Schoolplan 2012-2015
Revius Lyceum Doorn Doorn, juni 2012
INHOUDSOPGAVE Inleiding Hoofdstuk 1 - Algemene schoolgegevens 1.1 Naam, denominatie, samenstellende schooltypen en adressen 1.2 Bestuur, administratie, adressen 1.3 Schoolleiding en organisatie 1.4 Schoolgrootte 1.5 Karakteristiek van de leerlingpopulatie en het toelatingsbeleid 1.6 Missie en visie van de school 1.7 Positionering Hoofdstuk 2 - Ontwikkelingen in de omgeving van de school 2.1 Mondiale ontwikkelingen 2.2 Nationale ontwikkelingen 2.3 Regionale ontwikkelingen: regio Utrecht Zuid-Oost Hoofdstuk 3 - School en de onderwijsontwikkeling 3.1 Aandacht 3.2 Ambitie 3.3 Actief leren Hoofdstuk 4 - Personeelsbeleid Hoofdstuk 5 - Kwaliteitszorg 5.1 Kwaliteit van docenten 5.2 Opbrengstgericht werken 5.3 Verantwoording Hoofdstuk 6 - Financieel en materieel beleid 6.1 Financieel beleid 6.2 Materieel beleid
2
Inleiding Voor u ligt het schoolplan 2012 - 2015 van het Revius Lyceum Doorn. Het is geschreven binnen de kaders van het strategisch beleidsplan 2012 - 2015 van de CVO Groep, waar het Revius Lyceum deel van uitmaakt. Hoe is het schoolplan tot stand gekomen? De rector heeft het schoolpan geschreven na diverse brainstorm- en overlegmomenten met de leerlingenraad, de ouderadviesgroep, kleine groepen docenten en de schoolleiding. Het plan is binnen de schoolleiding besproken en daarna overlegd aan de Deelraad voor Medezeggenschap, die er op 21 juni 2012 mee heeft ingestemd. Vervolgens is het plan uitgereikt aan alle medewerkers van het Revius Lyceum en de bestuurder van de CVOG. In het najaar van 2012 stelt de rector een publieksversie op van het schoolplan voor alle personeelsleden van de school, (toekomstige) leerlingen en hun ouders / verzorgers. Wat staat er in het schoolplan? Conform de wet op het Voortgezet Onderwijs zijn in dit schoolplan vier aandachtsgebieden uitgewerkt: -
In hoofdstuk 3 vindt u informatie over ons onderwijskundig beleid. Hoofdstuk 4 gaat over ons personeelsbeleid. Het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs staat uitgewerkt in hoofdstuk 5 . In hoofdstuk 6 leest u meer over ons financieel en materieel beleid.
Voorafgaand hieraan worden in hoofdstuk 1 de belangrijkste feiten en cijfers over het Revius Lyceum gepresenteerd en beschrijft hoofdstuk 2 de belangrijkste ontwikkelingen in de omgeving van de school. Dit schoolplan is geschreven in een periode waarin economische crisis in alle lagen van de maatschappij voelbaar is en waarin het politieke landschap erg onzeker is. Discussies over bijvoorbeeld de invoering van de wet op passend onderwijs, het terugbrengen van de zomervakantie van zeven naar zes weken en de bijbehorende onderwijstijd maken het nu lastig om vooruit te plannen. Maar vooral de onzekerheid over de impact van de aangekondigde landelijke bezuinigingen en het wederom uitblijven van een nieuwe CAO veroorzaken op dit moment onrust en onduidelijkheid over de toekomst. Dit alles maakt dat de houdbaarheid van een gedetailleerd schoolplan beperkt is. Een meerjarenplan wordt vaak ‘ingehaald’ door de tijd. Daarom staan in dit schoolplan met name de hoofdlijnen van het beleid voor de komende jaren van het Revius Lyceum beschreven. Het vormt een kader dat ons de komende jaren richting, maar vooral ook ruimte geeft voor de verdere ontwikkeling van het Revius Lyceum. De koers ligt hiermee vast, maar de wijze waarop we dit gaan invullen is nog onderwerp van gesprek en onderzoek. Via de website van de school www.revius.nl houden we u op de hoogte van de voortgang van onze beleidsvoornemens.
3
Hoofdstuk 1 - Algemene schoolgegevens In dit hoofdstuk staan de algemene schoolgegevens van het Revius Lyceum. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van de school, www.revius.nl en op de website van Vensters voor Verantwoording, www.revius.nl/onzeresultaten. 1.1. Naam, denominatie, samenstellende schooltypen en adres Het Revius Lyceum Doorn is een open christelijke school. De afdelingen van het Revius Lyceum Doorn zijn: Mavo Plus, havo, (tweetalig) atheneum en tweetalig gymnasium. In alle leerjaren zijn de klassen homogeen, behalve in het eerste. Daar zijn combinatiebrugklassen met TL- en havoleerlingen en klassen met havo- en atheneumleerlingen. De TTO-brugklassen zijn homogeen. De school is gehuisvest aan de Driebergsestraatweg 6c, 3941 ZX in Doorn. 1.2. Bestuur, administratie, adressen Het bevoegd gezag van het Revius Lyceum Doorn is de Stichting voor Christelijk Voortgezet Onderwijs Groep Zuid voor Zuidoost Utrecht (CVOG). De CVOG bestaat uit vijf scholen: -
Revius Lyceum, Doorn; Christelijk College, Zeist; Christelijk Lyceum, Zeist; Revius Lyceum, Wijk bij Duurstede; Dijnselburgschool voor praktijkonderwijs, Zeist.
