Materieelgezien Nummer 6 | juli/augustus 2012
Altijd toegang met de Telestick KPU-bedrijf op locatie Naar de top met een coach
2
Inhoud 4. Personal coach voor leidinggevenden
Hoe staat het met ons persoonlijk functioneren? Onderhouden we onze competenties en vaardigheden? Defensie biedt alle medewerkers gratis en voor niets een eigen personal coach aan. Wat een luxe!
8. Speciale service KPU-bedrijf
4
Het KPU-bedrijf is vlak voor de zomer gestart met het verstrekken van de nieuwe sportkleding. Speciale service van het KPU-bedrijf: de tenues worden uitgedeeld op de kazernes in het land.
10. Opmars van de Telestick
Al 17.000 collega’s werken met de Telestick. Projectleider Fikri Demirtas en technisch verantwoordelijke Dirk Verkaik vertellen over het snelle succes, maar ook over de problemen met de stick.
En verder FRISC’s overgedragen
8
JIVC De werkplek van… In ’t kort Op locatie
10 Cover: Projectleider Fikri Demirtas (l) en technische verantwoordelijke Dirk Verkaik tonen de Telestick. Ze zijn allebei nauw betrokken bij de ontwikkeling en invoering van de door Defensie ontwikkelde stick. Foto: Maurits van Hout (AVDD)
Materieelgezien nummer 6 | juli/augustus 2012
3
Column
Kijk goed om u heen
Mijn vorige column sloot ik af met de hoop dat iedereen kon genieten van de grote verscheidenheid aan sporten deze zomer. Ik doelde daarbij natuurlijk met name op mooie en gedenkwaardige prestaties van onze Nederlandse voetballers, wielrenners in de Tour de France en landgenoten op de Olympische Spelen. Over het laatste evenement kan ik op het moment van schrijven van deze column nog niets zeggen, maar tijdens het EK voetbal en de Tour de France viel er voor mijn gevoel alleen voor de neutrale supporter iets te genieten. Ik hoop dat ons land tijdens de Olympische Spelen in Londen het en ander heeft weten recht te zetten. In tegenstelling tot de sporters hebben wij als DMOorganisatie de afgelopen periode wel een aantal behoorlijke resultaten geboekt. Met name op het reorganisatievlak zijn we een belangrijke mijlpaal gepasseerd. De ‘c’ van ‘concept’ is van de Voorlopige Reorganisatie Plannen (VRP’n) af, door de ondertekening van de VRP’n voor Matlog, JIVC en Staf DMO. Het is veel werk geweest, veel details zijn opgelost. Ik ben dan ook erg blij dat het nu zo ver is. Maar we zijn er nog niet. Nu is het de beurt aan de medezeggenschap (TRMC’s) om een formeel advies te geven. Op basis van dat advies moeten we vervolgens overeenstemming bereiken over de inhoud van de plannen. Na overeenstemming met de TRMC’s worden - als alles volgens planning verloopt - de VRP’n aangeboden aan de bonden. Eind oktober is die bespreking ten einde, zodat in de tweede week van november het Definitieve Reorganisatieplan (DRP) kan worden vastgesteld. U hoeft echter niet tot november te wachten om meer duidelijkheid over uw persoonlijke situatie te krijgen. Nu al kunt u in de diverse reorganisatiedocumenten, die via de lijn beschikbaar zijn, de Functievergelijkingstabellen vinden. Formele vaststelling gebeurt natuurlijk pas met het DRP,
maar het is de bedoeling om u al in een eerder stadium formeler te informeren over uw uitgangspositie. De nu beschikbare Functievergelijkingstabellen verschaffen in ieder geval al een goed beeld van wat er met uw functie gaat gebeuren. Uiteraard hoop ik dat we de reorganisatie tijdig op een nette manier kunnen afronden en dat we de collega’s van wie de huidige functies verdwijnen kunnen helpen aan een nieuwe functie. Maar ik adviseer alle collega’s die in de nu voorliggende Functievergelijkingstabellen een code 4 (functie vervalt) achter hun functie hebben staan alvast goed om zich heen te kijken. Misschien in eerste instantie geen fijne gedachte, maar maak gebruik van de komende tijd - ruim een half jaar - om u te oriënteren op andere functies, zowel binnen als buiten Defensie. Met regelmaat verschijnen er nieuwe vacatures op de vacaturebank van Defensie. Wees dus alert op de vacaturebank en gebruik de beschikbare tijd. De vraag of de huidige reorganisatie ook voorlopig de laatste reorganisatie is die Defensie op korte termijn treft, kan ik niet beantwoorden. Ik kan alleen maar hopen dat we als Defensie in het algemeen en de DMO in het bijzonder niet nog eens een soortgelijke aanslag voor onze kiezen krijgen. Alles staat of valt met de uitslag van de komende verkiezingen voor de Tweede Kamer op 12 september en de daarop volgende kabinetsformatie. Van stemadvies onthoud ik mij natuurlijk, maar het is altijd goed om even te bekijken wat de diverse partijen voor plannen hebben met Defensie, voordat u uw stem gaat uitbrengen.
Directeur DMO Lex Hendrichs
4
Inzicht
Collega-coaching verrijkt functioneren
‘Leidinggeven, een vak apart’ Tekst: Jopke Rozenberg-van Lisdonk Foto’s: Maurits van Hout en Hans Lebbe (AVDD)
Materieelgezien nummer 6 | juli/augustus 2012
5
6
Inzicht Bijscholing, omscholing, training en oefening, we doen er van alles aan om onszelf te blijven ontwikkelen. We nemen ons werk serieus en willen graag goed blijven functioneren met de nieuwste methodieken en technologische ontwikkelingen. Maar hoe staat het met ons persoonlijk functioneren? Onderhouden we ook onze competenties en vaardigheden? Defensie biedt alle medewerkers nu gratis en voor niets een eigen personal coach aan. Wat een luxe!
