SCHOOLGIDS VESTIGING WOOLDER MEENT SCHOOLJAAR 2008-2009
Bandoengstraat 7 7556 TE Hengelo Telefoon: 074 - 2913063 Fax: 074 - 2915515 Email:
[email protected] Internet: www.wooldermeent.nl Bankrekeningnr. schoolfonds : 678954283
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave ..................................................................................................... 2 1. Algemene gegevens Schoolgids 2008 – 2009 .................................................. 3 Gegevens OSG Hengelo .................................................................................... 5 Adressen van de verschillende vestigingen OSG Hengelo ...................................... 5 Inspectie van het onderwijs............................................................................... 6 Profiel Openbare Scholengemeenschap Hengelo................................................... 6 De organisatie van de school ............................................................................. 7 De inrichting van het onderwijs.......................................................................... 8 2. Vestiging Woolder Meent ............................................................................ 10 Profiel van de vestiging................................................................................... 10 Kenmerken van de vestiging ........................................................................... 10 Visie............................................................................................................. 10 3. Vestiging - algemeen ................................................................................. 12 4. Onderwijs ................................................................................................. 15 4.1 Algemeen .......................................................................................... 15 4.2 De inrichting van het onderwijs ............................................................ 16 De onderbouw, leerjaar 1 en 2......................................................................... 16 De bovenbouw, leerjaar 3 en 4 ........................................................................ 18 5. De dagelijkse onderwijspraktijk ................................................................... 21 5.1 De organisatie van het dagelijkse onderwijs ........................................... 21 5.2 Leerlingbegeleiding ............................................................................. 21 5.3 Verzuim, verlof................................................................................... 23 5.4 Verzekering........................................................................................ 24 6. Betrokkenheid bij het onderwijs .................................................................. 25 De leerlingen ................................................................................................. 25 De ouders ..................................................................................................... 25 De medezeggenschap..................................................................................... 25 7. De kosten................................................................................................. 26 Boeken ......................................................................................................... 26 Ouderbijdrage 2008-2009 ............................................................................... 26 Tegemoetkoming ouders................................................................................. 27 8. De overgangsregels ................................................................................... 28 8.1 Algemeen .......................................................................................... 28 8.2 Bevorderingsnormen ........................................................................... 28 9. De schoolregels ........................................................................................ 32 Het Leerlingenstatuut ..................................................................................... 32 Omgangsvormen ........................................................................................... 32 Gedragscode ................................................................................................. 32 Gebruik van het schoolgebouw ........................................................................ 32 In de les ....................................................................................................... 33 Veiligheid ...................................................................................................... 33 Overige zaken ............................................................................................... 33 10 Jaarrooster school 2008-2009 ..................................................................... 34 11 Personeel ................................................................................................. 35 12 Hulpverlenende instanties........................................................................... 36 Bijlage Klachtenregeling........................................................................................ 37
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 2
1.
Algemene gegevens Schoolgids 2008 – 2009
Geachte ouders/verzorgers, In Nederland was het gebruikelijk dat de lokale overheid optrad als bevoegd gezag van het openbaar primair en openbaar voortgezet onderwijs. Sinds enkele jaren is het mogelijk dat ook voor openbaar onderwijs andere bestuursvormen kunnen worden ingericht. Ook in Hengelo heeft de gemeenteraad het besluit genomen de OSG met ingang van 1 augustus 2008 bestuurlijk te verzelfstandigen. Hiervoor gelden met name de volgende beweegredenen: − De wens de taken van de gemeente als lokale overheid en als bestuur van de OSG te scheiden; − Het optimaal kunnen behartigen van de belangen van de school; − Het creëren van een eenduidige bestuurlijke constructie. De wens de taken van de gemeente als lokale overheid en als bestuur van de OSG te scheiden De afgelopen jaren zijn de taken en bevoegdheden van de lokale overheid op het gebied van onderwijshuisvesting en lokaal onderwijs- en jeugdbeleid aanmerkelijk toegenomen. Als daarnaast de lokale overheid ook nog optreedt als schoolbestuur van het openbaar onderwijs kan dat soms onduidelijkheid veroorzaken. Bij het ontstaan van de OSG in 1994 is hier al op ingespeeld door het instellen van een centrale directie, die namens het college van B en W veel bestuurlijke taken uitvoert. Het optimaal kunnen behartigen van de belangen van de school Omdat de lokale overheid meer verantwoordelijkheden heeft gekregen, kan het voorkomen dat de OSG met de gemeente over zaken moet onderhandelen. Door de bestuurlijke verzelfstandiging krijgt de OSG, net als andere schoolbesturen, een meer onafhankelijke positie. Het creëren van een eenduidige bestuurlijke constructie Landelijk gezien worden bestuurlijke verhoudingen opnieuw gedefinieerd en geëxpliciteerd. Tegen de achtergrond van het gegeven dat maatschappelijke instellingen en organisaties meer autonoom worden en zich nadrukkelijk moeten verantwoorden, is het belangrijk dat er duidelijkheid bestaat over welk orgaan waarvoor verantwoordelijk is en hoe verantwoording wordt afgelegd. In het proces van bestuurlijke verzelfstandiging moeten veel vragen worden beantwoord. O.a. zijn de volgende twee vragen van eminent belang: o Wat wordt de bestuursvorm; o Wat wordt het bestuursmodel; De bestuursvorm Als bestuursvorm is gekozen voor de “openbare stichting”. Deze vorm wordt landelijk gezien momenteel het meest gekozen en vanuit het oogpunt van maatschappelijke herkenbaarheid ligt deze keuze dan ook voor de hand. Het bestuursmodel Bij het bestuursmodel gaat het over de inrichting van de stichting. De gemeenteraad heeft besloten een professioneel bestuur in te stellen, met een algemeen directeur/bestuurder en een Raad van Toezicht. De algemeen directeur/bestuurder treedt op als bevoegd gezag en werkgever van de stichting. De Raad van Toezicht heeft algemeen geformuleerd de volgende drie hoofdtaken: o Het toezicht houden op het beleid en op de uitvoering van dat beleid; o Is klankbord voor de algemeen directeur/bestuurder; o Is werkgever van de algemeen directeur/bestuurder. Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 3
Met ingang van 1 augustus 2008 is ondergetekende door de gemeenteraad benoemd tot algemeen directeur/bestuurder. In de gemeenteraadsvergadering van september 2008 wordt door diezelfde gemeenteraad de leden van de eerste Raad van Toezicht benoemd. In de loop van het komende schooljaar wordt U hierover geïnformeerd en ook over de manier waarop de Raad van Toezicht en de algemeen directeur/bestuurder de belangen van de organisatie gaan behartigen. De bestuurlijke verzelfstandiging heeft op zich geen direct effect op de dagelijkse gang van zaken in de vestigingen. Daar wordt hard gewerkt om uw dochter of zoon goed te begeleiden en goed onderwijs te geven, waarbij voortdurend wordt nagedacht over de vraag: doet de school de goede dingen en doet de school de dingen goed. Ik wens uw dochter of zoon en uzelf, mede namens alle collega’s van de OSG, een succesvol schooljaar toe. Drs. A. van der Werf Algemeen directeur/bestuurder
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 4
Gegevens OSG Hengelo Adres van de Centrale directie: OSG Hengelo Centrale directie Hazenweg 88 7556 BM Hengelo Postadres: Postbus 188 7550 AD Hengelo Tel.: 074 – 2919860 Fax: 074 – 2917265 Email :
[email protected] Bevoegd gezag: Drs. A. van der Werf (Algemeen directeur/bestuurder) Postbus 188 7550 AD Hengelo Raad van Toezicht: Postadres: Postbus 188 7550 AD Hengelo Tel.: 074 – 2919860 Fax: 074 – 2917265 Email :
[email protected]
Adressen van de verschillende vestigingen OSG Hengelo Vestiging Bataafse Kamp: Sloetsweg 155 7556 HM Hengelo Tel.: 074 – 2913328 Fax: 074 – 2433076 Vestiging Montessori: Sloetsweg 153 7556 HM Hengelo Tel.: 074 – 2914629 Fax: 074 – 2915053 Vestiging Woolder Meent: Bandoengstraat 7 7556 TE Hengelo Tel.: 074 – 2913063 Fax: 074 – 2915515 E-mail
[email protected] Vestiging ’t Genseler: Jasmijnstraat 15 7552 AH Hengelo Tel.: 074 - 2916257 Fax: 074 - 2916041
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 5
Inspectie van het onderwijs Rijksinspectie Zwolle Postbus 10048 8000 GA Zwolle Tel.: 0800 - 8051
Profiel Openbare Scholengemeenschap Hengelo De Openbare Scholengemeenschap Hengelo, kortweg OSG Hengelo, is een brede scholengemeenschap, waarin alle schoolsoorten voor voortgezet onderwijs een plaats hebben. De school is georganiseerd in een netwerk van vier vestigingen met elk een specifiek onderwijskundig profiel, waarbinnen elke vestiging met haar team, gebouw en sfeer een eigen pedagogisch–didactische aanpak ontwikkelt. Op het gebied van personeel, financiën, beheer en gebouwen wordt centraal beleid gevoerd. De doelstellingen van de school Wij zijn een openbare scholengemeenschap. Dat houdt in dat de leerlingen in contact komen met alle politieke en levensbeschouwelijke ideeën die zij later ook tegen zullen komen. Wij dringen niemand een overtuiging op maar geven onze leerlingen de ruimte hun eigen mening te vormen en die van anderen te respecteren. Dit kan alleen in een goede, open sfeer waarin iedereen gelijkwaardig is. Concreet worden deze uitgangspunten vertaald in: − geen discriminatie bij de toelating op grond van godsdienst, politieke overtuiging, ras, geslacht, afkomst of seksuele voorkeur; − geen financiële drempel bij de toelating tot de school; − pluriformiteit: de school als ontmoetingsplaats van mensen met allerlei opvattingen; − het vormen van een eigen mening en het respecteren van andere meningen; − medezeggenschap: gelijke democratische rechten voor allen; − veel aandacht voor buiten–de- les–activiteiten, waardoor leerlingen met zoveel mogelijk aspecten van de samenleving in aanraking komen; − bevorderen van emancipatie en mondigheid; − aanbieden van levensbeschouwelijk onderwijs. Onze school heeft een breed aanbod van schooltypen en is daardoor geschikt voor leerlingen van alle niveaus. Wat willen we bereiken? De OSG Hengelo wil onderwijs bieden dat aansluit bij de steeds veranderende eisen van de samenleving en dat erop gericht is elke leerling een optimale ontwikkeling te laten doormaken. We willen hiermee bereiken dat: − elke leerling een passend diploma behaalt of begeleid wordt tot de arbeidsmarkt; − elke leerling goed kan functioneren in het vervolgonderwijs; − elke leerling goed kan functioneren in een steeds veranderende maatschappij. Hoe willen we ons doel bereiken? Om ons doel te bereiken staan drie hoofdkenmerken centraal: − Het stimuleren van een brede persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke vorming. De moderne samenleving vraagt steeds meer om mensen die breed zijn opgeleid en communicatief zijn, want de toekomstige maatschappij vraagt flexibele inzetbaarheid, aanpassingsvermogen aan veranderende situaties en samenwerking. − Het centraal stellen van een actieve, zelfstandig lerende leerling. De benodigde kennis en vaardigheden zijn voortdurend aan verandering onderhevig. Om als volwassenen hierop te kunnen inspelen, moeten de leerlingen op school leren zelfstandig nieuwe kennis en vaardigheden op te doen. Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 6
−
Het recht doen aan verschillen tussen leerlingen en het benutten van die verschillen. Een brede vorming is alleen mogelijk als het onderwijs leerlingen uitdaagt tot actief en zelfstandig leren. Aangezien leerlingen verschillen in hun manier van leren, interesses, capaciteiten, idealen etc. zal het onderwijs hiermee rekening moeten houden.
