LEERLINGENSTATUUT
Vastgesteld na instemming van de MR op 8 juni 2004.en op 14 februari 2011 Gewijzigd door leerlingeninitiatief in de zomer van 2009 (art. 6.6). Gewijzigd door leerlingeninitiatief in de winter van 2011 (art. 4.1.4, 4.1.8, 5.5, 6.13, 6.16, 8.1, 8.2, 12.8). Toegevoegd
Genotmiddelenreglement per 7 maart 2012 Gedragscode Social Media, internet en e-mail Bornego College per 7 december 2011
1
Voorwoord Het woord "statuut" betekent letterlijk: "dat wat is vastgesteld". Voor leerlingen is het prettig, dat zij weten wat er van hen in de school wordt verwacht en dat zij weten wat ze van de school, de leraren en hun medeleerlingen kunnen verwachten. Voor de school en de leraren is het goed dat zij weten waar ze door de leerlingen op aangesproken kunnen worden. Voor iedereen in de school is het noodzakelijk dat deze rechten en plichten van en tegenover leerlingen niet willekeurig zijn, maar dat deze zijn vastgesteld. Vandaar het leerlingenstatuut. Voor duidelijkheid over wat kan en mag, voor een goede verhouding tussen leerlingen en leraren, voor goed onderwijs in de school. Het voorliggende leerlingenstatuut mag een bijdrage zijn om dat goede onderwijs te bevorderen. Frits Hoekstra, Directeur-bestuurder Herziene versie: 2012
2
Inhoudsopgave 1. Algemeen 1.1 Leerlingenstatuut 1.2 Begrippen 1.3 Rechten en plichten in algemene zin 2. Toelating 3. Kwaliteit van het onderwijs 4. Dagelijkse gang van zaken 4.1 Aanwezigheid 4.2 Gedrag 4.3 Veiligheid 4.4 Schade 5. Huiswerk 6. Toetsing, beoordeling, rapportage 7. Overgang, keuze van onderwijs 8. Schoolonderzoeken, examen 9. Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering 9.1 Algemeen 9.2 Publicatieborden 9.3 Bijeenkomsten 9.4 Schoolkrant 10. Inspraak 11. Privacy 11.1 Leerlingenregistratie 11.2 Ongewenste intimiteiten 11.3 Ongewenst gedrag 12. Disciplinaire maatregelen 13. Geschillen 14. Puntsgewijze toelichting Bijlage 1 Genotmiddelen reglement Bornego College Bijlage 2 Gedragscode Social Media, Internet en e-mailgebruik Bornego College
3
1. Algemeen 1.1
Leerlingenstatuut
1.1.1
Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van de leerlingen.
1.1.2
Het leerlingenstatuut is vastgesteld door de directie na instemming van de medezeggenschapsraad.
1.1.3
Het leerlingenstatuut is van toepassing op alle aan de school ingeschreven leerlingen en geldt in en buiten de schoolgebouwen en terreinen, bij alle activiteiten die van de school uitgaan.
1.1.4
Het leerlingenstatuut treedt in werking na vaststelling door de directie en heeft een geldigheidsduur van 2 jaar.
1.1.5
Het leerlingenstatuut kan tussentijds worden gewijzigd op voorstel van hetzij: de medezeggenschapsraad 10 leerlingen 10 ouders 10 personeelsleden de schoolleiding de directeur-bestuurder. Een voorstel tot wijziging wordt aan de directie schriftelijk aangeboden. De directie gaat niet tot wijziging over voordat de medezeggenschapsraad zich hierover heeft kunnen uitspreken. Indien het voorstel tot wijziging niet wordt overgenomen deelt de directie dit onder vermelding van de redenen aan betrokkenen mee.
1.1.6
Indien een maand voordat de geldigheidsduur van het leerlingenstatuut afloopt de directie geen voorstel tot wijziging heeft ontvangen, zal het leerlingenstatuut in dezelfde vorm wederom 2 jaar geldig zijn.
1.1.7
Alle geledingen van de school en daartoe behorende personen zijn gehouden de bepalingen van het leerlingenstatuut na te leven.
1.1.8
Alle rechten en plichten van de ouders die voortvloeien uit de door de inschrijving aangegane onderwijsovereenkomst gaan bij het bereiken van de meerderjarigheid van rechtswege over op de leerling, de school gaat echter uit van het feit dat ouders gedurende de inschrijving van de leerling deze blijven uitvoeren. De feitelijke overgang naar de meerderjarige leerling gaat in indien dit schriftelijk wordt aangegeven door de leerling. Hiertegen kan binnen 30 dagen schriftelijk bezwaar gemaakt worden bij de schoolleiding door een van de belanghebbenden.
1.2
Begrippen In het leerlingenstatuut wordt onder de volgende begrippen verstaan: - de school: - afdeling: - leerlingen: - ouders: - personeelsleden:
- docenten: - mentor:
alle vestigingen van het Bornego College. één van de schooltypen, waaruit de scholengemeenschap is samengesteld: VMBO, HAVO, atheneum en gymnasium. de leerlingen die ingeschreven staan aan de school. de ouders, voogden en verzorgers van de minderjarige leerlingen. de aan de school verbonden leden van de schoolleiding, docenten, onderwijsassistenten, onderwijsondersteunende personeelsleden, stagiaires en lio's. de aan de school verbonden leraren en andere personeelsleden met een lesgevende taak. de docent, die de eerste aangesproken persoon is voor die leerling die aan deze docent, als specifiek begeleider is toevertrouwd.
4
- teamleider:
- schoolleiding: - onderwijsondersteunend personeel - toelatingscommssie
- schoolbestuur:
- bevoegd gezag:
de functionaris die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het onderwijs, de uitvoering van het personeelsbeleid en leerlingenzorg l in een organisatorische eenheid in de school. de directeur-bestuurder, vestigingsdirecteuren en de directeur financiën en beheer. de aan de school verbonden personeelsleden met een nietlesgevende taak. de commissie die een besluit neemt over de toelating en plaatsing van een leerling die niet is ingeschreven in onze school. Elke vestiging kent een toelatingscommissie, bestaande uit in ieder geval; de vestigingsdirecteur en een teamleider of personen namens hen. De vestigingsdirecteur kan de samenstelling van de toelatingscommissie veststellen. de directeur-bestuurder van de Vereniging voor Christelijk Voortgezet Onderwijs in de regio Heerenveen en Joure die handelt als en namens het bevoegd gezag. het verenigingsbestuur bestaande uit de toezichthoudende bestuursleden en de directeur-bestuurder.
- medezeggenschapsraad het orgaan binnen de school ten behoeve van overleg en medezeggenschap. - schooldag werkdag die geen vakantiedag, algemeen erkende feestdag of daaraan gelijkgestelde dag is. - schoolreglement: samenstel van regels over de rechten en plichten van de personen en organen die deel uitmaken van de schoolgemeenschap. - schoolgids: de schoolinformatiegids, waarin alle zaken staan betreffende het cursusjaar. In dit leerlingenstatuut wordt ten behoeve van de leesbaarheid alleen in de mannelijke vorm geschreven. Daar waar mannelijke voornaamwoorden worden gebruikt kunnen ook vrouwelijke worden gelezen. In alle paragrafen waarin de leerling door de school wordt aangesproken of deze de school aanspreekt, terwijl deze leerling nog minderjarig is, treden zijn ouders in recht (mede) voor hem in de plaats. 1.3
Rechten en plichten in algemene zin.
1.3.1
De leerlingen genieten de rechten en zijn gehouden aan de plichten die voortvloeien uit de onderwijsovereenkomst, die met het schoolbestuur is gesloten bij inschrijving als leerling van het Bornego College.
1.3.2
De leerlingen houden in hun gedrag en uitlatingen rekening met de grondslag van de vereniging en doelstelling van de school.
