Schoolondersteuningsprofiel Revius Lyceum Doorn Februari 2014 (met instemming van de MR) Inhoudsopgave 1
2
Inleiding 1.1 Passend Onderwijs 1.2 Schoolondersteuningsprofiel 1.3 Groeidocument 1.4 Wat betekent het schoolondersteuningsplan voor ouders/verzorgers? 1.5 Meer weten? Visie Revius Lyceum Doorn
2 2 2 2 2 3 3
3
Visie op onderwijsondersteuning 3.1 Verantwoording 3.2 Missie en visie van (de scholen van) het samenwerkingsverband 3.2.1 Missie 3.2.2 Visie
3 3 4 4 4
4
Drie niveaus van onderwijsondersteuning 4.1 Basisondersteuning 4.2 Extra ondersteuning in de vorm van arrangementen 4.3 Uitgangspunten ondersteuning en arrangementen op het Revius Lyceum Doorn 4.4 Plaatsing vso
4 5 5 6 6
5
Inrichting onderwijsondersteuningsstructuur 5.1 Zorgfunctionarissen 5.1.1 De zorgcoördinator 5.1.2 Mentor 5.1.3 Vakdocent 5.1.4 Onderwijsondersteunend personeel 5.1.5 Jaarlaagcoördinatoren 5.1.6 Verzuimcoördinator 5.1.7 Coördinator leerlingen bijzondere ondersteuningsarrangementen, voorheen LGF 5.1.8 Begeleider / studiecoach van leerlingen met bijzondere ondersteuningsarrangementen 5.1.9 Leerlingbegeleider en psychosociaal medewerker 5.1.10 Schooldecanen 5.1.11 Remedial teachers 5.1.12 Faalangsttrainers / omgaan schoolstress 5.1.13 Vertrouwenspersoon 5.1.14 Peer-begeleiders 5.1.15 Zorgadviesteam (ZAT) (intern en extern) 5.1.16 Externe hulpverleners, derdelijnszorg 5.1.17 Ambulante begeleiding leerlingen met ondersteuningsarrangement
7 7 7 8 8 8 8 9 9 9 10 10 10 11 11 11 11 11 11
6
Procedures 6.1 Basisondersteuning 6.2 Extra ondersteuning via arrangementen 6.3 Plaatsing in het voortgezet speciaal onderwijs 6.4 Bezwaar en beroep 6.4.1 Regelingen op school(bestuurlijk) niveau 6.4.2 Regelingen op niveau van het samenwerkingsverband 6.4.3 Regelingen op landelijk niveau 6.5 Toelating van leerlingen
12 12 12 12 13 13 13 13 13
7
Bijlagen 7.1 Zorgkaart Revius Lyceum Doorn
15 16
1
1 1.1
Inleiding Passend Onderwijs
Elk kind heeft recht op goed onderwijs. Ook kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Passend onderwijs beoogt voor iedere leerling een passende plek in het onderwijs te bieden. Regulier waar het kan, speciaal waar het moet. Zo worden jongeren het best voorbereid op een vervolgopleiding en doen ze zo goed mogelijk mee in de samenleving. Met invoering van de Wet passend onderwijs die in augustus 2014 ingaat, krijgen scholen een zogeheten ‘zorgplicht’. Dat betekent dat scholen ervoor verantwoordelijk zijn om elk kind een goede onderwijsplek te bieden. Op de eigen school, eventueel met extra ondersteuning in de klas, op een andere reguliere school in de regio of in het voortgezet speciaal onderwijs. Voor leerlingen die het echt nodig hebben, kan namelijk nog steeds een beroep op het speciaal onderwijs gedaan worden. Ouders worden hierbij nauw betrokken. Om aan alle kinderen daadwerkelijk een goede onderwijsplek te kunnen bieden, vormen reguliere en speciale scholen samen regionale samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging daarvan. In het samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs Zuidoost Utrecht werkt het Revius Lyceum Doorn al geruime tijd samen met de andere scholen met het oog op de invoering van Passend onderwijs.
1.2
Schoolondersteuningsprofiel
Dit schoolondersteuningsprofiel geeft aan welke onderwijsondersteuning het Revius Lyceum Doorn kan bieden en welke ambities de school daarbij heeft. Leraren en ouders hebben via de deelraad advies gegeven bij het opstellen van het schoolondersteuningsprofiel. Verder hebben alle schoolbesturen de profielen onderling afgestemd om er voor te zorgen dat alle leerlingen in de regio inderdaad passend onderwijs kunnen ontvangen en niemand tussen wal en schip valt. Ouders/verzorgers kiezen zelf een school voor hun kind, ook als het kind extra ondersteuning nodig heeft. Bij deze schoolkeuze kunnen zij zich laten leiden door de inhoud van het schoolondersteuningsprofiel. Na aanmelding beoordeelt de school of zij aan de ondersteuningsvraag van het kind tegemoet kan komen. Kan dat niet, dan zoekt de school – na overleg met de ouders – een betere plek. Dat kan zijn een (andere) reguliere school, maar dat kan ook een school voor voortgezet speciaal onderwijs zijn. Zo komt het kind terecht op de school die zo goed mogelijk bij hem of haar past. Dit schoolondersteuningsprofiel geldt vanaf het moment dat de wet Passend onderwijs wordt ingevoerd, dus vanaf 1 augustus 2014.
1.3
Groeidocument
Het schoolondersteuningsprofiel is nog in ontwikkeling. In 2014/15 zullen belangrijk ervaringen worden opgedaan. Daarna zal het schoolondersteuningsprofiel op basis van een evaluatie waar nodig worden bijgesteld. Bij die evaluatie en bij het vaststellen van een aangepaste versie van het schoolondersteuningsprofiel zullen ouders en personeelsleden via de medezeggenschapsorganen uiteraard weer betrokken zijn.
1.4
Wat betekent het schoolondersteuningsplan voor ouders/verzorgers?
Ouders/verzorgers bepalen waar zij hun kind aanmelden. Dat kan bijvoorbeeld een school zijn die dicht bij huis ligt, die past bij de geloofsovertuiging of die een bepaald pedagogisch concept volgt. In de praktijk zal de keuze vaak worden ingegeven door de combinatie van de pedagogisch – didactische
2
eigenheid van de school en het meer specifieke ondersteuningsaanbod. Informatie daarover is in dit schoolondersteuningsprofiel opgenomen. N.B.: aanmelding voor plaatsing van een leerling in het voortgezet speciaal onderwijs geschiedt niet direct door de ouders bij de desbetreffende school, maar loopt via de Commissie toelaatbaarheid van het samenwerkingsverband. Zo’n aanvraag wordt ingediend door het schoolbestuur waar de leerling op dat moment staat ingeschreven. Zie ook paragraaf 6.3.
1.5
Meer weten?
De school is het belangrijkste contactpunt als er vragen zijn over onderwijsondersteuning. Dat wil niet zeggen dat altijd alles op iedere school geregeld kan worden, en als dat niet zo is, zorgt de school voor doorverwijzing e.d. Er is in dit samenwerkingsverband bewust niet gekozen voor centrale loketten en informatiepunten, omdat de afgelopen jaren al gebleken is dat in het overgrote deel van de gevallen in overleg met de school kunnen worden opgelost. Voor meer informatie over de mogelijkheden van het Revius Lyceum Doorn kunt u contact opnemen met: Mw. M. Hagdorn, conrector,
[email protected] Voor algemene en achtergrondinformatie over Passend onderwijs kunt u terecht op de website van het samenwerkingsverband (www.swv-vo-zou.nl) en de landelijke website www.passendonderwijs.nl. Laatstgenoemde website bevat een uitgebreid onderdeel voor ouders en leerlingen.
