Periodiek van de studievereniging Kraket jaargang 1 nummer 1 januari 2011
sector
Internationaal
Trading de ins en outs Het pak je uniform in het zakelijke leven Column lost in debating Over het leven en doceren in meerdere landen Wie ben jij online?
29.7
21
SECTOR jaargang 1 | nummer 1
BEFORE YOU STARTED READING,, YOU ALREADY KNEW W THE SQUARE SIZE OF THIS AD. WE ARE SCOUTING FOR BRILLIANT MINDS ONLY START YOUR CAREER IN TRADING
APPLY AT WWW.OPTIVER.COM
Voorwoord SECTOR Na een half jaar hard werken ligt het eerste exemplaar van ons nieuwe blad SECTOR voor u. SECTOR staat voor Studenten Econometrie en Operationele Research. Naast deze afkorting, dekt de naam ook de lading van het blad. Met bedrijfsinterviews, artikelen uit het bedrijfsleven en een SECTOR die iedere editie wordt uitgelicht krijgen studenten, starters en overige geïnteresseerden een kijkje in de keuken van het bedrijfsleven. Daarnaast proberen we met vaste columnisten, een actualiteitenrubriek, boekrecensies en een uitgebreide agenda studenten te prikkelen om naast hun studie ook te kijken naar op hun toekomst gerichte inhoudelijke onderwerpen en activiteiten. Onze visie bij SECTOR is dat ieder artikel voor vele studenten leesbaar moet zijn. We hopen dan ook te bereiken dat SECTOR inhoudelijk sterk, maar toch laagdrempelig is. Deze editie staat SECTOR in het teken van het thema ‘internationaal’. Verschillende rubrieken zijn
afgestemd op dit thema. Zo krijgen de studenten die niet meegaan op studiereis toch ook een kans op een kijkje in het internationale bedrijfsleven. Alle edities van SECTOR zijn ook online na te lezen: op http://sector.kraket.nl is de digitale versie te vinden. Daarnaast hebben we voor deze editie meer materiaal ontvangen dan we konden plaatsen, vooral in de rubriek ‘De acht...’ hebben we een selectie moeten maken. Bent u benieuwd naar meer antwoorden, kijk dan vooral op de website. Heeft u een idee voor SECTOR? Dan vernemen we dit graag! Zowel ideeën voor nieuwe rubrieken, als de invulling van een bestaande rubriek zijn van harte welkom. SECTOR is nog volop in ontwikkeling. Tot slot willen we via deze weg iedereen bedanken die bij heeft gedragen aan deze editie. Bedankt, zonder jullie inbreng was deze editie nooit verschenen. 1
SECTOR inhoudsopgave
1 4 6
Inhoud
Colofon
Voorwoord
SECTOR
Column Japan Uit de markt van social media Arjan Assink
Social Media Consultant bij Getronics Consulting
Towers Watson. Een helder perspectief voor concrete oplossingen.
Towers Perrin en Watson Wyatt zijn nu samen Towers Watson. Een wereldwijde onderneming met een eenduidige focus op klanten en hun succes. U kunt vertrouwen op 14.000 ervaren professionals die over zowel lokale als internationale expertise beschikken. Onze aanpak is gebaseerd op samenwerking en betrouwbare analyses. Wij bieden een helder perspectief dat uw specifieke situatie koppelt aan het grotere geheel. Zo leiden wij u naar betere bedrijfsresultaten. Towers Watson. Duidelijk resultaat.
towerswatson.nl
Benefits | Risk and Financial Services | Talent and Rewards ©2010 Towers Watson. Alle rechten voorbehouden.
10 18
De acht gaan internationaal
20
Trading de ins en outs
Uit de markt van CBS
Erna van der Wal (CBS) en Wiebe Tamminga (Kadaster)
Binte Groen Voormalig Kraketter
Jaargang 1, nr. 1, januari 2011 SECTOR is een uitgave van studievereniging Kraket (Kritische Aktuarissen en Econometristen), de vereniging voor studenten Econometrie & Operationele Research aan de Vrije Universiteit Amsterdam.
Redactie:
Annelieke Baller Sander Jansen Marieke Klein Florian Kok Emiel Nickolson Patrick Tuijp Yoeri van der Woerd
Redactieadres:
28
Uit de markt van Towers Watson Arjan van de Griend Pensioenjurist bij Towers Watson
Studievereniging Kraket - SECTOR De Boelelaan 1105 Kamer 4A-03 1081 HV Amsterdam Tel. 020 598 60 15 E-mail:
[email protected]
32
Docent vertelt
Advertenties:
Joaquim Gromicho Bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam
Informatie over adverteren in SECTOR kan worden aangevraagd op het bovenstaande redactieadres.
38
Uit de markt van PwC
Adverteerders:
42
SECTOR actualiteiten
45 46 49 50
Puzzeltijd
52
Hajo Forsman en Simon Lok
Tamira Combrink (GroenLinks) en Frank van Dalen (VVD)
Tips en tricks SECTOR boekrecencies Column lost in debating
Siem Jan Koopman Hoogleraar Econometrie aan de VU
Agenda
Gedesign Getronics Consulting LED Optiver PwC TNO Towers Watson
Ontwerp:
Gedesign www.Gedesign.nl
Opmaak / art direction:
Gedesign www.Gedesign.nl
[email protected]
Drukwerk:
Reprografie, Vrije Universiteit Amsterdam 5
LED 2011
Landelijke Econometristendag
SECTOR column
Column Japan Tussen hufterig- en hoffelijkheid
Date
February 15th
Location
Beurs-WTC
Rotterdam
26
Subscribe at www.leditbeyourday.nl
Bij veel problemen in de Operations Research moet men kiezen tussen mens en systeem, tussen comfort en kosten, tussen service en efficiëntie. Maar men moet niet willen kiezen. De interactie tussen mens en systeem moet worden meegenomen in onze modellen, een gedachte die bij me op kwam toen ik me laatst in Japan bevond. Op de eerste dag lijkt Osaka, zoals alle vreemde wereldsteden, niets dan chaos. Op de tweede dag beginnen lijnen zich af te tekenen. Je blijkt met gebarentaal sushi te kunnen bestellen en de bus en metro’s rijden op tijd. Op de derde dag gaan je ogen open. Zo zag ik ineens dat de mensen op het perron geformeerd stonden in rijen, achter vrijwel onzichtbare lijntjes. Even later zag ik dat de metrodeuren exact voor deze lijntjes tot stilstand kwamen, en dat iedereen op volgorde de metro betrad. Nu begreep ik de verwijtende blikken die ik de voorgaande dagen ontving toen ik telkens triomfantelijk als eerste de coupé betrad. De lijntjes zijn overigens op gepaste afstand van de deur, zodat de gearriveerden ongehinderd kunnen uitstappen. Ook prettig is de teruglopende klok die na 3-2-1 inderdaad koplampen doet opdoemen uit de duistere tunnel. Wachten wordt een stuk draaglijker als je weet waar je aan toe bent.
“ Op de eerste dag lijkt Osaka, niets dan chaos. Op de derde dag gaan je ogen open ”
De bus kent eveneens een prachtig systeem. Er staat wederom een lijntje op het trottoir, een rij wordt gevormd, en ditmaal stopt daar de achterdeur. De achterdeur gaat pas open nadat men door de voordeur is uitgestapt. Dat duurt even, want men betaalt bij het uitstappen. Toch is dat niet hinderlijk, want dit alles geschiedt in de volgorde van aan- en binnenkomst, en dat geeft rust. Het soort rust dat je voelt als je bij de slager een nummertje hebt getrokken. Het Japanse systeem is gebaseerd op hoffelijkheid. Dat geldt zeker ook voor de taxi. Weer de lijn, de rustige rij, en de achterdeur die precies voor die lijn, ditmaal volautomatisch, wordt geopend. Ook het interieur is hoffelijk. De taxi is met kant bekleed en de chauffeur draagt handschoenen en mondkapje. Meestal moet je langer wachten om zo vervoerd te worden. Hoe anders is dat in Amsterdam, of in New York, waar het recht van de snelste arm geldt. Eenmaal in Amsterdam geland valt de hutkoffer van mijn buurman op mijn hoofd. Nog bijkomend van de dreun sleep ik mij naar het perron. Een stem roept om dat de trein naar het zuiden vertraagd is. Voor hoe lang wordt niet gemeld. Ik zoek wanhopig naar perronlijnen en teruglopende klokken, maar die blijken niet in ons model voor kostenoptimalisatie te zijn meegenomen. Een poos later komt onaangekondigd de trein op het andere perron binnenrijden. Ik vlieg tierend de roltrap op, mijn ellebogen ten volle benuttend, mensen in ontreddering achterlatend. Die flinterdunne lijntjes in Japan, die ogenschijnlijk onschuldige lijntjes blijken de scheidslijnen tussen hufterig- en hoffelijkheid. U mag me een hufter noemen, maar geloof me, het is het systeem. Johan van Leeuwaarden Universitair Hoofddocent aan de TU Eindhoven 5
SECTOR uit de markt van social media
de andere kant van de wereld. Grappig, maar nog steeds niet heel nuttig. Zoekresultaten worden ineens een stuk relevanter als je je realiseert dat er mensen zijn die misschien wel een beeld over jou gaan vormen op basis van deze resultaten. Nog relevanter als je je realiseert dat deze mensen misschien wel eens heel veel invloed kunnen hebben op je carrière en je persoonlijke ontwikkeling.
auteur artikel
Arjan Assink (24 jaar) is bij Getronics Consulting afgestudeerd op het gebruik van Social Media in recruitment en is sinds kort werkzaam bij de Business Unit Innovative Technology als Social Media Consultant.
Wie ben jij online Bijna iedereen heeft wel eens een zoekmachine gebruikt om te kijken welke zoekresultaten zijn of haar eigen naam opleverde. Zoekmachines plaatsen informatie die recent is en regelmatig ververst wordt hoger in de zoekresultaten dan oude informatie. De verschillende vormen van Social Media zorgen ervoor dat informatie steeds sneller aangepast wordt (Twitter, Weblogs). De zoekresultaten worden dus in grote mate beïnvloed door het gebruik van Social Media.
Social Media is een breed begrip, waarmee alles bedoeld wordt wat een medium is om “user generated content” uit te wisselen. Dit betekent dat er dus geen redactie is: gebruikers communiceren onderling, of produceren samen de inhoud van de verschillende soorten Social Media. Hyves, Facebook en LinkedIn zijn voorbeelden van Social Media, maar bijvoorbeeld ook Youtube, Twitter, weblogs en Wikipedia. Jaren geleden vond je bij het zoeken naar web-resultaten op je eigen naam misschien wat oude sportuitslagen of een enkel krantenartikel. Tegenwoordig wordt de eerste 6
pagina vaak gedomineerd door Twitter feeds, LinkedIn, Hyves of Facebook profielen en weblogs. De persoonlijkheid die op deze manier van jezelf, online, naar voren komt wordt ook wel je “online presence” genoemd. Allemaal leuk en aardig, maar wat heb je daar aan? Wat je zelf tegenkomt als je je eigen naam zoekt is natuurlijk op zichzelf niet heel erg interessant. Waarschijnlijk zijn het allemaal dingen die je zelf hebt meegemaakt en waar je dus alles al vanaf weet. Misschien ontdek je een naamgenoot aan
Een eerste indruk maak je maar één keer Iedereen zorgt ervoor dat hij of zij bij een sollicitatiegesprek goed voor de dag komt. Moet je nog naar de kapper? Kan dit pak nog wel? Heb je een goed verhaal klaar? Tijdens je sollicitatiegesprek laat je immers je eerste indruk bij het bedrijf achter. Maar is dit nog wel zo? Veel recruiters zoeken nog voordat ze contact met je opnemen eerst naar je profiel op LinkedIn, Hyves of Facebook. Vaak wordt er ook nog een zoek- machine geraadpleegd. Als je met deze kennis in je achterhoofd nog eens door de zoekresultaten van je eigen naam heen loopt, zijn er dan dingen die je zou willen veranderen, verwijderen of toevoegen? Voorkom dat je een slechte eerste indruk maakt Als je online dingen tegenkomt die je liever niet laat zien tijdens een sollicitatiegesprek, is het een goed idee om te zorgen dat deze dingen ook op internet niet gelijk gevonden kunnen worden. Bijna alles is op het internet alsnog wel terug te vinden in archieven, maar het zal in elk geval een stuk minder in het oog springen. Sta je op websites waar je liever niet op staat, neem contact op met de beheerders en vraag of ze dat willen oplossen. Bekijk wat anderen zien als ze je profiel bekijken op Hyves, Facebook en LinkedIn. Al deze sites hebben de mogelijkheid om dingen te verbergen voor mensen die geen directe vriend of connectie is. Je kunt ervoor kiezen om je profiel volledig af te schermen of selectief te zijn in wat je openbaar maakt. Iedereen heeft foto’s die prima kunnen
voor je vrienden op Hyves, maar die je liever niet in een sollicitatiegesprek zou laten zien (zoals die dronken avond in Rimini). Zorg er dan ook voor dat deze foto’s niet openbaar zijn. Als je alle informatie over jezelf afschermt loop je minder risico dat werkgevers genante foto’s vinden, maar hiermee mis je ook een grote kans. Namelijk de mogelijkheid om jezelf van een goede, sociale kant te laten zien. Dat is iets wat voor veel werkgevers van groot belang is. Iets simpels als een gedeelde hobby kan er al voor zorgen dat een recruiter jou benadert, in plaats van kandidaat B, waar hij online helemaal niets van terug vond. Zorg ervoor dat je online niet alleen een naam blijft, maar word een persoon.
Etaleer je kennis en kwaliteiten Het is natuurlijk een uitstekend idee om te zorgen dat je profiel op LinkedIn volledig ingevuld en up-to-date is; dit verschaft een recruiter de nodige praktische informatie over jouw persoon. Een onvolledig profiel komt slordig over. Maar naast het invullen van profielinformatie kan je op LinkedIn ook deelnemen aan discussies in groepen. In deze discussies kan je jezelf profileren en je kennis etaleren. Studeer je nog, maar ben je al veel bezig met onderwerpen waar je na je afstuderen mee aan de slag wilt, dan heb je hier vast iets over te melden. Werk je al, dan heb je vast kennis om te delen met collega’s en geïnteresseerden. In beide gevallen is het een goed idee om hier een weblog over te beginnen. Als een bedrijf op zoek is naar mensen met bepaalde vakinhoudelijke kennis, is een weblog een uitstekend middel om te laten zien wat je in huis hebt. Je kunt een weblog natuurlijk ook gebruiken om kennis te delen over een hobby of sport die je beoefent. Als je laat zien dat je geïnteresseerd en op niveau met een bepaald onderwerp bezig bent, ook al is het misschien niet direct werkgerelateerd, wordt dit zeker positief beoordeeld door mogelijke werkgevers. 7
SECTOR uit de markt van social media
Een ander sociaal medium dat uitstekend geschikt is om met mensen met dezelfde interesse in contact te komen en in discussie te gaan is Twitter. Waar het gebruikelijk is om op Hyves, Facebook en LinkedIn vooral contact te onderhouden met mensen die je “in het echt” kent of bent tegengekomen, is het op Twitter veel gebruikelijker om nieuwe contacten te leggen op basis van interessegebied. Deze eigenschap zorgt ervoor dat je heel gemakkelijk informatie kunt vragen en delen met mensen die werkzaam zijn in hetzelfde vakgebied als jij, of waarin jij wilt gaan werken. LinkedIn biedt deze mogelijkheid ook, maar dan door middel van de groepen op LinkedIn, in plaats van via de gebruikelijke connecties.
(http://onzemensen.getronicsconsulting.com). Deze pagina zorgt ervoor dat de kennis die wordt gedeeld ook gekoppeld wordt aan Getronics Consulting als bedrijf.
Weet wat je doet en wie je bent online! Het beïnvloeden van zoekresultaten of het vullen van een weblog kost tijd. Zoekmachines updaten hun resultaten niet altijd onmiddellijk en een
Wat doet Getronics Consulting om kennisdeling te stimuleren? Niet alleen voor studenten en medewerkers is het voordelig om kennis te delen, ook voor een bedrijf is dit interessant. Het mooie van kennis is dat je het niet kwijt raakt als je het weggeeft. Getronics Consulting ziet zichzelf dan ook als “thoughtleader.” Het doel van een positie als thoughtleader is dat mensen naar Getronics Consulting komen als ze een expert nodig hebben op bijvoorbeeld het gebied van Prince2 of ITIL, omdat ze weten dat het bedrijf voorop loopt met deze standaarden. Dit komt doordat het bedrijf actief mee-ontwikkelt aan deze standaarden en deze kennis ook uitdraagt en deelt. Dit gaat tegenwoordig niet meer alleen door middel van het schrijven van boeken, maar ook via Social Media. Het mooiste voor het bedrijf is natuurlijk als medewerkers uit zichzelf al kennis delen, maar wel terug te vinden zijn als medewerker van Getronics Consulting. Veel van de medewerkers van Getronics Consulting zijn al actief in Social Media, en delen hier ook hun kennis. Wat het bedrijf nu dus gedaan heeft, is een pagina toevoegen aan de corporate website, waar de verschillende Social Media initiatieven van medewerkers worden gepresenteerd
8
weblog dat een week geleden is opgestart heeft minder geloofwaardigheid dan een weblog waar al tijden regelmatig artikelen op gezet worden. Zorg ervoor dat je zo snel mogelijk bekijkt wat er over jezelf online te vinden is. Bepaal daarna wat je eraan wilt veranderen en hoe je dat wil gaan doen. Als je hier vandaag mee begint en dit regelmatig bij-houdt, heb je al een enorme voorsprong op het moment dat je gaat solliciteren. En het is nog leuk ook!
