Schoolplan 2015-2019 OBS Ollie B Bommel Den Bommel
Datum: 25 augustus 2015 www.mijnschoolplan.nl
OBS Ollie B Bommel
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
2
1 Inleiding
4
1.1 Voorwoord 1.2 Doelen en functie van het schoolplan 1.3 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan 1.4 Bijlagen
4 4 4 5
2 Schoolbeschrijving 2.1 Schoolgegevens 2.2 Kenmerken van het personeel 2.3 Kenmerken van de leerlingen 2.4 Kenmerken van de ouders en de omgeving 2.5 Sterkte-zwakteanalyse
6 6 6 6 7 7
2.6 Landelijke ontwikkelingen
8
3 Onderwijskundig beleid 3.1 De missie van de school
9 9
3.2 De visies van de school 3.3 Aspecten van opvoeden: Levensbeschouwelijke identiteit
9 11
3.4 Aspecten van opvoeden: Sociaal-emotionele ontwikkeling 3.5 Aspecten van opvoeden: Actief burgerschap en sociale cohesie
11 12
3.6 De kernvakken: Leerstofaanbod 3.7 Vakken, methodes en toetsinstrumenten 3.8 De kernvakken: Taalleesonderwijs
14 14 16
3.9 De kernvakken: Rekenen en wiskunde 3.10 De kernvakken: Wereldoriëntatie
17 18
3.11 ICT 3.12 De kernvakken: Kunstzinnige vorming
19 21
3.13 De kernvakken: Bewegingsonderwijs 3.14 De kernvakken: Wetenschap en Techniek 3.15 De kernvakken: Engelse taal 3.16 Het lesgeven: Gebruik leertijd
21 22 22 23
3.17 Het lesgeven: Pedagogisch handelen 3.18 Het lesgeven: Didactisch handelen
23 24
3.19 Het lesgeven: Actieve en zelfstandige houding van de leerlingen 3.20 Het lesgeven: Klassenmanagement 3.21 De zorg voor leerlingen: Zorg en begeleiding 3.22 De zorg voor leerlingen: Afstemming
24 24 25 27
3.23 Talentontwikkeling 3.24 De zorg voor leerlingen: Passend onderwijs 3.25 De opbrengsten: Opbrengstgericht werken 3.26 De opbrengsten: Opbrengsten
27 27 28 29
4 Personeelsbeleid
31
4.1 Integraal Personeelsbeleid 4.2 De schoolleiding 4.3 Beroepshouding 4.4 Professionele cultuur 4.5 Beleid met betrekking tot stagiaires
31 31 32 32 33
4.6 Werving en selectie
33
Schoolplan 2015-2019
2
OBS Ollie B Bommel
4.7 Taakbeleid 4.8 Collegiale consultatie
33 33
4.9 Persoonlijke ontwikkelplannen 4.10 Het bekwaamheidsdossier 4.11 Intervisie 4.12 Deskundigheidsbevordering - Professionalisering 4.13 Verzuimbeleid
34 34 34 34 35
4.14 Mobiliteitsbeleid
35
5 Organisatie en beleid 5.1 Organisatiestructuur 5.2 Groeperingsvormen 5.3 Schoolklimaat
36 36 36 36
5.4 Sociale en fysieke veiligheid 5.5 Interne communicatie 5.6 Externe contacten 5.7 Overgang PO-VO
37 38 39 40
5.8 Voor- en vroegschoolse educatie 5.9 PR
40 40
6 Financieel beleid
42
6.1 Lumpsum financiering, ondersteuning en gesprekken 6.2 Externe geldstromen
42 42
6.3 Sponsoring 6.4 Begrotingen
42 42
7 Zorg voor kwaliteit
43
7.1 Kwaliteitszorg algemeen
43
7.2 Meervoudige publieke verantwoording 7.3 Wet- en regelgeving
44 45
7.4 Strategisch beleid 7.5 Inspectiebezoeken
45 45
7.6 Vragenlijst Leraren
46
7.7 Interne audits
46
8 Verbeterpunten 2015-2019
47
9 Meerjarenplanning 2015-2016
50
10 Meerjarenplanning 2016-2017
52
11 Meerjarenplanning 2017-2018
54
12 Meerjarenplanning 2018-2019
56
13 Formulier "Instemming met schoolplan"
57
14 Formulier "Vaststelling van schoolplan"
58
Schoolplan 2015-2019
3
OBS Ollie B Bommel
1 Inleiding 1.1 Voorwoord De school van uw kind(eren) is onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Goeree-Overflakkee. Voor alle openbare scholen op Goeree-Overflakkee en onze school voor speciaal basisonderwijs heeft het bestuur doelstellingen geformuleerd voor de jaren 2015 - 2019 in een Strategisch Beleidsplan genaamd: “SOPOGO verlegt grenzen met de kracht van eenheid!” Drie leidende, sturende en richtinggevende werkwoorden vormen de basis voor dit strategisch beleidsplan: VERBINDEN, INNOVEREN en PROFESSIONALISEREN. Wij nodigen u van harte uit onze bovenschoolse beleidskeuzes te lezen op de website www.sopogo.nl (http://www.sopogo.nl). Met dit plan ondersteunen we onze scholen om de kinderen met kennis en vaardigheden te laten ontplooien tot sociale, gelukkige en succesvolle mensen. De richting en doelstellingen uit het strategisch beleidsplan vormen het bestuurlijk kader van waaruit elke afzonderlijke school eigen beleidskeuzes formuleert in het schoolplan voor de komende vier schooljaren vanaf 2015/2016. Scholen hebben steeds meer te maken met een omgeving die sneller dan ooit verandert. Voortdurend worden er nieuwe eisen gesteld aan scholen en aan de mensen die er werken; denk bijvoorbeeld aan de opvoedende taak van de school, omgaan met normen en waarden, de vele technische ontwikkelingen, aandacht besteden aan goed burgerschap. Het gaat vaak om grote en snelle veranderingen waar de school mee te maken krijgt. Daarom is het belangrijk dat het schoolplan een document is dat laat zien op welke manier de school invulling geeft aan het realiseren van zijn kerntaak in een snel veranderende wereld. Deze kerntaak van elke lerende school is het vorm geven van boeiend onderwijs dat past in deze tijd. Boeiend voor kinderen én leerkrachten. Van scholen wordt steeds meer verwacht dat ze hun eigen koers varen. Als de school niet weet naar welke haven ze zeilt, loopt ze het risico met alle winden mee te waaien! Het team van de Ollie B Bommelschool heeft gezamenlijk keuzes gemaakt. Het team heeft stilgestaan bij wat voor onze school belangrijk is en wat er toe doet in de school in deze tijd en met het oog op de toekomst. De gezamenlijke visie vormt als het ware het fundament onder de school en dus ook onder het schoolplan. In de komende hoofdstukken wordt beschreven op welke wijze het team zijn visie op de toekomst wilt bereiken.
1.2 Doelen en functie van het schoolplan Dit document is in eerste instantie een intern instrument. In ons schoolplan hebben wij beschreven hoe wij onze kwaliteit van onderwijs op continue basis blijven verbeteren. Het geeft het team houvast bij de uitvoering van de doelen die dit moeten gaan bewerkstelligen. Steeds zijn de beleidsvoornemens afgestemd op het Strategisch Beleidsplan van SOPOGO. Het Strategisch Beleidsplan vormt de basis van dit schoolplan. Het Strategisch Beleidsplan sluit aan bij de veranderende samenleving om te kunnen aanhaken bij de ontwikkelingen in onze maatschappij. Het omschrijft de gezamenlijke vernieuwende koers van alle SOPOGO-scholen, dus ook onze school. Daarnaast dient het schoolplan om verantwoording af te leggen aan het bevoegd gezag en de inspectie van onderwijs. In dit document beschrijven en evalueren wij ons beleid en onze beleidsvoornemens met betrekking tot de kwaliteit van onderwijs, zoals dat binnen onze school wordt gevoerd. Zowel het onderwijskundige-, personele-, organisatorische-, financiele-, huisvesting-, PR alsmede het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van kwaliteit van ons onderwijs worden beschreven. Ons schoolplan beschrijft, binnen de kaders van het Strategisch Beleidsplan van SOPOGO, in de eerste plaats onze kwaliteit: onze missie, onze visie en de daaraan gekoppelde doelen. Wij spreken in dit geval van ambities. Op basis van de huidige situatie hebben we onze streefdoelen voor de toekomst bepaald. Met behulp van een analyse van de huidige situatie en instrumenten zoals het inspectierapport en de KMPO, zijn verbeterdoelen tot stand gekomen. Op basis van ons vierjarige Plan willen we jaarlijks een uitgewerkt jaarplan opstellen. In het jaarverslag zullen we steeds evalueren of de gestelde verbeterdoelen gerealiseerd zijn. Op deze wijze geven we vorm aan een cyclus van plannen, uitvoeren en evalueren. Bij de totstandkoming van dit document is het team en de medezeggenschapsraad betrokken.
Bijlagen 1. Strategisch Beleidsplan SOPOGO 2. KMPO resultaten 2014
1.3 Procedures voor het opstellen en vaststellen van het schoolplan Ons schoolplan beschrijft de richting voor de komende vier jaar. Met elkaar, directie, intern begeleider en het team hebben wij onze ambities omschreven in dit plan. Het schoolplan geeft onze richting aan. De plannen zijn nog niet helemaal voor- en uitgeschreven. Het biedt ons de ruimte om ontwikkelprocessen aan te passen wanneer de
Schoolplan 2015-2019
4
OBS Ollie B Bommel
omstandigheden dit van ons vragen. We zien onze ontwikkelprocessen als een gepland begin gevoed door onze ambitie, aansluitend op waar de organisatie staat en vanuit het dwingende besef waar de school zou moeten zijn. Werken aan de verbetering van schoolkwaliteit vraagt vooraf om helderheid over de richting, het doel en de verwachtingen. De richting ligt vast maar waar we precies uit zullen komen is lastig aan te geven. Het kan goed zijn dat we onderweg de doelen nog bijstellen. We realiseren ons dat we nooit op het eindpunt zullen aankomen, elk bereikt doel leidt weer tot nieuwe doelen. Stap voor stap op weg naar het vervullen van onze ambities is kenmerkend voor onze aanpak. Bij het werken aan kwaliteit hebben we het niet alleen over de inhoud. Het gaat ook over de onderlinge verhoudingen in een school en de houding van de teamleden en de leerlingen. Wij zijn ervan overtuigd dat als deze drie elementen in samenhang zijn wij optimaal kunnen werken aan de schoolkwaliteit. Het schoolplan is ter goedkeuring voorgelegd aan de medezeggenschapsraad. jaarlijks zal het plan worden geëvalueerd en bijgesteld in samenspraak met de medezeggenschapsraad en team. De missie en de bijbehorende visies zijn gezamenlijk geformuleerd: directie en het voltallige team. Het team heeft een grote rol gespeeld in het formuleren van verbeterdoelen op het gebied van het onderwijskundig beleid. Dit is voor ons vanzelfsprekend omdat de verbeterdoelen grotendeels door hen gerealiseerd gaan worden. Het schoolplan is een vast agendapunt op de teamvergaderingen. Op deze wijze wordt de voortgang steeds gemonitord. Aan het einde van het schooljaar worden de evaluaties van de verbeterdoelen in het jaarverslag opgenomen. O p basis van die evaluatie wordt besloten of het verbeterdoel gerealiseerd is of meegenomen zal worden naar het volgende schooljaar. Het schoolplan is een leidend document voor de komende vier jaar. Jaarlijks wordt een jaarplan opgesteld waarin verbeterdoelen voor dat schooljaar uitvoerig staan beschreven. Dit alles in samenspraak met de Medezeggenschapsraad en het team.
1.4 Bijlagen
Ons schoolplan is een rompplan. Daarom verwijzen wij in de verschillende hoofdstukken ook naar de bijlagen.
Schoolplan 2015-2019
5
OBS Ollie B Bommel
2 Schoolbeschrijving 2.1 Schoolgegevens Gegevens van de stichting Naam stichting:
St. OPOGO
Algemeen directeur:
P. Verbrugh
Adres + nr.:
Emmastraat 11
Postcode + plaats:
3255 BD Oude-Tonge
Telefoonnummer:
0187-497800
E-mail adres:
info@sopogo (mailto:info@sopogo)
Website adres:
www.sopogo.nl (http://www.sopogo.nl)
Gegevens van de school Naam school:
O.B.S. Ollie B. Bommel
Directeur:
Mw. S. Wensink
Adres + nr.:
Nassaustraat 22
Postcode + plaats:
3258 AR Den Bommel
Telefoonnummer:
0187-612007
E-mail adres:
[email protected] (mailto:
[email protected])
Website adres:
www.olliebbommel.nl (http://www.olliebbommel.nl)
2.2 Kenmerken van het personeel De Ollie B. Bommelschool heeft een team met veel expertise. Het team bestaat uit overwegend vrouwen tussen de 30 en 40 jaar. Alle leerkrachten hebben naast het doorlopen van de PABO "doorgeleerd" en blijven structureel leren. Twee teamleden hebben een Master-opleiding afgerond. Een Master SEN (special education needs) en een Master leren en innoveren (onderzoek & verandermanagement). Daarnaast kent het team een leerkracht die zich extra heeft bekwaamd in het leesonderwijs, een teamlid die zich bekwaamd heeft op de reductie van faalangst en een teamlid die orthopedagogiek heeft gestudeerd. Het gehele team schoolt zich bij via de SOPOGO-academie. Continue professionalisering is kenmerkend voor dit team. De directie werkt parttime op de Ollie B. Bommel en is drie dagen aanwezig, doorgaans is zij op de maandag, donderdag en op de vrijdag aanwezig. Alle combinatieklassen kennen twee parttime leerkrachten. De Ollie B Bommelschool heeft de beschikking over een onderwijsassistent. Zij werkt twee ochtenden en wordt voornamelijk ingezet in de onderbouw. De intern begeleider werkt twee dagdelen (verspreid over de week) op de Ollie B. Bommel. Daarnaast werkt het team nauw samen met boven schoolse experts binnen SOPOGO. Onder andere op het gebied van ICT en Kunst en Cultuur.
2.3 Kenmerken van de leerlingen Onderstaand schema geeft de aantallen leerlingen per groep en het percentage gewogen leerlingen: groep
aantal
gewicht
1
6
0
2
5
0.30
3
9
0
Schoolplan 2015-2019
6
OBS Ollie B Bommel
groep
aantal
gewicht
4
13
0.30
5
15
0
6
12
1.20
7
10
0
8
12
0
De conclusie is, dat het aantal gewogen leerlingen toeneemt. De school heeft te maken met demografische krimp. .Hierdoor zal ons leerlingaantal op termijn licht dalen. Per groep hebben we de specifieke kenmerken in beeld gebracht en consequenties getrokken uit gewicht en kenmerken. Deze staan omschreven in onze groepsoverzichten en groepsplannen. Tel datum 1 oktober 2010
2011
2012
2013
2014
98
99
92
93
87
De prognose is dat per 1 oktober 2015 wij een leerlingaantal hebben van 82 maar er wordt gedurende het schooljaar een instroom van nieuwe kleuters verwacht. Beleidsvoornemens 2015-2019: Het jaarlijks maken van een analyse leerlingpopulatie en deze als uitgangspunt gebruiken voor ons onderwijs. Het per leerling in beeld brengen van de onderwijsbehoeften en de onderwijsdoelen hierop aan te laten sluiten. Het voeren van effectief kwaliteits-, PR- en imagobeleid om te zorgen voor een leerling toename.
2.4 Kenmerken van de ouders en de omgeving Niet voor niets is er de laatste jaren ook in het onderwijs veel aandacht voor de rol van ouders in het ontwikkelingsproces van kinderen. Ouderbetrokkenheid is belangrijk omdat ouders veel invloed hebben op de ontwikkeling van een kind. Over het algemeen staan hierbij de volgende doelen centraal: 1. De dialoog aanmoedigen tussen leerkrachten en opvoeders 2. Kennis opbouwen over ontwikkeling van kinderen 3. G emeenschappelijke keuzes maken. (Scholen die erin slagen een brug te slaan tussen school en thuis versterken gevoelens van vertrouwen en veiligheid bij de kinderen). 4. Samen met ouders werken aan het tijdig signaleren van bijvoorbeeld taal/lees/rekenproblemen problemen maakt het beter mogelijk om een probleem efficiënt aan te pakken. Ouders betrekken bij het plannen en uitvoeren van gerichte interventies vergroot de kans op resultaten. Onze school heeft intensieve contacten met de ouders over hun kinder(en). Ouders ervaren de school als laagdrempelig. De ouderpopulatie van onze school kent een opleidingsniveau inclusief Mavo en hoger van 76%. 20% heeft een VMBO opleiding afgerond en 4% hebben alleen het basisonderwijs gevolgd.
2.5 Sterkte-zwakteanalyse Als voorbereiding op het schrijven van ons Strategisch Beleidsplan is een zogenaamde sterkte- en zwakteanalyse uitgevoerd. Waar zijn alle scholen goed in? Wat zijn de verbeterpunten? Welke ontwikkelingen bieden kansen voor onze scholen én op welke bedreigingen moeten we realistische antwoorden formuleren? Onze grootste gezamenlijke uitdaging vormt de demografische ontwikkeling ‘krimp’. Leerlingenprognoses laten tot 2022 een dalend leerlingenaantal zien. In onze meerjarenbegroting, waarin we doorlopend 4 jaar vooruitkijken, houden we rekening met een jaarlijkse leerlingenafname van 2%. Aangezien de bekostiging van het basisonderwijs gebaseerd is op het leerlingenaantal moeten we dus jaarlijks anticiperen op een forse inkomstendaling. De kwaliteit van het onderwijs met goed opgeleid en continu bijgeschoold personeel, aansprekende uitdagende methodes en moderne leermiddelen staan bij ons voorop om steeds te kunnen inspelen op de onderwijsbehoeften van kinderen; hierop wordt niet beknibbeld. We kijken wel naar
Schoolplan 2015-2019
7
OBS Ollie B Bommel
een efficiënte inzet van management en ondersteuning, we proberen huurders te vinden zoals kinderopvang en/of andere onderwijs-gerelateerde instellingen om leegstand te voorkomen. Maar het belangrijkste antwoord op de ‘krimp’ is onze grondhouding om zowel intern (tussen de scholen) als extern (met andere besturen) samen te werken. Specifiek formuleren we vanuit de KMPO en het inspectierapport alsmede de vragenlijst van.. de volgende sterktes, verbeterpunten, uitdagingen en bedreigingen: sterke punten Onze school doet wat ze beloofd Gezellige en open sfeer op school Team heeft veel expertise Team staat open voor veranderingen/vernieuwingen De kwaliteitszorg is op orde (beoordeeld door de inspectie van onderwijs). De school houdt voldoende rekening met de kenmerken van haar leerlingenpopulatie.
uitdagingen Doorgaande lijn borgen binnen de school ten aanzien van het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkrachten. Ouderbetrokkenheid vergroten Versterken van verbindingen met externe partners: zoals peuterspeelzaal en kinderdagverblijf
verbeterpunten Meer aandacht voor taakverdeling leerkrachten Respons KMPO vergroten Inspraak leerlingen vergroten Meer aandacht voor het taalaanbod en de woordenschat.
bedreigingen Demografische krimp Reflecteren op eigen praktijk voelt als kwetsbaar
2.6 Landelijke ontwikkelingen Naast het eerder genoemde collectieve beleidsplan voor alle SOPOGO-scholen zullen ook een aantal landelijke ontwikkelingen invloed hebben op het onderwijs. Enkele voorbeelden: Het ministerie van onderwijs heeft met de belangenbehartiger van alle schoolbesturen (PO-Raad) een akkoord gesloten in welke richting de school van 2020 zich zou moeten door ontwikkelen. Het akkoord betreft de volgende vier actielijnen: talentontwikkeling door uitdagend onderwijs, een brede aanpak voor duurzame onderwijsverbetering, professionele scholen en doorgaande ontwikkellijnen. Ook de nieuwe CAO voor het onderwijspersoneel krijgt veel ruimte en aandacht voor de versterking van onderwijskwaliteit door elke leerkracht professionaliseringsuren en budget toe te kennen. Alle scholen worden minstens eenmaal in de 4 jaar onderzocht door de onderwijsinspectie. Op dit moment kent de inspectie alleen het eindoordeel voldoende, zwak of zeer zwak. De komende jaren kunnen scholen zich gaan onderscheiden door ook het eindoordeel goed te vergaren.
Schoolplan 2015-2019
8
OBS Ollie B Bommel
3 Onderwijskundig beleid 3.1 De missie van de school Onze Missie Onze school wil elke leerling goed Passend Onderwijs bieden. Wij nemen het leren en de ontwikkeling van elke leerling als uitgangspunt. Ieder kind doet ertoe, ieder kind wil leren en ieder kind kan excelleren. Om dat te bereiken willen we een school zijn waar ieder kind zich veilig voelt en waar ieder kind zichzelf mag en kan zijn. We vinden het belangrijk dat kinderen met plezier naar school gaan. Dit betekent een pedagogisch klimaat waarin kinderen zich gewaardeerd en gerespecteerd voelen en waarin ze opgroeien tot zelfstandige en zelfbewuste mensen. Wij stemmen ons onderwijs af op de verschillen tussen kinderen en streven daarbij naar het hoogst haalbare voor ieder kind, zodat zij, binnen de mogelijkheden van hun kunnen, tot optimale leerprestaties kunnen komen. De verwachtingen die wij van onze leerlingen hebben zijn realistisch maar ook uitdagend. Deze verwachtingen worden geformuleerd in samenspraak met de leerling en de ouders. Wij zijn, gezamenlijk, school, ouders en de leerling, verantwoordelijk het leer- en ontwikkelproces. Zo kan elke leerling succesvol leren op de Ollie B Bommel. Onze algemene visie op het onderwijs luidt: Onze leerlingen leren binnen een betekenisvolle context. Onze leerkrachten creëren samenhang in het lesaanbod waarbij wij de onderwijsbehoeften van de leerlingen als uitgangspunt nemen. Wij leren kinderen omgaan met hun talenten en belemmeringen, zodat ze zich als krachtige en zelfredzame mensen kunnen handhaven in de samenleving. Wij maken ons samen sterk voor ieder kind!
