Schoolgids schooljaar 2015-2016
Onder de veilige vleugels van De Phoenix kunnen kinderen optimaal hun talenten ontwikkelen en uitgroeien tot zelfstandige leden van de maatschappij.
Inhoud Voorwoord
4
1. Katholieke Jenaplanschool de Phoenix
5
2. Onze missie
6
3. De pedagogische kant (Jenaplan)
7
4. De maatschappelijke kant, goed burgerschap
10
5. De levensbeschouwelijke kant
11
6. De onderwijskundige kant 6.1 Wereldoriëntatie 6.2 Techniek binnen het Jenaplanonderwijs 6.3 Onderwijs op maat 6.4 Passend onderwijs 6.5 Kwaliteit
12
7. Organisatorische kant 7.1 Catent 7.2 Organisatiestructuur stichting Catent 7.3 Medezeggenschapsraad 7.4 De oudervereniging 7.5 De schooladviescommissie 7.6 Leerlingenraad 7.7 Organisatie van het onderwijs 7.8 Samenstelling van de groepen
20
8. Praktische zaken en afspraken 8.1 Aanmelding nieuwe leerlingen 8.2 Contacten tussen ouders en school 8.3 Overgang naar het voortgezet onderwijs
24
8.4 8.5 8.6 8.7 8.8
Niveau uitstroom vervolgonderwijs Continurooster Buitenschoolse Opvang Brede School de Phoenix Sponsoring
9. Schooltijden, verlof en gym 9.1 Schooltijden 9.2 Bijzonder verlof 9.3 Gym
-1-
29
10. Klachtenregeling
30
11. Veiligheidsbeleid
30
Bijlagen 1. Stamgroepen en team 2. Verdeling van de lesuren over de vak-en vormingsgebieden 3. Urenverantwoording 4. Contactinformatie
-2-
Voorwoord Beste ouder(s)/verzorger(s), Fijn dat u interesse heeft voor de Phoenix! Met deze schoolgids willen wij, het team van Jenaplanschool de Phoenix, u een beeld geven van hoe we in dagelijkse praktijk het onderwijs vorm geven. We brengen u op de hoogte van onze achtergrond: waardoor worden wij geïnspireerd, wat maakt ons tot een katholieke jenaplanschool? Om deze informatie goed en duidelijk over te brengen, maken wij gebruik van een beeld: een huis. Met behulp van het huis willen wij u verduidelijken hoe ons onderwijs vanuit de verschillende aspecten één geheel vormt. We beginnen met het fundament, de grondslag. Dit vormt een stevige basis waarop wij onze school kunnen bouwen. Op dit fundament komen de kamers. Het fundament bestaat uit onze uitgangspunten: onze missie. Waar kiezen we voor? De kamers verdelen we in: 1. die waarin we onze visie beschrijven. Wat willen we? o Levensbeschouwelijke kant o Maatschappelijke kant o Pedagogische kant (deze bouwsteen vormt het “hart” van de school) 2. die waarin we laten zien hoe dit in de praktijk werkt. Wat doen we? o Onderwijskundige kant o Organisatorische kant 3. wat het resultaat is Wat bereiken we? o Visie op kwaliteit Kernwaarden voor ons zijn: o het ontwikkelen van talenten; o het omgaan met eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid; o veiligheid en respect voor verschillen; o samenwerken in een gemeenschap; o een lerende organisatie zijn. De Phoenix is een school die kenmerkend is vanwege haar jenaplanconcept. We hebben een sterk pedagogisch klimaat. Op de Phoenix wordt samen gewerkt en geleerd in driejarige stamgroepen. We werken met een continurooster. -3-
U vindt ook informatie op onze website: www.de-phoenix.nl. Daar vindt u ook de kalender waarop alle activiteiten gepland staan. Leest u ook het inspectierapport? Daarin staat wat zij van de Phoenix vindt, en: daar zijn we trots op! Zie: www.onderwijsinspectie.nl. Wij hopen dat u de schoolgids met interesse zult lezen! Team en medezeggenschapsraad Katholieke Jenaplanschool de Phoenix
-4-
1. De Phoenix Katholieke Jenaplanschool de Phoenix is al 25 jaar een katholieke basisschool in Zwolle-Zuid. Veel ouders hebben ook als kind al op de Phoenix gezeten. De Phoenix is voortgekomen uit de voormalige Deken de Witschool. Deze school is afgebrand en uit de as van deze school is een nieuwe school herrezen: de Phoenix. Het verhaal van de Phoenix Het verhaal van de Phoenix is ontstaan in de Griekse oudheid. De Grieken gebruikten veel dieren in hun mythologie. Het verhaal van de Phoenix is overgenomen in de christelijke traditie. Er zijn vele versies van in omloop. Bij alle versies is de kern van het verhaal hetzelfde. De Phoenix is een prachtige, wijze vogel die gedurende lange tijd leeft, meestal 1000 jaar. Hierna bouwt hij een nest van brandbaar materiaal waarin hij zichzelf verbrandt. In de as ligt een ei waaruit de Phoenix geheel vernieuwd en verjongd herrijst. De vogel is het symbool van eeuwigheid en wederopstanding geworden. Wij vinden het symbool van De Phoenix goed passen bij onze manier van onderwijs. Vernieuwing en verjonging, jezelf blijven veranderen is iets wat noodzakelijk is om een dynamisch team te vormen!
-5-
2. Onze missie We hebben als team een gezamenlijke missie geschreven. Ieder teamlid heeft zich hieraan verbonden. Een missie is belangrijk voor een school. Een schoolteam moet dezelfde richting op willen. Ondanks individuele verschillen moet de doorgaande lijn duidelijk zijn. Missie van de Phoenix Onder de veilige vleugels van de Phoenix kunnen kinderen optimaal hun talenten ontwikkelen en uitgroeien tot zelfstandige leden van de maatschappij. We onderscheiden ons door het grote belang dat we hechten aan een goede sociaal-emotionele ontwikkeling van de kinderen. Deze begeleiden we onder andere door met kinderen in gesprek te gaan, bijvoorbeeld tijdens kringmomenten. In alle groepen vindt u een vaste kringopstelling. ’s Ochtends starten we gezamenlijk in de kring en we eindigen ook in de kring. Tussendoor zijn er momenten waarop alle kinderen samen komen in de kring en er aandacht besteed kan worden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. Kernwaarden voor ons zijn: o het ontwikkelen van talenten; o het omgaan met eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid; o veiligheid en respect voor verschillen; o samenwerken in een gemeenschap; o een lerende organisatie zijn. Het ontwikkelen van talenten De Phoenix biedt een inspirerende leeromgeving waar men elkaar ontmoet, samen werkt en samen viert. Er is ruimte voor ieders inbreng en ieders kwaliteit. Door gebruik te maken van verschillen, leren we van en met elkaar. Kinderen ontmoeten elkaar bijvoorbeeld tijdens de vieringen. Ze mogen hier laten zien waarin ze groeiden en ook waar hun talenten liggen. Dit levert prachtige presentaties op! Ouders zijn bij vieringen van harte welkom. Het omgaan met eigen verantwoordelijkheid en zelfstandigheid Wij leren de kinderen verantwoordelijk te zijn voor de keuzes die ze maken. In het dagelijkse werk zijn kinderen verantwoordelijk voor hun leerproces. Bijvoorbeeld door te werken met dag- en weektaken leren we stap voor stap zelfstandigheid aan. Veiligheid en respect voor verschillen De Phoenix biedt een veilige omgeving voor kinderen, team en ouders. Al onze afspraken om de veiligheid te waarborgen staan beschreven in het schoolveiligheidsplan. We zijn op de Phoenix gewend om goed om te gaan met verschillen. Het Jenaplanprincipe is: ieder mens is uniek, je mag zijn wie je bent. Samenwerken in een gemeenschap Op de Phoenix wordt samengewerkt door kinderen, ouders en team. Kinderen werken samen in hun driejarige stamgroep en werken soms ook bouwoverstijgend (met de onder- of bovenbouw), tijdens projecten of techniekateliers. Het team werkt met elkaar en de kinderen. Ouders zijn een partner in onze school. Zij zijn welkom bij vieringen, begeleiden bij activiteiten en nemen zitting -6-
in commissies. Ouders zijn voor ons de belangrijkste partner als het gaat om de ontwikkeling van hun kind. We gaan graag in gesprek over uw kind. Een lerende organisatie Een school staat nooit stil, er is altijd wel iets wat verbeterd of veranderd kan worden. Net zoals wij de kinderen ondersteunen in hun ontwikkeling, is er ook ruimte voor schoolontwikkeling. Dit kan een teamscholing zijn, een veranderingstraject of individuele scholing van een leerkracht. We werken binnen ons team aan intervisie en collegiale consultatie. Dit zijn vormen om het leren van elkaar als professional te organiseren. Wij zijn ook een opleidingsschool voor studenten van de Katholieke Pabo Zwolle en studenten van ROC Landstede. Wij willen graag onze kennis en kunde delen met onze collega’s van de toekomst! 3. De pedagogische kant (Jenaplan) Onze school is een Jenaplanschool, we zijn officieel erkend door de Nederlandse Jenaplanvereniging (NJPV.nl). We werken volgens de principes van Peter Petersen. Er wordt op onze school veel aandacht besteed aan de omgang met elkaar: een basishouding van respect voor elkaar is bepalend hiervoor. Het kind wordt gezien als een volwaardig individu en ook als zodanig door de groepsleiders aangesproken. De school zal zo veel mogelijk moeten aansluiten bij de belevingswereld van het kind, het is een verlengstuk van het leven thuis. De kinderen zitten daarom ook in stamgroepen, die uit verschillende leeftijdsgroepen bestaan. Net als broertjes en zusjes helpen de ouderen de jongeren. De indeling in tafelgroepjes met verschillende leeftijden is dan ook vanzelfsprekend. Kinderen groeien "vanzelf" en leren eigenlijk ook "vanzelf". Kinderen zijn van nature nieuwsgierig naar de wereld om hen heen. Wij willen proberen de kinderen uit te dagen om zelf kennis te vergaren. Natuurlijk moeten ze daarvoor een aantal basisvaardigheden onder de knie hebben. Wij proberen om op ieder niveau tegemoet te komen aan de behoefte van de kinderen om zich verder te ontwikkelen. Niet alleen de ontwikkeling van allerlei kennisgebieden is daarbij van belang. Ook de ontwikkeling van sociale vaardigheden en zeker niet te vergeten creatieve vaardigheden worden door ons gestimuleerd. We zijn allert op signalen van plaag- of pestgedrag. Die pakken we direct en grondig aan zo nodig in gesprek met ouders. We hebben een protocol hiervoor opgesteld. Onderwijs volgens het Jenaplansysteem bevat vier basisactiviteiten: Gesprek Wij zitten regelmatig met de hele groep in de kring. Een gesprek kan verschillende doelen hebben. Bij het begin van een project kan het gebruikt worden om te ontdekken wat we allemaal al weten over het onderwerp, het kan ook een kring zijn waarin we ons een mening proberen te vormen, een vertelkring of een verjaardagskring. Ook de instructies worden veelal in de kring gegeven.
