SCHOOLONDERSTEUNINGSPROFIEL 2014-2018 School: De Oostvogel Datum: februari 2014
1
Inleiding Functie van het schoolondersteuningsprofiel In het schoolondersteuningsprofiel wordt een beeld gegeven van de mogelijkheden en grenzen die de school heeft als het gaat om het bieden van passend onderwijs aan leerlingen met specifieke (extra of aanvullende) onderwijsbehoeften. Uit het document blijkt of de school voldoet aan de basisondersteuning die door het bestuur van de school en het nieuwe samenwerkingsverband waartoe de school in het kader van Passend Onderwijs gaat behoren is vastgesteld. Voldoet de school hier nog niet geheel aan, dan is het aan het bestuur en de school om ervoor te zorgen dat (bijvoorbeeld middels begeleiding en scholing) alsnog aan het afgesproken niveau kan worden voldaan. Uit het document blijkt ook of de school eventueel nog meer kan bieden dan de basisondersteuning, namelijk ‘arrangementen’ voor leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften.
2
Samenstelling en vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel Het schoolondersteuningsprofiel van de school is opgesteld door de directie van de school in overleg met het team. Na opstelling is dit schoolondersteuningsprofiel ter advisering aan de medezeggenschapsraad van de school voorgelegd. Na uitvoering of beargumenteerde afwijzing van dit advies heeft het bevoegd gezag het schoolondersteuningsprofiel voor de periode 2014-2018 vastgesteld. Namens het bestuur: Naam:
Functie:
Handtekening:
Plaats en datum:
Namens de school: Naam:
Functie:
Handtekening:
Plaats en datum:
Names de M.R.: Naam:
Functie:
Handtekening:
Plaats en datum:
3
Inhoudsopgave Inleiding ............................................................................................................................................................................................................................................. 2 Functie van het schoolondersteuningsprofiel ............................................................................................................................................................................... 2 Samenstelling en vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel ............................................................................................................................................ 3 Algemene gegevens ........................................................................................................................................................................................................................65 Onderwijsvisie/schoolconcept ........................................................................................................................................................................................................65 Kengetallen ......................................................................................................................................................................................................................................87 Basisondersteuning .....................................................................................................................................................................................................................1110 Basiskwaliteit ...........................................................................................................................................................................................................................1110 Planmatig werken ....................................................................................................................................................................................................................1211 Preventieve en licht curatieve interventies ............................................................................................................................................................................1413 Afspraken in het kader van de basisondersteuning, gerelateerd aan leerlingkenmerken .....................................................................................................1514 Extra ondersteuning ....................................................................................................................................................................................................................1615 Inleiding ............................................................................................................................................................................................................................................. 2 Functie van het schoolondersteuningsprofiel ............................................................................................................................................................................... 2 Samenstelling en vaststelling van het schoolondersteuningsprofiel ............................................................................................................................................ 3 Algemene gegevens ..........................................................................................................................................................................................................................5 Onderwijsvisie/schoolconcept .......................................................................................................................................................................................................... 5 Kengetallen ........................................................................................................................................................................................................................................ 7 Basisondersteuning .........................................................................................................................................................................................................................10 Basiskwaliteit ...............................................................................................................................................................................................................................10 Planmatig werken ........................................................................................................................................................................................................................11 4
Preventieve en licht curatieve interventies ................................................................................................................................................................................12 Afspraken in het kader van de basisondersteuning, gerelateerd aan leerlingkenmerken .........................................................................................................14 Extra ondersteuning ........................................................................................................................................................................................................................15
5
Algemene gegevens .
naam intern begeleider(s) naam bestuur
SBO De Oostvogel inclusief Hoogbegaafden voorziening De Vuurvogel. 12 FK W.F.H.M. Simons J. Slettenaar Wilma Gijsbers In samenwerking met Inez de Kreuk (intern begeleider voorziening voor hoogbegaafde leerlingen De Vuurvogel) De Groeiling, Stichting voor Katholiek en Interconfessioneel Primair Onderwijs
samenwerkingsverband
Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Midden Holland
naam school brinnummer naam directeur
Opmerking [r33h3b1]: Eenpitters weglaten
Onderwijsvisie/schoolconcept Opmerking [r33h3b2]: Uit schoolgids halen
Op bijgaand plaatje is een “normaal-verdeling” te zien van alle leerlingen in het onderwijs. Onderwijsvisie/Schoolconcept Het grootste deel van de leerlingen zit in het midden en gaat naar regulier basisscholen. Links vallen leerlingen uit aan de onderkant; het betreft hier leerlingen voor De Oostvogel. Rechts vallen leerlingen uit aan de bovenkant; het betreft hier leerlingen die tot 1 augustus 2014 werden opgevangen op De Vuurvogel. De sbo wil passend onderwijs aanbieden voor de leerlingen die links en rechts uitvallen zodat een continuüm aan onderwijsarrangementen kan ontstaan. Op termijn zal gezocht worden naar een visie die zowel geldt voor leerlingen aan de boven- als aan de onderkant. 6
Voorlopig wordt aangesloten bij de visies van SBO De Oostvogel tot nu toe respectievelijk Voorziening voor Hoogbegaafden De Vuurvogel. Deze voorziening maakt onderdeel uit van basisschool ’t Carillon. De voorziening wordt vanaf 1 augustus 2014 in drie jaar tijd afgebouwd. Er worden geen nieuwe leerlingen aangenomen. De expertise van de voorziening wordt overgedragen aan SBO De Oostvogel. “No talent to waste; iedereen is welkom zoals hij/zij is”.
7
Kengetallen Leerlingpopulatie afgelopen aantal schooljaren lln 1-10-2009 136 1-10-2010 134 1-10-2011 129 1-10-2012 124 Prognose leerlingenpopulatie 1-10-2013 100 1-10-2014 80 1-10-2015 60 * sbo kent geen gewichtenregeling.
aantal gewichtenlln 0,3 * * * *
aantal gewichtenlln 1,2 * * * *
* * *
* * *
Groepsgrootte* Gemiddelde groepsgrootte Kleuters 10 Gemiddelde groepsgrootte O.B. 14 Gemiddelde groepsgrootte B.B. 16 wel/geen combinatiegroepen wel * gaat om (gewenste) maximale aantallen. In de praktijk is dat per groep en jaar erg verschillende.
8
Aantal aanmeldingen Zorgcommissie 3308 Aantal aanmeldingen PCL aantal verwijzingen SBO Oostvogel aantal verwijzingen SO/elders
schooljaar 2009-2010 schooljaar 2010-2011 Geen gegevens 43 Geen gegevens 122 28 36 Geen gegevens 15
schooljaar 2011-2012 32 116 24 9
schooljaar 2012-2013 18 69 5 8
aantal rugzaklln cluster 1 per 1/10
1
1
1
2
aantal rugzaklln cluster 2 per 1/10 aantal rugzaklln cluster 3 per 1/10 aantal rugzallln cluster 4 per 1/10
2 8 6
0 10 3
0 10 2
0 7 2
Opm.: steeds per schooljaar het totaal aantal rugzakleerlingen invullen (zowel nieuwe rugzakleerlingen als leerlingen van wie de rugzak doorloopt) Opm.: De getallen zijn besproken dossiers bij onze zorgcommissie (33.08). Later gaan de dossiers door naar de PCL van de drie SWV in Gouda, vandaar dat het aantal hoger is. Het aantal plaatsingen is op SBO De Oostvogel. Er is ook sprake van plaatsing op de andere sbo-scholen of buiten de regio.