3.2 De visies van de school Visie op veranderingen Veranderen betekent doen. De praktijk is leidend; het gaat over doen, over reflecteren op het doen en over bijstellen en door ontwikkelen. Door veranderingsprocessen stapsgewijs te doorlopen is er blijvende kwaliteit. Veranderen doen we niet alleen maar samen. Visie op Leren Onze visie op leren is afgeleid van het sociaal-constructivisme. Het sociaal-constructivisme gaat ervan uit dat leerlingen zelf actief hun kennis construeren. Ze geven een persoonlijke betekenis aan de dingen die ze leren. Onderwijs vanuit de visie van het sociaal-constructivisme kenmerkt zich door: leerlingen die actief zijn en iets doen om de leerstof te verwerken; leerlingen die kennis zelf construeren door nieuwe kennis uit te diepen en te verbinden met de aanwezige voorkennis; leerlingen die doelgericht met leren en het verwerven van kennis omgaan, wat ze succeservaringen oplevert als ze een bereikbaar doel voor ogen hebben; leerlingen die samenwerken bij het verwerven en verwerken van kennis en het aanleren van vaardigheden; leerlingen die zelf sturing kunnen geven aan hun leerproces; de resultaten van de leerlingen worden gebruikt om het didactisch handelen af te stemmen. Alle leerkrachten hanteren hetzelfde instructiemodel en de lespraktijken zijn onderling afgestemd. In ons lesstof aanbod bieden wij de 21ste eeuwse vaardigheden aan. Wij vinden het belangrijk dat de leerling zelf eigenaar is van zijn eigen leer- en ontwikkelproces. Visie op Leiderschap De directie werkt aan een professionele leergemeenschap door de focus te hebben op het leren van zowel de leerling als de leerkrachten, op samenwerking tussen leerkrachten, leerkrachten en ouders, op resultaten en voortdurende ontwikkeling. Er wordt ingezet op gedeeld leiderschap en ondersteuning. Visie op het Team Het team functioneert als een professionele leergemeenschap waarbij het steeds gaat over met elkaar samenhangende factoren; nieuwe aanpakken, verbetering van de communicatie en versterking van de leerkrachtvaardigheid. Als team willen we werken aan de manier waarop we elkaar ondersteuning bieden en de manier waarop we kunnen door ontwikkelen. Visie op Educatief partnerschap
Schoolplan 2015-2019
9
OBS Ollie B Bommel
Ons team is ervan overtuigd dat in samenwerking met de ouders optimale omstandigheden te realiseren zijn voor het leren en de ontwikkeling van onze leerlingen, thuis en op school. Daartoe gaan school en ouders met elkaar in gesprek en werken ze zoveel mogelijk samen. Dat partnerschap is geen doel op zich, maar is gefundeerd op een tweetal nauw met elkaar verbonden pijlers: het besef dat zowel ouders als school nauw betrokken zijn bij de opvoeding en de begeleiding van kinderen en een gezamenlijk belang hebben. Maar ook uit de overtuiging dat je samen meer kunt bereiken in de opvoeding en begeleiding van kinderen dan ieder op zich.
Schoolplan 2015-2019
10
OBS Ollie B Bommel
3.3 Aspecten van opvoeden: Levensbeschouwelijke identiteit Op de openbare scholen van SOPOGO, is ieder kind welkom, ongeacht zijn of haar sociale, culturele of levensbeschouwelijke achtergrond. Openbare scholen leren kinderen van jongs af aan respect te hebben voor elkaars mening of overtuiging. Er wordt actief aandacht besteed aan de overeenkomsten en verschillen tussen kinderen, zonder voorkeur voor één bepaalde opvatting. Onze openbare scholen brengen verschillende opvattingen bij elkaar en laten kinderen er op basis van gelijkwaardigheid over in discussie gaan. Niet om de ander te overtuigen van het eigen gelijk, maar om kritisch naar zichzelf en medeleerlingen te leren kijken. SOPOGO-scholen leren kinderen waarnemen hoe verschillende achtergronden tot ander denken en handelen kunnen leiden en het leert hen vanuit dat inzicht eigen opvattingen te ontwikkelen. Als je weet wat anderen beweegt, kun je beter met elkaar samenleven. Onze openbare scholen zijn niet alleen voor iedereen toegankelijk, maar hebben ook een pluriforme opdracht. Dit betekent dat het openbaar onderwijs bijdraagt aan de ontwikkeling van de leerlingen met aandacht voor godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden, zoals die leven in de Nederlandse samenleving. In tegenstelling tot het bijzonder onderwijs neemt het openbaar onderwijs niet één levensbeschouwing als vertrekpunt, maar biedt het ruimte voor diversiteit. De Ollie B. Bommel is een openbare basisschool en laat bewust verschillende godsdiensten en levensovertuigingen aan de orde komen in de klassen. Wij leren kinderen te ontdekken dat anderen dingen soms anders doen, maar ook anders beleven. Wij stimuleren dat kinderen elkaar vragen stellen en leren leerlingen open te staan voor het feit dat niet iedereen op dezelfde wijze leeft. In de hoogste klassen zullen leerlingen op een meer abstracte wijze bezig zijn met normen en waarden. Zij kunnen al enige afstand nemen en begrijpen dat normen van situatie tot situatie kunnen verschillen. Door kinderen te stimuleren met elkaar van gedachten te laten wisselen hun mening te geven en vragen te stellen, krijgt ieder kind de ruimte eigen normen en waarden te ontwikkelen in contact met anderen. Verschillende levensovertuigingen, denkbeelden en opvattingen zijn in het openbaar onderwijs gelijkwaardig. Het vormen van een eigen stelsel van meningen, normen en waarden is iets, dat in alle vrijheid dient te gebeuren. De grondhouding die men in het openbaar onderwijs bij kinderen wil stimuleren is kritisch zijn op een positieve manier. Onze school biedt onze leerlingen zowel godsdienst als Humanistisch Vormings Onderwijs.
3.4 Aspecten van opvoeden: Sociaal-emotionele ontwikkeling Scholen hebben een functie in de opvoeding van hun leerlingen. Zij vervullen deze functie onder meer door aandacht te besteden aan sociale competentie. Hieronder verstaan wij adequaat kunnen en willen handelen in sociale situaties. Het begrip verwijst naar het vermogen van mensen om zich aan voorkomende situaties en omstandigheden aan te passen, indrukken en informatie op te nemen en op basis daarvan adequaat te handelen. Het team van de Ollie B. Bommel school vindt het belangrijk om de sociale competentie van hun leerlingen te verbeteren, enerzijds omdat wij het van belang vinden om kinderen op te voeden tot democratische burgers, anderzijds omdat wij ook geconfronteerd worden met negatief gedrag van leerlingen, waardoor het onderwijs wordt belemmerd. Van jongs af aan heeft een kind relaties met anderen. Allereerst zijn het de ouders en/of verzorgers die reageren op het kind: Zij voeden en verzorgen het en reageren op huilen en andere signalen van hun kind. Wanneer het kind ouder wordt, komt een kind steeds meer in contact met anderen. Alle relaties tussen mensen hebben een ding gemeen: een mens heeft ten allen tijde de ander nodig voor ondersteuning. Ook om zich te kunnen ontwikkelen, is een kind afhankelijk van contacten met andere mensen. De relaties die het kind aangaat, de kwaliteit daarvan, de mate waarin het kind ze als prettig ervaart en de gedachten en gevoelens die ze oproepen, noemt men het domein van de sociaal emotionele ontwikkeling. Ook de inspectie stelt eisen aan de manier waarop de school aandacht besteedt aan de sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Om de sociale competenties van onze leerlingen in kaart te brengen werkt onze school met de Sociale Competentie Observatie Lijst (SCOL). Door het invullen van deze digitale vragenlijst heeft de leerkracht goed in beeld welke aandachtspunten er zijn met betrekking tot de sociale emotionele ontwikkeling van het kind. De Sociale Competentie ObservatieLijst – is een scorelijst per leerling die de leerkracht tweemaal per jaar invult: een keer rond de herfstvakantie en de tweede keer in het voorjaar. Na de eerste keer invullen, wordt er een beginanalyse van de gegevens gemaakt. Zowel over de leerling als de hele groep. Na iedere volgende afname worden de scores vergeleken met de vorige afnamen en worden de vorderingen geanalyseerd. Naast het inzicht verkrijgen in de sociale emotionele ontwikkeling van onze leerlingen werkt onze school ook met de methode Programma Alternatieve Denkstrategieen (PAD). Deze methode leert de kinderen expliciet hun eigen gevoelens te herkennen en hiermee om te gaan. Deze individueel gerichte ontplooiing komt in PAD steeds tot stand in
Schoolplan 2015-2019
11
OBS Ollie B Bommel
de relatie tot een ander. Inzicht in de eigen gevoelens is een voorwaarde om de gevoelens van een ander te kunnen inschatten en zaken vanuit het perspectief van een ander te kunnen zien. Binnen deze methode is vooral aandacht voor positieve gevoelens. Uit onderzoek blijkt dat dit veel meer bijdraagt aan het welbevinden van kinderen dan alleen maar te werken aan het omgaan met de negatieve gevoelens. De school werkt structureel en systematisch aan de sociale emotionele ontwikkeling van onze leerlingen. Het team van de Ollie B Bommel legt verbanden tussen de sociale emotionele ontwikkeling van het kind en de wijze waarop het kind leert. Het leren staat onder invloed van de sociale emotionele ontwikkeling en kan zowel bevorderend als belemmerend werken. Deze bevorderende of belemmerende factoren worden omschreven in een groepsoverzicht. In het groepsoverzicht wordt beschreven welke ondersteuning elk kind nodig heeft naar aanleiding van deze factoren. We spreken dan van onderwijsbehoeften. De onderwijsbehoeften van de kinderen bepalen hoe de leerkracht de leerstof aanbiedt in de klas. Deze aanpak wordt beschreven in een groepsplan en wordt regelmatig geëvalueerd en bijgesteld. In ons borgingsdocument Programma Alternatieve Denkstrategieen (PAD) staat beschreven op welke wijze ons team de methodiek toepast in de klas en op welke wijze deze geevalueerd wordt. Zie bijlage. In de bijlage vindt ook het borgingsdocument van het instrument SCOL. In het schooljaar 2016-2017 worden afspraken vastgelegd op welke wijze ouders betrokken zullen worden bij het PADleerplan. Dit heeft als doel de effecten van PAD te versterken. Daarnaast kunnen de vaardigheden die de kinderen met het PAD-leerplan opdoen, kunnen ook ten goede komen aan de opvoedingssituatie thuis. De betrokkenheid van ouders willen we vergroten door de communicatie over het PAD-leerplan te vergroten . Onder andere door middel van nieuwsbrieven. In de nieuwsbrieven zal de inhoud van het leerplan worden gedeeld. Terugkoppeling hierover zal plaatsvinden in oudergesprekken. Daarnaast zullen leerlingen huiswerkopdrachten meekrijgen. Ook zal er geïnventariseerd worden of ouders behoefte hebben aan het volgen van een PAD-les op school.
Verbeterpunt
Prioriteit
Het ontwikkelen van gezamenlijke afspraken n.a.v. uitval op het gebied van sociale emotionele ontwikkeling.
gemiddeld
Het betrekken van ouders en verzorgers bij het PAD- leerplan.
gemiddeld
Bijlagen 1. Borgingsdocument sociale emotionele ontwikkeling 2. Borgingsdocument PAD
3.5 Aspecten van opvoeden: Actief burgerschap en sociale cohesie Burgerschapsvorming brengt kinderen de basiskennis, vaardigheden en houding bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in de eigen leefomgeving en in de samenleving. Ze maken kennis met begrippen als democratie, gronden mensenrechten, duurzame ontwikkeling, conflicthantering, sociale verantwoordelijkheid, gelijkwaardigheid en het omgaan met maatschappelijke diversiteit. Burgerschapsvorming is niet bedoeld om brave burgers voort te brengen. Democratisch burgerschap geeft recht op een afwijkende mening. Bij burgerschapsvorming staan drie domeinen centraal: democratie - kennis over de democratische rechtstaat en politieke besluitvorming; democratisch handelen en de maatschappelijke basiswaarden participatie - kennis over de basiswaarden en mogelijkheden voor inspraak en vaardigheden en houdingen die nodig zijn om op school en in de samenleving actief mee te kunnen doen; identiteit - verkennen van de eigen identiteit en die van anderen; voor welke (levensbeschouwelijke) waarden sta ik en hoe maak ik die waar? Scholen zijn wettelijk verplicht aandacht te besteden aan actief burgerschap en sociale integratie. Dit doet onze school onder ander middels het PAD-leerplan. PAD is een methode voor de sociale en emotionele competentie. Het is een programma voor alternatieve denkstrategieen. Dit programma bevordert het democratisch burgerschap. De kinderen leren hoe je fair en rechtvaardig omgaat met diversiteit en conflicten.
Schoolplan 2015-2019
12
OBS Ollie B Bommel
Uitgangspunten en doelstellingen Het PAD-leerplan heeft twee hoofddoelstellingen: Het bevorderen van de zelfkennis en de sociale vaardigheid van de leerlingen: leerlingen krijgen inzicht in de manier waarop hun emoties invloed hebben op hun eigen functioneren. Daardoor worden ze vaardiger in het omgaan met anderen. Het bevorderen van onderwijskundige en opvoedkundige processen in de groep. De hoofddoelstellingen zijn onder te verdelen in subdoelstellingen: De leerlingen ontwikkelen zelfcontrole: zij bezinnen zich voordat ze handelen, ook wanneer ze van streek zijn of geconfronteerd worden met een moeilijke situatie. De leerlingen versterken hun gevoel van eigenwaarde. Hun zelfvertrouwen neemt toe en ze ontwikkelen vaardigheden als het geven en ontvangen van complimenten. De leerlingen herkennen (lichamelijke) gewaarwordingen als gevoelens en leren met welke woorden zij die gevoelens kunnen benoemen. De leerlingen weten dat nare gevoelens tot probleemsituaties kunnen leiden. De leerlingen kunnen hun gedrag door middel van taal sturen. Zij kunnen zichzelf bijvoorbeeld opdrachten geven als: 'Eerst rustig worden en even wachten: tel tot 10' De leerlingen kunnen over hun gevoelens communiceren en discussiëren met anderen. De leerlingen zien en begrijpen verschillen en overeenkomsten tussen gevoelens, reacties en standpunten van henzelf en van anderen. De leerlingen leren de relatie te zien tussen oorzaak en gevolg, waardoor ze zich meer verantwoordelijk voelen voor hun eigen gedrag. De leerlingen weten en begrijpen dat hun gedrag anderen beïnvloedt. De leerlingen leren nieuwe woorden die betrekking hebben op logisch denken en probleemoplossen. Ze begrijpen de woorden en kunnen ze toepassen. De leerlingen kennen de stappen die nodig zijn bij het oplossen van problemen en kunnen deze toepassen. De leerlingen herkennen problemen en conflicten in sociale interacties. De leerlingen ontwikkelen vaardigheden in het voorkomen en/of oplossen van problemen en conflicten in sociale interacties. De leerlingen raken gemotiveerder en creatiever: ze worden zich meer bewust van hun positieve gevoelens en eigenschappen, en kunnen deze beter inzetten. Leerstof Inhoud In het PAD-leerplan spelen vier thema's een centrale rol: 1. 2. 3. 4.
Zelfbeeld: hoe waardeer ik mijzelf en hoe gedraag ik mij tegenover mijn leeftijdgenoten? Zelfcontrole: hoe stem ik mijn gedrag op mijn gevoelens af? Gevoelens: hoe ga ik om met de gevoelens van mijzelf en de ander? Probleemoplossend: hoe kan ik op een prettige en goede manier een probleem oplossen?
Naast PAD biedt onze school het tijdschrift SamSam aan, in de groepen 5 t/m 8. Samsam gaat over: samen delen, samen leven, samen spelen, samen leren en samen verantwoordelijk zijn voor een duurzame wereld. Nederlandse kinderen leven in een internationaal georiënteerde maatschappij. Om je positie als jonge wereldburgers te kunnen begrijpen zijn inlevingsvermogen, kennis, inzicht en vaardigheden nodig. Aan deze competenties levert samsam een belangrijke bijdrage. Samsam leert kinderen dat we samen verantwoordelijk zijn voor een duurzame wereld. De onderwerpen die aan bod komen, leren de leerlingen op een bewuste manier in het leven te staan, waarbij ze niet alleen respect leren hebben voor anderen maar ook naar anderen omzien. Wij willen leerlingen brede kennis over, en verantwoordelijkheidsgevoel meegeven voor de samenleving. Onze school is van ons allemaal. Maar voornamelijk van onze leerlingen zelf. Democratisch (school-)burgerschap wordt geleerd in de praktijk: leren door doen. Leerlingenparticipatie op school is daar een goed middel voor. Maar democratisch (school-)burgerschap en participatie op school kunnen nog worden versterkt als de school zelf functioneert als een democratische leef-, leer- en werkgemeenschap: als leerlingen inspraak hebben; als ze kunnen meedenken, meepraten en meebeslissen; als ze verantwoordelijkheid leren dragen. Een middel daartoe is de leerlingenraad. In onze visie is de leerlingenraad een leerwerkplek voor burgerschap en participatie. Er ontstaan echte situaties voor overleg, meedoen, meepraten, meebeslissen en inspraak volgens democratische spelregels. In die situaties kunnen leerlingen burgerschapscompetenties ontwikkelen.
Schoolplan 2015-2019
13
OBS Ollie B Bommel
Onze school wil de komende schoolplanperiode een medezeggenschapsraad voor leerlingen ontwikkelen om hun meer inspraak te geven. De meningen van kinderen telt op onze school! Wij willen hen de gelegenheid geven om met elkaar te praten over allerlei zaken in en om de school waar zij iets van vinden.
Verbeterpunt
Prioriteit
Het ontwikkelen van een leerling-medezeggenschapsraad.
hoog
3.6 De kernvakken: Leerstofaanbod Op onze school gebruiken we eigentijdse methodes die voldoen aan de kerndoelen. De methodes worden bij de hoofdvakken integraal gebruikt door de leerkrachten. Voor de toetsing van de leerstof maken we gebruik van methodeonafhankelijke en methodegebonden toetsen. Ten aanzien van leerstofaanbod hebben we de volgende ambities vastgesteld 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
De aangeboden leerinhouden omvatten alle wettelijk voorgeschreven leer- en vormingsgebieden Onze methodes voldoen aan de kerndoelen (zie overzicht) De leerinhouden vertonen een doorgaande lijn en worden aangeboden tot en met het niveau van leerjaar. De leerinhouden voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde zijn afgestemd op de onderwijsbehoeften van individuele leerlingen. We gebruiken voor Taal en Rekenen methodegebonden toetsen (zie overzicht). Het leerstofaanbod voorziet in de ondersteuning van de sociaal-emotionele ontwikkeling. De school besteedt aandacht aan actief (goed) burgerschap. Het leerstofaanbod voorziet in het gebruik leren maken van ICT. In het aanbod wordt een relatie gelegd met belangrijke maatschappelijke en actuele thema’s. Het leerstofaanbod bereidt leerlingen voor op het vervolgonderwijs.
De school gaat de komende periode (2015-2019) werken aan een meerjarenoverzicht waarin omschreven staat op welke wijze leerlingen met een eigen leerlijn de leerstof aangeboden krijgt. Vanaf schooljaar 2015-2016 gaat de school een groeidocument ontwikkelen waarin de groepsanalyses van elk vak opgenomen zijn. Uit de analyse volgt een plan van aanpak van de leerkrachten. Binnen het groeidocument van de analyses zal worden opgenomen in hoeverre het leerlingengewicht invloed heeft op de prestaties van de leerlingen. Verder zal de school zorg dragen voor een passend aanbod voor leerlingen met een taalachterstand.
Beoordeling
Omschrijving
Resultaat
Zelfevaluatie
2,94
Verbeterpunt
Prioriteit
De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
laag
De school beschikt over een deugdelijk overzicht van de groepen en de gewichten van de leerlingen, gekoppeld aan een analyse, conclusies en (uitgevoerde) interventies.
gemiddeld
De school heeft de onderwijsbehoeften van de leerlingen m.b.t. Nederlandse taal deugdelijk in kaart gebracht en gekoppeld aan een analyse, conclusies en (uitgevoerde) interventies.
gemiddeld
De school beschikt over een meerjarenoverzicht m.b.t. de leerlingen met een eigen leerlijn (leerlingen met een specifieke behoefte).
hoog
3.7 Vakken, methodes en toetsinstrumenten
Schoolplan 2015-2019
14
OBS Ollie B Bommel
Vak
Methodes
Toetsinstrumenten
Taal
Schatkist
Cito-toetsen Taal voor kleuters (eind groep 1, midden groep 2 en eind groep 2)
Veilig Leren Lezen
Methodegebonden toetsen (groep 3)
Zin in Taal
Cito-toetsen DMT groep 3 t/m 8
Vervangen
Cito-entreetoets, Cito-eindtoets Methode gebonden toetsen (groep 4 t/m 8) Technisch lezen
Veilig leren lezen
Cito-DMT
16-17
Protocol Leesproblemen - Dyslexie herfst, winter, lente en eindsignalering Leescircuit
DMT oefen map Pravoo Leesweg materiaal AVI toetsen Cito-DMT
Begrijpend lezen
Leeslink
Leeslink toetsen Cito-toetsen Begrijpend lezen Cito-entreetoets, Cito-eindtoets
Spelling
Zin in Spelling
Cito-toetsen Spelling
17-18
Cito-entreetoets, Cito-eindtoets Methode gebonden toetsen Schrijven
Schrijven in de basisschool
Engels
Groove me
Rekenen
Digitale leeromgeving Cito-toetsen Rekenen en Wiskunde
Schatkist
Cito-toetsen Rekenen voor kleuters (eind groep 1, midden groep 2 en eind groep 2) Cito-entreetoets, Cito-eindtoets
Geschiedenis
Speurtocht
Methode gebonden toetsen
16-17
Aardrijkskunde
De Blauwe Planeet Methode gebonden toetsen
19-20
Natuuronderwijs
Nieuws uit de natuur 5/6
17-18
Methode gebonden toetsen
Natuniek 7/8 Studievaardigheden
Blits vanaf groep 7
Cito studievaardigheden (gr 6 t/m 8) nulmeting eind groep 6
Verkeer
3VO verkeerskrant
Methodegebonden toetsen
Praktijklessen
School op Seef
Tekenen
-
Handvaardigheid
-
Muziek
Moet je doen
Schoolplan 2015-2019
19-20
15
OBS Ollie B Bommel
Vak
Methodes
Bewegingsonderwijs
Basislessen
Sociaal-emotionele ontwikkeling
PAD
Toetsinstrumenten
Vervangen
SCOL meetinstrument
3.8 De kernvakken: Taalleesonderwijs Het vakgebied Nederlandse taal krijgt, op basis van de analyse van de leerlingenpopulatie, veel aandacht in ons curriculum. We leren de kinderen taal om goed met anderen om te kunnen gaan en om effectief te kunnen communiceren. Om de wereld om je heen goed te kunnen begrijpen is het nodig om de taal adequaat te leren gebruiken. Ook bij veel andere vakken heb je taal nodig. Het is belangrijk dat kinderen snel goed kunnen lezen, omdat ze daardoor de informatie bij de andere vakken sneller kunnen begrijpen en gebruiken. Het taalleesonderwijs omvat vier domeinen, namelijk: technisch lezen, begrijpend lezen, woordenschat en spelling. Woordenschat Woordenschat is in onze maatschappij een basisvaardigheid waardoor je toegang hebt tot de kennis van de wereld. Deze kennis is nodig om te kunnen communiceren op diverse niveaus. Jonge kinderen leren woorden en woordbetekenissen vooral door interactie met de omgeving. Als een kind leert lezen, worden de door lezen opgedane woorden opgeslagen bij de aanwezige woorden die door dagelijkse ervaringen zijn opgedaan. Vanaf groep 5 neemt de woordenschat vooral toe door het onderwijs in de kennisgebieden en door lezen. De toename van de woordenschat hangt vooral van het lezen af. Wij stimuleren leerlingen om veelvuldig in leeftijdsadequate boeken te lezen. Vlot technisch lezen is een voorwaarde om de leerlingen zelfstandig hun woordenschat te laten uitbreiden. De komende schoolplanperiode wordt het woordenschatonderwijs ook gekoppeld aan de zaakvakken. In de onderbouw wordt gewerkt met de methode Schatkist. Deze methode werkt gericht aan de woordenschat van de kinderen. De leerkrachten werken ook heel bewust aan de woordenschat tijdens activiteiten die niet direct binnen het Schatkist programma vallen. Bijvoorbeeld wanneer kinderen vertellen over meegebrachte spullen, als er gespeeld wordt in de hoeken, bij het aanleren van liedjes, bij het interactief voorlezen van prentenboeken en dergelijke. Daarnaast worden de kinderen uitgedaagd zelf omschrijvingen te geven van voorwerpen, wat ze zien op plaatjes enzovoort. In de middenbouw is het woordenschatonderwijs vooral gekoppeld aan het leren lezen (groep 3) en de taallessen, spellinglessen en begrijpend lezen lessen (groep 4 & 5). De groep wordt gevraagd naar de betekenis van een onbekend woord, vervolgens wordt het woord uitgelegd en tijdens die les nog 1 of 2 keer aangeboden. Er wordt aan de kinderen gevraagd het woord in een zin te plaatsen en ook de betekenis wordt veelal vanuit een context of contextzin aangeboden. In de bovenbouw worden de begrijpend lezen lessen en de lessen uit het zaakvakonderwijs gebruikt om te werken aan de woordenschat. Er wordt aan de kinderen gevraagd wat voor hen moeilijke woorden zijn. Deze woorden worden op het bord geschreven en met behulp van de volgende drie stappen wordt er gezocht naar de betekenis. Technisch lezen Technisch lezen Binnen de school maken we geen gebruik van een vaste methode voor technisch lezen. De schooldag wordt structureel gestart met technisch lezen, waarin een leerling, op grond van niveau dus onder frustratieniveau, zelfstandig en stil leest in eigen gekozen boek. Aangetoond is dat het stillezen belangrijk is voor de uitbreiding van de woordenschat en het begrijpend lezen. Wij stimuleren dat elke leerling een goede leeshouding ontwikkelt. Dit heeft zijn nut in de verdere schoolloopbaanontwikkeling. De leerkracht geeft het belang van het technisch lezen aan de leerlingen mee en de school stimuleert ouders om thuis ook leerlingen te laten stillezen. Ook wordt er gericht instructie gegeven op leesmoeilijkheden. Begrijpend lezen Daar de opbrengsten van het begrijpend lezen vorig schooljaar achter bleven heeft de school een sterkte en zwakte analyse op het begrijpend lezen onderwijs uitgevoerd. Aan de hand hiervan is er een verbeterplan opgesteld. We zijn overgestapt naar de methodiek Hardop denkend lezen en hebben de keus gemaakt om met een andere methode verder te gaan. Onze keus is gevallen op de methode Leeslink. De nieuwe digitale methode Leeslink sluit meer aan bij de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. In onze groepen 3 t/m 8 maken we gebruik van de methodiek Hardop Denkend Lezen bij de methode Leeslink. De d oelstelling van begrijpend lezen is het achterhalen van de betekenis of bedoeling van een tekst. De doelstelling van studerend lezen is dat informatie wordt verwerkt om deze te onthouden en mondeling of schriftelijk te reproduceren. In de methodiek worden coöperatieve werkvormen gestimuleerd.