Van deze drie hoofdkenmerken zijn vijf kernveranderingen af te leiden: 1. Vaardigheidsgericht leren. Kennis en inzicht blijven belangrijk, maar daarnaast zal het onderwijs meer dan voorheen aandacht schenken aan vaardigheden. Het gaat dan om technische, algemeen menselijke en studievaardigheden, met een accent op hoe er wordt geleerd. 2. Begeleid leren. De leerling heeft meer mogelijkheden om zich vaardigheden eigen te maken als hij een actieve rol krijgt toebedeeld. Het accent verschuift dus van klassikale instructie naar meer zelfwerkzaamheid van en zelfsturing door de leerling. De docent speelt nog wel een hoofdrol maar zal steeds meer als begeleider optreden. 3. Gedifferentieerd leren. Als we ervan uitgaan dat ieder mens recht heeft op een optimale ontplooiing, dan kan het onderwijs niet voorbij gaan aan verschillen tussen mensen. Ieder mens heeft zijn sterke en minder sterke kanten. De een leert beter door te doen, de ander is meer theoretisch ingesteld. 4. Samenhangend leren. De kennis en vaardigheden opgedaan in de verschillende vakken, zijn geen op zichzelf staande onderdelen, maar komen ook terug in andere vakgebieden. Het is belangrijk deze samenhang in beeld te brengen. 5. Doorlopende leerwegen. Om te komen tot een zo efficiënt mogelijke leerroute voor de leerlingen, is het nodig dat het onderwijs ervoor zorgt dat de verschillende niveaus op elkaar aansluiten.
De organisatie van de school De school is georganiseerd in een netwerk van vier kleinschalige en overzichtelijke vestigingen, die: − eigen opleidingsmogelijkheden aanbieden; − een eigen pedagogisch–didactische werkwijze hanteren; − met een eigen team, in een apart gebouw, zorgen voor een specifieke sfeer; − het onderwijs op een zelfstandige wijze organiseren. Zo worden de voordelen van een grote brede scholengemeenschap gecombineerd met kleinschaligheid in vier aparte vestigingen. De OSG Hengelo kent de volgende vier pedagogisch-didactische profielen:
−
−
In de vestiging Woolder Meent ligt de nadruk op “actief leren”. Niet alleen bij de meer praktische, maar ook bij de theoretische vakken kunnen de leerlingen door praktisch leren de leerstof onder de knie krijgen. Tekenen, uitbeelden, het doen van proeven en het uitvoeren van praktische opdrachten nemen een belangrijke plaats in. Leerlingen werken in kleine groepen en vaak in eigen tempo. Dit geldt met name voor de Basisberoepsgerichte leerweg (BGL). De vestiging vervult binnen de OSG een zorgfunctie. De Kaderberoepsgerichte leerweg (KGL) kent een hoger theoretisch niveau, sluit aan op niveau 3 en 4 van het ROC, maar ook hier is leerwegondersteuning mogelijk. Met ingang van het schooljaar 2008-2009 is de Woolder Meent gestart met Thuiswerkvrij Onderwijs. In de vestiging Bataafse Kamp ligt het accent op de voorbereiding op het vervolgonderwijs. Hierbij wordt uitgebreid aandacht besteed aan tal van nieuwe ontwikkelingen. Zo wordt er voor de leerlingen van de bovenbouw het zgn. studiehuis gerealiseerd en zijn er enkele samenwerkingsprojecten met de Universiteit Twente en met de Hogeschool Enschede. Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 7
−
−
In de vestiging Montessori wordt gewerkt volgens de ideeën van Maria Montessori. Er is een aantal onderwijskundige keuzes gemaakt: werken met een takensysteem, gebruik van werkwijzers en een 60–minuten rooster. Leerlingen leren keuzes te maken, je kunt ze immers niet altijd aan de hand houden. Docenten begeleiden en observeren en helpen daar waar nodig is. Vanuit de vestiging Montessori stap je na drie of vier jaar drempelloos het “studiehuis” binnen. In de vestiging 't Genseler ligt binnen het lesprogramma de nadruk op praktijkvakken zoals bouwtechniek, textiele werkvormen, metaalbewerking, koken, tuinonderhoud en kantoorpraktijk/winkelpraktijk. In het verlengde van deze praktijk gaan leerlingen vanaf 15-jarige leeftijd stage lopen buiten de school. De theoretische vorming staat ten dienste van de praktijkvakken. 't Genseler bereidt haar leerlingen voor op een zo zelfstandig mogelijk bestaan in de maatschappij door met name bevordering van praktische en sociale redzaamheid, aanbieden van theoretische vakken, arbeidsvoorbereiding en arbeidsbemiddeling.
Vanuit het eigen pedagogisch–didactisch concept geven de vestigingen invulling aan de reeds in gang gezette landelijke ontwikkelingen, zoals: − ontwikkelingen binnen de basisvorming; − nieuwe leerwegen vmbo; − Tweede Fase havo/vwo (het zgn. studiehuis).
De inrichting van het onderwijs Structuur van de school In onderstaand schema zijn de vestigingen van de OSG Hengelo weergegeven: − de vestiging Bataafse Kamp met vmbo - tl, havo, atheneum en gymnasium − de vestiging Montessori met vmbo - tl, havo en atheneum − de vestiging Woolder Meent met vmbo (BB en KB) Gelet op het specifieke karakter van de vestiging is 't Genseler niet in het schema opgenomen, maar apart beschreven. Bataafse Kamp:
Vmbo TL 4 Vmbo TL 3 Vmbo TL / Havo
Havo 5 Havo 4 Havo 3 Havo / Atheneum
Atheneum Atheneum Atheneum Atheneum Atheneum
6 5 4 3
Gymnasium Gymnasium Gymnasium Gymnasium Gymnasium
Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar
6 5 4 3
6 5 4 3 2 1
Woolder Meent: Handel en Adm. BB / KB Vmbo Vmbo kader- en basisberoepsgericht
Zorg en Welzijn BB / KB Vmbo Vmbo kader- en basisberoepsgericht
Elektrotechniek BB / KB Vmbo Vmbo kader- en basisberoepsgericht
Bouwbreed BB / KB Vmbo Vmbo kader- en basisberoepsgericht
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 8
Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar
4 3 2 1
Montessori:
Vmbo TL 4 Vmbo TL 3 Vmbo TL / Havo
Havo 5 Havo 4 Havo 3
Atheneum 6 Atheneum 5 Atheneum 4 Atheneum 3 Havo / Atheneum
Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar Leerjaar
6 5 4 3 2 1
't Genseler Onderbouw In de onderbouw zijn veiligheid en structuur kernbegrippen. Het leren vindt voornamelijk plaats binnen de muren van het schoolgebouw. De lessen bestaan uit een combinatie van algemeen vormende vakken en praktijkvakken. Binnen alle vakken wordt aandacht besteed aan de sociale vaardigheden van de leerlingen. Bovenbouw In de bovenbouw (vanaf ongeveer 15 jaar) ligt de nadruk op het versterken van sociale en praktische redzaamheid. De leerlingen volgen algemeen vormende vakken en de praktijk keuze vakken: deze vakken vormen een middel om de leerlingen kennis te laten maken met mogelijk arbeidsactiviteiten. Stagelopen, alsmede de begeleiding naar passende arbeid, zijn in de bovenbouw zeer belangrijk en nemen steeds meer tijd in beslag. De meeste leerlingen verlaten de school rond hun 18e jaar.
Funderende periode In de Openbare Scholengemeenschap Hengelo zijn de eerste twee leerjaren, de funderende periode, de leerinhouden in de drie in het schema opgenomen vestigingen op elkaar afgestemd. In deze twee leerjaren doubleren de leerlingen in principe niet. Tevens krijgen alle leerlingen aan het eind van deze funderende periode een doorstroomadvies dat in elke vestiging op dezelfde wijze tot stand komt. Dit heeft voor de leerlingen een aantal voordelen: - door dezelfde lessentabellen, dezelfde leerstofkeuzes en afstemming van de te behandelen thema’s, behoeft de leerling pas na twee jaar een definitieve richtingkeuze te maken; - door de onderlinge afstemming kunnen leerlingen in een naastliggend niveau doorstromen, waarbij een probleemloze aansluiting in het andere niveau wordt gegarandeerd. Structuur De structuur in de Openbare Scholengemeenschap Hengelo is deels ingericht volgend het zogenaamde dakpanmodel. De groepen in de funderende periode zijn meestal heterogeen van samenstelling. De leerstof is opgedeeld in basisstof en extra stof, waarbij de beheersing van beide onderdelen bepalend is voor het doorstroomadvies. Als “dakpan” fungeren de groepen: − vmbo − vmbo - tl/havo − havo/atheneum De groepen voor lwoo, atheneum en gymnasium zijn homogener van samenstelling.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 9
2.
Vestiging Woolder Meent
Profiel van de vestiging De vestiging Woolder Meent is een school voor voortgezet onderwijs voor kinderen die een beroepsvoorbereidende opleiding willen volgen in het VMBO. Alle lessen worden gegeven in één gebouw met goede voorzieningen voor de leerlingen. Met haar 300 leerlingen en +/- 40 personeelsleden is de school in omvang en organisatie kleinschalig en daardoor overzichtelijk voor alle betrokkenen. Omdat hierdoor de docenten en leerlingen elkaar kennen, is er sprake van een goed pedagogische klimaat en een open sfeer. Een school met individuele aandacht voor de leerling: Het opvoedkundig proces loopt gelijk op met de opvoeding thuis. Naarmate een kind ouder wordt moet het steeds meer losgelaten worden. Dit kan per kind verschillen. Ook op school krijgt de leerling meer verantwoordelijkheden als deze dat aan kan. Begeleiding tot zelfstandigheid en verantwoordelijkheid krijgt op onze school in de op elkaar volgende leerjaren een steeds groter accent De leerling zal uiteindelijk in het vervolgonderwijs in staat zijn zelfstandig te studeren. Bovendien moet hij1 de eigen verantwoordelijkheid voor zijn leerproces aankunnen, inzicht hebben in zijn manier van leren, zicht hebben op zijn mogelijkheden en flexibel zijn om in te kunnen spelen op de eisen van een steeds veranderende maatschappij.
Kenmerken van de vestiging Sfeer in school Onze leerlingen vragen om zorg en begeleiding. Dat kan niet zonder een sterke gerichtheid van het personeel op de leerling. Er wordt een duidelijke structuur geboden naast persoonlijke aandacht, veiligheid en ondersteuning. Voor de leerling en leerkracht is er een sfeer van wederzijds vertrouwen en respect. Buiten de lessen Naast de lessen en het leren zijn natuurlijk de sociale contacten in het schoolleven van groot belang. Kinderen groeien ook op in de groep en ook daarin worden zij gevormd. Om contacten mogelijk te maken binnen de school met leerlingen van andere klassen en om kennis te maken met allerlei leuke bezigheden worden veel activiteiten buiten de lessen om georganiseerd (zoals buitenschoolse activiteiten, introductiedagen Markelo en Texel, schoolfeesten, buitenlandse reizen, etc.).
