Selectie van
‘Meer met Minder’-proefprojecten
Ve r s i e 10 ma a r t 2008
Inhoudsopgave 1 Inleiding
4
2 Wat is een ‘Meer met Minder-proefproject?
4
2.1 MmM-uitgangspunten
4
2.2 MmM-aanpak
5
2.2.1 ‘Verleiden’
5
2.2.2 ‘Ontzorgen’
5
2.3 Dimensies van een proefproject
5
2.4 Monitoring van de resultaten
6
2.5 Meer met Minder bijdrage aan een proefproject
6
3 Hoe ziet het selectieproces van de proefprojecten er uit?
7
3.1 Aanmelding
7
3.2 Opstellen projectplan
7
3.3 Indienen projectplan
7
3.4 Selectie
7
3.5 Grootte van het MmM-programma van proefprojecten
8
3.6 Contact, vragen en opmerkingen
8
1 Inleiding ‘Meer Met Minder ‘ (MmM) is een gezamenlijk initiatief van overheid, energiebe drijven, bouw- en installatiebedrijven met als doel om gedurende de periode 2008 - 2011 500.000 bestaande woningen en bedrijfsgebouwen gemiddeld 30% zuiniger te maken. Het programma loopt tot 2020 met de ambitie om ten minste 2,4 miljoen bestaande woningen en bedrijfsgebouwen aan te pakken. In de eerste helft van 2008 zullen een dertigtal proefprojecten opgestart worden waarmee eerst op kleine schaal ervaring wordt opgedaan met de ‘Meer met Minder‘-aanpak. De ‘Meer met Minder’ aanpak is een samenhangende benadering om op een verantwoorde wijze een forse energiereductie te bereiken in bestaande woningen en gebouwen. Op basis van de ervaringen in de proefprojecten zal vanaf 2009 opgeschaald worden, waarna vanaf 2011 jaarlijks tussen 210.000 en 300.000 woningen worden aangepakt. Inmiddels is een drietal proefprojecten. in Rotterdam, Apeldoorn en de hotelsector, opgestart. Deze notitie beschrijft het proces waarmee proefprojecten geselecteerd worden en de voorwaarden waaraan deze proefprojecten dienen te voldoen om binnen de samenhangende energiereductieaanpak van het ‘Meer met Minder’ initiatief te passen. Deze notitie zal van tijd tot tijd aangepast worden op basis van de ervaringen met aangemelde proefprojecten en projectplannen. Op www.meermetminder.nl zal altijd de meest actuele versie van dit document beschikbaar zijn.
2 Wat is een ‘Meer met Minder’-proefproject? Om als MmM-proefproject geselecteerd te kunnen worden, dient een project aan een aantal voorwaarden te voldoen: • De uitgangspunten van ‘Meer met Minder’ dienen in het proefproject opgenomen te zijn (2.1). • De MmM-aanpak van ‘verleiden’ en ‘ontzorgen’ dient in voldoende mate in het proefproject opgenomen te zijn (2.2) . • De dimensies van het proefproject dienen te passen binnen het beschikbare MmM-budget voor proefprojecten (2.3). • De resultaten worden voldoende gemonitord en een evaluatie en rapportage in de context van het MmM-initiatief is mogelijk (2.4). • De bijdrage van MmM aan het proefproject dient duidelijk vastgelegd te zijn (2.5).
2.1 MmM-uitgangspunten Teneinde een gemiddelde energiebesparing van 30% te realiseren d.m.v. gebouwgebonden investeringen, dient na realisatie van de energiebesparende maatregelen het energielabel B afgegeven te kunnen worden voor de betrokken woningen én/of bedrijfsgebouwen. Indien dit niveau niet lasten neutraal gerealiseerd kan worden, kan volstaan worden met een dubbele stap in het energfelabel. Het pakket aan energie besparende maatregelen dat ingezet wordt om het bovengenoemde niveau te bereiken, dient gebaseerd te zijn op het maatwerkadvies zoals bedoeld met BRL 9500-02 of -041. Dit advies dient tevens rekening te houden met het binnenmilieu van de deelnemende gebouwen, d.w.z . het dient ten minste gelijk te blijven of te worden verbeterd.
1
www. isso.nl
4
Selectie van ‘Meer met Minder’-proefprojecten
2.2 MmM-aanpak DeMmM-aanpak bestaat uit ‘verleiden’ en ‘ontzorgen’ en beide elementen dienen op voldoende mate in het proefproject te zijn opgenomen. Elk proefproject dient een aantal van onderstaande elementen in het projectplan op te nemen. Indieners zijn echter vrij in het toevoegen van verdere elementen waarvan de werkzaamheid getest moet worden.
