Sc re en en van he t risico o p ond ervo eding in de hu is artsen praktijk Ap ril 2008
Screenen van het ris ico op ondervoe ding in de huisar tsenpr aktijk Kwantitatief empirisch onderzoek
In opdracht van de Annevillegr oep en Zorgnetwerk Midden-Brabant
Voorwoord Voor u ligt het rapport “screening v an het risico op onderv oeding in de huisartsenprak tijk”. Het rapport is geschrev en in opdracht v an de Annev illegroep en het Zorgnet werk MiddenBrabant. De Annev illegroep (actief in Breda en omgev ing) en het Zorgnetwerk Midden-Brabant zijn twee samenwerkingsv erbanden v an zorgaanbieders. Beide samenwerkingsv erbanden ric hten zich op het bev orderen v an ketenzorg en de v erbetering v an de kwaliteit v an de zorg. Het rapport is tot s tand gekomen door onderzoek binnen twee huisarts enpraktijken in Breda resp. Tilburg. Doel v an het onderzoek is inzicht te k rijgen in het aantal mensen met (risic o op) onderv oeding binnen de thuis situatie. Daarnaas t is getoetst of het screenings instrument SNAQ (short nut ritional ass essment questionaire), dat v eelv uldig binnen de zorginstellingen in Nederland wordt gehanteerd, ook f unctioneert in de eerste lijn. De onderzoeksgroep bestaat uit patiënten die in aanmerking komen v oor de griepv ac cinatie. Het betref t een af gebakende groep, waarbij de v erwachting is dat deze groep een v erhoogd ris ic o heef t op onderv oeding. Het v oordeel v an het screenen tijdens de griepv accinatie is, dat binnen een k ort tijds bestek een groot aantal mensen die thuis wonen (eerste lijn) gescreend wordt op onderv oeding. Het screenen middels SNAQ is een met hode die waarsc hijnlijk niet erg belastend is v oor de patiënt en v oor de huisartsenpraktijk. De resultaten v an de twee onderzoeken binnen de huisartsenprak tijk zijn met elkaar v ergeleken en er z ijn gezamenlijk e c onclusies gef ormuleerd. Langs deze weg willen wij de medewerkers v an huisartsenprak tijk Dudok te Breda en huisartsenpraktijk Witkamp, Wijff els en Mees te Tilburg bedank en v oor hun medewerking. Zij hebben ons de mogelijkheid gegev en dit onderzoek uit te v oeren binnen hun huisartsenpraktijk. Tev ens bedank en we Cathelijn Bogaers, manager Thebe Voeding en Dieet, die zich als stuurgroeplid v an de projecten in beide regio’s s terk heef t gemaakt v oor dit onderzoek en Helma Ogink, diëtist Thebe Voeding en D ieet, die heef t zorggedragen v oor inhoudelijke onders teuning tijdens de uitv oering v an de screening.
Eline Spoor, projectmanager Annev illegroep Helen Aarts, projectmanager Zorgnetwerk Midden-Brabant. Nelie Braspenning, studente v oeding & d iëtet iek
1
Sc re en en van he t risico o p ond ervo eding in de hu is artsen praktijk Ap ril 2008
Inhoudsopgav e Inhou dsopgave............................................................................................................................. 2 Samenvatting................................................................................................................................ 3 Inleiding........................................................................................................................................ 4 2.0 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Litera tuu ron derzoek .......................................................................................................... 6 W anneer is er sprak e van ond erv oeding? ........................................................................... 6 W at zijn de risico’s van ondervoeding?............................................................................... 6 W at zijn de kos ten v oor de g ezondheidszorg?..................................................................... 6 Hoe wordt het probleem ond erv oeding gezien door d e betrokkene n? ................................... 6 Screen in gsinstrument........................................................................................................ 6
3.0 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Het onderzo ek .................................................................................................................. 7 Probleemstellin g ............................................................................................................... 7 Indicatoren........................................................................................................................ 7 Screen in gsinstrument........................................................................................................ 7 Screen in gsmethode .......................................................................................................... 8 Respons ........................................................................................................................... 8 Bev in dingen: in gedeeld in methode SNAQ en werkwijze scre ening...................................... 8 Resultaten...................................................................................................................... 10 Vervolg op de Screenin g ................................................................................................. 10
4.0
Conclusies...................................................................................................................... 11
5.0
Aanbevelingen................................................................................................................ 12
Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3
Litera tuu rlijs t............................................................................................................................... 13 Bijla ge I Bijla ge II Bijla ge III Bijla ge IV Bijla ge V Bijla ge VI Bijla ge VII Bijla ge VIII Bijla ge IX
