1
SCHRIJFWIJZER GEMOTIVEERD VERSLAG M-DECREET Deze schrijfwijzer is bedoeld voor CLB-teams die multidisciplinair een gemotiveerd verslag opmaken. Netoverstijgend worden een aantal voorbeelden van gemotiveerde verslagen opgemaakt en ter beschikking gesteld van de centra. We willen er uitdrukkelijk op wijzen dat een gemotiveerd verslag geen samenvatting moet zijn van het volledige CLB- en schooldossier. Alleen die elementen worden opgenomen die relevant zijn om de ondersteuning vanuit het geïntegreerd onderwijs te verantwoorden. Naast het gemotiveerd verslag is er ook nog het leerlingendossier op school en het CLB-dossier waar uit kan geput worden indien nodig. Het gemotiveerd verslag wordt ten laatste op 30/9 aan de school bezorgd. Dit kan via de ouders of in overleg met ouders rechtstreeks aan de school gewoon onderwijs.
IDENTIFICATIEGEGEVENS Alle velden met uitzondering van de velden met telefoon en mailgegevens zijn verplicht in te vullen volgens BVR verslaggeving. Het is de keuze van het CLB-team om telefoon- of mailgegevens al dan niet te vermelden. Gegevens van contactpersonen vermelden is wel aan te raden. Bij de identificatiegegevens ouders, wordt de mogelijkheid voorzien om ‘moeder’ of ‘vader’ te vervangen door andere opvoedingsverantwoordelijken (bv. meemoeder, pluspapa, pleegouder, …). Klik hiervoor op ‘moeder’ of ‘vader’ en wijzig waar nodig. Bedoeling is hier om een zicht te krijgen op de huidige gezinssituatie. We raden aan om de gegevens van CLB standaard in te vullen en dit opnieuw als sjabloon op te slaan zodat dit niet meer door elke medewerker opnieuw moet ingevuld worden. Bij vermelden van de scholen moet er verwezen worden naar het instellingsnummer. Instellingsnummer van de school kan men terugvinden op : http://data-onderwijs.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/default.aspx/vind_een_school Contactpersoon van de school (klastitularis, zorgcoördinator, leerlingbegeleider, directie,…) is geen verplicht veld, dit mag blanco gelaten worden indien gewenst. Contactpersonen in de school buitengewoon onderwijs zijn bv. GONbegeleider, GON-coördinator, directie, …
SYNTHESE VAN HET HANDELINGSGERICHT DIAGNOSTISCH TRAJECT IN OVERLEG MET ALLE ACTOREN 1. FUNCTIONEREN VAN DE LEERLING BINNEN ZIJN/HAAR CONTEXT Doel van deze rubriek is een integratief beeld te schetsen van de leerling en zijn of haar context. We geven aan welke gegevens onder de respectievelijke rubrieken verwacht worden. Wat betreft de deskundigheid van het CLB-team in het hanteren van ICF-CY voorzien alle betrokken actoren (overheid, inspectie, CLB-sector) een ontwikkelingsgericht traject. Men is zich ervan bewust dat dit traject niet op korte tijd kan gerealiseerd worden. De overheid verwacht dat hiermee gestart wordt en een groei overheen de tijd zichtbaar is. De CLB-sector engageert zich om hieraan tegemoet te komen binnen een redelijk en realistisch perspectief. Schrijfwijzer bij het netoverstijgend format voor gemotiveerd verslag M-decreet – versie 1.0
2 We kiezen uitdrukkelijk voor de componenten van ICF-CY, maar de omschrijving kan in eigen bewoordingen worden geschreven. We verwachten niet dat de ICF-CY-taal op dit moment reeds gehanteerd wordt. We opteren niet voor codering, nu niet en ook in de toekomst niet. Als bijlage voegen we de hoofdstukken toe binnen elke component van ICF-CY. Deze hoofdstukken zijn bedoeld als inspiratie om een idee te geven wat onder elke component gevat wordt. Ondersteunend hierbij kan ook de online versie van ICF-CY gehanteerd worden : http://class.who-fic.nl/browser.aspx?scheme=ICF-CY-nl.cla Als bijlage bij het gemotiveerd verslag kan een ICF-CY-schema opgenomen worden voor wie dit wenst of reeds gebruikt.
1.1.
