Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 1
Commune de Koekelberg
Gemeente Koekelberg
SEANCE DU 20 AVRIL 2015 ZITTING VAN 20 APRIL 2015 Présents - Aanwezig : M. Dhr. Pivin, bourgmestre-président, burgemeester-voorzitter ; M. Dhr. Cornelissen, M. Dhr. De Keyn, Mme Mw. Andry, M. Dhr. Delathouwer, Mme Mw. Dewinck-Capelle, Mme Mw. Lefrancq, M. Dhr. Mghari, échevins-schepenen ; M. Dhr. Nasri, Mme Mw. Cohen-Wellekens, M. Dhr. Lagast, M. Dhr. Laaouej, M. Dhr. Limani, Mme Mw. Van Der Straeten, Mme Mw. Lamote, Mme Mw. Tyssaen, M. Dhr. Aouasti, Mme Mw. Badri, M. Dhr. Huyge, Mme Mw. Zamouri, M. Dhr. Deheyn, M. Dhr. Booth, M. Dhr. Simillion, conseillers communaux - gemeenteraadsleden ; M. Dhr. Degrendele, secrétaire communal - gemeentesecretaris. -----Excusé(s) - Verontschuldigd : M. Dhr. Debodt, Mme Mw. Genicot - Van Hoeymissen, M. Dhr. Willems, M. Dhr. Bouda -----Absent(s) - Afwezig : -----La séance publique est ouverte à 20 heures. 23 membres sont présents. Le procès-verbal de la séance du 16 mars 2015 est déposé sur le bureau, après avoir été tenu à la disposition des membres du Conseil, conformément aux prescriptions de l'article 89, deuxième alinéa, de la nouvelle loi communale. Il est procédé au tirage au sort réglementaire qui désigne Madame ZAMOURI pour voter le premier après les échevins au cours de la présente séance. Le Conseil délibère sur les objets suivants. -----De openbare zitting wordt geopend om 20 uur. 23 leden zijn aanwezig. Het proces-verbaal van de zitting van 16 maart 2015 wordt neergelegd op het bureau, nadat het ter beschikking werd gehouden van de raadsleden, overeenkomstig de voorschriften van artikel 89, tweede lid, van de nieuwe gemeentewet. Er wordt overgegaan tot de reglementaire loting die mevrouw ZAMOURI aanduidt om als eerste raadslid te stemmen na de schepenen tijdens deze zitting. De Raad beraadslaagt over volgende punten. COMMUNICATION - MEDEDELING MARCHES PUBLICS EXTRAORDINAIRES INFERIEURES A € 67.000 SANS TVA. Monsieur le Président communique qu'en vertu de l'article 234, al. 3 de la NLC, le Collège des Bourgmestre et Echevins est habilité à choisir le mode de passation et à fixer les conditions des marchés publics extraordinaires par procédure négociée pour un montant égal ou inférieur à € 67.000 sans TVA, sous réserve d'en informer le Conseil communal lors de sa prochaine séance. Un tableau reprenant ces marchés est mis à la disposition de tous les conseillers communaux, dans le registre des présences
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 2
(Voir annexe n°014 du registre annexe) BUITENGEWONE OVERHEIDSOPDRACHTEN MINDER DAN € 67.000 ZONDER BTW De Heer Voorzitter deelt mee dat in toepassing van artikel 234, derde lid, van de NGW, het College van Burgemeester en Schepenen bevoegd is om de wijze van gunning te bepalen en de voorwaarden vast te stellen van de buitengewone overheidsopdrachten door onderhandelingsprocedure voor een bedrag gelijk aan of minder dan € 67.000 zonder BTW, onder voorbehoud de Gemeenteraad er over in kennis te stellen in zijn volgende zitting. Een lijst van deze opdrachten wordt ter beschikking van de gemeenteraadsleden gesteld in het presentieregister. (Zie bijlage nr 014 aan de notulen) SEANCE PUBLIQUE - OPENBARE ZITTING objet - voorwerp 1
Octroi d'un crédit-prêt au CPAS. Le Conseil, en séance publique, Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 117 et 240; Vu la circulaire du Ministère de la Région de Bruxelles-Capitale du 09 août 2013 relative à l'élaboration des budgets communaux pour l'exercice 2014, notamment le point 1 "Généralités"; Vu sa délibération du 23 septembre 2014 (A/0001) intitulée "CPAS. Exercice 2014. Modification budgétaire n°1"; Vu la déclaration de créance du CPAS, datée du 31 décembre 2014, concernant le crédit-prêt accordé le 23 septembre 2014, pour un montant de € 246.028,96, accompagnée de pièces justificatives; Considérant que les modifications budgétaires n°1 de 2014 adoptées par le Conseil du CPAS en sa séance du 25 août 2014 contenaient notamment une augmentation de crédit de 248.300,00 à l'article 8341/89300/55 "Crédits-prêts remboursables par annuités (sans intérêt)"; que Mme MAIRLOT, secrétaire du CPAS, a indiqué lors de la réunion de concertation entre le Collège et le Bureau permanent du 21 août 2014 que des crédits de € 250.000,00 avaient été inscrits par modification budgétaire "en vue de la poursuite des procédures dans le cadre du projet d'extension et de rénovation du Home Jourdan" et que "ce montant permet de couvrir les frais d'honoraires des architectes pour l'exercice 2014"; que le CPAS ne dispose pas de fonds propres pour financer ses investissements; qu'en approuvant lesdites modifications budgétaires le 23 septembre 2014, le Conseil communal a approuvé le principe d'un crédit-prêt au CPAS; que le crédit correspondant n'a toutefois pu être inscrit par modifications budgétaires au service extraordinaire du budget communal de 2014, car le compte communal de 2013 n'a été arrêté par le Conseil communal qu'en sa séance du 24 novembre 2014; Considérant qu'un crédit de € 573.750,00 a été inscrit au budget communal de 2015 aux articles 831/843-51 et 831/995-51; que ces crédits contiennent les crédits nécessaires au crédit-prêt précité; que ce budget a été approuvé par l'Autorité de Tutelle le 1er avril 2015 sous réserve de certaines modifications quant aux résultats, Décide, Article 1.- D'octroyer un crédit-prêt sans intérêts au CPAS d'un montant de € 246.028,96, remboursable en 5 annuités constantes. Article 2.- De demander les remboursements le 1er juin des années 2016 à 2019, par tranches de € 49.205,79 et le 1er juin 2020 pour la tranche finale de € 49.205,80. Article 3.- D'imputer la dépense à l'article 831/843-51 du budget extraordinaire de 2015.
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 3
Article 4.- De financer le crédit-prêt par prélèvement sur le fonds de réserve extraordinaire. Article 5.- De constater la recette à l'article 831/995-51 du budget extraordinaire de 2015.
