Postbus 124 8080 AC Elburg
De Borchstee – De Duif – Het Octaaf – De Petra – De Regenboog – De Wildemaet
Gesprekscyclus De Meent BELEIDSSTUK 21
Vastgesteld door AB d.d. 20-11-2008 Instemming GMR d.d. 28-10-2008
NOODZAAK op Bovenschoolsniveau Met de fusie van 3 besturen naar 1 bestuur voor Vereniging De Meent is er de noodzaak om te komen tot een gezamenlijk beleid in het kader van personeelsbeleid. Het bestuur zal daartoe een samenhangend personeelsbeleid in een personeelsbeleidsplan moeten neer leggen. Om tot de ontwikkeling van een samenhangend personeelsbeleid te komen, is het voeren van voortgangs-, functionerings- en beoordelings-/ waarderingsgesprekken van essentieel belang. Het voeren van deze gesprekken is de basis van het te voeren personeelsbeleid. Door middel daarvan kan de directie c.q. het bestuur in de vorm van de Algemeen Directeur inzicht krijgen in de taakbelasting, de wensen ten aanzien van te verrichten taken/werkzaamheden, eventuele wensen ten aanzien van loopbaan en scholingsbehoeften van personeelsleden. Volgens de CAO-PO is het bestuur verplicht aan een wijziging van een tijdelijk in een vast dienstverband en aan de bevordering naar een hogere functie en/of extra beloning in ieder geval een beoordeling vooraf te laten gaan. Met de invoering van de lumpsum-financiering ontstaat opnieuw de mogelijkheid om bijzondere prestaties of een goede of uitstekende functievervulling te belonen in de vorm van een andere salarisschaal (conform CAO-PO). Een dergelijke mutatie wordt gebaseerd op een beoordeling.
op schoolniveau Leidinggeven aan een school heeft uiteindelijk tot doel: het realiseren van een schoolorganisatie waarbinnen de in het schoolplan gestelde onderwijsdoelen bereikt kunnen worden. Hierbij is het van belang dat een ieder binnen de organisatie de gemeenschappelijke doelstellingen van de school onderschrijft. Ieder team draagt een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het gehele onderwijs binnen de school. De betrokkenheid bij het werk, de manier waarop gemeenschappelijke activiteiten binnen en buiten de groep worden gerealiseerd en de wijze waarop de eigen onderwijskundige ontwikkeling en het overleg met de collega's wordt gerealiseerd, zijn in hoge mate bepalend voor de goede gang van zaken en de kwaliteit van het gegeven onderwijs. Daarnaast streeft ieder teamlid ook individuele doelen na. Gemeenschappelijke- en individuele doelen dienen zo veel mogelijk op elkaar afgestemd te worden. Daarbij is een regelmatige informatie-uitwisseling over deze zaken tussen directie en teamleden een voorwaarde. Het voortgangsgesprek is er derhalve met name opgericht om de voortgang van de doelen betreffende de eigen professionele ontwikkeling te monitoren en af te stemmen op de schooldoelen. Naast de mogelijkheid om rechtspositionele maatregelen te treffen is een beoordeling / waardering zeer nuttig voor het betrokken personeelslid zelf. Het personeelslid krijgt immers, door middel van een periodieke beoordelings-/ waarderingsgesprek, inzicht in zijn / haar functioneren over een bepaalde periode. Indien het personeelslid positief is beoordeeld / gewaardeerd, zal dit een stimulerende werking hebben voor de toekomst. Indien het personeelslid negatief is beoordeeld / gewaardeerd, kan hij / zij aan zijn / haar functioneren werken of in sommige gevallen tot de conclusie komen dat een andere werkgever of zelfs ander werk een oplossing kan bieden.
KARAKTERISTIEKEN van de gesprekscyclus Functioneringsgesprek
Voortgangsgesprek
Beoordelings- / Waarderingsgesprek
Geen rechtspositionele gevolgen mogelijk Gelijkwaardige gesprekspartners Wederzijdse inbreng Toekomstgericht Probleemoplossingsgericht Geen bezwaarschriftenprocedure
Voortgang PAP staat centraal Geen rechtspositionele gevolgen mogelijk Gelijkwaardige gesprekspartners Wederzijdse inbreng Toekomstgericht Probleemoplossingsgericht Geen bezwaarschriftenprocedure
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
Rechtspositionele gevolgen zijn mogelijk Hiërarchische verhouding Eenzijdige waardering Op het verleden gericht Er is een bezwaarschriften procedure
1
FUNCTIONERINGSGESPREK ACTOREN Een functioneringsgesprek vindt plaats tussen het betreffende personeelslid en een door het bestuur aangewezen functionaris. Is het betreffende personeelslid een directeur of een personeelslid dat uitsluitend bovenschools werkzaam is, dan is wordt de gespreksfunctionaris door het bestuur aangewezen die niet werkzaam is op de school. Betreft het functioneringsgesprekken met alle overige personeelsleden dan is de gespreksfunctionaris een door het bestuur daartoe gemandateerd directielid van de betreffende school. INFORMATIE INWINNING Om een functioneringsgesprek te kunnen voeren is het gewenst dat de gespreksfunctionaris over informatie beschikt m.b.t. een of meer aspecten van het functioneren van het personeelslid. Is de gespreksfunctionaris een gemandateerd directielid, dan gebruikt deze de informatie die hij/zij heeft opgebouwd tijdens het dagelijkse werk, bijv. door middel van klassenbezoek, tijdens overlegsituaties e.d. De gespreksfunctionaris die belast is met het functioneringsgesprek met een directeur kan deze informatie verzamelen door een 360 graden feedback te laten uitvoeren door het betreffende directielid. De gespreksfunctionaris die belast is met het functioneringsgesprek met een personeelslid dat uitsluitend bovenschools werkzaam is, kan deze informatie verzamelen door het raadplegen van het Directeurenoverleg en/of het(de) meest betrokken bestuurslid(leden). GESPREKSONDERWERPEN De onderwerpen die bij een functioneringsgesprek aan de orde komen, zijn voor een deel standaardonderwerpen, die door het bestuur op een