Schoolondersteuningsprofiel 2014
September 2014
1
Inhoudsopgave 1. Inleiding
3
2. Schoolgegevens 2.1. Contactgegevens school 2.2. Visie 2.2.1. Groep 1 en 2 2.2.2. Groep 3 t/m 8 2.3. Uitstroomgegevens
4 4 4 5 6 7
3.
Basisondersteuning 3.1. Preventieve en licht curatieve interventies 3.1.1. Veilig schoolklimaat 3.1.2. Aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie 3.1.3. Aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie 3.1.4. Toegankelijkheid schoolgebouw 3.1.5. Aanpak gericht op sociale veiligheid en voorkomen van gedragsproblemen 3.1.6. Protocol voor medische handelingen 3.2. Onderwijsondersteuningsstructuur 3.2.1. Signalerings- en ondersteuningsstructuur 3.2.2. Samenwerkingsrelaties
8 8 9 9 10 11 11 11 11 12 13
4. Extra ondersteuning
15
5. Randvoorwaarden / Uitgangspunten
15
6. Conclusie en ambities
15
2
1. Inleiding Het schoolondersteuningsprofiel (SOP) van de school is een beschrijving van de populatie leerlingen en het daarop afgestemde onderwijs en de basisondersteuning in school. De schoolbeschrijving brengt de eigen schoolsituatie, zowel kwalitatief als kwantitatief, in beeld. Het geeft informatie over de leerlingen, het team, het beschikbare budget en formatie, het onderwijs, de zorg, het rendement en de mate van Passend Onderwijs. Deze beschrijving, samengevat in een Schoolondersteuningsprofiel, is vervolgens een goede basis om de verdere invoering van het Passend Onderwijs ter hand te nemen. Het SOP beschrijft: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
De diversiteit van de leerlingpopulatie De vormen van ondersteuning De onderwijsarrangementen in de school De kwaliteit van ondersteuning Passend Onderwijs in school De professionaliteit/ deskundigheid van het schoolteam De conclusies en aanbevelingen/doelen die de school zichzelf stelt
Het profiel van de school is niet statisch. Deze beschrijving is na overleg met het team en de Medezeggenschapsraad van onze school ter vaststelling aangeboden aan het bevoegd gezag.
3
2. Schoolgegevens 2.1. Contactgegevens school Adres : Telefoonnummer : E-mail adres : Website : Naam directeur : Naam intern begeleider :
’t Wed 14, 4132 CC Vianen 0347-371477
[email protected] www.rankvianen.nl Johan Alderden Margreet Mulder
2.2. Visie Het werken en leren op de Rank is gecentreerd rond drie psychologische basisbehoeften, relatie, competentie en autonomie (Deci & Ryan, 2002 en Stevens, 2002). Hieronder verstaan we: Relatie: dat leerlingen zich geaccepteerd weten, ze erbij horen, ze zich veilig voelen, verbondenheid Competentie: dat leerlingen ontdekken dat ze de taken die ze moeten doen, aankunnen; ze ontdekken dat ze telkens meer aankunnen, dat ze groeien Autonomie: dat leerlingen weten dat ze (een deel) van hun leergedrag zelf kunnen en mogen sturen Deze drie basisbehoeften samen bepalen de richting van waaruit we werken met leerlingen en werken binnen het team. Op de Rank staat het leren en ontwikkelen van kinderen centraal, het is onze core business. Bij het leren en ontwikkelen vinden we het belangrijk om de behoefte van het kind te zien en te kijken naar de zone van naaste ontwikkeling. Het leren en ontwikkelen strekt zich uit over alle ontwikkelingsgebieden. We willen leerlingen aan het einde van hun basisschoolperiode een stevig fundament meegeven voor de rest van hun leven. De Rank is een gemeenschap waarin een ieder op zijn plek en binnen zijn verantwoordelijkheid zijn plek mag en moet innemen. De inzet van eenieder in de gemeenschap is van belang en wordt verwacht. Bovenstaande punten maken dat op de Rank het leren in de gemeenschap een plek heeft. We ervaren dat dit samen leren krachtig is als we dit op de verschillende niveaus (leerling, leerkrachten, studenten en directie) binnen de school vormgeven. De verschillende niveaus moeten in overeenstemming met elkaar zijn, het congruentieprincipe (Korthagen& Lagerwerf, 2008) ook wel het systemisch denken genoemd (Hellinger, 2008). Het samen leren is ook de basis voor het werken met zoekgroepen in het proces van onderwijsverandering. Onze visie op onderwijs is samen te vatten in het volgende motto: De Rank …..leeft, leert, ontwikkelt en bruist! In de afgelopen jaren hebben we met het team gezocht naar de binnenring van Bateson: wat zijn onze overtuigingen? Wat vinden wij (directie en team) werkelijk van belang voor de ontwikkeling van onszelf, de kinderen, De Rank. Vanuit die overtuigingen hebben we voor de komende 4 jaar onze kernwaarden geformuleerd: Leren en ontwikkelen: competentie Gemeenschap: relatie Ik doe er toe: autonomie Professionaliteit werkt: leerkrachten en directie De waarden vinden hun wortels in de trits relatie-competentie- autonomie zoals verwoord door Ryan en Desi, 2002 en 1985. De kernwaarden worden concreet gemaakt in het handelen van een ieder die deelneemt aan de gemeenschap die de school is. Bovenstaande kernwaarden hebben onderling verbinding. De kernwaarden verbinden de stappen die we de komende jaren ondernemen.