FUNCTIES EN ANATOMISCHE EIGENSCHAPPEN
Functies: fysiologisch en mentale eigenschappen van het menselijk organisme Anatomische eigenschappen: positie, aanwezigheid, vorm en continuïteit van onderdelen van het menselijk lichaam. Tot de onderdelen van het menselijk organisme worden gerekend: lichaamsdelen, orgaanstelsels, organen en onderdelen van organen. Stoornissen: afwijkingen in of verlies van functies of anatomische eigenschappen Gegevens die in deze rubriek onder andere thuishoren: visus, gehoor, geheugen, informatieverwerking, intelligentie, psychomotorische functies, … We laten het aan de centra over om eventueel met bijlagen te werken indien er reeds verslaggeving bestaat rond reeds gelopen onderzoekstrajecten. Aangezien het gemotiveerd verslag een synthese is van een handelingsgericht traject, pleiten we echter niet voor het toevoegen van veel bijlagen.
1.2.
ACTIVITEITEN EN PARTICIPATIE
Activiteiten: onderdelen van iemands handelen Beperkingen: moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten Participatie: iemands deelname aan het maatschappelijk leven Participatieproblemen: problemen die iemand heeft met het deelnemen aan het maatschappelijk leven Voorbeelden van gegevens die onder deze rubriek kunnen komen: gegevens rond schoolse kennis, gedrag, communicatie, interactie met medeleerlingen en/of leerkrachten, … We opteren voor het samenvoegen van de componenten activiteiten en participatie in één tekstveld omdat het voor CLB-teams op dit moment soms moeilijk is om het onderscheid te maken. Wel vragen we om extra aandacht te geven aan het participeren. Welke impact hebben eventuele stoornissen en beperkingen op het participeren van de leerling binnen de schoolse context?
Schrijfwijzer bij het netoverstijgend format voor gemotiveerd verslag M-decreet – versie 1.0
3
1.3.
EXTERNE EN PERSOONLIJKE FACTOREN
Externe factoren: iemands fysieke en sociale omgeving Persoonlijke factoren: iemands individuele achtergrond We opteren voor het samenvoegen van de componenten externe en persoonlijke factoren in één tekstveld. Onder deze componenten kunnen volgende gegevens worden opgenomen: relevante hulpmiddelen (bv. rolstoel, andere materiële bijstand,…), gebruik van medicatie indien relevant, attitudes, thuistaal, religie indien relevant in functie van de begeleiding, ondersteunende of belemmerende factoren binnen gezin en/of school, … Relevante informatie over externe hulpverlenende instanties nemen we hier niet op. Hiervoor verwijzen we naar de rubriek 3.2. De historiek van ondersteuning geïntegreerd of buitengewoon onderwijs wordt hier best beknopt weergegeven.
1.4.
EVENTUELE CATEGORIALE CLASSIFICATIE(S)
Vermelden van diagnoses die relevant zijn in functie van de vraag naar ondersteuning geïntegreerd onderwijs bv. verstandelijke beperking, ASS, ontwikkelingsdysfasie, e.d. met vermelding van naam en discipline van diagnosesteller(s) en de datum. We verwijzen hier naar de vereisten rond diagnostiek zoals ze opgenomen zijn in het decreet. Indien er sprake is van een degeneratieve aandoening wordt dit ook best vermeld omdat het belangrijk is om de aanpak af te stemmen op het eventuele verlies van vaardigheden in de toekomst.
2. ONDERWIJSLOOPBAANPERSPECTIEF Welke finaliteit houden de verschillende betrokkenen voor ogen (getuigschriften, diploma, vervolgonderwijs, …)? Indien er verschillen zijn tussen bv. ouders, leerling en school worden deze hier vermeld. We nemen dit op als rubriek omdat de finaliteit per niveau een impact heeft op het bepalen van de maatregelen die nodig zijn. Om tot een gemotiveerd verslag te komen, moeten we immers kunnen aantonen dat de ondersteuning vanuit het geïntegreerd onderwijs in combinatie met compenserende of dispenserende maatregelen nodig en voldoende is om de leerling mee te nemen in het gemeenschappelijk curriculum. Het is dus belangrijk om te weten welk curriculum bedoeld wordt. We opteren hier duidelijk voor het formuleren van een doel op middellange of lange termijn en niet voor het oplijsten van elk concreet doel dat geformuleerd is binnen het HGD-traject voor deze leerling. Doelen die geformuleerd zijn binnen het HGD-traject, vormen de basis voor het verder uitwerken van het eventuele individueel handelingsplan/plan van aanpak en kunnen daarin opgenomen worden.
