schooljaar 2015-2016
Schoolgids 2015 - 2016
Bezoekadres: Achilleslaan 4 6042 JV ROERMOND tel: 0475-322567 www.montessoriroermond.nl Postadres: Postbus 1189 6040 KD ROERMOND
Schoolgids 2015 - 2016
ENKELE WOORDEN VOORAF Waarom een schoolgids voor ouders? De basisschool is een stuk van je leven: voor de kinderen, maar ook voor u! Jarenlang is er diezelfde weg van huis naar school en weer terug. Al die jaren vertrouwt u uw kind toe aan de zorg van de leerkrachten van de basisschool. De schooltijd is een belangrijk deel van een kinderleven. Een basisschool kies je dan ook met zorg. Scholen verschillen in hun manier van werken, de sfeer en de resultaten. Ze verschillen ook in kwaliteit. Om ouders behulpzaam te zijn bij het maken van een bewuste keuze voor een basisschool, verplicht de overheid sinds 1 september 1999 alle basisscholen een schoolgids te maken. Daarin worden niet alleen de werkwijzen en de sfeer van een school beschreven, maar ook de aansluiting en doorstroming naar het voortgezet onderwijs. Onze schoolgids is bedoeld voor de ouders, die hun kinderen al op onze school hebben en voor de ouders van toekomstige leerlingen. Aan de ouders, die al kinderen op school hebben, leggen wij verantwoording af over onze manier van werken. Aan de andere ouders leggen wij uit wat zij mogen verwachten als hun kind een leerling van onze school wordt. Wij hopen dat u onze schoolgids met plezier zult lezen. Vanzelfsprekend bent u altijd welkom voor een toelichting. Frits Hoff, directeur
Schoolgids 2015 - 2016
Inhoudsopgave enkele woorden vooraf 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
de school richting het bestuur van de school directie situering van de school het aannamebeleid en de schoolgrootte / overplaatsing van leerlingen binnen de Stichting Swalm en Roer gedragscode veilige en gezonde school
2 2.1 2.2 2.3 2.4
waar de school voor staat kernpunten van de montessori-werkwijze onze uitgangspunten het pedagogisch klimaat van de school Nederlandse Montessori Vereniging
3 3.1 3.2 3.3 3.4
de organisatie van het onderwijs de organisatie van de school de samenstelling van het team de activiteiten voor de kinderen sponsoring
4 4.1
4.8 4.9 4.10 4.11
de zorg voor de kinderen de opvang van nieuwe leerlingen in de school (nieuw item : Aanpassing instroomprocedure nieuwe leerlingen) het volgen van de ontwikkeling van kinderen in de school (leerlingvolgsysteem) de speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften de begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs de zorg voor het jonge kind leerlinggebonden financiering LGF (rugzakleerling) Criteria / procedure die de school hanteert bij de beslissing tot het verlengen of verkorten van een bouw. Omgaan met leerlinggegevens / Zat-teams Passend onderwijs de inspectie van het onderwijs centrum jeugd en gezin
5 5.1 5.2 5.3
de leraren verlof leraar ziek….. scholing
4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Schoolgids 2015 - 2016
6 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9
de ouders het belang van de betrokkenheid van de ouders informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school Bezige Bijtjes ,ouderparticipatie (waaronder de tuinouders) Vervallen (SOMOR) overblijfregeling ouderbijdrage klachtenregeling medezeggenschap (mr en gmr) aansprakelijkheid en verzekeringen
7 7.1 7.2 7.3
de ontwikkeling van het onderwijs in de school activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school. zorg voor de relatie school en omgeving kwaliteitszorg
8
algemene informatie informatie betreffende de school en het onderwijs o.a. leerplicht en verlofaanvraagformulier (ook te vinden bij documenten op de schoolwebsite)
9 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5
de resultaten van het onderwijs cijfers over specifieke zorg voor leerlingen cijfers over vorderingen in basisvaardigheden uitkomsten van ouderenquête over de kwaliteiten van de school schoolverlaters prestaties van de leerlingen in relatie tot de kenmerken
10 10.1 10.2 10.3 10.4
namen en adressen leerkrachten ouderparticipatiegroep medezeggenschapsraad Bezige Bijtjes
Bijlage 1: Informatie voor de ouders met instromende 4-jarigen Bijlage 2: Verlofaanvraagformulier Bijlage 3: toelating, schorsing en verwijdering van leerlingen Bijlage 4: klachtenprocedure
leerlingenlijsten jaaroverzicht van activiteiten en vakanties
Schoolgids 2015 - 2016
1 DE SCHOOL 1.1 Richting Het onderwijs in Nederland kent openbare en bijzondere scholen. Openbare scholen worden in stand gehouden door de gemeente. Bijzondere scholen worden bestuurd door een stichting of vereniging. Zij worden ingedeeld naar scholen op basis van een geloofsovertuiging of scholen op algemene grondslag. Onze school is een school op algemene grondslag. In de school wordt onderwijs gegeven aan leerlingen van alle geloofsovertuigingen. Het onderwijs gaat uit van de gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwelijke en maatschappelijke stromingen en wil het kind helpen daarin zijn weg te leren vinden. 1.2 Het bestuur van de school Onze school valt onder het bestuur van stichting Swalm & Roer voor onderwijs en opvoeding. Deze stichting is verantwoordelijk voor de aansturing van 23 scholen voor primair onderwijs in de gemeenten Roermond en Roerdalen met in totaal 5.279 leerlingen en 520 medewerkers. Het betreft zowel openbare, katholieke, protestants-christelijke als algemeen bijzondere scholen. Hieronder valt ook een school voor speciaal basisonderwijs. De stichting wordt geleid door een professioneel bestuur bestaande uit 1 persoon die het college van bestuur (CvB) vormt. Het CvB bepaalt het beleid op strategisch niveau op lange termijn. De schooldirecteur is integraal en eindverantwoordelijk voor de aan zijn leiding toevertrouwde school. De directeuren zijn verenigd in het DirecteurenOverleg, een adviesorgaan voor het college van bestuur. Het college van bestuur en de scholen worden ondersteund door een stafbureau op het gebied van onderwijs, financiën, personeel en beheer. De samenstelling van het CvB is: Dhr. J.L. (Jos) de Vriend MME, voorzitter college van bestuur Het stafbureau van de stichting Swalm & Roer is gevestigd: Roerderweg 35, Roermond Postbus 606, 6040 AP Roermond. T: 0475-345830 I: www.swalmenroer.nl E:
[email protected] De raad van toezicht houdt toezicht op het beleid van het college van bestuur, gericht op de verwezenlijking van de doelstelling van de stichting en de algemene gang van zaken volgens de code Goed Bestuur. Zij treedt op als formele werkgever van de leden van het college van bestuur en heeft oog voor maatschappelijke ontwikkelingen en de belangen van iedereen die bij het primair onderwijs is betrokken. Haar werkzaamheden liggen vast in een reglement. De raad bestaat uit tenminste vijf en ten hoogste zeven personen en legt publiekelijk verantwoording af over het door haar uitgevoerde toezicht.
Schoolgids 2015 - 2016
De volgende personen maken deel uit van de raad van toezicht: mevr. mr. M.J.A.G. (Mieke) van Baal
mevr. B.J.F. (Nardie) Berden-van Lier MMO (vicevoorzitter)
drs. M.H.L. (Mischa) Kleukers
mevr. drs. J.P. (Anja) Pijls
ing. M.G. (Marc) Schroten
P.A. (Ton) Zentjens (voorzitter a.i.)
Vanuit het motto ‘samen sterker in onderwijszorg, onderwijskwaliteit en onderwijsinnovatie is de afgelopen jaren ingezet op de ontwikkeling van een aantal resultaatgebieden zoals beschreven in de strategische koers van de stichting ‘bruisend onderwijs’ . De koers t.a.v. innovatief onderwijs, professionalisering van medewerkers, samenwerking met externe partners en interne kwaliteitszorg is universeel maar er wordt ruimte geboden om in verscheidenheid Bruisend Onderwijs te ontwikkelen en aan te bieden. In dit schooljaar wordt de strategische koers geëvalueerd en wordt een nieuw strategisch beleidsplan vastgesteld voor de komende jaren. Stichting Swalm & Roer maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO 3102 Midden-Limburg.
1.3 Directie Aan de school is een directeur verbonden. De directie heeft een voorbereidende en uitvoerende taak met betrekking tot alle facetten van het reilen en zeilen van de school. Er vindt regelmatig overleg plaats tussen de directie en het bestuur. De directie moet ook verantwoording afleggen aan het bestuur. 1.4 Situering van de school Veel ouders kiezen voor onze school vanwege een voorkeur voor de montessorimethode. Dit heeft tot gevolg, dat de school bezocht wordt door kinderen uit Roermond en omgeving en in feite een streekfunctie heeft. Daarom is onze school ook centraal in de regio Roermond gelegen. Andere scholen hebben meer een specifieke wijkfunctie. 1.5 Het aannamebeleid en de schoolgrootte / overplaatsing van leerlingen binnen de Stichting Swalm en Roer Bij het aannemen van leerlingen staan een stabiele groepsopbouw en een verantwoorde schoolgrootte voorop. Hierbij spelen o.a. de (gemeentelijke) verwachtingen rond leerlingenaantallen een belangrijke rol. De prognose voor de lange termijn met betrekking tot het aantal leerlingen dat de Montessorischool zal bezoeken, is dat de school op basis van de bevolkingsontwikkeling in Roermond en omgeving een stabiele belangstelling van ca. 250 leerlingen mag verwachten. Dat betekent dat er ongeveer 10 groepen zijn: 3 onderbouwen (groep 1 en 2) 4 middenbouwen (groep 3, 4 en 5)
Schoolgids 2015 - 2016
3 bovenbouwen (groep 6,7 en 8) Leerlingen, die aangemeld worden voor groep 1, worden tot een bepaald maximum (rond de 30) toegelaten en ingeschreven. Voor leerlingen, die aangemeld worden voor andere groepen (de zogenaamde zij-instromers), is de grootte van de groepen en de schoolomvang bepalend voor de vraag of een aanmelding verder in behandeling wordt genomen. Bij een te groot aantal wordt met een wachtlijst gewerkt. Als een zij-instromer geplaatst kan worden, geldt een uitgebreide intakeprocedure. Daarbij zijn de ouders, de school waar de leerling vandaan komt en de zorgcoördinator betrokken. Ook een onderzoek op school en een proefplaatsing kunnen aan de orde zijn.
AANMELDING ALGEMEEN 1.
Belangstellende ouders kunnen zich opgeven voor een intakegesprek. Wij zullen ouders daarin onze montessorivisie uitleggen gaan er van uit dat ouders die hun kind hier in willen schrijven bewust voor een Montessorischool (Eigentijds Montessorionderwijs) kiezen. Tijdens dit intakegesprek wordt de ouder geïnformeerd over de gang van zaken op de school en de invulling van het onderwijs. In het bijzonder zal er aandacht geschonken worden aan de Montessorimethode. 2. Middels het aanmeldingsformulier verstrekken ouders gegevens en geven aan graag in aanmerking te komen voor een plaatsing op onze school onder de door ons gestelde condities, zonder dat de garantie op plaatsing kan worden gegeven. Alle aanmeldingen vinden plaats middels een ingevuld en ondertekend aanmeldingsformulier. De aanmeldingsformulieren zijn bij de administratie te verkrijgen, of kunnen per mail of per post worden verzonden. Eens per jaar zal er een Open Dag zijn waarbij ouders de school kunnen bezoeken. Ook is het, in overleg, evt. mogelijk de school te bekijken wanneer deze "in bedrijf" is. Instroom nieuwe onderbouwleerlingen: 3. Ouders kunnen kinderen vanaf hun eerste jaar inschrijven via het daarvoor bestemde inschrijfformulier. 4. Leerlingen starten in principe op de eerste maandag na hun vierde verjaardag (wordt uw kind 4 op een maandag dan start hij / zij op die maandag). In overleg met de ouders kan daarvan worden afgeweken en kan op een iets latere leeftijd begonnen worden. 5. In overleg met de groepsleerkracht wordt een aantal “wendagen” afgesproken waarin het kind een dag(deel) met de groep meedraait. Na het bereiken van de vierde verjaardag wordt in overleg van de ouder met de leidster bepaald hoe lang de kinderen naar school gaan. Daarna wordt in overleg met de leerkracht bekeken of de leerlingen het rooster van de groep kunnen volgen. Instroom leerlingen die reeds een basisschool bezoeken: 1.
Als het kind al eerder een basisschool heeft bezocht, is er uitsluitend mogelijkheid tot plaatsing indien de betreffende groep uit minder dan 30 leerlingen bestaat. Van dit aantal kan worden afgeweken als er naar de mening van directie en bestuur een tijdelijke leerlingenstop noodzakelijk is vanwege een teveel aan leerlingen in bepaalde groepen.
Schoolgids 2015 - 2016
Indien er plaats is, worden de volgende stappen ondernomen: 1. de directie zoekt contact met de laatst bezochte school. 2. de directie vraagt eventuele rapporten en verslagen, schriften of tekeningen ter inzage. 3. de directie nodigt het kind uit voor één of meer proefdagen. Door de leerkracht zal op deze dagen het niveau van de leerling globaal bepaald worden. 4. aan de hand van uitkomsten van de eerder genoemde punten wordt door de directie, intern begeleider en leerkracht(en) bepaald of het kind geschikt is voor de groep waarin hij/zij geplaatst zou worden. 5. de directie vraagt, bij aanname, bij de afleverende school het wettelijk verplichte onderwijskundig rapport en uitschrijfformulier op. De inschrijvingsverklaring wordt naar school van herkomst gestuurd.
6 Een leerling wordt niet als leerling ingeschreven indien: a. er een testresultaat voor handen is waaruit blijkt dat het kind aangemeld dan wel geschikt is voor een basisschool voor speciaal onderwijs, tenzij geschiktheid alleen voortkomt uit lichamelijke gebreken. b. er een procedure op gang gebracht is om het kind te testen voor een school voor speciaal basisonderwijs, met uitzondering van het onder a. genoemde, c. de directie, eventueel na overleg met het team en het bestuur van mening is dat de toelating van het kind de goede orde op school in gevaar zou brengen. In het geval alle onder 6 benoemde situaties krijgt de ouder een schriftelijke verklaring, met redenen omkleed, van de directeur. 7.Wachtlijstenbeleid Indien er wachtlijsten ontstaan, zal toewijzing van plaatsen geschieden aan de hand van een wachtlijstenbeleid. Uitgangspunten hierbij zullen zijn dat: 1. 2. 3. 4. 5.
Kinderen die reeds een Montessorischool bezoeken, voorrang zullen hebben op kinderen die een reguliere basisschool bezoeken. Kinderen die al broertjes en/of zusjes hebben op school hebben zitten, voorrang krijgen. Kinderen die ouders hebben die op de school werkzaam zijn, voorrang krijgen. Plaatsing op de wachtlijst zal geschieden aan de hand van datum van aanmelding. De school de ouders zal benaderen met het toelatingsbericht zodra er een plaats voor hun kind beschikbaar komt.
8. In elk geval waar de directie van mening is dat toelating van de leerling, ongeacht het onder 6 en 7 genoemde, leerling en school ten goede komt wordt tot toelating beslist. 9. In gevallen waarin dit protocol niet voorziet, beslist de directie.
Om de overplaatsing van leerlingen binnen de scholen van Swalm en Roer zo goed mogelijk te laten verlopen is onderstaand protocol opgesteld, dat duidelijkheid geeft voor zowel de scholen als de ouders.
Schoolgids 2015 - 2016
1.
Ouders/verzorgers nemen contact op met de school en vragen om informatie betreffende de school. Hierbij gaat het om plaatsing van een leerling.
2. De directeur vraagt naar reden. Dit kan verhuizing zijn of tussentijdse overplaatsing. 3. Als het gaat om overplaatsing van een andere school vraagt de directeur of de directeur van de huidige school op de hoogte is van de zoekactie van de ouders/verzorgers. 4. Zo niet dan deelt de directeur mede dat er binnen Swalm & Roer de afspraak is om eerst melding te maken bij de huidige school. Er bestaat een ‘gentleman agreement’, dat wil zeggen dat er onderling informatie wordt uitgewisseld. 5. De ouders/verzorgers krijgen de tijd om dit te melden en nemen vervolgens contact op met de ‘nieuwe school’. 6. De directeur neemt daarna contact op met de directeur waar het kind staat ingeschreven. 7. Willen de ouders/verzorgers niet dat de huidige directeur op de hoogte gesteld wordt dan vindt er geen verder gesprek plaats. 8. De informatieverstrekking aan de ouders/verzorgers kan plaatsvinden na afspraak. Hierbij is het belangrijk te luisteren naar het verhaal van de ouders/verzorgers, maar ook duidelijk te maken dat er een collegiale samenwerking bestaat tussen de scholen onderling. 9. Ouders/verzorgers geven bij de directeur waar het kind staat ingeschreven aan welke keuze ze gemaakt hebben. 10. De nieuwe school vraagt gegevens op van de leerling bij de oude school (zie aanname beleid). 11. Directeuren overleggen met elkaar en maken afspraken over de verdere afwikkeling waarbij het belang van het kind altijd voorop staat. 12. Plaatsing kan alleen gedurende het schooljaar als dit in het belang is van het kind. 13. De nieuwe school schrijft de leerling in en stuurt de gegevens door. 14. De oude school schrijft uit. Het onderwijskundig rapport wordt meegestuurd en indien nodig volgt er een warme overdracht.
1.6
gedragscode
Stichting Swalm & Roer kent een gedragscode die in werking treedt wanneer leerlingen, medewerkers en ouders zich bedreigd voelen, verbaal of non-verbaal.
Schoolgids 2015 - 2016
In de gedragscode zijn gedragsregels opgesteld op de terreinen: - seksuele intimidatie en seksueel misbruik -
racisme en discriminatie
-
lichamelijk en verbaal geweld
-
pesten
-
kleding
-
gebruik internet en social media
De gedragscode is te vinden op de website van Stichting Swalm & Roer. 1.7
veilige en gezonde school
Het doel van dit convenant is dat zowel leerlingen, personeel als bezoekers van de school veilig zijn en zich veilig voelen binnen de school- en leeromgeving. Veiligheid op scholen staat niet los van veiligheid in de wijk, op straat of in publieke gebouwen. Het heeft ook nauwe raakvlakken met veiligheid en geborgenheid in de privésfeer en in het gezin. Veiligheid wordt steeds meer als een collectieve verantwoordelijkheid beschouwd; iedereen draagt er verantwoordelijkheid voor. Met dit convenant spreken de partners af zich gezamenlijk in te zetten voor de veiligheid in en om de basisschool. Hiertoe worden samenwerkingsafspraken gemaakt. Het voorliggende convenant beschrijft de intentie tot samenwerking en biedt handvatten om te komen tot een concrete en heldere invulling van verantwoordelijkheden, en heldere taakverdeling en afspraken tussen de school en de andere partners. In de kadernota Integrale Veiligheid Roermond 2012-2014 en het uitvoeringsprogramma Integrale Veiligheid Roermond 2012 (is benadrukt dat het onderwijs partner is in de veiligheidsketen.
Schoolgids 2015 - 2016
2 WAAR DE SCHOOL VOOR STAAT 2.1 Kernpunten van de montessoriwerkwijze
Maria Montessori In de Montessorischool wordt gewerkt volgens de ideeën van Maria Montessori (1870-1952). Zij was een Italiaanse arts die wereldwijd bekend werd vanwege de door haar ontwikkelde onderwijsmethode. Gepromoveerd in de geneeskunde, wijdde zij zich geheel aan de opvoeding van kinderen die in hun ontwikkeling achter gebleven waren. Later richtte zij zich ook op de opvoeding van normale kleuters. Haar natuurmethode omvatte spoedig ook het lager onderwijs. Vanaf 1937 woonde zij in Nederland en in 1950 ontving zij op 80-jarige leeftijd een eredoctoraat aan de Universiteit van Amsterdam. Zij heeft zich haar leven lang ingezet voor wat zij 'de rechten van het kind' noemde. Ze bedoelde daarmee dat het kind recht heeft op onderwijs en opvoeding die gericht zijn op een volledige en vrije ontplooiing, waardoor het kind de kans heeft een gelukkig mens te worden. In het hierna volgende worden de kernpunten van haar visie uitgewerkt. Ontwikkeling Maria Montessori was er diep van overtuigd dat de eerste levensjaren van een kind van het grootste belang zijn. Vanaf het moment van de geboorte heeft het kind nog een lange weg van ontwikkeling te gaan, vooral in geestelijk opzicht. Een kind maakt in de eerste jaren van het leven een geweldige ontwikkeling door: van een klein wezentje, volslagen hulpeloos en afhankelijk, tot de persoonlijkheid die het eens zal zijn. Volgens Montessori verloopt de ontwikkeling van de mens volgens een bepaald grondplan. Dit bestaat uit een aantal opeenvolgende fasen die ieder mens doorloopt. Elk van deze ontwikkelingsfasen staat niet op zichzelf, maar legt de basis voor de volgende. De periode van 0 tot 3 jaar In deze periode ontwikkelt het kind zich via zijn 'absorberende geest'. Hiermee wordt gedoeld op de heel speciale wijze waarop het jonge kind informatie uit zijn omgeving opneemt. De indrukken, die het kind onbewust opdoet, dringen door in zijn 'innerlijke leven' en het kind verandert er door. Hij bouwt aan zijn persoonlijkheid. Die omgeving moet dan ook zodanig zijn, dat het kind ervan kan profiteren. Het kind selecteert uit zijn omgeving datgene wat het nodig heeft om bepaalde functies (praten, lopen, waarnemen enz.) te ontwikkelen. Dit selectief gericht zijn op bepaalde aspecten van de omgeving weerspiegelt een gevoelige periode van het kind. De taak van opvoeders is het kind de gelegenheid te geven veel indrukken en ervaringen op te doen. De periode van 3 tot 6 jaar Dit is de periode waarin kinderen bewust indrukken opdoen. Het is de 'gevoelige periode' voor het opdoen van zintuiglijke ervaringen, voor waarnemingen in de omgeving, voor het leren van woorden en voor oefeningen uit het dagelijks leven. Een kenmerk van het kind is dat het zelf wil handelen en dat het aandacht heeft voor het nauwkeurige verloop van handelingen. Het kind herhaalt met plezier vele malen die aangeleerde handelingen vanuit een innerlijke behoefte. Van groot belang is een goed voorbereide omgeving waarin het kind aan zijn behoefte tot ontwikkeling kan en mag voldoen.
Schoolgids 2015 - 2016
De periode van 6 tot 12 jaar In deze periode zijn de behoeften van de kinderen veranderd. Zij willen zich nu aansluiten bij anderen en gezamenlijk activiteiten ondernemen. Hun belangstelling voor normen, waarden en regels is groot. Ze zijn in de 'gevoelige periode' voor het opnemen van kennis en het verkrijgen van inzicht in de cultuur waarin ze leven. Montessori vindt het belangrijk dat kennis en maatschappelijke / sociale ervaringen tegelijkertijd worden verworven. Volgens Maria Montessori is iedere mens dan ook 'gemaakt' om te leren. De ontwikkelingen, die het kind de eerste levensjaren doormaakt, vinden plaats in wisselwerking met de omgeving waarin het kind opgroeit. Ouders, broertjes en zusjes, andere familieleden, maar ook het land en de cultuur waar het kind ter wereld komt, maken deel uit van die omgeving. Allerlei indrukken prikkelen het kind om zich te ontwikkelen. Het is belangrijk dat deze prikkels een positief karakter hebben en tegemoet komen aan de basisbehoeften van een kind. Een kind heeft behoefte aan veiligheid en liefde, maar ook aan interessante bezigheden waarmee hij of zij de wereld kan ontdekken. Naast het karakter, de mogelijkheden en het temperament van het kind is de kwaliteit van de omgeving in belangrijke mate bepalend voor de ontwikkeling van een kind. Zelfstandigheid Maria Montessori was van mening, dat aan de energie die een kind in zijn ontwikkeling steekt, een onbewuste doelgerichtheid ten grondslag ligt: het kind wil groot worden. Zich bevrijden uit een toestand van afhankelijkheid en steeds zelfstandiger worden, is voor elk kind een levenszaak van de eerste orde. Het proces van 'groot' worden, moet het kind zelf volbrengen: niemand kan dat voor hem of haar doen. Daarom is het volgens Montessori zo belangrijk dat het kind de vrijheid krijgt zijn omgeving te ontdekken en de dingen zelf te doen die het zelf ook kan. Het kind heeft daarbij de hulp van de volwassenen in zijn omgeving nodig. Het motto 'help mij het zelf te doen' vormt dan ook de kern van het Montessori onderwijs en de Montessori opvoeding. In onze school wordt de leerling dan ook gestimuleerd en geholpen om zelfstandig te werken en zelf oplossingen te vinden bij de zich voordoende problemen. Aan de ontwikkeling van het zelfvertrouwen wordt grote aandacht besteed. Indien nodig wijst de leerkracht het kind de te volgen weg, eventueel door het geven van gerichte opdrachten (dus niet vrijblijvend). Differentiatie. Door het aanbrengen van verschil in hoeveelheid en moeilijkheidsgraad van de leerstof wordt tegemoet gekomen aan het verschil in aanleg en werktempo van de leerling. Maria Montessori gaat uit van 'gevoelige perioden'. Niet ieder kind is bijvoorbeeld op hetzelfde moment aan lezen toe. Op een Montessorischool leert het kind lezen als het er aan toe is. Dit begint in de kleutergroep. Samenwerking. Op een Montessorischool leert een leerling een ander te helpen, om hulp te vragen en rekening te houden met elkaar. De leerling ervaart, dat samenwerking een meerwaarde heeft. Binnen dit sociaal verband blijft de leerling verantwoordelijk voor zijn eigen werk, de taken en de omgeving. Tegenover die rechten staan ook regels. De kinderen mogen elkaar niet storen. Ze mogen pas aan een nieuw werkje beginnen als het vorige werkje klaar is.