-7-
Spel Spel is voor een kind een natuurlijke manier om allerlei vaardigheden te ontwikkelen zoals, samen overleggen en omgaan met elkaar. Ook de natuurlijke behoefte van kinderen om te bewegen kan bij spel ingevuld worden. Spel vindt vaak plaats in de dagopeningen of is onderdeel van wereldoriëntatie of de gymles. Werk We proberen de kinderen zoveel mogelijk vaardigheden aan te leren om zichzelf verder te kunnen ontwikkelen. Werk kan bestaan uit instructie, je leert iets nieuws, en je oefent samen. Een ander deel is het zelfstandig werken of samen werken. De kinderen brengen hier in praktijk wat zij in de instructie hebben geleerd. Viering Samen vieren is belangrijk. Het versterkt het gevoel van bij elkaar horen. Allerlei voor de kinderen belangrijke gebeurtenissen kunnen een plaats krijgen in een viering. Naast vieringen in de groep hebben we ook gezamenlijke vieringen. Op maandag starten we met een weekopening, op vrijdag sluiten we de week af met een weeksluiting. De kinderen krijgen de gelegenheid om te laten zien wat ze geleerd of beleefd hebben. Zo leren kinderen spelenderwijs om iets van zichzelf te laten zien voor een (wat grotere) groep. Bij respect voor elkaar hoort ook acceptatie van verschillen: niet iedereen leert even snel. We proberen het leerprogramma voor alle kinderen uitdagend te houden. Tempoverschillen tussen leerlingen worden opgevangen door vanuit de basisstof extra verrijkingsopdrachten te bieden. Extra hulp en aandacht wordt gegeven waar nodig. We streven er naar dat op de Phoenix de kinderen zich in de eerste plaats thuis voelen, veilig en geborgen. Wanneer aan deze voorwaarde wordt voldaan, dan schept dit een klimaat waarin een kind zich optimaal kan ontplooien.
-8-
3.1.De basisprincipes van Jenaplanonderwijs Twintig basisprincipes binnen het Jenaplanonderwijs geven het kader en de speelruimte aan voor de ontwikkeling van Jenaplanscholen. Over de mens 1. Elk mens is uniek; van ieder is er maar één. Daarom heeft ieder kind en elke volwassene een onvervangbare waarde. 2. Elk mens heeft het recht een eigen identiteit te ontwikkelen. Deze wordt zoveel mogelijk gekenmerkt door zelfstandigheid, kritisch bewustzijn, creativiteit en gerichtheid op sociale rechtvaardigheid. Daarbij mogen ras, nationaliteit, geslacht, seksuele gerichtheid, sociaal milieu, religie, levensbeschouwing of handicap geen verschil maken. 3. Elk mens heeft voor het ontwikkelen van een eigen identiteit persoonlijke relaties nodig: met andere mensen, met de zintuiglijk waarneembare werkelijkheid van natuur en cultuur, met de niet-zintuiglijke waarneembare werkelijkheid. 4. Elk mens wordt steeds als totale persoon erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken. 5. Elk mens wordt als een cultuurdrager en -vernieuwer erkend en waar mogelijk ook zo benaderd en aangesproken. Over de samenleving 6. Mensen moeten werken aan een samenleving die ieders unieke en onvervangbare waarde respecteert. 7. Mensen moeten werken aan een samenleving die ruimte en stimulansen biedt voor ieders identiteitsontwikkeling. 8. Mensen moeten werken aan een samenleving waarin rechtvaardig, vreedzaam en constructief met verschillen en veranderingen wordt omgegaan. 9. Mensen moeten werken aan een samenleving die respectvol en zorgvuldig aarde en wereldruimte beheert. 10.Mensen moeten werken aan een samenleving die de natuurlijke en culturele hulpbronnen in verantwoordelijkheid voor toekomstige generaties gebruikt. Over de school 11. De school is een relatief autonome coöperatieve organisatie van betrokkenen. Ze wordt door de maatschappij beïnvloed en heeft zelf invloed op de maatschappij. 12.In de school hebben de volwassenen de taak de voorgaande uitspraken over mens en samenleving tot (ped)agogisch uitgangspunt voor hun handelen te maken. 13.In de school wordt de leerstof zowel ontleend aan de leef- en belevingswereld van de kinderen als aan de cultuurgoederen die in de maatschappij als belangrijke middelen worden beschouwd voor de hier geschetste ontwikkeling van persoon en samenleving. 14.In de school wordt het onderwijs uitgevoerd in pedagogische situaties en met pedagogische middelen. 15.In de school wordt het onderwijs vormgegeven door een ritmische afwisseling van de basisactiviteiten gesprek, spel, werk en viering.
-9-
16.In de school vindt overwegend heterogene groepering van kinderen plaats naar leeftijd en ontwikkelingsniveau, om het leren van en zorgen voor elkaar te stimuleren. 17.In de school worden zelfstandig spelen en leren afgewisseld en aangevuld door gestuurd en begeleid leren. Dit laatste is expliciet gericht op niveauverhoging. In dit alles speelt het initiatief van de kinderen een belangrijke rol. 18.In de school neemt de wereldoriëntatie een centrale plaats in met als basis ervaren, ontdekken en onderzoeken. 19.In de school vinden gedrag- en prestatiebeoordeling van een kind zoveel mogelijk plaats vanuit de eigen ontwikkelingsgeschiedenis van dat kind en in samenspraak met hem. 20.In de school worden veranderingen en verbeteringen gezien als een nooit eindigend proces. Dit proces wordt gestuurd door een consequente wisselwerking tussen doen en denken. 4. De maatschappelijke kant, goed burgerschap De identiteit van de school komt tot uiting in de wijze waarop wij in de maatschappij staan, hoe wij tegen maatschappelijke ontwikkelingen aankijken. Samen met de ouders willen we de kinderen voorbereiden op een eigen plek in de samenleving, waar het kind zich veilig en gewaardeerd zal voelen. Daarnaast vinden wij het ook belangrijk, dat het kind samen met anderen (ouders, medeleerlingen, groepsleiders) een eigen persoonlijkheid ontwikkelt. We streven ernaar dat het kind op deze manier een positieve bijdrage kan en wil gaan leveren aan de samenleving. Samenwerken is belangrijk op de Phoenix omdat dit een voorwaarde is voor een goed functionerende samenleving. Door samen te werken leert het kind om begrip te krijgen voor de denkwijze van anderen en hier op respectvolle wijze mee om te gaan. Dit zijn belangrijke vaardigheden. Niet alle mensen zijn hetzelfde. Verschillen horen bij mensen en dienen daarom ook een plaats te krijgen in onze school. Rekening houdend met en gebruik makend van die verschillen, willen we iedere leerling gelijke kansen geven om zich zo goed mogelijk te ontwikkelen. We proberen zowel binnen als buiten de school aan te sluiten bij de mogelijkheden die een kind in zich heeft. Een hechte relatie met ouders en instellingen voor speciale zorg zijn daarbij een goede aanvulling op wat de school kan bieden. Zo proberen wij de school en de thuiswereld voor leerlingen tot een aansluitend geheel te maken. De Phoenix wil dat haar leerlingen zich zo goed mogelijk ontplooien en voorbereid zijn op deelname aan de samenleving. We leren de kinderen vaardigheden die je nodig hebt om je in die samenleving staande te houden (denk aan goed kunnen lezen, schrijven en rekenen). Daarnaast willen we de leerlingen ook stimuleren om actief aan onze democratische samenleving deel te nemen. Daar heb je kennis voor nodig (hoe zit de samenleving in elkaar?), maar ook vaardigheden (hoe discussieer je respectvol met elkaar?) en is het bovendien van belang dat je leert handelen vanuit met elkaar gedeelde waarden en normen.Vanaf 2006 gelden nieuwe kerndoelen voor het primair onderwijs. Onderwijs in burgerschap vormt een onderdeel van deze kerndoelen. Burgerschap wordt hierbij als een manier van lesgeven gezien waarbij de - 10 -
leerlingen uitgedaagd worden na te denken over hun rol als burger in de Nederlandse samenleving. Bij burgerschap gaat het om de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en om daar actief een bijdrage aan te leveren. Ook als "kleine" burger moet je je betrokken voelen bij en verantwoordelijk zijn voor de maatschappij. De betrokkenheid en verantwoordelijkheid die je voor de gemeenschap voelt, zijn een deel van je identiteitsontwikkeling. 5. De levensbeschouwelijke kant Identiteit is een breed begrip. Het betreft het gehele doen en laten van de school. Het gaat over de eigen, kenmerkende aard van de school. Veranderingen op allerlei gebieden beïnvloeden dit. Zo blijft de school in beweging. De identiteit is zoals de hartslag van een mens: persoonlijk, zich aanpassend aan de omstandigheden en overal voelbaar aanwezig. Voor de Phoenix is de katholiekchristelijke levensovertuiging de inspiratiebron voor de waarden van waaruit het onderwijs verzorgd wordt. De uitgangspunten ontlenen we aan de Bijbel en de katholieke traditie. Welke betekenis heeft dit voor het team? Het team wil, samen met de ouders, de kinderen opvoeden en begeleiden tot zelfstandige, kritische, actieve en creatieve mensen. De leerkrachten proberen op hedendaagse wijze invulling te geven aan opvoeding en onderwijs en de levensbeschouwelijke kanten daarvan. Concreet betekent dit dat zij: o aandacht hebben voor een goed sociaal klimaat: de omgang en de zorg voor elkaar; o in de catecheselessen uit gaan van de ervaringen van de kinderen en proberen om, met Jezus als inspiratiebron, een eigentijdse invulling te geven aan dit vakgebied; o gebruik maken van Bijbelverhalen en andere zingevende verhalen in zowel de catecheselessen als wereldoriëntatie; o invulling geven aan waarden zoals respect en eerbied voor ieder “anders” en uniek-zijn, rechtvaardigheid, kritische verdraagzaamheid, positieve levenshouding en natuurlijk de normen die uit dit alles voortvloeien zoals niet schelden, niemand buitensluiten, vriendelijk zijn; o momenten creëren van bezinning: bidden, stilstaan bij blijde en droevige gebeurtenissen, vieren van christelijke feestdagen; o ondersteuning geven aan de viering van de Eerste Communie en het Vormsel zoals deze in de parochie gestalte krijgen; o bij weekopeningen stil staan bij belangrijke gebeurtenissen in de maatschappij of gebeurtenissen van kinderen, ouders of teamleden. Wij branden daarbij een kaars. o in alle groepen is de methode Trefwoord aanwezig, deze wordt gebruikt als basis van onze catecheselessen. - 11 -