2
Visie Revius Lyceum Doorn
Het Revius Lyceum is een open christelijke school voor eigentijds en uitdagend onderwijs waar het goed leren en werken is. De school staat open voor iedereen en respecteert andere levensbeschouwelijke opvattingen. Zonder als christelijke school waarden en normen te willen monopoliseren, creëren we binnen en buiten de lessen met elkaar ruimte voor vraagstukken en bijbehorende activiteiten op het gebied van zingeving en ethiek. Respect voor de ander en openheid naar elkaar staan daarbij hoog in het vaandel. Het primaire proces geven wij vorm vanuit drie kernwaarden: Aandacht, ambitie en actief leren. De leerlingenzorg is erop gericht dat alle leerlingen zich prettig en veilig voelen op school en dat zij leren studeren, zelfstandig werken en keuzes maken. Wij werken aan kwalificeren, socialiseren en aan individuele vorming. Wij leren leerlingen te volgen waar nodig én vormend, creatief en ondernemend te zijn. Wij leiden leerlingen op voor hun leven in de maatschappij en willen de leerlingen zelfverantwoordelijk maken. De docenten geven de allereerste zorg aan leerlingen in klassenverband. De relatie leerkracht-leerling staat daarbij centraal. Er is alleen goed onderwijs mogelijk wanneer deze relatie zo goed mogelijk is. De docent is dan ook de persoon zijn die snel opmerkt wanneer een leerling extra ondersteuning behoeft. In eerste instantie gaat hij/zij zelf aan de slag al dan niet na consultatie van de klassenmentor en/of jaarlaagcoördinator. Blijkt dit niet voldoende dan wordt doorverwezen naar de zorgcoördinator. Deze maakt een analyse en kan verwijzen naar 2e- of 3e-lijns hulpverleners (www.revius.nl/ouders/zorg)
3 3.1
Visie op onderwijsondersteuning Verantwoording
Binnen het samenwerkingsverband Zuid Oost Utrecht hebben alle schoolbesturen gezamenlijk een visie op onderwijsondersteuning geformuleerd. Er zijn wat dat betreft geen verschillen tussen de scholen. Dat betekent natuurlijk niet dat er helemaal geen verschillen tussen de scholen zijn. Om te beginnen, is er al het onderscheid in schoolsoorten. Een leerling kan dus niet overal terecht. Wie qua niveau en oriëntatie op het vmbo is aangewezen, kan niet op een vwo-school terecht. Dat heeft te maken met de geschiktheid voor een bepaalde onderwijssoort en niet met een verschil in visie 3
op onderwijsondersteuning. Verder verschillen scholen (gelukkig) in de manier waarop zij concreet invulling geven aan de gemeenschappelijke visie en uitgangspunten. Dat zit voor een deel in de manier waarop de onderwijsondersteuning georganiseerd wordt. Maar verschillen komen ook tot uitdrukking in de manier waarop de mens- en onderwijsvisie, de pedagogische oriëntatie en de inrichting van de didactiek tot een eigen inkleuring leiden. Wat het beste is, verschilt per leerling.
3.2
Missie en visie van (de scholen van) het samenwerkingsverband
3.2.1 Missie De aangesloten schoolbesturen waarborgen c.q. bieden, in onderlinge afstemming en conform de wet, passend onderwijs aan de leerlingen schoolgaand in de regio Zuidoost Utrecht, er op gericht dat zoveel mogelijk van deze leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken. Het samenwerkingsverband werkt samen met partners (waaronder de gemeenten en de centra voor jeugd en gezin) in de regio, als het nodig is om extra ontwikkelings- en gezinsondersteuning te realiseren voor deze leerlingen en het gezin waartoe zij behoren. 3.2.2 Visie De visie van het samenwerkingsverband is verwoord in de volgende uitgangspunten: • Ieder kind krijgt een passend aanbod. Het samenwerkingsverband volgt wat dit betreft uiteraard de wet. • De schoolbesturen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor Passend Onderwijs in de regio en leggen vast waarop zij gezamenlijk inzetten. Het samenwerkingsverband wordt gevormd door de scholen, die gezamenlijk optrekken. • Schoolbesturen realiseren, door het accent te leggen op ontwikkeling en verruiming van de basisondersteuning, onderwijsondersteuning zoveel als mogelijk binnen een reguliere setting. Het samenwerkingsverband kiest nadrukkelijk voor oplossingen in het ‘gewone’, reguliere onderwijs, omdat dat voor de meeste leerlingen ook het beste is en de meeste kans biedt op een diploma dat vervolgmogelijkheden biedt. • De verantwoordelijkheid voor Passend Onderwijs ligt zo veel als mogelijk op school(bestuurlijk)niveau. Passend onderwijs hoort op de scholen concreet vorm te krijgen. Het samenwerkingsverband kiest bewust niet voor onderwijs- of opvangvoorzieningen buiten de scholen om, want daarmee zouden leerlingen toch buiten een normale schoolcontext worden geplaatst. • Het accent ligt op preventief in plaats van curatief handelen. De inzet is om tijdig adequate ondersteuning te bieden om daarmee te voorkomen dat op een later moment veel meer ondersteuning nodig is. • De voorkeur gaat uit naar spreiding van leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte over de scholen boven concentratie van deze leerlingen (tenzij de aard van de ondersteuningsbehoefte, overwegingen van veiligheid of beperkingen in beschikbare specialistische expertise anders impliceren). De bedoeling van passend onderwijs is dat zoveel mogelijk leerlingen de school kunnen bezoeken die in buurt ligt en waar de voorkeur van ouders en leerling naar uit gaat en dat leerlingen in ‘gewone’ klassen zitten • Scholen voor voortgezet speciaal onderwijs blijven nodig. In beginsel zitten leerlingen op een ‘gewone’, reguliere school. Dat geldt in dit samenwerkingsverband op dit moment, voor 96 % van alle leerlingen. In een aantal gevallen is de ondersteuningsbehoefte van een leerling echter zo intensief en specialistisch dat plaatsing in het voortgezet speciaal onderwijs de beste oplossing is.