Visie In de visie van de school zijn 9 uitgangspunten geformuleerd: 1. Op het Woolder Meent is er voor elk vak(gebied) een inhoudsbeschrijving en een planning voor de vier jaren van het curriculum. Naast het curriculum worden ook per leerjaar vakoverstijgende activiteiten aangeboden. 2. Binnen het curriculum worden kennis, vaardigheden, houding en persoonlijkheidsontwikkeling in samenhang aangeleerd. Deze aan te leren competenties worden afgestemd op de verwachte competenties in het vervolgonderwijs. 1
Daar waar de mannelijke vorm gebruikt wordt, wordt ook de vrouwelijke vorm bedoeld. Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 10
3. In het curriculum van elk vak wordt bij tenminste 20 % van de lesstof gebruik gemaakt van ICT materiaal. 4. Het Woolder Meent is een school voor Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs. De beroepsvoorbereidende component is daarom per leerjaar duidelijk herkenbaar, zowel in het curriculum als in de lessentabel. 5. In de bovenbouw wordt gewerkt met drie sectorbrede programma’s (bouwbreed, handel en administratie, zorg en welzijn) en één specifiek programma (elektrotechniek) , waarbij de beroepsondersteunende vakken zoveel mogelijk zijn geïntegreerd in de beroepsvoorbereidende vakken, en de AVO-vakken zoveel mogelijk afgestemd zijn op de beroepsvoorbereiding. Het bovenbouwprogramma is modulair opgezet. Binnen dit programma kiezen de meeste leerlingen een breed pakket. Voor bepaalde leerlingen is het mogelijk zich binnen de programma’s te specialiseren. 6. Om recht te kunnen doen aan de verschillen tussen leerlingen in ontwikkeling, interesse en leerstijl, gebruiken alle onderwijsgevenden verschillende werkvormen. Maximaal 40% daarvan is klassikale instructie. 7. De leerlinggegevens die worden verkregen vanuit de toeleverende school worden op het Woolder Meent gebruikt als begin van een helder leerlingvolgsysteem, waarmee het mogelijk is de leerlingen optimaal door de school te begeleiden en waaraan iedereen in de school zijn of haar bijdrage levert. Deze gegevens worden aan het begin van elk schooljaar besproken met de lesgevende docenten. 8. Op het Woolder Meent speelt de leerlingbegeleiding een belangrijke rol, waarin iedere medewerker van de school een rol speelt. De mentor is de spil in deze begeleiding. Daarnaast zijn er in de school specialisten met een duidelijke afgebakende taak. Binnen de leerlingbegeleiding vindt afstemming plaats. 9. De Woolder Meent heeft heldere overtuigingen, waarden en basisbehoeften in de omgangsvormen. Respect, veiligheid, betrouwbaarheid, verantwoordelijkheid en verdraagzaamheid zijn de peilers van deze omgangsvormen.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 11
3.
Vestiging - algemeen
Vestigingsleiding De vestiging Woolder Meent is een onderdeel van de Openbare Scholengemeenschap Hengelo (OSG) en functioneert als een relatief zelfstandige eenheid. De vestigingsleiding bestaat uit een vestigingsdirecteur en coördinatoren. Vestigingsdirecteur Binnen de vestigingsleiding is de vestigingsdirecteur belast met de algemene leiding van de vestiging. Tevens is de vestigingsdirecteur lid van het managementteam, waar het beleid voor de verschillende gebieden van de gehele scholengemeenschap wordt uitgezet. Coördinatoren Er zijn binnen de school verschillende personen die een organisatorische taak verrichten, zoals bijvoorbeeld coördinatoren. Zij stimuleren de onderwijskundige ontwikkeling van hun team, coördineren en ondersteunen o.a. de werkzaamheden van de leerkrachten, leiden vergaderingen m.b.t. hun klassen, enz. Daarnaast hebben zij een lesgevende taak. De leerlingen horen bij aanvang van het schooljaar met welke coördinator zij te maken hebben en wanneer ze op hem een beroep kunnen doen. Kwaliteitsbeleid Is een school met veel geslaagden een goede school? Of is een goede school juist een school waar veel aan culturele en maatschappelijke vorming wordt gedaan? Op welke wijze kunnen scholen hun kwaliteit meten en, nog belangrijker, verbeteren. In Nederland is op dit moment een grote belangstelling voor onderwijskwaliteit. Sinds de overheid minder voorschrijft is het zelfs een wettelijke verplichting dat scholen beschikken over een systeem voor interne kwaliteitszorg. Kwaliteitsbeleid betekent voor ons in ieder geval systematisch kijken naar de onderwijsresultaten. De opbrengsten van het onderwijs, zoals percentages geslaagden, de doorstroming naar de volgende leerjaren of de effectieve onderwijstijd, zijn het eenvoudigst te meten en uit te drukken in kengetallen. De cijfers zullen we vastleggen in het evaluatieplan van onze school. We zullen dit proces jaarlijks herhalen. Jaarlijks zullen we de examenresultaten van het aantal geslaagde kandidaten vermelden in deze schoolgids: 2004/ 2005 2005/2006 2006/2007 2007-2008 Aantal examenkandidaten 91 78 76 87 Aantal geslaagden 89 75 73 81 Aantal gezakten 2 3 3 6 Onderwijskwaliteit heeft ook te maken met thema's, zoals de aanpak in de klas, de didactische vernieuwing, de betrokkenheid van ouders bij de school en het welbevinden van leerlingen en medewerkers. Het reguliere schooltoezicht (RST) van de inspectie is voor de vestiging ook een belangrijke bron voor de kwaliteitszorg op de vestiging. De inspectie onderzoekt alle scholen in Nederland op 8 beleidsaspecten. De resultaten van het onderzoek zijn te vinden op de site van de onderwijsinspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Trouw en de kwaliteitskaart Toen het landelijk dagblad Trouw jaren geleden voor het eerst de resultaten van alle Nederlandse middelbare scholen openbaar maakte, veroorzaakte dat nogal wat opschudding. Inmiddels wordt het publiceren van schoolgegevens als normaal beschouwd en is de inspectie van het onderwijs de formele figuur die de kwaliteit van de scholen openbaar maakt via de zogenaamde kwaliteitskaarten. Op de volgende pagina treft u de laatst gepubliceerde kwaliteitskaart van de vestiging Woolder Meent aan. Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 12
Opbrengstenkaart 2008 Openbare Scholengemeenschap Hengelo voor LYC HAVO MAVO VBO LWOO Hengelo Ov
OSG Hengelo - vestiging Woolder Meent Bandoengstraat 7 7556 TE
Hengelo Ov
307 leerlingen, waarvan: - 36% in de eerste twee leerjaren - 64% VMBO in leerjaar 3 en 4
LWOO, VMBO, HAVO, VWO 2304 leerlingen
197 leerlingen VMBO in leerjaar 3 en 4 (incl. 87 leerlingen LWOO), waarvan: - 49% basisberoepsgerichte leerweg - 51% kaderberoepsgerichte leerweg
2 vestigingen
Op deze school is een internationale schakelklas.
ONDERBOUW % leerlingen dat in leerjaar 1 onderwijs volgt in één onderwijssoort
0%
% leerlingen dat in leerjaar 1 onderwijs volgt in meerdere onderwijssoorten
100%
VMBO b/VMBO k, VMBO
Rendement onderbouw
vergelijkingsgroep:
VMBO b
VMBO k
Adviesstructuur na 2e leerjaar
vmbo b
vmbo b
% leerlingen in leerjaar 3 zonder zittenblijven
BOVENBOUW
59%
VMBO (g)t
HAVO
VWO
HAVO
VWO
HAVO
VWO
15%
vmbo bk
0%
vmbo k
56%
vmbo bk
0%
vmbo k(g)t
0%
vmbo k+
41%
vmbo (g)t+
29%
100%
100%
VMBO b
VMBO k
90%
80%
6,4
6,2
Nederlands
6,4
6,1
Engels, Frans en Duits
6,6
6,6
Van 3e leerjaar naar diploma zonder zittenblijven
VMBO-breed en VMBO-breed/HAVO
VMBO (g)t
Gemiddeld cijfer centraal examen 2007 Alle vakken
Aardrijkskunde en geschiedenis
6,0
Economische vakken
Wis-, natuur-, scheikunde en biologie
6,3
6,0
Latijn en Grieks
VMBO b
VMBO k
18%
38%
Techniek
40%
48%
Zorg en welzijn
43%
15%
Deelname examen 2007 per sector Economie Landbouw
Deelname examen 2007 per profiel Cultuur en maatschappij Economie en maatschappij Natuur en gezondheid Natuur en techniek
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 13
Klachtenregeling Door de OSG Hengelo is een regeling vastgesteld, waarmee een zorgvuldige behandeling van klachten wordt beoogd; deze regeling geldt ook voor de vestiging Woolder Meent. Door deze regeling wordt niet alleen het belang van de betrokkenen gediend, maar ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat). De klachtenregeling is alleen van toepassing als men met zijn klacht niet ergens anders terecht kan. Veruit de meeste klachten over de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en schoolleiding op een juiste wijze worden afgehandeld. Indien dat echter, gelet op de aard van de klacht niet mogelijk is, of indien de afhandeling niet naar tevredenheid heeft plaatsgevonden, kan men een beroep doen op deze klachtenregeling. In de bijlage is de klachtenregeling opgenomen; de gehele regeling ligt ter inzage op de school.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 14
4.
Onderwijs
4.1
Algemeen
De Woolder Meent gaat m.i.v. het schooljaar 2008-2009 ThuiswerkVrij Onderwijs (TVO) aanbieden voor alle leerlingen in leerjaar 1; leerjaar 2 volgt in het schooljaar 2009-2010. In klas 1 en 2 bieden wij in de toekomst voor alle leerlingen thuiswerkvrij onderwijs (TVO) aan. Dit betekent dat de boeken op school blijven. Alles (maakwerk en leerwerk) wordt in de vakles gedaan. Als buffer, om tempoverschillen te overbruggen, wordt er elke dag een TVO-uur aangeboden. In dit uur bepalen de leerlingen zelf aan welke vakken ze gaan werken. Door de invoering van een werkplanner voor alle vakken kunnen de leerlingen zeer zelfstandig aan het werk gaan. Waarom thuiswerkvrij? Op de basisschool hebben leerlingen al zelfstandig leren werken. Omdat we dit belangrijk vinden gaan we hiermee door. We vinden ook dat leren op school moet plaatsvinden. Dat noemen wij ThuisWerkvrijOnderwijs (TVO). ThuisWerkvrijOnderwijs betekent voor de leerling dat hij/zij thuis echt vrij is, het huiswerk is op school al gemaakt. Het betekent ook dat de leerling vaker vragen kan stellen aan de docent. Bovendien leert de leerling zelfstandig te werken en te leren. De leerlingen worden actiever betrokken bij het leren en zij werken meer samen met andere leerlingen. Omdat niet iedereen even snel leert houdt de docent in zijn begeleiding rekening met de verschillen tussen leerlingen. Het is voor de leerlingen belangrijk dat zij naast kennis ook vaardigheden leren. In het vervolgonderwijs en in het latere werk is er behoefte aan mensen die zelfstandig hun werk kunnen doen en ook goed kunnen samenwerken. Hoe gaan we dat doen? In elke les zijn de leerlingen actief aan het werk. Dit doen zij alleen of samen met anderen. Natuurlijk is de docent altijd aanwezig. Bovendien hebben de leerlingen elke dag een speciaal lesuur. Hierin doen zij het werk dat zij tijdens de les niet hebben afgekregen. De leerlingen mogen zelf kiezen voor welk vak zij dat gaan doen. Dit lesuur noemen wij het ThuiswerkVrijOnderwijs-uur (TVO-uur). In het TVO-uur begeleidt een mentor/vakdocent de leerlingen. Deze zorgt ervoor dat iedereen zijn tijd goed besteedt en aan de zelf gekozen taken werkt. Wij leren de leerlingen om alles goed te plannen. In de vestiging Woolder Meent ligt de nadruk op ”actief leren”. Zowel bij de praktische vakken als de theoretische vakken wordt door middel van een aanbod op maat elke leerling aangezet optimaal te presteren. De vestiging Woolder Meent kent twee leerwegen: − De kaderberoepsgerichte leerweg (KB), met algemeen vormende vakken en beroepsgerichte vakken, geeft recht op toelating in de hoogste niveaus (3 en 4) van het middelbaar beroepsonderwijs (mbo). − De basisberoepsgerichte leerweg (BB), eveneens met algemeen vormende vakken en beroepsgerichte vakken, geeft recht op toelating in niveau 2 van het mbo. Het aanbod op maat wordt naast kleinere groepen en remediale hulp ook gerealiseerd door een werkplekkenstructuur binnen de beroepsgerichte vakken. Deze structuur stimuleert zelfstandig werken.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 15
Binnen de vestiging Woolder Meent is aandacht voor extra ondersteuning voor leerlingen die hiervoor in aanmerking komen: − Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Het geld dat de overheid hiervoor aan de school ter beschikking stelt wordt op verschillende manieren ingezet. Een kleine klas zodat per leerling meer aandacht gegeven kan worden, hulplessen voor taal of rekenen (wiskunde), oefeningen in omgangsvormen (Optie), training om faalangst te verminderen, hulp bij dyslexie, enzovoort. Maar ook het geheel aan leerlingbegeleiding door mentoren en de leerlingbegeleiders ondersteunen de leerweg van de leerlingen. Na de aanmelding van een leerling wordt een onderwijskundig rapport van de afleverende school opgevraagd. Deze informatie vormt de basis voor een plan op te stellen voor elke leerling afzonderlijk. Na twee jaar wordt bekeken wat de resultaten van de extra hulp zijn. Met Leerweg Ondersteunend Onderwijs sluit de school goed aan bij het (speciaal) basisonderwijs. In klas 1 en 2 krijgen leerlingen dan extra ondersteuning en/of worden geplaatst in een kleine klas met een eigen programma (Sterk Leerweg Ondersteunend Onderwijs in klas 1 en 2). − Leerwerktraject (LWT) Leerlingen waarvan niet verwacht kan worden dat zij een volledig diploma BB zullen halen, kunnen in klas 3 en 4 geplaatst worden in een Leerwerktraject (LWT). − Remediale hulp Leerproblemen komen voor bij leerlingen op alle niveaus. De school wil hier, voorzover mogelijk, leerlingen mee helpen. Hiervoor zijn er specialisten binnen de school (zie hiervoor ook verder paragraaf 5.2). Het leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) en de leerwerktrajecten zijn bedoeld voor de leerlingen die nog meer zorg en aandacht nodig hebben. Deze groep leerlingen wordt door een speciale pedagogische aanpak de kans geboden een vmbo diploma te behalen dat recht geeft op toelating tot niveau 2 van het mbo. In de vestiging Woolder Meent kunnen leerlingen na de funderende periode kiezen uit één van de volgende programma’s: − handel en administratie; − zorg en welzijn; − bouwbreed; − elektrotechniek.