4
2.2.1. Groep 1 en 2 In de groepen 1/2 werken we volgens het concept van ontwikkelingsgericht onderwijs. Dit concept gaat uit van een geïntegreerde pedagogische en didactische werkwijze waarbij kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Voorwaarde om tot verdere ontwikkeling te komen is erop gericht dat kinderen ‘goed in hun vel zitten’, beschikken over voldoende zelfvertrouwen en nieuwsgierig zijn naar de wereld om hen heen (Janssen-Vos, 2003). Leerkrachten zorgen voor een rijk en krachtig onderwijsaanbod dat is verdeeld in vijf kernactiviteiten: Spelactiviteiten Constructieve en beeldende activiteiten Gespreksactiviteiten Lees-schrijfactiviteiten Reken-wiskunde activiteiten De activiteiten zijn verbonden aan inhouden en thema’s die voor kinderen interessant en betekenisvol zijn. We spreken van activiteiten die rekening houden met de 4 B’s: betekenis, betrokkenheid, bedoelingen en bemiddelende rol van de leerkracht Als iets betekenis heeft voor kinderen, dan ontstaat betrokkenheid. En kinderen die betrokken zijn….leren/ontwikkelen zich! Maar de leerkracht blijft niet buiten spel. Hij heeft bedoelingen met de activiteiten en wil dat die activiteit op een hoger niveau terecht komt. Zie hier de 4e B: de bemiddelende rol van de leerkracht. De leerkracht zal zich telkens afvragen: welke interventies zet ik nu in om de kwaliteit van de activiteit te verhogen en waarom doe ik dat? De leerkracht zal moeten bemiddelen tussen wat moet en wat mag, tussen vraag van het kind en aanbod van het onderwijs, tussen wat de maatschappij van een school verwacht en wat het kind aan behoeftes heeft. Dit vraagt van de leerkracht een bepaalde attitude. De leerkracht moet in toenemende mate gaan reflecteren op het eigen handelen, het handelen steeds meer af gaan stemmen op wat voor kinderen van betekenis is in relatie tot de eigen bedoelingen. De leerkrachten van de groepen 1/2 noteren aan het begin van elk thema het activiteitenboek. Bij het ontwerpen van het onderwijs moet elk van de drie cirkels uit onderstaande afbeelding geraakt worden (resp rood, geel en blauwpaars). In het midden van de cirkel bevinden zich de basiskenmerken. Het emotioneel vrij zijn, zelfvertrouwen hebben en nieuwsgierig zijn. Ze vormen de spil van alle opvoedings- en onderwijsleerprocessen. Als de spil ’vast zit’ komt de rest moeizaam in beweging. De tweede ring van de cirkel wordt gevormd door aspecten van de brede ontwikkeling. De ordening geeft een opbouw in de brede ontwikkeling aan: actie en initiatieven; communicatie; samen spelen en samen werken zijn nodig om ontwikkeling op de andere gebieden te mogen verwachten. Als zich op deze gebieden moeilijkheden voordoen, is ontwikkeling in de volgende ringen in de cirkel moeilijk.