Schoolgids 2015 - 2016
Hulp van de ouders Volwassenen kunnen het kind helpen door goed te kijken naar het kind, naar wat het onderneemt en naar zijn behoeften. Zij kunnen het kind hulp bieden door goede voorwaarden voor ontwikkeling te scheppen. Ouders creëren thuis een situatie waarin het kind 'aan het werk kan'. Dit doen zij door mogelijkheden te bieden en ruimte voor activiteiten te maken én waar nodig grenzen te stellen. Montessori vindt het van belang, dat de ouders in dit geheel oog krijgen voor de eigenheid van het kind, om het behoedzaam en liefdevol op weg te kunnen helpen naar een volledige ontplooiing van de persoonlijkheid. Zij beschreef de taak van de volwassene in de volgende woorden: 'prikkelen tot leven, maar vrij laten in ontwikkeling'. Leeromgeving Ook in de school moeten de leerkrachten een omgeving scheppen, waarin de kinderen materialen en activiteiten vinden die passen bij hun ontwikkeling en belangstelling. Hierdoor is de kans groot dat kinderen hun aangeboren nieuwsgierigheid behouden. De ontwikkeling van kinderen verschilt per kind. Hierop wordt op allerlei manieren ingespeeld. In een Montessori-groep zitten kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar (onderbouw, middenbouw ,en bovenbouw), waardoor zij op veel verschillende manieren met elkaar kunnen samenwerken en elkaar kunnen helpen. Vrije werkkeuze Tijdens het dagelijks werken in de groep wordt tegemoet gekomen aan de spontane belangstelling: de kinderen kiezen in een bepaalde mate hun eigen werk. Montessorimateriaal In het Montessori onderwijs neemt het materiaal waarmee de kinderen leren en zich ontwikkelen, een belangrijke plaats in. Het materiaal werd door Maria Montessori ‘ontwikkelingsmateriaal’ genoemd. De kinderen werken met behulp van het materiaal aan hun eigen ontwikkeling. Het materiaal vormt een noodzakelijk onderdeel van de 'voorbereide omgeving': de stimulerende omgeving waarin het kind kan werken. Het materiaal dient als hulpmiddel voor leerling en leerkracht. Met concreet en symbolisch materiaal krijgt het kind inzicht in moeilijke en abstracte begrippen. Het materiaal nodigt uit om zoveel mogelijk zintuigen te gebruiken teneinde de stof te verwerken. Het nodigt ook uit tot spontane herhaling van de handeling(en). Hierdoor en door de manier waarop kinderen ermee kunnen werken, gaan ze echt in hun bezigheid op. De kinderen ervaren dat een handeling gevolgd wordt door inzicht en kennis. Het kind kan zelf bepalen of het materiaal nodig heeft. Dit heeft een grote vormende waarde. Het materiaal is vaak ook zelfcorrigerend, waardoor de leerlingen zonder inmenging van de leerkracht hun 'fouten' zelf kunnen ontdekken. Montessori's bekende zegswijze ‘Help mij het zelf te doen’ illustreert de functie van het materiaal. Het materiaal vormt voortdurend een uitnodiging en dat is precies waar het om gaat. In de onderbouw wordt veel met materiaal gewerkt. Bij het onderwijs aan kleuters (onderbouw) komen veel ontwikkelingsgebieden aan bod: lichamelijke en zintuiglijke ontwikkeling, de ontwikkeling op het gebied van taal, muziek en het omgaan met elkaar. Al spelende leren de kinderen heel veel. Alle ervaringen met bouw- en constructiemateriaal, het spelen in de hoeken (poppen-, lees-, schrijf- en bouwhoek), spelmateriaal binnen en buiten, zijn belangrijk. De kinderen beleven aan den lijve abstracte begrippen als hoog/ laag, dik/ dun, veraf/ dichtbij. Het
Schoolgids 2015 - 2016
materiaal is gericht op het waarnemen van verschillen, overeenkomsten en rangorde en geschikt voor het oefenen van de beweging. Met behulp van het zintuiglijk materiaal krijgen de begrippen een naam en gaan de kinderen verschillen en overeenkomsten opmerken. Ook in de middenbouw wordt veel met ontwikkelingsmateriaal gewerkt. Pas aan het eind van de middenbouw en het begin van de bovenbouw begint het materiaal plaats te maken voor een meer abstracte wijze van omgaan met de leerstof. Het materiaal maakt een vloeiende overgang van concreet, via symbolisch naar een abstract denkniveau. Het materiaal moet aan bepaalde eisen voldoen om Montessorimateriaal te mogen heten. Deze eisen zijn onder meer dat het materiaal er aantrekkelijk uit moet zien, dat het een zelfcontrolerend karakter moet hebben en dat het de mogelijkheid moet bieden steeds meer ingewikkelde handelingen te laten verrichten. Datgene waar het materiaal de aandacht op vestigt moet duidelijk naar voren komen. Mede door het gebruik van het materiaal verwerven de kinderen in de loop van hun ontwikkeling een grote mate van zelfstandigheid. Het materiaal wordt doorlopend beoordeeld op zijn waarde en toepasbaarheid. In onze school is het gebruik van het montessorimateriaal echter geen doel op zichzelf (zie hieronder bij ‘eigentijdse aanpak’). Taak van de leerkracht Maria Montessori gaf de kinderen veel rechten. Binnen het montessorionderwijs heeft de groepsleraar geen dominerende rol. De groepsleraar moet de stimulerende begeleiding geven die het kind voor zijn ontwikkeling nodig heeft. Met individuele en groepslessen stimuleert en begeleidt de leerkracht het leerproces van ieder kind individueel. Het kind wordt aangemoedigd om het niveau te behalen dat voor hem of haar haalbaar is. Steeds worden er wegen gezocht om het kind daartoe innerlijk te motiveren. Een Montessori leerkracht moet het kind goed observeren. Hij ziet erop toe dat het kind een verantwoord leerstofaanbod krijgt. Hij houdt de ontwikkelingsgang van het kind goed in het oog en registreert dat om op het juiste moment nieuwe impulsen te geven. De groepsleraar moet op de juiste momenten nieuwe leerstof aanbieden en het Montessori materiaal demonstreren, zodat het kind, vanuit het ontwikkelingspunt dat het bereikt heeft, zichzelf weer een stukje verder kan helpen. De leerkracht is dikwijls te vinden te midden van de kinderen. Elk kind wordt door de groepsleraar individueel beoordeeld. Deze beoordeling en de bespreking van de werkzaamheden van het kind vinden plaats in het licht van de mogelijkheden van ieder individueel kind. De ontwikkeling van het kind wordt bijgehouden in een leerlingvolgsysteem. De school geeft geen cijferrapporten. Minstens tweemaal per jaar wordt de ouders de gelegenheid geboden het leerlingvolgsysteem te bekijken en nader te bespreken met de leerkracht tijdens de zogenaamde praatavonden. Tevens ontvangen de ouders twee maal per jaar een 'werkboek' waarin de eigen activiteiten van hun kind zichtbaar worden. Indien de ouders tussentijds over hun kind geïnformeerd willen worden, kunnen zij een afspraak daartoe maken met de groepsleerkracht Leefgemeenschap De school is een leefgemeenschap van kinderen, leid(st)ers en ouders. Iedereen heeft een taak in het geheel en heeft de verantwoordelijkheid zijn of haar stukje daarin zo goed mogelijk gestalte te geven. Bij deze samenwerking moet men zich realiseren, dat de taak voor ieder anders kan zijn en dat onze mogelijkheden daarin niet gelijk zijn. Samenleven met anderen heeft ook zo zijn
Schoolgids 2015 - 2016
beperkingen. Montessori spreekt in dit geval van ‘vrijheid in gebondenheid’. In het samenwerken met elkaar is het belangrijk gelijkwaardigheid en wederzijds respect na te streven: van leerkracht naar kind, van kind naar volwassene en als volwassenen en kinderen onder elkaar. Binnen de leerstof, die zowel individueel, groepsgewijs als klassikaal wordt aangeboden, hebben de leerlingen een grote vrijheid de volgorde te bepalen. Daarnaast kunnen zij naslagwerken raadplegen, hulp in roepen van de leerkracht of een medeleerling. Doel Het doel, dat de ouders en de school nastreven, is van gelijke aard: de kinderen de nodige hulp bieden, waardoor zij zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige persoonlijkheden, die verantwoordelijkheid kunnen en willen dragen voor zichzelf, hun omgeving en de samenleving waarvan zij deel uitmaken. Voor onze school is het gedachtegoed van Montessori daarbij een leidraad. Eigentijdse aanpak De beginselen van Montessori zijn van blijvende waarde. De samenleving wijzigt zich echter in een steeds sneller tempo. Er zijn ontwikkelingen die Maria Montessori in haar tijd onmogelijk kon voorzien. Onze school heeft daarom gekozen voor een eigentijdse invulling van het gedachtegoed van Montessori. Dit houdt in, dat niet meer alle materialen op de oorspronkelijke wijze worden gehanteerd en dat bijvoorbeeld computers volledig zijn opgenomen in het lesprogramma. Ook worden nieuwe materialen en methoden gebruikt als deze passen bij de uitgangspunten van Montessori, maar beter en eigentijdser in het gebruik zijn. In beperkte mate houdt dit ook in dat groepslessen worden gegeven. Hierdoor is een zeker spanningsveld ontstaan met de voorwaarden, die aan een Montessorischool worden gesteld. Het uitgangspunt van onze school is, dat in ieder geval aan de eisen van de landelijke schoolinspectie moet worden voldaan. Dit betekent dat de school permanent zoekt naar mogelijkheden om aan die eisen zo ‘montessoriaans’ mogelijk invulling te geven. 2.2 Onze uitgangspunten Het bovenstaande heeft geleid tot de volgende uitgangspunten: De Montessoribasisschool Roermond is een school die kinderen uit Roermond en omgeving de mogelijkheid biedt om Montessorionderwijs te volgen. Als de vraag naar ons onderwijs groter is dan het aanbod, heeft de school de inspanningsverplichting om het aanbod aan te passen aan de vraag. De Montessoribasisschool Roermond is een school die naadloos dient aan te sluiten bij het voortgezet onderwijs in de regio. De Montessoribasisschool Roermond is een school die er naar streeft om uit kinderen te halen wat er in zit. De Montessoribasisschool Roermond is een montessorischool die er naar streeft nieuwe inzichten te verwerken in het onderwijsleerpakket en didactisch en pedagogisch handelen. De Montessoribasisschool Roermond is een school waar computers volledig zijn geïntegreerd in het lesprogramma.
2.3 Het pedagogische klimaat van de school. Kinderen hebben behoefte aan ruimte voor zichzelf en hun ontwikkeling. Ze hebben behoefte aan een gezonde leefomgeving, zodat ze hun bestaan vitaal vorm kunnen geven. Het is belangrijk dat
Schoolgids 2015 - 2016
volwassenen de drie aloude basisbehoeften van de mens in het kind erkennen en in onze opvoeding op school en thuis vormgeven, te weten: Kinderen hebben behoefte aan gezonde voeding, frisse lucht en ritmische afwisseling tussen inspanning en ontspanning. Kinderen hebben behoefte aan wederzijds vertrouwen en acceptatie binnen hun sociale relaties, zowel tussen henzelf en de volwassenen in hun omgeving, als in contacten met hun leeftijdsgenootjes. Wij hechten daarom groot belang aan een vriendelijke en veilige sfeer op school: pas als het kind zich veilig voelt kan het zich ontwikkelen. Kinderen hebben behoefte aan uitdagingen die het leven de moeite waard maken en doen dus een appèl op onze inzet, verantwoordelijkheid en creativiteit. Daarom vinden wij het belangrijk dat er in de school boeiend onderwijs wordt gegeven, dat de kinderen uitdaagt nog onbekende terreinen te onderzoeken. De ontwikkeling van de kinderen moet leiden tot een evenwichtigheid tussen hoofd, hart, en handen. De volwassenen hebben een belangrijke taak als cultuurdragers, want zij kunnen voor kinderen een voorbeeld zijn ten aanzien van de vraag wat 'wederzijds respect' betekent. Op de Montessorischool wordt van oudsher getracht het onderwijs zoveel mogelijk af te stemmen op de behoeften van ieder kind. Differentiatie in instructie en verwerking dragen ertoe bij dat het onderwijs voor de kinderen op maat wordt gesneden. Observaties en toetsingen vormen daarbij belangrijke hulpmiddelen. De zorgstructuur, de specialiteiten (functies) van de leerkrachten en de inrichting van het gebouw dragen hier toe bij.
Schoolgids 2015 - 2016
2.4
De Nederlandse Montessori Vereniging
De school is aangesloten bij de NMV. De school is een door de NMV erkende Montessorischool. Periodiek visiteert de NMV om te kunnen vaststellen of de school voldoet aan de eisen die zij stelt. De Gulden Tien is een toetsingskader en vindt u hieronder. DE GULDEN TIEN: CERTIFICERINGSEISEN VOOR MONTESSORIBASISSCHOLEN Om toegelaten te worden als aspirant lid: 1. De werkwijze van de school is gebaseerd op de antropologie en het pedagogisch en didactisch concept van dr. Maria Montessori, waarin kosmisch onderwijs en opvoeding, opvoeding tot onafhankelijkheid en tot sociaal verantwoordelijke gedrag een belangrijke plaats innemen. De werkwijze van de school staat beschreven in het schoolplan en de schoolgids. 2. De werkwijze en de uitgangspunten van de school worden onderschreven door het bevoegd gezag van de school en alle personeelsleden die aan de school zijn verbonden en deze worden gerespecteerd door de ouders van de kinderen die de school bezoeken. 3. De vastbenoemde onderwijsgevenden hebben naast hun onderwijsbevoegdheid een door de Nederlandse Montessori Vereniging erkend montessoridiploma of zijn studerende hiervoor. De school houdt door professionalisering de montessoribekwaamheid op peil. 4. De functionarissen die verantwoordelijkheid dragen voor het personeelsbeleid of het onderwijsinhoudelijk beleid hebben een door de Nederlandse Montessori Vereniging erkend montessoridiploma of zijn studerende hiervoor. Zij houden door professionalisering hun montessoribekwaamheid op peil. Om erkenning te krijgen of te behouden zijn er de aanvullende regels: 5. De school is lid of aspirant lid van de NMV en de school werkt mee aan de kwaliteitstoetsing die leidt tot erkenning van de NMV. Voor deze kwaliteitstoetsing voert de school een zelfevaluatie uit in het kader van het eigen systeem van kwaliteitszorg. 6. Voldaan wordt aan de eisen ten aanzien van het gebruik van ontwikkelingsmaterialen (waaronder montessorimateriaal) en de inrichting van de klaslokalen als uitgebreide, voorbereide en uitnodigende omgeving, zodat kinderen zich zelfstandig en zelfverantwoordelijk kunnen ontwikkelen. 7. De kinderen van 4 tot en met 12 jaar worden ingedeeld in heterogene leeftijdsgroepen (bij voorkeur 4 tot 6 jaar, 6 tot 9 jaar, 9 tot 12 jaar). 8. Er is vrije werkkeuze door vrijheid van lesrooster, door het creëren van een ruime vrije werkperiode en door adequaat klassenmanagement, zodat
Schoolgids 2015 - 2016
kinderen ruim de gelegenheid krijgen eigen keuzes te maken in hun ontwikkeling en hun eigen ontwikkeling kunnen volgen. 9. De school heeft een adequaat leerlingvolgsysteem en een adequate groepsadministratie waarin observatiegegevens van de individuele ontwikkeling van het kind en de groepsactiviteiten geregistreerd staan. Per bouw bestaat uniformiteit, tussen de bouwen is aansluiting zichtbaar. 10. Over de ontwikkeling van het kind, wordt op initiatief van de school, regelmatig overleg gevoerd tussen ouders/verzorgers en de leerkrachten. Er wordt zowel schriftelijk als mondeling aan de ouders gerapporteerd. De rapportage bevat in elk geval pedagogische en sociale gegevens. Indien de school niet voldoet aan de Gulden Tien kan de erkenning ingetrokken worden. Meer informatie vindt u door het volgen van deze URL : www.montessori.nl
Schoolgids 2015 - 2016
3 DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS
3.1 De organisatie van de school
Het gebouw Onze school heeft een betrekkelijk groot schoolgebouw. Het is in 1992 in gebruik genomen. De school heeft de beschikking over 11 groepslokalen, een gymlokaal voor de jongste kinderen, een gemeenschapsruimte met een podium, een multifunctionele ruimte waarin onder andere handvaardigheid plaatsvindt, een teamruimte de, één directiekamer, meerdere multifunctionele ruimtes, 4 wc-blokken, 7 berghokken en 1 schoonmaakkast. De bouwen (onder-, midden- en bovenbouw) hebben elk een eigen unit. Elke unit heeft een eigen gemeenschappelijke ruimte, waarin kinderen de mogelijkheid hebben individueel of in groepjes te werken of te spelen. In deze ruimtes voor midden- en bovenbouw is ook een documentatiecentrum gemaakt. Elk groepslokaal in de midden- en bovenbouw heeft de beschikking over een ruimte buiten het klaslokaal. In deze ruimte kan door kinderen individueel gewerkt worden. De orthotheek is gehuisvest in de spreek- werkruimte van de IB-er. Het gebouw biedt dus buiten de klaslokalen ook mogelijkheden voor de leerlingen om zelfstandig te werken. Gezamenlijke activiteiten worden in de grote centrale hal georganiseerd. Het overblijven vindt plaats in de lokalen en buiten. In het ontwerp van het gebouw is rekening gehouden met de Montessoriaanse werkwijze van het onderwijs. De hele school is een voorbereide omgeving voor de kinderen, die prikkelt tot activiteit. De vormgeving en inrichting van het gebouw is erop gericht zoveel mogelijk in te spelen op de verschillende leer- en vormingsgebieden met het oog op de ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen. De gymnastieklessen en de zwemles (is opgeschort vanaf het schooljaar 2012-2013 en weer hervat miv schooljaar 2014-2015) vinden plaats in respectievelijk de Jo Gerris Hal en de Roerdomp. Deze accommodaties grenzen aan het perceel van de school. Sinds het schooljaar 2013-2014 heeft de school ook een schooltuin. Inrichting van het leerproces; verdeling van tijd over leer- en vakvormingsgebieden. Binnen het Montessori basisonderwijs wordt in principe de volgende groepsindeling gehanteerd: onderbouw: 4 t/m 6 jarigen groep 0, 1 en 2 middenbouw: 6 t/m 9 jarigen groep 3, 4 en 5 bovenbouw: 9 t/m 12 jarigen groep 6, 7 en 8 Hiervan kan afgeweken worden indien de leerlingenaantallen in de diverse bouwen erg uiteenlopen. Met de manier waarop de verschillende bouwen zijn opgezet, wordt voor wat betreft de verschillende leer- en vormingsgebieden ingespeeld op de ontwikkelingsmogelijkheden van de kinderen. Er kan met betrekking tot de mogelijkheden op een bepaald vormingsgebied een concentratie bestaan in een bepaalde bouw. Het is ook mogelijk een globale verdeling te maken over twee of meer bouwen. De activiteiten, die een kind heeft gekozen en verricht, worden geregistreerd. De geregistreerde informatie over de ontwikkeling van individuele kinderen wordt gebruikt om tot een meer specifieke begeleiding te komen, zodat na kortere of langere tijd voor elk kind sprake is van een evenwichtige ontwikkeling.
Schoolgids 2015 - 2016
Hoe de inhoud van het onderwijsleerproces bijdraagt tot de gewenste onderwijsresultaten. Onderwijs is een doelgericht proces. We streven er naar kinderen door middel van onderwijs kennis te laten vergaren en vaardigheden onder de knie te laten krijgen, die zij voordien niet beheersten. Het onderwijsleerproces wordt daartoe regelmatig geëvalueerd. Daarvoor zijn de volgende voorwaarden vereist: -
Beginsituatie Op de eerste plaats moeten we inzicht hebben in de beginsituatie van de kinderen. Dat wil zeggen: we moeten weten welke kennis en vaardigheden de kinderen al voorafgaande aan de leeractiviteiten of als resultaat van eerdere leeractiviteiten in huis hebben.
-
Eindsituatie Op de tweede plaats moeten we een goed uitzicht hebben op de eindsituatie die we willen bereiken. Dat wil zeggen: we moeten weten welke kennis en vaardigheden we de kinderen door middel van ons onderwijs eigen laten maken. Anders gezegd: we moeten weten welke leerdoelen we willen bereiken.
-
Instructieplan Op de derde plaats moeten we op basis van deze gegevens een helder instructieplan maken, dat aangeeft op welke wijze, met welke hulpmiddelen en binnen welke termijn we de kinderen van de feitelijke beginsituatie naar de eindsituatie willen brengen.
Toegepast op het basisonderwijs geldt dit alles zowel voor de 'grote sprong' van het begin van het eerste leerjaar naar het eind van het achtste leerjaar als voor de vele 'kleine sprongetjes' die in de tussenliggende periode gemaakt worden. Elk sprongetje heeft in wezen zijn eigen feitelijke beginsituatie en zijn eigen beoogde eindsituatie. Elk sprongetje vergt dus ook een eigen instructieplan. Dat is echter nog niet alles. -
Evaluatie Wil onze opzet slagen, dan is er nog een vierde voorwaarde waaraan voldaan moet worden. Zowel na afloop van de 'grote sprong' als na afloop van één of meer 'kleinere sprongetjes' moet nagegaan worden of we onze doelen bereikt hebben. Er moet dus geëvalueerd worden. De tussentijdse evaluatie na één of meer 'kleinere sprongetjes' in de leergang levert informatie op, aan de hand waarvan het instructieplan zodanig aangepast kan worden dat alle kinderen een ononderbroken leergang naar de gestelde einddoelen kan worden geboden. De evaluatie die na de "grote sprong" behoort plaats te hebben, levert informatie op over de leerlingen (in welke mate hebben zij van het gegeven onderwijs geprofiteerd?) en over het gegeven onderwijs (in welke mate hebben we de gestelde einddoelen bereikt?) Op basis van dat laatste kan het instructieplan worden verbeterd in het belang van volgende generaties kinderen.
In de dagelijkse onderwijspraktijk zijn we eigenlijk voortdurend bezig na te gaan of de leerlingen geleerd hebben wat we hopen dat ze geleerd hebben. De kinderen kiezen, we geven opdrachten, praten met ze, we observeren ze, we geven mondelinge beurten, we stellen vragen, we kijken werk na, we overhoren, we geven toetsen enz. Op zichzelf is dit alles zeer waardevol en onmisbaar, maar we moeten ons wel realiseren dat er aan deze wijze van beoordelen niet alleen voordelen maar ook nadelen kleven. Een voordeel is, dat deze wijze van beoordelen goed aansluit bij het gegeven onderwijs. Een nadeel is, dat er in de meeste gevallen weinig zekerheid is over de
Schoolgids 2015 - 2016
kwaliteit van het informele beoordelen door de afhankelijkheid van allerlei toevalligheden, het optreden van subjectiviteit bij de beoordelaar en de ondoorzichtigheid van de gehele beoordeling voor derden. Bovendien ontbreekt elke basis voor een vergelijking met wat elders in het onderwijs gebeurt. Deze tekorten moeten worden ondervangen door meer adequate evaluatiemomenten. Bij het beoordelen van het onderwijsleerproces worden in onze school dan ook de volgende methoden gehanteerd: a.
Het hanteren van toetsen, die systematisch en objectief informatie verschaffen over: De leerling: De leervoorwaarden: zijn de kinderen leesrijp, rekenrijp? De leerprestaties: heeft het kind voldoende vorderingen gemaakt ten gevolge van het ontvangen onderwijs? De oorzaken van leermoeilijkheden: diagnostische toetsen. Het voldoen aan bepaalde eisen bij de overgang naar het vervolgonderwijs: hulp bij selectie. Het gegeven onderwijs: in hoeverre heeft het onderwijs effect gehad in de klas als geheel?
b.
Het systematisch corrigeren en het maken van een foutenanalyse: Al het werk dat kinderen verrichten, is vanuit diagnostisch standpunt de moeite waard. Het is natuurlijk niet mogelijk om al het (schriftelijk) werk uitvoerig te bestuderen, maar met een doordachte selectie daaruit kan dat wel. Deze momenten van intensieve correctie worden zorgvuldig gekozen.
c.
Het observeren van leerlingen: Naar de denkbeelden van Maria Montessori is individuele begeleiding pas mogelijk wanneer er over het kind en zijn doen en laten voldoende objectieve gegevens ter beschikking staan. Daarom heeft de leider in haar klas, als pedagoog en onderwijsgevende, talrijke functies. Hij is observator en treedt handelend op in de positie als gezagsfiguur. Het betreft dus observatie door een deelnemer die medeverantwoordelijkheid draagt voor wat er gebeurt. Dit is dus meer dan observatie door een toeschouwer. Het is participerende observatie. Hierdoor is er een wisselwerking tussen observator en geobserveerde. Door observatie en openheid ziet hij de reacties van de kinderen op zijn handelen en stelt hij voor zichzelf dat handelen ter discussie. Objectief zijn is hierbij erg belangrijk. Objectief wil zeggen: zonder vooroordelen, ondubbelzinnig, waarbij waarden, gevoelens en idealen op afstand worden gehouden. Pas dan worden de gegevens over het kind juist geïnterpreteerd. Bij het interpreteren worden de observatiegegevens bekeken tegen de achtergrond van de individuele vooruitgang van het kind en de algemene ontwikkelingslijn van kinderen.
d.
Het opbouwen van dossiers: Voor elk kind wordt een map aangelegd en bijgehouden.
e.
Het bespreken van leerlingen: individuele leerlingen:
Schoolgids 2015 - 2016
Tijdens de screeningsgesprekken (met IB-er) krijgt elke leerkracht minimaal twee keer per jaar gelegenheid bepaalde leerlingen voor het voetlicht te halen. Dit kan voor de desbetreffende leerling een gunstige uitwerking hebben met het oog op zijn verdere behandelingsplan. Het kan ook een preventieve, heilzame werking hebben voor andere leerlingen, omdat de leerkrachten bewuster naar leerlingen gaan kijken. f.
Het communiceren met leerlingen: Leerlingen zijn menselijke wezentjes met wensen en angsten. Zij hebben een onderwijskracht nodig, die begrip heeft, rechtvaardig is en vertrouwen schenkt. De onderwijskracht praat regelmatig met elk kind. Dit biedt de mogelijkheid voor kinderen zich (positief) uitspreken over wat ze hindert in de klas of in de groep. Daarbij kan het kringgesprek een belangrijke rol spelen.
g.
Het evalueren van het gedrag van de onderwijskrachten: Elke onderwijskracht heeft zijn eigen werkwijzen en manieren van omgaan met kinderen. Ieders onderwijsgedrag wordt regelmatig geobserveerd, geïnterpreteerd en besproken. Via wederzijds klassenbezoek kan onderwijsgedrag bespreekbaar worden gemaakt. Het spreekt vanzelf, dat de persoon van de onderwijskracht daarbij in zijn waarde gelaten wordt. Belangrijk daarbij is een gezond klimaat waarin leerkrachten voor elkaar respect en waardering opbrengen.
h.
Het bespreken van thema's binnen het team: Teambesprekingen met als onderwerp de inhoudelijke en organisatorische aspecten van het onderwijsleerproces kunnen belangrijke evaluatiemomenten zijn (bijv. methodebesprekingen).
i.
Het communiceren met alle geledingen: Intensieve contacten met bestuur, medezeggenschapsraad, ouder participatie groep en met de afzonderlijke ouders op ouderavonden zijn ook voor de evaluatie belangrijk. Op basis hiervan kan het beleid bijgestuurd worden.
3.2 De samenstelling van het team Het schoolteam bestaat uit de volgende medewerkers: De directeur De directie heeft de eindverantwoording voor de gehele gang van zaken op school met betrekking tot onderwijsinhoudelijke, schoolorganisatorische, financiële en materiële zaken, personeelsbeleid en contacten met instanties. De intern begeleider De zorg voor kinderen en alles wat daarmee te maken heeft, wordt gecoördineerd door een leerkracht, die wij zorgcoördinator noemen. Bouwcoördinatoren De boven-, midden- en onderbouw hebben een eigen coördinator. Deze leerkracht heeft tot taak de onderwijskundige en organisatorische aangelegenheden van een bepaalde bouw te coördineren en te communiceren naar de directie. De groepsondersteuner Deze leerkracht zorgt er voor dat de groepsleerkracht hulp kan geven aan die leerlingen die extra of speciale hulp nodig hebben. Dit gebeurt individueel of in een groep. De bedoelde leerkracht neemt de groep over.
Schoolgids 2015 - 2016
De groepsleraar Deze leerkracht heeft de verantwoording over een groep van leerlingen. Sommige groepen hebben twee leerkrachten. ICT’er Deze medewerker houdt zich bezig met informatie- en communicatietechnologie. Leerkracht creatieve vorming Deze leerkracht geeft hoofdzakelijk aan de midden- , tussen- en bovenbouw creatieve en dramatische vorming. De interieurverzorger Deze zorgt er voor dat er dagelijks gereinigd wordt. De administratief ondersteuner Deze houdt zich bezig met o.a. de financiële en leerlingenadministratie.
