Personeelshandboek 9.1
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
ARBOBELEIDSPLAN Stichting Lek en IJssel
2009-2013
IJsselstein, februari 2009
Personeelshandboek 9.1
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Inhoudsopgave
Blz.
1.
Uitgangspunten
3
2.
Hoofddoelstellingen
3
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Organisatie Bovenschoolse arbowerkgroep Bovenschoolse preventiemedewerker en arbocontactpersonen Bedrijfshulpverlening
4 4 4 4
4. 4.1. 4.2.
Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) Aanpak en voortgang Voorlichting
5 5 5
5.
Arbodienst/arbodeskundige(n)
5
6. 6.1. 6.2.
Ziekteverzuimbeleid Overleg Cijfers
6 6 6
7.
Speciale doelgroepen
6
8.
Arbeidstijdenbeleid
6
9.
Preventief beleid
6
10.
Beleid t.a.v. agressie, geweld, seksuele intimidatie en discriminatie
7
11.
Registratie en melding van ongevallen
7
12.
Financiering
7
Bijlagen: A. B. C. D. E. F.
Verdeling taken en verantwoordelijkheden Registratieformulier ongevallen Schoolongevallen en aansprakelijkheid Regeling preventiemedewerker Takenpakket arbocontactpersonen Arbocyclus
8 10 12 13 14 15
NB: Dit arbobeleidsplan is terug te vinden op de website van Stichting Lek en IJssel.
2
Personeelshandboek 9.1
1.
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Uitgangspunten
Het bestuur van de Stichting Lek en IJssel en de directies van de aangesloten scholen zijn verantwoordelijk voor het schoolbeleid. Het arbobeleid is een onderdeel van dit schoolbeleid. Bij het voorbereiden en uitvoeren van het arbobeleid hebben we ons laten leiden door de volgende algemene uitgangspunten: de beleidsuitgangspunten en afspraken in andere beleidsdocumenten zoals het personeelsbeleidsplan; het belang van een ongestoorde voortgang van het onderwijsproces; het voldoen aan kwaliteitseisen voor het onderwijs; de wettelijke vereisten zoals deze zijn opgenomen in Arbowet, Arbobesluit en andere relevante arbo- en regelgeving; de zorg voor de veiligheid en gezondheid van het personeel; 1 het voorkomen en beheersen van psychosociale arbeidsbelasting bij personeel.
2.
Hoofddoelstellingen
Het bestuur van de Stichting Lek en IJssel streeft naar optimale arbeidsomstandigheden voor haar personeel en leerlingen. Het arbobeleid is gericht op waarborging van de veiligheid en gezondheid van medewerkers en leerlingen en op het voorkomen en beheersen van psychosociale arbeidsbelasting. Om dit te bereiken, organiseert het bestuur de arbeidsomstandigheden op de school op een zodanige wijze dat onaanvaardbare risico’s in principe zijn uitgesloten. Vermijdbaar verzuim door ziekte en arbeidsongeschiktheid wordt zo veel mogelijk tegengegaan. Per school worden hiervoor jaarlijks realistische doelen en streefcijfers vastgesteld en geëvalueerd. Seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en discriminatie worden actief bestreden. Verder is het streven om personeelsleden zo goed en breed mogelijk in te zetten. Speciale aandacht gaat uit naar de inzet van nieuw personeel, ouderen, herintreders en arbeidsgehandicapten. De doelstellingen van het arbobeleid worden in samenhang met de schooldoelstellingen geformuleerd. Dit gebeurt in nauw overleg met de medezeggenschapsraad (MR of GMR). De vastgestelde doelstellingen zijn onderwerp van het reguliere schooloverleg en worden opgenomen in het arbobeleidsplan. De doelstellingen worden eveneens vermeld in het plan van aanpak op basis van de RI&E (Risico-inventarisatie en –evaluatie). Het beleid van het bestuur en de scholen is er op gericht de hierboven genoemde uitgangspunten en doelstellingen te realiseren. In het Arbobeleidsplan worden de beleidselementen die worden gehanteerd ter realisatie van de hoofddoelstellingen beschreven en worden in hoofdlijnen de arboactiviteiten voor een periode van vier jaar beschreven. Van elk beleidselement wordt voor zover van toepassing aangegeven: wie verantwoordelijk is; welke procedures worden gevolgd; welke instrumenten worden gebruikt; welke vorm van interne of externe ondersteuning nodig is; hoe de kwaliteitsborging is geregeld.
1
Onder psychosociale arbeidsbelasting worden verstaan de factoren seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk in de arbeidssituatie die stress teweeg brengen
3
Personeelshandboek 9.1
3.