Mijn fascinatie Werken aan maatschappelijke impact. Oplossingen vinden
voor de problemen die gisteren nog onoplosbaar leken. Kennis combineren, doelgericht samenwerken. Mensen en organisaties helpen om beter te functioneren. Dat is mijn fascinatie.
SECTOR de acht gaan internationaal 2
1
8
De acht... 1 Op welke manier bent u met uw werk in het
Tim Neijs Stagiair J.P. Morgan Londen (Engeland)
buitenland terechtgekomen?
2 Bent u bewust op zoek gegaan naar een
William Bakker IMC financial markets Zug (Zwitserland)
Alwin Tetteroo Freelance reseller Shanghai (China) 4
mogelijkheid om in het buitenland te werken of waren de omstandigheden er naar?
3 Was het moeilijk om uw vertrek te regelen en
5
waren of zijn er problemen op het gebied van taal?
3
4 Wat is het belangrijkste dat u tot nu toe heeft geleerd tijdens uw periode in het buitenland?
5 Komt uw studie econometrie nog terug in uw
6
dagelijkse werk? Zo niet, heeft de studie econometrie iets toegevoegd tot de persoon die u nu bent?
6 Heeft u het gevoel dat op uw vakgebied
Nederland voor- of achterloopt op het land waar u nu verblijft?
7 Hoe gaat de omgang met de mensen uit de plaats/ het land waar u verblijft?
8 Zijn er culturele verschillen in zakelijke
Steven Kliffen Werkzaam bij Capco Hong Kong (China)
Robert van der Klauw CFO ING bank Milaan (Italië) Qian Wei Hsu Leerling Fulbright Center Philadelphia (Amerika)
Paul Verhulst Werkzaam bij NSF Jakarta (Indonesië)
contacten?
9 Wat mist u het meeste in het buitenland? 10 Wat wilt u meegeven aan studenten en starters
7
die graag vertrekken naar het buitenland?
Hielke Buddelmeijer University of Melbourne Melbourne (Australië) 10
11
SECTOR de acht gaan internationaal
1
A. Tetteroo - Shanghai
1. Mijn vrouw en ik waren al een lange tijd van plan om naar het buitenland te gaan. In mei 2009 heeft mijn vrouw via Philips een baan in Shanghai aangeboden gekregen en ben ik dus meegegaan. Nadat ik eerst enkele maanden Chinees gestudeerd heb en me heb georiënteerd op de arbeidsmarkt, heb ik eind 2009 besloten om wat voor mijzelf te beginnen. Daar leken mij meer mogelijkheden in dan bij een werkgever. Ik heb inmiddels twee bedrijven opgericht, allebei nog redelijk in een ontwikkelingsfase. Cross Oceans is mijn handelsbedrijf, waar ik als handelsagent optreed voor bedrijven die in China willen inkopen of willen laten produceren. CityGolf is een bedrijf waarmee ik reseller ben voor een indoor screen golf machine. 3. Ja, continu. Ik heb best intensief gestudeerd, spreek vijf talen, maar Chinees is gewoon een heel moeilijke taal om te leren. Slechts 2 procent van de Chinezen spreekt Engels en dat percentage is dalende! Chinezen krijgen, gepromoot vanuit de regering, steeds meer het idee dat ze het buitenland niet nodig hebben.
2
12
4. Je leert zo verschrikkelijk veel. Voor mij staan zelfkennis, zelfvertrouwen en relativeringsvermogen bovenaan. 5. Econometrie komt niet meer terug in mijn werkzaamheden. De studie econometrie i s voor mij een heel interessante studie geweest, die veel gevraagd wordt en waarmee je je carrière een vliegende start kan geven. Waar je vervolgens terechtkomt en hoe je doorgroeit heb je zelf in de hand. 8. O ja, absoluut. Een groot verschil is bijvoorbeeld dat alles hier gebaseerd is op relatie. Enkele keren dineren, vaak bezoeken is belangrijk. Men gaat pas een deal aan als men vertrouwen in jou als persoon heeft. Een contract daarentegen zegt hier helemaal niets. 10. Niet aarzelen, maar doen. Laat geld hier geen rol in spelen, op termijn betaalt de ervaring zich altijd uit.
W. Bakker - Zug
1. Anderhalf jaar geleden heb ik een aanbieding ontvangen om op het kantoor in Zug (Zwitserland) te werken. Na de locatie een paar keer bezocht te hebben, heb ik de keuze gemaakt om te verhuizen.
6. Momenteel werk ik samen met collega’s van verscheidene nationaliteiten en ieder heeft zijn eigen opleiding en inzichten, daar leer je veel van. In Nederland zal dat niet anders zijn.
5. Nee, niet direct. Maar tijdens de studie ontwikkel je een bepaalde manier van modelmatig aanpakken van praktische problemen, die ik wel nog iedere dag gebruik.
7. De Zwitsers zijn heel erg op zichzelf gesteld, ik heb bijvoorbeeld geen contact met buren. Verder is zondag echt anders dan in Nederland. Zwitserland staat stil op zondag. Er is simpelweg
niets te doen, alles is gesloten. Verder rijden de treinen hier wel op tijd (Zwitserse precisie?). 9. Je bent erg geïsoleerd. We hebben hier een leuke groep collega’s en ik verveel mij geen moment, maar je kan niet even spontaan je vrienden of familie bezoeken, dit moet toch wel van te voren gepland worden. Om persoonlijke redenen zal ik begin 2011 weer terug verhuizen naar Nederland. Ik heb dan twee jaar met plezier in Zwitserland
3
gewerkt. Wat ik hier dan ga missen is de omgeving. Door de ligging voor de bergen staat hier nagenoeg geen wind, in de zomer kan je zwemmen in het meer met de vooralpen als achtergrond, in de winter liggen de skipistes op een uur rijden. 10. Wat houdt je tegen? Het is een geweldige ervaring.
Q. W. Hsu - Philadelphia
1. Ik heb via het Fulbright Center een Summer school in Amerika gevolgd. Dit omdat ik iets wilde bereiken en iets bijzonders wilde doen, in plaats van de zomer door te brengen op het strand. Het programma bood iets heel anders dan econometrie, maar die afwisseling wilde ik opzoeken. Ik heb juist dit programma gekozen omdat ik geïnteresseerd ben in verschillende culturen en hiermee had ik de kans deze te leren kennen. 4. Vooroordelen verdwenen snel of werden juist bevestigd: Fransen blijken helemaal niet zo patriottisch te zijn en de zorg en het onderwijs in Scandinavië is inderdaad zo goed als wij in Nederland denken. 7. Een bijzondere ervaring vond ik een bezoek aan een gospel church. De speech was niet zo interessant, maar zodra de muziek begon en iedereen ging staan, zingen en klappen, was het echt geweldig. Sommige medestudenten gingen spontaan huilen!
Wat me ook erg is bijgebleven, is het vrijwilligerswerk dat we met de groep deden. Voedsel uitdelen in een buitenwijk van Philadelphia liet zien dat er erg veel arme mensen zijn en dat het een probleem is dat juist nu veel vrijwilligers zelf meer gaan werken. Toch zijn er soms bijzondere mensen die zichzelf totaal wegcijferen om juist in deze moeilijke tijd anderen te helpen. 9. Fietsen! Iedereen neemt voor 10 minuten lopen de metro. Verder geeft het samenwerken en leven met 24 studenten, vijf weken lang een erg sterke band. Ik heb daar vrienden voor het leven gemaakt, die mensen zal ik niet snel meer vergeten. 10. Een bezoek aan het buitenland heeft me veel gebracht. Ik heb veel geleerd over mensen en het gaf me inspiratie om volledig voor iets te gaan. Iedereen in de groep was ontzettend gemotiveerd om iets te bereiken!
13
SECTOR de acht gaan internationaal
4
S. Kliffen - Hong Kong
1. Toen ik bij Capco begon heb ik meteen in Frankrijk een offerte gepitcht. Dat zorgt ervoor dat je snel leert; binnen een week weet je hoe het werkt. Voordat ik bij Capco werkte heb ik bij ING als hoofd van de afdeling Capital Allocation verschillende bedrijfsonderdelen over de hele wereld bezocht.
kom je op mooie plekken. In Hong Kong had één iemand onze hele trip georganiseerd. Je eet dan dingen die je anders nooit zou eten. Dat maakt het één grote ontdekkingsreis. We zijn in een restaurant geweest waar een kok mie ging maken. Van een klein balletje maakte hij in zes handelingen meters mie! We hebben die avond Peking eend gegeten zoals de mensen het daar eten. Dat was heel bijzonder en aan dat soort dingen merk je hoe rijk verschillende culturen zijn. 7. Ja, absoluut. Hier kun je bij een bank om half 6 een kanon afschieten, maar in Zuid Europa eten ze pas om half 8 of zelfs half 10 en gaan daarna nog de kroeg in. Expats in Hong Kong werken vijf dagen keihard door en gaan in het weekend de stad uit om andere dingen te doen.
2. Soms kon ik zelf aangeven of ik naar het buitenland wilde en zo ja, waarheen. Dat kon niet altijd. Voor een project moesten we vaak met collega’s uit Hong Kong overleggen. Zij verwachtten natuurlijk van ons dat wij ook een keer hun kant op zouden komen. 4. Dat is het belang van culturele verschillen voor communicatie. De econometrie is als inhoud erg belangrijk, maar als er niet goed gecommuniceerd wordt, kom je niet ver. Als je één e-mail aan de hele wereld stuurt, dan is de kans op een goede interpretatie vrij klein. Het leukste aan het buitenland waren echter de mensen. Met de lokale mensen 14
8. Op de werkvloer zelf is er weinig verschil. Het zit meer in de omgang. Nederlanders zeggen rustig tegen hun baas wat ze denken, maar in Azië kun je absoluut niet tegen je baas in gaan. In Nederland is het zoenen van vrouwelijke collega’s op verjaardagen normaal, in de Verenigde Staten leidt het tot een rechtszaak. 10. Ze moeten zeker gaan! Je kunt heel veel uit boeken halen, maar het is veel leuker om het met je eigen ogen te zien. Je kunt het je bijna niet voorstellen, maar ergens ter wereld gebeurt het gewoon!
De acht... 1 Op welke manier bent u met uw werk in het buitenland terechtgekomen?
2 Bent
u bewust op zoek gegaan naar een mogelijkheid om in het buitenland te werken of waren de omstandigheden er naar?
3 Was het moeilijk om uw vertrek te re-
gelen en waren of zijn er problemen op het gebied van taal?
4 Wat is het belangrijkste dat u tot nu toe heeft geleerd tijdens uw periode in het buitenland?
5 Komt uw studie econometrie nog terug in uw dagelijkse werk? Zo niet, heeft de studie econometrie iets toegevoegd tot de persoon die u nu bent?
6 Heeft u het gevoel dat op uw vakge-
bied Nederland voor- of achterloopt op het land waar u nu verblijft?
7 Hoe gaat de omgang met de mensen uit de plaats/ het land waar u verblijft?
8 Zijn er culturele verschillen in zake-
5
R. van der Klauw Milaan
. Ik werkte op het hoofdkantoor van ING van waaruit de inter1 nationale verzekeringsactiviteiten werden aangestuurd. Dit was tijdens een periode van sterke buitenlandse groei eind jaren negentig. Ik zag direct de mogelijkheden en voordelen van het werken buiten Nederland en de sprong van daaruit was snel gemaakt. 3. Dit zijn eenvoudige praktische problemen waar verhuisbedrijven, en taal- en cultuurcursussen voor bestaan. Het vestigen in een nieuw land is niet eenvoudig voor partner en kinderen. Het vereist doorzettings- en aanpassingsvermogen van het hele gezin. 4. Zelfvertrouwen. De uitdagingen zijn van een compleet andere dimensie. ‘Was dich nicht umbringt, macht dich stärker’. 5. De manier van oplossingsgericht denken, modelleren en toepassen van kwantitatieve technieken heb ik geleerd tijdens mijn studie Econometrie en dit gebruik ik nog regelmatig. Om succesvol te zijn in een grote onderneming zijn overtuigingskracht, doorzettingsvermogen, slagvaardigheid, behendigheid, en daadkracht nodig. Dat heb ik pas in de praktijk geleerd. 8. ‘When in Rome, do as the Romans do’. Succesvol functioneren in een andere cultuur vereist begrip en aanpassing zonder de eigen normen en waarden uit het oog te verliezen. 9. ‘Buitenland’ is een relatief begrip voor mij geworden. In Italië mis ik de Japanse sushi, de Koreaanse barbecue, de Roemeense polenta en soms een Hollandse haring. Maar eigenlijk mag ik niet klagen over de eetcultuur hier.
lijke contacten?
9 Wat
mist u het meeste in het buitenland?
10. Internationale ervaring is noodzakelijk voor een succesvolle carrière, maar zeker geen doel op zich. Doe vooral wat je leuk vindt en waar je goed in bent, dan komt succes vanzelf.
10 Wat wilt u meegeven aan studenten en starters die graag vertrekken naar het buitenland?
15
SECTOR de acht gaan internationaal
6
P. Verhulst - Jakarta
1. Dit is mijn eerste baan en ik ben direct naar Jakarta gegaan. Ik ben geattendeerd op NFS door een studiegenoot. Wat mij erg aansprak is dat NFS, in tegenstelling tot de grote strategische consultants, implementatie en kwantitatief gericht is. 7. Kenmerkend voor de Indonesische cultuur is de zogenaamde basa basi (Vrij vertaald: zoete broodjes bakken). Omdat Indonesiërs altijd aardig, behulpzaam en vriendelijk willen zijn, kan dit resulteren in beloftes en bevestigingen die uiteindelijk niet waar gemaakt kunnen worden. Dit kan moeilijkheden veroorzaken bij het maken van afspraken, maar ook bijvoorbeeld bij het vragen naar de weg. Het door Jakarta dwalen met een taxichauffeur, die bij hoog en laag beweert plaats X te kennen, is geen uitzondering. 8. NFS werkt voornamelijk voor grote multinationals. De hoofdkantoren zijn vaak gevestigd in
7
9. Simpel, familie en vrienden. Maar ik stap ’s avonds 21:00 uur lokale tijd het vliegtuig in en arriveer de volgende dag 06:00 uur Amsterdamse tijd. Afstand is in deze tijd een relatief begrip. 10. Belangrijk is - dat geldt overigens voor alles dat je er zin in moet hebben. Je werpt jezelf in een slangenkuil en moet daar vervolgens eigenhandig uitkrabbelen. De veilige comfortzone van familie en vrienden is er niet. Mocht je dat als een extra uitdaging vinden dan moet je het zeker doen. Het is natuurlijk een fantastische kans om in een totaal andere wereld te leven.
H. Buddelmeijer - Melbourne
1. Als je als student in de VS klaar bent met je PhD en ‘de markt’ opgaat dan is die strak georganiseerd, zeer gecentraliseerd en erg internationaal. Het kan dus makkelijk gebeuren dat je in het buitenland terecht komt.
16
Europa/USA/Singapore. Al die bedrijven zijn sterk internationaal georiënteerd. Er is sprake van een internationale bedrijfscultuur. Het is een succesvolle integratie/mix van verschillende culturen. Ik kan eigenlijk alleen concluderen dat we in een sterk geglobaliseerde wereld leven.
4. Ik heb geleerd niet te ver vooruit te kijken omdat bijna alles anders is gelopen dan ik had voorspeld. En dat voor een econometrist! Maar ja, ik ga net als politici meestal blind op de puntschatting. Okay voor de korte termijn, maar voor de lange termijn onhoudbaar.
5. Dagelijks gebruik ik nog steeds praktische technieken die ik heb geleerd als econometrist, Modula II daargelaten. Bovendien leer je tijdens de studie een zekere manier van denken en problemen oplossen waar je in praktijk erg veel aan hebt. En mijn toenmalige medestudenten hebben een enorme invloed gehad op mij als persoon. Het introductieweekend, de Kraketweekenden. Dat zijn herinneringen waarop ik nog tot in het verzorgingshuis kan teren.
6. Dat is moeilijk te zeggen. Een belangrijk verschil met nederland en het buitenland is dat in het buitenland econometrie slechts beschouwd wordt als een onderdeel van de opleiding economie, zo ook in Australië (met slechts één uitzondering). De opleiding ligt daarom denk ik op een hoger niveau in Nederland.
8
9. Fysiek contact met vrienden van de VU. Facebook en Skype zijn geen panacee. En schaatsen op natuurijs. 10. Gewoon doen.