Wat is hierbij de rol van de ouders? Van de ouders wordt verwacht dat ze een positieve houding hebben ten opzichte van onze levensbeschouwelijke visie. De school staat open voor andersdenkenden en gaat respectvol daarmee om. Betrokkenheid van ouders bij de school wordt bijzonder gewaardeerd. Graag willen we samen met u nadenken over de levensbeschouwelijke vragen die een (katholieke) opvoeding stelt. De identiteit van Catent Van inspiratie naar waarden, van waarden naar de onderwijspraktijk. Catent, ons bestuur (zie hfd. 7), werkt vanuit een katholiekchristelijke traditie. In alle geledingen van Catent heeft een dialoog over levensbeschouwelijke identiteit plaatsgevonden, die resulteerde in een eigentijdse visie daarop. Deze visie is vastgelegd in de brochure “Identiteit”. Wilt u weten waartoe de dialoog over levensbeschouwelijke identiteit heeft geleid? U kunt via de website (www.dephoenix.nl, Onderwijs, Identiteit) de tekst van de brochure downloaden. U kunt ook via de schoolleider een brochure verkrijgen of deze aanvragen bij de Stichting Catent via
[email protected]. 6. De onderwijskundige kant Omdat wij een Jenaplanschool zijn, is de manier van werken wat anders dan op een gemiddelde school. U vindt hier in het kort beschreven wat u van onze werkwijze kunt verwachten. De school is verdeeld over een aantal stamgroepen. Deze groepen bestaan uit drie leerjaren, dus een combinatie van 0/1/2, 3/4/5 en 6/7/8. Wij noemen de groepen 0/1/2 de onderbouw, 3/4/5 de middenbouw en 6/7/8 de bovenbouw. We werken met vaste stamgroepsnamen. Onderbouw 1 Onderbouw 2 Middenbouw 1 Middenbouw 2 Bovenbouw 1 Bovenbouw 2
de de de de de de
Koele Kikkers Kleurige Kameleons Lollige Lieveheersbeestjes Lachende Leeuwen Swingende Salamanders Stoere Stokstaartjes
Elke bouw werkt volgens een eigen ritmisch weekplan. Onderbouw We beginnen ‘s morgens in de kring. We werken in de kring aan doelen op het gebied van taal, begripsvorming, rekenen, sociaal-emotionele ontwikkeling, catechese of muziek. In de kring worden ook verjaardagen gevierd. Soms vindt er uitleg van het werk dat gemaakt gaat worden, plaats. Daarna volgt meestal de werkles. Naar aanleiding van het project dat aan de orde is wordt gewerkt. De opdrachten zijn op verschillende niveaus. Een aantal opdrachten is naar vrije keuze, andere zijn verplicht. De leerkracht werkt met een planbord waarop de kinderen kunnen zien welke opdrachten er gedaan moeten worden. De weekopdrachten worden samen met de kinderen op het planbord aangegeven. Regelmatig krijgen de kinderen te maken met een aanzet tot het zelfstandig (stil) werken. Door de time-timer (een soort klok) weten de kinderen dat ze zelfstandig moeten werken. Ze mogen de leerkracht niet storen omdat deze een ander groepje kinderen instructie geeft. Motorische ontwikkeling is belangrijk. In de groep worden gym- en spellessen gegeven. Dit gebeurt in het speellokaal en - 12 -
op de speelplaats. Hierbij worden verschillende klim- en klautermaterialen gebruikt. Maar ook kleine materialen zoals pittenzakken, kleine balletjes, touwtjes of zandbakspulletjes. In de onderbouw wordt o.a. de lesmethode Kleuterplein gebruikt. Met deze lesmethode ontdekken en ervaren kleuters de wereld om hen heen. Kleuterplein is meer dan alleen taal en rekenen. Ook aan motoriek, wereldoriëntatie, muziek, voorbereidend schrijven en sociaalemotionele ontwikkeling wordt spelenderwijs, maar gericht gewerkt. De methode werkt thematisch. Kleuterplein is daarmee een doorgaande lijn naar alle vakken en methodes van groep 3. Middenbouw/bovenbouw In de midden- en bovenbouw staan volgende vakken op het programma: wereldoriëntatie, met onderwerpen op het gebied van aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, techniek, burgerschapskunde, milieueducatie, muziek en creativiteit. De Phoenix werkt met thema’s of projecten, waarin een aantal van hiervoor genoemde onderdelen als een samenhangend geheel wordt aangeboden. Deze projecten stellen wij meestal zelf samen. We gebruiken hiervoor geen methode.We volgen de kerndoelen wereldoriëntatie van de overheid zodat we borgen dat alle kinderen aan het einde van de basisschool voldoende leerstof tot zich hebben kunnen nemen (zie ook hoofdstuk wereldoriëntatie). In zowel de midden- als bovenbouw wordt gewerkt aan de zelfstandigheid van kinderen door o.a. te werken met een dag- of weektaak. Ze leren hun eigen werk na te kijken. We willen de kinderen leren plannen en verantwoordelijkheid laten dragen voor hun ontwikkeling. Onze taak als leerkracht is hen hierin passend bij hun leeftijd en behoefte, te begeleiden. Voor rekenen, lezen, taal en schrijven, Engels (in de bovenbouw) en catechese worden methodes gebruikt. In de middenbouw vindt de uitleg van rekenen, taal, lezen of schrijven voornamelijk in de ochtend plaats. Er wordt soms lesgegeven aan de hele groep en soms aan kleinere groepen. Dit hangt af van de lesstof. In de middenbouw krijgen groep 3, 4 en 5 in de ochtend gescheiden instructie. Kinderen starten in groep 3 met leren lezen, rekenen en schrijven en hebben rust en aandacht nodig om de leerstof goed op te nemen. De bovenbouw krijgt alle instructies in de eigen stamgroep. De groepen werken met zogenaamde “flexplekken”. Kinderen kiezen zelf hun werkplek. Dat kan een solitaire plaats zijn zodat ze zich goed kunnen concentreren, maar ook een plek in een groep die hulp kan bieden waar nodig. Door kinderen zelf verantwoordelijk te maken voor hun taakaanpak, leren ze veel van zichzelf. Uiteraard begeleidt de leerkracht dit proces waar nodig.
- 13 -
We gebruiken verschillende methodes, hier volgt een overzicht per vakgebied. Vakgebied Rekenen Taal Spelling Lezen groep 3 Voortgezet Technisch Lezen Begrijpend Lezen en studerend lezen Schrijven Engels Catechese Sociaal emotionele ontwikkeling
Methode Wereld in getallen Taal in beeld Spelling in beeld Veilig leren lezen Lekker lezen Tekstverwerken Pennenstreken Take it Easy Trefwoord Kinderen en en hun sociale talenten
Binnen ons onderwijs is de nodige aandacht voor het werken met een computer. Alle groepen hebben eigen computers, daarnaast staan er op diverse plekken in de school computers voor algemeen gebruik. De kinderen krijgen allerlei opdrachten voor de computer. Dit kan zijn: hoofdrekenen, topografie, spelling, lezen, tafels. Ook de kleuters hebben eigen, voor hen ontwikkelde programma’s. Alle kinderen leren omgaan met de muis en het zelfstandig gebruiken van eenvoudige programma’s. Oudere kinderen leren kennismaken met het toetsenbord en met het maken van eenvoudige teksten. In de bovenbouw leren de kinderen omgaan met het gericht opzoeken van informatie op internet. Wij zien de computer als een moderne ondersteuning van ons onderwijs en niet als een doel op zich. Via de computer kunnen de kinderen de leerstof op een speelse manier verwerken. Bovendien krijgt ieder kind op zijn/haar eigen niveau leerstof aangeboden. De computer is een communicatiemiddel en een onuitputtelijke bron van informatie. Het is dan ook vanzelfsprekend dat we kinderen daarmee leren om gaan. Kinderen werken op de computer vanuit de beschermde Leerwereld-omgeving zodat zij niet vogelvrij op het world-wide-web zijn. Oudere kinderen leren ook omgaan met sociale media. 6.1 Wereldoriëntatie Wereldoriëntatie is het hart van het Jenaplanonderwijs. Het is een belangrijk vormingsgebied. Kinderen leren om te gaan met de natuur om hen heen, de mensen dichtbij en verder weg en met vragen rond de zin van het leven en de wereld. Dat doen ze door de school uit te gaan en omgekeerd de wereld in de school te halen. Door te luisteren naar verhalen, door zelf waar te nemen en te experimenteren, vragen te stellen en op zoek te gaan naar antwoorden in een documentatiecentrum en bij mensen met kennis en ervaring. De kinderen zijn ontdekkend en onderzoekend bezig, vaak in de vorm van projecten. Zo wordt de wereld steeds groter en ruimer en leert het kind zelf een mening te vormen. We vinden het belangrijk dat kinderen de rijkdom van spontane natuur in hun woonomgeving ervaren. Jenaplan heeft gerichte aandacht voor de seizoenen, het weer, voor planten en dieren en hun leefomstandigheden. We besteden aandacht - 14 -
aan de herkomst van voedsel en voor langzame productieprocessen (vooral bij koken en tuinieren). Ook aan natuurzorg in school en leren nadenken over techniek, verwondering over technisch kunnen, inzicht in technische principes/processen en aandacht voor stilte en schoonheid. Voor het gehele leerplan van alle Jenaplanscholen geldt dat het voldoet aan wat de wet eist. De eisen zijn omschreven in de “kerndoelen” (geformuleerd door het Ministerie van Onderwijs). Uw zoon/dochter leert datgene dat kinderen op andere scholen ook leren. Het leren op een Jenaplanschool gebeurt in een sfeer waarin een kind zich veilig voelt. Het kind krijgt taken die uitdagend zijn en die het aan kan, die het kind voldoende vrijheid geven voor een eigen invulling, maar die tegelijkertijd geen gelegenheid bieden voor vrijblijvend "meedoen". We gebruiken zeven ervaringsgebieden: o maken en gebruiken arbeid, consumptie en duurzaamheid; o techniek constructies, machines en werktuigen, grote systemen, materialen en energie en omgaan met techniek; o communicatie met een ander, met en in de natuur, met de ander; o omgeving en landschap habitat van mensen, habitat van plant/dier, aarde als woonplaats en ruimtelijke omgeving; o het jaar rond jaargetijden, feesten en vieringen en het schooljaar; o samen leven erbij horen, leefbaar samen en samen een wereld; o mijn leven ik, de mens en ‘grote’ mensen. 6.2 Techniek binnen het Jenaplanonderwijs Techniek is overal. Het valt ons eigenlijk niet eens meer op, zo gewend zijn we aan het comfort en gemak dat techniek mogelijk maakt. Maar hoe zou onze maatschappij functioneren zonder verlichting, verwarming, vervoer, computers, telefonie, riolering, de blikopener of de klok? Techniekonderwijs komt onder andere aan de orde bij Wereldorientatie. We werken bijvoorbeeld aan doelen als:”De kinderen leren bij producten uit hun eigen omgeving relaties te leggen tussen de werking, de vorm en het materaalgebruik” (Kerndoel 44). Voorbeeld lessen zijn: hoe worden zoutjes in een fabriek gemaakt? En: de geschiedenis van ons servies, waarbij kinderen leren dat ontwerpers nog steeds bezig zijn servies te verbeteren bijv. ten behoeve van reumapatiënten. Een ander doel (Kerndoel 45): “De leerlingen leren oplossingen te voor technische problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en evalueren” leidde tot een les over het ontwerpen van de stoel. In deze les volgden de kinderen Dirk van der Kooij die stoelen maakt van oude koelkasten. Hij heeft een unieke 3D printer bedacht waarmee hij met gerecycled plastic prachtige stoelen uitprint. Een project waaraan we werkten was “Technische contructies”. Kinderen in de middenbouw leerden over bruggen bouwen, de kleuters over driehoeken en contructies maken van verschillende materialen. De bovenbouwers werkten over architectuur en vormgeving. In maart ’15 staat weer een schoolproject Techniek op het programma.