Projectvoo rstel: Gezamenlijke p ilot screening ondervoeding in de huisartsen praktijk in d e regio ............................................................................... 14 Plan van a anpak: Gezamenlijke onderzoek screening ondervoeding in de huisartsen praktijk in d e regio Breda...................................................................... 15 Screen in gslijst voor de doelgroep (gebruikt in Breda) ............................................ 16 Screen in gslijst voor de doelgroep (gebruikt in Tilb urg )........................................... 17 Folde r over ondervoeding (regio Breda)................................................................ 18 Folde r onde rv oeding regio Tilburg........................................................................ 19 Toe lich ting SNAQ-v ragenlijst bij 2 punten of meer (gebruikt in Breda)..................... 20 Toe lich ting SNAQ-v ragenlijst bij 2 punten of meer (gebruikt in Tilburg)................... 21 Resultaten Breda niet mob ie le patient ................................................................. 22
Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3 Ve rwijderd: 3
2
Sc re en en van he t risico o p ond ervo eding in de hu is artsen praktijk Ap ril 2008
Samenv atting Dit onderzoek is tot stand gekomen door de samenwerkende partijen Annev illegroep en het Zorgnet werk-Midden-Brabant. Er zijn drie groepen patiënten die extra risico lop en op onderv oeding, namelijk chronisch ziek en, pat iënten die een grote operatie hebben ondergaan en ouderen. De incidentie v an onderv oeding bij deze risicogroepen in Nederland is erg hoog. De gev olgen v an onderv oeding zijn onde r andere een v erhoogde kans op pos toperat iev e complicaties, een af name v an de k waliteit v an lev en en een v erhoogde mortaliteit. 1 d e vo etnote n verwi jze n na ar de l it er at uurli jst op p agi na 1 4
In de regio Midden -Brabant en Breda en omgev ing is dit de reden geweest om een project rondom dit thema te starten. Gezamenlijk s tart men het deelproject: Screening van het risico op ondervoeding in de huisartsenpraktijk Doel v an het onderz oek is meer inzicht te krijgen in het aantal patiënten dat in de thuissituatie een v erhoogd risico heef t op onderv oeding. De s creening heef t plaatsgev onden bij mobiele respondenten in de huisarts enpraktijk en bij de niet -mobiele res pondenten in de thuissituatie (alleen Breda). Het onderzoek is uitgev oerd bij een huisarts enpraktijk in Breda en Tilburg. Het onderzoek is uitgev oerd met behulp v an het sc reeningsinstrument: SNAQ (Short Nutrit ional Asses sment Questionnaire). Er is v oor gekozen om de uitv oering te laten samenlopen met de jaarlijkse griepv accinaties in één huisartsenprak tijk per regio. Dit heef t een aantal v oordelen: • Het is logistiek goed uit te v oeren zonder v eel tijd- en kos teninv estering v oor de deelnemende prak tijken. • De patiënten die een griepv accinatie krijgen behoren v eelal tot de risicogroep met v erhoogde kans op onderv oeding of zijn al onderv oed. In totaal zijn ruim 2600 f ormulieren uit gereik t. De respons was 35% . In Tilburg z ijn de f ormulieren bij de griepv accinatie uitge reikt en is v erzocht deze f ormulieren direct in te v ullen. Hierbij zijn logistiek maar ook inhoudelijk een aantal knelpunten ges ignaleerd. Deze bev indingen waren bek end v óór de start v an de screening in Breda. I n de huisartsenpraktijk in Breda is de opzet v an de screening gewijz igd op bas is v an deze bev indingen. Het percentage ingev ulde s creeningslijsten is te laag (ongev eer 35%) om v erstrekkende conclusies te kunnen trekken. Wel is duidelijk dat bij de onderzoeks groep (risico op) onderv oeding zeer weinig v oork omt. De SNAQ methode lijkt toepasbaar in de huisartsenpraktijk, maar niet in combinatie met een massagriepv accinatie. Meer tijd, bet ere leesbaarheid en hulp bij het sc reenen is gewens t.
3
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
Inleiding Onderv oeding bij ziek te is een groot probleem binnen de Nederlands e gezondheidszorg. De incidentie v an onderv oeding bij risicogroepen (chronisch zieken, patiënten die een grote operat ie hebben ondergaan en ouderen) in Nederland is erg hoog: 25-45% blijk t bij ziek enhuisopname onderv oed; tijdens v erblijf in het ziekenhuis is 63-85% v an deze patiënten onderv oed. In de huisartsenprak tijk is 10% onderv oed en in de thuis zorg 50% v an deze patiënten. In de v erzorg ingstehuizen is 10-15% v an de bewoners onderv oed en in de v erpleeghuizen 30-40%. 1 de v oet note n verw ijzen naar d e literat uurli jst op p agin a 14 In december 2006 organis eerde de Nederlandse Zuiv el Organisatie in samenwerking met de Nederlandse Vereniging v an Diëtisten het sy mposium ‘Voeding in de praktijk ’ ov er ov er- en onderv oeding. Tijdens dit sy mposium heef t prof ess or Jaap v an Binsbergen een presentatie gehouden, waarbij hij aandacht v raagt v oor het belang v an de signalerende f unctie die een huisarts heef t. Het is bekend dat de v oedingss tatus v an de patiënt v an grote inv loed is op de uitkomst v an medische interv enties. Het is daarom v an belang dat de huisarts attent is op de v oedingsstatus v an de oudere patiënten in zijn p raktijk, juist als ze nog gezond zijn, aldus v an Binsbergen. 2 De doorsnee huisarts heef t ec hter te weinig oog v oor de v oedings status van de patiënt. De meest recente gegev ens ov er het risico op onderv oeding zijn in oktober 2007 gemeten. Dit onderzoek heef t plaatsgev onden in div erse instellingen, waaronder de huisartsenpraktijk. In totaal zijn 614 pat iënten gesc reend. Het aantal pers onen met een risico op onderv oeding, bedroeg 4,4% Het aantal personen dat een v erhoogd risico had op onderv oeding, bedroeg 13,2%. 1 In Breda en omgev ing is de Annev illegroep gestart met het project Eten & D rinken. Het doel v an dit project is om de participerende zorgaanbieders in staat te stellen een regionaal multidisciplinair v oedingsbeleid te ont wikkelen. De Annev illegroep v indt het v an belang het ris ic o op onderv oeding s erieus te nemen. Door m iddel v an dit onderzoek wordt het risico op 4 onderv oeding in de eerste lijn in k aart gebracht In Midden -Brabant ric ht het project ‘onderv oeding’ zich op de onderwerpen: def initiev orming, screening en ov erdracht.