De afgelopen anderhalf jaar doorliepen ruim driehonderd defensiemedewerkers succesvol een individueel coachingstraject binnen Defensie. Samen met een professioneel opgeleide collega-coach werkten zij aan hun persoonlijke, werkgerelateerde vaardigheden. De onderwerpen liepen uiteen van beter communiceren, omgaan met conflictsituaties, jezelf beter positioneren tot het leren stellen van prioriteiten en het vinden van de middenweg in menselijk doch streng leiderschap. Hoofd bureau Leiderschap DMO, luitenant-kolonel Huub Vleeshouwers, is trots op de resultaten en enthousiaste reacties van de mensen (coachees) die zich door een collega lieten coachen. Uit recente evaluaties blijkt dat coachees het instrument geschikt vinden voor hun ontwikkelbehoefte en het collega's zeker aanraden. “Je laten coachen is absoluut geen zwaktebod. Het geeft juist aan dat je zelfkennis en lef hebt om aan je persoonlijke ontwikkeling te werken”, meent hij. Binnen Defensie volgden 350 collega’s een opleiding tot coach. Behalve dat zij zelf ruime ervaring in een senior functie of als leidinggevende hebben, voldoen zij aan het coach-competentieprofiel. Zo zijn ze onder meer mensgericht, integer, hebben een flexibele instelling en het vermogen anderen iets te leren.
‘Je laten coachen is absoluut geen zwaktebod. Het geeft juist aan dat je zelfkennis en lef hebt’
Frisse blik Hoewel iedereen binnen Defensie tegenwoordig een beroep kan doen op een collega-coach, richt het programma zich primair op leidinggevenden. “Ik ben enorm blij dat het fenomeen leidinggeven binnen de kantooromgeving sinds een paar jaar ook serieus de aandacht heeft van de krijgsmacht”, zegt Huub. “Binnen de operationele commando’s is het ontwikkelen van leiderschapskwaliteiten niet meer dan normaal. Daar zijn ze feitelijk continu mee bezig. De bureaus Leiderschap tellen daar elk zo’n dertig man. Dit in tegenstelling tot het eenmansbureau dat ik leid. Binnen de kantoormuren, waar leidinggevenden vaak op HBO-niveau of hoger zijn opgeleid, werd het kunnen uitoefenen van goed leiderschap blijkbaar als vanzelfsprekend gezien. Maar goed leidinggeven is een vak apart. Het vraagt om zelfinzicht en goede kennis van de omgeving. Een buitenstaander zoals een collega-coach kan met een frisse blik en het stellen van verrassende, confronterende en zorgvuldige vragen helpen om competenties verder te ontwikkelen. Zo’n personal coach kan dus een enorme toegevoegde waarde hebben voor iemands functioneren. Ik vind het echt een voorrecht dat wij dit onze medewerkers kunnen aanbieden.”
Meer informatie Wilt u ook een coach of meer informatie over collega-coaching, dan kunt u de volgende intranetpagina raadplegen: portaal > bedrijfsvoering > projecten > collega-coaching Defensie. Behalve de defensiebrede coachpool, vindt u hier onder meer informatie over het opstellen van een goede coachvraag en het protocol collega-coaching dat voor de coaches geldt. Momenteel wordt er niet gezocht naar nieuwe coaches.
Materieelgezien nummer 6 | juli/augustus 2012
7
Collega-coach Bob Schoor, teamleider Ontwikkeling & Opleiding bij IVENT
Coachee Kim van der Mark-Bakker, adviseur Staf Infrastructuur & Services bij IVENT
´Van onzeker naar vol zelfvertrouwen´
´Er is geen goed of fout´
“Ik heb inmiddels zes collega’s succesvol mogen begeleiden bij het versterken en verbreden van hun competenties. Ik zag mensen soms compleet veranderen: van bang en onzeker naar het vol zelfvertrouwen aangaan van confrontaties. De bijdrage die ik kan leveren in dat traject geeft me een enorme voldoening. Het belangrijkste is dat mensen zelf tot inzicht komen. Zij moeten uiteindelijk zelf de verandering in beweging zetten. Als coach begeleid je hen door goede vragen te stellen, goed te luisteren en jezelf in te leven. Ook moet je creatief zijn en je aanpak per individu afstemmen. Een gemiddeld coachtraject bestaat uit vier tot acht gesprekken van 1,5 uur per twee of drie weken. Tijdens de gesprekken rafelen we voorgevallen praktijksituaties uit: welk aandeel had jij en hoe was dat van anderen? Waar had je zelf anders kunnen handelen? Meestal geef ik de coachees praktijkopdrachten mee, die we vervolgens evalueren. Een paar maanden na het traject neem ik altijd contact op met de collega om te checken of het nog steeds goed gaat en hij niet is teruggevallen in zijn oude patroon. Sinds kort ben ik zelf ook op zoek naar een coach om mij te begeleiden bij het functioneren in mijn reguliere baan. Iedere ‘topsporter’ heeft tenslotte een coach, dus waarom ik niet?”
“Door mijn coach ben ik op een andere manier naar mijn kwaliteiten en valkuilen gaan kijken. Hij stelde mij veel vragen, waardoor ik me bewuster werd van mijn eigen denken en handelen. Er bleek geen goed of fout te zijn, ik moest vooral op zoek naar een prettige werkhouding die bij míj paste. We hadden een duidelijk doel voor ogen en hebben daar in een coachingstraject van een half jaar samen naartoe gewerkt. Doordat hij me een spiegel voorhield, was ik in staat zelf oplossingen te bedenken en mijn eigen veranderproces in beweging te zetten. In acht gesprekken evalueerden we praktijksituaties. De coach vroeg me niet alleen wat het resultaat was, maar vooral hoe het proces was verlopen en wat dit me bracht. Langzaam maar zeker kwam ik tot een prettige werkhouding. Je maakt kleine stapjes, maar veranderen kost nou eenmaal tijd. Dat lukt niet op zevenmijlslaarzen. Het coachingstraject heeft mij in meerdere opzichten verrijkt. Behalve dat ik nu nog beter mijn werk kan uitvoeren, doe ik er zelfs privé mijn voordeel mee. Ik kan collega-coaching dan ook iedereen aanraden. Het is de ideale situatie om in een vertrouwde omgeving aan persoonlijke groei te werken.”