4.2
De inrichting van het onderwijs
De onderbouw, leerjaar 1 en 2 In het eerste en tweede leerjaar volgen de leerlingen van alle scholen van voortgezet onderwijs dezelfde vakken. Wel verschillen per schoolsoort het tempo waarin lesgegeven wordt en de manier waarop met de leerstof wordt omgegaan. Deze programmering noemt men de onderbouw. Zij moet de basis leggen voor specialisatie in de hogere klassen, zorgen voor een algemeen hoger peil van vorming van leerlingen en de beroepskeuze uitstellen. Op basis van de adviezen van de basisschool wordt de leerling geplaatst in een klas die voorbereidt op de BB(Basisberoepsgerichte Leerweg) of in een klas die voorbereidt op de KB (Kaderberoepsgerichte Leerweg). Daarnaast kan een leerling extra ondersteuning krijgen en/of geplaatst worden in een kleine klas met een eigen programma Sterk Leerweg Ondersteunend Onderwijs (SLWOO).
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 16
De klas blijft in principe twee jaar bij elkaar en heeft dan dezelfde klassenleraar/mentor. Het kan echter voorkomen dat, om opvoedkundige reden, een groep uit elkaar moet worden gehaald. Het tweede leerjaar staat in het teken van het doorstroomadvies en de beroepenoriëntatie (in klas 1 wordt al gestart met Praktische Sectororiëntatie). Om nog een betere keus te kunnen maken, wordt in februari een leervorderingenonderzoek afgenomen. Samen met alle gegevens van het eerste en tweede leerjaar resulteert dat in een doorstroomadvies aan het eind van het tweede leerjaar. De leerling wordt dan verwezen naar een van de sectoren Techniek, Economie of Zorg/Welzijn van de Basisberoepsgerichte Leerweg of Kaderberoepsgerichte Leerweg van onze vestiging. Onze vestiging kent binnen deze sectoren de programma’s Bouwbreed, Elektrotechniek, Handel & Administratie en Zorg & Welzijn. De oriëntatie op studie en beroep richt zich op het ontdekken van de eigen interesses en mogelijkheden. In verschillende lessen wordt aandacht geschonken aan bepaalde beroepsgroepen. Voorlichtingsavonden door de decaan horen hier ook bij. Uiteraard worden de ouders hierbij betrokken. Daarnaast vindt er een praktische oriëntatie plaats in de verschillende afdelingen van onze school om de kinderen aan den lijve te laten ervaren wat een bepaald beroep inhoudt in de praktijk. Lessentabel leerjaar 1 In de eerste twee leerjaren wordt in grote lijnen de adviestabel van de basisvorming gevolgd. Wel zijn, tegen de achtergrond van de doelgroep van de vestiging, de volgende keuzes gemaakt: − Het vak Frans en het vak Duits worden niet aangeboden; − Praktische Sector Oriëntatie (PSO) wordt in elke klas 2 uur verzorgd door de vier beroepsgerichte afdelingen, aangevuld met sportoriëntatie en ‘Beeld en Media’. − PSO wordt gedurende het gehele schooljaar verzorgd in zes blokken van zes weken. In elke periode komt één van de zes onderwerpen aan de orde. Lessentabel leerjaar 1:
Nederlands Engels Wiskunde M&N M&M Beeldende vakken Techniek LO TVO PSO Totaal
Klas 1 3 3 3 3 3 4 2 4 5 2 32
Opm.: − M&N staat voor Mens en Natuur en is een samenvoeging van biologie, natuurkunde en verzorging. − M&M staat voor mens en maatschappij en is een samenvoeging van aardrijkskunde en geschiedenis. − In de klassen 1 worden 5 TVO-uren opgenomen in het lesrooster. De mentoractiviteiten vinden plaats in de TVO-uren.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 17
−
Er komen 4 projectmiddagen met algemeen maatschappelijke thema’s. De voorlaatste schoolweek blijft aangemerkt als week waar projecten en allerlei activiteiten aangeboden worden.
Lessentabel leerjaar 2 Voor leerjaar twee zijn, tegen de achtergrond van de doelgroep van de vestiging, de volgende keuzes gemaakt: − De indeling in groepen is identiek als die in het eerste leerjaar, met nog meer nadruk op beroepsoriëntatie. − Het vak Frans wordt niet aangeboden. − Duits komt in het SLWOO niet voor. Duits wordt in het SLWOO vervangen door Praktische Sector Oriëntatie (PSO). − PSO wordt in elke klas 2 uur verzorgd door beroepsgerichte afdelingen. Het oorspronkelijke vak verzorging is opgenomen in PSO Lessentabel leerjaar 2:
Nederlands Duits Engels Wiskunde M&N Economie M&M Beeldende vakken Techniek Lichamelijke opvoeding Mentor-uur Praktische Sector Oriëntatie
Klas 2 4 2 2 3 4 2 3 4 2 3 1 2
De bovenbouw, leerjaar 3 en 4 Algemeen: De beroepsvoorbereiding in leerjaar 3 en 4 In leerjaar 3 van de BB-leerweg en de KB-leerweg kiezen de leerlingen een groep van vakken uit een sector. Het is een eerste grove keuze voor een beroepsrichting in een van de programma’s van onze school. Zo krijgen de leerlingen een brede oriëntatie op verschillende beroepen in zo’n sector. Op grond van resultaten en inzet en werkhouding bij alle vakken, wordt halverwege het derde jaar nog eens beoordeeld of de leerling op het juiste niveau werkt. Naast een aantal theorievakken volgen de leerlingen in deze klassen 3 en 4 een flink aantal praktijkvakken. De praktijkdocent is dan tevens mentor of klassenleraar. Hij maakt zijn leerlingen veel uren in de week mee, hetgeen uiteraard de begeleiding zeer ten goede komt. Leerlingen waarvan niet verwacht kan worden dat zij een volledig diploma BB zullen halen, kunnen toch aansluiting krijgen op het ROC (MBO) door een Leerwerktraject (LWT) te volgen. Zij zijn 26 uur per week bezig met praktijk met binnen- en buitenschoolse stages, en krijgen aansluiting op niveau 1 of 2 van het ROC. Doordat zij echter geen theoretische ondergrond hebben kunnen deze leerlingen van daaruit niet doorstromen naar niveau 3 van dit vervolgonderwijs.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 18
In onze beroepsgerichte leerwegen bestaat het examen uit een geïntegreerd theoretisch en een praktisch gedeelte. De praktische vakken worden ter plekke geëxamineerd, waarbij gecommitteerden van andere scholen aanwezig kunnen zijn. Na het behalen van het diploma, worden de leerlingen toegelaten tot het middelbaar beroepsonderwijs (o.a. ROC’s). Hier kiezen ze uiteindelijk een beroepsopleiding. Afhankelijk van het niveau kan de opleiding hier 2, 3 of 4 jaar duren. De niveaus bestaan uit: assistentenniveau, basisberoepsniveau, kaderberoepsniveau en middenkaderniveau. Het zal duidelijk zijn dat leerlingen die op het BB niveau het VMBO afsluiten in aanmerking komen voor de assistenten- en basisberoepsopleiding. Leerlingen die op KB niveau afsluiten, kunnen de langere opleiding vakfunctionaris en middenkader volgen. Doorstromen naar hogere niveaus in het middelbaar beroepsonderwijs behoort tot de mogelijkheden. De inrichting van de bovenbouw Het zal duidelijk zijn dat leerlingen die op het BB niveau het VMBO afsluiten in aanmerking komen voor de assistenten- en basisberoepsopleiding. Leerlingen die op KB niveau afsluiten, kunnen de langere opleiding vakfunctionaris en middenkader volgen. Doorstromen naar hogere niveaus in het middelbaar beroepsonderwijs behoort tot de mogelijkheden. Aan het eind van leerjaar 2 krijgt elke leerling van de vergadering van lesgevende docenten een advies voor de beroepsvoorbereidende sector in leerjaar 3. Dit advies is niet bindend. In leerjaar 3 en 4 worden de volgende beroepsvoorbereidende programma’s aangeboden: − Zorg en Welzijn breed (ZW) − Bouwbreed (BB) − Electrotechniek (ET) − Handel en Administratie (HA) Voor de inrichting gelden de volgende aspecten: − Het schoolexamen begint halverwege leerjaar 3 en duurt tot en met het landelijk eindexamen in leerjaar 4. − Het schoolexamen is verdeeld in drie schoolonderzoek periodes. − De lesstof, examenstof en de toetsing hiervan is beschreven in het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Dit PTA wordt aan elke leerling uitgereikt en wordt gebruikt voor het bijhouden van de cijfers die per onderdeel behaald worden. De lessentabel voor leerjaar 3 en 4 Voor de lessentabel leerjaar 3 en 4 worden de volgende uitgangspunten gehanteerd: − Als het rooster het toelaat is er de mogelijkheid van een extra vak. Per sector worden de volgende keuzes aangeboden: o Zorg en Welzijn: Duits o Handel en Administratie: wiskunde of Duits − De leerwerktrajecten zien er als volgt uit: o Nederlands en Lichamelijke Opvoeding worden apart ingeroosterd; o stages maken deel uit van het gekozen programma; o de keus voor een beroepsvoorbereidend programma binnen de leerwerk trajecten wordt in de loop van het eerste half jaar van leerjaar 3 gemaakt.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 19
Lessentabel leerjaar 3: BB Nederlands Duits Engels Wiskunde Biologie Economie Natuurkunde/scheikunde Culturele Kunstzinnige Vorming Maatschappijleer 1 Lichamelijk opvoeding Praktijklessen
KB
BB 2 2 2 3
ET 2 2 2 3
HA 2 2 2 3
3 1
3 1
1
1 2 16
1 2 16
1 2 16
ZW 2 2 2 3 3
LWT
BB 3 3 3 4
ET 3 3 3 4
HA 3 3 3 4
1
3 1
3 1
1
1
1 2 16
1 2 12
1 2 12
1 2 12
1 2 12
3
ZW 3 3 3 4 3
3
3
3 26
Lessentabel leerjaar 4: BB Nederlands Engels Wiskunde Wiskunde of Maatschappijleer 2 Wiskunde of Duits Biologie Economie Natuurkunde/scheikunde Maatschappijleer 1 Lichamelijk opvoeding Praktijklessen
BB 2 2 2
ET 2 2 2
KB HA 2 2
ZW 2 2
BB 4 4 4
ET 4 4 4
LWT HA 4 4
2 4 2
4
2 2 1 2 19
1 2 19
3
4
2
2 1 2 19
ZW 4 4
4 1 2 19
4 1 2 12
4 1 2 12
1 2 12
1 2 12
2 25
Samenwerking met externe opleidingen Onze school onderhoudt goede contacten met externe vakopleidingen zoals de Stichting Vakopleiding Bouwbedrijf, het Samenwerkingsverband Praktijk Opleiding Schilderen en de Stichting Metaal-Elektro Opleiding Twente. Op twee belangrijke momenten van de schoolloopbaan profiteren de leerlingen van deze samenwerking: − In de tweede klassen krijgen zij de gelegenheid om, in het kader van de oriëntatie op studie en beroepen, praktijkgericht kennis te maken met de verschillende vakopleidingen. Dit vergemakkelijkt de keuze die gedaan moet worden voor het derde leerjaar. − In het derde of vierde leerjaar bestaat de mogelijkheid voor leerlingen binnen de vakopleidingen stage te lopen, waarbij zij onderdelen van hun examens ter plekke afronden. Door de combinatie van interne en externe praktijkruimtes is er sprake van optimale voorzieningen voor de leerlingen. In het zogenaamde Twenteplatform vindt de samenwerking plaats tussen een groot aantal scholen van voorbereidend beroepsonderwijs en de ROC’s (MBO). Hier worden vakinhoudelijke afspraken gemaakt over aansluitende leerstof en vaardigheden en worden de toelatingscriteria voor de verschillende niveau’s van het ROC afgesproken en geregeld.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 20
5.