Officieel gediagnosticeerde leerlingen 2009-2010 2010-2011 2011-2012 2012-2013 aantal lln met dyslexieverklaring 16 (20 vermoeden) 17 (vermoeden 18) 16 (15 verdacht) 10 (18 verdacht) aantal lln met dyscalculie/rekenstoornis * 2 (5 verdacht) 2 (7 verdacht) Aantal minderbegaafde lln met een IQ lager dan 70 22 aantal meerbegaafde lln met (vermoedelijk) IQ groter dan 130 0 0 0 0 aantal lln met hulp of ondersteuningsvraag Meer dan 50 % (is Meer dan 50 % (is een Meer dan 50 % (is Meer dan 50 % (is op het gebied van sociaal emotionele een ruwe schatting, ruwe schatting, geen een ruwe schatting, een ruwe schatting, ontwikkeling geen cijfers van) cijfers van) geen cijfers van) geen cijfers van) * Verklaringen zijn nog niet echt afgegeven. We hebben we dyscalculie verdachte leerlingen. Die aantallen geven we weer. Voor sommige leerlingen gaan onderzoeken voor dyscalculie lopen.
l
9
aanwezig aanwezig zonder met niet onderwijsondesteuningsstructuur diploma diploma aanwezig fte 0,1 orthopedagoog X psycholoog X schoolmaatschappelijk werker X remedial teacher X motorisch remedial teacher X intern begeleider X rekenspecialist X gedragsspecialist X sociale vaardigheden specialist X hoogbegaafdheidsspecialist dyslexiespecialist X Integratieve(Spel)therapeut X coaching en video interactie Begeleiding X Logopediste X Yoga X 0,1
fte 0,2
fte 0,3
fte 0,4 fte 0,5
fte meer dan 0,5 0,7725
fte meer fte dan meer 1 dan 2
X 0,8603 0,2
bekostiging uit lumpsum * ja/nee ja Ingehuurd via MEE Ja, gaan op in formatie Ja Ja Ja , zit in taak ortho.
0,2 0,2
Ja Ja In taak IB , dus uit lumpsum 0,4731 Ja Ja Via zorgverz. En Fysiotherapie X 0,2 gezondheidscentrum Ond assistente X 0,7751 Ja Administratie X 1 Ja Concierge X 1 Ja Opm. Het betreft hier personeel dat is opgenomen in de formatie van de school (dus bv niet de preventief ambulant begeleiders van de GroeiAcademie. * Tot 1 augustus 2014 ontving De Oostvogel aanvullend zorgbekostiging vanuit het Samenwerkingsverband WSNS. Ook hieruit wordt het personeel dat behoort tot de formatie betaald.
10
SBO De Oostvogel gaat een arrangement voor hoogbegaafde leerlingen bieden. Op het moment dat deze leerlingen zouden gaan instromen in sbo De Oostvogel zal extra zorgformatie worden ingezet. Daarbij zal men gebruik maken van de vakdocenten, intern begeleider, groepsleerkrachten en overige personeelsleden van de voorziening De Vuurvogel (welke valt onder basisschool ’t Carrillon). Deze voorziening wordt in drie jaar afgebouwd. Door het inzetten van de personeelsleden bij sbo De Oostvogel wordt de opgebouwde expertise behouden. In de periode dat de voorziening voor hoogbegaafde leerlingen De Vuurvogel wordt afgebouwd gaat zij een samenwerkingsverband aan met SBO De Oostvogel. De leerlingen van De Vuurvogel en de leerlingen van De Oostvogel met het ‘arrangement hoogbegaafden’ krijgen in deze periode gezamenlijk les.
Basisondersteuning Basiskwaliteit De volgende indicatoren uit het toezichtkader van de inspectie hebben betrekking op de ondersteuning van leerlingen. Voor een deel hebben deze indicatoren tevens betrekking op het aspect planmatig werken. Op deze standaarden zullen de scholen in het samenwerkingsverband minimaal voldoende (3) moeten scoren. De vijfpuntsschaal is als volgt ingedeeld. 1 = slecht 2 = onvoldoende 3 = voldoende 4 = goed 5 = niet te beoordelen
Oostvogel: Indicator Toezichtkader
1.4 2.4
1
Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een
11
2
3
4
X X
5
Wordt aan voldaan (score 3 of 4) X X
Wordt bijna aan voldaan (score 2
Wordt niet aan voldaan (score 1
Opmerking [r33h3b3]: Zie laatste inspectieonderzoeken; bij eenpitters zelf laten invullen.
4.2 4.4 4.5/ 4.6 4.7 6.1 6.2 6.3 6.4 7.1 7.2 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6
taalachterstand. De leerlingen voelen zich aantoonbaar veilig op school. De school heeft inzicht in de veiligheidsbeleving van leerlingen en personeel en in de incidenten die zich op het gebied van sociale veiligheid op de school voordoen. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen en afhandelen van incidenten in en om de school. Het personeel van de school zorgt ervoor dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar en anderen omgaan. De leraren stemmen de aangeboden leerinhouden af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de instructie af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de verwerkingsopdrachten af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De school gebruikt een samenhangend systeem genormeerde instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in ontwikkeling van de leerlingen. De school signaleert vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. De school voert de zorg planmatig uit. De school evalueert regelmatig de effecten van de zorg. De school zoekt de structurele samenwerking met ketenpartners waar noodzakelijke interventies op leerling-niveau haar eigen kerntaak overschrijden. De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerling populatie. De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. De school evalueert regelmatig het leerproces. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit.
X
X
X X
X
X X
X
X X
X X
X X X X
X X
X X
X X
X
X
X
X X X
X X
X X
X X
X
X X X X
X X X
Planmatig werken In aanvulling op de standaarden uit het Toezichtkader van de inspectie worden binnen het Samenwerkingsverband Primair Onderwijs Midden Holland extra eisten gesteld ten aanzien van handelingsgericht werken, in lijn met de intenties van passend onderwijs. Ook hier weer de vijfpuntsschaal zoals ook gehanteerd onder 1, met de daarbij behorende toelichting.
12
In dit kader heeft het nieuwe samenwerkingsverband afgesproken dat op al deze indicatoren (op termijn) minimaal voldoende zal moeten worden gescoord. In tegenstelling tot de indicatoren uit het toezichtkader (zie onder 1) ontbreken bij deze indicatoren overigens vastgestelde criteria om een exacte score te kunnen bepalen. De school maakt in dit geval zelf een inschatting. (Daarbij kan ook nog eens gekeken worden naar het eertijds gemaakte schoolzorgprofiel).
