Schoolgids WillemAlexanderschool 2015-2016 Willem-alexanderschool Hoofdgebouw: Orion 15-17 Dependance: Orion 1b 1188 AM Amstelveen 1
1
Inhoud
Bladzijde
Inleiding
3
De Willem Alexanderschool Identiteit Missie en visie Pedagogisch klimaat Speerpunten voor schooljaar 2015-2016 Opleidingsschool Brede school Onderwijsgroep Amstelland
2
Ons onderwijs Leeromgeving Leerdoelen Leeractiviteiten De rol van de leerkracht Het volgen van de ontwikkeling Onderwijs in de onderbouw Onderwijs vanaf groep 3 Brede ontwikkeling ICT Engelse taal Godsdienstonderwijs Sociale en emotionele vorming Actief burgerschap en sociale integratie Indeling van kinderen in groepen
3
De dagelijkse gang van zaken Schooltijden groep 1-8 Pauze regeling en buitenschoolse opvang De schoolregels Overige afspraken Ziekmelden Verzuim en verlof van leerlingen Vervanging van de leerkracht bij ziekte Gevonden voorwerpen Verjaardagen en traktatie Schoolkamp en schoolreis Sportdag Andere activiteiten
2
4
Hulp en ondersteuning aan kinderen Passend onderwijs Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Ondersteuningsstructuur Ons leerlingvolgsysteem (waaronder Cito) Handelingsgericht werken Verlengingen Doublures en OPP’s Verwijzing naar Speciaal (Basis) Onderwijs Jeugdgezondheidszorg Jeugdhulpverlening Zorg team Overleg Logopedische screening Aan het eind van de basisschool Schorsing en verwijdering Meldcode en meldplicht Gezondheid en veiligheid Medicijnverstrekking en medisch handelen
5
De ouders Ouderbetrokkenheid Partners in de opvoeding Informatievoorziening Aanmelding nieuwe leerlingen Medezeggenschapsraad (MR) Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Activiteitencommissie Vrijwillige ouderbijdrage Ouderhulp Foto’s en filmopnames van kinderen Verzekering Tevredenheidsonderzoek Klachten Sponsoring Reclame en verspreiden van folders
3
6
Kwaliteitsbeleid en resultaten Kwaliteitsbeleid Onderwijsinspectie Korte terugblik op schooljaar 2014-2015 Vooruitblik 2015-2016 De resultaten van het onderwijs Advies voortgezet onderwijs Verlengingen, doublures en verwijzingen Tevredenheidspeilingen
7
Groepsverdeling, namen en functies in de school Groepsverdeling 2015-2016 Namen en functies in de school
8
Namen en adressen
9
Bijlagen
4
Inleiding Voor u ligt de schoolgids 2015-2016 van de Willem-Alexanderschool in Amstelveen. Deze gids is geschreven voor: 1 Ouders/verzorgers die voor hun kind een basisschool zoeken; Ouders/verzorgers van kinderen die bij ons op school zitten; Alle andere geïnteresseerden. In deze gids zetten wij beknopt onze visie op onderwijs en opvoeding uiteen en de wijze waarop wij deze visie in ons onderwijs hebben uitgewerkt. Deze gids geeft aan waar onze school voor staat, zodat ouders weten waar ze de school op kunnen aanspreken. Omgekeerd wordt ook aangegeven wat de school van ouders verwacht. In deze gids treft u praktische informatie aan over hoe een aantal zaken op onze school geregeld zijn. Wilt u een kijkje nemen in onze school om te zien hoe ons onderwijs in de praktijk vorm krijgt en om sfeer te proeven, dan nodigen we u van harte uit voor een kennismakingsgesprek met de directeur van de school. De medezeggenschapsraad van onze school heeft haar instemming gegeven aan deze schoolgids. Deze gids is tevens een uitwerking van een wettelijke verplichting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Als u na het lezen van deze schoolgids vragen en/of opmerkingen heeft, praten we daar graag met u over. Samen zorgen voor kinderen en samen werken met ouders/verzorgers in het kader van pedagogisch partnerschap is een belangrijke meerwaarde tijdens de schoolloopbaan van kinderen. Tot slot wenst het team de leerlingen en ouders een plezierig en leerzaam schooljaar toe en rekenen we op een respectvolle samenwerking met alle betrokkenen.
Namens het team van de Willem-Alexanderschool Cathelijn Dieleman, Directeur Willem-Alexanderschool
1
Wanneer we in deze gids schrijven over ouder(s), dan bedoelen we daarmee ook de eventuele verzorger(s) van leerlingen 5
1. De Willem Alexanderschool De Willem-Alexanderschool bestaat sinds 1980 en staat in Amstelveen Zuid, in een groene wijk met veel open ruimtes. Ons hoofdgebouw en de relatief nieuwe dependance, waar de groepen 4 t/m 8 les krijgen, hebben een lichte en moderne uitstraling. De ruim 424 leerlingen die onze school bezoeken zijn verdeeld over 17 groepen. De leerlingen zijn een afspiegeling van de wijk, kinderen met allerlei achtergronden zitten bij ons op school. De gemiddelde resultaten van onze leerlingen liggen boven het landelijk gemiddelde. De resultaten wisselen natuurlijk wel per leerling: er zijn leerlingen die onder, op en boven het landelijk gemiddelde presteren bij taal en rekenen. Op de Willem-Alexanderschool werken we volgens het concept ‘doordacht lesgeven’. De verschillen tussen onze leerlingen vragen om een gedifferentieerde en doordachte aanpak. Bij taal en rekenen starten we met een klassikale, kernachtige uitleg. Daarna verwerkt het grootste deel van de groep de stof zelfstandig. Andere leerlingen krijgen extra ondersteuning of uitdagende opdrachten. Steeds kijken we goed naar de onderwijsbehoefte van de leerlingen. Bij het lesgeven maken we gebruik van moderne methoden en leermiddelen. De vakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek worden in thema’s aangeboden. Daarmee sluiten we goed aan bij de belevingswereld en de leerstijlen van onze leerlingen. Vanuit één onderwerp of thema bieden we een diversiteit aan werkvormen aan, waaruit de leerlingen een keuze kunnen maken. Ons team bestaat uit 40 enthousiaste en betrokken mensen met verschillende talenten en vaardigheden. Iedere groep op de Willem-Alexanderschool heeft één of twee groepsleerkrachten. Daarnaast heeft een aantal leerkrachten zich gespecialiseerd op verschillende terreinen, zoals bijvoorbeeld het jonge kind, taal en rekenen. De WillemAlexanderschool heeft een eenhoofdige directie. Samen met de twee leerkrachten die de onder- en bovenbouw coördineren, vormt zij het managementteam. Onze school heeft een orthopedagoog in dienst als intern begeleider. Zij adviseert en begeleidt groepsleerkrachten bij het geven van hulp aan leerlingen met leer- of gedragsproblemen. De intern begeleider en de specialisten vormen het begeleidingsteam. Dit team bewaakt en verbetert cyclisch onze onderwijskwaliteit. In de school werken twee onderwijsassistenten. Zij ondersteunen de leerkrachten bij het uitvoeren van het gedifferentieerd onderwijs. Een remedial teacher helpt anderhalve dag per week kinderen individueel of in kleine groepjes buiten de klas. De Willem-Alexanderschool heeft twee schoolassistentes. Zij verrichten allerlei hand- en spandiensten. De schoolassistentes zorgen dat de school schoon, opgeruimd en veilig is. Een fulltime administratieve medewerker verzorgt de administratie van leerlingen, personeel en financiën. Zij ondersteunt het MT bij de interne en externe communicatie. Uit tevredenheidspeilingen onder ouders blijkt dat zij de school hoog waarderen. Ouders zijn met name tevreden over de leerkrachten, de begeleiding en de sfeer op school. Daar zijn we erg trots op en dat willen we graag zo houden! Identiteit Wij zijn een school met een open protestant-christelijke identiteit. Daarmee bedoelen wij dat leerlingen van christelijke gezinnen, maar ook kinderen uit families met een andere religie of zonder geloof, welkom zijn op onze school. Wij vinden het belangrijk dat alle kinderen over hun eigen religie en beleving op school kunnen praten en dat we met respect naar elkaar luisteren. Vanuit onze protestant-christelijke identiteit vertellen we aan alle leerlingen Bijbelverhalen en vertalen deze naar de leeftijd van het kind en naar de wereld van deze tijd. Wij zingen liedjes met een religieuze achtergrond en vieren op school de twee grote christelijke feesten: Kerst en Pasen. Deze sfeervolle vieringen zijn gericht op de beleving van het kind en op verbondenheid met elkaar. Omdat wij een christelijke school zijn en u als ouder daarvoor kiest, gaan wij ervan uit dat uw kind aan deze vieringen deelneemt, ook als ze in de avond en/of in de kerk plaatsvinden. Missie en visie In het dagelijks handelen op de Willem-Alexanderschool neemt ons ‘oog voor het kind’ een centrale plaats in. Wij kijken goed naar de onderwijsbehoefte van elk kind. Samen, als team en in samenwerking met de ouders, bieden we onze leerlingen passend onderwijs, in een veilige omgeving en met aandacht voor de talenten van leerlingen en medewerkers. Ouders betrekken we bij de ontwikkeling van hun kind. Onze leerkrachten zijn professionals die continu
6
bereid zijn om te leren. Zo is de Willem-Alexanderschool een school geworden waar leerlingen veel leren en met plezier naar toe gaan. Als onze leerlingen de school verlaten weten ze waar ze goed in zijn! Pedagogisch klimaat De Willem-Alexanderschool is een school waar leerlingen en leerkrachten zich thuis voelen. Ons team hecht veel waarde aan een veilig en warm pedagogisch klimaat. Kinderen moeten zich plezierig en veilig voelen om te kunnen groeien en leren. Daarom kijken we goed naar kinderen en is onze focus niet alleen gericht op resultaten op toetsen, maar vooral op hoe leerlingen zich voelen. Onze nieuwe methode voor de sociaal-emotionele ontwikkeling, Kwink, helpt ons daarbij. We besteden aandacht aan zelfvertrouwen, gevoelens, wensen en opvattingen en sociale vaardigheden. Kinderen leren respectvol met anderen om te gaan en leren dat er verschillen zijn in levensbeschouwing en cultuur. Wij vinden het belangrijk dat kinderen van alle leeftijden contact met elkaar houden, ook de oudste kinderen met de jongsten. We stimuleren kinderen voor zijn of haar eigen standpunt uit te komen en daarbij rekening te houden met anderen. We geven lessen waar kinderen hun creativiteit en gevoel in kwijt kunnen. Pestgedrag willen we hiermee voorkomen en mocht het zich voordoen, dan spelen we daar alert op in met behulp van ons pestprotocol. Speerpunten voor schooljaar 2015-2016 Jaarlijks spannen we ons in om de leerkrachten verder te professionaliseren en de goede onderwijskwaliteit te behouden of waar nodig te verbeteren. Onze speerpunten dit schooljaar zijn: Talentontwikkeling. Dit doen we met behulp van de activiteiten van de ‘Brede school’ en het verdiepen van het thematisch werken. Taal- en rekenonderwijs. Voor beide vakgebieden voeren we een nieuwe methode in. We willen kinderen helpen hun eigen leervaardigheden en mogelijkheden te ontdekken. NT2 leerlingen, die thuis geen Nederlands spreken, willen we met een duidelijke leerlijn van groep 1 tot 8 begeleiden bij hun taalontwikkeling. Sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook voor dit gebied voeren we een nieuwe methode in. Met onze partners in de ‘Brede school’ willen we één pedagogische aanpak ontwikkelen. ICT (Informatie- en Communicatie Technologie). We willen computers en software optimaal inzetten om onze leerlingen beter te laten leren. Inrichting van de school. We gaan de hallen herinrichten tot (speel)werkruimtes en de patio tot ontdek- en werktuin voor de onderbouw.
Opleidingsschool De Willem-Alexanderschool leidt leerkrachten op. Voor een groot deel vindt die opleiding plaats in de praktijk, in de klas. Wij werken daarbij samen met de Pabo en de lerarenopleiding. Studenten lopen stage op school en doen onderzoek. Zij brengen nieuwe kennis in de school. Om stagiairs goed te begeleiden zijn onze teamleden opgeleid tot mentor. Zo ontstaat een wisselwerking, waarvan zowel de studenten als onze teamleden van profiteren. Brede school Onze school ontwikkelt zich tot een ‘Brede School’, een samenwerking tussen verschillende partijen die zich bezighouden met opgroeiende kinderen. Een school maakt onderdeel uit van een wijk en staat daar niet los van. Doel van de samenwerking is kinderen een breed pakket aan activiteiten en ondersteuning aan te bieden met optimale ontwikkelkansen voor ieder kind. Wij werken samen met partners in de wijk, waaronder de twee nabijgelegen basisscholen, KinderRijk, de Muziek- en Dansschool en wijkcentrum de Meent. Regelmatig organiseren we gezamenlijke projecten en zorgen we voor de nodige subsidies. Onderwijsgroep Amstelland Onze school maakt onderdeel uit van Onderwijsgroep Amstelland, een stichting voor rooms katholiek en protestant christelijk onderwijs, die onderwijs verzorgt aan ruim 4000 leerlingen op 11 basisscholen in Amstelveen en Ouderkerk aan de Amstel. Onderwijsgroep Amstelland biedt ouders en leerlingen modern en kwalitatief goed onderwijs, met een eigentijdse invulling van de christelijke uitgangspunten. Wij handelen vanuit de ‘kernwaarden’: vertrouwen, verbondenheid, ontmoeten, gedrevenheid en aandacht.