Gezamenlijk s tart men het deelproject: Screening van het risico op ondervoeding in de huisartsenpraktijk. Het doel v an dit onderzoek is meer inzicht te krijgen in het aantal onderv oede patiënten in de huisartsenpraktijk. Het onderzoek heef t alleen betrek king op de risicogroepen, die uitgenodigd worden v oor een griepv accinatie. Door middel v an het inv ullen v an het gek ozen screenings ins trument, door de patiënt zelf of door personen uit zijn omgev ing, worden gegev ens v erkregen met betrekking tot het aantal onderv oede patiënten in de c ategorieën matig tot erns tig èn inzicht in het aantal patiënten met v erhoogd risico op onderv oeding. Aangezien er geen lit eratuur te v inden is ov er deze doelgroep zal het in dit onderzoek niet mogelijk zijn een v ergelijking t e mak en met studies uit het v erleden, maar v indt uitsluitend een praktis che v ergelijking tus sen de samenwerkende partijen plaats.
4
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
Resultaat: de v erzamelde gegev ens zullen worden v erwerkt tot een notitie, waarin behalv e weergav e v an de v erzamelde gegev ens ook aanbev elingen worden gedaan met betrekk ing tot screening in de huisartsenpraktijk. Het s amenwerk en v an de regio’s geef t de mogelijkheid om de inzet v an huis artsenpraktijk en te s preiden. Met de v erkregen resultaten k an een v ergelijking worden gemaak t. Tev ens zijn er meer gescreende patiënten, waardoor de betrouwbaarheid v an conclusies wordt v ersterkt. De v erwachting is dat het onderzoek een ef fec t heef t op de alertheid v an huisartsen op het f enomeen onderv oeding. Daarnaast onts taat er meer inzicht in het aantal onderv oede patiënten binnen een huisartsenprak tijk . De gegev ens uit het onderzoek kunnen gebruikt worden v oor v erdere acties om onderv oeding binnen de huis artsenpraktijk onder de aandac ht te brengen. Er is v oor gekozen om de uitv oering te laten samenlopen met de jaarlijkse griepv accinaties in één huisartsenprak tijk per regio. Dit heef t een aantal v oordelen: • Het is logistiek goed uit te v oeren zonder v eel tijd- en kos teninv estering v oor de deelnemende prak tijken. • De patiënten die een griepv accinatie krijgen, behoren v eelal tot de ris ic ogroep met v erhoogde kans op onderv oeding of zijn al onderv oed. • Met dit onderzoek wordt de patiënt geïnf ormeerd rondom het thema onderv oeding. In beide regio’s is erv oor gekozen om het screeningsins trument: SNAQ (Short Nut rit ional Ass essment Questionnaire) te gebruiken. Er is nog geen landelijk gev alideerd instrument v oor de eers te lijn. SN AQ is Quick en Easy in gebruik. Dat v erhoogt de haalbaarheid v an het s creenen. Daarnaas t wordt dit ins trum ent zowel in ziekenhuis- als v erpleeghuissetting v eel gebruikt.
5
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
2.0
Li teratuuronderzoek
2.1
Wanneer is er sprake van ondervoeding?
In het algemeen wordt gesproken ov er depletie, wanneer bij ziek te sprake is v an onbedoeld gewichtsv erlies v an meer dan 10% in de laatste 6 maanden of meer dan 5% in de laatste maand. Verder is er ook s prake v an onderv oeding bij een Body Mass Index (BMI, gewicht / lengte 2) kleiner dan 18,5. 1 2.2
Wat zijn de risico’s van onder voeding?
Inmiddels is v eel bekend ov er de gev olgen v an onderv oeding bij risic ogroepen, zoals ouderen, chronisch zieken en patiënten rond een operatie. Z iektegerelateerde onderv oeding leidt aantoonbaar tot langzamer herstel en complicaties bij z iek te en operaties . Gev olgen v an aan ziek te gerelateerde onderv oeding zijn v erlies v an lichaams gewicht en spiermassa, daling v an de weerstand, v erhoogde kans op complic aties, zoals inf ecties en dec ubitis en een v ertraagde wondgenezing. Dez e situatie kan tot een negatiev e gezondheids spiraal leiden, zoals langere opnam eduur, v erhoogd medicijngebruik, toename v an de zorgcomplex iteit en af name v an de kwaliteit v an lev en. Ook is wetenschappelijk aangetoond dat onderv oeding een onaf hankelijk e risic of ac tor v oor ov erlijden is. 3 2.3
Wat zijn de kosten voor de gezondheidszorg?