8
Inzicht Nieuwe sportkleding op locatie verstrekt
KPU-bedrijf trekt het land in Het KPU-bedrijf is vlak voor de zomer gestart met het verstrekken van de nieuwe sportkleding. Speciale service van het KPU: de tenues worden uitgedeeld op de kazernes in het land. De generaal-majoor Spoorkazerne in Ermelo had de primeur, met generaal-majoor Marc van Uhm, plaatsvervangend commandant van de landmacht, als tijdelijk kledingverstrekker. Tekst: eerste luitenant Joost Ploegmakers Foto: korporaal-1 Joshua Laisina
In een loods op de Ermelose kazerne heeft het KPU-bedrijf haar spullen netjes op maat georganiseerd uitgestald, achter een lange tafel. Drie medewerkers staan achter die tafel en helpen ieder telkens een militair aan nieuwe kleding. Het pakket dat wordt uitgereikt, bestaat uit t-shirts met korte en lange mouw, een trainingspak, een korte broek, sokken en een zwembroek of zwempak. De nieuwe kleding is een flinke verbetering ten opzichte van de oude, die dateert uit de jaren ’80. Het is duidelijk aangepast aan de wensen van de klant. Zo is het sportshirt beter ademend, dry fit en is de pasvorm van de gehele kledinglijn verbeterd, met aparte modellen voor mannen en vrouwen. “Voordat we tot aanschaf zijn overgegaan, hebben we een uitgebreide draagproef onder een grote groep gebruikers gehouden”, vertelt projectmanager Gerard Lensvelt. “Deze kleding kwam daarbij als beste uit de bus, uiteraard rekening houdend met de prijs-kwaliteitverhouding. Ik denk dat we de goede keuze hebben gemaakt, want de reacties van de klanten op deze spullen zijn tot nog toe zeer positief. Ook op het feit dat wij naar de kazernes toekomen om de spullen uit te reiken reageert men enthousiast. Het is een goede manier om als KPU-bedrijf te laten zien dat wij servicegericht denken.” Sportwinkel “De nieuwe spullen zijn net zo goed als die je in de sportshop zou kopen”, zegt generaal-majoor Van Uhm
tussen het uitdelen door in de loods. “Wij verwachten van onze militairen dat zij in goede conditie zijn, dan moet je als baas zorgen dat het personeel beschikt over fatsoenlijk materiaal. Het oude tenue voldeed niet meer aan de wensen van deze tijd. Met de nieuwe spullen kunnen we jaren vooruit.” Militairen van 45 Pantserinfanteriebataljon uit Ermelo waren als eerste aan de beurt om de sporttenues in ontvangst te nemen. De infanteristen komen met drieën tegelijk de loods binnen, waar ze de nieuwe sportoutfits uitgereikt krijgen en direct passen. “Ik vind het mooie sportkleding, een mooie kleur blauw”, is de eerste reactie van soldaat der eerste klasse Emil Maas, nadat hij zojuist de nieuwe spullen heeft gekregen en aangetrokken. “Handig ook dat het KPU-bedrijf de kleding komt brengen in plaats van dat wij allemaal met de bus naar Soesterberg moeten.” Zijn vrouwelijke collega bij 45 Pantserinfantiebataljon, soldaat-1 Geraldine Smienk, kon de nieuwe sportkleren passen in de aparte vrouwenkleedruimte. Ook zij is te spreken over het nieuwe tenue: “Leuk dat er speciale kleding voor vrouwen is. En slim dat het KPU-bedrijf het komt brengen. Of deze outfit ook fijn is bij het sporten, kan ik nu nog niet zeggen natuurlijk. Ik heb er nog niet in gesport.”
Materieelgezien nummer 6 | juli/augustus 2012
Op de Generaal-majoor Spoorkazerne in Ermelo fungeerde generaal-majoor Marc van Uhm, plaatsvervangend commandant van de landmacht, als tijdelijk kledingverstrekker.