1.3.3
De leerlingen en personeelsleden hebben ten opzichte van elkaar de plicht te zorgen voor een werkbare situatie, waarin goed onderwijs kan worden gevolgd en gegeven in een passende sfeer.
1.3.4
De leerlingen zijn verplicht zich te houden aan de regels die gelden in de school. Evenzo hebben zij recht organen en personeelsleden te houden aan de regels die ten aanzien van hen gelden in de school.
1.3.5
De leerlingen en personeelsleden zijn respect verschuldigd aan elkaar en aan alle andere personen in de school. Zij gaan verantwoord om met de eigendommen van elkaar en met eigendommen van derden die aan school zijn toevertrouwd.
5
2. Toelating en plaatsing 2.1
De toelatingscommissie stelt namens het schoolbestuur de criteria vast op grond waarvan een (aspirant-)leerling kan worden toegelaten tot de school, tot een bepaalde schoolafdeling of tot een bepaald leerjaar.
2.2
Indien de toelatingscommissie meent een (aspirant-)leerling niet toe te moeten laten deelt het dit schriftelijk aan hem mee, met opgave van redenen. Voorts geeft de commissie daarbij aan dat bij het schoolbestuur om herziening van het besluit kan worden gevraagd.
2.3
De toelatingscommissie besluit na toelating over plaatsing een leerling in de meest passende opleiding, afdeling of leerjaar. Daarbij wordt het advies van de basisschool en de resultaten van het leerlingvolgsysteem gewogen. Bij toelating en plaatsing in een hoger leerjaar wordt het overgangsbewijs en determinatie advies van de eerdere school gevolgd.
2.4
De (aspirant-)leerling kan binnen zes weken nadat de weigering tot toelating is ontvangen, het schoolbestuur om herziening van dit besluit vragen. Het schoolbestuur stelt de leerling in de gelegenheid zich over de kwestie uit te spreken. Voorts voert het schoolbestuur overleg met de inspecteur hierover en -als het schoolbestuur dat nodig vindt- met andere deskundigen. Het schoolbestuur stelt de leerling in de gelegenheid om de adviezen of rapporten die op de beslissing op het verzoek tot herziening betrekking hebben, in te zien. Het schoolbestuur beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek, maar niet later dan vier weken na ontvangst hiervan.
3. Kwaliteit van het onderwijs 3.1
De leerlingen hebben recht op het volgen van goed onderwijs, waaronder een passende begeleiding. Het gaat daarbij om zaken als: - een redelijke verdeling van de lesstof over de lessen - een goede presentatie en duidelijke uitleg van de lesstof - aansluiting van het opgegeven huiswerk bij de behandelde stof - het kiezen en gebruiken van geschikte leermiddelen
3.2
Als een leerling meent dat het onderwijs onvoldoende kwaliteit heeft, kan hij dit gemotiveerd kenbaar maken aan de schoolleiding.
3.3
De schoolleiding geeft binnen tien schooldagen de in het vorige artikel bedoelde leerling(en) een reactie op de klacht. Indien de leerling(en) het niet eens is met de al of niet genomen beslissing van de schoolleiding kan na afloop van de termijn van tien dagen in beroep gaan bij het schoolbestuur. Het bestuur beslist in zijn eerstvolgende vergadering.
3.4
Leerlingen hebben in gelijke situaties recht op een gelijke behandeling.
4. Dagelijkse gang van zaken Aanwezigheid 4.1.1
De leerlingen zijn verplicht de lessen te volgen volgens het voor hen geldende rooster, tenzij er voor een bepaalde les een andere regeling is getroffen. Zij moeten op tijd aanwezig te zijn.
4.1.2
De leerlingen zijn verplicht deel te nemen aan alle door de school tijdens schooltijd georganiseerde activiteiten, die vermeld staan in het leerplan van één of meer van de door hen gevolgde vakken. Schooltijd beslaat 5 werkdagen van 8:15 tot 17:00 uur.
4.1.3
Maatregelen bij ongeoorloofde afwezigheid en bij te laat komen moeten duidelijk en tijdig aan de leerlingen bekend zijn gemaakt.
6
4.1.4
Indien de docent bij aanvang van de les niet aanwezig is, informeert een van de leerlingen (de klassenvertegenwoordiger, of als die er niet is een willekeurige leerling) bij iemand van de schoolleiding of bij diegene, die door de schoolleiding daartoe is aangewezen, of de les doorgaat. De leerlingen blijven in/bij de lesruimte totdat hen door of namens de schoolleiding anders wordt aangegeven.
4.1.5
Tijdens pauzes en roostervrije uren mogen de leerlingen in de daartoe bestemde ruimten op school verblijven. Ook mogen zij de school verlaten, tenzij door of namens de schoolleiding anders is aangegeven.
4.1.6
Een leerling heeft alleen verlof om de lessen te verzuimen indien de schoolleiding dit op schriftelijk verzoek heeft toegestaan.
4.1.7
Indien een leerling ziek is, wordt dit vóór 9.00 uur door de ouder / verzorger telefonisch gemeld aan de vestiging, waar de leerling onderwijs volgt.
4.1.8
Indien een leerlingen meer dan 5 schooldagen achtereen afwezig is geweest, meldt hij zich bij terugkomst op school bij de mentor, vakdocent of teamleider om na te gaan op welke wijze de opgelopen achterstand kan worden ingehaald.
4.2
Gedrag
4.2.1
Leerlingen moeten zich tijdens de lessen, maar ook daarbuiten, behoorlijk gedragen en zich houden aan gedragsregels zoals die zijn bekendgemaakt en/of zoals die door de schoolleiding en/of personeel van de school zijn opgesteld, zoals bijvoorbeeld in het protocol met betrekking tot "Preventie en bestrijding seksuele intimidatie en overig ongewenst gedrag".
4.2.2
In school wordt niet gerookt. Buiten de school kan op de door de schoolleiding aangewezen plaatsen worden gerookt. Zie hiervoor ook het ‘Genotmiddelen regelement’ (bijlage 1)
4.2.3
Het is leerlingen verboden om in of rondom school drugs en/of alcohol te gebruiken, of in bezit te hebben. Bij constatering wordt de leerling onmiddellijk doorverwezen naar de schoolleiding. Zie voor verdere afspraken bijlage 1.
4.2.4
De leerlingengeleding binnen de medezeggenschapsraad of de leerlingenraad heeft het recht om de redelijkheid van bepaalde regels aan de orde te stellen.
4.2.5
Voor het gebruik van social mediam internet en e-mail houden leerlingen zich aan de daartoe opgestelde gedragsregels. Zie daarvoor bijlage 2.
4.2.6
Er mag binnen de schoolgebouwen of op de schoolterreinen geen opnames (geluid, film of foto) worden gemaakt zonder uitdrukkelijke roestemming van de schoolleiding.
4.3
Veiligheid
4.3.1
De leerlingen en personeelsleden gedragen zich naar de gegeven voorschriften betreffende veiligheid in de school en overigens zodanig dat de veiligheid in de school zoveel mogelijk wordt gewaarborgd.
4.3.2
Voor bepaalde vakken kan het dragen van speciale kleding of beschermende hulpmiddelen worden voorgeschreven. In dat geval is de leerling verplicht die te dragen of te gebruiken.
4.3.3
Om de veiligheid te waarborgen kan de schoolleiding opnames laten maken. Waar dit gebeurd wordt dit met boden aangegeven. De bestanden worden niet langer dan 24 klokuren bewaard. Hiervan kan worden afgeweken in geval er een vermoeden is van een strafbaar feit.