Uit de literatuur k an worden af geleid dat de kosten v an onderv oeding in de Nederlandse gezondheids zorg minimaal 300 miljoen euro per jaar zijn. Sommige be rekeningen lopen zelf s op tot ruim 1 m iljard euro per jaar. Het probleem en de kos ten v an onderv oeding zullen de komende jaren alleen m aar t oenemen, aangez ien de groep ouderen en chronisch zieken 2 groeit. 2.4
Hoe wordt het probleem ondervoeding gezien door de betr okkenen?
Uit onderzoek blijkt dat t e weinig bet rok kenen bij deze f eiten stils taan. Het probleem v an onderv oeding bij ziekte wordt onderschat door artsen, v erpleegkundigen en het management, maar ook door de patiënten z elf en hun naaste f amilie. Uiteinde lijk wordt slechts 50% v an alle patiënten met onderv oeding herkend en op de goede manier behandeld. U it de landelijke metingen v an 2001, 2004 en 2005 naar de prev alentie v an onderv oeding blijkt dat dit cijf er ongev eer cons tant blijf t en de mate v an herkenning en behandeling -ondanks de campagne ' Wie bet er eet wordt sneller beter'- niet v erbetert. 4
2.5
Screeningsinstrument
In het proefs chrif t “Sc reening and treatment of malnourished hos pital patients” (Hinke Kruizenga, 17 mei 2006) wordt gec oncludeerd dat: de Short Nutrit ional Assessment Ques tionnaire (SNAQ) een v alide en bruikbaar sc reeningsinstrument is v oor de totale klinische populat ie en v oor de hoog-risico polik linische af delingen. De herkenning v an onderv oeding v erbetert v an 50% naar 80 % door s creening met de SNAQ. Omdat de SNAQ methode Quick en Easy is wordt deze methode gehanteerd tijdens het onderzoek. De screeningslijst kan door de res pondenten zelf worden ingev uld.
6
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
3.0
Het onderzoek
3.1.
Pr obleemstelling
Er zijn onv oldoende harde cijf ers ov er het aantal onderv oede patiënten in de huisartsenpraktijk. Het is v an belang meer z icht te krijgen op het percentage onderv oede patiënten in de eerste lijn. Het onderzoek heef t alleen bet rekk ing op de risicogroepen, die uitgenodigd worden v oor een griepv accinatie. Door het screenen v an de patiënten met behulp v an het gek ozen screenings ins trum ent (SNAQ) worden gegev ens v erkregen met bet rek king tot het aantal onderv oede patiënten in de categorieën matig tot e rnstig èn wordt inzicht v erkregen in het aantal patiënten met v erhoogd risico op onderv oeding.
3.2. a) b)
3.3.
Indicator en Hoev eel % v an de mobiele res pondenten uit de thuis situatie heef t een v erhoogd risico op onderv oeding? Hoev eel % v an de niet-mobiele respondenten in de thuissituatie heef t een v erhoogd risic o op onderv oeding? (heef t alleen betrek king op de regio Breda) Scr eeningsinstr ument
Er is gescreend met de SNAQ (Short Nutritional Assessment Questionnaire).
Toelichting op sc ore Scor e 0-1 Bij sc ore 0 -1 punt is er geen (v erhoogd) risico op onderv oeding. Scor e 2 of meer Bij sc ore 2 of meer is er een (v erhoogd) risico op onderv oeding.
7
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
3.4. Scr eeningsmeth ode De regio’s hebben logistiek v ersc hillende keuzes gemaakt om de screening uit te v oeren. In onders taand s chema wordt dit beschrev en. Midden Brabant SNAQ-screeningsf ormulier uitgedeeld bij bezoek v an de huis arts v oor griepv acc inatie. Patiënt v ult het f ormulier ter plek ke in Hulp bij het inv ullen gekregen v an medewerkers
Na inlev eren v an het f ormulier krijgt de patiënt een inf ormatief older uitgereikt ov er ‘onderv oeding’
3.5.