Toekenning van een krediet-lening aan het OCMW. De Raad, in openbare vergadering, Gelet op de nieuwe gemeentewet, inzonderheid de artikels 117 en 240; Gelet op de omzendbrief van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van 9 augustus 2013 betreffende het opmaak van de gemeentelijke begrotingen voor het dienstjaar 2014, inzonderheid punt 1 "Algemeen"; Gelet op zijn beraadslaging van 23 september 2014 (A/0001) met titel "OCMW. Dienstjaar 2014. Begrotingswijziging nr 1"; Gelet op de schuldvordering van het OCMW, gedateerd van 31 december 2014, betreffende de op 23 september 2014 toegekende krediet-lening, voor een bedrag van € 246.028,96, met bewijsstukken in bijlage; Overwegende dat de begrotingswijzigingen nr 1 van 2014 aangenomen door de Raad van het OCMW in zijn zitting van 25 augustus 2014 onder andere een verhoging bevatten van het krediet met € 248.300,00 op artikel 8341/89300/55 "Kredietleningen terugbetaalbaar met annuïteiten (zonder interest)"; dat Mevr. MAIRLOT, secretaris van het OCMW, op de overlegvergadering tussen het College en het Vast Bureau van 21 augustus 2014 heeft aangeduid dat de kredieten van € 250.000,00 via begrotingswijziging waren ingeschreven "met het oog op het voortzetten van de procedures in het kader van het project van de uitbreiding en verbouwing van het Rusthuis Jourdan" en dat "dat bedrag het mogelijk maakt de erelonen van de architecten te dekken voor het dienstjaar 2014"; dat het OCMW niet over eigen fondsen beschikt voor de financiering van zijn investeringen; dat de Gemeenteraad het principe van een krediet-lening aan het OCMW heeft goedgekeurd door de goedkeuring van de voorgenoemde begrotingswijzigingen op 23 september 2014; dat het overeenkomstige krediet niet via begrotingswijzigingen op de buitengewone dienst van de gemeentelijke begroting 2014 kon worden ingeschreven, aangezien de gemeentelijke rekening 2013 pas op de zitting van 24 november 2014 afgesloten werd door de Gemeenteraad; Overwegende dat een krediet van € 573.750,00 op de gemeentelijke begroting van 2015 op de artikels 831/843-51 en 831/995-51 is ingeschreven; dat deze kredieten de noodzakelijke kredieten bevatten voor de voorgenoemde krediet-lening; dat deze begroting op 1 april 2015 werd goedgekeurd door de Toezichthoudende Overheid onder voorbehoud van sommige wijzigingen betreffende de resultaten, Beslist, Artikel 1.- Een krediet-lening zonder interest toe te kennen aan het OCMW, voor een bedrag van € 246.028,96 terugbetaalbaar in 5 vaste annuïteiten. Artikel 2.- De terugbetalingen te vragen op 1 juni van de jaren 2016 tot en met 2019, in annuïteiten van € 49.205,79 en op 1 juni 2020 voor de eindelijke annuïteit van € 49.205,80. Artikel 3.- De uitgave te boeken op artikel 831/843-51 van de buitengewone begroting 2015. Artikel 4.- De krediet-lening te financieren met een overboeking uit het buitengewoon reservefonds. Artikel 5.- De ontvangst vast te stellen op artikel 831/995-51 van de buitengewone begroting 2015. -----DECIDE à l'unanimité BESLUIT eenparig ------
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 4
objet - voorwerp 2
Personnel communal. Règlement d'octroi d'une allocation pour exercice de fonctions supérieures. Le Conseil, Vu la nouvelle loi communale, notamment les articles 50, 51, 53, § 4 et 145 ; Vu l'arrêté royal du 19 avril 1962 relatif à l'octroi d'une allocation pour exercice de fonctions supérieures aux agents provinciaux et communaux, modifié par l'arrêté royal du 6 avril 1972 ; Vu la circulaire du 28 avril 1994 du Ministère de la région de Bruxelles-Capitale portant : charte sociale - l'harmonisation du statut administratif et révision générale des barèmes du personnel des pouvoirs locaux de la région de Bruxelles-Capitale ; Vu sa délibération du 2 mars 1995 (A/002) décidant d'adhérer au principe de la Charte sociale ; Vu sa délibération du 28 octobre 1999 portant le règlement sur l'ancienneté et ses modifications subséquentes; Vu sa délibération du 20 janvier 2005 (A/002) portant le règlement d'évaluation du personnel et ses modifications subséquentes ; Vu sa délibération du 15 décembre 2011 (A/004) relatives aux échelles barémiques ; Vu l'ordonnance du 14 mai 1998 organisant la tutelle administrative sur les communes de la région de Bruxelles-Capitale, notamment l'article 13, 3° ; Considérant que l'arrêté royal du 19 avril 1962 précité est resté quasi inchangé; qu'il date d'une époque où le recours au personnel contractuel était exceptionnel; que la gestion du personnel a beaucoup évolué depuis cette époque; que cet arrêté est antérieur à la charte sociale; qu'il y a dès lors lieu d'assouplir certaines de ses dispositions en les modernisant et en étendant leur champ d'application afin d'instaurer des règles adaptées à la situation actuelle et permettant d'assurer la bonne marche de l'administration; qu'il convient toutefois que l'exercice de fonctions supérieures soit réservé, autant que possible, à des membres du personnel occupant des postes de façon stable et satisfaisante (en seront donc écartés, en principe, les agents statutaires stagiaires ou temporaires, les agents contractuels engagés sous contrat d'occupation d'étudiant, sous contrat à durée déterminée ou pour un travail nettement défini, ainsi que sous contrat de remplacement) ; Considérant que la désignation des secrétaires communaux faisant fonction, des receveurs communaux faisant fonction ou des remplaçants du receveur communal est régie par la loi communale ; que leur rémunération est régie (explicitement ou implicitement) par la loi ou par des règles fixées en vertu de celle-ci ; que ces dispositions ont été interprétées par plusieurs ministres de l'Intérieur lors de réponses à des questions parlementaires; qu'un règlement ne peut y déroger ; Considérant que les communautés française et flamande déterminent le statut pécuniaire des agents communaux travaillant dans les établissements d'enseignement communaux et dont le traitement leur est versé directement et intégralement par un pouvoir subsidiant ; Considérant que l'organisation et la tutelle des pouvoirs locaux de la région de Bruxelles-Capitale sont des matières relevant à présent de cette région ; Vu le protocole n° 2015/002 du 16 avril 2015 du comité particulier de négociation, Décide : Article 1.- On entend par fonctions supérieures exercées par un agent, toutes fonctions liées à un poste prévu au cadre du personnel et revêtues d'un grade supérieur au grade de l'agent, grade du même niveau que celui de l'agent ou du niveau immédiatement supérieur. Au moment où débute l'exercice des fonctions supérieures, ledit poste doit être vacant ou son titulaire absent. Article 2.- Le présent règlement s'applique à toutes les fonctions supérieures, à l'exception de celles exercées par:
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 5
- les agents travaillant dans les établissements d'enseignement et dont le traitement leur est versé directement et intégralement par un pouvoir subsidiant ; - les receveurs locaux faisant fonction ; - les remplaçants du receveur local ; - les secrétaires communaux faisant fonction. Article 3.§1er.- Sont autorisés à exercer des fonctions supérieures, les membres du personnel nommés définitivement dont la dernière évaluation en date est favorable ; §2.- Sont également autorisés à exercer des fonctions supérieures, les membres du personnel communal engagés depuis au moins trois ans dans les liens d'un contrat de travail à durée indéterminée qui n'est pas un contrat de remplacement et dont la dernière évaluation en date est favorable ; §3.- Les membres du personnel visés aux §§ 1 et 2 doivent en outre : 1.- remplir les conditions requises (conditions d'accès par voie de recrutement ou de promotion pour le personnel statutaire ou conditions permettant l'établissement d'un avenant au contrat actuel ou d'un nouveau contrat pour le personnel contractuel) pour pouvoir occuper l'emploi en dehors de l'exercice de fonctions supérieures ; 2.- avoir acquis une ancienneté de 3 ans dans le service dans lequel les fonctions supérieures seront exercées. Article 4.§ 1er.- Le Collège des Bourgmestre et Echevins désigne nommément les agents qui exercent des fonctions supérieures sur proposition conjointe du Secrétaire communal et de la DRH. § 2.- Chaque décision du Collège portant désignation est dûment motivée. Elle précise en sus que "L'exercice de fonctions supérieures ne constitue aucun titre à une nomination définitive au grade correspondant à ces fonctions ou à un accès définitif à ce grade" et contient une description de fonctions correspondant au poste vacant ou dont le titulaire est temporairement absent. § 3.- La durée de la désignation ne peut excéder un semestre ; elle pourra ensuite être prolongée par période d'un semestre au maximum. § 4.