T. Neijs - Londen
2 Ik was op zoek naar een stage, maar niet speciaal in het buitenland. Ik wilde wel graag bij een investment bank stage lopen en de meeste en grootste zitten in Londen. Uiteindelijk heb ik van één van deze een aanbod gekregen en zodoende ben ik in ‘the City’ beland. 5 Tot nu toe heb ik nog geen enkel econometrisch model opgesteld en waarschijnlijk zal ik dat ook niet doen in de toekomst. Sommige aspecten van de studie helpen mij echter wel degelijk in het uit-oefenen van mijn functie. Bij risicoanalyses pas ik kennis toe uit vakken als kansrekening en simulatie. Verder maak ik bijna dagelijks dankbaar gebruik van de Excel-vaardigheden en de programmeertechnieken die ik geleerd heb in de loop van de studie.
met klanten en collega’s (met name diegenen die wat verder van je af staan) vereist daarentegen iets meer takt. De directe wijze van communiceren die Nederlanders vaak hebben wordt als brutaal opgevat en niet zo gewaardeerd. Het is belangrijk om je woorden zorgvuldig te kiezen en negatieve boodschappen moet je zeer subtiel brengen. 9 Je laat een hoop vrienden en familie achter, die je niet zomaar even kan opzoeken. Verder mis ik ook stroopwafels, Calvé pindakaas en fatsoenlijk bier. 10 Als het kan, probeer dan voor een langere periode ergens te zitten. Je leert in de loop der tijd het land en de mensen steeds beter kennen, waardoor het ook steeds leuker wordt. Het is zonde om bijvoorbeeld na twee maanden alweer weg te zijn. Al is iets beter dan niets natuurlijk!
7 De informele omgang met vrienden en bekenden verschilt niet veel met Nederland. Omgang
17
SECTOR uit de markt van CBS
Waarom de gemiddelde koopsom geen huizenprijs indicator is Verschil gemiddelde koopsom – Prijsindex Bestaande Koopwoningen Het CBS en het Kadaster publiceren de prijsindex bestaande koopwoningen (PBK). Daarnaast publiceren zij ook de gemiddelde koopsom van de verkochte woningen. Nu komt het voor dat volgens de gemiddelde koopsom de huizenprijzen dalen, terwijl deze volgens de Prijsindex Bestaande Koopwoningen (PBK) stijgen. Hoe kan dat en wat is waar?
Om direct met de deur in huis te vallen: De gemiddelde koopsom is geen indicator van de prijsontwikkeling van koopwoningen. De gemiddelde koopsom weerspiegelt namelijk de gemiddelde prijs van woningen die verkocht zijn in een specifieke maand. Doordat elke maand andere woningen worden verkocht, wordt er geen rekening gehouden met eventuele verschillende
koopsom in maart met 11,5 procent gedaald ten opzichte van februari. Er kan echter niet geconcludeerd worden dat de prijzen van woningen met dit percentage zijn gedaald. De verkochte woningen in maart zijn namelijk van mindere kwaliteit (tussenwoningen t.o.v. grachtenpanden). Dit volgt uit de gemiddelde WOZ-waarde van de in maart verkochte woningen.
Voorbeeld prijsontwikkeling bestaande koopwoningen
Gemiddelde koopsom Gemiddelde WOZ-waarde (laatste waardepeildatum) Gemiddelde koopsom / gemiddelde WOZ-waarde (PBK)
kenmerken van de verkochte woningen. Een voorbeeld om uit te leggen welke problemen dit met zich meebrengt. Stel in februari van een jaar zijn voornamelijk grote grachtenpanden met tuin verkocht, terwijl in maart veel kleine tussenwoningen van eigenaar wisselden. Hierdoor zal de gemiddelde koopsom in februari hoger liggen dan in maart. In het voorbeeld is de gemiddelde 18
februari
maart
maart t.o.v. februari
€ 260000 € 250000 1,040
€ 230000 € 215000 1,070
-11,5% -14,0% + 2,9%
Die was 14,0 procent lager dan de WOZ-waarde van de in februari verkochte woningen. De WOZwaarde is de waarde die een woning heeft als deze op de waardepeildatum verhandeld zou worden. Door verkoopprijzen van de in maart verkochte woningen te vergelijken met de in februari verkochte woningen, worden dus appels met peren vergeleken. Zelfs al zou in deze twee maanden
geen enkele woning van prijs veranderen, dan kan de gemiddelde koopsom toch een prijsverandering laten zien. De door het CBS en het Kadaster gepubliceerde Prijsindex Bestaande Koopwoningen (PBK) is gebaseerd op de zogenaamde SPAR-methode (Sale Price Appraisal Ratio). Simpel gezegd kijkt deze methode naar de verandering in de verhouding van de gemiddelde koopsom en de gemiddelde WOZ-waarde van de verkochte woningen. In het voorbeeld is deze gestegen met 2,9 procent. Het delen door de gemiddelde WOZ-waarde fungeert in feite als een kwaliteitscorrectie, waardoor de rekenmethode nauwelijks gevoelig is voor verschillen in de woningkenmerken en de kwaliteit van de verkochte woningen. Hiermee is het belangrijkste verschil tussen de cijfers van de gemiddelde koopsom en de PBK verklaard. Kort samengevat is het verschil tussen de gemiddelde koopsom per maand een mengeling van het verschil in prijs en kwaliteit van de verkochte woning- en, terwijl bij de PBK het verschil wordt verklaard door de prijs. Formule (1) geeft de SPAR-methode weer:
× 100
Daarbij is: It : de prijsindex van periode t, Sjt : de verkoopprijs van de verkochte woning j in periode t, Aj0: de geschatte verkoopprijzen (appraisal) van deze woning j op het waardepeilmoment 0, n : het aantal transacties.
(1)
Vanwege het feit dat van het grootste deel van de woningen die in een bepaalde periode verkocht worden, geen verkoopprijzen bekend zijn in de basisperiode, worden daarom deze basisprijzen geschat met behulp van appraisal gegevens. De teller geeft de prijsontwikkelingen van woningen verkocht in een actuele maand ten opzichte van de appraisals uit de basisperiode van deze verkochte woningen. De noemer corrigeert voor eventuele over- of onderschatting van de appraisal ten opzichte van de werkelijke verkoopprijs in de basisperiode. Formule (1) is een gewogen methode, wat betekent dat duurdere woningen een zwaarder gewicht krijgen in de berekening van de index dan goedkopere woningen.
“ De gemiddelde koopsom is geen indicator van de prijsontwikkeling van koopwoningen ” De formule en de beschrijving zijn afkomstig uit het artikel “Methodebeschrijving Prijsindex Bestaande Koopwoningen” waarin staat beschreven hoe de PBK wordt berekend. Dit artikel is te vinden op de CBS website (http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/5678D6121CF9-40B1-8147-4956666B0BAC/0/ MethodebeschrijvingPrijsindexBestaande Koopwoningen.pdf )
auteurs Erna van der Wal (CBS) Wiebe Tamminga (Kadaster)
bron CBS 19
SECTOR traders
Trading de ins en outs Wat weten we van de SECTOR trading? Je kunt er veel geld in verdienen, je moet heel goed kunnen hoofdrekenen en je houdt je bezig met de handel in financiële producten. Maar wat doe je nu precies en wat moet je daar allemaal voor kunnen? Binte Groen, voormalig Kraketter en nu bijna anderhalf jaar werkzaam als schermhandelaar bij Optiver, geeft ons meer inzicht in het vak trading. Aansluitend vindt u een overzicht van de belangrijkste bedrijven in deze sector en hun kenmerken.
Hoe ziet jouw werkdag er over het algemeen uit? Ik kom meestal om 8:00 uur binnen en dan begin ik met de administratie. Is alles wat ik de dag ervoor heb gehandeld goed verwerkt? Alle trades worden gecontroleerd door een clearing bank. Als het allemaal klopt ben ik hier een paar minuten mee bezig, vervelender wordt het als er iets niet goed is gegaan. Elke ochtend houd ik verder het nieuws bij en hebben we een teammeeting waar we de strategieën voor de dag doorspreken. Om 9:00 uur gaat de beurs open en ben ik tot 17:30 uur aan het handelen. Het eerste uur is het druk vanwege de informatieverwerking van de tijd dat de beurs dicht is geweest en de laatste twee uur is het drukker omdat de beurs in de VS opengaat en alle posities moeten worden afgesloten. Rond lunchtijd is het rustiger en heb ik soms wat tijd voor andere dingen zoals wat regels van het systeem doorlezen of overleggen met IT’ers. Kun je een gedetailleerde beschrijving geven van je werkzaamheden? Ik ben market maker voor één product, opties op de Euro Stoxx Index. Op deze index zijn opties van verschillende looptijden en verschillende uitoefenprijzen, alles bij elkaar betekent dit dat ik verantwoordelijk ben voor de prijzen op honderden opties. Als market maker zijn we verplicht altijd een koop- en verkoopprijs af te geven en voor al deze opties zou dat met de hand onmogelijk bij te houden zijn. Wij maken dan ook gebruik van software die de verwachte prijzen voor ons berekent. De modellen die hiervoor gebruikt worden bevatten vele parameters en de keuzes voor deze parameters bepalen de prijzen die wij kiezen. Een goede in-schatting van de prijzen kan een kleine winstmarge voor ons betekenen als mensen bereid zijn voor een lagere prijs te verkopen of voor een hogere prijs te kopen. Deze kleine marges leveren over grote hoeveelheden onze winst op. We zijn dus constant bezig met mogelijkheden hiertoe te vinden en hier als snelste op in te springen. Hierbij is ook risicomanagement van groot belang.
20
Maak je nog gebruik van kennis opgedaan tijdens je studie? Niet echt van de econometrische modellen.
Kansrekening is erg belangrijk aangezien we constant met verwachtingen en scenario’s bezig zijn. De finance vakken zijn van belang omdat je daar de basismodellen voor de waarderingen leert. Maar deze modellen kent iedereen en het is dan ook niet moeilijk om ongeveer een prijs te berekenen. Het is vooral het interpreteren van de modellen en de details die het verschil maken.
Kun je iets zeggen over de andere functies die je binnen een trader kunt bekleden? Naast de schermhandelaren zijn er de wholesale traders en de IT’ers. Wholesale traders zijn aan het handelen met een tegenpartij, vaak brokers van institutionele beleggers, die te grote hoeveelheden willen afnemen om het via de normale kanalen te doen. Deze traders handelen de hele dag via de telefoon om goede deals voor grote partijen producten te sluiten en moeten dan ook uitmuntende communicatieve vaardigheden hebben. De IT’ers zijn de laatste jaren steeds belangrijker geworden voor traders. Het is heel belangrijk dat de software zo betrouwbaar en snel mogelijk is. Een milliseconde sneller kan een groot verschil in winst betekenen. We merken dat trading en IT steeds dichter naar elkaar groeien, IT’ers moeten uiteraard veel van de handel weten en voor traders is het erg belangrijk om ook gevoel voor de IT te hebben. Zo kunnen ze samen tot de beste nieuwe software komen. Werk je veel samen met collega’s? Heel veel, teamwork is voor ons erg belangrijk. Iedereen zit naast elkaar achter de schermen en er wordt gedurende de dag erg veel met elkaar overlegd. Het wordt erg gestimuleerd om ervaringen uit te wisselen en samen na te denken over de beste strategieën. Een junior en senior trader werken samen op een index en zijn dus de hele dag samen aan het werk. Naast een teammeeting elke ochtend zijn we dus eigenlijk de hele dag bezig met samenwerken. Hoe komt het dat er vrijwel alleen mannen als trader werkzaam zijn? Vrouwen vinden het waarschijnlijk niet leuk genoeg. Ik denk dat mannen over het algemeen het
21
SECTOR traders
competitieve aspect leuker vinden. En vrouwen willen misschien ook niet altijd in deze mannenwereld terecht komen. Het wordt door ons echter wel erg gestimuleerd als vrouwen interesse tonen in het vak. Sowieso maken wij op geen enkel gebied onder-scheid. We zoeken naar de beste mensen en welke cultuur, huidskleur of geslacht er bij komt kijken is niet van belang.
Hoe komt het dat mensen over het algemeen niet langer dan zes jaar als trader werkzaam blijven? Daar zijn verschillende redenen voor. Allereerst beginnen er alleen net afgestudeerden als trader. Verder is het mentaal en fysiek behoorlijk zwaar, je moet elke dag scherp zijn en belangrijke beslissingen nemen die je soms niet in de koude kleren gaan zitten. Ook kan het zijn dat je scherpte en snelheid na een aantal jaar afnemen. Daarnaast moeten we niet vergeten dat de noodzaak om lang te blijven niet aanwezig is vanwege de goede arbeidsvoorwaarden. Veel traders gaan daarom na een aantal jaar iets heel anders doen, vaak binnen het bedrijf en soms in een heel andere SECTOR. Er is soms nogal wat discussie over trading. Mensen vragen zich af wat het maatschappelijke nut is en wie er betaalt voor jullie winst. Wat zou jij tegen deze mensen zeggen? Uiteindelijk is het een zero-sum game, dus onze winsten moeten ergens vandaan komen. Maar onze rol als market makers wordt vaak niet op waarde geschat. Wij zorgen ervoor dat de beurs door transparantie efficiënter wordt. Dankzij ons kan er altijd gehandeld worden, zonder dat er voor elke koop of ver-koop apart een tegenpartij moet worden gezocht. De handel zal er altijd zijn, wij zorgen dat deze efficiënt kan verlopen en dus leveren traders wel degelijk een bijdrage aan de maatschappij. Om dit te kunnen doen nemen we risico en daarvoor ontvangen we een premie. Daarnaast doen wij alles met eigen geld en nemen we zelf geen posities in. Hierdoor kunnen we mensen dan ook niet benadelen.
22
Tibra Trading
All Options
Scrocca Option Trading B.V.
Wat onderscheidt jullie van andere traders? Wij zijn de beste werkgever in deze SECTOR. Qua arbeidsvoorwaarden krijgen werknemers een gratis lidmaatschap voor de sportschool en komt er elke week een masseuse langs die de werknemers op kosten van de zaak masseert.
Wat onderscheidt jullie van andere traders op het gebied van werkzaamheden? Bij All Options heb je als trader veel zelfstandigheid op het gebied van het uitdenken en analyseren van bijvoorbeeld een trading strategie. Ook ligt de nadruk echt op team trading, je werkt echt samen.
Wat onderscheidt jullie van andere traders op het gebied van werkzaamheden? Wij zijn een bedrijf dat qua omvang zit tussen de marktleiders en de kleinere partijen. Misschien dat dit feit ons meer flexibiliteit geeft ten opzichte van de grotere spelers en meer synergie voordelen ten opzichte van onze kleinere concurrenten.
Wat onderscheidt All Options als werkgever van andere market makers? Nou, we zitten op een mooie locatie in het hartje van Amsterdam. Daarnaast hebben we ook verzorgde lunches, snacks, massage-Friday en een kapper op de werkvloer.
Wat zoeken jullie in een medewerker, wat zijn belangrijke persoonlijke eigenschappen? Goede numerieke, analytische en probleemoplossende vaardigheden, Bachelor titel, of vergelijkbaar, met uitmuntende academische resultaten, snel kunnen denken en handelen en onder druk kunnen presteren, de gedrevenheid en discipline om je doelen als trader te halen, uitstekende schriftelijke en verbale beheersing van de Engelse taal en ambitie carrière te maken.
Wat zijn belangrijke persoonlijke eigenschappen van een trader? Het is belangrijk dat je als trader snel en intelligent bent. Ook is een trader goed met getallen en denkt graag na over hoe dingen werken en maakt daar gebruik van. Natuurlijk zijn goede traders ook gedreven en competitief, in dit werk streef je ernaar om de beste, slimste en snelste te zijn.
Hoe begint een starter? Ons Junior trading programma begint met vier weken intensieve theoretische training en vervolgens een special ontworpen programma om inzichten in de international financiële markten te verkrijgen. Hierna volgt gesimuleerde training, “live” training en real-time mentoring met een senior trader. Een succesvol verloop betekent dat je binnen acht weken aan het handelen bent in live markten.
Hoe begint een starter? Wanneer je als Trainee Trader bij All Options binnen komt, begin je gelijk in het opleidingstraject waarvan de eerste twee maanden theoretisch zijn. Na die eerste maanden begint de praktijk al. De nadruk wordt gelegd op het ontwikkelen van kennis van optietheorie zoals gezien door de producent van opties. Dit kan soms behoorlijk afwijken van opties gezien door een academische lens.
Wat zijn de doorgroeimogelijkheden binnen het bedrijf? Afhankelijk van motivatie, vaardigheden en gedrevenheid valt alles te bespreken.
Hebben jullie een spel of sport die op het werk wordt gespeeld? Wat we verreweg het meest doen is met elkaar wedden op alles wat je je kan bedenken. Dit kan de closing van de AEX tot het aantal verhandelde opties in een dag zijn, de uitslag van sportwedstrijden of het aantal keer dat een bepaalde collega langs komt om een praatje te maken. Verder zingen we veel.
Wat was jullie laatste bedrijfsuitje? Boottocht in de Amsterdamse grachten met aansluitend een barbecue en borrel.
