Schoolplan O.R.S. Lek en Linge 2014-2018
april 2014
Inhoudsopgave Hoofdstuk I Missie, Profiel en basisvoorwaarden ................................................................................................. 1 Hoofdstuk II Onderwijsvisie O.R.S. Lek en Linge ..................................................................................................... 4 Hoofdstuk III De structuur van de O.R.S. Lek en Linge ............................................................................................ 9 Hoofdstuk IV De structuur van de opleidingen op O.R.S. Lek en Linge ................................................................. 12 Hoofdstuk V Leerlingbegeleiding op O.R.S. Lek en Linge ...................................................................................... 15 Hoofdstuk VI Het personeelsbeleid ....................................................................................................................... 18 Hoofdstuk VII Kwaliteitsbewaking........................................................................................................................... 22 Hoofdstuk VIII Beleid inzake sponsoring .................................................................................................................. 26 Hoofdstuk IX Uitdagingen 2014-2018…………………………………………………………………………………………………………………27 Bijlagen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Kwaliteit met Plezier, strategisch beleidsplan 2012-2016 Organogram 2013-2014 OP Fusie en OOP Fusie Zorg voor Zorg, Zorgplan 2013-2014, LLC Ondersteuningsprofiel LLC Ondersteuningsprofiel LBG Werving en Selectie Taakbeleid LBG Taakbeleid LLC Begeleiding, professionalisering en beoordeling Beleid Functiebouwwerk O.P. Scholingsbeleid LLC
Hoofdstuk I: Missie, Profiel en basiswaarden van de O.R.S. Lek en Linge
In het strategisch beleidsplan 2012-2016 “Kwaliteit…met Plezier!” (bijlage 1) is vastgelegd wat voor school O.R.S. Lek en Linge wil zijn en wat onze gezamenlijke ambities zijn. Voor de vestiging Lingeborgh wordt het komend schooljaar een strategisch beleidsplan gemaakt op basis van de fusieafspraken. Dat plan neemt “Kwaliteit…met Plezier!” als vertrekpunt en zal eigen accenten plaatsen in het kader van de autonomie van de vestiging. Op basis van het strategisch beleid werken de vier locaties in Culemborg en vestiging de Lingeborgh met een jaarplan voor de locatie/vestiging. Daarop zijn de teamplannen van de onderwijsteams gebaseerd. Missie We willen het beste, het mooiste en het maximale uit elke leerling halen. We kunnen daarbij niet genoeg benadrukken dat het beste uit leerlingen halen meer is dan “het passende diploma in de tijd die ervoor staat met mooie cijfers”, hoewel dat natuurlijk belangrijk is. Een goede school draagt ook zo optimaal mogelijk bij aan de persoonlijke ontwikkeling en vorming van elke leerling tot een evenwichtige persoonlijkheid. Zo zijn leerlingen goed voorbereid voor de samenleving van morgen. Op basis van zelfvertrouwen en geïnternaliseerd democratisch burgerschap zullen zij vervolgens een welkome bijdrage aan die samenleving leveren. O.R.S. Lek en Linge is een ondernemende, dynamische school waarin we met elkaar op eigentijdse wijze leren en werken aan kwalitatief goed onderwijs in een warm pedagogisch klimaat met een duidelijke, grenzen stellende structuur. Het is onze gemeenschappelijke ambitie om met elkaar inhoud te geven aan een school met hoge leeropbrengsten in een warm-pedagogisch klimaat. We willen graag dat de leerlingen over onze school zeggen: Ik heb er een fijne tijd Ik leer er veel Ik haal het diploma dat bij me past En analoog daaraan willen we een arbeidsorganisatie zijn waarvan de medewerkers zeggen: Ik werk er met plezier Ik krijg de kans en voel me uitgedaagd om me te ontplooien Ik draag mijn steentje bij aan een prachtig “product”: jonge mensen veel leren en hen stimuleren het maximale uit zichzelf te halen
Profiel O.R.S. Lek en Linge is een openbare regionale schoolgemeenschap. Wij noemen ons bewust een schoolgemeenschap en niet een scholengemeenschap, ook al zitten we op vier locaties in Culemborg en is er een vestiging in Geldermalsen. Een scholengemeenschap suggereert een gemeenschap van scholen, terwijl wij één gemeenschap zijn voor alle leerlingen, of zij nu vmbo, havo, atheneum of gymnasium volgen. Als schoolgemeenschap zijn wij een waardengemeenschap. Als waardengemeenschap willen we leerlingen stimuleren in hun waardenontwikkeling en in een houding van inclusief denken en
1
democratisch burgerschap. O.R.S. Lek en Linge staat voor: respect voor en verbondenheid met elkaar pluriformiteit en verdraagzaamheid een veilige leeromgeving ruimte tot ontplooiing gelijkwaardigheid van alle leden en geledingen van onze school Binnen onze schoolgemeenschap kiezen wij voor een kleinschalige organisatie waarmee we recht doen aan verscheidenheid. We werken aan en vanuit een cultuur van “samen”: leerling en docent, ouders en medewerkers, medewerkers en leiding. We trekken aan dezelfde kant van het touw…. om met elkaar ambities waar te maken. Wij willen een school zijn waar álle leerlingen zich kunnen ontplooien op uiteenlopende gebieden als cognitieve en emotionele, sportieve, sociale, culturele en kunstzinnige ontwikkeling. Wij zijn van mening dat de ontwikkeling van een culturele, sportieve en sociale houding in zichzelf belangrijk is en de leerprestaties bovendien positief beïnvloedt. Daarbij willen we oog hebben voor de uiteenlopende capaciteiten en talenten (bijvoorbeeld intellectuele, kunstzinnige, manuele en sportieve talenten). In dat kader past dat we op vele gebieden een breed, mooi aanbod hebben voor onze leerlingen: een breed aanbod van beroepsgerichte programma’s in het vmbo (alle sectoren in alle leerwegen) CultuurProfielSchool Bèta-Excellent op alle afdelingen aandacht voor ondernemerschapsvaardigheden extra aanbod op sportgebied internationalisering en extra talenaanbod (tweetalig havo en tweetalig vwo; Spaans als extra vak, etc.) gymnasiaal onderwijs Wij willen onze leerlingen in staat stellen zich te ontplooien tot volwaardige, zelfstandige, positiefkritische mensen in een snel veranderende maatschappij. Daarbij zijn kennis, creativiteit, flexibiliteit, verantwoordelijkheidszin en een humane levensinstelling van groot belang. Kunst en cultuur bevorderen een ruimdenkende houding en stimuleren de verbeelding en het “out of the box”- denken. Cultuureducatie gaat ook over de vraag “hoe je met elkaar omgaat. O.R.S. Lek en Linge heeft vanaf haar start in 1990 veel aandacht voor kunst en cultuur in brede zin voor alle leerlingen (breed aanbod van kunstvakken; cultuuraanbod op Lek en Linge-dagen; kunstvakken als examenvak; Theater Media en Commercie in het vmbo, etc.). Vanaf april 2013 behoort onze school tot de 38 CultuurProfielScholen die Nederland rijk is. De standaard waaraan wij willen voldoen borgt talentontwikkeling van jongeren op kunstzinnig en cultureel gebied en draagt daarmee bij aan de waardenontwikkeling en democratisch burgerschap van onze leerlingen.
2
Basiswaarden Op onze school willen we graag dat iedereen – alle leerlingen en medewerkers – zich thuis voelt. Daarom zijn respect voor en verbondenheid met elkaar, verdraagzaamheid, het je veilig voelen en ruimte om je te ontplooien, basiswaarden van onze schoolcultuur. Op basis daarvan hebben we leefen gedragsregels (onze normen) vastgesteld. Die dragen eraan bij dat we, met elkaar, onze waarden handhaven om zodoende een plezierig leefklimaat te verwezenlijken. De leef- en gedragsregels zijn per locatie vastgesteld en zijn te vinden op de website www.lekenlinge.nl. Niet alles valt echter in regels te vangen. Daarom geldt steeds: we gaan respectvol met elkaar om. Dat wil zeggen dat we ons laten leiden door onze basiswaarden in taalgebruik, omgangsvormen, kleding, etc. Met betrekking tot de kleding geldt dat zij de communicatie niet mag bemoeilijken en de veiligheid niet in gevaar mag brengen. Dit alles ter beoordeling aan de schoolleiding. Voor het verwezenlijken van een plezierig leefklimaat zijn regels nodig.