- 15 -
6.3 Onderwijs op maat Geen enkel kind is gelijk, elk kind is uniek en heeft zijn eigen aanpak nodig. Het onderwijs op de Phoenix is erop afgestemd dat een kind een goede ontwikkeling kan doormaken van groep 1 t/m groep 8. Bij sommige kinderen gaat de ontwikkeling minder vloeiend door bijvoorbeeld problemen met de leerstof of met het gedrag. De leerstof kan te moeilijk of te gemakkelijk zijn. Sommige kinderen vinden het lastig om hun aandacht bij het werk te houden, anderen hebben hulp nodig op het gebied van hun gedrag. Hoewel het soms een uitdaging is om met alle verschillen rekening te houden, verdienen al onze leerlingen extra zorg en aandacht. Zij krijgen die ook, voor zover dat binnen de mogelijkheden van de school haalbaar is. We hebben op de Phoenix brede expertise: een intern begeleider met expertise op het gebied van gedragsproblemen (Master SEN), leerkrachten met brede kennis op gebied van leesmoeilijkheden (en ook dyslexie) en meerbegaafdheid. We hebben een onderwijsassistent, zij kan ingezet worden als “extra handen in de klas”. Voor zowel de leerling als voor de leerkracht is het belangrijk dat de aanpak planmatig (volgens bepaalde stappen) opgezet wordt. Dit planmatige handelen gaat altijd in overleg met de intern begeleider; zij denkt mee in de zorg rondom leerlingen en kan waar nodig expertise van buiten de school inroepen (bijv. orthopedagoog). De stappen die we zetten (planmatig handelen) bij kinderen met hulpvragen zijn: 1. Ontdekken van het probleem Door goed te observeren, controle van het werk en het vergelijken van toetsresultaten kan de leerkracht problemen vroegtijdig op het spoor komen. 2. In kaart brengen van het probleem Door specifieke onderdelen apart te toetsen of te observeren kan er een duidelijk beeld van het probleem gegeven worden. De leerkracht kan hierbij de hulp van de intern begeleider en/of gedragsspecialist inzetten. 3. Bedenken van oplossingen De leerkracht maakt een plan voor de begeleiding nadat alle gegevens bestudeerd zijn en waar nodig met specialisten besproken zijn. Dit plan is meestal een groepsplan waarin meerdere hulpvragen van zorgleerlingen geclusterd worden. Soms is de hulpvraag van een kind zo specifiek dat we een individueel handelingsplan maken. 4. Werken met het kind De leerkracht en/of gedragsspecialist en/of onderwijsassistent gaat met het kind of een groepje kinderen aan de slag. Dit kan in de klas (bijv. tijdens het blokuur) of buiten de klas gebeuren. Soms kan een kind ook oefenstof voor thuis meekrijgen, dit gaat in overleg met ouders. Meestal zien we dat het kind het meest gebaat is bij een verlengde instructie. Dat wil zeggen: de aangeboden stof nogmaals uitgelegd krijgen. 5. Evalueren Na een periode van zes tot acht weken worden de vorderingen bekeken en kan naar aanleiding hiervan de hulp worden aangepast of afgebouwd. Om een goed zicht te kunnen houden op de ontwikkeling van elke leerling en de groepsresultaten hanteert de school een Leerling Volg Systeem (LVS). Alle toetsgegevens, handelingsplannen, afspraken met collega’s, ouders en instanties en de verslagen van de besprekingen worden daarin verzameld. - 16 -
Als wij als team niet de benodigde kennis en vaardigheden in huis hebben om een kind goed te begeleiden kunnen wij, in overleg met de ouders, de hulp inroepen van externe deskundigen. Dit biedt ons extra mogelijkheden om een kind op de juiste wijze te helpen door bijv. een ambulant begeleider. Het landelijk project “Passend Onderwijs” wil het aantal kinderen dat verwezen wordt naar het Speciaal Basisonderwijs laten afnemen. Vroegtijdige signalering en een goed leerlingvolgsysteem zijn van groot belang. We kunnen zo beter inspelen op de specifieke behoeften van kinderen en voorkomen dat kinderen gedemotiveerd raken. We hebben een zorgprofiel ontwikkeld. De procedure van het begeleiden van kinderen en aanmelding bij een school voor Speciaal Basisonderwijs ligt ter inzage bij de intern begeleider. Het kan voorkomen dat ouders ervoor kiezen dat hun kind naast de geboden hulp op school aanvullende externe (buiten school) hulp nodig heeft. Op de scholen van Catent is hiervoor eenduidig beleid afgesproken.Deze externe hulp dient bij voorkeur buiten de schooluren plaats te vinden. Onder bepaalde voorwaarden, kan de directeur toestemming verlenen voor begeleiding onder schooltijd. Deze voorwaarden zijn op school te verkrijgen bij de directeur of de intern begeleider. Dyslexie De Phoenix streeft ernaar voldoende aandacht te geven aan het vroegtijdig signaleren en de begeleiding van leerlingen met lees- en spellingproblemen. Bij veel kinderen worden lees- en spellingsproblemen duidelijk in groep 3 en 4 van de basisschooltijd, maar het kan ook pas later op de basisschool of zelfs op de middelbare school naar voren komen. Leerlingen die moeilijkheden ervaren bij het lezen en spellen krijgen in de groep extra uitleg en aandacht. Indien deze zorg en begeleiding weinig of geen resultaten heeft kan ernstige lees- en spellingproblemen of dyslexie aan de orde zijn. We volgen voor de signalering van lezen en spellen de protocollen Lees- en spellingproblemen en dyslexie van het Expertisecentrum Nederlands. De link naar deze protocollen http://www.steunpuntdyslexie.nl/dyslexie-opschool/protocollen-dyslexie/#1 We hebben de begeleiding die we op de Phoenix kunnen bieden, specifiek beschreven in een aanvullend document. Dit vindt u terug op onze website. Meerbegaafdheid Omdat ieder mens uniek is, kijken we naar ieder kind afzonderlijk. Er zijn kinderen die de stof snel beheersen: we hebben het over “meerbegaafde” kinderen. Het kan voorkomen dat het wenselijk is te weten hoe de intelligentie van het kind is, zeker bij het vermoeden van hoogbegaafdheid. De Phoenix biedt meerbegaafde kinderen extra uitdaging aan door extra stof en activiteiten die meer tot hun verbeelding spreken. We werken samen met een Expertisecentrum Meer- en hoogbegaafdheid “Cnopius”. Zij ondersteunen ons (vanuit het expertisecentrum hoogbegaafdeheid) in het aanbod voor meerbegaafde kinderen en bieden hoogbegaafden extra uitdaging met - 17 -
lessen in o.a. vreemde talen, techniek, studievaardigheden. Meerbegaafde kleuters bieden we wekelijks extra begeleiding door een specialiste vanuit het Expertisecentrum Meer- en hoogbegaafdheid. Kinderen die extra ondersteuning nodig hebben in de taakaanpak bieden we een training Feuerstein. Hierbij gaat het om het aanleren van leerstrategieën. Logopedie en fysiotherapie Kinderen met logopedische of motorische hulpvragen begeleiden we samen met de expertise van een logopediste en fysiotherapeut. We werken samen met de Praatmaat en Fysiokids. Beide geven, indien er noodzaak voor is, logopedie of fysiotherapie in school. Dat kan, als daarvoor prioriteit is, tijdens schooltijden of na school. Afhankelijk van de hulpvraag kan een kind onder schooltijd behandeld kan worden. u bent als ouder vrij om te kiezen voor een andere logopedie- of fysiotherapiepraktijk. Meer informatie hierover kunt u bij de intern begeleider krijgen. Tijdens hun basisschoolperiode nemen kinderen twee keer deel aan een onderzoek door de JGZ van GGD IJsselland, namelijk op de leeftijd van 5/6 jaar en in groep 7. Het onderzoek bij 5/6 jarigen bestaat uit: meten van lengte en gewicht, ogentest en bij langdurige gehoorproblemen kan op verzoek van ouders/verzorgers of leerkracht een gehoortest worden gedaan. Bij de kinderen in groep 7 staan ontwikkeling en leefstijl centraal. Dit onderzoek bestaat uit: meten van lengte en gewicht en op verzoek van ouders/verzorgers of leerkracht kan het gehoor en/of zien en kleurenzien worden onderzocht. 6.4 Passend onderwijs Regulier onderwijs als het kan, speciaal als het moet. Dat is het uitgangspunt van ‘passend onderwijs’, dat per 1 augustus 2014 in Nederland wordt ingevoerd. Voorheen werden te veel kinderen met een bijzondere ondersteuningsvraag op een andere, speciale school geplaatst, nu komt die speciale leeromgeving – als het maar even kan - naar het basisonderwijs toe. Zo houden we kinderen op de juiste plek en zo veel mogelijk in hun eigen buurt. ‘Rugzakjes’ zijn er niet meer. In plaats daarvan wordt een arrangement op maat gemaakt. Daarmee wordt de financiering gerichter ingezet, aansluitend op de ondersteuningsvraag van het kind. Het organiseren van de extra ondersteuning is de plicht van de school. Uiteraard worden de ouders daarbij betrokken. Per leerling kijken we waar en hoe we een passend onderwijsaanbod het beste kunnen realiseren. Dat kan het bieden van hulp zijn die een school in huis heeft. Denk aan extra aandacht bij het leren lezen of rekenen. Of een aanbod voor hoogbegaafde kinderen. Het kan ook gaan om zwaardere vormen van ondersteuning. Bijvoorbeeld begeleiding voor kinderen met gedragsproblemen of van kinderen met lichamelijke of geestelijke beperkingen. Voor meer informatie over de landelijke ontwikkelingen kijk op: www.passendonderwijs.nl In het kader van passend onderwijs hebben we in een zogenaamd “schoolondersteuningsprofiel” beschreven welke ondersteuning wij kunnen bieden. Ons ondersteuningsprofiel verheldert de mate waarin wij basiszorg kunnen bieden aan onze leerlingen. Daarnaast wordt beschreven welke gespecialiseerde zorg wij -eventueel met hulp van derden- kunnen en willen leveren. Ons ondersteuningsprofiel heeft daardoor enerzijds een inventariserend en anderzijds een meer strategisch karakter. Het geeft in de eerste plaats informatie over onze basiszorg, over de zorgzwaarte van onze groepen, over onze materialen, middelen en faciliteiten en over onze huidige expertise met betrekking tot zorg en begeleiding. In de tweede plaats geeft het zicht op onze - 18 -
ambities: welke zorg willen wij in de nabije toekomst bieden en welke expertise willen we daartoe ontwikkelen? Het ondersteuningsprofiel van de Phoenix is binnenkort op onze website te vinden.