11
Wat onderscheidt jullie van andere traders als werkgever? Vergeleken met banken bieden wij slechtere secundaire arbeidsvoorwaarden. Dit wordt doorgaans gecompenseerd door een hogere variabele beloning. Binnen de branche zijn de arbeidsvoorwaarden over het algemeen wel aardig gelijk. Wij onderscheiden ons als bedrijf in de menselijke opstelling. Wat zoeken jullie in een medewerker, wat zijn belangrijke persoonlijke eigenschappen? Discipline en doorzettingsvermogen gecombineerd met een bepaald basistalent zijn belangrijke karaktereigenschappen. Daarnaast is een zekere sociale instelling ook belangrijk, gezien het feit dat we veel tijd met elkaar doorbrengen. Veel collega’s zien elkaar ook buiten werktijd. Dit gegeven sterkt ons in de overtuiging dat de bedrijfscultuur goed te noemen is. Hoe begint een starter? Als we ons hier focussen op de traders dan geldt dat er gestart wordt met een theoretische opleiding van ongeveer zes weken. Na het theoretische traject gaan de trainees het praktische opleidingstraject in. Hier worden ze wegwijs gemaakt met de handelssoftware en doen ze al handelend ervaring op. Daarbij vindt er een constante terugkoppeling plaats waardoor de opleiding sneller gaat. Als blijkt dat de trainee de basis onder controle heeft kan hij gekoppeld worden aan een ervaren handelaar of zelfstandig een fonds toegewezen krijgen waar hij verantwoordelijk voor is. 23
SECTOR traders
Caerus Trading Wat onderscheidt jullie van andere traders op het gebied van werkzaamheden? Caerus Trading is een jong en dynamisch market making bedrijf dat een jaar geleden is opgericht en bestaat op dit moment uit 11 werknemers. Wij hebben ruime ervaring met derivatenhandel, risk management en research. Met ons eigen research team streven wij er constant naar om onze software te verbeteren om onze handelaren zodanig te voorzien van state-of-the-art handels-software. Wat onderscheidt jullie van andere traders als werkgever? Caerus biedt alle werknemers, dus niet alleen traders, de mogelijkheid zich op een goede en vooruitstrevende manier te ontwikkelen en te laten delen in toekomstige revenues. Wij hebben een platte en transparante organisatiestructuur met een open werkvloer. Wat zoeken jullie in een medewerker? Toekomstige werknemers dienen te beschikken over goede academische achtergrond, waarin analytische eigenschappen een belangrijke rol spelen. Verder zijn handelsgeest, enthousiasme en gedrevenheid belangrijke factoren, zeker omdat wij als start-up onze organisatie en structuur nog aan het ontwikkelen, verbeteren en stroomlijnen zijn.
24
IMC financial markets
Verwacht wordt dan ook dat zij meedenken en innovatief zijn om zodoende het ontwikkelings- en kwaliteitsniveau verder te kunnen verbeteren in de sterk dynamische en snel innoverende wereld van de derivatenhandel.
Wat onderscheidt jullie van andere traders op het gebied van werkzaamheden? Bij IMC werkt een zeer enthousiast, jong team medewerkers. Er is een informele, maar zeer professionele cultuur. Onze medewerkers zijn allen hoogopgeleid en zeer talentvol. Hierdoor genieten zij van een hoge mate van zelfstandigheid. Iedereen is specialist in zijn eigen specialisme. Onze medewerkers kenmerken en verbinden zich door hun passie voor hun werk, tegelijkertijd is er ruimte voor persoonlijkheid. Medewerkers hebben verschillende achtergronden en hebben meer dan twintig verschillende nationaliteiten. Dit geeft een geweldige dynamiek aan ons kantoor en het is een fantastische basis voor succes.
Leopark Options Wat onderscheidt jullie van andere traders? Het verloop in handelaren is erg laag. Verder handelen wij ook zonder rekenprogramma en technische hulpmiddelen. Wij zijn een soort maatschap waar iedereen meedeelt in de winst. De medewerkers zijn allemaal ook voor minstens 5% eigenaar. Het accent ligt bij ons op de handelaar niet op de ICTer, die huren we extern in. Wat zoeken jullie in een medewerker, wat zijn belangrijke persoonlijke eigenschappen? Rekenvaardigheid, besluitvaardigheid en analytisch denkvermogen zijn belangrijke eigenschappen maar voor alles moet je goed bij de groep passen.
De handel zal er altijd zijn, wij zorgen dat deze efficiënt
Wat zijn de doorgroeimogelijkheden binnen het bedrijf? Doorgroeimogelijkheden zijn er in de zin dat als hij in staat is gebleken zichzelf te bedruipen, hij aandeelhouder kan worden en indien gewenst ook zelf mensen kan gaan opleiden die onder hem komen te werken.
Wat zijn de doorgroeimogelijkheden binnen het bedrijf? Startende traders of researchers worden betrokken bij zoveel mogelijk ontwikkelingen binnen Caerus.
Wat was jullie laatste bedrijfsuitje? Wij zijn afgelopen winter een weekend gaan skiën in Zwitserland als bedrijfsuitje.
Hoe begint een starter? Onze handelaren beginnen met een zeer uitdagende in-house training, ofwel in ons traineeship. Dit traineeship begint met een theoretisch deel. Welke wordt gegeven in een internationale setting met trainees van onze andere kantoren uit Zug, Chicago, Sydney en Hong Kong. Het eerste deel van de training vindt plaats in Amsterdam. Het tweede deel vindt plaats in Chicago. Dit is een geweldige mogelijkheid om collega’s van andere kantoren te ontmoeten en een van onze andere kantoren te zien. Na deze in-house training zal je onder supervisie van een senior trader starten met het daadwerkelijke werk. Je krijgt vanaf dat moment ‘training on the job’ met direct ruimte voor veel eigen verantwoordelijkheid.
Flow Traders
kan verlopen en dus leveren
Hoe begint een starter? Een starter zal bij ons vrijwel meteen de verantwoordelijkheden krijgen over zijn eigen fondsen en begint meteen met handelen. Hierbij zal hij in het begin zeer intensief begeleid worden, maar na verloop van tijd zal hij zelfstandig moeten kunnen opereren.
Hoe begint een starter? Voor startende handelaren geldt dat zij een inhouse opleidingstraject volgen door een senior trader. Dit traject duurt ongeveer zes weken en omvat het bijbrengen van zoveel mogelijke theoretische en praktische kennis primair op het gebied van derivatenhandel.
tevens in staat zijn deze ideeën tot een succes te maken. Uiteraard moet iemand in het team passen en vragen wij een behoorlijk aantal persoonlijke vaardigheden. Want juist de persoon kan het verschil maken.
traders wel degelijk een bijdrage aan de maatschappij.
Wat zoeken jullie in een medewerker, wat zijn belangrijke persoonlijke eigenschappen? Voor talentvolle mensen is er bij IMC altijd ruimte. De omgeving van een handelshuis is zeer dynamisch. Dit betekent dat wij constant innoveren. Juist daarom zijn wij op zoek naar mensen die in staat zijn constant bij te dragen aan deze innovatie. Verder moet je zeer analytisch en kwantitatief sterk zijn. Wij zoeken mensen met ideeën die 11
Wat onderscheidt jullie van andere traders op het gebied van werkzaamheden? Flow Traders richt zich voornamamelijk op ETF’s en de andere handelshuizen handelen voornamelijk in opties. Wij zijn de grootste market maker in ETF’s in Europa en al drie jaar benoemd als de beste (door industrie peers) en deze positie willen we uiteraard behouden. Wat onderscheidt jullie van andere traders als werkgever? Flow Trader is een relatief jonge organisatie met een platte organisatiestructuur. Je kan een relatief grote impact hebben binnen de organisatie, je kan echt het verschil nog maken. We geven onze traders relatief veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Creativiteit, innovatie en kennisdeling worden erg gestimuleerd binnen Flow en wij geloven dat ‘het’ 25
SECTOR traders
de manier is om je organisatie naar een hoger niveau te krijgen. Bij ons hecht niemand waarde aan titels en bij Flow Traders vind je ook geen mensen die niet zelf met de inhoud bezig zijn. Als je kijkt naar ons beloningssysteem (40% van het netto resultaat gaat naar de bonus pool) is iedereen gebaat bij een organisatie die lean is.
Hoe begint een starter? Als jr. trader zal je altijd met een aantal andere jr. traders starten. Naast een interne cursus/praktijkopdrachten, zal je ook de relevante beurs examens moeten halen om op bepaalde beurzen te mogen handelen. Je zal al na een maand daadwerkelijk gaan handelen met je mede starters in team verband. Alle traders beginnen als jr. trader. Ons doel is dan ook om de jr. traders zo snel mogelijk te krijgen naar het niveau van een volwaardig handelaar. Hebben jullie een spel of sport die op het werk wordt gespeeld? Een sport of spel wordt er niet echt gespeeld. Wel is er in onze lounge een pooltafel, X-box, gokkasten, flipperkasten en een pokertafel aanwezig en daar wordt dagelijks intensief gebruik van gemaakt. De (jr) traders spreken vaak onderling af en gaan vaak op vrijdag met zijn allen op stap.
Optiver Wat onderscheidt jullie van andere traders? Qua werkzaamheden verschillen we niet veel van elkaar. Binnen Optiver vinden wij teamwork erg belangrijk, er worden veel ervaringen en inzichten gedeeld, zodat we met elkaar tot de beste strategieën en software kunnen komen. Daarnaast zijn wij in 2010 verkozen tot “expat employer of the year”. Wat zoeken jullie in een medewerker, wat zijn belangrijke persoonlijke eigenschappen? Goede analytische en rekenkundige vaardigheden en het lef om beslissingen onder grote druk te 26
nemen. Verder zijn goede communicatieve vaardigheden van belang en moet je kennis aan anderen willen overdragen. Daarnaast zijn integriteit en ambitie belangrijke eigenschappen.
Hoe begint een starter? Bij Optiver start één keer in de twee maanden een traineeklas. Gedurende de eerste maand leer je veel optietheorie en leer je door middel van simu-latie en spelletjes het traden beter kennen. De maand daarna begin je onder begeleiding van een trainer met handelen, op een traineespot. Na twee maanden krijg je een plek aangewezen in een team en begin je aan het echte werk op een grotere spot. De eerste periode zul je nog wel veel contact houden met een coach met wie je de prestaties evalueert. Dan is het aan jezelf hoe snel het doorgroeien gaat. Laat zien wat je kunt en dan kun je altijd hogerop komen. Wat was jullie laatste bedrijfsuitje? Een groot kerstfeest in Strand Zuid met alles erop en eraan, waarvoor alle werknemers met partners uitgenodigd waren. Hebben jullie een spel of sport die op het werk wordt gespeeld? Verscheidene, we hebben elk jaar een “Optiver fit test” met voor de meesten het advies meer te bewegen. Dit wordt vaak ter harte genomen. Elke woensdag is er een verzorgde hardlooptraining en daarnaast zijn er vanuit werknemers initiatieven als zaalvoetbal en tennis. Op het werk kan bijvoorbeeld tafeltennis of pool gespeeld worden.
Statistieken traders 1 Wat is de verhouding traders/ ICT-werknemers? 2 Wat is de verhouding vast salaris / variabel salaris voor een starter? 3 Wat is gemiddelde leeftijd van de werknemers? 4 In hoeveel landen zit jullie bedrijf? Leopark Options 1. Wij hebben 7 traders en geen ICTers. 2. De verhouding vast variabel salaris is afhankelijk van de winst die hij maakt voor het bedrijf ( bonussen variëren van 0 tot ongeveer 5 jaarsalarissen) 3. Gemiddelde leeftijd bij ons is 38 jaar. 4. Wij zijn gezeteld in Amsterdam , Beursplein 5 maar handelen vanuit hier in Nederland, Engeland, Frankrijk en België.
Flow Traders 1. De verhouding traders/IT is bijna 1 op 1. 2. Alle traders starten met een basissalaris van € 3.000,- bruto per maand. Dit is tevens het vast salaris voor traders. Of je nou 1 maand of 5 jaar in dienst bent, wij erkennen dat je senioriteit vergaart vanuit de inhoud en niet alleen van het aantal jaar werkervaring. Het verschil zit in de bonus, 40 % van onze nettoresultaat wordt verdeeld onder onze werknemers, waar de traders natuurlijk het grootste aandeel in hebben. 3. De gemiddelde leeftijd ligt bij ons rond de 31 / 32 jaar. De traders die bij ons starten zijn meestal rond 25 jaar. Dit komt doordat wij de Junior Traders direct van de universiteit werven. 4. Nederland – Amsterdam (HQ) 87 medewerkers Singapore – Singapore 19 medewerkers Verenigde staten – New York 15 medewerkers
Caerus Trading 1. 1 op de 4 werknemers is IT of reseacher. 3. 32 4. Alleen in Amsterdam.
All Options 1. Momenteel is de verhouding traders en ICTwerknemers 50:50 2. 3:2 3. 28 jaar 4. All Options is actief op vele markten en heeft kantoren in vier landen: Nederland, Curacao, China en Zwitserland.
Optiver 1. Ongeveer 1:1,5 2. Bedrijfsresultaten worden verdeeld naast het vaste salaris. 3. Rond de 30, bij traders iets lager rond de 28. 4. 3: Australië, Nederland en de Verenigde Staten
IMC financial markets 1. Verhouding trader: IT is 1:1. 2. Onze salarissen voor starters liggen ruim boven de markt. Daarnaast bestaat een deel van de salarissen uit een variabele bonus gebaseerd op je performance. 3. De gemiddelde leeftijd binnen IMC Amsterdam is 32. In onze dealing room is dat 27. 4. IMC financial markets heeft kantoren op 5 verschillende locaties (Amsterdam, Zug, Chicago, Sydney en HongKong).
Tibra Trading 2. Er is een vast salaris en twee keer per jaar wordt er een bonus uitgekeerd. De verhouding is moeilijk aan te geven. 4. Amerika, Engeland, Nederland, China, Australië
Scrocca Option Trading B.V. 1. De verhouding is ongeveer 50/50 waarbij we van nieuwe handelaren verwachten dat ze ook development capaciteiten hebben. 2. Een starter moet ervan uitgaan dat hij geen variabel deel krijgt in het eerste jaar. Het belangrijkste is ervoor zorgen dat je slaagt als handelaar. Als dit zo is dan zijn de mogelijkheden talrijk. Iemand moet dit vak dus echt ambiëren en het zal niet eenvoudig zijn. 3. Ongeveer 30 jaar. 4. Wij hebben kantoor in Amsterdam en zijn actief op verschillende beurzen.
27
SECTOR uit de markt van towers watson
auteur artikel
“ Eenvoud, efficiency en voorspelbaarheid. Aan de studerenden van nu de mooie taak om daar een eigen stempel op te drukken in de toekomst ” Arjan van de Griend is pensioenjurist bij Towers Watson. Momenteel is hij lid van het management van Retirement Solutions en vallen de pensioenjuridische en de M&A praktijk onder zijn verantwoordelijkheid.
Jongeren moeten meepraten over pensioenregelingen
28
percentage van de premiegrondslag, dat onafhankelijk is van de leeftijd van de individuele werknemers. De premie is gebaseerd op de gewogen gemiddelde leeftijd binnen de groep premiebetalers. Hierdoor betaalt een werkgever voor een oudere met een bepaald loon een gelijke premie als voor een jongere, en zijn eigen bijdragen van werknemers leeftijdonafhankelijk. De doorsneepremie is voor een jongere hoger dan actuarieel-technisch nodig is. Voor een oudere is dat net omgekeerd. Iedereen wordt oud en gaat dan profiteren van het systeem, nietwaar? Dat is zo als je altijd in zo’n pensioenregeling zou blijven. Maar dat is steeds vaker niet zo. Als je van baan wisselt en gaat werken in een regeling zonder die solidariteit heb je alleen bijgedragen. Hetzelfde geldt als je uit het arbeidsproces treedt of zelfstandig ondernemer wordt. Daar komt bij dat pensioenregelingen in de loop van de tijd worden versoberd. In je tijd als bijdrager draag je bij aan een luxere regeling dan die je zelf krijgt. De bewijzen hiervoor uit het verleden zijn er legio. Meebetalen aan eindloonpensioen, VUT, vroegpensioen, zonder daar zelf nog voor in aanmerking te komen.
De meeste jongeren hebben onvoldoende zicht op de manier waarop pensioenregelingen worden gefinancierd. Er wordt onder de noemer “solidariteit” veel van jongeren gevraagd, zonder dat jongeren wordt gevraagd wat ze daarvan vinden. In dit artikel wordt duidelijk gemaakt dat jongeren er verstandig aan doen om zich nadrukkelijker in de pensioendiscussie te mengen.
Deze vorm van solidariteit werkt in Nederland door in hele bedrijfstakken, via de bedrijfstakpensioenfondsen. Hierdoor zijn ondernemingen met een relatief jong werknemersbestand (jonge startende ondernemingen wellicht) aan het meebetalen aan ondernemingen met een relatief oud werknemersbestand. Is deze gedachte anno 2010 nog ver-dedigbaar?