De bestuurder van de CVOG is de heer Drs. S.Poels. De Raad van Toezicht van de CVOG bestaat statutair uit tenminste vijf en maximaal zeven personen. Een centraal bureau ondersteunt de scholen van de CVOG. Dit bureau is gevestigd in DriebergenRijsenburg. Het adres van het centraal bureau is Postbus 185, 3970 AD Driebergen-Rijsenburg. 1.3. Schoolleiding en organisatie De schoolleiding van het Revius Lyceum Doorn bestaat uit: -
Mw. dr. I.M. van Eekelen, rector Mw. M.A.G. Hagdorn, conrector Brugklas Dhr. N.F. Veenendaal, conrector mavo Mw. Drs. P. Wenderich, conrector havo Dhr. Drs. E. Groenewold, conrector vwo
Iedere docent is lid van een vaksectie. Binnen de sectie worden afspraken gemaakt over toetsen, de doorlopende leerlijn en het gebruik van de lesmethoden. Een van de docenten is sectieleider. De sectieleider stuurt, onder de verantwoordelijkheid van een conrector, zijn sectie aan. De vier conrectoren dragen de personele verantwoordelijkheid over een cluster van secties. Daarnaast hebben ze de verantwoordelijkheid over een aantal beleidsportefeuilles en sturen ze de laagcoördinatoren van een afdeling aan. De laagcoördinatoren organiseren laagactiviteiten en houden op het niveau van hun laag toezicht op de resultaten. Zij zijn in tweede lijn verantwoordelijk voor de leerlingbegeleiding en ze sturen de mentoren van een laag aan. De eerstelijns leerlingbegeleiding is in handen van de mentoren. Het OOP wordt aangestuurd door de teamleider Facilitaire zaken onder de verantwoordelijkheid van de rector.
4
1.4 Schoolgrootte Aantal medewerkers Schoolleiding OP OOP
156 5 126 30
Aantallen leerlingen per 1 oktober 2011: 1.493 1.5 Karakteristiek van de leerlingpopulatie en het toelatingsbeleid Het Revius Lyceum is een school met een streekfunctie. De leerlingen komen voornamelijk uit Doorn, Maarn, Driebergen, Leersum, Langbroek, Amerongen en Wijk bij Duurstede. In oktober 2011 telde de school vijftien rugzakleerlingen en 51 leerlingen met een niet-Nederlandse achtergrond. Het Revius Lyceum hanteert dezelfde toelatingscriteria als de andere scholen in de regio Zuid-Oost Utrecht. In het schooljaar 2011-2012 deden er in het totaal 276 leerlingen eindexamen aan het Revius Lyceum. De mavo heeft 49 kandidaten, de havo 92 en het vwo 135. De eindexamenleerlingen kiezen overwegend economische profielen en in mindere mate de natuur profielen. De meeste mavo kandidaten kiezen voor Landbouw, zorg en welzijn, op de voet gevolgd door economie. Sinds schooljaar 2004 is het Revius Lyceum een TTO junior school. Het aantal TTO-leerlingen is in de loop der jaren toegenomen van 30 tot 84. In schooljaar 2011-2012 haalden 25 leerlingen uit 6 vwo hun IB-diploma. 1.6 Missie en visie van de school Onze missie luidt: Het Revius Lyceum is een open christelijke school voor eigentijds en uitdagend onderwijs waar het goed leren en werken is. De school staat open voor iedereen en respecteert andere levensbeschouwelijke opvattingen. Zonder als christelijke school waarden en normen te willen monopoliseren, creëren we binnen en buiten de lessen met elkaar ruimte voor vraagstukken en bijbehorende activiteiten op het gebied van zingeving en ethiek. Respect voor de ander en openheid naar elkaar staan daarbij hoog in het vaandel. Het primaire proces geven wij vorm vanuit drie kernwaarden: -
Aandacht; Ambitie; Actief leren.
Iedere leerling verdient aandacht. De middelbare-schoolperiode is voor de meeste tieners een tijd waarin zij veel over zichzelf en de wereld ontdekken. Daarom wordt op het Revius Lyceum veel met de leerlingen gepraat en krijgen zij, naast duidelijke grenzen, zoveel mogelijk ruimte. Verwachtingen worden duidelijk uitgesproken en er wordt gezorgd voor een klimaat waarin het goed leren is en de resultaten goed zijn. Het Revius Lyceum is een school met ambitie, die verder gaat dan leerlingen onvertraagd laten slagen. Alle leerlingen hebben kwaliteiten, zowel cognitieve als niet-cognitieve. Voor het Revius Lyceum is het belangrijk hen te stimuleren die kwaliteiten optimaal te benutten. De term actief leren geeft aan dat leren iets is wat je moet doen. Het Revius Lyceum biedt de leerlingen kennis, waarmee zij vervolgens aan de slag gaan. ‘Individueel leren’ en ’samenwerkend leren’ zijn beide belangrijk, zowel binnen als buiten de school. Het Revius Lyceum biedt samenhangend onderwijs binnen de lessen maar ook in vakoverstijgende projecten. De docenten maken tijdens de lessen steeds meer gebruik van de mogelijkheden die ICT biedt. Ook na schooltijd zijn er veel activiteiten, voor (en door) leerlingen op het gebied van debattoernooien, grafische vormgeving, toneel, schoolkrant en sport.
5
Het Revius Lyceum zoekt actief naar partnerschap met ouders, onderwijs- en andere instellingen en bedrijven. Dit doen we om de maatschappij in de school te halen en tegelijk de school in te bedden in de maatschappij. 1.7 Positionering Het Gemeenschappelijk Management Team van de CVOG bestaat uit de bestuurder en de vijf rectoren / directeuren van de CVO-scholen, waaronder het Revius Lyceum. Het GMT vergadert minimaal twintig keer per jaar. Het Revius Lyceum neemt daarnaast deel aan diverse formele en informele beraadslagingen. Enkele beraadslagingen waar het Revius Lyceum aan deelneemt, zijn: -
-
-
Het Regionale Samenwerkingsverband VO-VSO Zuidoost Utrecht, waarin de leerlingenzorg in de regio gecoördineerd wordt. De werkgroep POVO. Deze werkgroep, bestaande uit werknemers binnen het primair en voortgezet onderwijs uit de regio Zeist en omstreken, bespreekt de aansluiting tussen p.o. en v.o. en het aanmeldingsproces. Het Regionaal Rectoren / Directeuren Overleg. Dit is een informeel overlegorgaan voor de schoolleidingen van instellingen voor Voortgezet Onderwijs in Zeist, Driebergen, Doorn, Wijk bij Duurstede en Bilthoven. Buiten de regio voert het Revius Lyceum regelmatig overleg over Tweetalig Onderwijs met de werkgroep TTO van het Europees Platform. Het Revius Lyceum is één van de 22 partnerscholen die onder de vlag van het JCU participeert in het excellentie traject U-Talent.
Op de website van Vensters voor Verantwoording staan de overige samenwerkingspartners van het Revius Lyceum opgenomen.