7
4.4
Schade
4.4.1
Het schoolbestuur aanvaardt geen wettelijke aansprakelijkheid voor schade die buiten zijn verantwoordelijkheid wordt toegebracht aan bezittingen van leerlingen. Ook aanvaardt het schoolbestuur geen wettelijke aansprakelijkheid voor het verlies van bezittingen van leerlingen die in of bij de school, of tijdens schooltijd zijn zoekgeraakt.
4.4.2
Alle schade die door een leerling aan eigendommen of bezittingen van de school of aan onder het beheer van de school staande zaken is toegebracht, wordt op kosten van de ouders of van de meerderjarige leerling hersteld.
5. Huiswerk
5.1
De leerlingen moeten op de hoogte worden gesteld van de regels betreffende het huiswerk.
5.2
De gezamenlijke docenten van een klas of groep streven ernaar het huiswerk zodanig op te geven en te spreiden dat van een evenwichtige en reële belasting sprake is.
5.3
De leerling die het door de docent opgegeven huiswerk voor een bepaald vak niet heeft gemaakt meldt dit bij aanvang van de les aan de betreffende docent onder vermelding van de reden van verhindering. Indien deze reden naar het oordeel van de docent de leerling niet van zijn plicht tot het maken van het huiswerk ontslaat, kan hij hem een maatregel opleggen.
5.4
De leerling die door omstandigheden zijn huiswerk niet heeft kunnen maken, meldt dit aan het begin van de schooldag bij de schoolleiding of bij diegene, die door de schoolleiding daartoe is aangewezen. Deze kan op grond van de redenen, die de leerling aanvoert, een huiswerkvrij-briefje meegeven. De leerling laat dit briefje aan het begin van elke les aan de docent zien.
5.5
De leerling werkt aan de hand van de door de docent beschikbaar gestelde studiewijzer.
6. Toetsing, beoordeling, rapportage De volgende artikelen hebben betrekking op alle leerjaren, tenzij het examenreglement, inclusief PTA van toepassing is. 6.1
Toetsing van de vordering van het onderwijs kan geschieden door: - repetities (toetsen van eerder geleerde stof of vaardigheden) - toetsen: deel-, voortgangs-, eind-, diagnostische toetsen e.a. - mondelinge of schriftelijke overhoringen van opgegeven leer- en/of maakwerk - gesprekken of spreekbeurten n.a.v. gelezen boeken, werkstukken e.d. - presentaties - practicum, turn- en spe(e)lopdrachten, werkstukken, praktische opdrachten - beoordeling van het gemaakte huiswerk
6.2
Van een cijfer dat het resultaat is van een af te nemen toets wordt van tevoren bekend gemaakt hoe zwaar het meetelt voor de berekening van het rapportcijfer.
6.3
Een repetitie e.d. wordt tenminste 5 schooldagen van tevoren opgegeven.De repetitie wordt afgenomen als de opgegeven stof is afgerond.
6.4
Als regel wordt niet meer dan één repetitie per dag afgenomen, uitgezonderd speciale toetsperioden. Om bepaalde redenen kunnen in overleg tussen docent en leerling(en) twee repetities op dezelfde dag worden afgesproken.
8
6.5
Binnen parallelle groepen/klassen van een afdeling moeten de zwaarte van de leerstof, de af te leggen toetsen, de beoordeling daarvan en de berekening van het rapportcijfer per vak gelijkwaardig te zijn.
6.6
De docent streeft ernaar om de schriftelijke toetsing binnen een week te corrigeren. De uiterlijke termijn voor correctie en bespreking van schriftelijke toetsen is 10 werkdagen. Voor werkstukken e.d. moet, afhankelijk van het aantal, de aard en de omvang van de werkstukken, rekening worden gehouden met een termijn van maximaal 6 weken. De normen van de beoordeling worden door de docent meegedeeld en zonodig toegelicht.
6.7
Een leerling heeft recht op inzage van zijn toets, nadat deze is beoordeeld. Indien een leerling het niet eens is met de beoordeling kan hij dit meteen na inzage kenbaar maken aan de docent die de toets heeft afgenomen. Als het verschil van mening niet wordt opgelost kan de leerling binnen twee schooldagen na dit overleg in beroep gaan bij de teamleider. Deze raadpleegt de vaksectie en adviseert de docent. De beslissing van de school is bindend.
6.8
Een toets wordt na de beoordeling door de docent met de leerlingen besproken.
6.9
Als een werkstuk meetelt voor een rapportcijfer dan dient van tevoren bekend te zijn aan welke normen het moet voldoen, wanneer het gereed moet zijn en welke sancties er staan op het te laat of niet inleveren ervan. De leerlingen zijn van te voren middels een protocol hiervan op de hoogte gesteld. In het protocol staat ook de wijze van inleveren vermeld.
6.10
Als een leerling zich ten aanzien van enig deel van een toets aan enige onregelmatigheid schuldig maakt, of als dit achteraf ontdekt wordt, kan de docent afhankelijk van de zwaarte van de geconstateerde fraude naar keuze één of meer van de volgende maatregelen treffen: - hij kan de leerling een waarschuwing geven - hij kan datgene wat door de fraude ten onrechte door de leerling is verkregen als fout rekenen - hij kan de toets ongeldig verklaren en opdragen op een ander tijdstip een nieuwe toets te maken - hij kan na de beoordeling alsnog maximaal drie punten van het cijfer aftrekken.
6.11
Als een leerling zich wegens ongeoorloofde afwezigheid, ter beoordeling van de teamleider, onttrokken heeft aan het maken van een duidelijk afgesproken toets, waarvan hij redelijkerwijze op de hoogte had kunnen zijn, kan de docent, na overleg met de teamleider en nadat de leerling gehoord is, voor die toets het cijfer één toekennen.
6.12
Een rapport geeft de leerling een overzicht van zijn prestaties voor alle vakken over een bepaalde periode. Een rapportcijfer is gebaseerd op tenminste 2 cijfers van afgenomen toetsen. Een tussenrapport geeft een overzicht van de resultaten van een bepaalde periode, onder voorbehoud van eventuele onjuistheden om technische redenen.
6.13
Per cursusjaar wordt driemaal een rapport of een cijferoverzicht uitgereikt. Op de Kingweg gebeurt dit niet. Op alle locaties verschijnt op de laatste schooldag het eindrapport.
6.14
Als het cijfer op het eindrapport (mede) wordt bepaald door de cijfers van voorafgaande rapporten dan moet van tevoren de wegingsfactor van die rapporten bekend zijn.
6.15
Wanneer de studieresultaten van een leerling aanleiding geven tot het treffen van maatregelen, moeten deze vooraf met de leerling - en als deze minderjarig is - met zijn ouders besproken worden.
6.16
Twee weken voor de toetsweek mogen er geen schriftelijke overhoringen/toetsen meer worden afgenomen indien deze niet over de toetsstof gaan die in de toetsweek zal worden getoetst. Er kan enkel van deze regel worden afgeweken als 2 op de 3 leerlingen instemmen met het verplaatsen van een schriftelijke overhoring/toets naar een datum binnen twee weken voor de toetsweek.
9
7. Overgang, keuze van onderwijs 7.1
De directie stelt de normen vast waaraan een leerling moet voldoen om naar het volgend leerjaar te kunnen overgaan.
7.2
De leerling kan zijn keuze voor een bepaalde richting van het onderwijs of voor een bepaalde samenstelling van zijn vakkenpakket kenbaar maken. Met deze voorkeur zal bij toelating tot een bepaalde richting of bij de toedeling van een bepaald vakkenpakket zoveel mogelijk rekening worden gehouden.
8. Schoolonderzoeken, examen 8.1
Aan het begin van de examenperiode, doch uiterlijk 1 oktober na aanvang van het schooljaar, wordt de leerlingen het definitieve programma van toetsing en afsluiting bekend gemaakt. Dit programma bevat regels over de wijze van toetsen en de kennis en vaardigheden van deze leerling alsmede op welke wijze het cijfer van het schoolexamen wordt vastgesteld. Voor de zomervakantie komt het concept-PTA al op de elektronische leer omgeving.