Indicator handelingsgericht werken
1
Alle leraren verkennen en benoemen de onderwijsbehoeften van leerlingen o.a. door observatie, gesprekken en het analyseren van toetsen. Alle leraren bekijken en bespreken de wisselwerking tussen de leerling, de leerkracht, de groep en de leerstof om de onderwijsbehoeften te begrijpen en daarop af te stemmen. Alle leraren reflecteren op hun eigen rol en het effect van hun gedrag op het gedrag van leerlingen, ouders, collega’s. Alle leraren zijn zich bewust van de grote invloed die zij op de ontwikkeling van hun leerlingen hebben. Alle teamleden zoeken, benoemen en benutten de sterke kanten en interesses van de leerlingen, de leerkrachten, de ouders en het schoolteam. Alle leraren werken samen met hun leerlingen. Ze betrekken hen bij de analyse, formuleren samen doelen en benutten de ideeën en oplossingen van leerlingen (toepassing van het leerlinggesprek). Alle leraren werken samen met ouders. Ze betrekken hen als ervaringsdeskundige en partner bij de analyse van de situatie en het bedenken en uitvoeren van de aanpak. Alle leraren benoemen hoge, reële SMARTIE-doelen voor de lange (einde schooljaar) en voor de korte (tussendoelen) termijn. Deze doelen worden gecommuniceerd en geëvalueerd met leerlingen, ouders en collega’s. Alle leraren werken met een groepsplan waarin ze de doelen en de aanpak voor de groep, een aanpak in drie niveaus en mogelijk een individuele leerling beschrijven. Alle leraren bespreken minstens twee keer per jaar hun vragen betreffende het opstellen, uitvoeren en realiseren van hun groepsplannen met de intern begeleider. De onderwijs- en begeleidingsstructuur is voor eenieder duidelijk. Er zijn heldere afspraken over wie wat doet, waarom, waar, hoe en wanneer. Alle teamleden zijn open naar collega’s, leerlingen en ouders over het werk dat gedaan wordt of is. Motieven en opvattingen worden daarbij inzichtelijk gemaakt.
13
2
3
4
5
X
Wordt aan voldaan (score 3 of 4) X
X
X
X
X X
X X
X
X
X
X
X X
X X
X
X
X
X
X X X
Wordt bijna aan voldaan (score 2)
Wordt niet aan voldaan (score 1)
Preventieve en licht curatieve interventies Dit aspect van de basisondersteuning is gericht op de ondersteuningsmogelijkheden die de school biedt, al dan niet in samenwerking met de partners. Het referentiekader gaat ervan uit dat in de beschrijving van de basisondersteuning ten minste afspraken worden vastgelegd over de volgende preventieve en licht curatieve interventies. Feitelijk gaat het hier vaak om voorwaarden, bijvoorbeeld in de sfeer van protocollen.
een aanbod voor leerlingen met dyslexie en dyscalculie
een afgestemd aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie
toegankelijk schoolgebouw met aangepaste werk- en instructieruimtes en hulpmiddelen
aanpak gericht op sociale veiligheid en voorkomen van gedragsproblemen en een protocol voor medische handelingen, alsmede de
Op elke basisschool wordt gebruik gemaakt van de protocollen zoals die door het Steunpunt dyslexie, in opdracht van OCW, zijn ontwikkeld: protocol dyslexie groep 1 en 2 (2010) protocol dyslexie groep 3 (2011) protocol dyslexie groep 4 (2011) protocol leesproblemen en dyslexie groep 5 t/m 8 (2011) protocol Ernstige Reken en Wiskundeproblemen / Dyscalculie (2011) Op het speciaal basisonderwijs binnen het SWV wordt gebruik gemaakt van het: protocol dyslexie speciaal basisonderwijs De leraar moet om kunnen gaan met verschillen tussen leerlingen en zelf de extra ondersteuning kunnen bieden bij basisvakken en lichte gedragsproblemen. Daarbij uitgaande van: de zeven uitgangspunten van HGW in staat zijn om inhoud te geven aan onderwijsbehoeften van de leerling doelen kunnen stellen kennis van leerstrategieën kennis hebben van leerlijnen bieden van een veilige leeromgeving Vooralsnog is het uitgangspunt de bestaande Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs. Hierin zijn onder meer opgenomen het toegankelijk maken van het terrein voor rolstoel-gebruikers en het aanbrengen van een traplift. Om te komen tot meer passende huisvesting voor passend onderwijs biedt de huidige wet en regelgeving geen directe oplossingen. De VNG en de PO-Raad hebben aangekondigd te zullen nagaan in hoeverre een gezamenlijke handreiking kan worden samengesteld, om besturen en gemeente op dit punt houvast te bieden. Elke school werkt tenminste met de volgende protocollen: pestprotocol meldcode kindermishandeling de veilige school
14
Wordt aan voldaan X
X
X
X
Wordt bijna aan voldaan
Wordt niet aan voldaan
zorg voor een veilig schoolklimaat
risico inventarisaties protocol voor medische handelingen Voor zover er protocollen op landelijk niveau beschikbaar zijn, in ieder geval de meldcode kindermishandeling en de risico inventarisaties, wordt gewerkt met deze landelijke protocollen.
Afspraken in het kader van de basisondersteuning, gerelateerd aan leerlingkenmerken Aan de hand van de mogelijke leerlingkenmerken en de daaraan gerelateerde ondersteuningsvragen, zijn afspraken gemaakt voor wat betreft de basisondersteuning die alle scholen (op termijn zouden moeten) kunnen bieden. Hieronder wordt aangegeven welke inschatting de school zelf maakt van haar mogelijkheden.
leerlingkenmerken
ondersteuningsvragen
1) leer- en ontwikkelingskenmerken
intellectuele ondersteuningsvragen, leerachterstand, ontwikkelingsvragen, taalhulpvragen en ontwikkelingsvoorsprong
2) fysieke en medische kenmerken
ondersteuningsvragen met betrekking tot het gehoor, gezicht, spraak, motorische problemen en anders (epilepsie, Downsyndroom etc).
3) sociaal-emotionele kenmerken
ondersteuningsvragen met betrekking tot (faal)angst, teruggetrokkenheid, zelfvertrouwen, weerbaarheid, positie in de groep en contactname (moeite met maken en houden van contact, in
Afspraken basisondersteuning
Aan deze afspraken wordt voldaan
Deze ondersteuningsvragen horen bij uitstek binnen de basisondersteuning, al dan niet met inschakeling van externe expertise. Dyslexie valt binnen de basisondersteuning. Dit geldt niet voor taal ontwikkelingsstoornissen. Over deze ondersteuningsvragen worden geen algemeen geldende afspraken gemaakt in het kader van de basisondersteuning. Het gaat hier om een specifieke problematiek in veel gradaties. Veelal zijn deze leerlingen aangewezen op het speciaal onderwijs. In het kader van de extra ondersteuning zou kunnen worden nagedacht over het creëren van een tussenvoorziening cluster 2 resp. cluster 1 binnen de grenzen van deze regio. Voor zover het gaat om leerlingkenmerken zoals ADHD of behorend tot het autismespectrum (inclusief pdd-nos en Asperger) is het uitgangspunt dat de school, met inschakeling van de onderwijsspecialist, in staat kan worden geacht:
X
15
X
X
Aan deze afspraken wordt bijna voldaan
Aan deze afspraak wordt niet voldaan
Nvt
Nvt
het invoelen van emoties e.d.);
4) gedragsmatige kenmerken
5) werkhouding
6) problematische thuissituatie
gedragshulpvragen kunnen betrekking hebben op overactief, impulsief, naar binnen gericht en naar buiten gericht gedrag ondersteuningsvragen m.b.t. zelfstandig werken, structureren, zelfstandig begrijpen, doorzetten e.d. onderstimulering, pedagogische verwaarlozing en overbescherming
- deze problematieken te kunnen signaleren; - een aanpak voor deze leerlingen te kunnen opstellen; - een veilig klimaat voor deze leerlingen te kunnen bieden. Bovenstaande geldt voor zover de school denkt de betreffende leerling zelf de benodigde ondersteuning te kunnen bieden, gefaciliteerd door het SWV. Dit wordt in overleg met de onderwijs-specialist bekeken. Het gaat hierbij om enkelvoudige problematieken. Meervoudige problematieken vallen er buiten. Ook over psychiatrische problematiek (bijv. angststoornissen) worden geen afspraken in het kader van de basisondersteuning gemaakt. Over deze problematiek worden geen algemeen geldende afspraken in het kader van de basisondersteuning gemaakt.