4
Drie niveaus van onderwijsondersteuning
In aansluiting op de wettelijke regelgeving en bekostiging kent het samenwerkingsverband drie niveaus van onderwijsondersteuning: • Basisondersteuning; • Extra ondersteuning in de vorm van arrangementen; • Plaatsing in het speciaal onderwijs. 4
4.1
Basisondersteuning
Basisondersteuning heeft betrekking op ondersteuning zoals die voor alle leerlingen geldt en beschikbaar is. Het verwijst naar het geheel van preventieve en licht curatieve programma’s die de school aanbiedt en uitvoert, eventueel in samenwerking met ketenpartners. Concreet betekent dit het volgende. Het Revius Lyceum Doorn: • signaleert preventief en tijdig leerproblemen en ontwikkelings- en opvoedproblemen. • heeft of ontwikkelt een aanbod voor leerlingen met dyslexie en/of dyscalculie conform de daarvoor landelijk vastgestelde protocollen. • heeft of ontwikkelt onderwijsprogramma’s en leerlijnen die zijn afgestemd op leerlingen die qua cognitieve capaciteiten boven-, dan wel ondergemiddeld toegerust zijn voor de schoolsoort waar zij op zitten, terwijl zij wel in staat worden geacht het schooltype waar ze op zitten succesvol te doorlopen • zorgt – binnen grenzen van redelijkheid – voor fysieke toegankelijkheid van schoolgebouwen, aangepaste werk- en instructieruimtes en de beschikbaarheid van hulpmiddelen voor leerlingen die dit nodig hebben. • beschikt over (ortho)pedagogische en (ortho)didactische programma’s en methodieken die gericht zijn op sociale veiligheid en het voorkomen en aanpakken van gedragsproblemen. • past een protocol toe voor medische handelingen. • beschrijft op welke wijze de school samenwerkt met ketenpartners om lichte curatieve ondersteuning te bieden. Basisondersteuning wordt voor een deel vanzelf en aangepast aan de behoefte van de leerling aangeboden op signalering door leerkracht, mentor, jaarlaagcoördinator, zorgcoördinator en andere personeelsleden die bij leerlingen betrokken zijn.
4.2
Extra ondersteuning in de vorm van arrangementen
Een leerling die ondersteuning behoeft, die boven de overeengekomen basisondersteuning uit gaat, ontvangt die extra ondersteuning in de vorm van een ondersteuningsarrangement binnen de eigen school. Daarbij is het vertrekpunt de ondersteuningsbehoefte van de leerling. Het gaat dus om wat de leerling nodig heeft en niet om wat de leerling ‘mankeert’. De school gaat niet uit van ‘labels’ en ‘etiketten’. Er is dus ook geen standaard lijstje van arrangementen, er is veelmeer sprake van maatwerk. Het kan zijn dat het Revius Lyceum Doorn het gewenste arrangement niet kan aanbieden. In dat geval kan in overleg met ouders gekozen worden voor een verwijzing naar een school die dat arrangement wel kan aanbieden. Als een leerling een extra ondersteuningsarrangement krijgt aangeboden, stelt de school, in overleg met ouders een ontwikkelingsperspectief op. Daarin wordt in elk geval opgenomen de te verwachten ‘uitstroombestemming’. Dat wil zeggen het vervolgonderwijs waar de leerling voor wordt opgeleid; in voorkomende gevallen kan het ook gaan om toeleiding naar arbeid. Arrangementen kunnen verschillen in: • Mate van individualisering: het kan gaan om een (geheel) individueel arrangement of een (deels) groepsgewijs arrangement. • Duur: arrangementen kunnen korter of langer duren. • Intensiteit: een arrangement kan meer of minder intensief zijn (bijvoorbeeld extra ondersteuning op dagelijkse basis of een wekelijks gesprek met een mentor). • Aantal betrokkenen. Het kan zijn dat de ondersteuning geleverd wordt door of enkele vakdocenten of de mentor van de leerling. Het kan ook zijn dat meer specialistische functionarissen betrokken zoals een remedial teacher, faalangsttrainer, studiecoach en leerlingbegeleider. Het is ook mogelijk dat er ondersteuning van buiten wordt aangezocht. Het kan dan gaan om ambulante begeleiding vanuit het speciaal onderwijs, maatschappelijk werk, jeugd-ggz e.d. 5
Bij de beslissing om een individueel ondersteuningsarrangement in te zetten wordt een bepaalde procedure gevolgd; zie paragraaf 6.2. Over de inhoud en de beoogde doelstellingen van een arrangement wordt altijd overlegd met de ouders. Vanwege de wettelijke overgangsregelingen zullen, zoals eerder al aangeven, de arrangementen in de schooljaren 2014/15 en 2015/16 mogelijk minder flexibel en op maat kunnen worden aangeboden dan dat dit in de jaren daarna het geval zal zijn. De invoering van passend onderwijs start op 1-8-14. De daadwerkelijke ontwikkeling en uitvoering zal meerdere jaren in beslag nemen. Mogelijkheden individuele arrangementen op het Revius Lyceum Doorn (situatie januari 2014): • Afgebakend begeleidingstraject dyslectische leerlingen (4 x remedial teaching) • Leerlingen met ASS, begeleiding door individuele coach/ eventueel remedial teaching (4x) • Overige leerlingen met diverse ondersteuningsbehoeften worden op maat begeleid afhankelijk van individuele hulpvraag. Daarvoor kan een beroep gedaan worden op alle functionarissen genoemd in hoofdstuk 5.
4.3
Uitgangspunten ondersteuning en arrangementen op het Revius Lyceum Doorn
Op Het Revius Lyceum Doorn worden onderwijsprogramma’s en leerlijnen afgestemd op het cognitief niveau van leerlingen waarbij het Mavo-/VMBO-TL-niveau de ondergrens is. De school heeft deskundigheid in huis op het gebied van dyslexie, faalangst-, stress-, concentratie- en sociaal-emotionele problemen. Hoogbegaafden kunnen naast het reguliere programma extra vakken volgen en deelnemen aan uitdagende extra curriculaire activiteiten. Het Revius Lyceum Doorn kiest bewust om deze groep niet te concentreren in aparte groepen. Grenzen aan mogelijkheden voor het kunnen begeleiden van zorgleerlingen • leerlingen waarvan de individuele zorgvraag het leerproces van anderen belemmert, kunnen niet begeleid worden • leerlingen met multiple, complexe problemen en/of gedragsproblemen (bijvoorbeeld ASS in combinatie met ernstige dyslexie) kunnen niet begeleid worden • leerlingen die niet beschikken over enige mate van zelfstandigheid en zelfredzaamheid kunnen niet begeleid worden • leerlingen die door ziekte of om andere redenen het onderwijs niet fysiek op school kunnen bijwonen en langdurig afwezig zijn en individueel thuisonderwijs moeten krijgen, kunnen niet begeleid worden • de school is gehuisvest in een langgerekt gebouw en een bijgebouw. De afstanden zijn groot en bij leswisselingen zijn de gangen vol en druk. Voor sommige leerlingen is het zich verplaatsen daardoor problematisch en is het functioneren op het Revius Lyceum Doorn niet mogelijk. • de school heeft geen beschikking over professionele apparatuur waarmee thuisonderwijs vanuit school mogelijk is. • omdat op de schouders van vakdocenten en mentoren een aanzienlijk deel van de begeleiding rust bij individuele arrangementen kent iedere klas/ cluster een maximum aan leerlingen met een individueel ondersteuningsarrangement.
4.4
Plaatsing vso
In beginsel kunnen scholen aan het overgrote deel van de ondersteuningsvragen van leerlingen tegemoet komen via de basisondersteuning en de extra ondersteuning in de vorm van arrangementen Om een aantal redenen kan dat echter soms niet mogelijk zijn. Het gaat daarbij om de volgende gevallen: • Er is (zeer) specialistische expertise nodig om in de ondersteuningsvraag te voorzien die niet (op het vereiste niveau, in de gewenste intensiteit) binnen de school kan worden aangeboden.
6
• •
De duur en intensiteit van de benodigde ondersteuning is redelijkerwijze niet inpasbaar binnen de klassikale/groepsgewijze onderwijscontext van de school. De veiligheid van de leerling, dan wel de veiligheid van medeleerlingen kan niet (voldoende) gegarandeerd worden.
