Meer met minder JAARVERSLAG 2013
Algemene gegevens en colofon Gegevens Kamer van Koophandel Op 30 juni 2009 is de fusieakte verleden tussen Interstede en Progrez. De verkrijgende rechtspersoon was Stichting Interstede (dossiernummer 23006058) en de verdwijnende rechtspersoon Woningstichting Progrez (dossiernummer 23034318). De nieuwe naam is Stichting Trivire. Datum vestiging: 10 april 1913. De statuten van Stichting Trivire zijn herzien bij de juridische fusie met de Wilhelmina Stichting op 1 juli 2012, waarbij de laatste stichting is verdwenen en Trivire optrad als verkrijgende stichting. Contactgegevens Kantooradres: Stichting Trivire, Callistolaan 2, 3318 JA, Dordrecht Correspondentieadres: Stichting Trivire, Postbus 8008, 3301 CA, Dordrecht Telefoonnummers: 078 633 16 00 (algemeen nummer), 078 633 16 33 (reparatielijn). Faxnummer: 078 633 16 99 RSIN-nummer: 003062284 Website: www.trivire.nl E-mail:
[email protected] ANBI Trivire heeft de ANBI-status. De voor de ANBI-status verplichte informatie is te vinden op de website van de stichting. Ook dient melding gedaan te worden over het beloningsbeleid voor het personeel. Het beloningsbeleid voor het personeel is geheel conform de CAO voor personeel in dienst van woningcorporaties. Lidmaatschappen en deelnemingen Aedes Trivire is lid van Aedes Vereniging van woningcorporaties en heeft de Aedescode ondertekend. Ook past Trivire de principes van de door Aedes opgestelde GovernanceCode toe. Stichting Woonkeus Drechtsteden Voor de distributie van leegkomende woonruimte aan nieuwe huurders maakt Trivire gebruik van de diensten van Stichting Woonkeus. Trivire is medeoprichter en deelnemer in die stichting. CorpoData, WSW en CFV Voor de uitwisseling van de gegevens uit dit jaarverslag naar het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) maakt Trivire gebruik van het uitwisselingssysteem CorpoData. FSC-hout Trivire is sinds 2006 convenantpartner van FSC Nederland. Dat wil zeggen dat Trivire in alle renovatie- en nieuwbouwprojecten hout met het FSC-keurmerk gebruikt. Het onafhankelijke FSC-keurmerk geeft zekerheid: hout en houtproducten die het keurmerk dragen, komen uit verantwoord beheerde bossen. De FSC-standaard stelt eisen aan de bosbeheerders, op het gebied van milieu, sociale aanpak en economie. Fair Trade Sinds het najaar van 2010 is Dordrecht benoemd tot Fair Trade gemeente. Deze titel krijgt een stad als in lokale winkels, horeca en bedrijven duidelijk zichtbaar eerlijke producten worden gebruikt. Ook Trivire heeft bijgedragen aan het bereiken van dit keurmerk. Koopgarant® en Koopcomfort® Trivire is licentiehouder van Koopgarant® en Koopcomfort®. Deze producten worden gevoerd door de stichting Opmaat in Amersfoort en zijn bedoeld om een brug te slaan tussen de huur- en de koopmarkt. Stadsherstel Drechtsteden N.V. Trivire is aandeelhouder van Stadsherstel Drechtsteden, een naamloze vennootschap (alle aandelen zijn in handen van de regionale woningcorporaties), die zich richt op verwerving, herstel en exploitatie van rijksmonumenten en beeldbepalende gebouwen in de Drechtsteden. Stadsherstel Drechtsteden N.V. is in 2012 juridisch gefuseerd met haar 100%-dochter B.V. Voorstraat, waarbij deze laatste is opgehouden te bestaan. Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Trivire is houder van alle aandelen van Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Pro-Net Projectontwikkeling is als enige vennootschap overgebleven nadat in 2012 alle (7) (klein)dochtervennootschappen van Trivire zijn gefuseerd, waarbij bovendien al het vastgoed is overgedragen aan Trivire. De vennootschap richt zich op de ontwikkeling en het beheer van onroerende zaken. Deze activiteiten vinden plaats in het kader van de doelstellingen van Trivire. Samenwerking HVC In juni 2012 heeft Trivire een contract getekend met betrekking tot het aansluiten van diverse complexen op het, nog aan te leggen, restwarmtenet. In de eerste nieuwbouwprojecten, zoals De Prinsemarij, zijn voorzieningen getroffen om aan te sluiten, zodra het kan. In 2013 zijn de eerste complexen in de bestaande bouw hiervoor voorbereid.
Trivire Jaarverslag 2013
1
Landelijk Hofjesberaad Op instignatie van toenmalig wethouder van Dordrecht de heer J.W. Spigt, is de Wilhelmina Stichting toegetreden tot het Landelijk Hofjesberaad. Dit beraad is een platform waarin de eigenaren/beheerders van hofjes elkaar ontmoeten, kennis delen en informatie uitwisselen. Met de fusie tussen de Wilhelmina Stichting en Trivire in 2012 – en het verdwijnen van de Wilhelmina Stichting - is het lidmaatschap overgegaan op Trivire. Erkend leerbedrijf Sinds 2012 is Trivire een erkend leerbedrijf voor de functie ‘middenkaderfunctionaris bouw’. Corporatie Starterslening (CSL) Trivire heeft geld voor de Corporatie Starterslening opzij gezet bij het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn). De Corporatie Starterslening ondersteunt starters bij de aankoop van hun eerste woning. De lening overbrugt het verschil tussen het hypotheekbedrag dat starters bij de bank kunnen lenen volgens de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) en de totale verwervingskosten van de woning. De hoogte van de Corporatie Starterslening hangt af van inkomen en eigen vermogen van de starter op de koopwoningmarkt en de voorwaarden van Trivire. Naast huurders van Trivire komen alle starters op de koopwoningmarkt in aanmerking voor de Corporatie Starterslening van Trivire bij de aankoop van een woning van Trivire. Social media Trivire maakt voor haar communicatie – naast brieven, publicaties, telefoon, e-mail en website – ook gebruik van social media. Zo is Trivire te volgen via Twitter (@Trivire) en op FaceBook (Trivire wonen).
Trivire Jaarverslag 2013
2
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 4 1 Bestuursverantwoording ....................................................................................................................... 5 2. Volkshuisvestingsverslag .................................................................................................................... 7 1. Woongelegenheden ......................................................................................................................... 7 Ontwikkeling woningvoorraad .......................................................................................................... 7 Instandhouding en verbetering van woningen en bijbehorend vastgoed ......................................... 7 Veiligheid .......................................................................................................................................... 7 Projecten .......................................................................................................................................... 8 2. Leefbaarheid .................................................................................................................................... 9 Projecten leefbaarheid ................................................................................................................... 10 3. Wonen en zorg/bijzondere groepen ............................................................................................... 11 Projecten bijzondere groepen ........................................................................................................ 12 4. Toewijzen, verhuren en vervreemden ........................................................................................... 12 5. Betrekken bewoners en geschillenbeslechting .............................................................................. 13 6. Financieel beleid, beleggingen en (onrendabele) investeringen ................................................... 13 7. Overige activiteiten ........................................................................................................................ 21 8. Overleg gemeenten en regio ......................................................................................................... 22 Regio Drechtsteden........................................................................................................................ 22 Gemeenten ..................................................................................................................................... 22 9. Verbindingen .................................................................................................................................. 22 10. Wijkactieplan Crabbehof .............................................................................................................. 24 11. Doelen 2013 ................................................................................................................................. 25 3. Verslag Huurdersraad ....................................................................................................................... 26 4. Verslag Ondernemingsraad............................................................................................................... 29 5. Verslag Raad van Commissarissen (RvC) ........................................................................................ 30 6. Jaarrekening …………………………………………………………………….…………………………..40
Trivire Jaarverslag 2013
3
Inleiding Waarom draagt dit jaarverslag de titel ‘meer met minder’: Meer de resultaten; minder de inspanningen Corporaties hebben zich lang vooral moeten verantwoorden over hun inspanningen. Relevant zijn concrete zichtbare resultaten, welke verantwoord en transparant tot stand komen. Meer presteren met minder middelen Het kabinet en een meerderheid in de Eerste Kamer heeft in het woonbeleid vastgelegd dat corporaties – naast de saneringsheffing van het CFV – in de komende jaren een verhuurderheffing opgelegd gaan krijgen. Die moet (deels) worden opgebracht door een boventrendmatige huurverhoging en daarmee grotendeels door de huurders. Er blijven minder middelen beschikbaar terwijl er – zeker lokaal c.q. regionaal– steeds meer van corporaties verwacht wordt op ook steeds meer terreinen. Meer voor lokaal en regionaal, minder voor nationaal In aansluiting op het voorgaande punt: de lokale gemeenschappen waarin we geworteld zijn, doen in toenemende mate een beroep op corporaties om bij te dragen aan wat in buurten en wijken, stad en regio nodig is. Tegelijkertijd wil het kabinet de toegestane activiteiten van corporaties fors beperken. Voor Trivire geldt dat de reeds jaren bestaande goede relatie met lokale – regionale politiek en de maatschappelijke partners, de basis is om samen met de inwoners te bepalen wat nuttig, nodig en vereist is en wie, gegeven die opgave(n), daar een bijdrage kunnen en moeten leveren. Meer voor mensen met minder In onze ondernemingsvisie staat de duidelijke drieslag: werken aan huisvesten; samen wonen & samen leven; ontplooien en ontwikkelen. Trivire wil dat doen omdat zij (blijvend) van betekenis wil zijn voor mensen. Dit willen we doen door onze beïnvloedbare bedrijfslasten blijvend laag te houden. Vanaf 2010 is hier al een besparing van circa 13% gerealiseerd. Meer samen, minder alleen In de huidige context van bezuinigingen die zowel gemeenten als ook het gehele maatschappelijke middenveld treffen, lopen we het risico dat een ieder zich terugtrekt binnen zijn eigen grenzen en dat daarmee meer en meer gaten in het maatschappelijk weefsel dreigen te ontstaan. Dit kan en mag niet gebeuren. Een verantwoordelijkheid die alle partijen en instanties er toe moeten brengen om de opgaven centraal te stellen en steeds weer in alle openheid te bezien wie in welke situatie met elkaar deze opgaven mogelijk kunnen maken. Daarbij dient ook meer dan in het verleden een beroep gedaan te worden op de mogelijkheden (de kracht) van de inwoners. In dit jaarverslag proberen we met minder woorden dan voorheen meer te zeggen. Daarvoor gebruiken we tabellen, grafieken en afbeeldingen waar en wanneer die beter werken dan woorden. Dit verslag bevat uiteraard de onderdelen die volgens het Burgerlijk Wetboek en het Besluit Beheer Sociale Huursector (BBSH) verplicht zijn. Als eerste treft u aan de bestuursverantwoording, gevolgd door het volkshuisvestingsverslag, en de verslagen van de Huurdersraad, Ondernemingsraad en de Raad van Commissarissen (RvC). Afgesloten wordt met de jaarrekening.
Trivire Jaarverslag 2013
4
1 Bestuursverantwoording Terugblik 2013 Een korte terugblik op het jaar 2013: Politiek
Woonakkoord tussen kabinet en D66, ChristenUnie en SGP Eerste versie van de novelle van minister Blok bij de Herzieningswet Woningwet Stevige (verbale) stellingname van senator Duivesteijn, echter zonder concrete gevolgen Onderzoeksopdracht vastgesteld en start van de Parlementaire Enquête Woningcorporaties Voortzetting beleid scheiden van Wonen en Zorg
Economie/markt Triple dip: Noodzaak om extra te bezuinigen om het begrotingstekort te beperken Redding SNS-bank, bijzondere situatie huizenmarkt Europese stagnatie ‘De woningmarkt ligt in coma’ (citaat Hugo Priemus) Nog geen einde aan incidenten bij corporaties (Vestia, WSG) Lokaal en regionaal University College komt niet naar Dordrecht Explosie in woning Johan Willem Frisostraat (tijdelijke verhuur) Start project restwarmte in samenwerking met HVC Trivire
Liquiditeitsbuffer op orde om eventuele renteschok te kunnen opvangen (derivaten) Voortzetten besparingen op bedrijfslasten Schrappen van enkele investeringen (o.a. nieuwbouw Thureborgh) Trivire is kredietwaardig (aldus het Waarborgfonds Sociale Woningbouw) Het bijgestelde verkoopprogramma is in 2013 gerealiseerd en ook in de eerste maanden van 2014 wordt de prognose gerealiseerd. De structurele besparing van 5% op de beïnvloedbare bedrijfslasten in 2013 is ruim gerealiseerd. Het feit dat we eind 2012 niet geslaagd waren voor de stresstest van het CFV, is door de organisatie en met dank aan de externe ondersteuning, na een moeizame start uiteindelijk met voortvarendheid opgepakt. Hoewel daar nog geen formele bevestiging van is van het CFV, zijn we zeker geslaagd voor de nieuwe stresstest van het CFV per 31 december 2013.
Bijzondere projecten Oplevering Hostel voor dakloze verslaafden in samenwerking met het Leger des Heils Oplevering nieuwbouw De Prinsemarij (Nieuw Krispijn) Oplevering Cinema The Movies (Nieuwstraat) Babyhuis (Oud Krispijn) Studentenhuisvesting via project Topkamers
Trivire Jaarverslag 2013
5
Overigens zijn niet alle doelen in 2013 gerealiseerd. In 2014 zal nog meer op de resultaten worden gestuurd. Hierbij wil ik als belangrijkste onder meer noemen de verbetering van de informatievoorziening via het afronden van de Tri-connect projecten, de keuze voor een (nieuw) bedrijfsinformatiesysteem, de heroriëntatie op de energieprojecten, de onderhoudstechnische inventarisatie van het vastgoed, tussentijdse bijstelling van het begrotings-scenario op basis van nieuwe ontwikkelingen met deugdelijke analyses, de vertaling naar de nieuwe meerjarenbegroting en de strategische personeelsplanning. En vanzelfsprekend dient de dagelijkse dienstverlening aan onze huurders en afnemers gegarandeerd te worden. In 2013 kon Trivire vaststellen dat wat haar oprichters in 1913 beoogden, ruim behaald is. Voor Trivire was en blijft de opgave van het werken aan wonen en het van betekenis zijn voor mensen boeien en inspireren. Bestuursverklaring Het bestuur verklaart dat alle middelen uitsluitend zijn gebruikt in het belang van de volkshuisvesting. Er is geen sprake geweest van transacties waarbij tegenstrijdige belangen van het bestuur speelden.
Dordrecht, 17 juni 2014
Wim van der Linden bestuurder
Trivire Jaarverslag 2013
6
2. Volkshuisvestingsverslag Dit deel van het jaarverslag bevat de verplichte uiteenzettingen en overzichten die (vooral vanuit het BBSH) aan corporaties worden voorgeschreven.
1. Woongelegenheden Onderstaande tabel laat zien hoe de woningvoorraad zich in 2013 heeft ontwikkeld. Opvallend is het grote aantal woningen dat van de categorie ‘goedkoop’ is verschoven naar de categorie ‘betaalbaar’. Het aandeel vrijesectorwoningen is verdubbeld. De nieuwgebouwde vrijesectorwoningen zijn voornamelijk ontstaan door het omzetten van koopwoningen (project Prinsemarij) naar huur. Het effect van de inkomensafhankelijke huurverhoging, waarbij midden en hogere inkomens huurverhogingen kregen van 4,5% respectievelijk 6,5%, is eveneens zichtbaar. Ontwikkeling woningvoorraad Huurprijzen (subsidiabele huur): Voorraad per 1 januari 2013 Verkoop Nieuwbouw Fusie Wijziging bestemming Sloop Diverse Aankoop Huurverhoging Voorraad per 31 december 2013 In procenten:
<€ 374,44 2.122 -4
>€ 374,44 >€ 574,35 >€ 681,02 <€ 574,35 <€ 681,02 10.817 1.147 161 -19 -4 -5 73 17 17
-191 -1
-7
-474 1.452 10,3%
-691 10.173 72,0%
1.013 2.173 15,4%
152 325 2,3%
Totaal 14.247 -32 107 -198 -1 14.123 100,0%
Tot de meest zichtbare activiteiten van corporaties horen de inspanningen met betrekking tot woningonderhoud en -verbetering. De volgende tabel laat zien wat er op die gebieden in 2013 is uitgegeven. Instandhouding en verbetering van woningen en bijbehorend vastgoed
Totaal planmatig onderhoud Klachtenonderhoud Mutatieonderhoud Contractonderhoud Totaal niet-planmatig onderhoud Totaal onderhoud Kwaliteitsverbeteringen Onderhoud en verbeteringen totaal
€ 12.558.000 € 4.412.000 € 4.564.000 € 1.659.000 € 10.635.000
€ 10.635.000 € 23.193.000
€ 23.193.000 € 2.402.000 € 25.595.000
Hiervan is €.19.479.000 via de winst- en verliesrekening ten laste van het jaarresultaat 2013 gebracht. Het resterende deel is geactiveerd. Veiligheid In het kader van veiligheid zijn in 2013 diverse projecten opgepakt. Op de complexen die volgens het inspectiesignaal van het voormalige ministerie van VROM in aanmerking komen om geïnspecteerd te worden in het kader van slechte spouwankers in de gevels, zijn onderzoeken gedaan en de complexen die met hoge prioriteit aangepakt moesten worden zijn in 2013 uitgevoerd. Er zijn ook onderzoeken geweest naar uitkragende galerijvloeren. Dit is ook naar aanleiding van een signaal van de VROM-inspectie. Uit het onderzoek is gebleken dat er geen aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn. In 2013 zijn op alle complexen van voor 1994 steekproefsgewijs asbestinventarisaties uitgevoerd. Ook is onderzoek uitgevoerd naar de risico’s van brandoverslag en houten vloeren. De resultaten van deze onderzoeken zijn in het tweede kwartaal van 2014 bekend.
Trivire Jaarverslag 2013
7
Projecten Het past om in een jaarverslag ook verslag te doen van de projecten die in het verslagjaar in uitvoering waren en de projecten die daadwerkelijk zijn opgeleverd. In 2013 zijn de volgende projecten opgeleverd respectievelijk nog in uitvoering: Opgeleverde projecten:
De Prinsemarij Dordrecht Dit project is op 1 januari 2013 in exploitatie genomen. Het complex bestaat uit: 16 appartementen sociale huur (reeds opgeleverd 2012) 51 zorgappartementen t.b.v. Het Spectrum 9 koopappartementen vrije sector 18 huurappartementen vrije sector plint met 1237 m2 BVO commerciële ruimten 72 parkeerplaatsen Totale investering € 21.400.000 met € 2.400.000 onrendabel.
29 appartementen Vorrinklaan Dordrecht In exploitatie genomen juli 2013. Het project bestaat uit 29 appartementen in de sociale huur. Totale investering € 5.800.000 met € 2.600.000 onrendabel.
Dr. Schaepmanstraat Dordrecht In exploitatie genomen juli 2013. Het project bestaat uit 10 eengezinswoningen in de sociale huur. Totale investering € 1.800.000 met € 620.000 onrendabel.
Zuiderpoort Dordrecht Opgeleverd oktober/november 2013. Het project bestaat uit 17 eengezinswoningen sociale koop. Het project is verkocht onder koopgarant. Totale investering € 2.700.000 met € 400.000 onrendabel.
Trivire Jaarverslag 2013
8
Projecten woongelegenheden in uitvoering:
Nicolaasstraat Dordrecht Aan de Nicolaasstraat in Dordrecht zal Trivire 10 kleine verouderde eengezinswoningen gaan slopen om ter plaatse 7 nieuwe eengezinswoningen terug te bouwen in zogenoemd ‘collectief particulier opdrachtgeverschap’. Het project vindt plaats op verzoek van de gemeente Dordrecht en is overeengekomen in de PALT-afspraken (prestatieafspraken lange termijn). Voor de zeven kavels waren op het moment van schrijven al zes gegadigden.
Johan Willem Frisostraat In 2013 is definitief besloten tot sloop van de 21 eengezinswoningen aan de Johan Willem Frisostraat in Nieuw Krispijn. Gewerkt wordt aan de ontwikkeling van twee nieuwbouwblokken met eengezinswoningen.
Crispijn van Outgaerden Aan de Brouwersdijk en de Aagje Dekenstraat in Oud Krispijn ontwikkelt Trivire het nieuwbouwproject Crispijn van Outgaerden. Dit project bestaat uit: 20 huurappartementen en algemene ruimten voor Gemiva-SVG Groep aan de Brouwersdijk met daarboven 12 sociale huurappartementen 21 koopwoningen aan de Aagje Dekenstraat Het project is vernoemd naar de heer Crispijn van Outgaerden. Deze was de eigenaar van landgoed De Uitspanning, waarop vanaf ongeveer 1915 de wijk Krispijn is gebouwd. ‘Krispijn’, want Oud Krispijn werd pas zo genoemd vanaf de periode van de wederopbouw, toen het oorspronkelijke uitbreidingsplan van Van der Pek werd voortgezet in wat toen Nieuw Krispijn ging heten.
2. Leefbaarheid Het werken aan leefbaarheid kent twee kanten: Het voorkomen/afwenden van inbreuken op de leefbaarheid Het versterken van de weerbaarheid en zelfredzaamheid wanneer die inbreuken toch plaatsvinden Aan het eerste doel wordt gewerkt door onder meer het realiseren van aantrekkelijke woonbuurten: We letten op spreiding van middengroepen en juist meer kwetsbare groepen over de regio, stad en wijk. We doen dit door in iedere wijk een gevarieerd aanbod aan woningtypen te bieden Trivire investeert waar nodig in maatschappelijk vastgoed met buurt-, wijk- of stedelijke functie Meer aandacht voor voorzieningen voor de middengroepen (deze zijn ook aantrekkelijk voor andere groepen) We bieden een omgeving waarin talenten van mensen kunnen worden opgemerkt, aangesproken en ontwikkeld
Trivire Jaarverslag 2013
9
Het tweede doel richt zich vooral op de inwoners van de wijken en buurten: Wij kennen onze huurders, huurders kennen ons en buren kennen elkaar Onze klanten gedragen zich als een goed huurder. Wij spreken hen daar indien nodig op aan We stimuleren dat buren elkaar durven aanspreken op storend gedrag.` Trivire zal waar nodig sturen op het gedrag van mensen via woon- en leefregels en de handhaving daarvan We ondersteunen klanten die zelf op een goede manier actief zijn voor hun buurt, zowel voor de woonomgeving als voor het samenleven in de buurt Bijdrage aan de ontwikkeling van mensen We helpen mensen met een achterstand op weg We zorgen dat mensen zich snel thuis voelen in de buurt of wijk We zorgen dat mensen elkaar helpen We beschikken over een netwerk aan partners waar onze klanten welkom zijn en kansen krijgen Projecten leefbaarheid Er waren in 2013 veel concrete projecten op deze gebieden. We noemen hier slechts enkele van de meest aansprekende. Project MFA KAZ
Wijksteunpunt Tomatenplein
Topkamers
Housing First
Aanpak overlast van jongeren in het Lijnbaangebied Aanpak pleintje Mina Kruseman-erf
Trivire Jaarverslag 2013
Betreft Het – mede op verzoek van de gemeente Zwijndrecht - realiseren van een multifunctionele accommodatie (MFA) in de wijk Kort Ambacht Zuid (KAZ). Het plan zat in 2013 in de ontwerpfase. Op 3 april 2013 is in onze flats aan het Tomatenplein een nieuw wijksteunpunt geopend voor bewoners uit de wijken Noord en Centrum, waar uiteraard ook medewerkers van partnerorganisaties welkom zijn voor spreekuren en overleg. In de historische binnenstad van Dordrecht wordt gewerkt aan studentenhuisvesting (HBO en WO). Dat is goed voor studenten zelf, maar draagt ook bij aan de levendigheid van de binnenstad. De binnenstad en omliggende wijken hadden veel last van daklozen. In samenwerking met het Leger des Heils wordt door Trivire gewerkt aan (eerst) huisvesting en (vervolgens) door partners aan hulp en begeleiding. De eerste resultaten zijn hoopgevend. Na een plotselinge stijging van het aantal overlastklachten, vooral over jongeren, in het Lijnbaangebied is gestart met een gezamenlijke aanpak in de vorm van een jongerencoach. De overlastgevende jongeren zijn begeleid naar school of werk en de overlast is sterk afgenomen. Trivire heeft de omwonenden van dit verwaarloosde stukje niemandsland in Stadspolders geholpen met het maken van een plan voor de herinrichting. De onderstaande foto’s van vóór en na de aanpak laten zien hoe de buurt ter plekke is opgeknapt.
10
Overige projecten leefbaarheid Naast de hierboven genoemde projecten moet in dit jaarverslag melding worden gemaakt van een bijzonder project namelijk de oplevering van Cinema The Movies Dordrecht. Nadat Trivire – althans haar rechtsvoorgangster - in 2008 was benaderd door de gemeente Dordrecht is in 2009 van het ministerie toestemming verkregen voor de realisatie van dit bijzondere project. Het betrof de restauratie/renovatie van een bestaand historisch gebouw in de binnenstad van Dordrecht, gecombineerd met een uitbreiding in nieuwbouw. Huurder/exploitant is The Movies en in het filmtheater zijn 4 filmzalen, een grand café en een restaurant gevestigd. De totale investering bedroeg € 5.800.000 en er is geen sprake van een onrendabel deel. Het project is in exploitatie genomen in september 2013. Uit de reacties van alle betrokken partijen en uit de publieke opinie kan worden afgeleid dat met dit project een belangrijke bijdrage is geleverd aan de leefbaarheid en levendigheid van de binnenstad, waar Trivire eigenaar is van de meeste sociale huurwoningen.
