Beheersvoorschriften ·· U mag niet beweiden. ·· U beheert de hele beheerseenheid in drie stroken. ·· Strook 1 beslaat 50-33% van de rand, zaait u tussen 1 maart en 30 april van het eerste jaar van het beheerstijdvak in met granen (geen maïs), grassen, kruiden of een mengsel van deze drie, en maait u het hele tijdvak niet. ·· Strook 2 beslaat 25-33 % van de rand, zaait u tussen 1 maart en 1 mei van het eerste en het
vierde jaar van het beheerstijdvak in met granen (geen maïs), grassen, kruiden of een mengsel van deze drie. ·· Strook 3 beslaat 25-33% van de rand, ploegt u tussen 1 maart tot 1 mei van ieder jaar van het beheerstijdvak. U zaait niet in. ·· U mag geen mechanische en chemische onkruidbestrijding toepassen, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, haagwinde of kleefkruid. ·· U mag de patrijzenrand niet bemesten en u mag er geen bagger opbrengen. ·· U mag de patrijzenrand niet als wendakker gebruiken.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Beheerspakket 40: Grauwe kiekenrand
_ Beheerspakket 41: Akkerrijke flora 1
(= bijlage 23 c van de regelingstekst)
(= bijlage 24 a van de regelingstekst)
Pakketcode De pakketcode is afhankelijk van de grondsoort: Pakketcode Grondsoort 3404 klei 3405 zand Minimale grootte De beheerseenheid is minstens zes meter en maximaal twaalf meter breed en minstens vijftig meter lang. Voorwaarden ·· De beheerseenheid grenst aan bouwland. ·· In de beheerseenheid komt in elk jaar van het subsidietijdvak, in ieder geval tussen 1 mei en 1 maart daarop volgend, de volgende begroeiing voor: grasachtige vegetaties, kruiden, granen (geen maïs) of mengsels van deze drie soorten. De begroeiing ontstaat door inzaai. Graanstoppels zijn geen begroeiing. ·· In het vierde jaar moet u de beheerseenheid in zijn geheel opnieuw hebben ingezaaid met een mengsel van grassen en/of kruiden en/of granen. Beheersvoorschriften ·· U mag niet beweiden. ·· U mag de beheerseenheid van 1 maart tot en met 30 april maaien. U mag maximaal de helft van de beheerseenheid tussen 15 juli en 15 september één keer maaien. ·· U mag geen mechanische en chemische bestrijdingsmiddelen gebruiken, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring,
haagwinde of kleefkruid. ·· U mag de grauwe kiekenrand niet bemesten en er geen bagger opbrengen. ·· U mag de grauwe kiekenrand niet als wendakker gebruiken.
Pakketcode 3410
Instapeis: ·· In het jaar voorafgaand aan het contract moet u op bedrijfsniveau minimaal vier verschillende gewassen telen, waaronder graan. ·· Braakliggende grond beschouwen we als een gewas. Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal 0,5 hectare groot. Voorwaarden ·· De beheerseenheid is in gebruik als bouwland. ·· In de jaren twee, vier en zes van het subsidietijdvak verbouwt u graan, met uitzondering van maïs, op de beheerseenheid. ·· In het zesde jaar zijn minimaal twintig inheemse plantensoorten in een vlak van 25 m² aanwezig. Voor zandgronden met een grondwatertrap VI of VII geldt dat minimaal tien inheemse planten soorten in een vlak van 25 m² aanwezig moeten zijn. Beheersvoorschriften ·· In de jaren dat u graan verbouwt, bemest u niet met kunstmest. ·· In de jaren dat u graan verbouwt, zijn mechanische onkruid bestrijding en het gebruik van insecticiden niet toegestaan vanaf het zaaien tot de oogst van het gewas. ·· In de jaren dat u graan verbouwt, is chemische onkruidbestrijding alleen pleksgewijs toegestaan bij de bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, haagwinde of kleefkruid.
