Voorstel
Aan
Steenbokstraat 10 Postbus 4142 7320 AC Apeldoorn [T] (055) 527 29 11 [F] (055) 527 27 04 [E]
[email protected] [I] www.veluwe.nl Datum Opgemaakt door Beleidsproduct
Portefeuillehouder
8 april 2009 Financiële en Economische Zaken 912
Onderwerp Nummer
algemeen bestuur
22 april 2009
V. Doorn
Financiële aspecten beleidsbegroting 2010 en meerjarenperspectief 2010-2014 00174333
Code
1 Beslispunten De gevolgen van de kredietcrisis alsmede de mate van de provinciale financiering zijn voor een belangrijk deel zowel op landelijk als op provinciaal niveau nog onderdeel van besluitvorming. Deze onzekerheden maken het moeilijk om voor ons waterschap nu de beleidskeuzes te maken voor de begroting. Het dagelijks bestuur geeft dan ook in overweging om een aantal scenario’s op te stellen en door te rekenen. Onderstaand staan deze in paragraaf 2.2 globaal aangegeven. We vragen u of u hiermee kunt instemmen en aan te geven indien u het aantal varianten nog verder uitgebreid wilt zien. Voorgesteld wordt verder om: - de rekeneenheden voor aan te trekken geldleningen, inflatie en salarisstijgingen te hanteren zoals in deze notitie opgenomen. Bij wijziging van de verwachte ontwikkelingen zullen deze worden bijgesteld; - de begroting 2010 op te stellen conform de voorgestelde nieuwe programma-indeling zijnde Veiligheid, Waterbeheer, Waterketen en Bestuur en bedrijfsvoering; - de Burap 2009 op te stellen conform de voorgestelde nieuwe indeling van de programma’s in 2010. 2 Inleiding 2.1 Algemeen Inmiddels zijn de voorbereidende werkzaamheden gestart voor het opstellen van de beleidsbegroting 2010 en het meerjarenperspectief 2010-2014 die normaliter respectievelijk op 24 juni en 25 november 2009 aan het algemeen bestuur ter behandeling worden aangeboden. Gezien de onzekerheden omtrent provinciale subsidies heeft het algemeen bestuur op 25 februari 2009 besloten de meerjarenbeleidsbegroting 2010-2014 niet op te stellen. De meerjarenraming wordt
Datum Onderwerp Blad
8 april 2009 Financiële aspecten beleidsbegroting 2010 en meerjarenperspectief 2010-2014 2 van 6
geïntegreerd in de beleidsbegroting 2010 die in november aan het algemeen bestuur zal worden aangeboden. 2.2 Scenario’s De economische situatie in de wereld is zorgelijk. De economische groei stagneert. Ook Nederland ondervindt duidelijk de gevolgen van de recessie. Het beeld in Nederland is diffuus. De economie krimpt, de werkloosheid neemt toe, de inflatie is laag, de koopkracht neemt toe. Waterschappen kunnen helpen de economische crisis te bestrijden door geplande investeringen naar voren te halen. Gezien alle onzekerheden is het gewenst om de stijging van de tarieven te beperken. Het inzichtelijk maken van mogelijke keuzes is hierbij van groot belang. In de beleidsbegroting 2010 (inclusief meerjarenraming) wordt een aantal scenario’s voorbereid om die bestuurlijke keuzes mogelijk te maken. Voorgesteld wordt om de volgende scenario’s uit te werken in de Beleidsbegroting 2010: 1. Uitvoeren Waterovereenkomst aangevuld met eigen werken die niet worden gesubsidieerd (waaronder KRW). 2. Uitvoeren Waterovereenkomst aangevuld met het naar voren halen van investeringen. 3. Uitvoeren Waterovereenkomst aangevuld met de items uit het 10-puntenprogramma van het bestuur. 4. Tariefstijging/opbrengststijging in eerste jaar (2010) 1% en de jaren daarna gemiddeld 2%. Dit scenario geeft aan hoeveel er bezuinigd moet worden om dit te kunnen realiseren. 5. Naast de varianten 1 t/m 4 voor elke variant de financiële gevolgen in beeld te brengen bij verandering van het kwijtscheldingsbeleid: dit scenario geeft de gevolgen weer indien het kwijtscheldingsbeleid van 90% naar 100% wordt doorgevoegd. Hierbij worden ook de kwijtscheldingsmogelijkheden van kleine zelfstandigen meegenomen. De kwijtschelding blijft in dat geval beperkt tot privébelastingen van de ondernemer. Het is de bedoeling dat een wetsvoorstel hiertoe per 1 januari 2010 in werking treedt. Verruiming van het kwijtscheldingsbeleid leidt tot een structureel extra stijging van de tarieven in 2010. 2.3 Opzet beleidsbegroting De meerjarenbeleidsbegroting 2009-2013 en de beleidsbegroting 2009 zijn conform de nieuwe wet- en regelgeving ingedeeld naar programma’s. Begin 2009 wordt de inhoud en het aantal programma’s geoptimaliseerd. Voorgesteld wordt om in te spelen op het vast te stellen Waterbeheersplan en de inrichting van de beleidsbegroting hiermee in