3
Hoofdstuk II: Onderwijsvisie O.R.S. Lek en Linge
De onderwijskundige visie van O.R.S. Lek en Linge sluit aan bij het strategisch beleid. Leerlingen verschillen Op O.R.S. Lek en Linge beseffen we dat leerlingen verschillen: in leeftijd en rijpheid, in achtergrond, in belangstelling, in talenten, in leer- en burgerschapsstijl, in sekse, etc. We beseffen op O.R.S. Lek en Linge ook dat het moeilijk is om steeds met al die verschillen rekening te houden. Dat geldt temeer omdat de meeste docenten de klas slechts een, twee of drie keer in de week zien en omdat een klas gemiddeld uit 25 leerlingen bestaat. Daarbij komt dat steeds meer leerlingen een diagnose hebben die om extra aandacht vraagt (dyslexie, dyscalculie, autisme verwante stoornissen, gedragsproblemen en –stoornissen, problematische thuissituatie). Voorts geldt dat een school er in de eerste plaats is om veel te leren en het adequate diploma te halen en dat daarvoor beheersing van veel leerstof nodig is. Het is dus ingewikkeld om op alle fronten rekening te houden met verschillen tussen leerlingen. Op twee gebieden, die deels samenvallen, zoomen we speciaal in: verschillen in burgerschapsstijl; verschil tussen de meer “meisjesachtige” en “jongensachtige” leerstijl.
Burgerschapsstijl Leerlingen verschillen in burgerschaps- en J/M-leerstijl en op O.R.S. Lek en Linge houden we daar in de pedagogische aanpak rekening mee. Leerlingen met een “verantwoordelijke” of “zelfredzame” burgerschapsstijl en met een betekenisgerichte leerstijl behoeven een andere aanpak dan leerlingen die tot de “structuurzoekers” behoren en een toepassingsgerichte of ongerichte leerstijl hebben. Een deel van de leerlingen heeft een “verantwoordelijke” of “zelfredzame” burgerschapsstijl en een betekenisgerichte leerstijl (= intrinsiek gemotiveerd). Wij willen bij hen bijdragen aan versterking van die habitus. Daarbij helpt: ruimte geven; belangstelling tonen; (intellectueel) uitdagen. Een ander deel van de leerlingen behoort meer tot de “structuurzoekers”. Hun leerstijl is vaak “toepassingsgericht” of “ongericht”. Wij nemen hun houding en leerstijl als vertrekpunt en dragen bij aan ombuiging ervan naar een meer zelfverantwoordelijke houding en naar intrinsieke motivatie. Daarbij helpt een aanpak van: structuur bieden die - scherp gekaderd - ruimte biedt; grenzen stellen en handhaven; belangstelling tonen; (intellectueel) uitdagen.
4
J/M-leerstijlen Het onderwijs in Nederland is de afgelopen twintig jaar veranderd in de zin dat de leerstof taliger is geworden, dat de pedagogisch-didactische aanpak meer gericht is op zelfstandigheid, planvaardigheid, stap-voor-stap-leren, zelfreflectie en een coöperatieve houding en een daarbij horende feminiene cultuur. Andere aspecten (abstraherend vermogen, sturing, grenzen stellen, trial and error leren, stevige feedback, competitie) zijn naar de achtergrond gedrongen. Op O.R.S. Lek en Linge zijn we ons daarvan bewust en willen wij een betere mix bewerkstelligen in de pedagogisch-didactische aanpak waardoor zowel leerlingen met een meer “meisjesachtige” als met een meer “jongensachtige” leerstijl tot hun recht komen. Dus een afwisseling in aanpak: Naast talige opdrachten ook opdrachten die een appel doen op het abstraherend vermogen; Naast “veilige” stap-voor-stap opdrachten ook spannende trial and error opdrachten; Naast samenwerking ook competitie-elementen; Naast ruimte voor zelfstandigheid (voor wie dat aan kan) ook sturing (met belangstelling en controle) Bevordering van zelfreflectie, ook door gebruik van stevige feedback.
Zorgleerlingen en Passend Onderwijs Bij omgaan met verschillen hoort ook het bieden van extra zorg en begeleiding aan categorieën van leerlingen die dit nodig hebben. Bij de invoering van Passend Onderwijs per 1 augustus 2014 zal O.R.S. Lek en Linge gedefinieerd hebben welke categorieën leerlingen de school zelf kan begeleiden en hoe dit wordt gefaciliteerd, voor welke categorieën hulp van buitenaf nodig is en welke hulp dat is, en tot slot, welke categorieën leerlingen de school niet aan kan. Voor deze leerlingen zal O.R.S. O.R.S. Lek en Linge in overleg met de andere VO-scholen van Samenwerkingsverband Rivierenland een passende plek regelen. Pedagogisch klimaat Je mag er zijn en je mag worden wie je wilt zijn… Wij denken dat al onze leerlingen gebaat zijn bij een veilig, open en uitdagend klimaat van bevestiging en wederzijds vertrouwen. Een deel van de leerlingen vindt leren boeiend als het spannend en competitief is en als zij risico’s kunnen aangaan. (“Langs de randen van het ravijn kun je de mooiste bloemen plukken…”). Ook deze leerlingen willen wij graag “raken”, waarbij we er wel voor zorgen dat er een veilig vangnet hangt in het ravijn! Een ander deel is vooral gebaat bij een veilige, voorspelbare en coöperatief ingestelde leeromgeving. Daarom streven wij naar een warm-pedagogisch en uitdagend klimaat waarin leerlingen positief benaderd worden en waarin wij hen maximaal stimuleren in hun persoonlijke ontwikkeling en in hun zelfvertrouwen. Daarbij hebben we zowel oog voor de leerlingen die extra begeleiding en zorg behoeven als voor excellente leerlingen. In hun ontwikkeling van kind tot puber tot adolescent en jong volwassene hebben al die jongeren ook sturing nodig, waarbij het wel zo is dat de een juist meer sturing nodig heeft dan de ander. In een grenzen stellende en grenzen handhavende structuur op basis van onze waarden kunnen onze leerlingen zich ontplooien tot evenwichtige volwassenen.
5
Didactische aanpak Kenmerken van de didactische aanpak op O.R.S. Lek en Linge: de docent is de regisseur van het leerproces de wijze waarop de docent doceert/regisseert, bevordert de motivatie en het eigenaarschap voor het leren van de leerling de docent biedt leerlingen een rijke leeromgeving met variatie in werkvormen en een veelheid aan leerbronnen de docent stimuleert effectieve leerstrategieën (= een combinatie van leeractiviteiten om het leerdoel te bereiken) bij leerlingen De docent houdt rekening met verschillen tussen leerlingen, zeker op het gebied van burgerschapsstijl en M/J-leerstijl We willen leerlingen een krachtige leeromgeving bieden met een rijk aanbod aan leerbronnen en met gebruikmaking van verschillende werkvormen. Leerlingen krijgen geregeld de mogelijkheid om keuzes kunnen maken uit de verschillende leerbronnen. Dat bevordert het eigenaarschap van en de betrokkenheid op het eigen leren en het eigen werk. (Bij leerbronnen kan gedacht worden aan: docenten; boeken; methodes; internet; lesmateriaal; tv-opnames; films/video’s; kranten/tijdschriften; medeleerlingen; ouders, broers, zussen; cd’s en cd-roms; praktijksimulaties; praktijk oefensituaties; stages; presentaties; opdrachten; etc.) Een krachtige leeromgeving houdt in dat de docent de eindregie heeft over het leren van leerlingen. Zeker met betrekking tot het wat van het leren, is het de docent die uiteindelijk bepaalt. Hij draagt er zorg voor dat leerlingen gestimuleerd (en soms “gedwongen”) worden om te reiken naar de zone van de naaste ontwikkeling. Het is belangrijk dat de leerlingen met name wat betreft het hoe van het leren ook zelf richting kunnen geven. Eigenaarschap voor het leren en het kunnen maken van keuzes bevorderen de motivatie. Uiteraard is de mate van “eigenaarschap” voor het leren versus “het opgelegd krijgen” voor een deel ook afhankelijk van de verschillende burgerschaps- en leerstijlen van jongeren. Steeds geldt dat de docent uiteindelijk eindverantwoordelijk is voor de resultaten van het leerproces. Hij/zij bepaalt welke strategie bij een klas, bij de verschillende groepjes leerlingen in die klas en bij individuele leerlingen leidt tot de hoogste leeropbrengst. De docent heeft een cruciale rol bij het aanleren van kennis of dat nu feitenkennis is of het aanleren van routines of het ontwikkelen van inzichten.
Feitenkennis Bij feitenkennis heeft de docent de keuze tussen het “overdragen” van feitenkennis en het zelf laten opzoeken en ontdekken. Het overdragen van feiten gaat in het algemeen sneller en heeft als nadeel dat het -zonder “nazorg”- niet gemakkelijk beklijft. Het zelf laten opzoeken en ontdekken heeft als nadeel dat het veel tijd kost en dat een deel van de leerlingen hiervoor de discipline ontbeert.
6
Het voordeel is dat de op deze wijze opgedane feitenkennis dieper verankert. Een goede balans tussen beide vormen van feitenkennis opbouwen is gewenst. Die kan per vak verschillend zijn. De rol van de docent is bij het aanleren van feitenkennis groot: als “overdrager” of als coach bij het gebruik van effectieve leerstrategieën en bij het zelf opzoeken en ontdekken.