6
Hoofdstuk 2 – Ontwikkelingen in de omgeving van de school In de inleiding van dit schoolplan is verwoord dat de houdbaarheid van een meerjaren schoolplan beperkt is. Dat komt door de onvoorspelbaarheid van de ontwikkelingen in de omgeving van de school. In dit hoofdstuk vindt u een overzicht van de mondiale, nationale en regionale ontwikkelingen die het onderwijs kunnen beïnvloeden. In het volgende hoofdstuk staat beschreven hoe het Revius Lyceum de komende jaren zal inspelen op deze ontwikkelingen. 2.1 Mondiale ontwikkelingen
1
De wereld verandert snel. Globalisering, individualisering, mediawijsheid en sociale vaardigheden zijn begrippen van nu die van invloed zijn op invulling en uitvoering van het onderwijs van nu. Opleidingsniveaus worden steeds belangrijker Het is zeer waarschijnlijk dat onder invloed van internationalisering en informatisering het opleidingsniveau van ieder individu nog belangrijker zal worden dan het nu al is. Een goede opleiding maakt het gemakkelijker om nieuwe kennis op te doen, om een vreemde taal te leren, en om een nieuwe baan te vinden. De concurrentie op de arbeidsmarkt zal door de globalisering toenemen. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt die het gevolg zijn van de vergrijzing en ontgroening lijken de kloof tussen hoog- en laagopgeleiden te vergroten. Iemands opleidingsniveau hangt samen met de mate waarin hij geletterd en gecijferd is. Hierbij gaat het niet alleen om geletterdheid in het Nederlands. Ook aan het begrijpen en spreken van Engels en andere vreemde talen zal meer waarde worden gehecht, naarmate Nederland steeds meer internationaal georiënteerd raakt. Goede rekenvaardigheden zijn van toenemend belang in een kenniseconomie. De waarde van non-cognitieve kwaliteiten is groot Naast cognitieve leerprestaties spelen zaken als plannen, beoordelingsvermogen en vermogen tot reflectie een steeds grotere rol, door de veranderende eisen op de arbeidsmarkt en de toegenomen invloed van ICT. Aan non-cognitieve kwaliteiten als sociale en communicatieve vaardigheden en overtuigingskracht wordt eveneens steeds meer waarde gehecht. Deze vaardigheden hebben mensen nodig om sociale netwerken op te kunnen bouwen en om gemakkelijk om te kunnen gaan met de verschillende culturen in de maatschappij. Ook zijn ze van belang voor het vinden van evenwicht tussen werk en privé. Flexibiliteit en sociale zelfredzaamheid zijn daarbij erg belangrijk. Wetenschappelijke ontwikkelingen geven inzicht in het leerproces van tieners Sinds een paar jaar neemt het hersenonderzoek een steeds grotere plaats in bij het onderzoek naar leren. Het puberbrein is nog geen volgroeid brein. Zo is gebleken dat plannen en zelfstandig werken niet voor iedere tiener bereikbaar is; en dat grenzen stellen en sturen door volwassenen nodig blijft bij pubers. De gedachte dat leerlingen volledig zelf hun leren moesten plannen lijkt van voorbijgaande aard.
1
Naar: Een verkenning van de onderwijsraad uit december 2011: Maatschappelijke achterstanden van de toekomst. 7
2.2 Nationale ontwikkelingen Het voortgezet onderwijs in Nederland is voortdurend in beweging. Niet in de laatste plaats door de politiek die, ondanks goede voornemens, toch telkens weer met (elkaar tegensprekende) voorschriften en wetten komt. De politiek stelt hoge eisen aan docenten, leermiddelen, schoolgebouwen en niet te vergeten leerlingen. Tegelijkertijd is er (te) weinig geld beschikbaar om alle gewenste veranderingen en verbeteringen te kunnen doorvoeren. In deze paragraaf beschrijven we een aantal belangrijke maatschappelijke en politieke ontwikkelingen. Het opleidingsniveau stijgt In het voortgezet onderwijs is de trend dat steeds meer kinderen een havo- of vwo-opleiding volgen. Tegelijkertijd is te zien aan de eindexamencijfers dat het niveau van de leerlingen niet altijd mee stijgt. Scholen doen er goed aan om hun leerlingen iets extra’s te bieden, want alleen een diploma is in de toekomst niet voldoende om bij een goede vervolgopleiding binnen te komen. Steeds meer ROC’s, HBO-scholen en universiteiten bieden namelijk speciale opleidingen voor excellente leerlingen. Ze laten leerlingen alleen toe onder bepaalde voorwaarden en stellen hoge eisen. De vraag naar juist opgeleide mensen stijgt Het percentage hoogopgeleiden stijgt de komende jaren nog, gestimuleerd door de ambitie van de overheid. De roep om herijking ofwel nuancering van deze ambitie wordt – met name vanuit het bedrijfsleven – echter steeds groter: het gaat er niet zozeer om hoe hoog een werknemer is opgeleid, maar of hij goed, dat wil zeggen in de juiste richting, is opgeleid. In sommige branches is er een overschot aan gegadigden, terwijl in de zorg, techniek en in het onderwijs grote personeelstekorten ontstaan. Ook in het voortgezet onderwijs is een tekort aan gekwalificeerde docenten. 2012: we moeten bezuinigen De overheid bezuinigt en dit is merkbaar in de rijksbekostiging voor het onderwijs. Naar verwachting wordt in de nabije toekomst de stijging van de pensioenpremies niet volledig meer gecompenseerd, de cultuurkaart afgeschaft en volgen de lonen en salarissen van ambtenaren, dus ook van onderwijsgevend personeel, de ‘nullijn’. De materiële bekostiging is sinds tien jaar niet bij gesteld. Voor scholen betekent dit: de broekriem aanhalen. 2014 – 2015: de wet op passend onderwijs wordt ingevoerd In het schooljaar 2014 – 2015, binnen de termijn van dit schoolplan dus, zal de wet op passend onderwijs worden ingevoerd. Dat betekent dat het primair en het voortgezet onderwijs een zorgplicht krijgen. Leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, hebben recht op een zo goed mogelijke plek in het regulier onderwijs. Dat wordt mogelijk gemaakt door een budget, waarvan schoolbesturen een deel zullen krijgen voor maatwerk: scholen kunnen zich specialiseren en onderling afspraken maken wie welke kinderen het beste onderwijs kan geven. Daarvoor gaan gewone scholen en scholen voor speciaal onderwijs samenwerken in regionale samenwerkingsverbanden. Het beschikbare geld kan efficiënter en effectiever ‘in de speciale of gewone klas’ worden ingezet omdat het rechtstreeks naar de samenwerkende scholen gaat. Tot 2015 krijgen scholen een ontwikkelingssubsidie uit de Prestatiebox Tot 2015 voert de overheid een specifiek stimuleringsbeleid. De kwaliteitsgelden zijn afgeschaft en in plaats daarvan ontvangen scholen middelen uit de Prestatiebox.