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Organisatie De organisatie ten aanzien van de arbeidsomstandigheden:
Bevoegd gezag
Arbeidsinspectie
Arbodienst
Directie
Leerkrachten en OOP
3.1.
Vertrouwenspersoon
Bovenschoolse Arbowerkgroep
GMR
BM
Arbocontactpersonen BHV-ers MR
Bovenschoolse arbowerkgroep
De Stichting Lek en IJssel kent een bovenschoolse arbowerkgroep. Deze bestaat uit twee directeuren, een lid van de GMR en de bovenschoolse preventiemedewerker. De werkgroep overlegt meerdere keren per jaar over de bovenschoolse arbomaatregelen voortvloeiende uit de RI&E’s en kan naar aanleiding hiervan beleidsvoorstellen doen. 3.2.
Bovenschoolse preventiemedewerker en arbocontactpersonen
Op school is de directeur verantwoordelijk voor het arbobeleid. Hij zorgt voor de verdeling van arbotaken en overlegt met het bestuur. Via het (G)MR-overleg beschikt het personeel over instemmingsrecht en inspraak bij de totstandkoming van het arbobeleid. Op iedere school is een arbocontactpersoon aangesteld. De werkzaamheden van de arbocontactpersoon zijn vastgelegd in een takenpakket en beslaan 20 uren van de normjaartaak. De arbocontactpersonen zorgen samen met de bovenschoolse preventiemedewerker voor de uitvoering van de arbotaken op de scholen. Het bestuur laat zich bij de zorg voor de veiligheid, gezondheid en het beheersen en voorkomen van psychosociale arbeidsbelasting van het personeel ondersteunen door deskundige medewerkers (zoals de preventiemedewerker en de bedrijfsarts). De taken van de preventiemedewerker omvatten de medewerking aan het verrichten en opstellen van een RI&E, het uitvoeren van arbomaatregelen en het adviseren aan en overleggen met de medezeggenschapsraad. 3.2. Bedrijfshulpverlening De schoolleiding is verantwoordelijk voor de organisatie van de bedrijfshulpverlening (BHV) en bepaalt zelf aan de hand van de risico-inventarisatie en –evaluatie hoeveel bedrijfshulpverleners er moeten komen. Als leidraad kan worden aangehouden dat per 50 in het gebouw aanwezige personen (leerkrachten, ondersteunend personeel, stagiaires, vrijwilligers en leerlingen) altijd tenminste 1
4
Personeelshandboek 9.1
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
bedrijfshulpverlener aanwezig moet zijn. De noodzakelijke opleiding voor BHV’ers (die met scholingsgelden wordt bekostigd) wordt door een deskundige organisatie verzorgd. Scholen houden tweemaal per jaar een ontruimingsoefening, waarvan er één, zo mogelijk, in aanwezigheid van de brandweer wordt gehouden.
4.
Risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E)
De RI&E wordt door de arbocontactpersonen uitgevoerd onder leiding en op initiatief van de bovenschoolse preventiemedewerker. Deze neemt hiertoe het initiatief. De schoolleiding is eindverantwoordelijk voor de RI&E. Resultaten worden aan de (G)MR voorgelegd. De arbocontactpersonen bepalen, evt. in overleg met de bovenschoolse preventiemedewerker, jaarlijks of gewijzigde omstandigheden een (gedeeltelijke) herhaling van de RI&E vereisen. In ieder geval wordt jaarlijks een veiligheidscontrole uitgevoerd aan de hand van controlelijsten. 4.1.
Aanpak en voortgang
Conform de Arbowet stelt een school naar aanleiding van de RI&E een plan van aanpak op. Hierin staat welke knelpunten en risico’s in welke volgorde aan bod moeten komen, welke werkzaamheden hiermee gepaard gaan, wie daarvoor verantwoordelijk is en welk budget in termen van tijd en geld daarmee gemoeid zijn. Ook is terug te lezen welke activiteiten al zijn uitgevoerd. Het plan van aanpak wordt aan de MR voorgelegd. Aan het eind van het schooljaar wordt het plan van aanpak geëvalueerd en aangepast voor het volgende jaar. Dit gebeurt aan de hand van een door de arbocontactpersoon te vervaardigen voortgangsverslag (een overzicht van al dan niet gerealiseerde arboactiviteiten). Als onderdeel van de RI&E wordt ook een beoordeling uitgevoerd van het bovenschools arbobeleid. Naar aanleiding hiervan wordt er tevens een bovenschools Plan van Aanpak opgesteld welke voorgelegd dient te worden aan de GMR. Hierin worden zowel schooloverstijgende arbozaken opgenomen als zaken die meerdere scholen aangaan. De bevindingen worden op bestuursniveau gebundeld en voorgelegd aan de GMR. 4.2.
