Verslag voorlichtingsbijeenkomsten collectief agrarisch natuurbeheer Op 14, 15, 17 en 18 maart organiseerden de provincies een viertal landsdelige voorlichtingsbijeenkomsten over het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer voor de agrarische collectieven. Tijdens de bijeenkomsten in Den Bosch, Utrecht, Drachten en Deventer kregen de collectieven uitleg over het jaarlijks beheer in het vernieuwde agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) en de acties die collectieven, provincies, RVO.nl en SCAN daarbij kunnen en moeten ondernemen. Medewerkers van het ministerie van EZ, RVO.nl en SCAN lichtten het onderwerp toe aan 36 van de 40 collectieven. Na een welkomstwoord van de provincie, openen EZ en RVO.nl de presentatie. Aard Mulders (EZ) en Peter van de Boel (RVO.nl) vertellen: ‘De EU is afgelopen week bij ons op bezoek geweest, zij waren positief verrast over onze aanpak. Men heeft vertrouwen in de Nederlandse aanpak en ons Stelsel. ‘De overheden hebben nu een andere positie ingenomen, met collectieven als gelijkwaardige partners en een goede samenwerking tussen rijk en provincies.’ ‘We proberen met het ANLb een brug te slaan tussen de administratieve werkelijkheid en de werkelijkheid in het veld. Toch zijn we er nog niet.’ ‘Wat hebben we bereikt? Een omslag. De collectieven zijn nu verantwoordelijk. En wat hebben we nog te ontwikkelen met elkaar? Kennis delen is heel belangrijk. Het gaat ook om bruggen slaan tussen overheden en het veld en uitleggen wat we als overheden van de collectieven vragen en waarom. Ook gaat het om elkaar goed te leren begrijpen: waarom vragen provincies, SCAN en RVO.nl bepaalde zaken van de collectieven en waarom is het soms lastig om dat uit te voeren in het veld?’ Hoe zit het met het verminderen van de administratieve lasten? Is dat nu van tafel? De administratieve lastendruk in verhouding met het oude stelsel is verminderd. Het begrip van het systeem groeit en collectieven en RVO.nl werken beter samen. Het systeem biedt ook veel ruimte; het is echter een leerproces dat we samen moeten doorlopen. De verwachting rond controle op controle bij de collectieven is wellicht anders dan vooraf was ingeschat. De uitvoeringskosten gaan wel duidelijk omlaag. Op termijn gaat dit zeker lopen. Oproep vanuit de collectieven: geef de collectieven dit jaar de tijd om te leren! ‘Het is een kwestie van het gesprek met elkaar aangaan en de ruimte zoeken binnen de kaders van de EU.’ Ans Leenders/Antoinette Chanier van RVO.nl vervolgt: ‘Er is speelruimte. Waar zit deze dan? O.a. in de financiële rekenruimte.’ Momenteel is voor ruim 63.000 hectare beschikt voor 2016 en in pakketten belegd in het jaarlijks beheer van het ANLb. Er zit een verschil tussen de maximale toegestane vergoedingen voor beheeractiviteiten vanuit de beleidsregels POP / Koppeltabel (zoals rustperiode in acht nemen) en de adviestarieven van SCAN. Waar zit ‘m dat in? De bedragen aan de achterdeur zijn gebaseerd op reële vergoedingen in het veld; de kosten die gemaakt worden in het veld. Voor de financiële rekenruimte wordt aan de voordeur gewerkt met de maximale vergoedingen voor de activiteit, bijvoorbeeld de vergoeding voor mest uitrijden op vaarland en beheer op kleigrond. Met de zwaarst mogelijke vorm van beheer dus. Daarnaast wordt gerekend met 30% transactiekosten aan de voordeur. Aan de achterdeur wordt gerekend met 20%. Met die maximale vergoeding wordt gerekend om te bepalen welke maximale waarde het beheer heeft. Het verschil tussen de maximale waarde en de te betalen vergoeding (o.b.v. de gebiedsaanvraag) is de financiële buffer of financiële rekenruimte, waarmee eventuele tegenvallers zoals kortingen als gevolg van niet-nalevingen kunnen worden opgevangen.