Schoolplan 2015-2019
16
OBS Ollie B Bommel
In Leeslink is structurele aandacht voor specifieke leesstrategieën. Leeslink gaat uit van de 7 evidence-based leesstrategieën die bewezen beter tekstbegrip opleveren en kinderen goed voorbereiden op het voortgezet onderwijs. 7 evidence-based leesstrategieën 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Waarom lees ik de tekst? Lees doel bepalen. Waar gaat de tekst over? Voorspellen. Wat weet ik al over het onderwerp? Voorkennis ophalen. Wat doe ik als ik het niet meer snap? Herstellen. Welke vragen zie ik? Vragen stellen. Welk plaatje past bij de tekst? Visualiseren. Hoe vat ik samen? Samenvatten.
Het verbeterplan blijft in het schooljaar 2015-2016 gemonitord door onze coördinator begrijpend lezen. Door middel van consultaties wordt het leerkracht handelen geborgd. Onze ambities zijn op het gebied taal en leesonderwijs dat: 1. Onze school beschikt over een taalbeleidsplan (2018-2019); 2. Onze school beschikt over een gekwalificeerde begrijpend lezen en taalcoördinator; 3. De leerkrachten werken in de groepen 1 en 2 structureel met de methode Schatkist, Fonemisch Bewustzijn en Spreekbeeld; 4. De leerkrachten beschikken over goede (actuele) methodes voor taal, begrijpend lezen en technisch lezen (Zin in Taal, Zin in Spelling en de digitale methode begrijpend lezen, Leeslink); 5. De leerkrachten besteden voldoende tijd aan taal- en woordenschatonderwijs (zie lessentabel) en zorgen voor een taalrijke leeromgeving; 6. D e school geeft technisch lezen in alle groepen (t/m groep 8); 7. De school beschikt over een Protocol Dyslexiebeleid; 8. De leerkrachten plannen extra taal- en leeslessen op basis van toets uitslagen.; 9. De leerkrachten besteden gericht aandacht aan alle aspecten van het taalonderwijs; 10. De leerkrachten integreren taalonderwijs in de zaakvakken; 11. De leerkrachten automatiseren de essenties van het taalonderwijs. In het schooljaar 2015-2016 wordt de taalrijke omgeving in de school geëvalueerd en zo nodig aangepast. Tevens is er een taalleescoördinator aangesteld die implementatie van de nieuwe digitale methode Leeslink zal monitoren in alle groepen. Zij is verantwoordelijk voor de doorgaande lijn binnen de school ten aanzien van het taalleesonderwijs. in het schooljaar 2016-2017 heeft de school het taalonderwijs van de groepen 3 t/m 8 geborgd. In het schooljaar 2018-2019 is het taalbeleidsplan volgens de nieuwe normen vastgesteld.
Verbeterpunt
Prioriteit
Het optimaliseren van de taalrijke omgeving.
hoog
Het opstellen van een borgingsdocument taal voor de groepen 3 t/m 8.
gemiddeld
Bijlagen 1. borgingsdocument taal kleuters 2. borgingsdocument begrijpend lezen 3. Dyslexieprotocol samenwerkingsverband
3.9 De kernvakken: Rekenen en wiskunde Rekenen en wiskunde behoort tot de basisvaardigheden. De basisvaardigheden zijn onmisbaar voor het succes van kinderen in andere vakken op de school, in hun verdere schoolloopbaan en in de maatschappij. Ook voor rekenen en wiskunde geldt dat verbetering van het onderwijsleerproces een positieve bijdrage levert aan verbetering van de rekenprestaties. Ons team houdt deze prestaties nauwlettend in de gaten en past het onderwijsleerproces na analyse zo nodig aan.
Schoolplan 2015-2019
17
OBS Ollie B Bommel
In opdracht van het ministerie van OCW zijn er voor rekenen en wiskunde twee referentieniveaus geformuleerd, het Fundamenteel niveau en het Streefniveau. Het Fundamenteel niveau is het niveau dat alle kinderen aan het eind van de bassischool moeten kunnen bereiken. Het gaat dan om beheersingsdoelen. Doorgaans betreft dit leerlingen die na de basisschool naar het VMBO gaan. Het Streefniveau is bedoeld voor leerlingen die na de basisschool naar de Gemengde Leerweg of Theoretische Leerweg in het VMBO of naar de HAVO en VWO doorstromen. Elk referentieniveau geeft aan wat een leerling moet beheersen: paraat moet hebben, functioneel moet kunnen gebruiken en wat ze moeten begrijpen (weten waarom). Het instellen van deze twee niveaus heeft als doel de drempels tussen de verschillende schooltypes (basis en vervolgonderwijs) te slechten en de kwaliteit van de leeropbrengsten te verhogen. Uiteraard wordt op onze school elk kind uitgedaagd tot meer. Echter vinden wij het ook belangrijk dat geen enkel kind overvraagd wordt en tot echt leren komt op zijn eigen niveau. We willen niet alleen het aanbod van de stof doen maar we willen ook dat onze leerlingen het aanbod echt kunnen verwerken. We willen aansluiten bij hun mogelijkheden en hun leerbehoeften. In het schooljaar 2015-2016 gaat onze school van start met de nieuwe methode Reken Zeker. De keus voor deze methode is tot stand gekomen na een sterkte zwakte analyse van het rekenonderwijs binnen onze school. Uit deze analyse is met name naar voren gekomen dat de onze leerlingen behoefte hebben aan structuur en succeservaringen. De methode Reken Zeker biedt per rekenles één rekendoel aan. Hierdoor blijft het voor onze leerlingen overzichtelijk. Ook de leerlingen die wat meer ondersteuning nodig hebben of leerlingen die graag uitgedaagd worden tot meer, werken aan hetzelfde les doel. De komende periode wordt het implementeren van de nieuwe methode nauwgezet gevolgd. In teamvergaderingen wordt de implementatie geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. De school zal de komende schoolplanperiode investeren in rekenleermiddelen die als doel hebben de leerlingen in hun leerproces te ondersteunen en uit te dagen. In het schooljaar 2015-2016 wordt de implementatie van de methode Reken Zeker nauwgezet gevolgd door de directie en de intern begeleider en zo nodig in samenspraak met het team aangepast. Beoordeling In maart 2015 is er een rekenwerkgroep geformeerd, bestaande uit leerkrachten van de verschillende bouwen, die de aanschaf van een nieuwe rekenmethode Reken Zeker heeft begeleid en zich bezig zal houden met de implementatie van de methode in schooljaar 2015/2016. De rekenwerkgroep heeft een praktijkgericht onderzoek binnen de school uitgevoerd om samen met het team tot een weloverwogen en goed beargumenteerde keuze van de nieuwe methode te komen. Dit onderzoek bestond uit een sterkte en zwakte analyse van het rekenbeleid en een behoefteanalyse. Uit deze analyses zijn twee methodes naar voren gekomen die passen bij visie van de school, de populatie en ingezet kan worden bij het ontwerpend en onderzoekend leren. Uiteindelijk is de keus gevallen op de methode Reken Zeker.
Verbeterpunt
Prioriteit
Het op een juiste manier implementeren van de nieuwe rekenmethode.
hoog
Het ontwikkelen van een passend lesstofaanbod voor de sterke rekenaars binnen onze school
laag
3.10 De kernvakken: Wereldoriëntatie Wereldorienterende vakken zijn van groot belang, zowel voor de leerlingen zelf als voor de Nederlandse Samenleving. Leren lezen, schrijven en rekenen is niet genoeg om onze leerlingen voor te bereiden op het vervolgonderwijs en deelnamen in de 21ste eeuw. Naar verwachting kan de kwaliteit van zowel het lees- en rekenonderwijs als het onderwijs van de wereld oriënterende vakken toenemen als de inhouden van die vakken op elkaar worden afgestemd en geïntegreerd. De wereld oriënterende vakken kunnen, onder meer door gebruik te maken van onderzoekend en ontwerpend leren, een belangrijke bijdrage leveren aan de ontwikkeling van talenten van alle leerlingen en daarmee anticiperen op de eisen die de 21ste eeuw stelt. Om te leren aan de samenleving in de 21ste eeuw deel te nemen moeten basisschoolkinderen daarvoor relevante kennis en vaardigheden ontwikkelen. Het gaat daarbij ook om de ontwikkeling van hun houding ten opzichte van hun wereld en hun plaats daarin, om de ontwikkeling van zelfvertrouwen, creativiteit, doorzettingsvermogen, zelfstandigheid en nieuwsgierig. Deze houding kunnen basisschoolleerlingen ontwikkelen in samenhang met kennis en vaardigheden die betrekking hebben op hun wereld en hun plaats erin. Hier gaat het ook om vaardigheden zoals vragen stellen, kritisch denken en problemen oplossen. De wereld oriënterende vakken kunnen daarbij een sleutelrol spelen. Die kennis en vaardigheden worden in het
Schoolplan 2015-2019
18
OBS Ollie B Bommel
basisonderwijs aangeboden in de vak- en leergebieden die onder wereldoriëntatie vallen. Aardrijkskunde, biologie, geschiedenis, natuurkunde, scheikunde en techniek kunnen een wezenlijke bijdrage leveren aan de voorbereiding van kinderen op hun vervolgonderwijs en burgerschap in de 21ste eeuw. Visie op 21st Century Skills In onze visie op het Leren nemen we de 21ste eeuwse vaardigheden mee. Wij willen onze leerlingen voorbereiden op hun plek in de samenleving. De kennissamenleving om ons heen vraagt andere kennis en vaardigheden dan scholen nu over het algemeen nog aanbieden en onderwijzen. Voorbeelden van die vaardigheden zijn: samenwerken, kennisconstructie, creativiteit, planmatig werken, zelfreflectie, probleemoplossend denken, zelfsturing en analyseren, creatief denken, mondelinge en schriftelijke communicatie, ondernemerschap, een initiatiefrijke houding en nieuwsgierige en onderzoekende houding. Deze vaardigheden willen wij integreren in ons leerstof aanbod. Daarnaast willen wij dat ICT-middelen een betekenisvolle bijdrage leveren aan het leerproces van onze leerlingen. Het biedt mogelijkheden om kinderen meer autonoom te laten werken en kinderen kunnen de informatie oproepen op welke momenten zij dit willen. ICT wordt ingezet als een middel om de kinderen op een rijke manier te laten leren. In het schooljaar 2015-2016 zullen de zaakvakken anders in het rooster worden opgenomen. Om te stimuleren dat de aangeboden lesstof ook op langere termijn bij de leerlingen beklijft, heeft het team ervoor gekozen de zaakvakken intensiever aan te bieden in korte afgebakende periodes. Tweewekelijks krijgen de leerlingen andere zaakvakken aangeboden. De school stapt dus af van het systeem om leerlingen wisselend aardrijkskunde, geschiedenis en biologie in één week te geven. Het komende schooljaar (2015-2016) wordt door het gehele team gemonitord of deze aanpak het gewenste resultaat heeft bij de leerlingen.
Verbeterpunt
Prioriteit
De kwaliteit van zowel het lees- en rekenonderwijs alsmede in de wereldorienterende vakken te verbeteren door de inhouden beter op elkaar af te stemmen.
gemiddeld
3.11 ICT Alle medewerkers van SOPOGO, dus ook de leerkrachten van de Ollie B Bommelschool, zijn ICT-bekwaam op het gebied van software- en digitaal schoolbordgebruik en werken aan de 10 competentieniveaus van mediawijsheid. Deze competenties heb je nodig om actief en bewust deel te kunnen nemen aan de mediasamenleving. ICT-systemen en middelen zijn ondersteunend aan het werken in de groep en voldoen aan de eisen van dát moment. Een goed ICTnetwerk is een randvoorwaarde voor het werken in de 21ste eeuw. Als onderdeel van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Goeree-Overflakkee participeren wij binnen een ICT-standaard met afspraken over financiën, verantwoordelijkheden en beleid. Door de ICT-middelen niet meer te verdelen over de dertien scholen, maar uit te gaan van één gemeenschappelijk budget, welke boven-schools beheerd gaat worden, ontstaan er meer kansen en mogelijkheden voor scholen op grotere investeringen en kwaliteitsverbeteringen. De samenleving is volop in verandering. Onze school wil zo goed mogelijk inspelen op deze veranderingen. De leerling, de leerkracht én de school staan immers middenin de samenleving. Bij eigentijds onderwijs horen kerndoelen, die aansluiten op de ontwikkelingen in onze samenleving. Er zijn kerndoelen voor vakken en voor algemene vaardigheden. Bepalend voor de inhoud van de kerndoelen is de vraag wat een leerling aan kennis en vaardigheden nodig heeft voor een succesvolle toekomst in het vervolgonderwijs en de maatschappij. ICT is een onlosmakelijk onderdeel van ons onderwijs en de maatschappij geworden en neemt daarom een belangrijke plek in op onze school. Alle leerlingen zijn ICT-vaardig en digitaal geletterd. Kinderen zijn steeds meer en jonger met multimedia bezig. Ze zoeken filmpjes op youtube, chatten met vrienden en maken huiswerk op de computer. Steeds meer ouders kiezen daarom ook voor een basisschool die voorop loopt met ICT-onderwijs. Want al die nieuwe media vragen ook nieuwe vaardigheden van kinderen. Kinderen houden op school PowerPoint presentaties en ze maken werkstukken. Om dat goed te kunnen moeten ze de weg weten op een computer. Voor presentaties en werkstukken moet de juiste informatie worden gezocht en in hun eigen woorden in een samenhangend verhaal worden gegoten. Toegang tot informatie is in onze digitale samenleving van groot belang en die informatie is ook overal te vinden. Maar om te vinden wat je zoekt, heb je informatievaardigheden nodig. Die vaardigheden zijn te leren. Hoe formuleer je een goede zoekvraag? Wat staat er precies in de tekst? ICT-vaardige kinderen weten waar ze moeten zoeken. ICT-vaardige kinderen leren ook kritisch te kijken naar beschikbare informatie.
Schoolplan 2015-2019
19
OBS Ollie B Bommel
ICT is binnen ons onderwijs geen doel op zich, maar een onderdeel van de schoolvisie en het schoolbeleid. ICT kan bij de uitvoering van de schoolvisie als middel fungeren om onze doelen te bereiken. Wij streven naar het bevorderen van het gebruik van ICT als integraal onderdeel van het leerproces. Bij het schrijven van dit schoolplan constateren we dat wij ICT als volgt inzetten: 1. Het digitaal schoolbord wordt als onderwijsmiddel ingezet voor alle vakgebieden. Het digitaal schoolbord wordt ingezet als visueel hulpmiddel ter verduidelijking van de lesdoelen. 2. De computer wordt gebruikt ter verdieping en remediëring van oefenstof, door middel van bijvoorbeeld educatieve software of educatieve websites; 3. De computer wordt gebruikt bij de verwerking van de lesstof; 4. De computer wordt gebruikt als tekstverwerker en presentatiemiddel bij onder andere het maken van boekverslagen, presentaties en werkstukken; 5. De inzet van de software is gerelateerd aan de gebruikte onderwijsmethodes; 6. De inzet van software is ter verbetering van de zorgstructuur op school; 7. Wij maken gebruik van een digitaal leerling-volg systeem. Ondanks dat de ICT al veelvuldig binnen de school wordt ingezet realiseren wij ons dat de veranderende samenleving nog meer inzet van ICT vraagt. Daarom hebben wij onze ambities op ICT nader beschreven in ons ICT Beleidsplan (zie bijlage). E en ICT-beleidsplan is volgens verschillende onderzoeksliteratuur een schoolconditie voor succesvolle ICTintegratie. E en ICT-beleidsplan ondersteunt de school om ICT als vernieuwing op een duurzame manier te integreren in de klaspraktijk. Het ICT-beleidsplan van de Ollie B Bommel is in teamverband ontwikkeld. Hierdoor zijn alle leerkrachten maximaal betrokken bij het proces van beleidsplanontwikkeling. Ze zijn gestimuleerd om na te denken over de inhoud van het plan. Het opstellen van het ict-beleidsplan was aanleiding om met het hele schoolteam na te denken over de plaats van ict in de school en de verschillende klassen. Dit proces is geleid door de bovenschoolse ICT-er en de schoolleider. Beiden hebben het proces van beleidsontwikkeling vorm gegeven en zullen de voortgang hiervan bewaken. Een ICT-beleidsplan opstellen met de school als team is geen eenmalige oefening, maar een proces dat constant wijzigt en evolueert. Het is dus een oefening op langere termijn en het ICT-beleidsplan dient dan ook op geregelde tijdstippen aangepast en bijgestuurd te worden, bijvoorbeeld omwille van technologische ontwikkelingen. Het ICT-beleidsplan komt voort uit onze gezamenlijk gedragen visie op onderwijs. In het ICT-beleidsplan (zie website van de school) staat het volgende beschreven: Visieontwikkeling met betrekking tot de plaats van ict in onderwijs Een kostenplaatje omtrent ICT ICT-beleid op de infrastructuur (hardware en software) Beleid rond professionalisering van docenten op het gebied van ICT De plaats van ict in het curriculum Ons team is ervan overtuigd dat het ICT-beleidsplan een krachtig middel is om effectief aan ICT-integratie te werken.
Verbeterpunt
Prioriteit
Informatieverstrekking ouders middels ICT
gemiddeld
Mediawijsheid
gemiddeld
inzet van ICT middelen optimaliseren
gemiddeld
Leerkrachten faciliteren om hun kennis actueel te houden en uit te wisselen
gemiddeld
Orientatie op het werken met tablets
gemiddeld
Het hebben van een eigen ict-coordinator
gemiddeld
Schoolplan 2015-2019
20
OBS Ollie B Bommel
Bijlagen 1. Social media protocol
3.12 De kernvakken: Kunstzinnige vorming Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich breed ontwikkelen, in lijn met het rapport van de Onderwijsraad: Een smalle kijk op onderwijskwaliteit (2013). Wij vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich oriënteren op kunstzinnige en culturele aspecten die een rol spelen in hun leefwereld. Dat zij kennis verwerven van de actuele kunstzinnige en culturele diversiteit en dat ze die leren begrijpen en waarderen. Daarnaast vinden wij het van belang dat onze leerlingen zich leren openstellen voor kunstzinnige aspecten, dat zij kunnen genieten van schilderijen en beelden, van muziek, van taal en beweging en daarop kunnen reflecteren. Tenslotte bieden we kunstzinnige vorming aan omdat onze leerlingen zich op die manier kunnen uiten (gevoelens en ervaringen). De leerlingen leren om beelden, taal, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren. De leerlingen leren op eigen werk en dat van andere te reflecteren. De leerlingen verwerven kennis en krijgen waardering voor de verschillende aspecten van ons cultureel erfgoed. Op de Ollie B Bommel worden teken- en handvaardigheidslessen gegeven waarbij aandacht is voor kleur, vorm, ruimte, textuur en compositie. Daarnaast geven onze leerkrachten muzieklessen, soms met behulp van instrumenten. ook wordt er aandacht besteed aan dramatische expressie. De school voert jaarlijks een schoolmusical op. Daarnaast neemt de school deel aan "het kunstmenu". een project waarbij leerlingen toneel bezoeken en/of zich met beelden kunst bezig houden op school zelf. De komende schoolplanperiode heeft de school zich als doel gesteld om onze leerlingen meer en intensiever met kunstzinnige vorming in aanraking te laten komen. Ook zal de school experts in huis halen op dit vlak, zowel intern, vanuit SOPOGO als extern. een leerkracht zal de training voor cultuur coördinator gaan volgen.