3.3 De activiteiten voor de kinderen Het ontwikkelingsaanbod voor kinderen in de onder-, midden- ,of bovenbouw bestaat uit drie soorten activiteiten, te weten: activiteiten waarbij een kind een begeleide keuze doet uit een aanbod dat voor bepaalde ontwikkelingsgebieden aanwezig is. activiteiten die naar aanleiding van een groepsles als keuze aan het kind worden aangeboden. activiteiten die volgens rooster gepland zijn. Het kan hier gaan om activiteiten op school (bijvoorbeeld bewegingsonderwijs, weeksluiting e.d.) of elders (bijvoorbeeld zwemmen). Basisvaardigheden In de onderbouw wordt veel met het ontwikkelingsmateriaal gewerkt (zie hierboven bij ‘montessorimateriaal’). De taalontwikkeling wordt bij kleuters de hele dag gestimuleerd, vaak met hun eigen belevingen als uitgangspunt. In de kring vinden kringgesprekken plaats, er wordt voorgelezen en verteld, er worden taalspelletjes gedaan en gedichtjes geleerd. Het zelf kiezen, klaarleggen en zelfstandig werken met het materiaal stelt eisen aan het organisatievermogen van het kind. Zo ontwikkelt het kind naast een speelhouding ook een werkhouding. De kleuters krijgen de gelegenheid naar eigen aanleg, tempo en ontwikkelingsniveau te werken. De motorische ontwikkeling wordt ook gestimuleerd, door gym- en spellessen. Door middel van lesjes met het huishoudelijk materiaal en lesjes in orde, beleefdheid en hygiëne leren de kinderen zorg te dragen voor hun omgeving. De creatieve ontwikkeling is verweven in het dagelijks programma. Bovendien zijn aan seizoenen en festiviteiten speciale knutselmomenten gekoppeld. Er is in de onderbouw ook al veel aandacht voor de ontwikkeling van kennis (cognitieve ontwikkeling): het lezen en schrijven wordt voorbereid (letters en leesmateriaal), evenals het tellen en rekenen. Er wordt ook computeronderwijs gegeven. Veel kinderen die naar de middenbouw gaan, kunnen dan ook al in een bepaalde mate lezen en rekenen. In de midden- en bovenbouw is er veel aandacht om de basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen) uit te bouwen. Ook hier wordt rekening gehouden met aanleg en tempo van het kind. Veel materialen helpen het kind zich door middel van zelfwerkzaamheid verder te ontwikkelen: letterdozen voor het maken van verhalen, taaldozen voor het inzicht in woorden en zinnen, rekenmaterialen voor het bewerken van grote en kleine getallen. Daarnaast vragen sommige vaardigheden speciale lesjes en oefenopdrachten met bijvoorbeeld de computer (spelling en automatiseren van het optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen). Deze oefeningen en lesjes worden volgens de montessorimethode aangepast aan het ontwikkelingsniveau van het kind.
Schoolgids 2015 - 2016
Groepslessen. Het individueel werken van de leerling wordt afgewisseld met groepsgebonden activiteiten. De groepslessen kennen een korte inleiding over een bepaald onderwerp. Daarna kunnen de kinderen vragen stellen en met opdrachten over de aangeboden stof aan het werk gaan. Deze opdrachten kunnen verschillen in moeilijkheidsgraad. Kosmisch onderwijs / wereldverkenning Op de middagen komen vaak wereldoriënterende vakken aan bod. Aardrijkskunde, natuuronderwijs en geschiedenis worden hoofdzakelijk door de leerlingen individueel gedaan, waarbij gebruik wordt gemaakt van zowel methodisch materiaal als projecten, die in de loop der jaren zijn verzameld. Via gevarieerde werkvormen raken kinderen sterk betrokken bij thema's die aan de orde komen. Daarnaast gebruiken we het projectaanbod van schooltelevisie. Natuurlijk is er veel aandacht voor informatieverwerking in de vorm van werkstukken, spreekbeurten en boekbesprekingen. Dit aspect neemt vooral in de bovenbouw een belangrijke plaats in. Kunstzinnige vorming De vakleerkracht biedt per schooljaar verschillende teken- en handvaardigheidtechnieken aan de kinderen aan. Omdat we de kinderen optimaal willen begeleiden in hun totale ontwikkeling is in onze school bewust gekozen voor vaklessen, die door specialisten verzorgd worden. De groepsleraar kan nu eenmaal niet op elk vakgebied een specialist zijn. Bewegingsonderwijs Voor de onderbouwgroepen wordt elke dag tijd voor spel en beweging ingeruimd. Dit kan zowel in de gymzaal, speelzaal als buiten. De middenbouw- en bovenbouwkinderen hebben eenmaal per week bewegingsonderwijs. Voor de kinderen in groep 4 en 5 is er naast gymles ook nog zwemonderwijs. Daar krijgen ze zwemles voor het behalen van het 'ABC-diploma' (Opmerking 1406-2012 : ivm de bezuinigingen is het zwemonderwijs (natte gymnastiek) opgeschort met ingang van het schooljaar 2012-2013 en wordt hervat miv 2014-2015). Activiteiten en evenementen Verspreid over het gehele schooljaar worden tal van activiteiten en evenementen georganiseerd. Een greep uit het activiteitenrooster Herfst- en / of lentewandeling Hierbij maakt het kind kennis met de natuur. Door opdrachten op diverse niveaus leren de kinderen gericht kijken. In de klas kan ieder kind (of een groepje kinderen) dit op eigen wijze uitwerken. De herfst- en / of lentewandeling vindt tenminste eenmaal per jaar plaats. Dit gebeurt in samenwerking met de ouders. Sinterklaasfeest Deze sociaal en cultureel getinte viering brengt een aantal activiteiten met zich mee. Expressievakken als drama, dans, muziek en handvaardigheid maken een groot deel uit van het Sinterklaasgebeuren. In de vorm van een weeksluiting en aansluitend een klassenbezoek door de Sint wordt het feest afgesloten. Carnavalsviering Dit vindt plaats op de donderdagmiddag voor carnaval. Schoolreisje De school is van mening, dat deze activiteit van belang is voor de sociale ontwikkeling van kinderen. In de onder- en middenbouw en groep 6 is hiervoor een dag gereserveerd. Schoolkamp
Schoolgids 2015 - 2016
-
-
-
Ter bevordering van de sociale ontwikkeling gaat de bovenbouw (groep 7 en 8) drie dagen op kamp. Dit geschiedt onder leiding van een aantal groepsleerkrachten en ouders (en eventueel andere vrijwillig(st)ers). De activiteiten zijn sport, spel, zwemmen, excursies, drama e.d. Het programma verschilt per jaar. De georganiseerde activiteiten passen binnen het raamwerk van ons montessorionderwijs. Het plan voor een jaar wordt altijd voorgelegd aan de directie van de school. Om zoveel mogelijk de veiligheid te waarborgen, wordt er ook een veiligheidsparagraaf gemaakt en voorgelegd. Zomerfeest Dit vindt plaats aan het einde van het schooljaar op een woensdag. Activiteiten: sport, spel en beweging in heterogene groepen. Verjaardag leerkracht Voor de verjaardag van de groepsleerkracht wordt hoogstens een hele dag uitgetrokken. Excursies Deze hangen nauw samen met de actualiteit en met hetgeen er op diverse gebieden georganiseerd wordt. Excursies kunnen ook voortvloeien uit een algemene les of spreekbeurt. Weeksluiting Hiervoor wordt ruim een half uur per week uitgetrokken. Alle groepen komen dan per toerbeurt samen in de gemeenschapsruimte. Iedere groep voert iets op voor de andere groepen. Hierbij kan gedacht worden aan b.v. toneel, muziek, dans en schimmenspel.
3.4 Sponsoring In principe wordt onze school niet gesponsord. Indien zich echter zaken voordoen ten aanzien van sponsoring, die lucratief kunnen zijn, neemt het bestuur daarover een besluit dat besproken wordt met de medezeggenschapsraad. Deze sponsoring zal geen invloed hebben op het onderwijs, maar wel op de materiële instandhouding ervan. De sponsor mag geen tegenprestatie verlangen.
Schoolgids 2015 - 2016
4 DE ZORG VOOR KINDEREN 4.1 de opvang van nieuwe leerlingen Als u serieus overweegt uw kind op de Montessorischool te plaatsen, dient u uw kind(eren) zeer tijdig aan te melden. De ervaring leert, dat kinderen die voor hun eerste verjaardag worden aangemeld zeker geplaatst kunnen worden. Als uw kind geplaatst kan worden krijgt u hiervan schriftelijk bericht. U krijgt dan een uitnodiging voor een intakegesprek. Dit gesprek vindt meestal plaats in de maand januari of februari voorafgaand aan het schooljaar waarin uw kind daadwerkelijk naar school zal gaan. Voordat uw kind definitief naar school gaat, mag u gebruik maken van de regeling om enkele ochtenden uw kind te laten wennen op school. Op de dag dat uw kind vier jaar wordt, kan het tot de school worden toegelaten. De kinderen stromen in groepjes of individueel in. Voor kinderen die willen veranderen van school geldt, een afwijkende procedure. Plaatsing instromers. 1- Kinderen die in de laatste 4 weken voor de zomervakantie 4 jaar worden, worden na de zomervakantie geplaatst. Kinderen kunnen drie oefenmorgens komen, dit in overleg met de leerkracht. Oefenmorgens kunnen plaatsvinden vanaf de leeftijd 3 jaar en 10 maanden. 2- Kinderen stromen in op de eerste schooldag volgend op de week waarin ze 4 jaar geworden zijn. Oefenmorgens kunnen plaatsvinden vanaf de leeftijd 3 jaar en 10 maanden.
Schoolgids 2015 - 2016
3- Kinderen die 4 worden tijdens de eerste twee schoolweken plus twee dagen van een schooljaar kunnen direct starten aan het begin van het schooljaar. Dit ivm de wettelijke mogelijke om 10 dagdelen te mogen oefenen vanaf 3 jaar en 10 maanden. Het betreft dan alleen de morgens !! 4- Kinderen die in december 4 jaar worden, starten direct na de kerstvakantie. Oefenmorgens kunnen plaatsvinden vanaf de leeftijd 3 jaar en 10 maanden. Bovenstaande is conform WPO (Wet Primair Onderwijs)
Aanpassing instroomprocedure nieuwe leerlingen Enkele jaren geleden veranderde de instroomprocedure voor 4 jarigen . Kinderen die vóór 1 januari 4 jaar werden, werden geplaatst in groep 1. In principe gingen deze kinderen na de zomervakantie naar groep 2, tenzij het om pedagogisch en/of didactische redenen beter was dat deze kinderen nog een jaar in groep 1 bleven. Deze procedure is weer gewijzigd naar de situatie zoals deze 6 jaar geleden was. De inspectie werkt weer met de oktober grens. Dat betekent dat alle kinderen die voor 1 oktober 4 jaar worden, geplaatst worden in groep 1 met als uitgangspunt dat zij na de zomervakantie naar groep 2 gaan. De kinderen die vanaf 1 oktober 4 jaar worden blijven in principe na de zomervakantie nog een jaar in groep 1 tenzij het om pedagogische en/of didactische redenen beter is het kind na de zomer te plaatsen in groep 2. Deze extra tijd in groepje 1 zal door de Inspectie van het Onderwijs niet meer aangetekend worden als “zittenblijven” . Uitgangspunt zal echter steeds blijven, dat voor een verlengde of juist verkorte leertijd (op de basisschool), altijd het belang van het kind centraal staat. De leerkracht ziet uw kind de hele week en kan op grond van observaties en toetsen u zeer goed adviseren wat voor uw kind het beste is: versneld doorstromen of gebruik maken van de tijd in groep 1 waar een kind in principe aanspraak op mag maken.
4.2 Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school (leerlingvolgsysteem) Beoordeling dagelijks werk en de registratie van de vorderingen van leerlingen De groepsleraar houdt dagelijks systematisch bij wat de leerlingen doen. Het schriftelijk werk van de leerlingen wordt dagelijks gecontroleerd. De gegevens over de leerlingen zijn vastgelegd in de leerlingvolgsystemen. Bij wisseling van groepsleerkracht wordt dit met de volgende leerkracht doorgesproken. Twee tot drie maal per jaar worden de kinderen in de midden- en bovenbouw systematisch getoetst. De gegevens worden vermeld in het leerlingvolgsysteem. Wij hanteren de toetsen van het CITO-leerlingvolgsysteem. Dit betekent dat in de groepen 6 en 7 een test wordt gedaan, de zogenaamde entreetoets CITO. In groep 8 volgt de eindtoets Cito. Daarnaast wordt in groep 8 de B.N.T.-toets gedaan. Dit is een toets gericht op intelligentie en schoolvorderingen, waarvoor specifieke (leer-) voorwaarden zijn geformuleerd. Tenslotte kunnen er testen plaatsvinden door de Onderwijs Begeleidingsdiensten rapport CITO entree rapport CITO eindtoets rapport voortgezet onderwijs rapport L.A.L.
Schoolgids 2015 - 2016
administratieve verwerking: aftekenkaarten met betrekking tot gegeven of nog te geven lesjes aftekenboekjes m.b.t. schriftelijk verwerkte leerstof overzichtskaarten met betrekking tot de toetsresultaten Communicatie met de ouders/verzorgers De resultaten worden drie maal per jaar (groep 8 twee maal per jaar) besproken met de ouders. De ouders kunnen daarbij inzage vragen in het leerlingvolgsysteem. Uiteraard bestaat de mogelijkheid om naar aanleiding van actuele gebeurtenissen tussentijds met de leerkrachten te praten. Als het gaat om 'zorgkinderen', is een gesprek in aanwezigheid van de zorgcoördinator een mogelijkheid. Indien de problemen meer dan extra zorg nodig hebben, kan de directeur op verzoek van een der partijen worden ingeschakeld. De directeur neemt zelf ook vaak het initiatief. 4.3 De speciale zorg voor kinderen met specifieke behoeften (zie ook hoofdstuk passend onderwijs) procedure De Montessorimethode is geschikt voor kinderen die extra zorg behoeven om te voorkomen dat ze tekortkomen of vastlopen en op een voor hen te laag of te hoog niveau gaan functioneren. De zorgcoördinator beslist in overleg met de groepsleerkracht, welke kinderen er in aanmerking komen voor zorg op maat. Als de problemen een specifiek karakter hebben, kan naar aanleiding van de leerlingenbespreking tijdens de teamvergadering en na overleg met de ouders, de zorgcoördinator, bijvoorbeeld Veerkrachtgroep / BCO of een andere hulpverlenende instantie ingeschakeld worden. De Onderwijs Begeleidings Dienst (Veerkrachtgroep / BCO ) doet een onderzoek. Hiervoor is toestemming van de directie nodig. Plaatsing bij de "remedial teacher" en doorverwijzing naar bijvoorbeeld Veerkrachtgroep geschiedt met enige terughoudendheid, omdat het aantal beschikbare plaatsen beperkt is. Het aanspreekpunt voor u als ouder, als het gaat om uw kind, is en blijft de groepsleerkracht. Indien de groepsleerkracht geen bevredigend antwoord kan geven op uw vragen, neemt u dan s.v.p. contact op met de directeur. De volgende procedure wordt gevolgd als er problemen met een kind zijn. Indien er door de leerkracht problemen worden geconstateerd bij uw kind, zal hij in eerste instantie zelf naar oplossingen zoeken met de middelen die hem ten dienste staan in de orthotheek. Dit kan leiden tot een handelingsplan. Biedt dat te weinig soelaas, dan raadpleegt de leerkracht zijn bouwcollega's. Als deze bespreking niets oplevert, wordt de zorgcoördinator ingeschakeld. Deze speciale leerkracht heeft een uitgebreid gesprek met de groepsleerkracht. De coördinator kan besluiten, eventueel na extra toetsing, het zorgkind te bespreken in het overleg met Consent. Indien dit absoluut noodzakelijk is, wordt uw kind begeleid door de remedial teacher of nader onderzocht door Consent. In de uiterste gevallen wordt getracht uw kind te plaatsen in het Speciaal Basisonderwijs. Begeleiding door deze vorm van onderwijs binnen onze school behoort ook tot de mogelijkheden.
Schoolgids 2015 - 2016
Bij alle hierboven genoemde gevallen worden de ouders natuurlijk zeer nauw betrokken. Permanente commissie leerlingenzorg (PCL): Indien na zorgvuldig en uitgebreid onderzoek blijkt dat een leerling beter zal gedijen in het Speciaal Basisonderwijs wordt het kind door de school aangemeld bij de Permanente commissie leerlingenzorg (PCL). Zij beslissen mede of een leerling in het Speciaal Basisonderwijs geplaatst zal worden. Plaatsing en verwijzing van leerlingen met specifieke behoeften Indien noodzakelijk, kan het kind een jaar of maximaal twee jaar langer over de basisschool doen. Doorgaans wordt besloten om een leerling over een bepaalde bouw (onder-, midden- of bovenbouw) een jaar langer te laten doen. Wij spreken niet van ‘zittenblijven’, maar van ‘bouwverlenging’. De leerling krijgt een jaar langer de tijd om de leerstof van een bouw te verwerken. Het omgekeerde vindt ook plaats. De ‘bouwverkorting’ wordt toegepast als het volledig verantwoord is, dat wil zeggen zowel cognitief als sociaal-emotioneel, een leerling versneld te laten doorstromen naar de volgende bouw of naar het Voortgezet Onderwijs. Hoogbegaafden hebben veel baat bij onze vorm van onderwijs. Indien ons onderwijsaanbod niet voldoende blijkt te zijn, wordt het aanbod onder andere vergroot in samenwerking met andere instanties. Zorg voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Kinderen die individuele begeleiding nodig hebben, krijgen dat van de remedial teacher en / of een externe begeleider. Samenhang met het zorgplan De wijze waarop de zorg is georganiseerd en ingevuld, hangt mede samen met het bovenschoolse zorgplan van Weer Samen Naar School. Verstrekken van onderwijskundige rapporten Indien externen van school een onderwijskundig rapport wensen, zal dat alleen verstrekt worden met toestemming van de ouders. 4.4 De begeleiding van de overgang van kinderen naar het voortgezet onderwijs Voorlichting aan ouders ten behoeve van de schoolkeuze van leerlingen. Vanaf groep zeven worden de ouders en de leerlingen gemotiveerd, door aankondigingen van de open dagen van het voortgezet onderwijs, alle scholen te bezoeken. Tijdens de laatste praatavond in groep 7 doen de groepsleerkrachten een voorzichtige uitspraak over het mogelijke startniveau (globale niveaubepaling) in het voortgezet onderwijs. Dit gebeurt dan op grond van de dan beschikbare gegevens. In groep 8 worden de leerlingen onderworpen aan twee belangrijke toetsen. De eerste toets, de Basis-Niveau-Toets, wordt afgenomen in januari door het Loopbaan Adviescentrum Limburg (L.A.L.). Deze instelling geeft een onafhankelijk schooladvies en doet uitspraken over de capaciteiten en leervorderingen van uw kind. De tweede toets, de CITO-eindtoets, wordt afgenomen in februari. Het Loopbaan Adviescentrum Limburg toetst ook de leervorderingen en doet een voorzichtige uitspraak over het beste vervolgonderwijs voor uw kind. Het uiteindelijk
Schoolgids 2015 - 2016
schooladvies wordt vastgesteld door de directeur van de school. De directeur laat zich uitgebreid informeren door de leerkracht. De belangrijkste componenten die het schooladvies beïnvloeden zijn: de algemene indruk van de leerkracht(en)gebaseerd op het werken met en van uw kind, de resultaten behaald tijdens zijn schoolloopbaan (bijgehouden in het leerlingvolgsysteem) en de uitslagen van de twee eerder genoemde eindtoetsen. In groep 8 wordt voor de betreffende ouders in november een speciale ouderavond belegd. Op deze avond wordt o.a. uitgelegd hoe de structuur van het voortgezet onderwijs in elkaar zit. Soort gegevens die over leerlingen worden verzameld, de wijze van adviseren en de procedure die gevolgd wordt. Uiteindelijk gaan de volgende gegevens naar het Voortgezet Onderwijs: de uitslag van de CITO-entreetoets (afgenomen in groep 6 en 7). de uitslag van de BNT-toets. de uitslag van de CITO-eindtoets. De hierboven genoemde gegevens worden alleen met schriftelijke toestemming doorgezonden.
Het definitieve advies. Al deze gegevens worden in maart met de ouders doorgesproken en gemotiveerd. De adviezen worden in principe niet veranderd, behalve wanneer er objectieve andere gegevens beschikbaar komen, die een verandering rechtvaardigen. Als ouders het niet eens zijn met het advies, kunnen zij dat naast zich neer leggen. In die gevallen moet uw kind toelatingsexamen doen op de school van uw keuze. Eind maart zijn de gegevens bij de scholen voor Voortgezet Onderwijs aangeleverd. Daarna is er contact tussen een vertegenwoordiger van de school en de brugklascoördinator over de leerlingen. Hierbij wordt gesproken over het advies, de specifieke leerlingkenmerken en de plaatsing op de school van Voortgezet Onderwijs. Ook in de jaren na de overgang is er contact tussen de twee bedoelde scholen over het functioneren van de leerling. Onze school blijft de leerlingen volgen tot en met de beëindiging van de school voor het Voortgezet Onderwijs via een leerlingvolgsysteem. 4.5 Zorg voor het jonge kind Externe deskundigen ingehuurd door ouders Indien ouders op eigen initiatief voor hun kinderen externe hulp inroepen handelt de school als volgt: De school verleent in principe haar medewerking. Indien de externe deskundige vragen wil stellen aan de personeelsleden dan willen wij de vraag / vragen graag beantwoorden. De vragen willen wij op papier krijgen. Op deze wijze kan de leerkracht / zorgcoördinator zich het best voorbereiden. Indien ouders, op basis van een advies van een extern deskundige, een andere aanpak voor hun kind willen, dan wil de school daar graag met u over van gedachten wisselen, in verband met de haalbaarheid / wenselijkheid. Een gesprek vindt altijd plaats met als uitgangspunt het rapport / verslag van betreffende deskundige. Opgelet ! Met de invoering van Passend Onderwijs (zie elders in de schoolgids) kan het zijn dat eea veranderd is.
Schoolgids 2015 - 2016
4.6 Leerlinggebonden financiering LGF (rugzakleerling”) Met alle middelen probeert het onderwijs de uitstroom naar het speciaal onderwijs te voorkomen. Uitgangspunt hierbij is dat het voor bijna alle leerlingen beter is om op de eigen (buurt)school te zitten. Ook voor leerlingen die het wat moeilijker hebben met hun leren of met hun gedrag. In de nieuwe wet LGF die in augustus 2003 van kracht wordt, krijgen ouders van gehandicapte leerlingen het recht om te kiezen voor een school voor speciaal onderwijs of voor een gewone basisschool. We moeten hierbij denken aan kinderen met een lichamelijke en/of geestelijke handicap. Natuurlijk kunnen deze leerlingen niet altijd geplaatst worden. Dat is afhankelijk van de aard en de zwaarte van de handicap en van wat de school te bieden heeft en aan kan. Het belang van het kind behoort altijd voorop te staan. Een gehandicapte leerling plaatsen op een gewone basisschool is gebonden aan strenge regels. Een commissie bepaalt aan de hand van het dossier van de leerling of deze geplaatst kan worden. Als de leerling daadwerkelijk geplaatst wordt krijgt de school hier ook extra middelen voor en vindt er begeleiding plaats vanuit het speciaal onderwijs. De leerling brengt als het ware een rugzak mee met extra’s waarmee de basisschool hem beter kan begeleiden. Vandaar de benaming Rugzakleerling. Voor alle duidelijkheid geven wij aan hoe er op de Montessorischool met het plaatsen van een leerling met een handicap wordt omgegaan: Op de Montessorischool wordt bij een aanmelding van: 1. een leerling met een positieve beschikking van een commissie voor de indicatiestelling (een rugzakleerling); 2. of een leerling die teruggeplaatst wordt van een speciale school; de onderwijskundige vraag van het kind doorgenomen. Er wordt gekeken naar de hulpvraag van het kind. Aan de hand van de hulpvraag wordt bekeken wat dat betekent voor het pedagogisch klimaat, het didactisch klimaat, de leerlingenzorg, de professionalisering, de ondersteuning en de huisvesting. Centraal in de beantwoording staat het belang van het kind en de mogelijkheden van de school om het ontwikkelingsproces van het kind te ondersteunen. Bij het besluit tot toelating zal er altijd sprake zijn van een teambesluit. Het team kan het besluit delegeren aan een commissie. Bij het niet toelaten van een leerling zal het bestuur dat goed moeten kunnen motiveren. Opgelet ! Met de invoering van Passend Onderwijs (zie elders in de schoolgids) kan het zijn dat eea veranderd is.
4.7 Criteria / procedure die de school hanteert bij de beslissing tot het verlengen of verkorten van een bouw. De school laat de volgende zaken een rol spelen: -de leeftijd van het kind en de (geschatte) meeropbrengst (waaronder welbevinden) van een verlenging / verkorting van een bouw , -de mening van de groepsleerkracht / groepsleerkrachten ten aanzien van de leerling, -de mening van de ouders, -de uitslagen van toetsen die afgenomen worden volgens een toetskalender, -indien aanwezig, onderzoeken van derden,
Schoolgids 2015 - 2016
-en de mening van de zorgcoördinator (IB-er), De directie, na partijen gehoord te hebben, zal besluiten of tot verlenging/verkorting van een bouw zal worden overgegaan. 4.8 Omgaan met leerlinggegevens / Zat-teams *** De Montessoribasisschool verzamelt informatie van alle leerlingen die bij ons op school zijn ingeschreven in de leerlingenadministratie. Dit doen wij allereerst om leerlingen passend onderwijs te geven. We hebben de informatie ook nodig om ervoor te zorgen dat we de leerlingen zo goed mogelijk kunnen begeleiden bij het doorlopen van de school en waar nodig extra zorg te kunnen bieden. De algemene informatie over leerlingen staat in het leerling-dossier (naam, adres, cijfers, absentie en verzuim, etc). De informatie die nodig is voor begeleiding staat ook in het leerlingdossier (bijvoorbeeld: testresultaten, observaties, afspraken uit leerlingbesprekingen en zorgoverleg, resultaten van specifieke begeleiding). Omdat wij deze gegevens over leerlingen verzamelen vallen we onder de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Deze wet is bedoeld om ervoor te zorgen dat de gegevens over personen zorgvuldig worden gebruikt en om misbruik ervan tegen te gaan. Het zorgdossier is daarom alleen toegankelijk voor de begeleiders van een leerling ín de school. We zorgen er dus voor dat gegevens over leerlingen uit het leerling dossier alleen binnen de school worden gebruikt. In de school wordt er regelmatig over leerlingen gesproken, bijvoorbeeld in de groepsbespreking, de leerlingbespreking en het interne zorgoverleg. Dit overleg is nodig om de vorderingen van de leerlingen te volgen, problemen te signaleren en met de leerkrachten afspraken te maken over leerlingbegeleiding. Voor leerlingen die extra begeleiding of zorg nodig hebben, wordt samengewerkt met externe deskundigen in het ZAT (Zorg en Advies Team). Als we een leerling willen bespreken met deze externen wordt er daarvoor eerst aan ouders/verzorgers toestemming gevraagd. Volgens de wet Bescherming Persoonsgegevens heeft u als ouder/verzorger recht op inzage, recht op correctie en recht op verzet. Wilt u meer weten over deze wet kijk dan op http://www.cbpweb.nl. Heeft u vragen over het leerlingdossier of over het zorgoverleg in de school, neem dan contact op met de interne begeleider: [naam interne begeleider en het telefoonnummer zie overzicht personeel verderop in de gids]. Samenwerking met externen via het Zorg en Advies Team. (ZAT) Met ingang van 1 januari 2015 treedt de nieuwe Jeugdwet in werking. Gemeenten worden verantwoordelijk voor het leveren van alle jeugdhulp. Door intensivering van preventie en ambulante jeugdhulp wordt complexere (en duurdere hulp) voorkomen. Met ingang van het schooljaar 2014-2015 komen de zorg- en advies teams (zats) in alle basisscholen te vervallen en gaan 2 stedelijkse zats 0 tot 13 jaar van start. Wekelijks is er een bijeenkomst van het stedelijk zat waar ook de jeugd- en gezinswerkers aan deelnemen. Dit betekent in principe geen wachtlijsten; ouders worden (altijd) betrokken bij het bespreken van de casus van hun zoon of dochter en er wordt gewerkt met de methodiek 1gezin1plan. De jeugd- en gezinswerker is een generalist en opereert als dé begeleider van een gezin. Hij of zij biedt pedagogische ondersteuning aan het gezin en coördineert ook alle activiteiten en
Schoolgids 2015 - 2016
interventies in een ondersteuningstraject. Ook heeft de jeugd- en gezinswerker als taak problemen te signaleren en haalt hij of zij, waar nodig, specialisten erbij. Vertrekpunt in de ondersteuning door jeugd- en gezinswerkers is de behoefte en mogelijkheden van ouders en jeugdigen, niet het beschikbare aanbod. Dat betekent dat jeugd- en gezinswerkers per schoollocatie ook worden ingezet voor advisering, ondersteuning en counseling. Hierover worden pas na de zomervakantie concrete afspraken gemaakt. Opgelet ! Met de invoering van Passend Onderwijs (zie elders in de schoolgids) kan het zijn dat eea veranderd is.