Voorlichting
Op grond van de uitkomsten van de RI&E, teamvergaderingen en individuele gesprekken met teamleden wordt bepaald over welke risico’s het personeel voorlichting moet krijgen. In ieder geval wordt aandacht besteed aan: de veiligheids- en werkinstructies voor leerkrachten en leerlingen; werkgebonden risico’s, zoals agressie, geweld en stress; het verzuimbeleid en bijbehorende protocollen; de ontwikkeling van het ziekteverzuim op school; de introductie van nieuwe medewerkers, stagiair(e)s en leerlingen.
5.
Arbodienst/arbodeskundige(n)
Het bestuur laat zich bij zijn verplichtingen uit de Arbowet bijstaan door een arbodienst en heeft hiertoe een contract afgesloten met Achmea Vitale. Er is een vast contactpersoon bij de Arbodienst. Elk jaar wordt het contract met de Arbodienst geëvalueerd en zonodig bijgesteld. Namens het bestuur is de personeelsfunctionaris van Stichting Lek en IJssel het vaste aanspreekpunt voor de Arbodienst. Wat betreft de verzuimbegeleiding is de schooldirecteur het aanspreekpunt voor de Arbodienst. De Arbodienst overlegt vervolgens zowel met de contactpersoon van het bestuur als met de schoolleiding.
5
Personeelshandboek 9.1
6.
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Ziekteverzuimbeleid
Het bestuur heeft een bovenschools ziekteverzuimbeleid ontwikkeld, inclusief verzuimprotocollen, en ter instemming voorgelegd aan de GMR. Het verzuimbeleid wordt jaarlijks door het bestuur geëvalueerd en bijgesteld. De schoolleiding is verantwoordelijk voor de uitvoering van het verzuimbeleid en wordt hierin ondersteund door de Arbodienst. Zie het Ziekteverzuimbeleidsplan voor een uitgebreide beschrijving. 6.1.
Overleg
Gemiddeld vier keer per jaar komt het sociaal-medisch team bij elkaar voor overleg. Het team bestaat uit de personeelsfunctionaris, de bedrijfsarts en de schooldirecteur (alleen voor actuele verzuimgevallen). Eventueel wordt het overleg bijgewoond door de betrokken zieke werknemer. Op verzoek van het bestuur of op eigen verzoek kunnen directeuren van andere scholen binnen dezelfde onderwijsinstelling aan het overleg deelnemen. De onderwerpen op de agenda kunnen immers voor hen ook van belang zijn. 6.2.
Cijfers
De verzuimkengetallen die het bestuur verzamelt, worden minimaal éénmaal per jaar aan de schoolleiding bekend gemaakt. De schoolleiding bespreekt de verzuimkengetallen in het teamoverleg en, zo nodig, in het SMT-overleg.
7.
Speciale doelgroepen
Nieuwe medewerkers, senioren, allochtonen en arbeidsgehandicapten zijn onderwerp van specifiek op deze groepen gericht beleid, zoals verwoord in het personeelsbeleidsplan van de instelling. De schoolleiding is verantwoordelijk voor de implementatie. Aandacht voor oudere (45+) medewerkers, nieuwe leerkrachten, stagiair(e)s en beginnende leerkrachten komt in de begeleiding, functioneringsgesprekken en beoordelingen nadrukkelijk naar voren.
8.
Arbeidstijdenbeleid
De schoolleiding voert een arbeidstijdenbeleid voor personeel in overeenstemming met de Arbeidstijdenwet en het Arbeidstijdenbesluit. Met de persoonlijke omstandigheden wordt - waar redelijkerwijs mogelijk - rekening gehouden. De schooltijden, pauzes en vakanties worden jaarlijks vastgesteld. Voorts wordt met iedere medewerker zijn/haar inzet aan lesgebonden, niet-lesgebonden uren en evt. het aantal uren thuiswerk besproken. Medewerkers hoeven alleen nog de afwijkingen op het rooster bij te houden.
9.