functioneringsformulier zijn vastgelegd, en voor een deel onderwerpen die hetzij door het personeelslid, hetzij door de gespreksfunctionaris naar voren zijn gebracht. Het beroepsprofiel en de daarbij behorende competenties zijn hierbij onderliggend. PROCEDURE In de procedure die bij een functioneringsgesprek wordt gevolgd worden drie fases onderscheiden: voor het functioneringsgesprek: datum afspreken gespreksonderwerpen bekend maken informatie omtrent de regeling functioneringsgesprekken het functioneringsgesprek: het vastleggen van afspraken dagtekening van het opgemaakt functioneringsformulier ondertekening na het functioneringsgesprek het uitreiken van een kopie van het ondertekende functioneringsformulier aan het personeelslid het opbergen van het ondertekende functioneringsformulier in het personeelsdossier rapportage van de niet nagekomen c.q. niet na te komen afspraken aan een door het bestuur aangewezen functionaris. VASTSTELLING VAN EEN REGELING FUNCTIONERINGSGESPREKKEN Het bestuur is verplicht, conform het gestelde in hoofdstuk 9 van de CAO-PO een regeling functioneringsgesprekken vast te stellen. Een dergelijke regeling moet ter instemming worden voorgelegd aan de GMRp. De GMRo heeft in dit geval adviesrecht. De hierna opgenomen 'Regeling functioneringsgesprekken', gebaseerd op de modelregelingen van de Besturenraad PCO en de VNG, voldoet aan de eisen die de CAO-PO aan een dergelijke regeling stelt. REGELING FUNCTIONERINGSGESPREKKEN artikel 1 ________ Begripsbepaling bevoegd gezag het bestuur van de Vereniging voor Protestants-christelijk Basisonderwijs De Meent; personeelslid een persoon, benoemd aan een onder het bevoegd gezag ressorterende school; gespreksfunctionaris de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris die het functioneringsgesprek voert met het personeelslid; functioneringsformulier: het binnen de Vereniging gehanteerde formulier, waarop gespreksonderwerpen zijn vermeld en waarop de tijdens het functioneringsgesprek gemaakte afspraken worden genoteerd; het functioneringsformulier is als bijlage 1 bij deze regeling opgenomen; functioneringsgesprek: het gesprek tussen het personeelslid en de gespreksfunctionaris aan de hand van het functioneringsformulier over alle aspecten die van invloed zij n op het functioneren van het personeelslid. artikel 2 ________ Doel van een functioneringsgesprek 1 Functioneringsgesprekken zijn gericht op het optimaliseren van zowel het functioneren van het individuele personeelslid als van de schoolorganisatie, waarbij zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de individuele wensen van het personeelslid. 2 Functioneringsgesprekken kunnen leiden tot het maken van afspraken met betrekking tot het functioneren van het individuele personeelslid en van de schoolorganisatie. artikel 3 ________ Kenmerken van een functioneringsgesprek De kenmerken van een functioneringsgesprek zijn: A de toekomstgerichtheid;
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
2
b c
de gelijkwaardige inbreng van gesprekspartners en het tweezijdig karakter ervan; het ontbreken van rechtstreekse rechtspositionele consequenties.
artikel 4 ________ Frequentie 1 Met personeelsleden wordt ten minste eenmaal per twee jaar een functioneringsgesprek gevoerd, tenzij er sprake is van een kort tijdelijke aanstelling. 2 Met personeelsleden met een tijdelijke aanstelling met uitzicht op een vaste aanstelling wordt in het eerste dienstjaar tenminste eenmaal na drie maanden een functioneringsgesprek gevoerd. artikel 5 1 2 3 4 5 6 7
8 9 10
Procedure Tijdens het gesprek komen behalve standaard gespreksonderwerpen, die zijn vermeld op het functioneringsformulier, ook gespreksonderwerpen die het personeelslid en/of de gespreksfunctionaris hebben ingebracht aan de orde. De door het personeelslid en/of gespreksfunctionaris ingebrachte gespreksonderwerpen worden op het functioneringsformulier vermeld. Tenminste tien werkdagen voorafgaand aan het functioneringsgesprek bepaalt de gespreksfunctionaris - in overleg met het betrokken personeelslid - de datum en het tijdstip van het te voeren functioneringsgesprek. aan het begin van het functioneringsgesprek wordt aan de hand van de ingebrachte gesprekspunten in overleg de agenda bepaald. De gespreksfunctionaris maakt de gespreksonderwerpen, zoals bedoeld in het eerste lid, tijdig voordat het functioneringsgesprek plaatsvindt, aan het personeelslid kenbaar. Tijdens bet functioneringsgesprek worden de tijdens het vorige functioneringsgesprek gemaakte afspraken geëvalueerd. Na afloop van het functioneringsgesprek worden de afspraken op het functioneringsformulier vastgelegd. Het formulier wordt gedateerd en zowel door het personeelslid als door de gespreksfunctionaris ondertekend voor akkoord en gelezen. Het personeelslid ontvangt een kopie van het gedateerde en ondertekende formulier. Na aanleiding van het functioneringsgesprek stelt het personeelslid een nieuwe PAP op. Met nagekomen of niet na gekomen afspraken worden aan een door het bevoegd gezag aangewezen functionaris gerapporteerd.
artikel 6 1
Gespreksonderwerpen Tijdens het functioneringsgesprek met een personeelslid komen ten minste de volgende onderwerpen aan de orde: 1 afspraken c.q. doelen vastgelegd tijdens het vorig gesprek; 2 taakvervulling op groeps- en schoolniveau; 3 taakbelasting en taakwensen; 4 samenwerking met de collega's, leerlingen en ouders; 5 werkomstandigheden binnen de school en/of eventuele organisatorische problemen die prestaties in de weg staan; 6 wensen t.a.v. de loopbaan; 7 scholingsbehoeften, -noodzaak en -mogelijkheden; 8 functioneren van leidinggevende(n) in relatie tot het personeelslid; 9 doelen voor de komende periode.