7
2. Ons onderwijs Het ontdekken van eigen mogelijkheden geeft kinderen zelfvertrouwen en zelfkennis. Gericht samenwerken met andere kinderen laat kinderen groeien in hun sociale vaardigheden. Ons idee over leren past bij onze pedagogische lijn. Ons onderwijs geeft kinderen kansen in de toekomst. Leeromgeving Onze gebouwen hebben een frisse uitstraling. De klaslokalen en de algemene ruimtes in school zien er opgeruimd uit en zijn aantrekkelijk ingericht. Ze stralen rust uit. Dat maakt dat kinderen goed met elkaar kunnen spelen, werken en overleggen. In alle groepen staan instructietafels en is er ruimte om te werken op computers. Op de gangen en in de ruimtes van de buitenschoolse opvang zijn werkplekken waar de leerlingen alleen of samen kunnen spelen of werken. Leerdoelen We leren de leerlingen veel kennis en vaardigheden. Daarnaast leren de kinderen op de Willem-Alexanderschool zelfstandig te werken, samen te werken en taken te plannen. Ons onderwijs passen we aan de ontwikkeling van de kinderen aan. In onze onderbouw werken we vanuit de intrinsieke beleving van het kind. Richting groep 3 en 4 is ons onderwijs meer opgezet vanuit de instructie. Dagelijks werken we aan het ontwikkelen van de talenten van onze leerlingen en aan het verbeteren van hun schoolprestaties. Wij laten kinderen ontdekken hoe ze het beste leren. Groei in prestaties op het gebied van taal en rekenen vinden we belangrijk. Wij kijken hierbij naar de vaardigheidsscores. We willen dat ieder kind groeit in deze scores. Bij voorkeur behalen we resultaten die boven het landelijk gemiddelde liggen. Daarbij houden we ons aan de kerndoelen voor het basisonderwijs. Dit zijn richtlijnen voor wat leerlingen moeten kennen en kunnen aan het einde van het basisonderwijs. Er zijn kerndoelen op vijf leergebieden: taal en communicatie, rekenen en wiskunde, oriëntatie op de mens en de wereld, kunstzinnige oriëntatie en bewegingsonderwijs. Deze kerndoelen zijn uitgezet in leerlijnen. Een leerlijn geeft voor een bepaald leergebied aan hoe kinderen van een bepaald beginniveau tot de kerndoelen komen. Daarnaast vinden we het belangrijk dat kinderen hun creatieve talenten ontdekken (dans, muziek, kunst, ICT) en zich daarin kunnen ontwikkelen. We werken daartoe samen met professionals op deze gebieden. Leeractiviteiten Om onze leerdoelen te halen zetten we allerlei leeractiviteiten in. We maken daarbij gebruik van moderne lesmethoden met digitale verwerkingsmogelijkheden. In groep 1 en 2 staat het spelend leren centraal. Dat betekent dat kinderen al spelend veel ontdekken, maar dat ook gerichte uitleg wordt gegeven. In groep 3 wordt geleerd en gespeeld. In deze groep en de andere groepen t/m 8 starten we bij taal en rekenen met een klassikale, kernachtige instructie. Daarna verwerkt het grootste deel van de groep de stof zelfstandig (alleen of in 2-tallen). De leerkracht heeft daarmee de handen vrij om andere kinderen te ondersteunen met extra oefening en uitleg. Weer andere kinderen werken, alleen of samen, aan extra en uitdagende opdrachten. In groep 1 en 2 werken we in thema’s, in groep 3 en 4 met projecten. Hierin worden (voorbereidende) reken- en taalactiviteiten speels verwerkt. Ook ontdekken we met de kinderen in thema’s en projecten de wereld. Voor de groepen 5 tot en met 8 bieden we de zaakvakken (aardrijkskunde, geschiedenis en natuur & techniek) in thema’s aan. Voor langere tijd staat in de groep één thema centraal. Vanuit dit thema worden diverse bronnen en werkvormen aangeboden waarmee de leerling kennis en vaardigheden verwerft rond het thema. Uit de activiteiten kunnen de kinderen een keuze maken. Al onze leerlingen volgen binnenschoolse activiteiten die we, samen met organisaties van binnen en buiten Amstelveen, aanbieden. Regelmatig maken we ook met de leerlingen educatieve uitstapjes buiten de school, passend bij het project of thema. De rol van de leerkracht De leerkracht heeft verschillende rollen op de Willem-Alexanderschool. Een belangrijke rol is het geven van instructie, waarbij de leerkracht de leiding heeft en alle leerlingen meedoen. Zeker in de ochtend is dit vaak de rol van de leerkracht: er wordt heldere instructie gegeven over nieuwe taal- en rekenstrategieën, er wordt kennis overgedragen,
8
en er wordt onder begeleiding geoefend. Een andere rol is die van begeleider. Leerlingen zijn zelfstandig aan het werk en de leerkracht loopt langs, stelt vragen en geeft suggesties en hulp. Soms gaat een leerkracht wat langer in gesprek met een leerling met als doel de leerling vooruit te helpen. Er zijn ook momenten dat de leerkracht vooral observeert. Wij kijken goed naar leerlingen die werken en spelen, om zo te kunnen bepalen wat de kinderen nodig hebben om te groeien. Na schooltijd, als de kinderen naar huis zijn, analyseren de leerkrachten de resultaten van de leerlingen, bereiden zij hun lessen voor en voeren zij gesprekken met ouders en collega’s. Het volgen van de ontwikkeling De Willem-Alexanderschool volgt op een systematische manier de ontwikkeling van de leerlingen. Dit biedt ons de mogelijkheid om problemen, maar ook kwaliteiten en talenten, tijdig te signaleren en hierop in te spelen. . In de kleutergroepen observeert de leerkracht kinderen op verschillende ontwikkelingsgebieden en noteert deze gegevens in het observatiesysteem Bosos. We kijken goed of kinderen toe zijn aan het leren in groep 3, waar meer ‘aan tafeltjes’ wordt gewerkt. Het observeren van de kinderen blijven we doen tot aan groep 8. We passen dagelijks ons handelen aan vanuit deze kleine, korte observaties en verwerken dit uiteindelijk tweejaarlijks in de groepsplannen. Vanaf groep 3, wanneer kinderen ook schriftelijk werk maken, kijkt de leerkracht het werk na en beoordeelt dit. Daarnaast observeert en registreert de leerkracht de werkhouding en de sociale en emotionele ontwikkeling van de kinderen. Vanaf groep 3 maakt de leerkracht bij taal en rekenen gebruik van toetsen die bij onze methode horen. Als aanvulling op het beeld van de leerkracht gebruiken we de resultaten van het Cito-leerlingvolgsysteem. Met dit leerlingvolgsysteem kunnen we vaststellen of kinderen in een bepaalde periode voldoende vooruit zijn gegaan en hoe de leerling presteert ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Wanneer wij een probleem constateren, maken wij een plan van aanpak. Dit doen wij in samenspraak met de ouders en indien nodig een gespecialiseerde begeleider. Onderwijs in de onderbouw Jonge kinderen spelen, bewegen, gaan op onderzoek uit, stellen vragen, praten en vertellen. Zo proberen ze de werkelijkheid te verkennen en te begrijpen. De leerkrachten van groep 1-2 stimuleren en begeleiden deze ontwikkeling met goed voorbereid en op ervaring gestoeld onderwijs. We gebruiken hierbij de sociaal-emotionele methode Kwink. Daarnaast gebruiken we delen van Kleuterplein en andere methodes gericht op het jonge kind, waaronder Wereld in Getallen (rekenen). We zijn kritisch op de inzet van methoden. Liever spelen we in en stimuleren we door kinderen geïnitieerde ontdekkingen en leermomenten. Tijdens vrije en gerichte activiteiten rond thema’s doen de kinderen ook specifieke kennis en vaardigheden op, bijvoorbeeld op het gebied van motoriek, waarnemen en ordenen, woorden en begrippen, gereedschappen en technieken, sociale relaties, geschreven en gedrukte taal, hoeveelheden en bewerkingen. In groep 1-2 starten we bijvoorbeeld met het voorbereidend schrijven. In de onderbouw leren we kinderen ook specifieke begrippen aan. Onze natuurouders spelen hierbij een belangrijke rol. Zij vullen de lessen van de leerkrachten aan met activiteiten als het foto-oriëntatiepad, het kabouterpad en het fotoplattegrondpad. Ook laten zij de kinderen kennismaken met een geurdoos en een magneetdoos. In groep 1 en 2 spelen we iedere dag buiten en gaan we regelmatig gymmen in de kleutergymzaal. Spelen en leren liggen in de groepen 1-2 heel dicht bij elkaar. We vinden het belangrijk dat onze leerlingen de overgang van groep 2 naar 3 ervaren als een doorgaande manier van spelen en werken. In groep 2 leren we de kinderen bijvoorbeeld te werken met een weektaak. In een weektaak worden zes opdrachten verwerkt waarvan de kinderen er minimaal drie zelfstandig moeten maken, alleen of samen. In groep 2 laten we de leerlingen ook vast kennismaken met de materialen van de leesmethode die wordt gebruikt in groep 3. Leerlingen die toe zijn aan lezen laten we starten met de leesmethode. Leerlingen die een moeilijke leesstart in groep 3 lijken te gaan maken, krijgen extra ondersteuning in groep 2. Onderwijs vanaf groep 3 Nederlandse taal Onze taal- en spellingmethode Taalleesland sluit met thema’s aan bij de leef- en ervaringswereld van kinderen en geeft hieraan uitbreiding en verdieping. Leerlingen leren zich mondeling goed uit te drukken, leren woorden op de juiste manier te spellen, breiden de woordenschat uit en leren de grammaticale kneepjes van onze taal. Bij het aanvankelijk lezen (het leren lezen) in groep 3, leren kinderen met behulp van de leesmethode Veilig Leren Lezen het technisch lezen. Hierbij gaat de aandacht vooral uit naar de leesvaardigheid. In de groepen 4 en 5 gebruiken we het ralfi lezen, waarbij kinderen in groepjes een tekst aandachtig doorlezen.
9
In alle groepen stimuleren we het plezier in lezen. Juist dit leesplezier vormt de basis voor goede leesresultaten. Aan het lezen van boeken op school en thuis besteden we veel aandacht. Dit doen we door boekbesprekingen, een goede inrichting van de klassenbibliotheek, boekenweekprojecten, bibliotheekbezoeken en deelname aan voorleeswedstrijden. Voor niet alleen het technisch maar ook het begrijpend leren lezen gebruiken we de aansprekende, digitale methode Nieuwsbegrip. Deze methode sluit aan bij de actualiteit en besteedt aandacht aan het begrijpen van geschreven teksten, het schrijven van teksten en de uitbreiding van de woordenschat. Studievaardigheden vormen een onderdeel van ons taalonderwijs. Het gaat hierbij om vaardigheden als het hanteren van informatiebronnen, kaartlezen en het lezen van schema’s en tabellen. Omdat kinderen studievaardigheden nodig hebben in het dagelijks leven en in het voortgezet onderwijs hebben we in groep 7 en groep 8 de methode Blits aangeschaft. Deze methode is een aanvulling op onze taallessen. In groep 3 leren de kinderen de schrijfletters. De kinderen ontwikkelen in de loop van de jaren een goed handschrift. De school gebruikt hiervoor de methode Schrift. Rekenen & wiskunde We werken met de veel gebruikte methode Wereld in Getallen. Dit is een realistische rekenmethode. Dat wil zeggen dat het rekenonderwijs goed aansluit bij de leefwereld van kinderen. Kinderen leren praktische rekenvaardigheden waarmee ze later goed uit de voeten kunnen. Er is extra stof voor rekenzwakke leerlingen en verrijkingsstof voor sterke leerlingen, zodat kinderen op hun eigen manier kunnen werken aan de rekendoelen van de groep. Wereld in Getallen werkt met boeken en werkboeken, maar heeft ook een grote hoeveelheid verwerkingsstof gedigitaliseerd. Daar maken wij goed gebruik van. Oriëntatie op mens en wereld In groep 5-8 willen we de natuurlijke nieuwsgierigheid en leergierigheid van kinderen omzetten in een betrokken leerhouding. We werken met een thematische aanpak van de vakken geschiedenis, aardrijkskunde en natuuroriëntatie. Een aantal weken staat een onderwerp centraal. Bijvoorbeeld: “De Romeinen in ons land” of “De indeling van het dierenrijk”. Door zo te werken bieden we de wereldoriëntatievakken in samenhang aan. De leerkracht en de leerlingen hebben hierdoor de mogelijkheid om langer en intensiever aan een onderwerp te werken. We maken hierbij gebruik van verschillende bronnen, waaronder de methode Trek, en werkvormen. De thema’s vullen we aan met excursies en presentaties. Een cultuurcoördinator en ook de natuurouders ondersteunen ons hierbij. Zij organiseren bijvoorbeeld het bomenpad en het slotenpad. Lichamelijke opvoeding Op de Willem-Alexanderschool krijgen kinderen vanaf groep 3 twee keer per week gymnastiek. We vinden het belangrijk dat de gymnastieklessen goed op elkaar afgestemd zijn en dat er in deze lessen een opbouw zit. Daarom werken alle leerkrachten met dezelfde methode en krijgen de leerlingen vanaf groep 3 eenmaal per week les van een vakleerkracht gymnastiek. Kunstzinnige oriëntatie Wij vinden het van belang dat kinderen zich op allerlei manieren kunnen uiten. Daarom leren wij kinderen basistechnieken voor tekenen, handvaardigheid, muziek en spel met behulp van ideeën uit de methode ‘Laat maar zien’. Naast het werken met de methoden organiseren we projecten en excursies, zoals naar het Cobramuseum of het Concertgebouw. De Muziek-en Dansschool Amstelveen verzorgt regelmatig lessen(series) voor ons die we koppelen aan de thema’s of projecten. Brede ontwikkeling Op de Willem-Alexanderschool stimuleren we de ‘brede ontwikkeling’ van kinderen. Natuurlijk werken we aan het verbeteren van de leerprestaties op het gebied van taal en rekenen. Net zo belangrijk vinden we het om ook andere ontwikkelingsgebieden, zoals bewegen, muziek en creativiteit, te stimuleren. Dat doen we samen met onze partners in de Brede School en in de wijk. Regelmatig ondernemen we ook educatieve activiteiten en maken we uitstapjes met onze leerlingen. Zo halen we ‘de wereld’ in de school en bieden we kinderen kansen om zich breed te ontwikkelen en hun talenten te ontdekken. Deze excursies passen bij de thema’s en projecten waar in de klas aan wordt gewerkt. Voorbeelden zijn een bezoek aan Artis in groep 3 en een bezoek aan het Muiderslot in groep 5.