- Des fonctions supérieures sont confiées à l'agent de grade inférieur jugé le plus apte à faire face aux nécessités immédiates du service et dont la désignation entraîne le moins d'inconvénients pour la bonne marche dudit service. Cet agent répondra aux conditions énoncées à l'article 3. Toutefois, lorsque la vacance d'un poste ou l'absence de son titulaire compromet gravement le fonctionnement d'un service, et qu'il ne se trouve pas d'agent répondant auxdites conditions, le Collège pourra y déroger par une décision dûment motivée. § 5.- L'agent doit être chargé de fonctions autres que celles qu'il assume habituellement dans le grade normal qui lui est attribué ; les fonctions supérieures doivent entraîner une responsabilité réelle et un effort considérable de la part de l'agent qui y est affecté. § 6.- Les fonctions supérieures prennent fin de plein droit : - en cas d'absence du titulaire du poste : la veille du retour en fonction de celui-ci ; - en cas de vacance du poste : la veille de l'entrée en fonction du titulaire ; ou le lendemain de la notification d'une deuxième évaluation défavorable consécutive de l'agent, évaluations organisées conformément à l'article 9 du présent règlement. § 7.- Le Collège pourra néanmoins mettre un terme, anticipativement et à tout moment, à la désignation visée au § 1er, sur base d'un rapport établi conjointement par le Secrétaire communal et la DRH, rapport démontrant que les fonctions supérieures ne sont manifestement pas exercées par l'agent ou le sont de telle manière que le bon fonctionnement du service est mis en péril. Dans ce cas, le processus d'évaluation spécifique instauré à l'article 10 du présent règlement s'arrête. Article 5.- L'agent chargé de fonctions supérieures exerce toutes les prérogatives attachées à ces fonctions. Il devra en outre veiller à ce que ses fonctions habituelles soient
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 6
remplies, éventuellement en les déléguant partiellement. Article 6.- Une allocation pour exercice de fonctions supérieures est accordée aux agents désignés conformément à l'article 4 du présent règlement, pour autant que les fonctions supérieures aient été assumées d'une façon ininterrompue pendant un mois au moins. Dans ce cas, elle est accordée dès le premier jour de la désignation et jusqu'à son terme. Article 7.- La désignation d'un agent contractuel pour l'exercice de fonctions supérieures, qu'il perçoive ou non une allocation pour cet exercice, ne donne pas automatiquement lieu à l'établissement d'un avenant à son contrat de travail actuel ou d'un nouveau contrat de travail. Article 8.§ 1er.- L'allocation est qualifiée d'allocation de suppléance ou d'allocation d'intérim. § 2.- L'allocation de suppléance est accordée pendant la période initiale de huit mois consécutive à la première désignation de l'agent pour des fonctions supérieures. Son montant annuel est égal au double de la valeur de l'augmentation biennale moyenne de l'échelle attachée au grade de la fonction exercée à titre temporaire, sans pouvoir dépasser le montant de l'allocation d'intérim dont il est question au paragraphe suivant. § 3.- L'allocation d'intérim est accordée à l'expiration de la période d'octroi de l'allocation de suppléance. Son montant est fixé au montant de la différence entre la rétribution dont l'intéressé bénéficierait dans le grade de la fonction assumée provisoirement et la rétribution dont il bénéficie dans son grade effectif. La rétribution visée à l'alinéa précédent comprend le traitement et l'allocation de foyer ou de résidence. § 4.- Les allocations de suppléance et d'intérim sont calculées pour chaque jour pendant lesquels la charge des fonctions supérieures est réellement assumée et sur base d'un relevé transmis par l'intéressé au service des traitements. Elles sont payées mensuellement et à terme échu. Article 9.§ 1er.- L'agent exerçant des fonctions supérieures est évalué sur base de la description de fonctions visée à l'article 4, §2 du présent règlement. Les évaluations sont organisées par son supérieur hiérarchique nouvellement désigné ou, le cas échéant, par le Secrétaire communal. Les évaluations ont lieu semestriellement, à l'exception de la première, qui a lieu un mois et demi après la date de prise d'effet de la désignation de l'agent en vertu de l'article 4, § 1er du présent règlement. Toutefois, en cas d'évaluation défavorable, l'évaluation suivante a lieu un mois et demi après cette évaluation défavorable. § 2.- S'appliquent automatiquement aux évaluations prévues au paragraphe précédent les articles 6 à 9 du règlement communal du 20 janvier 2005 relatif à l'évaluation du personnel. Article 10.- Pour l'application des deux articles précédents, si les périodes durant lesquelles un agent est désigné pour l'exercice des mêmes fonctions supérieures ne sont pas séparées de plus d'un mois, les fonctions supérieures sont considérées comme ininterrompues. Article 11.- Si après l'exercice de fonctions supérieures, l'agent statutaire est nommé définitivement dans le grade y correspondant (suite à examen de recrutement ou de promotion) ou si l'agent contractuel occupe à durée indéterminée ce grade (avenant au contrat ou nouveau contrat, éventuellement suite à un examen de recrutement), les services prestés à titre provisoire seront assimilés à des services prestés dans son nouveau grade, et ce, pour le calcul de son ancienneté pécuniaire et de son ancienneté de grade, sans toutefois pouvoir remonter au-delà de la date à laquelle l'intéressé a rempli toutes les conditions requises pour accéder à ce grade. Le calcul visé au présent article s'effectuera conformément au règlement communal du 28 octobre 1999 portant le règlement sur l'ancienneté et ses modifications subséquentes. Article 12.- Tous les cas non prévus dans le présent règlement seront tranchés par le
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 7
Collège des Bourgmestre et Echevins. Article 13.- Le présent règlement entre en vigueur le 1er mai 2015, sous réserve de son approbation par l'Autorité de Tutelle.
Gemeentepersoneel. Reglement betreffende de toekenning van een toelage voor de uitoefening van hogere functies. De Raad, in openbare vergadering, Gelet op de nieuwe gemeentewet, in het bijzonder de artikelen 50, 51, 53, §4 en 145 ; Gelet op het koninklijk besluit van 19 april 1962 betreffende de toekenning van een toelage wegens uitoefening van hogere functies aan het provinciaal en gemeentelijk personeel gewijzigd door het koninklijk besluit van 6 april 1972 ; Gelet op de omzendbrief van 28 april 1994 van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdende het Sociaal Handvest-Harmonisering van het administratief statuut en de algemene herziening van de barema's van het personeel van de plaatselijke diensten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ; Gelet op haar beraadslaging van 2 maart 1995 (A/002) die beslist tot de toetreding aan de bepalingen van het sociaal handvest ; Gelet op haar beraadslaging van 28 oktober 1999 houdende het anciënniteitsreglement en de daaropvolgende wijzigingen ; Gelet op haar beraadslaging van 20 januari 2005 (A/002) houdende het reglement betreffende de evaluatie van het personeel en de daaropvolgende wijzigingen ; Gelet op haar beraadslaging van 15 december 2011 (A/004) betreffende de weddenschalen ; Gelet op de ordonnantie van 14 mei 1998 houdende de regeling van het administratief toezicht op de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in het bijzonder artikel 13, 3°; Overwegende dat het voormelde koninklijk besluit van 19 april 1962 quasi onveranderd is gebleven; dat het dateert van een periode waar de aanwerving van contractueel personeel uitzonderlijk was; dat het beheer van het personeel sindsdien in hoge mate geëvolueerd is; dat het koninklijk besluit dateert van voor het sociaal handvest; dat het bijgevolg toekomt om sommige van haar bepalingen te versoepelen door ze te moderniseren en hun toepassingsgebied uit te breiden om zodanig de regels vast te stellen aangepast aan de huidige situatie en om de goede werking van het bestuur te verzekeren; dat het echter past om, in de mate van het mogelijke, de uitoefening van hogere functies te beperken tot personeelsleden die een functie uitoefenen op een stabiele en toereikende wijze (in principe worden stagelopende of tijdelijke benoemde ambtenaren, contractuele werknemers aangenomen als student of ter vervanging of voor een bepaalde duur, voor een welomschreven taak of onder vervangingscontract derhalve uitgesloten); Overwegende dat de aanstelling van de waarnemende gemeentesecretarissen en gemeenteontvangers en de vervangers van de gemeenteontvanger geregeld worden door de gemeentewet; dat hun verloning (expliciet of impliciet) geregeld worden door de wet of door regels vastgesteld ter uitvoering van deze; dat deze bepalingen geïnterpreteerd werden door verschillende Ministers van Binnenlandse Zaken in het kader van antwoorden op parlementaire vragen; dat een reglement hier niet van mag afwijken; Overwegende dat de Franse en Vlaamse Gemeenschappen de bezoldigingsregeling bepalen van de gemeentelijke werknemers werkend in het gemeentelijk onderwijs, wiens wedde rechtstreeks en integraal overgeschreven wordt door een subsidiërende overheid; Overwegende dat de organisatie en het toezicht op de lokale overheden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest tegenwoordig aangelegenheden zijn die behoren tot de bevoegdheid van dit Gewest ; Gelet op het protocol nr 2015/002 van 16.04.2015 van het bijzonder onderhandelingscomité, Beslist,