5
En dan, in de buitenste ring van de cirkel, komen we bij de specifieke kennis en vaardigheden. Uiterst belangrijk! Maar zonder een ’gevuld binnenwerk’ en zonder ’spil’ zijn er weinig garanties dat het leren van kennis en vaardigheden tot persoonsontwikkeling leidt! De leerlingen worden gevolgd met het Ontwikkel Volgmodel van Memelink. Dit geeft de leerkrachten zicht op de ontwikkeling van de leerlingen en zorgt daarnaast dat leerkrachten hun aanbod kunnen afstemmen op de zone van naaste ontwikkeling van de leerlingen. De zone van naaste ontwikkeling wordt voor elke leerling individueel bepaald, de leerkrachten clusteren de leerlingen met dezelfde zone van naaste ontwikkeling (indien mogelijk) en stemt het aanbod hierop af. In de kleuterbouw leggen we afspraken over het curriculum vast in de leerlijnenmap. Hierin staan de ontwikkellijnen voor de vakgebieden taal/lezen, rekenen en schrijven. Vanaf mei 2011 hebben we 2 Cito toetsen afgenomen: “Taal voor kleuters” en “Rekenen voor kleuters”. 2.2.2. Groep 3 t/m 8 Ons curriculum is gebaseerd op de kerndoelen die verder zijn uitgewerkt in methoden. We hanteren voor alle vakgebieden methoden die de kerndoelen dekken. Op dit moment werken we in de groepen 3 tot en met 8 met de volgende methoden : Tabel 5. Gebruikte methoden per groep Vakgebied Groep Taal NL 3 4 t/m 8 Taal ENG 7 t/m 8 1 t/m 8 Lezen 3 4 tot 8 Begrijpend lezen 4 t/m 8 Rekenen 3 t/m 8 Schrijven 3 t/m 8 Wereldoriëntatie 3 t/m 8 Geschiedenis Aardrijkskunde Natuur Techniek Sociale 1 t/m 8 redzaamheid Verkeer 4 t/m 8 Expressie vakken Levensbeschouwing 1 t/m 8
Methode Veilig leren lezen Taal actief versie 3 Hello World (proeflicentie op Groove me) Veilig leren lezen Estafette Nieuwsbegrip Wereld in Getallen versie 4 Zwart op Wit Speurtocht De blauwe planeet Natuniek Natuniek Vreedzame School Op voeten en fietsen Moet je doen! Kinderbijbels
Aan het begin van elk schooljaar maken de leerkrachten een lesrooster conform de afspraken die zijn gemaakt volgens het aantal uren dat per vakgebied minimaal moet worden gegeven. Leerkrachten houden zich hier stipt aan, de directie checkt de roosters elk half jaar. Na afname van de Cito leerlingvolgsysteem in januari in de groepen 3 t/m 7 wordt met elke leerkracht gekeken of het rooster nog voldoet. Als blijkt dat er een achterstand is voor een bepaald vakgebied, kan het rooster worden aangepast.
6
2.3. Uitstroomgegevens Verwijzingen naar het VO Schooljaar
VMBO (BB/KB)
VMBO (TL)
HAVO/VWO/GYM
11/12 12/13 13-14
8 7 7
5 10 9
15 12 18
Uitstroom VO 20 15 10 5 0 VMBO (BB/KB)
VMBO (TL) 11/12
12/13
HAVO/VWO/GYM 13/14
Gem.CITOuitslag 535,6 533,7 536,2
3. Basisondersteuning 3.1. Preventieve en licht curatieve interventies Het kind is startpunt van ons pedagogisch en didactisch handelen. Hierbij wordt uit gegaan van de drie basisbehoeften: het geloof in eigen kunnen (competentie) het streven naar autonomie (weten dat je problemen zelf aan kunt) het hebben van relaties (weten en voelen dat je gewaardeerd wordt) We werken op De Rank met het leerstofjaarklassensysteem. Binnen dit systeem willen we zoveel mogelijk tegemoet komen aan de behoeften van elk kind en we proberen de leerlingen de zorg te geven die ze nodig hebben. We streven ernaar, dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen, moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat dit ook mogelijk is. Onze 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
ambities zijn: De leraren kennen de onderwijsbehoeften van de leerlingen De leraren kennen de stimulerende en belemmerende factoren van de leerlingen De leerkrachten signaleren vroegtijdig welke leerlingen zorg nodig hebben Ouders worden betrokken bij de (extra) zorg voor hun kind Externe partners worden – indien noodzakelijk- betrokken bij de ondersteuning van de leerlingen De school gebruikt een samenhangend systeem van instrumenten en procedures voor het volgen van de prestaties en de ontwikkeling van de leerlingen (Parnassys, CITO leerlingvolgsysteem en Ontwikkelings Volgmodel Memelink) Op basis van een analyse van de verzamelde gegevens, bepaalt de school de aard en de zorg voor zorgleerlingen De school voert de zorg planmatig uit De school gaat de effecten van de zorg na en stelt bij waar nodig De intern begeleider coördineert de zorg en begeleiding Er is een vaste structuur van groeps- en leerlingbesprekingen Er is een duidelijke leerlingoverdracht