3. Wonen en zorg/bijzondere groepen Ouderen Een aanzienlijk deel van de woningportefeuille van Trivire is geschikt voor ouderen. In het verleden hebben we (te) veel van deze geschikte woningen gelabeld voor 55-plussers. Daarmee waren de woningen exclusief bedoeld voor deze leeftijdsgroep. Vanwege verhuurbaarheidsproblemen in het seniorensegment heeft Trivire in 2013 de voorbereidingen getroffen om van ongeveer 1.000 seniorenwoningen het seniorenlabel te veranderen en deze woningen breder toegankelijk te maken voor alle leeftijden. Circa 2.000 woningen behouden voorlopig het seniorenlabel. Implementatie van deze wijziging vindt plaats in 2014. (Scheiden van) wonen en zorg In 2013 heeft Trivire naar aanleiding van het scheiden van wonen en zorg een risico-inventarisatie uitgevoerd op haar zorgvastgoed. Vervolgens hebben op bestuurlijk- en beleidsniveau met alle partners in de ouderenzorg gesprekken plaatsgevonden over de gezamenlijke toekomstvisie. Met een aantal partners zijn nieuwe afspraken over beheer en verhuur voorbereid. Bijzondere bemiddeling Trivire heeft in 2013 de werking en effecten van de dienstverlening door de Dienst Gezondheid en Jeugd (DG&J, voorheen GGD) bij het fenomeen ‘Bijzondere Contracten’ geëvalueerd. Deze bijzondere contracten worden vooral afgesloten met voorrangskandidaten waar extra begeleiding nodig is bij het zelfstandig wonen. Het gaat dan vaak om mensen die instellingen verlaten. Op basis van de verbeterpunten uit de evaluatie zijn nieuwe afspraken gemaakt met DG&J voor 2014. Dit is vastgelegd in een nieuwe dienstverleningsovereenkomst tussen DG&J en de corporaties in de Drechtsteden. Studenten Het project Topkamers (studentenhuisvesting in de binnenstad van Dordrecht) is al genoemd onder onze verantwoording over de Leefbaarheid (zie paragraaf 2). Het is wel correct om nog te vermelden dat dit project is gerealiseerd in samenwerking met collega-corporatie Woonbron en de gemeente Dordrecht. De verantwoordelijke bestuurders – wethouder Rinette Reynvaan, Woonbrondirecteur Erwin Zwijnenburg en Trivirebestuurder Wim van der Linden zetten daar in juni 2014 een handtekening onder.
Trivire Jaarverslag 2013
11
Projecten bijzondere groepen In 2013 was sprake van een tweetal projecten (deels) voor bijzondere groepen: Prinsemarij (wonen met zorg): zie paragraaf 1 Project Babyhuis in Oud Krispijn. Dit laatste project betreft de verbouwing van 395 m2 BVO kantoorruimte aan de Brouwersdijk voor opvang van moeders en baby’s in nood. Oplevering heeft plaatsgevonden in 2013. De totale investering bedroeg € 385.000 en is kostendekkend verhuurd. De ruimte was voorheen in gebruik als kantoor voor de projectorganisatie Krispijn Wonen.
4. Toewijzen, verhuren en vervreemden Toewijzen en verhuren Goedkope huurwoningen worden zoveel als mogelijk verhuurd aan lagere inkomens en duurdere woningen aan midden- en hogere inkomens. Een uitzondering kan worden gemaakt voor huishoudens die urgent woonruimte nodig hebben. Onderstaande tabel laat zien hoe Trivire in 2013 haar leegkomende woningen verhuurd heeft. Verhuringen 2013 Totaal vrijgekomen voor verhuur Waarvan met huurprijs > € 681,02 Vrijgekomen DAEB Verhuurd huishoudens > € 34.229 Verhuurd huishoudens < € 34.229 Verhuurd huishoudens zonder inkomen Aantal huishoudens binnen DAEB Percentage verhuurd binnen DAEB (1.089/1.146)
Trivire eigen verhuur 1.159 36 1.123 57 1.000 66 1.066
Van Trivire via derden 23 23 23 23
Totaal 1.182 36 1.146 57 1.023 66 1.089 95%
Vervreemden Uit de tabel in paragraaf 1 blijkt dat Trivire in 2013 32 woningen heeft verkocht. Verkoop is aan de orde wanneer (delen van) het bezit niet (meer) passen bij de bedrijfsdoelstellingen of bij de wenselijke woningportefeuille. Ook vindt verkoop plaats om financiële redenen. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een structurele verkoop van gemiddeld 40 à 70 woningen per jaar. Verkoop vindt primair plaats aan huurders. Wanneer huurders niet willen kopen, vindt verkoop plaats bij mutatie. Incidenteel worden complexen in hun geheel verkocht aan derden. Dat laatste is in 2013 niet het geval geweest. De voorbereidingen hiervoor werden wel getroffen. Ontruimingen Helaas moet naast een groot aantal verhuringen over 2013 ook een beperkt aantal ontruimingen worden gemeld. De landelijke trend dat het aantal ontruimingen fors stijgt, is bij Trivire nauwelijks zichtbaar. Toch werd in 2013 één woning meer ontruimd dan in 2012: Aantal ontruimingen Aangezegd Ontruimd
Trivire Jaarverslag 2013
2013 124 35
2012 101 34
2011 133 38
2010 129 49
2009 131 57
12
Het feit dat het aantal ontruimingen – zeker vergeleken met landelijke cijfers, waar sprake is van 8% stijging – zo laag blijft, is te danken aan de Samenwerkingsafspraken Preventie Huisuitzettingen Drechtsteden en de op preventie en persoonlijk contact gerichte incassoprocedure, inclusief onze instructies aan de voor ons werkende deurwaarders.
5. Betrekken bewoners en geschillenbeslechting Huurdersraad Zowel het BBSH als de wet Overleg huurders-verhuurder stelt het hebben van een Huurdersvertegenwoordiging verplicht. Trivire heeft al sinds haar ontstaan een dergelijke Huurdersvertegenwoordiging (Huurdersraad), die een zelfstandige rechtsvorm kent (stichting). Met de stichting is een samenwerkingsovereenkomst gesloten. De Huurdersraad publiceert een eigen jaarverslag, dat wordt opgenomen in dit jaarverslag van Trivire. Kortheidshalve wordt daar op deze plaats naar verwezen. Huurderscommissies De Huurdersraad wordt samengesteld uit vertegenwoordigers van de diverse huurderscommissies die vaak op complexniveau actief zijn. Ook met deze individuele commissies vindt structureel overleg plaats. Gemeenschappelijk Overleg Huurdersraden Drechtsteden (GOHD) De Huurdersraad van Trivire is lid van het Gemeenschappelijk Overleg Huurdersraden Drechtsteden (GOHD). Daarin zijn de huurdersvertegenwoordigingen van vrijwel alle sociale verhuurders uit de regio vertegenwoordigd. Trivire heeft in 2013 aan het GOHD een toelichting mogen geven over de diverse ontwikkelingen op het gebied van de volkshuisvesting en het Rijksbeleid. Geschillencommissie Op grond van artikel 16 van het BBSH dient Trivire te beschikken over een onafhankelijke geschillencommissie. Al sinds enkele jaren wordt daarin voorzien door aansluiting bij de Geschillencommissie Wonen Zuid-Holland Zuid, waarin tien corporaties samenwerken. In 2013 werden bij deze commissie 29 geschillen ingediend. In 23 gevallen werd uitspraak gedaan, waarbij slechts 9 geschillen gegrond bleken. Op de ongeveer 90.000 woningen waar de commissie voor werkt is dat een historisch laag aantal. Geschillen Trivire Voor Trivire zijn vier geschillen behandeld. Daarvan zijn er twee lopende de behandeling ingetrokken en is in twee zaken uitspraak gedaan. In beide gevallen constateerde de commissie dat de klacht ongegrond was. Een vijfde zaak was bij het sluiten van het boekjaar nog in behandeling.
6. Financieel beleid, beleggingen en (onrendabele) investeringen In deze paragraaf wordt ingegaan op het door Trivire gevoerde financiële beleid. Ook wordt verantwoording afgelegd over de beleggingen en investeringen 6.1 Stelselwijziging Op 19 december 2013 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) de herziene Richtlijn 290 ‘Financiële instrumenten’ gepubliceerd. Toepassing van deze Richtlijn is verplicht voor verslagjaren vanaf 2014. Trivire past deze toe met ingang van 1 januari 2013. De RJ geeft aan dat de wijziging van de grondslagen verwerkt moet worden als een stelselwijziging. De vergelijkende cijfers hoeven echter niet te worden aangepast. Het negatieve deel van de waardering wordt als een rechtstreekse mutatie van de overige reserves binnen het openingsvermogen verwerkt.
Trivire Jaarverslag 2013
13
6.2 Typering In de jaarrekening 2012 heeft Trivire, om pragmatische reden, gekozen om alle huurwoningen, ongeacht de hoogte van de huurprijs, op te nemen in het onderdeel Sociaal. In boekjaar 2013 is de indeling Diensten van Algemeen Economisch Belang (DAEB) en niet-DAEB gehanteerd. Voor het DAEB segment kiest Trivire voor waardering tegen bedrijfswaarde. Al het niet-DAEB bezit (ongeacht de aard van het gebruik) wordt gewaardeerd tegen marktwaarde. Trivire heeft ultimo 2013 een groot deel van deze objecten laten taxeren door een drietal makelaars. Waar mogelijk zijn referentieobjecten bepaald en getaxeerd. 6.3 Exploitatietermijn Bij de introductie van de RJ645 is ook besloten met ingang van boekjaar 2012 de exploitatieperiode van het bezit te wijzigen van 50 naar 60 jaar. In 2012 zijn hierdoor alle exploitatietermijnen geactualiseerd en aangepast in de SVB-labels. Aanpassingen zijn gebaseerd op toevoeging van kwaliteit vanuit renovatieprojecten of op het voornemen de woningen te verkopen (in mgw). Verder hebben we een gehele check op de juistheid van de exploitatietermijnen gedaan. Dit heeft voor de woningen onderstaand effect tot gevolg gehad. In 2013 is nieuw bezit voorzien van SVB-labels en zijn bestaande labels geactualiseerd. Aanpassingen zijn gebaseerd op toevoeging van kwaliteit vanuit renovatieprojecten of op het voornemen de woningen te verkopen (in mgw). Verder hebben we een gehele check op de juistheid van exploitatietermijnen gedaan. Dit heeft voor de woningen onderstaand effect tot gevolg gehad.
Aantallen uit exploitatie 3.000 SVB 2013
1.000
SVB 2012
0
SVB 2011 1930-1934 1950-1954 1960-1964 1965-1969 1975-1979 1980-1984 1995-1999 2000-2004 2005-2009 2010-2014 2015-2019 2020-2024 2025-2029 2030-2034 2035-2039 2040-2044 2045-2049 2050-2054 2055-2059 2060-2064 2065-2069 2070-2074
2.000
Trivire Jaarverslag 2013
orgineel
14
6.4 Resultaat en algemene bedrijfsreserve Resultaat Het resultaat over 2013 bedraagt -/- € 1,9 miljoen. Het resultaat over 2012 bedroeg -/- € 6,2 miljoen. Voor 2013 was een resultaat van -/- € 6,2 miljoen begroot. De belangrijkste afwijkingen tussen begroot en werkelijk staan hieronder vermeld. Bedragen x € 1.000
● ● ● ● ● ●
Reguliere exploitatie Verkoop Deelnemingen Waardering activa Waardering financiële activa Vpb Totaal N = nadelig B = batig
B B N N B B B
2.893 1.085 586 2.554 1.573 1.841 4.252
Algemene bedrijfsreserve De algemene bedrijfsreserve is in 2013 gedaald van € 336,5 tot € 315,9 miljoen. De afname wordt veroorzaakt door de volgende mutaties: Bedragen x € 1.000
Saldo 31 december 2012 Resultaat 2013 Waardering extendible leningen Herwaardering vaste activa Totaal mutaties Saldo 31 december 2013 N = nadelig B = batig
336.540 N N N N
1.996 6.916 11.763 20.675 315.865
6.5 Bestemmingsreserve zonnepanelen Trivire heeft in totaal 3.024 zonnepanelen aangebracht op 15 flatblokken in acht complexen. De panelen wekken per jaar ongeveer 400.000 kWh elektriciteit op. De investering van deze panelen is grotendeels gedekt via ontvangen energiesubsidies. De levensduur van de panelen wordt geschat op 20 jaar. De opgewekte energie wordt voor een deel gebruikt voor de collectieve installaties in de flatgebouwen. Het restant wordt geleverd aan het energienet. Hiervoor zijn contracten afgesloten met Green Choice. De inkomsten uit levering aan de collectieve voorzieningen en Green Choice worden samen met de MEP-subsidie gestort in de bestemmingsreserve zonnepanelen. Uit deze bestemmingsreserve worden de onderhouds- c.q. vervangingskosten gedekt en met het positieve saldo kunnen door Trivire ‘energie gerelateerde’ projecten gefinancierd worden die ten gunste van alle woningen kunnen komen. Een voorbeeld is een voorlichtingscampagne over energiebesparing of het ontwikkelen van energiebeleid. 6.6 Voorziening onrendabele investeringen De voorziening onrendabele investeringen is in 2013 aangepast op basis van de ‘harde projecten’. Het saldo per 31 december 2013 bedraagt € 7,3 miljoen (2012 € 15,6 miljoen). De mutatie in 2013 van € 8,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door de oplevering van projecten van € 5,9 miljoen. Het resterende bedrag is het saldo van de mutaties in lopende projecten van € 2,4 miljoen. Er is geen toevoeging van nieuwe projecten.
Trivire Jaarverslag 2013
15
6.7 Vennootschapsbelasting Vanaf 1 januari 2008 is Trivire integraal belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. De Hoge Raad heeft op 13 januari 2012 ten aanzien van een andere woningcorporatie geoordeeld dat zij kwalificeert als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI), aangezien zij het algemeen nut beoogt en het algemeen belang feitelijk dient. Het praktijkbelang van dit arrest ligt bij de toepassing van de herbestedingsreserve, waardoor de acute vennootschapsbelastinglast over de jaren 2008 tot en met 2011 nihil wordt. Deze faciliteit houdt feitelijk in dat ten laste van de fiscale winst kan worden geïnvesteerd in nieuwbouw voor de verhuur en verbeteringsuitgaven die normaliter geactiveerd moeten worden. Nu Trivire (en haar rechtsvoorgangers) ten aanzien van de jaren 2006 tot en met 2010 binnen de voor de herbestedingsreserve geldende driejaarstermijn ten minste voor het bedrag van de fiscale winst heeft geïnvesteerd in nieuwbouw/verbetering, betekent dit dat de vennootschapsbelastingheffing over de jaren 2006 tot en met 2010 tot nihil kan worden teruggebracht indien de herbestedingsreserve door Trivire (en haar rechtsvoorgangers) kan worden toegepast. Voor de fiscale positie in de jaarrekening 2011 heeft dit geleid tot een vrijval van € 6 miljoen ten gunste van het resultaat van de over de jaren 2006 tot en met 2010 geboekte acute vennootschapsbelastinglasten. De herbestedingsreserve kan als gevolg van een wetswijziging vanaf het jaar 2012 niet meer door Trivire worden toegepast. 6.8 Bedrijfswaardeberekening De bedrijfswaarde van het totale bezit van Trivire bedraagt € 795 miljoen per 31 december 2013. Hiervan is € 742 miljoen toe te rekenen naar het sociaal vastgoed in exploitatie. In 2012 was dit € 768 miljoen. De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie bedraagt eind 2013 € 53 miljoen. Eind 2012 was dit € 47 miljoen. Het verschil in de bedrijfswaarde van het sociaal vastgoed in exploitatie, zijnde € 26 miljoen wordt veroorzaakt door: Bedragen x € 1 miljoen
● ● ● ● ● ● N B
Investeringen bestaande en nieuwbouw Afschrijving Toevoeging verhuurdersheffing Aanpassing kosten (besparing en lager inflatie) Hogere huurverhoging 2013/2014 Overig
B N N B B N
13 25 128 17 98 1
Totaal
N
26
= =
nadelig batig
De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De uitgangspunten waarmee bij de berekening van deze bedrijfswaarde zijn uitgegaan zijn vermeld in paragraaf 6.4.
Trivire Jaarverslag 2013
16
6.9 Verkoop Trivire heeft op basis van het strategisch voorraadbeleid (SVB) een verkoopprogramma geformuleerd. Door deze verkoopopbrengsten kunnen de herstructureringsopgave in Dordt West, de nieuwbouw van huurwoningen in de VINEX-locatie De Volgerlanden en de nieuwbouw op overige locaties worden gefinancierd. Deze activiteiten vergen ook de komende jaren forse onrendabele investeringen. Kritische succesfactor Verkocht
Begroot Indicator Aantal woningen Gemiddelde verkoopprijs
Verkoopresultaat
Verkoop onder Voorwaarden Garage/bedrijfsruimten
2013 32
-49
€ 99.800
€ 108.000
€ 8.200
Gemiddelde verkoopprijs Gemiddelde verkoopprijs Kasstroom Woningen
Verschil
2013 81
Aantal Verkoop onder Voorwaarden Aantal garage/bedrijfsruimten verkocht
Werkelijk
9
9
€ 139.000
€ 139.000
7
9
2
€ 13.900 € 7.651.000
€ 14.000 € 3.234.000 € 941.000 *
€ 100 -€ 4.417.000 € 941.000 *
-€ 206.000
-€ 206.000
€109.000
€109.000
Verkoopresultaat € 844.000 € 844.000 * De verkoopwoningen zijn gewaardeerd tegen de verwachte verkoopwaarde. Het verschil tussen deze verkoopwaarde en historische kostprijs is opgenomen in de herwaardering en loopt via de balans. De verschillen tussen verkoopwaarde en de werkelijke verkoopprijs worden verantwoord in de winst- en verliesrekening en bedraagt in 2013 € 941.000.
Voor 2013 was gerekend met de verkoop van 81 woningen en 7 garages. In de loop van 2013 is besloten de doelstelling (in aantallen en geld) te halveren. In werkelijkheid zijn 32 woningen en 9 garages verkocht. Per saldo is in 2013 € 4,4 miljoen minder aan kasstromen gerealiseerd dan begroot. Door een vertraging in de voorbereiding van nieuwe verkoopcomplexen waren de mutaties in de bestaande verkoopvoorraad niet toereikend om de verkoopdoelstelling te realiseren. Door de ingezakte verkoopmarkt is de doorlooptijd langer waardoor ook de leegstand als gevolg van verkoop toeneemt. Behalve de stagnerende verkoopaantallen is ook sprake van een behoorlijke daling van de verkoopprijzen. 6.10 Verkoop onder voorwaarden (v.o.v.) Trivire heeft in de afgelopen 15 jaar totaal 187 woningen verkocht met specifieke voorwaarden over de plicht tot terugkoop en winstdeling met de verkoper. De Richtlijn voor de Jaarverslaggeving schrijft voor dat deze verkoop onder voorwaarden op de balans moet worden weergegeven. Trivire heeft met ingang van 2010 ervoor gekozen om deze woningen tegen actuele waarde te waarderen. De actuele waarde wordt bepaald door de marktwaarde op moment van verkoop, jaarlijks te indexeren met het prijsindexcijfer van bestaande koopwoningen in de gemeente Dordrecht. In 2013 zijn 9 woningen aangekocht en daarnaast zijn 9 woningen verkocht onder voorwaarden. De voorraad nog te verkopen woningen onder voorwaarden per 31 december 2013 was 1 woning in de wijk Sterrenburg te Dordrecht. Per 1 januari 2013 bedroeg de actuele waarde € 18.474.000 en de terugkoopverplichting € 18.862.000. In 2013 zijn 28 woningen toegevoegd. Het prijsindexcijfer ultimo 2013 bedraagt 86,50 (2005 = 100) tegenover 91,50 ultimo 2012. De actuele waarde per 31 december 2013 bedraagt € 22.425.222 en de terugkoopverplichting € 23.014.000. Het negatieve effect op de waardering van actuele waarde en terugkoopverplichting bedraagt per saldo € 228.000 en is ten laste van het resultaat 2013 gebracht.
Trivire Jaarverslag 2013
17
6.11 Risicomanagement In 2013 was de focus voor risicomanagement gericht op een drietal speerpunten namelijk imagoschade, vastgoedveiligheid en financiële continuïteit. Over deze drie speerpunten het volgende: 1. Imagoschade Het imago wordt niet alleen bepaald door het handelen of nalaten van de organisatie zelf, maar wordt tevens beïnvloed door het beeld dat bestaat of ontstaat, niet alleen van Trivire, maar ook van de sector als geheel. Ten aanzien van de beleidsregels derivaten en het (niet) voldoen aan de stresstest eind 2012 ten aanzien van de liquiditeitsbuffer, is Trivire vermeld in een brief van de minister aan de Tweede Kamer over derivaten. Daarnaast is de Parlementaire Enquête en de binnenkort te maken start van de openbare verhoren mogelijk bepalend voor de beeldvorming over de sector op korte en wellicht zelfs lange(re) termijn. 2. Vastgoedveiligheid De inmiddels bekende vastgoedrisico’s, zoals spouwankers, galerijvloeren, branddoorslag, asbest en houten begane grondvloeren, zijn geïnventariseerd en waar nodig zijn de in de onderzoeksrapporten geconstateerde bevindingen vertaald in maatregelen voor de meerjarenonderhoudsbegroting (MJOB) 2014 en later. 3. Financiële continuïteit Op basis van een inschatting van mogelijke (bedrijfs)risico’s heeft Trivire de minimaal benodigde risicobuffer berekend op een totaalbedrag van € 125 miljoen. Dit is vertaald in een minimale solvabiliteit van 15% bij waardering tegen bedrijfswaarde. Dit percentage is bijgesteld naar 20% conform de normering van het WSW. Trivire wil niet geconfronteerd worden met (extra) belemmeringen op het gebied van financiering en conformeert zich dus aan die hogere norm. De werkelijke solvabiliteit handhaaft zich op basis van de huidige inzichten en uitgangspunten langjarig boven 30%. Het CFV heeft ook over 2013 aan Trivire laten weten dat zij de solvabiliteit voldoende acht. De volgende onderwerpen worden nauwlettend in de gaten gehouden: wijzigende wet- en regelgeving, waaronder de nieuwe Woningwet (inclusief de Novelle); nieuwe (strengere) eisen van externe toezichthouders; voorstellen en wijzigingen rond de WNT die onder meer zorgen voor het risico dat het steeds moeilijker zal worden om een kwalitatief hoogwaardige bestuurder (en leden RvC) te vinden; treasury; waardering activa en asset management; projectrisico’s. Overigens mag duidelijk zijn dat ook voor Trivire en ook over 2014 blijft gelden wat andere corporaties vrijwel zonder uitzondering in hun risicomanagementrapportages melden: ‘het grootste risico voor de (continuïteit van de) bedrijfsvoering van woningcorporaties wordt gevormd door de sterk veranderende en onvoorspelbare centrale wet- en regelgeving’. Met scenarioberekeningen worden tussentijds zoveel als mogelijk de consequenties inzichtelijk gemaakt. 6.12 Treasury In het treasuryjaarplan 2013 zijn financiële doelstellingen geformuleerd voor de organisatie, te weten: Jaar 2013 o Afsluiten van een roll-overlening van € 5,0 miljoen voor een afgesloten swap; o benutten van de beschikbare ruimte van flexleningen voor een bedrag van € 9,0 miljoen; Jaar 2014 o afsluiten van roll-overleningen voor een bedrag van € 25,0 miljoen voor afgesloten swaps benutten van de beschikbare ruimte van flexleningen van € 3,9 miljoen; Jaar 2015 o afsluiten van roll-overleningen voor een bedrag van € 20,0 miljoen voor afgesloten swaps; o benutten van de beschikbare ruimte van flexleningen van € 11,2 miljoen.
Trivire Jaarverslag 2013
18
Flexleningen In 2013 zijn vijf nieuwe flexleningen afgesloten met een totale hoofdsom van € 45 miljoen, waarvan 20% is gestort. Deze leningen zijn specifiek afgesloten voor de aan te houden liquiditeitsbuffer voor mogelijke margin calls uit hoofde van afgesloten derivatencontracten. De resterende 80% van de ruimte op deze flexleningen is, indien noodzakelijk, binnen 48 uur op te nemen. Een van deze leningen (€ 5,0 miljoen) is voorlopig gekoppeld aan een reeds afgesloten swap van € 5,0 miljoen. De totale hoofdsom van de flexleningen bedraagt na genoemde transacties € 107,5 miljoen (€ 62,5 miljoen regulier en € 45,0 miljoen voor liquiditeitsbuffer). Per eind december 2013 bedraagt de ruimte op deze leningen totaal € 43,6 miljoen, zijnde € 7,6 miljoen voor reguliere doeleinden en € 36,0 miljoen voor de liquiditeitsbuffer. Kredietfaciliteit Trivire heeft een kredietfaciliteit afgesloten bij de BNG Bank van € 20 miljoen. Deze is met ingang van 1 januari 2011 verlengd voor onbepaalde tijd. Het tarief is gebaseerd op het 1 maands Euribor tarief verhoogd met 75 basispunten. Deze faciliteit is beperkt gebruikt in 2013. In november 2013 is met de BNG Bank overeengekomen, dat deze faciliteit ook benut kan worden voor eventuele margin calls van BNG-derivaten. In 2013 hoefde hier geen gebruik van gemaakt te worden. Roll-overleningen In 2013 zijn geen roll-overleningen afgesloten. Voorzien in resterende financieringsbehoefte Er is één lening afgesloten in 2013 voor een bedrag van € 10 miljoen. Leningen gestort in 2013 In 2013 zijn 3 basisrenteleningen gestort van ieder € 10 miljoen. Daarnaast is nog een lineaire lening gestort van € 10 miljoen in juli 2013 en een lening van € 0,5 miljoen voor een niet DAEB-investering. Tenslotte is 20% gestort van 5 flexleningen voor een totaalbedrag van € 9,0 miljoen; deze leningen zijn eveneens afgesloten in 2013. Deze leningen zijn specifiek afgesloten voor de aan te houden liquiditeitsbuffer uit hoofde van afgesloten derivatencontracten. Renteconversie leningen In 2013 hebben 2 leningen met een totale restschuld van € 4,9 miljoen een renteconversie ondergaan. De gemiddelde gewijzigde rente is 3,06% en geldt voor 10 jaar. Spreadherziening Voor twee basisrenteleningen van ieder € 10 miljoen is de spread aangepast. De nieuwe spread is gemiddeld 0,40%. Leningen u/g Eind 2013 betreft dit alleen een lening aan stichting Woonbron van € 1,6 miljoen tegen 6,5% rente. Derivatenportefeuille Trivire maakt gebruik van financiële derivaten om het renterisico af te dekken. Er waren per 31 december 2013 19 payers swaps afgesloten met een hoofdsom van € 132,5 miljoen. De payers swaps zijn afgesloten met het doel het renterisico voor al afgesloten of af te sluiten leningen te beperken. Eind april 2014 loopt een contract van € 5 miljoen af, deze wordt vervangen door een nieuwe reeds afgesloten payers swap van € 5 miljoen die begin mei 2014 ingaat. Vijf derivaten met een totaal bedrag van € 45 miljoen starten na 31 december 2013. Eén contract bij de Deutsche Bank is zonder stortingsverplichting. Voor de overige contracten is afgesloten een CSA (Credit Support Annex – een contractuele afspraak om het marktwaarde-verschil tussentijds af te rekenen) of een NRL (Negatieve Rescontre Limiet – dat als de negatieve marktwaarde een bepaalde limiet overschrijdt, dat dan de verplichting tot bijstorting aan de orde is). Zes contracten zijn gebaseerd op een raamovereenkomst financiële derivaten. Hiervoor geldt eveneens een bijstortingsplicht.