8.2
De directie stelt een examenreglement uiterlijk 1 oktober vast. Hierin staan de regels over de manier waarop het examen wordt afgenomen, de manier waarop de cijfers worden gegeven, verzuim bij examens, examenfraude, herexamen en over de mogelijkheden om tegen beslissingen betreffende het examen bezwaar te maken.
9. Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering 9.1
Algemeen
9.1.1
Leerlingen zijn vrij hun mening te uiten mits dit niet in strijd is met de goede gang van het onderwijs en de regels van de school.
9.1.2
Leerlingen moeten elkaars mening en die van anderen respecteren. Discriminerend of beledigend gedrag wordt niet toegestaan. Hiertegen kan de schoolleiding passende maatregelen treffen.
9.1.3
Kleding met een duidelijke discriminerende of aanstootgevende boodschap wordt niet toegestaan.
9.2
Publicatieborden In de schoolgebouwen zijn publicatieborden aangebracht waarop leerlingen met toestemming van de schoolleiding mededelingen kunnen ophangen.
9.3
Bijeenkomsten De schoolleiding stelt op aanvraag ruimte ter beschikking voor bijeenkomsten van leerlingen. Deze ruimte moet in ordelijke staat worden achtergelaten.
9.4
Schoolkrant
9.4.1
Bij de uitgave van een schoolkrant stelt de schoolleiding in overleg met de redactie van de schoolkrant een redactie-reglement vast, waarin de verantwoordelijkheden en de beschikbaarheid van geld en papier e.d. voor de schoolkrant worden geregeld.
9.4.2
De schoolleiding kan de publicatie van de schoolkrant of een deel daarvan verbieden als de inhoud geheel of gedeeltelijk in strijd is met de grondslag of de doelstelling van de school, dan wel een discriminerende of beledigende inhoud bevat.
10
10. Inspraak 10.1
Leerlingenraad
10.1.1 De leerlingen kunnen voor hun belangen opkomen door de leerlingenraad. Deze raad kan de schoolleiding adviseren en geraadpleegd worden door de schoolleiding over aangelegenheden die voor leerlingen van belang zijn. 10.1.2 De schoolleiding stelt een reglement vast over de taak en samenstelling van de leerlingenraad, over de verkiezing van de leden van de raad, over de wijze van overleg tussen de leerlingenraad en de schoolleiding en over de faciliteiten die de leerlingenraad bij de uitoefening van zijn taak ten dienste staan. 10.2
Andere vormen van inspraak Het schoolbestuur legt in het medezeggenschapsreglement regels vast over de verkiezing van leerlingen in de medezeggenschapsraad, met daarin ook de rechten en plichten in deze raad.
11. Privacy 11.1
Leerlingenregistratie
11.1.1 De school legt van alle leerlingen gegevens vast. Deze gegevens moeten juist zijn. De betrokken leerling en/of zijn ouders kan/kunnen deze gegevens inzien. Ook hebben ze het recht, indien nodig te verzoeken gegevens te wijzigen, aan te vullen of te verwijderen. 11.1.2 De leerlingenregistratie is alleen toegankelijk voor diegenen, die daartoe van de schoolleiding toestemming hebben gekregen. (decanen, teamleiders, docenten en leden van de administratie). 11.1.3 De gegevens worden alleen aan anderen, dan in de punten 11.1.1 en 11.1.2 worden genoemd verstrekt indien dit in het belang van het onderwijs aan de betrokken leerling is, indien er een wettelijke plicht voor bestaat of met toestemming van de betrokken leerling. 11.1.4 Een ieder die de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit andere hoofde een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot bekendmaking voorvloeit. 11.1.5 Rapportcijfers en bevorderingsbeslissingen worden verstrekt aan de toeleverende school gedurende het eerste jaar, tenzij daartegen schriftelijk bezwaar is gemaakt.
11.2
Ongewenste intimiteiten Het schoolbestuur heeft een procedure vastgesteld, waarlangs ongewenste intimiteiten kunnen worden gemeld, zodat vervolgens passende maatregelen kunnen worden genomen. Deze procedure wordt aan het begin van het schooljaar aan de leerlingen kenbaar gemaakt.
11.3
Ongewenst gedrag Bij vermoeden van strafbare feiten heeft de schoolleiding het recht van inzage in de begvakjes (kluisjes) en tassen van de leerling. De vestigingsdirectie kan onaangekondigd bergvakjes (kluisjes) laten doorzoeken, te bevordering van de veiligheid op de vestiging en in het kader van het handhaving van het genotreglement van het Bornego College.
11
12. Disciplinaire maatregelen 12.1
De leerling die de voor hem geldende regels niet nakomt kan een disciplinaire maatregel worden opgelegd. Zo'n maatregel kan worden opgelegd door een docent, conciërge, teamleider, schoolleiding of door het schoolbestuur. disciplinaire maatregelen kunnen zijn: - het opruimen van gemaakte rommel - corveewerkzaamheden uitvoeren - het maken van strafwerk - het niet mogen meedoen aan een bepaalde activiteit - uit de les worden verwijderd - het vroeger op school komen of nablijven (dit bij voorkeur niet op de dag waarop de straf wordt opgelegd) - het niet toegelaten worden tot één les (teamleider, schoolleiding) - de toegang tot lessen of school ontzegd worden (teamleider, schoolleiding) - geschorst worden (schoolleiding) - van school worden verwijderd (schoolbestuur).
12.2
Bij het opleggen van een maatregel moet er sprake zijn van een redelijke verhouding tussen de ernst van de aanleiding tot het opleggen ervan en de zwaarte van de maatregel.
12.3
Een leerling die de voortgang van de les verstoort is verplicht de les te verlaten zodra de docent hem dit opdraagt. Hij krijgt van de betreffende docent instructies of werk mee. De leerling meldt zich bij de teamleider en/of de docent.
12.4
Alvorens een straf of maatregel wordt opgelegd wordt de leerling in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Indien een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel is opgelegd, kan hij aan zijn mentor doorgeven of in beroep gaan bij de schoolleiding. Schorsing
12.5
Een leerling die bij herhaling de in de school geldende regels overtreedt of die zich schuldig maakt aan ernstig wangedrag (zoals alcohol - /drugsgebruik), kan door of namens het schoolbestuur worden geschorst, of definitief van de school worden verwijderd.
12.6
Het schorsingsbesluit wordt schriftelijk aan de leerling, en bij minderjarigheid aan de ouders / verzorgers, meegedeeld met opgave van redenen. Indien een leerling langer dan een dag wordt geschorst, meldt de schoolleiding dit bij de inspectie met opgave van de redenen. Een leerling wordt ten hoogste voor één week geschorst. Verwijdering
12.7
Als het schoolbestuur een leerling van de school wil verwijderen, stelt het de leerling en indien hij minderjarig is - ook zijn ouders / verzorgers, in de gelegenheid om zich hierover uit te spreken. In geval het een leerplichtige leerling betreft dient het schoolbestuur ook eerst overleg te voeren met de inspectie. Daarnaast neemt de schoolleiding contact op met de leerplichtambtenaar.
12.8
Tijdens de procedure van verwijdering kan een leerling de toegang tot de school worden ontzegd tot de definitieve uitspraak over de rechtmatigheid van verwijdering is gedaan of uitschrijving plaats vind
12.9
Als een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel door de schoolleiding of het schoolbestuur is opgelegd, kan hij van de klachtenregeling van het Bornego College gebruik maken.