6.5 Kwaliteit Goed onderwijs bieden hebben we op de Phoenix hoog in het vaandel staan. Wat bedoelen we daarmee zult u zich afvragen? We zetten graag voor u op een rijtje wat wij onder kwaliteit van onderwijs verstaan. In de eerste plaats vinden wij het van het grootste belang, dat uw kind zich op onze school prettig en veilig voelt. De school dient voor het kind een vertrouwde plaats te zijn, waar het graag heen gaat. Door veel aandacht te schenken aan de omgang met elkaar proberen we het leefklimaat zo plezierig mogelijk te maken. Door vieringen, samen werken en samen spelen ontwikkelt er een gemeenschapsgevoel waarbij uw kind zich gewaardeerd voelt. Afstemmen van de leerstof op het ontwikkelingsniveau van uw zoon/dochter draagt bij aan een gevoel van “Ik ben hier op mijn plaats”. Wij zijn van mening dat deze voorwaarden bijdragen aan een zo optimaal mogelijke ontwikkeling van uw kind. Je leert nu eenmaal beter wanneer je niet angstig of geremd hoeft te zijn. Wij vinden het ook belangrijk om de onderbouwgroepen zo klein mogelijk te houden. In deze groepen wordt de basis gelegd voor een optimale ontwikkeling. Het is onze taak ervoor te zorgen dat uw kind de benodigde bagage meekrijgt om in het vervolgonderwijs goed te kunnen functioneren. Onze leerstof is afgestemd op het bereiken van de kerndoelen zoals die van overheidswege zijn vastgesteld. Leerresultaten zijn meetbaar en we volgen de ontwikkeling van uw kind via een aantal jaarlijkse CITO en andere toetsen. Zo kunnen wij aan de ene kant bekijken of de ontwikkelingslijn van uw kind vloeiend verloopt, aan de andere kant is het voor ons een controle op de effectiviteit van ons onderwijs. Al deze gegevens houden wij bij in een Leerlingvolgsysteem. Vanaf het schooljaar 2015-2016 is het voor alle leerlingen van groep 8 verplicht om een eindtoets te maken. We mogen zelf kiezen welke eindtoets we gebruiken. De Phoenix kiest de IEP Eindtoets, dit is één van de door het ministerie van OCW goedgekeurde eindtoetsen. De IEP Eindtoets meet de - 19 -
verplichte vaardigheden lezen, taal en rekenen aan het einde van groep 8. De uitslag van de eindtoets geeft informatie over het niveau dat uw kind beheerst én een advies voor een schoolniveau.De uitkomst van de IEP vormt een aanvulling op het schooladvies dat reeds geformuleerd is door de leerkracht. De uiteindelijke keuze voor het vervolgonderwijs is een gezamenlijke beslissing van ouders, groepsleerkracht en het voortgezet onderwijs. Om de kwaliteit van ons onderwijs te bewaken werken wij als school met kwaliteitskaarten (WMK-PO). Dit is een middel waarmee we sterktezwakteanalyse kunnen maken van diverse beleidsterreinen en ook gedetailleerde analyses door middel van een zogenaamde “solodans”. Er zijn diverse vragenlijsten voor ouders, team en kinderen en deze worden volgens een cyclisch proces afgenomen. Aan het eind van ieder schooljaar ontvangt u als ouder een verslag van de ontwikkelingen die doorgemaakt zijn. U leest daarin ook over onze leerresultaten en onze speerpunten voor het volgende schooljaar. U kunt het laatste verslag bij de directeur opvragen indien u hierin geinteresseerd bent. Zo weten we wat er speelt in de school en welke terreinen aandacht vragen. De inspectie van het onderwijs onderzocht in oktober 2013 de onderwijskwaliteit op de Phoenix. Ze was bijzonder tevreden over ons onderwijs! We zijn hier trots op! U kunt het rapport van de onderwijsinspectie lezen op www.onderwijsinspectie.nl. 7. De organisatorische kant 7.1 Catent De Phoenix maakt deel uit van de Stichting Catent. Onder deze stichting ressorteren 35 (voornamelijk) katholieke basisscholen verspreid over de provincies Overijssel, Drenthe, Gelderland en Friesland. Voor de besturing van de stichting is gekozen voor de participatieve bestuursfilosofie: besturen op hoofdlijnen met ruimte voor de invulling van een schooleigen identiteit. Deze identiteit wordt geformuleerd door de dialoog met alle schoolnabije, lokale betrokkenen (ouders, parochie, lokale partners, etc.). Iedere school wordt gezien als een unieke gemeenschap waarin binnen de kaders van de totale organisatie ruimte is om ‘relatief’ autonoom te functioneren. De eigenheid van iedere individuele school wordt gewaarborgd door de dialoog over en reflectie op de onderwijskundige, levensbeschouwelijke en pedagogische doelstelling van de school te bevorderen. Dit educatief partnerschap is organisatorisch geborgd door de schooladviescommissie van de school te belasten met een belangrijke adviesfunctie (vastgelegd in het Schooladviescommissiereglement). Educatief partnerschap is op te vatten als een proces waarin de school en ouders elkaar wederzijds ondersteunen en waarin ze hun bijdrage zoveel mogelijk op elkaar afstemmen. Het collectieve doel is verwoord in de statuten van de Stichting: Catent streeft naar groei van de mens in al zijn facetten: van zijn kennis, het vermogen om die kennis toe te passen en zijn persoonlijkheid. Dat geldt zowel voor onze leerlingen als voor onze medewerkers. Onze gedrevenheid daarbij is groot, net zoals we een grote inzet vragen van alle betrokkenen: de onderwijskrachten, het ondersteunend personeel, de leerlingen, hun verzorgers en de totale omgeving. Passie is daarbij het sleutelwoord; wij hebben passie voor groei.
- 20 -
7.2 Organisatiestructuur Stichting Catent De Stichting Catent kent een professioneel College van Bestuur dat door de Raad van Toezicht belast is met de dagelijkse leiding. Het besturingsmodel van de stichting staat garant voor een duidelijk onderscheid tussen toezicht en bestuur (en tussen besturen en leiding geven). De Raad van Toezicht heeft het mandaat van het College van Bestuur vastgelegd in het document Bestuursmandaat. Het College van Bestuur mandateert de aansturing van de school aan de directeur, op basis van het Managementstatuut. Het College van Bestuur kent één ondersteunende staffunctie. De directeur geeft leiding aan de school en verricht uit het onderwijs rechtstreeks voortvloeiende werkzaamheden verband houdend met het leiding geven aan de school en hij/zij geeft onderwijs. De directeur legt hierover verantwoording af aan het College van Bestuur. De schooladviescommissie heeft een belangrijke adviserende taak, de medezeggenschapsraad oefent de wettelijke instemmings- en adviesrechten uit op grond van het vastgesteld medezeggenschapsreglement van de school (zie 7.3). Bovenschoolse medezeggenschapsaangelegenheden komen aan de orde in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) waarin iedere medezeggenschapsraad van Catentscholen vertegenwoordigd is. Zie voor de organisatiestructuur ook het oraganogram van Catent. 7.3 Medezeggenschapsraad Iedere school heeft een directie, die verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding op school. De schoolleiding overlegt met de medezeggenschapsraad (MR). Beiden hebben hetzelfde belang, namelijk om de school zo goed mogelijk te laten functioneren. Vanuit de MR wordt er op twee manieren naar de school gekeken: vanuit de vertegenwoordiging van het personeel en vanuit de vertegenwoordiging van de ouders. Vaak zullen schoolleiding en MR op één lijn zitten. Toch kan het voorkomen dat ze het niet (direct) met elkaar eens zijn en zullen ze samen aan een oplossing moeten werken. Elk belangrijk besluit dat de schoolleiding wil nemen, moet worden voorgelegd aan de MR. Ook kan de MR eigen standpunten kenbaar maken aan de schoolleiding of daar nu wel of niet om gevraagd wordt. De schoolleiding moet hier altijd op reageren. Een MR praat in feite mee over alles wat met de school te maken heeft. De MR geeft ook adviezen en beslist mee. Hiertoe heeft de MR twee rechten: het adviesrecht (de schoolleiding moet bij bepaalde beslissingen eerst het advies van de MR vragen) en het instemmingsrecht (de schoolleiding mag bepaalde besluiten niet uitvoeren zonder de instemming van de MR). Dit staat allemaal uitvoerig beschreven in het Medezeggenschapsreglement. Bij vragen of opmerkingen over de MR kunt u via de mail contact zoeken met de voorzitter.