Trivire Jaarverslag 2013
19
De totale marktwaarde per 31 december 2013 is gebaseerd op de opgave van de banken per ultimo 2013 en bedraagt -/- € 24,5 miljoen. Omdat dit bedrag het thresholdbedrag en het minimaal te betalen transferbedrag niet overschrijdt, is een verplichte storting van liquide middelen niet aan de orde. Afkoop derivatencontract BNP Paribas van € 10 miljoen Op 23 augustus 2013 heeft Trivire een derivaat met een hoofdsom van € 10 miljoen afgekocht, afgesloten bij BNP Paribas tegen een positieve marktwaarde van € 0,1 miljoen. Deze afkoop is conform het goedgekeurde Plan van Aanpak van 29 augustus 2013 met het doel de liquiditeitsexposure van de derivatenportefeuille te reduceren. Het genoemde bedrag is ten gunste van het jaarresultaat 2013 gebracht. Toezichtbelemmerende bepalingen e In het 4 kwartaal 2013 zijn alle 19 afgesloten derivatencontracten nogmaals getoetst op aanwezigheid van toezichtbelemmerende bepalingen. Op 10 contracten is sprake van toezichtbelemmerende bepalingen. Deze contracten vertegenwoordigen een nominale waarde van € 59,5 miljoen. Deze 10 contracten zijn afgesloten bij BNG Bank, BNP Paribas en Credit Suisse. Deze drie banken hebben aangegeven niet mee te werken aan eliminatie van de TBB. Van BNG Bank wordt verwacht dat zij mee zullen werken na overleg met CFV en ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). BNP Paribas werkt vooralsnog niet mee aan aanpassing van juridische documentatie en Credit Suisse werkt slechts mee aan wijziging van juridische documentatie onder voor Trivire niet wenselijke condities. Trivire wenst onder voorwaarden de derivatenportefeuille te reduceren, indien dit tegen een neutrale of positieve marktwaarde kan worden geëlimineerd en het renterisico op de onderliggende financiering kan worden afgedekt. Er is een Plan van Aanpak opgesteld in december 2013 en in februari 2014 ingediend bij het CFV. Stresstest derivaten Bij een 2% lagere marktrente zou de negatieve marktwaarde van de derivatenportefeuille per peildatum 31 december 2013 € 79,4 miljoen bedragen. Het bij te storten bedrag zou dan € 31,4 miljoen zijn. Liquiditeitsbuffer Het ministerie van BZK heeft op 5 september 2012 in de nieuwe beleidsregels gebruik financiële derivaten bepaald dat corporaties een liquiditeitsbuffer dienen aan te houden, die voldoende is om bijstortingsverplichtingen te kunnen opvangen in het geval dat de vaste rente van de derivatencontracten met 2% zou dalen. Per 31 december 2013 zou deze buffer € 31,4 miljoen moeten zijn. Trivire had vanuit het Eigen Middelen Beleid van het WSW per 31 december 2013 een totale buffer van € 45,0 miljoen ter beschikking. Daarmee wordt dus voldaan aan de gestelde voorwaarde ten aanzien van de benodigde liquiditeitsbuffer. Beleggingsbeleid Trivire streeft een beleggingsbeleid na, waarbij de nadruk ligt op het voorkomen van risico’s. Hierbij komen de volgende beleggingscategorieën in aanmerking: Voor de korte termijn (tot één jaar): rekening-courant deposito’s of met deposito’s vergelijkbare beleggings- en spaarvormen callgeld Voor de lange termijn (vanaf één jaar) is beleggen alleen toegestaan na voorafgaande besluitvorming door de bestuurder en goedkeuring door de RvC. De volgende uitsluitend Nederlandse debiteuren met een hoofdvestiging in Nederland komen voor beleggingen in aanmerking: de rijksoverheid, lagere overheden, banken, mits sprake is van voldoende garanties of minimale rating van AA door minimaal twee rating agencies. Treasurystatuut Vooral als gevolg van het invoeren van nieuwe regelgeving van financiële derivaten per 1 oktober 2012 en de aanpassingen per 1 september 2013 is het treasurystatuut geactualiseerd. Vaststelling en goedkeuring vonden plaats, respectievelijk in december 2013 en in februari 2014.
Trivire Jaarverslag 2013
20
6.13 Meerjarenbegroting Op 11 december 2013 is het jaarplan 2014 vastgesteld en goedgekeurd. In dit document zijn alle uitgangspunten en gegevens geactualiseerd naar de nieuwste inzichten. De belangrijkste aanpassingen op dat moment waren: de aanpassing van het Strategisch Voorraad Beleid (SVB); het doorschuiven van de energieprojecten van 2013 naar 2014; het inrekenen van de verhuurdersheffing en de inkomsensafhankelijke huurverhoging in 2013 en 2014 in de bedrijfswaarde; Bij het opstellen van de begroting 2014 is als taakstelling een besparing van 10% gedefinieerd. De werkorganisatie heeft massaal besparingsvoorstellen aangedragen. Deze zijn beoordeeld en waar mogelijk vertaald naar de budgetten. De besparingen zijn afgezet tegenover de begrote bedragen voor 2014 zoals opgenomen in de begroting 2013 en later. In de apparaatskosten wordt € 1,6 miljoen (9,1%) bespaard in de kosten en wordt € 0,2 miljoen extra dekking gevonden in het doorbelasten van apparaatskosten naar derden. Per saldo is dit € 1,8 miljoen. In het onderhoud is een besparing ingerekend van € 2 miljoen. De voorgenomen verhuurderheffing naar de kennis van heden loopt voor Trivire op van € 0,3 miljoen in 2013 naar € 7,9 miljoen in 2018. Het aandeel in de saneringssteun bedraagt voor 2013 € 3,2 miljoen. Voor de jaren 2014 tot en met 2018 houdt Trivire rekening met een totale saneringsteun heffing van € 8,7 miljoen. Ook voor de jaren daarna is gerekend met beide heffingen. Trivire heeft in haar projecties rekening gehouden met een beperkte verruiming van het huurbeleid in 2014. De ingerekende stijging van de huurinkomsten bedraagt dan gemiddeld 1% boven inflatie. In de ondernemingsvisie is gesteld dat Trivire te allen tijde financierbaar, borgbaar en solvabel moet zijn om daarmee de continuïteit van de organisatie te waarborgen. Dit is van essentieel belang om de juiste dingen goed te kunnen blijven doen. Geconstateerd kan worden dat voor de eerstkomende 10 jaar - en daarbinnen in ieder geval de eerste 5 jaar – aan de normen van ICR, loan to value en 2% fictieve aflossingsverplichting wordt voldaan.
Meerjarenbegroting 2,50
38% 37%
1,50 1,00 0,50
36% 35% 34% 33% 32% 31%
Solvabilitiet
ICR/DSCR
2,00
Solvabiliteit ICR DSCR
30% 0,00
29%
7. Overige activiteiten Er was in 2013 geen sprake van andere activiteiten dan die, waarover tot hier reeds verslag is, c.q. waarover in de komende paragrafen nog verslag zal worden gedaan.
Trivire Jaarverslag 2013
21
8. Overleg gemeenten en regio Regio Drechtsteden Trivire is actief in drie gemeenten in de regio Drechtsteden. De Drechtsteden bestaan uit Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Deze gemeenten vormen een zogenoemde WGR-regio (Wet Gemeenschappelijke Regelingen). De regio kent een Drechtstedenbestuur, waarin wethouders uit de verschillende gemeentes zitting hebben als portefeuillehouders, en een ‘Drechtraad’, samengesteld uit raadsleden uit de diverse fracties in de zes afzonderlijke gemeenteraden. De regio kent een goede samenwerking op diverse terreinen, waaronder ook wonen en ruimtelijke ordening. Trivire onderschrijft de visie die op deze terreinen is ontwikkeld en baseert daar haar eigen beleid op. Het is ook met de regio dat de prestatieafspraken voor de lange termijn (PALT) worden gemaakt. Gemeenten De drie gemeenten binnen de regio waar Trivire woningen bezit zijn Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht. Met ieder van deze gemeenten is, zowel op bestuurlijk als op uitvoerend niveau overleg. Daarbij valt wel op dat de frequentie en intensiteit van het overleg ongeveer lijken samen te hangen met de omvang van het woningbezit. Zo is het overleg met de gemeente Dordrecht het meest frequent en intensief, gevolgd door dat met de gemeente Zwijndrecht. Daar het aantal woningen dat Trivire in Hendrik-Ido-Ambacht beheert relatief zeer klein is, is het overleg met die gemeente ook relatief beperkt. Onze collega-corporatie Rhiant neemt het overleg met deze gemeente doorgaans voor ons waar, waar nodig. Overigens was er in 2013 wel overleg over de (door)ontwikkeling van de VINEX-locatie De Volgerlanden, maar dan via onze deelneming in de Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie v.o.f., waarin Trivire voor 40% participeert.
9. Verbindingen Het BBSH verlangt van corporaties dat zij zich verantwoorden over de verbindingen met andere rechtspersonen en vennootschappen die zij heeft c.q. waartoe zij in het verslagjaar hebben besloten; Ook moet aannemelijk worden gemaakt dat is voldaan aan artikel 11a, tweede lid. Dat wil zeggen dat de verbindingen nodig zijn om te kunnen voldoen aan de artikelen 12 t/m 22 van het BBSH. Daarin staan de prestatievelden van de corporaties genoemd. In onderstaande tabel worden alle deelnemingen en verbindingen, die Trivire in 2013 had, vermeld, inclusief de aard, de omvang en de reden ervan. Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van 2012. Deelnemingen Trivire in 2013 Naam
Sinds
Stichting Woonkeus Drechtsteden Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie v.o.f. Pro-Net Projectontwikkeling B.V.
1-1-2000 1-1-2000
29-9-2012
Aard van de deelneming Jaarlijkse bijdrage in de kosten Aandeel in het tekort Enig aandeelhouder
Aandeel Trivire
43%
100%
Oorspr:1995
WoningNet N.V.
1-7-2004
Aandeelhouder
<1%
Stadsherstel Drechtsteden N.V.
4-2-2009
Aandeelhouder
39%
Reden van deze verbinding Regionale marktgerichte verdeling voor verhuur vrijkomende woonruimte Realisatie van sociale koop- en huurwoningen en vrije sector woningen Ontwikkelen van projecten en/of verkrijgen van onroerend goed in nietDAEB segment Mede gebruik van het regionale systeem van woonruimteverdeling Verwerven, in stand houden, herstellen en beheren van monumentale panden in de regio Drechtsteden
Stichting Woonkeus Drechtsteden Trivire participeert samen met vier corporaties in de Stichting Woonkeus Drechtsteden. Jaarlijks wordt door Woonkeus een begroting ingediend. Na goedkeuring door de deelnemers is de jaarlijkse bijdrage per deelnemer bekend. Binnen Woonkeus wordt geen eigen vermogen gevormd. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met de jaarlijkse deelnamekosten. Er zijn geen bijzondere financiële risico’s met betrekking tot deze deelneming.
Trivire Jaarverslag 2013
22
Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie v.o.f. De VOC hield zich bezig met de realisatie van 1.337 sociale koop- en huurwoningen en 464 vrije sectorwoningen. Het aandeel van Trivire in deze v.o.f. en dus in het tekort bedraagt 43%. Dit betreft overigens een fictief tekort op basis van het financiële meerjaren rekenmodel van de VOC. Dit rekent met de oorspronkelijke uitgangspunten van beheer van de huurwoningen binnen de VOC. Op 31 december 2013 heeft de opheffing van de v.o.f. plaatsgevonden. De liquidatiejaarrekening over 2013 is door de externe accountant gecontroleerd en akkoord bevonden. De financiële afwikkeling is gestart en verwerkt in de jaarrekening over 2013. Met betrekking tot de deelneming in de VOC zijn er met ingang van 2014 dan ook geen directe risico’s meer. Indirect is nog het risico dat bij ontwikkelde projecten zich in de toekomst zettingsproblemen voordoen. Iedere voormalige deelnemer aan de VOC is dan met betrekking tot de sociale huur- en sociale koopwoningen verantwoordelijk voor het betreffende cluster dat hij heeft gerealiseerd. Met betrekking tot de vrije sectorwoningen komen deze risico’s voor rekening van de corporatie die aanpalend aan deze koopwoningen sociale huurwoningen heeft gerealiseerd. De kans hierop schatten wij in als gering. De fiscale afwikkeling met betrekking tot de Vpb over de jaren tot en met 2013 vindt plaats in 2014 maar omdat de VOC als v.o.f. fiscaal transparant is, zijn de voormalige deelnemers hier ieder voor zich verantwoordelijk voor. Ook hier schatten wij in dat de risico’s gering zijn. Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Op 29 september 2012 is Pro-Net Projectontwikkeling B.V. ontstaan als gevolg van de naamswijziging van Pro-Net Holding B.V. Enig aandeelhouder van Pro-Net Projectontwikkeling B.V. is Stichting Trivire. Pro-Net Projectontwikkeling B.V. is gevestigd op de Callistolaan 2, 3318 JA te Dordrecht. De doelstelling van Pro-Net Projectontwikkeling B.V. wordt in artikel 2 van de statuten als volgt omschreven: a. het voor eigen rekening of voor rekening van derden ontwikkelen, financieren en uitvoeren van (bouw)projecten; b. het voor eigen rekening of voor rekening van derden verkrijgen, vervreemden, bezwaren, exploiteren, huren en verhuren van onroerende zaken en andere registergoederen; c. het samenwerken met, het deelnemen in, het overnemen van en het voeren van bestuur over andere vennootschappen en ondernemingen; d. het (doen) financieren, ook door middel van het stellen van zekerheden, van andere vennootschappen en ondernemingen waarmee de vennootschap in een groep is verbonden; e. het verkrijgen, beheren en vervreemden van effecten en andere waardepapieren, het ter leen opnemen en ter leen verstrekken van gelden, het stellen van zekerheid ook voor schulden van derden; f. en het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Vorenstaande activiteiten dienen (hoofdzakelijk) niet gericht te zijn op activiteiten die in de regelgeving met betrekking tot woningcorporaties worden verstaan onder DAEB. Het resultaat over 2013 bedraagt € 4.813 batig. Het eigen vermogen ultimo 2013 is € 1.177.000. WoningNet N.V. Per 1 juli 2004 is het regionale systeem van woonruimteverdeling aangepast. Ook is besloten dat gebruik gemaakt gaat worden van het automatiseringssysteem van WoningNet N.V. Om voor vrijstelling van btw-heffing over een groot deel van deze dienstverlening in aanmerking te komen, is het in deze situatie noodzakelijk om aandeelhouder van deze onderneming te zijn. Het aandelenkapitaal van WoningNet N.V. bestaat uit 900.000 aandelen. Trivire heeft hiervan 300 aandelen verworven voor een bedrag van € 2.800. Stadsherstel Drechtsteden N.V. Mede op initiatief van Trivire hebben de woningcorporaties in de Drechtsteden (met uitzondering van Tablis) in 2008 besloten tot het oprichten van de naamloze vennootschap Stadsherstel Drechtsteden. Hoofddoel van deze vennootschap is het op een maatschappelijk en economisch verantwoorde wijze verwerven, in stand houden, herstellen, beheren en vervreemden van hoofdzakelijk (rijks)monumenten in de zin van de Monumentenwet 1988 en andere historische gebouwen in de regio Drechtsteden en omgeving. Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt € 17,7 miljoen, waarvan € 3,644 miljoen is geplaatst en gestort. Trivire bezit 38,5% van de aandelen. Het resultaat over 2013 bedroeg -/- € 45.233. Het eigen vermogen ultimo 2013 is € 2.957.000. Het aandeel van Trivire bedraagt € 1.140.000.
Trivire Jaarverslag 2013
23
10. Wijkactieplan Crabbehof De wijk Crabbehof is de enige van de veertig Vogelaarwijken waar Trivire bezit heeft. Crabbehof maakt deel uit ven het postcodegebied 3317, dat in het kader van de wijkaanpak bekendstaat als Wielwijk/Crabbehof. De eveneens tot dat gebied behorende wijk Zuidhoven en de woningen in de buurt Amstelwijck zijn uitgezonderd van de aanpak. Het nieuwe kabinet heeft – in navolging van het kabinet Rutte I – besloten door te gaan met de afbouw van de wijkaanpak. 2013 is het laatste jaar waarin nog sprake was van een (door de andere Nederlandse woningcorporaties betaalde) rijksbijdrage aan de wijkaanpak. Het programma wordt toch voortgezet, zij het op beperktere schaal. In 2013 zijn in Crabbehof de volgende activiteiten ontplooid in het kader van het wijkactieplan: Wijkwinkel/project ‘Laat je kennen’ De wijkwinkel in het winkelcentrum is doorontwikkeld tot informatiepunt met ruim 4.300 bezoekers. Anonimiteit is afgenomen door huisbezoeken bij (181) nieuwe en (166) zittende bewoners die aandacht behoeven. Versterken eigen kracht Diverse activiteiten op het gebied van participatie en (taal)lessen. Gezondheidsbevordering In de wijk wordt sterk ingezet op het bevorderen van een gezondere levensstijl, zowel voor wat betreft voeding als voor wat betreft sport en beweging. Schoon, heel en veilig In samenwerking met de gemeente (wijklijnmeldingen) en bewoners wordt, onder meer via regelmatige wijkschouwen, werk gemaakt van een wijk die zo min mogelijk afglijdt op deze drie terreinen. Wijken die voldoen aan deze criteria vertonen een grotere kans op sociale stijging. Werkmakelaar Het hebben van werk is – na het hebben van een goede opleiding – een van de belangrijkste factoren voor sociale stijging. De werkmakelaar heeft 76 mannen/vrouwen aan het werk geholpen. Begin 2014 starten er nog eens 51. Sociale herovering Crabbehof Noord Crabbehof Noord is een van de zwakkere buurten in de wijk. In goede samenwerking met Woonbron, Sportbedrijf en Twern werkt MEE Drechtsteden aan gedragsverandering van de bewoners. Dit onder andere door thema-avonden en het afspreken van leefregels (hoe gaan we met elkaar om). Wijkeconomie Het gaat hierbij om het faciliteren van winkeliers, startende ondernemers en ZZP’ers door het geven van informatie, advies en ondersteuning. Ook om het vergroten van de objectieve en subjectieve veiligheid, leefbaarheid en attractiviteit van het winkelgebied door middel van een structurele en duurzame publiek-private samenwerking. Dit conform de doelstellingen zoals deze staan vermeld in de wijkvisie. Aanpak particuliere woningvoorraad De wijk kent een aantal appartementengebouwen met passieve VvE’s. Verloedering daar – wat niet denkbeeldig is – kan leiden tot een negatieve uitstraling elders in de wijk. De vijf zwakste VvE’s zijn inmiddels geïdentificeerd. Gepoogd wordt daar ondersteuning en bijsturing te bieden. Imagoverbetering Doel hiervan is de verbeteringen op sociaal en fysiek gebied zo uit te dragen, dat het negatieve imago in positieve richting kantelt. Het is zaak dat (toekomstige) bewoners en stakeholders weer vertrouwen krijgen in Crabbehof. Dit gebeurt alleen wanneer zij de verbeteringen met eigen ogen zien, eraan meewerken en zelf ervaren.
Trivire Jaarverslag 2013
24
Bedrijfsplan Stadslandbouw Het betreft hier het realiseren van een gezamenlijke tuin op de speeltuinlocatie. Het initiatief staat bekend onder de naam ‘Crabbehoeve’.
11. Doelen 2013 Onze organisatie had zich voor 2013 zeven hoofddoelen gesteld. In onderstaand overzicht worden die doelen weergegeven met een korte weergave van de mate waarin zij behaald zijn. Nr Doel Tri-connect: verbinden 1 met de klant Duurzame woningvoorraad: + 510 2 energiezuinige woningen Verkoop van 80 3 woningen per jaar Daling netto 4 bedrijfslasten
Resultaat
Score
Optimalisatie systeem gereed. Vertraging bij digitalisering en internet. Budget overschreden Van de 50 geplande woningen zijn er 19 uitgevoerd. Rest is doorgeschoven naar 2014 Doel is – gezien de marktsituatie – bijgesteld naar 40 woningen. Dat zijn er 41 geworden. Beinvloedbare bedrijfslasten met 5,9% gedaald
PROF en Systeem van functionerings-, ontwikkelings- en 5 competentiemanagement beoordelingsgesprekken is ingevoerd. Tri-connect: 6 verhuurmutatieproces Tri-connect: 7 managementinformatie
Verhuurmutatieproces is geoptimaliseerd en nu vrijwel papierloos via een App op verschillende tablet-PC’s Vertraging in de oplevering van datawarehouse en rapportages.
Legenda: Processen volgens plan en op schema; geen afwijkingen te verwachten. Afwijkingen in planning of resultaat; bijsturing nodig. Grote afwijking die vraagt om ingrijpen of bijstelling.
Trivire Jaarverslag 2013
25
3. Verslag Huurdersraad
JAARVERSLAG 2013
Trivire Jaarverslag 2013
26
1. Inleiding De belangrijkste taak van de huurdersraad is het gevraagd en ongevraagd geven van adviezen aan Trivire. Evenals voorgaande jaren zijn een aantal adviezen gegeven. Er is, op allerlei niveau, overleg met Trivire geweest. Actuele zaken, zoals servicekosten, huurprijs-, verhuur-, en verkoopbeleid zijn aan de orde geweest. Onderstaand treft u de belangrijkste zaken aan, die in 2013 de revue hebben gepasseerd. 2. Samenstelling en organisatie van de huurdersraad Er hebben geen mutaties plaatsgevonden in het aantal leden van de huurdersraad. Stichting Huurdersraad Trivire heeft 21 leden. De huurdersraad heeft een dagelijks bestuur, bestaande uit 3 personen. In januari heeft de heer P. Kool het voorzitterschap overgenomen van de heer J. Heeres, die zich genoodzaakt zag wegens persoonlijke omstandigheden uit het Dagelijks Bestuur (DB) terug te treden. Naast het Dagelijks Bestuur zijn er werkgroepen actief voor specifieke onderwerpen. Deze werkgroepen bestaan uit leden van de huurdersraad. De navolgende werkgroepen zijn actief: Huurbeleid en servicekosten Welzijn, Leefbaarheid en Zorg Woningbeheer (sloop, nieuwbouw, onderhoud, koop en verkoop) en Financiën Het Dagelijks Bestuur voert regelmatig overleg met leden van het Managementteam van Trivire. Hier worden actuele zaken besproken (het functioneren van Trivire en de huurdersraad, toekomstige participatie-structuur, komende adviezen). In 2013 is het DB 10 keer bij elkaar geweest. Ook heeft het Dagelijks Bestuur overleg gevoerd met de 2 commissarissen binnen de RvC van Trivire, die door de huurdersraad zijn afgevaardigd. Bij één overleg was de bestuurder aanwezig. Twee huurdersraadleden hebben zitting in de Klankbordgroep ‘Woonruimteverdeling’ van Stichting Woonkeus. Ook nemen twee leden van de huurdersraad, op persoonlijke titel, deel aan de Klankbordgroep ‘Gebruikskwaliteit Nieuwbouwwoningen’. Hier wordt advies gegeven over praktische zaken met betrekking tot het ontwerp van nieuw te bouwen woningen door Trivire. De voorzitter neemt deel aan het Gemeenschappelijk Overleg Huurdersraden Drechtsteden (GOHD). Alle corporaties (Rhiant, Woonkracht10, Tablis Wonen, Woonbron en Trivire) zijn hierin vertegenwoordigd. Doel van het GOHD is om onderling informatie uit te wisselen over actuele zaken en waar mogelijk gezamenlijk actie te ondernemen. In 2013 heeft de voltallige huurdersraad 12 vergaderingen belegd, waarvan één met de bestuurder van Trivire. Verder zijn door de werkgroepen, onderling en met Trivire, bijeenkomsten belegd. De huurdersraad is lid van de Woonbond, de belangenbehartigingsorganisatie van huurders in Nederland. Een aantal publicaties van de huurdersraad is in het per kwartaal verschijnende bewonersblad Vitrine opgenomen. Tevens is er een huurdersraad-gedeelte op de website van Trivire. De huurdersraad heeft een samenwerkingsovereenkomst met Trivire. Het Dagelijks Bestuur is in overleg met Trivire over een nieuwe vorm van huurderparticipatie. Dit omdat formeel eind 2013, conform de statuten, alle huurdersraadleden af zouden moeten treden. Dit aftreden is, wachtend op de nieuwe vorm van participatie, voorlopig uitgesteld. 3. Werkgroep ‘Huurbeleid en Servicekosten’ De werkgroep bestaat uit drie leden van de huurdersraad en heeft onder meer gesproken over: Informatieverstrekking over fondsen Naast het vrijwillige service-abonnement maken glas-, lampen en ontstoppingsfonds deel uit van de te betalen servicekosten. De huurdersraad wil graag inzicht hebben in het beheer en doelmatigheid van de fondsen. In overleg met Trivire is een overzicht vastgesteld van jaarlijks aan de huurdersraad te verstrekken gegevens. Dit wordt regelmatig geëvalueerd. Gelijktrekken wijze van berekening servicekosten Tussen de fusiecorporaties bleek veel verschil in de wijze van (door)berekening van de servicekosten te zijn. In het verleden was er een servicekostenbeleid opgesteld door de werkgroep ‘Servicekosten’ van oud-Progrez. Helaas heeft Trivire ervoor gekozen om een nieuw beleid op te stellen, wat minder uitgebreid is dan het voorgaande, maar wat wel in overeenstemming is met de regels van de Huurcommissie.
