Risico op ondervoeding tijdens opname
Ondervoeding door ziekte, een behandeling of een operatie is in het ziekenhuis een veelvoorkomend probleem. Ongeveer één op de drie patiënten heeft een risico op ondervoeding. Op een groot aantal afdelingen in het Radboudumc wordt bij opgenomen patiënten door middel van een korte vragenlijst het risico op ondervoeding in kaart gebracht. U krijgt deze folder aangeboden omdat uit onderzoek door de verpleegkundige is gebleken dat u een risico loopt op ondervoeding. Een risico op ondervoeding of wel een verminderde voedingstoestand kan een nadelige invloed hebben op het verloop van ziekte en herstel. U kunt hierbij onder andere denken aan het afnemen van het algemeen welzijn, het afnemen van de spierkracht, een verlengde opnameduur en een groter risico op het krijgen van complicaties. Kortom: goede voeding draagt bij aan een goede conditie en goede voeding ondersteunt het genezingsproces.
Basisvoeding
In de tabel op de volgende pagina vindt u de aanbevolen hoeveelheden voedingsmiddelen voor verschillende leeftijdsgroepen. De aanbevolen hoeveelheden gelden als basisvoeding. Deze basisvoeding zou per dag gebruikt moeten worden om te voorzien in de noodzakelijke hoeveelheid eiwitten, vitaminen en mineralen. De kleinste hoeveelheden gelden voor vrouwen en de grootste voor mannen.
1
Aanbevolen hoeveelheden 20-50 jaar
50-70 jaar
70+ ers
Brood
6-7 sneetjes
5-6 sneetjes
4-5 sneetjes
Aardappelen
200-250 gram
150-200 gram
100-200 gram
(of rijst, pasta,
(4-5 aardappels of
(3-4 aardappels of
(2-4 aardappels of
peulvruchten)
opscheplepels rijst of pasta)
opscheplepels rijst of pasta)
opscheplepels rijst of pasta)
Groente
200 gram
200 gram
150 gram
(4 groentelepels)
(4 groentelepels)
(3 groentelepels)
Fruit
2 vruchten (200 gram)
2 vruchten (200 gram)
2 vruchten (200 gram)
Zuivel
450 ml melk(producten)
500-550 ml melk(producten)
650 ml melk(producten)
en 20 gram kaas (1 plak)
en 20 gram kaas (1 plak)
en 20 gram kaas (1 plak)
Vlees(waren), vis,
100-125 gram
100-125 gram
100-125 gram
kip, ei of
(gaar product)
(gaar product)
(gaar product)
Halvarine,
30-35 gram
25-30 gram
20-25 gram
margarine, bak-
15 gram/ 1 eetlepel
15 gram/ 1 eetlepel
15 gram/ 1 eetlepel
1,5 – 2,0 liter
1,5 – 2,0 liter
1,5 – 2,0 liter
vleesvervangers
en braadproducten Vocht
© Voedingscentrum
Adviezen om uw voeding energie-rijker te maken Algemene tips De volgende tips kunnen u helpen wat meer te gaan eten Gebruik drie hoofdmaaltijden per dag Sla geen maaltijden over Gebruik tussendoortjes Eet iets in de loop van de avond / voor het slapen gaan Varieer in productkeuze, smaak, temperatuur en kleur Neem de tijd om iets te eten en te drinken Eet in een rustige omgeving
• • • • • • •
2
Voedingstips Broodmaaltijden Varieer met verschillende broodsoorten. Denk hierbij aan beschuit, crackers, roggebrood, krentenbrood, volkorenbrood, witbrood. Een bord pap kan een variatie zijn voor brood, bijvoorbeeld brinta-, havermout-, rijstepap. Besmeer uw brood royaal met (dieet)margarine of roomboter. Beleg uw brood royaal, bijvoorbeeld door een extra plak kaas of vleeswaren te gebruiken. Gebruik zoveel mogelijk volle melk en volle melkproducten.