Breda en omgeving SNAQ-screeningsf ormulier opsturen naar de respondent Patiënt v ult het f ormulier thuis in. Geen hulp gekregen v an medewerkers Geen nav raag gedaan aan de patiënt of het screeningsf ormulier meegenomen is . Patiënt ontv angt het f ormulier v ia de post, kort v oordat de v acc inatie plaatsv indt. Wanneer uit de score blijkt dat bij de patiënt s prake is v an een v erhoogd ris ico of dat de patiënt onderv oed is, krijgt de patiënt een brief met daarin de inf ormatief older ov er ‘onderv oeding’
Respons
In totaal zijn ruim 2600 f ormulieren uit gereik t. Hierop is een respons v an 35% gekomen. Zie onderstaande schema’s v oor v erdere v erbijzonderin g. Tilburg en Breda Totaal v erstuurde formulieren Respons Respons mannen Respons v rouwen
2600 - 2650 35% 519 personen 407 personen
Tilburg Totaal v erstuurde formulieren Respons Respons mannen Respons v rouwen
1150 – 1200 43% 305 personen 197 personen
Breda Totaal v erstuurde formulieren Respons Respons mannen Respons v rouwen
1450 32% 214 personen 210 personen
3.6. Bevindingen: ingedeeld in methode SN AQ en werkwijze screening. In Tilburg is het onderzoek in ok tober 2007 uitgev oerd. In Breda een maand later. De knelpunten v an Tilburg zijn meegenomen in de aanpak v an Breda. SNAQ-methode In Tilburg z ijn knelpunten gesignaleerd in het gebruik v an de SNAQ. Het tellen v an de bollet jes op het kaartje lev ert v erwarring op. Dit heef t het zelf inv ullen v an de SNAQ bemoeilijkt en werd hulp v an aanwezige diëtisten noodzakelijk. Werk wijze screening In Tilburg is een aantal k nelpunten gesignaleerd in de werkwijze. De belangrijkste zijn:
8
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
-
Er is plaatsgebrek. De ruimte is te klein en te v ol. Hierdoor is er geen p riv acy v oor de respondenten. Een aantal patiënten v oelt zich ov errompeld en wil niet meewerken aan het onderzoek. Het begrip onderv oeding v raagt om meer toelichting dan wat in deze setting mogelijk is. Het grootste deel v an de patiënten v indt het te moeilijk om de SNAQ-kaarten in te v ullen. De patiënten hebben te weinig tijd om de SNAQ-v ragenlijst in te v ullen. Patiënten hebben problemen m et het te kleine letterty pe en het f ormulier is onv oldoende leesbaar (geen leesbril meegenom en). Patiënten hebben m oeite met het v erstaan v an de onderzoeksmedewerkers. De betrouwbaarheid v an de reactie kan hierdoor beïnv loed zijn.
Deze bev indingen waren bek end v óór de start v an de screening in Breda. Z ij hebben daarmee hun v oordeel gedaan door de opzet v an de sc reening te wijzigen. Breda heef t de SNAQ aangepast. Pat iënten kunnen de v ragen nu beant woorden met een ja / nee (zie bijlage v oor gebruikte methode). Daarnaast is de SNAQ v an een toelichting v oorzien. De SNAQ is v erstuurd naar pat iënten en daarbij is de mogelijk heid geboden te bellen met de projectmanager bij v ragen. 13 Pat iënten hebben hierv an gebruik gemaakt. De respons in Breda is lager dan in Tilburg.
9
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
3.7
Resultaten
Vrouwen
BREDA Mannen
Totaal
Vrouwen
TILBURG Mannen
BREDA + TILBURG Vrouwen Mannen Totaal
Totaal
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
Aantal
%
A antal
%
Aa ntal
%
Aa ntal
%
Aantal
%
Aantal
%
0 PUNTEN 1 PUNT 2 PUNTEN 3 PUNTEN 4 PUNTEN 5 PUNTEN 6 PUNTEN totaal
195 12 0 2 1 0 0 210
93 6 0 1 0 0 0 100
203 3 3 2 2 0 1 214
95 1 1 1 1 0 0 100
398 15 3 4 3 0 1 424
94 4 1 1 1 0 0 1 00
261 21 6 12 4 1 0 305
86 7 2 4 1 0 0 1 00
181 4 4 7 1 0 0 197
92 2 2 4 1 0 0 10 0
442 25 10 19 5 1 0 502
88 5 2 4 1 0 0 10 0
456 33 6 14 5 1 0 515
89 6 1 3 1 0 0 100
384 7 7 9 3 0 1 411
93 2 2 2 1 0 0 100
840 40 13 23 8 1 1 926
91 4 1 2 1 0 0 100
tot 5 0 j aar 50-59 jaar 60-69 jaar 70-79 jaar 80+ totaal
28 16 54 66 46 210
13 8 26 31 22 100
14 16 74 74 36 214
7 7 35 35 17 100
42 32 128 140 82 424
10 8 30 33 19 1 00
18 28 90 118 51 305
6 9 30 39 17 1 00
5 26 57 84 25 197
3 13 29 43 13 10 0
23 54 147 202 76 502
5 11 29 40 15 10 0
46 44 144 184 97 515
9 9 28 36 19 100
19 42 131 158 61 411
5 10 32 38 15 100
65 86 275 342 158 926
7 9 30 37 17 100
Het percentage ingev ulde s creeningslijsten is te laag om v ers trekkende conclusies te kunnen trek ken. De respons is in de regio Tilburg 43%. In de regio Breda is de respons 32%. Zowel in de regio Tilburg als in de regio Breda is het risico op onderv oeding relatief klein. Regio Breda In totaal heef t 94% (N=398) v an het aantal mobiele respondenten 0 punten behaald. In t otaal heef t 3% v an de res pondenten een score v an 2 punten of meer gesc oord. In de groep niet -mobiele respondenten die in de thuissituatie de griepv accinatie hebben ontv angen, komt zeer weinig het risico op onderv oeding v oor. Aan 50 personen is het screeningsf ormulier toegestuurd. De respons bedroeg 21% (N=12). In totaal s coorden 98% (N=10) een sc ore v an 0 punten. De groep die 1 punt behaalde bedroeg 2%. Geen enkele respondent behaalde 2 of meer punten. Regio Tilburg In totaal heef t 88% (N=442) v an het aantal mobiele respondenten 0 punten behaald. In totaal heef t 7% v an de respondenten een sc ore v an 2 punten of meer ges coord. 3.8
Ver volg op de Screening
Regio Breda Nadat de screening heef t plaatsgev onden, zijn d e f ormulieren met daarop de benodigde gegev ens af gegev en bij de huisartsenprak tijk . De huis arts heef t de gegev ens v an de patiënt met een ris ic o op onderv oeding ontv angen. De huisarts k an c ontact opnemen met de patiënt om de v oeding te bes preken. Uit schrif telijk contact met de praktijkassistente v an de huisartsenpraktijk wordt duidelijk dat er nog geen actie ondernomen is naar aanleiding v an de v erstrek te gegev ens. Regio Tilburg De patiënten die in de screening 2 of hoger score hebben het adv ies gekregen om een af spraak bij hun huisarts te mak en. Bij nav raag blijkt dat de patiënten deze actie niet ondernomen hebben.