In deze gevallen ligt een plaatsing in een school voor voortgezet speciaal onderwijs voor de hand, waar de leerling wel passend onderwijs en passende ondersteuning kan ontvangen, eventueel in combinatie met behandeling vanuit jeugdzorg. Besluitvorming over plaatsing in het vso gebeurt uiteraard altijd in zorgvuldig overleg met de ouders. De wet schrijft hierbij een bepaalde procedure voor, die leidt tot een zogeheten toelaatbaarheidsverklaring voor het vso. Deze procedure houdt de school uiteraard aan; zie ook paragraaf 6.3. N.B. tot 1 augustus 2014, dus in de periode tot aan de invoering van de wet Passend onderwijs geldt nog een andere procedure.
5
Inrichting onderwijsondersteuningsstructuur
In dit hoofdstuk wordt beschreven welke functies, functionarissen en welk ondersteuningsaanbod het Revius Lyceum Doorn in schooljaar 2014-2015 biedt (bijlage 1 zorgkaart 2013-2014)
5.1
Zorgfunctionarissen
5.1.1 De zorgcoördinator De zorgcoördinator neemt een centrale positie in binnen de ondersteuningsstructuur en het zorgbeleid op het Revius Lyceum Doorn. Zij is de spil binnen het totale aanbod van mogelijkheden van basisondersteuning en eventueel noodzakelijke extra ondersteuningsarrangementen. Zij stuurt en coördineert de begeleiding zoals intern en extern bijvoorbeeld in het ZAT afgesproken is. De zorgcoördinator heeft oog voor zowel de preventieve als curatieve zorg binnen de school. Zij is tevens het aanspreekpunt voor externe zorgverleners. Dit houdt in: • Coördineren en stimuleren van ondersteuningsactiviteiten; daartoe in overleg met de schoolleiding en docententeam uitzetten van begeleidingsbeleid; hiervoor draagvlak creëren; • Met de mentor, coördinator en/of docenten opstellen van ondersteuningsplannen voor een individuele leerling of een groep leerlingen; de evaluatie hiervan; • Opvangen van signalen van mentoren over gewenste ondersteuning en in samenhang hiermee voorstellen doen voor scholing; • Loketfunctie: vraagbaak voor mentoren/docenten die een snel antwoord willen op een niet zo complex probleem; • Verbindingslijn van de school naar 3e-lijn, externe deskundigen en andere scholen; • Het onderhouden van contacten met de overige onderdelen van het samenwerkingsverband vospeciaal voortgezet onderwijs; • Het opzetten en implementeren van een leerlingvolgsysteem. • Het beoordelen van aanvragen nieuwe leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften en het toetsen van de aanvragen op het ondersteuningsprofiel van het Revius Lyceum Doorn. • Het opstellen van ondersteuningsplannen voor nieuw aangemelde leerlingen • Ontwikkelt een visie op de zorgbreedte van de school. Bewaakt de uitvoering van deze visie en organiseert een systematische evaluatie van het zorgbeleid. • Coördineert het pakket basisondersteuning • Coördineert het pakket individuele arrangementen • Is voorzitter van het interne zorgteam. • Is voorzitter van het Zorg Advies Team (ZAT) • Zorgt voor financiële afwikkeling leerlinggebonden financiering (“rugzakje”). 7
• • • • •
Coördineert deskundigheidsbevordering op het gebied van zorgverlening. Onderhoudt het contact met het Samenwerkingsverband en neemt deel aan het overleg van het Samenwerkingsverband. Participeert in het netwerk zorgcoördinatoren van het Samenwerkingsverband. Blijft op de hoogte van en informeert anderen over ontwikkelingen op het gebied van passend onderwijs. Onderhoudt contact met de conrector zorg.
5.1.2 Mentor De mentor is de spil in de begeleiding van de leerling en de groep. De mentor is in staat om basisondersteuning te bieden daarbij eventueel geholpen door de jaarlaagcoördinator en remedial teacher Hoofdtaken zijn: • Begeleiding van groep en individuele leerlingen. • Begeleiding van groep en individuele leerlingen met betrekking tot studievaardigheden. • Geeft mentorlessen op gebied van omgang met elkaar en functioneren in omgeving. • Is eerste contactpersoon voor ouders. • Communiceert intern en extern. • Houdt vorderingen van leerlingen in de gaten. • Houdt het leerlingvolgsysteem (SOM) bij. 5.1.3 Vakdocent Een docent is primair verantwoordelijk voor het verzorgen van goed vakonderwijs. Op het gebied van ondersteuning heeft een docent het volgende nodig: • Basiskennis van leerlingen, van sociaal-emotioneel functioneren en van gedrag, beperkingen en stoornissen, van de interne en externe zorgstructuur. • Kunnen signaleren van problemen en deze melden bij de mentor wanneer de problematiek de mogelijkheden van een normaal competente docent overstijgt. • Goed kunnen lesgeven en daarbij zorgen voor een veilig, zorgzaam en uitdagend onderwijsleerklimaat waarbij zoveel mogelijk leerlingen onderwijs en zorg op maat krijgen. 5.1.4 Onderwijsondersteunend personeel Conciërges, telefonisten, medewerkers leerling-administratie, verzuimcoördinatoren en TOA’s hebben veelvuldig contact met leerlingen en krijgen ook te maken met ondersteuningsaanvragen. Regelmatig zijn zij de eerste die signalen opvangen en deze doorgeven aan mentor, jaarlaagcoördinator of zorgcoördinator. Het OOP draagt bij aan een goed pedagogisch klimaat. 5.1.5 Jaarlaagcoördinatoren Zij ondersteunen leerlingen, mentoren en ouders op gebied van studievoortgang, welbevinden, ondersteuningsvragen, absentie, ziekte en gedrag. Samen met de mentor en zorgcoördinator bekijken zij welke hulpvraag een leerling heeft en welke acties ondernomen moet worden. De jaarlaagcoördinator heeft de volgende taken: 1. Bewaakt een optimale school- en werkomgeving voor leerlingen en docenten, zorgt daarbij voor de naleving van schoolregels; heeft contact met leerlingen en ouders/verzorgers en/of zorgcoördinator om bij problemen tot oplossingen te komen en hen daarbij te adviseren. 2. Legt sancties op aan leerlingen wanneer niet wordt voldaan aan de schoolregels. 3. Draagt zorg voor de uitvoering van het absentenbeleid. 4. Zorgt voor een naleving van vastgestelde protocollen (bijv. het pestprotocol). 5. Zit het mentoroverleg voor (en bespreekt daarbij o.a. de mentorlessen). 6. Bewaakt het functioneren van de klassen en initieert oplossingen bij niet-functioneren. 7. Draagt zorg voor de administratieve verwerking van leerling-gegevens. 8. Bewaakt de uitvoering van processen door o.a. mentoren, decaan en stuurt uitvoering zo nodig bij. 9. Bereidt leerlingenbesprekingen voor en zit deze voor; bespreekt resultaten, vorderingen en welbevinden van individuele leerlingen en draagt zorg voor uitvoering van gemaakte afspraken.