8
Deze gelden mogen besteed worden aan de volgende vijf doelen: 1. Leerlingen behalen goede prestaties op de kernvakken én worden breed gevormd. 2. Scholen werken systematisch aan het maximaliseren van prestaties van leerlingen, dat wil zeggen ze werken opbrengstgericht. 3. Leraren signaleren verschillen tussen leerlingen – niet alleen de gemiddelde leerlingen, ook de cognitief zwakkere en sterkere leerlingen – en gaan hier op een adequate wijze mee om. 4. Op scholen is sprake van een ambitieuze leercultuur waar excellentie wordt gestimuleerd en hoogbegaafdheid wordt ondersteund. 5. Op scholen is sprake van een lerende cultuur waarin het niet alleen draait om het leren van leerlingen, maar ook om het leren van leraren en schoolleiders. 2.3 Regionale ontwikkelingen: regio Utrecht Zuid-Oost Ook binnen de nabije regio van het Revius Lyceum zijn er diverse ontwikkelingen gaande die gevolgen kunnen hebben voor de school. De ontwikkelingen in de regio kunnen gevolgen hebben voor bijvoorbeeld nieuwbouw of leerlingenaantallen. Besluit tot nieuwbouw In juni 2011 besloot de gemeenteraad tot nieuwbouw voor het Revius Lyceum, te realiseren in 2017. We gaan ons voorbereiden op dit nieuwbouwproces. Het aantal leerlingen blijft stabiel De verwachting is dat tot 2017 het aanbod van leerlingen zal groeien. Daarna zal het leerlingenaantal afnemen. In de kleine kernen om Doorn heen is die afname in het aantal basisschoolleerlingen al zichtbaar. Aangezien het Revius Lyceum een regiofunctie heeft, zullen er ongeveer 1500 leerlingen op school blijven. Loten hoeft niet altijd meer De regionale ‘markt’ voor VO-scholen komt meer in evenwicht. De afgelopen jaren hebben de scholen in Zeist regelmatig moeten loten. Aan die tijd lijkt nu een einde gekomen. Voor leerlingen en ouders valt weer wat te kiezen. Voor scholen betekent dit dat ze nog beter hun best moeten doen om leerlingen te blijven trekken.
9
Hoofdstuk 3 – School en onderwijsontwikkeling Uit het strategisch plan van de CVOG groep komen de volgende doelstellingen naar voren: 1. Opbrengstgericht werken; 2. bevorderen van excellentie en ambitie; 3. een cultuur van bewust kiezen; 4. een eindscore van minimaal voldoende op de opbrengstenkaart; 5. actieve toepassing van ICT in het onderwijs; 6. leerling tevredenheid met een score van minimaal 7,0; 7. invulling geven aan de christelijke identiteit van de scholengroep. Het Revius Lyceum vertaalt deze doelen naar de drie kernwaarden van onze visie, te weten: Aandacht, Ambitie en Actief leren. Aandacht: 1a. Het systematischer volgen en stimuleren van (de prestaties van) leerlingen, zodat de opbrengstenkaarten van alle opleidingen vanaf 2014 ‘gemiddeld’ tot ‘bovengemiddeld’ zijn. 1b. Het realiseren van een prettige, op ontwikkeling gerichte cultuur waarin zowel leerlingen als medewerkers op school zich betrokken en verbonden voelen. Ambitie: Het verder ontwikkelen en expliciteren van de brede vorming van leerlingen; iedere Revius opleiding heeft naast een diploma iets extra’s te bieden. Excellente leerlingen (op ieder niveau) krijgen meer mogelijkheden. Actief Leren: Het (continu) aanscherpen van de onderwijsvisie, het verbeteren van het vakdidactisch repertoire gericht op omgaan met verschillen binnen de klas; ICT en het leermiddelenbeleid vormen hierbij een belangrijk hulpmiddel. Hieronder vindt u een concrete agenda voor de jaren 2012 - 2015 waarin deze doelen staan uitgewerkt. 3.1 Aandacht Opbrengstgericht werken (1a) Vakdocenten, mentoren en laagcoördinatoren hebben ieder een eigen rol in het opbrengstgericht werken. De laagcoördinatoren houden zicht op de ontwikkeling van de prestaties van de leerlingen binnen een laag en spreken met mentoren over de voortgang van hun mentorleerlingen. Daar waar nodig wordt meteen gericht actie ondernomen naar de leerling en eventueel de ouders, vaak in overleg met de betreffende vakdocent. SOM, en met name MagnaView helpen met het op ieder gewenst moment produceren van cijferlijsten. In hoofdstuk 5 wordt het opbrengstgericht werken nader toegelicht. Begeleiding van de leerlingen (1a) De aandacht voor opbrengstgericht werken brengt tevens de noodzaak voor het versterken van het mentoraat aan het licht. Concreet betekent dit dat inmiddels ontwikkelde mentorprogramma’s geïmplementeerd zullen worden. De mentoren in de middenbouw krijgen meer taakuren om die zorg ook daadwerkelijk te geven. Omstreeks 2013 schrijft de conrector zorg in samenwerking met het zorgteam een nieuw zorgplan, waarin de uitgangspunten van de nieuwe wet op passend onderwijs verankerd worden binnen (de zorgstructuur van) de school. Leerlingverzuim (1a) In het schooljaar 2011-2012 is het monitoren van het leerlingenverzuim aanzienlijk verbeterd. Het rechtstreeks invoeren in SOM leverde een grote daling in het verzuim op. De komende jaren worden