Preventief beleid
Het bestuur wil risico’s voor veiligheid, gezondheid en psychosociale arbeidsbelasting zo veel mogelijk in de kiem smoren. Het bestuur laat zich daartoe bij de zorg voor de veiligheid, gezondheid en het beheersen en voorkomen van psychosociale arbeidsbelasting van het personeel ondersteunen door deskundige medewerkers (zoals de preventiemedewerker en de bedrijfsarts). Daarnaast worden er voor de preventie van arborisico’s jaarlijks middelen beschikbaar gesteld. Tevens wordt een adequaat aankoopbeleid gevoerd en worden deugdelijke onderhoudscontracten afgesloten. Ook wordt er jaarlijks bezien op welke wijze aandacht wordt besteed aan de preventie van psychosociale arbeidsbelasting. Bij de bouw en inrichting van schoolgebouwen wordt aan de arbeidsomstandigheden extra aandacht besteed. In de omschrijving van de opdracht voor bouw- en inrichtingswerkzaamheden houdt het bestuur uitdrukkelijk rekening met de arboregelgeving. Als de verantwoordelijkheid hiervoor bij de gemeente ligt, zal het bestuur deze belangen inbrengen in het overleg met de verantwoordelijke stafmedewerker bouwzaken. Deze zorgt, eventueel in overleg met de preventiemedewerker, voor relevante informatie zoals inkoopspecificaties en ziet toe op de naleving van onderhoudscontracten.
6
Personeelshandboek 9.1
10.
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Beleid t.a.v. agressie, geweld, seksuele intimidatie en discriminatie
Het bestuur hanteert een beleid dat alle vormen van agressie, geweld, (seksuele) intimidatie en discriminatie jegens personeel en leerlingen tegengaat en heeft hiervoor een afzonderlijk beleidplan opgesteld. Een klachtenprocedure, een gedragscode en de aanstelling van een vertrouwenspersoon maken hiervan onderdeel uit. Op de website van Stichting Lek en IJssel en in de schoolgidsen is terug te vinden wie op bestuursniveau als vertrouwenspersoon voor het personeel is aangesteld. Daarnaast is er op iedere school een contactpersoon aangesteld die de klager (een leerling, een ouder/voogd, het personeel, de directie, het bevoegd gezag of een vrijwilliger) kan verwijzen naar de vertrouwenspersoon. De namen van de contactpersonen zijn terug te vinden in de schoolgids.
11.
Registratie en melding van ongevallen
Een algemene ongevalregistratie wordt bijgehouden op bestuurlijk niveau. Per school registreert de arbocontactpersoon of een daarvoor aangewezen persoon de ongevallen met behulp van een registratieformulier ongevallen (zie bijlage B). Dit formulier is verkrijgbaar via de website van de Stichting Lek en IJssel. Het formulier moet binnen 24 uur na het ongeval door het betrokken personeelslid worden ingevuld. De preventiemedewerker bespreekt minstens één keer per jaar het register met de schoolleiding, zonodig frequenter. In het register worden ongevallen opgenomen die lichamelijk letsel en/of (ziekte)verzuim tot gevolg hebben. Ook als er sprake is van letsel zonder verzuim, wordt het ongeval vastgelegd. Uit de geregistreerde informatie blijkt of er gevaarlijke situaties zijn of kunnen ontstaan. Conform artikel 9, lid 1 van de Arbo-wet meldt de werkgever alle arbeidsongevallen die leiden tot de dood, een blijvend letsel of een ziekenhuisopname direct aan de Arbeidsinspectie en rapporteert hierover desgevraagd zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de Arbeidsinspectie.
12.
Financiering
Mede op basis van het plan van aanpak voorkomend uit de RI&E wordt er jaarlijks per school tijdens de budgetteringsronde een afzonderlijk budget beschikbaar gesteld voor het aanpakken en oplossen van knelpunten op het gebied van arbeidsomstandigheden bij betreffende school. Om acute knelpunten op scholen op te kunnen lossen, stelt het bestuur jaarlijks een budget beschikbaar. Scholen die aanspraak wensen te maken op dit budget, kunnen hiertoe een aanvraag bij het bestuur indienen. Het bestuur zal de aanvraag zo spoedig mogelijk in behandeling nemen. Naast acute knelpunten kan ook in voorkomende gevallen – bijvoorbeeld indien het afzonderlijk jaarlijkse budget van een school voor het aanpakken van arboknelpunten onvoldoende blijkt - aanspraak op dit budget op bestuursniveau worden gedaan. De scholing van de arbocontactpersonen, de preventiemedewerker, BHV-ers en andere personeelsleden die belast zijn met het uitvoeren van taken op het gebied van arbeidsomstandigheden wordt gefinancierd uit het scholingsbudget.