Pensioen is belangrijk, dat weet iedereen. De risico’s van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden kan de individuele werknemer moeilijk zelf dragen. Daarom bestaan er verzekeringen, waarin je deze risico’s volgens de principes van de levensverzekeringswiskunde kunt delen. Als het gaat om pensioenen, is er meer dan verzekeringstechniek alleen. Er kan worden gewezen op de voordelen van collectiviteit. Als je kosten van administratie en vermogensbeheer met een grote groep deelt, ontstaat meer waarde per betaalde euro premie. Daarnaast bestaat ook solidariteit. Solidariteit
In het op 4 juni door sociale partners getekende Pensioenakkoord wordt het principe van de doorsneepremie vastgehouden. Jongeren blijven dus voor ouderen betalen. De commissie Goudswaard, die minister Donner heeft geadviseerd over de houdbaarheid van het pensioenstelsel, heeft juist aangeraden hier goed naar te kijken. Sociale partners hebben met die raad nauwelijks iets gedaan. Zoals gezegd, kun je bij deze solidariteit door de toegenomen arbeidsmobiliteit vragen bij zetten. Tenzij je deze vorm van solidariteit om “ideële” redenen acceptabel vindt natuurlijk, zoals
komt erop neer dat er inkomensoverdrachten zijn van de ene groep naar de andere groep. In dit artikel wordt specifiek ingegaan op de solidariteit tussen jong en oud. Dat is een vorm van solidariteit die in bijna alle collectieve pensioenregelingen voorkomt, en waar in de praktijk door maar weinig jongeren vraagtekens bij worden gesteld. De vraag is of dat terecht is. Oordeel zelf. Veel collectieve pensioenregelingen worden gefinancierd op basis van een doorsneepremie. Een doorsneepremie is een premie op basis van een vast
veel oudere (op de arbeidsmarkt minder mobiele) vakbondsleden, en vakbondsbestuurders. Sociale partners willen de datum waarop het pensioen in gaat afhankelijk maken van de ontwikkeling van de levensverwachting. Wordt iedereen ouder (dan gedacht) dan schuift de pensioenleeftijd vanzelf op. De verwachting is, dat in de praktijk ouderen die vlak voor de oude pensioenleeftijd zaten worden ontzien. De al gepensioneerden blijven uiteraard ook uit de wind, want het al betaalde pensioen kun je niet afpakken. De rechten van de jongeren echter worden (met terugwerkende kracht) op de nieuwe pensioenleeftijd gezet. Daardoor neemt de waarde van de pensioenaanspraken van de jongeren af. Dat zet een hefboom op de solidariteit van jong naar oud. Een goed idee? Een ander onderdeel van het Pensioenakkoord is dat de AOW-uitkering aan de loonontwikkeling wordt gekoppeld. Nu is dat niet zo. De AOW zal daardoor sneller stijgen. Omdat de AOW-uitkering in omslag wordt gefinancierd, komt de rekening daarvoor naar verwachting vooral bij de werkenden terecht. De vraag is of dat fair is. Sociale lasten moeten juist omlaag, om te zorgen dat we ons in Nederland ten opzichte van concurrerende landen niet uit de markt prijzen. Ook gaan sociale partners uit van de gedachte dat bepaalde versoberingen in pensioenregeling-en niet tot een lagere premie gaan leiden. De besparing zou in het pensioenfonds moeten worden gestort, om zo de indexatiecapaciteit te vergroten. Een besparing ten koste van de werkenden, die voor een belangrijk deel ten goede komt aan de inactieven binnen het pensioenfonds. Is specifiek aan jongeren gevraagd of ze het daarmee eens zijn? Waar pensioenregelingen goedkoper worden, zou de loonruimte redelijkerwijze ten goede moeten komen aan de werkenden, zonder verschuiving naar ouderen. Niet vergeten mag worden dat de pensioenregelingen van veel ouderen voorheen een heel stuk rianter waren dan nu. Niet voor niets is de huidige generatie 29
SECTOR uit de markt van towers watson
gepensioneerden in doorsnee beter af dan de werkenden. Dat komt mede door het gunstige fiscale regime voor ouderen. Er is een tendens waarneembaar naar het vervangen van uitkeringsregelingen (defined benefit) voor premieregelingen (defined contribution). Op grond van de fiscale wetgeving zijn de premies die door en voor werknemers worden betaald gestaffeld. Naar mate de leeftijdscategorie hoger wordt, stijgt het premiepercen-tage dat mag worden betaald. Ouderen krijgen dan meer premie dan jongeren, ook als hun functie en hun salaris hetzelfde is. Dat is een vorm van leeftijdsdiscriminatie die is toegestaan. Maar het blijft discriminatie. In veel andere landen met premieregelingen moet je juist om discriminatie te voorkomen voor iedereen een gelijk percentage van de premiegrondslag betalen en zijn leeftijdafhankelijke staffels juist verboden. In Nederland schrijft de wetgever dus een vorm van solidariteit voor. Niks aan te doen? Als jongeren zich niet laten horen in ieder geval niet. We moeten allemaal langer doorwerken, omdat de mensen een stuk ouder worden dan toen het pensioenstelsel werd ontworpen. Als we straks allemaal tot leef-tijd 67 door moeten gaan, dan is het belangrijk dat ouderen niet onnodig onaantrekkelijk worden voor de arbeidsmarkt. Pensioenopbouw voor ouderen is duur, en hoge pensioenpremies specifiek voor ouderen zullen hen van de arbeidsmarkt drukken. De oplossing lijkt me niet om ouderen kunstmatig goedkoper te maken ten koste van jongeren. Daarom is het wellicht beter om de kosten van pensioenopbouw evenwichtiger over de loopbaan te spreiden. Jongeren krijgen dan meer dan nu en ouderen wat minder. Om pensioen betaalbaar te houden is collectiviteit belangrijk. Samen sta je sterker en (bedrijfstak-) pensioenfondsen kunnen daar een belangrijke functie in vervullen. Maar dan moet dat wel op basis van volledige transparantie over kosten en prestaties van de uitvoerders. Geen onnodige ingewikkeldheid graag, maar eenvoud en efficiency en voorspelbaarheid. Aan de studerenden van nu de mooie taak om daar een eigen stempel op te drukken in de toekomst. Werk en ruimte voor innovatie te over, en genoeg om over na te denken. 30
Arjan van de Griend Pensioenjurist bij Towers Watson.
Pensioenakkoord: Vlak voor de verkiezingen in juni 2010 hebben de sociale partners (werkgevers en werknemers) het pensioenakkoord afgesloten. De regering hoeft dit akkoord niet over te nemen, maar de sociale druk om dit wel te doen is groot. In het pensioenakkoord is onder andere opgenomen dat de pensioenleeftijd afhankelijk zou moeten zijn van de levensverwachting, hierdoor schuift het langlevenrisico van het pensioenfonds naar de deelnemers. Doorsneepremie: Een doorsneepremie is een premie op basis van een vast percentage van de premiegrondslag, dat onafhankelijk is van de leeftijd van de individuele werknemers. Defined benefit regeling: Defined benefit regelingen is de meest voorkomende pensioenvorm in Nederland, de regeling is er op gebaseerd dat de uitkering wordt gegarandeerd en de premie die hiervoor betaald moet worden kan fluctueren. Het risico ligt vaak volledig bij het pensioenfonds. Defined contribution regeling: Defined contribution regelingen zijn in opkomst in Nederland, de regeling is er op gebaseerd dat de premie vooraf wordt afgesproken (voor een aantal jaar) en dat de uitkering die dit oplevert op pensioendatum kan fluctueren. De uitkering is namelijk afhankelijk van de belegginsrendementen en de rentestand. Het risico schuift hierdoor naar de deelnemer.
OP WEG NAAR NUMMER 1 Wij willen het beste en meest gevraagde IT-consulting bedrijf zijn. Om dit waar te kunnen maken zijn wij voortdurend op zoek naar gedreven young professionals met een passie voor IT. Wil jij de top van het bedrijfsleven helpen excelleren? En samen met ons nummer 1 worden? Kijk dan op onze site naar de mogelijkheden.
GetronicsConsulting.com
auteur artikel
SECTOR docent vertelt
Joaquim Gromicho Bijzonder hoogleraar Vrije universiteit Amsterdam
Joaquim Gromicho is bijzonder hoogleraar Applied Optimization in Operations Research bij de afdeling Econometrie & Operations Research, Vrije Universiteit Amsterdam, en Software Manager bij ORTEC Software Development in Gouda waar hij het hoofd van de afdeling Research & Development in Optimization Algorithms is.
Over het leven en doceren in meerdere landen Als Portugees ervaar ik Nederland anders dan een geboren en getogen Nederlander. Zo heb ik pas in Nederland een mooie zonnige dag leren waarderen. Ik vind het bijzonder hoe gewenning ervoor kan zorgen dat mensen kleine wonderen niet meer zien: in Portugal schijnt de zon toch wel regelmatig. Ik nam het voor lief en heb er nooit bij stil gestaan dat het eigenlijk iets heel waardevols is. Totdat ik naar Nederland ben gekomen. Ik zette voor het eerst voet in Nederland op 8 januari 1991. De daling richting de Kaagbaan, langs de A4 naar Schiphol, liet veel water, ijs, sneeuw en, ondanks het vroege middaguur, veel kunstlicht zien. Ook al was de landing rond 5 uur in de middag, het was toch al goed donker. Het eerste wat me trof was dat de grond zo goed als overal in gebruik was en behoorlijk dicht bebouwd. De verlichte kassen weerkaatsten in de witte sneeuw en als water niet bevroren was tot ijs, dan waren er donkerdere vlekken in het anders zo vol gebouwde en verlichte landschap. En alles leek heel plat. Ik reisde naar Nederland om aan de Erasmus Universiteit Rotterdam mijn promotieonderzoek te komen doen. Samen met een medestudente was ik verleid, door twee gastdocenten die Portugal in de zomer van 1990 bezochten, om hier te komen promoveren. Toen al was het niet eenvoudig Nederlanders te verleiden met een AIO plaats. Samen werden wij de laatste twee promovendi van Alexander Rinnooy Kan, al lang een man met 32
wereldbekendheid, die op het punt stond vrijwillig zijn florissante academische carrière te beëindigen. Twee belangrijke verschillen tussen Portugal en Nederland: in Nederland zijn er vier duidelijke jaargetijden, Portugal is zachter van klimaat en heeft eigenlijk maar twee echte jaargetijden: zomer en herfst. Nederland is bijna evenredig vol gebouwd en behoorlijk vlak, Portugal is heel heterogeen in bevolkingsdichtheid en biedt hier en daar zeer ruig en vaak bergachtig landschap. In Portugal nadert men de zee altijd van boven, dalend naar de zeespiegel. In Nederland bevindt de zee zich zo goed als altijd achter hoge duinen en dijken en de weg daarheen is vaak licht stijgend. Maar ook verschillen in levensopvattingen beginnen zich te onthullen. In Nederland wordt het kiezen voor een academische carrière, minder dan in Portugal, als bijzonder gezien. In feite hebben Nederlanders een natuurlijke houding van afvlakken van verschillen tussen de mensen. Er is een kleinere notie van aanzien dan in Portugal. Zeer goede studenten kiezen vaak voor het bedrijfsleven en academici met schitterende carrières en een wereldwijde reputatie (zoals prof. dr. A.H.G. Rinnooy Kan) kunnen ineens dramatisch van koers wijzigen en zich richting het bedrijfsleven wenden. Datzelfde bedrijfsleven neemt ze gretig aan. In Portugal worden doorgewinterde academici door het bedrijfsleven vaak als eigenaardig, zelfs een beetje wereldvreemd, gezien.
Mijn eerste dag in Rotterdam was ook vol ontdekkingen. Punctueel openbaar vervoer met voldoende zitplaatsen (neem van mij aan dat het wel zo is in Nederland; alles wordt anders ervaren, afhankelijk van wat je gewend bent) en goed verwarmd. En ondanks de drukte alles geordend, schoon en betrekkelijk stil. Geen toeterende auto’s op straat en er werd ook bijna niet gesproken tegen elkaar. Zelfs de ophaalbruggen gaan omhoog en omlaag zonder krijsen. Toen was de mobiele telefoon nog niet zo ingeburgerd als nu, dus de tram was heel stil. Zo stil waren ook de stoepen, al was het in het centrum van Rotterdam, ten minste overdag, drukbevolkt op straat. En iedereen was zo lang! In Portugal steek ik meestal boven mijn medemensen uit, hier moet ik – om de medemens in de ogen te kijken – heel vaak omhoog kijken. Die lichte ogen en haren, vooral bij de dames, waren een grote fascinatie voor me. Het is dan ook geen wonder dat ik in minder dan een jaar verliefd werd op een knappe blondine… maar daar komen we nog op, later in dit verhaal. Het viel me ook gelijk op dat mensen in Nederland tijdens een gesprek graag elkaar diep in de ogen kijken. In veel gevallen is dat dus voor mij geen straf! Echter zijn de dagen in de buitenlucht heel kort. Vooral in de winter. Het bleke zonnetje dat mij dan een schaduwloos bestaan geeft, gaat zeer vroeg onder. En de stoepen en straten werden dan ineens leeg. En alle winkels gingen (toen zelfs supermarkten) om 5 uur in de middag dicht. Ook in het centrum! Ongehoord. Eens in de week waren ze tot heel laat (9 uur!) open, op vrijdag. De winkelcentra van Lissabon die 7 dagen per week tot middennacht open zijn, leken ineens heel ver hier vandaan. Maar de mensen waren niet geheel uit het zicht na vijven! Al die open gordijnen boden een vrije blik in goed verlichte kamers. Vreemd. Ik werd een beetje verlegen van het zomaar onbedoeld in de intimiteit van gezinnen mogen kijken. Om te ontwijken dat ik onbekende mensen aan tafel etend of spelend zag, of op de bank TV kijkend, of op het tapijt met kinderen nog voor bedtijd spelend, ontwikkelde ik de houding om tijdens het lopen
vooral naar beneden te kijken. Dit heeft me af een toe een verloren munt opgeleverd. Mijn eerste bezoek aan de universiteit werd als een warm welkom ervaren: iedereen stelde zich voor en wenste mij een gelukkig nieuwjaar. Daarna beleefde ik bij de tramhalte een van mijn eerste cultuurakkefietjes: ik naderde een halte waar een groep jongedames, later bleken zij rechtenstudentes te zijn, al wachtte. De tram stopte toevallig met de deur voor mij en ik deed prompt een stap opzij om hen voor te laten gaan. De dames keken me in afwachting aan; de trambestuurder keek ons allemaal aan en na een paar seconden impasse deed
hij zijn deur weer dicht en reed weg. Toen werd me voor de eerste keer echt duidelijk dat dames niet verwachten met hoffelijkheid te worden behandeld. Toen ik uitlegde dat ik hoffelijk probeerde te zijn, vond maar een klein aantal het enigszins charmant, maar ze waren het er unaniem over eens dat het bijzonder onhandig was geweest. Eigenlijk stap ik veel te makkelijk over een zeer belangrijk detail heen. Iedereen praatte moeiteloos Engels! Tijdens de eerste maanden leek het alsof Engels de officiële taal was. Alleen als Nederlanders onderling met elkaar spraken werd ik op de 33
SECTOR docent vertelt
uitdaging gewezen van wat het inhield deze taal te leren. Ik kon niet eens inschatten hoeveel woorden er in een zin werden uitgesproken. Ik kon er niks van maken. Ik wilde de taal leren en ik deed er echt mijn best voor, maar keer op keer gingen de gesprekken waar ik bij betrokken was moeiteloos over op het Engels. Uit efficiëntie-overwegingen. Efficiëntie. Dat is ook een sleutelbegrip hier. Nederland is een goed land voor Operations Research.
Ook in de omgang zijn mensen efficiënt. Ze zijn recht door zee en direct. In Portugal zijn mensen meer verfijnd in de omgang. Zo is het in Portugal gebruikelijk niet gelijk ‘ja’ op een aanbod te zeggen. Mijn eerste verjaardagsbezoek heeft me geleerd wat de consequentie van een ‘nee’ in Nederland is. Bij binnenkomst werd me gevraagd ‘wil je een plakje cake’? Ik dacht ‘nog niet’, maar beantwoorde ‘nee dank je’ waardoor de cake – de rest van mijn visite – niet meer tot mijn mogelijkheden behoorde. Heel bijzonder! Het tegenovergestelde is dat men 34
in Nederland niet vertrouwd is met aanbiedingen uit beleefdheid: voor mijn eerste lange treinreis nam ik brood mee en toen ik trek kreeg bood ik eerst mijn medereizigers wat van mijn brood aan, zoals mijn moeder me geleerd heeft en in feite heel normaal is in Portugal. Uiteraard ging ik er vanuit ging dat iemand ‘ja’ zou kunnen zeggen en was bereid een deel van mijn brood af te staan… wat ik niet zag aankomen was dat mijn hele voorraad werd verdeeld onder meerdere hongerige reizigers. Ik bleef dus mijn trek houden, maar had zelf geen brood meer. Met enkel verwarring, en een soort van gevoel iets goeds voor de medemens te hebben gedaan, was ik weer een ervaring rijker. Recht door zee en direct zijn, zie ik nog steeds als een evidentie van een natuurlijke aanleg voor efficiëntie. En ander verschil is het hebben van verwachtingen ten aanzien van het verloop van bijna alles. Verjaardagen worden in de regel steeds op dezelfde manier gevierd. Mensen worden bij elk restaurant op dezelfde manier ontvangen met ‘wat kan ik voor u inschenken’ voordat de kaart komt en direct na het leegeten van het bord met de hoofdmaaltijd, komt een correct, maar ik vermoed, niet altijd oprecht geïnteresseerd ‘was alles na wens?’. Als iemand op een onverwachte manier met zo’n formule omgaat, is de gesprekspartner gelijk ontwapend. Op de vraag op straat ‘ hoe gaat het?’ beantwoorden met iets minder dan ‘goed’ – het liefste ‘uitstekend’ – leidt tot verwarring, en een overhaast ‘we moeten eens een afspraak maken om daarover te praten’. Portugezen zijn in de regel spontaner. Zeggen en doen waar ze ineens zin in hebben. Zoals even onaangekondigd bij iemand langs gaan. Nederland daarentegen is het land van de agenda. Bij het maken van een afspraak zeggen we ‘oh, ik kan pas over zes maanden’; we zijn er dan ook klokslag op de afgesproken tijd. Even wennen voor een Portugees dus… Maar ook Nederlanders hebben wat tijd nodig om aan Portugezen te wennen; gedurende een bepaalde tijd waren er drie en soms vijf Portugezen
in het Econometrische instituut van de Erasmus Universiteit. Als we onderling met elkaar kletsten over de meeste banale zaken, dachten onze Nederlandse collega’s dat we voortdurend ruzie met elkaar hadden. Een beheerste gesprekstoon is in Nederland gemeengoed. Net als alles vertellen met een glimlach. Zelfs al is het slecht nieuws. Het gezicht en de intonatie van Portugezen verraden de innerlijke gemoedstoestand veel makkelijker… en dat word snel als ernstig gezien. Nederlanders worden ook geacht snel hun eigen brood te verdienen. Studerende kinderen gaan op kamers, en zoeken een bijbaantje om de studiefinanciering aan te vullen. In Portugal bestaat geen studiefinanciering en ouders betalen alle rekeningen. En er zijn geen bijzondere leningsvormen voor studerenden. Als een Portugees gaat studeren is dat werkelijk een bijzondere opgave, voor de jonge telg en de ouders. Er wordt dan ook veel toewijding verwacht en dat is ook werkelijk aanwezig bij de student. Studeren komt voor alles. Ik kan er nog altijd niet aan wennen dat mijn studenten in Nederland mij komen vertellen ‘mijnheer, ik kan niet naar het tentamen komen, want ik moet op wintersport’. Dat blijft voor mij de wereld op zijn kop. De student en ik blijven het dan ook altijd oneens als ik zeg ‘volgens mij is dat een slechte planning, u moet naar het tentamen, en daarom kunt u nu niet op wintersport’. Enfin. Het pragmatisme van de berekende Nederlandse student uit zich ook in de inspanning voor een vak, en in de behaalde cijfers. In de regel worden vakken uitgezocht op het leveren van de nodige studiepunten tegen de laagste inspanning. Qua cijfer is vooral een voldoende van belang. Als ik een inzagedag houd voor een tentamen, komen alleen de studenten met cijfers tussen 5.0 en 5.4 langs. Ik vermoed dat die cijfers relatief schaars worden gegeven uit pragmatisme door docenten. Dat pragmatisme heb ik nog niet ontwikkeld. Ik tel deelcijfers op en geef wat er uit komt. Het blijft me wel verrassen dat studenten die een 6 halen, maar wie ik in staat acht een veel hoger cijfer te halen, niet benieuwd zijn naar waar het fout ging.