9
Fighters first In 2013 moet iedere militair in het bezit zijn van nieuwe sportkleding. Daarvoor hoeven ze niet naar het kleedpunt in Soesterberg. Het KPU-bedrijf zet op kazernes door het hele land haar ‘winkel’ op, waar de daar werkzame militairen een pakket op kunnen halen. Ter plaatse kunnen de kleren direct gepast worden. Projectmanager Gerard: “Het uitdelen van de kleding gaat wel even duren. We kunnen zo’n 150 man, ongeveer een compagnie, per dag kleden. Meestal staan we dus meerdere dagen op een bepaalde locatie. Wat betreft de volgorde van kazernes die aangedaan worden, geldt het principe van fighters first en
wordt dit uiteraard bepaald in overleg met het defensieonderdeel. We willen zoveel mogelijk mensen kleden als we op locatie zijn, maar natuurlijk kan het zijn dat er mensen dan niet zijn vanwege bijvoorbeeld een oefening. In dat geval kan iemand achteraf ook nog in Soesterberg worden gekleed. Het belangrijkste: iedereen komt aan de beurt!” Operationele eenheden komen dus als eerste aan de beurt. Het gaat in totaal om 52.000 kledingpakketten. Gezien het succes van het uitdelen van de nieuwe outfits in het land, bekijkt het KPU-bedrijf of er bij grote projecten vaker op deze manier uitrusting verstrekt kan worden.“
10
Interview Telestick verwezenlijkt dromen
Overal ter wereld toegang tot eigen werkplek Uiteraard hebben Fikri Demirtas en Dirk Verkaik er zelf ook een. Zowel de projectleider als de technische verantwoordelijke voor de Telestick halen een klein doorzichtig kokertje uit hun broekzak en leggen de inhoud op tafel. Samen met al 17.000 andere defensiemedewerkers behoren beide heren tot de vaste groep gebruikers van de Telestick. Ze vertellen over het snelle succes van de Telestick, maar ook over de problemen die zich momenteel nog voordoen. Tekst: Robert den Hartog Foto: Maurits van Hout (AVDD)
Waar is het idee voor de Telestick ontstaan? “De Telestick is een stukje hardware en software dat binnen Defensie is bedacht, ontwikkeld, getest en uitgerold. Het idee is eind 2010 ontstaan bij het Research en Innovatiecentrum (RIC) van IVENT (Teus van der Plaat en Olivier Sessink, red.). De Telestick is bedacht om tegen minimale beheer- en ontwikkelingskosten het voor collega’s zonder vaste werkplek toch mogelijk te maken om vanaf een externe computer op een beveiligde manier toch in eerste instantie met de MULAN Basis (opensource desktop) te kunnen werken. Zo kan een collega zijn personeelszaken regelen, e-mail lezen of gewoon werken. Het RIC is een afdeling binnen IVENT, die zich richt op allerlei soorten innovaties. Sommige ideeën lopen op niets uit, andere worden een succes. Zoals bijvoorbeeld de Telestick.” Is de Telestick dan al een succes te noemen? “Al tijdens de pilotfase bleek dat de Telestick toegepast kon worden op manieren waarvan we zelf niet eens durfden te dromen. Begin 2011 toen de pilot startte werd het aantal testgebruikers verhoogd naar 8.000 collega’s. Dat is een ongekend aantal. We gaven in die periode ook sticks mee met scheepsbemanningen en naar missiegebieden, om ter plaatste uit te proberen. Daar bleek de stick al een
toegevoegde waarde te hebben. Een commandant van een schip gaf bijvoorbeeld aan dat hij met behulp van de Telestick 24 uur per dag en zeven dagen per week aan boord zijn voorraadsysteem kon bekijken. Hij hoefde dus niet meer naar het vaste land te bellen.” Een prototype dat al operationeel gebruikt werd… “Ja, dat klopt. De verwachtingen van de Telestick werden alsmaar groter. Er was alleen nog geen standaard dienstverlening, omdat het een pilot betrof. De problemen werden rechtstreeks bij de ontwikkelaars gemeld. Omdat die lijnen dus erg kort waren, konden ze snel oplossingen bedenken en toepassen. Toen de pilot eind 2011 werd afgerond zijn we gestart met het inrichten van de beheerorganisatie voor die dienst. Toen hebben we goede afspraken gemaakt. De pilot is uit elkaar gehaald en over de verschillende productie-eenheden verdeeld. Wie is waar voor verantwoordelijk en wie moet wat doen.” Een verbinding van buiten naar binnen, hoe is het met de beveiliging gesteld? “De Telestick maakt een veilige verbinding van een niet door Defensie gecontroleerde computer naar een basis MULAN-omgeving. Alle software die daarvoor gewordt gebruikt is goedgekeurd door het Nationaal Bureau
Materieelgezien nummer 6 | juli/augustus 2012
11
Projectleider Fikri Demirtas (r) en technische verantwoordelijke Dirk Verkaik tonen trots hun Telestick.
Veiligheidsverbindingen. Zij hebben de gratis verkrijgbare opensource software (OpenVPN) geaccrediteerd. Ze hebben iedere regel met code bestudeerd, ontleed en gedocumenteerd. Ook met de Beveiligingsautoriteit (BA) hebben we vanaf het begin af aan korte lijnen onderhouden. Wat zijn de risico’s en wat zijn de tegenmaatregelen die we moeten nemen. De combinatie van de goed beveiligde Defensiepas en de Telestick heeft in ieder geval het stempel veilig gekregen. Dat is erg belangrijk.” Het installeren van de Telestick verloopt niet bij iedereen altijd even vlekkeloos. Hoe komt dat? “We hebben een uitgebreide handleiding gemaakt, inclusief een filmpje en een examen. Maar de ervaring leert, en dat blijkt ook uit de vragen die wij binnen krijgen, dat aanvragers van de Telestick de handleiding en instructies niet goed lezen. Met name hoofdstuk 3 en 4 van de handleiding zijn erg belangrijk. Defensie kan ook niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele storingen aan privéapparatuur. We roepen daarom ook iedereen op om de beschikbare informatie op telestick.mindef.nl goed te lezen. Daar staat ook vermeld dat niet alle soorten en merken computers en laptops de Telestick ondersteunen. We werken eraan om dat te verbeteren.”
De Telestick blijft dus altijd in ontwikkeling? “Uiteraard. We blijven de mogelijkheden uitbreiden en problemen oplossen. Dat is ook het voordeel dat we het zelf hebben ontwikkeld. We hebben nu versie 2.3.1 (betere ondersteuning op legering en Kormhoutkazerne, red.) en in december volgt weer een nieuwe versie. Toekomstige wensen zoals bijvoorbeeld geluids- en beeldondersteuning nemen we op in onze planning. Nieuwe wensen en ideeën aangaande de stick zien wij graag tegemoet. Iedere defensiemedewerker mag de Telestick aanvragen, uiteindelijk zal de stick deel gaan uitmaken van iedereen zijn Persoonlijke Digitale Uitrusting (PDU).”