Datum Onderwerp Blad
8 april 2009 Financiële aspecten beleidsbegroting 2010 en meerjarenperspectief 2010-2014 3 van 6
overeenstemming te brengen. Dit leidt tot de programma’s Veiligheid, Waterbeheer, Waterketen, Bestuur en bedrijfsvoering. Per programma zullen de te realiseren doelstellingen worden opgenomen. 2.4 Burap 2009 De voorgenomen indeling naar programma’s in de begroting 2010 kan ook worden doorgevoerd in 2009. Dit betekent dat in 2009 op de vier genoemde programma’s zal worden gerapporteerd. Hierdoor is een betere vergelijking over de jaren heen mogelijk. Voorgesteld wordt de bestuursrapportages in 2009 in te delen op basis van de indeling van de beleidsbegroting 2010. 3 Financiële vertrekpunten Voor het opmaken van de (meerjaren)beleidsbegroting 2010 zullen de begroting 2009 en de structurele gevolgen uit de jaarrekening 2008 als basis genomen worden. Gelet op de ontwikkelingen wordt voorgesteld om voor de meerjarenontwikkeling de algemene uitgangspunten bij te stellen tot: Omschrijving
Begroting 2010 / Meerjarenperspectief 2010-2014
Begroting 2009
MJB 20092013
Rente voor kortlopende leningen Rente voor langlopende leningen
2,5% 4,5%
4,0% 5,0%
4,0% 5,0%
Stijging personeelskosten • CAO-verhoging (incl. sociale lasten) 2010 2011 t/m 2014 • Periodieke verhogingen (incl. sociale lasten)
1,0% 2,0%
2,5% 2,5%
2,5% 2,5%
1,0%
1,0%
1,0%
Gemiddelde algemene inflatie 2010 2011 t/m 2014
1,0% 2,0%
2,0% 2,0%
1,75% 1,75%
Btw-percentage
19%
19%
20%
Mochten de ontwikkelingen hiertoe aanleiding geven dan kunnen deze ‘rekeneenheden’ in een later stadium alsnog worden bijgesteld.
Datum Onderwerp Blad
8 april 2009 Financiële aspecten beleidsbegroting 2010 en meerjarenperspectief 2010-2014 4 van 6
Argumenten Rente leningen De financiële markten verkeren momenteel in een impasse die zijn weerga niet kent. Ondanks staatgaranties en kapitaalinjecties komt de interbancaire geldmarkt nog steeds niet op gang. Door het verlagen van de rente probeert de Europese Centrale Bank (ECB) de geldmarkt te stimuleren. De ECB heeft begin december haar tarief met 0,75% verlaagd naar 2,50%. Begin maart 2009 is het tarief nog verder gedaald naar 1,5%. Voor de lange termijn is het op dit moment lastig te zeggen wat de rentepercentages worden. Deskundigen verwachten dat begin 2010 het rentepercentage voor kortlopende leningen 1,6% bedraagt. De korte rente is op dit moment relatief laag. Echter is ook te verwachten dat op langere termijn deze rente zich weer hersteld naar een hoger percentage. Voorgesteld wordt voor de gehele planperiode met een gemiddeld rentepercentage voor kortlopende leningen van 2,5% te rekenen. De langlopende rente is momenteel bijzonder beweeglijk. Dalende inflatieverwachtingen en een lagere korte rente zullen ervoor zorgen dat de lange rente voorlopig onder neerwaartse druk zal blijven liggen. Deskundigen verwachten dat begin 2010 het rentepercentage voor langlopende leningen 3,8% bedraagt (peildatum medio februari 2009). De verwachting is dat ook de langlopende geldleningen in de toekomst weer zullen herstellen naar een hoger niveau. Voorgesteld wordt om voor de periode 2010 t/m 2014 het rentepercentage voor langlopende leningen op (gemiddeld) 4,5% te stellen. Inflatie De gemiddelde inflatie is in 2008 uitgekomen op 2,5%. In de eerste helft van het jaar liep de inflatie sterk op van 2,0% in januari tot 3,2% in juli. Deze toename was het gevolg van gestegen brandstof- en voedselprijzen. Vanaf september begon de inflatie te dalen en bedroeg in december 1,9%. Deze daling is het gevolg van de wereldwijde afnemende economische bedrijvigheid, waardoor de olieprijzen de afgelopen maanden fors zijn gedaald. Het Centraal Plan Bureau (CPB), verwacht dat de inflatie voor 2009 op 1,0% uitkomt. In 2010 verwacht het CPB dat de inflatie 1,0% zal blijven. Het CPB geeft geen prognose van het inflatiepercentage voor de jaren na 2010. Deskundigen verwachten dat het inflatiepercentage in de toekomst weer geleidelijk zal oplopen naar 3% tot 4%. Vraag blijft wanneer deze verdere verhoging zal plaatsvinden. Dit zal mede afhangen van de ontwikkeling van de economie.