10
ICT Als aanvulling op onze lessen maken we gebruik van diverse educatieve computerprogramma’s. Met regelmaat werken onze leerlingen van groep 1-8 met de computer. Ook maken we de kinderen bekend met de programma’s Word en Powerpoint. Tijdens onze themalessen zoeken de kinderen gericht informatie op Internet. Omdat de computers in de klassen staan kan de leerkracht kritisch meekijken naar de geboden informatie. Op de hele school zijn de krijtborden vervangen door digitale schoolborden. De leerkracht gebruikt dit bord voor interactieve instructies. Het digitale schoolbord biedt ongekende mogelijkheden op het gebied van Internet, beeld en geluid. In groep 1-2 hangen in alle klassen LCD-touchscreens. Ook zijn er voor deze groepen tablets aangeschaft voorzien van educatieve software. Engelse taal Engels is een verplicht vak in groep 7-8. Op de Willem-Alexanderschool hebben we besloten om de lessen in de Engelse taal uit te breiden naar groep 1-6. Kinderen hebben er later profijt van als ze op jonge leeftijd Engels leren. Op de middelbare school, bij studie, werk, reizen en internationale communicatie. Onze lessen zijn gericht op een goede mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid. Wij werken met de moderne digitale methode Take it easy. De lessen worden met de digitale methode gegeven door een native speaker, iemand voor wie het Engels de moedertaal is. Godsdienstonderwijs De godsdienstige vorming is erop gericht leerlingen kennis te laten maken met de christelijke traditie. Deze traditie krijgt vorm in Bijbelverhalen, vieringen en gesprekken over ‘levensvragen’ en de actualiteit. Onze leerlingen leren over andere godsdiensten en levensbeschouwingen. De school gebruikt hiervoor de methode Trefwoord. Sociale en emotionele vorming In onze lessen besteden we aandacht aan de sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. We gaan hierbij gebruik maken van de methode Kwink en besteden aandacht aan zelfvertrouwen, gevoelens, wensen en opvattingen en sociale vaardigheden. Kinderen leren respectvol met anderen om te gaan en leren dat er verschillen zijn in levensbeschouwing en cultuur. We stimuleren kinderen voor zijn of haar eigen standpunt uit te komen en daarbij rekening te houden met anderen. We geven lessen waar kinderen hun creativiteit en gevoel in kwijt kunnen. Pestgedrag willen we zo voorkomen. Actief burgerschap en sociale integratie De Willem-Alexanderschool is een leer-en werkomgeving waarin burgerschap en integratie in de praktijk wordt gebracht. Onze gemengde schoolpopulatie is een afspiegeling van de wijk. Wij leren de kinderen open en betrokken te zijn naar elkaar en naar de multiculturele samenleving. Wij verwachten van leerkrachten dat zij het goede voorbeeld geven als het gaat om gelijkwaardigheid, diversiteit, democratie en mensenrechten. Methoden voor de sociaalemotionele vorming, levensbeschouwing en ook de zaakvakken ondersteunen ons daarbij. In de bovenbouw wordt expliciet aandacht gegeven aan democratie, actuele gebeurtenissen en aan het politieke stelsel. Indeling van kinderen in groepen Wanneer uw kind op school komt, delen we uw kind in bij een groep 1 waar op dat moment ruimte is. Of uw kind komt in een instroomgroep. Het jaar daarop stroomt uw kind door naar een volgende groep. We vormen in deze leeftijdscategorie nieuwe groepen gebaseerd op de onderwijsbehoeften van kinderen. We letten daarbij wel op vriendjes en vriendinnetjes. Wanneer kinderen naar groep 3 gaan vormen we deze groepen op basis van gelijkheid. In beide groepen 3 zitten zo mogelijk evenveel jongens als meisjes, de groepen zijn even groot en in beide groepen zitten kinderen met verschillende leermogelijkheden. Deze groepen blijven de komende zes jaar bij elkaar. Slechts af en toe maken we hierop een uitzondering.
11
3. De dagelijkse gang van zaken Schooltijden groep 1-8 Dag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag
Hoofdgebouw Groep 1-4 8.30 - 12.00 en 13.15 - 15.15 uur 8.30 - 12.00 en 13.15 - 15.15 uur 8.30 - 12.00 uur 8.30 - 12.00 en 13.15 - 15.15 uur 8.30 - 12.00 uur
Dependance Orion Groep 5-8 8.30 - 12.00 en 13.15 - 15.15 uur 8.30 - 12.00 en 13.15 - 15.15 uur 8.30 - 12.15 uur 8.30 - 12.00 en 13.15 - 15.15 uur 8.30 - 12.00 en 13.15 - 15.15 uur
Vanaf vijftien minuten voor schooltijd gaat de schooldeur open. Uw kind gaat naar de klas en u kunt, wanneer u dat wilt, mee. Drie minuten voor schooltijd gaat de eerste bel. U verlaat de klas en uw kind zoekt zijn of haar plaats op. De tweede bel is het signaal dat de lessen beginnen. Op het hoofdgebouw brengt de leerkracht bij het uitgaan uw kind naar buiten en wacht tot alle kinderen zijn opgehaald. Dag Hoofdgebouw Pauze regeling en buitenschoolse opvang Tussen de middag bieden we de mogelijkheid om over te blijven. Het overblijven vindt plaats onder leiding van vrijwillige krachten die daarvoor een vrijwilligersvergoeding ontvangen. De leerling neemt zelf eten en drinken mee. U kunt een 10-ritten overblijfkaart kopen of een halfjaar abonnement. De prijs van een overblijfkaart vindt u op de website. De kaarten zijn op maandag, dinsdag en donderdag van 8.20 tot 8.45 uur te koop op het hoofdgebouw. De leerlingen op de dependance Orion kunnen tussen de middag een overblijfkaart kopen. De Willem-Alexanderschool heeft voor het organiseren van de buitenschoolse opvang een samenwerkingscontract gesloten met KinderRijk, Kinderopvang Mirakel en BSO Boon. Onze school geeft de medewerkers van de buitenschoolse opvang de gelegenheid om na schooltijd de kinderen in het gebouw te verzamelen, voordat ze naar de opvang vertrekken. De schoolregels Wij gaan op school met elkaar om vanuit een positieve benadering, gericht op de ontwikkeling van de eigen verantwoordelijkheid. Kinderen hebben recht op veiligheid en bescherming. Wij hebben daarom respect voor het kind zelf, zijn wereld en zijn autonomie. Door deze autonomie te bevorderen leren we de kinderen zelf verantwoordelijkheid dragen. Er is alleen ruimte voor autonomie binnen duidelijke grenzen. Deze grenzen geven wij aan in onze schoolregels: Regels tegen het pesten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Je luistert naar elkaar. Je hebt respect voor het uiterlijk van een ander. Je sluit niemand buiten. Je komt alleen aan je eigen spullen. Je lacht niemand uit. Je noemt elkaar bij de voornaam en je scheldt elkaar niet uit. Je roddelt niet over elkaar. Je doet een ander geen pijn (geestelijk of lichamelijk). Je respecteert het wanneer iemand met rust gelaten wil worden. Je kiest geen partij (bij een ruzie). Wanneer je last hebt van het gedrag van een ander en je kunt het niet zelf oplossen, dan ga je naar de leerkracht. 12. Je vertelt het de leerkracht wanneer jij of iemand anders gepest wordt (dit is geen klikken). 13. Je probeert een ruzie zelf uit te praten. Als dit niet lukt ga je naar de leerkracht. 14. Word je gepest, praat er op school of thuis over. Houd het niet geheim. 12
15. Je ontvangt nieuwkomers op school goed. 16. Deze regels gelden op school en daarbuiten. Schoolregels 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Je spreekt leerkrachten en andere volwassenen met twee woorden aan. Binnen praat je zachtjes en loop je rustig. Je gaat netjes en ordelijk met spullen om. Je mag niet snoepen. Na toiletgebruik was je je handen. Afval doe je in de prullenbak, papier in de papierbak. Op het plein mag je niet fietsen. Je mag geen rolschaatsen, skeelers, skateboard of step op het schoolplein of in de school bij je hebben. Bij het buitenspelen blijf je binnen de afgesproken grenzen en mag je alleen met toestemming van een leerkracht naar binnen. 10. Hoofdgebouw: wanneer de eerste bel gaat, gaan de ouders de klas uit, bij de tweede bel begint de les. Dependance Orion: als de bel gaat begint de les en zit je in de klas. 11. Jassen, hoofddeksels en tassen hang je aan je eigen kapstok. 12. In je kastje en laatje mag je alleen benodigde schoolspullen bewaren. 13. Je bent stil tijdens instructie, kring, voorlezen, presentatie en schooltelevisie; verder op elk moment wanneer de leerkracht dat vraagt. Gymnastiekregels 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Je laat je sieraden in de klas. Je draagt gepaste gymkleding. Je draagt tijdens de les gymschoenen zonder zwarte zolen. Als je niet mag gymmen of douchen, neem je een briefje van je ouders mee. Als je geen gymspullen bij je hebt, mag je niet gymmen. Na de les ga je douchen en droog je je af in de doucheruimte (groep 5-8) Blijf in de gymzaal op afstand van muren en deuren. Let op: Veiligheid staat voorop.
Onze schoolregels worden door iedereen consequent gehanteerd. We geven het goede voorbeeld en spreken de kinderen en elkaar daar op aan. Overige afspraken Gebruik mobiele telefoon leerlingen De leerlingen nemen de telefoon op eigen risico mee naar school. Tijdens schooltijden beheert de leerkracht de mobiele telefoons. In groep 7 en 8 kan de mobiele telefoon gebruikt worden ter ondersteuning van de lessen. Rondom de school is het niet toegestaan foto’s/opnames van anderen te maken met de mobiele telefoon. Tijdens excursies en uitstapjes blijft de telefoon op school. De school kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het zoek raken van telefoons.
13
Meenemen speelgoed Ieder kind wil weleens wat laten zien van thuis, iets waar hij of zij trots op is. Dat kan en dat mag ook. Het speelgoed blijft in principe in de tas (nadat het kind het speelgoed heeft laten zien) en valt daarmee niet direct onder onze verantwoordelijkheid. Wij raden dan ook aan duur speelgoed niet de hele dag mee te nemen (maar als ouder weer mee terug te nemen na het wegbrengen van uw kind). In de groepen 1 en 2 worden iedere vrijdag speelgoedochtenden georganiseerd. De kinderen mogen de hele ochtend met het meegebrachte speelgoed spelen. Houd u er rekening mee dat kwetsbaar speelgoed niet altijd door de leerkrachten beschermd kan worden en de school eventuele schade niet vergoedt. Verkeersveiligheid Samen met u proberen wij de verkeerssituatie rond de school zo veilig mogelijk te maken. Breng uw kind het liefst lopend of fietsend naar school. Komt u toch met de auto, parkeer dan alleen op de parkeerplaatsen. Speelgoed op wieltjes Rollend materiaal in de school, zoals skeelers, stepjes of heelyz (schoenen) met wieltjes, zijn verboden in verband met de veiligheid en de kwetsbaarheid van onze vloeren. Ziekmelden Als uw kind ziek is, kan het niet naar school. Het is het beste als u dat meteen dezelfde dag voor schooltijd nog meldt. De school let er dagelijks op dat uw kind niet zonder duidelijke reden van school wegblijft. Daarom is het van groot belang dat u de school waarschuwt als er wat bijzonders aan de hand is. Verzuim en verlof van leerlingen U moet zich houden aan de vastgestelde schoolvakanties. Dat geldt ook voor wintersportvakanties of familiebezoek in het buitenland. In heel bijzondere gevallen mag de directeur uw kind vrij geven om met u op vakantie te gaan. Dat mag hooguit één keer per jaar, voor een periode van ten hoogste tien dagen. Dat geldt alleen voor ouders die door hun beroep in geen van de vijf schoolvakanties vrij kunnen nemen. U moet dan een verklaring van uw werkgever laten zien waaruit blijkt dat u niet op een ander moment met vakantie kunt. Een formulier hiervoor kunt u bij de leerkracht van uw kind krijgen. De directeur mag geen toestemming geven als het gaat om de eerste twee weken na de grote vakantie. Als uw kind vier jaar wordt mag het naar school, maar is het nog niet leerplichtig. Wanneer uw kind vijf jaar is, is het leerplichtig. Als uw kind nog moet wennen aan het onderwijsproces is het mogelijk dat u, in overleg en met toestemming van de directie, uw kind enige uren per week thuis houdt. Dit mag tot een maximum van vijf uur per week. Vanaf 6 jaar is uw kind volledig leerplichtig. Uw kind krijgt de dagen vrij waarop het vanwege uw geloofs- of levensovertuiging niet op school kan zijn. Dat geldt ook voor dagen met belangrijke familieverplichtingen, zoals een begrafenis of huwelijk. U kunt hiervoor bij de administratie van de school een formulier vragen. Elk ongeoorloofd verzuim moet en zal door ons gemeld worden bij de ambtenaar leerplichtzaken van de gemeente. Overtreding van de leerplichtwet kan bestraft worden, dit geldt zowel voor de ouders/verzorgers die hun kind ongeoorloofd thuis houden als voor de schoolleider die daarvan geen melding maakt. Vervanging van de leerkracht bij ziekte Bij ziekte of afwezigheid van leerkrachten worden zij vervangen. Soms door collega’s; als dat niet lukt zorgt de vervangingsmanager van ons bestuur voor een invalkracht. Elke groepsleerkracht beschikt over een klassenmap met gegevens over de planning van de lessen en de vorderingen van de kinderen. Hierdoor kunnen de lessen goed worden overgenomen. In sommige situaties, waarin het niet lukt om voor vervanging te zorgen, zullen groepen worden verdeeld over de overige groepen. Alleen in uitzonderingsgevallen vragen wij aan ouders hun kind een dag thuis te laten. Gevonden voorwerpen Na iedere ouderavond is er gelegenheid voor ouders om de gevonden voorwerpen te bekijken en te bepalen of er voorwerpen van hun kind bij zijn. Na 3 maanden geven wij de voorwerpen, mits in goede staat, aan een goed doel.