Schrijfwijzer bij het netoverstijgend format voor gemotiveerd verslag M-decreet – versie 1.0
4
3. MAATREGELEN GENOMEN TIJDENS HET DOORLOPEN VAN HET ZORGCONTINUÜM
3.1
SCHOOLINTERNE ZORG (INFORMATIE AANGELEVERD DOOR SCHOOL)
Voorafgaand aan het overleg en het gelopen traject tussen school en CLB, heeft het schoolteam op basis van het individueel leerlingendossier een duidelijk beeld van wat in fase 0 en 1 van het zorgcontinuüm voor deze leerling is gebeurd. Gedurende dit traject werd in overleg met alle betrokkenen duidelijk dat ondersteuning vanuit geïntegreerd onderwijs noodzakelijk en wenselijk is. Het maken van een synthese van de reeds genomen schoolinterne maatregelen is een noodzakelijke voorwaarde om een gemotiveerd verslag te kunnen opmaken. Uit deze synthese moet blijken dat de school de nodige maatregelen heeft genomen in functie van de huidige onderwijsbehoeften van de leerling (het is niet de bedoeling dat hier een oplijsting komt van alle reeds genomen maatregelen tot dan toe). De synthese wordt door de school aangereikt in een overleg school-CLB. Indien er reeds compenserende of dispenserende maatregelen genomen zijn, dienen deze hier zeker vermeld te worden als ze moeten verdergezet worden. We raden ook aan om op te nemen welke maatregelen niet gewerkt hebben. Relevante stimulerende, remediërende, differentiërende, … maatregelen kunnen ook opgenomen worden indien gewenst. Dit kan in de tabel worden opgenomen, of verwoord worden in het extra tekstveld. We verwijzen naar de definities van compenserende, dispenserende maatregelen en gemeenschappelijk curriculum uit het M-decreet. compenserende maatregelen: maatregelen waarbij de school orthopedagogische of orthodidactische hulpmiddelen aanbiedt, waaronder technische hulpmiddelen, waardoor de doelen van het gemeenschappelijk curriculum of de doelen die na dispensatie voor de leerling bepaald zijn, bereikt kunnen worden dispenserende maatregelen (BaO): maatregelen waarbij de school doelen toevoegt aan het gemeenschappelijk curriculum of de leerling vrijstelt van doelen van het gemeenschappelijk curriculum en die, waar mogelijk, vervangt door gelijkwaardige doelen, in die mate dat ofwel de doelen voor de studiebekrachtiging in functie van de finaliteit voor het onderwijsniveau ofwel de doelen voor het doorstromen naar het beoogde vervolgonderwijs, nog in voldoende mate kunnen bereikt worden dispenserende maatregelen (SecO): maatregelen waarbij de school doelen toevoegt aan het gemeenschappelijk curriculum of de leerling vrijstelt van doelen van het gemeenschappelijk curriculum en die, waar mogelijk, vervangt door gelijkwaardige doelen, in die mate dat ofwel de doelen voor de studiebekrachtiging in functie van de finaliteit voor het betreffende structuuronderdeel ofwel de doelen voor het doorstromen naar het beoogde vervolgonderwijs of naar de arbeidsmarkt nog in voldoende mate kunnen bereikt worden gemeenschappelijk curriculum (BaO): de goedgekeurde leerplannen die ten minste herkenbaar de doelen bevatten die noodzakelijk zijn om de eindtermen te bereiken of de ontwikkelingsdoelen na te streven en de schoolgebonden planning voor het nastreven van de leergebiedoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen gemeenschappelijk curriculum (SecO): de goedgekeurde leerplannen die ten minste herkenbaar de doelen bevatten die noodzakelijk zijn om de eindtermen te bereiken of de ontwikkelingsdoelen na te streven en de schoolgebonden planning voor het nastreven van de vakoverschrijdende eindtermen en ontwikkelingsdoelen
Schrijfwijzer bij het netoverstijgend format voor gemotiveerd verslag M-decreet – versie 1.0
5 We opteren voor een open veld en een tabel. In het open veld kan bv. opgenomen worden dat scholen een aangepaste manier van evalueren hebben of een andere organisatievorm (bv. graadsklassen, kangoeroeklassen, …). We denken hier o.a. aan specifieke aanpak binnen methodescholen. We voorzien daarnaast een tabel om beknopt een overzicht te geven van reeds geboden zorg. In het keuzelijstje kan geopteerd worden voor ‘compenserende maatregel’ of ‘dispenserende maatregel’. Andere maatregelen kunnen ook opgenomen worden door te kiezen voor ‘kies een item’ en zelf tekst toe te voegen. In de tweede kolom kunnen de maatregelen omschreven worden. Waar mogelijk wordt ook aangegeven over welke periode, met welke frequentie en welke duur de maatregelen werden genomen en welke effecten deze maatregelen hadden. Voor leerlingen die vanuit buitengewoon onderwijs de overstap maken naar gewoon onderwijs met een gemotiveerd verslag, vermelden we hier het niveau, het type en de opleidingsvorm waar de leerling school liep. De zorg die gegeven werd in het buitengewoon onderwijs en die moet verdergezet worden in gewoon onderwijs nemen we op onder rubriek 5.