4.9
Passend Onderwijs
Vanaf 1 augustus 2014 is de wet Passend Onderwijs van kracht. In een nieuw gevormd Samenwerkingsverband (SWV) Passend Onderwijs Midden-Limburg hebben alle schoolbesturen nu de taak voor alle leerlingen die wonen binnen de regio van dit SWV een zo passend mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Dit noemen we de zorgplicht van het samenwerkingsverband. Passend onderwijs is in principe voor alle leerlingen op de basisscholen en scholen voor speciaal (basis)onderwijs bedoeld, maar zoomt in op leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften. Belangrijkste doelstellingen van passend onderwijs zijn: - Zo passend mogelijk onderwijs aanbieden en daarbij kijken naar de onderwijsbehoeften van de leerlingen en minder naar de beperkingen. - Leraren beter toerusten: passend onderwijs en extra ondersteuning van een leerling in de klas valt of staat met de mogelijkheden en competenties van de leerkracht(en). - Minder bureaucratie: het complexe systeem van toekenning van extra zorg verdwijnt. Geen onnodige administratieve last, geen wachtlijsten, geen lange indicatieprocedures. - Het financiële systeem dat bij de nieuwe regeling passend onderwijs hoort moet beheersbaar en transparant zijn. - Geen thuiszitters: alle kinderen verdienen een plek in het onderwijs. - Er moet afstemming zijn tussen onderwijs en jeugdhulp. Gemeenten worden verantwoordelijk voor jeugdhulp. Daarmee moet er afstemming plaatsvinden tussen het ondersteuningsplan van het SWV en het jeugdbeleid van gemeenten. Het SWV Midden-Limburg bestaat uit de schoolbesturen voor regulier en speciaal onderwijs in de gemeenten Roermond, Roerdalen, Echt-Susteren, Maasgouw en Leudal. Het bestuur van het SWV heeft een ondersteuningsplan vastgesteld. In dit plan beschrijft men het ‘wat’ en het ‘hoe’ van het SWV voor de periode 2014-2018. Dit plan is na instemming van de ondersteuningsplanraad, samengesteld uit een afvaardiging van ouders en personeel, en met instemming van de betrokken gemeenten vastgesteld. De schoolbesturen en hun scholen werken samen aan de uitvoering van dit plan. Daarin staan zij niet alleen. Ze worden daarbij ondersteund door de bovengenoemde gemeenten en door organisaties als bijv. het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), de Jeugd GezondheidsZorg (JGZ) enz . Voor alle scholen is een ambitieus niveau van de basisondersteuning vastgesteld. Alle scholen beschrijven in hun schoolondersteuningsprofiel het niveau van de basisondersteuning op dit moment. Om het ambitieuze niveau van basisondersteuning te bereiken krijgen scholen begeleiding van ondersteuningsteams. Aan elke school of cluster van scholen wordt een klein
Schoolgids 2015 - 2016
ondersteuningsteam gekoppeld, dat de school adviseert, begeleidt en ondersteunt in het versterken van de kwaliteit van onderwijs en de leerlingondersteuning in het bijzonder. Een ondersteuningsteam bestaat uit een psycholoog of orthopedagoog, een specialist uit het speciaal (basis)onderwijs en een jeugd- en gezinswerker. Gesprekspartner vanuit de school is in elk geval de intern begeleider. Door het inzetten van ondersteuningsteams op alle scholen hopen we de vastgestelde kwaliteiten van basisondersteuning te realiseren. Extra ondersteuning. Voor leerlingen met intensieve en/of specifieke ondersteuningsbehoeften geldt een nieuwe regeling. De leerlinggebonden financiering (rugzak) verdwijnt en de wijze waarop leerlingen worden verwezen en toegelaten tot het speciaal (basis)onderwijs is anders geregeld. Indien de ondersteuningsvraag van een leerling de mogelijkheden van de school waar de leerling wordt aangemeld overstijgt, kan de school samen met ouders en het ondersteuningsteam een deskundigenadvies formuleren. Wanneer het deskundigenadvies een aanvraag voor plaatsing in het speciaal(basis)onderwijs inhoudt, wordt dit deskundigenadvies aan een bovenschools toetsingsorgaan (BTO) aangeboden. Het BTO geeft dan een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af, op basis waarvan de leerling kan worden geplaatst in het SBO of het SO. In principe geeft het BTO altijd een tijdelijke TLV af, behalve voor die leerlingen waarvan door de complexiteit van de problematiek en intensiteit van ondersteuningsbehoeften duidelijk is dat opvang in een specialistische setting voor langere duur noodzakelijk is.
Informatie. Voor verdere informatie over het ondersteuningsteam of het BTO kunt u contact opnemen met de IB-er van de school. Het ondersteuningsplan van het SWV Midden-Limburg staat, evenals het bestuursondersteuningsplan van het schoolbestuur XXXXXX , op de XXXXX website. Op dit moment wordt gewerkt aan een website voor het nieuwe SWV Midden-Limburg. Zo gauw wanneer deze “ in de lucht is”, krijgt u hiervan bericht. Algemene informatie over passend onderwijs kunt u vinden op de site : www.passendonderwijs.nl. Het adres van het SWV Passend Onderwijs Midden-Limburg is: SWV PO 31-02 Midden-Limburg Vlasstraat 1 6093 EE Heythuysen Tel. 0475-550449 E-mail:
[email protected] 4.10
de inspectie van het onderwijs
Ieder jaar kijkt de inspectie of er aanwijzingen zijn dat een school onvoldoende kwaliteit levert. Op basis van een risicoanalyse en eventueel nader onderzoek wordt bepaald hoeveel toezicht een school nodig heeft. Naast de jaarlijkse risicoanalyse doet de inspectie onderzoek in het kader van het Onderwijsverslag, themaonderzoek, een vierjaarlijks bezoek en/of een onderzoek naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE).
Schoolgids 2015 - 2016
De bevindingen van het vierjaarlijks onderzoek zoals vastgelegd in het „Rapport Periodiek Kwaliteitsonderzoek‟ worden gepubliceerd op de website van de inspectie www.onderwijsinspectie.nl (zoek scholen). Verder controleert de inspectie of voor elke school de schoolgids, het schoolplan en het zorgplan bij de inspectie aanwezig zijn. Momenteel hebben alle scholen van Swalm & Roer een basisarrangement, dat wil zeggen dat de inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs. In het najaar stelt de inspectie het nieuwe arrangement vast.
4.11
centrum jeugd en gezin
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is een laagdrempelige voorziening voor ouders met opvoedvragen en voor jeugdigen met opgroeivragen. Het CJG is er voor alledaagse twijfels en praktische vragen over onderwerpen als schoolkeuze, voeding, huiswerk, zakgeld en gezondheid. Het Centrum voor Jeugd en Gezin is gratis en werkt anoniem. Ze geven kortdurende ondersteuning in de vorm van informatie, advies en licht pedagogische hulp. Ouders kunnen bellen, e-mailen, de website (www.onscjg.nl) bezoeken en binnenlopen op inloopuren. Voor de jeugd 12+ is er een eigen website (www.area0475.nl) ontwikkeld. Deze site bevat veel betrouwbare informatie over onderwerpen die met opgroeien te maken hebben. Tel. 088-4388300 E-mail:
[email protected] Bezoekadres: Donderbergweg 47-49, Roermond 5 DE LERAREN 5.1 Verlof Een leraar kan ziek worden of verlof nemen. Ook kan een leraar wel eens verlof hebben in verband met scholing. De leraar wordt dan vervangen. Dat kan gebeuren door een parttimer uit het eigen team. De school beschikt verder over een vaste vervangerpool. Ons streven is vervangingen zo te regelen, dat er zo weinig mogelijk nieuwe gezichten voor de groepen verschijnen. Dit is niet altijd even gemakkelijk. 5.2 Leraar ziek ………. Het kan gebeuren dat de juffrouw of meester van uw kind ziek wordt. Dat is in de eerste plaats vervelend voor haar of hem, maar ook vervelend voor uw kind, de collega’s en de organisatie. Het management probeert in eerste instantie voor vervanging te zorgen. Steeds vaker zijn vervangers niet voorradig. De school staat dan voor het probleem om intern naar oplossingen te zoeken. Afhankelijk van de situatie kan er bijvoorbeeld voor gekozen worden om leraren of directieleden die geen eigen groep hebben, in te zetten. Natuurlijk kan dit niet oneindig lang duren. De werkzaamheden van deze personen blijven immers gewoon liggen. Soms moet er besloten worden om leerlingen van verschillende groepen bij elkaar te voegen. Klassen worden hierdoor te groot en leraren raken overbelast. Indien deze situatie zich te lang voordoet zullen kinderen naar huis gestuurd worden. Hiermee willen we uiteraard zeer zorgvuldig omgaan. Wij willen u ruimschoots de gelegenheid geven om voorbereidingen te treffen in uw thuissituatie om oplossingen te zoeken. Indien er geen vervanging is voor de leraar van uw kind, wordt er als volgt gehandeld:
Schoolgids 2015 - 2016
Op de eerste ziektedag van de leraar krijgen de kinderen een vooraankondiging mee naar huis waarin wordt vermeld dat de leraar ziek is, dat er geen vervanging te vinden is, dat er op school geïmproviseerd zal worden om het probleem op te lossen, dat deze situatie enige tijd kan aanhouden en dat de mogelijkheid bestaat dat op dag drie de kinderen niet meer naar school kunnen komen. Op de tweede ziektedag van de leraar gaat indien noodzakelijk de aankondiging met de kinderen mee dat op de derde ziektedag de kinderen niet meer naar school kunnen komen. Tevens worden op deze dag de inspecteur en het bestuur van deze beslissing op de hoogte gesteld. Kinderen kunnen nooit langer dan twee dagen naar huis gestuurd worden. Is er dan nog altijd geen vervanging gevonden dan zal een andere groep aan de beurt zijn om naar huis gestuurd te worden. Voor deze groep geldt dan hetzelfde scenario als voor de voorgaande groep.
In de praktijk zal deze situatie niet of nauwelijks voorkomen, maar het valt niet uit te sluiten. Onze school verplicht zich om in deze situaties uiterst omzichtig te werk te gaan en alleen in uiterste noodzaak zo te handelen. 5.3 Scholing Het onderwijs is voortdurend in beweging. Maatschappelijke ontwikkelingen en onderwijskundige ontwikkelingen zouden parallel moeten lopen. Helaas is dat vaak niet zo. Om tegemoet te komen aan onderwijs dat bij de tijd is, is het noodzakelijk dat leraren regelmatig op herhaling gaan (bijscholen) of worden nageschoold. De scholing kan door een individuele leraar dan wel door het team genoten worden. De minister stelt daar geld voor ter beschikking. In ons jaarlijkse nascholingsplan geeft de school aan hoe het geld besteed wordt. Van alle leerkrachten wordt verwacht, dat zij in het bezit zijn (komen) van het Montessoridiploma. 6 DE OUDERS 6.1 Het belang van de betrokkenheid van de ouders Onder het motto van 'Samen school maken' doet de staatssecretaris van onderwijs een appèl aan school en ouders om steeds vaker samen te werken. Ouders dienen regelmatig op school te komen en leerkrachten regelmatig naar de ouders te gaan. Thuis en school zijn gescheiden werelden, die met elkaar in contact moeten komen. De praktijk leert immers dat een goede communicatie tussen school en ouders, en meedenken en meedoen van ouders, leidt tot betere leerprestaties van hun kinderen. Het team van de Montessori Basisschool Roermond onderschrijft deze visie van harte!
6.2 Informatievoorziening aan ouders over het onderwijs en de school Op verschillende manieren wordt het contact met ouders onderhouden. Op de eerste plaats is er de algemene ouderavond, die eens per jaar georganiseerd worden.
Schoolgids 2015 - 2016
Twee of drie maal per jaar worden de ouders uitgenodigd voor de praatavond of 10minutengesprekken, waarin de vorderingen van het kind centraal staan. Indien u tussentijds geïnformeerd wilt worden, is dat mogelijk. Daartoe kunt u een afspraak maken met de groepsleerkracht van uw kind. Ouders van groep 8 worden jaarlijks in november uitgenodigd betreffende het vervolgonderwijs. Op een aantal dinsdag- en donderdagmiddagen voor een vakantie wordt er een koffie-halfuurtje georganiseerd. Ouders, die hun kinderen komen ophalen en de kinderen krijgen koffie of limonade aangeboden en kunnen op die manier op een informele wijze met elkaar en met de leerkrachten contact hebben. Er is een informatiebulletin met de naam 'MONTESSORI-NIEUWTJES', dat vele malen per jaar verschijnt. Hierin worden allerlei mededelingen gedaan en actuele berichten geplaatst. Als dit om welke reden dan ook noodzakelijk is, kunnen huisbezoeken worden afgelegd.
6.3 Ouderparticipatie Participeren binnen de school mag en is geen verplichting. Ouders kunnen altijd meehelpen en meedenken binnen de volgende geledingen: Medezeggenschapsraden (MR en GMR) De Bezige Bijtjes Medezeggenschapsraad Aan onze school is een Medezeggenschapsraad (MR) verbonden. De functie van de MR is primair het toetsen van het door het schoolbestuur gevoerde beleid. De MR is een zelfstandig orgaan binnen de school met eigen, wettelijk geregelde bevoegdheden en kan invloed uitoefenen op het beleid van de school. Het bestuur dient bepaalde voorgenomen besluiten ter advisering of instemming voor te leggen aan de Medezeggenschapsraad. De MR bestaat uit maximaal 6 leden. Hiervan worden 3 leden gekozen uit en door het personeel en 3 leden uit en door de ouders. De leden worden gekozen voor een periode van twee jaar en zijn voor een tweede termijn herkiesbaar. Voor suggesties en vragen die direct verband houden met beleidsaspecten van de school, kunt u contact opnemen met de MR-Leden. Op bestuursniveau functioneert per 1 augustus 2007 de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). De Bezige Bijtjes (voormalige Ouder Participatie Groep / OPG) Ieder jaar weer ondersteunen veel ouders/ verzorgers de leerkrachten bij het onderwijs en bij allerlei activiteiten. Denk hierbij aan schoolreisjes, luizencontrole, wandelingen, knutselen etc. Al deze activiteiten worden voor een belangrijk deel door de ouders georganiseerd en uitgevoerd. Voor dit schooljaar is de Bezige Bijtjes op zoek naar nieuwe kartrekkers. Let hiervoor op het inschrijfformulier. Aan het begin van het schooljaar wordt aan alle ouders een inschrijfformulier verstrekt. Daarop kunt u aangeven aan welke activiteit u uw medewerking wilt verlenen. Om deze ondersteunende activiteiten door ouders/ verzorgers goed te laten verlopen is de OPG opgericht.
Schoolgids 2015 - 2016
Om mee te helpen met het organiseren en/of uitvoeren van activiteiten kunt u zich in het begin van elk nieuw schooljaar aanmelden middels een door de OPG te verstrekken formulier, of later via de coördinator.
Coördinator: Nathalie Ueberbach (tel. 06-181 28 789 of email:
[email protected])
Voor het organiseren van een aantal activiteiten zoeken we nog ouders. Indien u hierin geïnteresseerd bent kunt u contact opnemen met een van de coördinatoren. Om mee te helpen met het organiseren en/of uitvoeren van activiteiten kunt u zich in het begin van elk nieuw schooljaar aanmelden middels een door de OPG te verstrekken formulier, of later via een van de contactpersonen.
Schooltuin Naast de speelplaats beschikt de Montessorischool ook over een schooltuin, bestaande uit een moestuin en een natuurspeeltuin. In deze schooltuin leren kinderen van en in de natuur door zintuigelijk ervaring te koppelen aan kennis en samenhangen in de natuur te ontdekken. Tevens worden ze zich bewust van de omgeving, het milieu, bewegen en gezonde voeding. De natuurspeeltuin nodigt uit tot social-, receptief-, fantasie- en constructiespel. De moestuin is een pluktuin waarin alles eetbaar is en volgens biologische principes wordt gewerkt. Het spelen in de natuurspeeltuin gebeurd onder toezicht van een leerkracht, overblijfkracht of tuinouder. In de moestuin wordt onder begeleiding van tuinouders of een leerkracht gewerkt. Zin om af en toe een aantal leerlingen in de tuin te begeleiden? Meldt u aan bij Mary Cox-Span 06-499129224
De Bezige Bijtjes (voormalige OPG) dankmiddag Jaarlijks wordt er een OPG dankmiddag georganiseerd door de leerlingen en leerkrachten. Alle ouders die op enigerlei wijze de school hebben geholpen worden die middag bedankt voor hun inzet. Te denken valt aan: leesouders, het luizenteam, etc etc. Heeft u regelmatig geassisteerd dan bent u bij deze uitgenodigd voor deze OPG dankmiddag. De datum van deze dankmiddag staat bij het jaaroverzicht vermeld. 6.4 vervallen (SOMOR)
Buitenschoolse opvang Begin 2009 (?) heeft Stichting Kinderopvang Roermond (SKR) met de voormalige besturen van SSBVOR (speciaal basisonderwijs), SPOR en Christoffel (nu Stichting Swalm en Roer) een convenant afgesloten over opvang van kinderen na schooltijd (let op: deze regeling heeft dus geen betrekking op de tussentijdse opvang zoals deze hierboven is omschreven). Daarin zijn de
Schoolgids 2015 - 2016
afspraken vastgelegd in het kader van de buitenschoolse opvang. Bij SKR kan (er zijn meerdere organisaties !) naschoolse opvang door ouders ingekocht worden. Voor de organisatie en de inhoud van deze opvang wordt SKR verantwoordelijk. Indien u voor één of meerdere kinderen buitenschoolse opvang wenst, bent u van harte welkom bij deze instelling. Op de relatie tussen u als ouder en SKR wordt dan de Wet Kinderopvang van toepassing. Vanaf het schooljaar 20092010 voorziet SKR ook onze school van informatiebrochures met aanvraagformulieren en informatie omtrent buitenschoolse opvang. U treft ook een lijst aan met adressen van beschikbare locaties. Ook kunt u voor een eerste kennismaking met deze instelling de website raadplegen onder www.kinderopvangroermond.nl Indien u interesse heeft in deze dienstverlening maakt u dan gerust een afspraak met een van de medewerkers van de afdeling Voorlichting en Service van SKR, gevestigd in het Centraal Bureau Neerstraat 61, telefoon 0475-337049. Deze afdeling is dagelijks beschikbaar van 9.00 uur tot 17.00 uur, ook in de vakantieperioden. De medewerkers van deze afdeling maken graag voor u, geheel vrijblijvend, een berekening van de kosten van de opvang voor uw kind en zijn u desgewenst behulpzaam bij het aanvragen van de toeslag kinderopvang bij de Belastingdienst. Ook kunnen zij u informeren over de beschikbare plaatsen en voor u een afspraak maken voor een intake gesprek bij een van de locaties van SKR of om zo maar een kijkje te nemen samen met uw kind.
6.5 De overblijfregeling. De school geeft de ouders de mogelijkheid hun kind(eren) tussen de middag op school te laten overblijven. Daarvoor is een overblijfregeling opgesteld. De leerlingen kunnen onder toezicht de middagpauze in het schoolgebouw op of rond het terrein van de school doorbrengen. Het schoolbestuur heeft hiertoe een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid gesloten, voor zowel de kinderen als voor diegenen die belast zijn met het toezicht. Overblijven is niet verplicht. Maakt men gebruik van de regeling, dan dient er betaald te worden. De financiering en de organisatie van het overblijven valt onder de school. Eén van de overblijfkrachten wordt door de school als overblijfcoördinator aangesteld. Deze persoon onderhoudt het contact met de leerkrachten en de school. De overblijfkrachten houden toezicht tijdens het overblijven en begeleiden de leerlingen. De kosten van de overblijfregeling worden doorberekend aan de ouders van de kinderen die overblijven. De kosten worden vastgelegd in een jaarlijkse begroting. Deze wordt ter advisering voorgelegd aan de oudergeleding van de Medezeggenschapsraad. De overblijfkosten worden opgebracht door alle leerlingen op basis van circa 40 schoolweken. ,en bedragen
144
Euro
per kind per jaar. Het rekeningnummer van TSO-Montessoribasisschool Roermond is NL55RABO0306053756 Achilleslaan 4, 6042 JV, Roermond. Het innen zal geschieden middels incasso. 6.6 Ouderbijdrage De ouderbijdrage wordt gebruikt voor de betaling van diverse evenementen die gedurende het gehele schooljaar worden georganiseerd door het team en de ouders. Daardoor wordt vermeden dat er tussentijds nog extra bijdragen moeten worden opgebracht. U betaalt dus niet extra voor
Schoolgids 2015 - 2016
het schoolreisje zoals op veel scholen gebruikelijk is. De hoogte van de ouderbijdrage wordt jaarlijks door het bestuur vastgesteld. De ouderbijdrage voor dit schooljaar is vastgesteld op
50
Euro per leerling.
Het bestuur van de school is van mening dat de hoogte van de ouderbijdrage geen belemmering mag vormen uw kind op de Montessorischool te plaatsen. In principe is de bijdrage (ouderbijdrage) vrijwillig.Dat geldt niet voor het overblijven. Indien de kosten van ouderbijdrage of overblijfgeld u voor financiële problemen stellen, dan kunt u een betalingsregeling treffen met de penningmeester. Het rekeningnummer van Oudervereniging Bezige Bijtjes-Montessoribasisschool Roermond is NL92RABO0306050374 Achilleslaan 4, 6042 JV, Roermond. Het innen zal geschieden middels incasso. 6.7 Klachten De school is een omgeving waar mensen intensief met elkaar omgaan. Botsingen en meningsverschillen zijn dan ook niet bijzonder en worden vaak in onderling overleg bijgelegd. Soms is een meningsverschil van dien aard, dat iemand een klacht hierover wil indienen. Die mogelijkheid is er. Voor de school is een klachtenprocedure vastgesteld. Deze is voor iedereen die bij de school betrokken is in te zien op de website (www. swalmenroer.nl) en het intranet van Stichting Swalm & Roer. Het wordt op prijs gesteld indien iemand die wil klagen dat eerst kenbaar maakt bij de directie. Mogelijk kan de klacht eenvoudig opgelost worden. Stichting Swalm & Roer heeft twee vertrouwenspersonen aangesteld, één voor ouders/verzorgers en één voor medewerkers. De taken van de vertrouwenspersoon zijn onder meer het bijstaan van de klager en advisering van het bevoegd gezag. De vertrouwenspersoon voor ouders is Karin van der Steen. Zij is bereikbaar op telefoonnummer 06-23873888 of per e-mail:
[email protected] De vertrouwenspersoon voor medewerkers is Nicole Claessens. Zij is bereikbaar op telefoonnummer 06-22809402 of per e-mail:
[email protected] De school is voor de behandeling van klachten tevens aangesloten bij een onafhankelijke klachtencommissie: “de Landelijke Klachtencommissie onderwijs (LKC)”. De LKC onderzoekt de klacht en beoordeelt (na een hoorzitting en/of via ‘hoor en wederhoor’ ) of deze gegrond is. De LKC brengt advies uit aan het bevoegd gezag en kan aan haar advies aanbevelingen verbinden. Het bevoegd gezag neemt over de afhandeling van de klacht en het opvolgen van de aanbevelingen de uiteindelijke beslissing. Een klacht kan bij het bevoegd gezag (het college van bestuur van de Stichting Swalm & Roer) of rechtstreeks schriftelijk bij de LKC worden ingediend. De externe vertrouwenspersoon kan u daarbij behulpzaam zijn als u dat wenst: Bevoegd gezag Stichting Swalm & Roer – Postbus 606, 6040 AP te Roermond; De LKC is te bereiken bij Onderwijsgeschillen, Postbus 85191, 3508 AD UTRECHT, telefoon 0302809590. 6.8
U kunt ook de website raadplegen www.onderwijsgeschillen.nl of een e-mail sturen naar
[email protected] . medezeggenschap (mr en gmr)
Schoolgids 2015 - 2016
Een inspraakmogelijkheid voor ouders (én leerkrachten) is geregeld via de Wet Medezeggenschap Scholen. Aan elke school moet een Medezeggenschapsraad (MR) verbonden zijn, die opereert volgens een medezeggenschapsreglement. In de wet is ook geregeld, dat ouders en leerkrachten over een groot aantal zaken betreffende het beleid van de school mogen meepraten. Bij heel veel zaken heeft de raad adviesrecht en vaak mag het beleid zelfs niet worden uitgevoerd zonder instemming van de medezeggenschapsraad. De raad probeert bij haar adviezen/instemming altijd het belang van zowel de ouders en personeelsleden als de schoolorganisatie in het oog te houden. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) is een advies- en instemmingorgaan. Enerzijds adviseert zij het college van bestuur gevraagd en ongevraagd, anderzijds geeft of weigert zij instemming aan stichtingsbeleid. De GMR bestaat uit een personeelsgeleding en een oudergeleding. De GMR functioneert op basis van het door het college van bestuur voor een bepaalde periode vastgestelde “reglement gemeenschappelijke medezeggenschapsraad”
6.9
aansprakelijkheid en verzekeringen
Het schoolbestuur heeft voor alle leerlingen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten onder de volgende voorwaarden: - Tijdens officiële schooltijden, ouderavonden/gesprekken en schoolfeestjes, het verblijf op de speelplaats, in het schoolgebouw, sportveld, gymnastieklokaal, zwembad, excursieplaatsen, schoolverlaterkamp onder verantwoordelijkheid en onder toezicht van bevoegde leraren. -
Gedurende de directe route op weg van huis naar school en van school naar huis.
-
Er is geen vergoeding mogelijk voor materiële schade zoals aan brillen, kleding, fietsen, etc.
Tevens heeft het schoolbestuur een schadeverzekering afgesloten voor in- en opzittenden van motorrijtuigen en niet gemotoriseerde vervoersmiddelen. Deze verzekering dekt ook de schade als ouders of andere vrijwilligers hun vervoersmiddel gebruiken voor schoolactiviteiten. Binnen de door stichting Swalm & Roer afgesloten verzekeringen zijn er geen persoonlijke eigendommen van uw kind verzekerd. Het staat u natuurlijk vrij om daarvoor zelf een eigendommenverzekering voor leerlingen af te sluiten.
Schoolgids 2015 - 2016
DE ONTWIKKELING VAN HET ONDERWIJS IN DE SCHOOL 7.1
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school
Schoolgids 2015 - 2016
NMV Op 5 juni 2012 heeft de visitatiecommissie de school bezocht en ons “gekeurd” op ons montessoriaans gehalte. Hieronder vindt u een samenvatting van de bevindingen. Het gehele rapport is als bijlage toegevoegd aan de schoolgids.