Betalingsaanvraag Uiterlijk 15 mei moet de betalingsaanvraag voor het betreffende beheerjaar worden ingediend, in dezelfde periode als de GDI, echter niet via de GDI, maar via SCAN-GIS aan RVO.nl ge-TAN-d opgeven. Niet later! 15 mei is, gebaseerd op de Europese wetgeving, de uiterste datum vanuit Brussel voor het indienen van een betalingsaanvraag. Wat moeten de collectieven opgeven bij de betalingsaanvraag per leefgebied / deelgebied (afhankelijk van detailniveau beschikking): Leefgebied / deelgebied Oppervlakte per perceel (zorg er dus voor dat er geen foutcodes zijn) Grondgebruik per perceel (grasland, bouwland, landschap / water) Ligging (geometrie) Na 15 mei kunnen geen nieuwe percelen worden toegevoegd, dus ook niet in de verantwoording! Wel kunnen activiteiten worden gewijzigd. Hierbij wel de regel dat activiteiten 14 kalenderdagen voor uitvoeren van de activiteit moet zijn opgenomen in het jaarlijks beheer. De boeren hoeven in de GDI voor het ANLb zelf geen betalingsaanvraag te doen. De boeren moeten wel in het perceelsregister hun bedrijfssituatie opgeven met de juiste gewascodes. Op basis daarvan wordt SCAN-GIS gevuld. Advies aan de collectieven: start nu samen met de boeren al met het op orde brengen van de percelen van de boeren in het perceelsregister, wacht niet tot 15 mei. Tip: de boeren kunnen de percelen die het collectief intekent overnemen in het perceelsregister. Elk collectief heeft in SCAN-GIS inzicht in de Kwaliteitsindicatoren (KI’s). Het collectief kan dus gericht actie nemen richting de boeren. Dat is een eenmalige actie voor dit beheerjaar. Zorg dan wel dat de KI’s zijn opgelost, voordat de boer de intekening overneemt. Vraag: er zijn nog veel foutmeldingen bij de validaties in SCAN-GIS. Wanneer zijn deze opgelost en kan het collectief de ingevoerde oppervlaktes en activiteiten gaan valideren? Er zitten nog fouten in de validatie-modules voor gewas, IMNA en AAN. Peter van de Boel gaat na wat de status is van de validaties en geeft die begin week 12 door aan de collectieven. Boeren kunnen, als zij zelf over een digitaal systeem voor de oppervlakte van percelen beschikken, hun eigen geometrie uploaden naar het systeem van RVO.nl ter ondersteuning van de intekening van de bedrijfssituatie. De opgave van de oppervlakte van een perceel geldt niet met terugwerkende kracht, tenzij duidelijk is dat de opgave niet kan kloppen, bijvoorbeeld omdat er al vier jaar een schuur staat, waarvan de oppervlakte is meegerekend in perceelsoppervlakte. Let op bij het grondgebruik: geef bij legselbeheer in de betalingsaanvraag ook op of het bouwland of grasland betreft! Hier moet dus een keuze worden gemaakt. RVO.nl doet hiervoor een voorstel aan de hand van het cluster van beheeractiviteiten (uit het Natuurbeheerplan). Clusters Akker (C1.1.) en Akkerranden (C1.2) worden voorgesteld als bouwland, Cluster weidevogelgrasland (C1.7) en natte begroeiing (C2.3) als grasland. Verantwoording jaarlijks beheer Uiterlijk 1 oktober moet de verantwoording op het jaarlijks beheer worden ingediend.