Let op
- Telestick-gebruikers die nog gebruik maken van versie 1.3 of 1.3.1 moeten voor 1 september 2012 hun software updaten. Vanaf september zullen die versies namelijk niet meer worden ondersteund. - Aanvragen via intranet: telestick.mindef.nl
12
Actueel
FRISC: klein, snel en wendbaar De eerste serie van acht Fast Raiding, Interception and Special forces Crafts, kortweg FRISC, is overgedragen aan het Commando Zeestrijdkrachten. De vaartuigen zijn van het type Interceptor en bestemd om aan boord van de nieuwe patrouilleschepen gebruikt te worden. De FRISC’s zullen samen met de boordhelikopter, vanwege hun snelheid en horizonoverschrijdende capaciteiten het belangrijkste wapensysteem vormen bij het bestrijden van terrorisme en drugstransporten, het uitvoeren van interventies op verdachte vaartuigen en het bieden van een blik over die horizon. Het project FRISC bestaat uit 48 vaartuigen in drie verschillende typen. Het eerste type, waar de nu overgedragen Interceptors deel van uit maken, is de Boarding Craft, BC. De belangrijkste gebruikers zijn de mariniers van de Maritime Special Operations en de Unit Interventie Mariniers. Het tweede type is de Support Craft Caribbean, SCC.
Deze vaartuigen worden in de wateren rond de Antiliaanse eilanden ingezet ter ondersteuning van hier de gelegerde Nederlandse eenheden. Het derde type betreft de Raiding Craft, RC. Dit vaartuig kan wereldwijd ingezet worden ten behoeve van de Landing Forces van het Korps Mariniers. De Boarding Craft en de Raiding Craft zijn 12 meter lang en 3,30 meter breed. De Support Craft Caribbean is met 9,60 meter iets kleiner, maar dit vaartuig dient dan ook op het ondersteuningsvaartuig in de West, Hr.Ms. Pelikaan, geplaatst te worden. Met hun vermogen kunnen hoge snelheden worden gehaald. De bemanning van de vaartuigen bestaat uit een bestuurder en een navigator en maximaal acht extra personen. De vaartuigen hebben op het voor- en achterschip een vuurpositie.
Materieelgezien nummer 6 | juli/augustus 2012
13
14
Actueel Nieuwe IV-eenheid krijgt steeds meer vorm
JIVC gaat schaarse middelen slim inzetten Nu het Voorlopige Reorganisatieplan er ligt, wordt de structuur van het Joint IV Commando (JIVC) steeds duidelijker. Kreten die van toepassing zullen zijn op het nieuwe onderdeel, met daarin alle IV-diensten: ‘de schaarse middelen efficiënt inzetten’ en ‘goed is goed genoeg’. “Het belangrijkste onder de streep is dat de IV-systemen het doen”, zegt Evelien Bakker-Blom van het projectteam JIVC. Tekst: eerste luitenant Joost Ploegmakers Foto: korporaal Rob van Eerden (AVDD)
Vanaf maart 2013 vallen alle IV-diensten binnen Defensie onder het JIVC. Dan gaat het nieuwe onderdeel, dat valt onder de DMO, live. Het gaat om zowel de groene, als de witte IV. De groene IV wordt voornamelijk geproduceerd door de afdeling C4I&I, de witte IV door de afdeling Operations. De andere drie afdelingen van het JIVC zijn VAM (Vraag en Aanbodmanagement), KIXS (Kennis, Innovatie, eXperimenten en Simulatie) en een Staf. Een belangrijke rol binnen het JIVC is weggelegd voor VAM, waar zo’n 150 collega’s gaan werken. VAM is het aanspreekpunt van het JIVC en houdt het totaaloverzicht van de te leveren producten en diensten en de daarvoor beschikbare personele en financiële capaciteit. VAM stuurt de afdelingen aan. Evelien: “We moeten als IV-organisatie flink bezuinigen, dus moet Defensie de keuze maken wat ze ons wil laten doen. Als er op een bepaald moment gekozen wordt voor zes projecten, maar op het laatste moment komt er toch nog eentje bij, dan heeft dat consequenties voor een van de andere zes projecten. Hoe schaarser de middelen, hoe verstandiger je ermee om moet gaan. Het belangrijkste is dat die pc en dat systeem
aan boord van een marineschip het doen.” Behalve het optimaal op elkaar afstemmen van vraag en aanbod is ook de integratie van groene en witte IV iets wat vanuit VAM zal worden gecoördineerd. Besluiten om iets wel of niet te doen zullen ook in dat licht worden genomen. In maart 2013 gaat het JIVC live, maar dat wil niet zeggen dat er tot dat moment wordt gewacht met de nieuwe organisatie. Het Control Center, dat onder VAM valt, is reeds begonnen met haar activiteiten. Alle aanvragen op het gebied van IV verlopen via het Control Center, dat als het loket voor klanten van het JIVC fungeert. Minder verschillende systemen Het JIVC gaat werken met een beperkter aantal systemen. “We werken straks alleen nog met systemen die in onze Product-Dienstcatalogus (PDC) staan. Er zijn intussen enorm veel systemen in omloop, dat is historisch zo gegroeid, en voor ieder ander systeem heb je verschillende technische ondersteuning nodig. Dat is duur en kan straks niet meer”, zegt Evelien. Het werken met maar een paar systemen, zoals bijvoorbeeld SAP, moet ook een einde maken aan de grote diversiteit aan systemen die in de loop
Materieelgezien nummer 6 | juli/augustus 2012
15
Casper Witsel en Evelien Bakker-Blom maken deel uit van het projectteam JIVC.