De dagelijkse onderwijspraktijk
5.1
De organisatie van het dagelijkse onderwijs
De lesuren uit de lessentabellen worden over de week verdeeld. Elke les bestaat uit 50 minuten en worden soms voor de praktijkvakken aan elkaar gekoppeld in zogenaamde blokuren. Dit geheel vormt een rooster. De tijden van het 50-minutenrooster zijn als volgt (op vrijdag is er geen pauze tussen les 4 en les 5): Les 1 08.10-09.00 uur Les 2 09.00-09.50 uur Les 3 10.05-10.55 uur Les 4 10.55-11.45 uur Les 5 12.15-13.05 uur Les 6 13.05-13.55 uur Les 7 14.10-15.00 uur Les 8 15.00-15.50 uur Pauzes In de pauzes kunnen de leerlingen terecht in de hal, buiten op het plein of in de kantine. Hier zijn verschillende voorzieningen voor de leerlingen getroffen waardoor zij zich kunnen vermaken. Ook is het buffet geopend, waar de kinderen eten en drinken kunnen kopen tegen redelijke prijzen. In de pauzes wordt door personeel gesurveilleerd om toezicht te houden op de leerlingen. Lesuitval en opvang van de klassen Door het grote aantal leerkrachten dat werkzaam is op school, is er ook een groter risico van lesuitval door ziekte van een personeelslid. De school doet er alles aan om de leerlingen in die gevallen op te vangen. Ook hier geldt dat continuïteit in de opvoedkundige begeleiding belangrijk is. De school heeft daartoe de volgende maatregelen getroffen: − Bij het uitvallen van het eerste lesuur wordt de telefoonketen gebruikt om iedereen van die klas te waarschuwen. Dit gebeurt ruim voordat de leerling van huis moet. De kinderen kunnen dan later vertrekken. − Bij het uitvallen van het laatste lesuur krijgen de leerlingen dat uur vrij. − Bij het uitvallen van tussenliggende lesuren probeert de roostermaker de laatste uren naar voren te plaatsen en/of uren te verplaatsen naar een van de volgende dagen. Hierdoor zijn de leerlingen ook eerder vrij. − Als voorgaande allemaal niet is gelukt wordt personeel ingezet dat toezicht houdt in de kantine, waar de leerlingen gewoon aan het werk zijn, spelletjes kunnen lenen, t.v.-kijken, tafeltennissen, etc. − Roosterwijzigingen worden dagelijks vermeld op internet via www.wooldermeent.nl. 5.2
Leerlingbegeleiding
De begeleiding van de leerling is veelal in handen van verschillende personen met hun eigen verantwoordelijkheden en specialiteiten. Alle begeleiding is er op gericht het welbevinden en de prestaties van de leerling te verhogen. Zonder deze speciale aandacht is een aantal leerlingen kansloos in het onderwijs. De medewerkers die betrokken zijn bij de leerlingbegeleiding in de ruimste zin van het woord, hebben door scholing hun specialiteit ontwikkeld. De vakdocent Hij begeleidt de leerling in alle zaken die direct het vakgebied aangaan. Hoe je bijvoorbeeld bepaalde opdrachten het beste kunt aanpakken, de werkwijze, welke manier van
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 21
leren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van algemene studievaardigheden, zoals die ook door de mentor worden aangeleerd, maar ook juist van de vakspecifieke vaardigheden. De mentor De mentor geeft les in zijn klas in zijn eigen vak. In de onderbouw hebben de leerlingen een mentoruur; in klas 1 zit dit uur in de TVO-uren en in klas 2 staat het apart op het lesrooster. Dit uur wordt gebruikt om de kinderen algemene studievaardigheden aan te leren. Voor de leerlingen is de mentor de directe aanspreekpersoon als het gaat om schoolse, maar ook persoonlijke zaken. De mentor begeleidt zijn leerlingen dus ook op sociaalemotioneel gebied. In de mentorlessen wordt een speciaal programma gevolgd volgens de methode “Optie”. Allerlei sociale aspecten van het leven komen er aan de orde. Hij is ook de contactpersoon voor de ouders en houdt hen op de hoogte van de resultaten en van het wel en wee van hun kind. U kunt altijd via school contact met hem opnemen. Hij organiseert activiteiten voor de klas en zorgt voor een goede sfeer. Iedere klas heeft een mentor die in principe twee jaar bij zijn klas blijft. Dat maakt het ook mogelijk dat de mentor de leerlingen van zijn klas begeleidt in de oriëntatie op studie en beroep. Hij wordt hierin ondersteund door de decaan. De coördinatoren De coördinatoren stimuleren de onderwijskundige ontwikkeling van hun afdelingen, coördineren en ondersteunen o.a. de werkzaamheden van de leerkrachten, mentoren en de decaan. Zij leiden de vergaderingen over de klassen en nemen eventuele disciplinaire maatregelen t.a.v. leerlingen. De leerlingbegeleider Hij ondersteunt de mentoren en de docenten met betrekking tot de begeleiding en geeft zelf extra begeleiding aan de leerlingen. Hij vangt leerlingen op die (ernstige) problemen hebben. Hij onderhoudt contacten met externe instanties die hulp kunnen bieden aan leerlingen en legt waar nodig het contact voor de leerling. Hij ondersteunt de bovengenoemde coördinatoren bij de opvang van verwijderde leerlingen en zorgt voor terugkoppeling met de betrokken docent. De decaan De decaan begeleidt de leerlingen en ouders in het keuzeproces dat al vanaf de eerste klas begint. Hij ondersteunt de mentoren en leerkrachten in de oriëntatie op studie en beroep. Hij begeleidt de leerlingen in de uiteindelijke keuze voor een beroepssector en het niveau, ook in verband met de doorstroommogelijkheden in het Beroepsonderwijs en de Volwassenen Educatie (BVE) na het behalen van het VMBO-diploma. In dit kader worden regelmatig gesprekken gevoerd met ouders en leerling. Hij verzorgt de testen die in verband met de keuze worden afgenomen. De stagebegeleider De vakleerkracht in leerjaar 3 en 4 is tegelijkertijd stagebegeleider. Hij onderhoudt de contacten met betrokken bedrijven en regelt de stageplaatsen. Hij controleert verslagen en beoordelingen in dit verband. De vertrouwenspersoon Voor zowel leerlingen als voor personeel is een vertrouwenspersoon aangesteld. Hij helpt in zeer delicate kwesties en heeft kontakten met instanties zoals de vertrouwensarts. De vertrouwenspersoon heeft overigens geen geheimhoudingsplicht en kan, vanuit zijn verplichting als ambtenaar, strafbare feiten aan de bevoegde instanties doorgeven. De vertrouwenspersoon is voor de gehele OSG Hengelo aangesteld. Per vestiging is een zogenaamde contactpersoon aangesteld. Dit personeelslid is er voor leerlingen die een gesprek over delicate kwesties niet durven aangaan met docenten, mentoren, schoolleiding en/of leerlingbegeleiding. De contactpersoon voor onze vestiging is mevr. Oosterwijk
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 22
De vertrouwensinspecteur De vertrouwensinspecteur van de onderwijsinspectie is bereikbaar via een algemeen meldpunt: 0900-1113111 Remediale hulp Leerproblemen komen voor bij leerlingen op alle niveaus. De school heeft een aantal leerkrachten in huis die zich gespecialiseerd hebben in het verhelpen van deze problemen. Niet alle leerproblemen zijn echter helemaal te verhelpen. Soms wordt een leerling geleerd er goed mee om te gaan. De volgende leerproblemen komen o.a. voor: gering concentratievermogen, faalangst, diverse taalproblemen, dyslexie, gedragsproblemen, sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstand en vakspecifieke achterstanden. Deze laatste worden veelal verholpen met extra hulplessen. Soms is het nodig een externe instantie in te schakelen, hetzij voor een test, hetzij voor de hulp zelf. Altijd is daarover overleg met de ouders. De remediale hulp wordt zowel in de les als buiten de lessen om gegeven. Er is tevens een mogelijkheid voor Motorische Remediale Hulp. Voorlichting door externe instanties De school heeft niet alle deskundigheid in huis als het gaat om allerlei maatschappelijke verschijnselen. Gelukkig bieden CAD, GGD, Politie en anderen hun hulp aan in de vorm van voorlichting aan leerlingen en deskundigheidsbevordering van het personeel. Het gaat hierbij om gedrag in verkeer, fiets- en brommerkeuring, gebruik en gevaren van roken, alcohol en drugs, eetverslaving, vuurwerk etc. Het leerlingvolgsysteem Om de leerling een goede begeleiding te kunnen bieden is het noodzakelijk dat allerlei gegevens worden vast gelegd. Zo kunnen we vorderingen op het gebied van het sociaalemotioneel functioneren, het gedrag en natuurlijk de leerprestaties duidelijk in beeld krijgen. Ook worden er testgegevens in vastgelegd, evenals verslagen van belangrijke gesprekken en ontwikkelingen. Uiteraard zijn deze gegevens alleen toegankelijk voor de begeleiders. Uiteindelijk levert al die informatie aan het eind van de schoolcarrière een dossier op dat gebruikt wordt om het vervolgonderwijs te adviseren.
5.3
Verzuim, verlof
Lesverzuim Als een leerling de lessen moet verzuimen door ziekte, dan wordt van de ouders verwacht dit telefonisch voor 8.10 uur aan de school door te geven. Gaat een leerling ziek naar huis, dan moet hij daarvoor toestemming hebben van school. Is een leerling niet in staat om zelfstandig naar huis te gaan dan worden de ouders gebeld om het kind op te halen. Zijn de ouders niet thuis dan blijft de leerling in principe op school. Lesverzuim door bezoek aan een arts of instantie moet zo veel mogelijk vermeden worden door de afspraken hiervoor te plannen in de vrije tijd. Ongeoorloofd lesverzuim Ongeoorloofd lesverzuim wordt bestraft met het dubbel inhalen van de gemiste lestijd. De leerling krijgt dan zinvol werk te doen, opgedragen door de leerkrachten waarvan de lessen gemist zijn of werk dat ten goede komt aan de gang van zaken op school. Bij herhaling van ongeoorloofd verzuim, maar ook bij veelvuldig ziekteverzuim, wordt de leerplichtambtenaar ingeschakeld. Eventuele consequenties zijn dan voor rekening van ou-
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 23
ders en leerling. Uiteindelijk kan één en ander leiden tot boetes, schorsing en/of verwijdering van school. Te laat komen Komt een leerling te laat op school, dan gaat hij eerst naar zijn klas. De leerkracht bepaalt dan of de leerlingen een brief moet halen bij de receptie. Wanneer een leerling voor de derde keer te laat komt, dan moet er een lesuur worden ingehaald. De leerling kan de ouders bellen om daarvan bericht te geven. Bij herhaaldelijk te laat komen worden passende maatregelen genomen. Verlof en vakantieregeling In het algemeen mag de school geen verlof of vakantie buiten de normale, vastgestelde vakantiedagen geven. Verlof voorafgaand aan en aansluitend op de zomervakantie is zelfs door de inspectie streng verboden. In uitzonderingsgevallen mag de school, als aantoonbaar is dat de ouders niet op de gewone tijdstippen vakantie kunnen opnemen, ten hoogste tien dagen per jaar verlof geven. Verlof in verband met bijzondere familieomstandigheden kan door de schooldirectie gegeven worden. Dit verlof moet schriftelijk door de ouders / verzorgers worden aangevraagd bij de vestigingsdirecteur. De vakantiedata van dit schooljaar vindt u in de bijlagen van de gids. Het klassenboek Iedere klas heeft een klassenboek. Het is de agenda van die klas. Hierin wordt door elke leerkracht het huiswerk geschreven, de absenten of verwijderde leerlingen genoteerd. Is een leerling afwezig geweest dan is hij verplicht het opgegeven huiswerk uit het klassenboek over te nemen in zijn eigen agenda. De klassenvertegenwoordigers hebben het klassenboek bij zich. Zij zijn verantwoordelijk voor de verzorging ervan en zorgen ervoor dat het iedere les in de klas aanwezig is.