3.13 De kernvakken: Bewegingsonderwijs Bewegen is van essentieel belang voor de totale ontwikkeling van kinderen. Een brede bewegingsbekwaamheid, op een plezierige manier verworven, draagt bij aan een duurzame sportdeelname en een actieve levensstijl en vrijetijdsbesteding. Het Primair onderwijs heeft tot taak om leerlingen bekwaam te maken voor een zelfstandige, verantwoorde, kansrijke en blijvende deelname aan een bewegingscultuur. Tijdens bewegingsonderwijs op de Ollie B Bommel worden verschillende sporten en bewegingssituaties aangeboden. Het doel hiervan is dat kinderen met zo veel mogelijk sporten en bewegingssituaties in aanraking komen. Het bewegingsonderwijs op de Ollie B Bommel is er op gericht om bevordering en ontwikkeling van bewegingsgedrag te verwezenlijken. Ons team maakt gebruik van de methode: Basislessen bewegingsonderwijs. Onze leerlingen hebben bewegingsonderwijs in de gymzaal van de Bommelstee. Het inhoudelijke beleid op bewegingsonderwijs sluit - net als de andere leergebieden - aan bij het schoolbeleid en de vakoverstijgende doelen. De vorderingen van de leerlingen worden systematisch bijgehouden (leerlingvolgsysteem). De verantwoordelijkheid voor de lessen bewegingsonderwijs is altijd in handen van leerkrachten die een bevoegdheid hebben voor bewegingsonderwijs. De leeropbrengsten staan in relatie tot de kerndoelen, zoals die zijn geformuleerd voor het bewegingsonderwijs. (wettelijke kerndoelen) De leeropbrengsten zijn beschreven in concrete gedragstermen en vertaald in tussendoelen op verschillende niveaus. Het aanbod van bewegingsactiviteiten is afgestemd op de leeropbrengst en wordt geformuleerd in concrete en haalbare lesdoelen. Het aanbod is breed en maakt leerlingen bekend en vertrouwd met belangrijke en in diverse situaties toepasbare grondprincipes van bewegen. De lessen zijn uitdagend en sluit aan bij de actuele bewegingswereld van de leerlingen. Onze school wilt zich graag profileren als sportactief of sport georiënteerd, daarom neemt onze school deel aan verschillende sporttoernooien zoals het voetbal en de honkbal. Ook stellen wij onze school open voor clinics van sportverenigingen. Vakdidactisch en pedagogisch handelen (hoe) 1. Leersituaties zijn veilig ingericht: in het begeleiden van het bewegen van de leerlingen wordt binnen aanvaardbare risico’s de veiligheid gewaarborgd. 2. Er wordt zowel op groepsniveau als op individueel niveau leerhulp op maat gegeven. 3. Bewegings-technische principes, die van belang zijn voor efficiënt en verantwoord bewegen, worden gekoppeld aan organisatorische en didactisch - methodische maatregelen. 4. Leer- en/of gedragsproblemen worden bij leerlingen gesignaleerd. 5. De lestijd wordt efficiënt benut en het activiteitniveau is hoog. 6. De leerkrachten zorgen voor een respectvol pedagogisch klimaat en een actieve en zelfstandige rol van
Schoolplan 2015-2019
21
OBS Ollie B Bommel
leerlingen. De groepsgrootte in de lessen bewegingsonderwijs is afgestemd op veiligheid, beheersbaarheid, de leerlingenpopulatie en het realiseren van het omschreven aanbod en de geformuleerde leeropbrengst. Er kan direct eerste hulp worden verleend (EHBO). Het team kent voldoende BHV-ers. Tevens zijn er communicatiemiddelen aanwezig om hulp in te roepen. De school houdt een ongevallenregistratie bij en kent een protocol voor ongevallen in de gymzaal (zie bijlage). Daarnaast worden het vak bewegingsonderwijs geborgd binnen de school. Dit is opgenomen in het borgingsdocument. Bijlagen 1. Borgingsdocument gym
3.14 De kernvakken: Wetenschap en Techniek Wetenschap en technologie spelen een belangrijke rol in de wereld waarin kinderen nu opgroeien. Wetenschappelijke en technologische kennis wordt niet alleen bij de uitoefening van beroepen gebruikt, maar ook in het dagelijks leven. Kinderen zijn nieuwsgierig naar de wereld om hun heen. Zij ontwikkelen zich door deze wereld te ontdekken. Wetenschap en Techniek bieden volop kansen om de creativiteit en de nieuwsgierigheid bij kinderen te stimuleren. Wetenschap en techniek gaat over onderzoeken, ontwerpen en problemen oplossen. Over redeneren, vragen stellen en gefascineerd raken door. Een van de ambities voor het primair onderwijs is dat in 2020 alle basisscholen wetenschap en technologie structureel in hun onderwijsprogramma hebben opgenomen. Deze ambitie is in het bestuursakkoord PO en de beleidsagenda van de PO-raad voor 2014-2018 overgenomen. Ook onze school zal zich de komende jaren gaan richten op het ontwikkelen van een doorgaande leerlijn Wetenschap en Techniek binnen de school. In samenwerking met andere SOPOGO-scholen maar ook in samenwerking met externe partners zoals het vervolgonderwijs. Zodat onze leerlingen straks ook op dit gebied goed voorbereid zijn. Onze school heeft zich aangesloten bij het expertisecentrum Wetenschap en Techniek Zuid-Holland en zal zich de komende jaren in samenspraak met andere SOPOGO-scholen zich verder professionaliseren om Wetenschap en Techniek aan te bieden aan onze leerlingen. In het schooljaar 2015-2016 zal het team zich verder bekwamen in het aanbieden van ontwerpend en onderzoekend leren bij onze leerlingen. de verdere schoolplanperiode zal dit geïntegreerd worden in diverse vakken. Verbeterpunt
Prioriteit
Professionele ontwikkeling van leerkrachten binnen het domein van Wetenschap en Techniek
laag
Het ontwikkelen van een doorgaande leerlijn Wetenschap en Techniek
laag
3.15 De kernvakken: Engelse taal Engels is sinds 1986 een verplicht vak in het basisonderwijs. Er waren destijds verschillende redenen om Engels in het basisonderwijs (Eibo) in te voeren: De opkomst van Engels als internationale voertaal en lingua franca; Europees beleid ten aanzien van moderne vreemdetalenonderwijs; De behoefte om leerlingen met voldoende basisvaardigheid Engels in het voortgezet onderwijs te laten starten zodat ze aan het eind van de onderbouw een redelijke beheersing van de taal hebben opgebouwd. Tegenwoordig staat het economische perspectief meer centraal: om mee te komen in de internationale economie wordt een goede beheersing van het Engels noodzakelijk gevonden (Onderwijsraad, 2008). Het doel van Engels in het basisonderwijs is om een eerste basis te leggen om te kunnen communiceren met moedertaalsprekers of anderen die buiten de school Engels spreken. In de basisschool wordt het onderwijs in de Engelse taal waar mogelijk in samenhang gebracht met inhouden van andere vakken. Bijvoorbeeld met de inhouden in oriëntatie op jezelf en de wereld. Het gaat dan om eenvoudige alledaagse onderwerpen als ‘woonomgeving’, ‘vrije tijd en hobby’s’, ‘het lichaam’ en ‘het weer’. In het basisonderwijs gaat het bij het onderwijs in de Engelse taal vooral om mondelinge communicatie en om het lezen van eenvoudige teksten. Het schrijven beperkt zich tot het kennismaken met de schrijfwijze van een beperkt aantal vaak voorkomende Engelse woorden. Voorts leren kinderen om woordbetekenissen en schrijfwijzen van woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek. Zo wordt dit ook samengevat weergeven in de kerndoelen. De leerlingen leren informatie te verwerven uit eenvoudige gesproken en geschreven Engelse teksten; De leerlingen leren in het Engels informatie te vragen of geven over eenvoudige onderwerpen en zij ontwikkelen
Schoolplan 2015-2019
22
OBS Ollie B Bommel
een attitude waarbij ze zich durven uit te drukken in die taal; De leerlingen leren de schrijfwijze van enkele eenvoudige woorden over alledaagse onderwerpen; De leerlingen leren om woordbetekenissen en schrijfwijzen van Engelse woorden op te zoeken met behulp van het woordenboek. In groep 7 en 8 besteden we structureel aandacht aan de Engelse taal middels de methode Groove me. Momenteel wordt er een samenwerking tot stand gebracht met het Voortgezet Onderwijs op het gebied van Engels. Dit heeft als doel om kwaliteit van Engels op zowel primair als secundair onderwijs te vergroten en beter op elkaar aan te laten sluiten. Ook zal de komende periode onderzocht worden welke plek Engels in het curriculum zou moeten hebben. Onder andere wordt de komende vier jaar onderzocht of het mogelijk is Engels aan te bieden vanaf groep 1. Verbeterpunt
Prioriteit
Aansluiting ontwikkelen op het gebied van de leerstof op het voortgezet onderwijs.
laag
Gericht (SOPOGO) onderzoek naar de positie van het vak Engels in het curriculum.
laag
3.16 Het lesgeven: Gebruik leertijd Misschien wel de meest eenvoudige manier om de leerprestaties van leerlingen te verhogen, is het vergroten van de leertijd. Een leerling meer leertijd toekennen leidt tot betere leerprestaties. Onze school biedt onze leerlingen dan ook meer leertijd aan dan wettelijk bepaald. We proberen daarom leertijdverlies te voorkomen door op tijd na de pauzes naar binnen te gaan en de school tijdig te laten beginnen. De leertijd kan ook worden vergroot door de taakgerichtheid van de leerling te vergroten. Dit doen wij op onze school door: Te zorgen dat een leerling aan het werk kan en ook kan blijven. Materiaal ligt hiervoor op de juiste plek. Te zorgen dat een leerling weet wat hij moet doen. Wachten op hulp kan worden voorkomen door te zorgen dat een leerling extra werk heeft waaraan hij kan werken als hij iets niet begrijpt of klaar is met de basisstof. Bewust als leerkracht langs te gaan bij leerlingen met concentratie of opstartproblemen. Dit kan door hen op gang te helpen, werkafspraken te maken, te belonen en overdadig te complimenteren. De kernlessen (spelling. lezen, rekenen) aan het begin van de dag of na een pauze in te plannen. Kinderen nemen dan de leerstof het beste op en kunnen zich nog langere tijd concentreren. Leertijd goed gebruiken houdt in dat er effectieve instructie wordt gegeven en zinvolle verwerkingsopdrachten worden aangeboden. Voorbeelden hiervan zijn kinderen tijdens de leesles zoveel mogelijk te laten lezen, zoveel mogelijk echt laten schrijven tijdens de spellingsles en veel laten inoefenen na een rekeninstructie. Beoordeling
Omschrijving
Resultaat
Zelfevaluatie
3,00
3.17 Het lesgeven: Pedagogisch handelen Het lesgeven is de kern van ons werk. We onderscheiden pedagogisch en didactisch handelen, Hoewel beide facetten van ons werk feitelijk onscheidbaar zijn. Van belang daarbij is: oog hebben voor het individu, een open houding, wederzijds respect en een goede relatie waarin het kind zich gekend weet. In de school vindt overwegend heterogene groepering van kinderen plaats naar leeftijd en ontwikkelingsniveau, om het leren van en zorgen voor elkaar te stimuleren. Leerlingen leren hulp vragen, hulp geven en hulp ontvangen. Kenmerkend voor ons onderwijs is dat leerlingen verantwoordelijkheid leren dragen voor hun eigen handelen. Wij zien daarom het pedagogisch handelen niet los van de sociaal emotionele ontwikkeling, maar geïntegreerd in het complete handelen. Het pedagogisch handelen beperkt zich niet alleen tot de lokalen, ook de gangen en overige ruimtes worden voor het onderwijs gebruikt waar leerlingen op diverse werkplekken, zoals in de klas, op gangen, op het plein en tijdens excursies, met duidelijke afspraken om te leren hoe er samen gewerkt kan worden. Belangrijke pedagogische waarden zijn: zelfstandigheid, eigen verantwoordelijkheid, kritische zin, reflecterend vermogen en samenwerking.
Schoolplan 2015-2019
23
OBS Ollie B Bommel
3.18 Het lesgeven: Didactisch handelen De leerkracht is in staat om een onderwijsklimaat te creëren waarbij het leren gevormd wordt door zingeving en betekenisgeving. Dit kan wanneer er een aanbod is welke is afgestemd op niet alleen de onderwijsbehoeften maar ook de belangstelling- en belevingswereld. De leerstof sluit aan bij positieve emoties van de leerling zodat de leerling nieuwsgierig wordt, initiatieven durft te ondernemen en motiveert tot leren. Een goed pedagogisch en didactisch klimaat biedt niet alleen veiligheid en overzicht maar vooral ook uitdaging. De groepsleiding/leerkracht zorgt voor een uitdagende leeromgeving waarin de betekenissen voor de leerlingen en de bedoelingen van de leerkracht in overeenstemming moeten zijn. De leerling wordt uitgedaagd door de beschikbaarheid van diverse leer- en ontwikkelingsmaterialen. Multimediamiddelen worden steeds meer ingezet door leerkrachten en gebruikt door leerlingen. Voor de leerlingen betekent deze inzet meer afwisseling en andere mogelijkheden om de leerstof op te nemen, te verwerken of toe te passen. Alle klaslokalen beschikken inmiddels over een digibord, waardoor de manier van aanbieden van leerstof en opdrachten enorm gevarieerd wordt en gemoderniseerd is. De leerlingen worden op een interactieve manier gestimuleerd en uitgedaagd. Niet alleen binnen maar ook buiten de school vinden leeractiviteiten plaats (excursies, uitstapjes, thema- activiteiten). Gelet op de didactiek vinden we de volgende zaken van groot belang: interactief lesgeven; de leerlingen betrekken bij het onderwijs; onderwijs op maat geven: differentiëren; gevarieerde werkvormen hanteren (variatie = motiverend); een kwaliteitsvolle instructie verzorgen; kinderen zelfstandig (samen) laten werken. Beoordeling
Omschrijving
Resultaat
Zelfevaluatie
3,00
3.19 Het lesgeven: Actieve en zelfstandige houding van de leerlingen Op onze school hechten we veel waarde aan de zelfstandigheid van de leerlingen. Kernwoorden daarbij zijn: zelf (samen) ontdekken, zelf (samen) kiezen, zelf (samen) doen. Naast zelfstandigheid vinden we het belangrijk om de eigen verantwoordelijkheid van onze leerlingen te ontwikkelen. Het is vanzelfsprekend dat autonomie en eigen verantwoordelijkheid niet betekent dat de leerkrachten de leerlingen te snel en te gemakkelijk loslaten. Leerkrachten begeleiden de leerprocessen en doen dat “op maat”: leerlingen die (wat) meer sturing nodig hebben, krijgen die ook. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De leerkrachten betrekken de leerlingen actief bij de lessen De leerlingen werken met dag(deel)taken en weektaken De leerlingen bepalen gedeeltelijk wat zij wanneer doen (en hoe, en met wie) De taken bevatten keuze-opdrachten De leerkrachten laten de leerlingen, waar mogelijk, samenwerken en elkaar ondersteunen De leerkrachten leren de leerlingen doelmatig te plannen
3.20 Het lesgeven: Klassenmanagement Klassenmanagement is de manier waarop een leerkracht zijn onderwijs organiseert. Het omvat alle maatregelen die een leerkracht neemt om een ideaal leer- en werkklimaat te creëren. Hierbij gaat het niet alleen om regels, maar om veel meer aspecten: de klasinrichting, de lesinhoud, de methoden, de manier van werken, de instructie en de relatie tussen leerkracht en leerlingen. Onder goed klassenmanagement valt ook het realiseren van opbrengstgericht werken Organisatorische leerkrachtvaardigheden Organisatorische vaardigheden zijn onmisbaar bij het managen van een klas. Naast het organiseren zelf gaat het om het plannen, coördineren, leidinggeven en het controleren van leeractiviteiten. De leerkracht moet het onderwijs zo organiseren dat alle leerlingen voldoende aandacht en tijd krijgen om te leren. Binnen onze school werken we met combinatiegroepen. De organisatorische leerkrachtvaardigheden zijn hierdoor erg belangrijk. De leerkrachten op deze
Schoolplan 2015-2019
24
OBS Ollie B Bommel
school organiseren hun lesaanbod dusdanig, dat instructie en het zelfstandig werken afgewisseld wordt. Zo krijgt iedere groep eerst de instructie en daarna gaan de leerlingen zelfstandig de aangeboden lesstof verwerken. Zo kan de leerkracht zijn aandacht richten op beide groepen. In de tijd dat de leerlingen zelfstandig aan het werk zijn heeft de leerkracht de mogelijkheid extra instructie te geven aan de leerlingen die dit nodig hebben. Dit kan begeleiden in inoefening zijn maar ook kunnen leerlingen in deze tijd extra uitgedaagd worden. Tijdens het zelfstandig werken wordt de onderlinge samenwerking gestimuleerd. Door zelfstandig leren te werken ontwikkelen de leerlingen vaardigheden zoals; taakgericht bezig te zijn, oplossingsgericht te denken, samen te werken, door te zetten en er een gedegen planning op na te houden. Door leerlingen zelf of samen met de leerkracht hun werk evalueren, leren zij met een kritische en waarderende blik naar hun werk te kijken. Bij klassenmanagement hoort ook het verzorgen van communicatie. Door middel van klassenmanagement kan een leerkracht een veilige omgeving scheppen, waarin leerlingen actief, betrokken en succesvol leren en ontwikkelen. Het is belangrijk dat een leerkracht lesgeeft vanuit onze schoolvisie, op een manier die bij hem/haar past. Met behulp van het lesrooster op het bord en pictogrammen, wordt duidelijk gemaakt wanneer leerlingen een beroep kunnen doen op de leerkracht of de medeleerling. Zo leren zij ook om te gaan met uitgestelde aandacht. Als leerlingen samen mogen werken is de inzet gericht op elkaar te ondersteunen en te helpen. Er wordt ingezet op extra uitleg aan elkaar. Elke ochtend wordt er binnen elke groep gestart met de PAD (Programma Alternatieve Denkstrategieen) kaartjes. Met behulp van deze kaartjes kunnen zij de leerkracht vertellen hoe zij zich voelen en belangrijke gebeurtenissen vertellen. Hierdoor kan de leerkracht adequaat reageren op aanwezige gevoelens van elke leerling en de invloed die dit op de groep en het leren zou kunnen hebben. Didactische leerkrachtvaardigheden Een goed klassenmanagement kan evenmin zonder didactische vaardigheden. Hieronder valt het aansluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De kinderen in de klas hebben verschillende mogelijkheden en behoeften. De leerkracht is in staat om succesvolle instructies en lesactiviteiten te creëren. Het is van belang dat leerlingen leren dat zijzelf verantwoordelijk zijn voor hun eigen leerproces. Het geven van verantwoordelijkheid bij het leerproces zorgt voor motivatie en betrokkenheid. Klassenmanagement richt zich ook op het scheppen van een positief werkklimaat. De leerkracht moet de voortgang van de les scherp bewaken. Hierbij hoort dat de leerkracht zorgt voor een maximale actieve leertijd van alle leerlingen in de klas. Dit doen wij door elke leerling lesstof aan te bieden die bij hem of haar ontwikkeling past. De manier van instructie kan worden aangepast aan de onderwijsbehoeften van de leerlingen. Hierbij kan gedacht worden aan visuele en extra talige ondersteuning. De leerkracht heeft overzicht op de onderwijsbehoeften van elke leerling door het gebruik van de groepsoverzichten waarin belemmerende en stimulerende factoren voor elke leerling zijn benoemd. Als het gaat om klassenmanagent zijn de volgende leerkrachtvaardigheden onmisbaar: De leerkracht is duidelijk. De leerkracht is consequent. Een leerkracht moet alert zijn en in staat om direct in te grijpen bij ordeverstoringen. Hij pakt wangedrag snel en vastberaden aan. Hij dreigt niet, maar handelt. De leerkracht kan zijn aandacht over meerdere zaken tegelijk verdelen. Dus nieuwe stof toelichten maar tegelijkertijd correctief kunnen handelen. De leerkracht reageert evenwichtig. De leerkracht richt op positieve feedback. De leerkracht zorgt dat elke leerling voldoende aandacht krijgt. De leerkracht geeft regelmatig complimenten. Succesvol klasmanagement is eerder het nemen van maatregelen om problemen te voorkomen, door bijvoorbeeld het geven van de complimenten, dan het aangeven wat er misgegaan is. Ons team zet in op positief aansturen. Klasinrichting Wij vinden dat een klaslokaal een effectieve inrichting moet hebben, die rust uitstraalt. De inrichting van het lokaal draagt bij aan het werkklimaat in de klas. Wij zorgen ervoor dat er ruimte is voor instructie, door bijvoorbeeld het hebben van een instructietafel in de klas. Alle leerlingen hebben goed zicht op het digitale schoolbord. Materialen zijn dusdanig in de klas aanwezig, dat kinderen zelf kunnen vinden en gebruiken. Voor elke leerling wordt een passende plek in de klas gezocht. Hierbij wordt rekening gehouden met de onderwijsbehoeften van de leerling. Regels en afspraken Door het maken van regels en afspraken neemt de leerkracht vooraf beslissingen om problemen voor te zijn. Zo schept de meester of juf duidelijkheid voor zichzelf en voor de leerlingen. Het moeten duidelijke regels en afspraken zijn, waar de leerlingen het nut van inzien. Het team van de Ollie B Bommel hanteert dezelfde regels en afspraken. Deze worden elk jaar opnieuw vastgelegd en zijn te vinden op onze website.
3.21 De zorg voor leerlingen: Zorg en begeleiding Leerlingen op de Ollie B Bommel ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden; we willen er alles uit halen wat er in zit. Daarvoor moeten de leerkrachten hun leerlingen goed kennen, d.m.v. observaties, gesprekken met ouders, leerlingen, collega’s, externen.
Schoolplan 2015-2019
25
OBS Ollie B Bommel
De kenmerken van elke leerling worden vast gelegd in het groepsoverzicht (stimulerende en belemmerende factoren) en vormen basis voor het formuleren van onderwijsbehoeften. Dit is een aanpak waarmee we elk kind de gestelde doelen willen laten halen. De leerkrachten volgen de leerlingen en hun resultaten en stellen zo steeds hun aanpak bij. De leerkrachten worden hierbij begeleid door de Intern Begeleider, die de leerkracht helpt bij het analyseren van resultaten, het meekijken en – denken in de klas, bij de individuele leerling, en het doen van interventies. De IB’er vertaalt in samenwerking met de directie de analyses en interventies naar schoolniveau. We streven ernaar dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Om dat te kunnen realiseren zijn er afspraken, protocollen en procedures gemaakt en vastgelegd. Deze zijn terug te vinden in het schoolzorgplan. Het geeft de kaders aan in welke mate de school in staat is om bepaalde zorg wel / niet te kunnen verlenen. De kaders zijn opgebouwd met de volgende uitgangspunten: Er wordt handelingsgericht en planmatig omgegaan met verschillen in onderwijsbehoeften tussen leerlingen; Er is sprake van vroegtijdig signaleren van leerlingen die extra aandacht nodig hebben (preventie) en het proactief signaleren welke leerlingen extra instructie en begeleiding nodig hebben bij de cruciale leermomenten in de leerlijn; De zorgstructuur in de school is transparant met leerkrachten die verantwoordelijk zijn voor het onderwijs en de zorg aan leerlingen in hun groep, met een intern begeleider en met een schoolleider die de kwaliteit van de zorg in school bewaakt en aanstuurt op een schoolcultuur waarin het gewoon is om met verschillen in onderwijsbehoeften tussen leerling om te gaan; Er is aandacht voor goede overgangen van de peuterspeelzaal/kinderdagverblijf naar groep 1, jaarovergangen in de school en van leerlingen uit groep 8 naar het voortgezet onderwijs; De resultaten worden op school-, groeps- en individueel niveau systematisch in kaart gebracht en geanalyseerd met als doel het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en de zorg (bv. het verbeteren van leerlijnen, reflectie op leerkracht handelen en op differentiatievormen in de school); De samenwerking tussen allen die bovenschools bij de zorg aan kinderen betrokken zijn wordt gestimuleerd. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
De leraren kennen hun leerlingen en geven blijk van hoge verwachtingen van hun leerlingen. De leraren signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben. Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind. Externe partners worden –indien noodzakelijk- betrokken bij de zorg voor leerlingen. De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen. Op basis van een deugdelijke analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen. De school voert de zorg planmatig uit. De school gaat zorgvuldig de effecten van de zorg na. De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding.