OORDEEL VISITATIECOMMISSIE VOLDOET NIET VOLDOET ONDER VOLDOET VOORWAARDEN Motivatie oordeel: De school straalt een open en tegelijkertijd rustige sfeer uit die veelal kenmerkend is voor een Montessorischool. De leerlingen gaan plezierig met elkaar om en de leerkrachten zijn zeer betrokken bij datgene wat ze dagelijks doen. Dat, in combinatie met een mooi, ruim en licht gebouw, gelegen in een fraaie omgeving zijn ingrediënten om een goede Montessorischool te zijn. Maar, net als veel andere Montessorischolen, worstelt de school met dat wat de inspectie van hen eist en wat het bestuur van hen verwacht, versus de normen die de NMV stelt en wat zowel het managementteam als de gehele personeelsgeleding eigenlijk graag zouden willen: niet de leerstof centraal, maar (de onderwijsbehoefte van) het kind centraal. Toch heeft de school de laatste jaren niet alleen steeds meer gekozen voor methoden, maar ook om deze vrijwel van kaft tot kaft door te lopen. Voor rekenen/wiskunde en de kennisgebieden is de vrije werkkeuze hoegenaamd voor elk kind beperkt tot alleen nog maar het "wanneer". Vrijwel alle andere keuzes liggen bij de leerkracht. Alleen kinderen die het dagelijkse werk snel afkrijgen, mogen soms eigen keuzes maken. Een enkele uitzondering daar gelaten. Bovenstaande geldt overigens voor de onderbouw aanzienlijk minder. De school krijgt een hervisitatie over twee jaar op de volgende punten: aankleding lokaal (5.4 en 5.6), variatie aan materiaal voor rekenen/wiskunde en kennisgebieden (7.4 en 7.6), het aanwezige materiaal wordt onvoldoende gebruikt (7.8) en de vrije werkkeuze (9.1).
Schoolgids 2015 - 2016
Evaluatie eindopbrengsten schooljaar 2012-2013 NIO en TPVO Ten aanzien van de capaciteitentests NIO en TPVO het volgende: de gemiddelde intelligentiequotiënt ligt dit jaar iets lager dan het landelijk gemiddelde; de gemiddelde schoolvorderingenscore ligt hoger dan het landelijk gemiddelde; de gemiddelde scores zijn minder hoog dan het beeld van de voorgaande 8 jaren; in dat opzicht kan er sprake zijn van een “trendbreuk” maar het kan ook incidenteel zijn; dat moet de komende jaren blijken; de leerlingen laten, gemiddeld gezien, de aanwezige mogelijkheden nog steeds goed zien op het schoolse gebied; de trend van een stijgend verschil tussen IQ en SVI zet dit jaar wel door; Het percentage onderpresteerders (meer dan 7.5 verschil tussen IQ en SV) is met 15.0 % het laagste van de laatste 5 jaar; ook deze “trend” zet door; Het percentage laagscoorders (1-2) bij tekstbegrip is 7.5 % en dit is een goede score te noemen; Het percentage laagscoorders (1-2) bij inzichtelijk rekenen is 5.0 en ook dit is een goed resultaat. Ten aanzien van de Schoolvragenlijst (SVL) het volgende: Motivatie en welbevinden op school scoren boven het gemiddelde; met name de relatie met de leerkrachten is gemiddeld gezien goed te noemen; het zelfvertrouwen bij toetsen scoort lager dan gemiddeld; Er zijn bij de schaal ZP 27.5 % laagscoorders; dit is hoger dan de gehanteerde norm van 25%. H. Deleij CITO-EINDTOETS 2013 De uitslag van de Cito-eindtoets laat een uitslag 531,4 zien. Deze uitslag is laag. Het beeld is totaal verschillend in vergelijking met de capaciteitentests NIO en TPVO (zie vorige item). Een eenduidige verklaring is hier (op dit moment) niet voor te geven.
Verslag bezoek NMV aan Montessorischool Roermond 15 en 16 april 2013 Tijdens de groepsbezoeken die ik op maandag en dinsdag 15 en 16 april 2013 heb afgelegd is me een aantal zaken in vrijwel alle groepen opgevallen. Zaken die gelijk van aard zijn. Deze worden hieronder besproken. Daarnaast heb ik een vóórvisitatie gedaan naar aanleiding van de NMV visitatie vorig jaar en ik geef in dit verslag aan waar de school staat richting de hervisitatie volgend schooljaar. Voorts zal ik, steeds op een apart A-4tje, verslag doen van mijn bevindingen in iedere afzonderlijke groep. Deze zijn bestemd voor de individuele leerkracht en voor de opdrachtgever, zijnde Frits Hof. Tenslotte geef ik, ietwat aanmatigend wellicht (omdat het niet bij de opdracht hoorde), een advies omtrent de handelingsplannen die ik heb gelezen. Het kan niet alleen helpen bij het schrijven van handelingsplannen zelf, maar kan ook helpen om de Montessoriaanse werkwijze weer “belangrijker” te laten worden dan de methode(s). In een verslag als deze ligt de nadruk op die zaken die nog niet goed lopen en in meer of mindere mate aandacht behoeven. Als ik me daartoe zou beperken zou ik de school als geheel en de teamleden en de directie in het bijzonder, te kort doen. Daarom wil ik op deze plek benadrukken dat ik een goede school heb gezien, met zeer hardwerkende mensen die open staan voor kritiek en die allemaal, stuk voor stuk, de intentie hebben van de school een (nog) betere Montessorischool te maken.
Schoolgids 2015 - 2016
De schriftelijke conclusies van de verschillende verticale groeperingen die voortkomen uit de onlangs gehouden studiedag, getuigen daar van. Maar ook de gesprekken die ik met iedereen afzonderlijk heb gehad, geven mij het gevoel dat er in gezamenlijkheid veel te bereiken is. Zonder deze positieve insteek lukt het geen enkele school de weg omhoog (terug) te vinden. Daarom ben ik er van overtuigd dat het jullie lukken gaat. Voorwaarde is mijns inziens wel, dat er vanaf nu niet meer (= minder) gepraat wordt, maar alleen nog (= vooral) knopen worden doorgehakt en er tot actie wordt over gegaan. Het wordt tijd om vast te stellen dat “we” het zo en zo gaan doen, ook al denkt een enkeling dat het anders moet of kan. Die enkeling zal zich moeten schikken, want anders wordt deze persoon een remmende factor. En een enkeling kan en mag de ontwikkeling van een school niet tegenhouden. Ik hoop dat jullie wat hebben gehad aan mijn bezoek en wat hebben aan dit verslag. Dat geldt ook voor het individuele verslag voor iedere leerkracht apart. Ik wens jullie heel veel succes en sterkte, maar vooral heel veel plezier in het verwezenlijken van wat jullie allemaal uitstekend in het hoofd hebben. Dick Beijer 22 april 2013 VISITATIE NMV Vorig jaar (5 juni 2012) is de school gevisiteerd door de visitatiecommissie van de NMV. Op een viertal punten wordt de school medio 2014 gehervisiteerd. Het gaat dan om de punten 5.4 en 5.6 (verzorging van de lokalen), 7.4 en 7.6 (materiaal keuze), 7.8 (materiaal gebruik) en 9.1. (eigen keuze van het kind). Voor nu geldt dat de punten 5.4 en 5.6 op een enkele groep na in orde zijn. De betrokken leerkrachten waarvoor dit nog niet geldt, zijn door mij op de hoogte gesteld. De punten 7.4 en 7.6 zijn significant verbeterd. Er zijn thans veel meer mogelijkheden om uit verschillende materialen te kiezen. Het methode gebruik is echter (nog) zó bepalend, dat er hierbij zeker nog winst te boeken valt. In het verlengde daarvan geldt hetzelfde voor 7.8: het materiaal gebruik. Dit geldt uiteraard minder voor de onderbouw omdat daar de methodes niet aanwezig zijn. De hervisitatiecommissie zal de vooruitgang vermoedelijk positief beoordelen, maar zal daar aan toe voegen dat de school er nog niet is. Dit wordt overigens door alle leerkrachten zelf ook beaamt en bij het hier beschreven volgende onderdeel van dit verslag (“Wat Viel Op”), zijn aanbevelingen gedaan om hier verder in te ontwikkelen. Het punt 9.1. is voor nu nog onvoldoende. De hervisitatiecommissie zal dat zeker ook vinden als het blijft zoals het nu is. Opnieuw geldt dat niet voor de onderbouw. Mocht het niet lukken dit het komende jaar te verbeteren dan vrees ik dat de hervisitatiecommissie een negatief advies aan het sectiebestuur zal geven, met als gevolg dat de school haar erkenning kwijt raakt indien het sectiebestuur dat advies overneemt. En dat laatste is vrijwel altijd het geval.
Schoolgids 2015 - 2016
Hier meld ik met nadruk nogmaals: actie is gewenst!
- Inspectierapport 2014 De complete versie vindt u op de website van de school.
Schoolgids 2015 - 2016
Schoolgids 2015 - 2016
Schoolgids 2015 - 2016
Evaluatie NIO-toets 18 maart 2014
Schoolgids 2015 - 2016
Schoolgids 2015 - 2016
Eindrapport NMV december 2014 De Montessorischool is in het najaar van 2014 gevisiteerd. Het resultaat was voldoende.
4
Meerjarenactieplan schoolgedeelte Adoptiefase (A)- wat inhoudt dat het thema op belangrijkheid juist is erkend Voorwaardenfase (V)- wat inhoudt dat er nog aan de randvoorwaarden moet worden gewerkt om over te gaan tot implementatie Implementatiefase (I)- wat inhoudt dat het thema in ontwikkeling kan worden gezet. Het is de bedoeling dat jaarlijks het schoolplan (zeker de planning) wordt geactualiseerd. Het gedeelte 2012-2013: 2011-2012
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Heroriëntatie uitgangspunten montessorionderwijs Op basis van het visitatieverslag NMV dd 05-06-12
Herinrichting montessorionderwijs Op basis van het visitatieverslag NMV dd 05-06-12 / april 2013
Herinrichting montessorionderw s Op basis van het visitatieverslag NMV dd 05-06-12 / april 2013
Studievaardigheden (Blits) (I) Verkeer (klaar over) (I) Wijzer door natuur&techniek / tijd / wereld (I) Spelling (I) Taal (V) Heroriëntatie uitgangspunten montessorionderwijs Op basis van het visitatieverslag NMV dd 05-06-12.
Taal (I) Herinrichting montessorionderwijs Op basis van het visitatieverslag NMV dd 05-06-12 / april 2013
onderbouw OVM - I Woordenschat (V+I)
middenbouw Studievaardigheden (Blits) (V+I) Verkeer (klaar over) (V+I) Wijzer door natuur&techniek / tijd / wereld (V+I) Spelling (V+I) Taal (A)
Tussen- en
Studievaardigheden
Schoolgids 2015 - 2016
Herinrichting montessorionderw s Op basis van het visitatieverslag NMV dd 05-06-12 / april 2013
bovenbouw
(Blits) (I) Verkeer (klaar over) (I) Wijzer door natuur&techniek / tijd / wereld (I)
schoolbreed Spelling (V+I) (MB-BB)
Taal (A) Viseon (V+I) Werken volgens DIM
teambreed
Kwaliteitszorgsysteem (V+I) BHV-opfriscursus
Schoolgids 2015 - 2016
Heroriëntatie uitgangspunten montessorionderwijs Op basis van het visitatieverslag NMV dd 05-06-12
Herinrichting montessorionderwijs Op basis van het visitatieverslag NMV dd 05-06-12 / april 2013
Vernieuwen Pluspunt (V) Taal (I) Viseon (I)
(I)
Kwaliteitszorgsysteem (I) BHV-opfriscursus Heroriëntatie uitgangspunten montessorionderwijs Op basis van het visitatieverslag NMV dd 05-06-12 Oriëntatie op mindmappen en Early Bird
Herinrichting montessorionderw s Op basis van het visitatieverslag NMV dd 05-06-12 / april 2013
BHV-opfriscursus BHV-opfriscursus Herinrichting montessorionderwijs Op basis van het visitatieverslag NMV dd 05-06-12 / april 2013
JAARPLAN 2013-2014 Belangrijkste doelen : -leerlingen laten zien wat ze kunnen óók bij de citotoetsen. -nog dit schooljaar voldoen aan de eisen van de NMV.
Schoolgids 2015 - 2016
Roermond, 14 november 2013 Onderwerp : jaarplan 2013-2014 (mede naar aanleiding van het basisarrangement met “attendering” van de schoolinspectie). Aanleiding : Op 26 september heeft het bestuur van de Stichting Swalm en Roer een brief ontvangen van de Inspectie van het Onderwijs. Het onderwerp ; toekennen basisarrangement. Uit de brief werd duidelijk dat de Montessoribasisschool Roermond voor het schooljaar 2013-2014 een basisarrangement heeft gekregen. Echter met een attendering. Een attendering vanwege het feit dat de (eind-) opbrengst schooljaar 2012-2013 onder het niveau lag. Indien het onderpresteren bij de CITO-eindtoets “structureel” blijkt te zijn dan heeft de school een probleem. Dan krijgen wij mogelijk het predicaat zwak. Dit predicaat heeft ingrijpende gevolgen.
Vanwege de rol die het CVB van de Stichting heeft in dit soort kwesties, heeft de voorzitter van het CVB verhaal gehaald bij de directeur van de school. De directeur (ondergetekende Fits Hoff) heeft als volgt gereageerd. -
hij erkent dat de eindopbrengst CITO-eindtoets onder het te verwachten niveau ligt. De school wist dat het een “relatief” zwakke groep was. Dit blijkt ook uit de groeps-iq-uitslag van NIO. We wisten dat dit zijn invloed zou hebben op de Citoeindtoets-uitslag. Dat we onder de streep zouden duiken, hebben wij niet voorzien.
-
hij geeft vervolgens aan dat uit een andere manier van meten het tegenovergestelde blijkt. Verwezen wordt naar de uitslag NIO-toets schooljaar 2012-2013. Deze toets is COTAN gecertificeerd (toegevoegd als bijlage 1).
Gezocht is naar een verklaring. Het volgende is gememoreerd. -
De NIO-toets (ook wel ISI of BNT-toets genoemd) en de CITO-eindtoets worden beide afgenomen sinds 1987. Uit de uitslagen van NIO-toets blijkt dat sinds 2007 het schoolvorderingenquotiënt nooit onder intelligentiequotiënt is gedoken.
Schoolgids 2015 - 2016
-
-
De CITO-eindtoetsscore is door de jaren heen altijd relatief (in relatie tot het intelligentiequotiënt van de BNT) laag geweest. Dit was nooit een “probleem”. Dit jaar echter wel. Dit komt waarschijnlijk omdat intelligentiequotiënt de laagste is sinds 1982. De hoogste score van het intelligentiequotiënt in 2008 gaf ook de hoogste CITO-score. Een andere verklaring “zou ook kunnen zijn” dat onze leerlingen niet zo competitief en niet getraind zijn.
Wat ook nog benoemd is tijdens het gesprek. -
De Nederlandse Montessori Vereniging (NMV) heeft op 5 juni 2012 de school gevisiteerd. De NMV concludeerde dat de Montessoribasisschool niet meer volledig (onvoldoende) voldeed aan de criteria van de vereniging. De school heeft twee jaar de tijd gekregen om meer te voldoen aan de criteria. Rond juni 2014 wordt de school opnieuw gevisiteerd. Indien de school bij de hervisitatie niet voldoet aan de eisen dan zijn wij geen door de NMV erkende Montessorischool meer. Zie toegevoegd visitatierapport d.d. 05-06-2012 (bijlage 1).
En nu? Vanaf het schooljaar 2012-2013 is de school druk bezig met de kanteling naar beter (NMV-) montessorionderwijs. De school gaat er vanuit dat beter montessorionderwijs leidt tot beter onderwijs. Hogere opbrengsten. - Omdat de uitslagen van de CITO-eindtoets eigenlijk meestentijds niet overeenkomen met het beeld van de leerkracht (zijn schooladvies) en de uitslagen van de NIOtoets is besloten om leerlingen (vooral die in groep 8) bekender te maken met de wijze van toetsen. -
Het bovenstaande zijn de twee belangrijkste peilers / ingrediënten van het jaarplan 2013-2014. -
Tot slot. De vruchten van onze werkzaamheden in dit kader (de kanteling) zijn terug te vinden in de volgende bijlagen:
*
bijlage 2
*
bijlage 3
*
bijlage 4
*
bijlage 5
Schoolgids 2015 - 2016
het document: 2013 05 16 Montessoribasisschool Roermond van abstract naar concreet het document: 2013 05 29 Montessoribasisschool Roermond gewenste situatie het document: 2013 05 20 Opbrengst verticale groepen Montessoribasisschool Roermond gewenste situatie het document: 2013 04 26 Verslag Roermond
Het jaarplan 2013-2014 Aspect van de verandering (uit visitatierapport) 1.6 De leraren werken vanuit concepten die in de visie van de school naar voren komen.
Doel (bereikt hebbend op 1 maart) De concretiseringen (van het montessoriconcept) zoals benoemd in de documenten zijn zichtbaar in de klassen (inrichting en gewenst gedrag leerkracht en leerlingen)
Wie initieert en/of voert uit. Het NMVgroepje is feitelijk de stuurgroep. Leerkrachten voeren uit.
Aspecten
diversen
Leerkrachten hebben reeds collegamontessorischolen bezocht. Leerkrachten hebben daar een mening over en gedeeld met collega’s.
ijkdocumenten zijn: het document: 2013 05 29 Montessoribasisschool. en Roermond gewenste situatie En het document: 2013 05 16 Montessoribasisschool Roermond van abstract naar concreet. en Het verslag van de visitatiecommissie d.d. 5-62012 (bijlage 6) En Het verslag van Dick Beier d.d. 26-4-2013
Schoolgids 2015 - 2016
2.3 Leraren hebben in de afgelopen drie schooljaren activiteiten ontplooid om hun Montessoribekwaamheid op peil te houden of te vergroten.
5.4 Kinderen worden gestimuleerd door de aankleding van het lokaal.
Schoolgids 2015 - 2016
Leraren vergroten hun bekwaamheid door: - zelfstudie materiaalkennis middels hun materiaalboeken van de studie en / of de door school aangeschafte cdroms die zijn geplaatst op het netwerk. - oefenen met de opnieuw aangeschafte materialen in (bijvoorbeeld) de setting van het bouwoverleg. De concretiseringen zoals benoemd in de documenten zijn zichtbaar in de klassen.
De leerkrachten De bouw
De leerkrachten.
Tijdens bouwoverleg is de aankleding van het lokaal een aandachtspunt.
Professionele feedback door leerkrachten zal georganiseerd worden. Leerkrachten helpen leerkrachten.
5.6 Kinderen leren en spelen in een verzorgd lokaal.
Zie bovenstaande
De leerkrachten.
(tijdelijk) overbodig materiaal kan wordt opgeslagen. De directie heeft mogelijkheden geschapen.
Professionele feedback door leerkrachten zal georganiseerd worden. Leerkrachten helpen leerkrachten.
7.4 Kinderen kunnen kiezen uit een variatie aan materiaal voor rekenen en wiskunde.
Er is een lijst samengesteld wat betreft montessorimaterialen, die stapsgewijs worden aangeschaft en (her-) ingevoerd.
NMV-groepje neemt het voortouw en faseert de (her-) invoering. Leerkrachten voeren uit.
Het betreft de montessorimaterialen voor rekenen, taal en kosmische opvoeding. Ook in deze volgorde.
7.6 Kinderen kunnen kiezen uit een variatie aan materiaal voor de kennisgebieden. 7.8 Het materiaal is in voldoende hoeveelheid aanwezig en wordt ook gebruikt. 9.1 Kinderen kiezen hun
Zie 7.4
Zie 7.4
Zie 7.4
De methodes van rekenen en taal worden “gemontessorianiseerd”. Dat betekent dat het zo veranderd wordt dat individualisering en combinering met het montessorimateriaal mogelijk wordt. (individuele) administratie en registratie (voor leerkracht) wordt ontworpen. Zie 7.4
Zie 7.4
Zie 7.4
Zie 7.4
Zie 7.4
De concretiseringen
Leerkracht
Schoolgids 2015 - 2016
ijkdocumenten zijn: het
werk zelf, tenzij hier beredeneerd van wordt afgeweken.
10.2 De leraar ondersteunt het keuzeproces bij kinderen
zoals benoemd in de documenten zijn zichtbaar in de klassen (inrichting en gewenst gedrag leerkracht en leerlingen)
De concretiseringen zoals benoemd in de documenten zijn zichtbaar in de klassen (inrichting en gewenst gedrag leerkracht en leerlingen)
voert uit. Er wordt expliciet een appèl gedaan op de deskundigheid van de leerkracht.
document: 2013 05 29 Montessoribasisschool. en Roermond gewenste situatie En het document: 2013 05 16 Montessoribasisschool Roermond van abstract naar concreet.
Directeur heeft hier een mening over. Deze wordt / is gecommuniceerd naar leerkrachten. Een externe (Dick Beier) heeft ook twee keer een (waaronder een gepersonaliseerd) verslag gemaakt. Dit geldt voor overige aspecten ook. Leerkracht wordt in de gelegenheid ondersteuning te ontvangen. Een voorstel (hulpvraag / kostenplaatje) ter zake ontvang ik graag.
Schoolgids 2015 - 2016
Het is ook mogelijk dat de directeur het initiatief neemt. ijkdocumenten zijn: het document: 2013 05 29 Montessoribasisschool. en Roermond gewenste situatie En het document: 2013 05 16 Montessoribasisschool Roermond van abstract naar concreet.
Schoolgids 2015 - 2016
Maatregelen naar aanleiding analyse opbrengsten CITO-EINDTOETS. Startpunt: - wij erkennen dat de opbrengsten gemeten volgens de CITO-EINDTOETS-methodiek te laag. zijn. -wij zien een discrepantie tussen de resultatenmeting van NIO en CITO-EINDTOETS. Zie bijlage 6
-wij herkennen ons in de uitslagen van NIO. Zie verder wat geschreven is onder kopje “aanleiding”.
-wij zijn van mening dat het trainen op de CITO-EINDTOETS niet de bedoeling kan zijn. Wij bereiden onze leerlingen 8 jaar voor op het VO en zien de kinderen wat breder dan alleen Taal en Rekenen.
Wat gaan wij doen: - wij gaan werken aan de toetsattitude: * het is belangrijk dat je deze toets goed probeert te maken. Middels deze toets kunnen je leerkracht, je ouder en het VO zien wat je allemaal kan. Positieve benadering.
*leerkrachten maken de kinderen vriendelijk en indringend vertrouwd met de/ een toets. Positieve benadering. *hoe maak je een toets? Wat doe je als je iets niet weet. Wat doe je als je klaar (?) bent. -wij bezinnen ons op de toetsomstandigheden en nemen gepaste maatregelen:
*rustige en ordentelijke omstandigheden in het lokaal. *goede instructie wat er moet gebeuren per onderdeel.
Schoolgids 2013-2014 Montessoribasisschool Roermond
- 62 -
Evaluatie activiteiten in het kader van de hervisitatie (Notulen NMV-groepje maandag 16 juni 2014) Frits opent door mee te delen dat we een brief hebben gekregen van de NMV, met de aankondiging van een nieuwe visitatie op vrijdag 3 okt. a.s. Omdat dit op een vrijdag valt, heeft Frits de NMV gemaild met de vraag of het op een andere dag kan ivm de afwezigheid van de kleuters. Hierover zullen we nog uitsluitsel krijgen, maar het feit blijft dat her hervisitatie eraan zit te komen. Om tot de NMV te blijven horen, zullen we deze ronde met een voldoende score moeten afsluiten. Onze eerste vraag is dus: Zijn we er klaar voor? Dit zijn de punten die we hebben ondernomen de afgelopen twee jaar: - De leerlijnen van rekenen en taal zijn onder de loep genomen. We hebben ze aangevuld met extra materialen. We hebben een manier gevonden om niet meer met alle kinderen te gelijk aan dezelfde les te werken, maar kinderen op hun eigen niveau de stof door te laten werken. - We hebben afspraken gemaakt over het verrijken en verbreden in de middenbouw en het “doorlaten-werken” in de bovenbouw. Wat moeilijk blijft is om niet achter de kinderen aan te jagen. Het loslaten is nog niet zo los als we zouden willen, maar hierin mogen we ook verwachten dat het opdoen ervaring ons hierin steeds een stapje verder zal brengen. - Er zijn een aantal documenten ontstaan: o.a. o Montessori van abstract naar concreet o Opbrengst verticale groepen studiedag 2 april 2013 o Montessorischool, de gewenste situatie o Materialen en werkwijzen aan de hand van kerndoelen (vooralsnog in concept) - Vooral in dit laatste document staan concrete afspraken die we in de loop van de tijd hebben gemaakt. - Ook op het gebied van kosmisch hebben we de nodige extra materialen besteld. Een groot deel is al binnen, maar er is ook nog een flinke bestelling onderweg. Hopelijk kunnen we daar spoedig mee aan de slag. - We hebben met elkaar de klassen bekeken en daar waar nodig overzichtelijker gemaakt. - We zijn allemaal op bezoek geweest bij andere Montessorischolen om een andere kijk op dingen te ontwikkelen. Wat willen we wel en wat niet? - Er zijn voor de midden- en bovenbouw nieuwe aftekenboekjes gemaakt die hetzelfde van opzet zijn en dus een doorlopende lijn creëren. - Op het programma staat nu nog een doorlopende lijn voor de leerkrachtenadministratie. Een belangrijk punt hierin moet zijn: dat er niet alleen aangegeven kan worden wát er is gedaan, maar vooral ook hóe. Enkele ideeën hiervoor zijn dat er in het aftekenboekje op bepaalde momenten door de kinderen dmv kleur wordt aangegeven hoe ze iets hebben gemaakt (groen = goed, geel = voldoende, rood = onvoldoende). Dit kan een beoordeling zijn nav een toets, maar ook een eigen interpretatie van de leerlingen. In de administratie van de leerkrachten wil de mb graag een administratie per leerling. De bovenbouw per vakgebied. Ook hier willen we, naast het geijkte afstrepen van de gemaakte werkjes, een mogelijkheid om de vorderingen te noteren. Ingrid zal zich hier binnenkort over buigen om een eerste opzet te maken.
Al met al hebben we dus aardig wat werk verzet. Maar is het genoeg? Het visitatierapport van twee jaar geleden ( 5juni 2012), beoordeelde ons op bepaalde punten onvoldoende en kondigde aan dat we over twee jaar (nu dus) een hervisitatie gaan krijgen op: * Aankleding van het lokaal (5.4 en 5.6) Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
63
* Variatie aan materiaal voor rekenen/wiskunde en kennisgebieden (7.4 en 7.6) De kinderen krijgen per groep allemaal dezelfde instructie voor rekenen en wiskunde. In de bovenbouw worden kinderen van dezelfde leeftijd zelfs bij elkaar gevoegd. Vrijwel alle kinderen werken door de hele school heen in hetzelfde blok. Waarmee de kinderen vervolgens individueel aan de slag gaan is behoorlijk beperkt, namelijk het invullen van werkbladen. Materiaal wordt zo af en toe gebruikt om extra uitleg te geven. Hetzelfde geldt voor de materialen voor de kennisgebieden. Voor elke jaargroep zijn er drie boekjes voor handen: geschiedenis, aardrijkskunde en biologie. Ze worden van kaft tot kaft doorgewerkt. * Het aanwezige materiaal wordt voldoende gebruikt (7.8) Het materiaal is redelijk voldoende voorhanden, maar wordt niet veel gebruikt. De kasten voor de kralenkettingen zijn daarvoor niet exemplarisch, maar wel tekenend. Het materiaal is ondergeschikt (geworden) aan de methoden. En dan bedoelen we niet alleen het Montessorimateriaal. * De vrije werkkeuze. (9.1) De kinderen kunnen vrijwel alleen kiezen uit het moment waarop het werk gedaan kan worden. En dan nog het liefst op dezelfde dag. Mat andere woorden: een kind kiest er elke dag voor om meteen het verplichte werk te doen, of later. Mocht dat werk af zijn, dan is de werkkeuze groter, maar hier komen langzame en minder slimme kinderen eigenlijk niet aan toe.