12.10
Het besluit tot verwijdering wordt schriftelijk aan de leerling, en bij minderjarigheid aan de ouders / verzorgers meegedeeld, met opgave van redenen. Ook geeft het schoolbestuur aan dat er om herziening van het besluit kan worden gevraagd. Als een leerling wordt verwijderd meldt het schoolbestuur dit bij de inspectie, met opgave van redenen.
12
12.11
Een verwijderde leerling kan binnen dertig dagen nadat hij is verwijderd aan het schoolbestuur om herziening van het besluit tot verwijdering vragen. Het schoolbestuur stelt de leerling de gelegenheid zich over de kwestie uit te spreken. Ook voert het schoolbestuur overleg met de inspectie hierover en als het schoolbestuur dat nodig vindt met andere deskundigen. Het schoolbestuur stelt de leerling in de gelegenheid om adviezen of rapporten die op de beslissing op het verzoek tot herziening betrekking hebben, in te zien. Het schoolbestuur beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek, maar niet langer dan na dertig dagen na ontvangst ervan.
12.12
De school kan alleen dan tot verwijdering van een leerplichtige leerling overgaan als een andere school bereid is de verwijderde leerling in te schrijven, na overleg met de inspectie en als aan de inspanningsverplichting is voldaan.
13. Geschillen 13
Als leerlingen, personeelsleden en aan de school verbonden organen menen dat het leerlingenstatuut onjuist of onzorgvuldig wordt toegepast, dienen zij het gerezen geschil op te lossen met de betrokken persoon/orgaan of personen/organen met wie het geschil is gerezen. Als blijkt dat het onderling oplossen van het geschil redelijkerwijs niet is gelukt of redelijkerwijs niet heeft kunnen plaatsvinden kan gebruik worden gemaakt van de klachtenregeling van het Bornego College.
13
14 Puntsgewijze toelichting Onderwijsovereenkomst (1.3.1) De rechten en plichten van leerlingen volgen in beginsel uit de overeenkomst die de leerlingen/ouders met de school hebben gesloten. Zo'n overeenkomst is soms in de vorm van het aanmeldingsformulier gegoten, soms ook in een apart schriftelijk contract. Meestal echter volgt deze overeenkomst uit het feit dat de leerling is toegelaten. Indien de leerlingen minderjarig zijn (in het algemeen geldt de leeftijdsgrens van 18 jaar) sluiten de ouders deze overeenkomst en zijn de ouders uiteindelijk verantwoordelijk voor het genieten en naleven van de rechten en plichten van hun kinderen. Zodra de leerlingen meerderjarig zijn wordt deze overeenkomst formeel stilzwijgend door hen overgenomen en gaat de verantwoordelijkheid voor de rechten en plichten voor de leerlingen zelf gelden. Het Bornego College vindt het echter belangrijk dat ouders betrokken en verantwoordelijk blijven. Wij kiezen er dan ook voor om de ouders als eerste aanspreekpunt te handhaven, tenzij de meerderjarige leerling schiftelijk meldt bij de schoolleiding en zijn ouders dat hij de verantwoordelijkheid overneemt. Aanwezigheid (4.1) Tegenover de plicht van de leerlingen om aanwezig te zijn en lessen te volgen bestaat het recht van leerlingen op een werkbaar lesrooster. Dat wil niet zeggen dat er geen tussenuren kunnen ontstaan. Daartoe hebben leerlingen recht op een adequate opvang of ruimte als er tussenuren zijn of als er een les uitvalt. Schade (4.4) Leerlingen hebben de plicht om schade aan goederen van anderen zo veel mogelijk te voorkomen. Ook hebben de leerlingen er recht op dat de school verlies van en schade aan bezittingen van leerlingen zo veel mogelijk voorkomt, bijvoorbeeld door het plaatsen van afsluitbare bergvakjes (kluisjes). Overgangscriteria (7.1) De overgangscriteria worden opgenomen in de informatiegids. Tijdens de ouderavonden van ieder leerjaar kan hier nadere informatie over worden verstrekt. Klachtenregeling (12.9 en 13) De klachtenregeling kan worden opgevraagd bij de vestigingsdirecteur en beschikbaar op internet. Leerlingenregistratie (11.1) Gegevens over de leerlingen worden geregistreerd in een leerlingenadministratie. Deze gegevens horen juist te zijn en alleen die gegevens mogen worden opgenomen, die voor het doel van de registratie dienen te worden verzameld. Dit is geregeld in de Wet Persoonsregistratie. De leerlingenadministratie heeft in het algemeen tot doel om gegevens van aan de school verbonden leerlingen te verzamelen, te verwerken en te verstrekken, die uit onderwijskundig of organisatorisch oogpunt voor een goed functioneren van de school of voor het belang van de betrokken leerling nodig te zijn. Leerlingenraad (10.1) Een school kan een leerlingenraad instellen, die de belangen van leerlingen behartigt. Er bestaat geen verplichting voor de instelling van zo'n raad, noch bestaan er wettelijke richtlijnen voor de taak, samenstelling en werkwijze ervan. De school is daarom vrij in haar keuzes ter zake. De leerlingenraad kan als taak hebben het voeren van overleg met de schoolleiding over aangelegenheden die voor leerlingen van belang kunnen zijn. Ook kan de leerlingenraad het recht worden gegeven om adviezen uit te brengen aan de medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad is een wettelijk verplicht orgaan dat overleg pleegt met het schoolbestuur/de schoolleiding over alle aangelegenheden die de school betreffen. Medezeggenschapsraad (10.2) In punt 10 wordt gesproken over de medezeggenschapsraad. De mate van deelneming van leerlingen in deze raad is in de Wet Medezeggenschap Onderwijs voor scholen afhankelijk gesteld van de leeftijd van het merendeel van de leerlingen in de betreffende school en van de
14
vraag of het een dag-of avondschool betreft. Aan een dagschool waar het merendeel van de leerlingen jonger is dan 16 jaar kunnen naast de ouders ook leerlingen in de medezeggenschapsraad zitting hebben. Aan een dagschool waar het merendeel van de leerlingen ouder is dan 16 jaar moeten naast ouders ook leerlingen in de medezeggenschapsraad zitting hebben.
15
Bijlage 1
Genotmiddelenreglement Bornego College
Dit reglement wordt na vaststelling een integraal onderdeel van het bestaande schoolreglement. A UITGANGSPUNTEN Bij de formulering van de regels zijn wij van de volgende uitgangspunten uitgegaan: 1. De regels zijn niet in strijd met de Nederlandse wetgeving. 2. De regels gelden voor iedereen die aan de school verbonden is. 3. Het resultaat van de herziene regels sluit zo dicht mogelijk aan bij de huidige uitgangspunten en handelswijze. 4. De regels zijn zo duidelijk beschreven, dat iedereen ze kan begrijpen. Het vervolg van dit stuk kan getoetst worden aan deze uitgangspunten. B
DE BEGRIPPEN 1 Reglement genotmiddelen Dit reglement geldt voor situaties, waarin tabak, alcohol, cannabis (hasj en marihuana) en andere drugs een rol spelen. Al deze middelen worden in het reglement aangeduid met de naam genotmiddelen. Dit reglement is ook van toepassing op gedragingen en het gebruik, van stoffen die het functioneren op school beïnvloeden. Dit reglement geldt niet alleen voor leerlingen, maar ook voor onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel en voor directieleden. 2 De school Onder het begrip school wordt verstaan; de gebouwen, terreinen en situaties die vallen onder de verantwoordelijkheid van de school. 3 Dealen Hieronder wordt naast het handelen, kopen en verkopen ook gedacht aan die situaties, waarbij een leerling of medewerker genoemde genotmiddelen verschaft dan wel bemiddelt of anderszins betrokken is bij de verspreiding ervan.