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 8
Artikel 1.- Worden beschouwd als hogere functies uitgeoefend door een werknemer, alle functies voorzien in het personeelskader en bekleed met een rang hoger dan die van de ambtenaar, rang van hetzelfde administratief niveau als dat van de werknemer of van een direct hoger niveau. Op het moment van het begin van de uitoefening van de hogere functies moet de desbetreffende functie vacant zijn of de houder ervan afwezig zijn. Artikel 2.- Het onderhavig reglement is van toepassing op alle hogere functies, met uitzondering van deze uitgeoefend door : - werknemers werkende in het onderwijs en waarvan de wedde rechtstreeks en integraal overgeschreven wordt door een subsidiërende overheid; - waarnemende gemeenteontvangers; - vervangers van de waarnemende gemeenteontvangers; - waarnemende gemeentesecretarissen Artikel 3.§1.- Worden toegelaten om hogere functies uit te oefenen, de definitief benoemde personeelsleden waarvan de laatste evaluatie gunstig is ; §2.- Worden eveneens toegelaten om hogere functies uit te oefenen, de personeelsleden die ten minste drie jaar aangeworven zijn met een contract van onbepaalde duur dat geen vervangingscontract is en waarvan de laatste evaluatie gunstig is; § 3.-de personeelsleden geviseerd in §1 en 2 moeten bovendien: 1.- Voldoen aan de vereisten (vastgestelde toegangsvoorwaarden bij aanwerving of promotie voor het statutair personeel of voorwaarden die een bijvoegsel aan het huidig contract of een nieuw contract voor het contractueel personeel toestaan) voor het invullen van de job buiten de uitoefening van de hogere functies; 2.- Een anciënniteit van 3 jaar bereikt hebben in de dienst waarin de hogere functies worden uitgeoefend. Artikel 4.§1.- Het College van Burgemeester en Schepenen wijst (met hun naam) de personeelsleden aan die hogere functies uitoefenen op gezamenlijke voordracht van de gemeentesecretaris en de DHR. §2.- Elk besluit van het College over de aanwijzing wordt met voldoende redenen omkleed. Bovendien verduidelijkt ze: "De uitoefening van een hoger ambt verleent geen aanspraak op vaste benoeming in de rang van dat ambt" en omvat een functiebeschrijving die overeenkomt met de vacature waarbij de titularis tijdelijk afwezig is. §3.- Deze aanwijzing wordt gedaan voor een periode van een semester; dit kan vervolgens worden verlengd met een periode van hoogstens één semester. §4.-De hogere functies worden toegewezen aan de werknemer met een lagere rang die het best geschikt wordt geacht om het hoofd te bieden aan de directe noden van de dienst en waarvan de samenstelling de minste nadelen met zich meebrengt voor de vlotte werking van desbetreffende dienst. Hij vervult bovendien de vereiste voorwaarden voor het invullen van deze job. Deze werknemer voldoet aan de voorwaarden genoemd in artikel 3. Echter, wanneer de vacature van een post waarvan de afwezigheid van de titularis een ernstige belemmering vormt voor de werking van de dienst, en waarvoor er geen werknemer wordt gevonden die deze voorwaarden vervult, kan het college hiervan afwijken met een gemotiveerde beslissing. §5.- De werknemer dient belast te zijn met een andere functie dan deze die hij gewoonlijk uitoefent binnen de normale rang die hem toegewezen werd ; de hogere functie moet leiden tot een reële verantwoordelijkheid en een aanzienlijke inspanning door de werknemer die hiertoe aangewezen is. §6.- De hogere functies worden automatisch beëindigd: - In geval van afwezigheid van de houder van de post: de dag voor de terugkeer van deze, - In geval van vacante post: de dag voor het in diensttreden van de houder. Op de eerste dag volgend op de kennisgeving van een tweede achtereenvolgend
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 9
ongunstige evaluatie van de werknemer, worden er evaluaties uitgevoerd conform met artikel 10 van onderhavig reglement. §7.- Het college kan niettemin de aanwijzing bedoeld in §1, vervroegd, en op elk moment, beëindigen op basis van een rapport gezamenlijk voorgedragen door de gemeentesecretaris en de DHR, dat aantoont dat de hogere functies door de werknemer duidelijk niet zijn uitgeoefend of op zodanige wijze dat het goed functioneren van de dienst in gevaar wordt gebracht. In dit geval stopt het evaluatieproces dat specifiek ingevoerd werd in artikel 10 van onderhavig reglement. Artikel 5.- De werknemer belast met hogere functies, oefent alle voorrechten uit verbonden aan deze functie. Hij moet er bovendien over waken dat zijn gewoonlijke functies ingevuld zijn, eventueel door ze gedeeltelijk te delegeren; Artikel 6.- Een toelage voor de uitoefening van hogere functies wordt verleend aan de werknemers en aangewezen in overeenstemming met artikel 4 van onderhavig reglement, zolang de hogere functies gedurende ten minste een maand op een onafgebroken wijze werden uitgeoefend. In dit geval wordt ze verleend vanaf de eerste dag van de aanwijzing tot de beëindiging ervan. Artikel 7.- De aanwijzing van een contractuele werknemer voor het uitoefenen van hogere functies, of hij hiervoor al dan niet een toelage ontvangt, leidt niet automatisch tot de creatie van een bijvoegsel van zijn huidig arbeidscontract of een nieuw arbeidscontract. Artikel 8.§1.- De toelage wordt gekwalificeerd als plaatsvervangingstoelage of als waarnemingstoelage. § 2.- De plaatsvervangingstoelage wordt toegekend gedurende de beginperiode van acht maanden volgend op de eerste aanstelling van een plaatsvervanger in een hogere functie. Het jaarlijks bedrag is gelijk aan de dubbele waarde van de gemiddelde tweejaarlijkse weddeverhoging van de schaal van de rang van de voorlopig uitgeoefende functie, zonder het bedrag van de waarnemingstoelage te overschrijden waarnaar wordt verwezen in de volgende paragraaf. § 3.- De waarnemingstoelage wordt toegekend na het verstrijken van de termijn van toekenning van de plaatsvervangingstoelage. Het bedrag wordt bepaald door het verschil tussen de bezoldiging welke de betrokkene zou genieten in de rang van de voorlopig uitgeoefende functie en de bezoldiging die hij geniet in zijn werkelijke rang. De bezoldiging waarvan sprake in het voorgaand lid omvat de wedde en de haard-of standplaatstoelage. § 4.- De vervangings-en interimtoelagen worden voor elke dag tijdens dewelke de last van de hogere functies reëel wordt uitgeoefend, berekend en op basis van een verklaring overgemaakt door de belanghebbende aan de weddendienst. Ze wordt maandelijks en op vervallen wijze betaald. Artikel 9.§1.- De werknemer die de hogere functies uitoefent wordt geëvalueerd op basis van de functiebeschrijving bedoeld in artikel 4 § 2 van onderhavig reglement. De evaluaties worden georganiseerd door zijn nieuw aangestelde hiërarchische overste of, in voorkomend geval, door de gemeentesecretaris. De evaluaties vinden per semester plaats, met uitzondering van het eerste semester, waar de evaluatie anderhalve maand na datum van de inwerkingtreding van de aanwijzing van de werknemer krachtens artikel 4 § 1 van het onderhavig reglement plaatsvindt. In het geval van een ongunstige evaluatie vindt de volgende evaluatie echter plaats anderhalve maand na deze ongunstige evaluatie. §2.- De artikelen 6 tot 9 van het gemeentelijk reglement van 20 januari 2005 betreffende de personeelsevaluatie zijn automatisch van toepassing op de evaluaties voorzien in de voorgaande paragraaf. Artikel 10.- Voor de toepassing van de twee voorgaande artikelen, indien de periodes tijdens dewelke een werknemer is aangewezen voor de uitoefening van dezelfde hogere
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 10
functies niet van elkaar zijn gescheiden door een periode van meer dan een maand, worden de hogere functies verondersteld ononderbroken te zijn. Artikel 11.- Indien, na de uitoefening van de hogere functies, de statutaire ambtenaar definitief benoemd wordt in de rang die daarmee overeenkomt (als gevolg van een aanwervings- of bevorderingsexamen) of indien de contractuele werknemer voor onbepaalde duur deze rang invult (bijvoegsel aan het contract of een nieuw contract, eventueel als gevolg van een aanwervingsexamen), worden de diensten die gepresteerd werden ten voorlopige titel, gelijkgesteld met diensten gepresteerd in zijn nieuwe rang en dit voor de berekening van zijn geldelijke anciënniteit en zijn ranganciënniteit, zonder dat het zich verder uitstrekt dan de datum waarop de betrokkene alle voorwaarden vervuld heeft om toegang tot de graad te kunnen krijgen. De berekening als bedoeld in het vorige artikel zal worden uitgevoerd overeenkomstig het anciënniteitsreglement, aangenomen op 28 oktober 1999; Artikel 12.- Alle onvoorziene gevallen van het onderhavig reglement worden beslecht door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 13.- Onderhavig reglement treedt in werking op 1 mei 2015, onder voorbehoud van de goedkeuring door de Toezichthoudende Overheid. -----DECIDE à l'unanimité BESLUIT eenparig -----objet - voorwerp 3