der jaren zijn aangeschaft. “Als men wil dat wij als het JIVC de boel beheren en onderhouden, moet men een van onze systemen gebruiken.” “Ondanks deze versobering zal het JIVC zich met volle kracht inzetten om die dienstverlening te leveren waar op dat moment behoefte aan is binnen Defensie”, zegt Evelien. “Het JIVC team is in nauwe samenwerking met de OPCO’s, CDC en de Bestuursstaf druk bezig om inzichtelijk te maken welke mogelijkheden er zijn op het gebied van IV. Er wordt daarbij rekening gehouden met de personele en financiële capaciteit die het JIVC ter beschikking staat. Uiteraard worden prioriteiten gesteld aan de hand van doelstellingen en speerpunten van de CDS. De kortere lijnen met de verschillende partijen moeten er tevens voor zorgen dat de dienstverlening sneller gerealiseerd kan worden en dat de goede dingen ook goed gebeuren.” Haar collega van het projectteam Casper Witsel denkt dat er ook kritisch gekeken moet worden naar het uitbesteden van taken. “Veel dingen kun je niet door anderen laten doen vanwege de veiligheid, zoals het werk van DefCERT (Defensie Computer Emergency Response Team). Maar er zijn ook diensten waar dergelijke beperkingen niet voor gelden. Misschien is het efficiënter of effectiever, beide kunnen een reden zijn voor uitbesteding, om een externe partij dat te laten doen.” Sollicitatiegesprekken De omvangrijke reorganisatie heeft natuurlijk ook gevolgen voor het IV-personeel. Ook voor hen wordt er steeds meer duidelijk. In het Voorlopige Reorganisatieplan staan alle functies beschreven, een belangrijke stap in de reorganisatie. Vanaf november van dit jaar kan men solliciteren op vacatures. “Maar eerst worden sleutelfuncties ingevuld. Er moet natuurlijk al wel iemand geplaatst zijn die de sollicitatiegesprekken aan het eind van het jaar kan voeren en iemand aan kan nemen”, legt Evelien uit. Door de reorganisatie worden er binnen de IV 435 VTE’en opgeheven. In totaal wordt er over de periode van 2011 tot 2015 111 miljoen bezuinigd. Casper: “Ik begrijp de impact op de organisatie en de onrust die dat met zich meebrengt. In mijn ogen biedt deze reorganisatie echter ook veel kansen om jezelf te verbreden. In veel nieuwe functies zullen wit en groen samenkomen, nog meer dan nu. Ik denk dat je dat als een kans moet zien.”
16
Werkplekgezien
1 2
3 4 5
Naam: Bert Holstein Leeftijd: 54 jaar Functie: Medewerker planning Bert Holstein is werkzaam bij de afdeling Distributie en Instandhouding (D&I) van het Defensie Munitiebedrijf. Alle werkorders, die worden uitgegeven binnen zijn afdeling en dus te maken hebben met bijvoorbeeld het vervoer of instandhouden van munitie, passeren zijn bureau. Bert zet de werkorders uit, registreert ze en is ook verantwoordelijk voor
het archiveren van de stukken. Hij krijgt de orders op zijn beurt van de werkvoorbereiders aangeleverd. Ook is Bert een groot liefhebber van auto’s. Met name sportieve wagens en cabrio´s hebben zijn voorkeur. Zijn passie begon al toen hij vier jaar was. Bert herinnert zich dat hij - toen hij 4 jaar was - een grote poster boven zijn bed had hangen. Daarop stonden alle merken en type auto’s, die in Nederland werden verkocht, afgebeeld. Bij zo´n hobby hoort natuurlijk ook een mooie auto. Behalve ruim honderd schaalmodellen is Bert dan ook de trotste bezitter van een echte Mercedes C Sportcoupe.
Materieelgezien nummer 6 | juli/augustus 2012
17
Voor de rubriek 'Werkplekgezien' bezoekt de redactie iedere maand een werkplek van een DMO-collega. Het 'materiaal' op de werkplek vormt de basis voor het gesprek.
8
6 7
1 Behalve auto’s heb ik ook een voorliefde voor Engelse Bulldogs. Ik heb er nu geen tijd voor, maar ooit wil ik er zelf een hebben. | 2 Arrow Classic Rock. Luisteren naar muziek tijdens het werk is altijd prettig. | 3 Ik ben een echte ‘auto-gek’. Vier schaalmodellen van auto’s uit mijn privécollectie. Ik heb er thuis wel meer dan honderd. | 4 Een tweetal werkorders die ik registreer in het systeem en daarna uitzet naar de collega’s. | 5 Als planningmedewerker bij het bedrijfsbureau moet je altijd bereikbaar zijn. | 6 Mijn lunchtrommel is wel vaker onderwerp van gesprek, vanwege de grootte. Ik eet graag fruit, dus de trommel is vooral gevuld met gezond eten. | 7 De orders die terugkomen archiveer ik. Ook voorzie ik ze van een stempel. | 8 Soms maakt het aanbrengen van stickers onderdeel uit van een werk‑ order. Sommige stickers, waarop NSN-nummers en gewicht staan vermeld, krijgen we aangeleverd, anderen moeten we zelf uitprinten en op maat maken.
18
In 't kort Eerste patrouillevaartuig in dienst Het patrouilleschip Holland is officieel in dienst gesteld. Het is daarmee officieel één van Harer Majesteits (Hr.Ms.) marinevaartuigen geworden. Hr.Ms. Holland is de naamgever van de Hollandklasse, een serie van in totaal vier patrouilleschepen. De schepen zijn wereldwijd inzetbaar voor uiteenlopende taken: van kustbewaking, scheepscontroles en anti-drugsoperaties, tot terrorisme- en piraterijbestrijding.
De maritieme eenheden gaan dit jaar voor hun processen Configuratie Management en Integrated Logistic Support (CM&ILS) over op SAP. Dit betreft de kernprocessen in het beheersen van prestaties en onderhoud van het materieel. Het eerste deel van de gebruikers, het platformdeel van Klein Boven Water (KBW), heeft de overstap inmiddels gemaakt.
Het vaartuig werd aan de vloot toegevoegd in het bijzijn van onder andere minister Maxime Verhagen van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Verhagen benadrukte het economische belang van civiel-militaire samenwerking. Volgens hem een uitstekend voorbeeld van een geslaagde samenwerking in de topsectoren High Tech en Water. Defensie, regionale overheden, kennisinstellingen en bedrijven als Damen, Imtech en Thales brachten hun kennis en kunde in om samen het ‘schip van de toekomst’ te maken. Aan de indienststelling ging een intensief traject vooraf. Na de doop op 2 februari 2010 door Koningin Beatrix is de Holland aan een lange reeks beproevingen onderworpen. Begin april 2011 volgde bijvoorbeeld een uitgebreide proefvaart.