8
10. Stuurt aan op het oplossen van gedrags- en/of leerproblemen of psychische problemen van individuele leerlingen en bewaakt de uitvoering van de juiste leerlingbegeleiding. 11. Ontwikkelt beleid op terrein van leerlingbegeleiding, doet beleidsvoorstellen en vertaalt beleid naar procedures t.b.v. de uitvoering ervan. 12. Ontwikkelt mentorlessen en studielessen samen met het mentorenteam. 5.1.6 Verzuimcoördinator Afwezigheid van leerlingen wordt altijd geregistreerd door vakdocenten, conciërges, jaarlaagcoördinatoren of de verzuimcoördinator. Absentie kan een signaal zijn van sluimerende achterliggende problematiek. Bij ongeoorloofd verzuim of regelmatig te laat komen, neemt de verzuimcoördinator contact op met mentor en/of jaarlaagcoördinator. Deze voeren gesprekken met leerling en ouders. Blijft het verzuim bestaan dan wordt een melding gedaan bij de leerplichtambtenaar en wordt de zorgcoördinator geïnformeerd. 5.1.7
Coördinator leerlingen bijzondere ondersteuningsarrangementen voorheen LGF (“rugzakjes”) Op het Revius Lyceum Doorn is de zorgcoördinator verantwoordelijk voor de bijzondere ondersteuningsarrangementen (voorheen LGF). De taken van de coördinator: 1. Voert een oriënterend gesprek met ouders. 2. Voert een intakegesprek met ouders/ leerling, eventueel samen met jaarlaagcoördinator/ schooldecaan; stelt zorgbehoefte vast; conrector neemt besluit of leerling toegelaten kan komen. 3. Regelt rugzak; stuurt kopie CFI-beschikking door naar ambulant begeleider (2014-2016) 4. Neemt contact op met ambulant begeleider. 5. Zorgt voor speciale mentor. 6. Bij brugklassers bij klassenindeling: houdt rekening met beschikbare mentor-begeleider (vóór de zomervakantie). 7. Bij instromers 2/3: plaatst in overleg met de jaarlaagcoördinator een leerling in meest geschikte klas én houdt rekening met beschikbaarheid van mentor-begeleider. 8. Bij instromer bovenbouw: plaatst leerling eerste week onder de hoede van coördinator (herinnering aan coördinator sturen); daarna met voorrang mentor laten kiezen. 9. Ziet erop toe dat mentor de vakdocenten en coördinator informeert; zorgt voor kopie van informatie in dossier en in het leerlingvolgsysteem (SOM). 10. Woont begin- en eindbijeenkomst met ouders + ambulant begeleider + mentor bij i.v.m. schoolbeleid en het opstellen c.q. evalueren van handelingsplan. 11. Ziet erop toe dat (jaarlijks) handelingsplan en begeleidingsplan tot stand komt; tekent namens de school; zorgt voor kopieën in SOM en dossier. 12. Gaat gedurende het schooljaar enkele malen bij mentoren na of begeleiding loopt, of er nog problemen zijn, etc. 13. Meldt, als leerling uitstroomt, dit bij het CFI. Ook als leerling diploma heeft gehaald (2014-2016) 14. Houdt digitaal dossier van de leerling bij, waarin in ieder geval alle formele bescheiden (formulieren van REC en CFI) en de handelingsplannen die aan het begin en aan het eind van ieder schooljaar worden gemaakt, bewaard worden. 5.1.8 Begeleider/ studiecoach van leerlingen met bijzondere ondersteuningsarrangementen De speciale begeleider/ coach van een dergelijke leerling, aangesteld door de zorgcoördinator heeft de volgende taken: • geeft ondersteuningsadviezen door aan vakdocenten, • is op de hoogte van het ondersteuningsplanplan en voert afspraken uit, • voert gesprekken met ambulant begeleider (periode van acht weken) (voor zover daar in de periode vóór de ingang van het passend onderwijs nog sprake van is) • voert gesprekken met ouders (twee à drie keer per jaar), • voert wekelijks gesprekken met leerling, • werkt aan vertrouwen, actuele zaken, sociale interacties, plannen en organiseren van werk, deadlines schoolwerk volgen, 9
• •
regelt waar nodig aanpassingen van programma, bijv. aangepast of minder huiswerk, minder opdrachten bij toetsen of extra tijd, eigen werkplek, invulling pauze e.d. is aanspreekpunt voor docenten en houdt hen op de hoogte van juiste aanpak en omgang met leerling, houdt zicht op gemaakte afspraken en op naleving hiervan, zet gemaakte afspraken vast.
5.1.9 Leerlingbegeleider en psychosociaal medewerker* De leerlingbegeleider en psychosociaal medewerker hebben een aantal taken op het gebied van de directe leerlingbegeleiding. De werkzaamheden hebben betrekking op het signaleren, begeleiden en verwijzen van leerlingen met sociaal-emotionele problemen en op het adviseren van mentoren bij de opvang en begeleiding van deze leerlingen. De leerlingbegeleider voert taken uit na overleg en afstemming met de zorgcoördinator. De taken zijn: • Individuele begeleiding van leerlingen en interne contacten:verleent hulp aan leerlingen bij sociaal-emotionele problemen die de competentie of taakbelasting van de desbetreffende mentor te boven gaan. Het gaat om kortdurende hulp om: o de leerling te helpen zijn/haar problematiek te verhelderen, o de leerling te helpen bij het vinden van oplossingen en o de leerling te begeleiden naar een externe instantie. Het gaat uitdrukkelijk niet om een therapeutisch contact; een begeleidingstraject zal ook om die reden in principe niet meer dan vijf gespreken duren. o neemt –indien nodig- contact op met de mentor. Hij doet dit altijd met medeweten van de van de leerling. • Overlegt met mentor, jaarlaagcoördinator en zorgcoördinator over problemen in de schoolsituatie. Hij licht jaarlaagcoördinator, zorgcoördinator én schoolleider in van leerlingen die in heel ernstige problemen verkeren (leerling is b.v. suïcidaal). • Overlegt met ouders/verzorgers over problematiek van de leerling. Hij doet dit altijd met medeweten van de leerling. • Begeleidt de leerling naar externe instanties en zorgt voor terugkoppeling naar school. • Adviseert mentoren bij hun aanpak van leerlingen met sociaal-psychologische problemen. Op die manier zorgt hij ervoor dat de begeleiding waar mogelijk door de mentoren zelf wordt gedaan, zodat hijzelf alleen als vangnet functioneert. • Volgt de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de persoonlijke en sociaal-emotionele begeleiding van leerlingen. • Zorgt voor statistische verwerking van de leerlingenbegeleiding en kan op verzoek een (jaar)verslag leveren over de leerlingbegeleiding. • Heeft regelmatig overleg met de zorgcoördinator. *daar waar leerlingbegeleider staat, wordt ook psycho-sociaalmedewerker bedoeld. 5.1.10 Schooldecanen In het proces van voorlichting aan en begeleiding van leerlingen bij de oriëntatie op en keuze van hun studie en beroep speelt naast de mentor de decaan een belangrijke rol. De decaan is de persoon die op het gebied van de leerlingbegeleiding met name verantwoordelijk is als het gaat keuzeprocessen voor een opleiding of beroep te begeleiden en te coördineren. Als eindverantwoordelijke voor de loopbaanoriëntatie en -begeleiding (LOB) bewaakt en controleert hij het procesmatige karakter hiervan. Naast het eerste lijnswerk treedt de decaan op als coach voor mentoren en vakdocenten in hun begeleidingstaken en helpt hij mee vorm te geven aan begeleidingsplannen en -beleid van de school. 5.1.11 Remedial teachers Wanneer een leerling extra hulp nodig heeft op het gebied van het leren (dyslexie, dyscalculie e.d.) heeft, kunnen remedial teachers ingeschakeld worden. Zij: • Verstrekken informatie aan leerlingen, ouders, docenten en mentoren over mogelijke hulp en faciliteiten. • Verzorgen een aantal cycli van ondersteuningslessen aan geselecteerde leerlingen.