7
Personeelshandboek 9.1
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Bijlage A Verdeling taken en verantwoordelijkheden In het onderwijs is het bevoegd gezag/bestuur als werkgever verantwoordelijk voor de uitvoering van het algehele arbobeleid. In de praktijk vervult de directie (zie het directiestatuut) deze rol waar het gaat om een aantal belangrijke verplichtingen. Het bestuur ziet erop toe dat de verplichtingen worden uitgevoerd.
Bevoegd gezag/bestuur vaststellen arbobeleidsplan; vaststellen van een arbobudget; delegeren taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, waaronder het aanstellen van een preventiemedewerker; toekennen middelen; overleg voeren met (G)MR; contract sluiten met de Arbodienst en/of gecertificeerde arbodeskundige(n); organiseren van scholing en training; informeren en adviseren over arbozaken. De bovenschoolse Arbo-werkgroep bestaat uit twee directeuren, een lid van de GMR en de bovenschoolse preventiemedewerker; doet voorstellen t.a.v. arbobeleid; adviseert gevraagd en ongevraagd over arbozaken; zorgt voor draagvlak wat betreft het Arbo-beleid en de uitvoering hiervan; denkt mee over het Arbo-beleid en de uitvoering hiervan (bovenschools Plan van Aanpak); informeert de directie over het Arbo-beleid en de uitvoering hiervan. Bovenschoolse preventiemedewerker (zie bijlage D) voorzitten van bovenschoolse arbowerkgroep; verlenen van medewerking aan de uitvoering van de RI&E; het opstellen van het bovenschools plan van aanpak en zorgdragen voor de uitvoering ervan; adviseren van de GMR over de te nemen maatregelen op arbogebied; verlenen van medewerking aan een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid; personeel van informatie voorzien; aanspreekpunt voor arbocontactpersonen, ondersteunen bij de uitvoering van hun taken; éénmaal per jaar organiseren van een bijeenkomst voor de arbocontactpersonen; Schooldirecteur stelt in overleg met het bovenschools management verantwoordelijkheden en bevoegdheden vast wat betreft naleving van de Arbo-wet en regelgeving binnen de school; (laten) uitvoeren van de RI&E en vaststellen van het plan van aanpak Verdelen èn faciliteren van arbotaken binnen de school/aanstellen van een arbocontactpersoon en bedrijfshulpverleners; onderhouden van contacten met Arbodienst of gecertificeerde arbodeskundige(n); voert regelmatig overleg met personeel en de MR over arbo-zorg; verantwoordelijk voor verzuimbegeleiding. Arbocontactpersoon (zie bijlage E) uitvoering van de RI&E; opstellen van het plan van aanpak en zorgdragen voor de uitvoering ervan; adviseren van de MR en directeur over de te nemen maatregelen op arbogebied; verzorgen van de jaarlijkse check van het schoolgebouw en de omgeving op arbeidsrisico’s; aanspreekpunt binnen de school op gebied van arbozaken; signaleert de risico’s op gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn. bijwonen van de jaarlijkse bijeenkomst voor arbocontactpersonen
8
Personeelshandboek 9.1
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Het onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel voert werkzaamheden uit in het kader van de aan hen toegewezen taken; houdt toezicht op leerlingen tijdens de lessen; meldt de opgemerkte gevaren voor veiligheid, gezondheid en welzijn aan de Arbo-werkgroep/coördinator of de directie; gebruikt machines, gevaarlijke stoffen, hulpmiddelen e.d. op verantwoorde wijze; woont voorlichtingsbijeenkomsten bij omtrent veiligheid, gezondheid en welzijn; informeert ouders die meehelpen op school omtrent Arbo-voorschriften; werkt mee met interne en externe Arbo-deskundigen bij de uitvoering van hun taken. Personeelsgeleding (G)MR overleg en advies m.b.t. regels inzake arbeidsomstandigheden en arbeids- en rusttijden; instemmingsrecht t.a.v. voorgenomen besluiten inzake o.a.: o contract Arbodienst of arbodeskundige; o arbobeleid; o plan van aanpak; o organisatie van preventietaken. Contactpersoon aanspreekpunt voor klachten over de schoolsituatie: bijv. over (cyber)pesten, intimidatie, roddels, discriminatie, agressie, een personeelslid dat zijn handen niet thuis kan houden, enz.; de eerste opvang van de klager en zonodig verwijzen naar de vertrouwenspersoon; het bekend maken van de klachtenregeling binnen school. Vertrouwenspersoon is aanspreekpunt voor leerkrachten en leerlingen/ouders; begeleidt indien nodig/gewenst de klachtenprocedure.