X
Deze ondersteuningsvragen horen bij uitstek binnen de basisondersteuning.
X
Van belang is dat alle scholen in staat zijn deze kenmerken te signaleren. Het verdere traject voor de betreffende leerling zal in nauw overleg met het CJG moeten worden opgepakt.
X
Nvt
Nvt
Extra ondersteuning Binnen het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Midden Holland waartoe SBO De Oostvogel worden drie hoofdarrangementen voor Extra Ondersteuning onderscheiden:
Extra ondersteuning op de basisschool Toelating tot het Speciaal Basis Onderwijs Toelating tot het Speciaal Onderwijs
Het Speciaal Basis Onderwijs dat De Oostvogel biedt is op zich dus al een vorm van Extra Ondersteuning. Hiertoe ontvangt de school extra middelen. Deze maken het onder andere mogelijk dat de groepen kleiner zijn wat betreft leerlingaantallen en dat op basis daarvan naar rato van het leerlingenaantal ook meer personeel in de school werkzaam is. 16
Meer personeel en kleinere groepen heeft bijna automatisch tot gevolg dat de leerlingen meer aandacht en begeleiding kunnen krijgen. In feite is daardoor ook de mogelijkheid om nog meer individueel gericht te werken aan de onderwijsbehoeften en ondersteuning voor iedere leerkracht. We werken verfijnder aan de doelen voor iedere leerling. Voor de school is het basisondersteuningsniveau, zoals is beschreven voor het basisonderwijs, ook van toepassing. Vaak zal dat samen gaan met een surplus bovenop dit niveau. Het gaat dan met name om intensieve begeleiding en aanpak, aangepaste materialen en instructiemodellen, inzet van expertise zoals die standaard in de school aanwezig is (orthopedagoog, fysiotherapie, logopedie, speltherapie, r.t., rots en water, leesspecialist, maatschappelijk werk) Bovenop het surplus van de basisvoorziening komen vervolgens bijzondere arrangementen die De Oostvogel heeft om kinderen met meer specifieke onderwijsbehoeften adequaat te kunnen begeleiden. Leidend in de aanpak is het Ontwikkelingsperspectief (OPP). Dat is voor alle leerlingen aanwezig en vormt de basis voor het opbrengst en handelingsgericht werken binnen de school. De afgelopen jaren hebben we ervaren dat de populatie wat betreft onderwijsbehoeften sterk aan het veranderen is. Als gevolg daarvan is verdere verdieping door het personeel, gericht op de veranderende doelgroep van de school ingezet. We zien steeds meer kinderen in de school met meervoudige problematiek, waarbij gedrag vaak een aspect is. Juist hierop heeft de Oostvogel zich steeds meer kunnen ontwikkelen, hetgeen is terug te vinden in de arrangementen. De Sociale context rond een kind staat vandaag de dag ook steeds meer onder druk. Binnen de school zien we dat bij de begeleiding ook de sociale context (thuissituatie) meegenomen moet worden in de aanpak. Middels het werken met een zorgteam en maatschappelijk werk, proberen we de drempel laag te houden en ook deze sociale context te integreren in de aanpak voor de kinderen.
Arrangement 1 Ondersteuning bij gedragsproblemen. Te denken valt aan stoornissen in het autisme spectrum, adhd, oppositionele gedragsproblemen. En ook faalangst, vermijdingsgedrag en overige werkhoudingproblemen. Er is aangegeven dat deze leerlingen
Deskundigheid :
Gediplomeerde gedragsspecialisten (specialisme kindercoach/ intergratieve kindertherapeut) Orthopedagoog Diverse collega’s hebben verdieping in gedragsproblematieken gevolgd (ADHD, PDDNOS- oppositionele gedragstoornissen) Bevoegde teamleden voor de training Rots en Water (ook met specialisatie in Autisme) Ervaringsdeskundigen in de groepen, te weten de leerkrachten die op basis van vele jaren ervaring en werken met kinderen met diverse stoornissen kennis en
17
zich niet op juiste wijze kunnen ontwikkelen in het reguliere bao. We vangen deze leerlingen op in de reguliere sbo-groepen.
vaardigheden hebben opgedaan. Hierdoor is het voor hen mogelijk om meer differentiatie in gedragsaanpakken in een groep weg te zetten.
Aandacht en tijd:
Nu 1 ½ dag in de week bij gedragsspecialist . Er wordt individueel gewerkt en waar mogelijk in een klein groepje. Vanuit het OPP zijn doelstellingen geformuleerd waaraan gewerkt gaat worden. Transfer van geleerde vaardigheden naar de situatie in de groep en/of het plein. Onderdeel van taak van orthopedagoog. Ze maakt onderdeel uit van het zorgteam waarbinnen de hulpvragen worden besproken. Aanvullend onderzoek en aansturing van leerlingen en steungroepen. Begeleiding orthopedagoog; werkzaam 3 dagen in de school en belast met diverse taken, waaronder begeleiding van deze leerlingen en leerkrachten die deze leerlingen in de groep hebben. De transfer moet in de groep gebeuren. De leerkrachten besteden hier aandacht aan binnen de lessen sociaal emotionele vorming (ik, JIJ, Wij) Bevoegde teamleden voor trainingen. Tweemaal per jaar zal een training Rots en Water aangeboden worden. Iedere training beslaat 10 weken. Een les is 1 uur met 30 minuten verwerking in de groep. De lessen zijn onder schooltijd. Dagelijks is in de pedagogische aanpak van leerkrachten terug te zien dat er kennis en ervaring zit in de omgang met gedragsproblemen. Maatschappelijk werk; twee ochtenden in de week. Vooral gericht ter ondersteuning van de ouders Maatschappelijk werk; twee ochtenden in de week. Vooral gericht ter ondersteuning van de ouders
Voorzieningen
De methode Ik,Jij, Wij is vertrekpunt voor het werken in de school. Ondersteunende materialen Inzet van video mogelijk.
Gebouw:
1 Aparte ruimte beschikbaar voor gesprekken en begeleiding Gymzaal voor trainingen
Samenwerking:
Ambulante begeleiders cluster 4 Externe begeleiders Curium
18
GGZ REC Horizon, rugzakondersteuning Noodzaak inzet extra middelen (financieel/personeel).