Convention de collaboration entre les administrations communales de Berchem-Sainte-Agathe, Ganshoren, Jette, Koekelberg et Molenbeek-Saint-Jean concernant la médiation prévue par l’arrêté royal du 28 janvier 2014 sur la médiation dans le cadre des sanctions administratives communales. Le Conseil, en séance publique, Vu la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 24 juin 2013 sur les sanctions administratives communales ; Vu l'arrêté royal du 28 janvier 2014 établissant les conditions et modalités minimales pour la médiation prévue dans le cadre de la loi relative aux Sanctions administratives communales (SAC); Vu le règlement général de police approuvé par le Conseil communal le 25 février 2014 ; Vu le règlement relatif à la médiation locale et à la prestation citoyenne approuvé par le Conseil communal du 26 juin 2014 ; Considérant que le règlement général de police du 25 février 2014 prévoit la possibilité d'appliquer les sanctions administratives communales aux mineurs ayant au moins 14 ans accomplis au moment des faits ; Considérant que le 28 avril 2006, le Gouvernement Fédéral a décidé de mettre à la disposition des zones de police un poste de médiateur à temps plein ; Considérant que le médiateur commun aux cinq communes de la zone de police Bruxelles-Ouest est entré en fonction le 31 octobre 2008 ; Considérant que le Conseil communal du 25 mars 2010 a approuvé la première «Convention de collaboration entre les administrations communales de Berchem-Sainte-Agathe, Ganshoren, Jette, Koekelberg et Molenbeek-Saint-Jean dans le cadre de la politique de sécurité et de l'approche de la délinquance juvénile du gouvernement fédéral» (délibération 25.03.2010/A/002) ; Considérant que cette convention de collaboration a été renouvelée depuis de manière
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 11
discontinue pour des périodes d'un an ; que le 28 mai 2014 que le Conseil communal a renouvelé pour une nouvelle année la dernière convention ; La dernière convention bilatérale vient d'être reconduite pour une période d'un an à partir du 31 octobre 2014. Considérant que suite à l'entrée en vigueur de la loi du 24 juin 2013, les communes peuvent également proposer des prestations citoyennes aux contrevenants ; Considérant que le suivi de ces prestations peut être confié au médiateur SAC ; Considérant que cette convention prévoit en sus une coopération structurelle entre les Fonctionnaires sanctionnateurs (ou leur collaborateurs respectifs) et le médiateur afin de réfléchir aux dossiers pour lesquels une médiation semble davantage opportune qu'une amende administrative ; Considérant que sur l'année 2014, 41 dossiers ont été transmis au médiateur commun, Décide, Article unique.- d'adopter à compter du 31 octobre 2014 et pour une durée d'une année, la convention de collaboration entre les administrations communales de Berchem-Sainte-Agathe, Ganshoren, Jette, Koekelberg et Molenbeek-Saint-Jean concernant la médiation prévue par l'arrêté royal du 28 janvier 2014 sur la médiation dans le cadre des sanctions administratives communales, telle que transmise en annexe. (voir n° 015 du registre-annexe).
Samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeenten Sint-Agatha-Berchem, Ganshoren, Jette, Koekelberg en Sint-Jans-Molenbeek voor de bemiddeling voorzien door het koninklijk besluit van 28 januari 2014 betreffende de bemiddeling in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties. De Raad, in openbare vergadering, Gelet op de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties; Gelet op het Koninklijk besluit van 28 januari 2014 houdende de minimumvoorwaarden en modaliteiten voor de bemiddeling in het kader van de wet betreffende de Gemeentelijke Administratieve Sancties; Gelet op het algemeen politiereglement, goedgekeurd door de Gemeenteraad op 25 februari 2014 ; Gelet op het reglement betreffende de lokale bemiddeling en de gemeenschapsdienst goedgekeurd door de gemeenteraad op 26 juni 2014; Overwegende dat het algemeen politiereglement van 25 februari 2014 de mogelijkheid voorziet om gemeentelijke administratieve sancties toe te passen op minderjarigen die de volle leeftijd van 14 jaar hebben bereikt op het moment van de feiten; Gelet op de beslissing van de Federale Regering van 28 april 2006 om een voltijdse functie van bemiddelaar ter beschikking te stellen van de politiezones; Overwegende dat de gemeenschappelijke bemiddelaar, werkend voor de vijf gemeenten van de politiezone Brussel-West, op 31 oktober 2008 in functie is getreden; Overwegende dat de gemeenteraad van 25 maart 2010 de eerste "Samenwerkingsovereenkomst tussen de Gemeenten Sint-Agatha-Berchem, Ganshoren, Jette, Koekelberg en Sint-Jans-Molenbeek in het kader van het veiligheidsbeleid van de Federale Regering en haar aanpak van de jeugdcriminaliteit" heeft goedgekeurd (beraadslaging 25.03.2010/A/002); Overwegende dat deze samenwerkingsovereenkomst sindsdien verlengd werd met periodes van één jaar; dat op 28 mei 2014 de gemeenteraad deze overeenkomst opnieuw voor één jaar heeft hernieuwd; Overwegende dat na het van kracht worden van de wet van 24 juni 2013, de gemeenten eveneens gemeenschapsdiensten aan de overtreders kunnen voorstellen;
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 12
Overwegende dat de opvolging van deze gemeenschapsdiensten toevertrouwd kan worden aan de bemiddelaar GAS; Overwegende dat deze samenwerkingsovereenkomst bovendien een structurele samenwerking voorziet tussen de sanctionerende ambtenaren (of hun respectievelijke medewerkers) en de bemiddelaar om over de dossiers na te denken waarin de bemiddeling meer aangewezen is dan een administratieve geldboete; Overwegende dat in het jaar 2014, 41 dossiers werden voorgelegd aan de gemeenschappelijke bemiddelaar. Beslist, Enig artikel.-Vanaf 31 oktober 2014 en voor de duur van één jaar de hierbij gevoegde intergemeentelijke overeenkomst goed te keuren met betrekking tot de samenwerking tussen de gemeenten Sint-Agatha-Berchem, Ganshoren, Jette, Koekelberg en Sint-Jans-Molenbeek voorzien door het koninklijk besluit van 28 januari 2014 betreffende de bemiddeling in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties, zoals hierbij gevoegd. (zie bijlage nr 015 van de notulen). -----DECIDE à l'unanimité BESLUIT eenparig -----objet - voorwerp 4
Travaux Publics. Salle Cadol. Travaux de désamiantage de la zone d'intervention pour réparation de la fuite du circuit de chauffage. Urgence. Admission de la dépense. Le Conseil, en séance publique, Vu la nouvelle loi communale, notamment l'article 249, § 1er, al.2 ; Vu la loi du 15 juin 2006 relative aux marchés publics et à certains marchés de travaux, de fournitures et de services, et ses modifications ; Vu l'arrêté royal du 15 juillet 2011 relatif aux marchés publics de travaux, de fournitures et de services et aux concessions de travaux publics, et ses modifications ; Vu l'arrêté royal du 14 janvier 2013 établissant les règles générales d'exécution des marchés de travaux, de fournitures et de services, et ses modifications ; Vu la délibération du 02 mars 2015 (B/032) décidant notamment: - de faire choix, en urgence, d'un marché de travaux par procédure négociée sans publicité préalable et sur simple facture acceptée ayant pour objet le désamiantage de la zone d'intervention pour réparation de la fuite du circuit de chauffage de la salle Cadol. - d'attribuer le marché public précité à la n.v. DE MEUTER pour un montant total de € 3.206,50 (TVA 21% comprise). - d'imputer la dépense à l'article 762/724-60 du budget extraordinaire de 2015. Considérant la présence d'une importante fuite dans le circuit de chauffage de la salle Cadol qui ne permet pas de chauffer le bâtiment de manière continue, que cette fuite a également une influence sur le confort thermique dans les locaux de l'ISP situés au n°23 de la rue François Delcoigne et que la réparation de cette fuite ne peut se faire qu'après que la zone d'intervention ait été désamiantée ; que l'urgence est démontrée, Décide, Article unique.- de prendre connaissance de la décision du collège des bourgmestre et échevins du 02 mars 2015 (B/032) et d'admettre la dépense.
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 13
Openbare werken. Zaal Cadol. Werken van asbestverwijdering in het interventiegebied voor de herstelling van een lek in het verwarmingscircuit. Dringend. Aanvaarding van de uitgave.
