Schoolplan
2012-2016
augustus 2012
Inleiding Grensverleggend onderwijs op het Gymnasium Op onze school is er ruimte voor leerlingen en docenten die ergens voor staan, die een stap verder willen komen. Er is ruimte voor passie in plaats van onverschilligheid. Interesse in plaats van oppervlakkigheid. Ontdekken en onderzoeken in plaats van afwachten tot iemand vertelt hoe het moet. Authentiek en oprecht in plaats van gemiddeld en voorspelbaar. Communiceren in plaats van vertellen. Respect in plaats van autoriteit. En verbonden in plaats van alleen. Op onze school gaan klassieke vorming, academische voorbereiding en internationale oriëntatie hand in hand. We willen samen met de leerlingen verder kijken en grenzen verleggen. Op basis van de uitkomsten van de teamoverleggen op 8 mei, het inspectiebezoek op 8 mei, kennismakingsgesprekken met een aantal collega’s en de leerlingenraad, bespreking binnen ons MT en uitkomsten uit teamoverleggen in juni 2012, ben ik tot de volgende drie belangrijkste hoofdpijlers voor ons schoolplan gekomen. Daarnaast beschrijf ik drie thema’s die in elke organisatie van groot belang zijn (zonder ‘professioneel werken’, zonder ‘contactgerichtheid’ en zonder ‘ICT-ondersteuning’, kunnen wij als school niet bestaan. Het klinkt als een open deur, toch lijkt het goed om ook deze thema’s te beschrijven en ook in doelen aan te geven wat we op die gebieden willen bereiken in de komende jaren).
Jaarlijks zullen we in onze teams en ons MT evalueren welke doelen we hebben bereikt en aan welke doelen we zullen verder werken. Voor het schooljaar 2012/2013 zijn schooljaarplan en teamplannen geschreven op basis van onderstaande meerjarenplan. Jaarlijks worden keuzes gemaakt uit de thema’s.
1.ACADEMISCHE VOORBEREIDING We zijn een gymnasium, onze resultaten zijn bovengemiddeld en een groot gedeelte van onze leerlingen gaat naar de universiteit. Wij willen dat onze leerlingen hun grenzen gaan verkennen en dat ze het beste uit zichzelf halen. We merken dat leerlingen van tegenwoordig vaak tevreden zijn met zesjes en niet meer willen of durven excelleren. Hier willen we verandering in aanbrengen. We willen onze leerlingen een goede voorbereiding op de academische wereld geven en we willen hen uitdagen om te laten zien wat ze kunnen. - We hebben zicht op de resultaten van onze leerlingen op de universiteiten. We weten wat onze leerlingen goed kunnen en we weten waar onze leerlingen beter in zouden kunnen worden. - We bereiden op onze school de leerlingen voor op de academische wereld. De vaardigheden die studenten op de universiteit nodig hebben, krijgen bij ons al aandacht. Het gaat bijvoorbeeld om: onderzoeksvaardigheden, kritisch nadenken, reflecteren - De lijn academische voorbereiding krijgt teamoverstijgend aandacht. Deze leerlijn krijgt een plek op de rapporten van onze leerlingen. - We willen samenwerken met de universiteiten. We onderzoeken de mogelijkheden, leggen (nieuwe) contacten met universiteiten en stimuleren onze leerlingen om gebruik te maken van de mogelijkheden op universiteiten. - We willen dat onze leerlingen presteren naar vermogen. We willen onze excellente leerlingen bedienen, en daarnaast ook de leerlingen die extra hulp nodig hebben om een diploma bij ons op school te halen. Differentieren, leren op maat: een krachtige leeromgeving voor alle leerlingen. Vanuit thema-intervisie en vanuit gerichte scholing is elke docent in schooljaar 2012/2013 hiermee bezig. - We onderzoeken de mogelijkheid van het opzetten van een topklas of van topklassen.