35
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Beheerspakket 42: Akkerrijke flora 2 (= bijlage 26 a van de regelings-
_ Beheerspakket 43: Akkerfloraranden (= bijlage 28 van de regelingstekst)
tekst)
Pakketcode 3420
Pakketcode 3430
Instapeis: ·· In het jaar voorafgaand aan het contract moet u op bedrijfsniveau minimaal vier verschillende gewassen telen, waaronder graan. ·· Braakliggende grond beschouwen we als graan.
Minimale grootte De beheerseenheid heeft een breedte van minimaal zes meter en maximaal twaalf meter en een lengte van minimaal vijftig meter.
Minimale grootte De beheerseenheid is minimaal 0,5 hectare groot. Voorwaarden ·· De beheerseenheid is in gebruik als bouwland. ·· In het zesde jaar zijn op de beheerseenheid minimaal 25 inheemse plantensoorten in een vlak van 25 m² aanwezig. Voor zandgronden met een grondwatertrap VI of VII geldt dat minstens vijftien inheemse plantensoorten per 25 m² aanwezig moeten zijn. Beheersvoorschriften ·· Op de beheerseenheid verbouwt u minimaal vijf van de zes jaar graan, geen maïs. In jaar vier van de subsidieperiode kunt u een ander gewas kiezen. ·· In de jaren dat u graan verbouwt, zijn mechanische onkruidbestrijding en het gebruik van insecticiden niet toegestaan vanaf het zaaien tot de oogst van het gewas. ·· In de jaren dat u graan verbouwt, is chemische onkruidbestrijding alleen pleksgewijs toegestaan bij de bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, haagwinde of kleefkruid. ·· U mag dierlijke mest gebruiken.
36
Voorwaarden ·· De beheerseenheid grenst aan een terrein dat in gebruik is als bouwland. ·· In het zesde jaar zijn minimaal 25 inheemse plantensoorten aanwezig in een vlak van 25 m². Voor zandgronden met een grondwatertrap VI of VII geldt dat vijftien soorten in een vlak van 25 m² aanwezig moeten zijn. Beheersvoorschriften ·· U verbouwt op de beheerseenheid alle jaren graan, met uitzondering van maïs. ·· In de beheerseenheid is mechanische onkruidbestrijding en het gebruik van insecticiden niet toegestaan vanaf het zaaien tot de oogst en is het gebruik van chemische onkruidbestrijdingsmiddelen niet toegestaan, met uitzondering van pleksgewijze bestrijding van akkerdistel, ridderzuring, haagwinde of kleefkruid. ·· U mag de beheerseenheid niet bemesten.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
De landschapspakketten _ Landschapspakket 54: Elzensingel (= bijlage 36 van de regelingstekst)
_ Landschapspakket 55: Geriefhoutbosje (= bijlage 37 van de regelingstekst)
_ Landschapspakket 56: Knip- en scheerheg (= bijlage 38 van de regelingstekst)
Pakketcode 3541
Pakketcode 3550
Pakketcode 3560
Minimale grootte Het element is minimaal vijftig meter lang.
Minimale grootte Het element is minimaal vijf en maximaal vijfitg are groot.
Minimale grootte Het element is minimaal vijftig meter lang.
Voorwaarden ·· Het is een vrijliggend landschapselement met minimaal 90% bedekking van aaneengesloten opgaande begroeiing van inheemse bomen of struiken met voor minimaal 50% opgaande begroeiing van Zwarte els (Alnus glutinosa). ·· Het element bestaat uit hakhout met een bedekking van minimaal 60% en mag overstaanders bevatten.
Voorwaarden ·· Het is een vrijliggend landschapselement met opgaande begroeiing. ·· Het element bestaat uit hakhout met een bedekking van minimaal 60% en mag overstaanders bevatten. ·· Het element is begroeid met inheemse bomen en struiken (zie hulptabel inheemse bomen en struiken).
Voorwaarden Het is een vrijliggend lijnvormig landschapselement (zie het document ‘Objectivering Doelpakketten’ voor een uitleg over lijnvormige landschapselementen) met aaneengesloten opgaande begroeiing van struikvormende soorten. Aaneengesloten betekent in dit verband niet onderbroken of doorsneden en daardoor één geheel vormend. Eén onderbreking van maximaal tien meter breed is toegestaan in verband met toegang tot een perceel. Het element moet bestaan uit struikvormende soorten en mag dus niet uit boomvormende soorten bestaan zoals Beuk, Zwarte es, Haagbeuk, Gewone esdoorn of coniferen.