Routines Routines krijg je onder de knie door “zelf doen”. Daardoor kunnen ze inslijpen. Door oefening maakt de leerling zich vaardigheden eigen, wel liefst aan de hand van levensechte materialen, activiteiten en situaties. Ook hier is de rol van de docent groot door het aanbieden van uitnodigende opdrachten waarin routines worden ingeoefend en in de rol van coach.
Inzicht Inzichten laten zich niet “overdragen”. De lerende construeert (liefst in interactie met anderen) zijn inzichten zelf. Inzicht heeft te maken met een kennissprong. Feiten, ervaringen, beelden en eerdere inzichten krijgen voor de lerende een samenhangende betekenis. Hoewel de leerling zelf inzichten construeert is de rol van de docent hierbij niet te onderschatten door: “het stellen van de goede vragen, het inbouwen van tussenstappen, het motiveren en uitdagen om stappen te zetten op weg naar de zone van de naaste ontwikkeling, etc.” Kortom: ook bij het verwerven van inzicht door de leerling doet de docent ertoe en is hij vaak van doorslaggevende betekenis. Het 70 minutenrooster Het 70-minutenrooster is een middel om invulling te geven aan een krachtige leeromgeving. Langere leseenheden bieden meer tijd voor variatie aan werkvormen, meer tijd voor individuele begeleiding, meer tijd voor volledige en diepgaande leeractiviteiten. Doordat leerlingen minder vakken per dag hebben en die vakken dan wat langere tijd hebben kan een leerling zich beter focussen en kan het leren meer verdiepend (minder vluchtig) zijn. Het 70-minutenrooster is echter geen toverwoord dat als vanzelf tot effectiever leren leidt. Het succes van het 70-minutenrooster staat of valt bij de rol van de docent en voorts bij een goede lesinhoud, effectieve, afwisselende werkvormen. De onderwijskundige visie van O.R.S. Lek en Linge is geconcretiseerd in de notitie “Handvatten voor het onderwijs op O.R.S. Lek en Linge”.
De onderwijsorganisatie van O.R.S. Lek en Linge De onderwijsorganisatie van O.R.S. Lek en Linge sluit aan bij de missie en de visie van de school. O.R.S. Lek en Linge is de afgelopen jaren enorm gegroeid, van 1.385 leerlingen op twee locaties in 2002 tot 3.675 leerlingen in 2013-2014, in vier gebouwen in Culemborg en één vestiging in Geldermalsen. De schoolorganisatie is erop gericht de voordelen van één grote school met veel mogelijkheden te koppelen aan kleinschalige units met korte overleg- en besluitvormingslijnen.
7
Elke locatie heeft een eigen – op de doelgroep gerichte - sfeer waarin leerlingen (en medewerkers!) gezien worden, zich gekend weten en zich thuis voelen. Eigenaarschap van de professionals voor hun werk is uitgangspunt geweest bij de inrichting van de schoolorganisatie. Op elke locatie/vestiging wordt gewerkt met onderwijsteams (circa 15 docenten) onder leiding van een teamleider. De teamleiders vormen samen met de directeur de locatie- of vestigingsleiding. De vijf locatiedirecteuren vormen tezamen met de directeur-bestuurder het managementteam van de school. De intensiteit van afstemming tussen de vier locaties in Culemborg, die volgens een campusmodel zijn gehuisvest, is groter dan die met de vestiging de Lingeborgh in Geldermalsen. Bewust is gekozen voor een grote mate van autonomie voor die vestiging, uiteraard binnen de onderwijskundige visie en de kwaliteitsstandaard met betrekking tot de leerprocessen, de leeropbrengsten en de onderwijsondersteunende diensten (P&O; financiën; etc.). Dat biedt ruimte voor eigenaarschap en een eigen identiteit voor de Lingeborgh, binnen het grotere geheel. De onderwijsondersteunende diensten zijn deels per locatie/vestiging georganiseerd, met name wat betreft diensten die direct raken aan het primair proces en deels centraal. Het financieel beleid, het personeelsbeleid, het facilitair beleid en het beleid met betrekking tot de leerlingenadministratie zijn centraal geregeld om de schaalvoordelen van een grote school zo goed mogelijk uit te nutten. Daarbij wordt rekening gehouden met de specifieke positie van de relatief autonome positie van vestiging de Lingeborgh. Om de kwaliteitsbewaking en –verbetering op zowel het centrale niveau als per locatie/vestiging te borgen is de managementinformatie steeds meer in een webbased reportomgeving te raadplegen door de leden van het management. Verder draagt de Invoering van Magister Managementinformatie Planner (MMP) bij aan de kwaliteitsbewaking. Daardoor kunnen leden van het management nog sneller en eenvoudiger managementinformatie (ook op het niveau van teamleiders) krijgen en waar nodig verbetermaatregelen met hun team bespreken, vaststellen en uitvoeren. Het management van de school is in handen van het managementteam (= de directeuren van de vier locaties in Culemborg en van vestiging de Lingeborgh in Geldermalsen én de directeur-bestuurder) en de teamleiders. Naast de structuur van het management zijn heldere overleg- en besluitvormingsstructuren en goede communicatielijnen en taakomschrijvingen van groot belang. (In het organogram is de huidige aansturingsstructuur in de school neergelegd (zie bijlage 2, Organogram 2013-2014 OP Fusie en OOP Fusie).
8
Hoofdstuk III: De structuur van de O.R.S. Lek en Linge
Huisvesting Onze school is gehuisvest op vier locaties in Culemborg en een vestiging in Geldermalsen in goed geoutilleerde gebouwen (alle klaslokalen zijn minimaal voorzien van een computer voor de docent, een beamer en een smartboard). Op O.R.S. Lek en Linge Culemborg is gekozen voor een structuur met vier bij elkaar gelegen gebouwen, een voor de brugklas, een voor het vmbo klas 2 t/m 4 en met de lwoo-leerlingen vanaf klas 1 in een “Huiskamer-setting”, een voor de havo (klas 2 t/m 5) en een voor het vwo (klas 2 t/m 6). Die structuur biedt leerlingen de gelegenheid in het overstapjaar van basisschool naar voortgezet onderwijs te laten zien welk vervolg (vmbo, havo of vwo) het best bij hen past. Door na de brugklas te kiezen voor een verticale structuur met teams van docenten die daarbij passen, kunnen we goed inspelen op de verschillende groepen jongeren. Op O.R.S. Lek en Linge de Lingeborgh zijn we vooralsnog gehuisvest in één gebouw (vmbo en onderbouw havo/vwo). Dit is een aantrekkelijk, modern gebouw, maar helaas te klein. Daarom kent de vestiging op dit moment 11 noodlokalen. Met de gemeente Geldermalsen zijn vergevorderde afspraken om een extra havo/vwo-onderbouwgebouw te realiseren voor 300 leerlingen per 1-8-2015. Alle gebouwen hebben goed geoutilleerde (klas)lokalen. Daarnaast zijn er werkruimtes voor docenten. De vmbo-locaties zijn voorzien van moderne ruimtes voor de beroepsgerichte vakken.
Onderwijsaanbod Een brede schoolgemeenschap O.R.S. Lek en Linge wil, als brede schoolgemeenschap, elke leerling een aantrekkelijk onderwijsaanbod doen. Voor leerlingen die veel extra zorg nodig hebben, zorgen wij met andere partners in de onderwijsketen en in samenwerking met Bureau Jeugdzorg voor versterking van een regionaal netwerk waardoor deze leerlingen passend onderwijs op onze school kunnen krijgen. Daartoe is een zorgplan en een ondersteuningsprofiel ontwikkeld. We streven naar verbreding/verdieping van het vmbo-b/k-aanbod. De nieuwe examenprogramma’s, per 1-8-2016 te starten in klas 3 vmbo, vormen een kans om daar een verdere invulling aan te geven. We vinden het belangrijk dat dit aanbod ook aantrekkelijk is voor meisjes (een voorbeeld daarvan is de keuze voor het intersectorale programma Theater, Media en Commercie). Tevens zijn op de doelgroepen toegesneden leerroutes in het vmbo-t/g én het havo van belang. Daarnaast willen we het toptalent stimuleren door een cultuur te bevorderen waarin het willen uitblinken “normaal” is en door een aanbod te ontwikkelen dat recht doet aan deze leerlingen. Voorts zijn verdere stappen op het gebied van internationaliseringsprojecten gewenst, waaronder de verdere uitbouw van een bloeiende tweetalige vwo-opleiding. In de havo zijn we per 1-8-2013 gestart met het aanbod van tweetalig havo. We onderzoeken de komende jaren of versterkt talenonderwijs (Engels) op het vmbo past in verdieping van het aanbod.