Dat laatste gebeurt in Portugal wel. In Nederland wordt eerder gevraagd om de uitwerking van het tentamen openbaar te maken. Terug naar de bijbaantjes van de Nederlandse student. Die worden niet alleen uit pure noodzaak gezocht. Er zit ook een bepaalde strategie achter. Studenten denken vaak aan hun toekomstige curiculum vitae. Sommige nevenactiviteiten staan goed naast een studie, favoriet zijn bestuursactiviteiten bij clubs of verenigingen. Iets anders is dat iedereen in Nederland een mening lijkt te hebben over alles. Ik kan het in feite mijn schoonmoeder niet kwalijk nemen; ongevraagd advies geeft werkelijk iedereen. Die houding om een mening te hebben en advies te geven kan deels verklaren waarom Nederland zo uitzonderlijk veel consultants levert.
“ Na vele jaren in Nederland, ben ik zelf ook een beetje Nederlander geworden ” Maar gelukkig blijft het bij Nederlanders niet bij het praten, ze doen ook een hoop. En hebben onbetwistbare expertises. Sommige uit noodzaak geboren, zoals de meesterlijke wijze waarop Nederlanders baggerwerk kunnen doen en natte bouwwerken kunnen maken. Ik blijf een trots gevoel houden als ik in plekken, zoals de Chek Lap 35
SECTOR docent vertelt
Kok Airport in Hong Kong kom, wetend dat het aangelegd is op grond die door Nederlanders uit de zee is gebaggerd. Aan het begin van dit verhaal heb ik beloofd op een bepaalde jongedame met mooie blauwe ogen en blond haar terug te komen. Mijn ontmoeting met haar bewijst opnieuw het pragmatisme van het Nederlandse volk: een vriendin plaatste in haar hoofd dat ik geen 4 jaar (de AIO tijd) alleen in Nederland kon zijn, en ontwikkelde een plan: mij van gezelschap voorzien. Nietsvermoedend werden de jongedame met mooie blauwe ogen en blond haar (nu mijn vrouw) en ik door haar uitgenodigd om te komen eten… en merkwaardig genoeg was het wel een schot in de roos. We zijn al bijna twintig jaar bij elkaar, meer dan de helft besteed na ons huwelijk en sinds anderhalf jaar zijn we thuis met zijn drieën: we hebben een prachtdochter die Portugees en Nederlands leert. Relaties. Ook een intrigerend onderwerp. Ook op dit vlak is het in Portugal niet gebruikelijk openlijk te zeggen wat je wilt. En ook niet om gelijk ‘ja’ te zeggen. In Nederland wordt openlijker gepraat over de kansen en mogelijkheden. In Portugal wordt meer gedroomd en worden liefdesverklaringen gedaan, en herhaald, voordat een relatie een feit is. Daarentegen gedragen mensen in Portugal zich in het openbaar meer als verliefden dan in Nederland. In Nederland overkomt me nog steeds dat ik pas later ontdek dat twee mensen, die ik beide al langer ken, al lange tijd een relatie blijken te hebben zonder dat ik dat merkte. Portugezen houden die dingen minder voor zichzelf. In feite houden Portugezen veel minder voor zichzelf. Zoals eerder gezegd, onze toon en gelaat laat makkelijk zien hoe we ons voelen. En we kunnen ons makkelijker in melancholie verliezen. Zo is ‘fado’ een typische vorm van volksmuziek. In hedendaags Portugees is fado ook synoniem voor het lot. Aangezien ik geen linguïst ben, kan ik niet zeggen of deze vorm van muziekkunst zijn naam ontleent aan een woord dat al lot betekende, of dat ‘fado’ 36
SECTOR vacature
synoniem is geworden voor het lot, dankzij de liederen die daaronder vallen. Dat maakt verder ook niet uit, fado zingt over de blote ziel. Dat ken ik niet in de Nederlandse muziektraditie. Maar ondanks de taalbarrière is er vast iets van te voelen: fadozangers (vaak zangeressen) trekken volle zalen in Nederland. Bijzonder. Zo hebben de Portugezen ook iets te bieden aan de Nederlanders. Misschien biedt de meer emotionele houding van een Portugees een meerwaarde aan de berekenende en pragmatische Nederlandse samenleving. Wie weet ontstaat ooit, naast het grondrechtelijke recht op vrijheid van meningsuiting, ook een feitelijke vrijheid van emotie-uitingen onder het Nederlandse volk. Na vele jaren in Nederland ben ik zelf ook een beetje Nederlander geworden. Ook officieel, ik heb twee paspoorten, iets wat me nooit zal verenigen met de heer Wilders. Dat is zeker niet de enige reden voor meningsverschillen, maar wel een praktische. En ik weet nu heel goed dat ondanks de oppervlakkige verschillen in de kern, er veel meer overeenkomsten dan verschillen zijn. Zo worden we door dezelfde dingen geraakt en bewogen. We uiten ons enkel anders, en daarmee bedoel ik niet alleen de taal.
Gelderlandplein 75d Postbus 7850 1008 AB Amsterdam t: +31 (0)20 404 4042 f: +31 (0)20 404 4676 i: www.dehora.nl Déhora Consultancy Group ondersteunt opdrachtgevers bij het verbeteren en flexibiliseren van haar personele inzet. Dat doet zij inmiddels 23 jaar succesvol in Nederland, België en Polen. Ter versterking van onze afdeling Advies zijn wij op zoek naar een:
Advanced Planning Consultant (m/v) (32-40 uur p/w) Jouw job? Als Advanced Planning Consultant ben je dagelijks bezig met het adviseren, ondersteunen en begeleiden van (complexe) personele planningsvraagstukken om zo tot duurzame oplossingen te komen. Binnen deze functie ben je een allround consultant die bij verschillende klanten op vele uiteenlopende adviesprojecten inzetbaar is. Door je goede communicatieve vaardigheden ben je in staat om de complexe vraagstukken voor jezelf en voor de klant te vereenvoudigen. Hierbij weet je een goed overzicht te houden tussen het totaalplaatje en de details. Door je creatieve manier van denken, slaag je er elke keer weer in om de juiste oplossing aan de klant te bieden.
Je zult ook een belangrijke rol spelen bij het verder uitbouwen van onze Advanced Planning & Scheduling (APS) group. Bij de APS group werken we samen met leveranciers van APS systemen. Voor de ontwikkeling van APS systemen stel je specificaties en wijzigingsverzoeken op. Je bent het functionele aanspreekpunt voor onze klant én onze software developers. Jouw APS werkzaamheden zullen bestaan uit: •
ontwerpen van beslissingsondersteunende applicaties voor Advanced Planning en Scheduling (APS) in bij verschillende klanten zoals in de zorg en het openbaar vervoer;
•
ontwikkelen en implementeren van intelligente planningsalgoritmes;
•
modelleren en programmeren van planningsapplicaties;
•
ontwerpen van interfaces tussen APS systemen en bestaande (ERP)applicaties.
Wie zoekt Déhora? Als Advanced Planning Consultant heb je een WO opleiding in de richting econometrie, toegepaste wiskunde of een andere relevante studie afgerond (relevante werkervaring is zeker een pré!). Je hebt kennis van optimaliseringstechnieken en algoritmes, simulatietechnieken, objectoriëntatie, UML, SQL databases, datamodellering, softwaretechnologie en programmeertalen. Daarnaast beschik je over uitstekende communicatieve vaardigheden, ben je klantgericht, zelfstandig, commercieel ingesteld en heb je een positief- kritische houding. Je vindt het erg belangrijk om jezelf te blijven ontwikkelen binnen een professionele organisatie en je vindt het een uitdaging om binnen het vakgebied continu je grenzen te verleggen. Wat biedt Déhora? Naast de uitdagende opdrachten bij aansprekende klanten kun je rekenen op een goed salaris en een aantrekkelijk pakket secundaire arbeidsvoorwaarden. Uitstekende persoonlijke ontwikkelmogelijkheden ontbreken hierbij niet! Interesse? Wij ontvangen graag je reactie voorzien van een CV per e-mail ter attentie van mevrouw el Morabeti via
[email protected]. Voor meer informatie over de vacature kun je contact opnemen met Carlo Verleun via telefoonnummer 020-4044042
37
Simon Lok
Hajo Forsman is working at PwC Advisory since May 2010 as analyst in the Quantitative Analysis group. He is primarily focused on data management. Hajo studied Econometrics and Quantitative Finance at the Vrije Universiteit Amsterdam.
Simon Lok is an advisor at PwC Advisory since 2009. He is part of the Quantitative Analysis group and focuses on extensive decision support, business modelling and statistics. Thereby supporting the group strategy of “Mathematics in the boardroom”. Simon studied Economics & Law at the Universiteit Utrecht and Econometrics at the Universiteit van Amsterdam. His majors were finance and microeconometrics.
Large scale computing valuation of mortgages Econometricians are smart, intelligent people with a considerable knowledge of various models and a love for tackling complicated problems. In a broad range of university courses they are taught complex theories, methods and models. But after university where do they end up and what do they do with the load of knowledge from university? What kind of complicated problems do they face and tackle? One of these problems is large scale computing, i.e. computations that involve complicated calculations on large amounts of data. In this article we will look at the aspects and challenges that arise when valuing the mortgage portfolio of a bank. Firstly we will sketch the situation, secondly we will explain the present value method, thirdly the different kind of mortgages will be discussed and lastly the complications that arise when working with such large amounts of data will be shown.
Situation Financial institutions issue residential mortgages to consumers. Following national and international regulations, those institutions are required to record these mortgages in their financial statements. For hedge accounting purposes, effectiveness between hedged items (mortgages) and hedge instruments (swaps) has to be shown. Although the hedge accounting methodology will be out of scope for this article, we will discuss the implication of it: the economic fair value of the mortgage portfolio has to be assessed, by only taking interest 38
Present value
Mortgages
The present value calculation is a discount method to express the value of one Euro in the future into the value of that same Euro today, taking future interest rates into account. In practice, the analysis of a present value is sensitive to the reliability of cash inflows. For mortgages, this translates into whether the customers are able to meet their monthly payment obligations. We assume that the customers of Bank X are able to meet these obligations for the entire duration of the mortgage, hence this credit risk is not included in the model. As stated above, this method does not take other market risks than interest rate risk into account (e.g. exchange rates, house prices). The formula to calculate the present value is as follows:
The example above is of course a simplification of how these computations work in practice, but it gives us a good idea of the theory behind the present value. Our Bank X has mortgages that run for 30 years and payments to the mortgages are made every month. Furthermore, the mortgages may have different interest rate caused by different starting dates and different conditions after negotiations.
Here Ct is the cash-flow at time t, rt is the interest rate in percentages at time t and T is the contractual end date of the mortgage. The following example will illustrate the use of the formula. At every time period a payment is made of EUR 100. The interest rate against which is being discounted is fixed at 5% for all time periods. Figure 1 shows how this example works. Although the nominal value is EUR 500, we can see that the present value of this example is EUR 454.60.
rate risk into account. The economic fair value is the price that another party is willing to pay to buy the product. We will take a look at the challenges that arise when a mortgage portfolio needs to be valued. This is performed by calculating the present value of the mortgage portfolio. The financial institution we will use as an example is a relatively small player on the Dutch mortgage market, let us call it Bank X. Bank X has about 100,000 mortgages outstanding, which run for a period of 30 years on average.
Bank X only issues three different kinds of mortgages: a bullet mortgage, a linear mortgage and an annuity or level payment mortgage. These mortgages each have different repayment schemes. For ease of comparison, all the mortgages have a principal amount of EUR 100,000, run for 30 years and have a fixed interest rate of 5% for the entire duration. The first mortgage, the bullet or repayment-free mortgage is, unlike the name implies, not completely free of repayment. During the life span of the mortgage only interest is paid, but no redemptions take place. Logically, the principal amount outstanding does not decrease during the life span, but is supposed to be paid at once by the end of the mortgage. This can be seen in Figure 2. The only moment in time that the principal outstanding changes, is at the very end of the mortgage. Principal outstanding (EUR)
Hajo Forsman
auteur
auteur
SECTOR uit de markt van PWC
€ 120.000,00 € 100.000,00 € 80.000,00 € 60.000,00 € 40.000,00 € 20.000,00 €1
31 61
91 121 151 181 211 241 271 301 331 Time (Monts)
Figure 1: A simple example of how the present value method works with a 5% fixed interest rate.
Figure 2: Debt decrease of a bullet mortgage.
39
Principal outstanding (EUR)
Just like the linear mortgage, the payment for a level payment mortgage consists of both an interest and principal component. Unlike the linear mortgage the total payment is fixed, instead of the principal component only. Now given that the interest rate is fixed for the entirety of the mortgage life span, the payment is fixed for the entire time, hence ‘level payment’. With this repayment scheme, the interest payment decreases over time while the payment towards the principal increases. Figure 4 shows how the principal amount decreases over time.
€ 120.000,00 € 100.000,00 € 80.000,00 € 60.000,00 € 40.000,00 € 20.000,00 €1
31 61
91 121 151 181 211 241 271 301 331 Time (Monts)
Figure 3: Debt decrease of a linear mortgage
40
3
€ 100.000,00 € 80.000,00 € 60.000,00 € 40.000,00
2,5 2 1,5 1 0,5
€ 20.000,00
Time (Monts)
Maturity
Figure 4: Debt decrease of a level payment mortgage.
Figure 5: Example of a yield curve
Complicated
Lastly, the interest rate against which the payments need to be discounted needs to be deducted from the yield curve. The yield curve consists of several forward interest rates for increasingly larger periods in time. It starts with a rate per week for the first weeks, then a rate per month for the next several months and ends with a rate for 30 years. This is shown in figure 5. Interest rates for a particular day in the future cannot directly be found from the graph. One can use linear interpolation to find daily interest rates for the coming 30 years (assuming all interest rates in between two data points lay on a straight line connecting those two points).
So far we have looked at how a present value calculation works and the different kind of mortgages that Bank X has in its portfolio. These are just the basics that are needed to start with correctly valuing the entire portfolio that consists of all mortgage types. Now we will take a look at what complicates these kind of theoretically straight forward calculations. First remember that Bank X has a portfolio of mortgages each running on average for 30 years with monthly payments. That gives a total of 360 moments in time at which a payment is made to the bank. The portfolio consists of 100,000 mortgages. So that totals to 100,000 mortgages with each 360 payments resulting in a 100,000 x 360 matrix completely filled with payments that are not yet split into their respective interest and repayment components. This is under the assumption that all payments are made at the same day every month. If this was not the case, the matrix would have the size of 100,000 x (30 x 365) which equals 100,000 x 10950, hence a huge matrix. Also remember that the portfolio consists of 3 different kinds of mortgages and fixed interest rates may differ among each mortgage. With consumers able to negotiate the interest rate and fix it for a certain amount of time the mortgages can differ on an individual basis.
Both calculating the amounts of the various payments as well as discounting these payments by using the interpolated yield curve requires a lot of computational power. Excel and Access cannot handle these amounts of data and become unstable. Therefore other software packages like SQL Server or AIMMS must be applied. But even when using these more advanced software packages, computational problems arise. When first projecting all expected payments from all mortgages and discounting them afterwards, the required 100,000 x 36o matrix consisting of payments to be discounted, consumes much computer memory. Directly applying a discount factor to all of these values results in unstable behavior and “out-of-memory” error messages.