Beheersvoorschriften ·· U beheert het element actief: u voert periodiek onderhoud uit; u zorgt dat vee het element niet beschadigt; u voert geen werkzaamheden uit waardoor u het landschapselement verandert anders dan voor het behoud van het element nodig is. ·· U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse Vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is. ·· U gebruikt geen meststoffen en brandt niet in, of in de directe omgeving van het element. ·· U verricht alleen werkzaamheden tussen 1 september en 1 april.
Beheersvoorschriften ·· U beheert het element actief: u voert periodiek onderhoud uit; u zorgt dat vee het element niet beschadigt; u voert geen werkzaamheden uit waardoor u het landschapselement verandert anders dan voor het behoud van het element nodig is. ·· U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse Vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is. ·· U gebruikt geen meststoffen en brandt niet in, of in de directe omgeving van het element. ·· U verricht alleen werkzaamheden tussen 1 september en 1 april.
Beheersvoorschriften ·· U beheert het element actief: u voert periodiek dubbelzijdig onderhoud uit; u zorgt dat vee het element niet beschadigt; u voert geen werkzaamheden uit waardoor u het element wijzigt, anders dan voor het behoud van het element nodig is. ·· U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse Vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is. ·· U gebruikt geen meststoffen en brandt niet in, of in de directe
37
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Landschapspakket 58: Knotbomen (= bijlage 40 van de regelingstekst)
omgeving van het element. De directe omgeving is de binnen één meter aan het element grenzende grond die uw eigendom is, of die u beheert. ·· U voert alleen werkzaamheden uit tussen 1 juli en 1 april. ·· U knipt het element minimaal één keer per twee jaar. Met knippen kan ook scheren worden bedoeld.
Pakketcode 3580 Minimale grootte Het is een vrijliggend lijnvormig landschapselement (zie het document ‘Objectivering Doel pakketten’ voor een uitleg over lijn vormige landschapselementen), bestaande uit een rij van minimaal tien bomen, of een groep van minimaal tien bomen en maximaal twintig bomen, waarvan de stam is afgezet op een hoogte van minimaal één meter. Let op: in Zuid-Holland geldt voor de PSAN: de onderlinge afstand van de bomen is minimaal één meter en maximaal twintig meter. Voor de overige provincies geldt voor de PSAN: de onderlinge afstand van de bomen is minimaal drie meter en maximaal twintig meter.
Voorwaarden ·· De onderlinge afstand van de bomen is minimaal drie meter en maximaal twintig meter. ·· De onderlinge afstand tussen de parallelle rijen op een perceel is minimaal twintig meter.
38
Beheersvoorschriften ·· U beheert het element actief: u voert periodiek onderhoud uit; u zorgt dat vee het element niet beschadigt; u voert geen werkzaamheden uit waardoor u het element wijzigt, anders dan voor het behoud van het element nodig is. ·· U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen en u brandt niet in, of in de directe omgeving van het element. ·· U voert alleen werkzaamheden uit tussen 1 september en 1 april.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Landschapspakket 59: Grubbe en holle weg (= bijlage 41 van de regelingstekst)
_ Landschapspakket 60: Hoogstamboomgaard (= bijlage 42 van de regelingstekst)
_ Landschapspakket 61: Eendenkooi (= bijlage 43 van de regelingstekst)
Pakketcode 3590
Pakketcode 3600
Pakketcode 3610
Minimale grootte Het element is minimaal vijftig meter lang.
Minimale grootte De boomgaard heeft een oppervlakte van minimaal 25 are, met een dichtheid van minimaal vijftig en maximaal tweehonderd bomen per hectare.
Minimale grootte De beheerseenheid is maximaal vier hectare groot.