Trivire Jaarverslag 2013
27
Huurverhoging In 2013 heeft het ministerie in Den Haag besloten dat woningcorporaties gelden af moeten gaan dragen voor o.a. verhuurdersheffing en het gezond krijgen van corporaties in financieel zwaar weer. Het advies vanuit het Rijk is dan ook om de huren extra te verhogen te weten voor inkomens tot € 34.000 4%, voor inkomens tussen € 34.000 en € 43.000 4,5% en voor de hogere inkomens 6%. Dit advies heeft Trivire gevolgd. Onderhoudsbeleid en onderhouds-ABC Er is uitgebreid overleg geweest over het onderhoudsbeleid en het onderhouds-ABC. Een extern bureau heeft een nieuw, meer efficiënt, onderhouds-ABC opgesteld wat ook een kostenreductie tot gevolg heeft. Hierover is uitgebreid overleg geweest met de werkgroep. 4. Werkgroep ‘Welzijn, Leefbaarheid en Zorg’ De werkgroep bestaat uit vier leden van de huurdersraad. Besproken onderwerpen zijn onder meer: - Vaststellen en uitwerken wijkvisies - Scheiden wonen en zorg - Alarmeringsvoorzieningen in seniorenwoningen - Bespreking ontlabeling 55+-woningen 5. Werkgroep ‘Woningbeheer en Financiën’ De werkgroep bestaat uit vijf leden van de huurdersraad. Sociaal Plan bij Sloop Het voornaamste onderwerp in 2013 was het nieuw op te stellen sociaal plan bij sloop. Gedurende het jaar is veel overleg geweest om te komen tot een nieuw sociaal plan. Er werd nog steeds gewerkt met het sociaal plan van Progrez voor alle woningen van Trivire (ook van voormalig Interstede) en het tot eind 2013 geldende sociaal plan van Krispijn Wonen voor de woningen in Oud Krispijn. Omdat het Raamwerk van Oud Krispijn tot eind 2013 loopt, zal er vanaf 1 januari 2014 een nieuw sociaal plan zijn, ook voor de woningen in Oud Krispijn. Trivire en de werkgroep hebben uiteindelijke overeenstemming over een nieuw sociaal plan bereikt, maar de werkgroep heeft niet al haar wensen ingewilligd gezien. Politiekeurmerk Veilig Wonen Gedurende het jaar wordt besloten geen nieuw Politiekeurmerk meer aan te brengen in bestaande woningen. In nieuwbouwwoningen wordt het nog wel aangebracht, omdat het een wettelijke verplichting is. Hiervoor is gekozen, gezien de hoge kosten. De bewoners zijn hiervan in kennis gesteld. 6. Financiën huurdersraad De huurdersraad heeft in 2013 een eigen budget in beheer. De penningmeester betaalt alle declaraties en rekeningen. Achteraf wordt aan Trivire rekening en verantwoording afgelegd. In het financiële deel van het Trivire jaarverslag is een overzicht van de huurdersraaduitgaven gegeven. 7. Verklaring huurdersraad Het bestuur van de Stichting Huurdersraad Trivire verklaart, dat zij de jaarcijfers 2013 van Trivire heeft ontvangen en in de gelegenheid is gesteld om vragen met betrekking tot deze cijfers beantwoord te krijgen. De huurdersraad onderschrijft en ziet toe op de verklaring van het bestuur van Trivire met betrekking tot de uitgangspunten zoals omschreven in artikel 11 van het Besluit Beheer Sociale Huursector, waarin wordt gesteld dat de Woningstichting werkzaam moet zijn in het belang van de volkshuisvesting. De Stichting Huurdersraad Trivire blijft naar vermogen binnen haar verantwoordelijkheden en bevoegdheden en binnen het raam van de met Trivire overeengekomen samenwerkingsovereenkomst alert op het gevoerde beleid. Het belang van de huurders staat daarbij steeds voorop. P. Kool Voorzitter Stichting Huurdersraad Trivire
Trivire Jaarverslag 2013
28
4. Verslag Ondernemingsraad Verslag en verklaring ondernemingsraad 2013 De Ondernemingsraad van Stichting Trivire heeft per 31 december 2013 de volgende samenstelling:
Esmeralda Bruin William Giltay Maaike de Vleeschhouwer Paul Letterie Saliha el Bouchehati Dorethy Hiwat Arie van Duijn
voorzitter vice voorzitter lid lid lid lid lid
De belangrijkste onderwerpen in het jaar 2013 waren:
PROF en het beloningsbeleid Vitaliteitsbeleid en het verzuimprotocol VIA P&O Jaarplan en begroting 2014 Ontwikkelingen in de sector
De taak van de Ondernemingsraad in het algemeen is het vertegenwoordigen van de werknemers in overleg met de bestuurder en controleren van het gevoerde beleid in relatie tot de beleidsplannen. De Ondernemingsraad is een volwaardige gesprekspartner voor de bestuurder en denkt mee over het beleid van de organisatie en probeert in een vroeg stadium daarop invloed uit te oefenen. De Ondernemingsraad van Stichting Trivire verklaart kennis te hebben genomen van het jaarverslag 2013 van Stichting Trivire. Geheel volgens de voorschriften in het ‘Besluit verstrekking financiële informatie aan de ondernemingsraden 1985’ hebben wij het jaarverslag op tijd ontvangen. De Ondernemingsraad heeft naast de mondelinge toelichting in voldoende mate de gelegenheid gehad tot het stellen van vragen. Op grond hiervan zijn wij van oordeel dat dit jaarverslag een getrouw beeld geeft van de werkelijkheid en zien geen reden tot het plaatsen van kritische kanttekeningen. Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd, tekenen wij.
E. Bruin voorzitter
Trivire Jaarverslag 2013
29
5. Verslag Raad van Commissarissen (RvC) Algemeen De Raad van Commissarissen (RvC) heeft tot taak toezicht te houden op het bestuur en op de algemene gang van zaken in de woningcorporatie en de met haar verbonden ondernemingen en staat tevens het bestuur met raad ter zijde. De RvC houdt onder andere toezicht op: realisatie van de doelstellingen van de corporatie realisering van de volkshuisvestelijke opgaven strategie en de risico’s verbonden aan de activiteiten van de corporatie opzet en werking van de interne risicobeheersing- en controlesystemen kwaliteitsbeleid kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording financieel verslaggevingsproces naleving van toepasselijke wet- en regelgeving Dit toezicht strekt zich tevens uit tot de met de corporatie verbonden ondernemingen. De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de RvC zijn in de statuten van Trivire omschreven. Een en ander is verder uitgewerkt in het reglement voor de RvC dat op de website is geplaatst. In dit jaarverslag legt de RvC, als orgaan van een maatschappelijk ondernemende organisatie, publiekelijk verantwoording af over de wijze waarop hij invulling heeft gegeven aan de uitvoering van zijn taken in het afgelopen jaar. Als toezichtkader voor het uitoefenen van zijn taken hanteert de RvC onder meer: het BBSH de Governancecode woningcorporaties zoals die per 1 juli 2011 is geactualiseerd de door hem goedgekeurde ondernemingsvisie het strategisch plan het jaarplan de begroting een concrete (kwalitatieve) norm voor financiële continuïteit op langere termijn (ook de normen van het WSW en CFV vallen hieronder) afspraken met externe belanghebbenden (bijvoorbeeld: de prestatieafspraken lange termijn (PALT) met de gemeentelijke overheden) Dit toezichtkader wordt door de RvC gebruikt bij het nemen van besluiten, het beoordelen van bestuursvoorstellen en de bewaking van de realisatie van de corporatiedoelstellingen. Taak en werkwijze Om de toezichthoudende taak goed te kunnen vervullen heeft de RvC zich regelmatig schriftelijk dan wel mondeling door het bestuur laten informeren over de (financiële) resultaten in relatie tot de beoogde doelen, relevante externe ontwikkelingen en de wensen en behoeften van belanghebbenden. De RvC heeft in het afgelopen boekjaar het volgende ondernomen om zich op de hoogte te houden van wat er speelt in het speelveld van Trivire: beoordelen en bespreken jaar- en kwartaalrapportages overleg met bestuur, staf en management overleg met externe accountant onderhouden van contacten met de Huurdersraad Trivire onderhouden van contacten met de Ondernemingsraad beleidsconferentie met bestuur, staf en management afleggen diverse werkbezoeken volgen van cursussen/bijeenkomsten bij onder andere VTW, KPMG en PwC kennisnemen van vaktijdschriften en literatuur Alle leden van de RvC zijn aangesloten bij de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). De RvC is in het afgelopen jaar zes maal in een reguliere vergadering bijeen geweest.
Trivire Jaarverslag 2013
30
Daarnaast is een aparte dag besteed met bezoeken van diverse projecten, een bespreking over het eigen functioneren en heeft een maatschappelijke conferentie (relatiemiddag) plaatsgevonden. Conform de afspraak wordt de interne evaluatie van de RvC eenmaal per drie jaar begeleid door een onafhankelijke adviseur. Omdat externe begeleiding in 2012 heeft plaatsgevonden, is in 2013 de evaluatie door de RvC zelf uitgevoerd. Twee leden van de RvC hebben dit door middel van het vooraf uitzetten van een vragenlijst voorbereid. In deze besloten bijeenkomst is het eigen functioneren van de RvC besproken evenals dat van de individuele leden. Tevens is ook het functioneren van het bestuur besproken. In een besloten vergadering buiten aanwezigheid van het bestuur heeft de RvC zijn eigen inrichting en functioneren als collectief en de bijdrage van de afzonderlijke leden geëvalueerd. De RvC heeft hierbij tevens de visie van het bestuur gevraagd en deze betrokken in de bespreking. De zelfevaluatie heeft plaatsgevonden op basis van: de Governancecode Woningcorporaties de profielschets van de RvC de vooraf gevraagde mening van het bestuur de uitkomsten van de door de RvC-leden zelf ingevulde vragenlijst de uitkomsten van bilaterale gesprekken tussen de voorzitter en afzonderlijke leden van de Raad In oktober 2013 heeft de voorzitter van de RvC met alle leden van de RvC functioneringsgesprekken gevoerd. De tijdens deze evaluaties en functioneringsgesprekken, zowel individueel als collectief, voorgestelde verbeteringen zijn doorgevoerd. Geen van de leden van de RvC is frequent afwezig geweest bij vergaderingen. Een afvaardiging van de RvC heeft in 2013 tweemaal een overlegvergadering met de Ondernemingsraad (OR) bijgewoond, waarna de bevindingen zijn teruggekoppeld aan de volledige RvC. De bijeenkomsten waren constructief en open van karakter waarbij de grote betrokkenheid van de OR bij de organisatie als positief is ervaren. Vanaf 2012 heeft geen formeel overleg met de Huurdersraad plaatsgevonden. Reden van het opschorten van het formele overleg is dat de Huurdersraad zich eerst intern wilde beraden over hun toekomst en toekomstige rol in de participatiestructuur van Trivire. Wel is in 2013 tweemaal een overleg tussen het Dagelijks Bestuur van de Huurdersraad, de beide huurderscommissarissen en de bestuurder geweest met de intentie dit formele overleg opnieuw vorm te geven. De RvC heeft in het afgelopen boekjaar de volgende besluiten genomen: Goedkeuring projecten: o Verbouwing Brouwersdijk voor het Babyhuis o Aanvullende investering De Prinsemarij o Verhoging investering Filmtheater o Sloop Tweelingen-/Stierstraat o Herontwikkeling Wiardi Beckmanplantsoen/Van den Tempelstraat o Beëindiging en afboeking kosten nieuwbouw Thureborgh o Ontwikkelen koopwoningen Nicolaasstraat onder Collectief Particulier Opdrachtgeverschap Goedkeuring verkopen: o Strookjes grond Julianastraat in Zwijndrecht Goedkeuring: o Opheffing Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie o Jaarverslag en jaarrekening 2012 o Jaarplan, begroting en treasuryjaarplan 2014 Goedkeuring treasurytransacties: o Plan van aanpak opbouw liquiditeitsbuffer o Afsluiten van leningen ter vergroting van de liquiditeitsbuffer o Afkoop derivatencontract Herbenoeming: o Van de heer B. de Vries als lid van de RvC per 1 juli 2013 voor een volgende periode van vier jaar, derhalve tot 1 juli 2017
Trivire Jaarverslag 2013
31
De RvC heeft in het afgelopen boekjaar onder meer gesproken over de volgende onderwerpen: Kaders en besluitvorming projecten Discussie over (continuering van) derivaten De (financiële) toekomst van Trivire Plan van aanpak terugdringen ziekteverzuim Voortgang besparingsvoorstellen Ontwikkeling en voortgang van de Tri-connectprojecten Ontwikkelen visie op relatie met stakeholders Met name de discussie over (continuering van) derivaten en daarmee ook de (financiële) toekomst van Trivire zijn zeer uitputtend aan de orde geweest en besproken. Wat daarin een grote rol heeft gespeeld is het bij herhaling en voortdurend aanpassen van beleidsregels door de externe toezichthouders waarbij sprake was van voortschrijdend inzicht aldaar. De RvC heeft zich hier uitvoerig laten adviseren door een extern adviseur, Zanders Treasury and Finance Solutions, hier in retroperspectief naar beste weten in geacteerd en hier lering uit getrokken voor de toekomst. Ook de ontwikkeling en voortgang van de Tri-connectprojecten hebben de bijzondere aandacht van de RvC. Onafhankelijkheid De leden van de RvC zijn onafhankelijk in de zin van de in de Governancecode Woningcorporaties bepaling III 2.2 aangeduide criteria. De onafhankelijkheid is in overeenstemming met de bepalingen van deze code. In 2013 is geen sprake geweest van (transacties met) tegenstrijdige belangen waarbij leden van de RvC en of het bestuur betrokken waren. Tevens vervult geen van de leden van de RvC of het bestuur een nevenfunctie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de RvC of het bestuur. Een overzicht van de nevenfuncties van de leden van de RvC en het bestuur is opgenomen in bijlage 1 respectievelijk bijlage 2. In 2010 is binnen de organisatie van Trivire besloten tot het instellen van een Klokkenluidersregeling. Daarvan is tot op heden geen gebruik gemaakt. Ook zijn geen meldingen gedaan bij de interne en externe vertrouwenspersonen en het Meldpunt integriteit woningcorporaties. Deskundigheid en samenstelling De RvC bestond in het verslagjaar uit zeven leden. In bijlage 1 is nadere informatie opgenomen over de samenstelling van de RvC, waaronder de nevenfuncties en het rooster van aftreden. De RvC werkt met een profielschets, gerelateerd aan zijn omvang, samenstelling en activiteiten, voor de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de RvC. Honorering De leden van de RvC ontvangen een honorering. In bijlage 3 is een overzicht gegeven van de honorering over 2013 en is de basis, waarop de honorering is gebaseerd, toegelicht. Werkgeversrol De RvC is verantwoordelijk voor een goed bestuur, onder meer door benoeming, schorsing, ontslag en jaarlijkse evaluatie van het bestuur. Sinds juli 2012 bestaat het bestuur uit één persoon. In 2013 is de samenstelling van het bestuur ongewijzigd. Met de bestuurder worden periodiek beoordelings- en voortgangsgesprekken gevoerd door de voorzitter en de vicevoorzitter van de RvC. De uitkomsten van deze gesprekken worden in beslotenheid met de voltallige RvC besproken. Ook zijn door de RvC met de bestuurder afspraken gemaakt over route en strategie voor zijn vertrek en opvolging in 2016.
Trivire Jaarverslag 2013
32
Beloningen bestuur In bijlage 3 is de honorering van het bestuur over 2013 weergegeven met als vergelijking de gegevens over 2012. Het bestuur ontvangt een vaste honorering; er zijn geen variabele beloningselementen (gratificaties, bonussen e.d.). Contracten met het bestuur zijn aangegaan voor onbepaalde tijd. De RvC heeft hiervoor gekozen op arbeidsrechtelijke gronden en in het belang van continuïteit in de bedrijfsvoering. De heer Van der Linden heeft op eigen initiatief afgezien van het in 2001 met de Raad van Toezicht overeengekomen recht om bij het bereiken van de 60 jarige leeftijd te mogen stoppen met werken, inclusief de daarbij behorende pensioengarantie, zijnde een uitkering van 85% van het salaris van 62 tot 65 jaar en 70% vanaf 65 jaar. Op verzoek van de RvC heeft de heer Van der Linden eind 2010 e afgezien van zijn recht op vervroegde pensionering op zijn 62 onder dezelfde condities als eerder bij e 60 jaar. Hij blijft zijn functie vervullen tot zijn 65 . Daarnaast heeft de heer Van der Linden in 2013 op zijn initiatief laten vaststellen dat zijn salaris met terugwerkende kracht wordt bevroren op het niveau van januari 2012 en ook afziet van alle toekomstige (CAO) verhogingen. De RvC heeft buiten aanwezigheid van het bestuur het functioneren van het bestuur besproken, gevoed door de uitkomsten van de zelfevaluatie van het bestuur en de gehouden beoordelings- en voortgangsgesprekken. De RvC heeft vervolgens vastgesteld dat de prestatie-eisen in 2013 niet geheel zijn gerealiseerd. De te nemen actiepunten zijn doorgesproken. Weliswaar heeft de organisatie niet alle zeven hoofddoelen uit het jaarplan volledig gerealiseerd, maar de (oorzaken van de) afwijkingen tussen jaarplan en realisatie zijn door het bestuur aan de RvC naar genoegen verklaard.
Trivire Jaarverslag 2013
33
VERKLARING VAN DE RAAD VAN COMMISSARISSEN Wij hebben kennis genomen van het bestuursverslag en de aan ons voorgelegde jaarstukken over 2013 van Trivire alsmede van de daarbij afgegeven accountantsverklaring door Pricewaterhouse Coopers Accountants. Deze verklaring is opgenomen op pagina 85 en 86. Met deze jaarstukken kunnen wij ons verenigen.
Dordrecht, 17 juni 2014
Trivire Jaarverslag 2013
34
Bijlage 1 bij het verslag van de RvC
Samenstelling RvC Op 31 december 2013 was de RvC van Trivire als volgt samengesteld. de heer H.P. van der Vossen, 1949, voorzitter Beroep/functie: directeur bedrijf in vastgoedmanagement Deskundigheid: vastgoedontwikkeling en beheer, arbeidsverhoudingen/ personeelsbeleid Relevante nevenfunctie(s): lid directie ontwikkelmaatschappij BeVoBa B.V. commissaris Dekker B.V. directeur-eigenaar Piro Vast Holding B.V.
de heer D. ten Veen, 1946, vicevoorzitter Beroep/functie: zelfstandig adviseur/management coach Deskundigheid: algemeen bestuurlijk, financiën Relevante nevenfunctie(s): lid Raad van Toezicht Bedrijfsgerichte Kinderopvang Drechtsteden (BKD) lid Raad van Toezicht Regionaal Laboratorium Medische Microbiologie
mevrouw H.P.M. Braks-Langenkamp, 1968, lid op bindende voordracht van de Huurdersraad Beroep/functie: zelfstandig adviseur en interim-manager bij maatschappelijke ondernemingen Deskundigheid: volkshuisvesting, Personeel & Organisatie Relevante nevenfunctie(s): lid Raad van Toezicht woningstichting Volksbelang Made visitator Woningcorporaties bij Cognitum B.V.
de heer H.B.H.E. Koekkoek, 1947, lid Beroep/functie: voormalig hoofd van Dienst Inspectie Dordrecht, laatstelijk projectleider team grote Bouwprojecten Nederland (Belastingdienst) Deskundigheid: bestuurlijk, financiën, juridisch Relevante nevenfunctie(s): voorzitter Dordtse Vereniging Kunst- en Antiekhandelaren voorzitter Stichting Kunstrondje Plus - organisator Dordtse Boekenmarkt - organisator Kunstmanifestatie Place d’Ary - organisator ‘Dromen van Dordrecht’
de heer E.G.J.M. Meijer, 1953, lid op bindende voordracht van de Huurdersraad Beroep/functie: directeur Johan van Oldenbarneveltstichting directeur PKLC (Pelikan Key Legal Consultancy) Deskundigheid: overheden ruimtelijke ordeningsvraagstukken (juridisch planologisch en bestuursrechtelijke vraagstukken) Relevante nevenfunctie(s): voorzitter bewonersvereniging Renaissance bestuurder PvdA Dordrecht voorzitter Culturele Stichting Interdias Den Haag
Trivire Jaarverslag 2013
35
de heer A.C.N. van de Ven, 1964, lid Beroep/functie: hoogleraar managementwetenschappen in het bijzonder controlling, Open Universiteit hoogleraar bestuurlijke informatievoorziening, TiasNimbas Business School, Universiteit van Tilburg Deskundigheid: controlling, accounting, risicomanagement en financiering Relevante nevenfunctie(s): voorzitter Raad van Commissarissen Supermarktfonds.nl lid Raad van Advies Ilfa (treasury adviesbureau) lid Ledenraad Rabobank Drechtsteden lid curatoria Certified Management Control, Internal Auditing & IT-Auditing opleiding Erasmus Universiteit Rotterdam
de heer B. de Vries, 1958, lid Beroep/functie: Deskundigheid: Relevante nevenfunctie(s):
financieel consultant financiën en financiering lid Raad van Toezicht GGz Breburg lid van de Raad van Commissarissen van het Nederlands Beleggingsfonds voor Zeeschepen (NBZ) voorzitter Raad van Commissarissen Rabobank Krimpenerwaard
Leden van de RvC worden op grond van het reglement voor de RvC voor een periode van vier jaar benoemd. Herbenoeming is, conform de bepalingen van de Governancecode, één keer mogelijk voor een periode van vier jaar. Naam H.P. van der Vossen D. ten Veen Mw. H.P.M Braks-Langenkamp H.B.H.E. Koekkoek E.G.J.M. Meijer A.C.N. van de Ven B. de Vries
Benoemd per 2008 2008 2011 2004 2011 2012 2009
Herbenoemd per 2010 2010 2011
2013
Aftredend per 2016 2016 2015 2015 2015 2016 2017
In 2011 is de heer H.B.H.E. Koekkoek herbenoemd als lid van de RvC voor de periode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2015 (dit betreft een derde periode, waartoe - in afwijking van de Governancecode is besloten in verband met borging van de continuïteit in inbreng vanuit voormalig Interstede).
Trivire Jaarverslag 2013
36
Bijlage 2 bij het verslag van de RvC
Nevenfuncties bestuur In het kader van zijn functie als bestuurder van Trivire vervult de heer W. van der Linden de volgende onbezoldigde nevenfuncties: -
Lid directeurencontact Aedes, vereniging van woningcorporaties Bestuurslid Vereniging Woningcorporaties Zuid-Holland Zuid Lid VSB (Vereniging voor Strategie en Beleid)
Daarnaast vervult de heer Van der Linden in privé de volgende (onbezoldigde) nevenfuncties: -
voorzitter stichting Vrienden van de Stichting Via Lumina lid comité van aanbevelingen Pictura lid comité van aanbeveling Kunstmin
Trivire Jaarverslag 2013
37
Bijlage 3 bij het verslag van de RvC
Honorering bestuur en RvC Honorering bestuur Over 2013 heeft het bestuur de volgende beloning ontvangen: Bedragen in €
W. van der Linden (fulltime) Bruto loon plus belaste vergoedingen Overige (netto) vergoedingen *) Fiscale bijtelling auto Reguliere pensioenlasten ten laste van werkgever Premie vroegpensioen Verstrekte leningen/voorschotten/garanties Totaal
2013 160.000 2.000 8.000 32.000 6.000 208.000
2012 160.000 14.000 8.000 31.000 6.000 219.000
*) inclusief jubileumgratificatie (25-jarig dienstverband) Bedragen in €
M.A.M. Vintges (32 uur p/w) van 01-01-2012 tot 01-07-2012 Bruto loon plus belaste vergoedingen Overige (netto) vergoedingen Reguliere pensioenlasten ten laste van werkgever Kosten levensloopregeling ten laste van werkgever Premie vroegpensioen Verstrekte leningen/voorschotten/garanties Totaal
2013 0 0 0 0 0 0 0
2012 53.000 2.000 10.000 20.000 2.000 87.000
De heer Vintges heeft per 1 juli 2012 gebruik gemaakt van de levensloopregeling. Honorering RvC De honorering van de RvC is gekoppeld aan de zwaarte van de functie van de afzonderlijke leden van de RvC en is gebaseerd op de Honoreringscode commissarissen van de Vereniging van Toezichthouders in Woningcorporaties (VTW). De honorering is niet gekoppeld aan de prestaties van Trivire. Over 2013 was de honorering als volgt: Bedragen in €
Naam
Functie
W. de Ruiter (tot 1 juli 2012) H.P. van der Vossen (vanaf 1 juli 2012) H.P. van der Vossen (tot 1 juli 2012) D. ten Veen H.P.M. Braks-Langenkamp H.B.H.E. Koekkoek LlLaLangenkamo E.G.J.M. Meijer A.C.N. van de Ven (vanaf 1 juli 2012) B. de Vries
voorzitter voorzitter lid vicevoorzitter lid lid lid lid lid
Vergoeding 2013 0 13.552 0 11.616 9.680 8.840 9.680 9.680 9.680
Vergoeding 2012 5.600 5.600 4.000 9.600 8.000 8.000 8.000 4.000 8.000
De hoogte van de honorering was in 2013 voor de leden van de RvC ongewijzigd zoals die per de fusiedatum (1 juli 2009) werd vastgesteld, met dien verstande dat in 2013 sprake is van een hogere last als gevolg van het besluit dat de vergoeding is verhoogd met de btw.