2
Tijdens het functioneringsgesprek met een directielid komen bovendien de volgende onderwerpen aan de orde: 1 geven van leiding aan de school; 2 onderhouden van externe contacten; 3 samenwerking binnen de directie; 4 samenwerking met de overige directeuren; 5 samenwerking met het bevoegd gezag; 6 voorbereiden en (mede) uitvoeren van beleid; 7 uitvoeren van gemandateerde bevoegdheden; 8 overige aspecten van de directietaken
artikel 7 De gespreksfunctionaris 1 Indien het functioneringsgesprek een personeelslid betreft die werkzaam is op de school, is de gespreksfunctionaris een door het bevoegd gezag hiertoe gemandateerd directielid van de school. 2 Indien het functioneringsgesprek de directeur of een personeelslid dat uitsluitend bovenschools werkzaam is betreft, geschiedt het functioneringsgesprek door de Algemeen Directeur. artikel 8 Bescherming persoonsgegevens Het bevoegd gezag behandelt de gegevens met betrekking tot de werknemer zorgvuldig met inachtneming van het gestelde in de Wet Persoonsregistraties (WPR). artikel 9 Slotbepaling 1 Het bevoegd gezag verstrekt een exemplaar van deze regeling met het daarbij behorende functioneringsfor mulier aan elk personeelslid; 2 De directie van de school draagt er zorg voor dat een afschrift van dez e regeling en van de daarbij behorende bijlage bij het schoolplan wordt opgenomen. 3 In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het bevoegd gezag.
VOORTGANGSGESPREK ACTOREN Een voortgangsgesprek vindt plaats tussen het betreffende personeelslid en een door het bestuur aangewezen functionaris. Is het betreffende personeelslid een directeur of een personeelslid dat uitsluitend bovenschools werkzaam is, dan is wordt de gespreksfunctionaris door het bestuur aangewezen die niet werkzaam is op de school. Betreft het voortgangsgesprekken met alle overige personeelsleden dan is de gespreksfunctionaris een door het bestuur daartoe gemandateerd directielid van de betreffende school.
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
3
INFORMATIE INWINNING Om een voortgangsgesprek te kunnen voeren is het gewenst dat de gespreksfunctionaris over informatie beschikt m.b.t. een of meer aspecten van het functioneren en van het personeelslid en van de door het personeelslid gestelde leerdoelen voor deze periode. Is de gespreksfunctionaris een gemandateerd directielid, dan gebruikt deze de informatie die hij/zij heeft opgebouwd tijdens het dagelijkse werk, bijv. door middel van klassenbezoek, tijdens overlegsituaties e.d. en via een reflectieverslag m.b.t. de voortgang van de gestelde leerdoelen (PAPverslag). De gespreksfunctionaris die belast is met het voortgangsgesprek met een directeur kan deze informatie verzamelen door een 360 graden feedback te laten uitvoeren door het betreffende directielid. De gespreksfunctionaris die belast is met het voortgangsgesprek met een personeelslid dat uitsluitend bovenschools werkzaam is, kan deze informatie verzamelen door het raadplegen van het Directeurenoverleg en/ of door een 360 graden feedback te laten uitvoeren door het betreffende personeelslid. GESPREKSONDERWERPEN De onderwerpen die bij een voortgangsgesprek aan de orde komen, zijn voor een deel standaardonderwerpen gebaseerd op het functioneringsverslag, die door het bestuur op een voortgangsformulier zijn vastgelegd, en voor een deel onderwerpen die betrekking hebben op het Persoonlijk Actie Plan van het desbetreffend personeelslid. Het beroepsprofiel en de daarbij behorende competenties zijn hierbij onderliggend (voor directeuren het competentieprofiel NSA). In het voortgangsgesprek met een directeur of een bovenschools personeelslid, komen alle op het functioneringsgesprek ook aan de orde komende onderwerpen aan bod. Eventueel aangevuld met onderwerpen vanuit de algemene directie. PROCEDURE In de procedure die bij een voortgangsgesprek wordt gevolgd worden drie fases onderscheiden: voor het voortgangsgesprek: datum afspreken gespreksonderwerpen bekend maken informatie omtrent de regeling voortgangsgesprekken het voortgangsgesprek: gesprek over en evaluatie van de voortgang betreffende de persoonlijke leerdoelen in het kader van IPB het vastleggen van afspraken en doelen voor de komende periode dagtekening van het opgemaakt voortgangsformulier ondertekening door beide partijen na het voortgangsgesprek het uitreiken van een kopie van het door beide ondertekende voortgangsformulier aan het personeelslid het opbergen van het ondertekende voortgangsformulier in het personeelsdossier rapportage van de niet nagekomen c.q. niet na te komen afspraken aan een door het bestuur aangewezen functionaris zijnde de algemeen directeur voor zover relevant aanpassing van het PAPformulier door desbetreffend personeelslid verstrekken van een kopie van het aangepaste POP aan de directie voor het personeelsdossier REGELING VOORTGANGSGESPREKKEN Artikel 1: bevoegd gezag personeelslid beoordelaar
Begripsbepaling het bestuur van de Vereniging voor Protestants-Christelijk Basisonderwijs De Meent. een persoon, benoemd aan een onder het bevoegd gezag ressorterende school; de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris die namens hem het beoordelings- / waarderingsgesprek voert met het personeelslid; voortgangsgesprek een gesprek tussen de werknemer en de gespreksfunctionaris dat bedoeld is om o.a. in het kader van Integraal Personeelsbeleid en het verder implementeren van persoonlijke ontwikkelingsplannen waarin enkele aspecten die het functioneren van de werknemer betreffen, aan de orde komen voortgangsformulier het binnen de Vereniging gehanteerde formulier (inclusief de toelichting), waarop de te evalueren en te bespreken aspecten van het functioneren en de persoonlijke professionele ontwikkeling van het personeelslid zijn vermeld en dat als bijlage 2 bij deze regeling is gevoegd; Artikel 2: 1. 2. 3. 4.