Beoordeling
Omschrijving
Resultaat
Zelfevaluatie
3,00
Verbeterpunt
Prioriteit
De school heeft de procedure voor de bespreking van de resultaten op de eindtoets vastgelegd in een procedure (workflow).
gemiddeld
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
hoog
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
hoog
Schoolplan 2015-2019
26
OBS Ollie B Bommel
3.22 De zorg voor leerlingen: Afstemming Doordat onze school opbrengstgericht werkt, wordt het onderwijs op elke leerling afgestemd. Stimulerende en belemmerende factoren worden beschreven in een groepsoverzicht, evenals de onderwijsbehoeften die op basis van deze kenmerken worden geformuleerd. Dit is een aanpak om ervoor te zorgen dat elke leerling de gestelde doelen bereikt. Dit gaat om de gestelde schooldoelen in VS (cito-toetsen uit het LVS), en om de doelen zoals ze omschreven staan in de leerlijnen. Op basis van de analyse van de opbrengsten en kijkend naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen wordt het onderwijs afgestemd. Momenteel worden leerlingen in het groepsplan verdeeld over drie instructiegroepen, gebaseerd op de onderwijsbehoeften; de A-groep (instructie-onafhankelijke leerlingen), de B-groep (de basis-groep), de C-leerlingen (instructie-afhankelijke leerlingen). In dit plan wordt beschreven hoe er aan de gestelde doelen gewerkt zal gaan worden. De wijze van instructie, begeleiding, de verwerking en evaluatie, én de differentiatie hierin. Het plan wordt twee keer per jaar herzien middels een tussenevaluatie. Hierbij worden de opbrengsten van de toetsen ook meegenomen (het opbrengstgericht werken). Wanneer leerlingen extra zorg en begeleiding nodig hebben worden de korte-termijn doelen beschreven in het groepsoverzicht en hierin geëvalueerd. In de praktijk merken wij echter, dat het analyseren van de opbrengsten meer data geeft voor afstemming dan alleen leerlingen te verdelen op onderwijsbehoeften. De school is ervan overtuigd dat juist de combinatie van het analyseren en onderwijsbehoeften van elke leerling centraal moet staan. Het groepsplan lijkt hierin niet altijd een meerwaarde te hebben. Het komende jaar wordt onderzocht of alleen analyse, dus onderzoek naar, afdoende is voor de juiste afstemming van ons onderwijs. Een gedegen analyse draagt bij aan de ontwikkeling van onze leerkrachten en dus de kwaliteit van onderwijs. Wanneer de geboden zorg en begeleiding van de leerkracht niet het gewenste resultaat heeft, wordt door middel van onderzoek (intern of extern) duidelijk welke onderwijsbehoeften het kind heeft, maar ook welke capaciteiten. Als blijkt dat de gestelde doelen te hoog liggen, kunnen we besluiten de doelen aan te passen en kinderen leerstof via een eigen leerlijn aan te bieden. Dit wordt beschreven in een Ontwikkelingsperspectief. Hierin wordt een uitstroombestemming vastgelegd en hieraan gekoppeld worden reële doelen gesteld.
Beoordeling
Omschrijving
Resultaat
Zelfevaluatie
3,00
Verbeterpunt
Prioriteit
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
gemiddeld
Het groepsplan en de dag- en/of weekplanning verheldert wie (welke groepje) meer of minder onderwijstijd krijgt.
gemiddeld
3.23 Talentontwikkeling Een goede school maakt werk van talent, omdat talentontwikkeling leidt tot zelfvertrouwen, een sterke motivatie en effectief leren. Daarom is het belangrijk dat al onze leerlingen worden gestimuleerd om hun talenten optimaal te benutten. Dit betekent dat in de hele school zichtbaar is dat er OOG is voor talent: leerlingen hebben volop gelegenheid om hun talenten actief te Ontdekken, te Ontwikkelen en te Gebruiken. Wij streven naar een schoolcultuur waarbij alle leerlingen op hun eigen niveau worden uitgedaagd. Het team wil in samenspraak met de Plusklas van SOPOGO structureel uitdagende lesstof bieden aan talentvolle leerlingen. Beoogde excellentiebevordering zien wij als een uitdaging. Het vormgeven ervan zien wij als een proces van ontwikkeling waarbij stapsgewijs wordt geleerd en het proces wordt aangepast aan de onderwijsbehoeften van de leerling.
3.24 De zorg voor leerlingen: Passend onderwijs Passend Onderwijs is een beleidsverandering die uitgaat van het Ministerie van Onderwijs. Het gaat erom dat alle leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen op school. Het nieuwe stelsel moet zo goed mogelijk onderwijs bieden aan kinderen die extra begeleiding nodig hebben. Het uitgangspunt van Passend Onderwijs is de verantwoordelijkheid van schoolbesturen om voor elke leerling een passend onderwijsaanbod te realiseren. als de school niet in de behoeften van het kind kan voorzien dan wordt in overleg met de ouders uitgezocht welke school binnen het
Schoolplan 2015-2019
27
OBS Ollie B Bommel
samenwerkingsverband dat wel kan. Een passend onderwijsaanbod houdt in dat onderwijs en ondersteuning moet aansluiten op de behoeften van het kind. Hierbij wordt gekeken naar de mogelijkheden die de school heeft en de wensen van de ouders. Schoolbesturen hebben ondersteuningsplicht. Het is de plicht van schoolbesturen om ervoor te zorgen dat voor alle kinderen met speciale onderwijsbehoeften een passende plek wordt gevonden. Dat kan op de school zelf zijn, maar ook op een andere school binnen het samenwerkingsverband, die beter aansluit op de onderwijsbehoefte. Ouders hoeven dus niet zelf meer van school naar school te gaan om een passende plek voor hun kind te vinden. Onze school biedt Passend onderwijs door het Handelings gericht werken. Het team brengt van alle leerlingen de onderwijsbehoeften in kaart en bieden de passende ondersteuning zelf, waar mogelijk. Ons uitgangspunt van handelen is dat elk kind zich zo goed mogelijk kan ontwikkelen. Wanneer wij handelingsverlegen zijn (door onvoldoende zicht op de onderwijsbehoeften, of het niet kunnen organiseren van de nodige zorg, of het ontbreken van expertise), kunnen wij leerlingen bespreken binnen het SOT (School Ondersteunings Team). Hieruit kan een onderzoek, een PAB (Preventieve Ambulante Begeleiding), arrangementsaanvraag of SBO-aanvraag volgen. Een PAB houdt een eenmalig bezoek van een Ambulante Begeleider van het SWV in, om tips en adviezen te geven. Wanneer een Arrangement wordt toegekend, krijgt de school voor een bepaalde periode ambulante begeleiding en/of een geldbedrag om de nodige – passende – materialen aan te schaffen om zo de desbetreffende leerling te ondersteunen in zijn of haar ontwikkeling.
3.25 De opbrengsten: Opbrengstgericht werken In 2018 moet 90 procent van de scholen voor het primair onderwijs en voortgezet onderwijs, van de Onderwijs Inspectie, opbrengstgericht werken. Onze school werkt al opbrengstgericht. Onder opbrengstgerichtheid verstaan we het bewust, systematisch en cyclisch werken aan het streven naar maximale opbrengsten. Bij opbrengsten gaat het dan om: cognitieve resultaten van leerlingen, sociaal-emotionele resultaten, tevredenheid van leerlingen, ouders en vervolgonderwijs. Opbrengstgericht werken houdt in dat de toets resultaten systematisch door de leerkrachten worden geanalyseerd. Op basis van die analyse wordt het onderwijs in de klas aangepast met als doel om tot betere resultaten te komen. De resultaten hebben dus een grote invloed op het werken in de klas en in de school. Opbrengstgericht werken verloopt volgens een evaluatieve cyclus; doelen en standaarden vastleggen, informatie verzamelen en registreren, de informatie interpreteren en beslissingen nemen. De data van de toetsen wordt door het schoolteam ook gebruikt om het handelen van de leerkrachten af te stemmen op de ontwikkeling van de kinderen. Het hele team kijkt naar de resultaten. De resultaten geven inzicht welke leerlingen op, onder of boven het vooraf gestelde niveau presteren. Het team maakt inhoudelijke afspraken om de doorgaande lijn beter te waarborgen. Leerlingen worden opnieuw ingedeeld op grond van de instructiebehoeften. Het curriculum wordt onder de loep genomen en de leerstof van de komende periode afgestemd. Opbrengsten moeten geanalyseerd worden, op leerling- en groepsniveau. Hierbij gaat het om toetsresultaten, maar ook bijvoorbeeld om zelfevaluaties van leerlingen. Er moeten doelen gesteld worden (zie bijlage), die de school met de jaargroepen op de verschillende vakken wil bereiken. Bij het stellen van de doelen per leerling wordt gebruik gemaakt van de GVG die bij de cito LVS toetsen geldt. Bij het analyseren gaat de leerkracht een aantal zaken na, adhv hulpvragen. Op basis daarvan formuleert de leerkracht interventies, doet wel of geen aanpassingen in aanbod, leertijd, organisatie, materiaal. Opbrengstgericht werken is het werken aan de hand van doelen, die worden vastgesteld op basis van de analyse van de verzamelde gegevens. De analyse betreft de volgende data: Opbrengsten Leerstofaanbod Didactisch handelen van de leerkracht Pedagogisch klimaat Leertijd Leerklimaat Klassenmanagement Bij opbrengstgericht en handelingsgericht werken interpreteren we de gegevens (wat heeft dit kind nodig) en op basis daarvan stellen we doelen; wat is voor dit kind een logische volgende stap? De activiteiten in de groep vormen het gereedschap om de doelen te behalen. Bij opbrengstgericht werken hoort ook, dat er na afloop van de afgesproken periode geëvalueerd wordt en nieuwe doelen gesteld worden. Er wordt gewerkt aan de hand van een cyclus. Opbrengstgericht werken en handelingsgericht werken geven het onderwijs een impuls om tot hogere opbrengsten te
Schoolplan 2015-2019
28
OBS Ollie B Bommel
komen. De cyclische werkwijze (“Plan Do Check Act”-cyclus) zorgt ervoor dat er steeds uitgegaan wordt van gegevens (data), dat deze geanalyseerd worden (begrijpen > clusteren) en weer gebruikt voor een nieuwe planperiode om de gestelde doelen te bereiken. Opbrengstgericht werken benoemt de opbrengsten en deelt de instructiegroepen in op basis van ‘instructie-behoeften’. Handelingsgericht werken benoemt wat de instructiegroepen nodig hebben om de gestelde doelen te bereiken. Op onze school werken we opbrengstgericht (doelgericht). Daarbij richten we ons op de gemiddelde vaardigheidsscore van de Cito-toetsen. Per Cito-toets is een doel (een norm) vastgesteld. In bepaalde gevallen is deze afgeleid van de inspectienormen (zie Analyse en waardering van opbrengsten primair onderwijs) en waar dat niet het geval is, hebben we zelf doelen (normen) vastgesteld. Tevens hebben we voor iedere Cito toets schoolnormen vastgesteld. Het opbrengstgericht werken wordt ondersteund door ons leerlingvolgsysteem Cito LVS. Bij de bespreking van de groep (leerlingen) wordt de uitslag van de toets (de gehaalde gemiddelde vaardigheidsscore) vergeleken met de norm (de gewenste gemiddelde vaardigheidsscore). Als de gewenste score structureel onder de gewenste score is, worden er door de IB'er en de leraar interventies afgesproken. De opbrengsten worden tevens op teamniveau besproken. Interventies kunnen dan ook op schoolniveau plaatsvinden. De schoolleiding en de IB'er voeren vervolgens klassenconsultaties uit om te observeren of het de leraar lukt om de interventies toe te passen en te bepalen of de interventies effect hebben. Leraren worden ook gekoppeld (collegiale consultatie) om good practice op te doen. Verbeterpunt: Bestuursnormen formuleren m.b.t. de vaardigheidsscoresCito toetsen.
Verbeterpunt
Prioriteit
De leerkrachten voeren zelfstandig een analyse uit over de toetsresultaten en leggen deze vast.
gemiddeld
Bestuursnormen formuleren m.b.t. de vaardigheidsscores cito toetsen.
hoog
3.26 De opbrengsten: Opbrengsten Ons onderwijs is geen vrijblijvende aangelegenheid. We streven (zo hoog mogelijke) opbrengsten na m.b.t. met name Taal, Rekenen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. We achten het van belang dat de leerlingen presteren naar hun mogelijkheden, en dat ze opbrengsten realiseren die leiden tot passend (en succesvol) vervolgonderwijs. Onze ambities zijn: De leerlingen realiseren aan het eind van de basisschool de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal]. De leerlingen realiseren tussentijds de verwachte opbrengsten (op grond van hun kenmerken) [m.n. Rekenen en Taal]. De sociale vaardigheden van de leerlingen liggen op het niveau dat verwacht mag worden (op grond van hun kenmerken). Leerlingen ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. De leerlingen doorlopen de basisschool in acht jaar. De leerlingen krijgen de juiste adviezen voor vervolgonderwijs. De leerlingen presteren naar verwachting in het vervolgonderwijs. Voor een overzicht van de ken getallen verwijzen we naar ons jaarverslag. hierin is opgenomen: Overzicht scores eindtoetsen Overzicht kengetallen sociaal-emotionele ontwikkeling Overzicht tussentoetsen (kerntoetsen) Overzicht kengetallen m.b.t. leerlingen met een specifieke behoefte Overzicht kengetallen doorstroming Overzicht kengetallen adviezen VO Overzicht kengetallen functioneren VO Onze kengetallen geven we jaarlijks weer in een apart katern (c.q. het jaarverslag). Dit katern is een bijlage bij ons jaarverslag. Het katern bevat ons beleid m.b.t. de bovenstaande thema’s, de kengetallen over de laatste drie of vijf jaar, een diagnose en een analyse van de uitslagen en de voorgenomen verbeterpunten. In het schooljaar 2015-2016 wordt door de directie en intern begeleider onderzocht in hoeverre het maken van groepsplannen los gelaten kan worden en op welke wijze de school meer opbrengstgericht kan werken. Het inrichten
Schoolplan 2015-2019
29
OBS Ollie B Bommel
van de klas en de wijze waarop de leerstof aangeboden wordt door de leerkrachten wordt medebepaald door de opbrengsten. De wens van de school is om de opbrengsten te analyseren en op basis daarvan het leerkracht handelen vorm te geven. De school heeft de overtuiging dat hierdoor de kwaliteit van het onderwijs verhoogd wordt. De analyses worden vanaf het schooljaar 2015-2016 gebundeld in een groeidocument zodat de analyses niet alleen op korte termijn van nut zijn maar ook op langere termijn. Door gerichte analyses wil de school bewerkstelligen dat de opbrengsten tenminste liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden. om deze kenmerken goed in beeld te krijgen wordt de komende periode gewerkt aan een sociale kaart. Met het schrijven van dit schoolplan constateert de school aan de hand van een zelfevaluatie dat er relevante documenten ontbreken. De komende jaren worden deze documenten gerealiseerd. Dit betreft vooral meerjarenoverzichten van doublures, ontwikkelingsperspectieven en interventies naar aanleiding van de analyses. Beoordeling
Omschrijving
Resultaat
Zelfevaluatie
2,86
Verbeterpunt
Prioriteit
De school beschikt over een meerjarenoverzicht, gekoppeld aan een analyse, conclusies en (uitgevoerde) interventies.
gemiddeld
De school beschikt over een overzicht van de kenmerken van de leerlingenpopulatie gekoppeld aan een analyse, conclusies en (uitgevoerde) interventies.
gemiddeld
De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
gemiddeld
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
hoog
De school beschikt over meerjarenoverzicht van de aantallen verlengers en zittenblijvers, gerelateerd aan de normen van de inspectie.
laag
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
hoog
Schoolplan 2015-2019
30
OBS Ollie B Bommel
4 Personeelsbeleid 4.1 Integraal Personeelsbeleid Het integraal personeelsbeleid van onze school richt zich op de ontwikkeling van de medewerkers. De bedoelde ontwikkeling is gekoppeld aan de missie en de visie(s) van de school en aan de vastgestelde competenties. De competenties en criteria waarop we ons richten hebben we vormgegeven in een competentieboekje (zie bijlagen). Dit boekje vormt het hart van ons personeelsbeleid. We gaan uit van de volgende competenties: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Gebruik Leertijd Pedagogisch handelen Didactisch handelen Afstemming (HGW) Klassenmanagement Opbrengstgericht werken Beroepshouding Communicatie
De competenties en de criteria zijn verwerkt in een zogenaamde “grote kijkwijzer” (zie bijlagen). Daardoor borgen we dat onze doelen aan bod komen bij de groepsbezoeken. De inhoud van de grote kijkwijzer staat centraal bij vrijwel alle instrumenten voor personeelsbeleid en met name bij de werk-, functionerings- en beoordelingsgesprekken. Daarmee borgen we dat de professionele ontwikkeling van de medewerkers een standaard onderdeel vormt van de gesprekkencyclus. Het is van belang om zo spoedig mogelijk om te zien naar competenties en criteria die het onderscheid verhelderen tussen de bekwaamheid van de startbekwame, de basisbekwame en de vakbekwame leraar. Zodra de CAO hierover helderheid verschaft, zullen we ons competentieboekje aanpassen.
4.2 De schoolleiding De directie vindt het belangrijk teamleden te laten groeien op het gebied waar ze goed in zijn. De directie zet in op de sterke kanten van en talenten van mensen. Deze worden ingezet en verder doorontwikkeld.Daarom wordt er een cultuur gecreerd waarin de talenten van de leerkrachten zich kunnen ontwikkelen. De directie werkt aan een professionele leergemeenschap door de focus te hebben op het leren van zowel de leerling als de leerkrachten, op samenwerking tussen leerkrachten, leerkrachten en ouders, op resultaten en voortdurende ontwikkeling. Er wordt ingezet op gedeeld leiderschap en ondersteuning van teamleden in hun ontwikkeling. De directie zet in op de professionele ontwikkeling van de leerkrachten om het onderwijsproces van de leerlingen te optimaliseren en continue te verbeteren. Dit is mogelijk omdat het team eveneens gemotiveerd is om zich professioneel te ontwikkelen. Het voortdurend ontwikkelen past ook bij de veranderende samenleving waar de school mee te maken heeft. De directie moedigt teamleden aan om hun ontwikkelingsdoelstellingen te formuleren. Bereikt gezamenlijk overeenstemming over de eigen rol en de rol van teamleden zelf bij hun eigen ontwikkelingsproces. Zorgt voor continue aanwijzingen alsmede voor feedback, zodat de ontwikkeling van teamleden steeds wordt gestimuleerd. stimuleert eigen initiatieven. Het verschil tussen ideaal en werkelijkheid werkt uitdagend om geinspireerd te blijven leren. De creatieve spanning kan op twee manieren worden aangepakt; de actuele realiteit naar het niveau van de visie tillen of de visie omlaag brengen tot het niveau van de actuele realiteit. Uit deze creatieve spanning komt energie die de schoolleider probeert te benutten om de realiteit te benutten zodat de visie verwezenlijkt wordt. De schoolleider maakt gebruik van transformatief leiderschap. Onder transformatie wordt verstaan een proces, waarbij mensen intensief worden aangesproken op hun individueel vermogen en hun individuele deskundigheid, om de context waarin ze werken te veranderen. Een transformatieve leider ontwikkelt een professionele cultuur; een omgeving waarin mensen met en van elkaar kunnen leren. maar zorgt er ook voor dat er een gemeenschappelijke visie is, die samen ontwikkeld is, gedragen en uitgedragen wordt. Samengevat kan worden gesteld dat het de rol van de schoolleider is om de verbeter- en veranderingscapaciteit van de school te vergroten. Er wordt ingezet op effectief leiderschap in een cultuur van verandering waarin voortdurend wordt gewerkt aan:
Schoolplan 2015-2019
31
OBS Ollie B Bommel
1. 2. 3. 4. 5.
het nastreven van doelen het begrijpen van veranderingsprocessen het ontwikkelen van relaties het ontwikkelen en delen van kennis het nastreven van samenhang
De schoolleider wordt bijgestaan door de intern begeleider. Zij fungeren samen als tandem.De tandem geeft leiding aan het leer/verander-proces en is ervoor verantwoordelijk dat opvattingen over doelen op organisatieniveau, groepsniveau en individueel niveau op één lijn gebracht worden. Deze afstemming leidt dan tot de ontwikkeling van een gezamenlijke visie. De tandem stuurt aan op het leren van de leerkrachten zodat de gewenste gezamenlijke doelen kunnen worden bereikt. Onder leren verstaan wij als tandem; openheid voor de knelpunten maar zeker ook over de succeservaringen in de klas. Het gebruik maken van elkaars kwaliteiten en talenten. Het gezamenlijk reflecteren op de praktijk. Als team naar oplossingen zoeken en tot verbeterpunten komen. .
4.3 Beroepshouding Kenmerkend voor een goedlopende organisatie en dus de school, is de schijnbare vanzelfsprekendheid waarmee leerkrachten gedisciplineerd aan het werk zijn, doelgericht en met inzicht in de keuzes die worden gemaakt. Er heerst- zelfopgelegde en ook verwachte - discipline, waardoor bewust handelen, kennis en (zelf)vertrouwen toenemen. De school werkt gestructureerd, afspraken gelden voor iedereen en worden van binnenuit- en niet omdat het moet - uitgevoerd. Autonomie betekent niet dat leraren zelf uitmaken wat er gebeurt; autonomie betekent zelfstandig vorm geven aan de doelen die de organisatie heeft gesteld. We bouwen aan een gestructureerde schoolomgeving waarin gedisciplineerd (op elkaar afgestemd) wordt samengewerkt. Onderwijs gaat verder dan opbrengstgerichte aandacht voor de basisvakken. Elk kind is meer dan dat. We ruimen belemmeringen op, volgen de ontwikkelingen op de voet en vertalen nieuwe inzichten en ambities in de dagelijkse praktijk in de school. Uitgangspunt is het doen en het vervolgens interactief reflecteren op het doen. De houding van iedereen in de school is: we zijn voortdurend bezig met leren. We willen het steeds beter doen. 1. De leerkrachten zijn toegewijd aan het leren van de leerlingen. We zijn ervan overtuigd dat elk kind kan leren. Leerkrachten doen er samen alles aan dat leerlingen succes hebben en deze ambitie wordt keer op keer door de school uitgestraald en georganiseerd. 2. Leerkrachten moeten samenwerken waar het gaat over de praktijk van het lesgeven, het samenstellen van het curriculum en het toetsen van de leerling resultaten 3. Er is focus op de resultaten. leraren nemen samen de belangrijke beslissingen. deze beslissingen zijn 'evidence based' bewijzen, gebaseerd op objectieve gegevens en niet alleen op intuitie en ervaring. Leerkrachten toetsen niet alleen om de vorderingen van de leerlingen te volgen, de toetsen dienen ook om inzicht te krijgen of de leerkracht de instructie of het curriculum moet aanpassen. In het handelen van de professionele leerkrachten zien we de volgende kenmerken terug: Ze vergroten voortdurend het kennisgehalte van hun werk; Ze streven naar zorg op maat Het gaat professionele leerkrachten niet alleen om het werk in de klas, maar ook om mee te werken aan het uitwerken van een visie, meewerken aan kwaliteitsbeleid en om het leren van veranderingsbekwaamheden Ze zijn in staat het werk in de eigen groep te plaatsen naar een bredere context van de school Ze zijn in staat te kijken met de ogen van de leerling en ouder. Ze houden elkaar aan de gedeelde informatie-verantwoordelijkheid; leerkrachten investeren in elkaar, men laat anderen delen in de eigen kennis en ervaring De leerkrachten beschouwen kwaliteit als ieders verantwoordelijkheid
4.4 Professionele cultuur Het huidige team heeft sinds een aantal jaar deze samenstelling. Er heerst een open sfeer waarin elkaar om hulp vragen en elkaar op gemaakte afspraken aanspreken, mogelijk is. Het tandem (de directie en de intern begeleidster) zet een aantal belangrijke hoofdlijnen uit, in overleg met het team, of adhv evaluatiepunten vanuit het team. Er wordt
Schoolplan 2015-2019
32
OBS Ollie B Bommel
samen gepraat over de standpunten en aanpak van de school. Sinds de komst van de huidige directeur is deze cultuur verdiept. Het van elkaar leren wordt meer gestuurd en gestructureerd en doelgericht ingezet. De communicatie over het uitzetten van de hoofdlijnen is meer transparant en hierbij wordt de verantwoordelijkheid van elk teamlid gevraagd, waardoor de uitgezette hoofdlijnen meer ván het team worden en binnen een duidelijker kader staan. De komende jaren zet het team in op het verder door ontwikkelen van een professionele cultuur. Deze kenmerkt zich doordat het individuele leren, het team leren en het organisatieleren aan elkaar gekoppeld is. Een school die zich bewust richt op verbeteren, vernieuwen en ontwikkelen heeft een professionele cultuur. Zij weet waar het staat en waar haar zwakke en sterke punten liggen. Er is zicht op gewenste veranderingen, zonder dat het einddoel overigens exact omschreven is. De weg die bewandeld wordt, wordt gezien als leerweg die vraagt om tussentijdse evaluatie en zo nodig bijstelling. Hierbij wordt als uitgangspunt genomen: bouw voort op het goede uit het verleden en werk terug vanuit de toekomst. Het leren van de leerkrachten is een onderdeel van de bedrijfsvoering en is gericht op de gewenste ontwikkelingen. In een professionele cultuur heeft iedere leerkracht de mogelijkheid om invloed uit te oefenen. In een professionele cultuur gaat het om samenwerking in dezelfde richting, met dezelfde doelen en een op elkaar afgestemde werkwijze. Een professionele cultuur kenmerkt zich naar onze opvatting door een open en heldere communicatie. Zowel intern als extern. De externe communicatie is met name van belang voor de school om te weten wat er van buiten af gevraagd en gewenst wordt. Dit kan een belangrijke rol spelen in het bepalen van de gewenste ontwikkelrichting. Een goede interne communicatie is de basis voor het bepalen van zwakke en sterke punten van de school.