Interne begeleider Onze interne begeleider is verantwoordelijk voor de leerlingenzorg. Zij is 3 dagen beschikbaar voor deze taak. In verband met de ontwikkeling van Passende Zorg, ons Zorgprofiel en onze verplichtingen wordt er voor gezorgd dat de deskundigheid op De Rank met deze ontwikkelingen meegroeit. De Rank is een lerende organisatie. Leerkracht De leerkracht stelt groepsplannen op om optimaal in te kunnen spelen op de verschillende onderwijsbehoeften in een heterogene groep. In groep 2 zijn de plannen gericht op de ontluikende geletterdheid en gecijferdheid. Vanaf groep 3 zijn er groepsplannen voor technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen. Een groepsplan wordt in een cyclus van twee keer per jaar door de leerkracht gemaakt met een tussentijdse en eindevaluatie. In deze cyclus komt een leerkracht vrijwel altijd tot drie onderwijsarrangementen: de basisgroep, de intensieve groep en de extragroep. Een groepsplan is een hulpmiddel voor leerkrachtgedrag, klassenmanagement en didactiek: Wat is het doel? Wat is de inhoud? Hoe organiseren? Hoe evalueren? Dit plan vormt een kapstok voor het efficiënt omgaan met verschillen tussen leerlingen en omvat een beschrijving van het onderwijsaanbod (onderwijsarrangement) aan alle leerlingen in de groep voor een bepaalde periode. Het beschrijft welke aanpak en interventies de leerkracht uitvoert om de doelen te bereiken. Om de leerlingen in te delen in één van de genoemde groepen maken we gebruik van een subgroepenoverzicht. Jaarkalender In de jaarkalender staan alle geplande zorg/ondersteuningsactiviteiten die er in een schooljaar plaatsvinden.
8
Eigenaarschap van het leerproces In het schooljaar 2014-2015 zijn hebben we n.a.v. onderzoek in onze leerwerkgemeenschappen de gesprekkencyclus met ouders en leerlingen aangepast met als doel het eigenaarschap van het leerproces bij leerlingen te bevorderen. 3.1.1. Veilig schoolklimaat Op sociaal-emotioneel gebied gebruiken we vanaf het schooljaar 2011-2012 het programma van “De Vreedzame School”. De Vreedzame School is een compleet programma voor sociale competentie en democratisch burgerschap. Het beschouwt de klas en de school als een leefgemeenschap waarin kinderen zich gehoord en gezien voelen, een stem krijgen, en waarin kinderen leren om samen beslissingen te nemen en conflicten op te lossen. Kinderen voelen zich verantwoordelijk voor elkaar en voor de gemeenschap en staan open voor de verschillen tussen mensen. In het schooljaar 2013-2014 hebben we met de vragenlijsten van WMKPO (Werken met Kwaliteit Primair Onderwijs) de ‘Vreedzame School kwaliteit’ gemeten onder de leerkrachten van de verschillende groepen. De bespreekpunten zijn: Verantwoordelijkheid voor de gemeenschap (groep) nemen. Hoe gaan de leerlingen in het algemeen met elkaar om? Is er sprake van gemeenschapszin? (groep 1/2, 3t/m5, 6t/m8) Open staan voor verschillen. Hoe staat het met de houding ten opzichte van ‘verschillen’ in de klas of in de school? Hoe gaan kinderen om met verschillen? (groep 1/2 ) Conflicten oplossen; Wat doen leerlingen in het algemeen in een conflictsituatie? (groep 1/2, 3tm5 en 6 t/m 8) Openstaan voor verschillen (groep 3t/m5) Democratisch overleggen (groep 6t/m8) Op een schaal van 1 t/m 5 was ons team van mening dat we in groep 1/2 voldoende scoorden met een score van 3,09, in groep 3 t/m5 was de score 2,91 en in groep 6 t/m 8 was de score 2,97. Een score onder de 3 betekent op onze meetlat een onvoldoende. Ook is de vragenlijst borgingsafspraken van WMKPO afgenomen. Hierop scoorde de school een 3,09. Op een schaal van 1 t/m 5 is dit een voldoende. De bespreekpunten zijn: Participatie Verankering in de organisatie Ouders Tot slot is de WMKPO vragenlijst sociale veiligheid afgenomen onder de leerlingen van groep 4 t/m 8. Hierop scoorde de school 3,13; op een schaal van 1 t/m 5 is dit voldoende. De bespreekpunten krijgen aandacht in de stuurgroep Vreedzame School, acties zullen worden uitgezet om verbetering te bewerkstelligen. 