Trivire Jaarverslag 2013
38
Trivire Jaarverslag 2013
39
6. Jaarrekening Financiële kerncijfers en toelichtingen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Balans (na resultaatbestemming) Winst- en verliesrekening Kasstroomoverzicht (directe methode) Waarderingsgrondslagen jaarrekening Toelichting balans Toelichting winst- en verliesrekening Overige informatie Overige gegevens (inclusief controleverklaring van de onafhankelijke accountant) Kengetallen
Trivire Jaarverslag 2013
40
6.1 Balans (na resultaatbestemming) (x € 1.000) Ref.
31-12-2013 31-12-2012
ACTIVA
Vaste activa Materiële vaste activa - Sociaal vastgoed in exploitatie - Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie - Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Subtotaal
5.1
Vastgoedbeleggingen - Commercieel vastgoed in exploitatie - Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie - Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Subtotaal
5.2
Financiële vaste activa - Deelnemingen - Leningen u/g - Te ontvangen BWS-subsidies - Actieve belasting latentie - Geactiveerde optierente extendibles Subtotaal
5.3
741.985 7.128 8.120 757.233
767.824 18.655 8.097 794.576
36.775 38 22.425 59.238
21.280 5.285 18.474 45.039
2.317 1.612 486 2.331 4.170 10.916
2.676 2.425 802 2.539 8.442
104
4.029
984 700 2.497 4.181
667 32 630 2.503 3.832
24.490
2.813
28.775
10.674
856.162
858.731
Vlottende activa Voorraden
5.4
Vorderingen - Huurdebiteuren - Gemeenten - Overige debiteuren - Overlopende activa Subtotaal
5.5 5.5.1 5.5.2 5.5.3 5.5.4
Liquide middelen
5.6
Subtotaal
Totaal generaal
Trivire Jaarverslag 2013
41
Ref.
31-12-2013 31-12-2012
PASSIVA Eigen vermogen - Stichtingskapitaal - Algemene bedrijfsreserve - Bestemmingsreserve Pro-Net - Bestemmingsreserve zonnepanelen - Bestemmingsreserve kunst Krispijn - Bestemmingsreserve Beter Wonen Subtotaal
5.7
Voorzieningen - Glasfonds - Sloop projecten - Sterabonnement - Onrendabele investeringen Subtotaal
5.8
Schulden op lange termijn - Leningen overheid - Leningen kredietinstellingen - Lening collega corporatie - Leningen overig - Vrijval disagio leningen - Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden - Derivaten - Waarborgsommen Subtotaal
5.9 5.9.1 5.9.1 5.9.1 5.9.1 5.9.1 5.9.2 5.9.3 5.9.4
Schulden op korte termijn - Schulden aan kredietinstellingen - Overige crediteuren - Belastingen en premies sociale verzekeringen - Overlopende passiva Subtotaal
5.10
Totaal generaal
Trivire Jaarverslag 2013
1 315.865 438 10 169 316.483
1 336.540 383 10 169 337.103
306 2.360 1.070 7.307 11.043
289 1.124 833 15.600 17.846
15.571 421.492 832 1.001 100 23.014 9.475 81 471.566
16.769 398.945 1.612 1.001 275 18.862 88 437.552
37.334 4.898 1.011 13.827 57.070
43.201 5.302 3.981 13.746 66.230
856.162
858.731
42
6.2 Winst- en verliesrekening (x € 1.000) 2013
Bedrijfsopbrengsten - Huren - Vergoedingen - Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille - Wijzigingen in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten - Overige bedrijfsopbrengsten Totaal bedrijfsopbrengsten
2012
6.1 6.2 6.3 6.4
83.270 6.713 1.073 12
79.565 6.506 712 184
6.5
2.322 93.390
2.779 89.746
6.6 6.7
27.110 -2.036
24.118 -233
6.8 6.9 6.10 6.11 6.12 6.13
12 9.589 1.251 1.673 19.479 23.595 80.673
12 9.428 1.243 1.634 19.000 18.638 73.841
Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille
6.14
1.988
-1.474
-
6.15 6.16 6.17 6.18
1.833 155 275 -18.741
701 978 -18.645
-1.773
-2.535
192 -359
-3.857 167
-1.940
-6.225
Bedrijfslasten - Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille - Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille - Erfpacht - Lonen en salarissen - Sociale lasten - Pensioenlasten - Lasten onderhoud - Overige bedrijfslasten Totaal bedrijfslasten
Waardeverandering derivaten Rentebaten Opbrengsten financiële activa Rentelasten
Jaarresultaat voor belasting Vennootschapsbelasting Deelnemingen Jaarresultaat na belasting
Trivire Jaarverslag 2013
6.19 6.20
43
6.3 Kasstroomoverzicht (directe methode) (x € 1.000) 2013
Kasstroom uit operationele activiteiten - Ontvangsten van huurders - Ontvangsten van subsidiegevers - Ontvangsten overige -
90.326 322 796 91.444 -13.274 -20.502 -7.726 -12.250 -53.752
Betalingen aan werknemers Betalingen aan leveranciers onderhoud Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten Betalingen overige
Kasstroom uit bedrijfsoperaties -
2012
86.250 455 1.667 88.372 -13.574 -24.796 -5.490 -11.624 -55.484 37.692
Ontvangen rente Betaalde rente Ontvangen vennootschapsbelasting Betaalde vennootschapsbelasting
184 -18.816
32.888 569 -19.693 6.872
-133 -18.765 18.927
Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten - Investeringen in materiële vaste activa - Desinvesteringen in materiële vaste activa - Investeringen in financiële vaste activa - Desinvesteringen in financiële vaste activa
-23.438 10.753 -
-12.252
-23.086 4.608 -12.685
Kasstroom uit financieringsactiviteiten - Ontvangsten uit langlopende schulden (klim) - Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe leningen) - Aflossing langlopende schulden 10.8.1
49.495
Stand per 1-1 Liquide middelen Rekeningcourant
10.5 10.9.1
-18.478
43.202
-34.062
Mutatie liquide middelen
-36.175 15.433
7.027
21.675
9.185
2.813 -
80 -6.452 2.813
Stand per 31-12 Liquide middelen Rekeningcourant
Mutatie
Trivire Jaarverslag 2013
10.5 10.9.1
-12.252 20.636
24.490 -2
-6.372
2.813 24.488
2.813
21.675
9.185
44
6.4 Waarderingsgrondslagen jaarrekening (bedragen x € 1.000) Algemeen Trivire is een stichting met de status van ‘toegelaten instelling volkshuisvesting’. Zij heeft specifieke toelating in de gemeenten Dordrecht, Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht en is werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woningwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector. De vestigingsplaats is Dordrecht. De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen. Grondslagen voor consolidatie Er is geen sprake van een geconsolideerde jaarrekening. Weliswaar heeft Trivire een 100% deelneming in Pro-Net Projectontwikkeling B.V., maar deze is van te verwaarlozen betekenis. Derhalve is gebruik gemaakt van de consolidatievrijstelling, opgenomen in artikel BW2; 407, lid 1 sub a. De deelneming is gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. Stelselwijziging Op 19 december 2013 heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) de RJ-Uiting 2013-15 ‘Richtlijn 290: Financiële instrumenten (2013)’ gepubliceerd. Middels deze RJ-Uiting heeft de RJ een aantal wijzigingen doorgevoerd in RJ 290. Een van de wijzigingen betreft het scheiden van embedded derivaten. Het scheiden van embedded derivaten van het basiscontract was niet verplicht wanneer de onderneming derivaten op ‘kostprijs of lagere reële waarde’ verwerkte. Door RJ-Uiting 2013-15 moeten embedded derivaten gescheiden worden van het basiscontract, ongeacht de gekozen waarderingsgrondslag van derivaten, indien wordt voldaan aan de daarvoor geldende criteria. De embedded derivaten worden vervolgens apart in de balans verwerkt. Deze wijziging in RJ 290 is van toepassing op boekjaren die op of na 1 januari 2014 beginnen. De RJ beveelt echter eerdere toepassing van de wijziging aan ‘gezien de maatschappelijke relevantie van adequate financiële verslaggeving rondom financiële instrumenten’. In 2013 heeft Trivire RJ-Uiting 2013-15 vervroegd toegepast. Dit heeft de volgende wijzigingen tot gevolg gehad: Trivire heeft een viertal extendible leningen: leningscontracten waarbij de bank de optie heeft om na een aantal jaren de lening voor een additioneel aantal vooraf overeengekomen jaren tegen een vooraf vastgesteld vast rentepercentage te verlengen. Deze geschreven opties voldoen aan de criteria voor embedded derivaat en zijn per 2013 afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de balans verwerkt onder langlopende schulden. De reële waarde van de embedded derivaten bedroeg per 31 december 2012 -/- € 8.698 en per 31 december 2013 -/- € 9.475. De bij aangaan van de derivaten vooruit ontvangen premie bedroeg per 31 december 2012 € 1.782 en per 31 december 2013 € 4.170. De cumulatieve impact is als een rechtstreekse mutatie van de overige reserves binnen het eigenvermogen per 1 januari 2013 verwerkt. Hierdoor is het eigen vermogen per 1 januari 2013 afgenomen met € 6.916. Het resultaat over 2013 op basis van de nieuwe grondslagen bedraagt -/- € 1.940. Indien op de oude grondslagen zou zijn gewaardeerd, dan zou het resultaat -/- € 3.551 hebben bedragen. In lijn met RJ-Uiting 2013-15 zijn de vergelijkende cijfers niet aangepast. Schattingswijzigingen In het kader van de bepaling van de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa in exploitatie zijn schattingswijzigingen doorgevoerd die nader uiteengezet zijn in de toelichting (toelichting mutatie bedrijfswaarde). Presentatiewijzigingen In de jaarrekening 2012 heeft Trivire, om pragmatische reden, gekozen om alle huurwoningen ongeacht de hoogte van de huurprijs, op te nemen in het onderdeel sociaal. In boekjaar 2013 is de juiste indeling sociaal en commercieel vastgoed conform RJ645 gehanteerd. Hierdoor zijn 67 woningen en 149 garages verschoven van sociaal naar commercieel en 49 MOG objecten verschoven van commercieel naar sociaal. Per saldo is er € 3,5 miljoen in waarde verschoven van sociaal naar commercieel vastgoed. Trivire Jaarverslag 2013
45
Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt Trivire zich verschillende oordelen en maakt schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningpost. Belangrijke inschattingen ten aanzien van waardering en resultaatbepaling In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als 'intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd'. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens de corporatie zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en/of nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van de corporatie rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de fase definitief ontwerp en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden. De aannames gedaan bij de financiële impact van bovengenoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie van de projecten. Planvorming kan onder meer wijzigingen in de tijd ondergaan door bewegingen in het prijsniveau van leveranciers, wettelijke procedures en aanpassingen in de voorgenomen bouwproductie. Verwerking fiscaliteit Met betrekking tot de vennootschapsbelasting heeft Trivire een fiscale strategie gekozen en een fiscale planning opgesteld die deels nog niet bekrachtigd is door de fiscus. Hierdoor is het mogelijk dat gekozen standpunten door de fiscus niet worden overgenomen en daarmee de gepresenteerde acute belastinglast over 2012 en 2013 en belastinglatenties zoals opgenomen in deze jaarrekening zullen afwijken. De belangrijkste standpunten betreffen: • Het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen. • De verwerking van projectontwikkelingsresultaten. • Het vormen van een herbestedingsreserve. • Afwaarderen bij slooplocaties. Trivire volgt in haar fiscale strategie en fiscale planning de binnen de sector gangbare standpunten die naar de mening van belastingadviseurs pleitbaar zijn. Regelgeving De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de bepalingen van het Besluit beheer sociale huursector, Titel 9 Boek 2 BW, en Hoofdstuk 645 van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving en de stellige uitspraken van de overige hoofdstukken van de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst-enverliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Toelichtingen op posten in de balans, winst-enverliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar met uitzondering van de toegepaste stelselwijziging zoals opgenomen op pagina 45.
Trivire Jaarverslag 2013
46
Balans Materiële vaste activa Tenzij bij de afzonderlijke balansposten iets anders wordt vermeld, gelden voor alle materiële vaste activa de volgende algemene uitgangspunten. Verkrijgings- of vervaardigingsprijs De verkrijgings- of vervaardigingsprijs wordt bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven, eventueel vermeerderd met na-investeringen, onder aftrek van afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige gebruiksduur. Op grond wordt niet afgeschreven. Voor zover verkregen subsidies kwalificeren als investeringssubsidie worden deze in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Tevens wordt hierbij de rente tijdens de bouw op vreemd vermogen en direct toerekenbare interne kosten alsmede transactiekosten geactiveerd. Rente wordt uitsluitend toegerekend indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, en vangt aan bij start van de bouw. De geactiveerde rente wordt berekend tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemd vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Indien grond gekocht is met opstallen, met de intentie de opstallen te slopen of teniet te laten gaan en vervolgens op de grond nieuwbouw te realiseren, dan maken de eventuele boekwaarde van de opstallen en de gemaakte sloopkosten deel uit van de verkrijgingsprijs van de grond. Onroerende zaken in exploitatie Typering Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie met een huurprijs onder de huurtoeslaggrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De huurtoeslaggrens is een algemeen huurprijsniveau dat door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs en culturele instellingen en dienstverleners en tevens is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie van 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Kwalificatie Het beleid van Trivire is er primair op gericht de sociale vastgoedportefeuille aan te houden voor de doelgroep van beleid. Slechts voor een deel van het sociale vastgoed vindt optimalisatie van het financiële rendement plaats. Daarmee kwalificeert Trivire zich als vastgoedbeheerder en is de laagste van de vervangingswaarde of de bedrijfswaarde de basis voor de invulling van de actuele waarde. Waarderingsgrondslag Trivire waardeert haar vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Het sociale vastgoed (het DAEB bezit) wordt daarna gewaardeerd tegen de actuele waarde zijnde de bedrijfswaarde onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen. Na-investeringen Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. Uitgaven die betrekking hebben op toekomstige herstructureringen, waarvan de feitelijke verplichtingen dan wel de in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan, worden in de waardering betrokken. Herstructurering onderscheidt zich van renovatie doordat sprake is van een gebiedsgerichte aanpak.
Trivire Jaarverslag 2013
47
Onderhoud De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat geen sprake is van een waardevermeerdering van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord. Componenten Binnen het vastgoed worden componenten onderkend met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal worden installaties (bijvoorbeeld c.v. en lift) en inventaris (bijvoorbeeld keuken en badkamer) onderkend. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10 procent uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. Grond Casco 60 jaar Inventaris 20 jaar Installatie 15 jaar Rayonindeling Als kasstroom generende eenheid kiest Trivire voor de indeling per rayon. Een rayon is gebaseerd op een geografisch gekozen gebiedsindeling die aansluit op het interne beleid en de bedrijfsvoering. Rayon 1 betreft Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht, rayon 2 Dordrecht West en Centrum, rayon 3 Dubbeldam, Stadspolders, Staart en Sterrenburg. De organisatorische aansturing vindt plaats door de rayonmanagers. Bepaling bedrijfswaarde De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van het bestuur weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de eind 2013 intern geformaliseerde meerjarenbegroting. De kosten van het totale (planmatig en niet planmatig) onderhoud worden gebaseerd op een gemiddelde onderhoudsnorm per woning. Medio 2014 zal een verdere verfijning plaatsvinden op deze gemiddelde norm en zal op basis van een onderhoud technische inspectie en een strategische visie op de complexen de norm per (deel)complex worden bepaald en verwerkt in de bedrijfswaarde. Er wordt uitgegaan van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus. In de berekening van deze bedrijfswaarde is uitgegaan van de volgende parameters: • een rekenrente van 5,25% (parameter 2012: 5,25%) voor WSW-geborgde woningen; • een rekenrente van 5,25% (parameter 2012: 5,25%) voor niet-WSW-geborgde woningen, bedrijfsmatige en overige onroerende zaken; • huurverhoging 2014 3,45%, 2015 en later 2% (parameter 2012: 2%); • jaarlijkse huurderving van 1% (parameter 2012: 1%); • mutatiegraad van 4% en huurharmonisatie tot de in het Strategisch Voorraad Beleid gedefinieerde streefhuur per complex; • jaarlijkse stijging vastgoed gerelateerde variabele lasten 3% (parameter 2012: 3%); • genormeerde variabele lasten (OZB, verzekering en algemeen beheer) van € 1.137 per verhuureenheid (parameter 2012: € 1.094); • jaarlijkse stijging onderhoudskosten 3% (parameter 2012: 3%); • restant levensduur met levensduurverlenging op moment van verbeterplan; • de genormeerde onderhoudskosten van € 1.360 per verhuureenheid (parameter 2012: € 1.500); • restwaarde grond op basis van de CFV-methodiek; • de geraamde verkoop voor de eerste 5 jaar; Trivire Jaarverslag 2013
48
• • •
•
restwaarde grond op basis van de CFV-methodiek; de geraamde verkoop voor de eerste 5 jaar; voor de verhuurdersheffing is voor de jaren 2014 en later het wettelijke kader eind 2013 gereed gekomen. In de Wet Maatregelen Woningmarkt zijn de tarieven voor 2014 t/m 2017 opgenomen. Deze bedragen respectievelijk € 3,81, € 4,49, € 4,91 en € 5,36 per € 1.000 WOZ waarde voor alle woongelegenheden met een huurprijs onder de liberalisatiegrens. De verhuurdersheffing is voor de jaren 2014 t/m 2017 ingerekend in de bedrijfswaarde op basis van genoemde bedragen. Voor de periode na 2017 is uitgegaan van een verder gelijkblijvend tarief. Voor de mutatie in de WOZ waarde is uitgegaan van het door het WSW afgegeven perspectief; de heffingsbijdrage van het CFV en de te betalen vennootschapsbelasting maken geen onderdeel uit van de bedrijfswaarde.
De periode waarover contant gemaakt wordt, loopt parallel met de geschatte resterende levensduur van de complexen (variërend van 1 tot 60 jaar.) De minimale levensduur is gesteld op 15 jaar tenzij vanuit planvorming een kortere levensduur gerechtvaardigd is. De verwachte opbrengstwaarde van woningen geoormerkt voor verkoop wordt gedefinieerd als de contante waarde van het bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een termijn van vijf jaar, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen. Ter bepaling van dit bedrag worden WOZ waardes extern gecontroleerd, taxaties uitgevoerd door onafhankelijke externe deskundigen of worden vergelijkbare onroerende zaken als referentie gehanteerd. Gegeven het feit dat verkopen hoofdzakelijk worden verricht in het kader van de financiering van onrendabele investeringen in nieuwbouw worden deze verkopen voor een periode van 5 jaar in de waardering betrokken. Daarmee wordt recht gedaan aan het voorwaardelijke karakter van de geoormerkte verkopen. Alle resterende woningen in een verkoopcomplex worden gewaardeerd tegen bedrijfswaarde. Aan de hand van de urenregistratie van 2,5 jaar zijn alle beheerskosten toebedeeld aan de belangrijkste processen binnen Trivire. Hierop zijn in mindering gebracht de opbrengsten die voortkomen uit deze processen. Vervolgens is per proces bepaald welk percentage aangemerkt wordt als exploitatie gerelateerde kosten. De bepaling van de restwaarde van de grond opgenomen in de bedrijfswaarde vindt, voor zover er nog geen herbestemming van de grond heeft plaatsgevonden, plaats op basis van de huidige vergelijkbare kavel of vierkante meterprijs voor een sociale huurwoning. Deze kavelprijs wordt geïndexeerd naar het einde van de levensduur en verminderd met verwachte sloopkosten en kosten van uitplaatsing. Herwaardering Het per saldo positieve verschil tussen de bedrijfswaarde van een complex enerzijds en de boekwaarde die dat complex zou hebben gehad bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen anderzijds, wordt als ongerealiseerde herwaardering toegevoegd aan het eigen vermogen. Een per saldo negatief verschil komt ten laste van het resultaat. Positieve en negatieve verschillen op verschillende complexen worden hierbij niet gesaldeerd. Mutaties in bedrijfswaarde Mutaties in de bedrijfswaarde van een complex worden als volgt verwerkt: • Bij een waardestijging: als een ongerealiseerde waardestijging ten gunste van het eigen vermogen (herwaardering) indien en voor zover de bedrijfswaarde hoger is dan de boekwaarde op dat moment zou zijn geweest bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen, en voor een eventueel resterende overige waardestijging als terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies; • Bij een waardedaling: als een negatieve herwaardering indien en voor zover er voor het complex op dat moment nog sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, en voor het overige als een bijzonder waardeverminderingsverlies. Het hiervoor genoemde bijzondere waardeverminderingsverlies (respectievelijk de terugname daarvan) worden ten laste (respectievelijk ten gunste) van de winst- en verliesrekening verantwoord onder de bedrijfslasten als ‘Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille.
Trivire Jaarverslag 2013
49
Afschrijvingen Vanaf 2012 is de bepaling van de afschrijving niet langer gebaseerd op de annuïtaire methode maar wordt per component lineair over de geschatte resterende levensduur afgeschreven over het verschil tussen de boekwaarde per 1 januari 2012 en de geschatte restwaarde van (de component van) het actief. Na verwerking van een mutatie in de bedrijfswaarde geldt de nieuwe bedrijfswaarde vanaf dat moment als basis voor de afschrijvingen in de toekomst. Vastgoed beleggingen Typering Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat woningen in exploitatie met een huurprijs boven de huurtoeslaggrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed. Al het bedrijfsonroerend goed (ongeacht de aard van het gebruik) wordt samengebracht in het commerciële vastgoed. Waarderingsgrondslag Trivire waardeert haar commercieel vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en daarna tegen marktwaarde in verhuurde staat. Aan de hand van taxaties door de makelaar en het toepassen van referentie objecten is de marktwaarde bepaald. Overige uitgangspunten De overige uitgangspunten van sociaal vastgoed in exploitatie zijn ook van toepassing op commercieel vastgoed in exploitatie, met uitzondering van het volgende: • Als invulling van de actuele waarde geldt niet de bedrijfswaarde, maar de reële waarde. Reële waarde De reële waarde is gebaseerd op de actuele marktsituatie en omstandigheden per balansdatum en geeft de meest waarschijnlijke prijs weer die redelijkerwijs op balansdatum had kunnen worden verkregen. De reële waarde wordt als volgt vastgesteld: 1. Recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed; of (indien deze niet beschikbaar zijn); 2. Recente verkoopopbrengsten van vergelijkbaar vastgoed met correcties voor verschillen in waardebepalende factoren van het te waarderen vastgoed en het vergelijkbare vastgoed; of (indien deze niet beschikbaar zijn); 3. Minder recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed met aanpassingen die de veranderingen in de economische omstandigheden weergeven sinds de laatste transactiedata; of (indien deze niet beschikbaar zijn); 4. Contante waarde van verwachte toekomstige kasstromen. Bovenstaande waardebepalingen zijn uitgevoerd door externe makelaars/taxateurs. Jaarlijks wordt 33 1/3% van het bezit getaxeerd hetgeen betekent dat elk bezit minimaal eens per drie jaren getaxeerd wordt. In alle gevallen wordt tevens rekening gehouden met de contractuele verplichtingen van Trivire, zoals lopende huurcontracten. Voor de huurcomponent wordt er vanuit gegaan dat Trivire bij mutatie en voortgezette exploitatie de huur vaststelt op de marktconforme huur. De werkelijke huur bij mutatie kan op grond van beleidskeuzes van de corporatie lager uitvallen. De uitgaande kasstromen zijn gebaseerd op marktconforme parameters en kengetallen. Dit geldt zowel voor onderhouds- als beheerskosten. Deze kosten liggen over het algemeen lager dan de kosten zoals deze door de woningcorporatie worden gemaakt. Het verschil in kosten wordt veroorzaakt door beleidskeuzes die de corporatie maakt en een vastgoedbelegger niet zou maken. Mutatie reële waarde Mutaties in de reële waarde van commercieel vastgoed in exploitatie worden in de winst- en verliesrekening verantwoord onder ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Mutaties in de reële waarde worden binnen het eigen vermogen afzonderlijk als ‘niet-gerealiseerde herwaardering’ bijgehouden en in de toelichting op het eigen vermogen vermeld.