Voorwaarden ·· Het is een smal, diep ingesneden dal met steile, begroeide wanden. ·· Bij opgaande begroeiing moet sprake zijn van inheemse bomen of struiken (zie hulptabel inheemse bomen en struiken). Beheersvoorschriften ·· U beheert het element actief: u voert periodiek onderhoud uit; u zorgt dat vee het element niet beschadigt; u voert geen werkzaamheden uit waardoor u het element wijzigt, anders dan voor het behoud van het element nodig is. ·· U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse Vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is. ·· U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen en u brandt niet in, of in de directe omgeving van het element. ·· U voert alleen werkzaamheden uit tussen 1 september en 1 april. ·· U maait de begroeiing van de taluds jaarlijks (maaisel afvoeren) als de begroeiing bestaat uit grasachtige of kruidige vegetaties.
Voorwaarden ·· Het is een boomgaard met fruit- of notenbomen (appel, peer, pruim, kers, walnoot). ·· Volgroeide bomen zijn minimaal vier meter hoog. ·· Het aantal walnootbomen is maximaal 10% van het totaal aantal bomen in de boomgaard. Beheersvoorschriften ·· U beheert het element actief: u voert periodiek onderhoud uit; u zorgt dat vee het element niet beschadigt; u voert geen werkzaamheden uit waardoor u het element wijzigt, anders dan voor het behoud van het element nodig is. ·· U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen en u brandt niet in, of in de directe omgeving van het element. ·· U mag voor instandhoudings bemesting alleen ruige mest, uitgezonderd pluimveemest, of kalk gebruiken. ·· U maait de boomgaard jaarlijks, of u laat hem begrazen. ·· Appel- of perenbomen snoeit u minimaal één keer per twee jaar.
Voorwaarden Het is een installatie die als eendenkooi is geregistreerd in de Openbare Registers. De installatie bestaat uit een kooiplas met omringend struweel of bos. Beheersvoorschriften U houdt het element in stand als vanginstallatie voor eendachtigen. U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen, tenzij voor het beheer een pleks gewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse Vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is.
39
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Landschapspakket 62: Poel
_ Landschapspakket 63: Rietzoom en klein rietperceel
(= bijlage 44 van de regelingstekst)
(= bijlage 45 van de regelingstekst)
Pakketcode 3624 bij een poeloppervlakte tot 75 m² 3625 bij een poeloppervlakte van 75 m² tot 175 m² 3626 bij een poeloppervlakte van 175 m² of meer De pakketcode is afhankelijk van de oppervlakte van de poel. Minimale grootte Het element heeft een oppervlakte van minimaal 0,5 en maximaal vijftig are, tenzij het een voortplantingspoel voor amfibieën in het heuvelland is. Voorwaarden ·· Minimaal 80% van de oppervlakte van het element bestaat uit open water. ·· De waterdiepte in de diepste delen is tussen 1 oktober en 1 april minimaal 0,5 meter. Beheersvoorschriften ·· U beheert het element actief: u voert periodiek onderhoud uit; u zorgt dat vee het element niet beschadigt; u voert geen werkzaamheden uit waardoor u het element wijzigt, anders dan voor het behoud van het element nodig is. ·· U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen en u brandt niet in, of in de directe omgeving van het element. ·· U ontrekt geen water aan het element behalve voor het drenken van vee dat de aan het element grenzende percelen beweidt.
40
·· U voert schoningswerkzaam heden, voor zover nodig, alleen uit tussen 1 september en 14 oktober. ·· Poelen mogen niet in verbinding staan met andere sloten of open water.
Pakketcode 3638 rijland 3639 vaarland Minimale grootte Het element is minimaal vijf are en maximaal vijftig are groot. Voorwaarden ·· De begroeiing van het element bestaat voor minimaal 90% uit riet. ·· Minimaal 10% en maximaal 20% van het riet is tussen de een en twee jaar oud. Beheersvoorschriften ·· U beheert het element actief: u voert periodiek onderhoud uit; u zorgt dat vee het element niet beschadigt; u voert geen werkzaamheden uit waardoor u het element wijzigt, anders dan voor het behoud van het element nodig is. ·· U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen en u brandt niet in, of in de directe omgeving van het element. ·· U voert werkzaamheden alleen uit tussen 1 september en 1 april. ·· U maait minimaal 80% en maximaal 90% van het riet jaarlijks.