10
ook leerlingen die uit de les gestuurd worden en de opzet van het huiswerklokaal ingevoerd in SOM. Het doel is daarmee het leerlingenverzuim nog verder terug te dringen. Identiteit (1b) De open christelijke identiteit is belangrijk voor het Revius Lyceum. Leerlingen geven aan dat ze een actieve dagopening zeer waarderen. Er komt meer aandacht voor de dagopeningen en we starten met een nieuwe methode, Oase. Ook de vieringen van Kerstmis en Pasen zullen meer aandacht krijgen. In de gesprekscyclus benoemen we dit thema. GAST (1b) In schooljaar 2011-2012 is de leerlingactiviteitencommissie ‘Revius Actief’ nieuw leven in geblazen en verder gegaan onder de noemer ‘GAST’. Voor de komende jaren staat een verdere ontwikkeling op dit gebied gepland waarbij de vaste kerngroep een steeds groter bereik heeft onder de andere leerlingen. Het betreffen activiteiten op het gebied van debattoernooien, grafische vormgeving, toneel, schoolkrant en sport. 3.2 Ambitie Rekenen, lezen en spellen In het schooljaar 2011-2012 heeft het Revius Lyceum een grootschalige pilot uitgevoerd op het gebied van rekenen, lezen en spellen. Alle 1500 leerlingen zijn getoetst, via zelfstudie of bijles bijgeschoold en zo nodig tot twee maal toe hertoetst. Hiervoor heeft de school veel eigen materiaal en een toetsbank ontwikkeld. Uit deze pilot bleek dat het spellen snel op niveau te brengen is en dat vooral lezen een moeilijke opgave voor de leerlingen is. Om goede leesvorderingen met de leerlingen te kunnen maken, is een schoolbrede aanpak vereist. Dat is niet eenvoudig, maar in 2015 moet de ontwikkeling en implementatie van een nieuw leesbeleid een feit zijn. Vanaf augustus 2012 krijgen de eerste twee leerjaren bijles op het gebied van rekenen en lezen op dezelfde wijze waarop dat in schooljaar 2011-2012 ook is gedaan. Binnen het vak Nederlands komt de spelling aan de orde. Daarnaast staat vanaf 2012-2013 voor de vooreindexamenklassen rekenen opgenomen in hun PTA. Ook zij krijgen bijles, als dat nodig is. Mavo Plus De komende jaren richt Mavo Plus zich op de opbrengstenkaart van de mavo. Die moet in 2014 in orde zijn. De acties die hiertoe ondernomen worden, staan ieder jaar beschreven in een mavo ontwikkelingsplan. Vanaf schooljaar 2012-2013 kunnen leerlingen in mavo 3 (onder voorwaarden) kiezen uit een van de volgende vier extra modules: Technologie, LO2, muziek en aansluitingsmodule havo. Meer dan een gewoon aanbod, dus. In 2013 onderzoekt de conrector mavo in samenwerking met een aantal docenten of het mogelijk is een doorlopende ondernemingsgerichte leerlijn op te zetten in samenwerking met het ROC. Ondernemende Havo Havoleerlingen zijn vaak ondernemende geesten, die via ‘trial en error’ en ‘leren door te doen’ datgene leren wat ze nodig hebben. De havo van het Revius Lyceum gaat zich de komende jaren ontwikkelen tot Ondernemende Havo. Dit hoeft niet per se de betekenis te hebben in de vorm van ‘het hebben van een onderneming’, ook in de zorg of in de culturele sector zijn ondernemende krachten nodig. Het schooljaar 2012-2013 staat in het teken van onderzoek en voorbereiding hiervoor. Het streven is om in augustus 2013 te starten met een eerste havo-laag waarin dit programma draait en van daaruit de Ondernemende Havo verder op te bouwen.
11
Veelzijdig VWO ‘Veelzijdig VWO’ houdt in dat de vwo-leerling breed gevormd wordt en we dagen hem uit tot excellente prestaties. Een groot deel van de Prestatieboxgelden wordt hiervoor ingezet. Het Revius Lyceum heeft vwo-leerlingen altijd al veel te bieden: TTO/IB, Gymnasium, extra curriculaire activiteiten, enzovoorts. vwo-Leerlingen die niet talig, maar meer bètagericht zijn, komen in de bovenbouw uitstekend aan hun trekken, onder meer via het vak NLT. In de onderbouw zijn de bètavakken voor vwo’ers nog beperkt bereikbaar. In schooljaar 2012-2013 worden de mogelijkheden van geïntegreerd bètaonderwijs in de onderbouw onderzocht. Als de uitkomsten positief zijn, wordt hiermee gestart in het schooljaar 2013-2014. Het doel is: -
het aantal leerlingen dat een bètaprofiel kiest, verhogen en een uitdagend aanbod creëren voor vwo-leerlingen die niet voor het TTO kiezen.
Andere projecten die in het kader van de excellentie doelstellingen de komende jaren op stapel staan, zijn: -
het behouden van het TTO-certificaat; het vergroten van de mogelijkheden voor excellente leerlingen via participatie in het U-Talent traject en het verder uitbreiden van het VWO-Xtra project; beter profileren van het gymnasiumonderwijs, zodat meer leerlingen hiervoor kiezen.