2. KLASSIEKE VORMING / GYMNASIAAL ONDERWIJS / LEREN OP MAAT Wij zijn een gymnasium. Klassieke vorming is een belangrijk onderdeel van het gymnasium. Het is voor leerlingen soms moeilijk om zich langdurig te verdiepen in de analyse van de oude talen, we willen zoeken naar manieren om de leerlingen te motiveren met deze stof aan het werk te gaan. We geven les aan leerlingen die veel kunnen, vaak ook veel willen en vaak ook eigenzinnig zijn. Het lijkt alsof we lesgeven aan een homogene groep leerlingen, maar niets is minder waar: we hebben een grote verscheidenheid aan leerlingen in huis. De IQ’s lopen uiteen van 110 tot 150+, we hebben leerlingen in huis die precies weten hoe ze moeten leren, we hebben ook leerlingen in huis die nog nooit hebben hoeven studeren en ook niet weten hoe ze dit moeten aanpakken en hulp nodig hebben bij hun studie-aanpak. We zullen verschil moeten maken. - Klassieke talen: we zien het belang van de klassieke talen. Leerlingen worden door het volgen van Latijn en Grieks gedwongen om teksten goed te lezen en om gedetailleeerd te werken. Er vindt regelmatig overleg plaats binnen en met de sectie klassieken over lesaanpak, het organiseren van inloopuren enz. We bezoeken een ander Gymnasium om te bespreken hoe ze daar het aanleren van klassieke talen aanpakken. - Gymnasiaal onderwijs. Een gymnasium is voor ons meer dan alleen de klassieke talen. We zien verbanden met vakken als Nederlands, Frans, geschiedenis, drama enz. Deze verbanden worden zichtbaar voor leerlingen en ouders. - Filosofie lijkt bij uitstek een vak dat op het gymnasium thuishoort en verbinding heeft met de klassieke talen. We bieden het vak aan vanaf klas 4. Zou filosofie onderdeel moeten uitmaken van de onderbouw? We onderzoeken de mogelijkheid van het aanbieden van filosofie in de onderbouw. - We bieden voor alle leerlingen op onze school hetzelfde aantal lesuren voor elk vak aan. Het is duidelijk dat niet alle leerlingen altijd hetzelfde nodig hebben. Welke mogelijkheden hebben we op onze school om verschil te maken in bijvoorbeeld hoeveel lesuren van een bepaald vak een leerling volgt? - Docenten zijn ervan overtuigd dat differentiatie een belangrijk didactisch instrument is. Voor leerlingen en ouders is differentiatie niet herkenbaar binnen onze school. Door middel van intervisie en scholing ontwikkelen we ons verder op het gebied van ‘leren op maat’ / differentieren. - Onze leerlingen hebben vaak niet leren studeren. We zetten een doorgaande leerlijn studievaardigheden op: leerlingen die het nodig hebben, krijgen begeleiding bij het leren studeren. Vakstudievaardigheden komen bij de vakken zelf aan de orde.
- Alle docenten snappen dat het nodig is leerlingen met een leerstoornis (dyslexie, dyscalculie, ASS-stoornissen, ADD, ADHD enz.) anders te benaderen. De kennis over omgang met deze leerlingen wordt vergroot. En in het kader van Passend Onderwijs is het nodig om met persoonlijke handelingsplannen te werken bij deze leerlingen. Alle docenten van een leerling met een leerstoornis zijn op de hoogte van de stoornis en de omgang met de stoornis. - Het zorgplan wordt herzien. Rector en zoco gaan het traject beschrijven. Eerst zal zoco het totaaloverzicht maken van de zorg.
3. INTERNATIONALE ORIENTATIE Internationale oriëntatie sluit aan bij het ‘opleiden van wereldburgers’: leerlingen die wij afleveren, zullen steeds vaker in het buitenland gaan studeren, stage gaan lopen, of zelfs gaan werken. Wij willen onze leerlingen hier goed op voorbereiden, allerlei initiatieven in de school wijzen hierop. - er zijn heel wat activiteiten op onze school die een internationaal karakter hebben (thema’s binnen vakken / vakken zelf / projecten / excursies / uitwisselingen en reizen). Welke gedachte zit er achter al deze activiteiten, was is onze visie op al deze activiteiten? We schrijven een beleidsplan internationalisering: de werkgroep internationalisering zal zich hiermee bezig houden. - We bieden Cambridge English aan: 80% van onze leerlingen kiest daar. Bij Frans (DELF) en Duits (Goethe Deutsch) is het ook mogelijk om de leerlingen internationaal erkende diploma’s te laten halen. De secties Duits en Frans gaan hiermee aan het werk.