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
_ Landschapspakket 64: Raster (= bijlage 46 van de regelingstekst)
_ Landschapspakket 65: Houtkade, houtwal, haag en singel
_ Landschapspakket 66: Bomenrij (= bijlage 33 van de regelingstekst)
(= bijlage 32 van de regelingstekst)
Pakketcode 3640
Pakketcode 3651
Pakketcode 3660
Voorwaarden ·· Het is een permanent veekerend raster voor het landschapselement. ·· Er is sprake van een beschikking landschapssubsidie voor het landschapselement voor één of meer van de landschapspakketten: 54 tot en met 59, 61 tot en met 63, 65 en 66 (bijlagen 32 tot en met 41 en 43 tot en met 45).
Minimale grootte Het element is minimaal vijftig meter lang en maximaal twintig meter breed.
Minimale grootte Het element is minimaal vijftig meter lang en maximaal tien meter breed.
Voorwaarden ·· Het is een vrijliggend lijnvormig landschapselement (zie het document ‘Objectivering Doelpakketten’ voor een uitleg over lijnvormige landschapselementen) met opgaande begroeiing van inheemse bomen en struiken met een bedekking van minimaal 90% (zie hulptabel inheemse bomen en struiken). ·· Het element bestaat uit hakhout met een bedekking van minimaal 60% en mag overstaanders bevatten.
Voorwaarden ·· Het is een vrijliggend lijnvormig landschapselement (zie het document ‘Objectivering Doel pakketten’ voor een uitleg over lijnvormige landschapselementen) met opgaande begroeiing van inheemse bomen en struiken, met uitzondering van wilgsoorten en populieren, met een bedekking van minimaal 90%. ·· Het element bestaat uit maximaal twee rijen opgaande bomen.
Beheersvoorschriften ·· Het raster ligt zover van het landschapselement dat er geen schade door vraat en betreding aan het element ontstaat. ·· U houdt een veekerend raster in stand. ·· U verwijdert jaarlijks zo nodig overhangende takken die de instandhouding van het raster bedreigen.
Beheersvoorschriften ·· U beheert het element actief: u voert periodiek onderhoud uit; u zorgt dat vee het element niet beschadigt; u voert geen werkzaamheden uit waardoor u het element wijzigt, anders dan voor het behoud van het element nodig is. ·· U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse Vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is. ·· U voert werkzaamheden alleen uit tussen 1 september en 1 april.
Beheersvoorschriften ·· U beheert het element actief: u voert periodiek onderhoud uit; u zorgt dat vee het element niet beschadigt; u voert geen werkzaamheden uit waardoor u het element wijzigt, anders dan voor het behoud van het element nodig is. ·· U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen, tenzij voor het beheer een pleksgewijze stobbenbehandeling met glyfosaat van Amerikaanse Vogelkers, Amerikaanse eik of Robinia noodzakelijk is. ·· U gebruikt geen chemische bestrijdingsmiddelen of meststoffen en u brandt niet in, of in de directe omgeving van het element. ·· U voert werkzaamheden alleen uit tussen 15 juni tot en met 15 maart.
41
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
Waar u in gebiedsplannen het pakket 65 ‘Houtkade, houtwal, haag en singel’ mag aanvragen, mag u ook het nieuwe pakket ‘Bomenrij’ aanvragen.