C
REGLEMENTERING 1 Tabakgebruik Het schoolgebouw is een openbaar gebouw. Volgens de wet mag daar niet worden gerookt. Roken is daarom alleen toegestaan op de plekken die speciaal daarvoor zijn aangewezen. 2 Alcoholgebruik Omdat alcohol belemmerend werkt bij het werk en leren, wordt op school geen alcoholhoudende drank gebruikt. Dit houdt uiteraard ook in, dat men niet onder invloed van alcohol is op school. Ook in het bezit hebben of verhandelen van alcoholische dranken op school is niet toegestaan. Volgens de wet is het verboden om alcohol te verkopen aan personen onder de 16 jaar. Daarom worden er bij activiteiten georganiseerd door de school geen alcoholhoudende dranken geschonken. In bijzondere gevallen kan voor de bovenbouw of voor personeelsbijeenkomsten van deze regel worden afgeweken. Dit beslist de directie. 3. Gebruik van Cannabis en andere drugs Omdat ook het gebruik van dergelijke middelen niet passen in de onderwijssituatie, is het op school niet toegestaan bovengenoemde middelen in bezit te hebben, te gebruiken of te verhandelen (dealen). Dit houdt uiteraard ook in, dat men niet onder invloed mag zijn van dergelijke middelen. Ook op werk weken, excursies, schoolfeesten en klassenavonden is bovenstaande van toepassing.
16
4 Gokken Gokken om geld of goederen in welke vorm dan ook, is verboden in school en op het schoolterrein. Gokken op bijeenkomsten die onder de verantwoordelijkheid van de school vallen, is in principe verboden. De directie kan een uitzondering maken voor het organiseren van kansspelen waarvan de opbrengst ten goede komt aan een goed doel. In bepaalde andere gevallen kan de directie besluiten van de hierboven genoemde afspraken af te wijken of afspraken aan te vullen. D 1 2 3 4
MAATREGELEN BIJ OVERTREDING Bij overtreding van dit reglement wordt de betrokkene erop aangesproken en wordt de vestigingsdirecteur op de hoogte gesteld. Te nemen sancties zijn afhankelijk van de ernst van de overtreding van het reglement. Bij geconstateerd dealen op school kan verwijdering plaatsvinden, met name ter bescherming van de overige leerlingen. De ouders en politie worden ingelicht. a. Bij geconstateerd gebruik van alcohol en/of andere drugs worden de ouders ingelicht en verzocht de leerlingen van school op te halen; onder invloed kun je geen lessen bijwonen. b. Bij geconstateerd gebruik van alcohol en/of andere drugs wordt een bij de situatie passende maatregel genomen. In principe leidt het gebruik tot één dag lesontzegging. De leerling is dan wel van 8.00 tot. 16.00 uur op school (zie handelingsprotocol). c. Met de leerling wordt door de mentor en de teamleider en/ of de vestigingsdirecteur een gesprek gevoerd. In dit gesprek worden het functioneren en de mogelijke oorzaken aan de orde gesteld. De ouders worden ingelicht, tenzij er zwaarwegende argumenten zijn om dit niet te doen. d. Begeleiding zal in deze situatie een belangrijke rol spelen.
5
Zet de leerling in D4d genoemde gedrag voort, dan kan schorsing van één of meerdere dagen opgelegd worden. Dit kan leiden tot een definitieve verwijdering van de school.
6
Betreft het onder punt D4 genoemde gebruik een medewerk(st)er van de school, dan vindt een gesprek plaats met de vestigingsdirecteur. In dit gesprek kan inschakeling van externe deskundigheid worden geadviseerd. Bij herhaling worden passende maatregelen genomen conform CAO-VO (berisping, schorsing, ontslag).
E
INDIVIDUELE BEGELEIDING Begeleiding door de school is mogelijk als het gaat om een eenvoudig probleem gaat. Het is belangrijk in dit verband, dat er bij mentoren en coördinatoren voldoende deskundigheid en ervaring is in het begeleiden. Zonodig kan de deskundigheid van de aan de school verbonden sociaal maatschappelijk werkster of preventiemedewerker van verslavingszorg ingeschakeld worden. Soms kan in overleg met haar/ hem verwijzing naar de algemene hulpverleningsinstelling de voorkeur verdienen.
F
BEROEPSMOGELIJKHEDEN De mogelijkheid bestaat tegen opgelegde strafmaatregelen beroep aan te tekenen bij het bestuur van de school
G
DESKUNDIGHEIDSONTWIKKELING De school stelt mentoren, leerlingbegeleiders en teamleiders in staat deskundigheid in het signaleren en begeleiden op te bouwen; mogelijkheden om die deskundigheid ook te vergroten; de mogelijkheden om die deskundigheid ook te vergroten moeten een vast aandachtspunt zijn bij de vaststelling van het jaarlijkse teamplan.
H
In gevallen, waarin dit reglement niet voorziet, beslist de schoolleiding.
Vastgesteld na instemming van de MR van 7 maart 2012
17
De gedragscode computer-, internet- en e-mailgebruik voor het Bornego College is gebaseerd op het format dat het CNV daartoe heeft ontwikkeld in 2003. In 2010 heeft het CNV een gedragcode Social Media ontwikkeld. Deze is toegevoegd aan de gedragscode die sinds 2004 op het Bornego College van kracht is. Daarnaast is de gedragscode aangepast naar aanleiding van de modelregeling ECI van de Besturenraad van juni 2011 Deze gedragscode is vastgesteld na instemming van de MR door het bestuur dd.12 december 2011
Gedragscode social media, computer-, internet-, e-mailgebruik Het bevoegd gezag van het Bornego College, gevestigd te Heerenveen en Joure gelet op artikel 7:611 en 7:660 van het Burgerlijk Wetboek en de Wet Bescherming Persoonsgegevens Artikel 25 E, K, L en M reglement Medezeggenschapsraad Bornego College
Overwegende dat Het Bornego College en haar werknemers zich ten opzichte van elkaar dienen te gedragen als een goed werkgever en een goed werknemer (art. 7:611 BW). Het gebruik van internet en e-mail voor (veel van) de werknemers en leerlingen binnen het Bornego College noodzakelijk is om hun werk goed te kunnen doen. Aan het gebruik van internet en social media risico’s verbonden zijn waardoor het nodig is gedragsregels en omgangsregels te stellen. Tegen de achtergrond van deze risico’s van de werknemers en leerlingen verantwoord gebruik van social media, internet en e-mail wordt verwacht. Het Bornego College gerechtigd is tot het geven van voorschriften voor gebruik van social media, internet en e-mail en het nemen van maatregelen ter bevordering van de goede orde in de organisatie (artikel 7:660 BW). De onderhavige gedragscode voorschriften en maatregelen bevat zoals hiervoor genoemd. Het Bornego College gerechtigd is persoonsgegevens te verwerken ten behoeve van de controle op de naleving van deze gedragscode. Het Bornego College bij de controle de fundamentele rechten en vrijheden van de betrokken werknemer(s) en leerlingen in acht neemt, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer (artikel 8 sub f WBP).
heeft met instemming van de Medezeggenschapsraad (dd. 7 december 2011) de volgende gedragscode vastgesteld.
18
Gedragscode social media, computer-, internet- en e-mailgebruik 1.
Werkingssfeer
Deze regeling is van toepassing op alle geheel of gedeeltelijk geautomatiseerde verwerkingen van persoonsgegevens van personen in dienst van of werkzaam voor het Bornego College. Hieronder worden ook leerlingen verstaan. Daarnaast is deze code van toepassing voor een ieder die gebruik maakt van de internetvoorzieningen van het Bornego College incluis de toegang tot internet alsmede het gebruik van de naam Bornego College, Bornego of namen van haar vestigingen of rechtsvoorgangers in de social media.
2.
Uitgangspunten
2.1
De controle op persoonsgegevens over social media, e-mail en internetgebruik is een verwerking van persoonsgegevens in de zin van de Wet Bescherming Persoonsgegevens.