Trivire Jaarverslag 2013
50
Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Waardering tegen actuele waarde. Onroerende zaken die in het kader van een regeling Verkoop onder Voorwaarden (v.o.v.) zijn overgedragen aan een derde en waarvoor Trivire een terugkoopplicht heeft, worden aangemerkt als financieringsconstructie. De betreffende onroerende zaken worden gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs (eerste waardering) en daarna de marktwaarde op basis van v.o.v. Indien de regeling voorziet in een terugkoopplicht tegen een significant lagere terugkoopprijs dan de reële waarde op het terugkoopmoment, dan is de verwerking overeenkomstig die terugkoopplicht. Voor de in de regeling overeengekomen overdrachtswaarde wordt aan de creditzijde van de balans een terugkoopverplichting opgenomen. Deze terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd en getoetst aan de bij overdracht ontstane verplichting, rekening houdend met de contractvoorwaarden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Het betreffen: - 24 woningen - 30 woningen - 15 woningen - 90 woningen - 11 woningen - 17 woningen
Azobé, start verkoop 1997 Blaauwweg, start verkoop 2000 Goudestein, start verkoop 2005 via Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie (VOC), start verkoop 2008/2009 Goeverneurbuurt Oud Krispijn, start verkoop 2011 Zuiderpoort, start verkoop 2012
Onroerende zaken in ontwikkeling Dit betreffen complexen in aanbouw of verbouw die worden gewaardeerd tegen uitgifteprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend. De geactiveerde rente wordt hoofdzakelijk berekend tegen een rentevoet van 2,5%. Voor 2013 is dit de rekenrente, deze is gebaseerd op de rente korte termijn. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Bijzondere waardeverminderingen Trivire beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien de verwachte realiseerbare waarde lager is dan de verwachte totale geactiveerde kosten bij oplevering is sprake van een onrendabele top. Bij de bepaling of de onrendabele top leidt tot een bijzondere waardevermindering worden de boekwaarde en de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheid waartoe de onroerende zaken gaan behoren, betrokken. Indien en voor zover de onrendabele top groter is dan het verschil tussen de bedrijfswaarde en de boekwaarde van de betreffende kasstroomgenererende eenheid, is sprake van een bijzondere waardevermindering van het vastgoed in ontwikkeling. Indien en voor zover de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van het vastgoed in ontwikkeling, dan wordt het vastgoed in ontwikkeling op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Afschrijvingen Op vastgoed in ontwikkeling wordt niet afgeschreven. Afschrijving vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in exploitatie zijn genomen. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. Trivire Jaarverslag 2013
51
waardeverminderingen. Indien voor te vervaardigen materiële vaste activa noodzakelijkerwijs een aanmerkelijke hoeveelheid tijd nodig is om deze gebruiksklaar te maken, worden de rentekosten opgenomen in de vervaardigingsprijs. Jaarlijks wordt beoordeeld of sprake is van een bijzondere waardevermindering. Financiële vaste activa Deelnemingen Deelnemingen in groepsmaatschappijen en overige deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de netto vermogenswaardemethode. Invloed van betekenis wordt in ieder geval verondersteld aanwezig te zijn bij een aandeelhoudersbelang van meer dan 20%. De netto vermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Indien de waardering van een deelneming volgens de netto vermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover Trivire in deze situatie geheel of ten dele instaat voor de schulden van de deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening getroffen. Deelnemingen waar geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of, indien hiertoe aanleiding bestaat, een lagere waarde. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij de eerste waardering. Trivire heeft een 100% deelneming in Pro-Net Projectontwikkeling B.V. met een maatschappelijk en gestort kapitaal van 18. Deze deelneming is gewaardeerd tegen de netto vermogenswaarde. Indien sprake is van een negatief vermogen wordt de waarde opgenomen onder de voorzieningen. Daarnaast heeft Trivire in 2004 300 aandelen WoningNet N.V. met een waarde van € 3 aangekocht. Ook heeft Trivire in 2008 en 2009 een aandelenkapitaal gestort van totaal € 1.402 in Stadsherstel Drechtsteden N.V. Leningen u.g. De leningen u/g worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde van het verstrekte bedrag, gewoonlijk de nominale waarde. Vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele bijzondere waardevermindering. Te ontvangen subsidiebedragen Deze post bestaat uit te vorderen regiokopkostensubsidies en BWS-subsidies voor een aantal complexen die gebouwd zijn onder het zogenaamde Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS). Waardering vindt plaats door aan de contante waarde van de subsidies, bij aanvang van de exploitatie jaarlijks rente toe te rekenen tegen het subsidierendement, onder aftrek van de jaarlijks ontvangen bijdrage. Belastinglatentie vennootschapsbelasting Latente belastingvorderingen hebben betrekking op tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van activa en de fiscale boekwaarden van die posten. Latente belastingvorderingen worden berekend per fiscale eenheid, tegen de belastingtarieven vastgesteld op de balansdatum en gewaardeerd tegen contante waarde. De contante waarde van de latente belastingen is berekend uitgaande van een rekenrente na belasting (netto rente) van 2,99%. De nominale waarde van de actieve latenties bedraagt per balansdatum € 2,8 miljoen. Voor het bepalen van de latentie zijn de materiële vaste activa in 4 categorieën ingedeeld: 1. Bezit bestemd voor doorexploitatie 2. Bezit bestemd voor sloop zonder herbouw 3. Bezit bestemd voor sloop met herbouw 4. Bezit bestemd voor verkoop zonder voorwaarden Trivire Jaarverslag 2013
52
4. Bezit bestemd voor verkoop zonder voorwaarden ad 1 Bij het bezit bestemd voor doorexploitatie is het onduidelijk op welk moment de latentie kan worden gerealiseerd. Om deze reden wordt de contante waarde van de latentie voor dit deel op nihil gewaardeerd. ad 2 Bij dit bezit is meestal niet geheel duidelijk op welk moment de latentie kan worden gerealiseerd. Om deze reden wordt de contante waarde van de latentie voor dit deel op nihil gewaardeerd. ad 3 Bij het bezit bestemd voor sloop met herbouw is nog niet zeker wat teruggebouwd gaat worden en hiermee onzeker wat de verrekenbaarheid is van de actieve latentie in de toekomst. Om deze reden wordt de contante waarde van de latentie voor dit deel op nihil gewaardeerd. ad 4 De latentie met betrekking tot het bezit bestemd voor de verkoop zonder voorwaarden is gebaseerd op het door het bestuur vastgestelde verkoopprogramma voor de komende 5 jaar. Latentie voor de leningen en beleggingen De latentie die voortvloeit uit het verschil tussen de nominale waarde en de fiscale waarde van de opgenomen en uitstaande leningen wordt gewaardeerd tegen de contante waarde over de resterende looptijd per lening. Hierbij is ervan uitgegaan dat amortisatie van het fiscale agio en disagio lineair plaatsvindt. Latentie voor de swaps De latentie die voortvloeit uit het verschil tussen de boekwaarde en de fiscale waarde van de swaps wordt gewaardeerd tegen de contante waarde over de resterende looptijd per swap. Hierbij is ervan uitgegaan dat amortisatie van het fiscale agio en disagio lineair plaatsvindt. Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa Ook voor financiële instrumenten beoordeelt Trivire op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt Trivire de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen, en verwerkt dit direct in de winst- en verliesrekening. Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de winst-enverliesrekening verwerkt. Vlottende activa Voorraden ● Magazijn In 2013 is het gehele magazijnbeheer ondergebracht bij de leverancier. De bestaande magazijnvoorraad is verkocht en/of afgeboekt. Ultimo 2013 is er geen waarde en voorraad. ● Verkoop Opgeleverd vastgoed beschikbaar en bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. Trivire Jaarverslag 2013
53
opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. Daarnaast is voor een beperkt aantal woningen een terugkoopregeling van toepassing. In voorkomende gevallen worden teruggekochte woningen (tijdelijk) onder de voorraden verantwoord tegen verkrijgingsprijs. In principe worden de betreffende woningen zo spoedig mogelijk weer (door)verkocht. ● Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop omvat nog niet opgeleverde en nog onverkochte woningen uit projectontwikkeling en wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, verminderd met eventuele subsidies en overige opbrengsten. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. ● Onderhanden projecten Onderhanden projecten in opdracht van derden worden gewaardeerd tegen de gerealiseerde projectopbrengsten (bestaande uit de gerealiseerde projectkosten en toegerekende winst). Indien van toepassing worden hierop de verwerkte verliezen en al gedeclareerde termijnen in mindering gebracht. Onderhanden projecten waarvan de gefactureerde termijnen hoger zijn dan de gerealiseerde projectopbrengsten worden gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de amortiseerde kostprijs, veelal gelijk aan de nominale waarderen voorziening voor oninbaarheid gebaseerd op een statische beoordeling per balansdatum wordt in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Voorziening onrendabele investeringen Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen wordt voor dit meerdere een voorziening gevormd. Onder verwachte verliezen wordt in dit verband verstaan de investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen (toekomstige) ontvangsten. Overige voorzieningen Onder de overige voorzieningen zijn opgenomen de Voorziening Glasfonds, de Voorziening Sloop Projecten en de Voorziening Sterabonnement. De voorziening Glasfonds en de Voorziening Sterabonnement worden gewaardeerd tegen de van de huurders ontvangen bijdrage, verminderd met de ten laste van de voorziening gebrachte kosten. De Voorziening Sloop Projecten is gewaardeerd tegen de nominale waarde van de verwachte sloopkosten, kosten van bouwrijp maken en uitverhuisvergoedingen van woningcomplexen, waarvan het sloopbesluit in 2013 of eerder is genomen.
Trivire Jaarverslag 2013
54
Langlopende schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de winst-enverliesrekening als interestlast verwerkt. Voor extendible/tijdvakleningen wordt de effectieve rente bepaald op basis van de gemiddelde contractuele rente over de volledige looptijd van de lening, ervan uitgaande dat de vaste rente in het tweede tijdvak betaald moet worden. Afgeleide financiële instrumenten (derivaten) Trivire maakt gebruik van rentederivaten en heeft embedded derivaten die zijn afgescheiden van het basiscontract. Derivaten worden bij de eerste opname in de balans opgenomen tegen reële waarde, de vervolgwaardering van de derivaten is de geamortiseerde kostprijs of lagere marktwaarde. De wijze van verwerking van waardeveranderingen van het afgeleide financiële instrument is afhankelijk van het feit of er met het afgeleide financiële instrument hedge accounting wordt toegepast. Indien er geen kostprijs hedge accounting wordt toegepast, wordt door Trivire een schuld opgenomen voor een eventuele negatieve reële waarde van het derivaat. Trivire past waar mogelijk kostprijs hedge accounting toe. Op het moment van aangaan van een hedge relatie wordt dit door Trivire gedocumenteerd. Trivire stelt middels een test periodiek de effectiviteit van de hedge relatie vast. Dit gebeurt door het vergelijken van de kritische kenmerken van het hedge instrument met die van de afgedekte positie, of door het vergelijken van de verandering in reële waarde van het hedge-instrument en de afgedekte positie indien de kritische kenmerken van het hedge instrument en die van de afgedekte positie niet aan elkaar gelijk zijn. Bij het toepassen van kostprijshedge-accounting is de eerste waardering en de grondslag van verwerking in de balans en de resultaatbepaling van het hedge-instrument afhankelijk van de afgedekte post. Dit betekent dat Trivire tegen kostprijs waardeert omdat de afgedekte leningen ook tegen kostprijs in de balans worden verwerkt. Het ineffectieve deel van de hedgerelatie wordt direct in de winst- en verliesrekening verwerkt indien het hedge instrument een negatieve reële waarde heeft. Terugkoopverplichting woningen v.o.v. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft de corporatie een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de woningen in het economisch verkeer. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen Als baten worden die opbrengsten aangemerkt, die op de balansdatum geïnd of invorderbaar zijn; als lasten die kosten die op de balansdatum betaald of verschuldigd zijn c.q. waarvoor de verplichting is aangegaan. De waarderingsmethoden ter bepaling van het resultaat zijn gelijk aan die welke in de balans zijn toegepast. Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen al zodra zij voorzienbaar zijn. Opbrengstverantwoording algemeen Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Baten Trivire Jaarverslag 2013
55
verrichten diensten. Baten Huren Bij aanvang van de exploitatie werden de huren door de overheid vastgesteld. Met ingang van 1 juli 1994 stelt de corporatie de huren zelf vast. De jaarlijkse huurverhoging wordt vastgesteld op basis van het meerjarenhuurbeleid, rekening houdend met de financiële positie en lokale, regionale en landelijke ontwikkelingen. Vergoedingen Dit betreft de naast de netto huur aan huurders in rekening te brengen vergoedingen voor stookkosten, huismeester, schoonmaakkosten, etc. De vergoeding is gebaseerd op de geraamde kosten. Jaarlijks vindt op basis van werkelijke kosten afrekening plaats. Wijzigingen in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten Onder deze post worden de wijzigingen opgenomen in de posten vastgoed bestemd voor de verkoop (opgenomen onder de voorraden) en onderhanden projecten. Bij realisatie van een verkoop wordt de boekwaarde direct voorafgaand aan de verkoop teruggenomen op deze regel. Voor onderhanden projecten, waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als netto-omzet en kosten in de winst-en-verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum (de ‘Percentage of Completion’-methode, ofwel de PoC-methode). De voortgang van de verrichte prestaties wordt bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Als het resultaat (nog) niet op betrouwbare wijze kan worden ingeschat, dan worden de opbrengsten als nettoomzet verwerkt in de winst- en verliesrekening tot het bedrag van de gemaakte projectkosten, dat waarschijnlijk kan worden verhaald; de projectkosten worden dan verwerkt in de winst- en verliesrekening in de periode waarin ze zijn gemaakt. Zodra het resultaat wel op betrouwbare wijze kan worden bepaald, vindt opbrengstverantwoording plaats volgens de PoC-methode naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de projectopbrengsten en projectkosten. Projectopbrengsten zijn de contractueel overeengekomen opbrengsten en opbrengsten uit hoofde van meer- en minderwerk, claims en vergoedingen indien en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden gerealiseerd en ze betrouwbaar kunnen worden bepaald. Projectkosten zijn de direct op het project betrekking hebbende kosten, die kosten die in het algemeen aan projectactiviteiten worden toegerekend en toegewezen kunnen worden aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend. Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de winst- en verliesrekening verwerkt. Dit verlies wordt verwerkt in de kostprijs van de omzet. De voorziening voor het verlies maakt onderdeel uit van de post onderhanden projecten. Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Onder deze rubriek worden de volgende verkoopresultaten opgenomen • Boekresultaat van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie; • Boekresultaat van als gerealiseerde verkoop gekwalificeerde verkopen onder voorwaarden; • Netto verkoopopbrengst bij levering van vastgoed bestemd voor de verkoop; • Netto verkoop opbrengst bij levering van onderhanden projecten. De boekwinst van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde. Resultaten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. De opbrengst uit woningen verkocht onder voorwaarden wordt alleen als verkoopopbrengst verantwoord als alle belangrijke economische rechten zijn overgedragen aan de koper.
Trivire Jaarverslag 2013
56
Bedrijfslasten Afschrijvingen op (im)materiële activa De afschrijvingen op materiële vaste activa worden gebaseerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op basis van de actuele waarde (vervangingswaarde of lagere bedrijfswaarde). Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op afboekingen uit hoofde van bijzondere waardevermindering dan wel een terugneming daarvan. (Mutaties in) bijzondere waardeverminderingen ontstaan door een jaarlijkse toets van de bedrijfswaarde ten opzichte van de waarde gebaseerd op historische kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen. Lonen en salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening. Pensioenen Voor de pensioenregeling betaalt Trivire premies aan het Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Behalve de betaling van premies heeft Trivire geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregeling. Trivire heeft in geval van een tekort bij het fonds geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen anders dan hogere toekomstige premies. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud verantwoord. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Het klachten- en mutatieonderhoud wordt onderscheiden in kosten van derden en eigen dienst, alsmede de kosten van het materiaalverbruik. In de winst- en verliesrekening zijn de kosten van de eigen dienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardevermeerdering van het actief. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille De niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille hebben betrekking op waardemutaties van op reële waarde geactiveerde activa. Belastingen Vanaf 1 januari 2008 is Trivire integraal belastingplichtig geworden voor de vennootschapsbelasting. Corporaties zijn sindsdien verplicht over hun integrale activiteiten vennootschapsbelasting te betalen. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO). In deze VSO zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winsten verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.
Trivire Jaarverslag 2013
57
Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. Financiële instrumenten en risicobeheersing Binnen het treasurybeleid van Trivire dient het gebruik van financiële instrumenten ter beperking van inherente risico's. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van financiële instrumenten slechts toegestaan voor zover een materieel verband met het belegde/gefinancierde vermogen kan worden gelegd en de toepassing ervan tot een positie van de totale leningen-/beleggingsportefeuille leidt die vergelijkbaar is met een positie zonder gebruik te maken van deze instrumenten. Voor derivaten aangegaan na 1 augustus 2013 geldt dat Trivire zich volgens haar treasury statuut onverkort houdt aan de Beleidsregels gebruik financiële derivaten door toegelaten instellingen volkshuisvesting. Marktrisico Trivire loopt risico’s ten aanzien van de waardering van effecten, opgenomen onder financiële vaste activa en effecten, opgenomen onder vlottende activa. De onderneming beheerst het marktrisico door stratificatie aan te brengen in de portefeuille, en limieten te stellen. Valutarisico Trivire is alleen werkzaam in Nederland en loopt geen valutarisico. Prijsrisico Trivire loopt risico’s ten aanzien van de waardering van effecten, voor zover opgenomen onder financiële vaste activa. Daarnaast loopt Trivire prijsrisico ten aanzien van de waardeontwikkeling van de embedded derivaten voor zover deze waarde negatief is. Renterisico Trivire loopt renterisico over de rentedragende vorderingen (met name onder financiële vaste activa, effecten en liquide middelen) en rentedragende langlopende en kortlopende schulden (waaronder schulden aan kredietinstellingen). Voor vorderingen en schulden met variabele renteafspraken loopt Trivire risico ten aanzien van toekomstige kasstromen, met betrekking tot vastrentende vorderingen en schulden loopt Trivire risico’s over de marktwaarde. Met betrekking tot de vorderingen worden geen financiële derivaten met betrekking tot renterisico gecontracteerd. Met betrekking tot bepaalde vastrentende schulden (schulden aan kredietinstellingen) heeft Trivire renteswaps gecontracteerd, zodat zij variabele rente ontvangt en vaste rente betaalt. Kredietrisico Trivire heeft geen significante concentraties van kredietrisico. Voor zover noodzakelijk worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten. Liquiditeitsrisico Relevante indicatoren voor het liquiditeitsrisico voor Trivire zijn per balansdatum als volgt: Benodigde buffer in het kader van de Beleidsregels derivaten € 31,4 miljoen Obligo inzake WSW € 18,8 miljoen Kredietlimiet € 20,0 miljoen Benodigde nieuwe financiering voor volgende jaren € 32,2 miljoen Nog niet benutte borgingsruimte WSW € 29,9 miljoen De effecten opgenomen onder de financiële vaste activa en de vlottende activa worden gewaardeerd tegen de reële waarde. Alle overige in de balans opgenomen financiële instrumenten zijn gewaardeerd tegen de (geamortiseerde) kostprijs. Dit is de nominale waarde, tenzij anders vermeld.
De waardering van afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) is afhankelijk van het feit of het Trivire Jaarverslag 2013
58
De waardering van afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) is afhankelijk van het feit of het onderliggende van het derivaat beursgenoteerd is of niet. Indien het onderliggende beursgenoteerd is, dan wordt het derivaat tegen reële waarde opgenomen. Indien het onderliggende niet-beursgenoteerd is, wordt het derivaat tegen geamortiseerde kostprijs opgenomen. De wijze van verwerking van waardeveranderingen van het afgeleide financieel instrument is afhankelijk of er met het afgeleide financiële instrument hedge accounting wordt toegepast of niet. Trivire loopt liquiditeitsrisico uit hoofde van haar derivatenportefeuille. Trivire heeft met een aantal van haar derivaten tegenpartijen afspraken gemaakt over het uitwisselen van onderpand. Bij een daling van 2% van de marktrente per 31 december 2013 zou Trivire € 31,4 miljoen additioneel aan onderpand dienen te storten. Toezichtbelemmerende bepalingen In het 4e kwartaal 2013 zijn alle 19 afgesloten derivatencontracten nogmaals getoetst op aanwezigheid van toezichtbelemmerende bepalingen. Op 10 contracten is sprake van toezichtbelemmerende bepalingen. Deze contracten vertegenwoordigen een nominale waarde van€ 59,5 miljoen. Deze 10 contracten zijn afgesloten bij BNG Bank, BNP Paribas en Credit Suisse. Deze drie banken hebben aangegeven niet mee te werken aan eliminatie van de TBB. Van BNG Bank wordt verwacht dat zij mee zullen werken na overleg met CFV en ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK). BNP Paribas werkt niet mee aan aanpassing van juridische documentatie en Credit Suisse werkt slechts mee aan wijziging van juridische documentatie onder niet wenselijke condities. Trivire wenst onder voorwaarden de derivatenportefeuille te reduceren, indien dit tegen een neutrale of positieve marktwaarde kan worden geëlimineerd en het renterisico op de onderliggende financiering kan worden afgedekt. Er is een Plan van Aanpak opgesteld in december 2013 en in februari 2014 ingediend bij het CFV. Stresstest derivaten Bij een 2% lagere marktrente zou de negatieve marktwaarde van de derivatenportefeuille per peildatum 31 december 2013 € 79,4 miljoen bedragen. Het bij te storten bedrag zou dan € 31,4 miljoen zijn. Liquiditeitsbuffer Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft op 5 september 2012 in de nieuwe beleidsregels gebruik financiële derivaten bepaald dat corporaties een liquiditeitsbuffer dienen aan te houden, die voldoende is om bijstortingsverplichtingen te kunnen opvangen in het geval dat de vaste rente van de derivatencontracten met 2% zou dalen. Per 31 december 2013 zou deze buffer € 31,4 miljoen moeten zijn. Trivire had vanuit het Eigen Middelen Beleid van het WSW per 31 december 2013 een totale buffer van € 45,0 miljoen ter beschikking. Hiermee zijn in 2013 5 flexleningen, met een 48-uursclausule aangetrokken, waarvan contractueel 20% is opgenomen. Dit bedrag is specifiek ten behoeve van de benodigde liquiditeitsbuffer en daarom gestald op een beleggingsrekening met een directe opnamemogelijkheid. Daarmee wordt dus voldaan aan de gestelde voorwaarde ten aanzien van de benodigde liquiditeitsbuffer. Beschikbaarheidsrisico De maatregelen rondom de Verhuurdersheffing vanuit de landelijke overheid en de omvangrijke saneringssteun door het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting leiden tot een forse aanslag op de operationele kasstromen van Trivire. Trivire heeft haar financiële meerjarenplan zodanig aangepast op deze maatregelen, dat de beschikbaarheid van faciliteiten voor financiering en herfinanciering gecontinueerd wordt. Trivire voldoet in de meerjarenplanning ruimschoots aan de financiële kengetallen zoals deze door toezichthouders en andere financiële stakeholders worden gehanteerd. Doordat Trivire minder afhankelijk wil zijn van een beperkt aantal financiers is Trivire doorlopend op zoek naar andere bronnen voor lange financiering. Het eigen middelen beleid van het Waarborgfonds voor de Sociale Woningbouw heeft Trivire gebruikt voor de opbouw van de liquiditeitsbuffer voor mogelijke margin calls uit hoofde van afgesloten derivatencontracten. Voor de beschikbaarheid van financiering is de organisatie sterk afhankelijk van het blijvend functioneren van het borgingsstelsel via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
Trivire Jaarverslag 2013
59
Effecten regeringsbeleid Trivire wordt in haar bedrijfsvoering geconfronteerd met diverse regeringsmaatregelen voor de gereguleerde huursector. Deze maatregelen betreffen onder meer de Wet verhuurdersheffing en een verruiming van het huurbeleid. Daarnaast wordt de sector geconfronteerd met een door het CFV opgelegde extra heffing voor saneringssteun. De voorgenomen verhuurdersheffing naar de kennis van heden loopt voor Trivire op van € 6,3 miljoen in 2014 naar € 7,9 miljoen in 2018. Het aandeel in de saneringssteun bedraagt voor 2014 € 3,1 miljoen. Voor de jaren 2014 tot en met 2017 houdt Trivire rekening met een totale saneringssteun heffing van € 7,7 miljoen. Trivire heeft in haar projecties rekening gehouden met een verruiming van het huurbeleid in 2014. De ingerekende stijging van de huurinkomsten bedraagt gemiddeld 1,5% boven inflatie. Trivire verwacht blijvend te kunnen voldoen aan de indicatoren van het WSW (ICR, DSCR, loan to value, solvabiliteitsrendement en dekkingsratio) en daarmee toegang te blijven houden tot de kapitaalmarkt. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode. Bij deze methode worden alle mutaties in de liquide middelen benoemd, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde interest (opgenomen onder operationele activiteiten).
Trivire Jaarverslag 2013
60
6.5 Toelichting balans (x € 1.000)
ACTIVA
5.1 Materiële vaste activa De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: Sociaal Onroerende Onroerende vastgoed zaken in en roerende in ontwikkeling zaken ten exploitatie dienste van de exploitatie Saldo per 1 januari 2013 Aanschafwaarde 793.292 18.655 20.398 Herwaarderingen 228.151 Cumulatieve afschrijvingen -253.619 -12.301 Boekwaarde 767.824 18.655 8.097 Mutaties 2013 Investeringen Desinvesteringen Corr.afschr.desinvesteringen Realisatie door desinvesteringen Afschrijvingen Realisatie door afschrijving Overboekingen Herclassificatie Herwaardering ultimo Afboekingen Totaal mutaties Saldo per 31 december 2013 Aanschafwaarde Herwaarderingen Cumulatieve afschrijvingen Boekwaarde
Totaal
832.345 228.151 -265.920 794.576
6.108 -2.655 1.726 1.502 -25.593 8.655 15.957 -2.633 -28.906 -25.839
5.328 -436 -15.957 -462 -11.527
1.542 -1.519 23
12.978 -3.091 1.726 1.502 -27.112 8.655 -2.633 -28.906 -462 -37.343
811.571 199.245 -268.831 741.985
7.128 7.128
21.940 -13.820 8.120
840.639 199.245 -282.651 757.233
Trivire onderscheidt in het sociaal vastgoed in exploitatie de volgende componenten en afschrijvingstermijnen: * Grond geen afschrijvingen * Opstal lineair 60 jaar * Garages lineair 60 jaar * Installaties lineair 15 jaar * Inventaris lineair 20 jaar In het verslagjaar heeft Trivire het WSW gevolmachtigd om, in voorkomende gevallen, een hypotheek te vestigen op het gehele bezit. Tot aan dagtekening jaarrekening heeft het WSW van deze volmacht geen gebruik gemaakt.
Trivire Jaarverslag 2013
61
5.2 Vastgoedbeleggingen De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: Commercieel Onroerende Onroerende vastgoed zaken zaken in in verkocht ontwikkeling exploitatie onder voorwaarden Saldo per 1 januari 2013 Aanschafwaarde 36.309 20.970 5.285 Ongerealiseerde waardeverandering -9.745 -2.496 Cumulatieve afschrijving -5.284 Boekwaarde 21.280 18.474 5.285
Totaal
62.564 -12.241 -5.284 45.039
Mutaties 2013 Investeringen Desinvesteringen* Subsidies Overboekingen Overboeking vanuit voorraad Herclassificatie Ongerealiseerde waardeverandering Afboekingen Totaal mutaties
15 7.641 2.990 2.633 2.216 15.495
-1.024 6.139 -1.164 3.951
7.280 -2.315 -2.375 -7.641 -196 -5.247
6.271 3.824 -2.375 2.990 2.633 1.052 -196 14.199
Saldo 31 december 2013 Aanschafwaarde Ongerealiseerde waardeverandering Cumulatieve afschrijving Boekwaarde
49.588 -7.529 -5.284 36.775
26.085 -3.660 22.425
38 38
75.711 -11.189 -5.284 59.238
* Het betreft 28 woningen. Hiervan zijn 17 woningen opgeleverd in 2013. De overige 11 woningen zijn opgeleverd in voorgaande jaren. Deze waren ten onrechte niet opgenomen in de jaarrekening 2012.als verkochte woningen v.o.v. Analoog aan deze correctie is ook de terugkoopverplichting woningen v.o.v. aangepast. De mutatie in het sociaal en commercieel vastgoed in exploitatie is als volgt uitgesplitst: aantal aantal bedrag woningen nz woningen Nieuwbouw 106 1 23.310 Vanuit onderhoud 2.860 6.123 Aankoop Verkoop -32 -9 -1.996 Sloop -198 -487 Renovatie 3 288
De totale materiële vaste activa zijn verzekerd tegen brand- en stormschade voor een bedrag van € 1.810 miljoen. De geschatte waarde van het sociaal vastgoed in exploitatie gebaseerd op de meest recente WOZbeschikking bedraagt € 1.590 miljoen. Voor het commercieel vastgoed bedraagt deze waarde € 42 miljoen. De bedrijfswaarde van het totale bezit per 31 december 2013 bedraagt € 795 miljoen (2012 € 815 miljoen) De bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed per 31 december 2013 bedraagt € 53 miljoen (2012 € 47 miljoen).