Inzet altijd onder druk van geld en personeel, hetgeen weer afhankelijk is van de bekostiging. De hoeveelheid tijd die we nu hebben is minimaal noodzakelijk.
Eventuele beperkingen (bv maximaal aantal kinderen per groep/school met dit arrangement)
Op moment dat gedrag een structurele bedreiging gaat vormen voor veiligheid kinderen en collega’s, zijn grenzen bereikt. Dat betekent dat altijd wordt gekeken naar de balans in de groep. Daar zijn geen getallen voor aan te geven. Problematiek die gaat richting psychiatrie geven grenzen van de school aan. Beschikbaarheid van ruimten in het gebouw voor 2 dagen per week Beperking in mankracht waar het gaat om extra individuele begeleiding. Op het moment dat de genoemde minimale inzet van personeel niet meer mogelijk is, komt de kwaliteit van het arrangement onder druk te staan.
Arrangement 2 Ondersteuning en begeleiding van leerlingen met autisme en aanverwante stoornissen. Er is aangegeven dat deze leerlingen zich niet op juiste wijze kunnen ontwikkelen in het reguliere bao. We vangen deze leerlingen op iin de reguliere sbo-groepen.
Deskundigheid :
Gediplomeerde gedragsspecialisten (specialisme kindercoach/ intergratieve kindertherapeut) Orthopedagoog Diverse collega’s hebben verdieping in gedragsproblematieken gevolgd (ADHD, PDDNOS- oppositionele gedragstoornissen) Bevoegde teamleden voor de training Rots en Water (ook met specialisatie in Autisme) Ervaringsdeskundigen in de groepen, te weten de leerkrachten die op basis van vele jaren ervaring en werken met kinderen met diverse stoornissen kennis en vaardigheden hebben opgedaan. Hierdoor is het voor hen mogelijk om meer differentiatie in voor leerlingen in dit spectrum in een groep weg te zetten.
Aandacht en tijd:
Komt terug in het dagelijks werken in de groepen. Er is meer aandacht door kleinere groepsgrootte dan in regulier onderwijs.
19
Uitgangspunt in het handelen van de leerkracht is voorspelbaarheid, duidelijkheid, structuur en regelmaat. De leeromgeving is voor de leerlingen in een structuur gebonden, waarbij het werken met picto,s, roosters en vaste routines wezenlijke onderdelen zijn. De dag zal dagelijks begonnen worden met het voorbespreken van de onderdelen. Bij het afwijken van routines zal enkele dagen ervoor al aangegeven worden op welke wijze de routine aangepast zal worden. Zaken voor de leerlingen blijvend visueel maken. Extra ondersteuning via gedragstherapeut en orthopedagoog. Begeleiding orthopedagoog; werkzaam 3 dagen in de school en belast met diverse taken, waaronder begeleiding van deze leerlingen en leerkrachten die deze leerlingen in de groep hebben. Nu 1 ½ dag in de week bij gedragsspecialist . Er wordt individueel gewerkt en waar mogelijk in een klein groepje. Vanuit het OPP zijn doelstellingen geformuleerd waaraan gewerkt gaat worden. Transfer van geleerde vaardigheden naar de situatie in de groep en/of het plein. Afhankelijk van het aanbod en de vraag is de mogelijkheid om een groepje Rots en Water te laten volgen door trainers met specialisme autisme. Tweemaal per jaar kan een training Rots en Water aangeboden worden. Iedere training beslaat 10 weken. Een les is 1 uur met 30 minuten verwerking in de groep. De lessen zijn onder schooltijd. Maatschappelijk werk; twee ochtenden in de week. Vooral gericht ter ondersteuning van de ouders Maatschappelijk werk; twee ochtenden in de week. Vooral gericht ter ondersteuning van de ouders Voorzieningen
picto’s,dag ritme kaarten, time-timers, kleurenklok Aangepaste leermaterialen, ICT middelen (i-pad en surface) In de orthotheek van de school zijn voor leerkrachten naslagmaterialen en ondersteunende zaken beschikbaar.
Gebouw:
Gebouw is overzichtelijk en geeft structuur voor de kinderen. In het gebouw zijn alle ruimten voorzien van aanduidingen die voor de leerlingen herkenbaar zijn. Er zijn verschillende aparte werkplekken ingericht in en buiten de groep, waar extra aandacht is gegeven aan de structuur. Het gebouw is opgeruimd en daardoor overzichtelijk. Herkenbare (werk)plekken in de groepen; het is voor leerlingen duidelijk waar instructietafels zijn en overige werkplekken. Met de inrichting van de lokalen is gekeken vanuit het perspectief van deze groep leerlingen; hoe veilig voelen deze leerlingen zich en is het voor deze groep leerlingen duidelijk waar materialen te vinden zijn.
20
Samenwerking:
Centrum voor autisme. Er is overleg in het zorgteam en met ambulant begeleiders. Zij komen in de groepen voor observaties Cluster-scholen . Er is overleg in het zorgteam en met ambulant begeleiders. Zij komen in de groepen voor observaties. Betreft cluster 3 en 4. Overige externe instanties als GGZ, Curium, Banjaard, jeugdzorg. Kinderen zitten soms in dergelijke trajecten. Er moet afstemming en uitwisseling zijn zodat de begeleiding consistent en duidelijk blijft. Weten wie wat doet en hoe.
Noodzaak inzet extra middelen (financieel/personeel).
Inzet altijd onder druk van geld en personeel, hetgeen weer afhankelijk is van de bekostiging. De hoeveelheid die we nu hebben is minimaal. Onduidelijk is wat de toekomst gaat brengen. De verwachting zal zijn dat de lijn van complexe problematiek voortgezet zal worden. Dan zijn deze middelen niet meer voldoende.
Eventuele beperkingen (bv maximaal aantal kinderen per groep/school met dit arrangement)
Op het moment dat gedrag, voortkomend vanuit de beperking, een structurele bedreiging gaat vormen voor veiligheid kinderen en collega’s, zijn grenzen bereikt. Om de leerlingen extra ruimte te kunnen geven is structureel een vrije ruimte noodzakelijk. Beperking ligt in mankracht waar het gaat om extra individuele begeleiding. Als aangegeven is de inzet van middelen nu voldoende. Op het moment dat de beschikking over personeel minder gaat worden, zal ook de begeleiding van deze groep leerlingen minder kunnen.
Arrangement 3 Opvang en begeleiding van leerlingen uit cluster 1 en 2. Het betreft leerlingen die een rugzak hebben of net niet voldoen aan de criteria, maar wel deze beperking hebben. We vangen deze leerlingen in de groep op en geven, in samenwerking met externen de juiste begeleiding.