10
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
4.0 Concl usies 1. Het percentage ingev ulde screenings lijsten is te laag om v erstrek kende conclusies te kunnen trekken. De respons is in de regio Tilburg 43%. In de regio Breda is de respons 32%. 2. De v eronderstelling is dat de doelgroep, welke wordt uitgenodigd v oor een griepv accinatie, behoort tot de risicogroep, waarbij s prake is v an een v erhoogd risico op onderv oeding. Bov engenoemde v eronderstelling is niet objectief te stav en omdat de gemeten groep een erg laag percentage onderv oed kent. Omdat het aantal gescreende mensen te laag is betref t dit uitsluitend een v oorlopige conc lus ie. 3. De SNAQ methode lijkt toepasbaar in de huisartsenpraktijk, maar niet in combinatie met een massagriepv accinatie. Meer t ijd, betere leesbaarheid en hulp bij het screenen is gewens t.
11
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
5.0
Aanbev elingen
-
De v ragenlijs t werd niet door alle respondenten goed ingev uld. Een goede pretes t is v an groot belang om een werkbaar en eenv oudig in te v ullen screenings kaartje te ontwikkelen.
-
Wanneer uit de screening blijkt dat een patiënt een SNAQ-score v an 2 punten of meer heef t, is het belangrijk dat de huis arts geïnf ormeerd wordt en de juiste interv enties uitgezet worden.
-
De praktijkondersteuner of assistente heef t een signalerende f unctie binnen de huis artsenpraktijk. Deze f unc tie is v an groot belang bij het signaleren v an risico op onderv oeding.
-
Prev entief , in de huisartsenpraktijk, een algemene f older ov er onbedoeld afv allen aanbieden stimuleert mensen om ev en s til te staan bij hun gewichts v erloop en v oedselinname
-
Er d ient een kaart te worden ontwikk eld met daarop de SNAQ-v ragen. Deze kaart kan door alle hulpv erleners in de zorg gebruikt worden om klanten op onderv oeding te sc reenen. Het dient handz aam en gemakk elijk toepasbaar te zijn. De k aart biedt relev ante inf ormatie ov er onderv oeding en welke acties te ondernemen bij welke score. Door de kaart mee te drag en z ijn zorgv erleners bewus t v an het (risico op) onderv oeding.
-
Het is belangrijk dat de hulpv erleners op de hoogte zijn v an het risic o op en de gev olgen v an onderv oeding. Door scholing kunnen zij bekend worden met het onderwerp onderv oeding.
12
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
Li teratuurlij st Dez e nummers c orres ponderen met de voetnoten in de tekst .
1. http://www. nutritionalas sessment.azm.nl/onderv oeding/index.htm 2. http://www.cbs.nl 3. Kristel A. N. D. N ijs, Cees de Graaf , Frans J. Kok and Wija A. v an Stav eren, Eff ect of f amily sty le mealtimes on quality of lif e, physical perf ormance, and body weight of nursing home res idents: cluster randomised controlled t rial, BMJ 2006;332;1180-1184; originally published online 5 May 2006; doi: 10.1136/bmj.38825.401181. 7C 4. http://www.snellerbeter.nl/programmasb1/onderv oeding/wat-is-onderv oeding-bij-ziekte 5. M. v an Merrienboer, E. Sp oor, Plan v an aanpak- project Eten & D rink en. 6. Voedingsmagazine, 1, 2007, huisarts moet attent zijn op onderv oeding, prof ess or J. v an Binsbergen. Blz. 10/11/12 7. www.ongewildaf vallen.nl
13
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
Bijlage I Pr ojectvoor stel: Gez amenlijke pilot screening ondervoedin g in de huisartsenpr aktijk in de regio
Dit projectv oorstel is tot stand gekomen in samenwerk ing m et het Zorgnetwerk MiddenBrabant en de Annev illegroep. Deze t wee projectbureaus richten zich op ketenzorg in de regio Midden-Brabant en de regio Breda. Het doel v an deze pilot is meer inzicht te v erkrijgen in het aantal onderv oede patiënten in de huisartsenpraktijk. De pilot heef t alleen betrekking op de risicogroepen, die u itgenod igd worden v oor een g riepv ac cinatie. Door het inv ullen v an het gekozen screeningsinstrument, door de patiënt zelf of door personen uit z ijn om gev ing, willen wij gegev ens v erk rijgen met betrekk ing tot het aantal onderv oede patiënten in de c ategorieën matig tot erns tig èn inzicht in het aantal patiënten met v erhoogd risico op onderv oeding. Resultaat: de v erzamelde gegev ens zullen worden v erwerkt in een not itie, waarin ook de aanbev elingen met bet rek king tot de sc reening in de huis artsenpraktijk genoem d zullen worden. Na ov erleg met betrokkenen