3.1.2. Aanbod voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie De Rank heeft het voornemen gestructureerder te werken met de Protocollen Leesproblemen en Dyslexie voor het primair onderwijs van het Expertise Centrum Nederlands. Deze protocollen zijn gedownload en geplaatst op ons intranet. Met de protocollen kunnen onze leerkrachten in een doorgaande lijn werken aan de signalering en aanpak lees- en spellingproblemen. Daarmee kunnen ze het lees- en spellingonderwijs voor alle leerlingen effectief inrichten. Er zijn protocollen voor groep 1-2; groep 3; groep 4; groep 5-8 Dit zelfde geldt voor leerlingen met dyscalculie. Hiervoor gebruiken we het Protocol Ernstige RekenWiskunde-problemen en Dyscalculie 1. Het doel van dit landelijk protocol is het bieden van richtlijnen en handvatten voor de praktijk om optimaal rekenwiskundeonderwijs te kunnen ontwikkelen voor alle kinderen en jongeren in de basisschoolleeftijd
9
Sinds januari 2009 kunnen kinderen geboren na 1 januari 2000 in aanmerking komen voor een vergoeding van diagnostiek (psychologisch onderzoek en een diagnose) en behandeling als er sprake blijkt te zijn van ernstige enkelvoudige dyslexie. Indien blijkt dat een leerling een lees en/of spelling achterstand heeft, biedt de school interventies aan volgens het Protocol Leesproblemen en Dyslexie Bij onvoldoende vooruitgang en voldoende onderbouwing van het vermoeden van ernstige enkelvoudige dyslexie, starten ouders in samenspraak met school het traject aanvraag vergoede behandeling. 3.1.3. Aanbod voor leerlingen met meer of minder dan gemiddelde intelligentie Op De Rank willen wij voor alle kinderen een zo goed mogelijk passend onderwijsaanbod realiseren, in zowel onderwijsinhoudelijk als pedagogisch didactisch opzicht. We houden er rekening mee dat kinderen onderling erg kunnen verschillen. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat kinderen met plezier leren en naar school gaan. Wanneer spreken we van leerlingen die ondersteuning nodig hebben? We spreken van een leerling die ondersteuning nodig heeft wanneer de leerling een achterstand in resultaten laat zien afgezet tegen de mogelijkheden van het kind (1), wanneer de leerling ver vooruitloopt op het groepsniveau (2 1. Wanneer een leerling van groep 3 t/m groep 8 op de landelijk genormeerde toetsen een lage C, D of een E scoort (IV en V), het bijbehorende DLE een grote achterstand vertoont, wanneer een CITO-toetsuitslag 2 niveaus lager is dan de voorgaande toets, dan is dit voor ons een indicatie om dit kind nader te bekijken. De leerkracht bewaakt dit aan de hand van de toetsuitslagen, observaties en overige resultaten. Tijdens de groepsbespreking kunnen ook de methodetoetsen aanleiding geven tot verdere actie. In de groepen 3 t/m 8 maken we gebruik van een zorg/ondersteuningsrooster. In dit rooster wordt aangegeven wanneer welke kinderen voor welk vak extra ondersteuning krijgen in de klas. Voor leerlingen van wie we verwachten dat die maximaal het eindniveau van groep 7 halen voor één of meerdere vakken en voor deze vakken niet de leerstof van groep 8 aangeboden zullen krijgen, wordt voor één of meerdere vakken een individueel onderwijsarrangement (Ontwikkelingsperspectief) opgesteld. Veel mensen in het onderwijsveld hebben aangegeven dat een zekere standaardisatie prettig en vooral functioneel zal zijn. Er zal geen voorschrift komen, maar met het benoemen van de kern van het OPP hebben wij de notitie van de PO Raad en de inspectie van het onderwijs als uitgangspunt genomen. Voor het volgen van de groepen 1 en 2 maken we gebruik van OVM. Het OVM is behalve een leerlingvolgsysteem ook een planningsinstrument. De groepsoverzichten geven een goed beeld van de ontwikkelings- en leeropbrengsten binnen de groep. Deze vormen het uitgangspunt voor het formuleren van een realistisch groepsplan. Medio het schooljaar 2012/2013 zijn we hiervoor het digitale volgsysteem gaan gebruiken. 2. Naast de leerlingen die minder snel vooruitgaan, zijn er ook leerlingen die op bepaalde vakgebieden vooruitlopen op het groepsniveau. Deze kinderen willen we extra uitdaging geven, met name als er sprake is van meerbegaafde leerlingen. In het schooljaar 2013-2014 is hiervoor beleid ontwikkeld en vastgesteld. Ook is er gestart met de uitvoering. In het schooljaar 2014-2015 wordt de uitvoering verder doorgezet.