Deskundigheid :
Logopediste werkzaam voor 2 dagen in de school. Hierin doet ze individuele begeleiding en groepslessen. Orthopedagoog Fysiotherapeut Inzet van ambulant begeleiders vanuit cluster 1 en 2 (afhankelijk van het aantal zogenaamde rugzak leerlingen en wel of geen dubbele rugzak)
Aandacht en tijd:
Opgevangen in de groepen conform de leerrendementsverwachting. Logopedische ondersteuning; werkzaam voor 2 dagen in de school. Hierin doet ze
21
individuele begeleiding en groepslessen Begeleiding orthopedagoog; werkzaam 3 dagen in de school en belast met diverse taken, waaronder begeleiding van deze leerlingen en leerkrachten die deze leerlingen in de groep hebben. Fysiotherapie, werkzaam twee ochtenden in de week Maatschappelijk werk; twee ochtenden in de week. Vooral gericht ter ondersteuning van de ouders. Voorzieningen:
Aangepaste leermiddelen , afhankelijk van de onderwijsbehoeften van het kind en de beperkingen Specifieke logopedische materialen en onderzoeksmiddelenSpecifieke motorische materialen en onderzoeksmiddelen Aparte ruimte voor logopedie/ orthopedagoog Gymzaal voor fysiotherapie
Gebouw:
Alles gelijkvloers (rolstoelvriendelijk), eigen gymzaal (met kleedkamers en doucheruimte). Brede toegangsdeuren in alle leslokalen en centrale ruimten.
Samenwerking:
Bartimeus Visio Fysiotherapie Goverwelle Ambulant begeleiders cluster 1 en 2 Ondersteuning vanuit ziekenhuis voor ernstig zieke leerling (en) Jeugdzorg Banjaard Schoolarts/ GGD GGZ Inzet altijd onder druk van geld en personeel, hetgeen weer afhankelijk is van de bekostiging. Inzet van ambulant begeleiders vanuit cluster 1 en 2. De hoeveelheid is nu toereikend, maar voor de toekomst lijkt het onder druk te staat, gezien de toename van hulpvragen (met name op gebied van logopedie en fysiotherapie)
Noodzaak inzet extra middelen (financieel/personeel).
Eventuele beperkingen (bv maximaal aantal kinderen per groep/school met dit arrangement)
Geen ringleiding aanwezig in gebouw. Is geen hoofdzaak, maar zou nu voor 1 leerling een uitkomst zijn. Volledig blind en doof kunnen we niet opvangen. Huidige criteria cluster 1 en 2 zijn grensbepalend. Echt medische beperkingen en daarop afgestemde handelingen zijn grensbepalend ,
22
tenzij extern ingevlogen Er is een protocol voor risicovolle medische handelingen. Daarin liggen voor de school de grenzen vast. Veiligheid voor deze leerlingen in combinatie met de leerlingen met gedragsproblemen. Gaat verder dan balans. Juist deze groep missen visuele en auditieve signalen die mogelijk eerder een gevoel van onveiligheid teweeg kan brengen.
Arrangement 4 Crisisopvang/ gastplek in de reguliere groep In iedere groep is de mogelijkheid voor opvang van minimaal 1 en in principe maximaal 2 crisisleerlingen. Deze leerlingen komen vanuit het bao. Op dat moment is dat niet de juiste plek voor de leerling en heeft iedereen tijd nodig om de onderwijssituatie voor deze leerlingen op een juiste wijze in te kunnen richten. Gedurende die tijd blijven ze maximaal 3 maanden (mogelijkheid tot 1x verlengen) op De Oostvogel Vaak gaat het om gedragsproblemen.
Deskundigheid :
Gediplomeerde gedragsspecialisten (specialisme kindercoach/ intergratieve kindertherapeut) Orthopedagoog Diverse collega’s hebben verdieping in gedragsproblematieken gevolgd (ADHD, PDDNOS- oppositionele gedragstoornissen) Bevoegde teamleden voor de training Rots en Water (ook met specialisatie in Autisme) Ervaringsdeskundigen in de groepen, te weten de leerkrachten die op basis van vele jaren ervaring en werken met kinderen met diverse stoornissen kennis en vaardigheden hebben opgedaan. Hierdoor is het voor hen mogelijk om meer differentiatie in gedragsaanpakken in een groep weg te zetten.
Aandacht en tijd:
Kinderen gaan in principe op in de groepen en krijgen daar onderwijs en extra begeleiding/ observatie/ onderzoek. Dat afhankelijk van de aard van de vraag Afhankelijk daarvan inzet personeel extra dan de groepsleerkracht. Vaak conform eerder omschreven arrangementen. Zie arrangement 1 In de groepen is altijd ruimte voor opvang mogelijk (gelimiteerd, zie beperkingen) Bij terugloop leerlingen ontstaat leeg lokaal voor eventuele time-outvoorziening (hier ligt een draaiboek voor klaar) Zie arrangement 1 Leerlingen gaan op in de groepen. Bij leegstand zou een extra time-out ruimte/ opvang wenselijk zijn, met name waar het gaat op de opvang van extreme gedragsproblemen.
Voorzieningen:
Gebouw:
23
Samenwerking:
Met de aanleverende scholen en de Groeiacademie. Waar nodig met externen als die al in beeld zijn in het begeleidingstraject.
Noodzaak inzet extra middelen (financieel/personeel).
Bij opzetten van time-out voorziening (waar een draaiboek voor is geschreven), is er extra personeel nodig om de time-out voorziening permanent te bezetten. Gebruik van expertise van de sbo-school kan (zeker als het lln aantal van de sbo terug gaat lopen) Indien er geen time-out voorziening zal zijn gaan ze de leerlingen op in de groep. Inzet van middelen is dan voldoende op het huidige niveau wat betreft de groepsleerkracht. Voor het extra in kaart brengen van de juiste onderwijsplek zou een extra dag voor orthopedagoog en andere specialisten (logopedie/ fysiotherapie en gedragsspecialisten) noodzakelijk zijn. Dat kan niet extra uit de huidige middelen. Minimaal 1 in iedere sbo-groep en in principe maximaal 2. Daarnaast zijn beperkingen in het aantal crisisleerlingen in een groep, de grootte van een groep, de aard van de crisis (het ene probleem is het andere niet); steeds per geval bekijken of het een beperking kan betekenen.
Eventuele beperkingen (bv maximaal aantal kinderen per groep/school met dit arrangement)
Arrangement 5 Opvang en begeleiding van ZMLleerlingen. Er is aangegeven dat deze leerlingen zich niet op juiste wijze kunnen ontwikkelen in het reguliere bao. We vangen deze leerlingen op in de reguliere sbo-groepen.
Deskundigheid :
Orthopedagoog Diverse collega’s hebben verdieping in leerstoornissen gevolgd, vaak in combinatie met gedragsproblemen (ADHD, PDD-NOS- oppositionele gedragstoornissen) Ervaringsdeskundigen in de groepen, te weten de leerkrachten die op basis van vele jaren ervaring en werken met kinderen met diverse stoornissen kennis en vaardigheden hebben opgedaan. Hierdoor is het voor hen mogelijk om meer differentiatie in instructiegroepen, instructiemodellen en gedragsaanpakken in een groep weg te zetten.
Aandacht en tijd:
De leerlingen worden opgevangen in de groepen en gaan daar mee conform hun e leerrendementsverwachting. Stof op maat aangeboden; vaak als 4 niveau in een groep. Naarmate leerlingen hoger komen, is er meer nadruk op praktijkgericht onderwijs. Maatschappelijk werk; twee ochtenden in de week. Vooral gericht ter ondersteuning van de ouders. Zorgteam om de leerling en leerkracht heen. Aangepaste leerlijnen en specifieke leermiddelen. Praktijklokaal waarin we vanaf groep 5 leerlingen praktisch gericht laten leren Scholing en ervaring in werken met ZML-problematieken
Voorzieningen:
Gebouw:
Praktijklokaal en keuken aanwezig
24
Leerplekken waar kinderen in rust kunnen werken in en buiten het lokaal. Samenwerking:
Noodzaak inzet extra middelen (financieel/personeel).