is erv oor gekozen de uitv oering te laten samenlopen m et de jaarlijkse griepv accinaties in één huisarts enpraktijk per regio. Dit heef t een aantal v oordelen: • Het is logistiek goed uit te v oeren zonder v eel tijd- en kosteninv estering v oor de deelnemende praktijken. • De patiënten die een griepv accinatie krijgen, behoren v eelal tot de risicogroep me t v erhoogde kans op onderv oeding of zijn al onderv oed. • Met deze pilot wordt de pat iënt geïnf ormeerd ov er het thema onde rv oeding. • Door twee praktijken uit de regio’s mee te laten doen kan met de v erkregen resultaten een v ergelijking gemaakt worden. Er is in beide regio ’s gekozen om het screeningsinstrument: SN AQ (Short Nut ritional Ass essment Questionnaire) te gebruiken. Er is nog g een lan delijk gev alideerd instrument v oor de eerste lijn. SN AQ is Quick en Easy in gebruik. Dat v erhoogt de haalbaarheid v an het screenen. Daarnaast wordt dit ins trument zowel in ziekenhuis - als v erpleeghuissetting v eel gebruikt.
14
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
Bijlage II
Plan van aanpak: Gez amenlijke onderzoek scr eening ondervoeding in de huisar tsen praktijk in de regio Br eda
1. Wer kwijze van de screening Rond eind september begin oktober wordt door de huisartsenpraktijk de uitnodiging v oor de griepprik v erstuurd. Op de uitnodigingskaart komt ook de SNAQ te staan met een korte uitleg en zal de patiënt v erzocht worden deze in te v ullen. Naas t de SNAQ wordt er om lengte, gewicht en leef tijd gev raagd. De uitnodigingskaart wordt zo gemaakt dat de gegev ens anoniem aangelev erd worden. Bij het bezoek aan de huisartsenpraktijk v oor de griepprik zal de SNAQ in ontv angst worden genomen. Er zijn dan een diëtist en een student diëtetiek aanwezig v oor ev entuele v ragen en prev entiev e inf ormatie. Ook kunnen zij helpen bij het inv ullen v an de SNAQ. Er zal een f older worden uitgereikt. Daarnaast worden afs praken gemaakt met de huisarts ov er ev entuele v erwijzing bij af wijkende s core SNAQ. 2. Tijdspad Wat Inhoud afsprakenkaart bepalen Data griepprik v astleggen Af sprakenkaart drukken Promot iemateriaal Werk wijze doornemen met huisartsenpraktijk Sc reening Verwerking gegev ens Presentat ie notitie
Wie Huisarts, Projectbureau
Voor Wanneer 1 september 2007
Huisarts Projec tbureau Projec tbureau Projec tbureau, Diet ist en Huisarts en/of PO-er
1 september 2007 half s eptember 2007 half oktober 2007 half oktober 2007
Projec tbureau Projec tbureau
oktober /nov ember Eind nov ember Half december
3. Invester ingen De projec tbureaus z orgen v oor - Drukken v an de oproepkaarten - Promotiemateriaal (poster en klein pres entje v oor deelname) - Verwerk ing v an de gegev ens - Af stemmen werk wijze t ijdens griepv accinatie en inlev eren SNAQ De huisarts enpraktijk zorgt v oor: - Bes chikbare ruimte - Af stemmen werk wijze t ijdens griepv accinatie en inlev eren SNAQ Af deling diëtetiek v an Thebe en Mark en Maasmond zorgt v oor: - Inzet v an een diëtist tijdens griepv acc inatie en inlev eren SNAQ − Inzet v an een diëtist bij op zet not itie − Begeleiding v an student v oeding en diëtet iek in samenwerking met projectleiders
15
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
Bijlage III
Scr eeningslijst voor de doelgroep (gebruikt in Br eda)
Geachte h eer/mev rou w, Uw huisarts doet mee aan een screenin g rondom ongewenst afvallen. De patiënten d ie worden uitgenodig d voor d e griepp rik, wo rden benaderd voor deelname aan deze screening. De scree ning beperkt zich voor u tot het beantwoorden van 3 ee nvoudige v ragen. U mag uiteraard ze lf beslisse n of u wel of niet aan de screening wilt deelnemen. U geeft de ze ingevu lde b rief op de dag van de griepprik af bij de prak tijkondersteuner. Indien nodig ontvangt u v ia de post inf ormatie rondom d it thema. VRAGEN:
Man / Vrouw Omcirkelen wat van toepassing is Lee ftijd: Beantwoord de v olgende v ragen doormiddel van een ja of ee n n ee te omcirkelen. 1. Bent u onbedoeld a fgevallen? meer da n 6 kg . In d e laa tste 6 maanden meer da n 3 k g de afg elopen maan d
Ja / Ne e Ja / Ne e
2. Had u de afge lopen ma and een ver minderde ee tlust?
Ja / Ne e
3. Heeft u de afgelopen maand drinkvoeding of sonde voeding gebruikt?
Ja / Ne e
hierlangs a fk nipp en door assisten te ; on ders ta ande ge gevens zijn bestemd voor uw huisarts.