Doel en karakteristiek van een voortgangsgesprek Voortgangsgesprekken zijn gericht op het optimaliseren van het functioneren van de werknemer, in het kader van het afgesproken schoolbeleid. Een voortgangsgesprek kan leiden tot het maken van afspraken met betrekking tot het gestelde in het eerste lid van dit artikel. Een voortgangsgesprek is toekomstgericht en vindt plaats op basis van onderlinge afgesproken doelen. Aan een voortgangsgesprek kunnen geen rechtstreekse rechtspositionele consequenties worden verbonden.
Artikel 3: 1. 2.
Frequentie Met elke werknemer kunnen regelmatig voortgangsgesprekken worden gehouden. De bewaking van de frequentie van de voortgangsgesprekken ligt bij de directeur
Artikel 4: 1.
Werkwijze Tevoren bepalen de gespreksfunctionaris en de werknemer in onderling overleg datum en tijdstip van het voortgangsgesprek. Voortgangsgesprekken worden gevoerd aan de hand van onderwerpen die in onderling overleg bepaald zijn. Daarnaast is de directeur bevoegd voortgangsgesprekken te agenderen als hij daartoe aanleiding ziet. De werknemer kan aanvullende gespreksonderwerpen voorstellen. De aanvullende gespreksonderwerpen worden tijdig, voordat het voortgangsgesprek wordt gehouden, aan elkaar meegedeeld.
2. 3. 4. 5.
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
4
6. 7. 8. 9.
Artikel 5: 1. 2.
Artikel 6: 1.
2.
Artikel 7:
Artikel 8: 1. 2.
Tijdens het voortgangsgesprek worden tijdens een eerder functioneringsgesprek of voortgangsgesprek gemaakte afspraken beknopt geëvalueerd. De tijdens het voortgangsgesprek gemaakte afspraken worden direct na afloop van het gesprek vastgelegd. Het voortgangsgesprek wordt gedateerd en door de gespreksfunctionaris en de werknemer ondertekend, waarna aan de werknemer een afschrift van het formulier wordt verstrekt. Het ingevulde formulier wordt vertrouwelijk behandeld en blijft onder beide gesprekspartners. Slechts voor het bevoegd gezag relevante conclusies van het gesprek kunnen aan het bevoegd gezag ter kennis worden gebracht. Deze conclusies worden door beide gesprekspartners gezamenlijk geformuleerd. Gespreksfunctionaris Bij voortgangsgesprekken met een werknemer, met uitzondering van de directeur, is de gespreksfunctionaris de directeur van de instelling. Bij voortgangsgesprekken met de directeur is de gespreksfunctionaris één of meerdere leden van het bevoegd gezag. Gespreksonderwerpen Tijdens een voortgangsgesprek met een werknemer kunnen in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde komen: a. afspraken die tijdens het vorige gesprek zijn gemaakt; b. wijze waarop het persoonlijk ontwikkelingsplan voortgang heeft; c. ambities en wensen ten aanzien van het persoonlijk ontwikkelingsplan; d. werkomstandigheden; e. behoefte aan, noodzaak tot en mogelijkheden van scholing; f. doelen voor de komende periode. Tijdens een voortgangsgesprek met een lid van de directie kunnen naast de in het eerste lid van dit artikel genoemde onderwerpen in ieder geval de volgende gespreksonderwerpen aan de orde komen: a. Alle onderwerpen die ook onderdeel zijn van het functioneringsgesprek. Bescherming persoonsgegevens Het bevoegd gezag behandelt de gegevens met betrekking tot de werknemer zorgvuldig met inachtneming van het gestelde in de Wet Persoonsregistraties. Slotbepaling Het bevoegd gezag verstrekt een exemplaar van deze regeling met het daarbij behorende formulier aan elke werknemer. In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het bevoegd gezag.