14
Verjaardagen en traktatie Een verjaardag vieren we graag op school. Er is aandacht voor de jarige, er wordt gezongen en uw kind mag uitdelen in de klas en langsgaan bij de leerkrachten van de andere groepen. Daar hoort ook een traktatie bij. Veel ouders en leerkrachten waarderen het als er niet teveel zoetigheid wordt uitgedeeld en kleine hoeveelheden worden getrakteerd. Als uw kind bepaalde dingen niet mag eten vanwege allergieën kunnen wij daar rekening mee houden. Zorgt u ervoor dat de leerkracht deze informatie krijgt. Woensdag, fruitdag Om een gezondere vorm van tussendoortjes te promoten houden wij op woensdag ‘fruitdag’. Op die ochtend nemen alle kinderen, zo mogelijk, fruit mee naar school als tussendoortje bij de kleine pauze. Schoolkamp en schoolreis Al jaren gaan de kinderen van groep 3 t/m 7 een dag per jaar naar de Kennemerduinen. Op deze ‘Duindag’ kunnen de kinderen, onder toezicht, heerlijk ravotten en spelen. De kleuters vieren hun eigen kleuterfeest in en rondom de school. De groepen 8 gaan gezamenlijk drie dagen op kamp. Omdat zij alle jaren in twee zelfstandige groepen hebben gezeten gebruiken we dit kamp als intensieve kennismakingsperiode. De rest van het jaar onderneemt groep 8 meerdere gezamenlijke activiteiten zoals een debat in het stadhuis en de eindmusical. Ook wanneer kinderen naar het voortgezet onderwijs gaan heeft dit voordeel. Er is meer kans dat ze naar een school gaan met bekende kinderen. Sportdag Voor de groepen 1-8 organiseren we één keer per jaar een sportdag. Het ene jaar gericht op atletiek, het andere jaar gericht op verschillende spellen. Groep 8 neemt daarnaast deel aan de Amstelveense groep 8 sportdag. Andere activiteiten Binnen de school organiseren we voor de groepen 5 tot en met 8 een dam- en schaaktoernooi. We houden een voorleeswedstrijd rond de kinderboekenweek. We doen mee aan schoolvoetbaltoernooien en schoolhockeytoernooien. In groep 7 nemen we bij de leerlingen het verkeersexamen af. Aan het begin van het schooljaar picknicken we met ouders en kinderen in het park Middenhoven. We hebben vorig jaar een bake-sale georganiseerd, dat gaan we dit jaar weer doen.
15
4. Hulp en ondersteuning aan kinderen Passend onderwijs Vanaf 1 augustus 2014 geldt de Wet Passend Onderwijs. Scholen zijn verplicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die specifieke ondersteuning nodig hebben. Voorheen moesten ouders vaak zelf op zoek naar een geschikte school voor hun kind. Niet elke gewone school kan en hoeft alle kinderen op te vangen. Daarom werken scholen in de regio samen om leerlingen een passende plek in het onderwijs te bieden. Kan een school geen passend onderwijs geven, ook niet met hulp van buitenaf, dan wordt binnen dit samenwerkingsverband een andere school gezocht die dit wel biedt. Alle scholen van ons bestuur zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband Amstelronde. Amstelronde werkt vanuit vier regionale kernen. Elke kern heeft een eigen specialist die wordt ingeroepen als school of ouders vragen hebben over (extra) ondersteuning die de school niet zelfstandig denkt te kunnen aanbieden. De school organiseert dan een ‘Ondersteuningsteam’. Daarbij zitten, naast medewerkers van school, de specialist en eventuele andere deskundigen, altijd de ouders aan tafel. In dat gesprek wordt nader bepaald wat het kind nodig heeft en wat er zou moeten gebeuren om er voor te zorgen dat er stappen gezet worden in de verdere ontwikkeling van het kind. Schoolondersteuningsprofiel (SOP) In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) heeft onze school beschreven wat we te bieden hebben aan kinderen die speciale ondersteuning nodig hebben. Het SOP is te vinden op onze website. De Willem-Alexanderschool is een zogenaamde smalle zorgschool. Dat wil zeggen dat ons basisaanbod goed op orde is en dat onze school daarnaast mogelijkheden heeft om onderwijs te geven aan groepen kinderen met een specifieke onderwijsbehoefte. Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Een specifiek aanbod hebben we opgezet voor leerlingen die meer-of hoogbegaafd zijn. Zij krijgen extra en/of verdiepende opdrachten. In samenwerking met collega-basisscholen is ook een plusklas opgezet en in de bovenbouw volgen enkele leerlingen een project Wiskunde in samenwerking met het voortgezet onderwijs. Ook voor leerlingen die het Nederlands niet als moedertaal hebben, nemen wij specifieke onderwijskundige maatregelen. Het samenwerkingsverband heeft sinds dit schooljaar twee taalklassen waar op dit moment 2 leerlingen van de Willem-Alexanderschool in geplaatst zijn. Kinderen worden twee dagen per week ondergedompeld in een Nederlands taalbad. Dit biedt ons de mogelijkheid de andere dagen te gebruiken om de kinderen met een passend programma aan te laten haken bij de reguliere lesstof. Het kan voorkomen dat onze school geen passend antwoord heeft op de onderwijsvraag van een kind, ook niet met behulp van externe ondersteuning. In dat geval gaan we samen met de ouders op zoek naar een geschikte school voor de leerling. Ondersteuningsstructuur Op de Willem-Alexanderschool is de ondersteuning aan kinderen goed georganiseerd. Een interne begeleider en drie specialisten ondersteunen de leerkrachten in het bieden van gedifferentieerd onderwijs en het vinden van juiste onderwijsvormen bij kinderen met een specifieke ondersteuningsvraag. Regelmatig bespreekt de leerkracht met de intern begeleider of de specialist de ontwikkeling van de leerlingen. Ook spreken leerkrachten samen over de leerlingen in hun klassen, om ervaring te delen en kennis uit te wisselen De leerkracht voert de ondersteuning aan de leerling zoveel mogelijk uit in de groep. Soms kan de onderwijsassistent of de remedial teacher worden ingezet. De leerkracht is verantwoordelijk voor het contact met de ouders van leerlingen. Voor sommige kinderen wordt specifieke expertise van buiten gehaald om de ondersteuning te versterken. Voor deze leerlingen met speciale onderwijsbehoeften stellen de leerkracht, een lid van het begeleidingsteam en de betreffende ouders samen een ondersteuningsplan op. Zowel leerkracht als intern begeleider hebben contact met deze externe adviseur; de intern begeleider heeft daarbij oog voor de doorgaande lijn. Bij de overdracht van de kinderen van het ene leerjaar naar het volgende, spreken de leerkrachten met elkaar aan de hand van de observatie- en toetsgegevens en een eventueel ondersteuningsplan.
16
Ons leerlingvolgsysteem (waaronder cito) Wij volgen op een systematische manier de ontwikkeling van alle leerlingen. Dit biedt ons de mogelijkheid om eventuele belemmeringen of problemen tijdig te signaleren en hierop in te spelen. In de kleutergroepen observeert de leerkracht kinderen op verschillende ontwikkelingsgebieden en noteert deze gegevens in Bosos, ons kleuterobservatiesysteem. We kijken goed of kinderen toe zijn aan het leren in groep 3, waar meer ‘aan tafeltjes’ wordt gewerkt . Vanaf groep 3, wanneer kinderen ook schriftelijk werk maken, kijkt de leerkracht het werk na en beoordeelt dit. Daarnaast observeert en registreert de leerkracht de werkhouding, leervaardigheden en de sociale en emotionele ontwikkeling van de kinderen. Vanaf groep 3 maakt de leerkracht bij taal en rekenen gebruik van toetsen die bij onze methoden horen. Als aanvulling op het beeld van de leerkracht gebruiken we de resultaten van het Cito-leerlingvolgsysteem. Uw kind maakt bij ons regelmatig een cito-toets. De leerkracht kijkt de toets na en telt de goed beantwoorde vragen bij elkaar op. Volgens een bepaalde procedure kan de school dit aantal omzetten in een vaardigheidsscore en een niveaubepaling. Deze niveaubepaling valt in een van de gebieden met het Romeinse cijfer I-II-III-IV-V. Ligt de score in het I- of II-gebied dan betekent dit boven gemiddeld. Ligt de score in het III-gebied dan is dat gemiddeld. Een IV- of Vscore betekent onder gemiddeld. Voor het volgen van het individuele kind en voor het volgen van de kwaliteit van onze school kijken we naar de niveaubepaling, maar baseren we vervolgstappen op de vaardigheidsscores. Deze geven gedetailleerder de daadwerkelijke vooruitgang (of achteruitgang weer). Handelingsgericht werken In ons dagelijks handelen werken we volgens de principes van handelings- en opbrengstgericht werken. Centraal hierbij staat het denken vanuit onderwijsbehoeften van leerlingen. Steeds stellen wij ons de vraag: Wat heeft dit kind nodig om het doel te halen? Bij het onderzoeken van deze vraag kijken we niet alleen naar de problemen, maar ook naar de sterke kanten van leerlingen, die we mogelijk kunnen inzetten bij de ondersteuning. Bij het vormgeven van het aanbod aan onze leerlingen maken we gebruik van alle relevante informatie die we hebben. Het kan gaan om informatie uit kind- en oudergesprekken, maar ook om informatie uit onze observaties, het gemaakte werk of resultaten op toetsen (de ‘opbrengsten’). Onze werkwijze in de groep leggen we vast in zogenaamde groepsoverzichten en groepsplannen. Daarin is ook ons concept ‘doordacht lesgeven’ zichtbaar: Na een klassikale uitleg gaat de grootste groep leerlingen zelfstandig aan het werk. Sommige leerlingen ontvangen extra uitleg, andere leerlingen krijgen extra, uitdagende opdrachten. Verlengingen Kinderen in de onderbouw ontwikkelen zich grillig en met sprongen. Daarom is het belangrijk dat leerkrachten en ouders samen de ontwikkeling van het kind volgen. Soms zijn kinderen nog niet toe aan de instructies in groep 3. Dat geldt vaak voor kinderen die zes jaar worden tussen augustus en december. In goed overleg met de ouders besluiten wij de kinderen dan een jaar langer onderwijs te bieden in de speelse situatie van groep 2. Het aanbod aan deze kinderen stemmen we goed af op hun onderwijsbehoeften en ontwikkeling. Deze kinderen gaan over het algemeen als sterke leerlingen naar groep 3, waar dan vervolgens rekening wordt gehouden met hun eventuele voorsprong bij bepaalde vakken. Doublures en OPP’s Wanneer kinderen vanaf groep 3 een jaar overdoen, noemen wij dit een doublure. Een besluit tot een doublure wordt genomen wanneer een kind langere tijd op alle ontwikkelgebieden moeite heeft om de stof van dat leerjaar te volgen. Ook hier geldt dat het besluit tot doublure wordt genomen in afstemming met de ouders. Voor kinderen die moeite hebben met bepaalde leerstof, vaak als gevolg van dyslexie, dyscalculie of andere leerproblemen, en waar grote achterstand is ontstaan ondanks verschillende vormen van ondersteuning, schrijven we een OntwikkelPerspectiefPlan (OPP). In dit plan wordt opgenomen op welke wijze we het kind de laatste jaren van de basisschool leerstof aanbieden en het eindniveau dat we hierbij verwachten. Het OPP wordt altijd afgestemd met ouders.