Eventuele beperkingen (bv maximaal aantal kinderen per groep/school met dit arrangement)
Arrangement 6 Gezonde sociale omgang voor verschillende groepen leerlingen
Met ambulant begeleiders cluster-3. Zij begeleiden de leerkrachten en observeren in de groepen Overige externe begeleiders als Banjaard, jeugdzorg, GGZ, Curium. Inzet altijd onder druk van geld en personeel, hetgeen weer afhankelijk is van de bekostiging. Onder de huidige omstandigheden en met de inzet van genoemde middelen is het voor dit moment toereikend. Er is een aanbod voor een LRM van < 30%. Als kinderen ook daar niet in mee kunnen en extra problematiek veroorzaken intern of extern, dan is er een ondergrens. Leerlingen moeten in staat zijn om gedurende een tijd zelfstandig te werken.
Deskundigheid :
Trainers Rots en Water (met specialisme autisme) Bevoegd leerkracht om yoga voor kinderen te geven Leerkrachten zijn geschoold in het kijken en luisteren naar kinderen middels de methode ZIEN en de methode Ik, jij, wij.
Aandacht en tijd:
Yoga halve dag in de week. Rots en water mogelijkheid voor twee groepen op jaarbasis. (zie andere arrangementen) Methode SEO conform lesrooster. Stop, denk doe op plein. WKS-model om kinderen meer verantwoordelijk te maken. Methode van werken die dagelijks in het handelen van de leerkracht zit.
Voorzieningen:
Gymzaal en materialen voor de training Rots en Water. Methode voor SEO in de school. LVS volgens ZIEN Yoga voor kinderen ( in de gymzaal)
Gebouw:
Eigen gymzaal Materialen voor training rots en water en yoga
Samenwerking:
Curium, Banjaard, orthopedagoog, jeugdzorg, MEE
Noodzaak inzet extra middelen (financieel/personeel).
Inzet altijd onder druk van geld en personeel, hetgeen weer afhankelijk is van de bekostiging.
25
Nu kunnen we deze zaken inzetten binnen de huidige bekostiging. Dat willen we graag zo houden. Bij krimp zal er extra tijd nodig zijn op dit niveau op peil te houden (afhankelijk van de krimp) Eventuele beperkingen (bv maximaal aantal kinderen per groep/school met dit arrangement)
Arrangement 7 Speciale lees- dyslexiebegeleiding
Alles sterk afhankelijk van bekostiging en formatie. Daarnaast is de hulpvraag bepalend; kan het wel of niet in een groepje en hoe groot kan dat groepje zijn. Hoe is de samenstelling van het groepje. Beperking zit dan in de tijd die we beschikbaar hebben op dit moment
Deskundigheid :
Leesspecialist master-sen Geschoolde leerkrachten in leesproblemen en lisbo-aanpak Samenwerking met O-3 voor leesbegeleiding in en na school Internbegeleider voor dyslexie-onderzoek
Aandacht en tijd:
Leesspecialist 1 dag in de week inzetbaar voor organisatie, begeleiding en r.t. Lisbo lezen groepsdoorbrekend dagelijks op het rooster. Schoolpsychologie onder schooltijd voor kinderen begeleiding; 1 dagdeel in de week (afhankelijk van het aantal diagnoses)
Voorzieningen:
Aangepaste leesmaterialen voor dyslectische kinderen Lisbo- lezen als leerlijn door de school Teamscholing Lisbo Materialen aanwezig (daisy-speler, tablets, Sprint e.d.) Leesbibliotheek oa boeken voor dyslexie (aangepast lettertype Orthotheek
Gebouw:
Veel plekken waar men in groepen kan lezen. Ruimte voor leesbegeleiding en onderzoek
Samenwerking:
Met dyslexie specialisten en eventueel andere externen Bureau Schoolpsychologie (onderzoek en begeleiding op school)
Noodzaak inzet extra middelen (financieel/personeel).
Inzet altijd onder druk van geld en personeel, hetgeen weer afhankelijk is van de bekostiging/ formatie. Er is nu een minimale inzet. De wens is om het op dit peil te houden en waar mogelijk uit te breiden met een dag(deel) De tijd voor R.T. en overige individuele begeleiding van kinderen is beperkt. Daardoor veel investering op begeleiding van leerkrachten.
26
Eventuele beperkingen (bv maximaal aantal kinderen per groep/school met dit arrangement)
Arrangement 8: onderwijs aan hoogbegaafde leerlingen
Steeds moeilijker van de grond krijgen van verklaringen en beperkte mogelijkheden voor het geven van begeleiding door externen op school (vergoeding door zorgverzekeraar steeds moeilijker)
Deskundigheid
*Leerkrachten kunnen hiaten bij leerlingen in kaart brengen en hun een passend leerstofaanbod doen. ( Dit vereist een bijzonder expertise, want hoogbegaafde leerlingen kunnen hun problemen immers maskeren en hun toetsresultaten vallen vaak binnen de norm, zoals die gesteld wordt voor normaal begaafde kinderen). . *Leerkrachten kunnen hoogbegaafde leerlingen een passend onderwijsaanbod doen via compacten en verrijken en aandacht voor ‘leren leren’ en sociale vaardigheden. *Leerkrachten zijn in staat in te spelen op de behoeften van hoogbegaafde leerlingen die tevens gedragsproblemen hebben (te denken valt aan stoornissen in het autisme spectrum, adhd. En ook perfectionisme, faalangst, vermijdingsgedrag)en/of leerproblemen (bv dyslexie of dyscalculie). *Leerkrachten kunnen de hoogbegaafde leerlingen die zich de leerstof voor het basisonderwijs geheel hebben eigen gemaakt en nog niet toe zijn aan het voortgezet onderwijs een passend en uitdagend aanbod doen.
Aandacht en tijd:
De ondersteuning van hoogbegaafde leerlingen vindt plaats in aparte groepen met alleen hoogbegaafde leerlingen. E.e.a. is van belang omdat hoogbegaafde kinderen door leeftijdgenoten wel eens als “raar” worden ervaren, omdat ze op een heel ander niveau over zaken praten waar leeftijdgenoten zich (nog) niet mee bezighouden. Echter, emotioneel gezien zijn het “gewone” kinderen, die graag met andere kinderen willen spelen: thuis, op school en op straat. Hierdoor komen deze kinderen soms in een spagaat terecht: intellectueel zijn zij hun leeftijdgenoten ver vooruit en kunnen ze vaak beter optrekken met oudere kinderen, emotioneel gezien blijft de behoefte aan omgang met leeftijdgenoten. Voor sommige hoogbegaafde leerlingen brengt dit ernstige emotionele problemen met zich mee. De Oostvogel biedt middels het arrangement Hoogbegaafde leerlingen deze kinderen de mogelijkheid met leeftijdgenoten op te trekken, die tevens ontwikkelingsgelijken zijn (“peers”) .