BEOORDELING / WAARDERING ACTOREN De beoordeling wordt opgemaakt door een door het bestuur aangewezen functionaris, de beoordelaar genoemd. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de beoordeling / waardering van een directeur, van personeelsleden die uitsluitend bovenschools werken en de beoordeling van overige personeelsleden en Onderwijs Ondersteunend Personeel (OOP). De beoordeling/ waardering van een directeur en van personeelsleden die uitsluitend bovenschools werken geschiedt door een door het bestuur aangewezen functionaris die niet werkzaam is op een school. De overige personeelsleden worden beoordeeld / gewaardeerd door een door het bestuur daartoe gemandateerd lid van de directie van de betreffende school. INFORMATIE INWINNING Om tot beoordeling te kunnen komen is het noodzakelijk dat de beoordelaar informatie inwint over een of meer aspecten van het functioneren van het personeelslid. Het tot het beoordelen gemandateerde directielid verzamelt informatie over een personeelslid d.m.v.: eigen waarneming tijdens klassenbezoeken (hierbij wordt ook informatie verkregen tijdens regulier overleg met de bouwcoördinator, de interne begeleider en de adjunct-directeur - getoetst); reacties van ouders tijdens overlegsituaties; functioneringsgesprekken De functionarissen die belast zijn met de beoordeling van de directeur of een personeelslid dat uitsluitend bovenschools werkzaam is, verzamelt, afhankelijk van de te beoordelen functie informatie d.m.v.: - het raadplegen van de bestuursgedelegeerde; - het raadplegen van de penningmeester(s); - het resultaat van de schooldiagnose; - het door alle teamleden (anoniem) in te vullen vragenformulier m.b.t. het functioneren van de directeur ( in ontwikkeling via AD); - het door alle leden van de oudergeleding van de MR (anoniem) in te vullen vragenformulier m.b.t. het functioneren van de directeur (in ontwikkeling via AD.); - het raadplegen van de directeurenraad; - het raadplegen van het(de) meest betrokken bestuurslid(-leden). TAAK- EN FUNCTIONERINGSASPECTEN De onderwerpen die bij het opmaken van de beoordeling aan de orde komen, zijn standaard taak- en functioneringsaspecten, die door het bestuur op een beoordelingsformulier worden vastgelegd. Het bestuur dient voorafgaand aan de beoordeling van het personeelslid kenbaar te maken op welke taak- en functioneringsaspecten hij zal worden beoordeeld. De beoordeling wordt gebaseerd op de indicatoren zoals die gebruikt worden in het Model Werken Met Kwaliteitskaarten. Daartoe wordt een exemplaar van de 'Regeling beoordeling / waardering' en van het bijbehorende beoordelings-/ waarderingsformulier aan alle personeelsleden uitgereikt. Aan de hand van het ingevulde beoordelingsformulier wordt het beoordelingsgesprek gevoerd (zie bijlage 3).
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
5
PROCEDURE In de procedure die bij een beoordeling en bij een beoordelingsgesprek wordt gevolgd worden fases onderscheiden voor de beoordeling: 1) uitreiking van een exemplaar van de 'Regeling beoordeling' en het daarbij behorende 2) beoordelingsformulier, opdat de te beoordelen taak- en functioneringsaspecten bekend zijn de beoordeling voor het beoordelingsgesprek: 3) datum wordt afgesproken: 4) het ingevulde beoordelingsformulier wordt ten minste twee werkdagen van tevoren aan het personeelslid uitgereikt: 5) het beoordelingsgesprek; een toelichting op het ingevulde beoordelingsformulier 6) eventuele aanpassing en dagtekening van het ingevulde beoordelingsformulier ondertekening na het 7) beoordelingsgesprek: 8) formele vaststelling door het bestuur: 9) uitreiking van een kopie van het vastgestelde beoordelingsformulier dossiervorming 10) de mogelijkheid tot het indienen van bezwaar. VASTSTELLING VAN EEN REGELING BEOORDELING Het bestuur is verplicht, conform het gestelde in hoofdstuk 9 van de CAO-PO, een regeling beoordeling vast te stellen. Een dergelijke regeling moet ter instemming worden voorgelegd aan de GMRp. De GMRo heeft in dit geval adviesrecht. De in dit hoofdstuk opgenomen 'Regeling beoordeling', gebaseerd op de model-regelingen van de Besturenraad PCO en de VNG, voldoet aan de eisen die de CAO-PO aan een dergelijke regeling stelt. REGELING BEOORDELING artikel 1 Begripsbepaling bevoegd gezag personeelslid beoordelaar beoordeling / waardering beoordelingsformulier
beoordelingsgesprek
het bestuur van de Vereniging voor Protestants-Christelijk Basisonderwijs De Meent. een persoon, benoemd aan een onder het bevoegd gezag ressorterende school; de door het bevoegd gezag aangewezen functionaris die namens hem het beoordelings- / waarderingsgesprek voert met het personeelslid; de door het bevoegd gezag vastgestelde beoordeling van het functioneren van het personeelslid; het binnen de Vereniging gehanteerde formulier (inclusief de toelichting), waarop de te beoordelen aspecten van het functioneren van het personeelslid zijn vermeld en dat als bijlage 3 bij deze regeling is gevoegd; het gesprek tussen het personeelslid en de beoordelaar aan de hand van het vooraf ingevulde en uitgereikte beoordelings / waarderingsformulier.