17
Verwijzing naar Speciaal (Basis) Onderwijs Verwijzingen naar Speciaal (Basis)Onderwijs liggen sinds de komst van Passend Onderwijs minder voor de hand. Soms concluderen ouders en leerkrachten echter dat een kind beter af is in een andere onderwijssetting omdat het kind met de brede leer- of gedragsvragen in onze school niet kan worden begeleid. In goed overleg en altijd ondersteund door externe deskundigen, gaan we dan gezamenlijk over tot een verwijzing naar een andere (speciale) school. Jeugdgezondheidszorg De GG&GD roept uw kind op twee momenten op voor controle van groei en ontwikkeling van uw kind. Zij krijgen hiervoor de gegevens van het consultatiebureau (groep 2 en groep 7). De schoolarts kan u ook adviezen geven of doorverwijzen bij vragen. Jeugdhulpverlening Jeugdzorg wordt tegenwoordig georganiseerd vanuit de gemeente via het Amstelveen loket. U kunt hier als ouder rechtstreeks terecht als u zich zorgen maakt om de ontwikkeling van uw kind. Voor hulp bij complexe en /of meerdere problemen is er in de gemeente Amstelveen het Sociaal Team. Wanneer wij ons zorgen maken over de invloed van de thuissituatie op het leren van de kinderen, zullen we eerst in gesprek gaan met de ouders en vervolgens in goed overleg het kind melden bij het sociaal team. Maken wij ons om gegronde redenen zorgen over de veiligheid thuis en de ouders willen niet met ons of het sociaal team in gesprek gaan, dan melden wij het kind bij Veilig Thuis, voorheen het aanmeldpunt voor kindermishandeling (zie meldcode en meldplicht). Zorg Team Overleg (ZTO) Onze school heeft regelmatig overleg met de schoolmaatschappelijk werker, schoolverpleegkundige van de GGD en de leerplichtambtenaar. Als er zorgen zijn rond een leerling over de sociaal-emotionele ontwikkeling dan kan, na toestemming van de ouders, deze leerling in het team besproken worden. Er wordt dan gekeken door wie, op welke wijze en op welke plek het beste kortdurende ondersteuning geboden kan worden. Het kan zijn dat deze deskundigen na een aantal gesprekken met ouders en/of kinderen alsnog doorverwijzen naar andere vorm van jeugdhulpverlening via de gemeente. Er is een nauwe samenwerking tussen de schoolmaatschappelijk werker, de schoolverpleegkundige met de jeugdhulpverleners van het Amstelveen Loket die deze doorverwijzing kunnen regelen. Logopedische screening Er wordt bij ons op school twee keer per jaar een screening gedaan in de groepen 1 en 2 voor logopedie. De leerkrachten brengen zelf de eerste signalen van spraak en/of taalproblemen in kaart en deze bespreken met de logopedist (werkzaam bij OnderwijsAdvies). Als er naar aanleiding van deze signalen reden toe is, zal de logopedist verder onderzoek doen bij uw kind. Vooraf wordt u om toestemming gevraagd, het advies wordt met u een persoonlijk door de logopedist gedeeld. Aan het eind van de basisschool In de groepen 7 en 8 bereiden we uw kind goed voor op het voortgezet onderwijs. De inhoud van de verschillende leergebieden sluit aan op het vervolgonderwijs. We besteden bijzondere aandacht aan de Engelse taal. Daarnaast krijgt uw kind in groep 7 twee keer per week en in groep 8 dagelijks een huiswerkopdracht. Halverwege groep 8 moet u met uw kind een keus maken voor een vervolgschool. De Willem-Alexanderschool geeft u een advies welk schooltype het meest geschikt is voor uw kind. Dit advies is vooral gebaseerd op de werkhouding van uw kind en de resultaten op het rapport. Ook de resultaten van het leerlingvolgsysteem en de uitslag van twee Citotoetsen: de entreetoets en de proef-eindcito tellen mee. In een recente wetswijziging is bepaald dat de verplichte eindtoets plaatsvindt in april en dat het basisschooladvies, dat in januari wordt gegeven, leidend is. Het is belangrijk om goede gesprekken met leerlingen, ouders en leerkrachten te voeren over de keuze van het voortgezet onderwijs. Daarom is er op de Willem-Alexanderschool een coördinator advisering: Huib de Moor. Hij geeft voorlichting aan de ouders en begeleidt de gesprekken over de adviezen. De leerkracht van groep 8, de intern begeleider en de directeur stellen dit advies samen. Tijdens een persoonlijk gesprek met de ouders leggen we uit hoe
18
de school tot dit advies gekomen is. Met dit advies kunt u uw kind aanmelden bij een school voor voortgezet onderwijs. Deze school bespreekt met de Willem-Alexanderschool uw aanmelding. Schorsing en verwijdering Ons pedagogisch klimaat, onze klassenregels en onze inspanningen op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling, moeten zorgen voor een veilige omgeving voor uw kind. Leerkrachten zijn alert op ongepast gedrag en spreken kinderen daarop aan. Als ouder wordt u geïnformeerd als uw kind ongepast gedrag vertoont of last heeft van kinderen die ongepast gedrag vertonen. We passen het pestprotocol toe wanneer ongepast gedrag niet stopt na gesprekken met leerlingen door de leerkracht. Daar waar de veiligheid van kinderen of leerkrachten bedreigd wordt, kan er sprake zijn van schorsing van de leerling. Komt de bedreiging vanuit een ouder dan zal ook deze een verbod krijgen om nog langer op school te zijn. Leerlingen die de behoefte hebben om met een professional te praten kunnen terecht bij hun leerkracht, de schoolmaatschappelijk werkster of onze vertrouwenspersoon. Deze vertrouwenspersoon staat ook open voor gesprekken met ouders. Het schorsen of verwijderen van een leerling is een zwaar middel waartoe de school alleen overgaat als dat echt noodzakelijk is en niet eerder dan nadat een zorgvuldige procedure is gevolgd. We houden ons aan de procedure zoals binnen de stichting is opgesteld, u kunt deze vinden op onze website en de website van onderwijsstichting Amstelland. Meldcode en meldplicht Sinds 1999 geldt voor het onderwijs de ‘Wet bestrijding seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs’, de zogenaamde ‘Meld- en aangifteplicht’. Met ingang van 1 juli 2013 is de wet ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ in werking. Het nakomen van beide wetten, meldplicht en meldcode, is een plicht van elke medewerker van een onderwijsinstelling. De ‘Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ verplicht beroepskrachten, ook onderwijspersoneel, om een vijfstappenplan te gebruiken als ze het vermoeden hebben van kindermishandeling en/of huiselijk geweld. De ‘Wet bestrijding seksueel misbruik en seksuele intimidatie in het onderwijs’ (1999), ook wel de ‘Meld- en aangifteplicht’ genoemd, verplicht personeelsleden om het bevoegd gezag onmiddellijk te informeren als zij het vermoeden hebben van of informatie krijgen over, op welke manier dan ook, een mogelijk zedendelict, gepleegd door een medewerker van de school jegens een minderjarige leerling. De personeelsleden van de Willem-Alexanderschool zijn op de hoogte van deze procedures. Ze spreken signalen door met de intern begeleider. Deze beslist in overleg met de directeur of er wel of niet een melding wordt gedaan. De directeur is hierin de eindverantwoordelijke. Gezondheid en veiligheid De school heeft een preventiemedewerker aangesteld. Deze medewerker heeft als taak om eventuele knelpunten wat betreft veiligheid en arbeidsomstandigheden op te sporen. De preventiemedewerker overlegt haar bevindingen met de schoolleiding. Speeltoestellen worden regelmatig gecontroleerd door een deskundige van de gemeente en zo nodig onderhouden of aangepast. Als uw kind op school een ongeluk(je) mocht krijgen, dan troosten wij uw kind en bekijken de verwonding. Is het niet ernstig, dan behandelen wij het kind zelf. Er is op elke locatie een bedrijfshulpverlener (EHBO) die bij twijfel de verwonding controleert. Op beide gebouwen staat een complete EHBO-kist. Bij ernstigere verwondingen nemen wij contact met u op. Na iedere vakantie en bij eventuele klachten controleren we uw kind op hoofdluis. Bij constatering van hoofdluis informeren we u daarover. Een schoonmaakbedrijf maakt onze school elke dag schoon. We hebben in de toiletten en in de klaslokalen water, zeep en een handdoek. We stimuleren uw kind dit te gebruiken. Medicijnverstrekking en medisch handelen Leerkrachten op school worden regelmatig geconfronteerd met leerlingen die klagen over pijn, zoals hoofdpijn, buikpijn, oorpijn of pijn ten gevolge van een insectenbeet. Meestal is de pijn met eenvoudige middelen te verhelpen. Ook krijgt de school verzoeken van ouders om hun kind de door een arts voorgeschreven medicijnen toe te dienen. Met het oog op de gezondheid van kinderen is het van groot belang, dat de leerkrachten in alle situaties zorgvuldig 19
handelen. Zij moeten over de vereiste bekwaamheid beschikken. Daarom hanteert de Willem-Alexanderschool een protocol “Medicijnverstrekking en medisch handelen”. in dit protocol staat beschreven hoe in deze situaties te handelen. Landelijk vinden er nog gesprekken plaats over de wettelijke grenzen ten aanzien van medicijnverstrekking door niet medisch personeel. Momenteel houden we ons nog aan ons eerder opgestelde protocol. Deze kunt u vinden op de website en is op beide locaties in te zien door ouders. De eindverantwoordelijkheid voor het verstrekken van medicijnen of het uitvoeren van medische handelingen ligt bij de ouders. In sommige gevallen vragen wij de ouders een formulier te ondertekenen, waarin de eindverantwoordelijkheid voor een handeling staat beschreven.
20
5. De ouders Ouderbetrokkenheid Ouders spelen een belangrijke rol op school. De Willem-Alexanderschool betrekt ouders zoveel mogelijk bij de schoolloopbaan van de kinderen door het geven van informatie en het voeren van gesprekken. Daarnaast praten we met u over de kwaliteit van de school. Hiertoe organiseren we bijvoorbeeld een aantal keer per schooljaar een oudercafé waar ouders en teamleden elkaar kunnen ontmoeten. Ouders krijgen in het café informatie over schoolontwikkelingen en krijgen de ruimte om hun bevindingen over de kwaliteit van ons onderwijs aan ons voor te leggen. Tegenwoordig kan een school niet volop draaien zonder hulp van ouders. Gelukkig zijn veel ouders van onze school bereid om de handen uit de mouwen te steken, daar zijn we erg blij mee Partners in de opvoeding Wij zien ouders als onze ‘pedagogische partners’. Onderwijzen en opvoeden gaan in de basisschool hand in hand en samen. Ouders kennen hun kind goed en leerkrachten zijn deskundig op het gebied van onderwijs. Om passend onderwijs te realiseren is het nodig goed samen te werken. Dit geldt natuurlijk voor alle ouders, maar zeker voor de ouders van leerlingen die extra ondersteuning of uitdaging nodig hebben. De deur staat altijd open en een gesprek is altijd mogelijk. Thuis kunt u als ouder voorlezen of samen lezen. U kunt interesse tonen voor gemaakt werk, kinderen vragen wat ze geleerd hebben op school of uw kind helpen bij huiswerk. De leerkracht van uw kind kan u daarover adviseren. Zeker bij jongere kinderen vinden wij het belangrijk dat zij thuis kunnen ontspannen door te spelen. Wij geven jongere kinderen dan ook weinig huiswerk mee. Informatievoorziening Drie maal per jaar wordt u uitgenodigd voor een gesprek over de vorderingen van uw kind, de rapportgesprekken. De leerkrachten spreken u graag tussendoor. Als u iets wil vragen of bespreken kunt u altijd een afspraak maken. Zo zal de leerkracht u ook uitnodigen voor een gesprek wanneer deze iets met u wilt bespreken. Aan het begin van het schooljaar organiseren we een informatieavond waarop de leerkracht het lesprogramma toelicht. Incidenteel organiseren we een ouderavond over een specifiek onderwerp. In onze schoolkrant leest u over de actuele ontwikkelingen op school. Zes keer per jaar geven wij nieuwsbrieven uit. Hierin kunt u lezen wat er in de komende periode allemaal gebeurt op school. Ook versturen wij tussendoor berichten, soms alleen voor de groep van uw kind. Wij doen dit per mail. Er wordt voor gezorgd dat de nieuwsbrief snel op de website staat. Dus wanneer u problemen heeft met het ontvangen van mails, kunt u de nieuwsbrief altijd downloaden van onze website: www.willem-alexanderschool.nl. Op deze website treft u ook veel andere informatie aan. Er staan bijvoorbeeld foto's op van schoolactiviteiten. In de onderbouw houden we dit jaar een pilot voor het gebruik van klasbord. Dit is een alternatief voor facebook waarbij ouders en leerkrachten van één klas onderling snel kunnen communiceren. Facebook gebruiken we binnen onze school niet (meer) om digitale veiligheidsredenen. De verplichting om ouders te informeren blijft na een (echt)scheiding bestaan, ook richting de ouder zonder ouderlijk gezag. Daartoe vragen wij ouders zelf contact met ons op te nemen en (mail)adressen met ons te delen, zodat wij u ook daadwerkelijk kunnen informeren. Aanmelding nieuwe leerlingen 4-jarigen Ouders ontvangen van de gemeente een brief wanneer hun kind 2 jaar is met de melding om zich te gaan oriënteren op een basisschool voor hun kind. Ouders vragen telefonisch of digitaal een kennismakingsgesprek aan. Op dat moment wordt het kind geplaatst op de lijst behorende bij het geboortejaar. Is deze lijst vol dan wordt de aanvraag voor een gesprek afgewezen. Na het gesprek melden ouders hun kind formeel aan en wordt de gereserveerde plek definitief gemaakt. Zij-instromers Wanneer ouders kinderen willen aanmelden die ouder zijn dan vier jaar, dienen zij eerst de school te bellen om te vragen of er ruimte is in de groep van het kind. Wanneer wij geen plek hebben verwijzen wij de ouders door naar onze stichting. Daar is bekend op welke scholen nog plek is. Hebben wij ruimte om het kind eventueel te plaatsen dan