Bij de uitvoering van het arbobeleid zijn de volgende externe instanties betrokken: Arbodienst of gecertificeerde arbodeskundige(n) ziekteverzuim- en re-integratiebegeleiding; toetsen van RI&E; uitvoeren van periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek. Arbeidsinspectie controleert de arbeidsomstandigheden; controleert de uitvoering van de arbowetverplichtingen waaronder: - de registratie van arbeids- en rusttijden en - de uitvoering van de RI&E en het Plan van Aanpak
9
Personeelshandboek 9.1
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Bijlage B Registratieformulier ongevallen
Aard ongeval
Datum
Letsel
Melden aan arbeidsinspectie nodig?
Oorzaken
Actie om herhaling te voorkomen
10
Personeelshandboek 9.1
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Melding en registratie ongevallen Doel
Melden van ongevallen van leerlingen en personeel met ernstig lichamelijk letsel of de dood als gevolg aan de Arbeidsinspectie. Een ongeval is als ernstig te beschouwen wanneer iemand binnen 24 uur na het ongeval naar het ziekenhuis wordt gebracht of indien iemand blijvende gezondheidsschade oploopt. Gemelde ongevallen worden door de Arbeidsinspectie onderzocht. Het opstellen en toesturen van een schriftelijke rapportage is alleen verplicht als de Arbeidsinspectie daarom vraagt. Registreren van ongevallen van leerlingen en personeel die hebben geleid tot meer dan drie dagen ziekteverzuim. Hiervoor wordt het “registratieformulier ongevallen” gebruikt.
Wanneer te gebruiken Na een ongeval van leerlingen en personeel ten gevolge van schoolactiviteiten. Melden van ongeval aan (met een kopie naar personeelszaken!) Arbeidsinspectie Regio Midden Oudenoord 6 3513 ER Utrecht 0800-2700000 Postbus 820 3500 AV Utrecht
Hoe te gebruiken Zo spoedig mogelijk na het ongeval (< 24 uur) in te vullen door degene die verantwoordelijk is voor de registratie. Daarna bewaren in het ongevalregister en te gebruiken bij ongevalanalyse en melding aan Arbeidsinspectie. Wie gebruikt het Arbocontactpersoon, bedrijfshulpverlener Aanbeveling Het is aan te bevelen om ook (bijna)-ongevallen en gevaarlijke situaties op te nemen in het ongevalregister. Deze gebeurtenissen en situaties kunnen namelijk veel informatie opleveren over de risico’s in de school.
Aansprakelijkheid Als de school aansprakelijk wordt gesteld bij een ongeval dan dient de schooldirecteur dit te melden aan de afdeling personeelszaken van het stafbureau. Zij zullen samen met de betreffende directeur het “schadeaangifteformulier ongevallen” (zie www.bkoverzekeringen.nl voor het meest up-to-date schadeformulier) invullen en verdere benodigde stappen doornemen. De school mag nimmer zelfstandig aansprakelijkheid erkennen daar het aan de verzekeraar is om dit te bepalen!
11
Personeelshandboek 9.1
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Bijlage C Schoolongevallen en aansprakelijkheid. Het bestuur van de Stichting Lek en IJssel heeft voor al haar scholen een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Zie voor de meest up-to-date schadeformulieren www.bkoverzekeringen.nl. Ongevallen Op grond van de ongevallenverzekering zijn alle betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel,vrijwilligers) verzekerd. De verzekering geeft recht op een (beperkte) uitkering indien een ongeval tot overlijden of blijvende invaliditeit leidt. Ook zijn de geneeskundige en tandheelkundige kosten gedeeltelijk meeverzekerd (tot een bepaald maximum), voor zover de eigen verzekering van betrokkene geen dekking biedt. Het verplichte eigen risico valt hier niet onder, omdat dit niet als medische kosten wordt beschouwd. Materiële schade (kapotte bril, fiets enz.) valt niet onder de dekking. Deze schade is voor rekening van de ouders/verzorgers zelf. Leerlingen die op stage gaan zijn tijdens de uitoefening hiervan ook verzekerd voor ongevallen. Aansprakelijkheid De aansprakelijkheidsverzekering biedt zowel de school zelf als zij die voor de school actief zijn (bestuursleden, personeel, vrijwilligers) dekking tegen schadeclaims van derden ten gevolge van onrechtmatig handelen uithoofde van de school ten opzichte van deze derden. Binnen de aansprakelijkheidsverzekering is ook dekking voor leerlingen die op stage gaan. Schade tijdens de stage veroorzaakt aan derden alsmede aan de stagegever is onder deze verzekering gedekt. Wij attenderen hierbij in dit verband op twee aspecten, die vaak aanleiding zijn tot misverstand. Ten eerste is de school/het schoolbestuur niet (zonder meer) aansprakelijk voor alles wat tijdens de schooluren en buitenschoolse activiteiten gebeurt. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zou alle schade die in schoolverband ontstaat door de school moet worden vergoed. Deze opvatting leeft wel bij veel mensen, maar is gebaseerd op een misverstand. De school heeft pas een schadevergoedingsplicht wanneer er sprake is van een verwijtbare fout. De school (of zij die voor de school optreden) moeten dus te kort zijn geschoten in hun rechtsplicht. Het is mogelijk dat er schade wordt geleden, zonder dat er sprake is van enige onrechtmatigheid. Bijvoorbeeld tijdens de gymnastiekles wordt er een bal geschopt. Deze komt op een bril van een leerling terecht en de bril is kapot. Die schade valt niet onder de aansprakelijkheidsverzekering en wordt dan ook niet door de school vergoed. Ten tweede is de school niet aansprakelijk voor schade door onrechtmatig gedrag van leerlingen. Leerlingen (of, als zij jonger zijn dan 14 jaar, hun ouders) zijn primair zelf verantwoordelijk voor hun doen en laten. Een leerling die tijdens de schooluren of tijdens door de school georganiseerde activiteiten door onrechtmatig handelen schade veroorzaakt, is daar dus in de eerste plaats zelf (of de ouders) verantwoordelijk voor. Het is dus van belang dat ouders/verzorgers zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten. Indien een aansprakelijke ouder kan aantonen geen verzekering te hebben en de schade niet zelf kan voldoen, kan de schade alsnog verhaald worden op de aansprakelijkheidsverzekering van de school.
12
Personeelshandboek 9.1
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Bijlage D Regeling preventiemedewerker Stichting Lek en IJssel, januari 2006 Per 1 juli 2005 is de Arbo-wet gewijzigd. Het uitgangspunt van de nieuwe Arbo-wet is dat preventieve taken op het gebied van arbeidsomstandigheden in principe in eigen huis moeten worden verricht. Daartoe dient het bestuur, verantwoordelijk voor het te voeren arbobeleid, tenminste één werknemer aan te wijzen die de uitvoering van de preventietaken coördineert: de preventiemedewerker. Huidige situatie De Stichting Lek en IJssel beschikt over een arbowerkgroep, bestaande uit twee schooldirecteuren, een lid van de (G)MR en een stafmedewerker personeelszaken. Deze werkgroep overlegt meerdere keren per jaar over de bovenschoolse arbomaatregelen voortvloeiende uit de RI&E’s en kan naar aanleiding hiervan beleidsvoorstellen doen. Daarnaast bestaat er op iedere school een arbocontactpersoon. In een aantal gevallen is dat de directeur zelf. De arbocontactpersoon houdt zich bezig met de uitvoering van de maatregelen die voortvloeien uit het plan van aanpak dat wordt opgesteld naar aanleiding van de RI&E en zorgt voor de jaarlijkse evaluatie van het plan van aanpak en de bijstelling hiervan. Ook verzorgt deze jaarlijks de check van het schoolgebouw en de omgeving op de arbeidsrisico’s. Situatie per januari 2006 Het bestuur van de Stichting Lek en IJssel wijst een preventiemedewerker aan. Wettelijke taken De preventiemedewerker is verantwoordelijk voor de coördinatie van de uitvoering van de preventietaken. Hij/zij ondersteunt de leidinggevenden en de werknemers bij de zorg voor veiligheid en gezondheid binnen de instelling. Hierbij moet gedacht worden aan: 1. Het verlenen van medewerking bij het uitvoeren van een RI&E, het hierbij behorende plan van aanpak en de uitvoering van de hieruit voortvloeiende maatregelen. 2. Nauwe samenwerking met en advisering aan de (G)MR. Hierbij gaat het om algemene adviezen en niet om adviezen aan individuele medewerkers. 3. De uitvoering van, dan wel de medewerking aan maatregelen, die gericht zijn op een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid. Takenpakket 1. Het medewerking verlenen aan de uitvoering van de RI&E: a. Het eens per vier jaar zorgdragen voor de uitvoering van de RI&E’s op scholen en hiertoe offertes aanvragen. b. Het naar aanleiding van de RI&E’s opstellen van een bovenschools plan van aanpak. c. Het zorgdragen voor de uitvoering van het bovenschools plan van aanpak. 2. Nauw samenwerken met de (G)MR en deze adviseren over de te nemen maatregelen op arbogebied. 3. Het medewerking verlenen aan een zo goed mogelijk arbeidsomstandighedenbeleid: a. De preventiemedewerker is aanspreekpunt voor de arbocontactpersonen. Hij/zij zal hen ondersteunen bij de uitvoering van hun taken. b. Het éénmaal per jaar organiseren van een bijeenkomst voor arbocontactpersonen, waarbij één of meerdere arbo-onderwerpen worden belicht. Kennis en vaardigheden Rekening houdend met de grootste arborisico’s in het onderwijs zoals welzijn (werkdruk en stress), agressie en geweld, fysieke belasting en werkplekken zal de preventiemedewerker hiervan in ieder geval kennis moeten hebben. De vaardigheden van de preventiemedewerker zijn o.a. het herkennen van risico’s in de organisatie, de communicatie met de directie, teamleden en de (G)MR, het adviseren omtrent de aanpak van de problematiek en het plannen en uitvoeren van maatregelen. De specifieke deskundigheid waarover de preventiemedewerker dient te beschikken, zal afhangen van de uitkomst van de RI&E’s.