artikel 2 Doel en karakteristiek van een beoordelings- / waarderingsgesprek, 1. Met een beoordelings-/waarderingsgesprek wordt beoogd inzicht te verschaffen in de functievervulling van het personeelslid; 2. Een beoordelings-/waarderingsgesprek is tevens bedoeld om inzicht te verschaffen inzake de mogelijkheid c.q. de noodzaak tot het treffen van waarderende of disciplinaire maatregelen. Het betreft hier rechtspositionele en/of arbeidsvoorwaardelijke consequenties; 3. Een beoordelings-/waarderingsgesprek is gericht op het verleden, heeft een eenzijdig karakter - dat wil zeggen dat er geen sprake is van wederkerigheid - en is gericht op het kunnen treffen van maatregelen door het bevoegd gezag; 4. Een beoordelings-/waarderingsgesprek wordt voorafgegaan door een functioneringsgesprek (en een of meerdere klassenbezoeken in geval van tijdelijke aanstellingen) tenzij zwaarwegende redenen of omstandigheden dit verhinderen. artikel 3 Frequentie 1. Personeelsleden met een vast dienstverband worden minimaal een maal per drie jaar beoordeeld / gewaardeerd: 2. Indien de beoordeling / waardering van een personeelslid met een vast dienstverband negatief is, maar het bevoegd gezag hieraan (nog) geen rechtspositionele gevolgen wenst te verbinden, dient er binnen een jaar opnieuw een herbeoordeling / herwaardering plaats te vinden; 3. Personeelsleden met een tijdelijk dienstverband met uitzicht op een vast dienstverband, en personeelsleden zonder uitzicht op een vast dienstverband ter vervanging van een langdurig ziek personeelslid, worden, conform het benoemingsbeleid, in de zesde en de negende maand, gerekend vanaf het tijdstip van indiensttreding, beoordeeld / gewaardeerd; 4. Personeelsleden met een tijdelijk dienstverband zonder uitzicht op een vast dienstverband anders dan bedoeld in bet tweede lid van dit artikel, worden, conform bet benoemingsbeleid, in de vijfde en de negende maand, gerekend vanaf het tijdstip van indiensttreding, beoordeeld; 5. Het bevoegd gezag / Algemeen Directeur stelt jaarlijks een planning vast van de periode(n) waarin de beoordelingsgesprekken plaatsvinden met de directeuren en met personeelsleden die uitsluitend bovenschools werkzaam zijn; 6. De directeur stelt jaarlijks een planning vast van de periode(n) waarin de beoordelings-/waarderingsgesprekken plaatsvinden met de binnen de school werkende Personeelsleden. artikel 4 Werkwijze 1. Tenminste tien werkdagen tevoren bepaalt de beoordelaar na overleg met bet personeelslid datum en tijdstip van bet beoordelings-/waarderingsgesprek; 2. Het beoordelingsgesprek vindt plaats aan de hand van een tevoren door de beoordelaar opgemaakte concept beoordeling, aan de hand van het beoordelingsformulier, waarop de te beoordelen aspecten zijn vermeld; 3. Deze concept- beoordeling / waardering wordt het personeelslid uiterlijk twee werkdagen voor het beoordelings/waarderingsgesprek overhandigd; 4. Tijdens bet beoordelings-/waarderingsgesprek wordt bet personeelslid in de gelegenheid gesteld zijn mening over de concept-beoordeling / waardering kenbaar to maken; 5. Indien het personeelslid dit wenst kan zijn mening worden toegevoegd aan het beoordelings-/waarderingsformulier. Overigens geldt dat de beoordelaar de mogelijkheid heeft om zijn, in de concept- beoordeling vervatte, mening te herzien
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
6
naar aanleiding van het gevoerde beoordelings-/waarderingsgesprek en een en ander op het beoordelings/waarderingsformulier weer te geven; 6. Direct na afloop van het beoordelings-/waarderingsgesprek worden conclusies c.q. afspraken op het beoordelingsformulier vastgelegd; 7. Het beoordelings-/waarderingsformulier wordt gedateerd, door het personeelslid voor gezien & besproken getekend en door de beoordelaar getekend; 8. De werknemer ontvangt een afschrift van bet beoordelings-/waarderingsformulier; 9. Het beoordelings-/waarderingsformulier wordt binnen tien werkdagen na datering ter vaststelling voorgelegd aan het bevoegd gezag / algemeen directeur, tenzij de werknemer bezwaar aantekent als bedoeld in artikel 6; 10. Het beoordelings-/waarderingsformulier wordt bewaard in het personeelsdossier. artikel 5
Beoordelaar 1 Bij beoordelings-/waarderingsgesprekken met personeelsleden werkzaam op de school, is de beoordelaar een door bet bevoegd gezag gemandateerd lid van de betreffende directie; 2 beoordelings-/waarderingsgesprekken met een directeur en met personeelsleden die uitsluitend bovenschools werkzaam zijn, worden gevoerd met een door bet bevoegd gezag aangewezen beoordelaar zijnde de Algemeen directeur.
artikel 6
Bezwaar I Het personeeelslid heeft de gelegenheid om binnen 10 werkdagen na dagtekening van het beoordelings-/ waarderingsformulier bezwaar aan te tekenen tegen de beoordeling / waardering; 2 Het in het eerste lid bedoelde bezwaar dient schriftelijk en gemotiveerd to worden ingediend bij bet bevoegd gezag / algemeen directeur; 3 De Algemeen directeur hoort binnen 10 werkdagen na ontvangst van bet bezwaar bet personeelslid en de beoordelaar afzonderlijk; 4. Het personeelslid kan zich bij het in het derde lid bedoelde horen laten bijstaan door een raadsvrouw/-man; 5 Uiterlijk binnen 10 werkdagen na het in het derde lid bedoelde horen neemt de Algemeen directeur een gemotiveerde beslissing en deelt dit schriftelijk mee aan het personeelslid en de beoordelaar.
artikel 7 Gespreksonderwerpen 1 Tijdens een beoordelings-/waarderingsgesprek met een personeelslid komen in ieder geval de volgende onderwerpen aan de orde: 1) Taakvervulling / taakopvatting; 2) Functioneren in de bouw / het team; 3) Sociale en communicatieve vaardigheden; 4) Nascholing. 2
Tijdens een beoordelings-/waarderingsgesprek met een lid van de directie komen naast de in hat eerste lid van dit artikel genoemde onderwerpen in ieder geval de volgende gespreksonderwerpen aan de orde: 1. Geven van leiding aan de school; 2. Onderhouden van externe contacten; 3. Samenwerking binnen de directie; 4. Samenwerking met de overige directeuren; 5. Samenwerking met het bevoegd gezag; 6. Voorbereiden en (made-) uitvoeren van beleid; 7. Uitvoeren van gemandateerde bevoegdheden; 8. Overige aspecten van de directietaken.
artikel 8 Bescherming persoonsgegevens Het bevoegd gezag behandelt de gegevens met betrekking tot de werknemer zorgvuldig met inachtneming van hat gestelde in de Wet Persoonsregistraties (WPR). artikel 9 Slotbepaling 1 Het bevoegd gezag verstrekt een exemplaar van deze regeling met het daarbij behorende beoordelings- / waarderingsformulier aan elk personeelslid; 2 De directie van de school draagt er zorg voor dat een afschrift van deze regeling aan ieder personeelslid wordt uitgereikt. 3 In gevallen waarin deze regeling niet voorziet beslist het bevoegd gezag / Algemeen directeur.