5.4
Verzekering
De kinderen zijn collectief verzekerd in geval van een ongeval op weg van huis naar school en omgekeerd. Ook tijdens de schooltijden van het rooster zijn ze verzekerd. Deze verzekering dekt alleen de kosten die door de eigen verzekering niet gedekt worden. Het is, voor alle duidelijkheid, geen aansprakelijkheidsverzekering. Voor de leerlingen die stages lopen is een aanvullende verzekering afgesloten. Is de leerling onrechtmatig afwezig op school of stage-adres dan is de verzekering niet van toepassing. Ook de school is daarin niet aansprakelijk te stellen. Aansprakelijkheid De school is voor diefstal, schade of letsel niet aansprakelijk te stellen. Degene die schade of letsel veroorzaakt is aansprakelijk. Wij adviseren eigendommen goed te beschermen. Fietsen en brommers moeten in de stalling op slot worden gezet en er moeten geen waardevolle spullen in de jassen worden achtergelaten. De school verhuurt kluisjes waarin deze spullen kunnen worden opgeborgen. Voor de sleutel moet borg worden betaald. Iedere leerling heeft een kluisje. De fietsenstalling wordt met camera’s en video-apparatuur bewaakt. Dit houdt niet in dat de school aansprakelijk gesteld kan worden voor diefstal of schade.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 24
6.
Betrokkenheid bij het onderwijs
De leerlingen Er zijn voor de leerlingen mogelijkheden om bij het schoolse gebeuren meer betrokken te raken. Naast deelname aan klassenavonden, schoolfeesten en "na de lesactiviteiten", kunnen ze lid worden van de leerlingenraad. Deze kent een afvaardiging in de vestigingsmedezeggenschapsraad en de overkoepelende medezeggenschapsraad van de OSG Hengelo. Daarin kan hun invloed op OSG inhoud krijgen, maar ook direct in onze vestiging door contacten van de leerlingenraad met de directie. De leerlingenraad vergadert regelmatig onder leiding van ouders uit de ouderraad. De raad behandelt allerlei schoolse zaken en geeft gevraagd en ongevraagd advies. Op voorstel van de leerlingenraad is al heel wat gerealiseerd. De leerlingen hebben ook officiële vertegenwoordigers in de overkoepelende Medezeggenschapsraad van de OSG Hengelo. Daar hebben zij inspraak en op sommige zaken instemmingsrecht.
De ouders De rol van de ouders is bij het opvoedings- en leerproces van grote betekenis. De situatie thuis en op school moeten zo goed mogelijk op elkaar aansluiten. Veelvuldig contact tussen ouders en mentor is daarbij belangrijk. We verwachten van onze mentoren dat ze meteen contact opnemen met de ouders als daartoe aanleiding is. Andersom verwachten wij dit ook van de ouders. Het spreekt voor zich dat ouders op de ouderspreekavonden en voorlichtingen voor hun kind aanwezig zijn. Is het onmogelijk op die tijdstippen aanwezig te zijn dan is er altijd de mogelijkheid om een ander tijdstip af te spreken. Ouders kunnen zich als vrijwilliger aanmelden voor de mediatheek. De Ouderraad (OR) is een vertegenwoordiging van alle ouders. Elke vestiging heeft zijn eigen OR. De OR heeft regelmatig overleg met de vestigingsdirectie. In dit overleg komen kwesties, aangedragen door de achterban van de OR, aan de orde. De ouderraad staat los van de medezeggenschapsraad. Deze raad is samengesteld uit ouders die rechtstreeks allerlei dingen voor onze vestiging willen doen en regelen. Zij zijn bij veel zaken betrokken en geven ook vaak een financiële bijdrage aan zaken die voor de kinderen van belang zijn. De bekostiging gebeurt uit de bijdragen van alle ouders in de ouderbijdrage voor het schoolfonds. Wilt u contact opnemen met de ouderraad, dan kunt u onze website www.wooldermeent.nl raadplegen.
De medezeggenschap De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is een overlegorgaan dat zich richt op de hoofdlijnen van de koers van de scholengemeenschap. Op de vestiging is een deelraad. De invloed die de MR op het beleid door middel van instemming- en adviesrecht kan uitoefenen is vastgelegd in reglement MR dat op school ter inzage ligt. De MR kent de drie geledingen: leerlingen, ouders en personeel.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 25
7.
De kosten
Boeken De boeken worden door de ouders/verzorgers besteld bij Van Dijk. De bestelling kan geplaatst worden via internet (www.vandijk.nl) of via een bestellijst. De kosten van de boeken verschillen per leerjaar en klas, afhankelijk van het aantal vakken en het niveau. De betaling van de boeken dient te geschieden aan Van Dijk, hierbij speelt de school geen rol. De boeken dienen tijdig besteld te worden, zodat de leerling bij aanvang van het schooljaar in bezit is van de boeken.
Ouderbijdrage 2008-2009 Naast bovenbedoelde boeken, worden er ook boeken en andere leermiddelen (o.a. kopieën, software, naslagwerken, verbruiksmaterialen) door de school verstrekt aan uw zoon/dochter. De aanschaf van de hier bedoelde boeken en leermiddelen geschiedt door de school. De school kent verder nog een vrijwillige ouderbijdrage, die gebruikt wordt voor allerhande zaken (excursies, bijdrage ouderraad, excursies, etc.). Bij het begin van het schooljaar wordt een rekening voor de schoolbijdrage en de ouderbijdrage verstuurd. De vrijwillige ouderbijdrage voor het schooljaar 2008-2009 is als volgt berekend:
Klas:
School fonds*
Ouder raad
rekenmachine
1 2 3 4
90,00 85,00 85,00 85,00
5,00 5,00 5,00 5,00
10.00
*=
kosten schoolfonds
Excursie
120,00** 30,00 140,00** 30,00
Kluisjes huur
7,-
ICT Mediatheek Proefwerkpapier Practicummateriaal Kopieerkosten Coll. verzekering Internetvoorziening en Schoolgids Cult. en sportact. Totaal
Keuze Begeleiding en psychologisch onderzoek 10,00 10,00 10,00 10,00
Boek in klas
10,00 10,00 10,00 10,00
Carousel ***
Agenda
Sportoriëntatie
6,00
20,00 20,00
10,00 10,00
Examenfeest
25,00
Totaal
271,00 160,00 260,00 175,00
Brugklassers betalen tevens € 5,00 Euro borg voor de sleutel.
28,5,5, 14,10,1,50 4,50 10,€
85,00
**= Inclusief kennismakingskamp leerjaar 1 en leerjaar 3. ***= Geldt alleen voor de afdeling Zorg en Welzijn. ****= Om de kosten te spreiden over de gehele schoolloopbaan, is in overleg met de ouderraad besloten om de kosten gelijkelijk te verdelen over de leerjaren 1/2 en 3/4. Het gemiddelde is € 217,00 per leerjaar geworden. Voor het schooljaar 2008-2009 geldt echter het volgende: - voor leerjaar 1 en 3 wordt € 217,00 in rekening gebracht;
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 26
Gemiddeld gehele schoolloopbaan **** 217,00 217,00 217,00 217,00
- voor leerjaar 2 en 4 wordt € respectievelijk € 160,00 en € 175,00 in rekening gebracht, omdat in schooljaar 2007-2008 reeds de kosten van de kennismakingskampen in rekening waren gebracht. De schooljaren daarna worden de kosten gespreid over de leerjaren in rekening gebracht. In een enkel geval is het mogelijk om de ouderbijdrage gespreid te betalen. Hiervoor dient een afspraak gemaakt te worden met de vestigingsdirecteur.
Tegemoetkoming ouders In een groot aantal gevallen is het mogelijk van de overheid een tegemoetkoming te krijgen. De inkomensgrens die daarbij wordt gehanteerd is verhoogd naar ongeveer € 29.000 bruto, zodat meer ouders daarvoor in aanmerking komen. Deze verhoging houdt verband met de sterk gestegen kosten voor boeken en andere leermiddelen zoals software en computers als gevolg van de onderwijsvernieuwingen. Bij de schooldecaan en de administratie zijn formulieren van de Informatie Beheer Groep beschikbaar waarmee u de tegemoetkoming kunt aanvragen. Gemeente Hengelo Ook bij de gemeente Hengelo is het mogelijk om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de schoolkosten. Voor schoolkosten van vier tot en met zeventienjarigen kunnen ouders een bijdrage krijgen. De schoolkosten die voor een vergoeding in aanmerking komen zijn: ouderbijdrage, schoolreis en studiemateriaal. De bijdrage is maximaal € 103,- per kind. Wie komt er in aanmerking voor een bijdrage bij de gemeente Hengelo? − Het totale inkomen mag niet hoger zijn dan 110% van het sociaal minimum. − Ouders wonen in Hengelo. − Er moet aangetoond worden dat de kosten werkelijk gemaakt zijn. Voor meer informatie verwijzen wij naar de gemeente Hengelo, afdeling Informatie & Intake (074-2459507). Gemeente Borne Bij de gemeente Borne bestaat ook de mogelijkheid om in aanmerking te komen voor een vergoeding. De vergoeding kan maximaal € 200,- bedragen, afhankelijk van het inkomen van de ouders. Voor meer informatie verwijzen wij naar: Productgroep Sociale Zaken (0742658686).
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 27
8.