Trivire Jaarverslag 2013
62
Het aantal geplande woningen voor de verkoop in de periode 2014 t/m 2018 is 410 woningen en 21 parkeerplaatsen Het betreft diverse complexen. De opbrengst van deze verkopen is begroot op € 27,6 miljoen en de boekwaarde op € 22,5 miljoen. In de post onroerende zaken verkocht onder voorwaarden zijn in totaal 187 verhuureenheden opgenomen. Hiervan zijn 187 verhuureenheden verkocht met een terugkoopplicht . Gebruik wordt gemaakt van contractvormen die de goedkeuring van de Minister hebben. Alle contracten zijn gebaseerd op het "Koopgarant" principe waarbij sprake is van een verleende korting op de marktwaarde tussen de 10% en 35%. 31-12-2013 31-12-2012 5.3 Financiële vaste activa 1. Deelnemingen 2. Leningen u.g. 3. Te ontvangen subsidiebijdragen 4. Actieve belasting latentie 5. Geactiveerde optierente extendibles Totaal 1.
2.317 1.612 486 2.331 4.170 10.916
Deelnemingen Volgerlanden
Stadsherstel
Pro-Net
ontwikkelings
Drechtsteden
Project-
combinatie
Aandeel in kapitaal Saldo per 1 januari 2013 -
Resultaat Agio uitkering
WoningNet
Totaal
ontwikkeling
41,8%
38,5%
100%
347
1.155
1.171
3
2.676
-347 -
-17 -
5 -
-
-359 -
-
1.138
1.176
3
2.317
2.425
6.001
-813 -813
-3.576 -3.576
1.612
2.425
Saldo per 31 december 2013
2.
2.676 2.425 802 2.539 8.442
Leningen u/g
Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Leningen u/g Ontvangen aflossingen (inclusief extra aflossingen) Saldo Saldo per 31 december
Dit betreft eind 2013 nog alleen een onderhandse lening aan Stichting Woonbron, waarvan de laatste aflossing plaatsvindt in 2015. Het saldo van de lening per eind 2013 bedraagt € 1.612. De aflossing in 2014 bedraagt € 781. Het rentepercentage is 6,5. 3.
Te ontvangen subsidiebedragen
Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Ontvangen bijdragen Rente Correctie voorgaand jaar Saldo Saldo per 31 december
802
1.268
-352 36 -316
-528 59 3 -466
486
802
De mutaties in 2014 bedragen ruim € 0,2 miljoen.
Trivire Jaarverslag 2013
63
4.
Actieve belasting latentie Actieve latentie Derivaten
Stand 1 januari 2013 Mutatie latentie door:
Beleggingen
Totaal Leningen
Verkopen
263
38
1.429
809
2.539
Stand 31 december 2013
-33 230
-12 26
-160 1.269
-3 806
-33 -12 -160 -3 2.331
Nominale waarde
307
26
1.557
901
2.791
38
12
121
7
178
31-12-2013
31-12-2012
-
-
Mutaties in het boekjaar Mutatie waardering per 1-1-2013 Mutatie lopende jaar Afschrijving ten laste van rentelast Saldo
1.782 2.610 -222 4.170
-
Saldo per 31 december
4.170
-
104 104
355 112 3.562 4.029
355
294
203 -191 -367 -355 -
258 -197
112
307
Mutaties in het boekjaar Aankoop Verkoop Saldo
1.225 -1.233 -8
1.306 -1.501 -195
Saldo per 31 december
104
112
Af: Af: Af: Af:
waarderingsverschil derivaten waarderingsverschil beleggingen leningen waarderingsverschil verkopen
Verwachte realisatie binnen 1 jaar 5.
Geactiveerde optierente extendibles
Saldo per 1 januari
Vlottende activa 5.4 Voorraden 1. Voorraad materiaal 2. Voorraad vastgoed verkopen onder voorwaarden 3. Voorraad nog te verkopen onroerend goed Totaal 1.
Voorraad materiaal
Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Inkoop Verbruik Afboeken Saldo Saldo per 31 december 2.
61 355
Voorraad vastgoed verkopen onder voorwaarden
Saldo per 1 januari
Dit betreft de Blaauwweg 393. Deze is in april 2013 terug gekocht en per balansdatum nog niet verkocht.
Trivire Jaarverslag 2013
64
3.
Voorraad nog te verkopen onroerend goed
31-12-2013
31-12-2012
-
3.562
-
3.721 -159 3.562
Onder deze post is het onverkochte, opgeleverde deel van de projecten opgenomen. De opbouw van deze post kan als volgt worden weergegeven: Gerealiseerde projectkosten Af: ontvangen subsidies Saldo nog te verkopen woningen
Dit betrof per ultimo 2012 19 onverkochte koopappartementen uit het project De Prinsemarij. In 2013 zijn nog 3 appartementen verkocht; de overige 16 zijn in de loop van 2013 verhuurd in de vrije sector.
5.5 Vorderingen 5.5.1 Huurdebiteuren 5.5.2 Gemeenten 5.5.3 Overige debiteuren 5.5.4 Overlopende activa Totaal
984 700 2.497 4.181
667 32 630 2.503 3.832
In bovengenoemde vorderingen zijn geen bedragen opgenomen, die een looptijd van een jaar of langer hebben. 5.5.1 Huurdebiteuren Huurdebiteuren Af: afwaardering wegens oninbaarheid Totaal
1.333 -349 984
1.062 -395 667
-
1.027 306
709 353
-
32 32
514 -127 140 16 17 25 115 700
448 -110 74 72 2 8 136 630
Huidige huurders Voormalige huurders
De huurachterstand van de huidige huurders bedraagt 1,12% van de te ontvangen jaarhuur (2012: 0,82 %) Inclusief de huurachterstand van vertrokken huurders bedraagt de totale huurachterstand 1,46% van de te ontvangen jaarhuur (2012: 1,22%). 5.5.2 Gemeenten Gemeente Dordrecht Totaal 5.5.3 Overige debiteuren Overige vorderingen op huurders Af: afwaardering wegens oninbaarheid (zie huurdebiteuren) Nog te ontvangen Pro-Net Nog te ontvangen SWK Facet B.V. Nog te ontvangen Volgerlanden Ontwikkelings Combinatie Nog te ontvangen Stadsherstel Drechtsteden NV Nog te ontvangen Woonbron Overige Totaal
Trivire Jaarverslag 2013
65
31-12-2013
31-12-2012
381 151 4 48 80 30 13 220 23 732 36 779 2.497
165 84 7 21 74 1.608 142 65 18 319 2.503
24.490 24.490
2.813 2.813
9 12.500 11.965 16 24.490
4 2.807 2 2.813
5.5.4 Overlopende activa Nog te ontvangen afrekening Crabbehof Nog te ontvangen verkoop Noorderkroonstraat Nog te ontvangen verkoop A. Kuyperweg Niet vervallen rente leningen u/g Teruggaaf WAO/WIA Voorschot Stimuleringsfonds Nog te ontvangen opbrengst materialen Nog te ontvangen rente BWS Nog te ontvangen btw Nog te ontvangen Vpb Vooruitbetaalde kosten Te verwerken schade uitkeringen Kruisposten Diversen Totaal 5.6 Liquide middelen 1. Direct opvraagbaar Totaal 1.
Direct opvraagbaar
Kas RABO BNG ABN-AMRO Totaal
Trivire Jaarverslag 2013
66
PASSIVA 5.7 Eigen vermogen
31-12-2013
31-12-2012
1
1
336.540
97.474
-6.916 329.624
156.980 -9.366 -2.509 14.941
Mutaties in het boekjaar Uit resultaatbestemming Vrijval bestemmingreserve Pro-Net Toevoeging eigen vermogen Wilhelminastichting Mutatie voorziening onrendabele investeringen Herwaardering Saldo
-1.996 -11.763 -13.759
-6.458 1.840 334 5.204 78.100 79.020
Saldo per 31 december
315.865
336.540
Stichtingskapitaal Algemene Bedrijfsreserve Saldo per 31 december 2012 Gevolgen stelselwijziging aanpassing waardering sociaal vastgoed aanpassing waardering commercieel vastgoed aanpassing waardering belastinglatentie verkopen aanpassing waardering voorziening ORT aanpassing waardering extendible leningen Gecorrigeerd saldo per 1 januari
257.520
Ultimo 2013 is in totaal € 199,2 miljoen aan ongerealiseerde herwaardingen in de algemene bedrijfsreserve begrepen (2012: € 228,1 miljoen). In 2013 is € 11,7 aan de ongerealiseerde herwaardering onttrokken wegens terugname van eerdere toevoegingen, € 10,3 miljoen onttrokken wegens realisatie (waarvan € 8,6 mln door afschrijvingen en € 1,7 door verkoop van vastgoed) en € 6,9 miljoen onttrokken door herclassificatie.
Bestemmingsreserve Pro-Net Saldo per 1 januari
-
1.630
Mutaties in het boekjaar Resultaat Overheveling naar Eigen Vermogen Saldo
-
210 -1.840 -1.630
Saldo per 31 december
-
-
Saldo per 1 januari
383
360
Mutaties in het boekjaar Uitgaven Storting Saldo
-12 67 55
-32 55 23
Saldo per 31 december
438
383
Bestemmingsreserve zonnepanelen
Trivire Jaarverslag 2013
67
Bestemmingsreserve kunst Krispijn
31-12-2013
31-12-2012
10
10
Mutaties in het boekjaar Uitgaven Storting Saldo
-
-
Saldo per 31 december
10
10
169
169
Mutaties in het boekjaar Uitgaven Storting Saldo
-
-
Saldo per 31 december
169
169
Saldo per 1 januari
Per 1-1-2010 heeft Trivire de reservering van € 10.000 overgenomen van v.o.f. Krispijn Wonen om een kunstwerk te realiseren in de wijk Oud Krispijn. Bestemmingsreserve Beter Wonen Saldo per 1 januari
Op 11 oktober 2010 heeft het bestuur van Stichting Beter Wonen het besluit tot ontbinding genomen. Als vereffenaar is Trivire aangewezen. Het resterende vermogen is overgedragen aan Trivire. Het bedrag is gestort in de bestemmingsreserve Beter Wonen. Op Trivire rust de verplichting dit bedrag voor volkshuisvestelijke doelen te bestemmen conform de toetsingscriteria die door Stichting Beter Wonen werden toegepast. 5.8 Voorzieningen De mutaties in de voorzieningen zijn in het navolgende schema samengevat: Glasfonds
Sloop
Ster-
Onrendabele
Projecten
abonnement
Investeringen
Totaal
Stand 1 januari 2013
289
1.124
833
15.600
17.846
Mutaties 2013 Toevoeging rente Overige toevoegingen
2 257
2.165
5 659
-
7 3.081
-242 -
-929 -
-427 -
-6.282 -2.011
-7.880 -2.011
306
2.360
1.070
7.307
11.043
Onttrekkingen Vrijval Stand 31 december 2013 Glasfonds/Sterabonnement
In samenspraak met de Huurdersraad is overeengekomen dat deze servicecomponenten niet worden afgerekend met huurders. Het saldo van elk jaar wordt ten gunste c.q. ten laste van het fonds gebracht. Bij negatieve ontwikkeling vindt aanpassing van de servicecomponent plaats.
Trivire Jaarverslag 2013
68
Sloopprojecten Project
Aantal
Saldo per
woningen
1-jan-13
Storting
Onttrekking
Saldo per 31-dec-13
Zuiderpoort Patersweg Tweelingen/Stierstraat Nicolaasstraat Frisostraat Beckmanplantsoen
131 296 10 -
593 258 273 -
13 135 1.657 360
1 588 116 137 87 -
12 140 1.541 121 186 360
Totaal
437
1.124
2.165
929
2.360
Met ingang van 2011 is de administratieve verwerking van de financiële gevolgen van de sloop van bestaande woningen gewijzigd. In het jaar waarin het besluit tot sloop is genomen wordt voor de totale geraamde sloopkosten, uitverhuisvergoedingen, eventuele kosten van bouwrijp maken en overige kosten die verband houden met de sloop een Voorziening Sloop Projecten gevormd. Deze kosten worden dus niet meer toegevoegd aan de stichtingskosten van de nieuw te bouwen woningen. Vervolgens worden de werkelijke kosten met betrekking tot de sloop ten laste van deze voorziening gebracht. Onrendabele investeringen Project
Saldo per
Storting
Onttrekking
1-jan-13
De Prinsemarij Sitterstraat Kapiteinflats Zwijndrecht Vorrinklaan appartementen Nieuwbouw Nicolaasstraat Nieuwbouw J.W.Frisostraat Tomatenplein/Veilingdreef Crispijn van Outgaerden Schaepmanstraat Nieuwbouw Thureborgh Zuiderpoort Totaal
Saldo per 31-dec-13
2.453 3.957 589 2.630 358 1.530 112 2.402 629 500 440
-
2.453 101 9 2.630 358 383 112 678 629 500 440
3.856 580 1.147 1.724 -
15.600
-
8.293
7.307
Toekomstige nieuwbouwprojecten hebben op basis van voorcalculatorische parameters een gedeelte aan onrendabele investeringen. Teneinde deze toekomstige vermogensbeklemming zichtbaar te maken, wordt per balansdatum dit benodigd vermogen afgezonderd van het vrij besteedbaar vermogen.
Trivire Jaarverslag 2013
69
5.9 Schulden op lange termijn 1. Leningen overheid 2. Leningen kredietinstellingen 3. Lening collega corporatie 4. Leningen overig 5. Vrijval disagio leningen Subtotaal 6. Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden 7. Derivaten 8. Waarborgsommen Totaal
31-12-2013
31-12-2012
15.571 421.492 832 1.001 100 438.996 23.014 9.475 81 471.566
16.769 398.945 1.612 1.001 275 418.602 18.862 88 437.552
5.9.1 Leningen overheid/Leningen kredietinstellingen/Leningen collega corporatie/Vrijval disagio leningen Saldo per 1 januari
418.602
411.574
Mutaties in het boekjaar: Nieuwe leningen Aflossingen Vrijval disagio leningen Extra aflossingen Mutatie flexlening Saldo
49.500 -35.331 -175 6.400 20.394
34.003 -35.667 -508 9.200 7.028
Saldo per 31 december
438.996
418.602
17.307 4,07 14,00 15.686
18.496 4,06 14,51 22.314
350.363 3,98 26,00 379.798
342.778 4,12 22,91 433.884
Schulden/leningen overheid Hieronder zijn opgenomen leningen die zijn verstrekt door de gemeente Dordrecht De schulden/leningen overheid hebben de volgende kenmerken: Vastrentende leningen Restschuld (inclusief kortlopend deel per balansdatum) Gemiddelde rente Gemiddelde looptijd Reële waarde Schulden/leningen kredietinstellingen Hieronder zijn begrepen leningen van verschillende kredietinstellingen. Deze leningen hebben de volgende kenmerken: Vastrentende leningen Restschuld (inclusief kortlopend deel) per balansdatum Gemiddelde rente Gemiddelde looptijd Reële waarde
Trivire Jaarverslag 2013
70
Leningen met variabele rente Restschuld (inclusief kortlopend deel) per balansdatum Gemiddelde rente Gemiddelde looptijd Reële waarde
31-12-2013
31-12-2012
114.043 0,58 7,00 113.928
103.716 0,72 6,43 103.285
Voor de variabel rentende leningen is voor € 87,5 miljoen aan renteswaps aangegaan om het variabel renterisico op deze leningen af te dekken. Deze renteswaps hebben de volgende kenmerken: De te ontvangen variabele rente voor de swaps is 6 maanden Euribor. De reële waarde van de derivaten bedraagt per balansdatum € 24,5 miljoen negatief (2012 € 35,3 miljoen negatief) en is als volgt bepaald: bedragen x € 1.000 rente
bank
notional
ABN AMRO ABN AMRO Deutsche Bank BNG BNG BNG BNG ABN AMRO ABN AMRO ABN AMRO ABN AMRO BNG BNG BNP Paribas Totaal per 31 dec. 2013
10.000 9.000 10.000 5.000 5.000 5.000 5.000 5.000 9.000 5.000 5.000 4.500 5.000 5.000
Deutsche Bank Deutsche Bank 303 Credit Suisse 304 Credit Suisse 306 BNP Paribas
10.000 10.000 10.000 10.000 5.000
5 6 7 8 9 10 11 12 104 105 109 201 202 305
ingangsdatum
einddatum
value
swap
301 302
Generaal totaal
1-4-2007 2-6-2008 16-2-2009 1-2-2008 3-11-2008 18-8-2009 10-7-2008 30-12-2008 1-6-2011 1-7-2009 30-3-2009 3-9-2008 3-7-2009 2-5-2013
1-4-2016 2-6-2018 16-2-2019 1-2-2023 3-11-2023 18-8-2024 10-7-2023 30-12-2023 1-6-2020 1-7-2016 30-4-2014 3-9-2023 3-7-2024 2-5-2046
te betalen
marktwaarde
vaste rente
31-12-2013
3,545 3,945 4,013 4,485 4,495 4,540 4,125 4,130 4,538 4,238 3,821 4,510 4,550 2,958
87.500
132.500
-749 -1.146 -1.509 -1.087 -1.112 -1.206 -996 -933 -1.908 -569 -198 -1.034 -1.234 -346 -14.027
1-4-2014 15-7-2014 7-4-2015 17-11-2015 2-5-2014
1-4-2064 15-7-2064 7-4-2060 17-11-2060 2-5-2047
3,900 3,757 3,770 3,690 3,020
-3.196 -2.705 -2.348 -1.975 -282 -24.533
Na het effect van swaps is de gemiddelde rente op de variabel rentende leningen 3,306% (2012 3,798%). Op het onroerend goed is geen hypotheek gevestigd ten behoeve van zekerheidsstelling voor leningen. Ook is er geen positieve of negatieve hypotheekverklaring afgegeven op het onroerend goed. Van de leningen overheid en kredietinstellingen is een totaalbedrag van € 473,1 miljoen opgenomen waarvoor WSW borging is verkregen. Onder de leningen is voor een bedrag van € 85 miljoen aan zogenaamde basisrenteleningen opgenomen. Op deze leningen wordt een vaste basisrente betaald van gemiddeld 3,31% (2012 3,16%). De creditspread die op deze leningen wordt betaald, wordt periodiek herzien. Voor de huidige leningen is de gemiddelde spread 0,189%. Het vervalschema van de credit spread herzieningen is hieronder weergegeven:
Trivire Jaarverslag 2013
71
Overzicht basisrente leningen per 31 december 2013 bedragen x € 1.000 bedrag ingangsIntern leningnr./ datum geldgever
720-999-517 720-999-518 720-999-519 720-999-520 720-999-521 720-999-522 720-999-523 720-999-524 720-999-533 720-999-536
BNG NWB NWB NWB BNG BNG NWB NWB BNG NWB
2-9-2010 15-10-2010 7-2-2011 30-11-2011 1-3-2012 2-7-2012 3-9-2012 15-10-2012 28-3-2013 17-1-2013
2-9-2060 15-10-2060 7-2-2056 30-11-2056 1-3-2052 2-7-2054 3-9-2055 15-10-2058 28-3-2053 17-1-2063
eerste renteherziening opslag 2-9-2016 15-10-2014 9-2-2015 28-11-2014 2-3-2015 4-7-2016 5-9-2016 16-10-2017 28-3-2018 17-1-2019
basisrente
spread per 31 dec 2013
3,177% 3,180% 3,230% 3,290% 3,035% 3,070% 3,065% 3,075% 3,990% 3,650%
0,25% 0,28% 0,16% 0,11% 0,00% 0,00% 0,00% 0,00% 0,42% 0,39%
31-12-2013
31-12-2012
Saldo per 1 januari
18.862
19.718
Mutaties in het boekjaar Mutaties Nieuwe koopgarant woningen Opwaardering Afwaardering Saldo
-936 4.884 1.255 -1.051 4.152
-968 1.137 -1.025 -856
20.170 2.844 23.014
16.222 2.640 18.862
Totaal
10.000 10.000 10.000 10.000 5.000 5.000 5.000 10.000 10.000 10.000
einddatum
85.000
De aflossingsverplichting in 2014 bedraagt € 37,3 miljoen. Het bedrag van leningen met een kortere restantlooptijd dan 1 jaar is € 37,3 miljoen. Het bedrag van leningen met een kortere restantlooptijd dan 5 jaar is € 92,8 miljoen. Het bedrag van leningen met een langere restantlooptijd dan 5 jaar is € 383,4 miljoen. De gemiddelde rente van de leningen bedroeg 3,99% (2012 4,18%). Het schuldrestant van de leningen is te splitsen in leningen met een hoofdsom met vaste rente € 362,3 miljoen (2012= € 358 miljoen) en een hoofdsom met variabele rente € 118,9 miljoen (2012= € 103,5 miljoen). Voor de leningen zijn geen zekerheden verstrekt.
5.9.2 Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden
Saldo per 31 december Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Verminderingen/vermeerderingen
Trivire Jaarverslag 2013
72
5.9.3 Derivaten
31-12-2013
31-12-2012
-
-
8.698 2.610 -1.833 9.475
-
9.475
-
Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Mutatie waardering extendibles per 1-1-2013 Opwaardering Afwaardering Saldo Saldo per 31 december
-
Onder de leningen is voor een bedrag van € 45 miljoen aan zogenaamde extendibles/tijdvakleningen opgenomen. Bij deze leningen betaalt Trivire gedurende het eerste tijdvak een vaste rente, die lager is dan de marktrente, zoals op het moment van afsluiten gold. In ruil daarvoor heeft Trivire aan de tegenpartij het recht gegeven om bij het begin van het tweede tijdvak te bepalen of er een vaste rente wordt betaald of dat er een variabele rente wordt betaald. Dit recht van de tegenpartij is een embedded derivaat dat is afgescheiden van het basiscontract en afzonderlijk in de balans is verwerkt onder derivaten. De belangrijkste kenmerken van deze leningen, alsmede de reële waardes zijn hieronder weergegeven. Overzicht extendibles per 31 december 2013 bedragen x € 1.000 Geldgever
intern num
131
BNG
Hoofd
ingangs-
som
datum
10.000
2-5-2007
136
NWB
10.000
2-6-2008
720
NWB
15.000
30-6-2011
720
BNG
10.000
15-11-2013
Trivire Jaarverslag 2013
einddatum
rente
rente
rente
tijdvak 1
tijdvak 2
tijdvak 3
5-5-2042 2-5-2007 tot 30-4-2010 1 mnds Euribor zonder opslag met een max. van 4,04% 2-6-2048 2-6-2008 tot 2-6-2011 1 mnds Euribor zonder opslag met een max. van 4,3025% 30-6-2059 30-6-2011 tot 29-2-2021 rente van 2,89% op jaarbasis of rente van 3,50% per halfjaar 15-11-2062 15-11-2013 tot 15-11-2021 rente van 2,40%
30-4-2010 tot 4-5-2026 vaste rente van 4,04%
2-6-2011 tot 2-6-2028 vaste rente van 4,3025%
29-1-2021 tot 30-6-2059 rente van 3,50% met nader overeen te komen opslag 15-11-2021 tot 15-11-2062 rente van 4,00% met nader overeen te komen opslag of 6-mnd Euribor met nader overeen te komen opslag
4-5-2026 tot 5-5-2042 vaste rente van 4,35% of 3-mnd Euribor zonder opslag 2-6-2028 tot 2-6-2048 vaste rente van 4,55% of 3-mnd Euribor zonder opslag n.v.t.
n.v.t.
73
31-12-2013
31-12-2012
88
76
31 -38 -7
40 -28 12
81
88
37.334 4.898 1.011 13.827 57.070
43.201 5.302 3.981 13.746 66.230
2 37.332 37.334
43.201 43.201
4.898
5.302
2 1.009 1.011
24 1.971 1.986 3.981
6.501 1.248 2.293 17 244 1.216 557 835 104 812 13.827
6.839 927 1.808 586 1.208 557 1.106 146 569 13.746
5.9.4 Waarborgsommen Saldo per 1 januari Mutaties in het boekjaar Ontvangen waarborgsommen Terugbetaalde waarborgsommen Saldo Saldo per 31 december 5.10 Schulden op korte termijn 1. Schulden aan kredietinstellingen 2. Overige crediteuren 3. Belastingen en premies sociale verzekeringen 4. Overlopende passiva Totaal Alle kortlopende schulden hebben een resterende looptijd van korter dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden benadert de boekwaarde vanwege het kortlopende karakter van de schulden. 1.
Schulden aan kredietinstellingen
Rekening courant Bank Nederlandse Gemeenten Rekening courant ABN/AMRO Kortlopend deel (aflossingsverplichting) langlopende schulden Totaal 2.
Overige crediteuren
3.
Belastingen en premies sociale verzekeringen
Loonbelasting/premies volksverzekeringen Btw en Ozb Vennootschapsbelasting Totaal 4.