21
informeren wij bij de huidige school naar de ontwikkeling van het kind, Daarna worden de ouders uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. De directeur en de interne begeleider schatten in of het kind past in de groep wat betreft ondersteuningsbehoeften en het aantal andere leerlingen met ondersteuningsbehoeften in de groep. Deze inschatting wordt besproken met de leerkracht. Wanneer directeur, intern begeleider en leerkracht het mogelijk achten om het kind te plaatsen, worden de ouders uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek. Wanneer na dit gesprek onze school het nog steeds mogelijk acht het kind te plaatsen , kunnen de ouders hun kind aanmelden op onze school. Het kind wordt zo snel mogelijk na de datum die ouders aangeven geplaatst. Vanuit de oude school ontvangen wij een uitgebreid onderwijskundig rapport op basis waarvan wij ons onderwijs voor het kind inrichten. Medezeggenschapsraad (MR) De Willem-Alexanderschool heeft een medezeggenschapsraad. In de raad zitten drie ouders en drie personeelsleden, die respectievelijk door de ouders en het personeel zijn gekozen. De bevoegdheden en regels van deze raad zijn vastgelegd in het Medezeggenschapsreglement. De medezeggenschapsraad bespreekt alle belangen van de school. Bovendien is voor het nemen van sommige besluiten advies of instemming van de medezeggenschapsraad nodig. De medezeggenschapsraad heeft als doel de leerkrachten en ouders ‘medezeggenschap’ te geven. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Op stichtingsniveau is er een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Deze raad heeft instemmings- of adviesrecht bij beleidszaken van de stichting. Uit de aangesloten medezeggenschapsraden zijn twee leden (een personeelslid en een ouder) gekozen die zitting nemen in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Activiteitencommissie Onze school heeft een activiteitencommissie. Dit zijn ouders die, afgestemd met het team, allerlei activiteiten organiseren rondom de jaarlijkse terugkerende vieringen en naschoolse activiteiten. Ze vergaderen zo’n zesmaal per jaar. Ieder jaar worden er nieuwe ouders gezocht voor de AC. U kunt uw interesse aangeven bij de voorzitter van de AC of bij de leerkracht. Vrijwillige ouderbijdrage De activiteitencommissie vraagt jaarlijks een vrijwillige bijdrage voor het organiseren van excursies, vieringen, feesten en bijzondere gelegenheden voor ouders en kinderen. De hoogte van de ouderbijdrage is rond de € 50,00 per kind per jaar. Ouderhulp Een school kan niet zonder helpende handen van ouders. U kunt zich opgeven als hulpouder voor diverse activiteiten en klussen. Dit is geheel vrijblijvend en vrijwillig, al rekenen we wel op uw komst als u zich heeft opgegeven. De verantwoordelijkheid voor de leerlingen en de activiteiten ligt bij de school. Op de informatieavond van de klas van uw kind kunt u aangeven waaraan u mee wil werken, maar u kunt ook later in het jaar bij de leerkracht aangeven waarvoor u zich zou willen inzetten. Er zijn al veel ouders actief op school: Allergieouder Soms is een kind allergisch voor bepaalde stoffen en is het nodig medicatie toe te dienen. In elke klas worden de allergieën overzichtelijk bijgehouden in de klassenmap. Omdat ouders het fijn vinden hun zorgen omtrent een speciale aanpak van hun kind te delen, is er de mogelijkheid om met onze “allergieouder” contact op te nemen voor een gesprek. Gegevens zijn te vinden in deze schoolgids en op de website. Natuurouders De natuuractiviteiten die de natuurouders met de kinderen ondernemen zijn heel divers en door jarenlange ervaring goed georganiseerd. Er zijn verschillende activiteiten, passend bij de seizoenen. Educatie en beleving gaan bij deze activiteiten hand in hand. De kinderen leren over de natuur en beleven de natuur op een ontspannen manier, vaak in kleine groepjes. Poets- en sjouwouders
22
Aan het einde van het jaar willen we de school spik en span maken. Vooral in de onderbouw kost dat veel tijd, daar staan open kasten en gebruiken we veel verschillende materialen. Wij kunnen hulp bij het schoonmaken dus goed gebruiken! Ons meubilair in de bovenbouw is zwaar en moet ieder jaar verhuist worden. Elk jaar weer werken we graag samen met ouders voor deze klus. ICT ouder Recent is met een groepje ouders gesproken over het ondersteunen van ICT binnen onze school. We willen dit schooljaar met deze ouders verder praten over kansen, nieuwe ontwikkelingen, het maken van de juiste keuzes en mediawijsheid en – veiligheid. Foto’s en filmopnames van kinderen Het is mogelijk dat uw kind op een foto of filmpje op de website staat. Ook kan het voorkomen dat filmopnamen worden gemaakt in de klas in het kader van scholing en ontwikkeling van onze teamleden. Wij vragen de huidige ouders dit jaar (weer) om toestemming. Nieuwe ouders geven hun toestemming voortaan bij het aanmeldingsformulier. Verzekering De school heeft een wettelijke aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Hiermee is de wettelijke aansprakelijkheid van het bestuur van de stichting, de leerkrachten, de overblijfkrachten en de ouders die aan schoolactiviteiten meewerken verzekerd. Het gaat hierbij om schade die veroorzaakt is door nalatigheid van de school. Schade geleden door inzittenden van uw auto, wanneer u voor een schoolactiviteit rijdt, is niet via de school verzekerd. Dit risico valt onder uw eigen inzittendenverzekering. Tevredenheidsonderzoek Tweejaarlijks gaan we met behulp van vragenlijsten na in welke mate ouders tevreden zijn over allerlei zaken op onze school. We stellen het erg op prijs als u deze vragen beantwoordt. Met de uitkomsten van de vragenlijsten willen we ons onderwijs verder verbeteren. Klachten Op de Willem-Alexanderschool willen we zo zorgvuldig mogelijk te werken. Ondanks dat kunnen er wel eens misverstanden ontstaan of kunnen we fouten maken. U bent altijd welkom om deze situaties te bespreken. In eerste instantie doet u dit bij degene om wie het gaat. Betreft het uw kind of de groep dan kunt u bij de leerkracht van uw kind terecht. Mocht dit niet bevredigend zijn dan kunt u bij de directie terecht. Zowel de leerkrachten als de directie zullen proberen u zo goed mogelijk te begrijpen en te helpen. Mocht dit echter niet tot een oplossing leiden, dan is de klachtenregeling van toepassing. U kunt dan met uw klacht terecht bij een van de contactpersonen in onze school. Achter in de schoolgids vindt u de namen van de vertrouwenspersonen. De vertrouwenspersoon is goed op de hoogte van de regels en afspraken die in onze school gelden en kent de instanties die bij onze school betrokken zijn. De vertrouwenspersonen zijn door het bestuur benoemd om deze taak in de school uit te voeren en de belangen van de klager te behartigen. De vertrouwenspersoon is onafhankelijk om belangenconflicten te voorkomen en zal vertrouwelijk met alle informatie omgaan. De vertrouwenspersoon kan de klager verder helpen bij het afhandelen van de klacht, waaronder het schriftelijk formuleren van de klacht en informatie geven over de klachtenprocedure. In een aantal gevallen zal de contactpersoon de klager, in overleg en met toestemming van de klager, verwijzen naar de vertrouwenspersoon van het bestuur. De bestuursgerelateerde vertrouwenspersoon is net als de schoolgebonden vertrouwenspersoon onafhankelijk en in staat zo nodig te bemiddelen of de klager te ondersteunen in de verdere klachtenprocedure. De vertrouwenspersoon heeft een beroepsgeheim. Het bestuur heeft het landelijk model klachtenregeling ondertekend en zich aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Primair Onderwijs. De complete klachtenregeling is te vinden op de website van Onderwijsgroep Amstelland en op onze website onder het kopje ‘Onderwijsgroep Amstelland’. Ieder personeelslid, ook de vertrouwenspersoon, heeft zonder uitstel een meldplicht aan het bevoegd gezag bij een zedendelict. Het gaat hierbij om een redelijk vermoeden van een zedendelict tegenover een leerling gepleegd door iemand die met taken voor de school belast is. In zo’n geval geldt de klachtenregeling niet en zal het bestuur direct tot maatregelen overgaan. Ouders of verzorgers kunnen dit uiteraard direct kenbaar maken aan de directie of het bestuur.
23
Sponsoring Op stichtingsniveau zijn er afspraken gemaakt rondom sponsoring. Op onze school hanteren we de volgende richtlijnen: Een bedrijf kan met sponsorgeld een activiteit van de activiteitencommissie ondersteunen. Een lid van de activiteitencommissie bespreekt met het bedrijf de hoogte van het bedrag dat zal worden uitgekeerd aan de penningmeester van de ouderraad. De school stelt daar tegenover dat de naam van het bedrijf eenmalig zal worden vermeld in het communicatieblad Waslijn. Over andere vormen van bedrijfsreclame als tegenprestatie voor sponsoring heeft de activiteitencommissie overleg met de schoolleiding. De schoolleiding heeft hierin de eindbeslissing in samenspraak met de medezeggenschapsraad Reclame en verspreiden van folders Regelmatig worden wij benaderd voor het delen van aanbod en activiteiten, georganiseerd door derden. In onze nieuwsbrief, De Waslijn, nemen wij alleen aanbod en activiteiten op van onze directe partners in de Brede School, KinderRijk en de Muziek- en dansschool Amstelveen. Folders of flyers van andere partijen leggen wij zichtbaar neer (of hangen we op) in het hoofdgebouw. Dit materiaal kunt u meenemen. Na 2 weken verwijderen we deze informatie weer. Aanbod dat niet is gerelateerd aan onze school, maar wordt georganiseerd door één van onze ouders, valt onder ‘andere partijen’.
24
6. Kwaliteitsbeleid en resultaten Kwaliteitsbeleid Scholen zijn wettelijk verplicht systematisch de eigen onderwijskwaliteit te bewaken en daar waar nodig te verbeteren. Kwaliteit betekent dat wij voldoen aan onze wettelijke verplichtingen, voldoende resultaten behalen, dat we doen wat we beloven en onze visie waarmaken. Met systematisch bedoelen we dat we eerst goed kijken wat er aan de hand is, dan plannen maken en deze uitvoeren en vervolgens kijken of de kwaliteit inderdaad is verbeterd. Alle geledingen binnen de school dragen bij aan de kwaliteit van ons onderwijs. Op de Willem-Alexanderschool ondernemen we diverse acties die moeten leiden tot het behouden en waar nodig verbeteren van de kwaliteit van ons onderwijs. Enkele voorbeelden zijn: Leerkrachten bekwamen zich continu in instructie en klassenmanagement en ondersteunende specialisten verdiepen zich in hun vakgebied Studiedagen worden ingepland om rond onderwerpen ervaringen uit te wisselen en te evalueren Het begeleidingsteam, bestaande uit de intern begeleider (orthopedagoog) en de specialisten, ondersteunen leerkrachten bij het realiseren van passend onderwijs Vernieuwingen en lesmethodes worden regelmatig geëvalueerd. Toetsresultaten worden geanalyseerd en ons onderwijs wordt zo nodig aangepast Lesmethoden zijn up-to-date en worden tijdig vervangen Tweejaarlijks worden ouderenquêtes uitgezet; periodiek bevragen we het personeel en de leerlingen. Meerdere keren per jaar wordt de onderwijskwaliteit besproken in een gesprek tussen de directeur en het College van Bestuur
Zo professionaliseren wij ons: Een aantal keren per jaar brengt het MT (de interne begeleider of de directeur) een bezoek aan de groep. Van te voren stellen leerkrachten hun eigen hulpvragen op. Deze bezoeken zijn dan ook niet zozeer controlerend, als wel ondersteunend. Nieuwe leerkrachten worden de eerste maanden vaker bezocht. Tweejaarlijkse functioneringsgesprekken met de directeur, gericht op het ontwikkelen van vaardigheden en het maken van studiekeuzes. Leerkrachten onderzoeken hun eigen vaardigheden door bezoeken te brengen aan andere klassen. Ze kijken hoe hun collega lesgeeft of vragen collega's om bepaalde vaardigheden te observeren. Deze onderlinge bezoeken zorgen er ook voor dat leerkrachten zien hoe onze plannen in andere bouwen worden gerealiseerd. Dit zorgt voor een stevigere lijn door de school. Komend schooljaar richten we onze studiedagen op de implementatie van Kwink, het vergroten van onze kwaliteit (gericht op passend onderwijs) en het kiezen van een nieuwe methode taal. Leerkrachten zullen ook op individuele basis studies volgen. U kunt daarbij denken aan reken-didactiek, inrichten van natuuronderwijs en begeleiding van gedragsontwikkeling en/of specialist oudere kind.