De overgangsregels
8.1
Algemeen
De rapporten De rapporten die aan de ouders worden uitgereikt bevatten belangrijke gegevens. We kennen rapporten en tussenrapporten, met daarop gegevens over resultaten, werkhouding of inzet, gedrag en absenties. Overgang van de 1e naar de 2e klas In principe blijven hier geen leerlingen zitten. In de rapportvergadering kan wel besloten worden de leerling zijn onderwijs te laten vervolgen in een andere leerweg. Overgang van de 2e naar de 3e klas Op basis van het doorstroomadvies, dat gedurende het tweede leerjaar tot stand komt, wordt de leerling in de juiste leerweg geplaatst. Ook hier zal dus over het algemeen geen sprake zijn van zittenblijven. Cijfers voor niet gemaakt of niet ingeleverd werk Rapportcijfers komen tot stand op basis van de kwaliteit van uitgevoerde opdrachten. Wanneer een leerling bijvoorbeeld in een toets vraag 3 onbeantwoord laat, krijgt hij daarvoor nul scorepunten, die vervolgens als deel van het totaal het cijfer bepalen. Een leerling die alle vragen onbeantwoord laat - hij levert een leeg blaadje in - krijgt voor alle vragen nul scorepunten. Het totaal is dan 0 punten en dat geeft als resultaat: cijfer = 1. Op dezelfde manier gaan wij ook om met leerlingen die hun werkstuk niet op een afgesproken tijdstip af hebben of inleveren. Ook vallen hieronder het niet kunnen houden van een spreekbeurt of het af laten weten bij een presentatie. De niet uitgevoerde opdracht levert nul scorepunten op en dus cijfer = 1. Met leerlingen die vooraf netjes hun zaakjes regelen en komen melden dat uitstel nodig is, kan een nieuwe datum worden afgesproken. Een zo behaalde 1 is geen disciplinaire maatregel en komt volgens de normale regels voor herkansing in aanmerking. 8.2
Bevorderingsnormen
Bevordering van leerjaar 1 naar leerjaar 2 en van leerjaar 2 naar leerjaar 3 1. Basisregels De leerlingen van het eerste en tweede leerjaar volgen les in vakken. Elk van de gevolgde vakken levert een jaarcijfer. Al deze jaarcijfers worden meegewogen bij de bevorderingsbeslissing. Afhankelijk van de behaalde jaarcijfers wordt een leerling bevorderd naar een vergelijkbaar, een hoger of een lager niveau in het volgende leerjaar, of besproken voor een van deze mogelijkheden. In leerjaar 1 en 2 geven we drie rapporten uit. Aan het eind van het jaar is er bovendien een eindrapport. De cijfers op het eindrapport zijn bepalend voor de vraag of een leerling voor bevordering in aanmerking komt. − De rapporten 1, 2 en 3 bevatten cijfers in 1 decimaal, van 1,0 tot 10,0. Het zijn gewogen gemiddelden van alle toetscijfers. − Het eindrapport kent cijfers van 1 tot 10, zonder decimalen. Het zijn de gemiddelden van rapport 1, rapport 2 en rapport 3.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 28
2. Bevordering naar vergelijkbaar niveau en bespreking van deze mogelijkheid a) Het gaat om de volgende bevorderingsgevallen: 1B naar 2B 2K naar 3K 1K naar 2K 2B naar 3B b) Bevordering: Leerlingen die aan onderstaande eisen voldoen, worden bevorderd naar een vergelijkbaar niveau in het volgende leerjaar: - ten minste 6,0 gemiddeld - max. 3 minpunten totaal c) Bespreking: Indien verhoging van één jaarcijfer met één punt wel bevordering oplevert. 3. Bevordering naar hoger niveau en bespreking van deze mogelijkheid a) Het gaat om de volgende bevorderingsgevallen: 1B naar 2K 2B naar 3K 1K naar 2T 2K naar 3T b) Bevordering: Leerlingen die aan onderstaande eisen voldoen, worden bevorderd naar een hoger niveau in het volgende leerjaar: - ten minste 7,5 gemiddeld - ten hoogste 1 minpunt c) Bespreking: Leerlingen die niet aan deze eisen voldoen, maar wel aan onderstaande, worden besproken om na te gaan of ze voor bevordering naar hoger niveau in aanmerking komen: -
ten minste 7,3 gemiddeld ten hoogste 2 minpunten
4. Bevordering naar lager niveau en bespreking van deze mogelijkheid a) Het gaat om de volgende bevorderingsgevallen: 1K naar 2B 2K naar 3B b) Bevordering/bespreking: Leerlingen die afgewezen zijn voor bevordering naar vergelijkbaar niveau, worden van geval tot geval besproken om na te gaan wat voor hen de beste oplossing is. Bevordering naar een lager niveau is in ieder geval mogelijk zolang aan onderstaande eisen is voldaan: - ten minste 5,6 gemiddeld - ten hoogste 6 minpunten 5. Doublures Voor leerlingen die het betreffende leerjaar tweemaal doorlopen hebben, worden de in lid 2, 3 en 4 van dit artikel genoemde gemiddelden met 0,3 verhoogd. Als zij daaraan niet voldoen, worden zij in bespreking genomen tot dezelfde ondergrens als voor de andere leerlingen geldt.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 29
Bevordering van leerjaar 3 naar leerjaar 4 1. Basisregels In leerjaar 3 geven we twee rapporten uit, rapport 1 en rapport 2. Aan het eind van het jaar is er bovendien een eindrapport. De cijfers op het eindrapport zijn bepalend voor de vraag of een leerling voor bevordering in aanmerking komt. − De rapporten 1 en 2 bevatten cijfers in 1 decimaal, van 1,0 tot 10,0. Het zijn gewogen gemiddelden van alle toetscijfers. − Alle vakken worden becijferd, ook ckv en lo. − Het eindrapport kent cijfers van 1 tot 10, zonder decimalen. Het zijn de gemiddelden van rapport 1 en rapport 2. De cijfers van rapport 1 hebben de wegingsfactor 1; de cijfers van rapport 2 hebben de wegingsfactor 2. − Het beroepsgerichte vak (praktijk) telt dubbel. − Een cijfer lager dan zes levert een of meer minpunten op. cijfer aantal minpunten
5 1
4 2
3 3
2 4
1 5
2. Bevordering. Een leerling wordt bevorderd (op het eindrapport) indien hij voor alle vakken: − ten hoogste twee minpunten heeft (= twee vijven of een vier), of − ten hoogste drie minpunten en gemiddeld een zes of hoger. Bovendien moet een leerling voldoen aan volgende eisen (uit de examennormen): − voor al zijn examenvakken heeft hij een eindcijfer behaald van 6 of hoger; of − voor één van zijn examenvakken heeft hij het eindcijfer 5 behaald en voor de overige examenvakken een eindcijfer van 6 of hoger; of − voor één van zijn examenvakken heeft hij het eindcijfer 4 behaald, voor één eindexamenvak tenminste het eindcijfer 7 en voor zijn overige examenvakken tenminste het eindcijfer 6, dan wel − voor ten hoogste twee van zijn examenvakken heeft hij het eindcijfer 5 behaald, voor één ander examenvak tenminste het eindcijfer 7 en voor zijn overige examenvakken het eindcijfer 6. 3. Bespreekgevallen − Leerlingen uit 3BBL die volgens bovenstaande regels niet bevorderd zijn, krijgen de status "bespreekgeval". − Leerlingen uit 3KBL die volgens bovenstaande regels niet bevorderd zijn, kunnen bevorderd worden naar 4BBL. Daartoe worden de kadercijfers op de rapporten 1 en 2 omgerekend naar basiscijfers, volgens de volgende tabel. kadercijfer basiscijfer
−
3 4 4 5
5 6
6 7
7 8
8 9
9 10
Vervolgens worden opnieuw de cijfers van het eindrapport berekend (de gemiddelden zonder decimalen van rapport 1 en 2). Daarna wordt hun rapport beoordeeld als behorend bij de overgang van 3BBL naar 4BBL. Wie niet overgaat naar 4BBL, krijgt de status "bespreekgeval". De bespreekgevallen worden individueel besproken om vast te stellen wat het beste vervolgtraject is. Dat kan - los van de overgangsnormen - bevordering naar leerjaar 4 zijn.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 30
4. Schoolonderzoekcijfers − De leerling die over is, heeft SO1 afgesloten. (Let wel: SO1 = R2.) − Zolang de leerling niet is bevorderd, komen toetsen uit R2 niet voor herkansing in aanmerking op grond van het examenreglement. M.a.w. de rechten behorend bij het examen kan de leerling niet aanwenden om over te gaan. 5. De vakken ckv en lo Om voor diplomering (= slagen) in aanmerking te komen, moeten de vakken ckv en lo voldoende zijn afgesloten. Voor de overgang van 3 naar 4 is dit niet nodig. Met betreffende leerlingen worden daartoe afspraken gemaakt omtrent het afmaken of verbeteren van het werk (inclusief de deadline).
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 31
9.
De schoolregels
Het Leerlingenstatuut In het Leerlingenstatuut staat in algemene zin omschreven wat de rechten en plichten zijn van zowel de leerlingen als het personeel. Het volledige Leerlingenstatuut ligt ter inzage op school. Hieronder is een aantal schoolregels vermeld die de dagelijkse gang van zaken betreffen. Omgangsvormen - Personeel en leerlingen zijn samen verantwoordelijk voor een goede sfeer en goede omgangsvormen op school. - Niet geaccepteerd worden: a. schelden of ander verbaal geweld b. grof taalgebruik c. lichamelijk geweld d. pesten en treiteren e. elke vorm van intimidatie - De omgangstaal is het Nederlands. - Aanwijzingen van het personeel moeten worden opgevolgd.
Gedragscode De vestiging Woolder meent werkt met een gedragscode; deze wordt aan het begin van een schooljaar uitgereikt aan alle nieuwe leerlingen. De code omvat de volgende afspraken: − ik luister naar anderen; − ik houd rekening met anderen; − ik help anderen; − ik leer samen met anderen; − ik leer van anderen; − ik zorg ervoor dat anderen geen last van mijn gedrag hebben; − ik ben voorzichtig met eigenvan anderen; − ik ga zorgvuldig om met leermiddelen en materialen; − ik help een oplossing te zoeken voor ieder probleem; − ik probeer mijn vergissingen goed te maken.
Gebruik van het schoolgebouw - In de school mag niet worden gerend. - Er wordt tijdens de leswisselingen rechts gehouden. - Eten en drinken mag alleen in de hal of kantine. - Afval wordt door de leerlingen zelf in de daarvoor bestemde bakken gedeponeerd. Omdat dit niet altijd gebeurt draaien alle leerlingen mee in de milieudienst, waarin weg gegooid afval in de hal en op het schoolplein wordt opgeruimd. Leerlingen zijn daarmee een paar keer per jaar bezig. - In de pauzes mogen de leerlingen niet in de lokalen, gangen, trappenhuizen en fietsenstalling verblijven. - Het gebruik van de toiletruimtes moet beperkt blijven tot het noodzakelijke. - Fietsen en brommers moeten in de stalling worden neergezet, uiteraard op slot. - In het schoolgebouw mag niet worden gerookt. - Mobiele telefoons mogen in de school in de klas niet gebruikt of meegedragen worden. Ze moeten tijdens de les in een kluisje opgeborgen worden. Wel is in de hal/kantine en het trappenhuis toegestaan om gebruik te maken van de mobiele telefoon.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 32
In de les Tijdens de lessen en in de lokalen mag niet gesnoept, gegeten en gedronken worden. Toiletbezoek tijdens de les moet zoveel mogelijk beperkt worden. Veiligheid Uit het oogpunt van veiligheid voor iedereen is het streng verboden: - alcohol of drugs te gebruiken of onder invloed daarvan te verkeren; - vuurwerk af te steken of in bezit te hebben; - jassen in het lokaal mee te nemen; - geluids- en beelddragers in het schoolgebouw te gebruiken; - sieraden en horloges te dragen tijdens de gymnastieklessen; - op brommers sneller dan stapvoets te rijden over het schoolplein. Op overtreding hiervan worden passende maatregelen getroffen. Overige zaken Klassenavonden Regelmatig wordt er door een klas een klassenavond georganiseerd. Als er sprake is van een avond waarvan de school officieel op de hoogte is, krijgen de ouders/verzorgers hierover schriftelijk bericht. Dan ook is de mentor op die avond aanwezig. Op zo een avond mag er geen alcohol gedronken worden en hebben alleen de leerlingen van de betreffende klas toegang. Lichamelijke opvoeding In verband met de kwetsbaarheid van de vloeren in de gymnastieklokalen is het verboden schoeisel met zolen die zwart afgeven, te gebruiken. Bij de aanschaf van sportschoeisel dient hier rekening mee te worden gehouden. Het dragen van sieraden en horloges is uit het oogpunt van veiligheid niet toegestaan. Deze kunnen in het eigen kluisje vóór de les worden opgeborgen. Leerlingen die op doktersadvies niet mee mogen doen en dit kenbaar gemaakt is door en briefje van de ouders, krijgen vervangende lessen. De leerlingen hebben de mogelijkheid om na de sportles te douchen.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 33
10
Jaarrooster school 2008-2009
Onderstaande data zijn altijd onder voorbehoud; er kunnen geen rechten aan worden ontleend! Maand Aug
Sep Okt
Nov Dec
Jan
Feb Mrt
Apr
Mei
Juni Juli
Datum 18-08 20-08 21-08 25-08 t/m 29-08 1-09 t/m 5-09 18-09 17-10 20-10 t/m 24-10 31-10 6-11 28-11 2-12 16-12 17-12 18-12 22-12 t/m 2-01 9-01 13-01 14-01 15-01 13-02 t/m 20-02 20-03 24-03 25-03 3-04 7-04 10-04 13-04 14-04 27-04 t/m 5-05 8-05 15-05 18-05 21-5 en 22-05 1-06 22-06 t/m 26-06 2-07 6-07
Activiteit Begin schooljaar Ouderavond leerjaar 3 Ouderavond leerjaar 1 Werkweek Klas 3 Werkweek klas 1 Ouderavond klas 1A Uitreiken tussenrapport klas 3 Herfstvakantie Uitreiken tussenrapport klas 4 Algemene ouderavond Uitreiken rapport klas 1,2 10-minutengesprekken klas 1, 2 10-minutengesprekken klas 3 10-minutengesprekken klas 3 Uitreiken rapport klas 3 Kerstvakantie Rapport Schoolonderzoek 2 2009 10-minutengesprekken klas 4 10-minutengesprekken klas 4 Open Huis Voorjaarsvakantie Uitreiken rapport klas 1,2 10-minutengesprekken klas 1, 2 10-minutengesprekken klas 1, 2 Uitreiking tussenrapport klas 3 10-minutengesprekken klas 3 Goede Vrijdag Tweede Paasdag Start centraal schriftelijk praktijkexamen en algemene vakken BB Meivakantie Uitreiking tussenrapport klas 1, 2 Rapport Schoolonderzoek 3 2009 Start Centraal examen KB Vrij i.v.m. Hemelvaart Pinksteren Verplichte activiteiten voor leerlingen Rapporten uitreiken klas 1, 2 en Schoolonderzoek 1 2010 Begin zomervakantie
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 34
11
Personeel
Naam
M/V
F. Aktan M R.W. Arendsen-Kartoidjojo V E.P. Banis M M.H.J. Brughuis-Becker L.D. Bergsma C.E.M. van Bockel-Stindt E.T. Daal M. Ensing D. Ezendam H.J. Filart H.J.H. Holsbeeke M. Horst-Stroot W.H. Hulzebosch E.S. de Jong E.D. Koebrugge-Buitenhuis H. Koopman R.M. Lansink M.L. Luyrink-Bonin R.J. Luyrink H. ter Mors H.R. Morssink G.J. van den NieuwboerGroot Roessink M.H.F. van den Nieuwboer P.A.P. Nijhuis A.B. Numans-Post G.F. Oosterwijk G. Otten M. Pijffers L.T. Polman I. Prins A.B. Sanders E.J. Scheffer B.W. Timmer S.Visser A.M. van Weeghel J.M.W. Weustenraad B. Wever-Bijker E. Wierema Kosters-Zeiler
V V V M M M M M V M M V M M V M M M V M M V V M M V V V M M M M M V V
Functie
Tel.nr.