Voorzieningen
Ipads, laptops en oefenprogramma’s
Gebouw:
Per groep een lokaal . 1 extra werkruimte t.b.v.onderzoek, remedial teachning, etc.
27
WENS- Arrangement 1 Time-out voorziening, anders dan de eerder genoemde crisisopvang in de reguliere groepen. Betreft leerlingen die niet meer (kunnen) functioneren in het bao, niet in een sbo-groep kunnen aansluiten en waarvan niet duidelijk is wat nu de juiste onderwijsplek is. Onderzoek en diagnostiek is voor deze leerlingen noodzakelijk, naast opvang en onderwijs.
Samenwerking:
Novilo, centrum voor hoogbegaafdheid Curium GGZ REC Horizon, rugzakondersteuning Marieke van Peet, kindercoach Marloes Lubbers ecologisch pedagoog Met ouders en orthopedagoog met kennis van leerproblemen van hoogbegaafden Diverse vakdocenten, die steeds voor een korte serie lessen worden ingezet, bijvoorbeeld wiskunde, Duits, techniek
Noodzaak inzet extra middelen (financieel/personeel). Eventuele beperkingen (bv maximaal aantal kinderen per groep/school met dit arrangement)
Vakdocenten, therapeut/kindercoach Maximaal 20 hoogbegaafde leerlingen per groep. Voldoende hoogbegaafde leerlingent.z.t. om een aparte groep te vormen. (in de periode dat voorziening De Vuurvogel wordt afgebouwd wordt dit gerealiseerd door het aangaan van een samenwerking met hen).
Deskundigheid :
Orthopedagoog Logopedist Fysiotherapie Gedragsspecialisten Leerkrachten die ervaringsdeskundig zijn in gedragsproblemen. Maatschappelijk werk
Aandacht en tijd:
Kinderen gaan in een time-out voorziening. Hier moet permanente bezetting voor zijn (leerkracht, eventueel met assistentie) Extra ondersteuning vanuit SBO en/ of betrokken externen. Gedurende een periode krijgen ze dagelijks les en begeleiding. Diagnostiek kan bedreven worden om te bepalen wat de juiste plaats is voor deze leerling(en) Het gaat om een permanente bezetting van 1 groep met maximaal 8 leerlingen (voor het hele samenwerkingsverband) Inzet van tijd: Full-time leerkracht eventueel met dagdelen ondersteuning van onderwijsassistent Tijd vanuit orthopedagoog, logopedist en fysiotherapeut (afhankelijk van hoeveelheid
28
leerlingen en intensiteit van hulpvragen) Tijd van gedragspecialisten (afhankelijk van hoeveelheid leerlingen en intensiteit van hulpvragen) Beroep kunnen doen op externen (bijvoorbeeld jeugdzorg, kinderarts, Curium e.d.)
WENS Arrangement 2
Voorzieningen:
Bij voorkeur gekoppeld aan sbo vanwege de aanwezigheid van specialisten op deze vorm van onderwijs. Tevens meer mogelijkheden voor integratie met sbo-leelringen. Bij terugloop leerlingen op de sbo (landelijke trend) ontstaan lege lokalen voor eventuele time-out voorziening (hier ligt een draaiboek voor klaar) Er kan gebruik gemaakt worden van expertise van SBO en ambulant begeleiders/ expertise vanuit cluster-4. Gebruik van aanwezige middelen en materialen vanuit de sbo
Gebouw:
Bij leegstand zou een extra time-out ruimte/ opvang wenselijk zijn, met name waar het gaat op de opvang van extreme gedragsproblemen
Samenwerking:
Met de aanleverende scholen en de Groeiacademie. Waar nodig met externen als die al in beeld zijn in het begeleidingstraject. Ambulante begeleiding, Banjaard, Curium, jeugdzorg, GGD, GGZ, Mee e.d.)
Noodzaak inzet extra middelen (financieel/personeel).
Bij opzetten van time-out voorziening (waar een draaiboek voor is geschreven), is er extra personeel nodig om de time-out voorziening permanent te bezetten. Gebruik van expertise van de sbo- school kan (zeker als het lln aantal van de sbo terug gaat lopen) Betreft een extra investering waarvan moeilijk is in te schatten hoeveel leerlingen het gaat betreffen. Feit is dat er al jaren een roep is voor een dergelijke voorziening.
Eventuele beperkingen (bv maximaal aantal kinderen per groep/school met dit arrangement)
Er zijn beperkingen in het aantal time-out leerlingen in een tim-out groep, de grootte van een groep (maximaal 8), de aard van de crisis (het ene probleem is het andere niet); steeds per geval bekijken of het een beperking kan betekenen. Daarnaast zal de bekostiging van het geheel een beperking kunnen opleveren.
Deskundigheid :
Gedragsspecialisten
29
PSZ voor sbo; voorloper van jrk-groep Opvang voor een groep van jonge, kinderen, waarbij duidelijk is dat de ontwikkeling niet vanzelf op gang lijkt te komen en extra ondersteuning reeds in een vroeg stadium gewenst is. Tevens zaak om in een vroeg stadium diagnostiek te kunnen doen om de kinderen snel op de juiste onderwijsvoorziening te krijgen.
Specialisten met JRK-ervaring Orthopedagoog Logopedist Fysiotherapie Maatschappelijk werk
Aandacht en tijd:
Orthopedagoog 1 dag in de week Leerkracht voor 3 of 5 dagen (aangezien het nog geen leerplichtige leerlingen betreft) Onderwijsassistent voor enkele dagdelen (eventueel combinatie met time-out voorziening) Overige externen voor bepaalde tijden, afhankelijk van aantal leerlingen en hulpvragen binnen diagnostiek en begeleiding. Deze tijden zijn te combineren met de aandacht en tijd die bijvoorbeeld de time-out voorziening gaat vragen.
Voorzieningen:
Orthopedagoog en logopediste in de school. Gedragsspecialisten Ervaringsdeskundigen JRK Gebruik kunnen maken van leer- en ontwikkelingsmaterialen van sbo Lokaal voor opvang (is te verwezenlijken bij terugloop sbo) Mogelijk symbiose met bestaande jrk-groep (afhankelijk van grootte huidige jrk-groep, aanbod PSZ)
Gebouw:
Bij terugloop sbo ontstaat ruimte in het gebouw. Een groep kan naast de huidige JRKgroep komen waardoor integratie kan komen . Lokaal voor opvang (is te verwezenlijken bij terugloop sbo) Mogelijk symbiose met bestaande jrk-groep (afhankelijk van grootte huidige jrk-groep, aanbod PSZ) Extra leermiddelen zijn aanwezig.
Samenwerking:
Met Externen, vaak al betrokken bij deze leerlingen. (Ambulante begeleiding, Banjaard, Curium, jeugdzorg, GGD, GGZ, Mee e.d.)
Noodzaak inzet extra middelen (financieel/personeel). Eventuele beperkingen (bv maximaal aantal kinderen per groep/school met dit arrangement)
Personeel om de groep te bezetten; zal niet altijd een volle groep kunnen zijn; mogelijk combinatie mogelijk met wens voor time-out. Vaak is fysiotherapie gewenst. Limiet stellen aan grootte van de groep (maximaal 8).
30
31
32