13
Personeelshandboek 9.1
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Bijlage E TAKENPAKKET ARBOCONTACTPERSONEN LEK EN IJSSEL Alle taken worden in overleg met de directie uitgevoerd!
Jaarlijkse Arbocheck van het schoolgebouw Afnemen van een risico-inventarisatie (v) Het opstellen van een plan van aanpak naar aanleiding van de knelpunten en conclusies die getrokken worden uit de risico-inventarisatie (v) Bespreken van RI&E/voortgang Plan van aanpak met de MR (v) Overleg met stafbureau omtrent Arbo-zaken Begroten van kosten die gemaakt zullen worden in het kader van Arbo (in overleg met directeur) Minimaal één maal per jaar organiseren van ontruimingsoefening Eén keer per jaar toesturen van registratieformulier ongevallen naar preventiemedewerker Maken en up-to-date houden van ontruimingsplannen Fungeert zowel intern (binnen de school richting collega’s en leerlingen en stafbureau) als extern (richting ouders, brandweer, GGD) als eerste aanspreekpunt voor arbozaken Aanwezigheid arbocontactpersoon bij Arbo-inspecties door bijvoorbeeld de brandweer Onderhouden van contacten met instanties: brandweer, BHV, GGD Intermediair tussen team en directie bij afhandeling van Arbo-zaken Aandragen van Arbo-zaken op agenda van teamvergadering Bijhouden relevante literatuur (o.a. Rentree) Bewust maken van collega’s en hen in de gelegenheid stellen om contact met me te zoeken en zaken te melden Maken en up-to-date houden van legionella logboek (v) Aanspreekpunt BHV-cursus op school
(v) = wettelijk verplicht De complete uitvoering van het takenpakket van een arbocontactpersoon bedraagt minimaal 20 uur op jaarbasis.
NB: De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering, het toezicht, de controle en de naleving op arbogebied ligt bij de directeur.
14
Personeelshandboek 9.1
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
Bijlage F Tijdpad
Taken
Continu jaarlijks (min.1 x) jaarlijks
Plan van aanpak uitvoeren Organiseren van ontruimingsoefening (G)MR informeren over voortgang uitvoering Plan van aanpak Jaarlijkse check school-gebouw + omgeving Kopie “registratieformulier ongevallen” toesturen aan preventiemedewerker Evaluatie Plan van aanpak scholen bovenschools Nalopen controlelijst brandveiligheid Controlelijst opsturen naar stafmedewerker beheer Bijstellen Plan van aanpak scholen bovenschools Plan van aanpak toesturen aan preventiemedewerker Uitvoeren bijgestelde Plan v Aanpak scholen bovenschools Overige arbo-taken Arbo-bijeenkomst bijwonen organiseren Informatievoorziening aan medewerkers Aanwezig bij arbo-inspecties bijv. door de brandweer Maken en up-to-date houden van legionella logboek
juni juni
aug/sep.
sep. okt. okt.
nov. okt. - juli
jaarlijks
continu
ARBO-CYCLUS Prev. med. Arbowerkgroep x
x
x
x
(G)MR
Arbocontactpers./dir. x x x
x x x
x x
x x x
x x x
x x
x x
x
x
x
x x x
Personeelshandboek 9.1
Arbobeleidsplan Stichting Lek en IJssel (versie feb. 2009)
16