3.2
SCHOOLEXTERNE ZORG
Hier wordt een oplijsting gegeven van de schoolexterne hulp die op dit moment nog relevant is. We bedoelen hiermee o.a. inschakelen van logopedie, kinesitherapie, centra ambulante revalidatie, CGG, thuisbegeleiding, remediëring, … In de tweede kolom geven we een beknopte omschrijving (bv. focus van therapie of remediëring). Waar mogelijk en relevant kan hier ook periode, frequentie, duur en effecten worden aangegeven. We voorzien ook een open veld om de mogelijkheid te geven complexe situaties te schetsen.
4. ONDERWIJS-, OPVOEDINGS- EN ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN 4.1
ONDERWIJS- EN OPVOEDINGSBEHOEFTEN VAN DE LEERLING
In deze rubriek nemen we de onderwijsbehoeften van de leerling op. De opvoedingsbehoeften dienen enkel vermeld te worden als deze gerelateerd zijn aan de schoolse context en relevant zijn in het kader van de vraag naar ondersteuning geïntegreerd onderwijs (bv. bij leerlingen met gedragsproblemen). Onderwijsbehoeften zijn niet hetzelfde als de concrete aanpassingen. Bij de start zal het wat oefening vragen om dit onderscheid goed te maken. Ter verduidelijking een aantal voorbeelden: Wel: - X heeft nood aan een prikkelarme omgeving en materiaal - X heeft nood aan ondersteuning bij het plannen Niet : - X heeft nood aan een sobere bladspiegel, een apart hoekje in de klas, … - X heeft nood aan een time-timer, een daglijn, …
Schrijfwijzer bij het netoverstijgend format voor gemotiveerd verslag M-decreet – versie 1.0
6
4.2 ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN VAN DE OUDERS DIE SAMENGAAN MET DE SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN VAN DE LEERLING We streven naar een constructieve samenwerking tussen school, leerling en ouders. Deze rubriek wordt ingevuld in overleg met ouders. De inhoud kan bv. gaan over de behoeften van ouders om hun kind op schools vlak te ondersteunen, de behoefte aan informatie en tips over een specifieke problematiek, het streven naar een gelijkgerichte aanpak thuis en op school, ondersteuning bij het verwerkingsproces, …
4.3 ONDERSTEUNINGSBEHOEFTEN VAN HET SCHOOLTEAM DIE SAMENGAAN MET DE SPECIFIEKE ONDERWIJSBEHOEFTEN VAN DE LEERLING Het schoolteam geeft aan welke hun ondersteuningsbehoeften zijn na overleg met leerling, ouders en CLB.
5. BIJKOMENDE MAATREGELEN DIE NODIG ZIJN OM DE LEERLING BINNEN HET GEMEENSCHAPPELIJK CURRICULUM TE LATEN PARTICIPEREN. De maatregelen die reeds vermeld werden en waarvan werd aangegeven dat ze moeten verdergezet worden, moeten niet herhaald worden. We geven hier enkel mee wat er nog aan bijkomende maatregelen moet voorzien worden.