• • • • •
Warme maaltijd Via een menukeuzeformulier kunt u zelf uw warme maaltijd kiezen. Vlees, vis of kip kunt u ook een keer vervangen door ei, kaas of een vegetarische vleesvervanger. Gekookte aardappelen kunt u vervangen door aardappelpuree, rijst, pasta. Ter afwisseling kunt u ook samengestelde maaltijden kiezen; zoals stamppot, bami, pasta, huzarensalade. Gebruik het nagerecht eventueel een half uur na de warme maaltijd. Kies voor volle producten; volle yoghurt, vla, kwark.
• • • • •
Tussendoor Om de inname van energie en eiwit te verhogen is het aan te bevelen om drie maal per dag een tussenmaaltijd te gebruiken. Bij de voedingsassistente kunt u vragen wat de mogelijkheden zijn. Voorbeelden van zoete versnaperingen zijn: plak ontbijtkoek met roomboter of margarine, sneetje krentenbrood met roomboter of margarine, beschuit met zoet beleg, schaaltje kwark, vla of een vlaflip. Voorbeelden met hartige versnaperingen zijn: beschuit met hartig beleg, blokjes kaas, schijfjes worst. Voorbeelden van dranken: koffie met melk/ slagroom en suiker, frisdrank, vruchtensap, volle melkdranken, caloriedrank.
• • •
3
Caloriedrank Op alle afdelingen is het mogelijk om tijdens de drankenrondes een ‘caloriedrank’ te gebruiken. Dit is een energierijke drank op basis van melk. Deze drank kunt u tussendoor gebruiken naast of in plaats van de minder calorierijke dranken, zoals koffie, thee, bouillon en limonade. Indien u gebruik wilt maken van de ‘caloriedrank’, kunt u dit aan de voedingsassistenten doorgeven. Zij zorgen ervoor dat er voldoende ‘caloriedrank’ op de afdeling aanwezig is.
Overige diëten
Mogelijk bent u bekend met een dieet of heeft u enkele beperkingen in de voeding. Bij een risico op ondervoeding wordt zolang als het nodig is de voorkeur gegeven aan een energie- en eiwitrijke voeding. Indien mogelijk wordt dit zoveel mogelijk gecombineerd met uw dieet. Mocht dit problemen opleveren, dan wordt in overleg met de diëtist en u besloten wat voor u de beste keuze is.
Diëtist
Tijdens de opname wordt het risico op ondervoeding wekelijks gevolgd. Indien blijkt dat ondanks bovenstaande adviezen/maatregelen uw voedingstoestand vermindert, kan door de behandelend arts de diëtist in consult gevraagd worden. De diëtist geeft u dan een persoonlijk voedingsadvies.
Naar huis
Het is raadzaam om thuis zelf extra aandacht aan de voeding te besteden. Ook in de weken na ziekte, behandeling of een operatie is het belangrijk om gewicht en conditie op peil te houden. Er is een folder met praktische tips voor een energieen eiwitrijke voeding in de thuissituatie beschikbaar. U kunt deze folder vragen aan uw verpleegkundige.
Gewicht
Het gewicht is een hulpmiddel voor het bepalen en evalueren van de voedingstoestand. Tijdens ziekte, een behandeling of voor een operatie is het beter om niet af te vallen zodat uw voedingstoestand zo optimaal mogelijk blijft. Ook in de weken na ziekte, een behandeling of een operatie is het belangrijk om gewicht en conditie op peil te houden. U kunt thuis uw gewicht volgen door wekelijks op de
4
weegschaal te gaan staan. Probeer dit zoveel mogelijk op hetzelfde moment van de dag te doen en op dezelfde weegschaal. Op deze manier kunt u tijdig ingrijpen bij onbedoeld gewichtsverlies. Uw gewicht kunt u noteren in onderstaande tabel.
Week
Dag
Datum
Gewicht
Totaal gewichtsverlies
1 2 3 4 5
Als het gewicht gelijk blijft (u valt dus niet af en u komt niet aan) krijgt u de juiste hoeveelheid energie binnen. Probeer het gewicht ook stabiel te houden indien u te zwaar bent. Afvallen kan beter als u niet (meer) ziek en volledig hersteld bent. Mogelijk heeft u het advies gekregen om aan te komen in gewicht. U moet dan meer eten dan u gewend bent.
Bespreek onbedoeld gewichtsverlies altijd met uw behandeld arts.
5
Noteer hier uw vragen
12-2014-6149
Radboud universitair medisch centrum