2.2
De controle op social media, e-mail- en internetgebruik binnen het Bornego College zal conform deze regeling worden uitgevoerd. Indien er zich situaties voordoen waarin deze regeling niet voorziet, zal conform het arbeidsrechtelijk kader, BWW en de WBP gehandeld worden.
2.3
Gestreefd wordt naar een goede balans tussen verantwoord social media, e-mail- en internetgebruik en bescherming van de privacy van werknemers en leerlingen op de werkplek.
2.4
Persoonsgegevens over e-mail en internetgebruik worden niet langer bewaard dan noodzakelijk, met een maximum bewaartermijn van 6 maanden.
2.5
Social media kan een waardevolle bijdrage aan de organisatie bieden, maar kan de organisatie of personen in de organisatie ook schaden. Uitgangspunt is dat social media er is en dat we er op een veilige en verantwoorde manier mee om zullen gaan.
2.6
Wanneer een werknemer of leerling gebruik maakt van een computer van de school, het netwerk van de school of het wifi-netwerk in de school dan is dit gehele protocol onverminderd van kracht.
2.7
De werkgever treft voorzieningen over de positie en integriteit van de systeembeheerder en/of afdeling systeembeheer en de controle daarop dit laat onverlet het bepaalde in artikel.
3.
Doel
3.1
Deze gedragscode bevat regels ten aanzien van verantwoord e-mail- en internetgebruik en over de wijze waarop controle op persoonsgegevens over e-mail- en internetgebruik plaatsvindt evenals aanwijzingen hoe we omgaan met social media.
3.2
De controle op persoonsgegevens over e-mail en internetgebruik en het gebruik van social media kan plaatsvinden met als doel onverantwoord gebruik, dat wil zeggen gebruik tegenstrijdig aan de doelstelling en identiteit van het Bornego College zowel in persoonlijk gebruik als gebruik in relatie tot anderen binnen of buiten de school tegen te gaan.
3.3
De controle op persoonsgegevens over e-mail en internet gebruik alsmede het gebruik van social media kan plaatsvinden met als doel: a. Begeleiding/individuele beoordeling b. Voorkomen van negatieve publiciteit c. Tegengaan van seksuele intimidatie d. Tegengaan van discriminatie e. Handhaven van de persoonlijke veiligheid en integriteit f. Controle op bedrijfsgeheimen
19
g. Systeem en netwerkbeveiliging h. Kosten en capaciteitsbeheersing 4.
E-mailgebruik
4.1
Het e-mail systeem wordt aan de werknemer en leerling voor zakelijk gebruik beschikbaar gesteld. Gebruik is derhalve verbonden aan taken die voortvloeien uit de functie.
4.2
Beperkt persoonlijk gebruik van het e-mailsysteem is evenwel toegestaan, mits dit niet storend is voor de dagelijkse werkzaamheden en dit geen verboden gebruik in de zin van artikel 5 oplevert.
5.
Verboden e-mailgebruik
5.1
Het is de werknemer en leerling niet toegestaan om het e-mailsysteem te gebruiken voor het verzenden van berichten met een pornografische, racistische, discriminerende, beledigende of aanstootgevende inhoud.
5.2
Het is de werknemer en leerling niet toegestaan om het e-mailsysteem te gebruiken voor het verzenden van berichten met een (seksueel) intimiderende inhoud.
5.3
Het is de werknemer en leerling niet toegestaan om het e-mail systeem te gebruiken voor het verzenden van berichten die (kunnen) aanzetten tot haat en/of geweld.
5.4
Het is de werknemer en leerling niet toegestaan om het e-mail systeem te gebruiken voor het verzenden van gemaakte opnamen in de school of op het terrein van de school zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de directie.
6.
Internetgebruik
6.1
Internetsysteem en het wifi netwerk wordt aan de werknemer en leerling voor zakelijk gebruik beschikbaar gesteld. Gebruik is derhalve verbonden met taken die voortvloeien uit de functie of uit het volgen van het onderwijs.
6.2
Beperkt persoonlijk gebruik van het internet is evenwel toegestaan, mits dit niet storend is voor de dagelijkse werkzaamheden en dit geen verboden gebruik in de zin van artikel 7 oplevert.
7.
Verboden internetgebruik
7.1
Het is de werknemer en leerling niet toegestaan om op internet sites te bezoeken die pornografisch, racistisch, discriminerend, beledigend of aanstootgevend materiaal bevatten. Noch is het toegestaan dergelijk materiaal te downloaden of te uploaden.
7.2
Het is de werknemer en leerling niet toegestaan om zich ongeoorloofd toegang tot niet openbare bronnen op internet te verschaffen.
7.3
Het is een leerling of medewerker niet toegestaan om zonder schriftelijke toestemming vooraf van de schoolleiding enige opnames (digitaal of analoog) gemaakt in de school of op de schoolterreinen te publiceren via internet, e-mail, een social medium of in enige andere vorm.
20
8.
Richtlijnen gebruik social media
8.1.
Werknemers proberen kennis en andere waardevolle informatie te delen, mits die informatie niet vertrouwelijk is en het Bornego College niet schaadt. Werknemers publiceren niet ongevraagd vertrouwelijke of andere gevoelige informatie. Voor het publiceren van (delen van) gesprekken wordt eerst toestemming gevraagd aan de leidinggevende of de medewerker communicatie.
8.2
Werknemers en leerlingen mogen geen vertrouwelijke en/of schadelijke informatie verstrekken over (mede)leerlingen, medewerkers, ouders, collega scholen of leveranciers zonder hun goedkeuring. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt tussen informatie over het product en de persoon of het bedrijf.
8.3.
Wees extra voorzichtig bij het publiceren over, of in discussie gaan met, leerling, ouder of medewerkers/leerlingen van een andere school. Verkeerd opgevatte of slecht onderbouwde stukken, kunnen direct nadelige gevolgen hebben voor jezelf en het Bornego College.
8.4.
Het Bornego College ondersteunt de open dialoog en de uitwisseling van ideeën en het delen van kennis. Werknemers die publiceren op een website (of andere sociale media) anders dan die van het Bornego College over een onderwerp dat wel te maken kan hebben met het Bornego College, maken kenbaar of zij op persoonlijke titel publiceren. Als werknemers namens het Bornego College spreken, vermelden zij hun organisatie en functie.
8.5.
Leidinggevenden die namens de organisatie het beleid en de strategie uitdragen hebben een bijzondere verantwoordelijkheid bij het gebruik maken van social media. Voor sommige functies geldt dat iemand altijd wordt gezien als vertegenwoordiger van Het Bornego College – ook als hij een privé-mening verkondigt. Op grond van hun positie moeten werknemers nagaan of zij op persoonlijke titel kunnen publiceren.
8.6.
Werknemers zijn persoonlijk verantwoordelijk voor de inhoud (foto’s, teksten, commentaar en films) die ze, voor zover dat niet tot hun functie behoort, publiceren op blogs, wiki’s, fora en andere media die gebaseerd zijn op user-generated content. Zij zijn zich ervan bewust dat wat zij publiceren voor langere tijd openbaar zal zijn, met gevolgen voor hun privacy.
8.7.
Wanneer een online discussie dreigt te ontsporen, of in het ergste geval al helemaal ontspoort is, neem dan direct contact op met de vestigingsdirecteur of de medewerker communicatie en overleg over de te volgen strategie.
8.8.
Bij de geringste twijfel over een publicatie of over de raakvlakken met het Bornego College is het verstandig contact te zoeken met je leidinggevende of de vestigingsdirecteur.
9.