9
Cultuurprofielschool O.R.S. Lek en Linge Culemborg heeft, na een landelijke visitatie, in 2013 het predicaat CultuurProfielSchool gekregen voor de vier locaties, voor alle afdelingen. Een breed kunst en cultuuraanbod in het curriculum en extra-curriculair zal de komende jaren verder ontwikkeld worden. Waardenontwikkeling Daarnaast willen we “waardenontwikkeling” en het bevorderen van “democratisch burgerschap” nog meer verankeren in het onderwijscurriculum. De maatschappelijke stage, een vorm van leren, binnen of buiten de school waarbij leerlingen vrijwilligerswerk doen onder verantwoordelijkheid van de school, past daar bij uitstek in. Vanuit onze missie en ons profiel heeft O.R.S. Lek en Linge er in 2005 voor gekozen om deel te nemen aan de eerste pilot van deze waardevolle manier van leren. Leerlingen raken meer betrokken bij de mensen in de buurt, in de wijk en in de stad en zetten zich in voor iets waar andere mensen wat aan hebben. Het is leuk, leerzaam, nuttig en uitdagend. Leerlingen leren nieuwe mensen kennen, hun wereld wordt een stukje groter en ze ontdekken waar ze goed in zijn. Door iemand anders blij te maken krijgt hij of zij een goed gevoel! Op deze manier maken leerlingen kennis met het nemen van verantwoordelijkheid voor een gemeenschapsbelang. Kenmerkend voor de maatschappelijke stage is dat er zowel aandacht is voor het leren van leerlingen als het belang voor de samenleving. O.R.S. Lek en Linge zal de maatschappelijke stage zo veel mogelijk handhaven in het curriculum, ook al is de rijksbekostiging ervoor alweer ingetrokken, nog voordat de maatschappelijke stage landelijk tot volle wasdom was gekomen.
Het vmbo: ondernemend en praktijkgericht leren Het vmbo op O.R.S. Lek en Linge kenmerkt zich door eigentijds onderwijs in kleinschalige omgeving. Een omgeving waarin iedere leerling wordt gekend en waar een plezierig leerklimaat belangrijk wordt gevonden. Actief en samenwerkend leren zijn hierin kernbegrippen. Op O.R.S. Lek en Linge bieden we alle sectoren in alle vier leerwegen van het vmbo aan theoretische leerweg (vmbo-tl) gemengde leerweg (vmbo-gl) kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-kl) basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-bl) De beroepsgerichte afdelingen/programma’s: Aan de vestiging Lingeborgh: Zorg en Welzijn Handel en Administratie Consumptief Breed Landbouw Breed In de gemengde leerweg bieden we daarnaast de ICT-leerroute aan.
10
Aan de vmbo-locatie in Culemborg: Techniek Breed (intrasectoraal programma) Bouwen, Wonen, Interieur Theater, media en Commercie (Intersectoraal programma) De komende jaren wordt gekeken op welke manier we het beste kunnen omgaan met de mogelijkheden van de nieuwe examenstructuur in het vmbo. Daarbij zoeken we samenwerking met meerdere ROC’s in de regio om een flinke slag te maken met de doorlopende leerweg vmbo-mbo.
Havo en vwo: stimuleren van actief en zelfstandig leren De vernieuwing van de Tweede Fase beoogt de aansluiting van havo en vwo op het hoger beroepsonderwijs en het wetenschappelijk onderwijs te verbeteren onder meer door een actieve en zelfstandige studiehouding bij de leerlingen te bevorderen en vernieuwde examenprogramma's aan te bieden. Op O.R.S. Lek en Linge besteden we veel aandacht aan de oriëntatie op studie en beroep. Daardoor kiezen leerlingen gefundeerder en gemotiveerder voor een vervolgopleiding. Op O.R.S. Lek en Linge kunnen leerlingen kiezen uit extra examenvakken. Op het havo én vwo: Spaans, informatica, management en organisatie, beeldende vormgeving, drama en muziek. Op het havo daarnaast ook: maatschappijwetenschappen en bewegen, sport en maatschappij (BSM). Op het vwo: Latijn, Grieks en wiskunde D.
Gymnasium Per 1-8-2010 is O.R.S. Lek en Linge in Culemborg gestart met (tweetalig) gymnasium. In 2016 zullen de eerste leerlingen met een gymnasiumdiploma de school verlaten. De invoering van het gymnasium is bedoeld om de excellente vwo-leerlingen een passend aanbod te doen. Deze leerlingen krijgen een zwaarder programma waarin de klassieke talen en (klassieke) culturele vorming een belangrijke rol spelen. Deze leerlingen krijgen aan het eind van hun opleiding een gymnasiumdiploma. Leerlingen kunnen ervoor kiezen om de tweetalige leerroute in het gymnasium te volgen.
Tweetalig havo, vwo en gymnasium Leerlingen die binnen een aantal jaren vloeiend Engels willen leren spreken en internationaal georiënteerd zijn, gemakkelijk leren en een positief basisschooladvies hebben, kunnen kiezen voor tweetalig onderwijs (tto). Deze leerlingen dienen een passende cito-score te hebben, een goede taalvaardigheid bezitten en gemotiveerd zijn voor deze leerroute. Zie voor meer informatie de speciale folder over ons tto en gymnasium.
11
Hoofdstuk IV: De structuur van de opleidingen van O.R.S. Lek en Linge
De structuur van O.R.S. Lek en Linge Culemborg in schema
*in zowel havo, atheneum en gymnasium bieden wij een tweetalige leerroute aan.
vmbo-b/ vmbo-k vmbo-gt lwoo vmbo-b/ vmbo-k vmbo-gt lwoo uitstelvmbo-b/ keuzevmbo-t lwoo klas vmbo vmbo-b/ zie lwoo brugklaslocatie vmbo-locatie Ina Boudier Bakkerstraat 2
vmbo
vmbo-t
(t) atheneum*
(t) gymnasium*
6
(t) havo*
5
(t) atheneum*
(t) gymnasium*
5
4
(t) havo*
4
(t) atheneum*
(t) gymnasium*
4
3
(t) havo*
3
(t) atheneum*
(t) gymnasium*
3
2
vmbo-t/havo
1
(t) havo*
zie brugklaslocatie havo-locatie Multatulilaan 3
vmbot/havo
(t) havo
2
1
havo/ atheneum*
(t) athen- (t)gymna2 eum* sium*
zie brugklaslocatie
1
vwo-locatie Multatulilaan 6
havo
(t) atheneum
(t) gymnasium
1
brugklaslocatie Annie M.G. Schmidtpad 1 Op basis van de leerlingenaantallen in de verschillende leerjaren en/of bij onvoorziene omstandigheden kan de schoolleiding afwijken van bovenstaand schema.
Toelichting op het schema - Culemborg O.R.S. Lek en Linge Culemborg is gehuisvest op vier locaties: de hoofdvestiging, tevens vwo-locatie, aan de Multatulilaan 6, de vmbo-locatie aan de Ina Boudier Bakkerstraat, de havo-locatie aan de Multatulilaan 3 en de brugklaslocatie aan het Annie M.G. Schmidtpad. Leerlingen in het vmbo volgen vanaf leerjaar 2 hun opleiding aan de vmbo-locatie. (Alle leerlingen in 3 tl/gl en 4 gl hebben een beroepsgericht vak, in klas 4 tl is het beroepsgerichte vak een keuzevak.) Na de brugklas vervolgen leerlingen in het havo en atheneum hun opleiding aan respectievelijk de havo- en vwo-locatie aan de Multatulilaan. Uit het schema wordt duidelijk dat O.R.S. Lek en Linge in klas 1 en 2 werkt met homogene en uitstelvan-keuze-klassen. Voor sommige leerlingen is duidelijk in welke afdeling zij het beste passen. Voor veel leerlingen geldt dat de uitstel-van-keuze-klassen kansen biedt om te laten zien welk niveau het meest geschikt is. Zo kunnen leerlingen in de havo/atheneumklassen op de brugklaslocatie doorstromen naar 2 atheneum of 2 havo.
12
Leerlingen in de vmbo-tl/havo-klassen kunnen na een jaar verder gaan in de tweede klas havo of vmbo-tl. In het tweede leerjaar krijgen leerlingen in 2 vmbo extra gelegenheid te laten zien wat het best bij hen past: vmbo-t/g, vmbo-k of vmbo-b. In het tweede leerjaar is er op de havo-locatie de uitstel-van-keuze-klas vmbo-tl/havo en een uitstelvan-keuze-klas havo/atheneum. Hierin zullen leerlingen geplaatst worden die erbij gebaat zijn in een extra jaar alsnog te laten zien wat voor hen de meest geschikte afdeling is. Vanuit de brugklas kan een leerling niet bevorderd worden naar deze klas. Aan het einde van leerjaar 1 kunnen docenten in een overgangsvergadering een leerling voordragen plaats te nemen in deze klas. Ouders en/of verzorgers wordt vervolgens een inspanningsverplichting bij de begeleiding gevraagd alvorens overgegaan wordt tot definitieve plaatsing.