De Raad, in openbare vergadering, Gelet op de nieuwe gemeentewet, in het bijzonder het artikel 249, § 1, al.2; Gelet op de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en zijn wijzigingen ; Gelet op het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken en zijn wijzigingen ; Gelet op het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en zijn wijzigingen ; Gelet op de beraadslaging van het College van Burgemeester en Schepenen van 02 maart 2015 (B/032) waarin onder andere beslist werd: - keuze te maken, bij hoogdringendheid, van een opdracht voor werken door onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking bij aanvaarde factuur met betrekking tot de asbestverwijdering in het interventiegebied voor de herstelling van het lek in het verwarmingscircuit van de Cadolzaal. - de bovengenoemde opdracht aan de n.v. DE MEUTER te gunnen voor een bedrag van € 3.206,50 BTW 21% inclusief. - de uitgave op het artikel 762/724-60 van de buitengewone begroting van 2015 te boeken. Overwegende de aanwezigheid van een groot lek in het verwarmingscircuit van de Cadolzaal waardoor het niet mogelijk is om het gebouw op een ononderbroken manier te verwarmen; dat dit lek een invloed heeft op het thermisch comfort van de lokalen van de SPI gelegen aan de François Delcoignestraat nr. 23 en dat de herstelling van dit lek alleen mag worden uitgevoerd na de asbestverwijdering in het interventiegebied ; dat de hoogdringendheid is aangetoond, Beslist, Enig artikel.- kennis te nemen van de beraadslaging van het College van Burgemeester en Schepenen van 02 maart 2015 (B/032) en met de uitgave in te stemmen. -----DECIDE à l'unanimité BESLUIT eenparig -----objet - voorwerp 5
Recette. Ecole O. Bossaert. Réaménagement du rez-de-chaussée de l'aile rue de la Sécurité. Prêt du Fonds régional de refinancement des trésoreries communales (F.R.B.R.T.C.). Approbation de la convention. Le Conseil, en séance publique, Vu la nouvelle loi communale; Vu l'ordonnance du 8 avril 1993 portant création du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales telle que modifiée par l'ordonnance du 24 novembre 2011; Vu l'arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 12 juillet 2012 attribuant aux communes des prêts en exécution de l'article 2, §4 de l'ordonnance du 8
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 14
avril 1993 portant création du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales; Vu les lettres du Fonds Régional de Refinancement des Trésoreries Communales des 25 septembre 2012 et 11 septembre 2014 ayant pour objet "Octroi de prêts [...] destinés à financer certains investissements communaux en 2013 et 2014"; Vu la convention en exécution de l'article 4, § 4 de l'ordonnance du 8 avril 1993 créant le FRBRTC telle que modifiée par l'ordonnance du 24 novembre 2011, signée le 14 novembre 2014; Vu la lettre du Fonds Régional Bruxellois de Refinancement des Trésoreries Communales du 16 janvier 2015 ayant pour objet "Convention de prêt - tableaux d'amortissements"; Considérant qu'un prêt de € 1.150.000,00, remboursable en 20 ans, a été octroyé en 2014 à la Commune, destiné à financer l'investissement que constitue le réaménagement de l'école O. Bossaert; que l'exercice budgétaire de 2014 n'est pas encore clôturé; Considérant que les charges de remboursement (intérêts et amortissements du capital) ont été déclarées irrécouvrables par l'Exécutif de la Région de Bruxelles-Capitale dans son arrêté du 12 juillet 2012 précité, moyennant le respect de certaines conditions; que cette déclaration se traduira par l'inscription d'un subside spécifique de l'Autorité supérieure au budget communal de 2015 à 2034, Décide, Article 1.- D'approuver la convention en exécution de l'article 4, § 4 de l'ordonnance du 8 avril 1993 créant le FRBRTC telle que modifiée par l'ordonnance du 24 novembre 2011, signée le 14 novembre 2014. Article 2.- D'imputer les montants suivants au budget de 2014 : - Recette extraordinaire de dette - article 000/961-51 : € 1.150.000,00 - Dépense extraordinaire de prélèvement - article 060/955-51 : € 1.150.000,00 (voir n°016 du registre-annexe).
Ontvangerij. O. Bossaert school. Herinrichting van het gelijkvloers van de vleugel kant Veiligheidsstraat. Lening van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën (B.G.H.G.T.). Goedkeuring van de overeenkomst. De Raad, in openbare vergadering, Gelet op de nieuwe gemeentewet; Gelet op de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën, gewijzigd bij de ordonnantie van 24 november 2011; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 12 juli 2012 tot toekenning van leningen aan de gemeenten in uitvoering van artikel 2, §4, van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën; Gelet op de brieven van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën van 25 september 2012 en 11 september 2014 betreffende "Toekenning van leningen [...] bestemd om sommige gemeentelijke investeringen in 2013 en 2014 te financieren"; Gelet op de op 14 november 2014 getekende overeenkomst in uitvoering van artikel 4, § 4 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het BGHGT, gewijzigd bij de ordonnantie van 24 november 2011; Gelet op de brief van het Brussels Gewestelijk Herfinancieringsfonds van de Gemeentelijke Thesaurieën van 16 januari 2015 betreffende "Leningovereenkomst aflossingstabel"; Overwegende dat een lening van € 1.150.000,00, terugbetaalbaar over een periode van 20 jaar, werd toegekend in 2014 aan de gemeente, bestemd om de investering te
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 15
financieren gevormd door de herinrichting van de O. Bossaert school; dat het boekjaar 2014 nog niet afgesloten is; Overwegende dat de lasten van de terugbetaling (interesten en kapitaalaflossing) oninvorderbaar zijn verklaard door de Brusselse Hoofdstedelijke Executieve in zijn voornoemde besluit van 12 juli 2012, voor zover sommige voorwaarden zijn nageleefd; dat die verlaring zal worden vertaald door de inschrijving van een specifieke toelage van de Hogere Overheid op de gemeentebegroting van 2015 tot en met 2034, Beslist, Artikel 1.- De op 14 november 2014 getekende overeenkomst in uitvoering van artikel 4, § 4 van de ordonnantie van 8 april 1993 houdende oprichting van het BGHGT zoals gewijzigd door de ordonnantie van 24 november 2011 goed te keuren. Artikel 2.- De volgende bedragen te boeken op de begroting 2014 : - Buitengewone ontvangst - schuld : artikel 000/961-51 : € 1.150.000,00 - Buitengewone uitgave - overboekingen : artikel 060/955-51 : € 1.150.000,00 (zie bijlage nr 016 van de notulen). -----DECIDE à l'unanimité BESLUIT eenparig -----objet - voorwerp 6
Adhésion de la commune à l’ASBL CICC-KLIM. "Contact fédéral Informations Câbles et Conduites" de la Région de Bruxelles Capitale. Approbation. Le Conseil, en séance publique, Vu l'ordonnance du 26 juillet 2013 relative à l'accès et à l'échange d'informations sur les câbles souterrains et sur la conduite et les canalisations souterraines ; Vu l'Arrêté du Gouvernement de la Région de Bruxelles-Capitale du 16 mai 2014 relatif à l'accès et à l'échange d'informations sur les câbles souterrains et sur les conduites et les canalisations souterraines ; Considérant que le dit arrêté prévoit que l'asbl CICC-KLIM - « Point de Contact fédéral Informations Câbles et Conduites » est désignée comme l'organisme en charge de l'application internet ayant pour objectif de permettre à tous ceux qui projettent d'effectuer des travaux de s'informer de la présence Câbles et Conduites à proximité des travaux. Considérant que tout maître de l'ouvrage ou quiconque prévoit des travaux est légalement tenu de se renseigner au préalable de la présence d'éventuels câbles et conduites à proximité de la zone projetée par les travaux ; Considérant qu'à terme, toutes les informations y relatives ne devraient être obtenues que par la consultation de l'application internet « Point de Contact fédéral Informations Câbles et Conduites » ; Considérant que l'accès au système CICC peut également se faire via l'interface du système OSIRIS ; Considérant que la Commune est propriétaire et gestionnaire des câbles permettant le transport de données informatiques ; Considérant que l'adhésion à l'asbl CICC-KLIM - « Point de Contact fédéral Informations Câbles et Conduites » comporte une dépense estimée pour l'année 2015 à € 750 ; Décide, Article unique : de marquer son accord sur l'adhésion de la Commune à l'asbl CICC-KLIM « Point de Contact fédéral Informations Câbles et Conduites », dont le
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 16
siège social est établi, rue Guimard 4 à 1040 Bruxelles (numéro d'entreprise 0878.232.852), qui gère la plateforme informatique ayant pour but de permettre aux gestionnaires de câbles et/ou conduites d'enregistrer dans le système toute une série d'informations destinées à toute personne physique ou morale de droit privé ou de droit public qui projette d'effectuer un chantier ou des travaux et qui est tenue de s'informer de la présence de câbles et/ou conduites dans la zone projetée.