30Y
91 121 151 181 211 241 271 301 331
25Y
31 61
20Y
1
15Y
0
€-
0/n 1w 2w 3w 1m 2m 3m 6m 9m 12m 2Y 3Y 4Y 5Y 6Y 7Y 8Y 9Y 10Y 11Y 12Y 13Y
The component of redemptions to the principal is fixed and equals the principal outstanding divided by the number of periods till the end date of the mortgage. This results in a decreasing interest payment and therefore a decreasing total payment. The change of the principal amount over time is shown in Figure 3 and is represented by a straight, downward sloping line, hence its name: ‘linear’ mortgage.
3,5
€ 120.000,00
Interest rate (%)
The payment on a linear mortgage consists of two separate components: one part is interest payment on the amount outstanding and the other part is payment towards the principal, the amount outstanding.
Principal outstanding (EUR)
SECTOR uit de markt van pwc
This brings us to the actual challenge when valuing the mortgage portfolio of Bank X. Standard solutions to these kinds of problems do not exist. However, a solution for this problem is present. One can slice the portfolio into smaller sub-portfolios with a size easier to handle and then perform the payment projection calculations and present value calculation on these sub-portfolios. After each calculation run, only the resulting present values have to be stored. The intermediate results of the payment projections for each sub-portfolio are no longer needed then and can be deleted, saving valuable memory. At the end, one can sum all present values of the sub-portfolios to find the economic fair value of the portfolio. Procedures like this can be performed in software packages like SQL Server or AIMMS.
Conclusion In this article we have explained the difficulties that arise when working with large amounts of data. For this purpose we have used the example of valuating the mortgage portfolio of bank X, a portfolio that consists of 100,000 mortgages with different payment schedules and different interest rates. This valuation is necessary for hedge accounting purposes. We explained how to express the value of one Euro in the future into the value of that same Euro today using the present value method which lies at the basis of the portfolio valuation. After that we illustrated the three basic kinds of mortgages, the bullet mortgage, the linear mortgage and the annuity mortgage. Lastly we have shown that various problems and challenges arise when working with such large amounts of data which require smart programming and advanced software packages to cope with these challenges. Econometricians with their unique knowledge of models and programming are necessary to tackle these challenges.
41
SECTOR actualiteiten
Frank van Dalen Raadslid VVD Amsterdam Bouwen&Wonen, Economie
geinterviewde
geinterviewde
Wel zou inkomensafhankelijke huur een goede oplossing zijn. Dan betalen mensen gewoon naar wat ze verdienen en is het probleem van ‘niet doorstromen’ ook weg.
Tamira Combrink Raadslid GroenLinks Momenteel werkzaam bij het Wijksteunpunt Wonen waar zij bewoners activeert en adviseert op het gebied van huurrecht en stadsvernieuwing.
Amsterdam lokale thema’s Voor onze rubriek ‘actualiteiten’ zoeken we naar actuele onderwerpen uit de markt of actuele thema’s die studenten aangaan. In deze editie geven politici hun mening over lokale thema’s. Frank van Dalen van de VVD Amsterdam zal de visie van zijn partij geven, Tamira Combrink doet dit voor GroenLinks Amsterdam. De problematiek op de woningmarkt in Amsterdam wordt uitgebreid besproken. Beide partijen geven hun mening over het probleem en brengen eigen oplossingen aan. Dit gebeurt ook voor het nieuwe coffeeshop beleid van het kabinet Rutte en de impact van dit beleid op de stad Amsterdam.
Wat is de visie van uw partij op de woningmarkt in Amsterdam? Frank: Er wordt te veel scheef gewoond. Doordat mensen met hogere inkomens in sociale huurwoningen blijven wonen, is er te weinig ruimte voor mensen met een lager inkomen. Deze gesubsidieerde woningen zijn echter juist voor de laatste groep bedoeld! We moeten het scheefwonen in sociale huurwoningen dus aanpakken! 42
Tamira: De woningmarkt in Amsterdam staat zwaar onder druk doordat de vraag veel groter is dan het aanbod. Woningen zijn duur en schaars, met alle uitwassen van dien. Het Rijk subsidieert de vraag vervolgens nog eens extra met bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek. Het scheefwonen is niet het grootste probleem en sociale huurwoningen zijn in Amsterdam ook voor lage middeninkomens noodzakelijk. We willen mensen dan ook niet verplichten om door te stromen uit sociale huurwoningen.
“ Dat kraken een misdrijf is lijkt me niet meer dan logisch ” Frank van Dalen
Hoe gaat uw partij meer woningruimte in Amsterdam creëren?
lege kantoorpanden getransformeerd worden. Er zouden bij-voorbeeld studentenwoningen of studentenhotels als Hotel Casa 400 in Amsterdam van gemaakt kunnen worden waar studenten 12 maanden per jaar kunnen verblijven. Want starters en studenten zijn groepen waar veel te weinig woningen beschikbaar voor zijn.
Wordt door het kraakverbod niet juist meer leegstand gecreëerd? En wat zijn de gevolgen van deze nieuwe wet? Frank: Nee, het mede door de VVD landelijk ingevoerde kraakverbod is namelijk onderdeel van de Kraak- en leegstandswet. Deze wet heeft twee kanten: ten eerste is kraken een misdrijf en ten tweede accepteren we leegstand niet. Dat kraken een misdrijf is lijkt mij niet meer dan logisch. Je hoort gewoon van andermans spullen af te blijven. Krakers richten vaak grote schade. Om leegstand te voorkomen is er het tweede deel van de wet.
Tamira: GroenLinks wil 70.000 nieuwe woningen in Amsterdam voor 2040. Hier zien wij met name mogelijkheden aan de zuidkant van Amsterdam en in de haven. De haven kan efficiënter van het grondoppervlak gebruik maken. Transformatie van lege kantoren tot woonruimte in de vorm van bijvoorbeeld studentenhotels wordt raadsbreed gedragen. Zelf vind ik de studentenhotels niet ideaal. Het is vrij heftig als je als student pas in oktober in je kamer mag. Dat is niet heel fijn als je meteen in september aan de slag moet. De VVD laat studenten te veel in onzekerheid leven. Frank: De sociale woningbouw wordt ondermeer gefinancierd door bouw en verkoop van kantoren. Nu ligt de kantorenmarkt stil, met als gevolg een tekort van 700 miljoen euro als we op dezelfde voet door zouden gaan met het bouwen van sociale huurwoningen. We kunnen dus minder sociale huurwoningen bouwen. Op zich niet erg, want daar hebben we er in Amsterdam toch al genoeg van. Gelijktijdig hebben we wel één miljoen vierkante meter leegstaande kantoorruimte in Amsterdam. Daarom zou het goed zijn als de
Als eigenaren niets met hun leegstaande panden doen, kan de gemeente met hen in gesprek gaan om te zoeken naar een bestemming. Werken de eigenaren niet mee, dan kan de gemeente sancties opleggen. Een mogelijk gebruik van zo’n pand kan vergelijkbaar zijn met bewoning door de huidige antikraakwachten. Deze landelijk ingevoerde wet geeft ons op deze manier mogelijkheden om zowel de kraakproblematiek als de leegstand aan te pakken. 43
SECTOR actualiteiten
Tamira: Wij zijn het hier niet met de VVD eens. Er waren eerst geen dwangmiddelen om leegstand van kantoren aan te pakken. Nu kunnen boetes worden uitgedeeld van ongeveer €7.000, maar dat is veelal een schijntje voor de internationale investeringsmaatschappijen die de kantoren bezitten. Het kraken is een goed middel om leegstand duidelijk te maken. Krakers maken gebruik van leegstand, dit is dus niet erg. Sterker nog, krakers zijn goed voor de stad. Kraken draagt bijvoorbeeld bij aan het behoud van sociale huisvesting, het stimuleren van nieuwe culturele initiatieven en het beschermen van monumentale panden. Bovendien zorgen krakers ervoor dat er geen spookstad ontstaat met leegstaande panden en kantoren. Het is belachelijk dat je volgens de antikraakwet meteen crimineel bent als je ergens naar binnen gaat dat toevallig een kraakpand is. Wij vinden dat je gewoon moet kunnen gaan en staan waar je wilt. Mensen hun huisvrede moet worden beschermd, een eigenaar moet niet het recht hebben iets maar eindeloos leeg te laten staan, zeker niet in een stad waar mensen jaren op de wachtlijst staan voor een woning.
Wat vindt u van het zwartboek kraken? En vindt u dat krakers voordringen op de woningmarkt? Frank: Het zwartboek beschrijft goed de problemen waar huiseigenaren mee te maken krijgen. Een gekraakte woning geeft ontzettend veel overlast en brengt kosten met zich mee die je als eigenaar moet betalen. En dat kun je bijna niet op die krakers verhalen. Kraken is gewoon diefstal van het eigendom van een ander. Daarnaast is kraken ook voordringen op de woningmarkt. Alsof het recht van de brutaalste geldt!
44
Tamira: Toen ik het zwartboek kraken las, vond ik van de ongeveer 50 verhalen maar twee of drie echt sneu. Het lijkt dus alsof er enorm veel schrijnende gevallen zijn, maar eigenlijk is de situatie wat mij betreft niet heel ernstig. De meeste krakers vertrekken ook als dit van hun gevraagd wordt. Een enkeling verzet zich en die komen in de media. Frank van Dalen vindt dat krakers voordringen op de woningmarkt en dat daar dus het recht van
de brutaalste geldt. Ik vind dat kul! Je dringt niet voor, want er is in zo’n situatie al heel lang geen bewoner! Verder is kraken tijdelijk. Voordringen is op geen manier aan de orde. Juist de scheefkopers dringen voor op de woningmarkt!
Wat vindt u specifiek van het nieuwe coffeeshop beleid? Frank: We betreuren het nieuwe landelijke beleid. Er worden nu pasjes verplicht gesteld en er moet een afstand tussen scholen en de coffeeshops zijn van minstens 350 meter. Bij het vorige kabinet was dit nog 250 meter. Toen konden we nog oplos-singen vinden voor de coffeeshops op het Leidseplein. Nu lukt dat waarschijnlijk niet meer. Wat moet er dan in de plaats komen voor de coffeeshops? Nog meer restaurants en kroegen? Terwijl die coffeeshops het wel uit hun hoofd laten middelbare scholieren binnen te laten. Die halen hun wiet ergens anders. Het pasjessysteem is niet goed voor het toerisme in Amsterdam. Er zijn veel toeristen die naar Amsterdam voor onder andere de coffeeshops en die bezorgen weinig tot geen overlast. Daarnaast maken ze ook gebruik van hotels, cafés, restaurants, enzovoort. Dit geeft een enorme boost aan onze lokale economie. Het zou Amsterdam echt schade toebrengen als dit pasjessysteem hier werkelijk wordt doorgevoerd. Het probleem zit ook niet in Amsterdam. Het probleem ligt in de grensstreek waar men van over de grens naar de coffeeshops rijdt om daar groot in te kopen en meteen weer terug te gaan. Het probleem met het landelijke beleid is dat het misschien voor
bepaalde regio’s helpt, maar de grote steden in Nederland zullen hierdoor flinke schade ondervinden. Het zou beter zijn om het beleid daarop af te stemmen. Tamira: Fijn dat de VVD Amsterdam het hierover met ons eens is, in tegenstelling tot hun partijgenoten in Den Haag die dit rampbeleid van de nieuwe regering volop steunen. Iedereen heeft toch het recht om te beslissen over eigen lichaam en geest, zolang anderen daar maar geen hinder van ondervinden. Ik zie niks in het nieuwe pasjesbeleid, de kans is groot dat de illegale handel zal floreren. Gevolg: enorme werkdruk op het politie- en justitie apparaat. Het beste zou zijn om softdrugs te legaliseren. Het probleem van de aanvoer via de ‘achterdeur’ wil GroenLinks oplossen middels een systeem met aangesloten telers en coffeeshops die ecologisch gekweekte wiet telen en verkopen. Dan haal je meteen de toevoer en productie uit het criminele circuit en is er minder basis voor de grote georganiseerde misdaadsector in Amsterdam. Bovendien kunnen er kwaliteitseisen worden gesteld en accijnzen en belastingen worden geheven. Georganiseerde misdaad en de zwarte markt is een serieus probleem, waar deze regering helemaal geen visie op heeft. Wel moet duidelijk worden gemaakt, en zeker aan jongeren, dat blowen ongezond is. Strikte toezicht op een verbod op verkoop aan mensen onder de 18 jaar en betere voorlichting op feesten en scholen over de gevaren van softdrugs zijn wat ons betreft dan ook noodzakelijk.
“ Het beste zou zijn om softdrugs te legaliseren ” Tamira Combrink
Puzzel tijd Job Cohen denkt nog vaak terug aan de mooie tijd dat hij burgemeester van de hoofdstad was. Omdat hij graag de boel bij elkaar wil houden gelooft hij dat het zinvol is uit te zoeken wie de langste Amsterdammer is via een feestelijk evenement waarin alle Amsterdammers zullen participeren. Daarom wil hij zijn opvolger Eberhard van der Laan voor het hieronder beschreven evenement zien te winnen. Uitgangspunt is dat geen enkel tweetal Amsterdammers precies even lang is. Verder nemen we aan dat er 1.000.000 Amsterdammers zijn. Om de Amsterdammers zo gek te krijgen dat zij met het evenement mee willen doen wordt alle Amsterdammers een kans op een prijs van 1.000 euro in het vooruitzicht gesteld als zij op een willekeurige dag en op een willekeurig door hen te kiezen plaats, zich in één lange rij opstellen. De opzet is nu dat Cohen als volgt de rij afloopt. Hij begint bij de eerste persoon en nodigt deze persoon uit met hem mee de rij langs te lopen totdat zij beiden een Amsterdammer tegenkomen die langer is dan de eerste persoon. Op dat moment krijgt de eerste persoon 1.000 euro en vervolgens wandelt Cohen met de tweede [langere] persoon verder langs de rij totdat zij een nog langere persoon tegenkomen. De tweede persoon krijgt op dat moment weer 1.000 euro en de oud burgemeester wandelt verder met de derde persoon. Dit procedé wordt herhaald totdat de gehele rij is afgewerkt en hij samen met de gegarandeerd langste Amsterdammer eindigt, die op dat moment ook 1.000 euro ontvangt. De vraag is wat het verwachte bedrag is dat de nieuwe burgemeester van der Laan voor dit multiculturele project moet uittrekken, maar omdat we weten dat verwachtingen nog al eens behoorlijk kunnen afwijken van de realisaties wil het gemeentebestuur ook de variantie van het uit te keren bedrag weten alvorens zijn fiat te geven aan deze `linkse hobby’. R.N. Nobel
SECTOR tips en trics
Het pak je uniform in het zakenleven
Auteur Yaïr da Costa 46
Foto: Hanneke Landman
Een goede eerste indruk is het halve werk. Zo ook bij een sollicitatiegesprek of op je alledaagse werk. De Britten nemen het nog iets serieuzer: ‘business is war, never underestimate the importance of your uniform’. Zoals je kunt lezen is het hebben van een goed(zittend) pak van essentieel belang om een goede indruk achter te laten, maar ook om prettig in je vel naar je werk te gaan. Nederlanders staan helaas niet bekend als mensen met stijl. Jort Kelder en Yvo van Regteren Altena beschrijven in hun boek Man & Pak de kleding van de gemiddelde Nederlander als ‘een outfit die al te vaak geïnspireerd lijkt door de sobere contouren van een zak aardappelen’. Wat betreft een goede reputatie op het gebied van (maat)kleding heeft Nederland dus nog een hele weg te gaan. Toch zijn ‘we’ het afgelopen decennia met sprongen vooruit gegaan als het gaat om onze aankleding. Steeds vaker kom je mensen tegen die de schoonheid en het draagcomfort van het maatpak ontdekken. Met name de jongeren weten steeds vaker de weg naar de kleermaker of goede pakkenwinkels zoals de Oger en SuitSupply te vinden. Voordat je zelf een pak uit kunt kiezen is het goed om te weten hoe het wereldje van de pakken er uitziet. Vele mensen weten niet dat er verschillende soorten pakken zijn en dat het uitkiezen van het verkeerde pak enorm vervelende gevolgen kan hebben. Hier geldt vaak de regel: goedkoop is duurkoop.
Soorten pakken
Stijlen
In de pakkenwereld zijn er heel beknopt genomen drie soorten pakken: Ready To Wear (RTW), Made To Measure (MTM) en bespoke. Ik zal in een notendop de verschillen tussen de pakken uitleggen. RTW staat ook bekend onder de naam ‘confectiekleding’. RTW-pakken zijn gemaakt van een patroon dat uitgaat van de gemiddelde maten van de mens. Aangezien slechts een zeer klein percentage van de mensen daadwerkelijk die gehanteerde maten bezit is het eerder regel dan uitzondering dat een RTW-pak niet zo goed zit als zou kunnen. MTM is semi-confectie maatwerk. MTM-pakken zijn gemaakt op basis van een confectiepatroon die is aangepast na een kortstondige meetsessie met de klant. Omdat de maten voor MTM-pakken worden opgenomen valt MTM onder maatwerk. Bespoke is echter de crème de la crème van de pakkenwereld die door de beste kleermakers van de wereld wordt geleverd. Een bespoke pak is gemaakt van een patroon dat apart gemaakt is op basis van de afmetingen van de klant. Omdat geen mens dezelfde maten heeft is dit patroon dus uniek.