De structuur van Lek en Linge Geldermalsen in schema De structuur van de school Leerjaar 4 Leerjaar 3 Leerjaar 2 Leerjaar 1 schoolsoort
BL
KL
TL
GL (ICT- Bovenbouw Lek en route) Linge Culemborg BL KL TL GL (ICT- Havo Vwo route) BL zorgklas BL/KL GL/TL TL/Havo Havo/V wo BL zorgklas BL/KL KL/GT TL/Havo Havo/V wo Basisberoepsgeric Kaderberoeps GemengdeHavo/vwo hte leerweg met gerichte leerweg theoretische Lwoo (evt. met Lwoo leerweg
Het vmbo: ondernemend en praktijkgericht leren. Het vmbo op de Lingeborgh kenmerkt zich door eigentijds onderwijs in een kleinschalige omgeving. Een omgeving waarin iedere leerling wordt gekend en waar een plezierig leerklimaat belangrijk wordt gevonden. Actief en samenwerkend leren zijn hierin kernbegrippen. Het vmbo op de Lingeborgh biedt kansen aan leerlingen. Op vestiging de Lingeborgh bieden we alle vier leerwegen van het vmbo aan: theoretische leerweg (vmbo-tl) gemengde leerweg (vmbo-gl, ICT-route) kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-kl) basisberoepsgerichte leerweg (vmbo-bl) Het verschil tussen de theoretische en gemengde leerweg is dat bij de gemengde leerweg de leerlingen in de eindexamenklas een algemeen vormend vak hebben ingeruild voor een beroepsgericht vak (ICT-route).
13
Leerlingen kunnen met de kaderberoepsgerichte leerweg verder studeren in de kaderopleidingen in het mbo. De basisberoepsgerichte leerweg bereidt voor op assistentenopleidingen in het mbo. Leerlingen op onze school kunnen in de kader-beroeps- en basisberoepsgerichte leerwegen kiezen voor de volgende programma’s: Zorg en Welzijn Handel en Administratie Consumptief Breed Landbouw Breed
Havo en vwo: actief en zelfstandig leren Het vwo-diploma geeft toelating tot een universitaire studie of een opleiding aan het HBO. De opleidingsduur is zes jaar. De havo kent een opleidingsduur van vijf jaar en het diploma geeft toelating tot een opleiding aan het HBO of tot 5 vwo, mits aan de schooleigen voorwaarden is voldaan (inlichtingen bij de decaan). De eerste 3 jaren kunnen op vestiging de Lingeborgh worden gevolgd. De bovenbouw kunnen de leerlingen in Culemborg afronden. Op de Lingeborgh besteden we veel aandacht aan de oriëntatie op studie en beroep. Daardoor kunnen leerlingen gefundeerd en gemotiveerd voor een vervolgopleiding kiezen.
14
Hoofdstuk V: Leerlingbegeleiding op O.R.S. Lek en Linge
Op O.R.S. Lek en Linge gaan we ervan uit dat een goede begeleiding van leerlingen zowel hun leerprestaties als hun verdere ontplooiing ten goede komt. Onderwijzen houdt begeleiden in. De eerste leerlingbegeleiding, de studiebegeleiding, vindt door de vakdocent plaats in de klas. Iedere klas heeft een mentor. Hij of zij neemt een centrale plaats in bij de begeleiding van de studie en het oplossen van problemen. De mentor is de spil in de communicatie met ouders over de leerlingbegeleiding. Naast de mentor, die een wekelijks mentoruur heeft voor zijn klas, zijn er vele andere vormen van les-overstijgende begeleiding: studie- en beroepskeuzebegeleiding door de decanen; begeleiding bij grote persoonlijke problemen door de counselors en vertrouwenspersonen; begeleiding van faalangstige en dyslectische kinderen (faalangstreductietraining en dyslexiebegeleiding). N.B. Niet alleen de leerlingen met problemen worden zo goed mogelijk geholpen, ook de makkelijk lerende en probleemloze leerlingen krijgen aandacht. Onze studiebegeleiding, de studiekeuze- en beroepskeuzebegeleiding en de persoonlijke begeleiding dragen eraan bij dat leerlingen met plezier naar school gaan, uit zichzelf halen wat erin zit en dus met het diploma onze school verlaten dat bij hen past, een goed beeld ontwikkelen van hun toekomstmogelijkheden en van vervolgopleidingen. O.R.S. Lek en Linge wil samen met partners in de regio voor de zorgleerlingen, in het kader van het landelijk beleid “Passend Onderwijs”, goede mogelijkheden bieden. Daarbij geven wij duidelijk aan wat wij wel en wat wij niet aankunnen. Wij willen met ouders van zorgleerlingen komen tot een nauwere samenwerking waarbij we waken voor een goede (betere) verantwoordelijkheidsverdeling tussen ouders en school wat betreft leer- en gedragsproblemen. In het zorgplan van februari 2009 is aangegeven welke voorzieningen zijn getroffen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften en voor leerlingen voor wie een leerlinggebonden budget beschikbaar is. Zie ook bijlage 3: Zorg voor Zorg, Zorgplan LLC 2013-2014. In bijlage 4, is het ondersteuningsprofiel LLC en in bijlage 5 het ondersteuningsprofiel van LBG.
Zorgadviesteam (ZAT) op O.R.S. Lek en Linge Het ZAT is een multidisciplinair team, een ‘zorgnetwerk’ bestaande uit begeleiders binnen de school en hulpverleners buiten de school. Het team adviseert over de zorg van leerlingen, van wie de counselor/mentor/teamleider denkt dat er meer zorg nodig is dan hij/zij kan bieden. Het gaat vrijwel altijd om complexe en/of meervoudige problematiek. Het ZAT neemt niet de zorg over, maar adviseert over de aard van de zorg die het beste bij de aangemelde leerling past. Het kan zijn dat een lid van het ZAT een gesprek heeft met leerling en/of ouders of een onderzoek uitvoert bij de leerling. Dit vindt alleen plaats wanneer het noodzakelijk is voor de advisering of een eventuele doorverwijzing naar een zorginstantie.
15
Het ZAT bestaat uit een jeugdarts van de GGD, een orthopedagoog, een schoolmaatschappelijk werker, een medewerker van Bureau Jeugdzorg, een leerplichtambtenaar en de zorgcoördinator en/of counselors van O.R.S. Lek en Linge. Het ZAT op de vmbo-locaties komt om de twee of drie weken bij elkaar. Het ZAT op de overige locaties komt om de vier weken bij elkaar (hiervoor kunnen tevens leerlingen van de overige locaties aangemeld worden). Leerlingen kunnen door een mentor of teamleider worden aangemeld, maar alleen met toestemming van de ouders van de betreffende leerling. Leerlingen vanaf 16 jaar moeten zelf toestemming geven.
Pesten: wat doet O.R.S. Lek en Linge daartegen? Op O.R.S. Lek en Linge wordt op allerlei niveaus serieus gewerkt om leerlingen een veilig en uitdagend leef- en leerklimaat te bieden. In de “Leefstijl-lessen” en ook op andere momenten besteden mentoren, vakdocenten, counselors, teamleiders en anderen op een goede manier aandacht aan een verdraagzame, respectvolle omgang met elkaar. Aanvullend zijn er jaarlijks sociale vaardigheidstrainingen voor leerlingen. Om pestgedrag tegen te gaan en aan te pakken gebruiken we een “pestprotocol”. Dat protocol biedt een goede leidraad om op een professionele wijze met dit ingewikkelde probleem om te gaan. Het geeft ons goede handvatten om pestgedrag aan te pakken, waarbij we drie groepen in een situatie van pesten onderscheiden: de gepeste leerling, de jongere(n) die pest/pesten en de “middengroep”. Ouders/verzorgers en leerlingen die ingelogd zijn op de website van de school kunnen het pestprotocol terugvinden op deze website. We streven ernaar om een pestprobleem zo snel mogelijk te herkennen en serieus te nemen, waarbij de gepeste jongere de goede aandacht krijgt, waarbij het regelmatig ook belangrijk is dat hij/zij geholpen wordt om zijn/haar weerbaarheid te vergroten. Daartoe bieden we sociale vaardigheidstrainingen aan op school. We gaan in gesprek met de leerling die pestgedrag vertoont en maken met hem/haar afspraken. Als die niet helpen kunnen we een “pester” verplichten tot bijvoorbeeld een agressie-regulatietraining. En als ook training en straffen (waaronder schorsing) niet helpen, kan tot verwijdering van school worden overgegaan. Dat laatste is uiteraard niet waar we mee beginnen, maar is wel het sluitstuk van de aanpak naar de “pester”. In de klas- en schoolsituatie is het heel belangrijk om de “meelopers” en “wegkijkers” te betrekken bij en een rol te geven in een pestprobleem. De mentor zal - in overleg met de teamleider en counselor - in de mentorles daarop inzetten. We weten dat het daarnaast heel belangrijk is om ook ouders te betrekken in geval van een ernstig pestprobleem; niet alleen de ouders van de gepeste leerling en van de “pester”, maar ook ouders van de “meelopers”. De positieve opstelling van ouders heeft de afgelopen jaren vaak bijgedragen aan een snelle en goede oplossing van een pestprobleem!