2.2.1 ‘Verleiden’ In deze stap gaat het er om dat eigenaren en gebruikers van woningen/gebouwen de noodzaak inzien om tot actie op het gebied van energiebesparing over te gaan. ‘Meer met Minder’ kan een proefproject o.a. ondersteunen met de volgende elementen: • Verstrekken van informatie over de mogelijkheden van energiebesparende maatregelen in het algemeen en het ‘Meer met Minder’ initiatief in het bijzonder. • Additionele financieringsmogelijkheden voor gebouweneigenaars. • Stimuleringssubsidie voor gebouweneigenaars. • Subsidies voor specifieke, duurzame maatregelen, bijv. zonnepanelen, zonneboilers en warmte pompen. • Verlaging van de voorschotnota van en door het energiebedrijf. • Prioriteitsplaatsing van de op afstand afleesbare meter met hier aan gekoppeld feedbackinformatie richting de bewoners, geplaatst via de energieleverancier. • Energiebewustwordingspakket, geleverd door de energieleverancier. • Waarborgen op kwaliteit van een verantwoorde uitvoering.
2.2.2 ‘Ontzorgen’ In deze stap gaat het er om eigenaars en gebruikers van woningen/gebouwen te ondersteunen bij de realisatie van de maatregelen voor energiebesparing. Eenbelangrijk element in de MmM-aanpak is de beschikbaarheid van de één-loket functie. Deze functie verzorgt (indien door de bewoner/ gebruiker gewenst): • Het energielabel voor de oorspronkelijke toestand van de woning/gebouw. • Het maatwerkadvies. • Eventueel toegang tot additionele financieringsmogelijkheden. • Offertes voor energiebesparende maatregelen. • Controle van de kwaliteit tijdens en na de werkzaamheden. • De afgifte van het nieuwe energielabel. • Aanvraag van subsidie. • Afmelding van het project zodat acties m.b.t. verlaging voorschotnota, plaatsing van de op afstand afleesbare meter en het energiebewustwordingspakket opgestart worden. ‘Meer met Minder’ zal een onafhankelijke klachtenprocedure beschikbaar maken voor de woning- en gebouweigenaren in het proefproject.
2.3 Dimensies van een proefproject Enkele overwegingen: • In principe dienen de proefprojecten niet alleen in 2008 opgestart te worden, maar ook zodanig in 2008 te worden afgerond dat de belangrijkste ervaringen in 2008 gerapporteerd kunnen worden.
Selectie van ‘Meer met Minder’-proefprojecten
5
• Op basis van de beschikbare (financiële) MmM-middelen per proefproject ligt een projectomvang van 100 - 750 woningen/gebouwen voor de hand. Voor proefprojecten in de utiliteit ligt een projectomvang van 25 - 100 gebouwen voor de hand.
2.4 Monitoring van de resultaten Monitoring van de MmM-pilots heeft twee doelen. Het bepalen en ontwikkelen van de ‘best practices’ voor de MmM-aanpak van verleiden en ontzorgen. En het aantonen aan marktpartijen dat deelname aan MmM interessant voor hen is. Gebouweigenaren moeten worden verleid tot het nemen van energiebesparende maatregelen. Met de bepaling welke elementen uit de MmM-pilots hierin succesvol zijn gebleken, kan de aanpak verder worden ontwikkeld. Met succesvol wordt bedoeld dat daadwerkelijk is/ zal overgegaan tot het treffen van de MmM-maatregelen. Het gaat hier dus om welke aanpak succesvol is in het activeren van gebouweigenaren. Daarnaast richt de monitoring zich op de uitvoerders van de pilots. De uitvoerders zal gevraagd worden of MmM meerwaarde voor hen heeft gehad. Het gaat hier over wat ze wilden doen, wat ze gedaan hebben, de voorwaarden voor succes, de kosten en de opbrengsten, de ondersteuning e.d. De informatie heeft betrekking op de uitvoering van de MmM-aanpak op grond waarvan een marktpartij kan beslissen tot deelname. ‘Meer met Minder’ heeft afspraken gemaakt met SenterNovem over de monitoring, evaluatie en rapportage van de resultaten. Deze afspraken dienen in het proefproject geïntegreerd te worden. De deelnemers in de proefprojecten zullen worden uitgenodigd voor een forum waarin de resultaten van de verschillende proefprojecten gedurende 2008 zullen worden gepresenteerd en besproken.
2.5 Meer met Minder bijdrage aan een proefproject MmM-medewerkers zijn beschikbaar om: • Informatie te verstrekken over de beschikbare MmM-elementen . • Te helpen bij het opstellen van een projectplan voor een proefproject. • Informatie te verstrekken over reeds geaccepteerde projectplannen. • Additionele partners voor het proefproject te vinden (bijv. voor de één-loket functie). • Deel te nemen in bijeenkomsten waarin de projectvoortgang wordt besproken. • De evaluatie en rapportage van de projectresultaten te ondersteunen. Verdere MmM-bijdragen aan een proefproject: • De beschikbaarheid van een onafhankelijke klachtenprocedure. • Het inrichten van de monitoring, evaluatie en rapportage. • Informatie over eventuele financieringsopties. • Verzorgen van de aanvraag voor het Energiebewustwordingspakket . • Verzorgen van de aanvraag voor de voorschotverlaging. • Verzorgen van de aanvraag voor de prioriteitsuitrol van op afstand uitleesbare meters. • Verzorgen van de aanvraag voor de subsidies. • Middelen ter ondersteuning van de communicatie naar de doelgroep. Verdere ondersteuning is bespreekbaar, maar dient vooraf goed gedefinieerd, vastgelegd en beargumenteerd te worden.