Onderwijsinspectie Basisscholen worden periodiek bezocht door de onderwijsinspectie. Op alle punten is de onderwijsinspectie tevreden over de kwaliteit van het onderwijs op onze school. Daarom valt onze school onder het ‘reguliere toezicht’. Dat betekent dat onze school geen extra bezoeken krijgt van de inspectie. Waar nodig hebben we ontwikkelpunten benoemd, uitgewerkt en gepland in ons schoolplan voor 2015-2019. Het schoolplan is te vinden op de website. Korte terugblik op schooljaar 2014-2015 In het afgelopen jaar hebben we gewerkt aan het schrijven van een nieuw schoolplan. Daar hoort bij dat we onze visie en missie hebben herijkt. Vanuit deze visie op onderwijs hebben we plannen gemaakt waarmee we ons onderwijs inrichten naar de eisen van passend onderwijs. We hebben een begeleidingsteam opgericht waarin de interne begeleider en de drie specialisten samenwerken om leerkrachten te adviseren voor het begeleiden van kinderen. Twee onderwijsassistenten zijn aan het werk gegaan om de leerkrachten te ondersteunen. Zij werken met leerlingen of nemen de klas over zodat de leerkracht zelf gespecialiseerde hulp kan geven aan kinderen. We hebben met de 25
leerkrachten een traject gevolgd waarbij we ons doordacht lesgeven met drie differentiatievormen hebben verdiept tot inhoudelijk sterker onderwijs. We gebruiken nu groepsplannen voor rekenen en spelling, gebaseerd op de leerhouding en -vaardigheden van de kinderen. We koppelen creatieve en muzikale lessen aan onze projecten en thematisch onderwijs zodat kinderen meerdere vaardigheden kunnen ontdekken. De samenwerking binnen het samenwerkingsverband voor passend onderwijs is opgestart, met de eerste ondersteuningsteams als gevolg. Nieuw in deze vorm van begeleiding is dat ouders en specialisten (van binnen en buiten) nauw betrokken zijn bij de ondersteuning die de leerkracht biedt in de eigen groep van het kind. We hebben plannen gemaakt zodat ons onderwijs tegemoet komt aan het kind in de éénentwintigste eeuw. We willen dat kinderen werken uit boeken, schrijven met een eigen handschrift, spelen in de natuur, proefjes doen en bewegen met hun hele lijf. Maar we willen ook dat kinderen om leren gaan met ICT, zoals computers, tablets en robotica. Deze ondersteunende middelen zijn nu en in de toekomst belangrijk en kinderen moeten weten hoe deze in te zetten. Samenwerken en jezelf goed leren kennen vormen de basis voor de toekomst en komt meer en meer in al onze lessen, met papier of met de computer, terug. Voor goed gebruik van onze ICT middelen hebben we een nieuwe omgeving gecreëerd met overal WiFi en een op onderwijs gerichte werkomgeving. De communicatie met ouders is gedigitaliseerd met nieuwsbrieven en berichten per groep. Ook voor de leerkrachten is erkenning van de eigen mogelijkheden en samenwerken van belang om goed onderwijs neer te zetten. Zo hebben we plannen gemaakt voor professionalisering waarbij de teamleden hun eigen ontwikkeling in vaardigheden gaan volgen en sturen in samenwerking met collega's. Maar ook willen me meer samenwerken met onze buurtscholen, met de BSO (KinderRijk) en andere organisaties in de buurt. Zodat we onze leerlingen meer mogelijkheden kunnen bieden in de brede ontwikkeling en een doorgaande lijn in de dagelijkse opvang kunnen realiseren. Tenslotte hebben we ons georiënteerd op een nieuwe methode voor sociaal-emotionele ontwikkeling die meer past bij ons uitgangspunt dat kinderen belang hebben bij een hele veilige leeromgeving en bij een gevoel van vertrouwen in zichzelf en de ander. We hebben gekozen voor Kwink. Vooruitblik 2015-2016 Jaarlijks spannen we ons in om de leerkrachten verder te professionaliseren en de goede onderwijskwaliteit te behouden of waar nodig te verbeteren. Onze speerpunten dit schooljaar zijn: Talentontwikkeling. Dit doen we m.b.v. de activiteiten van de ‘Brede school’ en het verdiepen van het thematisch werken. Taal- en rekenonderwijs. Voor beide vakgebieden voeren we een nieuwe methode in. We willen kinderen helpen hun eigen leervaardigheden en mogelijkheden te ontdekken. NT2 leerlingen, die thuis geen Nederlands spreken, willen we met een duidelijke leerlijn van groep 1 tot 8 begeleiden bij hun taalontwikkeling. Sociaal-emotionele ontwikkeling. Ook voor dit gebied voeren we een nieuwe methode in. Met onze partners in de ‘Brede school’ willen we één pedagogische aanpak ontwikkelen. ICT (Informatie- en Communicatie Technologie). We willen computers en software optimaal inzetten om onze leerlingen beter te laten leren. Inrichting van de school. We gaan de hallen herinrichten tot (speel)werkruimtes en de patio tot ontdek en werktuin voor de onderbouw. De resultaten van het onderwijs Uitslag Cito leerlingvolgsysteem Uw kind maakt bij ons regelmatig een cito-toets. De leerkracht kijkt de toets na en telt de goed beantwoorde vragen bij elkaar op. Volgens een bepaalde procedure kan de school dit aantal omzetten in een vaardigheidsscore en een niveaubepaling. Deze niveaubepaling valt in een van de gebieden met het Romeinse cijfer I-II-III-IV-V. Ligt de score in het I- of II-gebied dan betekent dit boven gemiddeld. Ligt de score in het III-gebied dan is dat gemiddeld. Een IV- of V-score betekent onder gemiddeld. Voor het volgen van het individuele kind en voor het volgen van de kwaliteit van onze school kijken we naar de niveaubepaling, maar baseren we vervolgstappen op de vaardigheidsscores. Deze geven veel meer de daadwerkelijke
26
vooruitgang (of achteruitgang weer). We zullen dit schooljaar streefdoelen beschrijven aan de hand van vaardigheidsscores. Uitslag Cito eindtoets De score van de eindtoets loopt van 500 tot 550. U leest in deze tabel de resultaten van onze school van de afgelopen 5 jaar vergeleken met het landelijk gemiddelde van scholen met leerlingen die wat betreft achtergrond vergelijkbaar zijn met de Willem-Alexanderschool. Jaar 2011 2012 2013 2014 2015
Willem-Alexanderschool 537,1 540,6 536,6 541,4 538,3
Landelijk 535,1 535,1 534,7 534,4 534,8
Advies voortgezet onderwijs Schooltype VWO HAVO/VWO HAVO VMBO-T/HAVO VMBO-T VMBO VMBO-LWOO
2011 12% 20% 14% 10% 29% 10% 4%
2012 28% 17% 21% 9% 11% 9% 6%
2013 32% 5% 12% 12% 17% 20% 2%
2014 36% 0% 19% 17% 19% 9% 0%
2014 6 3 6 1
2015 4 3 2 1
2015 26% 13% 15% 9% 11% 16% 10%
Verlengingen, doublures, verwijzingen
Kleuterverlengingen Vervroegd door naar groep 3 Doublures groep 3-7 Verwijzing naar S(B)O Tevredenheidspeilingen
In 2014 heeft de school een tevredenheidspeiling uitgevoerd onder de ouders, het personeel en de leerlingen. De uitslagen waren zeer positief: zowel de ouders, de leerlingen als het personeel beoordeelden de school met een cijfer dat hoger lag dan het landelijk gemiddelde.
27
7. Groepsverdeling, namen en functies in de school Groepsverdeling 2015-2016 Hoofdgebouw 2015-2016 groep
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
1-2c 1d 1e 2a 2b 3a 3b 4a
Maaike Cecilia Marian Karin Ineke M. Evelien Daphne Mitamarian
Maaike Cecilia Sarah/LIO Karin Ineke M. Evelien Daphne Mitamarian
Maaike Maureen Marian Karin Tjitske Evelien/Marianne Daphne Mitamarian
Maaike Maureen Marian Karin Tjitske Marianne Daphne Ellen K.
Maaike Maureen Marian Ineke M Tjitske Marianne Daphne Mitamarian/Ellen K
Dependance 2015-2016 Groep
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
vrijdag
4b 5a 5b 6a 6b 7a 7b 8a 8b
Ellen K. Severine Marjolein Ineke L. Nina Anita Monique Sabine Ineke K.
Ellen K. Severine Saskia Ineke L. Nina Anita Jacqueline Sabine Ineke K.
Ellen A. (Monique D.) Severine Marjolein Ineke L. Nina Anita Jacqueline Huib Ineke K.
Ellen A. (Monique D.) Marleen Saskia Natascha Annemiek Anita Jacqueline Sabine Huib
Ellen A. (Monique D.) Marleen Saskia Natascha Annemiek Monique Jacqueline Sabine Huib
Namen en functies in de school
Directeur
maandag
dinsdag
Cathelijn Dieleman
Coördinator 1-3 Coördinator 4-8
Intern begeleider
woensdag
donderdag
vrijdag
Cathelijn Dieleman Marian Roozenbeek Marjolein Streefland
Cathelijn Dieleman
Cathelijn Dieleman
Mariëlle Buskermolen
Mariëlle Buskermolen
Mariëlle Buskermolen
Specialist taal
Annemiek Merckx
Specialist jonge kind
Ineke Matthesius
Specialist rekenen
Sabine Wirz
RT
Tineke Weevers
Schoolassistent dependance Schoolassistent hoofdgebouw Administratie
Mirjam Barendrecht Patricia Vandenberg Alie Verlaan
Tineke Weevers
Mirjam Barendrecht Patricia Vandenberg Alie Verlaan
Mirjam Barendrecht Patricia Vandenberg Alie Verlaan 28
Tineke Weevers
Mirjam Barendrecht Patricia Vandenberg Alie Verlaan
Mirjam Barendrecht Patricia Vandenberg Alie Verlaan
Onderwijsassistent groep 4-8 Onderwijsassistent groep 1- 3 Vakleerkracht gym
Jeannette Nooter
Jeannette Nooter
Coördinator natuur
Marianne Houterman
Coördinator cultuur/ talentverbreding Coördinator meerbegaafden Coördinator techniek
Marleen Liefaard
Coördinator advisering / contact voortgezet onderwijs Vertrouwenspersonen
Huib Moor
Jeannette Nooter
Sarah Oskam Silvia van Wilgenburg
Jeannette Nooter
Jeannette Nooter
Sarah Oskam Silvia van Wilgenburg
Krista Mol
Ineke Lakerveld Anita Nauta
Ellen Knol en Tineke Weevers
29
Krista Mol
8. Namen en adressen Willem-Alexanderschool E-mailadres Website Faxnummer
[email protected] www.Willem-Alexanderschool.nl 020-6401960
Naam
Adres
Hoofdgebouw
Orion 15-17
Dependance Orion Directeur Cathelijn Dieleman Contactpersoon ongewenst gedrag Ellen Knol Contactpersoon ongewenst gedrag Tineke Weevers Medezeggenschapsraad, voorzitter Huib van Diessen Activiteitencommissie, voorzitter Audrey van Houten Overblijfcoördinator Caroline Rink Allergieouder Patricia Bekkers
Orion 1b
Postcode
Woonplaats
Telefoon
1188 AM
Amstelveen
020-6437980
1188 AM
Amstelveen
020-6472451 020-6437980
020-4560953
0297-870430
Postbus Orion 15-17
1188 AM
Amstelveen
020-4481148
06-49882000 020-6415378 020-3343280
Externe instanties Naam
Adres
Postcode
Plaats
Telefoon
Inspectie van het Onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Laan van de Helende Meesters 4 -
-
-
0800-8051
1186 AM
Amstelveen
020-5555964
-
-
0900-1113111
Vertrouwenspersoon, Pepita David Onderwijsgroep Amstelland
[email protected]
-
-
06-34348288
Postbus 9188
1180 MD
Amstelveen
020-3454718
Verwijzing Indicatie Advisering Amstelveen Ouder-Amstel
Postbus 9061
1180 MB
Amstelveen
Schoolbegeleidingsdienst OnderwijsAdvies Klachtencommissie Christelijk Onderwijs Amstelronde, passend onderwijs Leerplicht
Postbus 277
2130 AG
Hoofddorp
020-6401917 (maandag) 023-5100000 (dinsdag en donderdag) 023-5100000
Postbus 82324
2508 EH
Den Haag
070-3861697
Postbus 8079 Laan Nieuwer-Amstel 1, 1182 JR Amstelveen
1180 LB
Amstelveen
020-6401917 (020) 540 49 11
Jeugdgezondheidszorg GGD Amstelveen Meldpunt vertrouwensinspecteurs
30
9. Protocollen en regelingen protocol Pestprotocol
Waar kunt u deze vinden? Bijlage 1 van deze schoolgids
Schoolondersteuningsprofiel
status 2013-2014 Wordt in schooljaar 2015-2016 geëvalueerd 2015-2016 is gereed
Schoolplan
2015-2019 is gereed
website willem-alexanderschool
Medicijnverstrekking en medisch handelen:
2014-2015 Wordt in schooljaar 2015-2016 geëvalueerd 2015-2016
website willem-alexanderschool
2015-2016
website onderwijsgroep Amstelland
Gedragsprotocol/Procedure schorsing en verwijdering Klachtenregeling
31
website willem-alexanderschool
website onderwijsgroep Amstelland
Bijlage 1
Plan van aanpak om pesten tegen te gaan en te voorkomen Pesten op school – Hoe gaan wij er mee om? Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien en op onze school serieus aan willen pakken. Daar zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden.
Voorwaarden Als er leerkracht staat, wordt ook bedoeld: onderwijsondersteunend personeel en directie. Pesten is een serieus probleem. Alle direct betrokken partijen zijn leerlingen (gepeste kinderen, pesters en de zwijgende groep), leerkrachten en de ouders/verzorgers (hierna genoemd: ouders) De school wil pestproblemen voorkomen. Los van het feit of pesten wel of niet aan de orde is, wordt het onderwerp pesten met de kinderen bespreekbaar gemaakt. Als pesten optreedt, signaleren leerkrachten dat er iets aan gedaan moet worden. De samenwerking met ouders is daarin essentieel. Pesten is een uiting van onmacht. Aan deze onmacht moet aandacht gegeven worden in vorm van zorg en ondersteuning. Wanneer ondersteuning georganiseerd is, wordt elke stap binnen het pestprotocol overwogen: ondersteuning en maatregelen mogen elkaar niet in de weg staan. Wanneer pesten ondanks alle inspanningen toch weer de kop opsteekt, beschikt school over een directe aanpak. Wanneer het probleem niet op de juiste wijze wordt aangepakt of de aanpak niet het gewenste resultaat oplevert, dan is de inschakeling van een contactpersoon nodig. De contactpersoon kan het probleem onderzoeken, de vertrouwenspersoon raadplegen en/of het bevoegd gezag adviseren. Op onze school is een contactpersoon aangesteld. De school onderzoekt regelmatig of binnen alle schoolse situaties, in de klas, op het schoolplein, in de gymzaal en kleedkamers, tussen de middag, aan voorwaarden wordt voldaan om pesten te voorkomen.