16
Verwijsindex Risicojongeren O.R.S. Lek en Linge is vanaf het schooljaar 2010–2011 aangesloten bij de Verwijsindex Risicojongeren. Deze index is een landelijk registratiesysteem, waarin professionals van verschillende organisaties en instellingen (bijvoorbeeld zorgcoördinatoren in het onderwijs, begeleiders en hulpverleners) een signaal kunnen afgeven wanneer zij zich zorgen maken over de ontwikkeling van een kind. Wanneer meerdere hulpverleners een signaal over hetzelfde kind afgeven in de Verwijsindex, dan krijgen zij elkaars contactgegevens. Zo kunnen professionals elkaar makkelijker en sneller vinden en beter afstemmen en samenwerken in de hulpverlening aan jeugdigen. Als een leerling wordt aangemeld voor het Zorgadviesteam (ZAT), dan volgt automatisch een signalering in de Verwijsindex. Voor aanmelding bij het ZAT is toestemming van ouders noodzakelijk. De school is verplicht ouders op de hoogte te stellen van de signalering in de Verwijsindex.
Meldcode AMK Scholen hebben vanaf schooljaar 2011–2012 de verplichting om te werken met een meldcode en protocol voor aanmelding bij het AMK (algemeen meldpunt kindermishandeling). Meldcode en protocol zijn in te zien op de website.
17
Hoofdstuk VI: Het personeelsbeleid
Doel O.R.S. Lek en Linge beschouwt de kwaliteit van het team van medewerkers als de belangrijkste kritische succesfactor voor het realiseren van een hoge onderwijskwaliteit. O.R.S. Lek en Linge streeft naar een aantrekkelijk en inspirerend werkklimaat voor al haar medewerkers: een werkklimaat waarin medewerkers eigenaarschap van hun werk ervaren en zien dat hun bijdrage van waarde is voor het geheel. een op professionele ontwikkeling gericht werkklimaat. een werkklimaat waarin kwaliteit gezien, beoordeeld en gewaardeerd wordt. een werkklimaat met een gezonde, dus niet te hoge, werkdruk.
De uitdaging Iedereen mag langer doorwerken dan tot voor kort werd voorzien. Dat betekent dat docenten die er aanvankelijk vanuit gingen tot hun 62ste te werken nu tot 67 jaar zullen werken. Hoe zorgen we dat deze groep medewerkers op vitale wijze haar werk blijft doen tot aan het pensioen. Een tweede groep die extra aandacht verdient, is de groep docenten die circa tien tot vijftien jaar op onze school werkt. Hoe zorgen we ervoor dat deze groep zich blijft ontwikkelen en nieuwe uitdagingen binnen het werk aangaat. Een derde groep is de groep van startende docenten in het onderwijs. Deelname aan het driejarige project “Startende Docenten” per 1-8-2014 (samenwerking met andere scholen en de universiteit Utrecht) is erop gericht beginnende docenten te ondersteunen zodat een groter deel van hen behouden blijft voor het onderwijs. De komende jaren zal – zeker als de economie gaat aantrekken – zich een kwantitatief en kwalitatief tekort aan docenten voordoen voor een flink aantal vakken. Wij willen ervoor zorgen dat wij van die tekorten aan goede docenten zo weinig mogelijk last hebben. Wij kunnen dat bewerkstelligen door een aantrekkelijke arbeidsorganisatie te zijn voor goede en ambitieuze docenten en andere medewerkers (eigenaarschap van het werk; ruimte voor initiatieven en voor persoonlijke ontwikkeling; levensfase bewust personeelsbeleid; loopbaanmogelijkheden; gedifferentieerd beloningsbeleid op basis van kwaliteit, competenties en kwalificaties; (preventief) verzuimbeleid). O.R.S. Lek en Linge is Keurmerk Opleidingsschool en is in dat kader een samenwerkingsverband aangegaan met het COLUU en met Archimedes (Hogeschool Utrecht). Wij verwachten mede daarmee te bewerkstelligen dat wij het probleem van de tekorten op de arbeidsmarkt voor kwalitatief goede docenten het hoofd kunnen bieden. Als Keurmerk Opleidingsschool is het logisch om het beleid meet betrekking tot startende docenten te intensiveren. De school heeft een enthousiast team van medewerkers op alle vier de locaties in Culemborg en op vestiging de Lingeborgh. Het managementteam is erop gericht om het team geïnspireerd en gemotiveerd te houden. Dat betekent ook dat we oog hebben voor de werkdruk. Om een goede werkgever te zijn en te blijven houden we eens per drie jaar een medewerkers tevredenheidsonderzoek (2005, 2008, 2011 en - in
18
april/mei - 2014). De resultaten van het onderzoek van 2014 zijn een belangrijke onderlegger voor de verdere ontwikkeling van het personeelsbeleid in de komende jaren. Pijlers van het personeelsbeleid O.R.S. Lek en Linge is niet alleen een school met een visie op het onderwijsleerproces. Een samenhangend personeelsbeleid is ontwikkeld dat ten doel heeft blijvend kwalitatief goed onderwijs te verwezenlijken én het welbevinden van de medewerkers in de organisatie te bevorderen. Deze doelen kunnen overigens niet los van elkaar gezien worden.
19
Pijlers van dit beleid: Kwaliteit van medewerkers doet ertoe, wordt gezien en gewaardeerd Collegiale omgang en onderlinge begeleiding Stimuleren en optimaliseren van de betrokkenheid van de teamleden bij de verdere ontwikkeling van de school, uiteraard binnen het vastgestelde onderwijskundige concept Oog voor de taakbelasting en een redelijke verdeling van de werkdruk Waar mogelijk verdere stroomlijning procedures (bijvoorbeeld automatisering) om werkdruk binnen de perken te houden Uitbouw van de in gang gezette functiemix voor het O.P. Het personeelsbeleid op onze school bestaat uit verschillende onderdelen: a) Beleid inzake werving en selectie (zie bijlage 6 Werving en selectie) b) Loopbaanbeleid en beleid met betrekking tot de functiemix; c) Taakbeleid (opnemen Taakbeleid LLC en LBG als bijlage 7 en 8) d) Scholingsbeleid (opnemen scholingsbeleid LLC en LBG als bijlage 10 en 11) e) Beleid met betrekking tot Functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken en begeleiding en beoordeling nieuwe collega’s (zie ook bijlage 9 “Begeleiding, professionalisering en beoordeling van medewerkers op O.R.S. Lek en Linge) f) Risico-inventarisatie en evaluatie; Arbobeleid; g) Beleid met betrekking tot vrouwen in leidinggevende posities.
Ad b Loopbaanbeleid Het ontwikkelen van mogelijkheden tot loopbaanplanning is een van de grote uitdagingen voor onderwijsorganisaties. O.R.S. Lek en Linge heeft vanaf de start van de school gekozen voor een kleine directie en het onderbrengen van afgebakende directietaken op meer uitvoerend niveau bij niet-directieleden in het kader van functie- en taakdifferentiatie. Het beleid met betrekking tot het functiebouwwerk is erop gericht om docenten op basis van kwaliteit en competenties aantrekkelijke loopbaanmogelijkheden te bieden. (zie Beleid Functiebouwwerk O.P. bijlage 10 Ook het scholingsbeleid (zie hierna) past daarbij. De komende jaren zullen wij het beleid met betrekking tot de functiemix en het functiebouwwerk evalueren en waar wenselijk, bijstellen om aantrekkelijke carrièreperspectieven op basis van de ontwikkeling van competenties en geleverde kwaliteit te bevorderen.