10
• •
Zorgen voor administratieve verwerking: welke leerlingen, welke aanpak en faciliteiten. Houden contact met docenten Nederlands, MVT en rekenvakken over verdere begeleiding van leerlingen.
5.1.12 Faalangstrainers/ omgaan schoolstress Leerlingen in de brugklas die faalangstig zijn, kunnen in groepsverband deelnemen aan een training van 6-8 bijeenkomsten. Vooraf vindt screening plaats via de SchoolVragenLijst. Leerlingen van de bovenbouw kunnen individueel begeleid (6x) worden in hun omgang met toets- en examenstress. 5.1.13 Vertrouwenspersoon Leerlingen die te maken krijgen met seksuele of andere intimidatie kunnen terecht bij de interne vertrouwenspersoon. Deze hoort de leerling, kan de leerling verwijzen naar hulpverlening en begeleidt de leerling naar de externe vertrouwenspersoon als deze gebaat is bij hulp van deze instantie, bijvoorbeeld bij het indienen van een klacht. Voor de externe vertrouwenspersoon maken wij gebruik van de diensten van de GGD Midden Nederland. 5.1.14 Peer-begeleiders De begeleiding van leerlingen van klas 1 wordt mede verzorgd door juniormentoren. Leerlingen uit de bovenbouw helpen de brugklasmentoren met organisatorische en begeleidingstaken. Daarnaast geven andere leerlingen uit de bovenbouw op vrijwillige basis huiswerk en studiebegeleiding. 5.1.15 Zorgadviesteam (ZAT) (intern en extern) Dit team bestaat uit de zorgcoördinator/coördinator ondersteuningsarrangementen, conrector zorg, de schoolarts, de psychosociaal werker (intern), de sociaal maatschappelijk werker (extern) en de leerplichtambtenaar. De mentor en/of jaarlaagcoördinator kunnen bij de besprekingen uitgenodigd worden. Vier maal per jaar komt dit team bij elkaar en bespreekt leerlingen over wie de school zich zorgen maakt; dit is het geval bij ingewikkelde sociaal-emotionele problemen of bij dreigend schooluitval. In het team wordt vervolgens gezocht naar de beste aanpak. Gegevens uit de dossiers van de school en b.v. schoolarts kunnen daarbij worden gebruikt. Deze bespreking leidt in principe tot een actie: tot adviezen voor de mentor of de leerlingbegeleider, tot een plan van aanpak voor de vakdocenten, tot basisondersteuning, een individueel arrangement of tot verwijzing naar een externe instantie, zoals een testbureau, de leerplichtambtenaar, de schoolarts of jeugdhulpverlening. Doordat verschillende disciplines aanwezig zijn, kan het probleem van verschillende kanten bekeken worden; ook is de lijn naar externe hulpverlening kort. Mentor, zorgcoördinator of jaarlaagcoördinator melden van te voren zowel aan de leerling als aan de ouders dat de betreffende leerling in het Zorgadviesteam wordt besproken. Uiteraard worden zij ook van het plan van aanpak in kennis gesteld. 5.1.16 Externe hulpverleners, derdelijnszorg Indien nodig verwijst de zorgcoördinator een leerling door naar externe hulpverleners of commissies zoals naar de schoolverpleegkundige, de schoolarts GGD, de leerplichtambtenaar, Vitras CMD (sociale vaardigheid, rouwverwerking, omgaan met scheiding e.d.), centrum voor jeugd en gezin, het “dorpsteam” of brengt een leerling in het RZT+. (Het Regionaal Zorg Team plus is een door de vijf gemeenten binnen het werkgebied van het SWV, samengesteld multidisciplinair team dat advies uitbrengt over leerlingen die voortijdige schoolverlaters dreigen te worden). 5.1.17 Ambulante begeleiding leerlingen met ondersteuningsarrangement Bij de begeleiding van deze leerlingen kan de school hulp inroepen van een ambulante begeleider (2014). Deze begeleider is beschikbaar voor: • Werkbesprekingen en groot overleg • Verslaglegging van werkbespreking en noteren van acties • Geven van voorlichting (individueel, team- of klassenvoorlichting) over stoornis • Observatie en consultatie 11
• • • • • •
6
Hulp bij opstellen ondersteuning splan Begeleiding van procedure herindicatie Houden van lezingen en workshops Geven van psycho educatie cluster 4 Geven van sociale vaardigheidstrainingen cluster 4 Geven van faalangstreductietrainingen
Procedures
Deze paragraaf schetst de belangrijkste procedures
6.1
Basisondersteuning
De mentor, vakdocenten jaarlaagcoördinator en/of conrector signaleren een ondersteuningsbehoefte en sluiten dit kort met de zorgcoördinator. Een ondersteuningsbehoefte wordt vastgesteld via persoonlijke observaties van bovengenoemde functionarissen en door middel van de scores uit de schoolvragenlijst, screeningsdictees, onderwijskundige rapporten primair onderwijs en individuele ondersteuningsplannen primair onderwijs. De zorgcoördinator beslist op welke wijze ondersteuning geboden gaat worden.
6.2
Extra ondersteuning via arrangementen
De zorgcoördinator signaleert een ondersteuningsbehoefte die groter is dan basisondersteuning en die een individueel arrangement vraagt. De zorgcoördinator baseert zich op gegevens door ouders beschikbaar gesteld, eigen observaties en observaties door vakdocenten en mentoren, psychodiagnostische verslagen, op observaties door leerkrachten en intern begeleiders van het primair onderwijs en rapporten van gegeven steun in het primair onderwijs of andere scholen waarvan een leerling afkomstig is en op onderwijskundige rapporten. Wanneer aanvullend onderzoek door bijvoorbeeld een psycholoog of orthopedagoog noodzakelijk geacht wordt, wordt toestemming gevraagd aan ouders. Dergelijk onderzoek gebeurt op kosten van de ouders. Ook wanneer de school informatie op wil vragen bij instanties anders dan hierboven genoemd, wordt toestemming van ouders gevraagd. Bij het determineren van de behoefte en het vaststellen van een arrangement kan gebruik gemaakt worden van de expertise van een ambulant begeleider of orthopedagoog of een andere specialist. Een individueel ondersteuningsplan wordt opgesteld en wordt 1-2 keer per jaar besproken en geëvalueerd met ouders/ verzorgers, mentor, studiecoach of leerlingbegeleider. Het overleg is gericht op overeenstemming tussen alle partijen.