Integriteitgezien Binnen iedere organisatie komt rattengedrag voor. Vooral in tijden van een reorganisatie. Maar wat verstaan we dan onder rattengedrag en wat heeft dat gedrag te maken met reorganisaties? De Erasmus Universiteit heeft onderzoek gedaan naar vormen van rattengedrag en op basis van de uitkomsten een top tien van gedragingen samengesteld. Bovenaan staat roddelen, gevolgd door liegen, informatie achterhouden, partij kiezen, fronten vormen en ondermijnen. Ook ‘hielenlikkerij’ en ‘achterbaksheid’ scoorden hoog. Mensen tegen elkaar uitspelen en politieke spelletjes zijn de hekkensluiters. Een onderzoek onder de ongeveer 75 vertrouwenspersonen van Defensie leverde op de vraag: ‘Welk rattengedrag zien jullie in je omgeving?’ een overzicht van meer dan vijftig verschillende minder prettige gedragingen op. En wat heeft dat gedrag nu te maken met reorganisaties?
Platform kleine vaartuigen over op SAP
Bijzonder aan de nieuwe situatie is dat de afdelingen Materieellogistiek CZSK, het Marinebedrijf en de DMO nu in één integraal systeem samenwerken. In de voorbereiding op de invoering van SAP zijn bij het platform KBW, samen met het opleidingscentrum in Soesterberg, alle vijftig eindgebruikers van het configuratiemanagement van de zeeketen opgeleid en getraind in SAP. Ook is alle data uit de oude systemen, waaronder de configuratie van de wapensystemen, overgezet in SAP.
Reorganiseren betekent onder andere onzekerheid, veranderen, afslanken, bezuinigen, verplaatsen, of ontslag. Voor veel mensen betekent een reorganisatie een nieuwe kans, maar voor nog veel meer mensen is een reorganisatie, en zeker de reorganisatie waarin we nu zijn beland, een bedreiging. Dit zijn omstandigheden waarin rattengedrag groeit en bloeit. Banen worden schaars en het wordt ieder voor zich. En dan zijn we bereid om wat minder oorbare middelen in te zetten om overeind te blijven of te overleven.
Binnen de DMO heb ik samen met Functionaris Integriteitszorg Hans Commu een workshop ‘Reorganisaties en rattengedrag’ ontwikkeld, die duidelijk maakt wat de oorzaken en vooral de gevolgen zijn. Tijdens de workshop worden ook tips en tools aangereikt om ermee om te gaan. Hans en ik verzorgen deze workshop graag voor u als meer wilt weten over rattengedrag. Natuurlijk kunt u ook voor persoonlijk advies op dit gebied bij ons terecht.
Wat namelijk ook duidelijk werd uit het onderzoek van Defensie was, dat iedereen aangaf zich wel eens schuldig te maken aan rattengedrag. Anders dan pesten is rattengedrag niet zozeer gericht op het onaangenaam maken van het leven of werken van een ander, maar eerder om er zelf beter van te worden. Wat rattengedrag en pesten wel gemeenschappelijk hebben is, dat het ongewenst gedrag is en ook als ongewenst wordt ervaren. Daarbij komt dat als je niets onderneemt ook rattengedrag niet vanzelf stopt.
Joke van Bodegom Coördinator Vertrouwenspersonen
Materieelgezien nummer 6 | juli/augustus 2012
Munitieakkoord met België Het Defensie Munitiebedrijf gaat de munitie voor de M-fregatten van zowel Nederland als België kopen en beheren. Dit werd bekend gemaakt nadat de nieuwe Commandant der Strijdkrachten, generaal Tom Middendorp een kennismakingsbezoek bracht aan de Belgische waarnemend Chef Defensie Gerard van Caelenberge. België gaat via het Nederlandse bestelsysteem conventionele munitie bestellen voor M-fregatten, onder meer voor de Goalkeeper, het 76mm-kanon en een systeem voor raketmisleiding. De gezamenlijke inkoop is onderdeel van de Belgisch-Nederlandse samenwerkingsovereenkomst op het gebied van beheer, onderhoud en aankoop van materieel. Dit met het doel om gelijksoortig materieel tegen minimale kosten aan te schaffen. In april tekenden Nederland, België en Luxemburg al een overeenkomst op het gebied van defensiesamenwerking. Deze overeenkomst gaat over meer gezamenlijke oefeningen, gebruikmaking van elkaars militaire vliegvelden, intensievere samenwerking van de Belgische en Nederlandse marines en meer samenwerking van de Belgische paratroepers en de Nederlandse luchtmobiele brigade.
Nieuw simulatiesysteem voor luchtverdediging Het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando beschikt over een nieuwe simulatieruimte waarmee luchtverdedigers het hele proces van planning tot daadwerkelijke inzet van grondgebonden luchtverdedigingseenheden kunnen beoefenen. Het Air Defence Operations Simulation (ADOS)-systeem werd door de DMO overgedragen aan commandant kolonel Erik Abma. Het ADOS-systeem bestaat uit 53 werkstations en is bestemd voor de training van de batterijstaf, pelotonscommandogroepen, het operatiecentrum, bedienaars van de radar en commandanten en schutters van het Stinger Wapen Platform Fennek. Het wordt ingezet voor de initiële opleiding van luchtverdedigers, de training van operationele eenheden en kennisontwikkeling voor het kenniscentrum. Met het ADOS-systeem kunnen militairen complexe scenario’s in een klassikale omgeving beoefenen zonder met materieel en personeel een oefengebied in te gaan. Het is mogelijk situaties na te bootsten die in het veld niet kunnen worden beoefend, zoals aanvallen van vliegtuigen en raketten die door tegenstanders worden bestuurd. Hierdoor ontstaan onvoorspelbare situaties. Daarnaast biedt het ADOS-systeem ongekende evaluatiemogelijkheden.