6
Selectie van ‘Meer met Minder’-proefprojecten
3 Hoe ziet het selectieproces van de proefprojecten er uit? 3.1 Aanmelding Vanaf 1 maart 2008 kunnen geïnteresseerden proefprojecten via proefproject@meermetminder,nl aanmelden. Deze aanmelding dient de volgende gegevens te bevatten: • Titel proefproject • Contactgegevens • Korte omschrijving van proefproject • MmM-elementen die in het proefproject kunnen worden opgenomen - Uitgangspunten - Aanpak - verleiden - Aanpak - ontzorgen • Identificatie van deelnemende partijen • Beschrijving van gewenste MmM-ondersteuning Het betreft in deze fase dus nog geen volledig uitgewerkt projectplan! De ontvangst van een aanmelding wordt binnen 5 werkdagen per e-mail bevestigd en er wordt een afspraak door het MmM-projectteam gemaakt om het potentiële proefproject te bespreken.
3.2 Opstellen projectplan Na de aanmelding dient een projectplan, eventueel met ondersteuning van de MmM-projectgroep, opgesteld te worden. Dit projectplan dient tenminste de volgende informatie/onderwerpen te bevatten: • Doel(en) van het proefproject • Doelgroep(en) • Natuurlijk moment(en) • Uitwerking van de relevante MmM-elementen • Identificatie van de relevante Mmm-kernproceselementen: Communicatie , Advisering, Uitvoering, Nazorg en Monitoring • Procesbeschrijving van proefproject • looptijd • Gedetailleerde beschrijving van de gewenste MmM-ondersteuning • Beschrijving van eigen (financiële) inzet • Beschrijving van de activiteit en m.b.t . Communicatie en Public Relations • Beschrijving van de activiteiten m.b.t . Monitoring en Evaluatie • Beschrijving van de benodigde activiteiten m.b.t. Nazorg • Activiteitenplanning • Projectmanagementverantwoordelijkheid
3.3 Indienen projectplan Nadat het projectplan is opgesteld dient het formeel te worden ingediend bij ‘Meer met Minder’ via
[email protected].
Selectie van ‘Meer met Minder’-proefprojecten
7
3.4 Selectie Indien het projectplan is opgesteld met medewerking van MmM-medewerkers, zal binnen 2 weken een beslissing over de ondersteuning door ‘Meer met Minder’ gecommuniceerd worden. Indien het projectplan niet is opgesteld met medewerking van MmM - medewerkers, zal binnen 1 week een afspraak gemaakt worden om het projectplan te bespreken en door de indieners verder te laten toelichten. Binnen 2 weken nadat deze bespreking heeft plaatsgevonden, en geen verdere informatie behoefte van de zijde van ‘Meer met Minder’ bestaat, zal een beslissing over ondersteuning gecommuniceerd worden. Een belangrijk element bij de bepaling of een ingediend projectplan ondersteuning dient te krijgen, bestaat uit de eigenheid van het voorstel. In deze fase wil ‘Meer met Minder’ veel verschillende aanpakken testen en deze diversiteit dient in de ondersteunde proefprojecten gereflecteerd te worden. Afwijzingen zullen altijd (kort) beargumenteerd worden.
3.5 Grootte van het MmM-programma van proefprojecten ‘Meer met Minder’ heeft een aantal afspraken gemaakt met partners die de proefprojecten willen onderste unen met o.a. activiteiten op het gebied van communicatie en monitoring. Er is hiertoe voldoende budget voor tenminste 30 proefprojecten. De tussenstand en beschrijving van ingestuurde en geaccepteerde proefprojecten zal regelmatig via www.meer-met-minder bijgewerkt worden. De nog beschikbare ruimte voor nieuwe proefprojecten zal ook regelmatig via de website bijgewerkt worden. 3.6 Contact, vragen en opmerkingen Voor verdere vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met mevrouw Wenke Leisink, 06 - 43 00 98 83 .
8
Selectie van ‘Meer met Minder’-proefprojecten
! Aanmeldingsformulier MmM proefproject Wanneer u dit ingevuld achterlaat bij Meer met Minder zal er binnen 2 werkdagen contact met u worden opgenomen. Ook kunt u dit formulier downloaden op www.meermetminder.nl Titel proefproject:
Contactgegevens:
Korte omschrijving van proefproject:
MmM-elementen die in het proefproject kunnnen worden opgenomen:
Identieficatie van deelnemende partijen:
Beschrijving van gewenste MmM-ondersteuning
Selectie van ‘Meer met Minder’-proefprojecten
9
10
Selectie van ‘Meer met Minder’-proefprojecten
Selectie van ‘Meer met Minder’-proefprojecten
11
Meer met Minder Bouwhuis Zilverstraat 69 2718 RP Zoetermeer Postbus 340 2700 AH Zoetermeer T 079 - 325 23 99 E
[email protected] I www.meermetminder.nl