Ad D Scholingsbeleid O.R.S. Lek en Linge heeft een scholingsbeleid vastgesteld (zie bijlage 11) op basis waarvan iedere locatie een jaarplan scholing heeft ontwikkeld. Op basis van dit beleid wordt jaarlijks een jaarplan scholing opgesteld. Het scholingsbeleid is erop gericht om te bevorderen dat docenten werken aan hun deskundigheid. Onze doelstelling is dat elke docent op O.R.S. Lek en Linge het basisarsenaal bezit dat hoort bij het docentschap op onze school. Naast een onderwijsbevoegdheid hebben wij de volgende basisverwachtingen van iedere docent:
20
goed klassenmanagement en basiskennis passend bij onze onderwijskundige visie; toepassen van activerende didactiek (daarbij afwisseling in werkvormen) passend bij een 70 minutenrooster; adequate gesprekstechnieken in het kader van een zorgvuldige begeleiding van leerlingen; ICT-vaardigheden om de kansen van de ICT-infrastructuur voluit te benutten. Om die verwachtingen te realiseren is er voor iedere docent een opleidingstraject van vier jaar. Daarnaast zijn er opleidingstrajecten voor ervaren docenten om zich verder te ontwikkelen in hun professionaliteit. De school oriënteert zich op het proces van invoering van het Lerarenregister. Om de reflectie op het eigen docentgedrag te stimuleren werkt O.R.S. Lek en Linge Culemborg met de Vragenlijst Interpersoonlijk Leraarsgedrag (VIL). Beleid is vastgesteld over de frequentie van afname op basis van ervaring en ontwikkeling. Tevens wordt de VIL gebruikt in de beoordelingsprocedure voor schaal LC en LD. Vestiging de Lingeborgh oriënteert zich momenteel op het inzetten van de VIL om de reflectie op het professionele docentgedrag te bevorderen. In het kader van de gesprekscyclus (startgesprek; voortgangsgesprek; evaluatiegesprek) wordt met elke docent een gesprek per jaar gevoerd met verslaglegging. De docent maakt in dat kader een persoonlijk ontwikkelplan mede op basis van het competentieprofiel dat bij zijn functie hoort.
Ad F Arbobeleid De O.R.S. Lek en Linge heeft een contract met de arbodienst “de Arbo Unie” te Dordrecht. Doel ervan is het werken aan een optimaal arbeidsklimaat en daardoor reductie van ziekteverzuim en reductie van arbeidsongeschiktheid. In 2013 is de laatste vierjaarlijkse integrale risico-inventarisatie uitgevoerd. Ad G Beleid met betrekking tot vrouwen in leidinggevende posities Conform artikel 32d van de Wet op het voortgezet onderwijs stelt het bevoegd gezag een document vast inzake evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in de directie, indien er sprake is van een ondervertegenwoordiging van vrouwen in de directie. Voor de evenredige vertegenwoordiging wordt uitgegaan van de verhouding mannen en vrouwen voor wat betreft het onderwijzend personeel dat werkzaam is in het door de school verzorgde onderwijs, zoals die blijkt uit de daarover jaarlijks door de minister gepubliceerde cijfers. Op O.R.S. Lek en Linge is 52 % van de docenten vrouw. Het managementteam bestaat uit vijf personen. Een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in het managementteam betekent derhalve dat er 40% of 60 % vrouw moet zijn. In 2009 is 40 % van het managementteam vrouw. Hiermee is er dus sprake van een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen. O.R.S. Lek en Linge streeft naast een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in het managementteam van de school ook een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen na onder de teamleiders. (De teamleiders vormen, samen met het managementteam, het management van de school.) In 2009 is het aandeel van vrouwen bij de teamleiders 42 %. Bij de werving en selectie van nieuwe teamleiders wordt rekening gehouden met het streven naar een evenredige vertegenwoordiging van vrouwen onder de teamleiders.
21
Maatregelen om evenredige vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende posities op onze school te bereiken: O.R.S. Lek en Linge vindt het een goede zaak als in het management (zowel op het niveau van het managementteam als dat van de teamleiders) een evenredige vertegenwoordiging wordt nagestreefd. Om te bevorderen dat het streven naar evenredige vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in leidinggevende posities de komende 10 jaar stap voor stap gerealiseerd wordt, zijn reeds de volgende maatregelen genomen: in gesprekken in het kader van de gesprekscyclus en anderszins worden (vrouwelijke) medewerkers met nadruk gevraagd na te denken over mogelijke belangstelling voor managementtaken en over manieren om het persoonlijke deskundigheidsprofiel op relevante gebieden uit te breiden. Middenkaderfuncties kunnen mogelijk de kansen vergroten om door te stromen naar managementfuncties in de toekomst. Bij personeelsadvertenties – zowel intern als extern – voor managementfuncties worden zolang de evenredige vertegenwoordiging van vrouwen nog niet is gerealiseerd, vrouwen expliciet uitgenodigd te reflecteren. Bij gelijke geschiktheid zal een vrouw met voorrang benoemd worden. De eerstkomende jaren worden middelen uit het scholingsplan gereserveerd voor gerichte scholing voor medewerkers die belangstelling hebben voor managementtaken. Vrouwelijke medewerkers zullen met voorrang hiervoor geplaatst worden. Voorts geldt dat bij mogelijke vacatures in de schoolleiding gebruik gemaakt wordt van een pluriform wervingsbeleid. Dat wil zeggen dat er in geval van een managementvacature in principe tegelijkertijd zowel intern als extern geworven wordt. Daardoor wordt de kans vergroot dat vrouwen in beeld komen voor een managementvacature op onze school. Bij gelijke geschiktheid zal een vrouw met voorrang benoemd worden.
22
Hoofdstuk VII: Kwaliteitsbewaking
Kwaliteit? We vinden het een teken van kwaliteit als leerlingen over hun schooltijd op O.R.S. Lek en Linge zeggen: ik heb er een fijne tijd (we bedoelen dan: veilig; “gezien worden”, plezierige omgang; zorgvuldige begeleiding). ik leer er veel (we bedoelen dan: kennis, vaardigheden en houding; we bedoelen ook dat we inspelen op verschillen, zodat elke leerling veel leert). ik haal het diploma dat bij me past.
Wanneer zijn we tevreden? Positieve resultaten over sfeer, welbevinden, begeleiding, omgang met elkaar) blijken uit de leerlingen- en ouderenquêtes (VvV-enquêtes). Bovengemiddeld goede in-, door- en uitstroomresultaten. Beneden gemiddeld laag VSV-percentage. Leerlingen doen het bovengemiddeld goed in het vervolgonderwijs. Een professionele cultuur, waarin kwaliteit ertoe doet. (VIL; VIS; bevoegde docenten; op leren en op reflectie gerichte cultuur; ruimte voor initiatief; goede resultaten van medewerkers tevredenheidsonderzoek). Een opbrengstgerichte cultuur We willen op Lek en Linge werken in een opbrengstgerichte cultuur. We verzamelen systematisch gegevens met betrekking tot het primair proces (leerprocessen en leeropbrengsten) en de ondersteunende processen. Die gegevens worden op allerlei niveaus (van het onderwijs in een vak door de docent tot en met geaggregeerde gegevens op locatie- en schoolniveau) geanalyseerd en die analyse vormt – waar nodig - een belangrijke onderlegger voor verbeterplannen. We streven op alle niveaus een onderzoekende houding na (wat zijn de resultaten en op welke manier zijn ze behaald en welke bijstellingen zijn nodig). De professionele opbrengstgerichte cultuur die wij nastreven heeft niets te maken met een “afrekencultuur”. Onze opbrengstgerichte cultuur kenmerkt zich wel door op alle niveaus kwaliteit voorop te stellen en door een nieuwsgierige houding, ruimte voor gedachtewisseling, reflectie en actiebereidheid op basis van een gedragen analyse. Onze opbrengstgerichte cultuur bevorderen we door te werken met prestatieafspraken. In die afspraken worden de ambities gearticuleerd. Op basis daarvan kunnen we de successen benoemen (en vieren!) en in open gedachtewisseling bespreken welke ambities niet gehaald zijn en wat daarvan de reden is. De raad van toezicht maakt prestatieafspraken met de directeur-bestuurder en die op zijn beurt heeft jaarafspraken met de locatiedirecteuren. Voorts hebben alle teamleiders met hun locatiedirecteur resultaatafspraken gemaakt, terwijl de docenten in hun jaarlijks ontwikkelingsplan afspraken maken met hun teamleider. We werken op basis van de kwaliteitscyclus plan, do, check, act.
23
Instrumenten van kwaliteitsbewaking en kwaliteitsontwikkeling Kwaliteitsbewaking van het primaire proces: Jaarlijks wordt de ontwikkeling van de opbrengstenkaart in het management geanalyseerd en besproken in de onderwijsteams. Daarbij wordt een trendmatige analyse gemaakt van de resultaten van het primair proces op basis van het oordeel van de inspectie over de opbrengsten van de school en de opbrengstenkaart. Dat geldt ook voor: De in-, door- en uitstroomresultaten van schooljaar, per leerjaar, per afdeling per locatie/vestiging De citoscores per leerjaar, per afdeling en per locatie/vestiging De examenresultaten per afdeling en per locatie/vestiging Bovengenoemde resultaten en scores vormen een belangrijke onderlegger voor de verdere beleidsontwikkeling. Daarnaast bewaken we de kwaliteit van het primair proces ook door: analyse van de cijfers/rapporten (op leerjaar-, klas- en sectieniveau en naar meisjes en jongens) vragenlijst interpersoonlijk leraars- en schoolleidersgedrag (reflectie op individueel niveau)
De kwaliteitszorg schoolexamen Naast de belangstelling voor kwaliteitszorg in het onderwijs in het algemeen is er op O.R.S. Lek en Linge ook aandacht voor de kwaliteit van de schoolexamens. Daarbij gebruiken wij het instrument “kwaliteitszorg schoolexamens”.