Het collectief geeft aan welke activiteiten plaats hebben gevonden. Dit gebeurt opnieuw via SCAN-GIS, met de TAN-procedure. Let op: ook hierbij weer de oppervlakte opgeven. Na 15 mei is geen correctie meer mogelijk op de oppervlakte! De verantwoording is dus een bevestiging van het jaarlijks beheer. Hoe ziet de verantwoordingsrapportage van de collectieven aan de provincies eruit? Dit wordt nog nader uitgewerkt door provincies, BIJ12 en SCAN. Oppervlakte buffer De max per leefgebied uit de beschikking is de basis voor de maximale jaarvergoeding. Als er structureel voor veel meer hectares beheer wordt afgesloten dan de max uit de aanvraag voor 2016, kan het collectief in overleg met de provincie ervoor kiezen om een uitbreidingsaanvraag voor 2017 in te dienen. De betaling over 2016 blijft maximaal het bedrag uit de beschikking voor 2016. Maar het advies blijft om ruimte in te bouwen om oppervlakte-afwijkingen op te kunnen vangen. Als er een verschil wordt geconstateerd tussen de max en de werkelijk geconstateerde omvang, dan is sprake van een oppervlakteafwijking. Hoe wordt omgegaan met kortingen? Tot 3% is alleen sprake van een afwijking, boven de 3% en bij meer dan 2 hectare, volgt een boete. Deze is 2 x het verschil in oppervlakte x het gemiddelde hectarebedrag van het leefgebied. Let op: bij de betalingsaanvraag wordt de oppervlakte vastgelegd voor een beheerjaar. Hoe kan het collectief zien of de oppervlakte die de boer opgeeft, klopt? Bij intekening over de randen van het perceel, wordt dit door SCAN-GIS met een kwaliteitsindicator aangegeven. Het collectief maakt een afspraak met de boer over de oppervlaktes. Het heeft daarmee wel degelijk invloed op de opgave van de boer. Praktische vraag: boeren moeten voor 15 mei betalingsverzoek doen in de GDI. Als de boeren laat opgeven, dan heeft het collectief een probleem. Boeren passen oppervlakte soms nog tot 15 mei aan. Antwoord: dat is inderdaad lastig, maar het stelsel staat en valt met de interactie tussen het collectief en de boer. De boeren weten doorgaans ruim voor 15 mei welke wijzigingen hij wil doorvoeren in het veld. Kan het moment van indienen van de betalingsaanvraag niet worden verlengd? Nee, de uiterste datum voor het indienen van een betalingsaanvraag is gebaseerd op Brusselse regelgeving en is gesteld op 15 mei. Daarmee is er geen verschil tussen de betalingsaanvraag van een collectief en de betalingsaanvraag van een individu (in de GDI). Alle aanvragen moeten uiterlijk 15 mei zijn ingediend. Bij oppervlakteafwijkingen tussen de min en max wordt het ‘spannend’ voor het collectief. Zie het rekenvoorbeeld daarbij. Wat is de praktische oplossing om onder de 3% oppervlakteafwijking te blijven? Deze wordt bekeken op leefgebied niveau, waarbinnen tussen de percelen sprake is van plussen en minnen. Vraag: kan in SCAN-GIS per leefgebied worden getoond wat het afwijkingspercentage is? Uitzoeken binnen SCAN! Er wordt een probleem door de collectieven ervaren met de 3% afwijking bij akkerranden en landschapselementen (ook water); deze worden zo nauwkeurig mogelijk ingetekend,
maar de exacte oppervlakte qua intekening is lastig te bepalen. Antwoord: binnen het ANLb wordt (zoveel mogelijk) gewerkt met de meest actuele situatie (rond 1 mei). Advies: als RVO.nl een kleinere oppervlakte hanteert dan de boer, volg dan de RVO.nl oppervlakte, zo kun je actief eventuele oppervlaktefouten voorkomen. financiële buffer Per beheeractiviteit is (rekening houdende met de variabelen) een maximale vergoeding beleidsregels berekend die de basis vormt voor de berekening van de waarde van het beheer (het maximale activiteitenbedrag). Dit maximum is bedoeld om een zo maximaal mogelijke buffer te creëren voor de collectieven. De financiële buffer / rekenruimte geldt per jaar, per leefgebied / deelgebied, conform de beschikking. Advies: zorg voor een positieve financiële buffer bij de beheeractiviteiten, zodat de som van de maximale toegestane vergoedingen voor de activiteiten, boven het maximale subsidiebedrag per jaar uitkomt. Let op: als de financiële buffer ( rekenruimte) op is, dan heeft het effect op het uit te keren subsidiebedrag voor dat beheerjaar, anders niet. SCAN maakt een rekentool waarmee het collectief zelf de financiële buffer kan berekenen. Kortingen als gevolg van oppervlakteafwijkingen kunnen niet worden verrekend met de financiële buffer. Kortingen ten gevolge van oppervlakteafwijkingen kunnen door het collectief met de deelnemer worden verrekend. RVO