- 21 -
7.4 De oudervereniging De Phoenix heeft een oudervereniging. Alle ouders kunnen lid worden. Op de Phoenix wordt de oudervereniging waar mogelijk betrokken bij alle relevante zaken. Het bestuur van de vereniging, de ouderraad (OR), vertegenwoordigt de kinderen en hun ouders en geeft waar nodig informatie en advies. Het werk van de oudervereniging komt onder andere tot uiting in de vergaderingen van de ouderraad. Deze zijn in principe openbaar en kunnen door iedereen worden bijgewoond. Van elke vergadering wordt een verslag gemaakt dat ter inzage ligt bij de OR leden.De OR bestaat uit ouders die gekozen zijn tijdens de Algemene Jaarvergadering. Deze wordt één maal per jaar georganiseerd. De contributie voor de oudervereniging is op nul gesteld, er wordt een vrijwillige ouderbijdrage gevraagd. Deze bedraagt 49 euro voor kinderen in groep 1 t/m 4 en 41 euro voor kinderen in groep 5 t/m 8. Dit verschil heeft te maken met de kosten van een kadootje tijdens het Sinterklaasfeest. De ouderbijdrage is niet vrijblijvend. Als u ervoor kiest om de ouderbijdrage niet te betalen kan uw kind niet deelnemen aan bepaalde activiteiten, bijv. Sinterklaasfeest en schoolreis. Aangezien de leerlingen wel leerplichtig zijn zal bij het uitblijven van de betaling op de dag van de activiteiten naar een passende oplossing gezocht worden. Mocht u niet kunnen betalen, kunt hierover in overleg gaan met directie (Anita Marsman). De ouderbijdrage wordt gebruikt voor onder andere feesten. Al het geld komt ten goede aan de kinderen. De kinderen van de Phoenix kijken uit naar vieringen en feesten als het Sinterklaasfeest, de kerstviering en het Phoenixfeest. Het schoolreisje en de avondvierdaagse worden op school georganiseerd in samenwerking met de ouderraad. Vanuit de ouderraad wordt een beroep gedaan op de hulp van ouders, want meedoen en meedenken op school is van het grootste belang. 7.5 De Schooladviescommissie Op iedere school wordt (meestal vanuit de ouders) een adviescommissie samengesteld die de directie, gevraagd en ongevraagd, adviseert bij allerlei bestuurs- en beleidszaken. De Phoenix heeft een schooladviescommissie. De leden van de commissie nemen voor vier jaar zitting in de commissie. Nieuwe kandidaten worden door de directie geworven. De leden zijn aanspreekbaar door ouders en personeel. Zij wonen in de buurt en hebben veelal een directe relatie met onze school, bijvoorbeeld door hun kinderen. Dit laatste is overigens niet verplicht. Wilt u hierover meer weten, benader dan gerust één van de leden (zie bijlage 4 Contactinformatie). Er is een reglement voor schooladviescommissies opgesteld, dat op school te verkrijgen is.
- 22 -
7.6 Leerlingenraad De Phoenix heeft een leerlingenraad die bestaat uit een aantal leerlingen uit de bovenbouw. Door de leerlingenraad hebben de leerlingen een eigen stem in de school, ze tellen mee. De kinderen in de raad groeien in “actief burgerschap”. Ze leren om te gaan met democratische beginselen en nemen verantwoordelijkheid. De betrokkenheid van de leerlingraad komt het onderwijs op de Phoenix ten goede! 7.7 Organisatie van het onderwijs Één van de meest opvallende zaken op een Jenaplanschool is het werken in stamgroepen. In een stamgroep zitten kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar in een groep. In een onderbouwgroep kinderen van leerjaar 1 en 2, in een middenbouwgroep kinderen van de leerjaren 3, 4 en 5 en in een bovenbouwgroep kinderen van leerjaar 6, 7 en 8. Elke groep heeft een eigen leerkracht, die wij stamgroepleider noemen. Elk kind kan in zo'n stamgroep op zijn/haar eigen niveau werken en daarnaast een ander helpen/geholpen worden. Kinderen kunnen daardoor veel van en met elkaar leren. Een ander belangrijk voordeel van het werken in stamgroepen is wat wij de rolwisseling noemen. Kinderen komen als jongste een stamgroep binnen en hebben een andere rol dan wanneer ze middelste of oudste zijn. Naarmate ze langer in een stamgroep zitten wordt er door de stamgroepleider steeds meer een beroep op hen gedaan bij het leiden van een groepje of bij het helpen van andere kinderen. Hier kunnen de kinderen veel van leren als het gaat om hun sociaal emotionele ontwikkeling. Verder zorgt de jaarlijkse doorstroming dat het dynamische groepen blijven. Kinderen komen weer met andere kinderen in contact en kunnen met hen ervaringen opdoen. 7.8 Samenstelling van de groepen De groepsgrootte is afhankelijk van het aantal leerlingen per leeftijdsjaar. We hanteren wel enkele voorwaarden. We zien de groep qua grootte liever niet boven de 30 leerlingen komen. Criteria: o een evenwichtige verdeling van leerlingen die meer zorg nodig hebben wat betreft hun leer en/of sociaal-emotionele ontwikkeling; o evenwicht oudsten/middelste/jongste en jongens/meisjes; o broertjes en zusjes liever niet bij elkaar in de klas; o onderlinge vriendschappen. Bij het veranderen van bouw (overgang van onder- naar middenbouw en overgang van midden- naar bovenbouw) wordt de groepssamenstelling herzien en gekeken of er door tussentijdse veranderingen (verhuizingen, doublures) nog genoeg balans is in de groep en de bouw. Er wordt per kind gekeken in welke groep hij/zij het beste tot zijn recht komt. De verdeling wordt gemaakt door de ontvangende stamgroepleider en de stamgroepleider van de huidige groep. In principe wordt er niet meer afgeweken van de gemaakte indeling.
- 23 -
8 Praktische zaken en afspraken 8.1 Aanmelding en inschrijving nieuwe leerlingen Ouders die zich oriënteren op de Phoenix bieden wij: o de mogelijkheid de school te leren kennen op een Open Huis ochtend. We hebben een aantal Open Huis ochtenden (9-11 uur) verspreid over het schooljaar. Zie hiervoor onze kalender op de website (www.de-phoenix.nl). o de optie eens een klas binnen te wandelen om de sfeer te proeven. U bent ook van harte welkom bij één van onze weekvieringen. Data vindt u in onze kalander op de website. o een schoolgids ter oriëntatie. We willen bij de start van uw zoon/dochter graag een (zo mogelijk) volledig beeld van uw kind zodat we uw kind optimaal kunnen begeleiden. U bent verplicht (volgens de wet passend onderwijs) uw zoon/docher minimaal 10 weken voordat hij/zij vier jaar wordt aan te melden. Dat doet u met het aanmeldingsformulier dat u op onze website vindt (www.de-phoenix.nl). U kunt ook een aanmeldformulier ophalen bij de schoolleiding van de Phoenix (mw. Anita Marsman). Op het aanmeldformulier noteert u of uw kind zorg nodig heeft. We gaan vervolgens met u in gesprek over of en hoe we de zorg zouden kunnen organiseren. De aanmelding van uw zoon/dochter op de Phoenix wordt definitief met de inschrijving. U krijgt hiervan schriftelijk bericht. Kleuters beginnen op school op of nabij de dag van de maand waarop zij vier jaar worden. In de maand voorafgaande aan deze dag, hebben zij gedurende 5 dagdelen de gelegenheid een kijkje te komen nemen in hun toekomstige groep. Als kinderen instromen in een hogere groep wordt er meestal een moment (dag) om kennis te maken met klasgenoten, georganiseerd. 8.2 Contacten tussen ouders en school Ieder jaar worden in september de jaarlijkse informatieavonden gehouden. U krijgt daar informatie over de groep van uw kind, het dag- en weekprogramma en andere relevante informatie. We organiseren drie keer per jaar kindbesprekingen waarbij ouders en kinderen kunnen komen praten over de vorderingen. De eerste kindbespreking vindt na ongeveer tien weken plaats. De tweede is op de helft van het schooljaar en is gekoppeld aan het rapport. De laatste is aan het eind van het schooljaar en ook gekoppeld aan het rapport. Natuurlijk kunt u altijd een afspraak maken met de groepsleerkracht als u zich zorgen maakt om uw kind. Wij op onze beurt nemen ook contact op met u wanneer resultaten of gedrag van uw kind ons zorgen baren. De Phoenix heeft een schoolkrant. Deze verschijnt een aantal keer per jaar en wordt gemaakt door de schoolkrantredactie die bestaat uit ouders en een kinderredactie. Alle groepen zorgen ook voor de nodige input. We houden u goed op de hoogte van zaken rondom school. Elke vrijdag ontvangt u –digitaal- de PhoenixMix. Als u de PhoenixMix nog niet digitaal ontvangt, kunt u dit regelen door uw emailadres door te geven aan de leerkracht. U kunt de PhoenixMix ook op de website lezen (www.de-phoenix.nl). Wij stimuleren een grote betrokkenheid van ouders bij onze school. U kunt zich dan ook op allerlei manieren inzetten als hulp en ondersteuning van het onderwijs. Dat kan zijn op bestuurlijk gebied (Schooladviescommissie, MR) organisatorisch (OR) of als hulp bij allerlei activiteiten zoals rekenen, documentatiecentrum, klussen, schoolreis. Informatie hierover gaat via de PhoenixMix. - 24 -