Na de NMV is ook Dick Beijer nog langs geweest op 04-05-2013. Hij gaf het volgende aan: Voor nu geldt dat de punten 5.4 en 5.6 op een enkele groep na in orde zijn. De betrokken leerkrachten waarvoor dit nog niet geldt, zijn door mij op de hoogte gesteld. De punten 7.4 en 7.6 zijn significant verbeterd. Er zijn thans veel meer mogelijkheden om uit verschillende materialen te kiezen. Het methode gebruik is echter (nog) zó bepalend, dat er hierbij zeker nog winst te boeken valt. In het verlengde daarvan geldt hetzelfde voor 7.8: het materiaal gebruik. Dit geldt uiteraard minder voor de onderbouw omdat daar de methodes niet aanwezig zijn. De hervisitatiecommissie zal de vooruitgang vermoedelijk positief beoordelen, maar zal daar aan toe voegen dat de school er nog niet is. Dit wordt overigens door alle leerkrachten zelf ook beaamt en bij het hier beschreven volgende onderdeel van dit verslag (“Wat Viel Op”), zijn aanbevelingen gedaan om hier verder in te ontwikkelen. Het punt 9.1. is voor nu nog onvoldoende. De hervisitatiecommissie zal dat zeker ook vinden als het blijft zoals het nu is. Opnieuw geldt dat niet voor de onderbouw. Mocht het niet lukken dit het komende jaar te verbeteren dan vrees ik dat de hervisitatiecommissie een negatief advies aan het sectiebestuur zal geven, met als gevolg dat de school haar erkenning kwijt raakt indien het sectiebestuur dat advies overneemt. En dat laatste is vrijwel altijd het geval. Hier meld ik met nadruk nogmaals: actie is gewenst!
64
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Conclusie: We waren al een heel eind toen Dick Beijer ons vorig jaar bezocht. Echter, punt 9.1 is wel net hetgeen we hierboven beschrijven tegenaan te lopen. Het durven loslaten is echt iets waar we ons zelf nog in moeten trainen. Een kind dat eens een dag niet rekent omdat het de volgende dag twee lessen maakt, moet je durven laten gaan…. Makkelijk gezegd! Maar nodig als we onze NMV licentie willen behouden.
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
65
Voornemens 2014 -2015
Aandachtspunten van Dick Beijer t.a.v. de Kijkwijzer Kinderen worden gestimuleerd door aankleding lokaal (5.4)
Voor nu geldt dat de punten 5.4 en 5.6 op een enkele groep na in orde zijn. De betrokken leerkrachten waarvoor dit nog niet geldt, zijn door mij op de hoogte gesteld.
Voor tips: zie verslag Dick Beijer Kinderen leren en spelen in een verzorgd lokaal (5.6)
Kinderen kunnen kiezen uit een variatie aan materiaal voor rekenen en wiskunde (7.4)
De punten 7.4 en 7.6 zijn significant verbeterd. Er zijn thans veel meer mogelijkheden om uit verschillende materialen te kiezen. Het methode gebruik is echter (nog) zó bepalend, dat er hierbij zeker nog winst te boeken valt. In het verlengde daarvan geldt hetzelfde voor 7.8: het materiaal gebruik. Dit geldt uiteraard minder voor de onderbouw omdat daar de methodes niet aanwezig zijn. De hervisitatiecommissie zal de vooruitgang vermoedelijk positief beoordelen, maar zal daar aan toe voegen dat de school er nog niet is.
Voor tips: zie verslag Dick Beijer
Kinderen kunnen kiezen uit een variatie aan materiaal voor de kennisgebieden. (7.6)
Het materiaal is in voldoende hoeveelheid aanwezig en wordt ook gebruikt. (7.8)
Kinderen kiezen hun werk zelf, tenzij hier beredeneerd van wordt afgeweken. (9.1)
Het punt 9.1. is voor nu nog onvoldoende. De hervisitatiecommissie zal dat zeker ook vinden als het blijft zoals het nu is. Opnieuw geldt dat niet voor de onderbouw. Mocht het niet lukken dit het komende jaar te verbeteren dan vrees ik dat de hervisitatiecommissie een negatief advies aan het sectiebestuur zal geven, met als gevolg dat de school haar erkenning kwijt raakt indien het sectiebestuur dat advies overneemt. En dat laatste is vrijwel altijd het geval. Hier meld ik met nadruk nogmaals: actie is gewenst!
Voor
tips: zie verslag Dick Beijer Schoolgids 2013-2014 Montessoribasisschool Roermond
- 66 -
Opvallende punten Dick Beijer n.a.v. zijn bezoek. Laat het kind leidend zijn en de methode het vangnet.
Wat me in alle midden-, tussen- en bovenbouwgroepen opviel was dat (vrijwel) alle kinderen op dezelfde bladzijde in hetzelfde boek aan het werk zijn. De methoden zijn daarmee erg bepalend. Tijdens het bezoek van de visitatiecommissie vorig jaar kwam vanuit het team de opmerking: “Laat het kind leidend zijn en de methode het vangnet”. Weliswaar in andere bewoordingen, maar ook nu is het een uitspraak die door iedereen wordt onderschreven. Hoe verschilt die uitspraak echter met de werkelijkheid!
Taakgerichtheid.
Een tweede punt dat me opviel (en ligt vast in het verlengde van wat hierboven staat) is de taakgerichtheid van de kinderen. Ze maken opdrachten omdat ze in de methode staan. Soms mag iemand wat overslaan, maar daar blijft het qua differentiatie meestal bij. Het uitvoeren van dergelijke zaken is vaak saai en vervelend. Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
67
Stel je voor dat je dat zelf elke dag als je naar je werk gaat, moet doen.
Voorkom geestdodendheid!
Registratie
Een derde opvallend punt is de registratie. Deze is door de hele school niet gelijk en dat zou wel moeten. De registratie dient van groep 1 tot en met 8 op elkaar afgestemd zijn en moet niet alleen aangeven WAT de kinderen hebben gedaan (wat nu het geval is), maar vooral HOE ze het hebben gedaan. Want om dat laatste gaat het: heeft het kind dit werk snel gemaakt of heeft hij er juist lang over gedaan, was er veel hulp nodig, heeft hij het laten maken door een vriendje etc. Nu staat er slechts een krul als iets gedaan is. Het noteren van de startdatum en de datum dat het af is, of begrepen is, zegt al veel meer. Namelijk hoe lang het geduurd heeft: twee kinderen leren de tafel van zeven en het ene kind had dat binnen een week in zijn hoofd zitten, terwijl het andere kind er meer dan een half jaar voor nodig had. In beide gevallen is het “produkt” hetzelfde (de tafel van 7 wordt gekend), maar het proces was volkomen anders.
Voor tips: zie verslag Dick Beijer
68
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Montessoribasisschool Roermond De gewenste situatie: Kinderen worden gestimuleerd door de aankleding van het lokaal. Het materiaal is in voldoende mate aanwezig en wordt gebruikt. • De klas moet rust uitstralen. Daarvoor moet de klas opgeruimd, geordend en schoon zijn. • De klas moet “zin in leren” uitlokken. • De materialen moeten compleet en verzorgd zijn en blijven. • Verder zien we graag: Plantjes in de klas
ACTIEPUNTEN
BEREIKT ?
ACTIE DOOR WIE?
*
Materialen die niet compleet zijn aanvullen.
Er zijn diverse materialen besteld.
Iedereen: incomplete materialen heeft, moet die aanvullen.
* * * *
Meer Montessorimateriaal krijgen voor de mb-tb-bb
Ja, voor rekenen en taal.
Meer kosmische materialen krijgen in diverse bouwen
Ja, zijn besteld
Goede techniekmaterialen krijgen
Geen aandacht aan geschonken.
Materiaallessen geven; onder de aandacht brengen van minder gebruikt materiaal.
Ieder voor zich.
* *
Kinderen opvoeden in poetsen en opruimen; geef zelf het goede voorbeeld!
Ieder voor zich
Lokalen zijn snel stoffig. 1x per maand spinnenwebben verwijderen
Ieder voor zich
* * *
Plantjes; ieder kind heeft een plantje
Nee
Iedereen: elk kind een plantje 2014/2015
Kleur- en knutselmateriaal; per groepje/per kind enz.
Nee
Team: gezamelijke afspraak ??
Verantwoordelijkheid ; Er moet een cultuur ontstaan waarbij we elkaar durven aanspreken
Nog niet echt
Stem steeds op elkaar af. zorg voor elkaar! (Dick Beijer)
*
Groot onderhoud: Tafels, stoelen en kasten die stuk zijn vervangen of repareren
Wie nog
Dit zal tzt nog op de agenda moeten komen.
Iedereen bepaalt dit voor zijn/haar eigen Iedereen: klas. melden.
Doe het samen! Heb
Achterstallig onderhoud bij Frits
Borden die “op” zijn verven Zeil dat “op” is vervangen enz. Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
69
Behandel muren zodat specie/stuc niet meer afbrokkelt. Matjes vervangen.
Kinderen hebben plek om samen te werken en te spelen zelfstandig, gefocust en “produceren / verwerken” naar vermogen
Kinderen werken Kinderen werken rustig
ACTIEPUNTEN
BEREIKT ?
ACTIE DOOR WIE?
*
Kinderen wijzen op hun verantwoordelijkheden
Ieder voor zich
Iedereen: Bepaal voor jezelf op welke punten, je hier nog verbetering in kunt aanbrengen.
* * * * * * * *
Kinderen bewust maken van hun eigen instelling en de gevolgen daarvan
Ieder voor zich
Kinderen leren hun verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen werk
Ieder voor zich
Eisen stellen
Ieder voor zich
Elkaars kinderen durven aanspreken
Ieder voor zich
Meer complimentjes geven bij werk dat er kwalitatief goed uitziet
Ieder voor zich
Het kind betrekken bij het werk en datgene wat past bij hun mogelijkheden
Ieder voor zich
Leren om meer meters te maken.
Ieder voor zich
Aanschaffen van study buddy’s en koptelefoons.
Nee
Team: Hebben we hier behoefte aan en is er budget voor?
Nee (niet als team vastgelegd)
Team:
Gezamenlijke afspraken maken over: WERKHOUDING o Wat we verwachten van de leerlingen o Een uniforme aanpak mbt het aanleren van een actieve werkhouding
In een teamvergadering een aantal concrete afspraken met elkaar hierover maken.
o Wat accepteren we en wat niet o Wat de consequenties zijn voor leerlingen die zich laks opstellen o Welke eisen stellen we aan werkverzorging en schrijfmateriaal.
WERKWIJZE o Werken met een grote ronde, kleine ronde, observatie? o Werken met gedragscode dobbelsteen / piramide?
70
Nee (niet als team vastgelegd)
Team: In een teamvergadering een aantal concrete afspraken met elkaar hierover maken.
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
o Plannen o Nakijken
RUST o Wat zijn de consequenties als je niet rustig kunt werken?
Nee (niet als team vastgelegd)
o Hoe willen we dat de kinderen ’s morgens binnenkomen?
Team: In een teamvergadering een aantal concrete afspraken met elkaar hierover maken.
Kinderen kiezen hun werk zelf, tenzij hier beredeneerd van wordt afgeweken. (9.1)
*
ACTIEPUNTEN
BEREIKT ?
ACTIE DOOR WIE?
Registratie dient vanaf groep 1 t/m 8 op elkaar afgestemd te zijn.
OB houdt eigen registratie.
* Kinderen
Aftekenboekje is nog niet gelijk.
* Leerkrachten
Voor rekenen en taal zitten we op 1 lijn. Iedereen: Alle leerkrachten dienen deze aftekensystemen op dezelfde afgesproken wijze te hanteren.
Ingrid; 1 doorlopend aftekenboekje gr, 3 t/m 8
NMV-groepje: Ook voor spelling een dergelijk systeem maken (tzt) Voor andere materialen niet eenduidig.
*
*
NMV-groepje: Bespreken hoe de andere materialen eenduidig door alle leerkachten geregistreerd kunnen / moeten worden (tzt)
Er moet niet alleen aangegeven worden WAT de kinderen hebben gedaan, maar In orde voor rekenen en taal. vooral HOE ze het hebben gedaan.
NMV-groepje:
Het noteren van de startdatum en de datum dat het af is
NMV-groepje:
In orde voor rekenen en taal.
Bespreken hoe de andere materialen eenduidig door alle leerkachten geregistreerd kunnen / moeten worden (tzt)
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
71
Bespreken hoe de andere materialen eenduidig door alle leerkachten geregistreerd kunnen / moeten worden (tzt)
*
72
In 1 overzicht de diverse materialen behorende bij 1 leerstofgebied kunnen registreren, zodat de Methode niet meer leidend is.
In orde voor rekenen.
NMV-groepje: Ook voor taal in het schema bijv. de blauwe, oranje taalset ed verwerken.
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
73
Koersplan 2015 – 2019 Voorwoord Voor u ligt het schoolplan voor de komende periode van 4 jaar. Als montessorischool laten wij ons leiden door het gedachtegoed van Maria Montessori. De concretisering van het gedachtegoed wordt bewaakt door de Nederlandse Montessori Vereniging (NMV). De NMV heeft aan het begin van de afgelopen schoolplanperiode de school als niet voldoende beoordeeld. We schrijven juni 2012. De jaren daarop volgend heeft het team haar uiterste best gedaan om de “concretisering van het gedachtegoed van Maria Montessori” op peil te brengen. Dat is gelukt! We schrijven oktober 2014. Het schoolplan voor de komende periode heeft als doel a) het consolideren van de bestaande situatie, b) de concretisering van het gedachtegoed te verbeteren. Onder verbeteren wordt het volgende verstaan. Het nog beter / nauwer aansluiten bij het ontwikkelingsniveau en onderwijsbehoefte van het kind. Zo gezegd maar niet zo gedaan. Op basis van de uitkomsten van de interne en externe analyse en de voor ons belangrijke (nieuwe) inzichten (zie bijlagen 1 t/m 6) is het plan gemaakt. Wat willen we de komende periode vooral bereiken (voort bordurend op wat hierboven ook al staat)?: - het gedachtegoed van Maria Montessori (en de vele mogelijkheden van concretisering) meer laten leven bij de leerkrachten en ouders van de school. - de concretisering op onze school van het gedachtegoed kritisch toetsen (door leerkrachten en externen). Het gaat daarbij niet om goed of fout. Het gaat om de dialoog. Doen we de juiste dingen op de goede manier? Leidraad is de Kijkwijzer van de Nederlandse Montessori Vereniging (zie bijlage 3). - nieuwe inzichten toetsen / waarderen om te bepalen of die passen binnen ons concept (van denken en werken). Wederom geen sinecure. Er worden tegenwoordig inzichten, waarheden (al dan niet zogenaamd evidence based ) door uitgevers, ondernemers, “deskundigen” en anderen (die een graantje willen meepikken van het publieke onderwijsgeld) de onderwijswereld in geslingerd. Dit vaak gepaard gaande met (perverse ?) verdienmodellen. Maak de onderwijswereld bang, beloof ze gouden bergen maak ze “onterecht bewust onbekwaam” en de gemeenschapsgelden stromen binnen. Worden de kinderen hier beter van?
- de rol van de leerkracht. Vaak wordt benoemd dat zaken niet lopen vanwege externe factoren (de ouders, de samenleving, de collega’s, de bouw, het team, de directeur en bijvoorbeeld de schoolinspectie). Vaak wordt er extern geatribueerd. Begrijpelijk en menselijk. Daarmee wordt impliciet ook gezegd “dat de leerkracht er niet toe doet”. Dat is m.i. een schromelijke onderschatting. Ik (directeur) zou graag willen bewerkstelligen “dat de leraar er wel toe doet (en dat hij / zij het ook zo voelt)”. Het is een continu proces (met een nooit eindigende dialoog) van immer voortschrijdend inzicht. Noem het de evolutie van het montessorionderwijs in Roermond. Voor u ligt geen schoolplan met stoere smart omschreven deelplannetjes.
Hoe willen het bovenstaande bereiken?
Schoolgids 2013-2014 Montessoribasisschool Roermond
- 74 -
- het referentiekader van de leerkrachten vergroten middels bezoeken aan organisaties: Montessorischolen, Daltonscholen, Iederwijsscholen, Steve Jobs-scholen en dergelijke, om te zien hoe zij: - aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de leerlingen, - aansluiten bij de onderwijsbehoefte van de leerlingen, - hoe zij dit “managen”, - welke materialen en werkwijzen zij daar voor gebruiken. De rol van de leerkracht versterken door de leerkracht de mogelijkheid te geven zich te ontwikkelen. Dit kan middels de autonomie van de leerkracht / het team te vergroten. De vrijheid (in gebondenheid) om te mogen leren (scholing), te mogen onderzoeken (bijvoorbeeld elders het leerproces van kinderen observeren) en te mogen experimenteren. Wat wij bij de kinderen faciliteren (tegemoet komen aan de ontwikkeldrang) ook vertalen naar de leerkrachten. Vertaald naar het bedrijfsleven: de leerkracht / het team is een “onderzoek-“, ‘ontwikkel-“ en “productie-“ leerkracht / team in één. - bovenstaande opgedane kennis en ervaringen worden door leerkrachten onderling gedeeld (bijvoorbeeld middels plenaire presentaties). Gedeeld met ouders, kinderen en externen. - in dialoog (met kinderen) bouwen aan sterke kinderen (groepsniveau), - in dialoog (teamleden en ouders) bouwen aan een sterke Montessoribasisschool Roermond (schoolniveau), - in dialoog bouwen aan sterke scholen (stichtingsniveau). De dialoog kan voor gedragenheid van veranderingen zorgen. Het schoolplan is in de kern een richting- en procesdocument. Frits (hopelijk namens vele teamleden / ouders) Resultaat van de inspanningen schooljaren 2013-2014 en 2015-2016
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
75
Evaluatie NIO-toets 3 maart 2015
76
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
77
6.3. Overzicht veranderingsgebieden in de schoolplanperiode 2015-2019 Onderwerp Rol van de leerkracht in het onderwijs. Van leerstofgericht naar leerdoelgericht.
Het belang van goed contact/relatie. Pedagogisch optimisme
Aansluiten bij het ontwikkelingsniveau
78
2015-2016 Leerkrachten kunnen leerlingen door de leerdoelen (bege)-leiden Leerkrachten weten welke Montessorimaterialen gebruikt kunnen worden bij de te behalen leerdoelen Leerkrachten kunnen leerlingen motiveren/stimuleren in het maken van goede keuzes indien de leerlingen daar zelf moeite mee hebben. Een leerling wordt niet afgerekend op wat hij/zij niet kan, maat bevestigd in wat al goed gaat. Van daaruit telkens verdere stappen ondernemen. Leerlingen voelen zich veilig en bouwen een vertrouwensband met de leerkracht op. Leerlingen voelen zich veilig in klassenverband en de onderlinge relaties met medeleerlingen. Leerkrachten zijn op de hoogte van te behalen leerdoelen in hun groepen Leerkrachten zijn in staat om in samenspraak met de leerlingen te bouwen aan diens ontwikkeling. Leerlingen blijven gevrijwaard van het werken op frustratieniveau. Leerkrachten weten welke Montessori materialen ondersteuning kunnen bieden aan de
2016-2017
2017-2018
Voortschrijdend inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijdend inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschri jdend inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschri jdend inzicht. Zie voorwoord.
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
20182019 Voortschri jdend inzicht. Zie voorwoord.
Tegemoet komen aan de onderwijsbehoefte n.
Klassenmanagement
Vrije werkkeuze van leerkracht en leerling.
ontwikkeling van leerlingen en zetten dat op de juiste momenten in. Leerkrachten zijn in staat om pedagogisch en didactisch de juiste begeleiding te bieden opdat leerlingen zich optimaal ontwikkelen. Leerkrachten zijn in staat om die accenten te leggen die op enig moment voor de ontwikkeling van het kind van belang zijn. Leerkrachten zijn ten allen tijde op de hoogte van de ontwikkeling van een kind en kunnen dat aantonen. In elke groep is de administratie dermate in orde dat snel een goed overzicht gegeven kan worden van het ontwikkelingsniveau van kinderen. Leerlingen zijn op de hoogte van hun ontwikkeling en kunnen benoemen wat de volgende stap is. Onderzoeken wat nodig is om beter aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau en onderwijsbehoefte van leerlingen. Loslaten van kinderen in werkkeuze en werktempo mag geen vrije val veroorzaken.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschri jdend inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschri jdend inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschri jdend inzicht. Zie voorwoord.
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
79
Voorbereide omgeving.
School op de kaart zetten
80
Onderzoeken van nodig is om beter aan te sluiten bij het ontwikkelingsniveau en onderwijsbehoefte van de leerling que voorbereide omgeving. Leerlingen en leerkrachten kunnen en mogen gebruik maken van gebouw, klas, lesmaterialen en de tuin zonder dat dit storend is voor anderen. Ouders in Roermond en omgeving weten van het bestaan van de Montessorischool Ouders maken bewuste keuzes op basis van de wetenschap dat er een Montessorischool in hun omgeving ligt. Ouders beseffen op basis van die bewuste keuze ook dat de thuisomgeving en schoolomgeving in elkaars verlengde kunnen/mogen liggen; opvoeden naar zelfstandigheid.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschri jdend inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschrijd end inzicht. Zie voorwoord.
Voortschri jdend inzicht. Zie voorwoord.
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Digitalisering
Onderzoeken of digitaal onderwijs geoptimaliseerd kan worden middels tabletgebruik. Nu één tablet per bouw bijv. uitbouwen naar één of meerdere per groep. Onderzoeken of bepaalde apps/programma’s behulpzaam kunnen zijn bij de ondersteuning van ons onderwijs; denk daarbij aan automatiseren lees- en spellingregels, rekenkundige bewerkingen, etc. liefst zelfcorrigerend omdat dit past binnen de eigen zelfstandige ontwikkeling van het kind.
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
81
7.2
Zorg voor de relatie school en omgeving
De school neemt deel aan het overleg van montessorischolen uit Brabant en Limburg. In dit overleg komen kwesties aan de orde, die direct te maken hebben met de Montessori-identiteit.Naast bovengenoemde overlegsituaties is er regelmatig of incidenteel contact met: de AOB: de Algemene Onderwijs Bond inzake juridische kwesties, arbeidsomstandigheden e.d. de AVS: de Algemene Vereniging van juridische dienstverlening en Schoolleiders managementondersteuning Baanmobiel bemiddeling onderwijs ondersteunend personeel CITO Instituut voor Toetsontwikkeling onderwijskundige ondersteuning en met o.a. de volgende overige instanties: CMAD, Bureau Jeugdzorg, GGD, Gemeente, Hogescholen (Sittard, Eindhoven, Venlo en Roermond), Inspectie, Medische Kinder Dagverblijven, Nederlandse Montessori Vereniging, Onderwijs Begeleidingsdienst, Scholen voor regulier, speciaal en voortgezet onderwijs, Vereniging Bijzondere Scholen, Vertrouwensarts.
7.3 Kwaliteitszorg Om te komen tot een kwalitatief goede school spelen de volgende aspecten een rol: Het kwaliteitsprofiel: De Montessoribasisschool Roermond wil een goede basisschool en een goede montessorischool zijn. Dat betekent in concreto dat de montessoribasisschool er naar streeft uit leerlingen te halen wat er in zit. Als ijkpunt worden de uitslagen van de basisniveautoets gebruikt. De schooluitslagen van de intelligentie en de schoolvorderingen dienen met elkaar in overeenstemming te zijn. Een ander ijkpunt, met betrekking tot de aangeboden leerstof, zijn de uitslagen van de Cito-eindtoets. De school streeft er naar dat de schoolscores voor de onderdelen taal, rekenen, informatieverwerking en wereldoriëntatie op of boven het landelijk gemiddelde liggen. Het ijkpunt, om te bepalen dat we een goede montessorischool zijn, is de 'kijkwijzer', vastgesteld door de Nederlandse Montessorivereniging. Visiteurs van de vereniging zijn altijd welkom om ons de 'Montessorimaat' te nemen. Analyse van oorzaken: De opbrengsten van toetsen, uitslagen van ouderenquêtes en lerarenenquêtes, leerlingenbesprekingen, consultatiegesprekken, maar ook het ziekteverzuim van personeel en leerlingen en dergelijke worden geanalyseerd. De uitkomsten van de analyses worden verwerkt in wijzigingen of aanvullingen op het schoolplan en het personeelsbeleidsplan. De planning van de verbeteractiviteiten wordt vastgelegd in het schoolplan.