Er zijn naast de soorten ook drie stijlen pakken die ik wederom zeer beknopt zal beschrijven: Amerikaans, Brits en Italiaans. De drie stijlen verschillen vooral in hun schouder. Zo is een pak in de Amerikaanse stijl er eentje zonder schoudervulling en met één split. Het pak is vergeleken met de Europese versies ruim, wat wellicht te maken heeft met het gemiddelde formaat van de Amerikaan. Een Engels pak herken je aan de hoge armsgaten, zachtere schouders, wat zwaardere stoffen en een wat ruimere fit. Bij de Engelsman gaat het voornamelijk om de kwaliteit en het comfort, waarbij het bij de Italiaan meer om het uiterlijk van het pak gaat. Zoals het Engeland betaamt is het pak ook hier wat traditioneler en wat conservatiever. Niet te opvallend, dus.
Als twee subcategorieën heb je dan nog het geplakte en het ongeplakte pak. Een pak heeft een binnenwerk dat het pak vorm en stevigheid geeft. Geplakte pakken hebben een binnenwerk dat met lijm op de stof geplakt is. Het voordeel van dit proces is dat het snel en goedkoop is. Zoals ik net al zei is goedkoop duurkoop, want deze pakken zijn verre van comfortabel en stijlvol. De lijm zorgt voor een stijf pak dat zijn vorm niet goed krijgt en de isolerende werking zorgt ervoor dat zomerse temperaturen voor een muffe okselgeur in het pak kunnen zorgen die je er niet bepaald aantrekke-lijker op zal maken. De goede pakken hebben een los binnenwerk dat met kleine steekjes aan de stof bevestigd is. Dit heeft als voordeel dat het pak goed op het lichaam valt en door het gebruik van alleen natuurlijke middelen ook nog eens ademt. Door het vele handwerk dat meestal in deze pak-ken wordt gestoken zijn deze pakken vaak ook duurder.
Italianen zijn – zoals net al was gezegd – mannen die graag opvallen. De pakken zijn wat meer getailleerd dan de Britse en Amerikaanse pakken en er worden ook meer opvallende kleuren gebruikt dan de standaard donkere kleuren van het conservatieve, Britse pak. De schouderlijn is wat hoger en hoekiger dan zijn Britse concurrent en door het warme klimaat in Italië is het pak vaak van dunnere stoffen gemaakt.
Winkels In Amsterdam zijn er genoeg winkels te vinden waar je redelijk tot goede pakken kunt vinden. SuitSupply is zeer aan te raden voor degene die voor RTW gaat tegen een schappelijke prijs. In de omgeving van het Museumplein (PC Hooftstraat, Van Baerlestraat enz.) zijn heel veel kleermakers en pakkenwinkels te vinden die een goede kwaliteit leveren. Voor de student met te veel geld is Oger in de PC Hooftstraat een echte aanrader. Even om de hoek kan je bij New Tailor ook zeer mooie MTM en bespoke krijgen. Zowel mannen áls vrouwen kunnen terecht bij de Oost (Overtoom) of op het Surinameplein bij She Tailor ‘de vrouwelijke kleermaker die zowel de man als de vrouw bedient’. 47
SECTOR tips en trics
Mannen kunnen hier ambachtelijke pakken laten aanmeten en vrouwen kunnen hun eigen mantelpakje of galajurk samenstellen voor een schappelijke prijs.
Hints en tips Wie wat meer wil weten over maatpakken, stijl en herenmode kan de volgende boeken raadplegen: n Man en pak (Jort Kelder en Yvo van Regteren Altena) n De Gentleman: handboek van de klassieke herenmode (Bernhard Roetzel) n The Savile Row Story: An Illustrated History (Richard Walker) Voor degenen die graag in contact willen komen met andere fijnproevers van de herenkleding is het stijlforum (www.stijlforum.nl) een echte aanrader.
SECTOR boekrecensies
Uiteindelijk gaat het erom dat je een pak hebt waar je jezelf het prettigst in voelt. Een pak dat ademt en op maat is gemaakt zorgt voor een professionele uitstraling die je ongetwijfeld een voorsprong zal geven op je concurrenten die het maatpak nog niet hebben leren kennen. Succes creëer jezelf, maar het maatpak maakt het behalen daarvan wel makkelijker.
Do’s en don’ts van het maatpak Als pakkendrager heb je heel veel vrijheid in het samenstellen van je eigen pak. Het aantal knopen, single- of double breasted (enkele of dubbele rij knopen), de vorm van de revers: het kan allemaal naar eigen smaak gekozen worden. Toch zijn er enkele onderdelen die de stijlvolle pakkendragers onderscheiden van de stijllozen.
Do: n n n n n n n
Das (die vaak laagscherend STROPdas wordt genoemd) Leren schoenen met leren zolen (bijvoorbeeld: Santoni, Crockett & Jones, Van Bommel Noble Blue). Dubbele manchetten met manchetknopen of bachelorknots Lange, donkere kniekousen Ceintuur (riem) in dezelfde kleur als de schoenen Bretels met leren beugels die vast worden gemaakt aan knoopjes aan de binnenkant van de broek. Optioneel: een stijlvolle hoed of pet van bijvoorbeeld Borsalino, Stetson of Mayser.
Don’t: n n n
n n n
Schreeuwerige das met allemaal cartoonfiguren of dergelijke afbeeldingen. Sneakers onder een pak (THE HORROR!) Manchetknopen door een ‘combimanchet’ die zowel met een gewone knoop op de hemd als met een manchetknoop vastgemaakt kan worden. Een borstzakje op het binnenhemd. Lage sokken waardoor de beenhuid met het bijbehorende beenhaar zichtbaar wordt. Bretels met clipjes vastgemaakt aan de broek.
Met dank aan ‘Charlie’ van het stijlforum die vanuit het het Britse eiland mij bij het schrijven van dit stuk van de nodige informatie over de Britse stijl heeft voorzien. 48
SECTOR boekrecensies De Grote Recessie Casper van Ewijk en Coen Teulings
Fooled by Randomness Nassim Nicholas Taleb
Econometrie Operat. Research Economie
Econometrie Operat. Research Economie
De Grote Recessie is op het hoogtepunt van de crisis uitgebracht. Dit boek is geschreven door Casper van Ewijk en Coen Teulings, beide hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam en verbonden aan het CPB. Zij hebben de hulp ingeschakeld van Mathijs Bouman om het boek toegankelijk te maken voor het grote publiek. Van Ewijk en Teulings leggen uit hoe deze crisis is ontstaan, wat we ervan kunnen leren en de positieve punten van een crisis. De economische theorieën liggen zwaar onder vuur. Criticasters noemen de huidige crisis het bewijs dat de modellen over risicometingen niet kloppen. Dit boek laat zien dat er wel degelijk wat voor de oude economische modellen valt te zeggen en stelt vast dat de crisis is ontstaan door een combinatie van onwetendheid en niet-willenweten en de rol van bonussen in dit laatste. Dit boek is op een simpele en heldere manier geschreven ondanks dat de materie redelijk ingewikkeld is. Dit geeft aan hoe kundig Van Ewijk en Teulings zijn. De lezer met een beetje macroeconomische kennis zal regelmatig tussen de lijnen door de achterliggende theorie ontdekken, maar voor degenen zonder macro-economische kennis is het verhaal nog steeds goed te volgen. Door de macro-economie docenten van de VU werd dit boek sterk aangeraden en het is duidelijk waarom. Na het lezen van dit boek begrijp je deze recessie veel beter. De manier van schrijven maakt het een vrij luchtig boek wat een welkome afleiding is van alle ingewikkelde Engelstalige studieboeken.
Nassim Nicholas Taleb is de schrijver van Fooled By Randomness en het vervolg The Black Swan. Zijn boeken worden door velen aangeraden als een must read. Niet alleen door veel docenten van de VU, maar ook op de Landelijke Econometristen Dag werd dit boek aangeraden door Jaap van Duijn. Deze boeken gaan over hoe statistiek wordt misbruikt of verkeerd geïnterpreteerd in het dagelijks leven en voornamelijk in de financiële sector. “We are capable of sending a spacecraft to Mars, but we are incapable of having criminal trials managed by the basic laws of probability” In een vurig betoog redeneert Taleb hoe de advocaat van O.J. Simpson kansrekening misbruikt om zijn cliënt vrij te pleiten. Ik moest gelijk denken aan een betoog van dr. Nobel in het eerste jaar van mijn studie waarin hij vertelde over de blunders die gemaakt werden tijdens het proces tegen Lucia de B. bij het toepassen van voorwaardelijke en onvoorwaardelijke kansen. Aan de hand van dit soort verhalen wil Taleb het misbruik van de statistiek aan de kaak stellen. Soms gebruikt hij, al dan niet verzonnen, anekdotes om zijn punt extra kracht bij te zetten. Fooled by Randomness is goed geschreven en bestaat uit veel kleine verhalen. Voor studenten die verder willen in de (financiële) econometrie is dit boek een aanrader, maar eigenlijk geldt dit voor iedere student Econometrie en Operationele Research.
auteur Jan Nooren 49
SECTOR column
Column lost in debating Debatteren in den vreemde: “lost in debating” In het afgelopen jaar 2010 heb ik een sabbatical jaar gehad waarin ik mij vooral op onderzoekswerk heb mogen richten. Het heeft veel reizen tot gevolg gehad, voor het presenteren van seminars, maken van contacten, afronden en opstarten van projecten. Het reizen is een vervelende bijkomstigheid, de reisbestemming is vaak prettig. Zo heb ik deze lente drie maanden in de heuvels ten noorden van Florence mijn dagelijkse werkzaamheden kunnen uitvoeren aan het European University Institute. De lente is de allerbeste tijd om in Florence te zijn, de natuur is er wonderschoon, vele mooie wandelingen gemaakt. Ik had er bewust voor gekozen om in het centrum van Florence te wonen; dat was een goede beslissing ondanks de vele toeristen die er rondlopen (misschien is dit iets voor een numerus fixus). Het appartement dat ik bewoonde is gelegen naast het gerechtsgebouw, op een steenworp afstand van het Piazza della Signoria waar het stadshuis (Palazzo Vecchio) en het indrukwekkende museum Uffizi hun plaats hebben en waar de replica van Michelangelo’s David dag en nacht over het plein waakt. Florence herbergt zoveel in zich, te veel om op te noemen. Uiteindelijk was het tranen met tuiten huilen dat de drie maanden voorbij waren. Na dit nuttige verblijf in de lente, heb ik nog andere steden in Italië bezocht in 2010. Mijn laatste bezoek was eind oktober in Genova waar een Internationaal Wetenschapsfestival werd gehouden met als doel wetenschap toegankelijk te maken voor een breed publiek. Doordat ik als docent verschillende malen heb deelgenomen aan Summer Schools in Italië, had men mij uitgenodigd om iets te zeggen over de vraag of economie een wetenschap is. Ik zou in dit debat iets zeggen 50
over de slechte reputatie van economen in het voorspellen van de economie; in het bijzonder, het voorspellen van de financiële crisis. Mijn stelling was dat men veel meer ruimte moet geven aan econometristen, zeker niet minder. Bijvoorbeeld, veel economen denken dat met het opstellen van een uitgebreide lijst van vergelijkingen (om zo relaties tussen variabelen te beschrijven), economische ontwikkelingen nauwkeurig kunnen worden voorspeld, in de nabije of verre toekomst. Naast het gevaar dat deze relaties waarschijnlijk incorrect zijn, zijn deze relaties afhankelijk van onbekende parameters waarvoor waarden gevonden moeten worden. Men verkiest dan een vorm van calibratie (trial and error) of eenvoudige kleinste kwadraten methoden om de onbekende parameters te kiezen. De voorspellingen die op basis van dit “broddelwerk” worden gemaakt zijn verre van nauwkeurig en daardoor onbetrouwbaar met als gevolg kritiek van iedereen (ja, zelfs van Naomi Watts die emotioneel tegen haar moeder schreeuwt “You cannot predict the future” in de meest recente Woody Allen film). Er zijn tijdreekseconometristen zoals ik die denken dat met meer eenvoudige modellen, maar wellicht met meer ingewikkelde schattingsmethoden, meer nauwkeurige en meer informatieve voorspellingen gemaakt kunnen worden. Jawel, voorspellen is een wetenschap die niet onderschat moet worden en die niet aan beunhazen (lees economen) moet worden gelaten. Schoenmaker (lees econoom) blijf bij uw leest, voorspellen is een vak. Dit was mijn stelling die ik hier stellig op schrift breng maar die ik in woord en daad zeer mild verkondig en die ik verander als andere denkwijzen mij doen overtuigen. Maar tijdens het Wetenschapsfestival in Genova ging deze mildheid verloren, het ging ietsje anders dan ik in gedachten had, het werd ietsje moeilijker.
Het festival was internationaal van opzet maar het doel was om een breed Italiaans publiek te bereiken (zoals ook aangekondigd in de nationale krant El Repubblica), dus de voertaal was Italiaans. Maar dat had men mij niet zo duidelijk laten weten en ik ben jammer genoeg de Italiaanse taal niet voldoende machtig. De geplande activiteiten voor die dag waren een radio-interview voor Rai Radio 3 en een openbaar debat met twee Italiaanse economen. Gedurende deze dag had men mij gekoppeld aan twee charmante vertaalsters. Het is niet eenvoudig om in korte stukjes gesproken woord je reactie op kritische vragen te geven, de vertaling af te wachten, en verder te gaan in het gesprek. Maar tijdens het radio interview (samen met een Italiaanse Nobel prijswinnaar en een commentator) leek het concept me goed af te gaan. Ik had er vertrouwen in gekregen. Tijdens het debat in een grote collegezaal met honderden aanwezigen (wetenschap leeft in Italië) bleken de vertaalsters echter zeer overtuigd van mijn stelling. Misschien zelfs meer dan ikzelf. Zij verdedigden met veel allure en in grote lengte mijn standpunten ondanks dat mijn inbreng in het Engels steeds gematigd en zeer kort was. Naarmate het debat duurde, keken de collega debaters met een groeiend venijn naar mij, dat ik me toch in deze standpunten huldigde, schande! Terwijl ik steeds minder inbreng gaf naarmate het debat vorderde. Ik kon slechts oprecht mijn onschuld verkondigen met “voglio dire bene”. Na het debat keken mijn vertaalsters (met wangen die iets meer rood leken) zeer vriendelijk naar mij en ze vonden het een goed debat dat zij met veel plezier voor mij hadden vertaald / gedaan. Het diner die avond was heerlijk maar mijn mede debaters hebben me regelmatig met lichte argusogen aangekeken. Kortom het was een mooi sabbatical jaar. Maar nu deze periode ten einde is, heb ik veel zin en veel energie om me te richten op het palet van onderwijs, bestuur en onderzoek; de drie activiteiten die van groot belang zijn voor een werknemer van de universiteit.
Het komende jaar zal ik mij met extra veel energie richten op het econometrie onderwijs. In de afgelopen jaren hebben we binnen de econometrie groep ons onderwijs onder de loep genomen en er is zowaar een nieuw plan opgesteld. Op verschillende onderdelen is dit plan reeds ingevoerd maar de volledige implementatie zal het komende jaar zijn voltooiing hebben. Ik zie er naar uit om verder te werken aan een gebalanceerd econometrie onderwijstraject dat voor studenten een herkenbaar en aantrekkelijk geheel zal zijn. Op het onderzoeksgebied zijn er veel plannen. Ik kan daar veel over schrijven en het is mijn voornemen om dit op deze plaats te doen in mijn toekomstige bijdragen. Ik zie er naar uit jullie verschillende inkijkjes te geven in en buiten de econometrische keuken. Siem Jan Koopman Hoogleraar Econometrie aan de VU
“ Voorspellen is een wetenschap die niet onderschat moet worden, en die niet aan beunhazen (lees economen) moet worden gelaten “
51
SECTOR agenda
Agenda
Opvallen?!
15 februari Landelijke Econometristen Dag 2011 (LED 2011). De LED is een carrièredag speciaal voor econometristen en is interessant voor zovwel studenten die op zoek zijn naar een stage of een baan als voor studenten die een overzicht willen krijgen van de mogelijkheden die er zijn na de studie.
14 maart Pi-dag. Op deze dag valt de op Amerikaanse wijze geschreven datum samen met de eerste drie cijfers van pi.
30 maart Oriëntatiedag, georganiseerd door Kraket. Deze dag staat in het teken van ondersteuning van studenten in het tweede of derde jaar van hun studie die een master gaan kiezen. Tijdens de dag vertellen (oud-)studenten iets over de master die zij volgen of gevolgd hebben.
14 april Inhousedag Getronics Consulting.
Excentriek zijn is niet nodig om op te vallen. Voor uw doelgroep is een specifieke benadering nodig. Daar hoort een passende uitstraling bij. Wij als ontwerpers van gedesign willen u daar graag mee helpen! Want wij weten dat van begrip duidelijkheid komt en waar duidelijkheid is, komen nieuwe ideeën en creativiteit. Daarmee kunnen wij u helpen om uw doelgroep op een passende manier te bereiken. 52
Ga voor meer informatie naar www.gedesign.nl
SECTOR is een uitgave van
Kraket is de studievereniging voor Econometrie en Operationele Research aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. De naam Kraket staat voor ‘Kritische Aktuarissen en Econometristen’.