10
3.1.4. Toegankelijkheid schoolgebouw De Rank is een basisschool die centraal ligt voor de wijken Hogeland, Zederik, Buitenstad, Blankenborch en het Centrum. De school is duidelijk zichtbaar voor omwonenden en staat bovendien naast een druk bezocht winkelcentrum. De school is gehuisvest in een ruim opgezet pand, bestaand uit 13 lokalen, een gemeenschapsruimte en een speellokaal. In de schooljaren 2014-2015 en 2015-2016 beschikken we over een 14e (tijdelijk) lokaal. De school is volledig gelijkvloers en beschikt over een invalide toilet. Eind 2014 heeft de Rank met hulp van sponsoren het schoolplein/speelterrein vernieuwd. Veel speelterreinen zijn niet toegankelijk en nauwelijks bespeelbaar voor kinderen met een beperking. Bij de inrichting en het beheer van speelterreinen hebben wij rekening gehouden dat ook voor deze kinderen het spelen belangrijk is. Onze school wil kinderen leren dat elke samenleving behoort te zorgen voor een leefbare wereld en welzijn voor iedereen. Een veelvoorkomende misvatting is, dat kinderen in een rolstoel bijvoorbeeld moeilijk kunnen spelen. In de praktijk blijken kinderen met een rolstoel heel goed in staat om van vrijwel alle toestellen gebruik te maken, alleen moeten ze vaak net geholpen worden. Bij de inrichting van het schoolplein zijn we uitgegaan dat het schoolplein geschikt is voor:
3.1.5. Aanpak gericht op sociale veiligheid en voorkomen van gedragsproblemen Zie 3.1.3. 3.1.6. Protocol voor medische handelingen We volgen hierin het Model-protocol medische handelingen op scholen van de PO raad. 3.2. Onderwijsondersteuningsstructuur Bij dit aspect van de basisondersteuning gaat het om de expertise die in de school aanwezig is om interventies te plegen en met welke onderwijs en ketenpartners wordt samengewerkt. Het team van PCBS De Rank: werkt planmatig en systematisch aan verbetering van het onderwijs (Plan, Do, Check, Act) is in staat te differentiëren en het klassenmanagement en didactisch handelen voldoet aan de onderwijsbehoeften van de kinderen bevordert haar deskundigheid en is gericht op persoonlijke professionele ontwikkeling Op dit moment telt het team: Intern begeleider 1 Leerkrachten 28 Waarvan Orthopedagoog (MSc) 1 Ecologisch pedagoog (HBO master) 1 Special education need (HBO master) 1 Het aannamebeleid van PCBS De Rank is gericht op uitbreiding van de reeds aanwezige kennis en ervaring. De deskundigheid van het team wordt ondersteund vanuit de signalerings-en ondersteuningsstructuur van PCBS De Rank.