Graa g uw gegevens hie ronder invullen, zodat wij u inf ormatie ron dom uw score kunn en toe zenden. Naam: Geboor tedatum: Wij d anken u ha rtelijk voor uw medewe rking aa n deze screening .
16
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
Bijlage IV
Scr eeningslijst voor de doelgroep (gebruikt in Tilburg)
Geachte h eer/mev rou w, Uw huisarts doet mee aan een project ondervoedin g. Alle p atiën ten d ie worden uitgeno digd voor de griepprik, worden benaderd voor deelname aan dit onderzo ek. He t onderzoek bep erk t zich voor u to t het bean two orden van 3 eenvoudige vragen. U mag uiteraard zelf beslissen of u we l of n iet aan het project wilt de elnemen. Het project Om bij u vast te stellen of u een (verhoogd) ris ic o heef t op on dervoed ing wo rdt u v erzocht de 3 vragen hiernaast te beantwoorden. U scoort per vraag een aan tal bolletjes . Het totaal aantal bolletjes van de 3 v ragen telt u op en kunt u vervolgens in he t lege vlak daaro nder noteren . U geeft de ingevulde kaa rt o p de dag van d e g riepp rik af aa n de aanwezig e dië tist. U krijgt v erv olgens inf orma tie over onde rvo eding en ove r de betekenis van uw sco re.
Het invullen van deze v ragenlijst is s trikt vertrouwelijk. Uw antwoo rde n en opmerkingen zijn anon iem en op geen enke le manier te herleiden tot individue le perso nen. Ook bij de verwerking van de vrage nlijst e n de rap portag e blijf t anonimiteit gewaarborgd. W anneer u voo raf v ragen heeft over het project kunt u terech t bij Helen Aarts , projectleider Zorgnetwerk Midden-Brabant, tel. 01 3-4657358
17
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
Bijlage V
Folder over ondervoeding (r egio Breda)
18
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
Bijlage VI
Folder ondervoeding regio Tilburg
19
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
Bijlage VII
Toelichting SN AQ-vragenlijst bij 2 pun ten of meer (g ebruikt in Breda)
Scor e 2 of meer Wannee r u 2 of meer punten s coort heef t u een (v erhoogd) risic o op onderv oeding. Het is belangrijk om uw gewichtsv erloop te blijv en v olgen. Wannee r u z ich maandelijks weegt houdt u zicht op het risic o dat u loopt. Wat onderv oeding prec ies is en hoe u het kunt herkennen is in het kort bes chrev en in de bijgev oegde f older. We adv iseren u om een keer een af spraak met uw huisarts te mak en. Deze zal samen met u bekijken hoe uw v oedingstoestand er precies v oorstaat en wat de oorzaak erv an is. Natuurlijk bekijkt hij ook uw v oedingstoestand en op welke manier dit kan worden v erbeterd. Nogmaals onze hart elijk dank v oor uw deelname aan dit projec t. Met de doo r u ingev ulde gegev ens (deze zullen anoniem v erwerkt worden) krijgen we meer zicht op het percentage mensen binnen de huisarts enpraktijk met een risico op onderv oeding. Deze methode wordt in meer huisartsenpraktijken getest. Team Annev illegroep project Et en & D rinken
20
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
Bijlage VIII
Toelichting SN AQ-vragenlijst bij 2 pun ten of meer (g ebruikt in Tilbur g)
Scor e 2 of meer
Wanneer u 2 of meer punten s coort heef t u een (v erhoogd) ris ico op onderv oeding. We adv iseren u om een keer een af spraak met uw huisarts te mak en. Deze zal samen met u bekijk en h oe uw v oedingstoestand er precies v oorstaat, wat de oorzaak erv an is en op welke manier dit kan worden v erbeterd. Hartelijk dank v oor uw deelnam e aan dit project. Met de door u ingev ulde gegev ens (anoniem) k rijgen we meer zicht op het percentage mensen binnen de huisartsenpraktijk met een risico op onderv oeding. Deze methode wordt in meer huisartsenpraktijken getest.
21
Sc re en en va n he t ri s ic o o p o nd e rvo e d in g in d e hu si a rts en p ra kti j k A p ri l 20 0 8
Bijlage IX
Resultaten Breda niet mobiele patiën t
In de groep niet -mobiele respondenten die in de thuissituatie de griepv accinatie hebben ontv angen, komt zeer weinig het risico op onderv oeding v oor. Aan 50 personen is het screeningsf ormulier toegestuurd. De respons bedroeg 21% (N-12). In deze groep respondenten die in de thuissituatie de griepv accinatie hebben ontv angen, k omt zeer weinig het risico op onderv oeding v oor. In totaal sc oorden 98% (N=10) een score v an 0 punten. De groep die 1 punt behaalde, bedroeg 2%. Hierbij ging het om 1 persoon. Het risico op onderv oeding was bij de groep nauwelijk s aanwezig.
22