Datum Onderwerp Blad
8 april 2009 Financiële aspecten beleidsbegroting 2010 en meerjarenperspectief 2010-2014 5 van 6
Voorlopig wordt uitgegaan van een inflatie van: 2010: 1,0% 2011: 1,5% 2012: 2,0% 2013: 2,5% 2014: 3,0% 2015: 4,0% Voor de planperiode 2010-2014 betekent dit gemiddeld 2,0%. Voor het jaar 2010 zal dus worden gerekend met een inflatiestijging van 1,0%. Personeelskosten De huidige CAO loopt tot 1 oktober 2009. De in 2009 vastgestelde CAO-verhoging is 1,4% per 1 april 2009 structureel en 0,5% eindejaarsuitkering. Aangezien de afgesloten CAO loopt tot 1 oktober 2009 wordt gerekend met een totale salarisstijging van 2,0% voor 2009. Voorgesteld wordt voor 2010 te rekenen met 1% en voor de jaren 2011 t/m 2014 te rekenen met een jaarlijkse cao-verhoging van gemiddeld 2,0% per jaar. Btw-percentage In de kabinetsplannen voor 2009 is besloten van de voorgenomen verhoging van het hoge btw-percentage per 1 januari 2009 van 19% naar 20% af te zien. Gezien het huidige economische klimaat is de verwachting dat deze verhoging ook voor de komende planperiode niet wordt doorgevoerd. Voorgesteld wordt in de (meerjaren)beleidsbegroting met het huidige hoge btw-percentage van 19% te rekenen. 4 Belastingheffing Watersysteembeheer Binnen deze taak worden de kosten toegerekend naar de categorieën ingezetenen, gebouwd, ongebouwd en natuurterreinen. De eerste toerekening betreft de ingezetenen op basis van het solidariteitsbeginsel. Dit houdt in dat iedere woonruimte voor dit deel een gelijk belang heeft bij het watersysteembeheer. Op basis van de inwonerdichtheid binnen het beheersgebied worden de kosten toegerekend. De overige kosten worden toegerekend naar de overige categorieën op basis van de onderlinge waardeverhouding (profijtdeel conform methode Delfland). De eenheden komen voor een belangrijk deel van belastingkantoor Tricijn en uit de speciaal door de Unie van Waterschappen ontwikkelde GIS-module.
Datum Onderwerp Blad
8 april 2009 Financiële aspecten beleidsbegroting 2010 en meerjarenperspectief 2010-2014 6 van 6
Waterzuivering De kosten worden omgerekend naar een tarief per v.e. Deze vervuilingseenheden worden aangeleverd door belastingkantoor Tricijn. 5 Relevante uitvoeringsaspecten Financiële uitgangspunten De ontwikkelingen van de uitgaven wordt voor een belangrijk deel bepaald door de hoogte van de voorgenomen investeringen. Ook externe factoren zoals rentestand, CAO-personeel en inflatie hebben een belangrijke invloed. De hoogte van de exploitatiekosten wordt verder beïnvloed door taakopvatting en efficiency van de bedrijfsvoering. 6 Standpunt commissie F.B.A. De commissie F.B.A. adviseert conform voorstel. Het college van dijkgraaf en heemraden.