82
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
83
8 ALGEMENE INFORMATIE Eerste schooldag De school begint na de zomervakantie op maandag 31 augustus 2015 om 8.45 uur. Laatste schooldag donderdag
21-7-16 ok
Begin- en eindtijden Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: van 8.45-15.00 uur woensdag: van 8.45 –13.00 uur. Tussenschoolse opvang De tussenschoolse opvang vindt plaats voor groep 1 en 2 van 12.00 uur tot 13.00 uur (ma-di-do). Voor groep 3 tot en met 8 vindt de tussenschoolse opvang plaats van 12.11 uur tot 13.00 uur (ma-di-do-vr). Tussenschoolse opvang is niet verplicht en het is geen schooltijd. Indien u gebruik maakt van tussenschoolse opvang, dient u de kosten te betalen (zie elders in deze gids). De onderbouw heeft op vrijdag geen les. De groepen 1 tot en met 4 krijgen komend jaar als volgt onderwijs. Groep 1 en 2 1549,50 uur ok Groep 3 en 4 2002,42 uur ok --------------------totaal 3551,92 uur (wettelijk minimum =3520 uur) ok Groep 5, 6, 7 en 8 krijgen (samen) 4004,84 uur onderwijs (wettelijk minimum =3760 uur) ok Groep 1 t/m 8 krijgen (samen) 7556,76 onderwijs (wettelijk minimum=7520 uur) ok . Berekening voor inspectie (op basis van jaarrooster Commissie van Schoolleiders) : Aantal uren onderbouw (1,2) Aantal uren bovenbouw (3t/m8) 1362,88 uur ok Vrije dagen / vakantie
:52 x 20 + 05,25 (extra dag vrijdag 30 sept *1) = 1045,25uur ok :52 x 26 + 10,88 (extra dag vrijdag 30 sept en maandag 29 feb*1) =
tijdspanne
Herfstvakantie Sint Kerstvakantie (vrijdag vrij om 12.11 uur!) Carnaval (vrijdag 5 februari vrij) Pasen Onderbouw vrij op maandag koningsspelen) Voorjaarsvakantie pinksteren Tussenvakantie Zomervakantie Totaal vrij Groep 1 en 2 draaien per jaar Groep 3 t/m 8 draaien per jaar
minus groep 1,2
26-10-15 t/m 30-10-15 18-12-15 t/m 01-01-16 05-02-16 t/m 12-02-16 28-03-16 20-04-15 op 24-04-15 wordt 25-04-16 t/m 06-05-14 16-05-16 20-06-16 t/m 24-06-16 22-07-16 t/m 02-09-16
20
uur
26,00 uur ok
40 uur 54,00 uur ok 20 uur 31,44 uur ok 5,25 uur 05,44 uur ok onderbouw verwacht (ivm 40 uur 5,25 uur 20 uur 120 uur 270,50 uur ok
1045,25uur – 270,50 uur = 0774,75 1362,88uur – 361,67 uur = 1001,21
Ok op 2015 03 30 *1 = extra uren volgens tabel jnassens+ 84
minus 3 t/m 8
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
uur ok uur ok
52,00 05,44 26,00 161,44 361,76
uur ok uur ok uur ok uur ok uur ok
Gang van zaken De schooldeur gaat om 8.30 open. De leerkrachten zijn vanaf 8.30 in de klas aanwezig. De leerlingen komen druppelsgewijs binnen en geven de leerkracht een hand. De kinderen van de onderbouw kunnen begeleid worden door hun ouders tot aan de deur van het lokaal. De overige kinderen kunnen begeleid worden tot aan de buitendeur van de school. De leerkracht is er voor de leerlingen. Het is storend voor de leerkracht en de leerlingen als ouders 's morgens de klas betreden. U bevordert een rustig begin van de dag als u 's morgens alleen dringende mededelingen betreffende uw kind doorgeeft aan de leerkracht. De eerste activiteit van de leerling is het verzorgen van zijn of haar plantje. Vervolgens maakt de leerling een babbeltje of gaat direct aan het werk. De leerkracht begeleidt het kind indien nodig. Het is de bedoeling dat alle leerlingen om 8.40 in de klas zijn. De leerkracht streeft ernaar dat om 8.45 uur alle kinderen een activiteit gekozen hebben. Het is ook wel eens noodzakelijk, dat de leerkracht op dit tijdstip enkele mededelingen wil doen aan de leerlingen. Het is vervelend als dan niet alle leerlingen in de klas aanwezig zijn. Om 15.00 uur (woensdag 13.00 uur) is de schooldag afgelopen. Wij verzoeken ouders om te wachten aan de poort. Alléén de kinderen van de onderbouw worden door de leerkracht tot aan de poort begeleid. Verkeersveiligheid In verband met de veiligheid van de kinderen is het van belang het verkeer van en naar de school te regelen. Verzocht wordt om zoveel mogelijk de kinderen niet met de auto te halen of te brengen. Als toch de auto het vervoermiddel is, wordt verzocht de volgende afspraken in acht te nemen: De school bij voorkeur benaderen vanaf de Eiermarkt/ Gebroeklaan. De kinderen in alle gevallen het voertuig laten verlaten op de parkeerplaats van het zwembad. Vervolgens weer stapvoets de parkeerplaats verlaten en richting Kerkeveldlaan uw weg vervolgen. Uw auto altijd parkeren in de parkeerhavens voor personenauto’s, waarbij de parkeerhavens direct voor de school vermeden worden in verband met de toegankelijkheid van het schoolterrein. Zorg er voor dat leerlingen onbelemmerd het schoolterrein kunnen betreden en verlaten. De ouders worden vriendelijk doch dringend verzocht de kinderen persoonlijk te begeleiden zolang dit noodzakelijk is. De school adviseert dringend de kinderen, indien mogelijk, lopend (niet met de fiets of auto) naar school te laten komen. Dit bevordert na schooltijd de doorstroming van het verkeer en dus veiligheid. Woont u binnen de vierhoek Oranjelaan, Wirosingel, Bredeweg en Julianalaan-Hoekstraat-Elmpterweg laat uw kind (eventueel onder begeleiding) altijd te voet naar en van school gaan. Er wordt opgewezen, dat de opritten van de parkeerplaats eenrichtingswegen zijn. Dit geldt ook voor fietsers. De ouders dienen er voor zorg te dragen dat de kinderen direct 's morgens naar school en 's middags naar huis gaan. De directie heeft meerdere malen geconstateerd, dat onze leerlingen voor en na schooltijd graag met hun fietsen (onverantwoord) crossen op de parkeerplaats en op de Achilleslaan. Regelmatig wordt vastgesteld dat leerlingen zich voor en na schooltijd treffen op plaatsen in o.a. Maasniel. Ouders zijn daar niet altijd van op de hoogte. U wordt geadviseerd om regelmatig te controleren of uw kind op de ‘afgesproken’ manier naar school gaat en/of naar huis gaat. Voor het brengen van uw kind(eren) zijn er diverse ingangen in het gebouw. De leerlingen van de onderbouw betreden het gebouw aan de achterzijde van de school. Hun ouders begeleiden deze kind(eren) tot aan de deur van het lokaal. De leerlingen van de middenbouw en bovenbouw betreden het gebouw aan de voorzijde van de school. In verband met de rust en de zelfstandigheidontwikkeling verzoeken we de ouders van deze leerlingen ’s ochtends niet mee naar binnen te komen. (Behoudens gewichtige redenen) Ziekmelding/afmelding Wanneer uw kind ziek is, ontvangen wij graag vóór schooltijd (8.30 uur) bericht hierover. Dit geldt ook voor 4 jarigen! Als uw kind door andere omstandigheden niet op school kan komen (dokter-, tandartsbezoek) verzoeken wij u de school zoveel mogelijk hiervan vooraf in kennis te stellen, zodat de leerkracht weet, dat het kind met uw medeweten niet op school is. Indien uw kind zonder afmelding afwezig is, neemt de school contact op met de ouder(s) of verzorger(s). Dokter- en tandartsbezoeken graag zoveel mogelijk buiten schooltijd plannen. Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
85
Leerplicht Informatie leerplicht. De gemeente Roermond voert de leerplichtwet uit voor de gemeenten Roermond, Roerdalen, Echt-Susteren en vanaf 16 jaar voor de gemeente Maasgouw. Wanneer is uw kind leerplichtig? Vanaf het moment dat een kind 4 jaar wordt mag het naar de basisschool. Het kind moet echter naar school op de eerste dag van de maand nadat een kind 5 jaar wordt, vanaf dat moment is hij/zij ook leerplichtig. De leerplicht eindigt na het schooljaar waarin uw kind 16 jaar is geworden. Daarna is uw kind kwalificatieplichtig totdat hij/zij 18 jaar wordt of een startkwalificatie heeft behaald ( diploma havo/vwo of mbo niveau 2 ). Ziekteverzuim: Bij ziekte dienen ouder(s) / verzorger(s) de leerling ziek te melden voor aanvang van de lestijd. Verzuim: Er is sprake van ongeoorloofd schoolverzuim, als de leerling zonder toestemming van de directeur afwezig is. De directeur is dan verplicht ongeoorloofd schoolverzuim aan de leerplichtambtenaar door te geven. Deze zal dan onderzoek doen naar de reden van het ongeoorloofd schoolverzuim. Welk schoolverzuim wordt gemeld bij de leerplichtambtenaar? Relatief verzuim (spijbelen) Luxeverzuim (vakantieverlof) Absoluut verzuim (een kind staat op geen enkele school ingeschreven) Veelvuldig te laat komen (preventief) Twijfelachtig ziekteverzuim (preventief) Extra verlof: Bij bepaalde bijzondere omstandigheden kunnen kinderen extra vrij krijgen van school. Hiervoor dient u een officiële aanvraag te doen bij de directeur. Aanvraagformulieren zijn hiervoor verkrijgbaar op de school. De directeur beslist over een verlofaanvraag van maximaal 10 schooldagen. Als de verlofaanvraag meer dan 10 schooldagen betreft, beslist de leerplichtambtenaar. Onder welke omstandigheden is dit verlof mogelijk? bij een wettelijke verplichting, voor zover dat niet buiten de lesuren kan geschieden; bij verhuizing (1 schooldag); bij het huwelijk in Nederland van een bloed- of aanverwant t/m 3e graad (1-2 schooldagen) bij het huwelijk in het buitenland van een bloed- of aanverwant t/m 3e graad (max. 5 schooldagen) bij een ernstige ziekte van een bloed- of aanverwant t/m de 3e graad (duur in overleg met de directeur) bij het overlijden van bloed- en aanverwant in de 1e graad (max. 5 schooldagen) bij het overlijden van bloed- en aanverwant in de 2e graad (max. 2 schooldagen) bij het overlijden van bloed- en aanverwant in de 3e en 4e graad (max. 1 schooldag) bij het overlijden van bloed- en aanverwant t/m de 4de graad in het buitenland (max. 5 schooldagen) bij 12,5-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig huwelijksjubileum van (groot)ouder(s)/verzorger(s) (max. 1 schooldag) bij 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum van (groot)ouder(s)/verzorger(s) (max. 1 schooldag) bij andere naar het oordeel van de directeur gewichtige omstandigheden. Vakantie is nooit een gewichtige omstandigheid! Wanneer wordt zeker géén toestemming gegeven voor extra verlof? Familiebezoek in het buitenland Vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding Uitnodiging van familie of vrienden om buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan Eerder vertrekken of later terugkomen in verband met verkeersdrukte Verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn 86
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Bij een voor de ouder ongunstige verdeling van vakantieweken door de werkgever die buiten de reguliere schoolvakantie vallen
Vakantie onder schooltijd vanwege specifieke aard van het beroep van ouders (art. 11f) De Leerplichtwet stelt heel duidelijk dat vakantie onder schooltijd vrijwel onmogelijk is. Alleen als voldaan wordt aan àlle drie de volgende voorwaarden kan een schooldirecteur op verzoek extra vakantie toestaan: 1. Als tenminste één van de ouders een beroep heeft met seizoensgebonden werkzaamheden. (Sommige beroepen in de horeca en aanverwante bedrijven en sommige agrariërs.) Hiervan dient bewijs overlegd te worden, namelijk een accountantsverklaring waarin wordt aangegeven dat het merendeel van de jaarlijkse inkomsten in de vakantieperiode(s) wordt omgezet. 2. Als het gezin in geen van de schoolvakanties (dus zowel niet in de zomer-, herfst-, kerstvakantie als tijdens een van de andere vakantieperiodes) in één schooljaar 2 weken aansluitend met vakantie kan. 3. De extra vakantie valt niet in de eerste twee weken van het schooljaar. N.B. Alle verlofaanvragen dienen, indien mogelijk, minimaal 8 weken van te voren schriftelijk te worden aangevraagd. De verlofaanvragen dienen voor zover redelijkerwijze mogelijk te worden vergezeld van bewijsmiddelen. Religieuze feestdagen Er zijn een aantal religieuze feestdagen waarop verlof mogelijk is. Deze dagen zijn bekend bij de directeur van de school. Verlof is enkel mogelijk op de religieuze feestdagen behorende bij de eigen religie / geloofsovertuiging. Vragen? Voor verdere informatie of ondersteuning bij leerplichtzaken kunt u terecht bij het team Leerplicht van de gemeente Roermond op het nummer 0475- 359 999. Notitie onderwijs en toptalenten met betrekking tot het verlenen van verlof 1. Rol leerplichtambtenaar De leerplichtambtenaar kan op grond van de leerplichtwet geen vrijstelling verlenen voor toptalenten. 2. Sporttalenten Wanneer is er sprake van een sporttalent? Aan de hand van een status kan bepaald worden of Iemand een bijzonder sporttalent heeft. Er moet sprake zijn van: 1. Een landelijke status A (beste 8 van de wereld), B (beste 16 van de wereld) of HP (High Potential, jonge sporter die doorstroomt naar wereldtop) 2. Een internationaal talent, nationaal talent of belofte 3. Bij te jonge leeftijd voor een belofte: een erkenning door de sportbond als talent en ondersteuning door het Olympisch Netwerk. De sportbonden en/of NOC*NSF bepalen of de sporter voor de onder 1 en 2 genoemde statussen in aanmerking komt. Voor voetballers stelt de betaald voetbalorganisatie (SVO) vast of een sporter een status heeft. Procedure en voorwaarden bij vrijstelling toptalent op het gebied van sport • De ouder/verzorger van de leerling dient een schriftelijk verzoek in bij de directie van de school waar de leerling staat ingeschreven, • De ouder/verzorger levert bewijsstukken van NOC*NSF/Olympisch Netwerk of de sportbond waaruit status 1, 2 of 3 blijkt alsmede een overzicht van wedstrijden, toernooien of trainingen. • De data van afwezigheid dienen in principe aan het begin van het schooljaar c.q. kalenderjaar door de ouders aan de school te worden doorgegeven. • De school maakt een plan van aanpak voor het aangepaste onderwijsprogramma. ▪ De school sluit een overeenkomst met de ouders/leerling en de trainer van de leerling over de gemaakte afspraken. • Indien de leerling zich niet aan de afspraken houdt of onvoldoende presteert op school kan de Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
87
overeenkomst door ouders, school of trainer worden opgezegd. • School informeert de leerplichtambtenaar. ▪ School stemt af met de inspectie hoe zij hier over geïnformeerd wil worden. 3. Kunst/cultuur talenten Wanneer is er sprake van een kunst/cultuur talent? Een landelijke normering voor cultuurtalenten is er niet. Dat betekent niet dat er geen initiatieven zijn. In Den Haag is er bijvoorbeeld een school voor jong talent die samenwerkt met het Koninklijk Conservatorium, jongeren van groep 7/8 BAO, het VMBO TL, de HAVO of het VWO, met een bijzonder talent voor muziek, kunnen daar terecht. Procedure en voorwaarden bij vrijstelling toptalent op het gebied van kunst/cultuur • De ouder/verzorger van de leerling dient een schriftelijk verzoek in bij de directie van de school waar de leerling staat ingeschreven. • De data van afwezigheid dienen in principe aan het begin van het schooljaar c.q. kalenderjaar door de ouders aan de school te worden doorgegeven. • De school maakt een plan van aanpak voor het aangepaste onderwijsprogramma. • De school sluit een overeenkomst met de ouders/leerling en de begeleider van de leerling over de gemaakte afspraken. • De ouders leveren een bewijs waaruit blijkt dat er toestemming is van de arbeidsinspectie (indien van toepassing). • Indien de leerling zich niet aan de afspraken houdt of onvoldoende presteert op school kan de overeenkomst door ouders, school of begeleider worden opgezegd. • School informeert de leerplichtambtenaar. • School stemt af met de inspectie hoe zij hier over geïnformeerd wil worden. De volgende evenementen komen in aanmerking voor een vrijstelling aan het vastgestelde onderwijsprogramma: - Deelname aan muziekconcoursen met een nationaal of internationaal karakter; - Deelname aan film gemaakt voor de Nederlandse bioscoop; - Deelname aan televisiedrama, televisieseries, eindrondes talentenjachten of daarmee vergelijkbare programma's die op het landelijk net worden uitgezonden; - Optreden in musicals en theaterproducties met een nationaal karakter. Niet in aanmerking komen: - Deelname aan reclamespotjes; - Deelname voorrondes talentenjachten, zoals The Voice of Holland en Idols (zie verderop notitie Ingrado). Nadere regeling kinderarbeid Indien er sprake is van meedoen aan televisieprogramma's, theatershows en dergelijke waarbij een financieel voordeel is te behalen voor het kind of de ouders, zijn er regels betreffende kunstkinderen opgenomen in de “Nadere regeling Kinderarbeid". Kinderen tot 7 jaar kunnen per schooljaar een vergunning voor één optreden krijgen van de Arbeidsinspectie. Kinderen tussen 7 tot 12 jaar mogen met een vergunning van de Arbeidsinspectie 12 keer per jaar optreden. De rol van het kind moet wel beperkt zijn. Jongeren vanaf 12 jaar krijgen in de "Nadere regeling Kinderarbeid" meer ruimte om werkzaamheden te verrichten. INGRADO Notitie onderwijs en toptalenten Inleiding Scholen en leerplichtambtenaren krijgen regelmatig het verzoek verlof te verlenen aan leerplichtige toptalenten. Hoe kunnen scholen en leerplichtambtenaren hier mee omgaan? Visie INGRADO INGRADO stelt de ontwikkeling van alle jongeren centraal. Recht op onderwijs betekent voor INGRADO dat jongeren in staat worden gesteld competenties te verwerven die leiden tot economische zelfstandigheid en maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid. Vanuit deze visie en op grond van bestaande wet- en regelgeving kan de leerplichtambtenaar een school adviseren beleid te ontwikkelen voor toptalenten. 88
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Beleidsvrijheid scholen Op grond van de algemene onderwijswetgeving kan school een jongere vrijstellen van verplichte deelname aan bepaalde onderwijsactiviteiten (WPO artikel 41, WVO artikel lid en WEC artikel 46). Het bevoegd gezag van de school bepaalt op verzoek van de ouders of een leerling wordt vrijgesteld van bepaalde onderwijsactiviteiten en welke onderwijsactiviteiten daarvoor in de plaats komen. Hierbij geldt een aantal voorwaarden1. Ontwikkelen van beleid Het is van belang dat scholen hun beleid ten aanzien van toptalenten zorgvuldig ontwikkelen. De leerplichtambtenaar kan hierbij ondersteunen en adviseren. In het beleid moeten in ieder geval de volgende zaken zijn opgenomen: • Welke jongeren komen voor vrijstelling in aanmerking? • Welke procedure moet worden gevolgd om voor vrijstelling in aanmerking te komen? • Onder welke voorwaarden worden jongeren vrijgesteld? Rol leerplichtambtenaar De leerplichtambtenaar kan op grond van de leerplichtwet geen vrijstelling verlenen voor toptalenten. De leerplichtambtenaar kan school adviseren bij het ontwikkelen van beleid. De school ziet er op toe dat de leerling het onderwijsprogramma volgt zoals afgesproken. Als dit niet gebeurt doet school een melding van ongeoorloofd schoolverzuim bij de leerplichtambtenaar. LOOT-scholen Om topsport te kunnen combineren met onderwijs wordt topsporters in het voortgezet onderwijs geadviseerd gebruik te maken van een LOOT-school. Op deze scholen is sport in het onderwijsprogramma geïntegreerd. Good practice Om samen met de school te komen tot goed beleid kan de leerplichtambtenaar gebruik maken van een good practice (bijlage 1). Deze good practice is samengesteld aan de hand van beleid zoals dat is ontwikkeld op verschillende plekken in Nederland. Hierin is beschreven welke jongeren in aanmerking kunnen komen voor vrijstelling in verband met toptalent, welke procedures kunnen warden gevolgd en onder welke voorwaarden jongeren kunnen worden vrijgesteld. • Voor vrijgestelde onderwijsactiviteiten moet een andere onderwijsactiviteit in de plaats komen • De vrijgestelde leerling ontvangt eenzelfde aantal uren onderwijs als zijn klasgenoten • Het onderwijs vindt overdag plaats • De vervangende onderwijsactiviteit moet worden begeleid door een leerkracht • Het deelnemen aan een wedstrijd of training kan niet gelden als onderwijsactiviteit • Het beleid moet goedgekeurd zijn door de oudergeleding van de MR en gepubliceerd zijn in de schoolgids Bijlage 1: Vrijstelling voor toptalenten in het onderwijs: Een good practice 1. Sporttalenten Wanneer is er sprake van een sporttalent? Aan de hand van een status kan bepaald worden of Iemand een bijzonder sporttalent heeft. Er moet sprake zijn van: 1. Een landelijke status A (beste 8 van de wereld), B (beste 16 van de wereld) of HP (High Potentlal, jonge sporter die doorstroomt naar wereldtop) 2. Een internationaal talent, nationaal talent of belofte 3. Bij te jonge leeftijd voor een belofte: een erkenning door de sportbond als talent en onder5teuningdoor het Olympisch Netwerk. De sportbonden en/of NOC*NSF bepalen of de sporter voor de onder 1 en 2 genoemde statussen in aanmerking komt. Voor voetballers stelt de betaald voetbalorganisatie (SVO) vast of een sporter een status heeft. Procedure en voorwaarden bij vrijstelling toptalent op het gebied van sport • Voor een sporttalent in het VO wordt een aanmelding bij een LOOT-school met de jongere en zijn ouders besproken. • De ouder/verzorger van de leerling dient een schriftelijk verzoek in bij de directie van de school waar de leerling staat ingeschreven, • De ouder/verzorger levert bewijsstukken van NOC*NSF/Olympisch Netwerk of de sportbond waaruit status 1,2 of 3 blijkt alsmede een overzicht van wedstrijden, toernooien of trainingen. • De data van afwezigheid dienen In principe aan het begin van het schooljaar c.q. kalenderjaar door de ouders aan de school te worden doorgegeven. • De school maakt een plan van aanpak voor het aangepaste onderwijsprogramma. ▪ De school sluit een overeenkomst met de ouders/leerling en de trainer van de jongere over de gemaakte afspraken. • Het betreft hier structurele afspraken die jaarlijks aan het begin van het schooljaar worden gemaakt. Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
89
• Indien de jongere zich niet aan de afspraken houdt of onvoldoende presteert op school kan de overeenkomst door ouders, school of trainer worden opgezegd. • School informeert de leerplichtambtenaar. ▪ School stemt af met de inspectie hoe zij hier over geïnformeerd wil worden,
90
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
AANVRAAGFORMULIER VOOR VERLOF BUITEN DE SCHOOLVAKANTIES. ( 10 dagen of minder / 10 dagen of meer –doorstrepen wat niet van toepassing is) Dit formulier is bestemd voor het aanvragen van verlof van 10 dagen of minder op grond van gewichtige omstandigheden. De ouder(s) / verzorger(s), vullen dit formulier in en geven dit aan de directeur van de school. De directeur van de school beslist over de aanvraag en deelt zijn beslissing schriftelijk mee aan de ouder(s) / verzorger(s). Voor- en achternaam van de leerling: ……………………………………………………………… Groep: ……………………………………………………………………………………………… Geboortedatum: ……………………………………………………………………………………. Adres: ……………………………………………………………………………………………… Postcode en woonplaats: …………………………………………………………………………...
Data verlofdagen: ………………………………………………………………………………….. Reden voor de aanvraag om verlof buiten de schoolvakantie: O O O O
Ernstige ziekte / overlijden: Huwelijk: Jubileum: Andere reden: ……………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………
U kunt hier aangeven waarom verlof beslist noodzakelijk is: ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. Roermond,
(datum).
Naam aanvrager: ……………………………..
Handtekening aanvrager:
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
91
Bijzondere (schoolgerelateerde) activiteiten een opsomming: Schoolfotograaf Jantje Beton Kamp Schoolreisjes Excursies Etc. Communie Diverse kinderen nemen jaarlijks deel aan voorbereidende communie-activiteiten. Deze activiteiten worden niet door de school georganiseerd. Alle zaken rondom de communie vinden buiten schooltijd plaats. Praatavonden Op de Montessorischool wordt geen rapport maar een werkboek verstrekt. Het is daarom noodzakelijk u mondeling te informeren over het functioneren van uw kind op school. We bieden de ouders de mogelijkheid om het leerlingvolgsysteem in te kijken voor en na de gesprekken. Het leerlingvolgsysteem kan aan de leerkracht gevraagd worden tijdens de wisselingen van de gesprekken. Voor de onder-, midden- en bovenbouw worden minstens twee reguliere praatavonden georganiseerd. Info-avond(en) Deze avonden vinden plaats in de derde week van het nieuwe schooljaar. De bedoeling hiervan is om de ouders meer inzicht te geven in de werkwijze op onze school. Door deze avonden hopen wij ouders een betere kijk te kunnen geven op het werken van hun kind(eren) en is het mogelijk dat ouders hun kind(eren) kunnen helpen als deze thuiskomen met vragen. Het is dan ook van belang, dat u deze avond bijwoont! Trakteren en snoepen Als uw kind jarig is, wordt er niet in de klas getrakteerd. Wij willen u dringend verzoeken om géén snoep, ijs, chips, nootjes en dergelijke mee te geven naar school. In de klas zal op gepaste wijze aandacht worden geschonken aan de verjaardag van uw kind.
Voedsel-bijzonderheden-lijst Heeft uw kind bijvoorbeeld een voedselallergie of -intolerantie, dan willen wij u vragen dit zo spoedig mogelijk door te geven aan de leerkracht van uw kind. Dit geldt ook voor zaken die te maken hebben met religie (halalvlees e.d.) Deze zorgt er voor dat uw kind op de " Voedsel-bijzonderheden-lijst " geplaatst wordt. Dit houdt in dat door de school GÉÉN eten en drinken wordt aangeboden aan uw kind, maar dat u, als ouder, hiervoor zélf zorgdraagt. Dit geldt voor alle traktaties in de klassen voor het eten en drinken tijdens de schoolfestiviteiten. De ouder geeft het door en de leerkracht houdt er rekening mee. Speelgoed Vooral in de onderbouw gebeurt het regelmatig dat kinderen speelgoed mee willen nemen naar school. We hebben daarom de volgende afspraak gemaakt: De kinderen mogen alleen iets mee naar school nemen als iets nieuw is of wanneer zij zelf wat gemaakt hebben. Het meenemen van speelgoed (ballen, knikkers, springtouw e.d.) voor in de pauzes is toegestaan. Er mag geen speelgoed voor in de klas meegenomen worden. De leerkrachten zijn niet verantwoordelijk voor verlies of schade. Eigen schoolmaterialen Al de te gebruiken materialen worden verzorgd door de school. In de midden- en bovenbouw is het echter prettig als de kinderen over de volgende eigen materialen beschikken: calculator gum 92
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
potlood liniaal puntenslijpertje vulpen vanaf groep 4 schaartje etui om alles in te bewaren Dit is het maximum aan spullen dat uw kind mee mag nemen (dus geen stiften, e.d.) Zwemgymnastiek Dit jaar hebben alle 4e en 5e groepers zwemgymnastiek. De kinderen zwemmen op vrijdag (een maal per 14 dagen) van 11.00- 12.00 uur. (Opmerking 14-06-2012 : ivm de bezuinigingen is het zwemonderwijs (natte gymnastiek) opgeschort met ingang van het schooljaar 2012-2013 en hervat miv 2014-2015). Hoofdluis De laatste jaren is er op school regelmatig hoofdluis geconstateerd. Indien uw kind hoofdluis heeft of heeft gehad, verzoeken wij u de school hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte te stellen. We vragen u met klem om uw kind te behandelen alvorens het weer naar school te laten komen. Dit om verspreiding zoveel mogelijk te voorkomen. Luizencontroles vinden plaats op de eerste maandag na iedere vakantie en tussendoor naar behoefte. U kunt zich aanmelden bij Patricia Erdkamp (OPG) om mee te helpen bij deze controles of indien u informatie wenst over hoe hoofdluis te bestrijden. . Gezondheidsonderzoek Alle vijf, acht en elfjarige leerlingen krijgen een uitnodiging voor een preventief gezondheidsonderzoek. De jeugdarts of verpleegkundige onderzoekt de leerling onder andere op lengte, gewicht, zicht en gehoor. Naast het lichamelijke onderzoek wordt ook het psycho-sociale, emotionele aspect onderzocht. Een mogelijke afwijking of achterstand kan zo in een vroeg stadium worden opgespoord. Alle negenjarige leerlingen krijgen de laatste twee inentingen tegen DTP (difterie, tetanus, polio) en BMR (bof, mazelen en rodehond). De logopedisten van de GGD onderzoeken de vijfjarigen op afwijkingen aan de stem, de spraak of de taal. Leerlingen van andere groepen worden bekeken op verzoek van ouders of leerkrachten. Neem voor vragen contact op met de GGD Noord- en Midden-Limburg, Roermond 0475 35 21 61, Venlo 077 850 48 48 of e-mail naar
[email protected] of kijk op www.ggdnml.nl. Schoeisel De kinderen dienen de klas te betreden met schoon buitenschoeisel. Indien het buitenschoeisel (vanwege de profielen) niet schoon is, moeten de schoenen onder de kapstok worden gezet. Het is handig als de kinderen in het bezit zijn van sloffen (geen oversloffen). Deze sloffen kunnen bewaard worden in de schooltas. Schoeisel met lampjes zijn niet toegestaan. Dit belemmert het onderwijsleerproces. Gymspullen Voor de gymnastieklessen moeten wij u dringend aanraden uit hygiënisch oogpunt gymschoenen, sportbroekje en een sportshirt mee te geven (geen trainingspak)op de dag dat ze het nodig hebben. De kinderen moeten deze spullen opbergen in de schooltas. Voor de onderbouw zijn alleen gymschoenen noodzakelijk. Onze voorkeur voor de leerlingen van groep 1 en 2 zijn schoenen met elastiek of klittenband. Deze kunnen de kinderen namelijk zelf aantrekken. Dit bespaart de leerkrachten veel tijd en werk. Plantje Wilt u uw kind op de eerste schooldag een eigen plantje met sierpotje meegeven, dat op zijn/ haar tafeltje kan staan en door het kind zelf wordt verzorgd. Tijdens de vakanties wordt het plantje thuis verzorgd. Kleine pauze In de kleine pauze kunnen de leerlingen fruit, liga of iets dergelijks eten. Wij lunchen tussen 12.00 en 13.00 uur.