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
7
Bijlage 1 Formulier functioneringsgesprekken
FUNCTIONERINGSFORMULIER Logo eigen school
VERTROUWELIJK naam personeelslid : functie
:
school
:
naam gespreksfunctionaris: datum gesprek
:
vorige funct.gesprek dd. :
I
VOOR ALLE PERSONEELSLEDEN verslaglegging / afspraken / actiepunten
1. Afspraken c.q. doelen vorige gesprek
2. Taakvervulling op groepsniveau / op schoolniveau
3. Taakbelasting en taakwensen
4. Samenwerking/contacten met de collega's, leerlingen en ouders
5. Werkomstandigheden binnen de instelling en of eventuele organisatorische problemen die prestaties in de weg staan
6. Wensen ten aanzien van de loopbaan
7. Scholingsbehoeften, noodzaak en mogelijkheden
8. Functioneren van de direct leidinggevende in relatie tot het personeelslid
9. Aanvullende gespreksonderwerpen aan de orde gesteld door het personeelslid en/of door de gespreksfunctionaris.
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
8
10. Afspraken c.q. doelen voor de komende periode
II ONDERTEKENING _________________________________ (personeelslid)
_________________________________ (gespreksfunctionaris)
datum:__________________________
datum: __________________________
aantal bijlagen: ______
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
9
III
AANVULLEND VOOR DIRECTIELEDEN
verslaglegging / afspraken / actiepunten
1. Geven van leiding aan de instelling.
2. Onderhouden van externe contacten (MR, Ouders etc).
3. Samenwerking binnen directie / managementteam
4. Samenwerking met overige directeuren / directeurenraad
5. Samenwerking met Bevoegd Gezag / Algemeen Directeur
6. Voorbereiden en (mede) uitvoeren van beleid.
7. Uitvoeren van gemandateerde bevoegdheden.
8. Overige aspecten van de directie taken.
9. Afspraken c.q. doelen voor de komende periode
II ONDERTEKENING _________________________________ (personeelslid)
_________________________________ (gespreksfunctionaris)
datum:__________________________
datum: __________________________
aantal bijlagen: ______
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
10
Bijlage 2 Formulier voortgangsgesprekken
FORMULIER VOORTGANGSGESPREK VERTROUWELIJK
naam personeelslid : functie
:
school
:
naam gespreksfunctionaris: datum gesprek
:
vorige voortgngs.gesprek dd. :
I
VOOR ALLE PERSONEELSLEDEN verslaglegging / afspraken / actiepunten 1.
Eigen welbevinden
2.
Het werk in de groep
3.
Begeleiding/Samenwerking/contacten met de collega's, leerlingen en ouders
4.
Taakbelasting en taakwensen
5.
Werkomstandigheden binnen de instelling en of eventuele organisatorische problemen die prestaties in de weg staan
6.
Zorgleerlingen / interne zorgtraject
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
11
7.
Aanvullende gespreksonderwerpen aan de orde gesteld door het personeelslid en/of door de gespreksfunctionaris.
8.
Ontwikkelingen m.b.t. PAP.
9.
Afspraken c.q. doelen voor de komende periode
II ONDERTEKENING
_________________________________
datum: __________________________
(personeelslid)
_________________________________
datum: __________________________
(gespreksfunctionaris)
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
12
Bijlage 3 Formulier Beoordelings- / waarderingsgesprekken
BEOORDELINGS- / WAARDERINGSFORMULIER VERTROUWELIJK
Ruimte logo eigen school naam personeelslid : functie
:
school
:
naam beoordelaar : vorige beoordeling / waardering dd.: Beoordelings-/waarderingstijdvak
I
:
VOOR ALLE PERSONEELSLEDEN
Met betrekking tot de beoordeling / waardering van het personeelslid wordt opgemerkt dat de items waarop beoordeeld/ gewaardeerd wordt, afkomstig zijn uit de Schooldiagnose van het kwaliteitsinstrument Werken met Kwaliteitskaarten. De diverse kernkwaliteiten zijn staan in directe relatie met de indicatoren […] uit Werken met Kwaliteitskaarten. In de toelichting kunnen bepaalde kernkwaliteiten nader toegelicht worden. Voor de waardering / beoordeling van de diverse kunnen indicatoren, wordt gebruik gemaakt van de onderliggende kernkwaliteiten van desbetreffende indicatoren. De leerkracht wordt gescoord op een 4 puntsschaal waarbij gekeken wordt in welke mate beoordeelde kwaliteiten aanwezig zijn. 1 = niet of nauwelijks / in onvoldoende mate gezien 2 = in geringe mate gezien 3 = in voldoende mate gezien 4 = in hoge mate gezien Indien van toepassing, zal er een aanvullende toelichting gegeven worden.
1. Taakinvulling / taakopvatting Effectief lerarengedrag de leraar maakt efficiënt gebruik van de geplande onderwijstijd [Tijd]
1 4 0 0 0 0
de leraar zorgt ervoor, dat de leerlingen op een respectvolle manier met elkaar omgaan [Ped.Ha.] de leraar geeft de leerlingen positieve persoonlijke aandacht [Ped.Ha.] de leraar toont in gedrag en taalgebruik voor alle leerlingen respect [Ped.Ha.] de leraar bevordert het zelfvertrouwen van de leerlingen [Ped.Ha.] de leraar maakt weloverwogen gebruik van complimenten en correcties [Ped.Ha.]