19
Van de DMC DMO Eind juli zijn de drie VRP’n aan de TRMC’s aangeboden met het verzoek om advies. Daarmee is de formele fase van het overleg met de medezeggenschap van start gegaan. In de informele fase hebben de TRMC’s nogal wat commentaar en advies gegeven over de cVRP’n. Nu zal blijken in hoeverre de commentaren en adviezen zijn verwerkt in de VRP’n. Ondanks het voorwerk in de informele fase moet iedere TRMC het VRP opnieuw in beschouwing nemen inclusief alle bijlagen. Van het grootste belang is natuurlijk de bijlage Functievergelijkingstabel (FVT) omdat dat de rechtspositie van de medewerkers weergeeft. U heeft de FVT al kunnen inzien en weet welke kant het met uw functie opgaat. Dat neemt niet weg dat er nog geen sprake is van overeenstemming met de medezeggenschap en dat dus de transitiecode nog kan wijzigen. De medezeggenschap hecht ook aan een goed transitieplan voor de implementatie. Niet alleen zien we graag een SMART-activiteitenplan, maar vooral ook het succesvol afronden van die activiteiten die randvoorwaardelijk zijn voor de omklap (op 1 maart 2013). Punt van zorg is natuurlijk ook het implementeren van de nieuwe bedrijfsvoering, waarvan nog slechts de contouren zijn vastgelegd. Niet alleen moet de bedrijfsvoering en besturing goed beschreven worden, inclusief aspecten van cultuurverandering, maar er moet ook een gedegen plan komen hoe dat in de praktijk wordt gebracht. Inmiddels wordt gewerkt aan een nieuw cVRP betreffende de oprichting van JIVC/Operations, het batenlasten deel van JIVC. Operations is het organisatiedeel van JIVC dat bestemd is om over een paar jaar naar de markt gebracht te worden. Bij de oprichting van Operations is IVENT/Operations, IVENT/ Dienstverlening en de projectorganisatie SPEER betrokken. DMO/P&O is momenteel volop in de weer om een draaiboek voor het Personeelsvullingsplan (PVP) op te stellen. Dat plan voorziet in de procedures om personeel te plaatsen en om overtollige collega’s te begeleiden. Bij het opstellen van dat draaiboek heeft de DMC een adviserende rol. In ieder geval uit de DMC haar zorg over de beschikbare capaciteit bij P&O om aan dit belangrijke proces adequaat invulling te kunnen geven.
Op locatie
Stef Sullot is medior medewerker bij de afdeling Semi-statische Archiefdiensten van het DCDI van IVENT. Hij werkt in Kerkrade. “Samen met tien collega’s beheer ik de personeelsdossiers van alle postactieve militairen en burgers die niet meer bij Defensie werken. Ons archief is door de jaren heen flink gegroeid en heeft momenteel een lengte van ruim zestien kilometer. Drie verdiepingen van ons gebouw in Kerkrade staan vol met ijzeren stellingen gevuld met de dossiers. De maandelijkse aanvoer vanuit de krijgsmachtdelen is ongeveer vijftig meter. Naast het beheer van de personeelsdossiers behandelen wij op jaarbasis ongeveer negenduizend informatieverzoeken. Deze verzoeken zijn onder andere afkomstig van pensioenfondsen, gemeenten, provincies, de Sociale Verzekeringsbank, particulieren en televisieprogramma’s zoals bijvoorbeeld Spoorloos. Veel van de hiervoor genoemde aanvragen zijn nodig voor het vaststellen van de datum van een ambtsjubileum of voor een berekening
van pensioenen. In het kader van het veteranenbeleid worden wij overspoeld met informatieverzoeken van de instanties, die de belangen van onze veteranen behartigen. Bij aanvragen voor stamboomonderzoek duiken wij de stoffige dossiers in en werken wij de informatie uit tot een mooie Staat van Dienst. Daarin nemen we alle mutaties tussen de datum van indiensttreding tot de datum van ontslag op. Tot het geboortejaar 1958 moeten we de te verstrekken informatie uit de papieren dossiers of andere registratiesystemen halen. Recentere geboortejaren zijn veelal gedigitaliseerd. Uiteraard gaan wij vertrouwelijk om met de te verstrekken gegevens. Indien er gegevens opgevraagd worden van personen die nog in leven zijn, moet er een verklaring van geen bezwaar worden overlegd. Ik werk nu 35 jaar bij dit onderdeel van Defensie en ga nog steeds met plezier naar mijn werk.”
Colofon - Jaargang 9, nummer 6, juli/augustus 2012 Materieelgezien is een uitgave van de Defensie Materieel Organisatie, geproduceerd door het Dienstencentrum Defensiemedia. Hoofdredactie: Hans Kuijper Eindredactie: Robert den Hartog Vormgeving: Grafische Dienst | AVDD Den Haag Druk: OBT bv, Den Haag Oplage: 5.700
Redactieadres: (niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending) DMO/sectie Communicatie Postbus 90822 MPC 58A 2509 LV Den Haag E-mail:
[email protected]
Redactieraad: Marc Bijsterbosch (DMunB), Regina Bree-van Rijn (IVENT), Marjolein Hof-Kok (DBB), Henny Kooi (KPU-bedrijf ), majoor Patrick Jurcka (DP&V), majoor Jan Mensink (DWS), Iris Portier (IVENT), luitenant-kolonel Koos Sol (Staf ), Amanda Vissers (Staf ) en Manfred de Wit (IVENT).
Overname van artikelen en foto’s is toegestaan na overleg met de redactie en onder bronvermelding. Aan artikelen kunnen geen rechten worden ontleend. De inhoud van Materieelgezien weerspiegelt niet noodzakelijkerwijs de mening van het ministerie van Defensie.