Het probleem dat pesten heet De piek van het pesten ligt tussen 10 en 14 jaar, maar ook in lagere en hogere groepen wordt er gepest. Een pestproject alleen is niet voldoende om een eind te maken aan het pestprobleem. Het is beter om het onderwerp regelmatig aan de orde te laten komen, zodat het ook preventief kan werken.
Pesten, hoe gaan wij daarmee om? Vanaf het begin van het schooljaar stellen we wekelijks een onderwerp in de kring aan de orde, o.a. via Kwink en/of Trefwoord. Onderwerpen als veiligheid, omgaan met elkaar, rollen in de groep, aanpak van ruzies etc. komen aan de orde. Andere werkvormen zijn ook denkbaar, zoals spreekbeurten, rollenspelen, regels met elkaar afspreken over omgaan met elkaar en groepsopdrachten.
32
Het voorbeeld van de leerkrachten (en thuis de ouders) is van groot belang. Er zal minder gepest worden in een klimaat waar duidelijkheid heerst over de omgang met elkaar, waar verschillen worden aanvaard en waar ruzies niet met geweld worden opgelost maar uitgesproken. Agressief gedrag van leerkrachten, ouders en de leerlingen wordt niet geaccepteerd. Leerkrachten horen duidelijk stelling te nemen tegen dergelijke gedragingen. Een effectieve methode om pesten te stoppen of binnen de perken te houden, is het afspreken van regels voor de leerlingen, die zichtbaar in elke klas zijn opgehangen.
Signalen van pesterijen kunnen o.a. zijn: -
altijd een bijnaam, nooit bij de eigen naam noemen zogenaamde leuke opmerkingen maken over een klasgenoot een klasgenoot voortdurend ergens de schuld van geven briefjes doorgeven beledigen opmerkingen maken over kleding isoleren buiten school opwachten, slaan of schoppen op weg naar huis achterna rijden naar het huis van het slachtoffer gaan bezittingen afpakken schelden of schreeuwen tegen het slachtoffer lastig vallen via Internet
Deze lijst kan nog verder worden uitgebreid: je kunt het zo gek niet bedenken of volwassenen en dus ook leerlingen hebben het bedacht. Leerkrachten en ouders moeten daarom alert zijn op de manier waarop kinderen met elkaar omgaan en duidelijk stelling nemen wanneer bepaalde gedragingen hun norm overschrijden.
Regel 1 Een belangrijke stelregel is dat het inschakelen van een leerkracht niet wordt opgevat als klikken. Vanaf de kleutergroepen brengen we kinderen dit al bij: -
je mag niet klikken, maar… als je wordt gepest of als je ruzie met een ander hebt en je komt er zelf niet uit dan mg je hulp aan de leerkracht vragen. Dit wordt niet gezien als klikken. Het oplossen van conflicten moet je leren als je dat zelf nog niet kan. Je mag altijd hulp vragen.
Regel 2 Een tweede stelregel is dat een medeleerling ook de verantwoordelijkheid heeft om het pestprobleem bij de leerkracht aan te kaarten. Alle leerlingen zijn immers verantwoordelijk voor een goede sfeer in de groep.
Regel 3 Samenwerken zonder bemoeienissen: School en gezin halen voordeel uit een goede samenwerking en communicatie. Dit neemt niet weg dat iedere partij moet waken over haar eigen grenzen. Het is niet de bedoeling dat ouders naar school komen om eigenhandig een probleem voor hun kind op te komen lossen. Bij problemen van pesten zullen de directie en de leerkrachten hun verantwoordelijkheid nemen en indien nodig overleg voeren met de ouders. De inbreng van de ouders kan zijn: het aanreiken van informatie, het geven van suggesties en het ondersteunen van de aanpak van school.
33
Regels die gelden in alle groepen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Je luistert naar elkaar. Je hebt respect voor het uiterlijk van een ander. Je sluit niemand buiten. Je komt alleen aan je eigen spullen. Je lacht niemand uit. Je noemt elkaar bij de voornaam en je scheldt elkaar niet uit. Je roddelt niet over elkaar. Je doet een ander geen pijn (geestelijk of lichamelijk). Je respecteert het wanneer iemand met rust gelaten wil worden. Je kiest geen partij (bij een ruzie). Wanneer je last hebt van het gedrag van een ander en je kunt het niet zelf oplossen, dan ga je naar de leerkracht. Je vertelt het de leerkracht wanneer jij of iemand anders gepest wordt (dit is geen klikken). Je probeert een ruzie zelf uit te praten. Als dit niet lukt ga je naar de leerkracht. Word je gepest, praat er op school of thuis over. Houd het niet geheim. Je ontvangt nieuwkomers op school goed. Deze regels gelden op school en daarbuiten.
Toevoeging: Kinderen mogen in hun eigen groep een aanvulling geven op deze vastgestelde schoolregels, in overleg met de leerkracht. Die aanvulling wordt opgesteld door en met de groep; dit zijn de zogenaamde groepsregels. Zowel schoolregels als groepsregels zijn zichtbaar in de klas opgehangen.
Aanpak van de ruzies en pestgedrag in vier stappen Stap 1 De eerste stap is: leerlingen proberen het zelf op te lossen en het pesten te laten stoppen.
Stap 2 Op het moment dat een van de leerlingen er niet uitkomt (in feite het onderspit delft en verliezer of zondebok wordt) heeft deze het recht en de plicht het probleem aan de meester of juf voor te leggen.
Stap 3 De leerkracht brengt de partijen bij elkaar voor een verhelderingsgesprek en probeert samen met hen de ruzie of pesterijen op te lossen en (nieuwe) afspraken te maken. Er wordt een plan opgesteld waar ieder zich aan moet houden. Bij herhaling van ruzies/pesterijen tussen dezelfde leerlingen volgen er andere maatregelen.
Stap 4 Bij herhaaldelijke ruzie/pestgedrag neemt de leerkracht duidelijk stelling en voert een gesprek met de leerling die ruzie maakt/pest. De fases van bestraffen treden in werking (zie consequenties). De leerkracht noteert in de groepsmap wat er is voorgevallen en hoe het is opgelost. Bij de derde notitie worden de ouders op de hoogte gebracht van het ruzie-pestgedrag. Leerkracht(en) en ouders proberen in goed overleg samen te werken aan een bevredigende oplossing. De leerkracht biedt altijd hulp aan de gepeste en begeleidt de pester, indien nodig in overleg met de ouders en/of externe deskundigen.
34
Consequenties De leerkracht heeft het idee dat er sprake is van onderhuids pesten: In zo’n geval stelt de leerkracht een algemeen probleem aan de orde om langs die weg bij het probleem in de klas te komen. De leerkracht ziet dat een leerling wordt gepest (of de gepeste of medeleerlingen komen het bij hem melden) en vervolgens leveren stap 1 t/m 4 geen positief resultaat op voor de gepeste. De leerkracht neemt duidelijk een stelling in. De straf is opgebouwd in vijf fases; afhankelijk hoelang de pester door blijft gaan met zijn/haar pestgedrag en geen verbetering vertoont in zijn/haar gedrag. Fase 1 -
Een of meerdere pauzes binnen blijven. Nablijven tot alle kinderen naar huis vertrokken zijn. Een schriftelijke opdracht zoals een stelopdracht over de toedracht en zijn of haar rol in het pestprobleem. Door gesprek: bewustwording voor wat hij met het gepeste kind uithaalt. Afspraken maken met de pester over gedragsveranderingen. De naleving van deze afspraken komen aan het einde van iedere week (voor een periode) in een kort gesprek aan de orde.
Fase 2 -
Een gesprek met de ouders, als voorgaande acties op niets uitlopen. De medewerking van de ouders wordt nadrukkelijk gevraagd om een einde aan het probleem te maken. De school heeft alle activiteiten vastgelegd in de map en de school heeft al het mogelijke gedaan om een einde te maken aan het pestprobleem.
Fase 3 -
Bij aanhoudend pestgedrag kan deskundige hulp worden ingeschakeld zoals de schoolarts van de GGD, schoolmaatschappelijk werk of een verdiepend onderzoek door een externe instantie.
Fase 4 -
Bij aanhoudend pestgedrag kan er voor gekozen worden om een leerling tijdelijk in een andere groep te plaatsen, binnen de school. Ook het (tijdelijk) plaatsen op een andere school behoort tot de mogelijkheden.
Fase 5 -
In extreme gevallen kan een leerling geschorst of verwijderd worden.
35
Begeleiding van de gepeste leerling -
Medeleven tonen en luisteren en vragen: hoe en door wie wordt er gepest. Nagaan hoe de leerling zelf reageert, wat doet hij/zij voor, tijdens en na het pesten. Huilen of heel boos worden is juist vaak een reactie die een pester wil uitlokken. De leerling in laten zien dat je op een andere manier kunt reageren. Zoeken en oefenen van een andere reactie, bijvoorbeeld je niet afzonderen. Het gepeste kind in laten zien waarom een kind pest. Nagaan welke oplossing het kind zelf wil. Sterke kanten van de leerling benadrukken. Belonen (schouderklopje) als de leerling zich anders/beter opstelt. Praten met de ouders van de gepeste leerling en de ouders van de pester(s) Het gepeste kind niet overbeschermen, bijvoorbeeld naar school brengen of ‘ik zal het de pesters wel eens gaan vertellen’. Hiermee plaats je het gepeste kind juist in een uitzonderingspositie waardoor het pesten zelfs nog toe kan nemen.
Begeleiding van de pester -
Praten; zoeken naar de reden van het ruzie maken/pesten (baas willen zijn, jaloezie, verveling, buitengesloten voelen). Laten inzien wat het effect van zijn/haar gedrag is voor de gepeste. Excuses aan laten bieden, waarbij gekeken wordt of het oprechte excuses zijn. In laten zien welke sterke (leuke) kanten de gepeste heeft. Pesten is verboden in en om de school: wij houden ons aan deze regel; straffen als het kind wel pest – belonen (schouderklopje) als het kind zich aan de regels houdt. Kind leren niet meteen kwaad te reageren, leren beheersen, de ‘stop-eerst-nadenken-houding’ of een andere manier van gedrag aanleren. Contact tussen ouders en school; elkaar informeren en overleggen. Inleven in het kind; wat is de oorzaak van het pesten? Zoeken van een sport of club, waar het kind kan ervaren dat contact met andere kinderen wel leuk kan zijn. Inschakelen hulp; sociale vaardigheidstrainingen; Jeugdgezondheidszorg; huisarts; GGD.
Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn: -
Een problematische thuissituatie Voortdurend gevoel van anonimiteit (buitengesloten voelen) Voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt Voortdurend met elkaar de competitie aangaan Een voortdurende strijd om macht in de klas of in de buurt
36
Adviezen aan de ouders van onze school Ouders van gepeste kinderen: a. b. c. d. e. f.
Houd de communicatie met uw kind open, blijf in gesprek met uw kind. Als pesten niet op school gebeurt, maar op straat, probeert u contact op te nemen met de ouders van de pester(s) om het probleem bespreekbaar te maken. Pesten op school kunt u het beste direct met de leerkracht bespreken. Door positieve stimulering en zogenaamde schouderklopjes kan het zelfrespect vergroot worden of weer terug komen. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport. Steun uw kind in het idee dat er een einde aan het pesten komt.
Ouders van pesters: a. b. c. d. e. f. g. h.
Neem het probleem van uw kind serieus. Raak niet in paniek: elk kind loopt kans pester te worden. Probeer achter de mogelijke oorzaak te komen. Maak uw kind gevoelig voor wat het anderen aandoet. Besteed extra aandacht aan uw kind. Stimuleer uw kind tot het beoefenen van een sport. Corrigeer ongewenst gedrag en benoem het goede gedrag van uw kind. Maak uw kind duidelijk dat u achter de beslissing van school staat.
Alle andere ouders: a. b. c. d. e. f.
Neem de ouders van het gepeste kind serieus Stimuleer uw kind om op een goede manier met andere kinderen om te gaan. Corrigeer uw kind bij ongewenst gedrag en benoem goed gedrag. Geef zelf het goede voorbeeld. Leer uw kind voor anderen op te komen. Leer uw kind voor zichzelf op te komen.
Dit pestprotocol heeft als doel “Alle kinderen mogen zich in hun basisschoolperiode veilig voelen, zodat zij zich optimaal kunnen ontwikkelen”. Door regels en afspraken zichtbaar te maken, kunnen kinderen en volwassenen, als er zich ongewenste situaties voordoen, elkaar aanspreken op deze regels en afspraken. Door elkaar te steunen en wederzijds respect te tonen, stellen we alle kinderen in de gelegenheid om met veel plezier naar school te gaan! Leerkrachten en ouders uit de medezeggenschapsraad onderschrijven dit protocol Om de schoolgids meer persoonlijk te maken nemen we korte interviews op die zijn gehouden met leerkrachten. Deze worden in kaders geplaats en in de opmaak verwerkt. Vier zijn definitief binnen, twee volgen nog (Daphne en ICT, Nina en taal)
37
38