Overlopende passiva
Niet vervallen rente geldleningen Vooruit ontvangen huur Bijdragen verwarmingskosten (leveringen en diensten) Vooruit ontvangen huurtoeslag Financiële afwikkeling VOC Te betalen rente (roll-over/swap) Niet opgenomen verlofuren Nog te ontvangen facturen Ramingen projecten Overige Totaal
Trivire Jaarverslag 2013
74
Niet in de balans opgenomen verplichtingen -
Obligo WSW
31-12-2013
31-12-2012
18.826
18.733
Dit betreft het totale obligo dat Trivire moet aanhouden met betrekking tot door het WSW geborgde schulden. Wanneer het WSW zich op verzoek van een deelnemer ten behoeve van diens geldgever heeft borg gesteld, is de deelnemer gehouden deel te nemen in het totale risico waartoe het WSW zich voor de deelnemers heeft borg gesteld. Daartoe is de deelnemer vanaf het moment waarop het WSW zich borg stelt tot aan het teniet gaan van de borgtocht aan het WSW verschuldigd een bedrag gelijk aan ten hoogste 3,85% van het nominale bedrag van de door die deelnemer aangegane lening waarvoor het WSW zich heeft borg gesteld. De verplichting, onderverdeeld naar obligo-percentage en bedrag, is als volgt: schuldrestant
Leningen met variabele hoofdsom Overige leningen
factor
107.500 409.230 516.730
obligo-perc.
75% 100%
3,85% 3,85%
obligo
3.070 15.756 18.826
Voorzieningen voor pensioenen Trivire heeft geen verplichting tot bijstorting bij tekorten in het bedrijfstakpensioenfonds. Derhalve is de pensioenregeling als een toegezegde bijdrageregeling verwerkt. De aan het fonds betaalde premies worden in de winst- en verliesrekening verwerkt en er wordt geen voorziening in de jaarrekening opgenomen. Een overschot of tekort kan invloed hebben op de te betalen premies. Het fonds heeft per balansdatum een dekkingsgraad van 114%. Liquiditeitsbuffer Trivire heeft de beschikking over € 45 miljoen vanuit de flexleningen welke intern door het bestuur is bestemd voor de liquiditeitsbuffer en waarvan contractueel 20% (€ 9 miljoen) is opgenomen en bij de Rabobank is gestald op een spaarrekening met een directe opeisbaarheid. Aangegane verplichting Per 31 december 2013 was Trivire voor een bedrag van circa € 0,5 miljoen verplichtingen aangegaan voor diverse projecten. Het grootste deel van dit bedrag betreft openstaande opdrachten voor het project 'Renovatie Kapiteinflats Zwijndrecht' (circa € 140), het openstaande deel van de te betalen aanneemsom voor aanpassing installaties van de flats aan het Tomatenplein en de Veilingdreef in Zwijndrecht (circa € 111) en openstaande opdrachten voor adviseurs voor het project 'Crispijn van Outgaerden' in Dordrecht (circa € 83). Vennootschapsbelasting ‘Trivire vormt sinds 1 januari 2009 voor de heffing van vennootschapsbelasting een fiscale eenheid’ met Pro-Net Projectontwikkeling B.V. Op grond van de standaardvoorwaarden zijn de moedermaatschappij en de met haar gevoegde dochtermaatschappij hoofdelijk aansprakelijk voor de door de combinatie
Trivire Jaarverslag 2013
75
6.6 Toelichting winst- en verliesrekening (x € 1.000) 2013
2012
BEDRIJFSOPBRENGSTEN 6.1 Huren 1. Te ontvangen netto huur a. Woningen en woongebouwen b. Onroerende zaken niet zijnde woningen Subtotaal 2. Af: Huurderving wegens leegstand Totaal
80.476 4.161 84.636 -1.366 83.270
76.868 3.389 80.257 -692 79.565
936 430 1.366
607 85 692
18.851 2.531 63.254 84.636
18.141 2.451 59.665 80.257
6.829 -116 6.713
6.571 -64 6.506
De huurderving wegens leegstand bedraagt voor: 1. Woningen en woongebouwen (1,22% van de jaarhuur) 2. Onroerende zaken niet zijnde woningen (10,33% van de jaarhuur) Totaal Voor 2012 bedroegen de percentages respectievelijk 0,79 en 2,51. De hogere huuropbrengst ten opzichte van vorig boekjaar wordt als volgt verklaard: a. De algemene huurverhoging per 1 juli 2012 en 2013 b. Het in exploitatie nemen van nieuwe woningen c. Overname bezit Pro-Net d. Eulerlaan (was overige opbrengst) c. Verkoop d. Sloop e. Overig (aanleg cv, verbetering van woningen, harmonisatie, etc.) Totaal De geografische onderverdeling van de netto huuropbrengsten kan als volgt worden weergegeven: • Gemeente Zwijndrecht • Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht • Gemeente Dordrecht Totaal 6.2 Vergoedingen 1. Te ontvangen vergoedingen overige zaken, leveringen en diensten 2. Af: Vergoedingsderving wegens leegstand Totaal
Trivire Jaarverslag 2013
2.667 1.141 480 181 -153 -377 440 4.379
76
2013
2012
6.3 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 1. Opbrengst verkopen bestaand bezit 2. Boekwaarde 3. Kosten Totaal 6.4 Wijzigingen in vastgoed bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten Prinsemarij Goeverneurwoningen Project Opteiland
3.574 -2.092 -409 1.073
3.916 -2.848 -356 712
12 12
184 184
379 429 549 3
509 731 526 1
61 41 220 8 162 10 44 4 147 100 67 67 31 2.322
60 39 295 161 216 2 15 158 4 58 4 2.779
Resultaat verkoop bestaand bezit 2013 bestaat uit 32 woningen en 9 garages. In 2012 was dit 19 woningen, 6 garages en 1 bedrijfspand. 6.5 Overige bedrijfsopbrengsten Doorberekende uren projecten Verrichte diensten rechtspersonen Doorberekend onderhoud Baten voorgaande jaren Bijzondere baten: Vergoeding HW Wonen 99 woningen Blaauwweg Vergoeding Thuisvester Polderwiel Zorg in beeld Inspectie-uren Administratiekosten SSK Opbrengst doorberekende annuïteiten Opbrengst verkopen auto's Bijdrage Eulerlaan Vergoeding HW Wonen Plantage BTW correctie 2011 Vrijval Swap Opbrengst zonnepanelen OZB teveel gereserveerd Overige Totaal
Trivire Jaarverslag 2013
77
2013
2012
25.592 1.518 27.110
22.755 1.363 24.118
6.7 Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Restant reservering diverse projecten -2.036 -2.036
-233 -233
BEDRIJFSLASTEN 6.6 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille a. Sociaal vastgoed zaken in exploitatie b. Activa ten dienste van de exploitatie
6.8 Erfpacht
6.9 Salarissen Salarissen Uitzendkrachten Af: Ziekengeld Totaal
Gemiddelde personeelsbezetting (fte's) Gemiddeld salaris (€)
2013 173,19 49.899
12
12
8.642 985 -38 9.589
8.696 774 -42 9.428
2012 177,51 48.989
6.10 Sociale lasten
1.251
1.243
6.11 Pensioenlasten
1.673
1.634
Sociale lasten en pensioenlasten in % van de salarissen 6.12 Lasten onderhoud Dagelijks onderhoud (niet-cyclisch) Planmatig onderhoud (cyclisch) Planmatig onderhoud overloop voorgaand jaar (cyclisch) Planmatig onderhoud kwaliteit (cyclisch) Totaal
Trivire Jaarverslag 2013
2013 33,8
2012 33,1
9.016 8.225 318 1.920 19.479
11.535 6.166 63 1.237 19.000
78
2013
2012
752 712 78 2.435 3.727 537 102 72 147 18 6.430 164 218 279 241
807 805 90 2.367 3.729 468 107 129 222 18 6.205 53 231 90 -
450 3.205 337 2.282 244 573 32 54 383 12 111 23.595
155 2.080 460 30 94 391 35 72 18.638
75 9 84
60 9 4 73
2.216 -1.164
-1.170 -1.161
936 1.988
857 -1.474
1.833
-
6.16 Rentebaten
155
701
6.17 Opbrengsten financiële vaste activa Hierin is opgenomen een bedrag van € 242 geactiveerde rente (2012: € 926)
275
978
6.13 Overige bedrijfslasten 1. Overige personeelskosten 2. Huisvestingskosten 3. Kosten Raad van Commissarissen 4. Algemene kosten 5. Belastingen 6. Verzekeringen 7. Contributie landelijke federatie 8. Niet te verhalen vervolgingskosten bij huurachterstand en overlast 9. Derving service-/stookkosten en overige exploitatiekosten 10. Vergoeding beheerskosten Stichting Thureborgh 11. Overige zaken, leveringen en diensten (servicekosten) 12. Niet in rekening te brengen service- en stookkosten 13. Beheerbijdrage vve's 14. Lasten voorgaande jaren 15. Verhuurderheffing 16. Diverse lasten: - Storting in voorziening dubieuze debiteuren - Heffing saneringssteun - Herwaardering voorraad materiaal - Afboeking projectkosten - Afwikkeling VOC - Sociaal programma Crabbehof - Sociaal programma Nieuw Krispijn - Sociaal programma Oud Krispijn - Uitgaven buurtbeheer - Kosten zonnepanelen - Diversen Totaal In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: -
Controle van de jaarrekening Andere controle werkzaamheden Fiscale advisering Andere niet controlediensten
Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij Trivire zijn uitgevoerd door onafhankelijke accountants zoals bedoeld in art.1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). 6.14 Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Waardeverandering commercieel vastgoed in exploitatie Waardeverandering onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Waardeverandering verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden
6.15 Waardeverandering derivaten
Trivire Jaarverslag 2013
79
6.18 Rentelasten Rente langlopende schulden Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Vrijval disagio Afschrijving geactiveerde optierente Rente kortlopende schulden Overige schulden
6.19 Vennootschapsbelasting Jaarschijf 2012 Jaarschijf 2013 Mutatie actieve latentie Totaal
2013
2012
18.715 -196 222
786 18.329 -509
18.741
39 18.645
474 -75 -207 192
-1.840
-1.773
-2.535
-2.017 -3.857
Toelichting vennootschapsbelasting Commercieel resultaat voor vennootschapsbelasting Belastingdruk 25% Af: Correctie verkoopopbrengsten Fiscaal resultaat VOC Fiscale afschrijving op activa Fiscale afschrijving op agio leningen O/G Fiscale afschrijving op (dis)agio leningen u/g Fiscale afschrijving op (dis)agio swaps Correctie activeringen die kwalificeren als instandhouding Correctie vrijval projecten Correctie geactiveerde rente op projecten o.b.v. fiscale solvabiliteit Correctie waardeverandering DAEB Correctie waardeverandering Commercieel vastgoed Correctie waardeverandering Derivaten Correctie vrijval reservering ORT Bij: Correctie resultaat VOC Correctie afschrijvingen Correctie resultaat saneringssteun Aftrekbeperking gemengde kosten Fiscale vrijval disagio leningen O/G Correctie vrijval geactiveerde optierente
-856 -1.987 -2.001 -1.101 -52 -161 -5.876 -395 -155 -10.505 -2.216 -1.833 -1.641 27.110 3.205 32 324 222
Fiscaal resultaat 2013 (inclusief deelneming) Af:
341
Verliesverrekening
-
Belastbaar bedrag Vennootschapsbelasting: Eerste Daarna over restant Totaal acute vennootschapsbelasting over 2013
Trivire Jaarverslag 2013
341
200.000
20,00% 25,00%
40 35 75
80
Belastingdruk Belastinglatenties Mutatie actieve latentie 2013 uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil over de periode 2013 t/m 2037 met betrekking tot de leningportefeuille O/G Mutatie actieve latentie 2013 uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil over de periode 2013 t/m 2016 met betrekking tot de leningportefeuille U/G Mutatie actieve latentie 2013 uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil over de periode 2013 t/m 2024 met betrekking tot de derivatenportefeuille Mutatie actieve latentie 2013 uit hoofde van fiscaal waarderingsverschil over de periode 2014 t/m 2018 met betrekking tot de verkopen Mutatie latieve latentie 2013
159 12 33 3 207
Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de winst- en verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Sinds 1 januari 2008 vallen de corporaties integraal onder de vigerende belastingwetgeving. Eind 2008 is er overeenstemming bereikt tussen Aedes en de belastingdienst betreffende de VSO 2. De VSO 1 is eenzijdig in 2008 door de belastingdienst opgezegd. Trivire heeft op basis van de uitgangspunten van VSO 1 en VSO 2 de fiscale positie ultimo 2013 en het fiscale resultaat 2013 bepaald. 6.20 Deelnemingen Resultaat Pro-Net Resultaat VOC Resultaat Stadsherstel Totaal
2013 5 -347 -17 -359
2012 210 -32 -11 167
Jaarresultaat na belasting
-1.940
-6.225
Het jaarresultaat is als volgt toegerekend: Algemene bedrijfsreserve Bestemmingsreserve zonnepanelen Bestemmingsreserve Pro-Net Totaal
-1.996 56 -1.940
-6.458 23 210 -6.225
Het jaarresultaat over 2013 is circa € 4,3 miljoen voordeliger dan in 2012. Als belangrijkste verschillen tussen beide jaren kan het volgende worden vermeld (bedragen in miljoen euro's): Hogere huren (met name huurverhogingen) B Hoger resultaat verkopen B Hogere lasten onderhoud N Hogere afschrijvingen N Lagere bedrijfsopbrengsten N Hoger vergoedingen B Hogere overige bedrijfslasten N Hogere salarissen N Niet gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille B Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille B Waardeverandering derivaten B Hogere rentelasten minus rentebaten N Lager resultaat deelnemingen N Lagere vennootschapsbelasting B Totaal B
Trivire Jaarverslag 2013
3,8 0,2 0,5 3,0 0,5 0,2 5,0 0,2 3,5 1,8 1,6 1,1 0,5 4,0 4,3
81
6.7 Overige informatie Werknemers Gedurende het jaar 2013 had de corporatie gemiddeld 173,2 werknemers in dienst tegen 177,5 in 2012. Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten. Evenals in 2012 is geen van de werknemers buiten Nederland werkzaam. Honorering Raad van Bestuur en Raad van Commissarissen De kosten van beloning en pensioenen is als volgt: - bestuurder en voormalig bestuurder* - commissarissen en voormalige commissarissen
2013
2012
208.000 72.728
306.000 60.800
De beloning van bestuurders omvat: - periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, bedrijfsauto) - beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten, VUT en jubileumuitkeringen) *De heer Vintges heeft per 1 juli 2012 gebruik gemaakt van de levensloopregeling. Honorering Raad van Commissarissen De honorering van de RvC is gekoppeld aan de zwaarte van de functie van de afzonderlijke leden van de RvC en is gebaseerd op de Honoreringscode commissarissen van de Vereniging van Toezichthouders Woningcorporaties (VTW). De honorering is niet gekoppeld aan de prestaties van Trivire. De hoogte van de honorering was in 2013 ongewijzigd ten opzichte van 2012 met dien verstande dat in 2013 sprake is van een hogere last als gevolg van het besluit dat de vergoeding is verhoogd met de btw. Verantwoording uit hoofde van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Bezoldigingsgegevens Naam Functie Topfunctionaris met dienstbetrekking (ja/nee) Beloning Belastbare vaste en variabele onkosten-vergoedingen Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn Totale bezoldiging Duur van het dienstverband in het jaar (in dagen) Omvang van het dienstverband in het jaar (fte)
W. van der Linden bestuurder ja 166.737 0 37.036 203.773 365 1
De bedragen blijven in 2013 binnen het bezoldigingsmaximum van de WNT. De door de minister voorgestelde staffelregeling met een gedifferentieerde maximumnorm is voor het jaar 2013 niet van toepassing. Naast de bestuurder (en RvC) is geen sprake van topfunctionarissen. Overigens hebben werknemers van de stichting geen bezoldigingen die uitstijgen boven het maximum en is geen sprake geweest van ontslagvergoedingen die meer bedragen dan € 75.000.
Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording Bij de samenstelling van bovenstaande verantwoording uit hoofde vande WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT van 27 februari 2014 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) als uitgangspunt gehanteerd. Trivire herkent de door BZK in de kamerbrief van 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niet-topfunctionarissen en heeft deze categorie in lijn met de door de minister voorgestelde gedragslijn niet in de WNT verantwoording betrokken.
Trivire Jaarverslag 2013
82
Bezoldiging leden van de Raad van Commissarissen (zonder dienstbetrekking) Naam
H.P. van der Vossen D. ten Veen H.P.M. Braks-Langenkamp H.B.H.E. Koekkoek E.G.J.M. Meijer A.C.N. van de Ven B. de Vries
Functie
Bezoldiging 2013
voorzitter vicevoorzitter lid lid lid lid lid
11.200 9.600 8.000 8.000 8.000 8.000 8.000
Duur van het Omvang van het dienstverband in dienstverband in het jaar (in het jaar (fte) dagen)
365 365 365 365 365 365 365
1 1 1 1 1 1 1
Bovengenoemde bedragen zijn de vergoedingen exclusief BTW.
Trivire Jaarverslag 2013
83
6.8 Overige gegevens ●
Statutaire resultaatbestemming In de statuten zijn geen bepalingen opgenomen met betrekking tot de resultaatbestemming.
●
Voorstel resultaatbestemming De resultaatbestemming is vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen op 17 juni 2014 reeds in de jaarrekening verwerkt.
●
Gebeurtenissen na balansdatum Stresstest derivaten en liquiditeitsbuffer Trivire heeft vanuit het Eigen middelen beleid van het WSW voor de jaren 2011/2012/2013 totaal € 58 miljoen beschikbaar. Hiervan is door het WSW in 2013 € 45 miljoen extra faciliteringsvolume beschikbaar gesteld om de benodigde liquiditeitsbuffer op te bouwen. Trivire heeft hiermee in 2013 5 nieuwe flexleningen afgesloten met een totaal bedrag van € 45 miljoen, waarvan contractueel 20% (€ 9 miljoen) al is opgenomen en waarover Trivire, conform de eisen van het CFV, binnen 48 uur kan beschikken. Deze flexleningen worden uitsluitend aangehouden om te kunnen voldoen aan de liquiditeitsbuffer ten behoeve van de Beleidsregels Derivaten. Bij een daling van 2% van de marktrente per 31 december 2013 zou Trivire € 31,4 miljoen aan onderpand dienen te storten. De ruimte in de buffer bedroeg op dat moment € 13,6 miljoen. Trivire voldeed daarmee aan de stresstest van het CFV . De renteontwikkelingen in 2014 hebben ertoe geleid dat in de periode van 15 mei tot 11 juni 2014 de benodigde buffer tussen de € 45 en € 46,5 miljoen lag. Dit betekent een tekort van maximaal € 1,5 miljoen waardoor in deze periode niet werd voldaan aan de Beleidsregels Derivaten. Trivire heeft hiervan, conform artikel 8 van de Beleidsregels Derivaten, direct melding gemaakt bij CFV. Conform de afspraak met het WSW is direct het verzoek ingediend om nog € 13 miljoen beschikbaar te stellen vanuit het Eigen middelen beleid. De benodigde buffer op 17 juni 2014 bedraagt € 44,4 miljoen. Het WSW heeft op 17 juni 2014 € 5 miljoen extra aan eigen middelen beschikbaar gesteld. Op 17 juni beschikt Trivire over € 3,5 miljoen liquide middelen die gelabeld worden aan de liquiditeitsbuffer. Trivire beschikt daarmee per direct over een liquiditeitsbuffer van € 48,5 miljoen die binnen 48 uur kan worden opgenomen. Begin juli wordt dit aangevuld tot € 50 miljoen. Trivire voldoet hiermee weer aan de stresstest derivaten van het CFV. Er hebben zich na balansdatum verder geen andere gebeurtenissen voorgedaan die van invloed zijn op de in deze jaarrekening gepresenteerde cijfers en de toelichting hierop.
●
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Op de volgende pagina`s treft u de controleverklaring van de onafhankelijke accountant aan.
Trivire Jaarverslag 2013
84
Trivire Jaarverslag 2013
85
Trivire Jaarverslag 2013
86
6.9 Kengetallen Boekjaar
2013
2012
2011
2010
2009
14.123 1.118 244 315 15.800
14.247 1.066 232 295 15.840
14.101 1.067 190 307 15.665
14.174 1.073 190 291 15.728
13.010 1.067 140 312 14.529
1.810.000
1.801.297
1.730.170
1.687.610
1.396.325
114.557
113.718
110.448
107.300
96.106
107 -32 -198 -1 -
129 2 -20 2 33
76 83 -38 -214 20 -
69 2 -45 -27 1.165 -
110 4 -63 -
10,28 72,03 15,39 2,30
12,96 74,47 12,57 -
14,03 76,44 9,53 -
15,51 76,59 7,89 -
13,35 79,89 6,76 -
1,17 0,08
1,03 0,08
1,08 0,09
1,07 0,09
1,09 0,08
638 741 1.379
810 524 1.334
721 834 1.555
666 591 1.257
635 863 1.498
130,48 483,65
127,13 458,55
125,25 444,89
124,93 434,72
124,30 433,23
Aantal verhuureenheden (VHE) 1. Woningen en woongebouwen 2. Garages 3. Bedrijfsruimten 4. Overige verhuureenheden Totaal
Totaal verzekerde waarde (x € 1.000) Gemiddeld verzekerde waarde per VHE
Mutaties in het woningbezit 1. Aantal opgeleverd 2. Aantal aangekocht 3. Aantal verkocht 4. Aantal gesloopt 5. Aantal samengevoegd/gesplitst 6. Overdracht v.o.f. Krispijn Wonen 7. Fusie Wilhelminastichting Aantal woningen naar huurprijsklasse (in een % van het totaal) 1. Goedkoop 3. Duur
<€ 374,44 <€ 574,35 <681,02 >681,02
Kwaliteit 1. Aantal reparatieverzoeken per woning 2. Aantal verhuizingen per woning 3. Kosten niet planmatig onderhoud per woning 4. Kosten planmatig onderhoud per woning 5. Totaal kosten onderhoud per woning
Prijs kwaliteitverhouding 1. Gemiddeld aantal punten WWS 2. Gemiddelde netto huurprijs
Trivire Jaarverslag 2013
87
Boekjaar
2013
2012
2011
2010
2009
8,37 21,02 1,46 1,61
7,55 21,65 1,22 0,86
8,57 22,78 1,14 0,72
9,39 24,45 1,21 0,89
8,49 25,41 0,99 0,67
36,97
39,26
33,04
20,21
21,08
36,97 0,50 -0,61 4,23 2,15 25.194 1.782 1,99 10,84
39,26 0,16 -1,85 4,29 1,45 25.781 1.256 2,16 11,93
33,04 0,52 -1,44 4,07 2,01 21.016 1.397 1,69 13,98
14,79 0,79 7,79 4,26 4,82 9.336 1.542 1,80 8,94
14,95 0,38 10,20 4,51 5,44 12.103 2.625 -
22.409 782 6.613 3.216 1.379 2.155 -137
23.661 1.253 6.299 2.884 1.334 2.519 -437
18.416 1.608 6.516 2.937 1.555 2.290 -266
8.975 43 6.425 2.182 1.257 2.286 700
9.011 1.259 6.500 2.029 1.498 2.054 919
12,26
12,26
12,77
12,45
12,04
Het verhuren van woningen 1. Verhuisgraad 2. Percentage huurders IHS/Huurtoeslag 3. Huurachterstand in % jaarhuur 4. Huurderving in % jaarhuur
Financiële continuïteit 1a. Solvabiliteit 1b. Idem (exclusief bestemmingsreserve onrendabele toppen) 2. Liquiditeit 3. Rentabiliteit eigen vermogen 4. Rentabiliteit vreemd vermogen 5. Rentabiliteit totaal vermogen 6. Interne financiering per woning 7. Cash-flow per woning 8. Interestdekkingsratio (ICR) 9. Duration
Balans en winst- en verliesrekening 1. Eigen vermogen per woning 2. Overige voorzieningen per woning 3. Totaal opbrengst per woning 4. Rente en afschrijving 5. Kosten onderhoud per woning 6. Overige bedrijfslasten per woning 7. Jaarresultaat per woning
Personeelsbezetting Aantal formatieplaatsen per 1.000 woningen
1. Solvabiliteit De solvabiliteit geeft de mate aan waarin de onderneming in staat is op langere termijn aan haar verplichtingen te voldoen. De solvabiliteit wordt berekend door het eigen vermogen uit te drukken in een percentage van het balanstotaal. 2. Liquiditeit De liquiditeit geeft de mate aan waarin de onderneming in staat is op korte termijn aan haar verplichtingen te voldoen. De liquiditeitspositie geeft de toestand op 31 december weer; er is dus sprake van een momentopname. De liquiditeit wordt berekend door de vlottende activa te delen door de kortlopende schulden, exclusief aangegane verplichtingen inzake onroerende zaken.
Trivire Jaarverslag 2013
88
3/4/5. Rentabiliteit eigen / vreemd / totaal vermogen De rentabiliteit geeft het rendement aan dat de onderneming met haar vermogen in het boekjaar heeft behaald. De rentabiliteit van het eigen vermogen wordt berekend door het resultaat na belasting uit te drukken in een percentage van het eigen vermogen. De rentabiliteit van het vreemd vermogen wordt berekend door de rentelasten uit te drukken in een percentage van de som van de schulden lange termijn en rekening courant bij de bank. De rentabiliteit van het totale vermogen is het resultaat na belastingen vermeerderd met de rentelasten, uitgedrukt in een percentage van het balanstotaal. 6. Interne financiering (per woning) Hieronder wordt verstaan de materiële vaste activa vermeerderd met de financiële vaste activa verminderd met de schulden op lange termijn. 7. Cashflow (per woning) Hieronder wordt verstaan het netto resultaat na belastingen, vermeerderd met de afschrijvingen op materiële vaste activa inclusief waardeveranderingen materiële vaste activa. 8. Interestdekkingsratio (ICR) De interestdekkingsratio geeft aan in hoeverre de onderneming in staat is aan haar renteverplichtingen te voldoen. De ratio wordt berekend door de operationele kasstroom uit te drukken in een percentage van het saldo van de rentelasten. 9. Duration De duration is een gemiddeld gewogen restant looptijd van de leningen. Duration wordt berekend door de som van de contante waarde van de cashflow vermenigvuldigd met de fractie uit te drukken in een percentage van de som van de contante waarde van de cashflow. De fractie is de looptijd in jaren op basis van een bepaalde daycount (renteconventie).
Trivire Jaarverslag 2013
89