6.3
Plaatsing in het voortgezet speciaal onderwijs
De procedure is als volgt: • In overleg besluiten ouders en de zorgcoördinator om een toelaatbaarheidsverklaring voor het voortgezet speciaal onderwijs aan te vragen. • Het schoolbestuur dient de aanvraag en het bijbehorende dossier formeel in bij de desbetreffende commissie binnen het samenwerkingsverband. • De commissie neemt, eventueel na nader onderzoek, een beslissing (wel of niet afgeven van een toelaatbaarheidsverklaring). • Tegen de beslissing van de commissie staat de mogelijkheid van bezwaar en beroep open; zie voor de procedure www.swv-vo-zou.nl • Een toelaatbaarheidsverklaring is een voorwaarde om geplaatst te kunnen worden in het voortgezet speciaal onderwijs. De vso-school heeft vervolgens een eigen toelatingsbevoegdheid. Bovenstaande procedure geldt met ingang van 1 augustus 2014. Dat betekent dat het overgrote deel van de instroom in het vso voor het schooljaar 2014-2015 nog loopt via andere procedure (Commissie van Indicatiestelling).
12
6.4
Bezwaar en beroep
6.4.1 Regelingen op school(bestuurlijk) niveau Mochten er meningsverschillen bestaan rondom de beslissing en uitvoering van de extra ondersteuning van een leerling dan hebben het Revius Lyceum en de stichting CVOG eigen klachtenen bezwaarprocedures (zie websites). 6.4.2 Regelingen op niveau van het samenwerkingsverband Het samenwerkingsverband is aangesloten bij de landelijke bezwaaradviescommissie die adviseert over bezwaarschriften betreffende beslissingen van het samenwerkingsverband over de toelaatbaarheid van leerlingen tot het voortgezet speciaal onderwijs; zie voor de procedure www.swvvo-zou.nl 6.4.3 Regelingen op landelijk niveau Vanaf augustus 2014 is er een Landelijke Geschillencommissie passend onderwijs die oordeelt in geschillen tussen ouders en het schoolbestuur over: • (de weigering van) toelating van leerlingen die extra ondersteuning behoeven; • de verwijdering van leerlingen; • het ontwikkelingsperspectief. Zie voor de procedure www.swv-vo-zou.nl
6.5
Toelating van leerlingen
Het samenwerkingsverband heeft een aantal regionale afspraken gemaakt over de toelatingsprocedure. Voor de regionale afspraken zie: www.swv-vo-zou.nl. Het Revius Lyceum Doorn gebruikt bij de toelating tot de brugklas de volgende gegevens: a) Het advies van de basisschool (waar mogelijk een enkelvoudig advies) b) De scores uit het LVS (leerling- en onderwijsvolgsysteem) van eind groep 6 t/m midden groep 8 voor de onderdelen begrijpend lezen en rekenen/wiskunde én de entreetoets CITO groep 7 onderschrijven het advies van de basisschool (E6, M7, E7, M8). c) De informatie uit het onderwijskundig rapport dat door de basisschool aangeleverd wordt, bevat geen gegevens waaruit blijkt dat de leerling op belangrijke belemmeringen in ons type onderwijs zal stuiten. d) De informatie ontvangen tijdens de “warme” overdracht door de leerkracht van groep 8 (informatie over o.a. studievaardigheden, motivatie voor school, werkhouding, concentratie) N.B.1: De V.O. scholen in de regio Zuidoost Utrecht gaan uit van de testen die op de basisschool zijn afgenomen en accepteren (nog) geen andere toetsen dan deze. Een extra test door een particulier bureau wordt niet meegenomen. In sommige gevallen daar waar het gaat om leerlingen met een individueel ondersteuningsarrangement worden gegevens van pedagogische-didactische en/of psychologische tests meegenomen. De hierboven genoemde criteria (a t/m d) blijven echter altijd van kracht.
13
Bij de toelating en plaatsing in één van onze brugklassen gebruiken wij de volgende gegevens: Advies basisschool
LVS-scores (begrijpend lezen, rekenen/ wiskunde) van E6, M7, E7, M8 Entreetoets groep 7
Mavo of Mavo/Havo
Ongeveer evenveel III en een enkel keer een IV of hoger Beide onderdelen overwegend III of hoger (II of I)
Bespreken M/H
Beide onderdelen overwegend III of lager Beide onderdelen II met af en toe een III Beide onderdelen overwegend II of hoger (I)
Niet toelaatbaar H/A
Beide onderdelen overwegend I Beide onderdelen overwegend I Beide onderdelen I
Bespreken Vwo
Beide onderdelen overwegend I Beide onderdelen overwegend I Beide onderdelen I
Bespreken Vwo
Havo of Havo/Atheneum
VWO of TTVWO
TT-Gymnasium
Resultaat
Toelaatbaar M/H
Bespreken H/A Toelaatbaar H/A
Bespreken Vwo of TT-Vwo Toelaatbaar Vwo of TT-Vwo
Bespreken TT-gymnasium Toelaatbaar TT-gymnasium
NB: Om toegelaten of besproken te worden moet én advies (kolom 1) én resultaten LVS (klom 2) aan de eisen die hierboven genoemd zijn, voldoen. De leerkracht groep 8 beargumenteert het gegeven advies in het gesprek met conrector of jaarlaagcoördinator. Bij de toelating en plaatsing van leerlingen in hogere leerjaren wordt de volgende procedure gevolgd: Wil een leerling toegelaten worden tot een hoger leerjaar dan vindt een toelatingsgesprek plaats met schooldecaan en/of jaarlaagcoördinator. Daarbij worden in principe de overgangsadviezen van school van herkomst overgenomen. Toelatingsprocedure van leerlingen met recht op basisondersteuning of individuele arrangementen www.passendonderwijs.nl (stroomschema Zorgplicht aanmelding bij reguliere vo-school): Voorwaarden aanmelding. De aanmeldingsprocedure van het Revius Lyceum Doorn zoals hierboven beschreven, is leidend. Nadat de ouders hun kind schriftelijk hebben aangemeld, kan de zorgplicht ingaan. Hiervoor moet voldaan zijn aan de onderstaande voorwaarden: • Er is plaatsruimte • Ouders respecteren de grondslag van de school • De leerling voldoet aan het inrichtingsbesluit, dat wil zeggen dat er uitzicht moet zijn op het behalen van een diploma op het Revius Lyceum Doorn • Het gaat om een leerling waarvan duidelijk is dat er extra ondersteuning noodzakelijk is • Ouders moeten bij de aanmelding aangeven dat zij vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft 14
De termijn om een passende plek te vinden voor een leerling gaat in vanaf het moment dat het definitieve aanmeldingsformulier, ondertekend door ouders/ verzorgers in april op school is ontvangen. In de bevestigingsbrief van de definitieve aanmelding staat deze datum vermeld. De school heeft vervolgens 6 weken tijd om een passende plek te vinden. Het gaat om hele werkweken en vakantieweken tellen daarin niet mee. Indien noodzakelijk kan deze termijn met vier weken verlengd worden. Indien bij de toelating van leerlingen sprake is van wachtlijsten en lotingsprocedures kan dat leiden afwijzing van een leerling met een ondersteuningsvraag. Het Revius Lyceum Doorn vraagt nadrukkelijk aan ouders/ verzorgers en collega’s van toeleverende scholen om leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte in januari/ februari onder de aandacht te brengen van de toelatingscommissie. Als het Revius Lyceum Doorn constateert dat een leerling ondersteuning nodig heeft en deze hulp zelf niet kan bieden, gaat de school in overleg met de ouders. In dat overleg wordt aangegeven of er een andere reguliere school voor VO is die wel een passend programma kan bieden (binnen of buiten eigen samenwerkingsverband). Op het moment dat de ouders/ verzorgers hun kind inschrijven op de andere school gaat de zorgplicht over.