42
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
Inheemse bomen en struiken
Hulptabel: inheemse bomen en struiken (op alfabet) A Aalbes, Amandelwilg, Appel B Bastaardbosbes, Beredruif, Beuk, Bezemdophei, Bittere wilg, Bitterzoet, Blauwe bosbes, Bosrank, Bosroos, Boswilg, Braamsoorten, Brem D Duindoorn, Duinroos E Eenstijlige meidoorn, kruising van Eenstijlige en Tweestijlige meidoorn, Egelantier F Fladderiep, Framboos G Gagel, Gladde iep, Gaspeldoorn, Gelderse roos, Gele kornoelje, Geoorde wilg, Gewone dophei, Gewone es, Gewone esdoorn, Gewone vlier, Grauwe abeel, Grauwe wilg, kruising van Grauwe en Geoorde wilg, Grove den H Haagbeuk, Hazelaar, Heggeroos, Hollandse linde, Hondsroos, Hulst J Jeneverbes K Katwilg, kruising van Katwilg en Grauwe wilg, Kleinbloemige roos, Klimop, Kruising van Koraalmeidoorn en Tweestijlige meidoorn, Koraalmeidoorn, Kraagroos, Kraaihei, Kraakwilg, Krent, Kruipbrem, Kruipwilg, Kruisbes L Laurierwilg, Lavendelhei M Maretak, Mispel P Peer R Ratelpopulier, Rijsbes, Rode bosbes, Rode dophei, Rode kamperfoelie, Rode kornoelje, Rode paardekastanje, Rood peperboompje, Rossige wilg, Ruwe berk, Ruwe iep S Schietwilg, kruising van Schietwilg en Kraakwilg, Sleedoorn, Spaanse aak, Sporkehout, Stekelbrem, Struikhei T Tamme kastanje, Taxus, Trosbes, Trosvlier, Tweestijlige meidoorn V Verfbrem, Viltroos, Vogelkers W Wegedoorn, Wilde kamperfoelie, Wilde kardinaalmuts, Wilde liguster, Wilde lijsterbes, Wilde peer, Wintereik, kruising van Wintereik en zomereik, Winterlinde, Witte els, Witte paardekastanje, Wollige sneeuwbal Z Zachte berk, Zoete kers, Zomereik, Zomerlinde, Zuurbes, Zwarte bes, Zwarte els, Zwarte populier
43
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
Rode Lijsten
Voor het bereiken van het natuurresultaat bij de pluspakketten in de bijlagen 22 tot en met 31 en 33 kunnen naast de in de bijlagen specifiek genoemde meetsoorten, ook soorten uit de volgende categorieën meetellen: ·· verdwenen uit Nederland ·· in het wild verdwenen uit Nederland ·· ernstig bedreigd ·· bedreigd ·· kwetsbaar Deze categorieën komen voor op de volgende rode lijsten uit de bijlage bij het ‘Besluit Rode lijsten flora en fauna’: ·· rode lijst zoogdieren ·· rode lijst reptielen ·· rode lijst amfibieën ·· rode lijst dagvlinders ·· rode lijst libellen ·· rode lijst vaatplanten
44
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp)
Dienst Regelingen (DR) verwerkt uw persoonsgegevens, in opdracht van de provincies, in overeenstemming met de Wbp. Dit betekent, onder andere, dat we u informeren over waarvoor uw gegevens worden gebruikt. We gebruiken de gegevens in subsidieaanvragen natuur regelingen (Programma Beheer), onder meer, voor de uitvoering van: het stelsel van toeslagrechten binnen het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid; de subsidie verlening voor (agrarisch) natuur beheer; van toepassing zijnde regelingen voortvloeiend uit de EU-verordeningen. Verder verstrekken we uw gegevens aan: ·· diensten van LNV, zoals de Dienst Landelijk Gebied, Algemene Inspectiedienst, Directie Natuur en Directie Kennis; ·· en aan instanties zoals het Milieu en Natuurplanbureau van VROM, de Provincies, Rijkswaterstaat, de Europese Commissie, Centraal bureau voor de statistiek, Land- en tuinbouw organisaties, het Faunafonds, Unie van Landschappen, Unie van Bosgroepen, Vereniging Vogelbescherming Nederland, Platform soortenbeschermende organisaties, Stichting centrum voor landbouw en milieu (CLM), het Bosschap, Stichting Landschapsbeheer Nederland, Wageningen universiteit (WUR) en Stichting Nationaal Groenfonds.