Richtlijnen Blogs en social media onder de naam Bornego College:
9.1
Blogs en sociale netwerken die worden gepubliceerd onder naam van het Bornego College moeten worden gebruikt op een manier die waarde toevoegt aan de grondslag, missie, visie en doelstellingen van het Bornego College. Het moet eraan bijdragen dat jijzelf, collega’s, leerlingen en anderen hun werk beter kunnen doen en helpen bij het oplossen van problemen en het verbeteren van vaardigheden en kennis.
9.2
Publicaties, columns. Blogs, etc die op de site van het Bornego Colege of teksten die op Vensters voor Verantwoording worden geplaatst worden altijd eerst voorgelegd aan de rectorbestuurder via aan de medewerker communicatie.
10.
Voorwaarden voor controle
10.1
Controle van persoonsgegevens over social media, e-mail- en internetgebruik vindt slechts plaats in het kader van de in artikel 3.2 en 3.3 genoemde doelen.
21
10.2
Controle vindt in beginsel plaats op het niveau van getotaliseerde gegevens die niet herleidbaar zijn tot identificeerbare personen.
10.3
In social media wordt gecontroleerd op basis van de naam/namen of delen van de naam van de school, de rechtsvoorgangers, de maatschappelijke taak van de organisatie of de rechtspersoon.
10.4
Indien een werknemer/leerling of een groep werknemers/leerlingen wordt verdacht van het overtreden van regels, kan gedurende een vastgestelde (korte) periode gerichte controle plaatsvinden.
10.5
Controle beperkt zich in beginsel tot verkeersgegevens van het e-mail- en internetgebruik. Slechts bij zwaarwegende redenen vindt controle op de inhoud plaats. In geval van openbare social media (zoals niet afgeschermde tweets, facebookpagina’s, etc) vindt ook controle op de inhoud plaats.
10.6
Verboden e-mail- en internetgebruik wordt zo veel mogelijk softwarematig onmogelijk gemaakt. Overige controle vindt slechts steekproefsgewijs plaats.
10.7
Bij constatering van verboden gebruik wordt dit onmiddellijk met de betrokken werknemer/leerling besproken. De werknemer/leerling wordt gewezen op de consequenties wanneer hij niet stopt met het verboden gebruik.
10.8
Bij overtreding van gebruik van de sociale media door een leerling wordt bij het afhandelen gebruik gemaakt van het voorbeeld protocol in bijlage 1. In ieder geval wordt er via bijvoorbeeld mijnkindonline.nl gekeken welk protocol het best past op de specifieke situatie. In alle gevallen wordt contact opgenomen met de wettelijke vertegenwoordigers van de betreffende leerling. Er kan hierbij ook overlegd worden met de politie of er sprake is van strafbaar handelen.
11.
Controle
11.1
De controle in het kader van begeleiding en/of individuele beoordeling van personeel vindt steekproefsgewijs plaats.
11.2
De controle ter voorkoming van negatieve publiciteit en seksuele intimidatie en de controle in het kader van systeem- en netwerkbeveiliging vindt plaats op basis van content-filtering. Verdachte berichten worden automatisch teruggestuurd naar de afzender.
11.3
De controle ter voorkoming van onfatsoenlijk en ontoelaatbaar gebruik van sociale netwerken waarbij personeel, leerlingen, de school of bedrijven die betrokken zijn bij de school worden zwartgemaakt, bedreigd, beledigd, gepest, gestalkt of op een andere wijze schade wordt toegebracht vindt plaats op basis van random zoeken op de social media.
11.4
De controle op het uitlekken van bedrijfsgeheimen vindt plaats op basis van steekproefsgewijze content-filtering. Verdachte berichten worden apart gezet voor nader onderzoek.
11.5
De controle in het kader van kosten- en capaciteitsbeheersing wordt beperkt tot verkeersgegevens.
12.
Rechten van de werknemer
12.1
Het Bornego College informeert de werknemer en leerling voorafgaand aan de controle op persoonsgegevens over e-mail en internetgebruik, omtrent de doeleinden, de aard van de gegevens, de omstandigheden waaronder zij verkregen zijn en de inhoud van deze regeling.
22
In geval van gebruik van social media is van toepassing dat elke medewerker en leerling kennis hebben van de . Elke betrokken medewerker of leerling is op de hoogte via dit protocol dat dit kan gebeuren. 12.2
De werknemer kan zich tot het Bornego College wenden met het verzoek voor een volledig overzicht van zijn bewerkte persoonsgegevens. Het verzoek wordt binnen 4 weken beantwoord.
12.3
De werknemer kan de het Bornego College verzoeken zijn persoonsgegevens te verbeteren, aan te vullen, te verwijderen of af te schermen indien deze feitelijk onjuist zijn, voor het doel onvolledig of niet ter zake dienend zijn, dan wel in strijd met een wettelijk voorschrift zijn. Het verzoek wordt binnen 4 weken beantwoord.
13.
Overeenkomst computergebruik De leerlingen van het Bornego College geven door middel van het gebruik van een computer (een account) op het Bornego College en/of het gebruik van het wifi netwerk te kennen dat zij zich conformeren aan het gestelde in dit protocol. Zij worden daarvan op de hoogte gebracht in een gebruikersovereenkomst (bijlage) en door een aanwijzing in de Schoolgids. Daarnaast is dit protocol beschikbaar op de portalen van de website van de school.
14.
Slotbepaling Het Bornego College kan deze gedragscode met instemming van de Medezeggenschapsraad wijzigen of intrekken.
23
Bedenk dat… • Het gebruik van social media ‘real time’ gebeurt. Een druk op de knop en jouw bericht staat direct online. • Online informatie misschien wel eeuwig online staat. Het is niet altijd gemakkelijk om informatie naderhand te (laten) verwijderen. Bedenk dus goed hoe je wil overkomen in tekst, beeld en geluid – en niet alleen voor dat ene moment. Zo gebruiken bijvoorbeeld werkgevers vaak google om uit te zoeken wie de sollicitanten zijn. • Het not-done is om eenmaal geplaatste berichten zomaar te verwijderen. Met een druk op de knop (real time) worden ook foute berichten online geplaatst. Probeer de eerste te zijn om je eigen fouten te corrigeren, zonder eerdere berichten per definitie te wijzigen of te verwijderen. Vermeld daarbij dat jij degene bent die het bericht wijzigt. Geef bij verwijdering een goede reden. • Je ook rekening dient te houden met het wettelijk vastgelegde beeld-, auteurs- en citaatrecht. Het is verboden om zonder toestemming van de maker andermans werk te publiceren. Schending van deze wet kan je een boete opleveren van honderden euro’s. • Sociale omgangsvormen online net zo goed gelden als offline. Respecteer degene tot wie je je richt. Laster, beledigingen en obsceniteit zijn niet geoorloofd. De privacy van anderen wordt gerespecteerd. • Je zoveel mogelijk inhoudelijk dient te reageren op stukken van anderen. Alleen je mening geven, zonder onderbouwing daarvan, vervuilt de discussie en zegt meer over de schrijver van de reactie dan over het stuk. Onthoud dat dit soort reacties ook in google naar boven kunnen komen. • Social media soms als gevolg hebben dat er een grijs gebied ontstaat tussen privé en werkgerelateerde zaken. Wanneer je op een persoonlijke blog over je werk schrijft, kun je een disclaimer (zie voorbeeld onderaan het protocol) opnemen waarin staat dat dit blog jouw persoonlijke standpunt weergeeft en dat dit niet overeen hoeft te komen met dat van de organisatie. •
Voorbeeld disclaimer blog: “© (jaar van het online gaan van de website) (uw naam). De standpunten en meningen op deze website, zijn de persoonlijke mening van (uw naam) en staan los van eventuele officiële standpunten van mijn werkgever (evt naam school). (uw naam) is niet verantwoordelijk voor de inhoud van uitlatingen en reacties van derden op de hier gepubliceerde stukken.” (Overgenomen van het CNV )
24