levert informatie aan met de percelen waarop oppervlakteafwijkingen zijn geconstateerd. Kan het collectief de boetes voor te laat melden zelf incasseren? Ja, dat kan. Welke kortingen leiden sowieso tot een korting op het subsidiebedrag? Oppervlakteafwijkingen, als de geconstateerde oppervlakte < max. En welke kunnen opgelost worden in de buffer: oppervlakteafwijkingen waarbij de geconstateerde oppervlakte nog steeds boven de max blijft hebben geen effect (dus buffer); alle andere afwijkingen komen ten laste van de financiële buffer. Cross compliance kortingen kunnen ook mee in de buffer! Wijzigingen in het jaarlijks beheer: binnen hoeveel dagen melden? Wijzigingen vs meldingen: wijzigingen in het beheer vooraf ge-TAN-d uiterlijk 14 dagen van tevoren, actief melden achteraf na het uitvoeren van een bepaalde beheeractiviteit. Collectieven moeten meldingen achteraf dit jaar nog op papier doorgeven aan RVO.nl, via een Excel-formulier. De meldingsdatum is de datum waarop ge-TAN-d is, cq de datum waarop de melding bij RVO.nl is binnengekomen. Wijzigen vooraf: bij toepassen andere activiteit / ander pakket (ook een andere datum in de activiteit, zoals uitgesteld maaien). Wijzigingen worden via SCAN-GIS doorgegeven aan RVO.nl. Reden voor de 14 dagen meldingstermijn ipv 3-5 werkdagen: Brussel moet rekening houden met de uitvoering, controleerbaarheid en verifieerbaarheid (door oa technische diensten) in alle lidstaten en men was huiverig voor hoe dit in andere lidstaten zou uitpakken. Let wel: deze periode is nog steeds veel flexibeler dan de situatie in het verleden. Voorheen gold de situatie per 1 januari voor het hele beheerjaar. Nu zijn wijzigingen gedurende het beheerjaar mogelijk, tot uiterlijk 14 dagen van tevoren.
Opmerking: met 14 dagen vooraf melden, is in de praktijk niet te werken. Ecologisch gezien, is dit niet effectief! Hoe omgaan met het wijzigen van het beheer (activiteit blijft zelfde, maar andere datums): verlengen van de rustperiode kan tot 5 werkdagen voor de oorspronkelijke einddatum worden aangegeven. Bijvoorbeeld als in eerste instantie een rustperiode tot 1 juni was aangegeven, dan kan tot 5 werkdagen voor 1 juni een wijziging worden doorgegeven. Wel moet de datum minimaal met 14 dagen worden verlengd. Melden: dit is alleen nodig ná het uitvoeren bepaalde activiteiten op een perceel. Slide ‘Meldingen aan RVO.nl’ Snoeien (muv knip en scheerheg) Maaien en/of schonen: (poelen, sloten) Spuiten van bagger Uitrijden ruige stalmest Nestbeschermers/nestenclaves Bij legselbeheer (nestbeschermers/nestenclaves) meld je (binnen vijf werkdagen) achteraf dat er gemaaid is. Boeren met weidegang, moeten actief nestbeschermers plaatsen als de koeien de wei ingaan. Dat moet actief worden gemeld. Het zoeken van nesten zelf hoeft niet te worden gemeld (maar er moet wel een registratie van zijn bij het collectief). De overige activiteiten moeten uiterlijk 14 kalenderdagen nadat de activiteit is uitgevoerd, zijn gemeld bij RVO.nl. Vraag: wat gebeurt er als de enclaves en/of nestbeschermers bij pakket legselbeheer niet wordt gemeld? In het ergste geval telt legselbeheer niet mee in de verantwoording van het jaarlijkse beheer, en daarmee in de betaling. Legselbeheer ligt onder een vergrootglas bij Brussel. Uiteindelijke consequentie van niet melden kan zijn dat Brussel besluit om deze activiteit niet meer toe te staan. Alleen de percelen waar nestbeschermers zijn geplaatst of waar enclaves zijn blijven staan, moeten worden gemeld, percelen waar niet beweid of gemaaid wordt, vallen dus buiten de meldingsplicht. Bescherming op maisland / bouwland. Hoe omgaan met meldingen? Hiervoor wordt nog een voorbeeld uitgewerkt. Is het mogelijk om het knotten van bomen, na afloop van het seizoen te melden, en niet binnen 14 dagen nadat de activiteit is uitgevoerd? Kan gezocht worden naar een oplossing voor het landschapsbeheer? Dit wordt nader bekeken door SCAN, provincies en RVO.nl. Vraag: De regels voor melden van ruige mest zijn eind februari gepresenteerd door SCAN aan de collectieven. Voor die tijd is er al ruige mest uitgereden. Hoe moet met de meldingen daarvoor worden omgegaan? De collectieven geven aan Gerard van Drooge door om hoeveel deelnemers en hectares het gaat. Op basis daarvan zoeken EZ / provincies / RVO.nl naar een praktische oplossing. Presentatie Astrid Manhoudt: verantwoording jaarlijks beheer Bekijk op meerdere momenten in het jaar:
Haal ik het minimum? Ga ik over het maximum? Heb ik financiële rekenruimte?