Tijdens schoolactiviteiten worden er (door of namens school) foto- en ook videoopnamen gemaakt. Het komt steeds vaker voor dat deze opnamen worden gebruikt voor publicatie en andere, vooraf afgesproken, doeleinden buiten de school. U kunt ervan uitgaan dat wij altijd discreet zullen omgaan met de gemaakte opnamen. Mocht u toch bezwaar hebben dat opnamen van uw kind gebruikt worden, dan verzoeken wij u dit schriftelijk te melden bij directie. Overigens is het ouders/verzorgers/stagiaires niet toegestaan zonder toestemming in- en rond de school foto- en/of videoopnamen te maken. De website van school krijgt een steeds belangrijker plaats in de communicatie met ouders/verzorgers. Foto’s van activiteiten ondersteunen de tekst. We zullen zorgvuldig omgaan met het plaatsen van foto’s op onze website. Ouders/verzorgers van nieuwe leerlingen wordt toestemming gevraagd in het plaatsen van foto’s op de website. Enkele groepen maken gebruik van digitale fotoalbums waarop ingelogd kan worden. Deze zijn beschermd met een wachtwoord. 8.3 Overgang naar het voortgezet onderwijs Na ongeveer acht jaar basisonderwijs komt het moment waarop de kinderen afscheid nemen en na een goede voorbereiding vertrekken naar het voortgezet onderwijs. In groep 8 krijgen de kinderen huiswerk mee, om alvast te wennen aan het feit dat er ook thuis gewerkt moet worden voor school. In de groep worden de kinderen hierin begeleid door de stamgroepleider. Gesproken wordt over hoe je moet omgaan met leer- en werkopdrachten, hoe plan je je huiswerk e.d. Ook wordt er aandacht besteed aan de veranderingen die de overgang naar het voortgezet onderwijs met zich meebrengt. De kinderen gaan naar een open lesdag van het voortgezet onderwijs. De ouders worden op school voorgelicht over de verschillende mogelijkheden binnen het voortgezet onderwijs. Nadat de kinderen de NIO-toets hebben gemaakt wordt er door de groepsleerkrachten een advies opgesteld. Dit advies wordt met het kind en de ouders besproken, waarna ouders en kind samen een definitieve schoolkeuze kunnen maken. 8.4 Niveau uitstroom vervolgonderwijs Niveau / Schooljaar VWO HAVO /VWO HAVO VMBO TL/ HAVO VMBO TL VMBO TL/ Kader VMBO Kader VMBO Basis/Kader VMBO Basis Totaal
‘11-‘12 6 5 2 6 1 2 1
‘12-‘13 2 3 1 6 1 2 1
‘14-‘15 5 4 5 3 5 1
(met LWOO)
23
16
TL=Theoretische Leerweg (ook wel MAVO genoemd)
- 25 -
‘13-‘14 1 1 1 3 2 1
9
23
8.5 Continurooster Een kortere middagpauze biedt een goede oplossing voor de vaak hectische tussenschoolse opvang. Doordat de eigen vertrouwde stamgroepleider de lunch begeleidt, verloopt de middag rustiger. Er is na het eten nog een half uurtje speeltijd. Een pedagogisch medewerker, ouders en stamgroepleiders begeleiden het buiten spelen. 8.6 Buitenschoolse opvang De Phoenix werkt samen met Doomijn Kinderopvang. Doomijn biedt op de Phoenix buitenschoolse opvang (BSO) aan. Binnen de BSO is aansluiting met het Jenaplanconcept van de Phoenix. Het is mogelijk om uw kind voor en na schooltijd te laten deelnemen aan de opvang. Afhankelijk van het aantal opgaven wordt de opvang op school of elders (in de school nabije buurt) gerealiseerd. Aanmeldingen lopen via Doomijn. Wij vinden het belangrijk dat de kinderen van de BSO in een andere ruimte dan het leslokaal opgevangen worden. Doomijn heeft om die reden een aparte aanbouw. De ruimtes van de Phoenix worden ook gebruikt voor diverse activiteiten. 8.7 Brede School de Phoenix Sinds november 2006 hebben wij het predicaat “Zwolse Brede School”. Wij willen hiermee inspelen op ontwikkelingen in de maatschappij. Deze ontwikkelingen laten zien dat steeds meer ouders en kinderen gebruik maken van kinderopvang en BSO. Kinderen krijgen al op zeer jonge leeftijd te maken met anderen dan eigen ouders die betrokken zijn bij hun opvoeding. Gedurende de schoolgaande leeftijd zijn dat ook méér instellingen geworden. Opvang en opvoeding raken gefragmenteerd, waarbij onzekerheden kunnen insluipen en structuren voor kinderen minder herkenbaar zijn. Ouders krijgen als opvoeders een steeds grotere verantwoordelijkheid en lopen de kans geïsoleerd te komen staan, opvoedingsproblemen bij kinderen worden niet altijd vroegtijdig onderkend. Gevolg hiervan is dat jongeren zich minder hechten aan de omgeving waarin ze opgroeien. Door het ontwikkelen van een Brede School levert de Phoenix een bijdrage aan de oplossing van de problemen en knelpunten die de maatschappelijke ontwikkelingen met zich meebrengen. Visie De Brede School de Phoenix biedt een pedagogische infrastructuur en een sociaal netwerk in de woonomgeving van het kind. Het is een voorziening met een samenhangend aanbod voor kinderen en hun ouders, gericht op ontwikkeling van het kind en ondersteuning van de ouders in hun opvoedingstaak. Hiermee vervult het een versterkende rol naar de sociale infrastructuur van de wijk. Uitgangspunt van pedagogisch handelen is het Jenaplanconcept, terwijl de katholieke levensovertuiging de inspiratiebron vormt voor de normen en waarden van waaruit wij werken. Een Jenaplaninstelling is een gemeenschap die kinderen, begeleiders (bv. leerkrachten of groepsleiders) en ouders omvat. Ouders en begeleiders zijn samen opvoeders van de kinderen en proberen samen het beste uit het kind te halen en al zijn kwaliteiten te benutten. Om die reden is het dan ook van groot belang om aan te sluiten bij de vraag van kinderen: wat willen zij leren in de Brede School? Willen zij iets leren over het heelal dan is het mogelijk om een naschoolse cursus op dat vlak te organiseren. Willen ze hun muzische kwaliteiten verder ontwikkelen dan is het aanbod van een cursus muziek (muzische vorming, specifiek instrument, notatie) mogelijk. Ook betreft het dus - 26 -
weer de ontwikkeling “van onderop” waarbij vraag en aanbod goed op elkaar afgestemd kunnen worden. In de Jenaplanvisie wordt ervan uitgegaan dat kinderen verschillend zijn. Dat wordt niet als hinderlijk ervaren, sterker nog: het wordt gezien als een kans. Kinderen kunnen veel van elkaar leren, om die reden worden ze in het onderwijs in meerjarige stamgroepen geplaatst. Het spreekt voor zich dat de pedagogische visie van de school ook in de Brede School wordt doorgevoerd: het omgaan met verschillende leeftijden, zoals dat ook in een gezin het geval is, geeft kinderen juist de kans zich breder te ontwikkelen. Oud leest jong voor en begeleidt bij een moeilijk knutselwerkje. In de groepsruimte, een zo huiselijk mogelijke omgeving, vinden de activiteiten plaats. De groepsruimte kan ingericht en beheerd worden samen met de kinderen zodat zij ook leren verantwoordelijk te zijn voor hun omgeving. Op deze pedagogische wijze wordt er een parallel getrokken naar thuis om zo de brede school als een verlengstuk van zowel de onderwijsopvoeding als de thuisopvoeding te laten fungeren. Doelen: o het pedagogisch klimaat van de school integreren in de Brede School; o realiseren van een gevarieerd aanbod in activiteiten voor zowel kinderen van de BSO als voor kinderen die deel willen nemen aan een cursus; o bieden van voor-, tussen- en naschoolse opvang naar behoefte; o Een bijdrage leveren aan het verbeteren van het sociaalpedagogisch klimaat in de wijk Zwolle-Zuid. De kinderen en ouders krijgen door de buurtfunctie van de Brede School meer mogelijkheden een sociale binding aan te gaan met hun eigen omgeving; o bieden van een voorziening t.b.v. opvoedingsondersteuning. De belangrijkste partner is voor ons Landstede. De BSO wordt door Landstede georganiseerd. Ook onze coördinator Brede School is komt vanuit Landstede. Medezeggenschap en communicatie De BSO kan hiervoor terecht bij de eigen oudercommissie en de wettelijk vastgestelde voorziening van de betreffende instelling (in dit geval Landstede). Om tot een goede afstemming te komen hebben wij een Locatieraad opgericht. In deze raad nemen zowel ouders, teamleden van Landstede BSO, peutergroep en de Phoenix, de Brede Schoolcoördinator als kinderen zitting. Daarmee zijn alle geledingen vertegenwoordigd. De kinderen van de leerlingenraad schuiven ook (jaarlijks) aan om mee te praten over het aanbod aan naschoolse activiteiten. De Locatieraad is vooral werkzaam op het praktische vlak. De raad reikt bijvoorbeeld allerlei ideeën aan voor te organiseren activiteiten, inrichting, regels en afspraken e.d. Communicatie verloopt via de gebruikelijke kanalen zoals: website, mededelingenblad, schoolkrant, wijkkrant, flyers en plaatselijke pers. 8.8 Sponsoring In het basisonderwijs neemt het aantal scholen dat sponsoring ontvangt toe. Ook bij ons op school is sponsoring een feit. Het biedt kansen. Wel moet het op een zorgvuldige manier gebeuren. We willen niet dat de onderwijsinhoud door sponsoring wordt beïnvloedt. Ook mag de continuïteit van het onderwijs niet in gevaar komen. Als er niet meer gesponsord wordt, moeten de lessen gewoon door kunnen gaan, van eenzelfde kwalitatief goed niveau. Aan de andere kant vinden we - 27 -
het goed dat bedrijven de ruimte krijgen om voor eigen rekening bij te dragen aan het onderwijs. Daarom sluit onze school zich aan bij het Convenant “Scholen voor primair- en voortgezet onderwijs en sponsoring” (d.d. maart 2015). Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan het bestuur, de school, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt waarmee leerlingen en/of ouders in schoolverband worden geconfronteerd. De meest voorkomende tegenprestatie is vermelding van de sponsor in bijvoorbeeld de schoolgids/-krant. In het voor ons bestuur, onze school vastgestelde beleid staat o.a. het volgende: o Sponsoring dient verenigbaar te zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak van de school. De samenwerking tussen school en bedrijf komt ten goede aan het leer- en ontwikkelingsproces van leerlingen. o Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. o Bedrijven werken met onze scholen samen vanuit een maatschappelijke betrokkenheid. o Sponsorcontracten moeten zich richten op een gezonde levensstijl van leerlingen. o De kernactiviteiten van het onderwijs mogen niet afhankelijk worden van sponsoring. o De uitwerking van het sponsorbeleid op bestuursniveau is voorgelegd aan de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad volgens de daarop van toepassing zijnde WMS artikelen. Op onze school is bij de verdere uitwerking van het beleid sponsoring de medezeggenschapsraad betrokken geweest. Concreet kunt u het onze sponsors vinden op onze website. Mocht u als ouder klachten hebben over ongewenste reclame-uitingen die u (in schoolverband) tegenkomt, dan kunt u schriftelijk een klacht indienen bij het College van Bestuur van Catent, dan wel bij de Reclame Code Commissie. De klachtenregeling/-procedure van Catent is te vinden op www.catent.nl onder Organisatie/klachtenregeling.