Meer informatie Meer informatie over het gebruik van uw gegevens is vastgelegd in het openbaar register ‘Meldingen WBP’. Dit kunt u vinden op www.minlnv.nl. Kies voor de menu optie Organisatie, Bescherming persoonsgegevens. U komt op de pagina Bescherming persoons gegevens. Kies in het linker menu Meldingen WBP en scroll daarna naar beneden tot u bij DR - Dienst Regelingen bent. Kies voor Subsidieaanvragen natuurregelingen. Voor vragen over het gebruik van uw gegevens kunt u contact opnemen met Het LNV-Loket, 0800 - 22 333 22 (gratis) op werkdagen van 8.30 - 16.30 uur. Publicatie subsidiegegevens Steun, subsidies en bedrijfstoeslag die u heeft ontvangen zijn openbaar en publiceren wij vanaf 2006 jaarlijks op de website van LNV. Nederland is dit vanaf 2008 verplicht. Dit betekent dat wij de bedragen uit de Europese garantiefondsen voor de landbouw en plattelandsontwikkeling die u heeft ontvangen jaarlijks per subsidieontvanger bekend maken. De subsidies die wij in de periode 16 oktober 2007 tot en met 15 oktober 2008 betaald hebben, maken we op 1 juli 2009 openbaar. Wij gebruiken uw gegevens niet voor commerciële doeleinden. Kijk voor meer informatie op www.minlnv.nl en kies Internationaal > Europa > Openbaarmaking EU-subsidies.
45
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
Heeft u vragen?
Ga naar de website van uw provincie of kijk op www.minlnv. nl/loket. Daar vindt u de meest actuele informatie. U kunt er ook aanvullende brochures en formulieren downloaden. Heeft u daarna nog vragen? Bel dan gratis met Het LNV-Loket: 0800 – 22 333 22 (op werkdagen tussen 8.30 en 16.30 uur). Provinciale informatiepunten Bij de volgende informatiepunten kunt u terecht met vragen over de voorwaarden in de regeling, de specifieke pakketeisen, het beheer van uw perceel en de provinciale gebiedsplannen. Over Dienst Regelingen Dienst Regelingen is een uitvoeringsinstantie die regelingen en wetten uitvoert voor rijks- en provinciale overheden, zoals:
Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Gelderland Flevoland Noord-Holland Zuid-Holland Utrecht Noord Brabant Limburg Zeeland
46
·· EU-regelingen, ·· verordeningen en verplichtingen ·· de identificatie en registratie van percelen, dieren en relaties ·· vergunningen en ontheffingen voor het landelijk gebied ·· regelingen rond het mestbeleid ·· nationale subsidieregelingen ·· regelingen rond het plattelandsontwikkelingsbeleid De PSAN wordt mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van de Europese Unie. Daarom moet u ook voldoen aan de Europese verordeningen ELFPO Vo.817/2004 en GBCS Vo. 796/2004. Deze brochure is informatief. U kunt er geen rechten aan ontlenen. De oorspronkelijke tekst van de Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer vindt u in de provinciale bladen.
Informatiepunt Informatiepunt Landelijk Gebied Steunpunt Agrarisch Natuurbeheer DLG Steunpunt Programmabeheer regio Noord Groenloket Groenloket / DLG regio Oost DLG Steunpunt Programmabeheer regio West DLG Steunpunt Programmabeheer regio West DLG Steunpunt Programmabeheer regio West DLG Steunpunt Programmabeheer regio West DLG regio Zuid DLG regio Zuid DLG regio Zuid
Correspondentie met Dienst Regelingen Zorg ervoor dat u op alle correspondentie met Dienst Regelingen uw aanvraagnummer op elke pagina vermeldt. Op standaardformulieren is hiervoor ruimte gereserveerd. Wilt u meer informatie? Bel dan met Het LNV-Loket: 0800 – 22 333 22 (op werkdagen van 8.30 tot 16.30 uur). Of kijk op www.minlnv.nl/loket. U kunt ook de website van uw provincie raadplegen. Dienst Regelingen Programma Beheer Antwoordnummer 86 9400 VB Assen
Telefoonnummer 050 – 31 78 555 058 – 29 25 225 0592 – 31 60 83
Website www.infopuntgroningen.nl
0900 – 20 21 492 0900 – 36 36 360 030 – 23 44 079
www.groenloketoverijssel.nl www.groenloket.nl
030 – 23 44 079 030 – 23 44 079 030 – 23 44 079 013 – 59 50 595 013 – 59 50 595 013 – 59 50 595
Provinciale subsidieregeling agrarisch natuurbeheer
47
DR-309-08/BF3167