Begeleiding van leerlingen Jaarlijks voeren wij evaluaties uit als het gaat om onze begeleiding van leerlingen. Daarbij valt te denken aan: vragenlijst (svl) in de brugklas het mentorenoverleg de klassenvergadering
Kijk van leerlingen op hun school Leerlingen hebben een goed beeld van hun school, zowel wat betreft het leren, de begeleiding, de relatie docent-leerling, de sfeer, etc. O.R.S. Lek en Linge werkt vanaf 2002 jaarlijks met leerlingenenquêtes onder alle examenleerlingen (4 vmbo, 5 havo en 6 vwo), sinds 2003 ook met jaarlijkse leerlingenenquêtes onder alle brugklasleerlingen en sinds 2006 met jaarlijkse leerlingenenquêtes in klas 3. De resultaten van die enquêtes zijn mede bepalend voor de beleidsontwikkeling De vragenlijsten zijn gebaseerd op de vragen van Vensters voor Verantwoording (VvV) en daarnaast schooleigen vragen Op het niveau van het docentengedrag in de klas werken we conform het daarover bepaalde beleid met de vragenlijst interpersoonlijk leraarsgedrag (VIL)
24
Beeldvorming bij ouders O.R.S. Lek en Linge werkt jaarlijks met de landelijke vragenlijst voor ouders uit VvV, aangevuld met schooleigen vragen. Daarnaast werkt O.R.S. Lek en Linge in juni met een jaarlijks imago-onderzoek onder de ouders met kinderen in groep 8 die voor onze school hebben gekozen.
25
Input voor personeelsbeleid Voor de kwaliteitsbewaking van het welbevinden en de kwaliteit van medewerkers gebruiken we de volgende instrumenten: functioneringsgesprekken (start- voortgang- en evaluatiegesprekken; in het jaarlijkse gesprek van leidinggevende met medewerker staat naast het welbevinden, de bespreking van de ontwikkeling van diens competentieprofiel met betrekking tot de functie van de medewerker centraal) In het scholingsbeleid is vastgelegd hoe medewerkers werken aan deskundigheidsbevordering beoordelingsgesprekken richtsnoer voor functioneren zijn de competentieprofielen met beoordelingscriteria voor de onderscheiden leraarsfuncties. Die zijn vastgelegd in de notitie Functiebouwwerk Onderwijzend Personeel Voor kwaliteitsbewaking van de arbeidsomstandigheden gebruiken we: de vierjaarlijkse risico-inventarisatie en evaluatie) door de arbodienst jaarlijks vindt een analyse plaats met betrekking tot de arbeidsomstandigheden aan de hand van de ziekteverzuimcijfers en de gegevens van het UWV. Sinds 2005 vindt eens per drie jaar een medewerkers tevredenheidsonderzoek plaats onder alle medewerkers tevens is er driemaandelijks voortgangsoverleg met de arbodienst (sociaal-medisch team) kort verzuimgesprekken van leidinggevenden met medewerkers die geregeld kort verzuimen analyse van de ziekteverzuimpercentages
Beeld bij toeleverende basisscholen O.R.S. Lek en Linge heeft met alle toeleverende basisscholen, bilateraal overleg. Daarin worden uiteraard de leerlingen besproken. Daarnaast bespreken wij in die overleggen steeds het imago van onze school. Vragen daarbij zijn: Wat doen we goed/fout in de ogen van de betreffende basisschool? Hoe wordt er door de ouders van die basisschool over O.R.S. Lek en Linge gesproken? Naast dit bilateraal overleg voert de schoolleiding jaarlijks tweemaal overleg met de directeuren van de openbare basisscholen in Culemborg. Naast allerlei andere punten wordt tijdens dit overleg aandacht besteed aan de beeldvorming van O.R.S. Lek en Linge.
Gebouwen We werken voor alle vijf de gebouwen van onze school met een meerjarenonderhoudsplan. Jaarlijks wordt geëvalueerd wat op basis van de planning is gerealiseerd. Tevens wordt het niet-planmatig onderhoud jaarlijks in beeld gebracht (klein onderhoud en onderhoud als gevolg van vandalisme).
26
Kwaliteitsbewaking met betrekking tot financiën Analyse financiële kwartaaloverzichten Analyse financieel jaaroverzicht en de trendmatige ontwikkeling van O.R.S. Lek en Linge aan de hand van financiële kengetallen Jaarlijkse bespreking van de financiële huishouding met de accountant aan de hand van “managementletter”, opgesteld door accountantsbureau
27
Hoofdstuk VIII: Beleid inzake sponsoring
Begin 2009 is opnieuw een convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” gesloten waarin afspraken voor sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs zijn vastgelegd. Het convenant 2009 is ondertekend door de staatssecretarissen Dijksma en Van Bijsterveld alsmede ondermeer de VO-raad, waar O.R.S. Lek en Linge lid van is. Enerzijds proberen scholen steeds vaker financiële middelen te vinden naast de reguliere bekostiging door de rijksoverheid. Anderzijds heeft het bedrijfsleven er belang bij via sponsoring een ingang te verkrijgen binnen het onderwijs. Als dit in alle harmonie verloopt is er sprake van een win-winsituatie. Het Convenant Sponsoring geeft scholen een kader, waaraan sponsoring kan worden getoetst. Het beschrijft wat onder sponsoring kan worden verstaan en geeft bijvoorbeeld uitdrukkelijk aan dat de eindverantwoording te allen tijde bij het bevoegd gezag ligt. O.R.S. Lek en Linge gebruikt het convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” als kader, toetssteen en leidraad voor alle sponsoring gerelateerde acties binnen de school Alle acties gericht op sponsoring in de school en alle sponsorovereenkomsten worden vooraf ter goedkeuring aan het bevoegd gezag voorgelegd. De algemeen directeur is namens het bevoegd gezag gemandateerd om besluiten te nemen (zie managementstatuut)
28
Hoofdstuk IX: Uitdagingen 2014-2018 In de wetenschap dat veel uitdagingen voor onze school zich nog niet laten voorzien en dat een goede school juist goed is doordat zij snel en op de goede manier breed gedragen beleid ontwikkelt en implementeert met betrekking tot onvoorziene ontwikkelingen, zullen de volgende thema’s zeker ook centraal staan in de beleidsontwikkeling en -uitvoering:
Kwaliteit van de leerprocessen en – opbrengsten Handhaven en versterken van de trendmatig bovengemiddeld hoge kwaliteit van de leeropbrengsten en –processen. Daarbinnen: geïnspireerd opbrengstgericht werken in de klas, vanuit onze missie recht doen aan verschillen in de klas met een goede balans tussen aandacht voor: o excellentie (niet als nieuwe hype!) o aandacht voor de “gewone, de gemiddelde” leerling o aandacht voor de onderkant in een klas; o aandacht voor de “lastige” (bijvoorbeeld luie, gedragsmatig ingewikkelde) leerlingen o aandacht voor onderpresteerders, onder andere op basis van J/M-leerstijl schoolondersteuningsprofiel en Passend Onderwijs. Versterken zorg met betrekking tot leerlingen met gedragsmatige problemen en met betrekking tot hoog-intelligente leerlingen met deficiënties op andere gebieden Onderwijsinhoud Versterking van de vmbo-programma’s op basis van de nieuwe examenprogramma’s (start per 1-8-2016 in klas 3) Verankering van waardenontwikkeling en democratisch burgerschap in het curriculum. Beleid met betrekking tot medewerkers Handhaven en versterken “kwaliteit doet ertoe” Versterken vitaliteitsbeleid en de uitvoering ervan met betrekking tot medewerkers die tot hun 67ste doorwerken Versterken van beleid “blijven boeien, blijven groeien’ met betrekking tot ervaren docenten Intensiveren beleid met betrekking tot startende docenten. Onderwijs en beheersorganisatie Goede afstemming tussen alle locaties en met name tussen O.R.S. Lek en Linge de Lingeborgh in Geldermalsen en O.R.S. Lek en Linge Culemborg op basis van het uitgangspunt van ruime autonomie. Marktpositie Het consolideren en versterken van de marktpositie op basis van kwaliteit in een teruglopende leerlingenmarkt. In dat kader: het ontwikkelen van een planmatige aanpak m.b.t. de externe en interne communicatie. Financiën Bewaken van een gezonde financiële school als kader voor continuïteit.
29