Doorlopende leerlijnen De inhoud van het onderwijs is uiteraard aan verandering onderhevig. Het Revius Lyceum werkt voortdurend aan de verbetering ervan. De komende jaren werken de secties aan het verstevigen van de inhoudelijke lijn binnen de vakgebieden. Naast het actueel houden van de vakleerplannen, onderhouden ze ook een Programma van Toetsing en Bevordering voor de onderbouw. Hierin staan afspraken over welke toetsen wanneer met welke normering en weging in de eerste drie leerjaren worden afgenomen. Voor de bovenbouw wordt het PTA regelmatig herzien. Daarnaast worden de mogelijkheden voor vakoverstijgend en sectieoverstijgend werken daar waar het logisch en mogelijk is, benut. Een voorbeeld van vakoverstijgend werken is het hanteren van het ERK-model binnen de Moderne Vreemde Talen. De afgelopen jaren zijn binnen de secties van Moderne Vreemde Talen de eerste stappen gezet om te komen tot een beoordelingsstructuur volgens de ERK-normen. Ook zijn zij begonnen met een curriculum opgebouwd rondom taaltaken. Hun doel is om uiterlijk in 2014 voor alle vaardigheden de ERK-structuur uitgewerkt te hebben. Daarnaast stimuleren de docenten excellente leerlingen om een (internationaal erkend) taaldiploma te halen zoals: Cambridge certificate en Delf scolaire. Burgerschap en maatschappelijke stage Sinds 1 februari 2006 zijn scholen voor voortgezet onderwijs verplicht om in hun onderwijs aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Actief burgerschap verwijst naar de bereidheid en het vermogen deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren; sociale integratie naar deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving. Het Revius Lyceum kent van oudsher diverse activiteiten die onder deze noemer vallen. Voorbeelden hiervan zijn het Project Actief Burgerschap, een bezoek aan de Tweede Kamer, de Provincie en/of rechtbank en het bijwonen van een raadszitting. Sinds schooljaar 2011-2012 zijn scholen voor voortgezet onderwijs verplicht om de leerlingen te laten deelnemen aan een maatschappelijke stage. Op het Revius Lyceum lopen leerlingen van leerjaar 2 en 3 stage. Het merendeel van de TTOleerlingen doet een stage in het buitenland. Zolang de gemeente Utrechtse Heuvelrug de gelden die zij hiervoor van het ministerie ontvangt, blijft doorgeven, houdt de M@S zijn huidige vorm.
12
Met ingang van schooljaar 2012-2013 zijn scholen voor voortgezet onderwijs verplicht om de leerlingen onderwijs te geven op het gebied van (seksuele) diversiteit. Voor het Revius Lyceum is dit geen nieuw beleid. Activiteiten als persoonlijke voorlichting in de klas door mensen met verschillende geloofsovertuigingen, beroepen of seksuele geaardheid, zullen de komende jaren gewoon op de agenda blijven staan. Voor het Revius Lyceum zijn burgerschapsactiviteiten belangrijke onderdelen van het curriculum. De school wil meer bieden en zijn dan een school met vakonderwijs. In het document Visie op Burgerschap staat de visie van het Revius Lyceum op dit onderwerp beschreven. 3.3 Actief leren Visie op onderwijs Bij het voorbereiden, uitvoeren en evalueren van de lessen is er elke dag impliciet weer de vraag: Wat is goed onderwijs? Een gezamenlijk beeld hierover is van belang voor de consistentie en de kwaliteit van het onderwijs. Daarom staat deze vraag de komende jaren vaker expliciet op de agenda. In het schooljaar 2012 – 2013 wordt bijvoorbeeld het 75-minutenrooster geëvalueerd en vanaf het schooljaar 2013-2014 zal de vraag betrekking hebben op de nieuwbouw. Vakdidactiek Ondanks het 75-minutenrooster blijft het lastig om in te spelen op de verschillen tussen leerlingen. Hoe bedien je in een klas tegelijkertijd de achterblijvers, de gemiddelden en de leerlingen die meer in hun mars hebben? Meestal valt de keuze op het veilige midden, wat voor een deel van de leerlingen niet gunstig is. Daarom staat het omgaan met verschillen in de klas (zie ook het volgende agendapunt) de komende jaren met nadruk op de agenda. ICT- en leermiddelenbeleid In januari 2012 is het netwerk binnen de school vernieuwd, evenals alle pc’s. Het Revius Lyceum wil ‘bijblijven’ met de ontwikkelingen op het gebied van ICT. Bijvoorbeeld door elke leerling op termijn niet alleen met boeken, maar ook met een laptop / I-tablet uit te rusten. Dit zeker ook met het oog op de leermiddelenaanbesteding die over drie jaar weer plaatsvindt. Het plan is om in schooljaar 2012-2013 een onderzoek te doen naar de wens en mogelijkheid om met behulp van (meer) ICT het leerproces in de klas te versterken. In het jaar daarop komt er een pilot waarin een deel van de school participeert. Het jaar erna wordt de pilot uitgebreid, ter voorbereiding op het schooljaar 2015-2016.
13
Hoofdstuk 4 - Personeelsbeleid Niet voor niets werd in het vorige hoofdstuk onder Aandacht het doel verwoord: Het realiseren van een prettige, op ontwikkeling gerichte, cultuur waarin zowel leerlingen als medewerkers zich betrokken en verbonden voelen bij de school. Een school draait niet alleen om het leren van leerlingen maar ook om het leren en welbevinden van de medewerkers. Goed personeelsbeleid is een voorwaarde voor goed presterende leerlingen. Het personeelsbeleid van het Revius Lyceum wordt vormgegeven in samenspraak met de afdeling Personeel & Organisatie van de CVOG, die ook zorg draagt voor een groot deel van de uitvoering van het personeelsbeleid. In het strategische beleidsplan van de CVOG staan de belangrijkste ontwikkelingen en doelen op dit gebied opgenomen. Ieder jaar wordt bovendien een bestuurs- en deelformatieplan opgesteld. Daarin staat uitgebreid hoe de personele bekostiging wordt ingevuld. In dit hoofdstuk vindt u een beknopt overzicht van de doelstellingen voor het personeel. Personeelszorg Als medewerkers het gevoel hebben dat ze ertoe doen, dan geven ze dit gevoel gemakkelijk door aan leerlingen. Vanaf schooljaar 2012-2013 ligt de zorg voor de docenten in handen van de conrectoren. De zorg voor het OOP blijft in handen van het hoofd facilitaire zaken. Naast de formele, jaarlijkse gesprekcyclus zullen zij via ‘kleine gesprekken’ nauwlettend de vinger aan de pols houden over het wel en wee van en de gemaakte afspraken met de collega’s. Ook de jaarlijkse vieringen, zoals de jaaropening en -sluiting, de kerstborrel en de personeelsbarbecue maken een belangrijk onderdeel uit van de zorg voor het personeel. Digitaal bekwaamheidsdossier In de wet BIO is vastgelegd dat iedere docent een bekwaamheidsdossier moet bijhouden. Vanaf 2012 beschikt de CVOG over een digitaal bekwaamheidsdossier via de N@tschool. Vanaf schooljaar 20122013 is dit het instrument voor conrectoren en docenten om de gesprekscyclus mee vast te leggen. Video Interactie Begeleiding Momenteel heeft het Revius Lyceum vier erkende VIB’ers in huis. Deze Video Interactie Begeleiders maken met behulp van een videocamera beelden van een les en bespreken die met de docent na. Ze begeleiden docenten in het kader van hun persoonlijk ontwikkeltraject, met name op hun inzet in de mavo en havo en ze begeleiden de startende docenten. Begeleiding nieuwe docenten De projectgroep Begeleiding Nieuwe Docenten begeleidt, samen met de vaksecties, nieuwe docenten. Elke nieuwe docent, ervaren of niet, krijgt begeleiding. Scholing en ontwikkeling Jaarlijks besteedt het Revius Lyceum een fors bedrag aan de bijscholing en opleiding van al haar medewerkers. Een deel van deze scholing vindt plaats tijdens de schoolbrede werkmiddag op school, voor het overige gaan medewerkers één of meerdere dagen naar een opleidingsinstituut, congres of andere vorm van scholing. Aan het begin van het schooljaar worden de scholingswensen onder het personeel geïnventariseerd en vastgelegd in een scholingsplan. Tevredenheidonderzoek onder medewerkers In februari 2013 vindt opnieuw een tevredenheidonderzoek onder medewerkers plaats. Het Revius Lyceum scoort de laatste tien jaar hoog als het gaat om de beleving van de werkdruk. Het streven is een daling van vijftien procent in 2013. Dat wordt bereikt als hooguit 45 procent van de medewerkers aangeeft dat de werkdruk te hoog is.