7 7.1
Bijlagen Zorgkaart Revius Lyceum Doorn
15
7.1
Zorgkaart Revius Lyceum Doorn
De school biedt een lichte vorm van kortdurende specialistische hulp aan. Interne zorg en begeleiding 1
Begeleiding door mentor Voor alle leerlingen
2
Jaarlaagcoördinatoren (JLC) Voor alle leerlingen
2a
2b
3
Leerlingbegeleiding speciaal Voor alle leerlingen
Psycho-sociaal werk Voor alle leerlingen
Decanaat begeleiding Voor alle leerlingen
4
Zorgcoördinator Voor alle leerlingen
5
Meldpunt vertrouwenspersoon Voor alle leerlingen
6
Remedial teaching Voor alle leerlingen
De mentor is het eerste aanspreekpunt voor mentorleerlingen en hun ouders. In het lesrooster staat voor iedere klas wekelijks een mentoruur ingeroosterd. Tijdens deze lessen komen o.a. studievaardigheden aan bod. De mentor spreekt met leerlingen individueel over: studievaardigheden, schoolresultaten, persoonlijke ontwikkeling en lichte sociaal-emotionele problemen. De jaarlaagcoördinatoren ondersteunen leerlingen, mentoren en ouders op gebieden van studieproblemen, studievoortgang, absentie, gedrag e.d. Zij zijn te vinden in lokaal 39 (het opvanglokaal). Brugklas: Mevr. In ’t Hout
[email protected] M 2-4: Dhr. De la Fuente Pozo
[email protected] H 2-3: Mevr. Kalsbeek
[email protected] H 4-5: Mevr. Van den Brink
[email protected] V 2: Dhr. Canninga
[email protected] V 3-4: Dhr. Wijnveen
[email protected] V 5-6: dhr. Hillebrand
[email protected] Bij diverse sociaal-emotionele problemen kan een gesprek met de leerlingbegeleider hulp bieden. Het kan bijvoorbeeld gaan over pesten, de scheiding van ouders of somberheid. Aanmelding op eigen initiatief via hulpvraagformulier, door mentor of jaarlaagcoördinator, bij de zorgcoördinator. Dhr. Braaksma
[email protected] Mevr. van Iterson
[email protected] Mevr. Koerselman
[email protected] Als je als leerling moeilijkheden hebt met jezelf, met anderen op school, met je ouders en met je omgeving. Aanmelding op eigen initiatief van de leerling of via hulpvraagformulier door mentor / jaarlaagcoördinator bij de zorgcoördinator. Mevr. Meijer
[email protected] (maandag: 9.00-14.30 – dinsdag: 9.00-14.30) kamer 67 De decanen ondersteunen leerlingen en ouders bij het maken van een keuze voor een profiel en verdere keuze voor studie en beroep Aanmelding: op afspraak, via mentor of op eigen initiatief. Mevr. Memelink (mavo/havo)
[email protected] Mevr. Verbeek (vwo)
[email protected] De zorgcoördinator coördineert de hulpverlening binnen de school en beantwoordt vragen rondom zorg. Ook heeft zij contact met externe hulpverlening. Mevr.
[email protected] kamer 68 Voor klachten binnen het wettelijk kader van de klachtenregeling betreffende seksuele intimidatie, agressie, racisme en discriminatie. Aanmelding door leerling zelf of afspraak per e-mail. Mevr. Hazenbosch
[email protected] Ongeveer vier keer RT voor dyslectische brugklasleerlinge. Voor leerlingen met leer- en of gedragsproblemen (dysfasie/ADD/ADHD/ASS ). Indien nodig RT bij leerachterstand die is opgelopen door langdurige ziekte.
16
Aanmelding: via hulpvraagformulier door mentor of laagcoördinator bij de zorgcoördinator.
7a
Faalangsttraining Voor brugklasleerlingen
7b
Omgaan met schoolstress Voor bovenbouwleerlingen
8
LGF extra ondersteuning Voor leerlingen met een LGF- indicatie
9
Inloop-uur Voor onderbouwleerlingen
10
Intern zorgoverleg
11
Zorgadviesteam (ZAT)
Mevr. Gerritsen
[email protected] kamer 67 Mevr. Hopman
[email protected] kamer 68 In de brugklas wordt de Schoolvragenlijst afgenomen. Leerlingen kunnen dan in aanmerking komen voor een training. Dhr. Creutzburg
[email protected] Mevr. Nieto Fargallo
[email protected] Voor leerlingen in de bovenbouw die veel druk ervaren in de setweek en tijdens andere toetsmomenten. Aanmelding: via de site van het Revius of via de mentor. Mevr. Nieto Fargallo
[email protected] Leerlingen met een “rugzakje” hebben een persoonlijk begeleider en krijgen de hulp zoals is vastgelegd in hun persoonlijk handelingsplan. Aanmelden via zorgcoördinator mevrouw Hopman - kamer 68. Vakdocenten voor Engels, Frans, Latijn en wiskunde geven steunlessen voor hun vak in periode 2,3 en 4. Aanmelding via de mentor. Overleg met Zorgteam (psycho-sociaalwerk, leerlingbegeleiders), RT-team en Faalangstteam. Voorzitter is de zorgcoördinator mevrouw Hopman. Bovenschools Multidisciplinair team bestaande uit de zorgcoördinator, conrector zorg, PSW’er, jeugdmaatschappelijk werker, schoolarts en leerplichtambtenaar.
Externe zorg en begeleiding 12
Schoolverpleegkundige GGD
13
Schoolarts GGD
14
Leerplicht
Aanmelding op afspraak door jaarlaagcoördinator via zorgcoördinator. Bij regelmatig verzuim. Aanmelding door jaarlaagcoördinator bij een van de leerplichtambtenaren van de Utrechtse Heuvelrug.
15
Sociale vaardigheidstraining
Melding bij schoolarts via de zorgcoördinator. Sociale vaardigheidstraining georganiseerd door Vitras op eigen locatie. Kosten ca. € 25,-.
16
Centrum voor jeugd en Gezin
Alle leerlingen uit klas 2 krijgen een standaard onderzoek uitgevoerd door de schoolverpleegkundige (mevrouw Dijkstra). Soms worden leerlingen uit hogere klassen opgeroepen. Bij onder meer frequent en langdurig verzuim kan een leerling een oproep krijgen van de schoolarts (mevrouw Sokal). Dit is onderdeel van het protocol verzuim.
Telefoon: 0900 – 82 123 82 (lokaal tarief) ma t/m vr 8.00-17.00 uur E-mail:
[email protected] De plek waar ouders, jeugdigen dagelijks terecht kunnen met allerlei vragen over opgroeien en opvoeden. Bijvoorbeeld over slapen, voeding, pesten, alcohol, school(keuze), relaties, seksualiteit, drugs of andere thema's. Jongeren kunnen een beroep doen op het jeugdmaatschappelijk werk van de Utrechtse Heuvelrug zonder verwijzing van huisarts. http://www.cjgutrechtseheuvelrug.nl
Revius Lyceum Doorn – Driebergsestraatweg 6c – 3941 ZX – Doorn – 0343 41 21 45 –
[email protected]
17