11
ZAT = vanaf 1 augustus 2014 het MDO
3.2.1. Signalerings- en ondersteuningsstructuur Het ondersteuningsplan is een beschrijving van de wijze waarop het onderwijs en de ondersteuning voor leerlingen op PCBS De Rank is georganiseerd. Dit ondersteuningsplan bewerkstelligt een onderzoekende cultuur voor kinderen en medewerkers, met als doel een inclusieve setting te creëren waar iedereen opvalt.... en niemand uitvalt. Het stroomschema van de signalerings- en ondersteuningsstructuur geeft schematisch weer op welke wijze en in welke volgorde de verschillende fasen worden doorlopen. Route naar MDO en verder Stap Waar 1 A Groep B Groep + IB C Zorgteam (zie afbeelding in 3.2.1) 2 School 3
A
B
4
Samenwerkingsverband aanmelden bij het onderwijs expertise centrum (OEC) voor multi- disciplinair overleg (MDO) Ondersteuningsbehoefte in beeld brengen (onderwijs en gezin) en advies Oplossingsgericht uitvoeren van het advies voor een bepaald termijn Evaluerend gesprek met conclusie: School en ouders zijn niet meer handelingsverlegen School en ouders maken gebruik van aanvullende ondersteuning
Wie Leerkracht – ouders Leerkracht – ouders – IB Directie en IB Leerkracht – IB –ouders – evt. Een deskundige Leerkracht, ouders, IB, CC, gemeentelijke jeugdzorg (SMW), AB
Ouders, IB, leerkracht, CC, gemeentelijke jeugdzorg (SMW), AB of andere externen Leerkracht, ouders, IB, CC, gemeentelijke jeugdzorg (SMW), AB of andere externen
12
Stap
5 6 7
Waar Andere onderwijssetting is nodig (orthopedagoog ontvangende school i.v.m. TLV) Afgeven TLV en plaatsing andere onderwijssetting Evaluatiegesprek met ouders Warme terugkoppeling ontvangende naar verwijzende school binnen een half jaar na plaatsing
Wie
Tweede deskundige en directeur Profi Pendi Directie, IB en ouders De vorm waarin wordt ontwikkeld
3.2.2. Samenwerkingsrelaties Het Schoolmaatschappelijk Werk (SMW) Het Schoolmaatschappelijk Werk komt in beeld wanneer leerlingen, ouders en leerkrachten bepaalde vragen hebben op het gebied van opvoeden. Deze vragen kunnen betrekking hebben op het gebied van pesten, faalangst, het welbevinden op school of thuis etc. Het Schoolmaatschappelijk Werk (SMW) is met regelmaat op school aanwezig. Het initiatief om gebruik te maken van het maatschappelijk werk kan zowel bij de school als bij de ouders liggen. Via de IB-er kan een afspraak worden maken. Ambulante Begeleiding en Pré-Ambulante Begeleiding Voor bepaalde leerlingen kan Ambulante Begeleiding aangevraagd worden. Dit houdt in dat de leerkracht begeleiding krijgt om beter om te gaan met de speciale onderwijsbehoefte van de leerling. Ouders en school werken samen bij de aanvraag. De Verwijsindex De Verwijsindex is een systeem waarin leerkrachten, hulpverleners en andere professionals de persoonsgegevens registreren van jongeren ( tot 23 jaar) over wie zij zich zorgen maken. Het is een hulpmiddel om ouders en begeleiders snel met elkaar in contact te brengen, waardoor jongeren die hulp nodig hebben tijdig worden opgemerkt. Vanaf 2011 dienen organisaties met de Verwijsindex(VIR) te werken. De volgende hulpverleners en instellingen in Midden-Nederland werken op dit moment met de Verwijsindex:
Scholen voor basis- en voortgezet onderwijs Welzijnswerk Peuterspeelzalen Kinderdagverblijven en naschoolse opvang Centra voor Jeugd en Gezin Politie en justitie MEE Leerplicht ambtenaren Consultatiebureaus GGD Midden Nederland GG&GD Utrecht Verslavingszorg Algemeen Maatschappelijk Werk Bureau Jeugdzorg Utrecht Raad voor de Kinderbescherming Utrecht Jongerenwerk Huisartsen Bureau HALT Jeugdhulpverlening Diëtisten William Schrikker Groep Verloskundigen
13
Registratie in de Verwijsindex gebeurt altijd met kennisgeving aan de ouders of aan het kind zelf (vanaf 16 jaar). Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Het AMK geeft advies en onderzoekt (vermoedelijke) situaties van kindermishandeling en brengt zo nodig de juiste hulp op gang. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling De Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling helpt professionals goed te reageren bij signalen van geweld. Bijvoorbeeld huisartsen, leerkrachten en medewerkers van jeugdinrichtingen. Sinds 1 juli 2013 zijn beroepskrachten verplicht een meldcode te gebruiken bij vermoedens van geweld in huiselijke kring. Een meldcode beschrijft in stappen wat de school moet doen. In het Basismodel meldcode is toegelicht welke 5 stappen in elk geval in de meldcode moeten staan: 1. In kaart brengen van signalen. 2. Overleggen met een collega en eventueel raadplegen van het advies- en Meldpunt Kindermishandeling of het Steunpunt Huiselijk Geweld. 3. Gesprek met het kind. 4. Wegen van het geweld of de kindermishandeling. 5. Beslissen: hulp organiseren of melden. Meldcode is geen meldplicht Bij een meldplicht moet de school zijn vermoeden van geweld melden bij andere instanties, bijvoorbeeld bij een Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of Steunpunt Huiselijk Geweld. Die verplichting bestaat niet bij een meldcode. Door te werken met een meldcode blijft de beslissing om vermoedens van huiselijk geweld en kindermishandeling wel of niet te melden, liggen bij de school. Het stappenplan van de meldcode biedt hen bij die afweging houvast.