14
Hoofdstuk 5 - Kwaliteitszorg Kwaliteitsbeleid heeft te maken met het afleggen van verantwoording en met het bereiken van kwaliteitsverbetering en schoolontwikkeling. Kwaliteitszorg houdt in: op systematische wijze werken en nagaan of de gestelde doelen worden bereikt (Plan-Do-Check-Act). In dit hoofdstuk leest u welke instrumenten het Revius Lyceum tussen 2012 - 2015 inzet om de kwaliteit van onderwijs te garanderen en systematisch te verbeteren. De basis voor de kwaliteitzorg vormt het schoolplan, met als afgeleide daarvan de jaarlijkse activiteitenplannen en diverse beleidsplannen. 5.1 Kwaliteit van docenten De belangrijkste pijler voor goed onderwijs is een goede docent. Veel van de instrumenten die worden ingezet om de kwaliteit te bewaken, hebben dan ook te maken met de kwaliteit van docenten. Werving en selectie Het begint met de werving en selectie van nieuwe docenten. Die start zo vroeg mogelijk, het liefst al in maart. Dan is er nog keuze. Elke kandidaat krijgt twee gesprekken, één met de schoolleiding en één met de sectie. Referenties worden altijd nagebeld door de conrector. Voor LC- en LD-kandidaten, vragen we een proefles. Elke nieuwe docent doorloopt in de periode september – februari een beoordelingsproces met begeleiding, lesobservaties en gesprekken. Startende docenten krijgen een intensief VIB-traject, zoals aangegeven in hoofdstuk 4. Gesprekscyclus Het Revius Lyceum hanteert een jaarlijkse gesprekscyclus. Een startgesprek, voortgangsgesprekken (om de drie jaar een beoordelingsgesprek), lesobservatie en leerlingenenquêtes maken hier onderdeel van uit. Jaarlijks benoemt de schoolleiding de gemeenschappelijke thema’s die terugkomen in de gesprekken. Na afloop evalueert de schoolleiding de gesprekken en stelt eventueel nieuwe leerpunten op. Binnen de termijn van dit schoolplan wordt de leerling enquête gedigitaliseerd. Video Interactie begeleiding (VIB) De Video interactie Begeleiders worden ingezet om met collega’s te reflecteren op de kwaliteit van hun lessen. Nascholing Praktijkgerichte nascholing is een belangrijk element om ‘bij de les’ te blijven. Elk schooljaar is er een nascholingsplan. Het nascholingsplan wordt gevoed door de doelen die we ons in het Schoolplan en in de activiteitenplannen hebben gesteld. De schoolleiding evalueert het nascholingsplan aan het einde van het schooljaar. 5.2 Opbrengstgericht werken In de periode 2012 - 2015 staat onder andere opbrengstgericht werken centraal. Op een school die opbrengstgericht werkt, stelt zowel management als onderwijzend personeel doelen, volgt vorderingen, evalueert resultaten en stelt doelen bij. De inspectie definieert ‘opbrengstgericht’ als ‘kenmerk van een school die systematisch en doelgericht werkt aan het maximaliseren van de prestaties van haar leerlingen’ (Betere prestaties door opbrengstgericht werken, Onderwijsinspectie 2010). Het Revius Lyceum wil zich de komende jaren met name verder bekwamen op het gebied van doelgerichtheid. Met name het benoemen van doelen, het registreren en het evalueren ervan kan scherper. Dit is van toepassing op diverse gebieden, zoals de lessen, resultaten en sectieplannen.
15
Voortgang van de leerlingen Met behulp van MagnaView (in SOM) kan iedere docent zien hoe hij of zij scoort ten opzichte van andere klassen en andere docenten. Voorwaarde hiervoor is dat iedere docent binnen tien dagen zijn cijfers in SOM invoert. De conrector bespreekt als onderdeel van de gesprekscyclus met elke docent zijn of haar resultaten. In de derde week van iedere periode evalueert de schoolleiding de resultaten van de voorgaande periode. De conrectoren bespreken de resultaten ook met de laagcoördinatoren. De laagcoördinatoren spreken over de resultaten per klas met de mentoren. Mentoren gaan op hun beurt weer in overleg met de leerlingen en eventueel hun ouders. Dit is een continu proces. Naast de continue sturing op resultaten vinden aan het einde van iedere periode de reguliere rapportbesprekingen plaats. Kwaliteit van de schoolexamens Jaarlijks worden de resultaten van het laatste examen met de secties geëvalueerd. Met behulp van het Management Venster worden de resultaten van de verschillende secties afgezet ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De schoolleiding gaat hierover in gesprek met de sectieleiders. Naar aanleiding van dit gesprek stellen de secties een verbeterplan op als onderdeel van hun jaarlijkse activiteitenoverzicht. 5.3 Verantwoording Scholen worden in toenemende mate uitgenodigd om naast verticale verantwoording (i.c. aan de Onderwijsinspectie) zich ook en vooral horizontaal te verantwoorden: naar ouders en andere belanghebbenden. Het Revius Lyceum Doorn doet dit onder meer middels Vensters voor Verantwoording en structureel overleg met leerlingen (via de leerlingenraad en monitorgroepen) en met ouders die zitting hebben genomen in de Ouderadviesgroep.