4.5 Beleid met betrekking tot stagiaires Voor de aanwas van nieuwe leerkrachten vinden wij het belangrijk een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van aankomende leerkrachten, daarom bieden wij stagiaires van de pabo’s [HR en HZ] en MBO's [Albeda] de gelegenheid om ervaring op te doen. Jaarlijks wordt binnen het team geïnventariseerd welke leerkracht een stagiaire of LIO'er in de klas wil en kan begeleiden. Het aantal plaatsingsmogelijkheden wordt doorgegeven aan de pabo’s. Mogelijke stagiaires worden uitgenodigd voor een gesprek met een lid van de directie en de betreffende leerkracht. Als na het gesprek alle partijen positief zijn, worden nadere afspraken gemaakt. Voor de beoordeling van stagiaires maken wij gebruik van de beoordelingsinstrumenten van de opleidingsschool, met inachtneming van ons eigen competentieprofiel. Basisschool De Westhoek Schoolplan 2015-2019 32 LIO stagiaires worden met ingang van 1 april 2015 geselecteerd door de werkgroep LIO Stagiaires van ons bestuur SOPOGO. Deze werkgroep houdt de sollicitatiegesprekken en wijst de LIOers aan de scholen van het bestuur toe. Dit met in acht neming van de wensen van de ontvangende school en de wensen van de LIO stagiaire.
4.6 Werving en selectie SOPOGO stelt zich ten doel op haar scholen een zo hoog mogelijke kwaliteit te kunnen leveren aan het openbaar primair onderwijs op Goeree-Overflakkee. Deze doelstelling kan mede bereikt worden door het vinden van competente nieuwe medewerkers via een goede werving- en selectieprocedure. De afdeling P&O heeft bij werving en selectie een initiërende, coördinerende en uitvoerende rol. De afdeling P&O is speciaal belast met het coördineren en bewaken van de procedure en het geven van zowel werving- als selectieadviezen. De personeelsadviseur treedt signalerend en eventueel corrigerend op bij een niet correcte naleving van de procedure. De afdeling P&O zorgt voor het beheer van het sollicitantenbestand. Het protocol is te vinden in onderstaande link: Werving en Selectie Bijlagen 1. Werving en selectie
4.7 Taakbeleid Met betrekking tot het taakbeleid heeft onze school vooralsnog gekozen voor het overlegmodel. In het kader van de nieuwe CAO is de voormalige jaartaak omgezet naar een 40-urige werkweek en wij hebben op basis daarvan een beschikbaarheidsregeling zie bijlage) en een werktijdenregeling vastgesteld (8 uren per dag). Voorafgaand aan het schooljaar, voor de zomervakantie, wordt de weektaak per werknemer zo concreet mogelijk vastgelegd. Indien er sprake is van extra gewerkte uren (overwerk), worden deze in principe voor de volgende vakantie gecompenseerd.
4.8 Collegiale consultatie Op onze school maken we gebruik van collegiale consultatie. We oefenen hierin en hebben gekozen voor de volgende werkwijze: collega’s bezoeken elkaar in de groep en observeren met behulp van een kijkwijzer over opvattingen rondom ons onderwijs. Er wordt getraind in de gesprekstechnieken, die hier voor nodig zijn. Deze kunnen worden
Schoolplan 2015-2019
33
OBS Ollie B Bommel
gevolgd via de SOPOGO academie. In [oktober/november] en [februari/maart] zullen teamleden vrij geroosterd worden om bij elkaar te gaan kijken en vervolgens bevindingen via het feedback model met elkaar uit te wisselen. Er wordt uiterlijk 5 werkdagen na iedere consultatie een gesprek gevoerd. Alle collega’s worden minimaal tweemaal per jaar geobserveerd en observeren zelf ook minimaal tweemaal per jaar. De bouwcoördinatoren observeren tweemaal per jaar in de groepen van hun bouw op basis van de gemaakte afspraken en/of onderwijskundige ontwikkelingen. De coördinatoren van lezen, rekenen en taal observeren twee maal per jaar in de groepen op basis van de gemaakte afspraken en de beleidsplannen voor lezen, rekenen en taal. De IB-er consulteert naar aanleiding van of voorafgaand aan de groepsbesprekingen. De directie consulteert ten behoeve van een objectieve analyse voor de functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken.
4.9 Persoonlijke ontwikkelplannen Iedere medewerker beschikt over kwaliteiten en talenten. Optimale benutting en ontwikkeling van deze competenties zijn zowel in het belang van de organisatie als van de individuele medewerker. Om competenties te ontwikkelen is het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) een handig hulpmiddel. Het POP is een planmatige manier om een medewerker te helpen bepalen op welke gebieden hij/zij zich (verder) wil ontwikkelen en hoe dat aan te pakken. Het POP is een serie schriftelijke, heldere afspraken die zowel door medewerker als leidinggevende worden onderschreven. Het protocol hiervoor is in ontwikkeling en in de loop van de schoolplanperiode te vinden op de website van SOPOGO.
4.10 Het bekwaamheidsdossier Alle werknemers beschikken straks over een zogenaamd bekwaamheidsdossier. Momenteel wordt door de SOPOGOacademie onderzocht hoe dit dossier vorm moet krijgen. Op de Ollie B Bommelschool houdt elke leerkracht vanaf schooljaar 2015-2016 alvast vooruitlopend, een digitaal dossier bij. Hier staat onder andere in omschreven op welke leerkrachten zichzelf professionaliseren en op welke wijze zij dit inzetten in de dagelijkse werkpraktijk. Deze dossiers worden beheerd door de leerkrachten zelf; het dossier is altijd op school aanwezig. De directie zorgt ervoor dat het bekwaamheidsdossier een levend document is door er veelvuldig mee te laten werken, door het te gebruiken bij het personeelsbeleid. Het streven is om in de toekomst het dossier te laten bestaan uit: Afschriften van diploma’s en certificaten De missie en visie(s) van de school De competentie set De gescoorde competentielijstjes De persoonlijke ontwikkelplannen De persoonlijke actieplannen De gespreksverslagen (FG) De gespreksverslagen (BG) Verslagen van feedbackgesprekken n.a.v. het klassenbezoek Overzicht van de gemaakte prestatie-afspraken Overzicht van reflectieve vragen en antwoorden (flitsbezoeken) Momenteel experimenteren we dus met een portfolio. In het portfolio verzamelt de werknemer ‘bewijzen’ voor zijn persoonlijke ontwikkeling.
4.11 Intervisie Het komend schooljaar zal de directie, intervisie een plek geven binnen de teamvergaderingen. Hier wordt uitgegaan van de sterktes van de leerkrachten. Inzet is om te vergroten van wat al goed werkt binnen de school. Door casussen onderling uit te wisselen ontstaat er een leercultuur binnen het team.
4.12 Deskundigheidsbevordering - Professionalisering Leerkrachten kunnen zowel individueel als gezamenlijk leren. Vanuit het perspectief van de school is het van groot belang individuele leertrajecten van de leerkrachten met elkaar te verbinden. Het is dus belangrijk dat mensen van elkaar weten wat ze leren en dat zij waar mogelijk, samen een leertraject starten. Op die manier is het geleerde beter gewaarborgd in de school en de organisatie en kunnen leerkrachten elkaars leertraject versterken. Het is ook belangrijk dat er voldoende ruimte overblijft voor individueel interesses, anders wordt het creatieve vermogen van de leraren belemmerd. Aan de andere kant is het in het belang van de school en het team om de krachten te bundelen in een ontwikkelrichting. Het blijft dus altijd zoeken naar de juiste balans tussen het individu en de school of organisatie. Een lerende organisatie is een organisatie die naast het leren zelf ook leert om te leren. Dit stelt de school namelijk in staat
Schoolplan 2015-2019
34
OBS Ollie B Bommel
om in te spelen op constante veranderingen. Het vergroten van het leervermogen is dan ook het doel van de lerende organisatie. Dit vraagt om het bewustzijn van het individuele en gezamenlijke leerproces en het kunnen aansturen daarvan. Een lerende organisatie kan alleen tot stand komen vanuit een interne motivatie van de medewerkers om het leervermogen te vergroten en door gezamenlijk te leren hoe dat bereikt kan worden. Een krachtige leeromgeveing is dus een omgeving waarin individueel en gezamenlijk leren in balans zijn en waar het eigen leervermogen steeds wordt vergroot. Teamleden geven bij de directie hun wens tot individuele scholing aan. Op dit moment volgen twee leraren een Masteropleiding SEN (Special educational needs). Hiervoor worden zij deels gefaciliteerd door de lerarenbeurs. Zowel wensen van individuele scholing alsmede teamscholing wordt teruggekoppeld aan de werkgroep SOPOGO academie. zij inventariseren SOPOGO breed de scholingsbehoeften en trachten dit centraal binnen SOPOGO aan te bieden. De scholing moet in verbinding staan met ons schoolplan en/of het Strategische Beleidsplan van SOPOGO. Binnen de school past de directie ook verschillende werkvormen toe om van en met elkaar te leren, namelijk: samenwerken met collega's, door b.v. samen iets uit te werken collegiale consultatie; bij elkaar in de klas kijken maar ook op andere scholen werken met groepjes leerkrachten die zich gezamenlijk in een onderwerp verdiepen. Momenteel is er een rekenwerkgroep geformeerd. Ook werken collega's samen aan een verbeterplan voor het begrijpend lezen brainstormsessies over beleidsonderwerpen
4.13 Verzuimbeleid Het komt regelmatig voor dat zieke medewerkers niet weten waar ze aan toe zijn op het gebied van hun rechten en plichten jegens SOPOGO met betrekking tot hun ziekteverzuim. Ook directeuren hebben behoefte aan houvast tijdens het ziek zijn van medewerkers. Het protocol bij ziekte en re-integratie biedt houvast aan deze betrokkenen. Het protocol is erop gericht de zieke medewerkers zo snel mogelijk te laten terugkeren naar hun werkplek. Het protocol is te vinden in de bijlage. Bijlagen 1. Protocol bij ziekte en re-integratie
4.14 Mobiliteitsbeleid Mobiliteitsbeleid is erop gericht om mensen in de organisatie in beweging te houden. Als er iets kenmerkend is voor het onderwijs, dan is dat wel constante verandering. Deze voortdurende verandering vergt veel van mensen, het vraagt in ieder geval dat mensen het vermogen hebben zich aan te passen en ‘mee te veranderen’, met bijvoorbeeld veranderingen in de maatschappij, in regelgeving, of, heel dichtbij, veranderingen binnen de organisatie van SOPOGO en/of de eigen school. Wanneer mensen met plezier hun werk doen en inderdaad het vermogen hebben zich te kunnen aanpassen, kunnen zij gemotiveerd hun werk (blijven) doen. Dit komt ten goede aan de kwaliteit van het onderwijs dat gegeven wordt binnen de scholen van onze stichting. Het protocol is te vinden in de bijlage. Bijlagen 1. Beleidsplan mobiliteit
Schoolplan 2015-2019
35
OBS Ollie B Bommel
5 Organisatie en beleid 5.1 Organisatiestructuur Onze school is een van de dertien scholen van de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Goeree-Overflakkee (SOPOGO) De directie geeft, onder eindverantwoordelijkheid van de algemeen directeur van de Stichting, Pieter Verbrugh, leiding aan de school. De directie is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en het (uitvoeren van het) beleid. De directie wordt bijgestaan door de Intern begeleider. De school heeft de beschikking over een ouderraad en een MR. Op stichtingsniveau is er een GMR. Medezeggenschapsraad Na de invoering van de WMS (Wet op Medezeggenschap Scholen) in 2007 hanteren wij het (G)MR-regelement met het bijbehorende MR-statuut. Conform de daarin gemaakte afspraken bestaat onze MR sindsdien uit: twee gekozen ouderleden en twee gekozen teamleden. Volgens de Wet Medezeggenschap Scholen kiezen de ouders iedere drie schooljaren een oudergeleding en het schoolteam een teamgeleding. De MR van de Ollie B Bommel houdt zich vooral bezig met beleidsmatige en toezichthoudende zaken aangaande de schoolorganisatie, b.v.: het formatieplan, de vakantieregeling, het schoolplan, de schoolgids, het benoemingsbeleid, huisvesting, de tussenschoolse- en buitenschoolse opvang, het zorgplan, de veiligheid, het personeelsbeleid en het financiële beleid. In de WMS en de Medezeggenschapsreglementen van SOPOGO zijn de bevoegdheden van de MR geregeld. Er bestaan 2 bevoegdheden, t.w.: het adviesrecht en het instemmingsrecht. Voor meer informatie verwijzen wij naar het (G)MRreglement en het MR-statuut. Zie: www.sopogo.nl / visie en beleid/ statuten en reglementen).
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) Iedere school heeft een oudervertegenwoordiger en een teamvertegenwoordiger afgevaardigd in de GMR. De scholen geven er de voorkeur aan om MR-leden af te vaardigen naar de GMR, hoewel dit wettelijk niet verplicht is. Men kan ook GMR vertegenwoordigers kiezen die geen zitting in de MR hebben. De GMR houdt zich bezig met dezelfde beleidsterreinen als de MR waar het gaat over gemeenschappelijke (bovenschoolse) regelingen. Voor meer informatie verwijzen wij naar het GMR-reglement. Het bureau Het ondersteunend SOPOGO-bureau biedt plaats aan ongeveer 3,5 fomatieplaatseenheden (FPE) en een directeurbestuurder. De meest omvangrijke taken van het bureau zijn de personele aangelegenheden, de huisvesting, de onderwijskundige aansturing, de financiën en de organisatie. Vanuit het bureau vindt ook de bovenschoolse beleidsmatige aansturing van de 13 scholen plaats. Maandelijks vindt er overleg plaats tussen onze directeuren en’het bureau’ o.l.v. de directeur-bestuurder Ongeveer vijfmaal per jaar is er overleg tussen GMR en directeur-bestuurder. De directeur-bestuurder komt daarnaast aantal malen op school voor (voortgangs)overleg met directeur en team(leden)/MR. Dit laatste voornamelijk op verzoek.
5.2 Groeperingsvormen Er wordt gewerkt met leerstofjaarklassensysteem. In de praktijk betekent het dat er met gecombineerde klassen binnen één lokaal wordt gewerkt. Het werken met combinatieklassen is te herleiden naar het aantal leerlingen van de school. Het aanbod van onderwijs kenmerkt zich door het hanteren van diverse werkvormen. Bij het vak technisch lezen worden de leerlingen ingedeeld op basis van het eigen leesniveau. De gehele school neemt deel aan het zogeheten leescircuit één dag per week.
5.3 Schoolklimaat Wij vinden het belangrijk dat de school een veilige en verzorgde omgeving is voor de leerlingen en de medewerkers. Een omgeving waarin iedereen zich geaccepteerd voelt en waar het plezierig samenwerken is. Onze school is een school die open staat voor ouders. Sterker nog: we proberen ouders optimaal te informeren en te betrekken bij de dagelijkse gang van zaken. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
De school ziet er verzorgd uit De school is een veilige school Leraren (onderling) en leerlingen (onderling) gaan respectvol met elkaar om Ouders ontvangen maandelijks een nieuwsbrief De school organiseert jaarlijks twee rapportavonden Ouders participeren bij diverse activiteiten
Schoolplan 2015-2019
36
OBS Ollie B Bommel
7. De school staat altijd open - de leerkrachten zijn telefonisch bereikbaar op werkdagen via de school of mail. De komende periode zal de school met betrekking tot de veiligheid het ontruimingsplan aanpassen. Dit gebeurt in overleg met de buren: het Kompas en de Bommelstee. De school houdt een ongevallenregistratie bij en de BHV-ers hebben jaarlijks een herhalingscursus. Beoordeling
Omschrijving
Resultaat
Zelfevaluatie
3,19
Verbeterpunt
Prioriteit
De school registreert incidenten conform gemaakte afspraken en zorgt jaarlijks voor analyse van de gegevens (gekoppeld aan conclusies en interventies).
gemiddeld
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school.
gemiddeld
De school kan aantonen dat ze actief incidenten en ongevallen voorkomt.
gemiddeld
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school.
gemiddeld
De school heeft in de schoolgids opgenomen hoe incidenten en ongevallen worden afgehandeld.
laag
5.4 Sociale en fysieke veiligheid De school waarborgt de sociale veiligheid van leerlingen en leerkrachten. Daartoe is allereerst vastgesteld welke (ernstige) incidenten de school onderscheidt. Dit zijn: fysiek geweld intimidatie en/of bedreiging met fysiek geweld intimidatie en/of bedreiging via msn, sms, e-mail of internet pesten, treiteren en/of chantage seksueel misbruik seksuele intimidatie discriminatie of racisme vernieling diefstal De school gaat de komende jaren een registratiesysteem ontwikkelen. De leerkrachten kunnen dan incidenten registreren(met behulp van een format). Een incident zal worden geregistreerd als de leerkracht inschat dat het werkelijk een incident is, of na een officiële klacht. De IB'ers analyseren jaarlijks de gegevens die aangeleverd worden door de leerkrachten en stellen, in overleg met de directie, op basis daarvan verbeterpunten vast. De school probeert incidenten te voorkomen. Er zijn school- en klassenregels (w.o. pleinregels; de regels zijn m.n. gedragsregels: hoe ga je met elkaar om?). Deze regels worden ook daadwerkelijk gehanteerd. De school beschikt over een methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling. De lessen sociaal-emotionele ontwikkeling staan in het teken van de ontwikkeling van goed (passend) gedrag. Incidenten worden in eerste instantie afgehandeld door de leerkracht. Als zaken niet opgelost kunnen worden, wordt de directeur betrokken bij de afhandeling. Ook ouders worden betrokken bij de aanpak van incidenten (de school beschikt over een protocol: ouders ontvangen een brief). Tevens wordt in voorkomende gevallen de wijkagent betrokken bij de afhandeling van klachten. De school beschikt over een klachtenregeling (zie schoolgids), een klachtencommissie en een (interne en externe) vertrouwenspersoon. Beoordeling De ambities worden een keer per vier jaar beoordeeld door directie en team m.b.v. de Quick Scan (WMK-PO)
Schoolplan 2015-2019
37
OBS Ollie B Bommel
5.5 Interne communicatie Interne communicatie is het beschikbaar maken, doorgeven en ontvangen van informatie van onze medewerkers binnen de school. Goed met elkaar communiceren is één van de belangrijkste kenmerken van een professionele cultuur: openheid, eerlijkheid, echt naar elkaar luisteren en proberen elkaar te begrijpen is in een school van groot belang. Met name voor onze leerlingen. Immers o m goed onderwijs te geven is het van belang dat het handelen van alle leerkrachten en anderen die bij de school betrokken zijn op elkaar is afgestemd. Onze overtuiging is, dat het verbeteren van de onderlinge communicatie in een school veel kan opleveren; niet alleen voor de kwaliteit van het werken in de klas, maar vooral ook voor de sfeer, het werkklimaat, of mensen zich lekker voelen in onze school. Dit vraagt om een overlegstructuur passend bij de school, die garant staat voor een goede communicatie. De directeur is verantwoordelijk voor de interne communicatie. Het team heeft maandelijks een teamvergadering. Deze vergaderingen hebben als doel om ons onderwijskundig en kwaliteitsbeleid met elkaar af te stemmen en te komen tot besluitvorming. De teamvergaderingen worden ook gebruikt om van en met elkaar te leren. ook huishoudelijke zaken komen aan de orde, bijvoorbeeld de school brede activiteiten en festiviteiten. D e directeur stelt de agenda op en zit de vergadering voor. Teamleden kunnen agendapunten bij de directeur aangeven. Alle teamleden ontvangen tijdig voor de vergadering de agenda met eventuele bijlagen. Bij elk agendapunt formuleert de voorzitter ter afsluiting van het agendapunt het besluit en/of de gemaakte afspraak. De besluitvorming vindt in principe plaats op basis van consensus. Besluiten en gemaakte afspraken worden door de notulist opgenomen in de notulen. Jaarlijks wordt in het begin van het schooljaar het vergaderrooster vastgesteld. Teamvergaderingen vinden wisselend in de week plaats in verband met de parttimers. Aanwezigheid van alle teamleden wordt alleen verreist bij de algemene studiedagen. Op deze studiedagen staat het leren van en met elkaar centraal. Uitgangspunt zijn hierbij onze opbrengsten. Naast team en studiebijeenkomsten kent de school een medezeggenschapsraad, bestaande uit een ouder en leerkrachtgeleding. De directeur is aanwezig als adviserend lid. binnen deze vergaderingen staat het beleid van de organisatie (SOPOGO) en de school centraal. op een aantal zaken wordt het advies en de instemming gevraagd van de raad. Deze is wettelijk vastgesteld. De ouderraad is verantwoordelijk voor het organiseren van school brede activiteiten en festiviteiten. Binnen de ouderraadsvergadering worden deze geevalueerd. Naast deze vergaderingen vindt er structureel overleg plaats tussen de directeur en de intern begeleider. Ook hebben de leerkrachten in het schooljaar met de intern begeleider een leerlingenbespreking. de intern begeleider onderhoudt de externe contacten die nodig zijn om de zorg voor onze leerlingen te garanderen. De voortgang van onze leerlingen zijn voortdurend onderwerp van gesprek. Ook buiten de formele momenten om. Naast onze overlegmomenten informeren wij elkaar dagelijks middels de mail. Duo-leerkrachten hebben structureel overleg met elkaar over de kwaliteit van ons onderwijs. De lijnen onderling zijn kort. Hierdoor is er altijd sprake van transparante communicatie. Overlegschema:
Soort overleg
Aanwezigen
Doelstelling/agenda
Frequentie Vaste overleggroepen teamvergadering (inhoudelijk, huishoudelijk); bouwvergaderingen
20 x per jaar
Leerkrachten
Evaluatie van processen Organiseren feestelijkheden Elkaar op de hoogte houden van werkgroepen “orde van de dag”; ongeveer vier keer per jaar worden de vergaderingen op bouwniveau gehouden.
teamdagen / studiedagen
4x per jaar
Leerkrachten
Organisatorisch:: Planning nieuwe schooljaar, taakbeleid, Gezelligheid, teambuilding Praktisch: HGW schrijven groepsplannen Inhoudelijk: Visievergaderingen; inhoudelijke items
coördinatorenoverleg (directie en IB)
8x per jaar
Directie en intern begeleider
Doornemen IB-zaken op leerling-; groeps- en schoolniveau
Schoolplan 2015-2019
38
OBS Ollie B Bommel
IB overleg
7 x per groep
IB-er / betr. leerkracht
-groepsbespreking -leerlingenbespreking
Medezeggenschapsraad 6x per jaar
Directie MRleden
Beleidszaken op schoolniveau
Gemeenschappelijke
afgevaardigden MR (ouder en leerkracht)
Beleidszaken op bestuursniveau
5x
medezeggenschapsraad per jaar 6x per jaar
ouderraadsleden Organisatie activiteiten
Ouderraadsvergadering Werkgroepen
leerkrachten en ouderraadsleden
Incidenteel wordt een werkgroep geformeerd om een kortof langlopend project aan te sturen
IB netwerken
7x
IB-ers
Zaken m.b.t. de leerlingenzorg waaronder Handelings Gericht Werken
Directievergaderingen
10
Directie
Elke eerste maandagmiddag van de maand en een tweedaagse waarin alle Sopogo- / beleidsonderwerpen ter sprake komen.