Wanneer analyse en acties uitvoeren: check nu uitvoeren vóór 15 mei en vervolgens jaarlijks voor het indienen van het jaarlijks beheer en de betalingsaanvraag! Marge in de financiële buffer: tussen de 5% en 700%, grote verschillen tussen de collectieven dus. Let op: fouten in de uitvoering van het beheer en te laat doorgeven van wijzigingen in het beheer hebben effect op de rekenruimte! Opmerking: creatief omgaan met de buffer voor akkerranden is lastig, daar is weinig mogelijk. Bij weidevogels is dat makkelijker. Daar wordt vooraf veelal afgeroomd en achteraf wordt nabetaald. Aanpak bij beheer onder het minimum op dit moment: sluit meer hectares af. Houd wel rekening met de beheervoorschriften van het beheer! Bekijk de mogelijkheden om vergelijkbaar beheer in te zetten binnen een ander leefgebied. Dit moet wel passen binnen het NBP van de provincie en er kunnen andere gemiddelde hectarebedragen gelden per leefgebied. Aanpak boven het maximum: er kan zijn gewerkt met andere intekenregels per beheerpakket, standaard lengte vs werkelijke lengte. Controleer deze en meld het bij de provincie als hiervan sprake is! Hoe controleert de NVWA bij een hoogstamboomgaard? Per aantal hectares of per het aantal bomen? Bij bomen algemeen: intekenen 1 boom is 1 m2. Bij hoogstamboomgaard is een oppervlakte ingetekend; de NVWA controleert om de boomgaard er staat bij de opgegeven oppervlakte. Oorzaken geen/weinig rekenruimte Bij weidevogels ontbreekt het last minute beheer en/of ruige mest nog in de opgave van het jaarlijks beheer. Hier neemt de rekenruimte dus nog toe gedurende het jaar. Er is meer duur beheer afgesproken in het veld dan dat begroot is in de gebiedsaanvraag. Te hoog tarief gerekend bijv. door het berekenen van de kosten voor mozaïekbeheer. Hoe kunnen collectieven in SCAN-GIS zien of er (en wat er) gemeld is voor een perceel, zodat ook de activiteiten die niet zijn uitgevoerd uit SCAN-GIS gehaald kunnen worden? Dit zal worden bekeken binnen SCAN-GIS. Bij RVO.nl wordt een helpdesk ingericht voor de collectieven. De gegevens hiervan volgen op korte termijn. Advies: zorg voor minimaal 10% financiële rekenruimte! Voorkom fouten in de uitvoering van het beheer en geef meldingen en wijzigingen op tijd door! Let wel: uitbreiding of verzwaring van het beheer moet wel verantwoord kunnen worden!
Er zit bij verschillende collectieven een verschil tussen de hectares in SCAN-GIS qua hectares en de hectares in het overzicht van RVO.nl. Als dit zo is, dan wordt dit per collectief bekeken. Overige vragen: Hoogstamboomgaarden zijn de enige landschapselementen binnen AAN (landbouwgrond). De oppervlakte van de boomgaard is bepalend voor de vergoeding bij RVO.nl, de buitengrens van de bomen is de grens van de boomgaard.