Toetreding van de gemeente tot de vzw KLIM-CICC. "Federaal Informatie Meldpunt Kabels en Leidingen" van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Goedkeuring. De Raad, in openbare vergadering, Gelet op de Ordonnantie van 26 juli 2013 betreffende de toegang tot en de uitwisseling van informatie over ondergrondse kabels buizen en leidingen; Gelet op het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de toegang tot en de uitwisseling van informatie over ondergrondse kabels, buizen en leidingen; Overwegende dat voormeld Besluit voorziet dat de VZW CICC-KLIM "Federaal Informatie Meldpunt Kabels en Leidingen" aangeduid werd als orgaan dat belast is met de Internettoepassing met als doel al degenen, die van plan zijn om werken uit te voeren, toe te laten zich te informeren over de aanwezigheid van kabels en leidingen in nabijheid van werken; Overwegende dat elke bouwheer of elkeen die werken plant, er wettelijk toe gehouden is zich op voorhand te informeren over de aanwezigheid van eventuele kabels of leidingen in de nabijheid van de zone waar de werken gepland zijn; Overwegende dat op termijn alle informatie hieromtrent enkel kan bekomen worden door de raadpleging van de internettoepassing "Federaal Informatie Meldpunt Kabels en Leidingen"; Overwegende dat de toegang tot het systeem CICC ook kan gebeuren via de interface van het systeem OSIRIS; Overwegende dat de Gemeente zowel eigenaar en beheerder is van kabels die het transport van informatica-gegevens toelaten; Overwegende dat de toetreding van de gemeente tot de VZW CICC-KLIM "Federaal Informatie Meldpunt Kabels en Leidingen" een uitgave inhoudt die voor het jaar 2015 wordt geraamd op € 750; Beslist, Enig artikel.- zijn goedkeuring te verlenen aan de toetreding van de gemeente tot de VZW CICC-KLIM "Federaal Informatie Meldpunt Kabels en Leidingen" waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is in de Guimardstraat 4 te 1040 Brussel (ondernemingsnummer 0878.232.852) en die het informaticaplatform beheert dat als doel heeft de beheerders van kabels en/of leidingen toe te laten een hele serie gegevens te registreren in het systeem die bestemd zijn voor elke fysieke persoon of rechtspersoon, zowel van privaat als van publiek recht, die van plan is een bouwwerf of werken uit te voeren en die er toe gehouden is om zich te informeren over de aanwezigheid van kabels of leidingen in de geplande zone. -----DECIDE à l'unanimité BESLUIT eenparig -----objet - voorwerp 7
Extension du réseau de caméras de surveillance sur la voie publique. Avis. Le Conseil, en séance publique,
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 17
Vu la nouvelle loi communale, Vu la loi du 21 mars 2007 réglant l'installation et l'utilisation de caméras de surveillance ; Vu la délibération du Conseil communal du 16 mai 2002 ayant pour objet de préciser les dispositions réglementaires applicables à l'utilisation des caméras de surveillance et de fixer leurs emplacements sur le territoire communal ; Vu la déliberation du Conseil communal du 15 septembre 2011 ayant pour objet de préciser les emplacements des caméras de surveillance en vue de leur déclaration à la Commission de protection de la vie privée ; Vu l'avis consultatif rendu par le Chef de Corps de la zone de police de Bruxelles-Ouest dans son courrier du 24 mars 2015 concernant l'installation de trois nouvelles caméras de surveillance et du déplacement d'une caméra de surveillance dans différents lieux ouverts situés sur le territoire de la commune ; Vu la délibération du Conseil communal du 15 décembre 2014 ayant pour objet de procéder à une extension du réseau de caméras de surveillance en 2015 et de passer commande auprès du CIRB-IrisNet pour l'achat de matériel de vidéosurveillance ; Considérant que la loi du 21 mars 2007 stipule que la décision d'installer une ou plusieurs caméras de surveillance dans un lieu ouvert est soumise à l'avis positif du conseil communal après consultation préalable du Chef de Corps de la zone de police où se situe le lieu ; Considérant que la commune souhaite étendre son réseau de caméras de surveillance à des lieux ouverts actuellement non couverts par le système de vidéo-surveillance en procédant à l'installation de trois nouvelles caméras respectivement dans les rues de Neck, Deschampheleer et sur le boulevard Louis Mettewie ainsi qu'au déplacement d'une caméra à l'angle de la rue Léon Fourez et de la chaussée de Jette ; Considérant que le système fournit, en cas de constat visuel d'atteinte aux personnes et aux biens, d'importants éléments d'investigation, Décide, Article 1.-: d'émettre un avis positif concernant l'installation de nouvelles caméras de surveillance aux emplacements suivants : - Rue de Neck, à hauteur du n°17 - Rue Deschampheleer, à hauteur du n°16 - Boulevard Louis Mettewie, à hauteur du n°7 - Chaussée de Jette, à hauteur du n°290 Article 2.- : d'approuver la liste actualisée telle que reprise en annexe et précisant les emplacements des caméras de surveillance installées sur le territoire communal ainsi que des quatre nouvelles qui seront installées en 2015. (voir n° 017 du registre-annexe).
Uitbreiding van het netwerk van bewakingscamera's. Advies. De Raad, in openbare vergadering, Gelet op de nieuwe gemeentewet, Gelet op de wet van 21 maart 2007 tot regeling van de plaatsing en het gebruik van bewakingscamera's ; Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 16 mei 2002 die tot voorwerp had de reglementaire bepalingen aan te geven die toepasbaar zijn op het gebruik van de bewakingscamera's, en hun locaties op het gemeentelijke grondgebied vast te leggen ; Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 15 september 2011 die tot voorwerp had de locaties van de bewakingscamera's op te geven met het oog op de aangifte ervan aan de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ; Gelet op het raadgevende advies verstrekt door de Korpschef van de politiezone Brussel-West in zijn brief van 24 maart 2015 over de plaatsing van drie nieuwe bewakingscamera's en de verplaatsing van een bewakingscamera in diverse open ruimtes
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 18
gelegen op het gemeentelijke grondgebied ; Gelet op de beraadslaging van de Gemeenteraad van 15 december 2014 die tot voorwerp had over te gaan tot een uitbreiding van het netwerk van bewakingscamera's in 2015 en een bestelling te plaatsen bij het CIBG-IrisNet om videobewakingsmateriaal te kopen ; Overwegende dat de wet van 21 maart 2007 bepaalt dat de beslissing in een open ruimte één of meer bewakingscamera's te plaatsen onderworpen is aan het positieve advies van de Gemeenteraad na een voorafgaande raadpleging van de Korpschef van de politiezone waar de ruimte zich bevindt ; Overwegende dat de gemeente haar netwerk van bewakingscamera's wil uitbreiden naar open ruimtes die momenteel niet afgedekt worden door het systeem van videobewaking, door over te gaan tot de plaatsing van drie nieuwe camera's, achtereenvolgens in de De Neckstraat, de Deschampheleerstraat en de Louis Mettewielaan, alsook tot de verplaatsing van een camera naar de hoek van de Léon Fourezstraat en de Jetsesteenweg ; Overwegende dat het systeem, in geval van een visuele vaststelling van schade aan personen en goederen, belangrijke onderzoekselementen oplevert, Beslist, Artikel 1.- een positief advies uit te brengen met betrekking tot de plaatsing van nieuwe bewakingscamera's op de volgende locaties ofte plaatsen: - De Neckstraat, ter hoogte van nr. 17 - Deschampheleerstraat, ter hoogte van nr. 16 - Louis Mettewielaan, ter hoogte van nr. 7 - Jetsesteenweg, ter hoogte van nr. 290 Artikel 2.- haar goedkeuring te geven aan de hier bijgevoegde geactualiseerde lijst die de locaties opgeeft van de reeds geplaatste camera's op het gemeentelijke grondgebied, alsook die van de vier nieuwe die in 2015 zullen worden geplaatst. (zie bijlage nr 017 van de notulen). -----DECIDE à l'unanimité BESLUIT eenparig -----objet - voorwerp 8
Asbl "Forum Koekelbergeois". Octroi d’un subside pour 2015. Vu la nouvelle loi communale ; Vu la loi du 14 novembre 1983 relative au contrôle de l'octroi et de l'emploi de certaines subventions ; Vu le décret de la Commission communautaire française du 30 avril 2004 relatif à la cohésion sociale ; Vu la délibération du conseil communal du 27 janvier 2011 décidant de détacher la coordinatrice, à l'asbl « Forum Koekelbergeois» à partir du 1er janvier 2011 pour la période 2011-2015 ; Vu la délibération du conseil communal du 27 janvier 2011 approuvant, entre autres, la convention spécifique relative à la coordination locale du contrat de cohésion sociale signée entre la Commune, l'asbl « Forum Koekelbergeois » et le Collège de la Commission Communautaire française ; Considérant que cette convention stipule que la commune de Koekelberg prend à sa charge les frais de personnel et de fonctionnement non subsidiés par la Commission Communautaire française ; Considérant que le Collège en date du 30 mars 2015 a contrôlé l'utilisation du subside
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 19
octroyé par la commune à l'Asbl « Forum Koekelbergeois » pour l'année 2014 ; Considérant qu'un crédit de € 54.000,00 a été inscrit à l'article 842/332-02 du budget ordinaire de 2015 à titre de subside à l'asbl « Forum Koekelbergeois» , Décide, Article 1.- D'accorder pour 2015, un subside de € 54.000,00 à l'Asbl «Forum Koekelbergeois » en vue de couvrir la part non subsidiée par la Commission Communautaire française des frais de : - de rémunération de la coordinatrice du programme communal de cohésion sociale, détachée auprès de cette asbl ; - de fonctionnement de cette asbl. Article 2.- D'imputer la dépense à l'article 842/332-02 du budget ordinaire de 2015. Article 3.- De prescrire, sous peine de restitution par voie de contrainte, l'utilisation du subside à la réalisation du but poursuivi. Article 4.- D'inviter le bénéficiaire à communiquer annuellement à la commune la justification de l'utilisation du subside par la présentation du bilan et des comptes. Article 5.- De charger le Collège de l'exécution de sa décision et du contrôle de l'utilisation du subside.