Directie onderwijs-bureau
Regelmatig vindt er overleg plaats tussen directie en stafmedewerkers op het gebied van financiële- en personele zaken.
Onderwijsbureau
5.6 Externe contacten Externe communicatie of de PR van een school is van groot belang voor het voortbestaan van de school en daarom is het goed te weten op welke manier de school communiceert. Onze school heeft veel contact met de peuterspeelzaal en de kinderopvangvoorziening in Den Bommel. De kleuters van de school en de peuterspeelzaal werken samen in boekenpret projecten. De directie en teamleden bezoeken de kinderen op de buitenschoolse opvang. Er is een brede interesse zodat school, peuterspeelzaal en kinderdagverblijf op elkaar kunnen blijven inspelen. In de toekomst blijft de school deze contacten onderhouden en vergroten om de samenwerking te versterken. Voor de kinderen zijn deze samenwerkingen heel positief omdat dit bijdraagt aan een goede voorbereiding voor als zij hier op school komen. De peuters van de peuterspeelzaal en kinderdagverblijf worden ook uitgenodigd voor de activiteiten op school. Het geeft peuters en ouders een extra inkijkje in de school. De school staat altijd open voor bezoeken van toekomstige leerlingen en ouders. Hiervoor kunnen zij een afspraak maken met de directie. Tevens is er een vaste SOPOGO open dag waar ouders en hun kinderen vrij de school in kunnen stappen voor een rondleiding of vragen. Wij informeren ouders en externen via onze website en/of Facebook pagina. Op onze klassenpagina's, op de website vinden ouders en leerlingen informatie over hetgeen wat in die specifieke klassen heeft plaatsgevonden. de komende schoolplanperiode gaat de school inzetten op meer samenwerking met de externe partners maar zal ook nieuwe banden aanhalen om het curriculum binnen de school te laten aansluiten bij de veranderende samenleving en de behoeftes van de leerlingen. Zo heeft de school de intentie om sport, muziek en theaterverenigingen uit te nodigen voor clinics binnen de school en wil de school bedrijven alsmede het voortgezet onderwijs uit te nodigen om het curriculum binnen de school te verbreden zodat het beter aansluit bij wat de samenleving van onze kinderen vraagt. Tevens willen wij onze leerlingen meer kennis late maken met wetenschap en techniek. Hiervoor heeft de school contact gelegd met het kennisexpertise centrum Wetenschap en Techniek. Behalve het feit dat leerlingen meer kennismaken met verschillende vakgebieden heeft dit als bijkomend voordeel dat leerlingen ook in de gelegenheid zullen worden gesteld te ontdekken waar hun talenten liggen. De school vindt het belangrijk een maatschappelijke bijdrage te leveren aan een goed milieu maar ook aan een bijdrage te leveren aan de wijze waarop leerlingen in het leven staan. Daardoor zetten wij ons als school in als Supporter van Schoon, hebben wij een beleid op schoolfruit en zullen wij ons de komende jaren inzetten om een ECOschool te worden. De school is daarnaast gericht bezig middels contacten met de gemeente en School op Seef om een school op Seef school te worden. Dit houdt in praktijkgerichte verkeerslessen waarbij de leerlingen binnen de eigen woonkern oefenen.
Schoolplan 2015-2019
39
OBS Ollie B Bommel
Verbeterpunt
Prioriteit
Verstevigen en vernieuwen van de contacten met externe samenwerkingspartners
laag
Streven om de ECO-vlag te behalen
gemiddeld
Structureel aandacht besteden aan de veiligheid van de leerlingen in het verkeer. School op Seef certificaat behalen.
laag
5.7 Overgang PO-VO We willen ervoor zorgen dat onze leerlingen soepel instromen in het voortgezet onderwijs dat bij ze past. Voor ons betekent dit dat wij meer inzicht willen krijgen in waar onze leerlingen na groep 8 terechtkomen en wat zij (extra) nodig hebben om in het voortgezet onderwijs te slagen. Wij hechten daarom veel waarde aan een geregeld contact met de scholen waaraan we leerlingen leveren. Onze ambities zijn: 1. 2. 3. 4. 5.
Wij hebben een procedure voor de advisering vastgesteld (zie bijlage) Wij overleggen systematisch met de mentoren van de VO-scholen waaraan we leerlingen leveren Wij hebben zicht op wat het voortgezet onderwijs van onze leerlingen vraagt Wij beschikken over een aanbod om de leerlingen optimaal op het VO voor te bereiden Wij controleren of onze adviezen effectief zijn
5.8 Voor- en vroegschoolse educatie Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) richt zich op peuters en kleuters met een taalachterstand. Door VVE kunnen kinderen op een speelse manier hun achterstand inhalen. Zo kunnen zij een goede start maken op de basisschool. Peuterspeelzalen en organisaties voor kinderopvang bieden voorschoolse educatie aan. Voorschoolse educatie is voor peuters van 2,5 tot 4 jaar. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de voorschoolse educatie. Zij bepalen welke kinderen in aanmerking komen. Meestal loopt dit via het consultatiebureau. Vroegschoolse educatie is voor kinderen uit groep 1 en 2 van de basisschool. De basisschool is verantwoordelijk voor de vroegschoolse educatie. Er zijn diverse programma's voor VVE. Ze richten zich vooral op taalachterstanden. Daarnaast besteden ze aandacht aan de sociaalemotionele, cognitieve en motorische ontwikkeling van kinderen.
5.9 PR Visie op PR Onze school heeft te maken met verschillende groepen betrokkenen, zoals kinderen, ouders, directie, medewerkers, bestuur, medezeggenschapsraad, ouderraad en externe partijen als de gemeente of andere scholen. Al deze groepen hebben eigen wensen en behoeften als het gaat om informatie. Door middel van de inzet van PR middelen willen wij onze positie binnen de gemeente versterken om zodoende de onderlinge samenwerking te bevorderen. Onder het mom Krachtig van binnen, sterk naar buiten maken wij werk van onze PR. Het fundament voor uitstraling is de eigenheid van de school. Wij werken hierbij vanuit onze sterktes. Elke school heeft bepaalde unieke sterktes, al zijn deze niet altijd even zichtbaar. Deze unieke sterktes zijn te verbreden, en door te trekken naar de gehele organisatie. Zo ontstaat een stevige basis voor effectieve en duurzame profilering en positionering: Krachtig van binnen. Als de basis eenmaal krachtig en eenduidig is, kan middels marketing, PR en communicatie deze kracht naar buiten toe worden uitgedragen. Ook in communicatie en marketing geldt: kwaliteit en samenhang zorgen voor kracht! Marketing, PR en communicatie zijn wat ons betreft de middelen om onze school te onderscheiden van de concurrent en wordt gezien als een middel om krimp tegen te gaan. Onze school tracht alle mogelijkheden te benutten die in het belang zijn van goed onderwijs. Hierbij wordt goed gekeken naar de veranderende omgeving waar de school mee te maken heeft. Behoeften van ouders en kinderen ten aanzien van het onderwijs spelen een grote rol in de manier waarop de Ollie B. Bommel school zich wil onderscheiden. Daarom participeert onze school in boven schoolse netwerken van zoals onder andere het netwerk van de PO-raad, het expertisecentrum Wetenschap en Techniek Zuid-Holland, regionale muziek en kunst en cultuur netwerken. Samenwerking met externe partners draagt ook bij aan goed onderwijs. Doordat de school continue verbinding zoekt met externen zoals de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf maar ook het voortgezet onderwijs werkt onze school op structurele basis aan de behoeften van kinderen en ouders. Er ontstaat door gerichte samenwerking een doorgaande lijn tussen de verschillende partners.
Schoolplan 2015-2019
40
OBS Ollie B Bommel
Het team van de Ollie B. Bommel onderhoudt contacten met de regionale pers en zorgt ervoor dat de school zichtbaar is voor zijn omgeving door structureel verslag te doen van de activiteiten op school in de regionale kranten. Onze website wordt goed onderhouden en steeds voorzien van nieuwe informatie die relevant is voor onze (toekomstige) ouders en leerlingen. Niet alleen onze schoolwebsite draagt bij aan een positief beeld van onze school voor (oriënterende) ouders maar ook sociale media kunnen hieraan een bijdrage leveren. De Ollie B Bommelschool heeft een eigen Facebookpagina waarop de omgeving op de hoogte gehouden wordt van de activiteiten die de school de kinderen aanbiedt. Behalve informatie via de website en Facebook kunnen toekomstige ouders en leerlingen kunnen het hele schooljaar de school vrijblijvend bezoeken voor een indruk van de school en extra informatie. De school organiseert jaarlijks een open dag waar toekomstige ouders en leerlingen de gelegenheid krijgen de school te bezoeken. Ouders worden hierop geattendeerd door onze huidige leerlingen en ouders maar ook via Facebook, de website en advertenties in de regionale kranten. Onze school heeft te maken met verschillende groepen betrokkenen, zoals kinderen, ouders, directie, medewerkers, bestuur, medezeggenschapsraad, ouderraad en externe partijen als de gemeente of andere scholen. Al deze groepen hebben eigen wensen en behoeften als het gaat om informatie. Om de informatie uitwisseling tussen al deze groepen betrokkenen zo goed mogelijk te laten verlopen, vindt onze school het noodzakelijk om een PR plan op te stellen. Het plan zorgt ervoor dat de school op een goede manier uitlegt waar het voor staat, welke keuzes er worden gemaakt en op welke wijze de school zich onderscheidt van andere scholen. De komende periode zal de school een PR plan ontwikkelen. Wij zijn ervan overtuigd dat een PR plan helpt om orde te scheppen omdat wij met meerdere doelgroepen, communicatiedoelen en middelen te maken hebben. Het plan zal helpen om prioriteiten te stellen en een logische samenhang te creëren. Het plan zal ook onze communicatiemiddelen effectiever maken doordat er door het wordt uitgedacht aan wie en hoe wij willen communiceren. Het ontwikkelen van een PR plan is dan ook als verbeterpunt in dit schoolplan opgenomen. Vanaf schooljaar 2015-2016 zullen alle PR activiteiten worden gecoordineerd door onze PR coördinator. De coordinator zal zich ook bezig houden met verdere profilering van de school door uitbreiding van samenwerking met externe partners. Hierbij kan worden gedacht aan verdere uitbreiding in onze samenwerking met Supporter schoon, het behalen van een vignet voor een gezonde school of inzet op milieu door het behalen van een ECO-vlag.
Verbeterpunt
Prioriteit
Innovatieplan uitvoeren
hoog
Eco school mogelijkheden verkennen
hoog
Leerlingmedezeggenschap
hoog
Het ontwikkelen van een PR plan
hoog
Schoolplan 2015-2019
41
OBS Ollie B Bommel
6 Financieel beleid 6.1 Lumpsum financiering, ondersteuning en gesprekken De directeur-bestuurder (c.q. het bestuur) is eindverantwoordelijk voor de effectieve besteding van de middelen. Het financieel beleid is erop gericht om de continuïteit van de totale organisatie te waarborgen en de optimale randvoorwaarden te creëren om de gestelde doelen uit het strategisch beleidsplan van SOPOGO en het schoolplan van de school te realiseren. Alle lumpsumgelden worden bovenschools beheerd, evenals de gelden die voortkomen uit de bestemmingsboxen. De directeur-bestuurder zorgt, in samenspraak met de directeuren, voor een deugdelijke verdeling van de gelden over de scholen. Daartoe heeft het bestuur een allocatiemodel ontwikkeld. De financiële ondersteuning wordt verzorgd door het stafbureau. Maandelijks bespreken de directeur-bestuurder en de directeur van de school de financiële positie van de school via de managementrapportage. Op dat moment wordt ook verslag gedaan aan de directeur met betrekking tot de uitgaven voor personeel en ziekteverzuim. Eens per kwartaal wordt tevens het formatieoverzicht ter controle aan de schooldirectie toegestuurd.
6.2 Externe geldstromen Van het rijk ontvangt de school: lumpsumgelden, geoormerkte gelden via de bestemmingsbox, (mogelijk) impulsgelden en SWV-gelden. De budgetten komen op bovenschools niveau binnen en worden daar beheerd. Op het bestuurskantoor wordt bijgehouden hoeveel middelen uit de bestemmingsbox besteed zijn aan welke thema’s Gekozen is om die in te zetten op formatief gebied met het oog op kwaliteitsverbetering voor de scholen dankzij inzet medewerkers voor kwaliteitsverbetering, voor ICT-gebruik en plusklassen. Van de lokale overheid ontvangt de school projectsubsidies voor schoolmaatschappelijk werk, het aanbieden van zorg voor leerlingen in de klas (zorgbudget), verbetering van de doorgaande leerlijn en pedagogisch beleid van ‘voor-naar vroegschools’ (VVE). Het bestuur moet zich in de richting van de subsidieverstrekker verantwoorden over de deugdelijke besteding van de gelden.Bij het vervangingsfonds worden de kosten door ziekte gedeclareerd.
6.3 Sponsoring Vijftien organisaties, waarin de besturenorganisaties en VNG zijn vertegenwoordigd, hebben een convenant ondertekend dat handelt over sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs. Onze school onderschrijft dit convenant. De drie belangrijkste uitgangspunten van het convenant zijn: Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige doelstellingen van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen. Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwaliteitseisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primair onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen. De medezeggenschapsraad heeft instemmingsrecht op beslissingen van het bevoegd gezag over sponsoring. Wij houden ons aan het opgestelde convenant. Op onze school is geen sprake van sponsoring in wat voor vorm dan ook.
6.4 Begrotingen De begroting wordt jaarlijks voorafgaande aan het kalenderjaar op voorstel van de directeur bestuurder vastgesteld. De vastgestelde begroting is taakstellend voor de directeur bestuurder en de directeuren van de scholen. Dat betekent dat in principe geen uitgaven kunnen worden gedaan zonder dat deze zijn begroot. Schuiven binnen de begroting is toegestaan, mits geen geweld wordt gedaan aan de vooraf geformuleerde beleidsdoelen. De begroting is hiermee een belangrijk sturingselement geworden. De directeur stelt jaarlijks in overleg met de afdeling financiën een voorstel op voor een begroting voor het komende kalenderjaar met een toelichting (exploitatiebegroting). Daarin zijn alle inkomsten en uitgaven van de school opgenomen waarvoor de directeur verantwoordelijk is. De exploitatiebegroting is gebaseerd op het beleidsplan van de school. De directeur-bestuurder stelt de begroting vast voor de gehele organisatie.
Schoolplan 2015-2019
42
OBS Ollie B Bommel
7 Zorg voor kwaliteit 7.1 Kwaliteitszorg algemeen Onze school onderscheidt kwaliteit en kwaliteitszorg. We streven kwaliteit na (zie de ambities bij de verschillende beleidsterreinen) en we zorgen ervoor dat de kwaliteit op peil blijft: we beoordelen de ambities systematisch en cyclisch en op basis van de bevindingen verbeteren of borgen we onze kwaliteit. Van belang is ook dat onze kwaliteitszorg gekoppeld is aan het integraal personeelsbeleid. We streven ernaar dat onze medewerkers competenties ontwikkelen die gerelateerd zijn aan de beleidsterreinen die we belangrijk vinden. Daardoor borgen we dat de schoolontwikkeling en de ontwikkeling van onze medewerkers parallel verloopt. Onze ambities zijn: 1. Wij hebben inzicht in de kernmerken van onze leerlingenpopulatie; 2. Wij beschikken over ambities bij diverse beleidsterreinen (zie dit schoolplan); 3. Wij beschikken over een evaluatieplan waardoor geborgd is dat de verschillende ambities (zie dit schoolplan) minstens 1 x per vier jaar beoordeeld worden; 4. Wij laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leraren; 5. Wij werken planmatig aan verbeteringen (vanuit de documenten: schoolplan, jaarplan en jaarverslag); 6. Wij evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn; 7. Wij borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen); 8. Wij rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, GMR en ouders); 9. Wij waarborgen de sociale veiligheid van medewerkers en leerlingen; 10. Aan het eind van deze schoolplanperiode is ons doel de kwaliteitsindicatoren van de inspectie minimaal voldoende te scoren: De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden. De aangeboden leerinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving. De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. e. De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken. De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen. De school zorgt ervoor dat de leerlingen zich naar hun mogelijkheden kunnen ontwikkelen (SBO). Leerlingen die dat nodig blijken te hebben krijgen extra zorg. De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg. Verhoging van het kwaliteitsniveau begint bij verhoging van het kwaliteitsbewustzijn van onze medewerkers. Hieraan is de afgelopen jaren hard gewerkt. Ook de komende jaren wordt hier intensief verder aan gewerkt, mede om die borging te optimaliseren. Bij kwaliteitsbeleid hoort een cultuur van support, het bieden van ondersteuning aan iedereen. Bij werken hebben wij het niet alleen over de inhoud. Het gaat ook over de onderlinge verhoudingen in een school en over de houding van teamleden en leerlingen. Alleen als deze drie in samenhang goed functioneren, kan een school een nog betere school worden. Werken aan kwaliteit betekent op alle lagen: samen praten en luisteren; werken aan vertrouwen; zorgen voor gedeeld leiderschap; regelmatig doel- en resultaatgericht overleggen; de resultaten van inspanningen meten, analyseren en interpreteren; kijken naar de manier waarop processen georganiseerd zijn; het hanteren van verschillende aanpakken; het werken aan transitie: het vertalen van de plannen en ideeën in werkbare praktijken; samen oefenen, in de klas net zo lang uitproberen en elkaar helpen tot het werkt; goed kijken naar de ondersteunende structuur: faciliteren wat we willen laten groeien. Op weg naar langdurige kwaliteitsverbetering op school stuurt de directie aan op een lerende school en de leerkracht stimuleert de leeromgeving in de klas.
Schoolplan 2015-2019
43
OBS Ollie B Bommel
De directie als de leerkracht sturen op de houding, inhoud en verhouding. De directie doet dit door: een reflectieve houding te organiseren en te stimuleren bij het team (houding). richting te geven aan het didactisch en pedagogisch repertoire van de leerkracht, het leren van de leerlingen en de invulling van het curriculum (inhoud). de directie organiseert het leren met en van elkaar (verhouding). Voor de leerkracht gelden dezelfde principes in de klas: de leerkracht organiseert een reflectieve en lerende houding bij de leerlingen (houding) de leerkracht weet welke inhoud van belang is en legt een ambitieuze lat voor de klas, waarbij rekening wordt gehouden met de onderlinge verschillen(inhoud). de leerkracht organiseert het leren van en met elkaar in de klas (verhouding). Onze school bouwt aan een gestructureerde schoolomgeving waarin gedisciplineerd (op elkaar afgestemd) wordt samengewerkt. Het team weet wat werkt en koppelt theorie en praktijk. De praktijk is leidend. De richting en aanpak zijn duidelijk, we weten dat we erop kunnen vertrouwen dat de uitkomsten volgen, aangezien het proces klopt. Onderwijs gaat verder dan de opbrengstgerichte aandacht voor de basisvakken. Elk kind is immers meer dan dat. We ruimen belemmeringen op, volgen ontwikkelingen op de voet en vertalen nieuwe inzichten en ambities in de dagelijkse praktijk van de school. Doen is het parool en daarna interactief reflecteren op het doen. We organiseren deze interactie in groepsbesprekingen en zorgen voor een ondersteunende structuur. Beoordeling
Omschrijving
Resultaat
Zelfevaluatie
2,95
Verbeterpunt
Prioriteit
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
hoog
De onderwijsbehoeften zijn door de leraren geformuleerd op kind- en groepsniveau (groepsoverzicht) en voorzien van een analyse, conclusies en interventies.
gemiddeld
De school evalueert de eindresultaten volgens een protocol (workflow).
gemiddeld
De school evalueert de tussenresultaten volgens een protocol (workflow).
gemiddeld
De school evalueert de sociale resultaten volgens een protocol (workflow).
gemiddeld
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
hoog
De school heeft een systeem voor groepsbezoeken vastgesteld.
gemiddeld
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
hoog
De kwaliteit van het onderwijsleerproces vormt het hart van het personeelsbeleid van de school.
hoog
De school maakt functioneel gebruik van de vensters voor verantwoording (scholen op de kaart).
gemiddeld
Het bestuur onderzoekt de meerwaarde van Het gebruik van een uniform kwaliteitsmeetinstrument voor alle scholen.
gemiddeld
Het bestuur organiseert een beoordeling door leerlingen, ouders en personeel.
hoog
7.2 Meervoudige publieke verantwoording Onze school legt systematisch verantwoording af aan de verschillende stakeholders. Onze leerlingen informeren we via de leerlingenraad. De ouders ontvangen periodiek een nieuwsbrief en tevens geven we relevante informatie via de website van de school. Ook de schoolgids is een belangrijk medium om ouders op de hoogte stellen van zaken die van belang zijn. Vanzelfsprekend informeren we de MR. Daarnaast voeren we twee keer per jaar een gesprek met de kwaliteitsmedewerker van onze stichting.