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
93
Aansprakelijkheid De school stelt zich niet aansprakelijk voor vermissing of beschadiging van fietsen, jassen en dergelijke. Het gebruik van de fietsenstalling en garderobe is voor eigen risico. Wij rekenen erop dat alle ouders een goede WAverzekering hebben afgesloten voor hun kinderen. De school zal niet bemiddelen als kinderen bij elkaar materiele schade toebrengen. U kunt als ouders uiteraard te allen tijde contact met elkaar opnemen. Overblijven Tussen de ochtend- en de middagschooltijd hebben de kinderen lunchpauze. Er wordt op gerekend dat alle kinderen overblijven. Wilt u voor het overblijven meegeven: brood, liefst in een trommel of plastic doos eventueel fruit en/ of drank in een goed afsluitbare beker . tandenborstel (blijft op school en uiteraard wordt er op toegezien dat ook werkelijk de tanden gepoetst worden) Wilt u bij het klaarmaken van het lunchpakket rekening houden met de eetgewoonte (o.a. de hoeveelheid en het beleg) van uw kind. Dit om moeilijkheden tijdens de lunch te voorkomen. De niet opgegeten boterhammen worden altijd mee naar huis gegeven, dit als signaal naar de ouders. U kunt ervan uitgaan dat de overblijfkrachten trachten de kinderen alle meegegeven etenswaren te laten opeten. Er wordt dringend verzocht de kinderen geen snoep mee te geven!!! Heeft u nog spelletjes, puzzels, boekjes en dergelijke die uw kinderen niet meer gebruiken dan zijn deze van harte welkom. De onderbouw krijgt vier maal, de midden- en bovenbouw vijfmaal per week melk. U betaalt rechtstreeks aan Campina. De maandag en dinsdag na iedere vakantie of vrije vrijdag is er geen schoolmelk. Geef uw kind dan iets te drinken mee naar school. Reservekleding Het gehele jaar is reservekleding van harte welkom (uitsluitend onderbroekjes en oude joggingpakken). Indien uw kind gebruik maakt van reservekleding dient u ervoor te zorgen dat deze zo snel mogelijk weer terug op school komt. Vergoeding vervoerskosten voor leerlingen van buiten Roermond Wij maken u erop attent dat er een aanvraag voor vergoeding van de vervoerskosten kan worden ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar u woont. Niet elke gemeente reageert positief op zo'n verzoek, maar het is het proberen waard. U dient dan te verzoeken om een zogenaamde WBO-ISOVSO vergoeding vervoerskosten. Gronden voor vrijstelling van het onderwijs en de vervangende onderwijsactiviteiten. Indien ouders principiële bezwaren hebben ten aanzien van onderdelen van het lesprogramma wordt er een dialoog aangegaan. Indien de bezwaren te maken hebben met de godsdienstige achtergrond van de bezwaarmaker wordt zeer incidenteel verlof verleend. Kinderen van de Getuigen van Jehova hoeven - indien zij dat wensen - op de dag dat Sint Nicolaas op school komt niet aanwezig te zijn. Hiervoor moet een verzoek worden ingediend. Islamitische kinderen kunnen - indien zij dat wensen - na de beëindiging van het Ramadanfeest een dag (maximaal) verzuimen. Ook hiervoor moet een verzoek worden ingediend.
94
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
95
9 DE RESULTATEN VAN HET ONDERWIJS 9.1 Cijfers over specifieke zorg voor leerlingen aantal leerlingen dat de zorgcoördinator jaarlijks heeft besproken met de groepsleraren:*2 schooljaar 95-96 96-97 97-98 98-99 99-00 00-01 01-02 02-03 03-04 04-05 05-06 06-07 13
12
12
21
13
16
24
17
19
Schooljaar 07-08 08-09 09-10 10-11 11-12 12-13 Alle leerlingen Alle leerlingen Alle leerlingen Alle leerlingen Alle leerlingen
23
08-09 58
05-06 06-07 87 57
09-10 65
aantal leerlingen met ambulante begeleiding: schooljaar 95-96 96-97 97-98 98-99 99-00 00-01 2 2 2 2 1 1 Schooljaar 07-08 08-09 09-10 2 2 2
18
13-14
aantal leerlingen (inclusief hulpklas) dat hulp van de remedial-teacher ontvangt: *1 schooljaar 95-96 96-97 97-98 98-99 99-00 00-01 01-02 02-03 03-04 04-05 8 17 24 63 49 57 56 70 55 59 Schooljaar 07-08 53
21
10-11 3(incl.PAB)
11-12 1
aantal verwijzingen naar speciale scholen: schooljaar 95-96 96-97 97-98 98-99 99-00 O 2 1 1 1 Schooljaar 07-08 08-09 09-10 10-11 0 1 0 2
11-12 0
12-13 0
12-13 1
00-01 1
01-02 1
02-03 8
03-04 6
04-05 6
05-06 06-07 4 2
02-03 2
03-04 2
04-05 1
05-06 06-07 1 0
13-14 1
01-02 0
13-14 1
*1 inclusief leerlingen hulpklas ( aanvankelijk lezen, rekenen ) *2 inclusief Consent-consultaties
9.2 Cijfers over vorderingen in basisvaardigheden De resultaten van het onderwijs worden op een systematische manier bijgehouden middels het leerlingvolgsysteem van CITO. De af te nemen toetsen per leerjaar staan vermeld op de toetskalender. Op deze manier worden vorderingen (of het uitblijven daarvan) geconstateerd. De leerkrachten produceren per getoetst leerstofonderdeel ook groepsoverzichten. Deze groepsoverzichten worden door de leerkrachten van een zelfde 96
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
bouw met elkaar vergeleken. Verschillen worden besproken en geanalyseerd. Bedoelde overzichten leveren de zorgcoördinator en directie 'management-informatie' op. Het voert te ver om groepsoverzichten te publiceren in deze schoolgids. 9.3 Uitkomsten van ouderenquête over de kwaliteiten van de school De uitkomsten van de laatste ouderenquête zijn te vinden op de website van de school. De vertaalslag (/consequenties) zijn terug te vinden in het schoolplan 2011-2015. Het schoolplan is integraal geplaatst op de website.
9.4 Schoolverlaters De resultaten van de Cito-Entreetoets, Basisnivotoets en de Cito-Eindtoets worden sinds 1987 jaarlijks verwerkt in het onderzoek van Riëtte van Elburg (oprichtster van de school) genaamd: De Montessoriaan en zijn Vervolgonderwijs. Enerzijds wordt in dit onderzoek een antwoord gezocht op de vraag; heeft de Montessorischool uit het kind gehaald wat er in zit. Anderzijds probeert de school een antwoord te geven op de vraag; wat is er van de schoolverlater geworden? De school volgt de leerling tot en met de start van het onderwijs dat volgt op het Voortgezet Onderwijs. Voor de conclusies uit dit "doorlopende" onderzoek verwijs ik u naar: verslagen van de voordrachten Riëtte van Elburg van november 1995, juni 1998 en oktober 2000 ‘De Montessoriaan en zijn Vervolg onderwijs’. Deze liggen op school ter inzage. Hierna volgen de cijfers van de schoolscores van het 'intelligentiequotiënt', het ’schoolvorderingenquotiënt' en de 'Cito-Eindtoetsen' van 1987 tot en met 2005. Bij elke reeks van cijfers kan men 'mooi' verhaal schrijven (verantwoording), daar is een ieder zich van bewust. Belangrijker is echter dat de gegevens aanleiding geven tot discussie en mogelijk het handelen in de toekomst positief beïnvloeden.
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
97
9.5 Prestaties van de leerlingen in relatie tot de kenmerken
jaar van vertrek
aantal leerlingen intelligentie schoolvorderingen quotiënt quotiënt
1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994
2 7 8 6 9 13 14 15
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
24 27 30 25 26 32 31 26 29 30 40 37 45 27 24 36 22 31 40 26 30
ISI-toets ISI-toets 097,5 089,0 104,7 107,3 110,1 101,7 105,0 100,7 117,2 113,6 108,2 100,5 110,5 107,3 103,5 096,9 BNT-toets BNT-toets 110,2 onbekend 110,8 onbekend 108,2 106,8 110,4 111,3 108,0 107,1 109,8 108,5 107,7 105,3 108,4 107,5 105,7 103,5 103,5 106,2 108,6 106,2 109,2 108,7 102,7 102,7 110,6 112,0 108.4 109.5 106,3 106,7 104,4 106,4 108,0 110,4 99,5 102,7 103,7 112,0 102,8 106,2
schoolscore CITO
526,4 535,1 534,7 531,5 536,9 528,9 533,4 532,9 537,6 540,0 537,4 538,8 536,1 536,9 535,2 539,4 537,5 536,3 534,2 537,2 531,5 540,2 539,4 536,7 535,1 535,6 534,4 537,6 535,6 (landelijk = 534,9)
Waar zaten de leerlingen in het tweede jaar vervolgonderwijs (t/m schooljaar 1999-2000)? Aantal leerlingen vbo/mavo mavo havo vwo uitval 206 22% 19,5% 21,5% 37,5% 0% Opmerking: de tweede klas voorspelt voor ruim 90 % welk diploma kinderen halen.
Welk diploma's hebben de leerlingen gehaald in het vervolgonderwijs (t/m schooljaar 1999-2000)? Aantal leerlingen 95
vbo/mavo 25 %
mavo 31 %
havo vwo uitval 19 % 15 % 0 %
Opmerking: deze reeks percentages komt niet overeen met de percentages 'tweede klas, omdat de diverse opleidingen een verschillende opleidingsduur hebben.
98
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
99
10.2 Bezige Bijtjes (voorheen OuderParticipatieGroep) Mensen die hierover informatie willen hebben, of zich willen aanmelden, kunnen terecht bij: Nathalie Ueberbach (VZ) Gentiaanhof 80 6043WK Roermond tel: 0475-318891
Bianca Baum (PM) Maalbroekerdijk 152 6042 LS Asenray Tel : 06 28 84 04 00
10.3 Medezeggenschapsraad Afgevaardigd namens de ouders:
Afgevaardigd namens het team:
Khaled Rafiqpoor Mgr. Driessenstraat 241 6043 CV Roermond Tel: 06-21975679
Chantal Tubee Teggert 3 6097 DB Heel tel: 0475-573753
Vacature
100
Vacature
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Leerkrachten onderbouw (0,1,2) Leerkracht onderbouw (0,1,2) Leerkrachten onderbouw (0,1,2)
: Vera en Lara : Mieke : Myriam en Lara
Leerkracht middenbouw (3,4,5) Leerkrachten middenbouw (3,4,5) Leerkrachten middenbouw (3,4,5) Leerkrachten middenbouw (3,4,5)
: : : :
Leerkrachten bovenbouw (6,7,8) Leerkrachten bovenbouw (6,7,8) Leerkracht bovenbouw (6,7,8)
Chantal en Christine Mariëlle en Christine Petra en Christine John en Manon
: Jean en Ingrid : Monique en Ingrid : Ron en Man
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
101
Jaaroverzicht van activiteiten en vakanties in schooljaar 2015-2016 In het kader van de naleving van de leerplichtwet worden in principe voor en na alle vakanties ziekmeldingen gecontroleerd. Er wordt in principe (bijna) nooit vakantieverlof verleend) 31-08-15 Eerste schooldag 01-09-15 luizencontrole – kinderen de haren los svp 02-09-15 Koffie-half-uurtje 12.45 - 13.30 uur(ouders vanaf 12.45 uur welkom) 07-09-15 Infoavond onderbouw (1-2) 20.00uur-21.30uur (alle ouders worden verwacht) 08-09-15 Infoavond middenbouw (3-4-5) 20.00uur-21.30uur (alle ouders worden verwacht) 09-09-15 Infoavond bovenbouw (6-7-8) 20.00uur-21.30uur (alle ouders worden verwacht) 06-10-15 Herfstwandeling onderbouw (OVB én bij aanvaardbaar weer) 07-10-15 Koffie-half-uurtje 12.45 – 13.30 uur(ouders vanaf 12.45 uur welkom) 14-10-15 Herfstwandeling middenbouw (OVB én bij aanvaardbaar weer) 21-10-15 Herfstwandeling bovenbouw (OVB én bij aanvaardbaar weer)) 26-10-15 t/m 30-10-15 Herfstvakantie (dinsdag na de vakantie luizencontrole – kinderen de haren los svp) 03-11-15 dinsdag na de vakantie luizencontrole – kinderen de haren los svp 03-11-15 Informatieavond voor ouders van schoolverlaters 20.00 -21.30 uur. 23-11-15 t/m 25-11-15 10-minutengesprekken groepen 1 tot en met 8 01-12-15 Informatieavond (ouders 8st groepers) VO Basisschool Neel Dominicushof aanvang 19.30 uur 03-12-15 Sint op school 17-12-15 Rond deze datum gaan de werkboekjes van de BB mee naar huis. 17-12-15 Jaarsluiting 13.00 -15.00 uur 17-12-15 Culinair samenzijn van 17.00 uur - 18.00 uur (eindtijd onderbouw) en 18.15 uur (eindtijd middenen bovenbouw) 18-12-15 (vanaf 12.15 uur) t/m 01-01-16 Kerstvakantie 05-01-16 dinsdag na de vakantie luizencontrole – kinderen de haren los svp 12-01-16 BNT-toets voor leerlingen groep 8 30-01-16 Open school 10.00 - 12.00 uur 02-02-16 Aanmelding leerlingen voor het komende schooljaar (15.15 uur-17.00 uur) 04-02-16 Carnavalsviering 05-02-16 t/m 12-02-16 Carnavalsvakantie 16-02-16 dinsdag na de vakantie luizencontrole – kinderen de haren los svp 29-02-16 Rond deze datum krijgen de schoolverlaters het V.O.-schooladvies mee 29-02-16 Rond deze datum gaan de werkboekjes van de OB en MB mee naar huis. 07-03-16 t/m 09-03-16 10-minutengesprekken leerlingen groep 1 t/m 8 (onder, midden- en bovenbouwen) 14-03-16 t/m 15-03-16 Aanmelddagen Voortgezet Onderwijs 23-03-16 Koffie-half-uurtje 12.45 - 13.30 uur(ouders vanaf 12.45 uur welkom) 28-03-16 Pasen 06-04-16 Lentewandeling onderbouw (OVB én bij aanvaardbaar weer) 13-04-16 Schoolfotograaf 19-04-16 t/m 21-04-16 Centrale Eindtoets groep 8 20-04-16 Lentewandeling middenbouw (OVB én bij aanvaardbaar weer) 21-04-16 Koningsspelen onderbouw 22-04-16 Koningsspelen midden- en bovenbouw 25-04-16 t/m 06-05-16 Meivakantie 10-05-16 dinsdag na de vakantie luizencontrole – kinderen de haren los svp 11-05-16 t/m 13-05-16 Kamp groep 7 en 8 12-05-16 schoolreisje onderbouw 13-05-16 schoolreisje groep midden- en bovenbouw 16-05-16 Pinkstervakantie 16-0616 Bezige Bijtjes(was OPG-) dankmiddag 13.30u-14.30u Alle hulpouders zijn bij deze uitgenodigd ( zie hfst 6.3 ) 16-06-16 Rond deze datum krijgen ouders bericht inzake plaatsing van leerlingen komend schooljaar. 20-06-16 t/m 24-06-16 Vakantie ! 04-07-16 t/m 06-07-16 10-minutengesprekken groep 1 t/m 7 07-07-16 Rond deze datum gaan de werkboekjes van de OB-MB-BB mee naar huis. 07-07-16 Koffie-half-uurtje 14.45 - 15.30 uur(ouders vanaf 14.45 uur welkom) 13-07-16 Uitvoeringen gr. 8 en diploma-uitreiking van 20.00-22.00 uur (alleen de ouders zijn uitgenodigd). 14-07-16 Weeksluiting voor groep 8 xx-xx-16 praktisch verkeersexamen groep 7 en 8 18-07-16 t/m 21-07-16 Draaien in nieuwe groepssamenstelling 20-07-16 zomerfeest 21-07-16 Om p.m. 14.45 uur verlaten achtste groepers door de erehaag de basisschool 22-07-16 Begin zomervakantie 02-09-16 Einde zomervakantie 05-09-16 Eerste schooldag schooljaar 2016-2017 Bij deze bent u uitgenodigd voor die activiteiten die u betreffen. Voor de meeste activiteiten ontvangt u geen aparte uitnodiging. Noteer deze activiteiten in uw agenda en / of op de kalender. Er kunnen zich wijzigingen voordoen. Redactie schoolgids 2015-2016: Frits Hoff 102
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Deze schoolgids wordt met de grootste zorgvuldigheid samengesteld. Indien er onjuistheden staan vermeld, bijvoorbeeld adres, telefoonnummer e.d., gelieve dit schriftelijk kenbaar te maken aan de directie én de groepsleerkracht. x
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
103
Bijlage 1: Informatie voor de ouders met instromende 4-jarigen
De wet op basisonderwijs zegt, dat een kind leerplichtig is, wanneer het de leeftijd van 5 jaar bereikt. Wij gaan er van uit dat kinderen vanaf hun 4e jaar naar de basisschool komen. Er is wel een uitzonderingsregel opgesteld, die het mogelijk maakt een vermoeide kleuter eens thuis te houden. Samen met de groepsleerkracht kunt u daarover besluiten. Voor het eerst naar school is een van de belangrijkste gebeurtenissen in het leven van een kind. Erg spannend en ook wel een beetje angstig. U kunt het uw kind een beetje makkelijker maken door al iets te vertellen wat er zoal op school gaat gebeuren. Uw kind mag 3 dagdelen komen oefenen voordat het 4 is. Zo kan hij/zij al een beetje wennen. Als het dan eenmaal zover is, willen er toch best wel eens tranen te voorschijn komen. Dit is heel normaal. Probeer zoveel mogelijk te voorkomen dan het afscheid een drama wordt. Gewoon weggaan is dan toch het beste ook al kan dat moeilijk zijn voor kind en ouder. Afscheid wordt genomen aan de klasdeur, op de gang. De ontwikkeling van kinderen wordt op onze school op een aantal manieren gevolgd. Tijdens het dagelijks omgaan met kleuters krijgen we in informatie, door observaties of d.m.v. toetsen. In november, maart en juni wordt u uitgenodigd voor een oudergesprek. Dan wordt met u besproken hoe het met uw kind gaat. Indien nodig volgen er uiteraard meer gesprekken. We gaan er van uit dat de kinderen zindelijk zijn als ze op school komen. Als uw kind in de broek gepoept heeft, wordt u door ons gebeld om uw kind te verschonen. De Montessori-gedachte is: “Leer mij het zelf te doen.”
-
104
Daarom verwachten wij van uw kind: dat het zelf naar de WC kan. (zelf billen vegen, zelf broek aan/uit). Denk in het begin aan gemakkelijke kleding. dat het zelfstandig de jas aan en dicht kan. dat het zelfstandig de schoenen aan en uit kan. Strikken hoeft uw kind nog niet zelf te doen. (geef gymschoenen mee met klittenband of elastiek). dat het al kan knippen en een potlood goed kan hanteren. Het is van groot belang dat uw kind in een voor hem/haar nieuwe situatie goed mee kan komen. Het kunnen begrijpen en uitvoeren van opdrachten is heel wezenlijk, evenals het kunnen deelnemen aan gesprekken in de kring. Als er mogelijk van een taalachterstand sprake is, geconstateerd door logopediste of juf, is het in het belang van uw kind dat daar zo spoedig mogelijk via logopedie aan gewerkt wordt. In het geval van een taalachterstand adviseren wij u dringend deel te nemen aan project Opstap, voor ouders en kinderen.
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Afspraken en regels voor de kinderen van groep 1 en 2
Je mag vanaf 8.30 uur naar binnen komen. Je komt door de kleuteringang binnen. Binnen in de gang zet je zelf je tas op de kapstok en hang je je jas aan de kapstok. Op de gang neem je afscheid van diegene die je brengt. Daarna geef je de juf een hand. Je verzorgt je plant. Je stoft je tafel en kiest een werkje. Wij eten ’s ochtends fruit in de kring. De leerkracht schilt geen fruit. We lunchen op school. Neem van thuis brood en drinken mee. Na het eten poets je je tanden. Hier is een overblijfkracht bij aanwezig. Daarna wordt er buiten gespeeld. Als de school uit is, loopt de juf met jullie naar buiten tot aan de poort. Daar moeten jullie wachten totdat je afgehaald wordt. Als diegene die je afhaalt er nog niet is, blijf je even samen met de juf bij de poort wachten. Met je verjaardag mag je kiezen uit de verjaardagsdoos. Dit is op de dag zelf of de 1 e schooldag voor/na de verjaardag. Je mag niet trakteren op school. Je mag geen speelgoed mee naar school nemen. Er zijn zoveel kinderen die er dan mee willen spelen en dan gaat er wel eens iets stuk of raakt iets kwijt.
Schooltijden voor groep 1 en 2
Maandag:
Dinsdag:
8.45 – 15-00 uur
8.45 – 15.00 uur
Woensdag: 8.45 – 13.00 uur
Donderdag 8.45 – 15.00 uur
Vrijdag:
vrij
Dit neem je de eerste schooldag mee:
Een plantje (geen cactus!!)
Gymschoenen (voorzien van naam)
Tandenborstel (voorzien van naam)
Tas met je lunch en fruit.
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
105
Bijlage 2: Verlofaanvraagformulier
AANVRAAGFORMULIER VOOR VERLOF BUITEN DE SCHOOLVAKANTIES. ( 10 dagen of minder / 10 dagen of meer –doorstrepen wat niet van toepassing is) Dit formulier is bestemd voor het aanvragen van verlof van 10 dagen of minder op grond van gewichtige omstandigheden. De ouder(s) / verzorger(s), vullen dit formulier in en geven dit aan de directeur van de school. De directeur van de school beslist over de aanvraag en deelt zijn beslissing schriftelijk mee aan de ouder(s) / verzorger(s). Voor- en achternaam van de leerling: ……………………………………………………………… Groep: ……………………………………………………………………………………………… Geboortedatum: ……………………………………………………………………………………. Adres: ……………………………………………………………………………………………… Postcode en woonplaats: …………………………………………………………………………...
Data verlofdagen: ………………………………………………………………………………….. Reden voor de aanvraag om verlof buiten de schoolvakantie: O O O O
Ernstige ziekte / overlijden: Huwelijk: Jubileum: Andere reden: ……………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………
U kunt hier aangeven waarom verlof beslist noodzakelijk is: ……………………………………… ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………………………………. Roermond,
(datum).
Naam aanvrager: ……………………………..
106
Handtekening aanvrager:
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
Wat is verlof wegens een gewichtige omstandigheid (art. 11 onder g van de Leerplichtwet)? Het uitgangspunt bij de beoordeling van deze aanvragen is dat dit extra verlof alleen gegeven wordt als daarmee een kennelijk onredelijke situatie vermeden kan worden. Bij de afweging dient het belang van de leerling voorop te staan. Een aantal voorbeelden voor buitengewoon verlof: bij een wettelijke verplichting, voor zover dat niet buiten de lesuren kan geschieden; bij verhuizing (1 dag); bij het huwelijk van een bloed- of aanverwant t/m de 4e graad (1 of 2 dagen); bij een ernstige ziekte of overlijden van een bloed- of aanverwant t/m de 4e graad (duur in overleg met de directeur) bij de bevalling van de moeder, verzorgster, voogdes; bij 12,5-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig ambts- of huwelijksjubileum van bloed- of aanverwanten t/m de 4e graad; voor andere calamiteiten en naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen. Vakantie is nimmer een gewichtige omstandigheid! Wanneer wordt een aanvraag voor extra verlof zeker afgewezen? 1. Familiebezoek in het buitenland 2. Vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding 3. Vakantie in verband met een gewonnen prijs 4. Uitnodiging van familie of vrienden om buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan 5. Eerder vertrekken of later terugkomen in verband met verkeersdrukte 6. Verlof voor een kind omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn 7. Deelname aan sportieve of culturele evenementen buiten schoolverband 8. Bij een voor de ouder ongunstige verdeling van vakantieweken door de werkgever die buiten de reguliere schoolvakantie vallen Welke uitzondering van vakantieverlof kent de leerplichtwet (art. 11 onder f. van de Leerplichtwet)? Wegens specifieke aard van het beroep van één van de ouders of verzorgers (landbouwbedrijf of horeca) is het slechts mogelijk buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan. Er dient een accountantsverklaring overlegd te worden waaruit blijkt dat de ouder het merendeel van zijn inkomen slechts in deze periode (de zomervakantie) kan verdienen. Deze verklaring dient bij de aanvraag te worden ingediend, waarna de directeur toetst of er op die grond toestemming kan worden verleend. Indien er met deze reden verlof wordt verleend, mag - dit maximaal éénmaal per schooljaar wordt verleend en het moet ook de enige vakantie in dat schooljaar zijn voor ouder en kind - dit niet langer mag duren dan 10 schooldagen
-
dit nimmer kan plaatsvinden in de eerste twee lesweken van het schooljaar
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond
107
Bijlage 4 klachtenprocedure Klachtenprocedure Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden. Af en toe worden er zelfs fouten gemaakt. Het is belangrijk deze zaken in eerste instantie te bespreken met de direct betrokkene/de groepsleraar. U en uw kind zullen hierbij altijd serieus genomen worden en er zal naar de best mogelijke oplossing gezocht worden. Mocht u het gevoel hebben dat er geen gezamenlijk goede oplossing gezocht wordt, dan is het altijd mogelijk de directeur hierover aan te spreken. Wanneer u niet tot een oplossing van het probleem kunt komen in overleg met de groepsleraar en/of de directie van de school, is het mogelijk gebruik te maken van de contactpersoon van de school. De contactpersoon zal bekijken of de eerste stappen voor het oplossen van het probleem zorgvuldig zijn uitgevoerd. Het is niet de bedoeling dat de contactpersoon zelf oplossingen gaat zoeken. Wel wordt bekeken wie verder ingeschakeld moet worden om tot een oplossing te komen. Als het nodig is kan de contactpersoon u doorverwijzen naar het bestuur en/of naar een externe vertrouwenspersoon. Deze externe vertrouwenspersoon zal u begeleiden bij het realiseren van een oplossing, dan wel begeleiden bij het indienen van een klacht bij het bestuur. Ook kan de vertrouwenspersoon u informeren over en begeleiden bij het indienen van een klacht bij de Landelijk Klachten Commissie. Onze school heeft een klachtenregeling waarin precies staat beschreven hoe er met een klacht wordt omgegaan. Deze regeling ligt op school ter inzage. Stichting Swalm en Roer waar onze school onder valt is aangesloten bij een van de Landelijke Klachten Commissie (LKC). Op deze plaats zal uw klacht uiteindelijk behandeld worden. Afhankelijk van de grondslag, levensovertuiging en openbare karakter van de school kan een klacht gedeponeerd worden bij verschillende commissies. De klachtencommissie voor onze school is: Landelijke klachtencommissie onderwijs (openbaar onderwijs) Postbus 85191 3508 AD Utrecht Telefoon: 030 - 280 95 90 Fax: 030 – 280 9591 Email:
[email protected] www.onderwijsgeschillen.nl Samengevat dienen onderstaande stappen doorlopen te worden: 1. Altijd eerst overleg met de groepsleraar; bij onvoldoende resultaat: 2. Overleg met de directie; bij onvoldoende resultaat: 3. Overleg met contactpersoon; bij onvoldoende resultaat: 4. Overleg met college van bestuur en/of inschakelen 5. vertrouwenspersoon; bij onvoldoende resultaat 6. Indienen van een klacht bij de aangesloten landelijke klachtencommissie.
108
Schoolgids 2015-2016 – Montessoribasisschool Roermond