6. MOTIVERING VOOR DE ONDERSTEUNING IN KADER VAN GEÏNTEGREERD ONDERWIJS 6.1
MOTIVERING
Hier komt de motivering waarom de bijkomende ondersteuning vanuit geïntegreerd onderwijs in combinatie met compenserende of dispenserende maatregelen nodig en voldoende wordt geacht om de leerling mee te nemen in het gemeenschappelijk curriculum. We tonen hiermee de meerwaarde aan van de ondersteuning vanuit buitengewoon onderwijs.
6.2
AANDUIDING VAN TYPE EN ERNST HANDICAP
Hieronder geven we aan tot welk type de leerling behoort en tot welke subcategorie. Voor de omschrijving van de types verwijzen we naar het decreet. Voor type 4, 6 en 7 geven we hier ook aan of het gaat om matig/ernstig/meervoudige problematiek. Voor de andere types wordt in de 2e kolom ‘niet van toepassing’ aangevinkt. We geven de omschrijving van ‘ernstig’ en ‘meervoudig’ hieronder mee zoals die vastgelegd wordt in het nieuwe BVR rond verslaggeving. Wat niet ‘ernstig’ is, is matig. Leerlingen met een ‘meervoudige’ beperking komen niet in aanmerking voor begeleidingseenheden, zij krijgen enkel een integratietoelage.
Schrijfwijzer bij het netoverstijgend format voor gemotiveerd verslag M-decreet – versie 1.0
7 Type Basisaanbod Type 2 Type 3a
Type 3b
Type 3c
Type 3d
Type 3e
Type 3f
ADHD
ODD
Gedragsstoornis (CD)
Angststoornis
Stemmingsstoornis
Hechtingsstoornis
Type 4a
Type 4b
Type 4c
Type 4d
Uitval functies gewrichten en beenderen
Uitval spierfuncties
Uitval bewegingsfuncties
Restcategorie
Type 6a
Type 6b
Type 6c
Type 6d
Type 6e
Visus ≤ 3/10 (beste oog)
gezichtsvelddefect
volledige altitudinale hemianopsie, een oftalmoplegie, een oculomotorische apraxie of een oscillopsie
CVI
Restcategorie
Type 7 Auditief a
Type 7 Auditief b
Type 7 Auditief c
40 dB gehoorverlies
Foneemscore ≤ 80%
Restcategorie
Type 7 Taal Spraak a1
Type 7 Taal Spraak a2
Type 7 Taal Spraak b
< 6j kinderafasie
< 6j vermoeden ontwikkelingsdysfasie
≥ 6j Kinderafasie of ontwikkelingsdysfasie
Type 9 a
Type 9 b
Autistische stoornis
PDD-NOS
Ernstig type 4 : een handicap ten gevolge van een neuro-motorische stoornis sinds de geboorte, na een ziekte of na een ongeval, of syndromen of ziektes die een beenderige, musculaire of gewrichtsaandoening veroorzaken, een spierziekte of spina-bifida, voor zover die handicap een zeer ernstige beperking in het schrijf- of spraakmotorisch functioneren veroorzaakt Ernstig type 6: een gezichtsscherpte, na optische correctie, van maximaal één tiende voor elk oog, en/of aangewezen zijn op brailleschrift Ernstig type 7: een gemiddeld hoorverlies van minstens 90 dB aan beide oren, bepaald volgens de Fletcher-index, en niet meer bereiken dan 40% foneemdiscriminatie in spraakaudiometrie, dat alles afgenomen zonder hoorapparatuur Meervoudige beperking: leerling voldoet zowel aan de criteria voor type 2 als aan de criteria voor type 4, 6 of 7
INHOUD ONDERSTEUNING GEÏNTEGREERD ONDERWIJS
1. AARD VAN DE ONDERSTEUNING De informatie in deze rubriek dient aangeleverd te worden door dienstverlenende BuO-school. In die situaties waarbij er sprake is van een schoolverandering, kan het gemotiveerd verslag pas opgemaakt worden als de nieuwe school bekend is. Dit heeft een aantal praktische consequenties op vlak van timing. Overleg tussen CLB’s kan voor deze casussen nodig zijn.
Schrijfwijzer bij het netoverstijgend format voor gemotiveerd verslag M-decreet – versie 1.0
8 Indien de ouders geen ondersteuning wensen vanuit het geïntegreerd onderwijs, voorziet het BVR dat er toch een gemotiveerd verslag kan opgemaakt worden. Het weigeren van ondersteuning door ouders kan in twee situaties voorkomen. •
Situatie 1: Ouders kiezen er bewust voor om ondersteuning uit te stellen omdat ze de begeleidingseenheden pas later willen inzetten. We raden aan om dan geen gemotiveerd verslag op te maken.