Lokaalbeheerder Coördinator 1,2 Plv. vestigingsdirecteur, Coördinator 3,4 Docent Psycholoog Docent Conciërge Docent Docent Docent Administratief medewerker Docent Coördinator 3,4, Roostermaker Docent Docent Docent Docent Docent Leerlingbegeleider,decaan Docent Docent Administratief medewerkster, receptioniste Conciërge Docent Docent Docent, Vertrouwenspersoon Mediatheek Docent Docent Docent Docent Docent Docent Docent Coördinator 1,2 Vestigingsdirecteur Docent Docent
06-20136015 053-7850528 074-2773686
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 35
074-3490175 0548-657873 074-2667889 074-2770731 074-2770027 074-3762953 074-2919606 053-8801861 074-2435075 074-2914461 074-2662826 06-12770215 0546-657226 074-2770457 0546-872477 0546-872477 074-2776243 074-2911883 074-2667257 074-2667257 074-2669729 074-2667560 074-2433399 053-4760735 06-20910989 074-2771995 074-2501283 053-4360500 0546-862627 0546-564649 0546-493352 074-2432409 053-4338840 053-5384589 053-4303575
12
Hulpverlenende instanties
Stichting Jeugdzorg Twente Afdeling jeugdhulp Telefonisch spreekuur van 9.00 – 10.00 Advies en meldpunt kindermishandeling
Jongeren Informatie Punt – JIP Informatielijn Bureau Sociale Raadslieden Raad van de Kinderbescherming GGD Jeugdgezondheidszorg Stichting Jeugd en Gezin Overijssel Thuiszorg Twente Maatschappelijk Werk Politie Jeugdzorg Twente Jarabee Trimbos Instituut (Alcohol en Drugs) Tactus (Verslavingszorg) Drugsinfolijn: (€0,10/min) Alcolholinfolijn: (€0,10/min) Stichting MEE Twente
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 36
074-2431995
0900-1231230 (landelijk) 0546–537120 (Almelo) 0900-8998488 074-3677600 0546-832200 074-2492666 053-4876930 0546-818564 074-2550000 074-3677600 0900-8844 074-2561900 053-4864500 0900 – 1995 0900-5002021 074-2559300
Bijlage
Klachtenregeling
Klachtenregeling Stichting OSG Hengelo Het bevoegd gezag van de Stichting Openbare Scholengemeenschap Hengelo (OSG Hengelo), Hazenweg 88, 7556 BM Hengelo; • gelet op de bepalingen van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs; • gehoord de medezeggenschapsraad / gemeenschappelijke medezeggenschapsraad; stelt de volgende Klachtenregeling voortgezet onderwijs vast. Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen Artikel 1 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a:
school:
b c
commissie: klager:
d
klacht:
e
vertrouwenspersoon: aangeklaagde:
f
g
h
i
benoemingsadviescommissie: vestiging:
Contactpersoon:
een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs; de commissie als bedoeld in artikel 4; een (ex-)leerling, een ouder / voogd / verzorger van een minderjarige (ex)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap, die een klacht heeft ingediend; klacht over gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen van de aangeklaagde; de persoon als bedoeld in artikel 3; een (ex-)leerling, ouder / voogd / verzorger van een minderjarige (ex)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag of een vrijwilliger die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap, tegen wie een klacht is ingediend; een door het bevoegd gezag ingestelde commissie die bestaat uit leden aangewezen door de geledingen ouders / leerlingen, personeel en bevoegd gezag. een als zodanig aangewezen onderdeel van de OSG Hengelo te weten: • vestiging Bataafse Kamp, Sloetsweg 155, 7556 HM Hengelo • Vestiging Montessori, Sloetsweg 153, 7556 HM Hengelo • Vestiging Woolder Meent, Bandoengstraat 7, 7556 TE Hengelo • Vestiging Het Genseler, Jasmijnstraat 15, 7552 AH Hengelo • Centrale directie en administratie, Hazenweg 88, 7556 BM Hengelo is het aanspreekpunt voor de klachten en verwijst de klager door naar de vertrouwenspersoon.
Hoofdstuk 2 Behandeling van de klachten Paragraaf 1 De vertrouwenspersoon Artikel 2 Aanstelling en taken vertrouwenspersoon 1. Het bevoegd gezag beschikt over ten minste één vertrouwenspersoon die functioneert als aanspreekpunt bij klachten. 2. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de vertrouwenspersoon. De benoeming vindt plaats op voorstel van de benoemingsadviescommissie. 3. De vertrouwenspersoon gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een klacht. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. 4. De vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voor zover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg. 5. Indien de vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen, doch geen concrete klachten Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 37
6. 7.
8.
bereiken, kan hij deze ter kennis brengen van de klachtencommissie of het bevoegd gezag. De vertrouwenspersoon geeft gevraagd of ongevraagd advies over de door het bevoegd gezag te nemen besluiten. De vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. De vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in die hoedanigheid verneemt. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd. De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag schriftelijk verslag uit van zijn werkzaamheden.
Paragraaf 2 De klachtencommissie Artikel 3 Instelling en taken klachtencommissie De Stichting OSG Hengelo sluit zich aan bij de Landelijke Klachtencommissie voor het openbaar primair onderwijs en het openbaar en algemeen bijzonder voortgezet onderwijs. Artikel 4 Indienen van een klacht 1. De klager dient de klacht in bij: a. het bevoegd gezag; Hazenweg 88, Postbus 188, 7550 AD Hengelo, of b. de klachtencommissie; Landelijke klachtencommissie openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs (VOS/ABB) Postbus 162 3440 AD Woerden Telefoon: (0348) 405245 E-mail:
[email protected] Website: www.lgc-lkc.nl. 2. De klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, tenzij de klachtencommissie anders beslist. 3. Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, verwijst het bevoegd gezag de klager naar de vertrouwenspersoon of klachtencommissie, tenzij toepassing wordt gegeven aan het vierde lid. 4. Het bevoegd gezag kan de klacht zelf afhandelen indien hij van mening is dat de klacht op een eenvoudige wijze kan worden afgehandeld. Het bevoegd gezag meldt een dergelijke afhandeling op verzoek van de klager aan de klachtencommissie. 5. Indien de klacht wordt ingediend bij een ander orgaan dan de in het eerste lid genoemde, verwijst de ontvanger de klager aanstonds door naar de klachtencommissie of naar het bevoegd gezag. De ontvanger is tot geheimhouding verplicht. 6. Het bevoegd gezag kan een voorlopige voorziening treffen. 7. Op de ingediende klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend. 8. Het bevoegd gezag deelt de vestigingsdirecteur van de betrokken vestiging schriftelijk mee dat er een klacht wordt onderzocht door de klachtencommissie. 9. Klager en aangeklaagde kunnen zich laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Artikel 5 Inhoud van de klacht 1. De klacht wordt schriftelijk ingediend en ondertekend. 2. Van een mondeling ingediende klacht wordt terstond door de ontvanger als bedoeld in artikel 7, eerste lid een verslag gemaakt, dat door de klager voor akkoord wordt ondertekend en waarvan hij een afschrift ontvangt. 3. De klacht bevat ten minste: a. de naam en het adres van de klager; b. de dagtekening; c. een omschrijving van de klacht.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 38
4.
5.
Indien niet is voldaan aan het gestelde in het derde lid, wordt de klager in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen twee weken te herstellen. Is ook dan nog niet voldaan aan het gestelde in het derde lid, dan kan de klacht niet-ontvankelijk worden verklaard. Indien de klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard wordt dit aan de klager, de aangeklaagde, het bevoegd gezag en de directeur van de betrokken school gemeld.
Paragraaf 3
Besluitvorming door het bevoegd gezag.
Artikel 6 Beslissing op advies 1. Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie deelt het bevoegd gezag aan de klager, de aangeklaagde, de vestigingsdirecteur van de betrokkene vestiging en de klachtencommissie schriftelijk gemotiveerd mee of hij het oordeel over de gegrondheid van de klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen neemt en zo ja welke. De mededeling gaat vergezeld van het advies van de klachtencommissie en het verslag van de hoorzitting, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten. 2. Deze termijn kan met ten hoogste vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt het bevoegd gezag met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en de klachtencommissie. 3. De beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt door het bevoegd gezag niet genomen dan nadat de aangeklaagde in de gelegenheid is gesteld zich mondeling en / of schriftelijk te verweren tegen de door het bevoegd gezag voorgenomen beslissing. Hoofdstuk 3 Slotbepalingen Artikel 7 Openbaarheid 1. Het bevoegd gezag legt deze regeling op elke school ter inzage. 2. Het bevoegd gezag stelt alle belanghebbenden op de hoogte van deze regeling. Artikel 8 Evaluatie De regeling wordt binnen vier jaar na inwerkingtreding door het bevoegd gezag, de contactpersoon, de vertrouwenspersoon, de klachtencommissie en de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad geëvalueerd. Artikel 9 Wijziging van het reglement Deze regeling kan door het bevoegd gezag worden gewijzigd of ingetrokken, na overleg met de vertrouwenspersoon en de klachtencommissie, met inachtneming van de vigerende bepalingen. Artikel 10 Overige bepalingen 1. In gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag. 2. De toelichting maakt deel uit van de regeling. 3. Deze regeling kan worden aangehaald als "klachtenregeling Stichting OSG Hengelo". 4. Deze regeling treedt in werking op 1 augustus 2008. De regeling is vastgesteld op 1 juli 2008.
Schoolgids Woolder Meent 2008-2009 39