Subthema’s De volgende 3 ‘subthema’s ‘ zijn onmisbaar als basis voor ons nieuwe schoolplan (en in de nieuwe teamplannen). PROFESSIONELE CULTUUR In een professionele cultuur laten mensen persoonlijk leiderschap zien: professionals zijn gericht op kwaliteitsverbetering en voelen zich daar persoonlijk verantwoordelijk voor en willen verantwoording afleggen. Een professional is zich bewust van eigen kwaliteiten en zet die in, durft collega’s aan te spreken op gedrag en resultaten, weet zich verbonden aan de visie van de school en levert een bijdrage aan de realisatie van deze visie. Een professionele medewerker werkt samen en zorgt voor afstemming van werkzaamheden met sectieleden, teamleden en naaste collega’s. - We formuleren opnieuw onze visie op ‘goed onderwijs op het Gymnasium’ ( Is onze spreuk ‘hoogstpersoonlijk en uitdagend’ aan vernieuwing toe?) - We hebben een aanspreekcultuur binnen onze school. We praten niet over elkaar, maar met elkaar. - Binnen secties wordt er respectvol samengewerkt. Dit houdt in dat er overleg plaatsvindt over doorgaande leerlijnen en over onderwijs en toetsing binnen jaarlagen. Het mag niet zo zijn dat leerlingen binnen eenzelfde leerlaag verschillende (soorten) toetsen krijgen. - Intervisie neemt een steeds belangrijkere plek in binnen teams en binnen secties. Bij elkaar op lesbezoek gaan (niet om te (be)oordelen, maar om te leren) en met elkaar praten over onze pedagogisch-didactische aanpak, vinden we normaal. - In onze teamplannen beschrijven we de manier waarop we met elkaar samenwerken en van elkaar leren. - Iedere docent/teamleider/OOP’er voert tweejaarlijks een functioneringsgesprek met zijn/haar directleidinggevende. 360-gradenfeedback is hierbij een vanzelfsprekend onderdeel. In het jaar dat docent/teamleider/OOP’er geen fg heeft, wordt er een voortgangsgesprek gevoerd. - wij kunnen leren van onze leerlingen: scholing van leerlingen voor docenten (op digitaal gebied?) - Opbrengstgericht werken: onze onvertraagde doorstroom verbetert aanzienlijk (opbrengstgericht werken is mooi, maar het gaat natuurlijk niet om de kille cijfers: het gaat om het proces en de cultuur waarin resultaten tot stand komen!) - Opbrengstgericht werken: ons slagingspercentage ligt jaarlijks boven de 92%.
- Jaarlijks analyseren we onze examenresultaten per vak en per cluster. -- OOP: vanaf schooljaar 2012/2013 zijn er 3 bijeenkomsten voor alle OOP’ers en de schoolleiding ingepland om dinsdagmiddagen. Van tevoren kunnen agendapunten worden ingebracht. Verder zal de samenwerking en de verbinding met elkaar centraal staan. - OOP: in schooljaar 2012/2013 wordt door de rector ook een teamplan voor OOP opgezet waarin geformuleerd staat wat doelen voor het komend jaar en de komende jaren. -leeftijdsbewust beleid: we denken na over wijze waarop we rekening kunnen en willen houden met de fases waarin startende docenten en seniore docenten zich bevinden. Ook hebben we aandacht voor docenten die zich ‘in het spitsuur’ van het leven bevinden.
CONTACTGERICHTHEID / BEGELEIDING Onze school is goed in ‘contact’: we hebben een kleinschalige school en we kennen bijna iedereen. Dit zorgt voor een intieme, persoonlijke sfeer. Het is echter wel persoonsafhankelijk op welke manier dit ‘contact’ wordt ingevuld. Op welke manier zouden we in onze teamplannen de komende jaren deze contactgerichtheid kunnen beschrijven in doelen die we willen bereiken? Contact met leerlingen -We beschrijven in onze teamplannen hoe de contactgerichtheid van onze mentoren richting onze leerlingen eruit ziet (hoe vaak per jaar een persoonlijk gesprek?) - We beschrijven in onze teamplannen hoe de contactgerichtheid van onze docenten richting onze leerlingen eruit ziet. -We beschrijven in onze teamplannen de invulling van de (verplichte) mentoruren. - Het MT betrekt leerlingen actief bij het nadenken over onderwijs(aanbod) en eventuele wijzigingen die nodig zijn. -Tijdens overleg met leerlingenraad staat onderwijs hoog op de agenda. Contact met ouders -we beschrijven in onze teamplannen hoe vaak per jaar de ouders contact hebben met de mentor (persoonlijk of per mail / telefoon) - De mentor heeft ook contact met het thuisfront als het goed gaat met een leerling. - we zijn ons bewust van het feit dat we allemaal ambassadeurs van onze school zijn. - Ouders zijn actief betrokken bij het meedenken over onderwijs op onze school. Twee keer paar is het mogelijk voor ouders om in te tekenen voor een klankbordgroepavond .
ICT We willen ons goed voorbereiden op de toekomst. We kunnen niet om de ICTontwikkelingen heen en willen graag werk maken van het gebruik van ICT / digitale leermiddelen enz. - Docenten en leerlingen maken allemaal gebruik van It’s learning. - Er wordt schoolbreed draadloos netwerk aangelegd. - Docenten die gebruik maken van een digibord laten hun collega’s zien op welke wijze hiervan gebruik kan worden gemaakt. - Het gebruik van digitale leermiddelen wordt steeds normaler. - Er wordt een ICT-beleidsplan geschreven waarin bovenstaande zaken worden vastgelegd.
Louise, augustus 2012