Schoolplan 2015-2019
44
OBS Ollie B Bommel
Onderwerpen die o.a. aan bod komen: Eind-en tussenopbrengsten en de analyse Stand van zaken beleidsvoornemens uit het jaarplan Borgen van kwaliteit (kwaliteitssystematiek) ICT Kwaliteit personeel (en professionalisering) Opbrengstgericht werken Inzet kwaliteitsmedewerker op schoolniveau Sociale opbrengsten In het kader van “verantwoording afleggen” maken we sinds 2014 gebruik van het Schoolvenster Scholen op de kaart (een product van Vensters voor Verantwoording). De directeur van de school heeft de taak om de informatie daar waar noodzakelijk of gewenst te voorzien van schoolspecifiek commentaar. Hier zal de directie voor zorgdragen in het schooljaar 2015-2016. Verbeterpunt
Prioriteit
Het Schoolvenster Scholen op de kaart van informatie voorzien.
hoog
7.3 Wet- en regelgeving Onze school heeft kennis genomen van de eisen van de Inspectie van het Onderwijs voor wat betreft wet- en regelgeving. Wij houden ons aan de volgende eisen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
De schoolgids leveren wij tijdig aan bij de inspectie De schoolgids voldoet aan de eisen die de inspectie stelt Het schoolplan leveren wij tijdig aan bij de inspectie Het schoolplan voldoet aan de eisen die de inspectie stelt Het zorgplan leveren wij tijdig aan bij de inspectie (via het samenwerkingsverband) Het zorgplan voldoet aan de eisen die de inspectie stelt Wij programmeren voldoende onderwijstijd Wij programmeren niet meer dan (maximaal) 7 x een onvolledige schoolweek voor de leerlingen van groep 3 t/m 8
Beoordeling
Omschrijving
Resultaat
Zelfevaluatie
3,00
7.4 Strategisch beleid SOPOGO beschikt over een strategisch beleidsplan (zie eerdere bijlage). In het plan beschrijven we onze visie en plannen voor deze schoolplanperiode. Het SBP geeft aan welke strategische keuzes de stichting maakt voor de komende jaren. De doelen zijn in de het schoolplan onderverdeeld in de paragrafen van de resultaatgebieden. Het geheel van de gedeelde missie, visie, kernwaarden en kernkwaliteiten vormt onze collectieve ambities. Met behulp van de drie kritische succesfactoren gaan we onze collectieve ambitie concreet maken en verdeeld over de volgende vier schooljaar uitwerken in doelen. De drie kritische succesfactoren zijn: Verbinden Innoveren Professionaliseren
7.5 Inspectiebezoeken Op 15 mei 2014 heeft de inspectie basisschool Ollie B. Bommel bezocht. Het bezoek is afgelegd vanwege de verplichting van de inspectie om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken. Tevens is het bezoek meegenomen in de pilot geclusterde vierjaarlijkse bezoeken. In deze pilot zijn meerdere scholen van het bestuur bezocht in een periode van twee weken. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: 1. Een controle van de aanwezigheid van de schoolgids en het schoolplan bij de inspectie. 2. Een toets op de aanwezigheid van informatie over enkele wettelijk verplichte onderdelen in de schoolgids en het
Schoolplan 2015-2019
45
OBS Ollie B Bommel
schoolplan. 3. Een controle op de onderwijstijd die de school heeft gepland. 4. Analyse van jaardocumenten en andere documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. 5. Schoolbezoek, waarbij: schooldocumenten, handelingsplannen en groepsplannen zijn bestudeerd; enkele groepsbezoeken zijn afgelegd voor het beoordelen van de planmatige uitvoering van de zorg; gesprekken met de directeur en de intern begeleider zijn gevoerd; een eindgesprek met de directeur, de intern begeleider en een vertegenwoordiging van het bestuur is gevoerd. De inspectie heeft gesteld dat op de Ollie B. Bommel de kwaliteit van het onderwijs voor bijna alle onderzochte indicatoren op orde is. Het basisarrangement blijft dan ook gehandhaafd. De eind- en tussenresultaten zijn voldoende en ook binnen de aspecten kwaliteitszorg en zorg en begeleiding voldoen vrijwel alle onderdelen aan de verwachting. Het signaleren van leerlingen die zorg nodig hebben, is zelfs met een 'goed' beoordeeld. Daar tegenover staat dat het analyseren van de hulpvraag voor leerlingen die een (forse) achterstand hebben in hun ontwikkeling, nog verbeterd moet worden. Dit is opgenomen als verbeterpunt in dit schoolplan.
7.6 Vragenlijst Leraren Eens in de twee jaar wordt bij de scholen van de stichting een kwaliteitsonderzoek afgenomen. Tijdens de afname van het laatste onderzoek in 2014 is gebruik gemaakt van een door SOPOGO op maat gemaakte versie van de Kwaliteitsvragenlijst PO van Van Beekveld&Terpstra. Een aantal vragen is opgenomen als kwaliteitsindicator in Vensters PO. In het onderzoek zijn de doelgroepen management, medewerkers, ouders en leerlingen (vanaf groep 6) betrokken. Bij het invullen van de vragenlijsten hebben de respondenten ook de mogelijkheid gekregen een aantal opmerkingen (antwoorden op open vragen) te maken. In dit laatste rapport van 21 december 2014, werd de school met een 7,3 beoordeeld door de ouders. Leerlingen, leerkrachten en management beoordeelden de school met een 8. Een aandachtspunt vanuit management en team is de afstemming van het onderwijs op de leerbehoeften van meer begaafde leerlingen en de informatieverstrekking vanuit school richting ouders. Het toezicht op het overblijven wordt door de ouders ten opzichte van eerdere vragenlijsten lager gewaardeerd. De behoefte bij zowel ouders als school is er om de ouderbetrokkenheid de komende jaren te vergroten. Er liggen zorgen vanuit zowel management als ouders met betrekking tot de tijd die leerkrachten hebben om de leerlingen te begeleiden. Ouders geven aan dat zij niet goed kunnen inschatten of leerkrachten realistische verwachtingen hebben van de leerlingen en of de lesstof aansluit bij hun niveau. De aandachtspunten zoals hierboven vermeld zijn verwerkt in dit schoolplan en als verbeterpunt opgenomen. In deze schoolplanperiode zal een afname van een kwaliteitsonderzoek wederom deel uitmaken van de kwaliteitscyclus. Met behulp van dit kwaliteitsinstrument wordt cyclisch bepaald of schoolplandoelen bijgesteld dienen te worden. Het bestuur onderzoekt in het schooljaar 2016-2017 welke vragenlijsten er worden gebruikt bij de volgende meting.
7.7 Interne audits Ten behoeve van de ontwikkeling van het onderwijs en borgen van de kwaliteit voeren de directeuren van de scholen van SOPOGO jaarlijks een audit uitvoeren bij een collega-school. Ter ondersteuning van deze audit is een ‘kijkwijzer ’ontwikkeld. De kijkwijzer is gebaseerd op het toezichtkader van de onderwijsinspectie en sluit aan op de indicatoren die bij een standaard ‘Periodiek Kwaliteitsonderzoek’ door de inspectie worden bekeken. De werkwijze tijdens de audit en het hanteren van de kijkwijzer is voorbereid in een directeurenbijeenkomst. Aan de hand van de drie kritische succesfactoren Verbinding Innovatie en Professionalisering die centraal staan in het Strategisch Beleidsplan.
Schoolplan 2015-2019
46
OBS Ollie B Bommel
8 Verbeterpunten 2015-2019 Thema
Mogelijk verbeterpunt
Prioriteit
Sociaalemotionele ontwikkeling
Het ontwikkelen van gezamenlijke afspraken n.a.v. uitval op het gebied van sociale emotionele ontwikkeling.
gemiddeld
Het betrekken van ouders en verzorgers bij het PAD- leerplan.
gemiddeld
Actief burgerschap
Het ontwikkelen van een leerling-medezeggenschapsraad.
hoog
Leerstofaanbod
De school beschikt over een meerjarenoverzicht m.b.t. de leerlingen met een eigen leerlijn (leerlingen met een specifieke behoefte).
hoog
De school met een substantieel aantal leerlingen met een leerlinggewicht biedt bij Nederlandse taal leerinhouden aan die passen bij de onderwijsbehoeften van leerlingen met een taalachterstand.
laag
De school heeft de onderwijsbehoeften van de leerlingen m.b.t. Nederlandse taal deugdelijk in kaart gebracht en gekoppeld aan een analyse, conclusies en (uitgevoerde) interventies.
gemiddeld
Taalleesonderwijs Het optimaliseren van de taalrijke omgeving.
hoog
Het opstellen van een borgingsdocument taal voor de groepen 3 t/m 8.
gemiddeld
Het op een juiste manier implementeren van de nieuwe rekenmethode.
hoog
Het ontwikkelen van een passend lesstofaanbod voor de sterke rekenaars binnen onze school
laag
Wereldoriëntatie
De kwaliteit van zowel het lees- en rekenonderwijs alsmede in de wereldorienterende vakken te verbeteren door de inhouden beter op elkaar af te stemmen.
gemiddeld
ICT
Informatieverstrekking ouders middels ICT
gemiddeld
Mediawijsheid
gemiddeld
inzet van ICT middelen optimaliseren
gemiddeld
Leerkrachten faciliteren om hun kennis actueel te houden en uit te wisselen
gemiddeld
Orientatie op het werken met tablets
gemiddeld
Het hebben van een eigen ict-coordinator
gemiddeld
Professionele ontwikkeling van leerkrachten binnen het domein van Wetenschap en Techniek
laag
Het ontwikkelen van een doorgaande leerlijn Wetenschap en Techniek
laag
Aansluiting ontwikkelen op het gebied van de leerstof op het voortgezet onderwijs.
laag
Gericht (SOPOGO) onderzoek naar de positie van het vak Engels in het curriculum.
laag
De school heeft de procedure voor de bespreking van de resultaten op de eindtoets vastgelegd in een procedure (workflow).
gemiddeld
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
hoog
Rekenen en wiskunde
Wetenschap en Techniek
Engelse taal
Zorg en begeleiding
Schoolplan 2015-2019
47
OBS Ollie B Bommel
Thema
Afstemming
Opbrengstgericht werken
Opbrengsten
Schoolklimaat
Externe contacten
PR
Schoolplan 2015-2019
Mogelijk verbeterpunt
Prioriteit
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
hoog
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen.
gemiddeld
Het groepsplan en de dag- en/of weekplanning verheldert wie (welke groepje) meer of minder onderwijstijd krijgt.
gemiddeld
De leerkrachten voeren zelfstandig een analyse uit over de toetsresultaten en leggen deze vast.
gemiddeld
Bestuursnormen formuleren m.b.t. de vaardigheidsscores cito toetsen.
hoog
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
hoog
De school beschikt over meerjarenoverzicht van de aantallen verlengers en zittenblijvers, gerelateerd aan de normen van de inspectie.
laag
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
hoog
De school beschikt over een meerjarenoverzicht, gekoppeld aan een analyse, conclusies en (uitgevoerde) interventies.
gemiddeld
De school beschikt over een overzicht van de kenmerken van de leerlingenpopulatie gekoppeld aan een analyse, conclusies en (uitgevoerde) interventies.
gemiddeld
De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
gemiddeld
De school registreert incidenten conform gemaakte afspraken en zorgt jaarlijks voor analyse van de gegevens (gekoppeld aan conclusies en interventies).
gemiddeld
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school.
gemiddeld
De school kan aantonen dat ze actief incidenten en ongevallen voorkomt.
gemiddeld
De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school.
gemiddeld
De school heeft in de schoolgids opgenomen hoe incidenten en ongevallen worden afgehandeld.
laag
Verstevigen en vernieuwen van de contacten met externe samenwerkingspartners
laag
Streven om de ECO-vlag te behalen
gemiddeld
Structureel aandacht besteden aan de veiligheid van de leerlingen in het verkeer. School op Seef certificaat behalen.
laag
Innovatieplan uitvoeren
hoog
Eco school mogelijkheden verkennen
hoog
Leerlingmedezeggenschap
hoog
48
OBS Ollie B Bommel
Thema
Kwaliteitszorg
Publieke verantwoording
Schoolplan 2015-2019
Mogelijk verbeterpunt
Prioriteit
Het ontwikkelen van een PR plan
hoog
De school maakt functioneel gebruik van de vensters voor verantwoording (scholen op de kaart).
gemiddeld
Het bestuur onderzoekt de meerwaarde van Het gebruik van een uniform kwaliteitsmeetinstrument voor alle scholen.
gemiddeld
Het bestuur organiseert een beoordeling door leerlingen, ouders en personeel.
hoog
De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie.
hoog
De school evalueert de eindresultaten volgens een protocol (workflow).
gemiddeld
De school evalueert de tussenresultaten volgens een protocol (workflow).
gemiddeld
De school evalueert de sociale resultaten volgens een protocol (workflow).
gemiddeld
De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
hoog
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
hoog
Het Schoolvenster Scholen op de kaart van informatie voorzien.
hoog
49
OBS Ollie B Bommel
9 Meerjarenplanning 2015-2016 Thema
Verbeterdoel
Actief burgerschap
Het bevorderen van inspraakmomenten van de leerlingen tean aanzien van het beleid op school.
Leerstofaanbod
De school beschikt over een meerjarenoverzicht m.b.t. de leerlingen met een eigen leerlijn (leerlingen met een specifieke behoefte). Het hebben van leermiddelen die kunnen bijdragen aan de ondersteuning bij kinderen met een Nederlandse taalachterstand.
Taalleesonderwijs Het optimaliseren van de taalrijke omgeving. Rekenen en wiskunde
Het succesvol implementeren van de nieuwe methode. Leerkrachten kunnen de methode effectief inzetten binnen hun groep. Leerkrachthandelen m.b.t. de methode is op elkaar afgestemd.
Wereldoriëntatie
Wereldorienterende vakken verbinden met de basisvakken lezen, taal en rekenen.
ICT
inzet van ICT middelen optimaliseren Kennis en kunde binnen het team en bovenschoolse ICT-er optimaal uitwisselen. Het hebben van een eigen ict-coordinator
Wetenschap en Techniek
Professionele ontwikkeling van leerkrachten binnen het domein van Wetenschap en Techniek
Zorg en begeleiding
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. Afstemming
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Het groepsplan en de dag- en/of weekplanning verheldert wie (welke groepje) meer of minder onderwijstijd krijgt.
Opbrengstgericht werken
Leerkrachten voeren na elke cito-toets een analyse uit.
Opbrengsten
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
Externe contacten
Verstevigen en vernieuwen van de contacten met externe samenwerkingspartners
Structureel aandacht besteden aan de veiligheid van de leerlingen in het verkeer. School op Seef certificaat behalen. PR
Talent te bevorderen bij leerlingen
Kwaliteitszorg
De school maakt functioneel gebruik van de vensters voor verantwoording (scholen op de kaart). De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
Schoolplan 2015-2019
50
OBS Ollie B Bommel
Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder kalenderjaar zullen we terugblikken, of we de verbeterdoelen in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.
Schoolplan 2015-2019
51
OBS Ollie B Bommel
10 Meerjarenplanning 2016-2017 Thema
Verbeterdoel
Sociaalemotionele ontwikkeling
Het betrekken van ouders en verzorgers bij het PAD- leerplan.
Leerstofaanbod
Het hebben van leermiddelen die kunnen bijdragen aan de ondersteuning bij kinderen met een Nederlandse taalachterstand. De school heeft de onderwijsbehoeften van de leerlingen m.b.t. Nederlandse taal deugdelijk in kaart gebracht en gekoppeld aan een analyse, conclusies en (uitgevoerde) interventies.
Taalleesonderwijs Het optimaliseren van de taalrijke omgeving. Het opstellen van een borgingsdocument taal voor de groepen 3 t/m 8. Rekenen en wiskunde
Het succesvol implementeren van de nieuwe methode. Leerkrachten kunnen de methode effectief inzetten binnen hun groep. Leerkrachthandelen m.b.t. de methode is op elkaar afgestemd. Het ontwikkelen van een passend lesstofaanbod voor de sterke rekenaars binnen onze school
Wereldoriëntatie
Wereldorienterende vakken verbinden met de basisvakken lezen, taal en rekenen.
ICT
De school beschikt over een ouderportaal via het leerlingvolgsysteem Esis met als doel om ouders meer inzicht te geven in de ontwikkeling van hun kind. Mediawijsheid is de kennis, houding en vaardigheden om op technisch bekwame, creatieve, inzet van ICT middelen optimaliseren Kennis en kunde binnen het team en bovenschoolse ICT-er optimaal uitwisselen. Orientatie op het werken met tablets Het hebben van een eigen ict-coordinator
Wetenschap en Techniek
Professionele ontwikkeling van leerkrachten binnen het domein van Wetenschap en Techniek
Het ontwikkelen van een doorgaande leerlijn Wetenschap en Techniek Zorg en begeleiding
De school heeft de procedure voor de bespreking van de resultaten op de eindtoets vastgelegd in een procedure (workflow). De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen. Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen.
Afstemming
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Het groepsplan en de dag- en/of weekplanning verheldert wie (welke groepje) meer of minder onderwijstijd krijgt.
Opbrengsten
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De school beschikt over meerjarenoverzicht van de aantallen verlengers en zittenblijvers, gerelateerd aan de normen van de inspectie. De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. De school beschikt over een meerjarenoverzicht, gekoppeld aan een analyse, conclusies en (uitgevoerde) interventies. De school beschikt over een overzicht van de kenmerken van de leerlingenpopulatie gekoppeld aan een analyse, conclusies en (uitgevoerde) interventies.
Schoolplan 2015-2019
52
OBS Ollie B Bommel
Thema
Verbeterdoel De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
Schoolklimaat
De school registreert incidenten conform gemaakte afspraken en zorgt jaarlijks voor analyse van de gegevens (gekoppeld aan conclusies en interventies). De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op het voorkomen van incidenten in en om de school. De school kan aantonen dat ze actief incidenten en ongevallen voorkomt. De school heeft een veiligheidsbeleid gericht op de afhandeling van incidenten in en om de school. De school heeft in de schoolgids opgenomen hoe incidenten en ongevallen worden afgehandeld.
Externe contacten
Verstevigen en vernieuwen van de contacten met externe samenwerkingspartners
Structureel aandacht besteden aan de veiligheid van de leerlingen in het verkeer. School op Seef certificaat behalen. PR
Talent te bevorderen bij leerlingen Het ontwikkelen van een PR plan
Kwaliteitszorg
De school maakt functioneel gebruik van de vensters voor verantwoording (scholen op de kaart). De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. De school evalueert de eindresultaten volgens een protocol (workflow). De school evalueert de tussenresultaten volgens een protocol (workflow). De school evalueert de sociale resultaten volgens een protocol (workflow). De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces.
Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder kalenderjaar zullen we terugblikken, of we de verbeterdoelen in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.
Schoolplan 2015-2019
53
OBS Ollie B Bommel
11 Meerjarenplanning 2017-2018 Thema
Verbeterdoel
Leerstofaanbod
De school heeft de onderwijsbehoeften van de leerlingen m.b.t. Nederlandse taal deugdelijk in kaart gebracht en gekoppeld aan een analyse, conclusies en (uitgevoerde) interventies.
Taalleesonderwijs Het optimaliseren van de taalrijke omgeving. Rekenen en wiskunde
Het succesvol implementeren van de nieuwe methode. Leerkrachten kunnen de methode effectief inzetten binnen hun groep. Leerkrachthandelen m.b.t. de methode is op elkaar afgestemd. Het ontwikkelen van een passend lesstofaanbod voor de sterke rekenaars binnen onze school
Wereldoriëntatie
Wereldorienterende vakken verbinden met de basisvakken lezen, taal en rekenen.
ICT
De school beschikt over een ouderportaal via het leerlingvolgsysteem Esis met als doel om ouders meer inzicht te geven in de ontwikkeling van hun kind. inzet van ICT middelen optimaliseren Kennis en kunde binnen het team en bovenschoolse ICT-er optimaal uitwisselen. Orientatie op het werken met tablets Het hebben van een eigen ict-coordinator
Wetenschap en Techniek
Professionele ontwikkeling van leerkrachten binnen het domein van Wetenschap en Techniek
Het ontwikkelen van een doorgaande leerlijn Wetenschap en Techniek Engelse taal
Aansluiting ontwikkelen op het gebied van de leerstof op het voortgezet onderwijs. Gericht (SOPOGO) onderzoek naar de positie van het vak Engels in het curriculum.
Zorg en begeleiding
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. Afstemming
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Het groepsplan en de dag- en/of weekplanning verheldert wie (welke groepje) meer of minder onderwijstijd krijgt.
Opbrengsten
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
Externe contacten
Verstevigen en vernieuwen van de contacten met externe samenwerkingspartners
Streven om de ECO-vlag te behalen PR
Eco school mogelijkheden verkennen
Kwaliteitszorg
De school maakt functioneel gebruik van de vensters voor verantwoording (scholen op de kaart). Het bestuur onderzoekt de meerwaarde van Het gebruik van een uniform kwaliteitsmeetinstrument voor alle scholen. Het bestuur organiseert een beoordeling door leerlingen, ouders en personeel.
Schoolplan 2015-2019
54
OBS Ollie B Bommel
Thema
Verbeterdoel De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder kalenderjaar zullen we terugblikken, of we de verbeterdoelen in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.
Schoolplan 2015-2019
55
OBS Ollie B Bommel
12 Meerjarenplanning 2018-2019 Thema
Verbeterdoel
Leerstofaanbod
De school heeft de onderwijsbehoeften van de leerlingen m.b.t. Nederlandse taal deugdelijk in kaart gebracht en gekoppeld aan een analyse, conclusies en (uitgevoerde) interventies.
Taalleesonderwijs Het optimaliseren van de taalrijke omgeving. Rekenen en wiskunde
Het succesvol implementeren van de nieuwe methode. Leerkrachten kunnen de methode effectief inzetten binnen hun groep. Leerkrachthandelen m.b.t. de methode is op elkaar afgestemd. Het ontwikkelen van een passend lesstofaanbod voor de sterke rekenaars binnen onze school
Wereldoriëntatie
Wereldorienterende vakken verbinden met de basisvakken lezen, taal en rekenen.
ICT
inzet van ICT middelen optimaliseren Kennis en kunde binnen het team en bovenschoolse ICT-er optimaal uitwisselen. Orientatie op het werken met tablets Het hebben van een eigen ict-coordinator
Wetenschap en Techniek
Professionele ontwikkeling van leerkrachten binnen het domein van Wetenschap en Techniek
Het ontwikkelen van een doorgaande leerlijn Wetenschap en Techniek Engelse taal
Aansluiting ontwikkelen op het gebied van de leerstof op het voortgezet onderwijs. Gericht (SOPOGO) onderzoek naar de positie van het vak Engels in het curriculum.
Zorg en begeleiding
De leraren volgen en analyseren systematisch de voortgang in de ontwikkeling van de leerlingen.
Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens bepaalt de school de aard van de zorg voor de zorgleerlingen. Afstemming
De leraren stemmen de onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Het groepsplan en de dag- en/of weekplanning verheldert wie (welke groepje) meer of minder onderwijstijd krijgt.
Opbrengsten
De resultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. De resultaten van de leerlingen voor Nederlandse taal en voor rekenen en wiskunde tijdens de schoolperiode liggen tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht.
Externe contacten
Verstevigen en vernieuwen van de contacten met externe samenwerkingspartners
Streven om de ECO-vlag te behalen PR
Eco school mogelijkheden verkennen
Kwaliteitszorg
De school maakt functioneel gebruik van de vensters voor verantwoording (scholen op de kaart). De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces.
Het schoolplan geeft globaal de verbeterdoelen aan. Per jaar zullen we de verbeterdoelen uitgebreider beschrijven (SMART) in het jaarplan. Aan het eind van ieder kalenderjaar zullen we terugblikken, of we de verbeterdoelen in voldoende mate gerealiseerd hebben. We plannen daartoe jaarlijks een evaluatiemoment. Tevens bespreken we tijdens de evaluatie de opbrengsten van de school. De bevindingen worden opgenomen in het jaarverslag.
Schoolplan 2015-2019
56
OBS Ollie B Bommel
13 Formulier "Instemming met schoolplan"
Brin:
08IV
School:
OBS Ollie B Bommel
Adres:
Nassaustraat 22
Postcode:
3258 AR
Plaats:
Den Bommel
VERKLARING
Hierbij verklaart de medezeggenschapsraad van bovengenoemde school in te stemmen met het van 2015 tot 2019 geldende schoolplan van deze school.
Namens de MR, naam
naam
functie
functie
plaats
plaats
datum
datum
handtekening
handtekening
Schoolplan 2015-2019
57
OBS Ollie B Bommel
14 Formulier "Vaststelling van schoolplan"
Brin:
08IV
School:
OBS Ollie B Bommel
Adres:
Nassaustraat 22
Postcode:
3258 AR
Plaats:
Den Bommel
VERKLARING
Het bevoegd gezag van bovengenoemde school heeft het van 2015 tot 2019 geldende schoolplan van deze school vastgesteld.
Namens het bevoegd gezag, naam
naam
functie
functie
plaats
plaats
datum
datum
handtekening
handtekening
Schoolplan 2015-2019
58