14
4. Extra ondersteuning De onderwijsarrangementen die geboden worden aan ‘kinderen die barrières ondervinden in leren en participeren’, zijn gebaseerd op een of meer van de volgende velden: Hoeveelheid aandacht/handen in de klas (incl. Leraren i.o.) Plusklas Expertise binnen het team (Rots en Water, VVE) Samenwerking met Evizier i.v.m. dyslexiebehandeling in onze school Als de door De Rank geboden basisondersteuning niet toereikend is zal er, de ondersteuningsstructuur volgend, gezocht worden naar een passend arrangement. De vraag creëert aanbod! Passend Onderwijs voor iedereen op De Rank? Elke leerling heeft recht op een plaats op onze school mits dit past binnen onze uitgangspunten en de mogelijkheden die de overheid ons geeft. 5. Randvoorwaarden / Uitgangspunten De Rank streeft ernaar dat iedere leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Omdat we te maken hebben met verschillen tussen leerlingen moet het onderwijsleerproces zo ingericht worden, dat hier ook ruimte voor is. De uitgangspunten van onze zorg zijn: De leerkracht is verantwoordelijk voor de ontwikkelingen van de kinderen op school. Een doorgaande lijn vraagt een eenduidige werkwijze. De doelen per schooljaar zijn het uitgangspunt van de ontwikkeling. Er wordt gewerkt vanuit convergente differentiatie. De leerkracht is de spil bij de ontwikkeling van het kind. Er wordt gezocht naar de mogelijkheden van de leerling. De ouders worden vanaf de start betrokken bij de ontwikkeling van hun kind(eren). Binnen onze mogelijkheden (financiële middelen, beschikbaarheid gekwalificeerd personeel en ruimte) wordt extra ingezet op leerlingen die aanvullende ondersteuning nodig hebben. De Rank beschikt over een systeem voor de signalering van achterblijvende leerlingen en hanteert daarbij een jaarkalender. De vorderingen en de ontwikkeling van de leerlingen worden systematisch gevolgd en de leraren maken daarbij gebruik van observaties en toetsen. Bij de kleuters wordt systematisch het ontwikkelingsvolgmodel van Memelink en Cito gehanteerd. In de groepen 3 tot en met 8 houden de leraren de vorderingen bij met behulp van methode en methode onafhankelijke toetsen, voor de vakgebieden spelling, begrijpend lezen en rekenen en wiskunde. De Rank maakt onderdeel uit van het samenwerkingsverband Profipendi en conformeert zich aan het beleid. 6. Conclusie en ambities Fluenta, de stichting waartoe De Rank behoort, heeft uitgesproken dat al haar scholen in 2016 voldoen aan de Standaarden Basisondersteuning. De huidige status op De Rank hebben wij in beeld gebracht door deze standaarden binnen ons team te bevragen, hiertoe hebben we de vragenlijst Standaarden Basisondersteuning middels WMKPO aan ons team voorgelegd. De conclusies uit deze vragenlijst zijn: De Rank scoort als school een 3,01 en voldoet daarmee aan de richtlijnen voor de Standaarden Basisondersteuning. Daarmee scoort de school voldoende (op een schaal
15
van 1 t/m 5) De respons op de Vragenlijst was 88%: 21 van de 24 respondenten heeft de Vragenlijst ingevuld. Ten tijde van de afname van de enquête (maart 2014) was de werkwijze zoals beschreven in hoofdstuk 3.2.1 nog conform de werkwijze binnen het oude samenwerkingsverband. Dit verklaart deels de lage score op een aantal onderdelen. De Rank werkt aan de verbeterpunten en bespreekpunten die voortkomen uit de afgenomen vragenlijst.
16