- 28 -
9. Schooltijden, verlof en gym De school werkt met een continurooster. Dat betekent dat de kinderen in de middagpauze op school blijven. De kinderen eten in de groep met hun stamgroepleider. Daarna gaan zij onder begeleiding van een stamgroepleider en ouders naar buiten. De middag pauze duurt een half uur. 9.1 Schooltijden Groep 1 t/m 4 maandag, dinsdag en donderdag: woensdag en vrijdag: Groep 5 t/m 8 Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag: Woensdag:
8.30-14.30 8.30-12.15 8.30-14.30 8.30-12.15
9.2 Bijzonder verlof In de Leerplichtwet is vastgesteld dat ieder kind naar school moet. Het is de taak van ouders om er voor te zorgen dat hun kind iedere dag naar school gaat. In een aantal gevallen kan uw kind extra verlof krijgen. In welke situaties wordt extra verlof toegekend? o Vakantieverlof De hoofdregel is: geen vakantie onder schooltijd! De enige uitzondering op deze regel is als uw kind tijdens de schoolvakanties niet met het gezin op vakantie kan door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders. Dit extra verlof van maximaal tien schooldagen, mag één keer per schooljaar worden toegekend, maar niet in de eerste twee lesweken van het schooljaar. Dit verlof vraagt u minimaal acht weken van tevoren aan bij de directeur van de Phoenix. Een werkgeversverklaring moet aan de aanvraag worden toegevoegd. o Religieuze verplichtingen. o Gewichtige omstandigheden. Bijvoorbeeld: ernstige ziekte of overlijden van bloed- of aanverwanten, huwelijk van bloed- en aanverwanten, (huwelijks)jubileum van bloed- of aanverwanten, verhuizing van het gezin. 9.3 Gymnastiek Kleutergymnastiek De kleuters krijgen dagelijks bewegingsonderwijs. Bij mooi weer wordt er buiten gespeeld. Als het te koud of te nat is gaan we naar het speellokaal. Dikke truien, broeken, schoenen en kousen gaan uit. Veel kinderen hebben moeite met omkleden. We vragen u hier thuis aandacht aan te besteden. U kunt het uw kind makkelijker maken door bij de aankoop van schoenen, broeken en jassen te letten op het gemak waarmee deze aan en uit te trekken zijn. Gymnastiek in groep 3 t/m 8 De gymnastieklessen vinden plaats in de gymzaal aan het Marterveld. De lessen worden gegeven door stagiaires van de opleiding tot bewegingsdocent, de leerkracht is aanwezig en ondersteunt waar nodig in de lessen. Vanaf groep 6/7/8 gaan de kinderen op de fiets. Dat betekent dat ze behalve hun gymspullen ook hun fiets moeten meenemen.
- 29 -
De groepen 3/4/5 gaan lopend. Voor de gymnastieklessen hebben de kinderen een broekje en shirt (of gymnastiekpakje) en schoenen nodig. De kinderen hoeven na afloop niet te douchen. 10. Klachtenregeling Aan Catent is een klachtencommissie verbonden (Interne Klachten Commissie). Deze bestaat uit: Voorzitter: de heer Mr. S.M.C. Verheyden Lid: mevrouw. A. Zandbergen Lid: de heer H. Slabbekoorn De Interne Klachten Commissie is te bereiken via e-mailadres
[email protected]. In uitzonderlijke gevallen (indien een klager niet over e-mail beschikt) kan gebruik worden gemaakt van het adres IKC, Postbus 290, 8000 AG Zwolle. Het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de beslissingen die naar aanleiding van een klacht al dan niet worden genomen. Iedere school heeft een contactpersoon ten behoeve van de klachtenregeling. De contactpersoon per school zorgt ervoor dat klachten op de juiste manier voorgelegd worden aan degene bij wie de klacht thuishoort. Vertrouwenspersoon Aan Catent is tevens een vertrouwenspersoon verbonden. Hij heeft als taak te beoordelen of bij een klacht door bemiddeling tot een bevredigend resultaat gekomen kan worden. Op dit moment is aan Catent de volgende vertrouwenspersoon verbonden: de heer J. (Jan) de Vries. Wilt u met de vertrouwenspersoon in contact komen, dan kunt u bellen met het bestuurskantoor (tel. 088-8508680). Landelijke klachtencommissie Catent is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie voor het katholiek onderwijs. Zie bijlage 4 voor contactinformatie. Meer informatie over de klachtenregeling is te vinden op de website van Catent: www.catent.nl. U klikt hiervoor het kopje “organisatie” aan op de paarse balk daarna kunt u doorklikken op de klachtenregeling. In 2011 is er op bestuursniveau ook een gedragscode voor de scholen van Catent afgesproken. Het document kunt u ook vinden op de website. 11. Veiligheidsbeleid De school heeft een schoolveiligheidsplan waarin een groot aantal protocollen zijn opgenomen over omgaan met veiligheidaspecten. Onder eindverantwoordelijkheid van de directie is het de taak van de BHV-ers om uitvoering te geven aan dit plan en toezicht te houden bij het volgen van de protocollen. Het schoolteam is op de hoogte van de inhoud van het veiligheidsplan. Het plan is in te zien bij directie.
- 30 -
Bijlagen 1. 2. 3. 4.
Stamgroepen en team Verdeling van de lesuren over de vak-en vormingsgebieden Urenverantwoording Contactinformatie
- 31 -
Bijlage 1. Stamgroepen en team Onderbouw 1
de Koele Kikkers
Priscilla van der Brug (ma. di. wo. vrij.) Sharony Smid (do. vrij.) WPO stagiaire
Onderbouw 2
de Kleurige Kameleons
Marieke van Lenthe (ma.) Monique Morsink (di. wo. do. vrij.)
Middenbouw 1
de Lollige Lieveheersbeestjes
Judith Hoevenberg (ma. di. wo.) Helen van den Broek (do. vrij.)
Middenbouw 2
de Lachende Leeuwen
Jeroen Buist (alle dagen)
Bovenbouw 1
de Swingende Salamanders
Christel Baltes (alle dagen)
Bovenbouw 2
de Stoere Stokstaartjes
Marie-José Rietjens (ma. di. wo.) Heleen Hollander (do. vrij.)
Intern begeleider
Heleen Hollander (ma. di.)
Onderwijsassistent
Carla Heijman (di. wo. do.)
Directeur
Anita Marsman (ma. di. do. vrij.)
Administratief medewerkers
Christel Beltman (ma.mo.) Corina van Grootheest (vrij.mo.)
Facilitair medewerker
John de Haan (ma. en vrij.)
- 32 -
Bijlage 2. Verdeling van de lesuren over de vak-en vormingsgebieden vakgebieden/groep cognitieve en zintuigelijke ontwikkeling spel en beweging
1/2 480
taal-leesactiviteiten: *lezen *aanvankelijk *voortgezet technisch *begrijpend/studerend
270
rekenen/wiskunde
150
4
5
6
245
350
270
255
255
255
pauze minuten totaal uren .
- 33 -
8
180
180 60
180 150
75 150
75 150
300
300
300
300
300
300
100
60
45
60 45 30
130 45 30
255 45 45
320 45 45
320 45 45
320 45 45
45
45
300
60 45 30
Engels tekenen handvaardigheid/ techniek muziek gymnastiek
7
270
schrijven wereldoriëntatie catechese verkeer/ sociale redzaamheid
3
45 60
45 60
45 60
45 45
45 45
45 45
60
60 120
45 120
45 120
45 100
45 100
45 100
75 1440 24
75 1440 24
75 1440 24
75 1545 25,75
75 1545 25,75
75 1545 25,75
75 1545 25,75
Bijlage 3 Urenverantwoording groep lesuren per week lesuren per jaar (bruto) minus vrije middag voor Kerst- en zomervakantie studiemi./dagen vakanties herfstvakantie Kerstvakantie krokusvakantie Paasweekend meivakantie (incl. Hemelvaart) 2e Pinksterdag En Hemelvaart zomervakantie totaal gemid. aantal lesuren per jaar
1
2
3
4
5
6
7
8
24
24
24
24
25,75
25,75
25,75
25,75
1248
1248
1248
1248
1339
1339
1339
1339
3,5
3,5
3,5
3,5
16
16
16
16
19,5
19,5
19,5
19,5
23,50 48 24 9,25 47,00
23,50 48 24 9,25 47,00
23,50 48 24 9,25 47,00
23,50 48 24 9,25 47,00
26,00 51,5 25,75 11 52,00
26,00 51,5 25,75 11 52,00
26,00 51,5 25,75 11 52,00
26,00 51,5 25,75 11 52,00
14,5
14,5
14,5
14,5
16,5
16,5
16,5
16,5
144
144
144
144
154,5
154,5
154,5
154,5
319,25
319,25
319,25
319,25
351,75
351,75
351,75
351,75
957,5
957,5
957,5
957,5
957,5
957,5
957,5
957,5
Totaal aantal lesuren groep 1 t/m 8 (na 8 jaren): 7660 Mininum: 7520, Marge: 140 (17,50 per jaar).
Bijlage 4. Contactinformatie Jenaplanschool de Phoenix Zalmkolk 2, 8017 PA Zwolle 038-4650932 www.de-phoenix.nl
[email protected] Stichting Catent www.catent.nl College van Bestuur voorzitter: mevr. C.H.M.L Servaes leden: mevr. M.E.M Welten-van der Valk dhr. L.M.H.C Boschman Bezoekadres: Schrevenweg 6, 8024 HA, Zwolle Postadres: Postbus 290, 8000AG Zwolle Secretariaat: mevr. H. Uythoven, tel.: 038 3031844
[email protected] Raad van Toezicht Voorzitter: dhr. R.W.J van Kessel Vertrouwenspersoon de Phoenix mevr. T. Mulder, tel.nr. 4660822 Vertrouwenspersoon Catent dhr. J. (Jan) de Vries p/a Bestuursbureau Catent Postbus 290, 8000AG, Zwolle. Tel. 088-8508680 Interne Klachtencommissie Catent (IKC)
[email protected] Voorzitter: de heer Mr. S.M.C. Verheyden In uitzonderlijke gevallen (indien een klager niet over e-mail beschikt) kan gebruik worden gemaakt van het adres: IKC, Postbus 290, 8000 AG Zwolle. Landelijke klachtencommissie Stichting Catent is aangesloten bij de Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs (G Het College van Bestuur is eindverantwoordelijk voor de beslissingen die naar aanleiding van een klacht al dan niet worden genomen. Vertrouwensinspecteur 0900-1113111 Schooladviescommissie/klankbordgroep Ynte van der Meer, Linda Nugter en Floor Alles
- 35 -
Ouderraad Voorzitter: Hessel Feitsma Rekeningnummer NL87RABO0160715849 t.n.v. Oudervereniging de Phoenix te Zwolle Medezeggenschapsraad voorzitter: Luuk Kampman
[email protected] Doomijn kinderopvang www.doomijn.nl afdeling Klantadvies tel. 038 - 421 45 21 Inspectie van het onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl Vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Leerplichtambtenaar Burgemeester en wethouders van Zwolle Afd. Onderwijs Grote Kerkplein 15 8011 PK Zwolle
- 36 -