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
de leraar realiseert een taakgerichte werksfeer [Did.Ha.] de leraar legt duidelijk uit [Did.Ha.] de leraar geeft expliciet les in strategieën voor leren en denken [Did.Ha.] de leraar zorgt voor een goede structuur in de onderwijsactiviteiten [Did.Ha.] de leraar gaat na of de leerlingen de uitleg en/of de opdrachten begrijpen [Did.Ha.] de leraar geeft de leerlingen feedback op hun leer- en ontwikkelingsproces [Did.Ha.] de leraar betrekt alle leerlingen bij de onderwijsactiviteiten [Did.Ha.] de leraar past verschillende werkvormen toe [Did.Ha.] de leraar draagt met behulp van leer- en hulpmiddelen toe aan een uitdagende leeromgeving [Did.Ha.]
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
de leraar volgt de vorderingen van hun leerlingen systematisch [Afst.] de leraar stemt de instructie en verwerking af op de verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen [Afst.] de leraar analyseert de vorderingen van de leerlingen om vast te stellen wat de aanpassingen van het aanbod en/of het onderwijsleerproces moeten zijn voor de groep [Afst.]
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Toelichting:
2. Aandacht voor zorgverbreding de leraar differentieert in de groep [Lln. zorg] de leraar signaleert leerproblemen [Lln. zorg]
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
1 4 0 0 0 0 0 0 0 0
13
de leraar maakt handelingsplannen en voert deze uit [Lln. zorg] de leraar heeft een actieve inbreng in de diverse leerlingzorgbesprekingen [Lln. zorg]
0 0 0 0 0 0 0 0
Toelichting:
3. Algeheel functioneren de leraar handelt conform de missie en de visie van de school [Beroepsh.] de leraar voert genomen besluiten loyaal uit [Beroepsh.] de leraar stelt zich collegiaal op [Beroepsh.] de leraar voelt zich (mede)verantwoordelijk voor de school als geheel [Beroepsh.] de leraar is actief betrokken op de vergaderingen [Beroepsh.] de leraar werkt met anderen samen [Beroepsh.] de leraar voelt zich betrokken bij de school [ Sch.klimaat] de leraar toont in gedrag en taal ook buiten de lessen respect voor anderen [ Sch.klimaat] de leraar laat zich informeren over de opvattingen en bevindingen van ouders over de ontwikkeling van hun kind op school en thuis [ Cont.mt.oud.]
1 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
4 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Toelichting:
4. Sociale en communicatieve vaardigheden
de leraar is sociaal vaardig en beschikt over goede communicatieve vaardigheden [Beroepsh.] de leraar communiceert op een correcte wijze met anderen [ Int.com.] De leraar communiceert constructief en is gericht op optimalisering van de kwaliteit van het onderwijs [ Int.com.] de leraar past zijn taalgebruik aan bij de taalbehoefte van de leerlingen [ Did.ha.] de leraar betrekt de ouders bij schoolactiviteiten [ Cont.mt.oud.] de leraar informeert ouders regelmatig over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind [ Cont.mt.oud.] de leraar stimuleert onderwijsondersteunend gedrag van ouders in de thuissituatie [ Cont.mt.oud.]
1 4 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
Toelichting:
5. Scholing en professionele ontwikkeling
de leraar is bereid zich (voortdurend) te ontwikkelen [Beroepsh.] de leraar is in staat te reflecteren op hun handelen [Beroepsh.] de leraar beschikt over vaardigheden die nodig zijn om creatief en innovatief te kunnen denken [Beroepsh.]
1 4 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Toelichting:
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
14
II
AANVULLEND VOOR DIRECTIELEDEN
verslaglegging / afspraken / actiepunten
1. Geven van leiding aan de instelling.
2. Onderhouden van externe contacten.
3. Samenwerking binnen directie / managementteam.
4. Samenwerking met overige directeuren / directeurenraad
5. Samenwerking met Bevoegd Gezag / Algemeen Directeur
6. Voorbereiden en (mede) uitvoeren van beleid.
7. Uitvoeren van gemandateerde bevoegdheden.
8. Overige aspecten van de directie taken.
III BEOORDELING / WAARDERING VAN DE FUNCTIE IN HAAR GEHEEL *)
*)
*)
*)
prestaties en/of functioneren liggen duidelijk boven de functie-eisen
prestaties en/of functioneren voldoen over het algemeen aan de functie-eisen
prestaties en/of functioneren behoeven op bepaalde punten verbetering
prestaties en/of functioneren blijven op wezenlijke onderdelen achter
*) aankruisen wat van toepassing is
IV
V
OMSTANDIGHEDEN DIE DE FUNCTIEVERVULLING HEBBEN BEÏNVLOED / AANVULLING OP DE BEOORDELING / WAARDERING
ONDERTEKENING
__________________________________ (beoordelaar)
datum: _______________________
__________________________________ (namens het bevoegd gezag)
datum: _______________________
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
aantal bijlagen: ____
15
VI
GEGEVENS INZAKE BEOORDELINGS- / WAARDERINGSGESPREK
naam personeelslid : functie
:
school
:
naam beoordelaar : Beoordelings-/waarderingsgesprek dd. :
VII VERSLAG BEOORDELINGS- / WAARDERINGSGESPREK 1.
Besproken punten
2.
Zienswijze personeelslid
3.
Opmerkingen n.a.v. de beoordeling / waardering
4.
Afspraken / voornemens
VIII ONDERTEKENING
__________________________________ (personeelslid)
datum: _______________________
__________________________________ (beoordelaar)
datum: _______________________
__________________________________ (namens het bevoegd gezag)
datum: _______________________
003 Gesprekscyclus De Meent .doc
16