•
Situatie 2: Ouders wensen geen ondersteuning, maar school en CLB vinden ondersteuning noodzakelijk om de leerling maximale ontwikkelingskansen te geven. In deze situatie kan een gemotiveerd verslag opgemaakt worden, maar ouders moeten geïnformeerd worden dat de begeleidingseenheden die gebruikt worden, later niet opnieuw kunnen ingezet worden. We pleiten er hier voor om verder in te zetten op een handelingsgericht traject dat leidt tot een consensus zodat de leerling ook ondersteuning kan krijgen.
2. ONDERSTEUNING VAN EVENTUELE ONDERWIJSEXTERNE DIENSTEN In deze rubriek geven we aan welke ondersteuning van onderwijsexterne diensten doorloopt of opgestart wordt naast de ondersteuning vanuit geïntegreerd onderwijs.
3. AARD VAN DE INTEGRATIE In het keuzelijstje maak je een keuze tussen volledig permanent /volledig tijdelijk /gedeeltelijk permanent of gedeeltelijk tijdelijk. Volledige integratie: de leerling volgt alle lessen en activiteiten in het gewoon onderwijs. Gedeeltelijke integratie: de leerling volgt minstens twee halve dagen per week gewoon onderwijs (het aantal lesuren/lestijden en de gevolgde leervakken en activiteiten in de gewone school worden vermeld). Permanente integratie: de leerling volgt ten minste vanaf 1 oktober tot en met 30 juni de lessen in het gewoon onderwijs. De integratie is tijdelijk wanneer dit niet het geval is. Indien er een wijziging van het gemotiveerd verslag nodig is (naar gemotiveerd verslag ander type of naar verslag) wordt dit op het oorspronkelijk gemotiveerd verslag genoteerd om aan te tonen dat het origineel gemotiveerd verslag niet meer geldig is. Het verslag wordt opgeladen naar LARS.
BETROKKEN PARTIJEN Bij het handtekenen moet erop gelet worden dat een van beide ouders tekent. Ouder is gedefinieerd als een persoon die het ouderlijk gezag over een leerling uitoefent of in rechte of in feite een leerling onder de bewaring heeft (meemoeder, pluspapa’s e.a. die alleen tekenen is niet voldoende). Er kan niet bij mandaat getekend worden. Directeur CLB en directeurs scholen moeten zelf tekenen. In het BVR is opgenomen dat ook de bekwame leerling mee tekent. Welke consequenties er zijn als de leerling niet tekent en de ouders wel, is nagevraagd bij de overheid, maar voorlopig kregen we nog geen antwoord.
Schrijfwijzer bij het netoverstijgend format voor gemotiveerd verslag M-decreet – versie 1.0
9
Bijlage 1: Rubrieken ICF (meer info : http://class.who-fic.nl/browser.aspx?scheme=ICF-CY-nl.cla ) Functies • mentale functies • sensorische functies en pijn • stem en spraak • functies van hart en bloedvatenstelsel, hematologisch systeem, afweersysteem en het ademhalingsstelsel • functies van spijsverteringsstelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel • functies van urogenitaal stelsel en reproductieve functies • functies van bewegingssysteem en aan beweging verwante functies • functies van huid en verwante structuren Anatomische eigenschappen • van zenuwstelsel • van oog, oor en verwante structuren • van structuren betrokken bij stem en spraak • van hart en bloedvatenstelsel, afweersysteem en ademhalingsstelsel • van spijsverteringsstelsel, metabool stelsel en hormoonstelsel • van urogenitale stelsel • van structuren verwant aan beweging • van huid en verwante structuren Activiteiten & Participatie • leren en toepassen van kennis • algemene taken en eisen • communicatie • mobiliteit • zelfverzorging • huishouden • tussenmenselijke interacties • belangrijke levensgebieden • maatschappelijk, sociaal en burgerlijk leven Externe factoren • producten en technologie • natuurlijke omgeving en door de mens aangebrachte veranderingen daarin • ondersteuning en relaties • attitudes • diensten, systemen en beleid Persoonlijke factoren niet verder onderverdeeld
Schrijfwijzer bij het netoverstijgend format voor gemotiveerd verslag M-decreet – versie 1.0