16
Hoofdstuk 6 - Financieel en materieel beleid De economische crisis aan de ene kant en prijsstijgingen aan de andere kant bepalen het toekomstige financiële en materiële beleid van Het Revius Lyceum. In dit hoofdstuk leest u daar meer over. 6.1 Financieel beleid De economische crisis in Nederland zal het financieel beleid in de periode 2012 - 2015 sterk beïnvloeden. Uit de meerjarenbegroting 2012 - 2015 van de CVO Groep blijkt dat bij ongewijzigd beleid de komende jaren een groot tekort in de begroting ontstaat. Met name de sterk oplopende loonkosten (inkorting salarislijnen, functiemix, stijging pensioenpremie) die slechts gedeeltelijk of niet worden gedekt vanuit de bekostiging vormen hiervan de oorzaak. Daarnaast zullen ook op materieel gebied de kosten toenemen door een verhoging van de BTW van 19 naar 21 procent. Gegeven deze ontwikkelingen is voorzichtigheid geboden. Dat betekent dat het Revius Lyceum de opdracht heeft om actief te zoeken naar mogelijkheden om de personele lasten te verlagen. Dat houdt in: - goedkoper daar waar het goedkoper kan; - minder fte inzetten daar waar dit mogelijk is. In het tijdsvak van dit schoolplan gaan we met elkaar zeer waarschijnlijk de discussie voeren over de invulling van het taakbeleid en de omvang van het OOP. Daarnaast hebben simulaties met de kosten voor de functiemix duidelijk gemaakt dat bij voortzetting van de huidige koers, waarbij jaarlijks de hoeveelheid LC- en LD-functies toeneemt, op korte termijn de lasten voor de functiemix hoger zullen zijn dan de baten. Daarom is afgesproken dat de school een pas op de plaats maakt wat betreft de functiemix. De te realiseren functiemixwaarde voor 2014 zal pas in dat jaar uitgezet worden. Alleen wanneer vanuit arbeidsmarktoverwegingen tussen 2012 en 2014 wel LC- en/of LD- functies uitgegeven moeten worden, is dat mogelijk. De mogelijkheden voor een derde geldstroom anders dan project- of doelsubsidies zijn beperkt. RLD heeft geen principiële bezwaren tegen bescheiden aanvullende financiële middelen die verstrekt zijn door (commerciële) bedrijven, instellingen of personen die als sponsors optreden, mits: • de sponsoring geen invloed heeft of kan hebben op het onderwijsprogramma; • de sponsors geen producten en/of diensten leveren die niet of minder geschikt zijn voor onze leerlingen; • de sponsor geen voorwaarden stelt aan de sponsoring die RLD in zijn bewegingsvrijheid beperken. • de leerlingen geen marketingkanaal zijn. RLD wenst volledige zeggenschap te behouden over het te verzorgen onderwijs, zonder (inhoudelijke) inmenging van instellingen of bedrijven. Dit beleid ten aanzien van sponsoring is besproken in de Deelraad. De Deelraad heeft op 13 november 2012 haar goedkeuring aan het beleid met betrekking tot sponsoring gegeven. 6.2 Materieel beleid Het materieel beleid valt uiteen in drie deelgebieden, te weten: afschrijvingen, huisvestingslasten en overige lasten. Het materieel beleid is al snel het kind van de rekening als de personeelslasten stijgen. Ook op het Revius Lyceum is er de laatste jaren een stijging van de personele kosten ten nadele van de materiële kosten. De komende jaren moet deze stijging van personele kosten een halt toe geroepen worden. Afschrijvingslasten De investeringen in ICT worden vanaf 2012 rechtstreeks bij het Revius Lyceum ondergebracht. Hierdoor lopen de afschrijvingslasten op. Dit levert wel een vermindering van de ICT-doorbelasting naar het CB op. Begin januari 2012 is er een grote inhaalslag gemaakt op het gebied van ICT. De school wil gaan
17
experimenteren met de mogelijkheden van I-tablet of laptop voor elke leerling in de klas en daarom zullen er binnen nu en drie jaar opnieuw investeringen gedaan moeten worden. De notitie ‘ICT gebruik op het Revius Lyceum’ beschrijft de wensen die er liggen op het ICT gebied. Het vormt de basis voor de verdere ICT ontwikkeling. Huisvestingslasten Voor wat betreft het huisvestingsbeleid verandert er de komende drie jaar weinig. We blijven het gebouw onderhouden en schoonmaken volgens de afspraken die daarvoor nu ook gelden. Met minder op dit gebied kan niet. Tegelijkertijd verwachten we wel prijsstijgingen door de verhoging van de BTW en de energiekosten. Dit betekent dat deze lasten zullen stijgen met zeker twee procent. Daarnaast zullen we nader onderzoek en studies laten doen ten behoeve van onze nieuwbouw. Ook deze kosten leiden tot een stijging van de huisvestingslasten. Overige lasten De grootste kostenpost op het gebied van Administratie en Beheer is Reproductie en Drukwerk. Op die post gaat het Revius Lyceum in de periode 2012 - 2015 een bezuiniging realiseren van 20 procent ten opzichte van 2011. Niet alleen het kostenperspectief is hierbij van belang, ook het milieuaspect speelt hierbij een rol. In de periode 2012 - 2015 werken we aan een leermiddelenbeleidsplan. Het doel is goed voorbereid te zijn op de leermiddelenaanbesteding die in 2015 weer zal plaatsvinden. Het budget voor leermiddelen zal in 2015 dalen. Tot die tijd zal de school binnen het budget blijven. Voor wat betreft de overige lasten is op alle onderdelen voorzichtigheid geboden. Het Revius Lyceum gaat nadrukkelijk het excursiebeleid tegen het licht houden: wat brengen deze kosten op in termen van leerwinst? Werving en Selectie personeel en PR-activiteiten zullen de komende jaren naar verwachting om dezelfde investering vragen.
18