Vzw “Forum Koekelbergeois”. Verlening van een toelage voor 2015. Gelet op de nieuwe gemeentewet; Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van sommige toelagen; Gelet op het decreet van de Franse Gemeenschapscommissie van 30 april 2004 betreffende de sociale cohesie; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 27 januari 2011 om de coördinatrice van het gemeentelijk programma voor de sociale cohesie te detacheren naar de vzw "Forum Koekelbergeois" en dit vanaf 1 januari 2011 voor de periode van 2011-2015; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 27 januari 2011 tot goedkeuring van de specifieke overeenkomst betreffende de plaatselijke coördinatie van het sociaal cohesiecontract tussen de gemeente, de vzw "Forum Koekelbergeois" en de Franse Gemeenschapscommissie; Overwegende dat deze overeenkomst bepaalt dat de gemeente alle personeels- en werkingskosten die niet gesubsidieerd zijn door de Franse Gemeenschapscommissie ten laste neemt; Overwegende dat op 30 maart 2015 het gebruik van de toelage, toegekend aan de vzw "Forum Koekelbergeois" voor het jaar 2014 werd gecontroleerd door het College; Overwegende dat een krediet van € 54.000,00 werd ingeschreven op artikel 842/332-02 van de gewone begroting 2015 als toelage aan de vzw "Forum Koekelbergeois" , Beslist, Artikel 1.- Een toelage van € 54.000,00 te verlenen aan de vzw "Forum Koekelbergeois" voor 2015 om het deel te dekken dat niet gesubsidieerd is door de Franse Gemeenschapscommissie voor de kosten van: - de bezoldiging van de coördinatrice van het gemeentelijk programma voor sociale cohesie, gedetacheerd bij deze vzw; - de werking van deze vzw. Artikel 2.- De uitgave te boeken op artikel 842/332-02 van de gewone begroting voor 2015. Artikel 3.- De aanwending van de toelage verplicht te doen gebruiken voor de verwezenlijking van het gestelde doel, en dit op straffe van gedwongen teruggave. Artikel 4.- Bovengenoemde begunstigde te verzoeken jaarlijks, het gebruik van de verkregen toelage te rechtvaardigen aan de gemeente, door voorlegging van de balans en van de rekening. Artikel 5.- Het College te belasten met de uitvoering van deze beslissing en met de
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 20
controle op de aanwending van de toelage. -----DECIDE à l'unanimité BESLUIT eenparig -----objet - voorwerp 9
Cultes. Fabrique de l'Eglise Sainte-Anne. Compte de 2014. Avis. Le Conseil, en séance publique, Vu la nouvelle loi communale ; Vu le décret impérial du 30 décembre 1809 concernant les fabriques d'églises ; Vu la loi du 4 mars 1870 sur le temporel des cultes ; Vu l'ordonnance du 19 février 2004 portant modification du décret impérial du 30 décembre 1809 concernant les fabriques d'église ; Vu le compte de 2014 de l'Eglise Ste-Anne qui se clôture comme suit : Recettes : € 1.344.299,66 Dépenses : € 889.886,96 Excédent : € 454.412,70 Décide, Article unique.- d'aviser le compte de 2014 de l'Eglise Ste-Anne.
Erediensten. Kerkfabriek Sint-Anna. Rekening 2014. Advies. De Raad, in openbare vergadering, Gelet op de nieuwe gemeentewet; Gelet op het keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken ; Gelet op de wet van 4 maart 1870 op de temporaliën van de erediensten ; Gelet op de ordonnantie van 19 februari 2004 tot wijziging van het keizerlijk decreet van 30 december 1809 op de kerkfabrieken ; Gelet op de rekening van 2014 van de Sint-Annakerk die als volgt wordt afgesloten : Ontvangsten : € 1.344.299,66 Uitgaven : € 889.886,96 Batig saldo : € 454.412,70 Beslist, Enig artikel.- de rekening van 2014 van de Sint-Annakerk te adviseren. -----Décision prise par 16 voix "oui" contre 0 voix "non" et 7 abstentions. Beslissing genomen met 16 stemmen "ja" tegen 0 stem "neen" et 7 onthoudingen. Ont voté "oui" - Hebben "ja" gestemd : Pivin, Cornelissen, De Keyn, Andry, Dewinck-Capelle, Lefrancq, Mghari, Nasri, Cohen-Wellekens, Laaouej, Van Der Straeten, Tyssaen, Aouasti, Zamouri, Deheyn, Simillion Ont voté "non" - Hebben "neen" gestemd : / Se sont abstenus - Hebben zich onthouden : Delathouwer, Lagast, Limani, Lamote, Badri, Huyge, Booth -----Question orale relative aux fleurs et plantations à Koekelberg. (Point inscrit à la demande de M. DEHEYN) Mme LEFRANCQ répond à cette question orale. Mondelinge vraag met betrekking tot bloemen en aanplantingen in Koekelberg. (Punt ingeschreven op aanvraag van dhr DEHEYN.) Mevr. LEFRANCQ antwoordt op deze mondelinge vraag. *****
Séance du 20 avril 2015 - Zitting van 20 april 2015
folio 21
Question orale relative à la "chasse aux oeufs". (Point inscrit à la demande de Mevr. COHEN-WELLEKENS) Mme DEWINCK-CAPELLE répond à cette question orale. Mondelinge vraag met betrekking tot "paaseierenraap". (Punt ingeschreven op aanvraag van dhr COHEN-WELLEKENS.) Mevr. DEWINCK-CAPELLE antwoordt op deze mondelinge vraag. ***** Question orale relative aux éducateurs de rue au sein des jardins collectifs. (Point inscrit à la demande de M. HUYGE) M. le Bourgmestre répond à cette question orale. Mondelinge vraag met betrekking tot de straathoekwerkers binnen de collectieve tuinen. (Punt ingeschreven op aanvraag van dhr HUYGHE.) De heer Burgemeester antwoordt op deze mondelinge vraag. ***** Interpellation relative au Belgian Chocolate Village. (Point inscrit à la demande de MM. LAAOUEJ et AOUASTI) M. le Bourgmestre répond à cette interpellation. Interpellatie met betrekking de Belgian Chocolate Village. (Punt ingeschreven op aanvraag van de heren LAAOUEJ et AOUASTI.) De heer Burgemeester antwoordt op deze interpellatie. ***** Question orale relative à l'antenne Actiris et la maison de l'emploi et de l'entreprise. (Point inscrit à la demande de MM. LAAOUEJ et AOUASTI) M. Delathouwer répond à question orale. Mondelinge vraag met betrekking antenne Actiris en huis van de tewerkstelling en de onderneming. (Punt ingeschreven op aanvraag van de heren LAAOUEJ en AOUASTI.) De heer Delathouwer antwoordt op deze mondelinge vraag. HUIS CLOS - BESLOTEN ZITTING La séance est levée à 21 heures 25 minutes. Délibéré en séance du 20 avril 2015 De zitting wordt opgeheven om 21 uur 25 minuten. Beraadslaagd in zitting van 20 april 2015 Par le Conseil - Namens de Raad : Le Secrétaire communal, De Gemeentesecretaris,
Dave DEGRENDELE
Le Bourgmestre, De Burgemeester,
Philippe PIVIN